Belangrijkste bevindingen en aanbevelingen inzake opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid in Europa Verslag van de Subgroep opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid van de
Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit van de Europese Commissie
Het verslag bevat een analyse van de programma's, modules, cursussen, workshops, schema's en seminars, zoals verstrekt door de leden van de Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit van de Europese Commissie bij uitvoering van hun taak, gecoördineerd door de Subgroep opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid van de werkgroep. De gemelde initiatieven worden op verschillende niveaus (lokaal, regionaal, nationaal, overig) toegepast, hebben betrekking op verschillende concepten van een veilige zorgverlening en zijn gericht op verschillende lerende doelgroepen. Zodoende zijn zij meer bedoeld om het publiek, de educatieve omgeving en beleidsmakers te informeren dan om hen te beïnvloeden of om als voorbeeld te dienen. Elk initiatief moet worden aangepast aan de nationale omgeving, verwachtingen en financiering. Pagina | 1
INHOUDSOPGAVE 1. ACHTERGROND .............................................................................................................. 3 2. PROCEDURE..................................................................................................................... 4 3. HET DOEL EN DE ROL VAN OPLEIDING EN SCHOLING OP HET GEBIED VAN PATIËNTVEILIGHEID ............................................................................................................ 5 4. DE ORGANISATIE VAN OPLEIDINGS- EN SCHOLINGSPROGRAMMA'S IN EUROPA.................................................................................................................................... 7 4.1 Eigen verantwoordelijkheid en goed bestuur ................................................................... 7 4.2 Nationale regelgeving .................................................................................................... 11 4.3 Soort opleiding op het gebied van patiëntveiligheid...................................................... 14 4.4 Doelgroep ....................................................................................................................... 14 4.5 Capaciteiten van faculteiten ........................................................................................... 16 4.6 Organisatie ..................................................................................................................... 17 4.7 Evaluatie......................................................................................................................... 17 5. INHOUD........................................................................................................................... 18 5.1 Belangrijke leerresultaten............................................................................................... 21 6. GERELATEERDE ONDERWIJSMETHODEN EN -ACTIVITEITEN ......................... 21 6.1 Een voorbeeld uit Duitsland........................................................................................... 25 6.2 Een voorbeeld uit Denemarken (1) ................................................................................ 26 6.3 Een voorbeeld uit Denemarken (2) ................................................................................ 28 6.4 Een voorbeeld uit Spanje: .............................................................................................. 29 6.5 Een voorbeeld van ISQua............................................................................................... 30 7. BELEMMERINGEN VOOR DE UITVOERING............................................................ 33 8. SUCCESFACTOREN BIJ DE UITVOERING................................................................ 34 9. AANBEVELINGEN......................................................................................................... 38 Bijlagen .................................................................................................................................... 39 Bijlage 1 Model.................................................................................................................... 39 Bijlage 2 Verklarende woordenlijst...................................................................................... 44 Tabellen.................................................................................................................................... 47 Tabel 1: Voorbeelden van opleidingsactiviteiten ingezonden door respondenten............... 47 Tabel 2 Niveau van organiserende instanties....................................................................... 64 Tabel 3 Soort opleiding en scholing..................................................................................... 65 Tabel 4 Doelgroep................................................................................................................ 66 Tabel 5 Faculteitscapaciteiten, opleiding en interesse ......................................................... 68 Tabel 6 Onderwijsplatform, duur en kwalificaties van de deelnemers ................................ 70 Tabel 7 Evaluatie van het onderwijsprogramma en de kwalificaties voor de deelnemers .. 76 Tabel 8 Belemmeringen voor de uitvoering......................................................................... 79
Pagina | 2
1. ACHTERGROND In 2013 nam de Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit1 het initiatief om aanbevelingen op te stellen inzake opleiding en scholing op het gebied van de patiëntveiligheid. Deze beslissing werd ingegeven door de slechte naleving van de vereisten van Aanbeveling 2009/C 151/01 van de Raad2 door de lidstaten. Het doel van de aanbeveling was dat lidstaten: op het passende niveau de opleiding en scholing van gezondheidswerkers op het gebied van patiëntveiligheid zouden bevorderen door: a) het aanmoedigen van multidisciplinaire opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid voor alle beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, andere gezondheidswerkers en relevant leidinggevend en administratief personeel in zorgomgevingen; b) patiëntveiligheid op te nemen in de tertiaire basis- en vervolgopleidingen, de opleiding op de werkplek en de bij- en nascholing van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg; c) de ontwikkeling te overwegen van kerncompetenties voor patiëntveiligheid (d.w.z. de belangrijkste kennis, attituden en vaardigheden die nodig zijn voor veiligere zorg) ten behoeve van alle gezondheidswerkers en relevant leidinggevend en administratief personeel; d) onder alle gezondheidswerkers informatie te verspreiden over de normen inzake patiëntveiligheid, de risico's en de getroffen veiligheidsmaatregelen, waaronder beste praktijken, ter voorkoming en beperking van fouten en schade, en hun betrokkenheid te bevorderen; e) samen te werken met organisaties voor beroepsopleiding in de gezondheidszorg om te verzekeren dat patiëntveiligheid in de curricula van het hoger onderwijs en in de bij- en nascholing van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg voldoende aandacht krijgt, en dat met name de nodige vaardigheden worden ontwikkeld om zich de gedragsveranderingen eigen te maken en te vertonen die nodig zijn om de patiëntveiligheid te verbeteren door middel van systeemverandering. Uit het verslag van de Europese Commissie van 20123 over de uitvoering van de aanbeveling van de Raad bleek dat aspecten op het gebied van opleiding en scholing het minst waren uitgevoerd van alle aspecten van de aanbeveling, samen met aspecten op het gebied van de empowerment van patiënten en het opzetten van meldings- en leersystemen voor ongewenste voorvallen. Dit document biedt richtsnoeren voor de lidstaten in de vorm van aanbevelingen die zijn gericht op het invoeren en uitvoeren van opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid voor beroepsbeoefenaars en leidinggevend personeel in de gezondheidszorg, zoals vereist door de aanbeveling van de Raad van 2009. De aanbevelingen houden rekening met de gemelde initiatieven voor opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid, die worden toegelicht aan de hand van voorbeelden en ervaringen van 27 Europese landen (26 EU-lidstaten en Noorwegen) en 9 Europese beroepsorganisaties (ngo's) en die zijn gebaseerd op eerdere ervaringen en de werkzaamheden van de Werkgroep opleiding van het Netwerk voor patiëntveiligheid van de Europese Unie (EUNetPas4) en houden rekening met de "Multi-professional Patient Safety Curriculum Guide" van de WHO.
1
http://ec.europa.eu/health/patient_safety/policy/index_nl.htm http://ec.europa.eu/health/patient_safety/docs/council_2009_nl.pdf 3 http://ec.europa.eu/health/patient_safety/docs/council_2009_report_nl.pdf 4 http://ns208606.ovh.net/~extranet/ 2
Pagina | 3
De aanbevelingen beschrijven de ervaringen die zijn opgedaan bij de gemelde opleidings- en scholingsactiviteiten en voorzien in een overzicht van factoren die nodig zijn voor de uitvoering hiervan – dit deel is gebaseerd op de overeengekomen kenmerken, zoals gedefinieerd in het bijgevoegde model.
2. PROCEDURE Het verslag is in verschillende fasen opgesteld onder leiding van de volgende deskundigen: Prof. Cordula Wagner, NL Prof. Doris Østergaard, DK Prof. Brian Capstick, UK. Bij aanvang van de werkzaamheden zijn de recente activiteiten en voorbeelden van goede praktijken ten aanzien van de Europese ervaring met opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid in kaart gebracht. Hiertoe werd een ontwerpmodel voor de verslaglegging over opleiding en scholing voor commentaar opgestuurd naar de Subgroep opleiding en scholing (Subgroep OS); De herziene versie, waarin rekening werd gehouden met de opmerkingen van de subgroep, werd vervolgens niet alleen aan de leden van de Subgroep OS verstuurd, maar ook aan andere leden van de Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit. De reacties hierop werden op 29 oktober 2013 besproken tijdens een teleconferentie en op 4 november 2013 gepresenteerd tijdens de vergadering van de Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit. De resultaten van deze werkzaamheden werden besproken tijdens de vergadering van de subgroep van 13 februari en gepresenteerd aan de Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit tijdens de vergaderingen van 14 februari en 13 maart 2014. 27 landen (26 lidstaten en Noorwegen) en 9 Europese beroepsorganisaties hebben de grote verscheidenheid aan voorbeelden gedeeld met betrekking tot opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid. Het is echter belangrijk te beseffen dat het verslag geen volledige weergave is van alle opleidings- en scholingsactiviteiten met betrekking tot patiëntveiligheid in Europa. In het licht van de discussie die tijdens de vergaderingen van de Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit werd gehouden, is een beslissing genomen over de soorten en categorieën activiteiten en initiatieven die in het verslag zijn opgenomen, namelijk of opleidingen op de werkplek, die worden aangeboden in de eerstelijnszorg en ziekenhuiszorg, tandartspraktijken, en bij- en nascholing, moeten worden opgenomen, ervan uitgaande dat opleidingen inzake de beheersing van infecties, de veiligheid van medicatie, reanimatie, agressie of valpartijen regelmatig worden aangeboden aan interprofessioneel personeel binnen de interne opleidingsprogramma's in alle lidstaten en Europa. Er werd besloten enkele van de bijdragen ten aanzien van de interne opleidingsactiviteiten van organisaties die voor de lidstaten en beroepsorganisaties waren verstrekt, te blijven vermelden in de bijgevoegde tabellen, als voorbeeld voor de gebieden die door dergelijke activiteiten worden gedekt en als erkenning van diegenen die aan dit verslag hebben bijgedragen. Er moet echter worden opgemerkt dat, omdat dergelijke opleidingen niet kunnen worden gereguleerd, wij de in deze aanbeveling genoemde opleidingsactiviteiten niet onderschrijven. Pagina | 4
Uitgangspunt: Het verslag is niet bedoeld om een volledig beeld te geven van alle opleidings- en scholingsactiviteiten en -initiatieven op het gebied van patiëntveiligheid in Europa, maar bevat praktische oplossingen voor de uitvoering van de bepalingen van de aanbeveling van de Raad en wordt verduidelijkt aan de hand van de gemelde voorbeelden en voorbeelden van goede praktijken in de opleiding en/of scholing op het gebied van patiëntveiligheid van Europese landen. Dit omvat opleidings- en scholingsactiviteiten en -initiatieven die worden aangeboden binnen de curricula van het hoger onderwijs, formele en informele activiteiten op het gebied van bij- en nascholing die worden aangeboden door verschillende instanties en activiteiten die worden aangeboden binnen gezondheidszorginstellingen. Bovendien heeft het verslag betrekking op zaken zoals: de middelen van de organisatie/instelling die nodig zijn voor het uitvoeren van de opleidingsactiviteit en de capaciteiten van faculteiten; het belang van de aandacht voor studenten als toekomstige beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg; het belang van het opnemen van de opleiding van leidinggevend personeel en vakmensen in de gezondheidszorg als mogelijkheid voor een leven lang leren; het betrekken van patiënten bij het proces (bijvoorbeeld hoe ervaringen of verhalen van patiënten kunnen worden gebruikt als onderwijsmateriaal); de communicatie tussen beroepsgroepen en tussen beroepsbeoefenaars en patiënten en waarden zoals verantwoording en compassie.
3. HET DOEL EN DE ROL VAN OPLEIDING EN SCHOLING OP HET GEBIED VAN PATIËNTVEILIGHEID Beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, waaronder artsen, tandartsen, verpleegkundigen. verloskundigen en apothekers, volgen een uitgebreide opleiding voordat zij diagnoses mogen stellen en patiënten mogen behandelen en verzorgen. De basisopleiding van deze beroepsbeoefenaars is deels vergelijkbaar in de Europese landen wat de inhoud op het gebied van patiëntveiligheid betreft. Dit zou een reden zijn om de uitwisseling van beroepsbeoefenaars die over de grenzen heen leren, te ondersteunen en maakt een automatische erkenning van de kwalificaties mogelijk van beroepsbeoefenaars die naar een andere EU-lidstaat verhuizen. Op dit moment is niet veel bekend over de opleiding op het gebied van patiëntveiligheid die beroepsbeoefenaars krijgen tijdens hun basisopleiding of later, tijdens hun vervolgopleiding. De opleiding op het gebied van patiëntveiligheid is gericht op de verwerving van kennis en vaardigheden om gedragsveranderingen te ondersteunen, teneinde een veiligere zorg te kunnen verlenen. De beginselen op het gebied van patiëntveiligheid betreffen niet-technische vaardigheden, die niet disciplinespecifiek zijn en derhalve relevant zijn voor alle beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, hoewel de kennis die wordt verstrekt soms verband houdt met de specialisatie van beroepsbeoefenaars. Voorbeelden van opleidingsonderwerpen op het vlak van patiëntveiligheid zijn: de melding van incidenten, technische menskunde en de uitwisseling van informatie tussen beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en met patiënten (Jansma, 20115). Het melden van incidenten is zinvol gebleken in risicovolle sectoren, zoals de luchtvaart- of de petrochemische sector. Een doeltreffend meldingssysteem is afhankelijk van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg die risicovolle situaties herkennen, die op de hoogte zijn van het belang van het melden van incidenten en ervan te leren en die weten hoe een incident in het systeem moet worden gemeld. Opleidingen kunnen 5
Jansma, J.D., Wagner, C., Bijnen, A.B., "A patient safety curriculum for medical residents based on the perspectives of residents and supervisors", Journal of Patient Safety, 2011, 7(2), 99-105
Pagina | 5
helpen bij het voldoen aan deze voorwaarden en de totstandbrenging van een actieve meldcultuur. Een ander belangrijk onderwerp dat beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg moeten begrijpen, maar dat vaak geen deel uitmaakt van de basisopleiding en curricula, is de menselijke feilbaarheid in de technische menskunde. Communicatie met patiënten is opgenomen in sommige syllabi, maar communicatie tussen beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en de onderliggende oorzaken van gebrekkige communicatie en onvoldoende multidisciplinaire samenwerking maken nog geen deel uit van de reguliere curricula. Multidisciplinaire samenwerking bestaat uit verschillende elementen en vraagt om bijzondere aandacht binnen de opleiding inzake patiëntveiligheid (Jansma, 20116): •
Wees een teamspeler, ook buiten uw eigen werkomgeving
•
Betrek patiënten en hun verzorgers actief als partners bij het zorgteam en nodig hen uit bij te dragen tot een veilige zorgverlening
•
Zeg wat je denkt
•
Bespreek geschillen
•
Maak gebruik van alle kwaliteiten van uw team
•
Draag bij tot de coördinatie van taken en teamcommunicatie
•
Geef situationeel leiding of laat anderen dit doen, ongeacht de hiërarchie
•
Maak gebruik van alle middelen van het team en de omgeving (zoals informatie, teamleden, patiënten, medische apparatuur en ondersteunende faciliteiten) om veilig en doeltreffend te werken
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft een gids opgesteld voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid http://www.who.int/patientsafety/education/curriculum/tools-download/en/index.html (de interprofessionele editie). Deze gids is ontwikkeld om te worden opgenomen in de bestaande onderwijscurricula voor de gezondheidszorg, maar desondanks bestaan er belemmeringen voor de uitvoering ervan. De gids bevat elf onderwerpen (kader 1) voor de opleiding op het gebied van patiëntveiligheid. Voor docenten wordt een aantal onderwijsmethoden gepresenteerd, waaronder lezingen, leren in een kleine groep, op zorg gebaseerde discussies, rollenspellen en simulaties.
Kader 1 Onderwerp 1: Wat is patiëntveiligheid? Onderwerp 2: Waarom de toepassing van menselijke factoren belangrijk is voor de patiëntveiligheid. Onderwerp 3: Het begrijpen van systemen en de gevolgen van complexiteit voor de patiëntenzorg. Onderwerp 4: Een doeltreffende teamspeler zijn.
6
Jansma, J.D., "Patient safety education for medical residents", Proefschrift, Amsterdam, VUmc, 2011
Pagina | 6
Onderwerp 5: Het leren van fouten om schade te voorkomen. Onderwerp 6: Het begrijpen en beheren van het klinische risico. Onderwerp 7: Het gebruiken van methoden voor kwaliteitsverbetering om de zorg te verbeteren. Onderwerp 8: In gesprek gaan met patiënten en verzorgers. Onderwerp 9: Preventie en bestrijding van infecties. Onderwerp 10: Patiëntveiligheid en invasieve ingrepen. Onderwerp 11: Het verbeteren van de veiligheid van de medicatie.
