sportwetenschap
Op 2 december jl. hield Koen Lemmink, die sinds maart 2013 als hoogleraar ‘Sport, Prestatie en Innovatie’ is aangesteld bij het Centrum voor Bewegingswetenschappen van het Universi tair Medisch Centrum Groningen, zijn inaugurele rede. Sportgericht maakt u hierbij graag deelgenoot van zijn betoog.
Belasting en belastbaarheid: een tactisch spel? Koen Lemmink
Sport kent vele betekenissen. Plezier,
begrijpen van een bepaalde sport-
gezelligheid, gezondheid. Maar zonder
prestatie, of van de weg ernaartoe, is
prestatie, in welke uitingsvorm dan
wetenschappelijke kennis nodig, maar
ook, sneeuwen die andere betekenis-
ook praktijkkennis. Structurele samen-
sen voor mij wat onder. En zegt u nu
werking tussen wetenschappers, trai-
zelf, bent u ook niet gebiologeerd door
ners en coaches is cruciaal. Maar dat
de rushes van Arjen, de acrobatiek
is nog niet bon ton in Nederland! Ook
van Epke of het klimmen van Bauke,
niet geholpen door de publieke opinie
niet toevallig sporters met Noordelijke
over het belang van wetenschap voor
‘roots’?
de sport. Praatprogramma’s over sport worden gedomineerd door BN’ers en
Pieken
oud-sporters, populair taalgebruik,
Kenmerkend voor het leveren van
meningen in plaats van feiten en amu-
sportprestaties is het dag in, dag uit,
sement in plaats van informatie.
jaar in, jaar uit trainen om vervol-
Er zijn meer belemmerende factoren.
gens te pieken op het juiste moment.
Wetenschappers worden niet opgeleid
Voor bepaalde sporters, zoals Epke,
met praktijkkennis, trainers en coaches
slechts één keer of een beperkt aantal
niet met wetenschappelijke kennis.
keren in een seizoen, zoals op een WK
Wetenschappers denken op lange ter-
of de Olympische Spelen. Voor andere
mijn, sporttrainers en –coaches denken
sporters, zoals Bauke, een aantal keren
in de waan van de dag. Wetenschap-
per seizoen, maar dan gedurende
pers willen meten, sporters willen
een aantal weken, zoals in de Tour de
zweten. Wetenschappers denken in
France. Voor weer andere sporters,
publicaties, trainers en coaches in pres-
zoals Arjen, één of twee keer per week
taties. Maar er zijn ook innovatieve
tijdens competities. En dan moet, naast
ontwikkelingen:
je hart, ook al het andere kloppen. De
– in opleidingen: je kunt in Groningen
training en voorbereiding moeten heb-
een minor en master sportweten-
ben geleid tot de ultieme vorm, fysiek
schappen volgen, met aandacht
en mentaal.
voor de praktijk en er zijn topcoachopleidingen met aandacht voor de
Samenwerking Koen Lemmink (Foto: Jan Zeeman)
6
wetenschap;
Dat klinkt eenvoudig, maar is com-
– in structuur: er is met NOC*NSF een
plex. Om überhaupt iets te kunnen
format ontwikkeld om de topsport-
S p o r t g e r i c h t n r. 6 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
praktijk structureel te laten onder-
bij de sporters te ontwikkelen en in te
trainen is het laten toenemen van de
steunen door wetenschappers en
bedden.
belastbaarheid oftewel het prestatie-
studenten;
vermogen. Of uiteindelijk de ultieme
Belasting-belastbaarheid
prestatie wordt geleverd hangt niet al-
fieldlabs, waar sporters kunnen
Maar nu naar prestatie. Een eenvou-
leen af van het prestatievermogen van
worden gemeten in hun natuurlijke
dig model, dat ook veelvuldig wordt
de sporter, maar ook van de omstan-
omgeving, zoals voor schaatsen
gebruikt in de ergonomie, revalidatie,
digheden of tegenstanders. Daarover
in Thialf en voor zwemmen in de
later meer.
Tongelreep, maar ook in onderwijs-
ergotherapie en fysiotherapie, is het model belasting-belastbaarheid.14,16
settings, zoals in het Instituut voor
Een sporter traint en belast daarmee
Herstel
Sportstudies in Groningen. Ook de
zijn lichaam. De belasting kan worden
Herstel is een belangrijke schakel
ontwikkeling van een innovatief
beschreven in termen van frequentie
tussen belasting en belastbaarheid.
voetbal- en topsportlab in Groningen
(hoe vaak), duur (hoe lang), intensiteit
Herstel na een training is afhanke-
is een mooi initiatief om weten-
(hoe zwaar) en type training. Als hij
lijk van de belasting van die training.
schap, onderwijs, bedrijfsleven en
regelmatig traint en de belasting blijft
Hoe langer en intensiever de training,
topsport structureel met elkaar te
binnen de grenzen van wat hij aankan
hoe langer het herstel. Ook het type
verbinden;
(zijn belastbaarheid), dan blijft zijn
training speelt een rol. Zo leidt condi-
– in uitwisseling van kennis: ‘Topsport
belastbaarheid op peil. Als de belas-
tietraining tot een andere herstelcurve
Topics’ geeft wetenschappelijk ge-
ting lager is dan zijn belastbaarheid
dan krachttraining.
fundeerde antwoorden op praktijk-
wordt hij onderbelast, wat leidt tot een
Naast trainingsbelasting is ook belast-
vragen van topcoaches en multi-
afname van zijn belastbaarheid: ‘use
baarheid van invloed op het herstel.
disciplinaire kennisuitwisseling is
it or lose it’. Om zijn belastbaarheid te
Voor een goed getrainde sporter is een
vormgegeven in het Sport Science
vergroten zal hij zijn lichaam meer dan
training van een bepaalde duur en in-
Institute Groningen en een Football
normaal moeten belasten. Met andere
tensiteit minder belastend dan voor een
Science platform.
