Belastingwetgeving 2005 Naast de samenvatting van de fiscale cijfers die wij eerder op de site van Arces plaatsten, treft u hierbij een toelichting in woorden op een aantal wijzigingen van de belastingwetgeving zoals deze geldt per 2005. Steeds worden de wijzigingen vergeleken met die van 2004. Inkomstenbelasting - De kleinschaligheidsinvesteringsaftrek wordt afgetopt. De meeste schalen van investeringsbedragen waarover de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek wordt berekend, worden verkleind. Zo gaat het maximaal in aanmerking te nemen investeringsbedrag omlaag van € 286.000 naar € 226.000 - Het percentage van de energie-investeringsaftrek gaat omlaag van 55% naar 44% - Het drempelbedrag aan te betalen belasting waar beneden de fiscus geen aanslag inkomstenbelasting oplegt, gaat omlaag van € 217 naar € 40. Dit houdt in dat de fiscus ook kleinere belastingaanslagen zal opleggen. De situatie dat de fiscus altijd een definitieve aanslag zal opleggen als om een voorlopige teruggaaf (bijvoorbeeld vanwege de eigen woning) is verzocht, vervalt. Ook in deze situaties laat de fiscus een aanslag achterwege als het uiteindelijk verschuldigde belasting minder is dan € 40 - De aftrekbaarheid van de gemengde kosten (voor onder meer: voedsel, representatie en congressen) verder ingeperkt. Nu (jaar 2004) bestaat er een keuze tussen een niet aftrekbaar bedrag van € 1.600 óf een aftrek van 90% van de gemengde kosten. Vanaf 1 januari 2006 gaat de aftrekdrempel van € 1.600 omhoog naar € 4.000. De aftrekbaarheid van gemengde kosten gaat omlaag van 90% naar 75% - Vanaf 1 januari 2006 behoort het privé-gebruik van de auto van de zaak ook tot het loon. Dit houdt in dat de auto ook kan meetellen voor: de 30%-regeling voor uitgezonden of ingekomen werknemers, de gebruikelijk-loonregeling en de afdrachtvermindering loonheffing. De auto hoort ook tot de grondslag voor de premieheffing werknemersverzekeringen en telt ook mee voor de uitkeringshoogte van deze verzekeringen. De auto blijft echter buiten de pensioenopbouw. Er komt voor de waardering van de auto een waarderingsvoorschrift. De waardering van de auto voor de loonbelasting komt overeen met de regeling die nu (jaar 2004) hiervoor in de inkomstenbelasting bestaat. Ook voor privé-doeleinden ter beschikking gestelde auto's die niet onder het waarderingsvoorschrift vallen, zoals vrachtauto's moet het werkelijke voordeel tot het loon worden gerekend. Voor deze auto's wordt het voordeel gesteld op het aantal privé-kilometers maal de werkelijke kilometerprijs - De zelfstandigenaftrek voor 2006 en 2007 gaat minder omhoog dan bij het indienen van het wetsvoorstel de bedoeling was - De pc-privéregeling is afgeschaft. In verband hiermee wordt de belastingvrije vergoeding voor computerapparatuur en dergelijke ingeperkt. Alleen computers en dergelijke apparatuur die (nagenoeg) geheel zakelijk worden gebruikt, kan een werkgever onder voorwaarden nog belastingvrij vergoeden. Deze voorwaarden zijn: o de apparatuur moet een kostprijs hebben van meer dan € 450 en o de vergoeding is alleen vrij tot het bedrag van de afschrijving. Voor de inperking van de belastingvrije vergoeding komt geen overgangsregeling - De berekening van in rekening te brengen of te vergoeden heffingsrente en invorderingsrente voor de aanslagen inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting wijzigt. Aangrijpingspunt is niet meer de dag na afloop van het kalenderjaar maar het midden van een belastingjaar/boekjaar. Het tijdvak waarover heffingsrente wordt berekend, eindigt op de dag van de dagtekening van het aanslagbiljet. Voor een boekjaar gelijk aan het kalenderjaar vormt 1 juli het aangrijpingspunt. Verder wijzigt de formule voor de te hanteren percentage heffingrente en invorderingsrente. Het kan ertoe leiden dat het te hanteren percentage met maximaal 1% omhoog gaat
