Juni 2014
Beleidsaanbevelingen over het bevorderen van cultuurgevoelige jeugdhulp Ter afsluiting van het project ‘Cultuurgevoelige Jeugdhulp’ formuleren de initiatiefnemers een aantal beleidsaanbevelingen als aanzet om het ontwikkelde netwerkconcept te continueren en te verspreiden in gans Vlaanderen en Brussel. Deze beleidsaanbevelingen zijn onder meer gebaseerd op de ervaringen van de afgelopen 1,5 jaar met netwerkontwikkeling en expertisedeling, in de twee stedelijke contexten Brussel en Antwerpen. Een beschrijving ervan is opgenomen in de bijlage ‘Conceptnota expertisenetwerk cultuurgevoelige jeugdhulp’ en de ermee samenhangende bijlage ‘Draaiboek lokaal netwerk cultuurgevoelige jeugdhulp’. Binnen het korte tijdsbestek van het project werden de elementen van dit netwerk uitgetest en bijgestuurd. De concrete acties werden beschreven in de gedetailleerde procesbeschrijving van het project (zie bijlage: ‘Rapport procesbeschrijving cultuurgevoelige jeugdhulp’). De beleidsaanbevelingen kaderen in de projectopdracht van het Europees Integratiefonds (EIF) binnen het Vlaams ESF-‐Agentschap, maar zijn vooral gericht aan de Afdeling Beleidsontwikkeling van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, met het oog op een mogelijke verankering in het kader van de Integrale Jeugdhulp. De aanbevelingen werden goedgekeurd door de stuurgroep van het project.
Aanbeveling 1: Verruim de focus op de beoogde doelgroep naar het ‘omgaan met superdiversiteit’ In het project respecteerden we de opgelegde afbakening tot de doelgroep van de zgn. ‘derdelanders’. Deze ‘derdelanders’ zijn mensen die geen burger zijn van de Europese Unie. De prioritaire doelgroep van de projectoproep van het EIF was de hulpverlening aan ‘de nieuwkomers uit niet EU-‐landen die maximum 5 jaar legaal in België verblijven’. Vanuit de praktijk is er duidelijke behoefte aan expertisedeling die ruimer gaat dan deze doelgroep. Bijvoorbeeld: het omgaan met mensen zonder wettelijk verblijf, niet-‐begeleide minderjarige vreemdelingen of Oost-‐Europese migratie (Romacultuur…). Tijdens de uitvoering van het project bleek deze indeling, in ‘derdelanders’ en ‘anderen’ op basis van formele kenmerken, moeilijk te hanteren. Jeugd-‐ en gezinshulpverleners werken aan meer cultuursensitiviteit in een samenleving die zich op het vlak van ‘superdiversiteit’ niet in categorieën laat indelen. In 1
Steunpunt Jeugdhulp | Cellebroersstraat 16 -‐ 1000 Brussel | 02 513 15 10 www.steunpuntjeugdhulp.be –
[email protected]
het project werd de doelgroep al snel omschreven als “jongeren met een migratieachtergrond en hun gezin. We pleiten in de toekomst voor een aanbod voor jeugdhulpverleners dat alle facetten en doelgroepen in het omgaan met de ‘superdiversiteit’ meeneemt.