– in faciliteiten: er zijn innovatieve
woorden: overbelasten. Als dit met
minder goed getrainde sporter, waar-
Maar er is meer nodig. Een continue
kleine stapjes gebeurt of niet te lang
door het herstel sneller verloopt. Als
dialoog tussen wetenschappers, trai-
achter elkaar is dit geen probleem.
een sporter continu dezelfde training
ners en coaches waarbij systematisch
Sterker nog, dit is noodzakelijk om zijn
zou uitvoeren wordt deze training op
gegevens worden verzameld, geana-
belastbaarheid te laten toenemen. We
den duur minder belastend, waardoor
lyseerd, geïnterpreteerd en geïm-
noemen dit functionele overbelasting.
er sneller herstel optreedt. In de praktijk
plementeerd in de sportpraktijk, is
Als hij zijn lichaam echter in te grote
worden trainingen dan verzwaard om
daarbij van essentieel belang. Sport-
stappen of te langdurig overbelast
de belasting te vergroten, waardoor het
wetenschappers die in multidiscipli-
leidt dat juist tot een afname van zijn
herstel juist weer wordt vertraagd.
naire begeleidingsteams van topspor-
belastbaarheid. Dit noemen we niet-
De verhouding tussen belasting en
ters en topsportteams werkzaam zijn
functionele overbelasting. Als deze
belastbaarheid bepaalt dus de duur
en daar fungeren als smeerolie tussen
situatie lang aanhoudt kan hij uitein-
van het herstel. Wel zijn er methoden
wetenschap en praktijk zijn cruciaal.
delijk overtraind raken (figuur 1).29
om herstel te bevorderen, waarbij
En innovaties in de breedste zin van
Belastbaarheid wordt ook wel aange-
vooral vochtregulatie, koude baden,
het woord kunnen hierbij fungeren
duid met capaciteit of prestatievermo-
goede voeding en goede slaap effectief
als een vliegwiel om kennis dichter
gen. Met andere woorden, het doel van
blijken.31 Kortom: belasting, belastbaarheid en herstel zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en bepalen in een delicate onderlinge samenhang in welke mate het lichaam adapteert.
Psychologische en sociale factoren Figuur 1. Functionele en nietfunctionele overbelasting (overgenomen uit Van de Ven et al.41).
Maar hiermee zijn we er niet. Promotieonderzoek van Michel Brink heeft duidelijk gemaakt dat ook rekening moet worden houden met psycholo-
S p o r t g e r i c h t n r. 6 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
7
gische en sociale factoren (figuur 2).24
disbalans in het totale systeem, uit zich
Duursport versus teamsport
Grote psychologische druk van ouders
vaak als eerste door een afname van
Zijn deze processen bij duursporters
of coaches, conflicten met medespelers
de belastbaarheid en aanhoudende
anders dan bij teamsporters? In het
of stress door problemen in relaties
vermoeidheid. In een later stadium
vierjarige onderzoeksprogramma
thuis, op school of op de werkvloer,
ontstaan ook concentratieproblemen,
Groningen Monitoring Athletic Per-
kunnen leiden tot additionele belasting
prikkelbaarheid en veranderingen in
formance Study (kortweg: Groningen
slaappatronen.29
voor de sporter. Ook voor deze stresso-
eet- of
Meestal wordt
MAPS) hebben promovendi Ruby Ot-
ren geldt dat sporters meer of min-
dan de training aangepast: harder trai-
ter en Henrike van der Does 180 duur-
der belastbaar zijn. Het goed kunnen
nen omdat de belastbaarheid is afge-
en teamsporters twee seizoenen gemo-
omgaan met psychologische stress of
nomen of minder hard trainen omdat
nitord op deze processen. Zo werden
het ervaren van veel sociale steun leidt
sporters vermoeid zijn. Maar moge-
data verzameld bij hardlopers, triat-
tot een grotere buffer om deze stresso-
lijk zijn er psychologische of sociale
leten, fietsers, schaatsers en wielren-
ren te kanaliseren, waardoor beter en
factoren van invloed die de belasting
ners. Onderzoek bij teamsporters werd
sneller herstel optreedt. Modellen voor
hebben vergroot. Een goed voorbeeld
uitgevoerd bij hockeyers, volleyballers,
belasting, belastbaarheid en herstel bij
is Jorien ter Mors, tweevoudig gouden
basketballers en korfballers, maar in
sporters moeten dus rekening houden
medaillewinnares in Sotsji, nu gediag-
andere projecten ook bij voetballers,
met fysieke, psychologische en sociale
nosticeerd als niet-functioneel overbe-
handballers, waterpoloërs en rugby-
factoren. En zeer aannemelijk is dat
last. Mentale druk door toegenomen
ers. Zowel voor duur- als teamsporters
deze factoren niet afzonderlijk werken,
aandacht voor haar sportprestaties,
geldt dat de balans tussen belasting,
maar elkaar wederzijds beïnvloeden.
maar ook het overlijden van haar va-
belastbaarheid en herstel van essenti-
der lijken daarbij een rol te spelen.
eel belang is om prestaties te verbete-
Grenzen
Bij maladaptatie is het duidelijk dat er
ren en blessures en overtraindheid te
Zo lang een sporter op de gewenste
een grens is overschreden. In alle an-
voorkomen. Door dit gemeenschap-
wijze adapteert aan training, waar-
dere situaties hebben trainers, coaches
pelijke uitgangspunt is kruisbestuiving
door zijn belastbaarheid toeneemt, zijn
en sporters de neiging om de belasting
tussen verschillende takken van sport
belasting, belastbaarheid en herstel in
te verhogen, maar hoever kunnen ze
goed mogelijk. Ondanks dat het thema
ieder geval niet uit balans, maar ook
belasting-belastbaarheid wetenschap-
niet altijd optimaal. Bestaande model-
pelijk lang is gedomineerd door duur-
len voor de relatie tussen training en
sporten wordt de laatste jaren meer
prestatie, zoals ‘prestatie is fitheid min
onderzoek uitgevoerd bij teamsporten.