-
-
-
Lijfrentepremies die iemand betaalt voor bijvoorbeeld een oudedagsvoorziening kunnen onder voorwaarden in aftrek worden gebracht op het inkomen. Als een persoon kan aantonen dat hij een pensioentekort heeft (jaarruimte) of dat hij in voorgaande zeven jaren lijfrentepremies had kunnen aftrekken maar die aftrekmogelijkheid niet (volledig) heeft benut (reserveringsruimte), dan bestaat recht op de lijfrentepremieaftrek. Alle bedragen voor de jaarruimte en de reserveringsruimte zijn met 1,4% verhoogd. Voor de jaar- en de reserveringsruimte geldt een terugwentelingstermijn van drie maanden. Om voor premieaftrek in 2005 in aanmerking te komen moeten de lijfrentepremies vóór 1 april 2006 zijn betaald. Bij de berekening van de jaarruimte zijn het inkomen en de pensioenaangroei van het voorafgaande kalenderjaar bepalend. Ondernemers die in een jaar (een deel van) hun onderneming staken mogen op verzoek van deze regeling afwijken. Zij mogen ervoor kiezen om in het jaar van staking de gegevens van het kalenderjaar zelf te gebruiken. Hierbij moet worden opgemerkt dat in het opvolgende kalenderjaar - waarin weer moet worden uitgegaan van de gegevens van het voorgaande kalenderjaar - de stakingswinst niet nogmaals bij de berekening van de ruimte voor de lijfrentepremieaftrek in aanmerking mag worden genomen. Per 1 januari 2005 wijzigt de fiscale behandeling van de werkruimte in de eigen woning in de inkomsten-, loon-, en vennootschapsbelasting. Een ruimte wordt fiscaal pas als werkruimte behandeld als deze een zelfstandig gedeelte van een woning vormt en intensief wordt gebruikt voor de verwerving van inkomen. De werkruimte moet een zodanige zelfstandigheid bezitten dat de ruimte duidelijk is te onderscheiden door uiterlijke kenmerken, bijvoorbeeld door een eigen opgang of ingang. Ook de voorzieningen in de werkruimte (zoals onder meer eigen sanitair) kunnen echter van belang zijn ter bepaling van de zelfstandigheid. Een substantieel deel van het inkomen moet in de zelfstandige ruimte worden verdiend. Als men over een werkruimte elders beschikt, moet tenminste 70% van het inkomen in de ruimte thuis worden verdiend. Als men niet elders de beschikking heeft over een werkruimte, moet tenminste 30% van het inkomen in de ruimte thuis worden verdiend. Maximaal aftrekbaar is 4% van de waarde over de werkruimte (bij huurwoningen: een deel va n de huur) plus een evenredig deel van de kosten die in huurverhoudingen door een huurder zouden worden betaald. Een onzelfstandige werkruim te (slaapkamer, zolderkamer) en een zelfstandige werkruimte waarin onvoldoende wordt gewerkt, blijven onderdeel van de eigen woning en daarmee van de regeling van het eigenwoningforfait Bedrijfsopvolging Bedrijfsoverdrachten worden vergemakkelijkt. Vanaf 1 januari 2005 kan zowel voor het successie- als voor het schenkingsrecht 60% (was 30%) van de waarde van ondernemingsvermogen of van aandelen die bij de schenker of erflater tot een aanmerkelijk belang behoorden bui t en de heffing blijven. Hiervoor moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Een van die voorwaarden is dat de onderneming door de verkrijger tenminste vijf jaar wordt voortgezet dan wel dat de aandelen gedurende vijf jaar worden behouden en de onderneming van de vennootschap in die periode niet wordt gestaakt. Het percentage van 60% wordt op 1 januari 2007 verhoogd tot 75% voor verervingen of schenkingen die plaatsvinden op of na die datum. Verder is in de inkomstenbelasting per 1 januari 2005 een uitstelregeling geïntroduceerd voor vervreemding van (een deel van) een onderneming aan een natuurlijk persoon voor zover deze de koopsom schuldig blijft.