Aanbeveling 2: Behoud de focus op de cultuurgevoeligheid van praktijkwerkers, als onderdeel van een globale strategie naar een meer toegankelijke jeugdhulp voor etnisch-‐culturele minderheden De verschillende acties die we ontwikkelden in de loop van de projectperiode geven duidelijk aan dat de focus op de cultuurgevoeligheid van jeugd-‐ en gezinshulpverleners beantwoordt aan een reële behoefte. Het bevorderen van cultuurgevoeligheid van praktijkwerkers is een noodzakelijke, maar slechts één van de strategieën in het streven naar een jeugdhulp die toegankelijk is voor etnisch-‐culturele minderheden en die kwaliteitsvol omgaat met de superdiversiteit van de actuele samenleving. Cultuurgevoeligheid speelt in op de noodzakelijke competenties (kennis, vaardigheden, attitude,..) van jeugdhulpverleners. Cultuurgevoeligheid mag geen ‘specialisatie’ worden, wel een generieke competentie van elke jeugdhulpverlener. Ook de basisopleidingen kunnen daarvoor een belangrijke bijdrage leveren, zowle op het niveau van hogescholen en universiteiten, als in het kader van het onthaal van nieuwe medewerkers in de jeudghulpvoorzieningen. In het projectverloop stelden we vast dat het bevorderen van deze cultuurgevoeligheid moet deel uitmaken van een globale en samenhangende aanpak, waarin de volgende lijnen van belang zijn: •
Het stimuleren van initiatieven die de participatie van ethnisch-‐culturele minderheden aan de jeugdhulp en de organisatie van de jeugdhulp bevorderen. Het originele model van dialooggroepen is, op aangeven van de zelforganisaties, in het uiteindelijk concept verlaten. Dit neemt niet weg dat er een dialoog opgezet is met deze organisaties en zij wel degelijk meegewerkt hebben aan concrete acties binnen het expertisenetwerk, zoals bijvoorbeeld het dialoogproces met de CLB’s in Brussel. De dialoog met zelforganisaties of cliënten met een migratie-‐achtergrond en hun gezin is een belangrijke, maar niet de enige actie in het expertisenetwerk. De dialoog-‐acties worden daarom beter ingebed in bredere participatie-‐bevorderende initiatieven, in de lijn van de keuze in het decreet Integrale Jeugdhulp voor ‘vermaatschappelijking’ (o.m. art. 9, 2°: het verhogen van de participatie in de jeugdhulpverlening).
•
Het ondersteunen van een globaal diversiteitsbeleid en processen van interculturalisering in de jeugdhulpvoorzieningen, met incentives voor innoverende projecten. 2
Steunpunt Jeugdhulp | Cellebroersstraat 16 -‐ 1000 Brussel | 02 513 15 10 www.steunpuntjeugdhulp.be –
[email protected]
•
Het ter beschikking stellen van een voldoende uitgebouwd en betaalbaar aanbod van tolken, minstens in de voorzieningen van de ‘brede instap’, de crisisjeugdhulp, de intersectorale toegangspoort en de gemandateerde voorzieningen.
Aanbeveling 3: Verruim het netwerkconcept naar de 6 regio’s van Integrale Jeugdhulp. Het concept dat in de twee stedelijke contexten (Antwerpen en Brussel) werd getest en verder uitgewerkt, kan in gans Vlaanderen en Brussel uitgezet worden. Het concept is beschreven in de vermelde conceptnota en het draaiboek. Voor het netwerk in Antwerpen en voor de andere regio’s, met uitzondering van Brussel, betekent dit een verruiming van het werkingsgebied naar de ganse provincie. Dit is haalbaar én wenselijk, op voorwaarde dat er voldoende oog is voor het organiseren van expertisedeling in ‘live’-‐contacten in lokale netwerken. Het netwerkconcept zal ook moeten aangepast worden aan de niet-‐grootstedelijke context, m.n. in regio’s rond een centrumstad en in landelijke regio’s met kleine gemeenten. De sociologische graad van superdiversiteit kan mogelijk verschillen tussen de stedelijke en de meer landelijke gebieden, maar we gaan ervan uit dat globaal genomen de behoefte even groot is, in verhouding tot het aantal hulpverleners in de regio.