vermoeidheid’, zijn sterk fysiologisch
Natuurlijk zijn er verschillen. Duur-
georiënteerd en houden te weinig
sporters trainen veel – 8 à 10 keer per
rekening met individuele verschillen
week – en bewegingen zijn repeterend,
en de invloed van psychosociale stress.
waardoor de kans op overbelasting en
Geavanceerdere modellen zijn nodig.8
chronische blessures groter is. Team-
Bij maladaptatie, tot uiting komend
sporters trainen minder – 5 à 6 keer
in ziekte, blessures of overtraindheid,
per week – maar wel explosief, waar-
bestaat een disbalans. Veel acute bles-
door de kans op acute blessures groter
sures ontstaan weliswaar door contact met tegenstanders, maar onderzoek laat zien dat veel stress leidt tot ver-
Figuur 2. Model belasting-belastbaarheidherstel (aangepast overgenomen uit Kentta & Hassmenn24).
is. Dit illustreert het belang van sportspecifieke methoden en analyses.
Eigen referentie
hoogde spierspanning, verminderde alertheid en een beperking van je ge-
daarin gaan? Daar zijn geen richtlijnen
In de huidige topsportpraktijk worden
zichtsveld, waardoor de kans op acute
voor, waardoor topsporters vaak tot
meestal een aantal keren per seizoen
toeneemt.2
Chronische bles-
aan of over de grens van hun kunnen
tests of vragenlijsten afgenomen om
sures ontstaan door repeterende bewe-
gaan. Topsport is dus per definitie
informatie te verzamelen over belas-
gingen die vaak en langdurig worden
ongezond; topsporters zoeken hun
ting, belastbaarheid en herstel. Dit
uitgevoerd, waardoor uiteindelijk
grenzen en waar die grenzen liggen
‘taggen’ van informatie leidt tot mo-
lokaal een disbalans ontstaat, zoals
weten ze meestal pas wanneer ze deze
mentopnames van processen waarvan
bij een tenniselleboog of een sprin-
grenzen hebben overschreden! Een
we weten dat ze continu veranderen.
gersknie. Overtraindheid, een soort
groot dilemma in de topsport.
Eigenlijk is dit dus een ‘lucky shot’
blessures
8
S p o r t g e r i c h t n r. 6 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
benadering. Nodig is het ‘tracken’ van
die afstanden, tijden, snelheden en
mee aan het ontstaan van blessures. Zo
informatie om deze processen van
vermogens registreren. Bij teamspor-
geven 3D sprong- en landingsanalyses
dag tot dag in kaart te brengen en snel
ten strijden twee methodes om de eer,
bij teamsporters inzicht in de fysieke
en accuraat te kunnen ingrijpen bij
namelijk 1) systemen waarbij spelers
belasting en blijken specifieke bewe-
maladaptatie. Zo creëren we een indi-
en bal met veel vaste camera’s op basis
gingspatronen, zoals ‘stijver’ landen,
vidueel sportpaspoort, waarbij spor-
van kleur en vorm worden gevolgd en
samen te hangen met hogere risico’s
ters hun eigen referentie zijn. Hierdoor
2) systemen waarbij spelers sensoren
op het ontstaan van acute en chroni-
is een betere sturing van trainingspro-
dragen met versnellings- en hoekme-
sche blessures aan knieën en enkels.5
cessen mogelijk.
ters of sensoren die signalen opvangen
Dergelijke analyses zijn een opmaat
en terugsturen naar bakens rondom
voor de ontwikkeling van preventie-
Fysieke belasting
een veld of satelliet om posities vast
programma’s om de fysieke belasting
In ons onderzoek gebruiken we di-
te leggen. Camerasystemen worden
op de onderste extremiteiten te ver-
verse methodes om fysieke belasting te
vooral toegepast in stadions en spelers
minderen.
meten. Van belang is het onderscheid
merken er niets van, maar de frequen-
Twee onlangs verschenen reviews uit
tussen externe en interne belasting
tie en nauwkeurigheid van data laat te
onze onderzoeksgroep over blessure-
(figuur
3).23
Externe belasting heeft be-
wensen over. Sensorsystemen kunnen
voorspellende screeningsinstrumen-
trekking op de door de coach of trainer
niet in officiële wedstrijden worden
ten en effectieve interventies voor het
opgelegde belasting. De interne be-
gebruikt en zijn vooral geschikt voor
verminderen van risicofactoren voor
lasting is de daadwerkelijke belasting
trainingen, maar de kwaliteit van data
voor de sporter. De interne belasting is
is vaak beter.
knieblessures vormen daarvoor een mooi raamwerk.13,40 Promovendus
daarbij afhankelijk van de belastbaar-
Wat kunnen we met deze data in
Figuur 3. Model externe belasting en interne belasting (aangepast overgenomen uit Impellizzeri et al.23).
Joan Dallinga laat zien dat neuromus-
teamsporten? Indien
culaire training met verschillende
u wel eens naar een
typen instructies als onderdeel van de
Champions League
warming-up bij voetbalsters de fysieke
voetbalwedstrijd kijkt
belasting op de onderste extremiteiten
op TV ziet u, als spelers
bij sprongtaken kan beïnvloeden.
worden vervangen,
Ook richt onderzoek zich op het beïn-
vaak de afgelegde
vloeden van de techniek van belas-
afstand of snelheids-
tende activiteiten, zoals springen of
patronen in beeld
snelle wendingen. Promovendus Anne
verschijnen. Dit is een
Benjaminse laat daarbij zien dat visu-
eerste aanzet. Vooral
ele feedback bij snelle wendingen bij
het ontwikkelen van
mannen leidt tot een lagere fysieke be-
uitkomstmaten voor de
lasting, waardoor de kans op blessures
externe belasting van explosieve acties,
aan de onderste extremiteiten wordt
zoals springen, versnellen, vertragen
verminderd.4 Vrouwen blijken andere
en snel van richting veranderen, heeft
leerstrategieën te hanteren, waarbij
heid van de sporter en is dus eigenlijk
prioriteit. Samen met ecologen van
ook verbale feedback van belang is.
de resultante van de externe belasting
de Universiteit van Wageningen, die
Vervolgonderzoek moet meer zicht
en de belastbaarheid. Het lopen met
veel expertise hebben in het bepalen
geven op de rol van zelfregulatie bij de
een bepaalde snelheid, de externe be-
van bewegingsgedrag van dieren op
timing van feedback, maar ook op de
lasting, betekent voor een sporter met
basis van bewegingssensoren, gaan we
effecten van combinaties van visuele
een hogere belastbaarheid een lagere
werken aan analyses om het op hoge
en verbale feedback.
interne belasting dan voor de sporter
snelheid lopen van bochten van voet-
met een lagere belastbaarheid.
ballers te analyseren.