4. DE ORGANISATIE VAN OPLEIDINGS- EN SCHOLINGSPROGRAMMA'S IN EUROPA 4.1 Eigen verantwoordelijkheid en goed bestuur De leden van de Subgroep OS en de overgebleven leden van de Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit beschreven de actoren die de hoofdverantwoordelijkheid dragen voor de opleiding en scholing van bachelorstudenten en beroepsbeoefenaars en leidinggevend personeel in de gezondheidszorg. Dit waren onder andere: • • • • • •
Het ministerie van Gezondheid Het ministerie van Onderwijs Administratieve eenheden, zoals regio's Wetenschappelijke medische genootschappen Gezondheidszorgorganisaties Overig (graag toelichten)
De meeste van de gemelde opleidings- en scholingsactiviteiten in de EU worden georganiseerd op nationaal (ministerie, universiteit en gezondheidszorg-/beroepsorganisaties) en lokaal (gezondheidszorgorganisaties) niveau. Regio's zijn als administratieve eenheden in sommige lidstaten en Noorwegen verantwoordelijk voor de postuniversitaire opleiding en bij- en nascholing (zie tabel 2 van de bijlage). Opleiding op het gebied van patiëntveiligheid op nationaal niveau wordt het vaakst georganiseerd door de ministeries van Gezondheid en Onderwijs, universiteiten, hogescholen voor de gezondheidszorg, nationale instellingen, beroepsorganisaties, nationale agentschappen voor kwaliteit en patiëntveiligheid, nationale accreditatie-instanties, nationale regelgevende instanties, wetenschappelijke medische en verpleegkundigengenootschappen en -verenigingen en adviesorganisaties. Scholing op lokaal niveau houdt verband met de interne opleidingsprogramma's in ziekenhuizen en andere gezondheidszorgorganisaties en -instellingen. In kader 2 hieronder vindt u meer gedetailleerde informatie en commentaar met betrekking tot goed bestuur en eigen verantwoordelijkheid.
Kader 2: Oostenrijk: al deze instellingen (ministerie van Gezondheid, ministerie van Onderwijs, administratieve eenheden zoals regio's, wetenschappelijke medische genootschappen, gezondheidszorgorganisaties) hebben bepaalde verantwoordelijkheden, evenals universiteiten, die een Pagina | 7
zekere autonomie hebben bij het opstellen van hun curricula. Het ministerie van Gezondheid voorziet in het wettelijke kader voor de opleiding van artsen en andere beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg. Leidinggevend personeel in de gezondheidszorg valt niet onder de bevoegdheid van het ministerie van Gezondheid. België: de federale (nationale) overheid bepaalt de basisinhoud, maar de regio's/gemeenten organiseren en beheren de verschillende programma's aan de universiteiten en hogeronderwijsinstellingen (verpleegkunde enz.). Bulgarije: het ministerie van Gezondheid, het ministerie van Onderwijs en de gezondheidszorgorganisaties dragen, op lokaal niveau, de verantwoordelijkheid voor de opleiding van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg. Kroatië: Het ministerie van Wetenschap, Onderwijs en Sport; wetenschappelijke medische genootschappen (opleiding van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg); gezondheidszorgorganisaties en de verenigingen van artsen, verpleegkundigen en verloskundigen. Daarnaast is het agentschap voor de kwaliteit en accreditatie in de gezondheidszorg en maatschappelijke bijstand verantwoordelijk voor opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid. Cyprus: Het ministerie van Onderwijs is verantwoordelijk voor de bacheloropleiding; voor beroepsbeoefenaars en leidinggevend personeel in de gezondheidszorg dragen het ministerie van Gezondheid alsook wetenschappelijke genootschappen en verenigingen van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en regelgevende instanties de verantwoordelijkheid. Denemarken: Universiteiten en medische faculteiten zijn verantwoordelijk voor de bacheloropleiding (ook op het gebied van patiëntveiligheid), terwijl de scholing van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg de verantwoordelijkheid is van de Gezondheidsraad, de regio's en gezondheidszorgorganisaties. De verantwoordelijkheid voor de scholing van medisch specialisten wordt gedeeld door de regio's, specialisten en de overheid. Estland: Ministerie van Onderwijs, gezondheidszorgorganisaties. Finland: Het ministerie van Gezondheid is verantwoordelijk voor de postuniversitaire opleiding van artsen en tandartsen; het ministerie van Onderwijs is verantwoordelijk voor de bachelorstudenten; administratieve eenheden, zoals regio's en wetenschappelijke medische genootschappen, zijn verantwoordelijk voor de bij- en nascholing. Frankrijk: het ministerie van Hoger Onderwijs is verantwoordelijk voor artsen, apothekers, tandartsen en verloskundigen. Het ministerie van Gezondheid is verantwoordelijk voor de andere beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg (met inbegrip van technische en leidinggevende functies). Andere instellingen, waaronder de Nationale Instantie voor de gezondheid, werken met deze instanties samen. Duitsland: Het ministerie van Gezondheid is hoofdverantwoordelijk voor de opleiding en scholing van bachelorstudenten: artsen, tandartsen, apothekers en fysiotherapeuten. Het ministerie van Gezondheid is ook hoofdverantwoordelijk voor de opleiding en scholing van verpleegkundigen en verloskundigen. Zij volgen een soort beroepsopleiding op scholen voor de verpleegkunde. Hongarije: de verantwoordelijkheid ligt bij het ministerie van Human Resources (met een secretaris voor het hoger onderwijs die verantwoordelijk is voor bachelorstudenten en een secretaris voor de gezondheidszorg die verantwoordelijk is voor de opleiding van beroepsbeoefenaars en leidinggevend personeel in de gezondheidszorg). Pagina | 8
Italië: Het ministerie van Onderwijs en de universiteiten zijn verantwoordelijk voor de opleiding en scholing van bachelorstudenten. Na het behalen van het universitair diploma moeten alle beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg deelnemen aan het onderwijsprogramma voor bij- en nascholing en elk jaar een bepaald aantal studiepunten behalen voor specifieke vakken die op nationaal, regionaal en lokaal niveau worden vastgesteld; patiëntveiligheid is een van deze onderwerpen. Het ministerie van Gezondheid controleert sinds vorig jaar hoeveel cursussen worden georganiseerd per specifiek onderwerp en waarvan sommige betrekking hebben op patiëntveiligheid. Letland: het ministerie van Gezondheid en het ministerie van Onderwijs dragen de verantwoordelijkheid voor de medische opleiding van bachelorstudenten en beroepsbeoefenaars en leidinggevenden in de gezondheidszorg. Universiteiten zijn verantwoordelijk voor de bacheloropleiding en het onderwijsproces. Malta: het ministerie van Gezondheid, wetenschappelijke medische genootschappen, gezondheidszorgorganisaties en universiteiten hebben een gedeelde verantwoordelijkheid voor de postuniversitaire opleidingsprogramma's. Noorwegen: De verantwoordelijkheid voor de opleiding en scholing van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg wordt gedragen door het ministerie van Onderwijs en Onderzoek. Er zijn onlangs veranderingen ingevoerd in het onderwijssysteem. Het directoraat voor Gezondheid herziet momenteel de structuur en de inhoud van specialistische medische opleidingen en patiëntveiligheid zal hier waarschijnlijk deel van uitmaken. Momenteel is patiëntveiligheid een verplicht onderwerp op een van de vier medische opleidingen (de Universiteit van Oslo). Er is ook een nationaal vijfjarenprogramma inzake patiëntveiligheid, waarin ook kwaliteitsverbetering en de nadruk op de veiligheid van patiënten in de zorgverlening zijn opgenomen. Polen: de algemene verantwoordelijkheid wordt gedragen door het ministerie van Gezondheid en, in het geval van bachelorprogramma's, door de universiteiten. Het Centrum voor het postuniversitair medisch onderwijs (CMKP) is verantwoordelijk voor de postuniversitaire opleidingen en een leven lang leren. Patiëntveiligheid wordt nog niet op alle niveaus van opleiding en scholing direct onderwezen. Roemenië: Het ministerie van Onderwijs is verantwoordelijk voor de bachelorstudenten; beroepsbeoefenaars en leidinggevenden in de gezondheidszorg vallen onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Gezondheid en wetenschappelijke medische genootschappen. Slowakije: De ministeries van Onderwijs, Wetenschap, Onderzoek en Sport zijn verantwoordelijk voor de opleiding van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg in het hoger onderwijs, op universiteiten en op hogescholen. Patiëntveiligheid in de zorgverlening is opgenomen in met name gekozen vakken die betrekking hebben op praktische vaardigheden zoals de voorkoming en beheersing van infecties, instrumenten voor de kwaliteitsverbetering in de gezondheidszorg, waaronder verpleegkundige zorg, de risico's van invasieve procedures en praktijken en ongewenste bijwerkingen. Het ministerie van Gezondheid is verantwoordelijk voor de bacheloropleiding op het gebied van patiëntveiligheid. Veiligheid en kwaliteit in de zorgverlening zijn opgenomen in de minimumnormen voor onderwijs die zijn bekendgemaakt in decreet nr. 12422/2010 - OL van het ministerie van Gezondheid inzake de vaststelling van minimumnormen voor specialistische onderwijsprogramma's, minimumnormen voor certificatieprogramma's en minimumnormen voor bijen nascholingsprogramma's en hun structuur, zoals gewijzigd. Er is geen afzonderlijk curriculum voor patiëntveiligheid. Beroepsorganisaties in de zorgsector behandelen dit onderwerp in het kader van een leven lang leren. Pagina | 9
Spanje: Het ministerie van Onderwijs is verantwoordelijk voor de bacheloropleiding van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg. Het ministerie van Gezondheid (voor sommige aspecten) en de regio's zijn verantwoordelijk voor de bij- en nascholing van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg. Zweden: De overheid is verantwoordelijk voor het hoger onderwijs op bachelor- en masterniveau. De onderwijsinstellingen hebben echter een grote mate van onafhankelijkheid bij het opstellen van de curricula, zolang aan de algemene vereisten (voor elke studie) van de verordening hoger onderwijs wordt voldaan. Er zijn verschillende opleidingen voor artsen en voor verpleegkundigen. In het Zweedse gezondheidszorgstelsel is de zorgverlener verantwoordelijk voor de praktijkopleiding. Zweden heeft 21 onafhankelijke provincieraden/regio's die de gezondheidszorg financieren en organiseren. Hierbij zijn ook private zorgverleners betrokken. Vanwege het bovenstaande is het lastig de opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid te beschrijven voor de verschillende beroeps- en studentencategorieën in de gezondheidszorg. De onderstaande antwoorden moeten in het licht van deze complexiteit worden gezien en als algemene verklaring en voorbeelden worden beschouwd. Het ministerie van Gezondheid en Sociale Zaken vaardigt voorschriften uit voor personeel in de gezondheidszorg via de nationale gezondheids- en welzijnsraad. Het ministerie van Onderwijs en Onderzoek is verantwoordelijk voor de opleiding van bachelorstudenten op verschillende universiteiten en scholen voor de verpleegkunde. Er is geen formeel nationaal curriculum inzake patiëntveiligheid voor de verschillende categorieën studenten. Op alle medische scholen en scholen voor de verpleegkunde wordt echter aandacht besteed aan patiëntveiligheid, maar het onderwerp wordt op verschillende manieren onderwezen. Administratieve eenheden, zoals regio's: de verantwoordelijkheid van de provincieraden voor de zorgverlening omvat het waarborgen van de patiëntveiligheid en de praktijkopleiding van alle werknemers in de gezondheidszorg. Wetenschappelijke medische genootschappen: Het Zweedse genootschap voor de geneeskunde en het Zweedse genootschap voor de verpleegkunde zijn een samenwerking aangegaan op het gebied van kerncompetenties in de zorgverlening. Er zijn kerncompetenties vastgesteld voor teamwerk en verbeteringen. In 2014 zullen kerncompetenties worden vastgesteld voor patiëntveiligheid en patiëntgerichte zorg. Gezondheidszorgorganisaties bieden ook scholingsactiviteiten aan voor personeel. Verenigd Koninkrijk: de verantwoordelijkheid ligt bij het ministerie van Gezondheid, administratieve eenheden, wetenschappelijke medische genootschappen, gezondheidszorgorganisaties en overige instellingen. Bachelorstudenten en beginnend artsen: de General Medical Council (GMC) publiceert elke vijf jaar een document onder de titel "Tomorrow‘s Doctors", waarin de vereiste leerresultaten worden vastgesteld die artsen moeten kunnen aantonen om hun beroep te mogen uitoefenen. Elke medische school maakt gebruik van deze richtlijnen bij het opstellen van zijn eigen curriculum. Medisch specialisten/consulterende artsen: hun Royal College (regelgevende instantie) publiceert elke vijf jaar een curriculum voor specialisten – dit gebeurt niet op één moment, maar gespreid. Een deel hiervan wordt onderwezen door de Royal Colleges en een ander deel door zorgverleners, maar laatstgenoemden moeten zijn geaccrediteerd door het Royal College. Pagina | 10
Verpleegkundigen en paramedici: vergelijkbaar – hun regelgevende instantie publiceert leerresultaten en zorgverleners stellen curricula op waarin deze worden opgenomen. Leidinggevenden: veel meer op ad-hocbasis. Initiële opleiding voor afgestudeerde toetreders tot de NHS – sommige leidinggevenden zijn clinici die zijn overgestapt – de verantwoordelijkheid voor hun opleiding varieert daarom.