Aanbeveling 4: Stimuleer expertisedeling en -‐opbouw en het bevorderen van cultuurgevoeligheid op twee sporen: door het netwerk te activeren én door een intersectoraal inzetbaar aanbod te voorzien. Om de cultuurgevoeligheid bij jeugdhulpverleners te bevorderen gaan we uit van twee sporen in de regionale netwerken: 1) expertisedeling stimuleren en ondersteunen tussen jeugdhulpverleners onderling, en 2) expertise ter beschikking stellen via een ondersteunend intersectoraal inzetbaar aanbod. Het eerste spoor focust op de expertisedeling op de ‘werkvloer’. De belangrijkste functies zijn: • het matchen van concrete vragen met een opgedane ervaring van een andere voorziening; • het faciliteren van casusoverleg en intervisie als leerdoel; • de uitwisseling van goodpractices en deze ontsluiten.
3
Steunpunt Jeugdhulp | Cellebroersstraat 16 -‐ 1000 Brussel | 02 513 15 10 www.steunpuntjeugdhulp.be –
[email protected]
Dit veronderstelt een goed zicht op de praktijkervaringen in de betrokken voorzieningen, om deze te kunnen verbinden aan andere praktijkervaringen (zie verder in aanbeveling 5 over de functie van ‘netwerkcoördinator). Het tweede spoor is het voorzien van een intersectoraal inzetbaar aanbod. Dit aanbod bestaat uit: • de organisatie (met open uitnodiging) van vorming, trefdagen, workshops,… lokaal of bovenlokaal; • het intersectoraal ter beschikking stellen van consult-‐ en bemiddelingsfuncties (bvb. OTA, interculturele bemiddeling, inzet van ervaringsdeskundigen,…); • het aanbieden van een infopunt, helpdesk en kennisdelingsplatform (zie verder onder aanbeveling 6). • Het stimuleren van de samenwerking met actoren buiten de jeugdhulp (LOI’s, integratiecentra, onthaalbureaus, OCMW,…) op basis van concrete gesignaleerde knelpunten.
Aanbeveling: 5: Zorg voor een duurzame ondersteuning van de expertisenetwerken De behoefte aan het delen van ervaringen en expertise over cultuurgevoelige aspecten van de jeughulp is niet tijdelijk. Het levendig houden van een expertisenetwerk vraagt bovendien een permanente ondersteuning. Daarom pleiten we voor een duurzame en structurele ondersteuning, die verzekerd wordt door: een stuurgroep; actiegroepen die een jaarprogramma uitvoeren; expertisenetwerken; een netwerkcoördinator; en een digitaal kennisplatform op Vlaams niveau. •
Een stuurgroep ‘cultuurgevoelige jeugdhulp’ fungeert als draagvlak voor de engagementen van de betrokken sectoren om hun expertise intersectoraal in te zetten. De stuurgroep is tevens de draaischijf voor de organisatie van de acties. De lokale ‘expertengroep’ die in de projectfase samenkwam kan omgevormd en aangevuld worden tot dergelijke provinciale stuurgroep. Dit zal gepaard moeten gaan met het (verder/blijvend) activeren van engagementen in de betrokken regio’s.