Interne trainingsbelasting Voor het bepalen van de interne be-
De externe belasting in trainingen en wedstrijden wordt steeds vaker ob-
Blessurepreventie
lasting wordt vaak de hartfrequentie
jectief bepaald. Denk bij duursporters
De veronderstelling is dat bij team-
gemeten, als indicatie voor de intensi-
aan makkelijk draagbare bewegings-
sporters explosieve activiteiten sterk
teit van inspanning. Daarbij wordt de
sensoren om pols, borst, heupen of
gerelateerd zijn aan belastingen op
hartfrequentie gerelateerd aan de rust-
enkels of sensoren op fietsen of boten
spieren, pezen en gewrichten en daar-
en de maximale hartfrequentie van een
S p o r t g e r i c h t n r. 6 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
9
sporter. Voor duursporters is dit een
Uitkomstmaten zijn dan hartfrequen-
tie) in trainingen en wedstrijden. De
geschikte methode, omdat de intensi-
ties, zuurstofopnames, lactaatdrempels
combinatie van en verhouding tussen
teit van de inspanning relatief constant
of vermogens. Ondanks het veron-
externe en interne trainingsbelasting
is. Bij teamsporters is de intensiteit
derstelde belang van trainen met een
zal nieuwe kennis opleveren, waar-
variabel. Trainingsbelasting bij team-
hoge intensiteit voor een toename van
door trainingen en wedstrijden beter
sporters wordt dan bepaald door de
het duurprestatievermogen laat eigen
kunnen worden gestuurd. Regelmatig
tijdsduur in verschillende hartfrequen-
onderzoek bij hardlopers zien dat daar
testen kan dan in veel sporten tot het
tiezones te berekenen en deze tijds-
een duidelijke en individueel bepaalde
verleden gaan behoren en hooguit
duur te wegen: hoe hoger de hartfre-
grens aan zit. Te veel op een hoge
gebruikt worden voor het bepalen van
quentie, hoe meer de tijdsduur in deze
intensiteit trainen is niet goed voor de
iemands maximale belastbaarheid,
zone meetelt voor het bepalen van de
ontwikkeling van het duurprestatie-
waardoor de mate waarin hij deze aan-
trainingsbelasting.3 Deze methoden
vermogen.
spreekt in trainingen of wedstrijden
zijn objectief, maar ook arbeidsinten-
Bij teamsporters wordt veel gebruik
kan worden vastgesteld. Idem voor
sief en niet altijd praktisch.
gemaakt van veldtests, zoals de In-
de nog beschikbare reserves, maar dat
Subjectief, maar wel eenvoudig en
terval Shuttle Run test en de Interval
zou dan ook uit de verhouding tussen
praktisch, is de methode waarbij aan
Shuttle Sprint Test. Ze werden 15
externe en interne belasting kunnen
sporters wordt gevraagd na iedere
jaar geleden in Groningen ontwik-
worden afgeleid. In sporten als hockey
training en wedstrijd de ervaren mate
keld en worden nog steeds veelvuldig gebruikt.10,26,28 Veel aandacht heeft
wordt al gewerkt met deze inzichten
van inspanning (EMI) aan te geven op een schaal van 6 tot 20, op papier
het meten van de belastbaarheid van
bepalen. Een ander voordeel is dat ver-
of via hun smartphone. In combinatie
de romp, vanwege de veronderstelde
anderingen in fysieke belasting en be-
met de duur van de training geeft dit
relaties met knie- en rugblessures.7
lastbaarheid van training naar training
dan een indicatie van de trainingsbe-
Promovendus Jan Borghuis ontwik-
en wedstrijd naar wedstrijd kunnen
lasting. Weinig variatie in trainings-
kelde een testbatterij voor het meten
worden vastgesteld, waardoor snel en
belasting wordt geassocieerd met een
van rompstabiliteit van teamsporters
adequaat kan worden ingespeeld op
grotere kans op overbelasting.18 Na
en toonde aan dat neuromusculaire
ongewenste adaptaties.
een gewenningsperiode blijkt er een
training bij talentvolle voetballers de
goede samenhang te zijn met objec-
rompstabiliteit vergroot.6 Het inbed-
Monitoring van herstel
tieve maten.
den van dergelijke programma’s in de
Het meten van herstelprocessen is
Even terug naar externe en interne
topsportpraktijk is niet vanzelfspre-
minder gebruikelijk in de topsport-
trainingsbelasting. Vooral bij trainin-
kend, zo blijkt, en meer kennis over
praktijk. Of het moeten de vele black
gen die groepsgewijs plaatsvinden,
effectieve implementatiestrategieën is
box apparaten zijn, waarvan de weten-
zoals bij teamsporters, is de externe
noodzakelijk. Heet hangijzer is boven-
schappelijke werking vooralsnog niet
belasting vaak voor iedereen verge-
dien dat frequent maximaal testen in
duidelijk is, maar die in de topsport-
lijkbaar. Maar de interne belasting is
een trainingsseizoen wordt gezien als
praktijk – vanuit de behoefte aan hou-
dus afhankelijk van de belastbaarheid
inbreuk op het reguliere trainingspro-
vast – soms wel worden omarmd.