4.2 Nationale regelgeving In de nationale wet- en regelgeving worden onderwijs- en scholingsactiviteiten op het gebied van patiëntveiligheid niet geregeld, maar er zijn veel hieraan gerelateerde concepten en onderwerpen gemeld die in verschillende normatieve wetten en verordeningen van de lidstaten zijn opgenomen. Deze hebben voornamelijk betrekking op de kwaliteit als zodanig en de beheersing van infecties. Stof tot nadenken: De vraag is aan de orde gesteld of nationale wetgeving van de lidstaten voor de totstandbrenging en ontwikkeling van opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid nodig is en of dit onderwerp überhaupt bij wet moet worden geregeld. Dit is namelijk wat anders dan het wijzigen van de curricula. In Denemarken en enkele andere landen maakt patiëntveiligheid deel uit van de specialisatiefase van een aantal specialisaties. In kader 3 is gedetailleerde informatie opgenomen over de nationale regelgeving op het gebied van programma's voor de patiëntveiligheid. Kader 3 Vallen opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid onder de nationale wet- en regelgeving? JA: Oostenrijk: (Opleiding en scholing vallen onder de wettelijke bevoegdheid van het ministerie van Gezondheid en zijn gereguleerd). Frankrijk: Opleiding en scholing vallen onder de wettelijke bevoegdheid van zowel het ministerie van Hoger Onderwijs als het ministerie van Gezondheid en het onderwijs op het gebied van patiëntveiligheid en zorgkwaliteit is gereguleerd. Duitsland: Opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid voor ongeveer twintig medische beroepen – waaronder artsen (medische basisopleiding), tandartsen, apothekers, verpleegkundigen en verloskundigen – vallen onder de nationale wet- en regelgeving. Voor alle andere medische beroepen – waaronder gespecialiseerde artsen (gespecialiseerde medische opleiding) – vallen de opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid onder de wet- en regelgeving van de zestien Duitse deelstaten. Slowakije: De opleiding op het gebied van patiëntveiligheid is deels opgenomen in verschillende curricula voor postuniversitair onderwijs die zijn uiteengezet in decreet nr. 12422/2010-OL van het ministerie van Gezondheid, waarin minimumnormen voor studieprogramma's, minimumnormen voor certificatieprogramma's en minimumnormen voor bij- en nascholingsprogramma's en hun structuur, zoals gewijzigd, zijn vastgesteld. De onderwerpen die zijn gerelateerd aan patiëntveiligheid zijn opgenomen in het bacheloronderwijs, dat is geregeld in verordening nr. 296/210 van de regering inzake de bevoegdheid om het medische beroep uit te oefenen. Zweden: in de wet inzake de patiëntveiligheid (2010/659) is duidelijk vastgesteld dat zorgverleners verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van patiënten. Pagina | 11
Verenigd Koninkrijk (Dit verschilt per beroep – in elk curriculum zijn indicatoren opgenomen, maar de omvang en gedetailleerdheid hiervan varieert). NEE: België (Patiëntveiligheid is niet rechtstreeks opgenomen in de curricula van artsen en verpleegkundigen. De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid heeft echter nationale richtsnoeren en een steunprogramma ontwikkeld over onderwerpen die verband houden met de patiëntveiligheid. Dit programma bestaat uit workshops over basisvaardigheden voor patiëntveiligheid (zoals oorzakenanalyse en falingstoestand- en effectenanalyse en meer specifieke thema's in verband met het tweede meerjarenprogramma inzake kwaliteit en patiëntveiligheid (2013-2017), zoals risicovolle geneesmiddelen, veilige ingrepen, de identificatie van patiënten, vrijheidsbeneming, empowerment van patiënten en hun familie en geïntegreerde zorg. Voor deze activiteiten is een nauwe samenwerking tot stand gebracht met acht Belgische universiteiten). Bulgarije (Aspecten van de opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid zijn verdeeld over verschillende normatieve handelingen en programma's, maar er is niet een enkel document waarin de opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid wordt geregeld). Kroatië (Het onderwijs inzake patiëntveiligheid is deels opgenomen in de nationale wetgeving: de wet inzake de kwaliteit van de gezondheidszorg en sociale bijstand). Cyprus (Deels: het onderwijs op het gebied van patiëntveiligheid wordt genoemd in de bepalingen van de "wet inzake de verpleegkunde en verloskunde 1988-2012". In de bepalingen wordt duidelijk vastgesteld dat verpleegkundigen en verloskundigen moeten beschikken over kennis en opleiding om de patiëntveiligheid te waarborgen. Volgens dezelfde wet moet de licentie om het beroep van verpleegkundige en verloskundige te mogen uitoefenen elke vier jaar worden vernieuwd. Zo wordt ervoor gezorgd dat bij- en nascholing plaatsvindt met het oog op de veiligheid van patiënten). Denemarken (Vanaf 2015 zal patiëntveiligheid deel uitmaken van het curriculum voor studenten geneeskunde van een van de Deense universiteiten. Tijdens de gespecialiseerde opleiding van artsen worden de zeven rollen van een arts (een gewijzigde versie van de CanMED-rollen) behandeld. Tot deze rollen behoren de rol van medewerker, communicator, leider en beroepsbeoefenaar. Bij deze rollen komen de patiëntveiligheid en de niet-technische vaardigheden die in deze rollen liggen besloten aan de orde. Niet-technische vaardigheden zijn onder meer situatiebewustzijn, besluitvorming, communicatie, teamwerk en leiderschap. De gespecialiseerde opleiding valt onder de nationale gezondheids- en welzijnsraad. Estland Finland Hongarije (Patiëntveiligheid wordt niet rechtstreeks genoemd in de curricula voor medische opleidingen. Instellingen mogen echter cursussen organiseren (bijvoorbeeld over patiëntveiligheid), wanneer deze worden geaccrediteerd door de Hongaarse accreditatiecommissie (binnen het hoger onderwijs) of de Raad voor de accreditatie voor het volwassenenonderwijs (buiten het hoger onderwijs). Italië (Opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid vallen niet onder de nationale weten regelgeving en op dit moment zijn er geen regels die op de opleiding over deze onderwerpen van toepassing zijn. In de nieuwe overeenkomst tussen de staat en de regio's van 20 december 2012 voorziet het Italiaanse ministerie van Gezondheid echter in duidelijke richtsnoeren voor de regio's met Pagina | 12
betrekking tot het bestaan van een onderwijsprogramma voor patiëntveiligheid. Bovendien voorzien enkele universiteiten in de definitie van master met betrekking tot dit onderwerp). Letland (Deels. Het kan zinvol zijn wetgeving vast te stellen inzake de opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid en de accreditatie van programma's). Malta Noorwegen (In een recent witboek over de toekomstige organisatie en structuur van bepaalde aan gezondheid en zorg gerelateerde opleidingen werd onderkend dat bepaalde veranderingen nodig zijn om ervoor te zorgen dat deze opleidingen zijn afgestemd op de gezondheids- en zorgbehoeften van de bevolking. Er werden diverse maatregelen voorgesteld die op dit moment ten uitvoer worden gelegd. Een maatregel biedt de verschillende actoren in de gezondheids- en zorgdiensten een grotere en meer gestructureerde invloed op de inhoud van verschillende opleidingen. Bovendien bestaan er processen die bijdragen tot de verbetering van de kwaliteit van de praktijkopleiding voor verschillende beroepen. Dit vereist samenwerking tussen de onderwijsinstellingen en de gezondheids- en zorgsector, waarbinnen de praktijkopleiding plaatsvindt). Polen (Behalve ten aanzien van scholing over infectiebeheersing). Portugal Roemenië Slowakije (De opleiding op het gebied van patiëntveiligheid is deels opgenomen in verschillende curricula voor het postuniversitair onderwijs, zoals vastgesteld in decreet nr. 12422/2010 van het ministerie van Gezondheid). Spanje (Enkele universiteiten hebben patiëntveiligheid opgenomen in modules voor medische studenten. Er is geen specifieke regelgeving met betrekking tot dit onderwerp). De bovenstaande bevindingen zijn een afspiegeling van de vraag of opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid verplicht moeten worden gesteld: geen van de lidstaten is van mening dat het een verplichting moet zijn – zie kader 4 voor nadere informatie. Kader 4 Is opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid verplicht in het land? JA: Oostenrijk (tot op zekere hoogte), Denemarken (enkele regio's vereisen dat medewerkers die ongewenste voorvallen behandelen een basiscursus op het gebied van patiëntveiligheid hebben afgerond. Patiëntveiligheid maakt deel uit van het curriculum voor het gespecialiseerde onderwijsprogramma voor artsen). Frankrijk (patiëntveiligheid is al enkele jaren verplicht voor nietmedische opleidingen. Voor medische studies is deze vereiste onlangs aanzienlijk aangescherpt – nationale verordening van april 2013. Duitsland (opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid is impliciet verplicht in Duitsland; het algemene doel van alle opleidingen voor medische beroepen in Duitsland is patiëntveiligheid. Hoewel de term "patiëntveiligheid" niet expliciet wordt genoemd in de verschillende wetten inzake de opleiding en examens voor de medische beroepen, zijn er onderwerpen in de wetten opgenomen die de patiëntveiligheid dekken. Dit is bijvoorbeeld het geval voor het onderwerp "kwaliteitsborging"). Portugal (binnen gezondheidsorganisaties en bepaalde medische beroepen). Slowakije (patiëntveiligheid maakt deel uit van de curricula van de bacheloropleiding en bij- en nascholing van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg). Pagina | 13
NEE: België, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Finland, Hongarije, Italië, Letland (behalve in het kader van de opleiding inzake infectiebeheersing), Malta, Noorwegen, Polen, Roemenië, Slowakije, Spanje, Zweden (er zijn geen formele verplichtingen om bepaalde modules of cursussen inzake patiëntveiligheid op te nemen in de opleiding van bachelorstudenten of beroepsbeoefenaars of leidinggevend personeel in de gezondheidszorg. Dit wordt echter steeds meer gedaan, zowel op bachelor- als op postuniversitair niveau. Er worden cursussen aangeboden in medische simulatie, oorzaakanalyse, risicoanalyse, het beoordelen van het medisch dossier, het beoordelen van de veiligheidscultuur enz. Het Zweedse Genootschap voor de geneeskunde heeft onlangs een nationale cursus voor hoofden van de volksgezondheidsdiensten opgezet). Verenigd Koninkrijk (patiëntveiligheid is niet verplicht, maar komt voor in de curricula). Stof tot nadenken: In Noorwegen zijn er processen op gang gekomen om het medisch onderwijs aan te passen, maar het is verplicht voor organisaties voor gezondheidsdiensten om systematisch te werken aan patiëntveiligheid en kwaliteit, wat betekent dat beroepsbeoefenaars en leidinggevenden in de gezondheidszorg moeten leren hoe zij dit moeten doen. Misschien bestaat er dus geen behoefte aan regelgeving in de lidstaten, maar kan het nationale programma als instrument worden gebruikt.
4.3 Soort opleiding op het gebied van patiëntveiligheid De meeste gemelde opleidings- en scholingsactiviteiten worden aangeboden op postuniversitair niveau en binnen de onderwijsmodules voor bij- en nascholing. Slechts acht lidstaten en Noorwegen hebben gidsen overlegd over bacheloropleidingen. Er moet dus worden gevraagd naar meer voorbeelden van onderwijsmodules op bachelorniveau, zodat kan worden geleerd van de overige lidstaten die hierover beschikken. In Duitsland is er een permanent, breed initiatief genaamd "Nationaler Kompetenzbasierter Lernzielkatalog für die Medizin" (Gesellschaft für Medizinische Ausbildung/GMA, Medizinischer Fakultätentag/MFT). Een van de doelen hiervan is het integreren van patiëntveiligheid in universitaire opleidingen en opleidingen op medische scholen. In tabel 3 zijn de soorten opleidingen op het gebied van patiëntveiligheid samengevat zoals deze door de respondenten zijn ingezonden. Stof tot nadenken: Wat ontbreekt zijn voorbeelden van opleiding en scholing op het gebied van culturele veranderingen – hoe patiëntveiligheid kan worden opgenomen in de professionele cultuur en hoe kan worden omgegaan met een cultuur van patiëntveiligheid die niet perfect is, met inbegrip van de culturele/nationale verschillen tussen lidstaten, regio's en professionele culturen. Dit heeft ook betrekking op de ervaring met instrumenten voor het ontwikkelen van een cultuur. Enkele landen zien dit reeds als een voortdurend proces en werken met vragenlijsten over de cultuur van patiëntveiligheid, zoals België, Noorwegen, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Een andere vraag is waar het opnemen van patiëntveiligheid het doeltreffendst is.
4.4 Doelgroep De verstrekte informatie komt overeen met de soorten opleiding die zijn opgenomen in tabel 4. De meeste gemelde opleidings- en scholingsactiviteiten op het gebied van patiëntveiligheid worden aangeboden aan leidinggevenden in de gezondheidszorg, in plaats van aan verpleegkundigen, artsen, tandartsen, verloskundigen en andere beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg (met inbegrip van nieuw ziekenhuispersoneel en geïnteresseerde werknemers, arts-assistenten, professionele clinici in leidinggevende functies en postuniversitaire studenten). In Italië zijn de meeste cursussen over Pagina | 14
patiëntveiligheid beschikbaar voor alle beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, hoewel sommige cursussen gericht zijn op een bepaalde doelgroep en alleen beschikbaar zijn voor verpleegkundigen of artsen of leidinggevend personeel in de gezondheidszorg vanwege de specifieke competenties van elke groep. In veel landen zijn de minste gemelde opleidings- en scholingsactiviteiten gericht op apothekers. Stof tot nadenken: Wat de communicatie betreft: de brede opleiding inzake communicatie op het gebied van patiëntveiligheid zou in een vroeg stadium en op uitgebreide wijze moeten plaatsvinden. Communicatie heeft onder meer betrekking op openheid in het proces om patiënten aan te moedigen vragen te stellen. Wat de bacheloropleiding betreft, is het opleiden van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg door vertegenwoordigers van patiënten een lastig proces met veel belemmeringen en dus van zeer beperkt praktisch belang. Aangezien de patiënten echter de uiteindelijke begunstigden zijn van opleidingen op het gebied van patiëntveiligheid, is hun betrokkenheid bij de opstelling van curricula van essentieel belang en moet deze betrokkenheid bij elke gelegenheid worden aangemoedigd. De rol van patiënten en hun organisaties Patiënten met chronische aandoeningen vergaren ervaringskennis over hun aandoening en behandeling, die een waardevolle bron kan zijn voor beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg bij het begrijpen van hun verwachtingen en zienswijzen en bij het ontwikkelen van patiëntgerichte oplossingen. Hun empowerment en betrokkenheid op alle zorgniveaus is cruciaal voor het ontstaan van een "cultuur van patiëntveiligheid" in de gezondheidszorg en om te zorgen voor veilige zorg op individueel en collectief niveau. Op individueel niveau is de persoonlijke ervaring van patiënten een waardevolle bron voor het identificeren van lacunes en gebreken in het systeem en kan deze ervaring dienen als "laatste veiligheidsbarrière". Belangrijke elementen van empowerment zijn onder meer hoogwaardige informatie, kennis over de gezondheid en het respect voor de rechten van patiënten. Beroepsbeoefenaars moeten leren naar patiënten te luisteren en doeltreffend met hen te communiceren en de voordelen van de samenwerking met patiënten erkennen. Individuele patiënten kunnen worden ondersteund door middel van scholing over hun aandoening, behandelingsmogelijkheden en patiëntveiligheid. Voorbeelden van onderwijsmateriaal dat voor patiënten is ontwikkeld zijn het "patiëntenboek" van de Deense Vereniging voor patiëntveiligheid en het recentelijk gepubliceerde "Hallo gezondheidszorg" of "Mijn ziekenhuis is het erkende ziekenhuis" van het Poolse Nationale Centrum voor de kwaliteitsbeoordeling in de gezondheidszorg (NCQA). Patiëntenorganisaties bieden ook cursussen aan. Een voorbeeld hiervan kan worden gevonden in Bulgarije, waar de nationale patiëntenorganisatie een "universiteit voor patiënten" runt, die informatie en ondersteuning biedt, afgestemd op verschillende aandoeningen, met als doel de empowerment van patiënten op het gebied van het omgaan met de aandoening en het vinden van hun weg in de gezondheidszorg. Bij de scholing wordt gebruik gemaakt van educatieve informatie die speciaal voor patiënten is ontwikkeld, worden specifieke cursussen voor verschillende aandoeningen aangeboden en worden ervaringen gedeeld met andere patiënten7. In Spanje omvat het onlangs opgezette scholennetwerk voor patiënten, patiëntenscholen uit verschillende regio's (Baskenland, Catalonië, Andalusië, Murcia en Galicië). Het netwerk heeft tot doel samen te werken, ervaringen te delen en netwerkvorming te bevorderen en ervoor te zorgen dat de inhoud van cursussen en programma's de
7
http://uni.npo.bg/
Pagina | 15
verwerving van vaardigheden vergemakkelijkt, zodat de verantwoordelijkheid van burgers op het gebied van zelfzorg en het omgaan met de aandoening wordt bevorderd. Op collectief niveau spelen patiëntenorganisaties een belangrijke rol in het bundelen van de ervaringen van hun leden, het presenteren van hun standpunten en zorgen, en het waarborgen dat diensten worden ontwikkeld om aan de behoeften en voorkeuren van patiënten te voldoen. Patiëntenorganisaties wijzen ook patiëntenvertegenwoordigers aan die deelnemen aan activiteiten zoals de opleiding van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg.8 De Andalusische school voor de volksgezondheid biedt cursussen aan om de kennis en vaardigheden van patiënten te verbeteren ten aanzien van hun chronische aandoening, levenskwaliteit, dienstengebruik, nalevings- en leefgewoonten, overeenkomstig de goede praktijken die aan PaSQ zijn verzonden. Voorbeelden van de betrokkenheid van patiënten bij de opleiding van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg zijn te vinden in het Verenigd Koninkrijk, Canada en de Verenigde Staten. Zij tonen aan dat de ervaring van patiënten van waarde kan zijn bij het ontwikkelen en geven van opleidingen en scholing; de mate waarin de patiënten hierbij worden betrokken, varieert van een minimale betrokkenheid tot een volwaardig partnerschap als docent of besluitvormer voor de onderwijsprogramma's (het programma "Patients as Educators" (PaE) van de medische school van de Universiteit van Sheffield, VK; "Comensus", van de Universiteit van Central Lancashire (UCLan), VK).9 Ook in Italië zijn ervaringen opgedaan met de betrokkenheid van patiënten, door de Accademia del Cittadino (in de regio Toscane), en werden enkele cursussen georganiseerd over de rechten van burgers en vrijwilligersorganisaties.
4.5 Capaciteiten van faculteiten Zoals aangetoond in tabel 5, is informatie over de capaciteiten van faculteiten en over de belangstelling en opleiding schaars: veel lidstaten verstrekten geen relevante informatie. Een gebrek aan geschikte faculteitscapaciteiten wordt gezien als oorzaak voor belangrijke belemmeringen voor de uitvoering van opleidings- en scholingsactiviteiten op het gebied van patiëntveiligheid. De meeste gemelde opleidings- en scholingsactiviteiten vereisen faculteiten met academische kwalificaties en beroepsbeoefenaars met ervaring op het gebied van patiëntveiligheid en zorgkwaliteit. Besprekingen tijdens de vergadering van de Subgroep OS bevestigen dat er vaak niet voldoende onderwijscapaciteiten zijn en dat de grootste uitdaging het vinden van voldoende docenten is om patiëntveiligheid te onderwijzen. De lidstaten willen dus graag weten welke mogelijkheden bestaan op het gebied van de opleiding van de opleiders. Dit is een lang proces; het opbouwen van een academisch college/academische erkenning duurt ongeveer tien jaar en kan worden vergeleken met het proces van het behalen van een specialisatie in de sociale geneeskunde. Om deze redenen wordt de meeste kennis op het gebied van patiëntveiligheid aangeboden en vergaard na het behalen van het universitair diploma, terwijl opleiding en scholing vóór het afstuderen zouden moeten worden aangemoedigd.