Loonbelasting - Eén loonbegrip voor loonheffing en premies werknemersverzekeringen Vanaf 1 januari 2005 geldt in beginsel één uniform loonbegrip voor de loonheffing (loonbelasting en premies volksverzekeringen) en de premies werknemersverzekeringen. Er blijven nog enkele uitzonderingen. - Spaarloonregeling Een werknemer mag vanaf 1 januari 2005 nog maar bij één werkgever deelnemen aan de spaarloonregeling en kan maximaal € 613 geblokkeerd sparen op grond van deze regeling. Voor sparen via de spaarloonregeling moet aan de volgende twee voorwaarden worden voldaan: o de werknemer is sinds 1 januari 2005 bij die werkgever in dienst; en o die werkgever past ten aanzien van die werknemer sinds 1 januari 2005 de algemene heffingskorting toe Als een werknemer na de eerste dag van het kalenderjaar bij een werkgever in dienst treedt, kan hij dus niet van de spaarloonregeling van die werkgever gebruikmaken. Het tarief voor eindheffing over spaarloon gaat met ingang van 1 januari 2005 omhoog van 15% naar 25%. Geblokkeerde spaartegoeden uit een spaarloonregeling zijn in 2005 in de inkomstenbelasting vrijgesteld in box 3 tot maximaal € 17.025 - Aandelenopties Per 1 januari 2005 vervalt de huidige keuzeregeling voor het belasten van aandelenopties. Vanaf die datum moet de werkgever loonheffing en premies werknemersverzekeringen altijd berekenen over het werkelijk gerealiseerde voordeel op het moment van uitoefening of verkoop van de aandelenopties. Als de werkgever aan de werknemer een bedrag in rekening heeft gebracht voor het optierecht, dan mag de werkgever dit bedrag in mindering brengen op het voordeel dat de werknemer heeft genoten. Bij een negatief saldo mag de werkgever echter niets in mindering brengen op het loon. Bij opties die vóór 1 januari 2005 onvoorwaardelijk zijn toegekend of onvoorwaardelijk zijn geworden, blijft de oude regeling gelden als de werkgever de opties op dat moment tot het loon heeft gerekend. Bij deze opties is het gerealiseerde voordeel dus alleen belast voor de loonheffing als de optie binnen drie jaar wordt uitgeoefend of verkocht. Als de werkgever de belastingheffing over de opties heeft uitgesteld, vallen deze onder de nieuwe regeling - Computers De pc-privé-regeling is op 27 augustus 2004 om 17.00 uur afgeschaft. Een werknemer die vóór dat tijdstip een computer en/of randapparatuur in gebruik heeft genomen of heeft gekocht (of zich heeft verplicht om te kopen), kan ook in 2005 nog gebruik blijven maken van de oude regeling. Vanaf 1 januari 2005 mag de werkgever aan een werknemer een computer en bijbehorende apparatuur (hierna tezamen: apparatuur) alleen onbelast vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen als deze apparatuur voor 90% of meer zakelijk wordt gebruikt. Als de apparatuur een meerjarig belang heeft, mag de werkgever maximaal het bedrag van de jaarlijkse afschrijving onbelast vergoeden of verstrekken. Als de kostprijs inclusief omzetbelasting minder is dan € 450, dan mag de werkgever het hele bedrag ineens onbelast vergoeden of verstrekken. Als de kostprijs hoger is dan € 450, dan kan de werkgever de apparatuur ook in een keer onbelast vergoeden of verstrekken als hij met de werknemer afspreekt dat de werknemer bij het einde van de dienstbetrekking de waarde die de apparatuur op dat moment heeft, aan de werkgever vergoedt - Verklaring arbeidsrelatie Vanaf 