van een sporter. Recent onderzoek uit
gramma en dat verminderde motivatie
Alleen voor hartslagvariabiliteit als
onze onderzoeksgroep toont aan dat
bij sporters leidt tot onbetrouwbare
maat voor stressniveaus bestaat enige
de mate van inspanning die de coach
resultaten. Submaximale testen zijn
wetenschappelijke ondersteuning.1
veronderstelt nauwelijks overeenkomt
vanuit dit perspectief geschikter, mits
Verder wordt herstel gemeten door
met de door de voetballers ervaren
de validiteit is
gewaarborgd.25
inspanning.9 Kort gezegd: bij een rus-
om het wisselbeleid in wedstrijden te
na inspanning, meestal tot maximaal 72 uur, tests af te nemen en die te
tige training doen voetballers vaak te
Gecombineerde data
vergelijken met dezelfde tests voor de
veel en bij een zware training vaak te
Ontwikkelingen in de sensortechno-
inspanning. Het verloop van het her-
weinig.
logie zullen snel leiden tot data over
stel blijkt dan voor sprongvermogen
externe belasting (zoals afstanden,
anders te verlopen dan voor herhaald
Fysieke belastbaarheid
snelheden, versnellingen, vertragingen
sprintvermogen, dus specifiek voor
Het prestatievermogen van duur-
en richtingsveranderingen) in combi-
type inspanning en type meting. In
sporters wordt meestal bepaald door
natie met data over interne belasting
de sportpraktijk is niet of nauwelijks
maximale inspanningstests, zoals
(zoals hartfrequentie, temperatuur,
toepasbaar. Wij gebruiken daarom een
loopbandtests, fietstests of roeitests.
zweetproductie en ademfrequen-
methode waarbij sporters voorafgaand
10
S p o r t g e r i c h t n r. 6 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
aan een training of wedstrijd op een
gevalideerde vragenlijst met 76 vragen
nog niet voorhanden.32,34-36 Ook voor
schaal van 6 tot 20 moeten aangeven
in 19 subschalen en vier dimensies,
psychosociale stress lijkt het aanneme-
hoe goed ze zijn hersteld: de ervaren
namelijk algemene stress en herstel en
lijk dat in de ervaren mate van stress
sportspecifieke stress en herstel.33 Spor-
en herstel de belastbaarheid is verdis-
van deze maat, al dan niet in combi-
ters geven maandelijks of wekelijks
conteerd.
natie met de herstelduur, zal zich nog
de ervaren mate van stress aan en hoe
moeten bewijzen. Ook de ratio tussen
vaak ze herstelgerelateerde activiteiten
Voorspellende waarde
de ervaren mate van inspanning en
hebben uitgevoerd. Afwijkingen van
Hoe hangen belasting, belastbaarheid
de ervaren mate van herstel zal nader
eigen profielen geven een indicatie van
en herstel nu samen met wedstrijd-
moeten worden onderzocht.
verhoogde stress en/of verlaagd her-
prestaties? Bij duursporters worden
De ontwikkeling van ‘slimme’ sen-
stel, maar geven ook richting aan moge-
prestaties voornamelijk bepaald door
soren voor het monitoren van bewe-
lijke interventies. Eigen onderzoek laat
de fysieke belastbaarheid. Ondanks
gings-, voedings- en slaapgedrag zal
zien dat psychosociale stress en herstel
dat wedstrijdprestaties van duurspor-
leiden tot meer kennis over herstelpro-
samenhangen met veranderingen in
ters kunnen worden beïnvloed door
cessen. In veel takken van sport moe-
weersomstandigheden, tegenstan-
ten prestaties worden geleverd waarbij
prestatievermogen bij zowel fietsers als teamsporters.12,15 Bovendien speelt
de tijd voor herstel zeer beperkt is,
herstel een belangrijke rol bij de pre-
gestandaardiseerde laboratoriumtests
zoals in meerdaagse toernooien of
ventie van zowel acute als chronische
een redelijke tot goede voorspellende
play-off series. Herstel lijkt in deze om-
blessures bij teamsporters.11 Belastbaar-
waarde voor wedstrijdprestaties. Zo
standigheden de sleutel tot prestatie.
heid voor psychologische en sociale
laat eigen onderzoek van zien dat
Kennis is echter zeer beperkt.30 Promo-
stress is lastig te bepalen. Vragenlijsten
prestaties op een submaximale test
vendus Steven Doeven zal in onze on-
over ‘coping’ en ‘social support’ geven
op de roei-ergometer (figuur 4) goed
derzoeksgroep de vraag beantwoorden
vooralsnog geen eenduidig beeld.
samenhangen met 2 km roeitijden.39
hoe herstelprocessen bij teamsporters
Er is ook onderzoek uitgevoerd met
Hetzelfde geldt voor de relatie tussen
geoptimaliseerd kunnen worden.
neuropsychologische tests. Promo-
hardlooptests en hardlooptijden en
tieonderzoek van Esther Nederhof
fietstests en tijdritwedstrijden.
Psychosociale stress
bij fietsers, roeiers en schaatsers heeft
In tegenstelling tot duursporten
Het in kaart brengen van psychologi-
laten zien dat vertraagde informa-
zijn de meeste teamsporten ‘tactical
sche en sociale factoren is minder ge-
tieverwerking gerelateerd is aan niet
games’. Deze opvatting wordt ove-
bruikelijk. Coaches en trainers werken
functionele overbelasting en over-
rigens niet overal gedeeld. In Enge-
vaak intuïtief en op basis van ‘ogen en
traindheid, maar een praktische tool is
land, Australië en Amerika wordt
mate van herstel
(EMH).24
De waarde
ders of mentale gesteldheid hebben
oren open’. Maar dat hangt erg af van
voetbal bijvoorbeeld meer gezien als
de persoonlijke verstandhouding en
een ‘physical game’ en is fysieke be-
de bereidheid van sporters daarover te
lastbaarheid van voetballers leidend
communiceren. Specifiek bij teamspor-
in talentprogramma’s en selecties.