8 De WHO beheert het programma "Patients for Patient Safety", dat een netwerk van opgeleide patiënt-vrijwilligers omvat en dat een aantal middelen heeft ontwikkeld, waaronder webinars, over een aantal verschillende onderwerpen op het gebied van patiëntveiligheid in verschillende contexten. http://www.who.int/patientsafety/patients_for_patient/en/ 9
The Health Foundation, 2011, http://www.health.org.uk/public/cms/75/76/313/2809/Can%20patients%20be%20teachers.pdf?realName=d6ifzx.pdf
Pagina | 16
4.6 Organisatie De meeste gemelde opleidings- en scholingsactiviteiten worden in de klas en in persoon aangeboden, wat ook erg duur en soms niet productief genoeg is. Het belangrijkste is de opleiding op de werkplek, omdat dit is waar de kwantitatieve opleiding plaatsvindt. Er zijn een paar voorbeelden van online leren, begeleiding en ondersteuning per telefoon. Van open cursussen zijn nog minder voorbeelden. De duur loopt ook zeer uiteen, zelfs wanneer de opleidings- en scholingsactiviteiten hetzelfde onderwerp hebben, en varieert van 1 tot 105 uur of 9 maanden. Enkele respondenten maakten geen gedetailleerd onderscheid in de duur van de opleiding en scholing gericht op patiëntveiligheid en de duur van de algemene postuniversitaire opleiding en bij- en nascholing. De kwalificaties die deelnemers ontvangen voor het afronden van de opleidings- en scholingsactiviteiten op het gebied van patiëntveiligheid variëren van geen kwalificatie tot masters. Sommige kwalificaties verzekeren artsen van een vergoeding voor de behandeling van speciale groepen patiënten (bijvoorbeeld patiënten met meticilline-resistente Staphylococcus aureus). Andere kwalificaties die kunnen worden behaald zijn diploma's, certificaten en studiepunten. In tabel 6 zijn details opgenomen met betrekking tot het onderwijsplatform, de duur en te behalen kwalificaties.
4.7 Evaluatie Zoals aangegeven in tabel 7, worden de meeste gemelde activiteiten geëvalueerd door de deelnemers (in 16 lidstaten en Noorwegen). Accreditatie is een steeds belangrijker wordende erkenning ten aanzien van opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid: meer dan de helft van de lidstaten erkent opleiding en scholing inzake patiëntveiligheid reeds door accreditaties te verlenen en veel lidstaten hebben het plan om dit in de nabije toekomst als erkenning in te voeren. Het is echter ook belangrijk om niet alleen de opleiding en scholing, maar ook de deelnemers te beoordelen. Accreditatie heeft niet alleen betrekking op de aan deelnemers verleende erkenning, maar ook op de aanbieders van de cursussen, die moeten worden geïdentificeerd en geregistreerd. De cursusorganisatoren moeten in feite aantonen dat zij beschikken over de juiste capaciteiten, op basis van karakteristieken en criteria. In Italië voorziet het stelsel voor bij- en nascholing in een specifieke registratie van de cursusorganisatoren, met uitzondering van masters die door universiteiten worden georganiseerd. Beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg hebben de mogelijkheid om deel te nemen aan cursussen op verschillende niveaus, waarvan de meeste een bepaald aantal studiepunten opleveren voor elk beroep (verpleegkundigen, artsen, apothekers enz.). Sinds 2010 werd een aanzienlijk aantal evenementen georganiseerd voor elke categorie beroepsbeoefenaars. De meeste van deze cursussen zijn gratis en worden georganiseerd door geaccrediteerde organisaties.
Pagina | 17
5. INHOUD Het onderwerp inhoud is op twee manieren benaderd; 1. De lijst van onderwerpen in de Europese curricula, zoals aangegeven in de vragenlijst van het model, werd vergeleken met de gids voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid van de WHO (zie kader 1); 2. Er zijn onderwerpen geïdentificeerd die vaak voorkwamen in de Europese curricula en er werd voorgesteld deze op te nemen in aanvulling op de gids voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid van de WHO. De belangrijkste onderwerpen die tijdens de gemelde opleidings- en scholingsactiviteiten aan bod kwamen, waren: Infectiebeheersing lijkt het onderwerp te zijn dat het vaakst wordt behandeld in Europa. Modules of cursussen die betrekking hebben op infectiebeheersing worden aangeboden tijdens de universitaire opleiding, de bij- en nascholing en de opleiding op de werkplek, in de vorm van eenmalige intensieve cursussen of regelmatige bijeenkomsten. Ze worden in de eerste plaats vooral aangeboden aan verpleegkundigen en vervolgens aan artsen en tandartsen. Andere specifieke onderwerpen zijn onder andere: valpreventie, medicatieveiligheid, stralingsveiligheid in de oncologie en bloedveiligheid. Deze onderwerpen zijn opgenomen onder onderwerp 9 van de gids voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid van de WHO. Een systeembenadering van patiëntveiligheid en het verbeteren van de cultuur van patiëntveiligheid zijn onderwerpen die tijdens sommige opleidingsactiviteiten worden behandeld, met name in Duitsland, Denemarken en Finland. Deze onderwerpen zijn opgenomen onder onderwerp 3 van de gids voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid van de WHO. Het belang van teamwerk en communicatie met andere beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg komt duidelijk naar voren in de beschreven activiteiten. De meeste voorbeelden hiervoor komen uit Denemarken en Duitsland en hebben betrekking op de communicatie tussen artsen. In één verslag wordt een interessant voorbeeld gegeven van een opleiding voor apothekers over hoe zij moeten communiceren met de voorschrijvende beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg. Engeland maakte melding van een cursus waarbij deelnemers worden aangemoedigd om als team te werken om verbeteringen op het gebied van patiëntveiligheid te leiden, na te streven, te bevorderen en in stand te houden. Dit wordt deels behandeld in de gids voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid van de WHO, onder onderwerp 4, hoewel communicatie binnen het zorgteam niet expliciet wordt genoemd in de gids. De communicatie met patiënten wordt niet vaak genoemd in verband met de opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid. Voorbeelden van dergelijke cursussen werden gegeven door Duitsland en Denemarken. Ook in Italië is ervaring opgedaan met verschillende cursussen op lokaal niveau (regionaal of op het niveau van ziekenhuizen) om de kennis van patiënten over patiëntveiligheid te verbeteren. Bovendien willen sommige organisaties een vervolgcursus gaan aanbieden over betere communicatie met patiënten en verzorgers. Dit is een nieuwe kwestie die gerelateerd is aan de "vermenselijking" van het zorgproces, met name in de oncologie en pediatrie. De verschillende ervaringen in Italië tonen aan dat het van groot belang is om het zorgproces op zodanige wijze te organiseren dat artsen en verpleegkundigen de nodige tijd hebben om te communiceren met patiënten: een speciale ruimte en tijd zijn nodig om de diagnose te accepteren en het zorgproces duidelijk uit te leggen, zoals op de Pagina | 18
borstafdelingen reeds het geval is. Deze onderwerpen zijn opgenomen onder onderwerp 8 van de gids voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid van de WHO. Een goede registratie, identificatie van patiënten en juridische kwesties. Duitsland maakte melding van een reeks korte scholingssessies die werden georganiseerd op het niveau van de ziekenhuizen over het juiste gebruik van onlangs geïntroduceerde software voor het identificeren van patiënten. Duitsland gaf ook een voorbeeld van een module inzake de medisch-juridische en aansprakelijkheidsaspecten van het incidentenonderzoek. Cursussen over juridische kwesties en geschillenbeslechting werden ook gemeld door Italië. Bovendien worden vaak andere cursussen georganiseerd op verschillende niveaus om chirurgen en chirurgisch personeel ertoe aan te zetten de controlelijst van de WHO op de juiste wijze te gebruiken. Polen maakte melding van een module inzake de bescherming van de persoonsgegevens binnen de universitaire opleiding. Dit is niet expliciet opgenomen in de gids voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid van de WHO. Lering trekken uit "bijna-schadegevallen" lijkt geen standaardonderwerp te zijn binnen de opleidingen. Er werden echter bemoedigende voorbeelden van dergelijke cursussen gegeven door bijvoorbeeld Finland met betrekking tot de opleiding van tandartsen. Denemarken gaf een voorbeeld van een cursus over oorzaakanalyse, dat een bron van inspiratie kan zijn voor diegenen die het leren van fouten en bijna-schadegevallen willen ontwikkelen. De beschreven cursus omvat de inleiding in de methode voor oorzaakanalyse en bereidt de cursisten voor om het procesdenken in verband met de oorzaakanalyse binnen hun teams of eenheden te vergemakkelijken. In Italië werden ook ervaringen opgedaan met cursussen inzake oorzaakanalyse, ook in de vorm van online leren. Dit onderwerp is opgenomen onder onderwerp 5 van de gids voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid van de WHO. In sommige gevallen zijn opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid integrale onderdelen van de opleiding over kwaliteitsborgingsprocedures, zoals het geval is in Kroatië en Noorwegen. Dit is niet expliciet opgenomen in de gids voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid van de WHO. Een andere groep omvat opleidingen op de werkplek voor nieuwe werknemers van ziekenhuizen, die betrekking hebben op algemene basisinformatie inzake patiëntveiligheid en een gedetailleerde uitleg van maatregelen op het gebied van patiëntveiligheid die in een bepaald ziekenhuis zijn genomen en specifieke procedures die moeten worden gevolgd na een fout of een bijna-schadegeval. De organisatie van cursussen op lokaal niveau toont aan dat behoefte bestaat aan informatie over deze onderwerpen waarin op dit moment niet voldoende wordt voorzien tijdens de universitaire opleiding. Bovendien worden regelmatige vergaderingen georganiseerd om instructies te geven over de omgang met bepaalde risicovolle situaties. Een voorbeeld van een dergelijke cursus werd gegeven door Oostenrijk. Dit is opgenomen onder alle onderwerpen van de gids voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid van de WHO. Opleidings- en scholingsactiviteiten lijken in het bijzonder gericht te zijn op de zorg voor opgenomen patiënten en er worden veel cursussen aangeboden in ziekenhuizen of door ziekenhuizen aan ziekenhuispersoneel. Een uitzondering hierop is de Kroatische cursus inzake verpleegnormen voor de eerstelijnszorg, waarin meerdere aspecten van patiëntveiligheid zijn opgenomen. Dit is niet expliciet opgenomen in de gids voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid van de WHO. Er moet worden overwogen om onderwerpen die zijn opgenomen in de Europese curricula, maar die niet expliciet aan de orde komen in de gids voor curricula op het gebied van patiëntveiligheid van de
Pagina | 19
WHO, op te nemen in toekomstige publicaties van de WHO-curricula, omdat lidstaten deze reeds behandelen. Andere onderwerpen die misschien moeten worden opgenomen in de curricula, maar die niet zijn opgenomen in de gids voor curricula van de WHO of in de Europese curricula, zijn klachten van patiënten en de omgang hiermee. Enkele goede voorbeelden van bij- en nascholing inzake de omgang met klachten van patiënten zijn te vinden onder: http://www.bda.org/events/1288-ilearnwebcastpreventing-complaints-by-delivering-high-levels-of-patient-satisfaction-.aspx ; http://www.bda.org/events/1662-training-essentialshandling-complaints-and-improvingcommunication-skillsfriday-18-july-2014london.aspx; http://www.bda.org/events/1600-ilearnwebcastscan-complaints-be-good-for-business.aspx Daarnaast moeten "juridische kwesties" verder worden onderzocht, om ervoor te zorgen dat relevante onderwerpen, zoals de rechten van patiënten, worden behandeld. De gemelde opleidings- en scholingsactiviteiten op het gebied van patiëntveiligheid omvatten geen scholing inzake het overdragen van zorg tussen de verschillende niveaus van zorgverlening, de zogenaamde overdrachten (of “handovers”). Dit alles ondanks de financiering van het onderzoeksproject HANDOVER door de Europese Commissie (www.handover.eu) en instrumenten ten aanzien van overdrachten, waaronder een praktische gids en knowhow (http://www.handover.ou.nl). De uiteenlopende onderwerpen die zijn geïdentificeerd lijken erop te duiden dat meer werk moet worden verricht om te bepalen welke onderwerpen relevant zijn voor de behoeften van de afzonderlijke lidstaten, in samenhang met de beschikbare gegevens inzake patiëntveiligheid in de desbetreffende landen. Het maken van een afweging van de behoeften ten aanzien van de opleiding en scholing van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg in elk land, op basis van de individuele behoeften en op grond van een consistente benadering, zoals bepleit in de WHO-curricula, is lastig, maar niet onoverkomelijk. Het WHO-curriculum als zodanig is een goede basis voor het ontwikkelen van afzonderlijke nationale curricula, maar moet kunnen worden afgestemd op de afzonderlijke behoeften van de lidstaten. Europese projecten, zoals de gemeenschappelijke actie op het gebied van patiëntveiligheid en zorgkwaliteit (PaSQ: www.pasq.eu) en het Europees netwerk voor patiëntveiligheid (EUNetPaS), kunnen worden gebruikt voor het verstrekken van informatie op het gebied van de toekomstige ontwikkeling van de curricula. Een grondige evaluatie van de afzonderlijke curricula en leerresultaten is van groot belang om ervoor te zorgen dat de inhoud zich ontwikkelt en zinvol blijft. Door middel van evaluatie kunnen de curricula zich blijven ontwikkelen om te voldoen aan de voortdurende behoeften van nationale instanties en beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en om te voorzien in de behoeften van patiënten. Deze evaluatie zal moeten bestaan uit twee verschillende aspecten: • •
de behoeften van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, door middel van een evaluatie van de opkomende behoefte voor en na de opleiding of scholing; het doeltreffend gebruik van middelen om deze inhoud over te brengen.
Dit moet worden gezien als een aanvullend "onderwerp 12" in de WHO-curricula. Aangezien de patiënten de uiteindelijke begunstigden zijn van opleidingen op het gebied van patiëntveiligheid, is hun betrokkenheid bij de opstelling van curricula en de opleiding op het gebied van patiëntveiligheid van essentieel belang en moet deze betrokkenheid bij elke gelegenheid worden Pagina | 20
aangemoedigd. Bij het opstellen van de curricula moet rekening worden gehouden met de verschillen tussen beroepen en moeten zowel beroepsbeoefenaars als patiënten worden betrokken.
5.1 Belangrijke leerresultaten De geïdentificeerde opleidingsactiviteiten leiden ertoe dat de deelnemers: •
• • • • • •
technieken kunnen gebruiken om het percentage en de aard van schadegevallen binnen hun organisatie te herkennen en vast te stellen; begrijpen wat een ongewenst voorval is en hoe dit moet worden gemeld en beheerd; een onderscheid kunnen maken tussen de verschillende soorten ongewenste voorvallen en deze in de praktijk in hun context kunnen plaatsen; organisatorische verbeteringen kunnen plannen en meten en hiertoe kunnen bijdragen en deze binnen de organisatie duidelijk kunnen maken; effectief kunnen communiceren met teams, organisaties en individuele patiënten en verzorgers om de veiligheid van de patiëntenzorg te waarborgen; kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van betrouwbare en veerkrachtige systemen die passen bij hun organisatie en de behoeften van patiënten; een actieve rol kunnen spelen in het nadenken over strategieën voor patiëntveiligheid binnen hun organisaties; iets kunnen leren over risicobeheer en menselijke factoren.
Opleidings- en scholingsactiviteiten omvatten veel onderwerpen op het gebied van patiëntveiligheid en zijn erop gericht de doelgroepen te voorzien van vaardigheden en kennis ten aanzien van concepten met betrekking tot patiëntveiligheid, met het oog op het verlenen van veilige zorg aan Europese burgers. Opleidings- en scholingsstrategieën moeten altijd rekening houden met de behoeften van patiënten en beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en moeten relevant zijn voor en afgestemd zijn op de dagelijkse zorgpraktijk in de afzonderlijke lidstaten.