1 januari 2005 mag de op drachtgever altijd uitgaan van een Verklaring arbeidsrelatie (VAR) van een opdrachtnemer waarop staat vermeld "winst uit onderneming" of "werkzaamheden voor rekening en risico van een vennootschap". De opdrachtgever hoeft dan niet meer te beoordelen of de opdrachtnemer bij hem wellicht toch in dienstbetrekking is. Voor de opdrachtgever is er zo meer rechtszekerheid. Hieraan is wel een aantal voorwaarden verbonden. Dit staat in een wetsvoorstel dat op 21 december 2004 door de Eerste Kamer is aangenomen
-
Diversen a. Reiskosten De maximale belastingvrije vergoeding van zakelijke kilometers blijft € 0,18 per kilometer, ongeacht het vervoermiddel. Woon-werkverkeer geldt hierbij als zakelijk verkeer. Als een werknemer met het openbaar vervoer reist, kan de werkgever kiezen uit twee mogelijkheden: o hij kan óf maximaal € 0,18 per o kilometer óf de werkelijke reiskosten belastingvrij vergoeden. Dit betekent dat de werkgever aan een werknemer die de reisafstand gedeeltelijk aflegt met eigen vervoer en gedeeltelijk met het openbaar vervoer, voor de volledige reisafstand een belastingvrije vergoeding mag geven van € 0,18 per kilometer. In plaats daarvan mag de werkgever ook de werkelijke kosten van het openbaar vervoer vergoeden, vermeerderd met maximaal € 0,18 per kilometer die de werknemer met eigen vervoer heeft afgelegd b. Maaltijden o Zakelijke maaltijden De normbedragen voor een zakelijke maaltijd blijven per 1 januari 2005 onveranderd. Voor zover een werknemer meer dan 80 maaltijden verstrekt of vergoed krijgt, moeten de volgende normbedragen als loon worden aangemerkt: • Warme maaltijd: € 3,10 • Koffiemaaltijd/Lunch: € 1,55 • Ontbijt: € 1,55 o Bedrijfskantines Voor een maaltijd in een bedrijfskantine gelden met ingang van 2005 de volgende normbedragen: • Warme maaltijd: € 3,85 (€ 3,80 jaar 2004) • Koffiemaaltijd/Lunch: € 2,- (€ 2,- jaar 2004) • Ontbijt : € 2,- (€ 2,- jaar 2004) c. Overig o In 2005 kan een werkgever aan een werknemer onbelast een laagrentende personeelslening verstrekken als de werknemer ten minste 5% (3,5% jaar 2004) rente betaalt over het geleende bedrag o De vergoeding die een vrijwilliger ontvangt, voor zover deze niet meer bedraagt dan € 735 (idem jaar 2004) per jaar en € 21 (idem jaar 2004) per week, wordt niet als loon beschouwd o Het normbedrag voor een telefoonabonnement per maand gaat per 1 januari 2005 omhoog naar € 20,32 (€ 19,95 jaar 2004). De overige normbedragen voor de telefoon blijven ongewijzigd
Afdrachtverminderingen loonbelasting en premie volksverzekeringen 2005 Een afdrachtvermindering houdt in dat een werkgever onder voorwaarden minder loonbelasting en premie volksverzekeringen hoeft af te dragen. De vermindering kan echter niet leiden tot een teruggaaf. Er bestaan verschillende afdrachtverminderingen. Deze kunnen tegelijk samengaan behalve de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk en de afdrachtvermindering zeevaart. -
-
-
-
-
-