ters zou meer aandacht moeten komen
Maar in mijn opvatting is strategie
voor psychosociale stressoren die te
en tactiek leidend en bepalend voor
maken hebben met groepsprocessen.
het belang van fysieke belastbaar-
Denk bijvoorbeeld aan de huidige
heid. De strategie van het Nederlands
situatie rondom het Nederlands elftal.
elftal tijdens de WK in Brazilië gaf
Psychologische en sociale stressoren
een mooi inkijkje in deze discussie! Bij
komen vaak niet of te laat aan het licht.
teamsporters zijn laboratoriumtests of
Naast de Profile of Mood State (POMS),
veldtests voor fysieke belastbaarheid
een vragenlijst die veel wordt toegepast
dan ook niet of nauwelijks voorspel-
in de sport en een indruk geeft van de
lend voor wedstrijdprestaties en
gemoedstoestand van sporters, gebrui-
geven deze tests hooguit een globaal
ken wij de Recovery Stress Question-
beeld van de fysieke belastbaarheid
naire Sport, afgekort RESTQ-sport, om
op dat moment.
gedetailleerde informatie over stress en herstel te verzamelen. De RESTQsport is een voor de Nederlandse taal
Figuur 4. Inspanningstest op een roeiergometer.
S p o r t g e r i c h t n r. 6 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
11
Wedstrijdanalyses
2. Hoe hangen deze variabelen samen
van deze teamvariabelen de mate van
Maar hoe meet je dan wel wedstrijd-
met winnen en verliezen, het creëren
verstoring in het systeem is af te lezen.
prestaties van teamsporters? Kijk je
van doelpogingen en het scoren van
Daarnaast is samen met handbal- en
goals?
voetbalcoaches innovatieve software
naar de eindstand, kun je goed spelen en toch verliezen? Kun je slecht spelen
3. Hoe wordt bewegingsgedrag
ontwikkeld om tactische concepten,
en toch winnen? Wedstrijdanalyses
beïnvloed door omgevingsfacto-
zoals afspeelmogelijkheden, ‘druk
in teamsporten worden gedomineerd
ren (bijvoorbeeld type ondergrond
zetten’ en veldbezetting, te kunnen
door notatie analyse, simpel gezegd
of veldafmetingen), individuele
meten. Ook wordt er gewerkt aan een
het turven van acties van spelers aan
kwaliteiten van spelers (bijvoorbeeld
coachcockpit om het daadwerkelijke
de bal. Dus bijvoorbeeld in voetbal:
het maken van juiste keuzes of de
gedrag van teamsporters te vergelijken
speler A passt naar speler B, speler B
handelingssnelheid) en kenmerken
met het gewenste gedrag (figuur 5).
geeft een voorzet op speler C en speler
van de taak (bijvoorbeeld bepaalde
Geavanceerdere variabelen en model-
C kopt de bal in de goal. Deze analyse
tactische
opdrachten)?37
len zijn echter nodig om het complexe
geeft dus informatie over type, aantal
Vanuit antwoorden op deze vragen
bewegingsgedrag van teamsporters te
en kwaliteit van acties. Winnende
kunnen trainingen beter en effectiever
verklaren. Interessante kruisbestuivin-
teams hebben meer en succesvollere
worden gestuurd.
gen kunnen ontstaan door concepten
acties, tenminste gemiddeld genomen.
vanuit de psychologie, zoals het kun-
Veel statistieken in kranten en op tv
Dynamisch systeem
nen inschatten van je eigen moge-
zijn gebaseerd op dergelijke analyses.
Wouter Frencken heeft in zijn promo-
lijkheden of cohesie binnen teams,
Maar er is meer! Op basis van positie-
tieonderzoek laten zien dat bewe-
te relateren aan het daadwerkelijke
data kunnen we ook het bewegingsge-
bewegingsgedrag in het veld. Spelers en teams benaderen als een sociaal netwerk is een andere benadering, die door promovendus Folkert Boer, samen met econometristen van de Universiteit van Tilburg, wordt onderzocht. Vergelijkingen tussen teams in bedrijven en voetbalteams ligt
Figuur 5. In het onderzoek van Wouter Frencken werd samen met voetbalcoaches innovatieve software ontwikkeld om tactische concepten te kunnen meten.
dan voor de hand. Ook een vergelijking met gedrag van dieren is een mogelijkheid. Kennis uit de biologie
drag van spelers onderling vastleggen.
gingsgedrag van teamsporters kan
over het beschrijven van gedrag van
Waar, wanneer, wat en waarom zijn
worden beschouwd als een dynamisch
vogels of vissen zou interessante input
vragen die relevant zijn om bewe-
systeem, waarbij dit gedrag tot stand
kunnen geven voor het analyseren
gingsgedrag te analyseren. Dit vergt
komt door interactie tussen medespelers en tegenstanders.22,27 Teams
van bewegingsgedrag. Met Europese
een andere manier van benadering en analyse. De speler aan de bal is be-
aan de bal proberen het systeem te
wedstrijden te analyseren vanuit ver-
langrijk maar ook de andere spelers op
verstoren om een goal te kunnen
schillende theoretische concepten. Erg
het veld die in een onderling systeem
maken, terwijl het team zonder bal
leerzaam en inspirerend!
afhankelijk zijn van elkaar. Ons on-
probeert het systeem te handhaven om
derzoek naar wedstrijdprestaties van
een goal te voorkomen. Daarbij zijn
Kleine partijtjes
teamsporters richt zich op 3 vragen:
diverse teamvariabelen ontwikkeld,
In kleine partijtjes, in de Nederlandse
1. Welke variabelen beschrijven het
zoals zwaartepunten, oppervlaktes,
voetbalvisie beschouwd als de heilige
bewegingsgedrag van teams en
lengtes en breedtes van teams. De ver-
graal om te leren voetballen, blijken
spelers?