6. GERELATEERDE ONDERWIJSMETHODEN EN -ACTIVITEITEN Naast een verscheidenheid aan traditionele methoden, zoals persoonlijk onderwijs, cursussen, conferenties enz., die werden gemeld door de respondenten, worden onderwijsactiviteiten steeds vaker aangeboden volgens niet-traditionele benaderingen. Een voorbeeld hiervan is simulatie. Simulatie en de rol ervan op het gebied van patiëntveiligheid buiten opleiding en scholing Simulatie wordt steeds vaker gebruikt in het pre- en postuniversitair onderwijs. Er is in dit opzicht aanzienlijke vooruitgang geboekt ten aanzien van het gebruik van simulatie. Om de mogelijkheden van simulaties ten aanzien van het verbeteren van de patiëntveiligheid uitgebreid te verkennen, kan en moet het gebruik van simulaties een aanvulling vormen op de bestaande benaderingen. Simulatie speelt een rol in het analyseren en verbeteren van werksystemen en -processen en menselijke fouten. Dit kan worden gedaan door simulatiecentra te gebruiken als laboratoria en vooral ook door simulaties te introduceren op de daadwerkelijke werkplek in de kliniek, door in situ simulaties uit te voeren. Veel uitdagingen op het gebied van patiëntveiligheid komen in feite niet voort uit de kennis, vaardigheden Pagina | 21
en houdingen van het personeel, maar uit een mismatch tussen de opgedragen taken en de middelen die beschikbaar zijn om deze taken uit te voeren. Simulatie kan dus bijdragen tot het vinden van de meest veelbelovende oplossingen voor een probleem. Simulatie is de analyse van werkplekken en procedures: de meeste werkprocessen kunnen op verschillende manieren worden georganiseerd. De kosten en opbrengsten van de verschillende mogelijkheden vloeien vaak voort uit details en komen tot uiting in de wisselwerking tussen verschillende subsystemen van stappen. Wat tijdens besprekingen een ideale opzet leek, blijkt in de praktijk vaak gebrekkig. Simulaties bieden de mogelijkheid om werkstromen na te maken. Een dergelijke reconstructie kan op zichzelf waardevolle inzichten bieden voor betrokkenen en kan verschillende mentale modellen van diegenen die bij het proces betrokken zijn, blootleggen. Uitgangspunten, gewoonten of wensen kunnen verschillen. Door de verschillen aan het licht te brengen, wordt de weg geëffend om tot een gemeenschappelijke visie te komen. Daarnaast maakt simulatie het systematisch wijzigen van de voorwaarden mogelijk waaronder bepaalde processen of taken worden uitgevoerd. De tijdsdruk en middelen kunnen worden verhoogd of verlaagd. De gevolgen hiervan kunnen tijdens de simulatie worden bestudeerd. Hoewel de oorzaken en gevolgen zelden perfect zullen worden gereconstrueerd, kan simulatie wel degelijk waardevolle inzichten bieden als de resultaten worden besproken door deskundigen op het gebied van werkprocessen. Een van de bekende simulatielaboratoria in Europa is het Deense Instituut voor medische simulatie (DIMS), dat actief is op het gebied van analyseprojecten op basis van simulatie. Het onderzocht in samenwerking met de Deense ziekenhuisapotheken kenmerken van een etiketteringssysteem voor medicijnen, waardoor het gemakkelijker of lastiger zou worden om de juiste medicijnen te vinden. In samenwerking met het Herlev Hospital onderzocht het de gevolgen van veranderingen in de werkschema's rond de omgang met leveringsproblemen, door ideeën voor "falingstoestand- en effectenanalyse" middels simulatie te combineren. Samenvatten van foutenanalyse: dit perspectief is meer gericht op het individu, maar omvat nog steeds organisatorische kwesties. Simulatie kan ook worden gebruikt om meer in detail te begrijpen hoe mensen fouten maken, door de omstandigheden die de fout in de hand kunnen werken, samen te voegen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een systematische variatie van fouten in patiëntendossiers, om te onderzoeken welke gemakkelijker over het hoofd worden gezien in gespannen omstandigheden in de patiëntenzorg. Een dergelijk onderzoek kan worden uitgevoerd in een simulatie, maar niet in de klinische praktijk. Het personeel van DIMS heeft zich beziggehouden met het onderzoeken van menselijke fouten middels simulatie. Er werd met name onderzocht onder welke omstandigheden mensen geen actie zouden ondernemen. Simulatie is nuttig bij het ontwerp en de optimalisatie van werkplekken en producten: door voort te bouwen op analyses op basis van simulaties of andere soorten analyses van de werkplek, kan simulatie dienen als testomgeving voor voorgestelde oplossingen en verbeteringen. Hoewel met simulatie niet kan worden gegarandeerd dat de beste oplossing wordt gevonden (andere methoden zullen altijd tot aanvullende, andere inzichten leiden), kan simulatie dienen om niet-doeltreffende ontwerpen in een vroeg stadium weg te strepen, wanneer deze worden getoetst in een realistische omgeving waarin het bestuderen van de gevolgen nog steeds mogelijk is en de testomstandigheden kunnen worden beïnvloed. In de meeste simulatiecentra is apparatuur geïnstalleerd om scenario's op audio of video op te nemen. Deze opnames kunnen dan worden gebruikt voor een grondige analyse. Voor ontwerpers en technici kan het een indrukwekkend leermoment zijn om de gebruikers te zien omgaan met hun Pagina | 22
producten. Dit zou niet goed mogelijk zijn in de klinische omgeving, vanwege ethische en organisatorische kwesties. DIMS heeft actief samengewerkt met producenten van medische apparatuur en heeft hun apparaten getest in de simulatieomgeving. In samenwerking met de Technische Universiteit van Denemarken worden de mogelijkheden onderzocht om de bruikbaarheid zo goed mogelijk te testen in de simulatieomgeving. Duitsland is een van de eerste Europese landen die moderne medische trainingen op basis van simulatie heeft ingevoerd. Tussen 1994 en 2000 werden veel simulatiecentra opgericht, voornamelijk aan de medische universiteiten. Al in een vroeg stadium hielden sommige groepen zich bezig met teamscholing en geïntegreerde menselijke factoren en CRM (Crisis Resource Management) in hun onderwijscurricula. Er zijn in Duitsland een paar voorbeelden te vinden waar de concepten van regelmatige teamtraining middels simulatie met CRM de gevestigde praktijk zijn. De paramedici van RKISH (Rettungsdienstkooperation Schleswig-Holstein) hebben bijvoorbeeld verschillende ambulances voor simulatietraining en melden grote successen bij het toepassen van CRM in de dagelijkse praktijk van het behandelen van spoedpatiënten. In Duitsland is het normaal dat de kwalificaties van de instructeurs de belangrijkste factor zijn in het bepalen van de kwaliteit van simulatieopleidingsprogramma's. De eerste medische genootschappen hebben simulatie ook goedgekeurd ter vervanging van de ervaring in de praktijk: noodartsen mogen 25 behandelingen van patiënten in de ziekenwagen vervangen door drie dagen intensieve simulatieprogramma's voor noodsituaties. Dit is erg aantrekkelijk voor alle betrokkenen: het leidt tot een betere kwalificatie en zodoende tot betere patiëntveiligheid, het is sneller en systematischer en het zou uiteindelijk goedkoper moeten zijn. Opleiding aan de hand van simulatie is nog niet verplicht binnen enige medische opleiding of bij- en nascholingsprogramma's. Meer informatie over simulatie op het gebied van patiëntveiligheid vindt u op: http://qualitysafety.bmj.com/content/13/suppl_1/i91.full?sid=18507948-c25b-45c2-a6f8b033d42aa1c7 en http://journals.lww.com/ccmjournal/Citation/2004/02001/National_Medical_Simulation_training_prog ram_in.11.aspx Opleidingen middels simulatie worden gebruikt in Denemarken en Noorwegen, en Frankrijk is voornemens deze in de nabije toekomst in te voeren. In het Franse nationale programma voor patiëntveiligheid voor de periode 2013-2017 wordt sterk de nadruk gelegd op onderwijs, een cultuur van patiëntveiligheid en de ondersteuning van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, met het oog op het ontwikkelen van de feedback van ervaringen, de oorzakenanalyse, de teamgeest, het mobiliseren van het leidinggevend personeel ten aanzien van veiligheidskwesties, het versterken van de initiële opleiding en bij- en nascholing met betrekking tot patiëntveiligheidskwesties voor beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en de invoering van innovatieve onderwijsmethoden (simulatie, serious games). Italië is van plan om simulatie op nationaal niveau op verschillende gebieden te introduceren en niet alleen in de chirurgie, waar reeds enkele ervaringen zijn opgedaan met betrekking tot het gebruik van robottechnologie voor ingrepen. Ook webinars en online leermodules worden steeds populairder. Hongarije heeft een onlineopleiding met negen modules ingevoerd, waarin onderwerpen worden behandeld als terminologie met betrekking tot de patiëntveiligheid, de praktijk van het verbeteren van de patiëntveiligheid, het Pagina | 23
ontwikkelen van patiëntveiligheidsprotocollen, risicobeoordelingen en -analyses, het afhandelen van klachten, de rol van communicatie in het verbeteren van de patiëntveiligheid, de basiskennis van de gezondheidseconomie voor het plannen van patiëntveiligheidsprogramma's en de rol van accreditatie in de verbetering van de patiëntveiligheid. Italië heeft diverse onlinecursussen opgestart over verschillende onderwerpen, zoals het voorkomen van medicatiefouten, de oorzaakanalyse en de klinische audit. In enkele EU-lidstaten worden initiatieven ontplooid ter versterking van de onderwijsactiviteiten. In Frankrijk heeft een hervorming van de medische opleidingen (2ème cycle/master) het mogelijk gemaakt om de risicobeheersing, het schadebeheer, het positieve leren van fouten, de communicatie met patiënten, de communicatie en het werken binnen het team, de communicatie en het werken met andere beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg enzovoort, in te voeren of sterk te verbeteren.10 Daarnaast werden in het kader van een hervorming van de bij- en nascholing voor beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg (Développement professionnel continu/DPC) alle beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg verplicht jaarlijks deel te nemen aan zowel de analyse van de beroepspraktijken als de verwerving van nieuwe vaardigheden. Risicobeheersing, de verbetering van de communicatie met patiënten en hun betrokkenheid voor een betere kwaliteit en veiligheid waren, naast andere onderwerpen die nauw verband hielden met de patiëntveiligheid, in 2013 enkele van de nationale uitgangspunten van de "DPC"11. In Frankrijk zijn ook veel projecten op het gebied van online leren en simulatie (waar soms patiënten bij worden betrokken) ontwikkeld voor de basisopleiding of de bij- en nascholing. Het Spaanse ministerie van Gezondheid biedt diverse onlinecursussen aan met betrekking tot patiëntveiligheid12. Een van deze cursussen gaat over risicobeheersing en is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Carlos III van Madrid. In totaal werden sinds 2008 23 edities ontwikkeld, waaronder twee cursussen in het Engels in het kader van de EUNetPaS-actie. De eindprojecten van deze cursus zijn voor het publiek beschikbaar op: http://www.seguridaddelpaciente.es/es/formacion/proyectos-curso-gestion-riesgo Bij- en nascholing De continue professionele ontwikkeling (CPD) is een belangrijk onderdeel van hoogwaardige opleiding en scholing. Voor medische beroepen houdt deze ontwikkeling vaak verband met de ethische verplichting en het fundamentele recht van elke beroepsbeoefenaar om ervoor te zorgen dat zijn/haar kennis en vaardigheden zodanig zijn dat zij de best mogelijke zorg kunnen verlenen aan patiënten13. Het gehele concept van CPD is om die reden nauw verbonden met patiëntveiligheid en zorgkwaliteit. Het steeds snellere tempo van wetenschappelijke, technologische en beleidsmatige innovatie op het gebied van de geneeskunde onderstreept het belang van structuren die het mogelijk maken dat door middel van postuniversitaire opleiding en scholing bestaande kennis en vaardigheden op peil worden gehouden en worden ontwikkeld en nieuwe competenties worden verworven ten aanzien van de meest recente wetenschappelijke basis voor de praktijk. 10
http://www.enseignementsup-recherche.gouv.fr/pid20536/bulletin-officiel.html?cid_bo=71544&cbo=1 http://www.legifrance.gouv.fr/jopdf/common/jo_pdf.jsp?numJO=0&dateJO=20130302&numTexte=8&pageDe but=03899&pageFin=03900 12 http://www.seguridaddelpaciente.es/es/formacion/tutoriales/ 13 Beleidsverklaring van de Europese Vereniging van artsen over medische bij- en nascholing (CME) en continue professionele ontwikkeling (CPD), aangenomen in 2001 11
Pagina | 24
CPD is derhalve een van de aandachtspunten in de opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid, zowel wat de bijdrage van alle CPD-activiteiten aan de patiëntveiligheid betreft als de activiteiten die specifiek zijn gericht op patiëntveiligheid. Een voorbeeld hiervan is de verwijzing naar de rol van CPD in opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid in artikel 4, onder b), van de aanbevelingen van de Raad van 2009 betreffende patiëntveiligheid, met inbegrip van de preventie en bestrijding van zorginfecties. In de onlangs aangenomen Richtlijn 2013/55/EU tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties werden ook de bestaande bepalingen inzake CPD geactualiseerd, met bijzondere aandacht voor beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, en werd het belang van CPD voor een "veilige en doeltreffende taakvervulling" benadrukt. In 2013 gaf de Europese Commissie opdracht om een studie uit te voeren met het oog op het evalueren en in kaart brengen van de continue professionele ontwikkeling en een leven lang leren voor artsen, verpleegkundigen, verloskundigen, tandartsen en apothekers in de EU, die in oktober 2014 moet worden afgerond. Voor de omvang van deze studie werd CPD op het gebied van patiëntveiligheid aangemerkt als een gebied dat speciale aandacht verdient. In het kader van de lopende studie zal daarom de manier waarop CPD op het gebied van patiëntveiligheid in de EU-lidstaten wordt behandeld, worden onderzocht en ernaar streven een bijdrage te leveren aan het in kaart brengen van de activiteiten op het gebied van patiëntveiligheid.
6.1 Een voorbeeld uit Duitsland Curriculum voor patiëntveiligheid van de Duitse Coalitie voor patiëntveiligheid (GCPS) Het curriculum omvat twee modules: Op weg naar patiëntveiligheid – een gids met leerdoelen voor patiëntveiligheid en het Initiatief om patiëntveiligheid op universitair niveau/in het kader van de bacheloropleiding van artsen in te voeren. Module 1 Op weg naar patiëntveiligheid is een multiprofessionele werkgroep van de Duitse Coalitie voor patiëntveiligheid die een gids met leerdoelen heeft opgesteld, waarin de kennis en vaardigheden worden beschreven die van belang zijn voor alle beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg. Op basis van een onderzoek naar de bestaande curricula (bijvoorbeeld de WHO-curriculumgids, het Australische Nationale Netwerk voor patiëntveiligheid, het Duitse Opleidingsconcept voor patiëntveiligheid) en overeenkomstig de "General Guide for Education and Training in Patient Safety" van het EUNetPaS-project, heeft de werkgroep de volgende negen thema's op het gebied van patiëntveiligheid vastgesteld: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Een overzicht met betrekking tot patiëntveiligheid; De oorzaken van kritische incidenten en letsel bij patiënten; Systeemdenken; De betrokkenheid van patiënten; De veiligheidscultuur; Werken in teamverband; Communicatie; Het leren van kritische incidenten; Maatregelen voor de patiëntveiligheid;
De gids "Op weg naar patiëntveiligheid" richt zich in de eerste plaats op de behoeften van het bacheloronderwijs en heeft als doel ervoor te zorgen dat bij opleidings- en scholingsactiviteiten voor Pagina | 25
alle beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg de nadruk wordt gelegd op de meest fundamentele en relevante kennis en vaardigheden op het gebied van patiëntveiligheid. De gids werd onlangs getest door onderwijs- en opleidingsorganisaties en zal op een paar kleine punten worden gewijzigd. De Duitse Coalitie voor patiëntveiligheid is erop gericht de leerdoelen ten uitvoer te leggen in bindende curricula voor medische beroepen.
6.2 Een voorbeeld uit Denemarken (1) Opneming van patiëntveiligheid, menselijke factoren en niet-technische vaardigheden in het curriculum voor medische beroepen in Denemarken Het plannen van een educatief evenement omvat de behoefteanalyse, de selectie van leerdoelen en de te gebruiken methode, de beslissing met wie de opleiding moet plaatsvinden en de evaluatie van het evenement. Het curriculum voor een gespecialiseerde opleiding was vroeger de enige basis voor een educatief evenement en het curriculum werd vaak gezien als de medisch deskundige. In 2001 werden in Denemarken de CanMED-rollen geïntroduceerd en aangepast aan de zeven rollen van een arts. Deze rollen omvatten onderwerpen als patiëntveiligheid en niet-technische vaardigheden. De leerdoelen worden nu voor veel specialisaties ook gebaseerd op patiëntveiligheids- en zorgkwaliteitsgegevens. Omdat de rollen (naast de rol van medisch deskundige) nieuw waren voor zowel leerlingen als hoger personeel, moest tijdens opleidingsactiviteiten de nadruk worden gelegd op deze rollen. Het is echter belangrijk voor de onderwijzers om de leerlingen te helpen het belang in te zien van niet-technische vaardigheden om de medische vaardigheden te kunnen toepassen. De methoden die nu worden gebruikt zijn interactief en omvatten onder meer besprekingen van gevallen, de verwerving van praktische vaardigheden, opleidingen op basis van simulatie, waaronder rollenspellen, opleidingen inzake geavanceerde chirurgische simulatoren en op scenario's gebaseerde simulaties.
De pedagogische voordelen en voordelen voor de patiëntveiligheid van opleidingen op basis van simulatie zijn dat: • • • • • •
de leerlingen kunnen oefenen zonder dat patiënten in gevaar worden gebracht; de gesimuleerde omgeving een veilige leeromgeving biedt; de opleiding kan worden herhaald en worden aangepast aan de behoeften van de leerlingen; noodsituaties en zeldzame gebeurtenissen kunnen worden behandeld; opleidingsactiviteiten kunnen worden uitgevoerd voor het echte team; de nabespreking en feedback na het scenario reflectie bevordert.