•
De actiegroepen die tijdens de projectfase diverse initiatieven namen, werken binnen de krijtlijnen opgesteld door deze stuurgroep. De concretisering gebeurt in een jaarprogramma. Om de band met de zes bij Integrale Jeugdhulp betrokken sectoren te verzekeren, heeft de ‘stuurgroep cultuurgevoelige jeugdhulp’ een statuut als onderdeel van het IROJ (Intersectoraal Regionaal Overleg Jeugdhulp). De actieplannen worden dan ook op dit niveau beslist, binnen het kader bepaald door het Managementscomité Integrale Jeugdhulp. 4
Steunpunt Jeugdhulp | Cellebroersstraat 16 -‐ 1000 Brussel | 02 513 15 10 www.steunpuntjeugdhulp.be –
[email protected]
•
Om de expertisenetwerken duurzaam te ondersteunen is het noodzakelijk om de functie van een voltijdse provinciale netwerkcoördinator te voorzien (zie regio’s Integrale Jeugdhulp). Deze coördinator heeft verschillende rollen en taken: -‐ aanspreekpunt zijn en grondige kennis opbouwen van het praktijkveld; -‐ matchen tussen vragen naar expertise en mogelijk aanbod; -‐ activeren van engagementen; -‐ oplijsten, bekendmaken en mee organiseren van acties van expertisedeling (studiedagen, intervisie, vorming,…); -‐ betrekken van de integratiesector; -‐ organiseren van dialoog met doelgroepen. Voor de inbedding van deze functie van netwerkcoördinator zijn er verschillende mogelijkheden: -‐ bij één voorziening uit de jeugdhulp (bij voorkeur met een intersectorale werking; generalistische insteek; zelf al ervaring opgebouwd met cultuurgevoeligheid en interculturalisering; neutraal profiel); -‐ als regionale antennefunctie verbonden aan één van de Vlaamse steunpunten; -‐ bij een (organisatie voor) regionaal welzijnsoverleg (dit bestaat echter nergens op die schaal, behalve in Brussel); -‐ bij het provinciebestuur (indien dit strookt met de nieuwe opdrachten in het kader van de interne staatshervorming);
•
Op Vlaams niveau is het refentiepunt een digitaal kennisdelingsplatform ‘cultuurgevoelige jeugdhulp’ (zie verder onder aanbeveling 6). Voor het opbouwen en onderhouden van dit kennisdelingsplatform, in overleg met de regionale netwerken, is een voltijdse functie noodzakelijk. Deze functie kan verbonden worden aan het samenwerkingsverband van de steunpunten die het project hebben uitgevoerd.
•
Een centrale Vlaamse coördinator zorgt voor coördinatie van het geheel.
Aanbeveling 6: Zorg op Vlaams niveau voor een digitaal platform voor expertisedeling met een directe band met lokale acties Dit digitaal platform heeft de volgende functies: • •
het is een centraal infopunt dat alle relevante inhoud m.b.t. cultuurgevoelige jeugdhulp verzamelt en ontsluit; het is een interactief platform voor kennisdeling dat alle jeugdhulpverleners uitnodigt om rechtstreeks te participeren; 5
Steunpunt Jeugdhulp | Cellebroersstraat 16 -‐ 1000 Brussel | 02 513 15 10 www.steunpuntjeugdhulp.be –
[email protected]
• •
het creëert een forum voor uitwisseling van acties die in de 6 regio’s zijn ontwikkeld; het bevat een helpdeskfunctie die mogelijk maakt om vragen te adresseren en een gepast antwoord te verzekeren;
Dit digitaal platform wordt best op Vlaams niveau uitgebouwd, omdat dit efficiënter is, maar ook omdat het alle aanwezige lokale expertise kan bundelen. De ervaring met digitale platforms (zie bestaande elektronische leeromgevingen, toolboxen,…) leert echter dat deze vaak een stille dood sterven als ze niet voortdurend ‘levendig’ worden gehouden. Dat kan alleen maar als er een sterke verbinding is met de regionale netwerken en als deze netwerken het digitaal platform mee gebruiken als één van de kanalen voor expertisedeling. Daarom is het aangewezen dat de provinciale netwerkcoördinatoren dit digitaal platform mee voeden en samen met een centrale coördinator de regie voeren van de kennis-‐ en expertisedeling op dit niveau. Het digitaal platform kan een subwebsite zijn van het gemeenschappelijk digitaal kennisplatform van het Steunpunt Jeugdhulp, Steunpunt Expertisenenetwerken en Steunpunt Algemeen Welzijnswerk en/of gekoppeld worden aan de website ‘Pigmentzorg’ van VIVO, die reeds een soortgelijke en uitgebreide website ontwikkeld heeft.
6
Steunpunt Jeugdhulp | Cellebroersstraat 16 -‐ 1000 Brussel | 02 513 15 10 www.steunpuntjeugdhulp.be –
[email protected]