onderstelling is dat in de variabiliteit
kansen en goals vaak vooraf te worden
12
S p o r t g e r i c h t n r. 6 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
wetenschappers werken we samen om
Figuur 6. Teamvariabelen zwaartepunten en oppervlaktes in kleine partijtjes: Z=Zwaartepunt, K=Keeper, V=Verdediger, M=Middenvelder, A=Aanvaller (overgenomen uit Frencken et al.19).
gegaan door het kruizen van de zwaartepunten van teams (figuur
6).19
In 11
te illustreren in relatie tot belasting en
misbaar. Meerdere disciplines zouden
belastbaarheid wil ik u het volgende
met elkaar moeten samenwerken. En
tegen 11 blijkt een hoge variabiliteit
experiment niet onthouden. Master
slimme sensoren maken het steeds
van zwaartepunten, als indicatie voor
student Dorine Hofmeester liet in haar
beter mogelijk om informatie te ver-
verstoring van het systeem, vooral
onderzoek zien, dat als je teams indeelt
zamelen in wedstrijden, de dagelijkse
samen te hangen met crosspasses en
op basis van fysieke belastbaarheid
trainingspraktijk en het dagelijks
dode spelmomenten.20 Bij kansen en
(in haar geval snelheid) dit niet leidt
leven. Implementatie van dergelijke
goals zien we dat de hoge variabiliteit
tot verschillende snelheidspatronen
systemen in de topsportpraktijk vergt
van zwaartepunten vooral optreedt in
van deze spelers tijdens partijtjes. De
extra aandacht. Bovendien vergt het
de dynamiek van de aanvallende en
snelheidspatronen waren echter wel
beschikbaar komen van veel data ook
verdedigende linie. Het verdedigende
sterk gerelateerd aan het bewegings-
innovatieve systemen voor databeheer
team lijkt dan minder goed op het aan-
gedrag van de teams, zoals de mate
en data-analyse, maar de crux zit hem
vallende team te anticiperen.
waarin gebruik werd gemaakt van de
wat mij betreft in de interpretatie van
Op basis van een aantal manipulaties
breedte van het veld. Dit laat zien dat
de data. Kennis hierover zou meer met
van kleine partijtjes hebben we laten
de fysieke belasting niet word bepaald
in plaats van voor de sportpraktijk
zien dat het veranderen van de afme-
door de fysieke belastbaarheid van het
moeten worden ontwikkeld. We heb-
tingen van het veld in respectievelijk
individu, maar door de spelstrategie
ben het startblok verlaten, we hebben
lengte en breedte, niet alleen leidt tot
van de teams.
de richting bepaald, we zijn aan het
ander bewegingsgedrag in de gema-
versnellen, maar de finish is nog niet
nipuleerde richting, maar ook in de
Besluit
andere richting. Schijnbaar bestaat er
Geachte lezers, ik kom tot een afron-
een ideale verhouding binnen teams
ding. Ik hoop U duidelijk te hebben
tussen het positie kiezen in de lengte
gemaakt dat het model belasting-be-
en de breedte.21 Deze verhouding is
lastbaarheid-herstel een goed uit-
overigens wel gerelateerd aan leeftijd.
gangspunt vormt om greep te krijgen
Met het toenemen van de leeftijd ma-
op processen waaraan sporters worden
ken jeugdspelers steeds meer gebruik van de breedte van het veld.17,38 De
blootgesteld. Het monitoren en ma-
invloed van manipulaties van kleine
zoals bij een spel, kennis, kunde en
partijtjes en de representativiteit van
strategie om prestaties te optimaliseren
kleine partijtjes voor ‘echte’ wedstrij-
en gezondheidsproblemen te voorko-
den in verschillende leeftijdscatego-
men. Daarbij is een multidimensionale
rieën staat ook centraal in het promo-
benadering vereist en moet er rekening
tieonderzoek van Sigrid Olthof, een
worden gehouden met individuele
gemeenschappelijk project met de
verschillen. Dit vergt continue moni-
KNVB en FC Groningen..
toring van fysieke en psychosociale
Om het belang van dit type onderzoek
processen. Innovaties zijn hierbij on-
nipuleren van deze processen vereist,
in zicht! Ik heb gezegd.
Referenties 1. Aubert AE, Seps B & Beckers F (2003). Heart rate variability in athletes. Sports Medicine, 33 (12), 889-919. 2. Andersen MB & Williams JM (1999). Athletic injury, psychosocial factors and perceptual changes during stress. Journal of Sports Sciences, 17, 735-741. 3. Banister EW (1991). Modeling elite athletic performance. In: MacDougall JD, Wenger HA & Green HJ (eds.), Physiological testing of elite athletes. Champaign, Illinois: Human Kinetics. 4. Benjaminse A et al. (2010). An investigation of motor learning during side-step cutting, design of a randomized controlled trial. BMC Musculoskeletal Disorders, 11, 235.