De opleidingen worden aangeboden aan individuen of teams, al naargelang de leerdoelen. Op dit moment heeft slechts een aantal bacheloractiviteiten betrekking op verschillende beroepen. In het Deense Hoofdstedelijk Gewest was het Deense Instituut voor medische simulatie (DIMS) de eerste die de opleiding van multiprofessionele teams opzette. Op dit moment zijn er simulatiecentra/-eenheden in de vijf regio's van Denemarken. De centra zijn bijna allemaal gevestigd in ziekenhuizen, maar de bacheloractiviteiten kunnen ook op de universiteiten worden uitgevoerd. De centra werken samen op het gebied van postuniversitaire activiteiten en, tot op zekere hoogte, op het gebied van continue professionele activiteiten. De cursussen kunnen plaatsvinden in simulatiecentra of ter plaatse, al naargelang het doel van de cursus. Kortere opleidingsopdrachten kunnen ook ter plaatse plaatsvinden voor individuen of teams. Opleiding ter plaatse kan de voorkeur hebben wanneer deze voor organisaties (afdelingen) is bedoeld. Pagina | 26
Een van de belangrijkste factoren voor een succesvolle en doeltreffende opleiding op basis van simulatie is het geven van feedback ter bevordering van reflectie. Dit kan alleen wanneer de opgeleide instructeurs de principes van het volwassenenonderwijs en de behoeften van de leerlingen begrijpen en goede constructieve feedback kunnen geven. Bacheloractiviteiten: de activiteiten ten aanzien van de bacheloropleiding omvatten verschillende modules voor de opleiding van medische studenten op het gebied van de communicatie met patiënten, praktische vaardigheden en zaalronden. Voor het laatstgenoemde onderwerp wordt de module samen met studenten verpleegkunde gevolgd. Postuniversitaire activiteiten: in de laatste tien jaar is de interesse toegenomen in het plannen van educatieve evenementen overeenkomstig de principes van het volwassenenonderwijs en volgens de bovengenoemde stappen. Hieronder vindt u enkele voorbeelden van activiteiten voor individuen als onderdeel van gespecialiseerde opleidingsprogramma's op het gebied van patiëntveiligheid en het gebruik van simulatie als onderwijsmethode. 1. Voor eerstejaars artsen is er een vierdaagse cursus beschikbaar, tijdens welke patiëntveiligheid en niet-technische vaardigheden aan de orde komen. Deze cursus is bedoeld om cursisten verder te helpen bij het begrijpen van het verband tussen technische (medische vaardigheden) en niet-technische vaardigheden. 2. In de gespecialiseerde opleiding voor ambulance-technici, paramedici, verloskundigen en anesthesiemedewerkers maken patiëntveiligheid en niet-technische vaardigheden deel uit van de cursussen van het Deense Instituut voor medische simulatie. 3. Een driedaagse cursus op het gebied van patiëntveiligheid, intraprofessionele communicatie en communicatie met patiënten is opgenomen in de nationale gespecialiseerde opleiding voor anesthesisten. Niet-technische vaardigheden worden behandeld in enkele van de andere verplichte cursussen, die deel uitmaken van de verwerving van vaardigheden in een periode van 4 jaar. 4. Patiëntveiligheid, menselijke factoren en niet-technische vaardigheden zijn opgenomen in de gespecialiseerde opleiding van artsen (er zijn hiervoor specifieke leerdoelen vastgesteld in de curricula). Activiteiten voor organisatieteams (CPD): al deze activiteiten omvatten aspecten van patiëntveiligheid, menselijke factoren en niet-technische vaardigheden. Deze activiteiten zijn bedoeld voor de echte teamleden. In veel van de grotere ziekenhuizen in Denemarken is dit geïntroduceerd en in enkele ziekenhuizen is dit ook ten uitvoer gelegd. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Teamopleiding hartstilstand Teamopleiding letsel De identificatie en initiële behandeling van de ernstig zieke patiënt op de afdeling Teamopleiding verloskunde Het volledige team voor de operatiezaal Opleiding chirurgische vaardigheden
Activiteiten voor organisaties: in het Deense Hoofdstedelijk Gewest werken simulatiecentra samen op het gebied van opleidingen van de organisatie op basis van simulatie. Het aantal initiatieven waarbij alle personeelsleden van een bepaalde afdeling worden opgeleid als teams op het gebied van niettechnische vaardigheden neemt toe. In 2013 namen alle personeelsleden van zeven afdelingen deel aan een teamopleiding op het gebied van niet-technische vaardigheden middels simulatie, in een simulatiecentrum of door de simulator naar de afdeling te halen. We maken stappen in de richting van Pagina | 27
gemeenschappelijke opleidingsconcepten op basis van patiëntveiligheidskwesties binnen de organisatie. Dit wordt gedaan in samenwerking met de Eenheid voor patiëntveiligheid in de regio. Opleidingen op het gebied van menselijke factoren, patiëntveiligheid en niet-technische vaardigheden worden tot op zekere hoogte in de meeste ziekenhuizen in Denemarken aangeboden. Bovendien is er bij de chirurgische specialismen meer nadruk gelegd op de opleiding met chirurgische simulatoren, voordat de procedure op een patiënt wordt toegepast. Dit maakt deel uit van de gespecialiseerde opleidingsprogramma's.
6.3 Een voorbeeld uit Denemarken (2) Patiëntveiligheid, interprofessionele communicatie en communicatie met patiënten: een verplichte cursus binnen de gespecialiseerde opleiding van Deense anesthesisten. Leerdoelen in het curriculum: Communicatie: • • • •
kunnen communiceren met patiënten en familieleden tijdens een crisis; kunnen communiceren met patiënten en familieleden in het geval van onverwachte complicaties, ongewenste voorvallen, ontevredenheid en klachten over de behandeling; de communicatie en handelingen kunnen aanpassen aan de situatie en constructief en duidelijk blijven communiceren; relevante informatie kunnen verkrijgen over de beroepskwalificaties van de teamleden.
Samenwerking: • • • • • • • • • • • •
teamleden instructies geven voor de uitvoering van taken wanneer dit nodig is; optimaal gebruikmaken van menselijke hulpbronnen en te allen tijde de specifieke rollen en functies van teamleden bepalen; kunnen beoordelen of extra ondersteuning nodig is; het team in staat stellen loyaal te zijn en individuele meningen en bijdragen te respecteren; aantonen dat men openstaat en respect heeft voor de inbreng van teamleden; geschillen binnen het team kunnen oplossen; een kritische analyse en reflectie kunnen uitvoeren van de feitelijke gang van zaken; multidisciplinair taakbeheer kunnen coördineren; interdisciplinaire teams kunnen begrijpen en constructief met deze teams kunnen communiceren; de communicatie kunnen aanpassen aan de aard van de situatie en de behoeften en eisen voor de intensiteit van de actie; belangenconflicten in samenwerkingsrelaties en relaties tussen patiënten en familieleden kunnen begrijpen en erkennen; bijdragen aan een actieve beslechting van geschillen.
Professionele rol: • • •
respect en empathie hebben voor collega's en anderen die te maken hebben gekregen met ongewenste voorvallen en fouten, en hen begrijpen; bijdragen aan wederzijds leren ten aanzien van ongewenste voorvallen en mogelijke fouten; het aspect van patiëntveiligheid opnemen in het dagelijkse werk.
Pagina | 28
Leiderschap: • • •
het op zich nemen van de taak van teamleider, indien nodig; de inbreng van teamleden opnemen in de besluitvorming; organiseren en prioriteren van de werklast overeenkomstig de eisen op het gebied van doeltreffendheid en veiligheid in het patiëntenbeheer, rekening houdend met de eigen en organisatorische middelen;
Methoden die tijdens de driedaagse cursus worden gebruikt: Minilezingen, zaken, groepsdiscussies, besprekingen van videovoorbeelden van een kritisch incident en gesimuleerde rollenspellen met patiënten op basis daarvan (met een acteur als patiënt), opleiding op basis van simulatie en nabesprekingen. Teamleden uit andere beroepsgroepen, zoals chirurgen, nemen deel aan de scenario's en spelen hun eigen rol. De scenario's omvatten een opleiding voor de communicatie met het team na een kritisch incident – de eerste spanningen in het team en tussen het team, patiënten en familieleden wegnemen na een kritisch incident. De deelnemers worden onderverdeeld in kleine teams. Elk teamlid ontvangt een opleiding inzake communicatievaardigheden.
6.4 Een voorbeeld uit Spanje: Master patiëntveiligheid en zorgkwaliteit, bevorderd door het Spaanse ministerie van Gezondheid, in samenwerking met de universiteit Miguel Hernández In totaal zijn er zes versies ontwikkeld, waarvan de twee laatste online beschikbaar zijn gesteld. Deze master omvat 1 500 lesuren (60 ECTS volgens de Europese normen) en wordt onderverdeeld in 12 modules. Leerdoelen: • •
•
• • •
Bewustzijn van deelnemers over patiëntveiligheid en de identificatie en voorkoming van fouten en ongewenste voorvallen met betrekking tot de gezondheidszorg (AE); Kennis van de bestaande initiatieven op het gebied van epidemiologie en de voorkoming van AE; vergelijkingen van bestaande studies over de meting van AE; analyses van voordelen, nadelen en beperkingen van verschillende epidemiologische methoden voor het meten van de frequentie en verdeling van AE; Kennis over de kenmerken van systemen voor de vrijwillige melding van fouten en AE; voldoen aan de methodologie die wordt gebruikt voor de analyse en voorkoming van AE; bevorderen van acties gericht op het verbeteren van de veiligheid op de werkplek; ontwikkelen van communicatievaardigheden om met crisissituaties om te gaan; Differentiatie van de sequentie of het natuurlijke beloop van het tot stand komen van AE; In staat zijn enquêtes en analyses uit te voeren om de risicobronnen voor patiënten te identificeren en deze te beperken; Verwerven van de vaardigheid om risico's in gezondheidsinstellingen te beheersen.
Methodologie Persoonlijke en onlinelessen met interactieve activiteiten met leraren en studenten De deelname en motivatie van de studenten wordt bevorderd door de presentatie van casusonderzoeken en groepswerk. Pagina | 29
De lessen zijn erop gericht met de studenten te werken en het leren en verwerven van vaardigheden te vergemakkelijken aan de hand van het opstellen van een ontwerp-afstudeerproject. Het project bestaat uit individueel onderzoek, is origineel en is gericht op een van de inhoudelijke doelen van de master. Dit project wordt publiekelijk verdedigd voor een jury van academische coördinatoren. Daarnaast zal de student academisch worden begeleid om hem te helpen documentatie te vinden, de zaak op te lossen en het veldonderzoek te doen dat een verplicht onderdeel is van de dissertatie. Inhoud Tot de belangrijkste inhoud behoren: • • • • • • • • •
Basisconcepten en taxonomie met betrekking tot patiëntveiligheid; Basisconcepten op het gebied van de epidemiologie; Kwaliteitsborging: gemengde commissie, ISO, EFQM, patiënttevredenheid enz.; Risicobeheersing; "Evidence-based medicine" en het nut ervan op het gebied van patiëntveiligheid; De gevolgen van AE; De voorkoming van AE en de basisbeginselen voor de patiëntveiligheid in de praktijk; Een cultuur van patiëntveiligheid; Juridische aspecten van patiëntveiligheid.
6.5 Een voorbeeld van ISQua ISQua-beursprogramma Het beursprogramma is tijdens de conferentie van Genève van 2012 opgestart. Het wordt aangeprezen als een programma voor professionele ontwikkeling dat door de lerende wordt geleid ("Learner Led") en waarbij de nadruk wordt gelegd op relevantie en flexibiliteit. Het was in eerste instantie gebaseerd op webinars en een klein aantal casusonderzoeken. Studiepunten konden worden verzameld door deel te nemen aan deze activiteiten en door middel van een reeks activiteiten die uit verschillende bronnen beschikbaar werden gemaakt voor deelnemers (bijwonen van conferenties/workshops, deelname aan conferenties/workshops, publiceren, onderwijzen, onderzoek doen, evalueren, enquêteren, bewerken). De benadering was met opzet "laissez-faire", om aanmeldingen aan te moedigen van mensen die het erg druk hadden en veel keuze hadden op het gebied van CPD-mogelijkheden en omdat op dat moment nog niet voldoende middelen beschikbaar waren om een formeel curriculum op te stellen of snel veel inhoud te creëren. Toch werd een robuuste standaard vastgesteld voor voltooid werk. De inschrijvingen kwamen langzaam op gang. Een keerpunt was de week van de conferentie van Edinburgh. Tot die tijd hadden we kunnen profiteren van de deskundigheid van een professionele onderwijsmanager, hadden we een uitgebreide en hoogwaardige inhoud gecreëerd met een bredere reeks aan modaliteiten, begonnen we de ITproblemen op te lossen die onvermijdelijk lijken in elk nieuw programma en werden, dankzij de intensieve inspanningen van de conferentie van Edinburgh, onze inschrijvingen bijna verdubbeld. Nu was die belangrijke kritische massa aan deelnemers bereikt die nodig is om het programma van zijn eigen momentum te kunnen laten profiteren. Vijftien maanden later hebben we bijna 90 deelnemers uit 24 landen en met 23 verschillende beroepen, 25 afgestudeerden, activiteiten verdeeld over zeven modaliteiten en tien onderwijspartners die allemaal waardevolle inhoud bijdragen aan ons programma. Pagina | 30
Het programma wordt nog steeds geleid door de lerende, is nog steeds flexibel en moedigt nog steeds relevantie aan. Hieronder volgen twee discussiedocumenten die de tweede en derde fase van het programma schetsen. De invoering hiervan moet plaatsvinden in de loop van respectievelijk 2014 en 2015/2016. De filosofie achter deze programmaontwikkeling in drie fasen is: Fase 1: het aanbieden van een flexibel en relevant gedegen onderwijsplatform door een hoogwaardige kennisbasis op te bouwen en te zorgen voor een rendabel aantal inschrijvingen; Fase 2: een robuustere structuur invoeren op basis van gedegen pedagogische principes, onder behoud van flexibiliteit en relevantie. Fase 3: het verbeteren van het programma door een wereldwijde norm in te voeren op basis van hoogwaardige inhoud en overbrenging en het toekennen van formele academische kwalificaties, samen met partnerinstellingen die academische graden toekennen op elk continent. Onderwijsplan voor 2014 Modularisering en de herstructurering van het netwerk Hieronder volgt een schets van de uitvoering van de tweede fase van de ontwikkeling van het ISQuabeursprogramma. In de eerste fase is er bewust voor gezorgd dat het beursprogramma zich op een organische manier kon ontwikkelen rond een aantal licht gestructureerde activiteiten, waardoor het programma inhoud kon ontwikkelen, een platform kon worden opgezet en wij de leerkeuzes en -patronen van deelnemers konden observeren. Deze benadering is duidelijk nuttig gebleken in de beginjaren en was haalbaar dankzij het kleine aantal deelnemers in de eerste twaalf maanden van het programma. Het aantal deelnemers ligt nu boven de tachtig en neemt toe, de inhoud is uitgebreid en waardevol en de leerpatronen van de eerste cohort zijn goed begrepen. Het is nu dus tijd om meer structuur en discipline aan te brengen in het programma en een aantal pedagogische kernprincipes vollediger te erkennen, zoals motivatie, de richting van de activiteit (het bepalen van de volgorde van de selectie), uiteenzetting en kritische kanttekeningen, terwijl tegelijkertijd de belangrijke kenmerken, zoals het worden geleid door de lerende, flexibiliteit en relevantie, behouden blijven. Om dit te bereiken, zal fase twee van de ontwikkeling van het ISQua-beursprogramma worden ingedeeld in samenhangende modules, met afrondingseisen die ervoor zorgen dat deelnemers zowel een diepe als een brede kennis kunnen opdoen over een reeks belangrijke kwaliteits- en veiligheidsthema's. Het programma heeft een aantal integrale activiteiten die moeten worden ontwikkeld tot georganiseerde en samenhangende modules, teneinde de toegankelijkheid te vergroten en belangrijke leercompetenties te verwerven. De activiteiten die het meest waardevol bleken, zijn: 1. Webinars; 2. Casusonderzoeken. In combinatie met deze onderdelen, zijn er ook netwerkonderdelen die moeten worden ontwikkeld om op hetzelfde niveau als de bovenstaande onderdelen te kunnen worden aangeboden, namelijk: 1. Het beursforum; 2. De boekenclub. Pagina | 31
De nieuwe structuur biedt studenten een duidelijker overzicht van hun leren en zal het beheer van de administratie van het onderwijssysteem vergemakkelijken. Het zal ook de ontwikkeling van kerncompetenties voor elke module vergemakkelijken. Overzicht van de nieuwe structuur Er wordt voorgesteld dat het leren in het kader van de nieuwe structuur wordt aangeboden op basis van een combinatie van in eerste instantie vier modules en keuzevakken. Het biedt studenten een duidelijke structuur waarop zij hun werk kunnen baseren, maar verschaft ze tegelijkertijd de flexibiliteit om hun studiegebied af te stemmen op hun professionele ontwikkeling.
1. Modules Elke module zal bestaan uit vier onderdelen: • Casusonderzoek; • Twee webinars; • Deelname aan het beursforum; • Beoordeling Elke student moet drie van de vier modules en twee onderdelen van de vierde module volledig afronden.