Afdrachtvermindering lage lonen De afdrachtvermindering lage lonen is van toepassing op werknemers van 23 jaar en ouder met een loon over een loontijdvak dat niet meer bedraagt dan het ‘toetsloon’ voor dat tijdvak. Het toetsloon bedraagt € 17.805 (€ 17.806 jaar 2004) en het maximale bedrag afdrachtvermindering is € 530 (€ 1.093 jaar 2004). Op 1 januari 2006 vervalt deze regeling Afdrachtvermindering onderwijs De afdrachtvermindering onderwijs blijft in 2005 ongewijzigd € 2.500. Het toetsloon voor 2005 is € 20.791 (€ 20.793 jaar 2004). Er bestaat ook recht op deze afdrachtvermindering van € 1.500 (€ 1.500 jaar 2004) wanneer een voormalig werkloze werknemer in dienst is, die aangewezen scholing volgt die er op gericht is de werknemer op startkwalificatieniveau te brengen Afdrachtvermindering zeevaart De afdrachtvermindering zeevaart is vanaf 1 januari 2005 niet meer van toepassing op loon dat een werkgever betaalt aan zeevarenden die werkzaam zijn op: o baggerschepen zonder eigen voorstuwing of die niet beschikken over een eigen laadruimte o schepen voor bedrijfsmatige visserij Werknemers die werken op een schip dat geregelde passagiersdiensten onderhoudt tussen havens van de Europese Gemeenschap, maar die zelf niet de nationaliteit hebben van één van de landen van de Europese Gemeenschap of de Europese Economische Ruimte, worden niet meer als zeevarende aangemerkt Afdrachtvermindering kinderopvang Per 1 januari 2005 wordt de Wet kinderopvang ingevoerd. Daarmee vervalt de afdrachtvermindering kinderopvang Afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof De afdrachtvermindering betaald ouderschapsverlof wordt toegepast over het loon dat wordt doorbetaald tijdens het ouderschapsverlof van de werknemer. De werkgever moet de werknemer tijdens het ouderschapsverlof wel ten minste het toetsloon doorbetalen. Voor dit toetsloon bestaat een tabel. De afdrachtvermindering bedraagt 50% van het tijdens het ouderschapsverlof doorbetaalde loon en is per werknemer per kalenderjaar gebonden aan een maximum. De bedragen voor 2005 zijn niet gewijzigd ten opzichte van 2004 Afdrachtvermindering arbo non-profit Met ingang van 1 januari 2005 vervalt de afdrachtvermindering arbo non-profit Afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk De voorwaarden voor het aanvragen van de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk worden verruimd. Met ingang van 1 januari 2005 komt ook het loon dat verband houdt met het uitvoeren van onderzoeken naar technische haalbaarheid in aanmerking voor afdrachtvermindering. Deze haalbaarheidsonderzoeken moeten dan wel zijn gericht op eigen technisch-wetenschappelijk onderzoek, of op de technische mogelijkheden van eigen speur- en ontwikkelingswerk. De afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk (S&O) voor 2005 bedraagt 42% (idem 2004) van het loon dat betrekking heeft op speur- en ontwikkelingswerk, voor zover dat loon niet meer bedraagt dan € 110.000 (idem 2004). Over het resterende S&O-loon bedraagt de afdrachtvermindering 14% (idem 2004). De afdrachtvermindering bedraagt per inhoudingsplichtige maximaal € 7.941.154 (idem 2004). Voor technostarters is het (verhoogde) percentage van de afdrachtvermindering 60% (idem 2004). Een van de voorwaarden om als technostarter te worden aangemerkt is dat in de vijf voorafgaande kalenderjaren voor niet meer dan twee kalenderjaren een S&O-verklaring is afgegeven. Als S&O-activiteiten worden voortgezet die voorheen direct of indirect werden uitgevoerd door een verbonden vennootschap of door iemand die nu een aanmerkelijk belang heeft, dan moeten de verklaringen worden meegeteld die aan hen zijn afgegeven Bron:
Ministerie van Financiën, 16-17-2004 en 17-12-2004 nrs. 04/197, 04/197a, 04/197 b, 04/97 c en 04/197d