S p o r t g e r i c h t n r. 6 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
13
5. Bisseling RW (2008.) Biomechanical determinants of the jumper’s knee in volleyball. Academisch proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. 6. Borghuis AJ (2013). Core stability in soccer: it’s a matter of control! Academisch proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. 7. Borghuis AJ, Hof AL & Lemmink KAPM (2008). The importance of sensory-motor control in providing core stability: implications for measurements and training. Sports Medicine, 38 (11), 893-916. 8. Borresen J & Lambert MI (2009). The quantification of training load, the training response and the effect on performance. Sports Medicine, 39 (9), 779-795. 9. Brink MS et al. (2014). Coaches’ and players’ perceptions of training dose: not a perfect match. International Journal of Sports Physiology and Performance, 9, 497-502. 10. Brink MS et al. (2010). Monitoring load, recovery, and performance in young elite soccer players. Journal of Strength and Conditioning Research, 24 (3), 597-603. 11. Brink MS et al. (2010). Monitoring stress and recovery: new insights for the prevention of injuries and illnesses in elite youth soccer players. British Journal of Sports Medicine, 44 (11), 809-815. 12. Brink MS et al. (2012). Changes in perceived stress and recovery in overreached young elite soccer players. Scandinavian Journal of Medicine and Science in Sports, 22, 285-292. 13. Dallinga JM, Benjaminse A & Lemmink KAPM (2012). Which screening tools can predict injury to the lower extremities in team sports? A systematic review. Sports Medicine, 42 (9), 791-815. 14. Dijk FJH van et al. (1990). Herwaardering model belasting-belastbaarheid. Tijdschrift Sociale Gezondheidszorg, 68 (1), 3-10. 15. Does H van der et al. (2014). The contribution of stress and recovery to field-test performance in floorball. International Journal of Sports Medicine (in revision). 16. Ettema JH (1973). Het model belasting en belastbaarheid. Tijdschrift Sociale Geneeskunde, 51, 44. 17. Folgado H et al. (2014). Length, width and centroid distance as measures of teams tactical performance in youth football. European Journal of Sport Sciences, 14 (S1), S487-S492. 18. Foster C (1998). Monitoring training in athletes with reference to overtraining syndrome. Medicine & Science in Sports & Exercise, 30 (7), 1164-1168. 19. Frencken WGP et al. (2011). Oscillations of centroid position and surface area of soccer teams in small-sided games. European Journal of Sports Sciences, 4, 215-223. 20. Frencken WGP et al. (2012). Variability of inter team distance associated with match events in elite-standard soccer. Journal of Sports Sciences, 30 (12), 1207-1213. 21. Frencken WGP et al. (2013). Size matters: Pitch dimensions constrain interactive team behavior in soccer. Journal of Systems Science and Complexity, 26, 85-93.
14
22. Frencken WGP (2012). Soccer tactics. Dynamics of small-sided games and full-sized matches. Academisch proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. 23. Impellizzeri FM, Rampinini E & Marcora SM (2005). Physiological assessment of aerobic training in soccer. Journal of Sports Sciences, 23, 583-592. 24. Kentta G & Hassmen P (1998). Overtraining and recovery. A conceptual model. Sports Medicine, 26 (1), 1-16. 25. Lamberts RP et al. (2004). Variation in heart rate during submaximal exercise: Implications for monitoring training. Journal of Strength and Conditioning Research, 18 (3), 641-645. 26. Lemmink KAPM, Elferink-Gemser MT & Visscher C (2004). Evaluation of the reliability of two field hockey-specific sprint and dribble tests in young field hockey players. British Journal of Sports Medicine, 38, 138-142. 27. Lemmink KAPM & Frencken WGP (2013). Tactical performance analysis in invasion games: Perspectives from a dynamical system approach with examples from soccer. In: McGarry T, O’Donoghue P & Sampaio J (Eds.), Handbook of Sports Performance Analysis, section II: Measurement and evaluation in sport performance analysis, Chapter 8, pp. 89-100. London / New York: Routledge. 28. Lemmink KAPM et al. (2004). The Interval Shuttle Run test for intermittent sport players: Evaluation of reliability. Journal of Strength and Conditioning Research, 18 (4), 821-827. 29. Meeusen R et al. (2013). Prevention, diagnosis, and treatment of the overtraining syndrome: Joint consensus statement of the European College of Sport Science and the American College of Sports Medicine. Medicine & Science in Sports & Exercise, 45 (1), 186-205. 30. Nedelec M et al. (2012). Recovery in soccer - part I: Post-match fatigue and time course of recovery. Sports Medicine, 42 (12), 997-1015. 31. Nedelec M et al. (2013). Recovery in soccer - part II: Recovery strategies. Sports Medicine, 43 (1), 9-22. 32. Nederhof (2007). Psychomotor speed as a marker for overtraining in athletes: A multidisciplinary approach. Academisch proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. 33. Nederhof E, Brink MS & Lemmink KAPM (2008). Reliability and validity of the Dutch Recovery Stress Questionnaire for athletes. International Journal of Sport Psychology, 39 (4), 301-311. 34. Nederhof E et al. (2006). Overtraining syndrome: Psychomotor speed as an early marker? Sports Medicine, 36 (10), 817-828. 35. Nederhof E et al. (2007). The effect of high load training on psychomotor speed. International Journal of Sports Medicine, 28, 595-601. 36. Nederhof E et al. (2008). Different diagnostic tools in nonfunctional overreaching. International Journal of Sports Medicine, 29 (7), 590-597. 37. Newell KM (1986). Constraints on the development of coordination. In: Wade MG & Whiting HTA (Eds), Motor development in
S p o r t g e r i c h t n r. 6 / 2 0 1 4 – j a a r g a n g 6 8
children: Aspects of coordination and control, pp. 341-361. Amsterdam: Martin Nijhoff. 38. Olthof SBH, Frencken WGP & Lemmink KAPM (2014).The older, the wider: on-field tactical behaviour of elite-standard youth soccer players in small-sided games. Human Movement Sciences (in revision). 39. Otter TA et al. (2014). A new submaximal ergometer rowing test to predict 2000 meter rowing performance. Journal of Strength and Conditioning Research (in revision). 40. Stege MHP ter et al. (2014). Effect of interventions on potential, modifiable risk factors for knee injury in team ball sports: a systematic review. Sports Medicine, 44 (10), 1403-1426. 41. Ven M van de et al. (2014). Herkenning van overbelasting bij sporters. Huisarts en Weten schap, 57 (8), 426-429.
Over de auteur
Koen Lemmink (Oldenzaal, 1962) is opgeleid tot leraar LO aan de Hanzehogeschool Groningen en studeerde vervolgens Bewegingswetenschappen aan de Rijksuniversiteit Groningen. Daar werd hij in 1988 aangesteld als onderzoeker en later als universitair docent Sport. In 1996 promoveerde hij binnen de Medische Faculteit. Van 2007 t/m 2013 combineerde hij zijn werkzaamheden als universitair hoofddocent Sport bij Bewegingswetenschappen met de functie van lector Praktijkgerichte Sportwetenschap bij het Instituut voor Sportstudies van de Hanzehogeschool Groningen. Sinds maart 2013 is Lemmink hoogleraar Sport, Prestatie en Innovatie. E-mail:
[email protected]