Voorbeeld De pedagogische voordelen en voordelen voor de patiëntveiligheid van opleidingen op basis van simulatie zijn dat
Pagina | 32
Voor elke module kunnen tien studiepunten worden behaald en voor de individuele onderdelen kunnen vijf studiepunten worden behaald, wat neerkomt op veertig studiepunten in totaal. 10 x 3 = 30 2 x 5 = 10 Totaal = 40
2. Keuzevakken Dit onderdeel kan worden ingevuld met elke combinatie van goedgekeurde activiteiten die op onze website te vinden zijn en maximaal twintig studiepunten kunnen worden behaald met keuzevakken, zoals de deelname aan conferenties, het schrijven van een hoofdstuk in een boek enz. Tijdschema In maart 2014 wordt een proefmodule over leiderschap en management gestart en terwijl de studenten deze afronden, worden de werkzaamheden voortgezet ten aanzien van de ontwikkeling van de vier basismodules en de software die zal worden gebruikt om deze aan te bieden. Volgens de planning zal deze nieuwe structuur na de evaluatie van de managementmodule tijdens de conferentie van oktober 2014 worden ingevoerd. Nieuwe studenten beginnen hun studie volgens de nieuwe structuur en de huidige studenten hebben de mogelijkheid om hun studie volgens de oude regels af te ronden wanneer zij zijn ingeschreven voor de nieuwe modules. Nieuwe kenmerken: • •
Studiegroepen; Mobiele app.
7. BELEMMERINGEN VOOR DE UITVOERING Op basis van de gemelde activiteiten is besloten de uitdagingen voor de uitvoering van opleidings- en scholingsactiviteiten onder te verdelen in vier hoofdcategorieën die verband houden met: • • • •
middelen (geld, personeel, tijd, deskundigheid enz.); weerstand tegen verandering en een gebrek aan bewustzijn; organisatie en logistiek; en overige redenen. Pagina | 33
Door zeven landen werd melding gemaakt van belemmeringen in verband met financiering. Weerstand tegen veranderingen, waaronder onvoldoende faculteitscapaciteiten, werd door zes landen gemeld. Acht landen meldden belemmeringen die voortvloeiden uit de organisatie en logistiek. Andere redenen waren onder meer het gebrek aan relevante gegevens voor de beoordeling van de gevolgen, taalproblemen en vertalingen en een gebrek aan sterk leiderschap. De belangrijkste gemelde belemmeringen en moeilijkheden waren een gebrek geld en tijd, maar ook een gebrek aan bekwame en goed opgeleide faculteiten en docenten. Factoren als het opnemen van opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid in de curricula of een gebrek aan bewustzijn ten aanzien van onderwerpen op het gebied van patiëntveiligheid werden ook genoemd. Andere gemelde moeilijkheden waren onder andere: technische problemen, zoals een gebrek aan leermiddelen, zoals geschikte klaslokalen, projectoren voor powerpoints enz. Alle gemelde belemmeringen en moeilijkheden zijn samengevat in tabel 8. Naast de belemmeringen die werden gemeld tijdens de gegevensverzameling, vindt u hieronder nog meer voorbeelden van problemen die de uitvoering van opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid bemoeilijken, zoals vastgesteld tijdens de vergadering van de Subgroep OS. • • • •
• •
Een gebrek aan middelen, de werklast, een gebrek aan personeel en financiële beperkingen zijn, in eerste instantie, grote belemmeringen voor de uitvoering van de "nieuwe" activiteiten. Een gebrek aan bewustzijn op het hoogste/leidinggevende niveau. Patiëntveiligheid moet als prioriteit worden gezien en leidinggevenden moeten optreden als rolmodellen. Het gebrek aan een veiligheidscultuur (in plaats van een "schuldcultuur"). Een beter managementsysteem om beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg hierbij te betrekken. Als opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid wordt gezien als een extra werklast, maar niet als integrale competentie voor alle beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg, is het lastig om mensen te motiveren deel te nemen aan deze activiteiten. Een gebrek aan kennis, waar patiëntveiligheid om gaat, waarom dit belangrijk is, welke concrete instrumenten en maatregelen beschikbaar zijn enz. De noodzaak om de juiste deskundigheid te vinden en te plaatsen op faculteitsniveau.
8. SUCCESFACTOREN BIJ DE UITVOERING De vastgestelde belangrijke factoren voor de uitvoering van acties op strategisch niveau zijn onder meer: • • • • •
•
het waarborgen dat het juiste curriculum wordt gebruikt voor de juiste beroeps-/doelgroep en dat dit wordt voltooid binnen de vastgestelde termijn; de uitvoering van minimumnormen voor de opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid in het bachelor- en postuniversitair onderwijs; het introduceren van patiëntveiligheid als integraal, noodzakelijk of verplicht onderwijsgebied voor de bachelor en CPD (met inbegrip van postuniversitair onderwijs); de ontwikkeling en uitvoering van een strategie voor de patiëntveiligheid, met inbegrip van een opleidingsplan voor bachelor-/postuniversitaire curricula, met duidelijke leerdoelen en doelstellingen die zijn bepaald door beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg en in hun taakomschrijving; de opstelling en uitvoering van een nationale strategie voor patiëntveiligheid die opleidingen omvat voor bachelor- en postuniversitaire studenten met betrekking tot patiëntveiligheid; Pagina | 34
• • •
het creëren van bewustzijn bij universiteiten en hogeronderwijsinstellingen en hen ervan bewust maken dat patiëntveiligheid en zorgkwaliteit cruciaal zijn voor beroepsbeoefenaars; participatieprocessen die worden gekenmerkt door dialogen en de wederzijdse uitwisseling tussen beleidsgebieden, administratieve niveaus, organisaties en andere belanghebbenden; ervoor zorgen dat opleidingen op basis van simulatie deel gaan uitmaken van de gespecialiseerde opleidingsprogramma's en scholing voor teams, zoals de teamtraining over hartstilstanden.
De praktische oplossingen die goed werken en moeten worden aanbevolen, zijn onder meer: • •
• •
•
•
• •
het invoeren van patiëntveiligheid in de curricula van de continue professionele opleiding van beroepsbeoefenaars en leidinggevend personeel in de gezondheidszorg; de benadering op grond van meerdere plannen: de opleiding op bachelorniveau, het verbeteren van de veiligheidscultuur in ziekenhuizen, het verbeteren van de vaardigheden van medisch personeel op het gebied van patiëntveiligheidsinstrumenten en -praktijken, vereisten en normen voor de patiëntveiligheid; het beschikbaar maken van een website waarop informatie over opleidings- en scholingsprogramma's op het gebied van patiëntveiligheid in de EU toegankelijk zijn; het verbreden van de bachelor- en postuniversitaire curricula door hierin verplichte vakken over patiëntveiligheid op te nemen; o het organiseren van patiëntveiligheidscursussen voor organisatieleiders en leidinggevend personeel in de gezondheidszorg; o alle universiteiten aanbevelen patiëntveiligheid op te nemen in hun curricula; o het aanbevelen om patiëntveiligheid op te nemen in de introductiecursussen voor nieuw aangeworven beroepsbeoefenaars in ziekenhuizen en faciliteiten voor eerstelijnsgezondheidszorg (in zowel de publieke als particuliere sector); o het geven van presentaties/cursussen over patiëntveiligheid en zorgkwaliteit op universiteiten en in het hoger onderwijs (als externe deskundigen); o het uitnodigen en financieren van universiteiten om specifieke opleidingen te organiseren op het gebied van patiëntveiligheid (bijvoorbeeld cultuur, empowerment van patiënten, proactieve risicoanalyses, leiderschap) en samen te werken ten aanzien van opleidingen; het organiseren van nationale evenementen (bijvoorbeeld symposium, congres enz.) over patiëntveiligheid en universiteiten en beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg uitnodigen hieraan deel te nemen; het organiseren van stages voor studenten in ziekenhuizen, om hen bewust te maken van het belang van patiëntveiligheid en zorgkwaliteit (een andere methodologie om dit te doen: focusgroepen); het betrekken van professionele genootschappen bij de ontwikkeling van opleidingsprogramma's; "nudge theory", bewijzen; gegevens; onderzoeksonderwerpen; publicaties.
Een van de meest relevante aspecten met betrekking tot de invoering van patiëntveiligheid in de bachelorprogramma is de aanpassing van universitaire modules of de invoering van nieuwe modules. De aanbeveling biedt academici de mogelijkheid om tijdens het onderwijs aandacht te besteden aan patiëntveiligheidskwesties. Het zou dus zinvol zijn om patiëntveiligheid onder de aandacht te brengen en hieraan voorrang te verlenen in het onderwijs, in plaats van nieuwe modules toe te voegen aan Pagina | 35
universitaire vakken, en de verschillende onderwerpen in hun context te plaatsen in verschillende disciplines (bijvoorbeeld het presenteren van de chirurgische checklist tijdens lessen voor chirurgen in opleiding of het behandelen van handhygiëne tijdens lessen over aan de antibioticaresistentie gerelateerde problemen). Een dergelijke eenvoudige benadering kan helpen de cultuur van patiëntveiligheid reeds op bachelorniveau te verbeteren. Dezelfde aanpak kan worden overwogen voor CPD-opleidingen.
Andere factoren die door de Subgroep OS zijn vastgesteld, zijn: •
•
•
•
•
•
• • •
•
een goed ontwikkelde, volwassen cultuur van patiëntveiligheid, die: o prioriteit verleent aan patiëntveiligheid op alle niveaus van de zorgverlening; o als ondersteunend wordt ervaren in het dagelijks werk; o leren en verbeteren bevordert en niet beschuldigt of bestraft; o zorgt voor de betrokkenheid van alle beroepsbeoefenaars, leidinggevenden en patiënten/familieleden in de gezondheidszorg; o wordt bevorderd en ondersteund door de rolmodellen; de bevordering van verbetering: het is van belang dat verbeteringen plaatsvinden, zodat beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg echt veranderingen voor een betere gezondheidszorg ervaren in de dagelijkse praktijk; het van elkaar leren: het bevorderen van de uitwisseling van kennis en ervaringen als een van de belangrijkste aspecten van patiëntveiligheid. Patiëntveiligheid kan niet wettelijk verplicht worden gesteld. Strategieën met een top-down- en bottom-up-perspectief zijn zinvol; het beginnen met elementen die gemakkelijk kunnen worden uitgevoerd: in plaats van uitgebreide opleidingsprogramma's, is het nuttig te beginnen met slimme activiteiten die gemakkelijk in de dagelijkse werkpraktijk passen; het opleiden van de opleiders op het gebied van patiëntveiligheid en het gebruik van geschikte methoden om patiëntveiligheid te onderwijzen (interactieve methoden, het opnemen van perspectieven van patiënten, opleiding op het gebied van communicatie enz.); het oriënteren op de beschikbare instrumenten/maatregelen en voorbeelden van beste praktijken en het gebruiken van de bestaande maatregelen en ervaringen (zoals controlelijsten enz.) en deze aanpassen aan de organisatorische/plaatselijke omgeving; de nadruk leggen op het interprofessionele aspect van patiëntveiligheid: teamwerk en het respecteren van de bestaande verschillen in beroepsculturen zijn belangrijke onderwerpen; de opname van ervaringen van patiënten met incidenten en de verbetering van zorgprocessen, communicatie enz.; het werken met stimulansen: patiëntveiligheid moet niet worden gezien als extra werklast. Dit omvat: o behoorlijke financiering en niet-financiële stimulansen; o zelfmotivatie en verantwoordelijkheid van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg; o flexibiliteit en aanpasbaarheid van opleidings- en scholingsactiviteiten op basis van beroep, zorgomgeving, zorgsysteem enz.; het zien van patiëntveiligheid als essentieel onderdeel van opleiding en scholing op alle niveaus en voor alle beroepen: het is geen aanvullend onderwerp dat moet worden geleerd, maar de kern van de gezondheidszorg.
De Subgroep OS heeft ook gezocht naar informatie over de succesfactoren vanuit het perspectief van de faculteit: Brian Capstick, gasthoogleraar aan het Imperial College en de ontwikkelaar van de Pagina | 36
meldingssoftware voor incidenten die wordt gebruikt door de Veterans’ Administration en het ministerie van Defensie in de Verenigde Staten, de provincie Brits-Columbia en enkele andere zorgverleners in Canada en 70 tot 80 % van de NHS in Groot-Brittannië. Volgens professor Capstick zijn de succesfactoren voor het onderwijs over patiëntveiligheid onder meer: 1. Omvang en duidelijkheid van het doel Patiëntveiligheid is een relatief nieuw gebied van menselijke activiteiten en het leerproces kan sneller zijn wanneer dit is gericht op gebieden die als prioriteit worden beschouwd en waarop de kenmerkende werkwijze van het leren van fouten resultaten kan opleveren die niet op doeltreffendere wijze kunnen worden behaald met andere middelen. Moet een programma over patiëntveiligheid bijvoorbeeld worden beperkt tot gevallen waarin zich nieuwe gevaren voordoen in het zorgsysteem, zoals ingrepen op de verkeerde plek, het bewaren van instrumenten na een operatie of ziekenhuisinfecties? Of moet patiëntveiligheid ook gevallen omvatten waarin een patiënt letsel oploopt als gevolg van een ziekte, maar deze schade (ten minste gedeeltelijk) had kunnen worden voorkomen als er geen fout was gemaakt, zoals in gevallen waarin de diagnose of behandeling door nalatigheid is vertraagd, terwijl dit voorkomen had kunnen worden? Het opnemen van schade die is veroorzaakt door fouten in de patiëntveiligheid kan aanzienlijke voordelen opleveren voor de opleiding en scholing. Het zou ervoor zorgen dat patiëntveiligheid een meer vanzelfsprekend onderdeel wordt van de klinische opleiding en zorgen voor interesse van clinici, die relatief gemakkelijk kunnen worden gemotiveerd om te leren hoe een meer consistente standaard van patiëntveiligheid kan worden bereikt en hoe geschillen kunnen worden voorkomen. 2. Lering trekken uit ongewenste voorvallen Het ligt voor de hand dat het leren uit ongewenste voorvallen een belangrijk onderdeel wordt van opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid. Er kan veel lering worden getrokken uit afzonderlijke casusonderzoeken, die zich uiteraard lenen voor het soort participatieve oefeningen waaraan volwassenen vaak de voorkeur geven ten opzichte van meer passieve onderwijsvormen. Goede casusonderzoeken kunnen verrassend moeilijk te vinden en te schrijven zijn en het vergt veel van individuele opleiders als zij dit zelf moeten doen. In dit verband is ondersteuning uit een nationale of plaatselijke bron nuttig, zoals de bewonderenswaardige video en het boekje "Learning from Error" van de WHO14. Het leren van het onderzoeken van een groot aantal incidenten op het gebied van patiëntveiligheid in hun totaal is natuurlijk het ultieme doel van meldingssystemen voor incidenten en er zijn enkele factoren die hieraan kunnen worden ontleend die het leerproces kunnen versnellen. (a) Koester een gemeenschap van enthousiaste gebruikers Een belangrijke succesfactor voor het leren van meldingssystemen voor gebeurtenissen is het creëren en koesteren van een enthousiaste gebruikersgemeenschap. Dit kan aanvankelijk gemakkelijker worden gedaan wanneer een proefsysteem wordt opgezet met een gemakkelijk te beheren agenda, op een gebied waarop waarschijnlijk al vroeg enkele nuttige leervoorbeelden zullen voorkomen. Een mogelijke benadering is om in eerste instantie te kijken naar die gevallen waarin de patiënt ernstig letsel heeft opgelopen,15 hoewel deze gevallen het minst vaak worden gemeld16. Een kleiner systeem 14
http://www.who.int/patientsafety/education/vincristine_download/en/ Gezondheidscommissie van het Lagerhuis, "Sixth Report of Session 2008-9, Patient Safety", 3 juli 2009, HC151-1 2008-09 blz. 4
15
Pagina | 37
kan gemakkelijk worden uitgebreid met behulp van de gebruikersgemeenschap en dit proces helpt bij het bevorderen van inbreng en het behouden van een gevoel van vooruitgang. Als een meldingssysteem voor incidenten te groot wordt, kan het verrassend moeilijk zijn om het kleiner te maken zodra het programma is ingevoerd in een geheel zorgsysteem. (b) De nadruk leggen op vermijdbare oorzaken Incidenten met betrekking tot de patiëntveiligheid hebben normaal gesproken meerdere oorzaken, maar het leren om deze incidenten te voorkomen kan sneller verlopen als de nadruk wordt gelegd op oorzaken die kunnen worden gebruikt of gecorrigeerd op het niveau van het zorgsysteem. In de praktijk bestaan er ongeveer dertig processen binnen een zorgsysteem die bij falen kunnen leiden tot ernstige schade bij patiënten17 en dit zijn goede onderwerpen om mee te beginnen. Dit zijn onder meer processen als deugdelijke systemen voor de begeleiding van clinici in opleiding, het inwerken van nieuw personeel, de identificatie van patiënten met hogere risico's en het zorgen voor doeltreffende regelingen voor patiënten met hogere risico's nadat zij zijn geïdentificeerd. Dit zijn zaken die kunnen worden verbeterd door middel van actie ter plaatse en clinici worden hierover graag geïnformeerd. Het leren over vermijdbare oorzaken op basis van gegevens uit een gegevensbank voor ongewenste voorvallen is vaak gemakkelijker wanneer de relevante oorzaken worden vermeld in het classificatiesysteem. In het conceptuele kader van de internationale classificatie voor patiëntveiligheid van de WHO zijn veel van deze oorzaken opgenomen, maar hun betekenis zou duidelijker kunnen worden, wanneer zij worden gegroepeerd in de uiteindelijke classificatieboom. Het is belangrijk om de tijd te nemen wanneer gebeurtenissen worden vastgelegd, om deze adequaat te onderzoeken, teneinde ervoor te zorgen dat zij op nauwkeurige wijze kunnen worden geclassificeerd. Dit kan het aantal gebeurtenissen dat kan worden opgenomen, beperken in vergelijking met een systeem waarin alles mogelijk is, maar leidt er doorgaans toe dat meer wordt geleerd.
9. AANBEVELINGEN Opleiding en scholing is nodig voor een cultuur van patiëntveiligheid – een cultuur van patiëntveiligheid is nodig voor opleiding en scholing Opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid: • • • •
•
moeten worden ingevoerd en opgenomen in de curricula voor werknemers en leidinggevenden in de gezondheidszorg in elke lidstaat; moeten worden aangeboden op alle niveaus van opleiding en ontwikkeling van beroepsbeoefenaars en leidinggevenden in de gezondheidszorg; moeten worden gebaseerd op eerder Europees projectwerk en het werk van de WHO op het gebied van het opbouwen en ontwikkelen van curricula; moeten constructieve, haalbare en doeltreffende manieren bieden om de perspectieven van patiënten mee te nemen in de ontwikkeling van curricula op het gebied van patiëntveiligheid; moeten gebruikmaken van curricula die op de afzonderlijke landen zijn afgestemd, en mogen geen statisch programma zijn.
16
Financiële controlecommissie, "Fifty-first Report of Session 2005-06, A safer place for patients: Learning to improve patient safety", HC 831 blz. 5 17 Capstick, B., "Learning lessons from litigation for improved patient safety", Clinical Risk (2004), 10, 221-226
Pagina | 38
Bijlagen Bijlage 1 Model
Pagina | 39
AANBEVELINGEN EN RICHTSNOEREN van DE WERKGROEP PATIËNTVEILIGHEID EN ZORGKWALITEIT INZAKE OPLEIDING EN SCHOLING OP HET GEBIED VAN PATIËNTVEILIGHEID MODEL VOOR INVENTARISATIE Doel van de werkzaamheden: Een reeks specifieke aanbevelingen en richtsnoeren voorstellen inzake opleiding en scholing van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg (vakmensen en leidinggevenden in de gezondheidszorg) op het gebied van patiëntveiligheid, die in juni 2014 moeten worden gepubliceerd, samen met het tweede verslag inzake de uitvoering van de Aanbeveling 2009/C 151/01 van de Raad betreffende patiëntveiligheid en de preventie en bestrijding van zorginfecties. Hoe is het werk gepland? De werkzaamheden zullen beginnen met het in kaart brengen van de recente goede praktijken ten aanzien van de Europese ervaring met opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid. Hiertoe is een model voor de verslaglegging over opleiding en scholing18 voor commentaar opgestuurd naar de subgroep. De herziene versie, die rekening houdt met de opmerkingen van de subgroep, is vervolgens niet alleen aan de leden van de subgroep verstuurd, maar ook aan andere leden van de Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit. De antwoorden zullen worden besproken tijdens de volgende teleconferentie in oktober en wanneer overeenstemming is bereikt, zullen deze worden gepresenteerd aan de Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit, tijdens de volgende vergadering van 4 november 2013. Op basis van de resultaten van deze werkzaamheden zal een instrumentarium worden ontwikkeld, met praktische oplossingen over de doeltreffende uitvoering van de bepalingen van de aanbeveling van de Raad en met voorbeelden van goede praktijken uit EU-lidstaten ten aanzien van opleiding en/of scholing op het gebied van patiëntveiligheid. Bovendien zal worden getracht in het instrumentarium de volgende kwesties op te nemen: de middelen van de organisatie/instelling die nodig zijn voor het uitvoeren van de opleidingsactiviteit, met inbegrip van de capaciteiten van faculteiten; het belang van de aandacht voor studenten als toekomstige beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg; het belang van het opnemen van de opleiding van leidinggevend personeel en vakmensen in de gezondheidszorg als mogelijkheid voor een leven lang leren; het betrekken van patiënten bij het proces (bijvoorbeeld hoe ervaringen of verhalen van patiënten kunnen worden gebruikt als onderwijsmateriaal); de communicatie tussen beroepsgroepen en tussen beroepsbeoefenaars en patiënten en waarden zoals verantwoording en compassie. Hoe kan dit werk nuttig zijn voor de lidstaten? Het instrumentarium voor opleiding en scholing zal de lidstaten nuttige en geactualiseerde richtsnoeren bieden die zijn gericht op het invoeren en uitvoeren van opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid voor beroepsbeoefenaars en leidinggevend personeel in de gezondheidszorg, zoals vereist door de aanbeveling van de Raad betreffende patiëntveiligheid. Relevante vormen van opleiding en scholing die moeten worden opgenomen: 18
Op basis van de door het project EUNetPaS uitgewerkte vragenlijst (http://ns208606.ovh.net/~extranet/)
Pagina | 40
Alle opleidings- en scholingsactiviteiten die zijn ontwikkeld om betere prestaties op het gebied van patiëntveiligheid te bevorderen, moeten relevant worden geacht en derhalve worden meegenomen bij het in kaart brengen. Dit omvat opleiding en scholing die worden aangeboden binnen de curricula van het hoger onderwijs, formele en informele activiteiten op het gebied van bij- en nascholing die worden aangeboden door externe instanties en activiteiten die worden aangeboden binnen gezondheidszorginstellingen. Termijn voor het inzenden van een ingevuld model: Stuur het ingevulde model vóór 16 september op naar:
[email protected] en Basia Kutryba:
[email protected] BIJ VOORBAAT DANK VOOR UW MEDEWERKING!
Naam van de leeractiviteit (opleiding en scholing) Namen van de specifieke onderwezen modules/cursussen (bijvoorbeeld melding en leren; de voorkoming en beheersing van infecties; technische menskunde, risicobeheer enz.) Nieuwe modules/cursussen waarvoor interesse bestaat als toekomstig onderwerp Georganiseerd door (naam van de universiteit/instelling/overige)
Jaar van oprichting (het jaar waarin deze opleiding of scholing voor het eerst werd aangeboden) Soort opleiding en scholing (bijvoorbeeld bacheloropleidingen, masterprogramma's, postuniversitaire opleidingen/cursussen, continue professionele ontwikkeling, overige)
Is deze opleiding en scholing geaccrediteerd (ja/nee) en door wie (volledige naam van de accreditatie-instantie) Onderwijsplatform (bijvoorbeeld in persoon in de klas, conferentie, seminar, webinar, onderwijs op afstand, boeken, open cursussen, online leren, studiebezoeken enz.) Duur van opleiding en scholing (in tijd: uren/dagen/maanden/jaren) In het geval van hoger onderwijs, gelieve ook het aantal ECTS19 of Ecvet-punten20 in te vullen. Cyclische herhaling (is de opleidings- of scholingsactiviteit bedoeld om eenmalig te worden toegepast, elke maand/elk semester/elk jaar enz.?) Doelgroep op basis van disciplines bijvoorbeeld bachelorstudenten, postuniversitaire studenten, Pagina | 41
beroepsbeoefenaars, leidinggevenden Soort publiek: multiprofessioneel, niet-professioneel Belangrijke leerresultaten: bijvoorbeeld nieuw te verwerven kennis, vaardigheden en gedragingen Kan met deze opleiding en scholing een diploma of kwalificatie worden behaald door de deelnemers (ja/nee; welke) Beoordeling van de door deelnemers verworven kennis en vaardigheden (ja/nee) Zo ja, gelieve het soort beoordeling te vermelden (schriftelijk/mondeling/overig) Korte beschrijving van de opleiding en scholing (niet meer dan 150 woorden, met inbegrip van structuur, hoofdonderwerpen, leerprocessen). Vijf sleutelwoorden die deze opleiding en scholing het best beschrijven Beoordeling van opleiding en scholing door de deelnemers? (ja/nee) Zo ja, gelieve de aard van de beoordeling (bijvoorbeeld tevredenheid van deelnemers, kennis, vaardigheden enz.) en de impact van opleiding en scholing, indien gemeten (bijvoorbeeld veranderingen in indicatoren of in de beleving van patiënten van deelnemers) te vermelden. De aanzienlijke belemmeringen die moeten worden weggenomen bij invoering van de scholing Benodigde middelen Faculteitscapaciteiten (of middelen van de organisatie/instelling) en benodigde academische kwalificaties
Interesse van de faculteit in lesgeven over patiëntveiligheid en het uitbreiden van de curricula voor patiëntveiligheid Benodigde opleiding van de faculteit Totaal aantal leerlingen tot op heden (indien bekend)
Opmerkingen
In dit gedeelte verzoeken wij u de volgende vragen te beantwoorden: Pagina | 42
Wat acht u op basis van de gemelde ervaring nuttig/belangrijk voor de uitvoering van maatregelen op strategisch en op praktisch niveau? Welke praktische oplossingen werken goed en kunnen worden aanbevolen?
Link naar de bron (website met informatie of andere contactgegevens die toegang bieden tot relevante informatie over deze opleiding en scholing) CONTACTPERSOON VOOR DEZE OPLEIDING EN SCHOLING
Voor- en achternaam
Telefoonnummer E-mailadres
LIDSTAAT/EUROPESE BELANGHEBBENDE DIE DE INFORMATIE VERSTREKT: Voor- en achternaam Afdeling Land Telefoonnummer E-mailadres
Pagina | 43
Bijlage 2 Verklarende woordenlijst Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit De Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit werd in 2005 opgericht als werkgroep van de Europese Commissie voor patiëntveiligheid. De groep heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van de Aanbeveling 2009/C 151/01 van de Raad betreffende patiëntveiligheid, met inbegrip van de preventie en bestrijding van zorginfecties; in 2009 stelde de werkgroep een discussienota op over zorgkwaliteit, die in mei 2010 werd gepresenteerd aan en besproken door de Groep volksgezondheid op hoog niveau. Sindsdien heeft de groep een nieuwe naam: de Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit. De werkgroep is actief betrokken bij EU-initiatieven met betrekking tot patiëntveiligheid en zorgkwaliteit, waaronder bij de raadpleging van de Commissie in het kader van het onderzoek naar de uitvoering van de vereisten van de aanbeveling van de Raad, bij de ontwikkeling van aanbevelingen betreffende meldings- en leersystemen en bij opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid.
Subgroep opleiding en scholing De Subgroep opleiding en scholing (Subgroep OS) is een subgroep van de Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit van de Europese Commissie. De subgroep werd opgericht om een reeks specifieke aanbevelingen en richtsnoeren voor te stellen inzake opleiding en scholing van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg (vakmensen en leidinggevenden in de gezondheidszorg) op het gebied van patiëntveiligheid, die in april 2014 moeten worden gepubliceerd, samen met het tweede verslag inzake de uitvoering van de aanbeveling van de Raad van 2009. De leden van de Subgroep OS zijn vertegenwoordigers uit tien lidstaten (Cyprus, Kroatië, Finland, Duitsland, Hongarije, Italië, Letland, Polen, Roemenië, Slovenië, het Verenigd Koninkrijk) en Noorwegen en van overkoepelende organisaties van de EU: de CED, Europese vereniging van artsen, EFN, EPF, ESQH, HOPE, ISQua, PGEU en WHO. Met dank aan de volgende personen voor het goede werk dat is verricht: Kroatië: Jasna Mesaric Cyprus: Dr. Mary Avraamidou, Christina Efstathiou Finland: Ritva Salmi Duitsland: Sonja Barth en Günther Jonitz, alsmede Barbara Hoffmann, Marcus Rall en de leden van de Duitse Coalitie voor patiëntveiligheid Hongarije: Gergely Fügedi MD, Judit Lam PhD, Eva Belicza Italië: Alessandro Ghirardini, Rosetta Cardone, Susanna Ciampalini, Angela De Feo, Lucia Guidotti Letland: Guna Jermacane, Evija Palceja Noorwegen: Torunn Omland Granlund, Eva Turk Roemenië: Carmen Angheluta Verenigd Koninkrijk: Bruce Warner, Daniel Eghan Pagina | 44
CED: Nina Bernot, Aleksandra Sanak Europese vereniging van artsen: Sarada Das, Anamaria Corca EFN: Paul de Reave EPF: Kaisa Immonen-Charalambous, Cristina Padeanu ESQH: Paul Bartels HOPE: Silvia Bottaro, Pascal Garel ISQua: Peter Carter PGEU: Jamie Wilkinson WHO: Agnes Leotsakos
De volgende leden van de Werkgroep patiëntveiligheid en zorgkwaliteit worden ook bedankt voor hun bijdrage: Oostenrijk: Patrizia Theurer België: Margareta Haelterman, Hilde Peleman, Laure Istas Bulgarije: Milena Vladimirova, Natashka Danova, Plamen Dimitrov Denemarken: Helle Krarup, Hans Trier, Jeppe Troels Berger Estland: Eve Pilt Frankrijk: Michèle Perrin Ierland: Philip Crowley Litouwen: Egidijus Banys Luxemburg: Martine Debacker Malta: Carmel Abela Portugal: Ana Diniz Couto Slowakije: Peter Bandura, Zuzana Slezáková Slovenië: Eva Murko Spanje: Yolanda Agra Zweden: Ellen Ringqvist, Hans Rutberg Nederland: Hanneke Merten, Martine de Bruijne Ook de volgende CED-leden worden bedankt: Associazione Italiana Odontoiatri, de Finse Vereniging voor de tandheelkunde en de Zweedse Vereniging voor de tandheelkunde. Een lijst met bijdragen vindt u in tabel 1. Pagina | 45
Opleiding en scholing op het gebied van patiëntveiligheid: Nadruk op de verwerving van kennis, gedragingen en vaardigheden om veranderingen in het gedrag ten aanzien van patiëntveiligheid te bevorderen. Deze beginselen hebben betrekking op niet-technische vaardigheden die niet disciplinespecifiek zijn. Voorbeelden: melden van incidenten, technische menskunde, uitwisseling van informatie tussen beroepsbeoefenaars en met patiënten. (Cordula Wagner, professor patiëntveiligheid, NL)
Bij- en nascholing (continue professionele opleiding): De systematische instandhouding, verbetering en voortdurende verwerving en/of versterking van de levenslange kennis, vaardigheden en competentie van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg. Dit is cruciaal om de voldoen aan de behoeften van patiënten en zorgverlening en individuele professionele leerbehoeften. De term onderkent niet alleen dat een breed scala van competenties nodig is om hoogwaardige zorg te verlenen, maar erkent ook de multidisciplinaire context van patiëntenzorg. [Dit omvat bijvoorbeeld technische, wetenschappelijke, regelgevende en ethische ontwikkelingen alsook onderzoeks-, beheers, en administratieve vaardigheden en vaardigheden ten aanzien van de relatie met de patiënt. Activiteiten kunnen worden gecategoriseerd als formeel/informeel en verplicht/vrijwillig.] (definitie van de in opdracht van SANCO verrichte studie betreffende de bij- en nascholing (CPD) en een leven lang leren van beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg in de EU- en EVA-/EER-landen)
Nudge theory (of "nudge"): een begrip uit de gedragswetenschappen, politieke theorie en economie dat inhoudt dat positieve bevestigingen en indirecte suggesties gedrag beter beïnvloeden dan wetten en besluiten. ("Nudge: Improving Decisions about Health, Wealth, and Happiness", Richard H. Thaler, Cass R. Sunstein).
Pagina | 46
Tabellen Tabel 1: Voorbeelden van opleidingsactiviteiten ingezonden door respondenten
Land
Organisator
Naam van opleidingsactiviteit met modules21
OOSTENRIJK Ziekenhuis Hietzing mit Neurologischem Zentrum Rosenhügel
1) Basiscursus risicobeheersing
2) Regelmatige vergaderingen over risicobeheersing BELGIË
Basisvaardigheden: Federale Overheidsdienst Volksgezondheid; Tweede begeleidingsprogramma: acht Belgische universiteiten, onder coördinatie van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid.
Gepland: Tweede nationale programma inzake kwaliteit en patiëntveiligheid (20132017): begeleidings- en ondersteuningsprogramma. Workshop over basisvaardigheden voor patiëntveiligheid: • oorzakenanalyse, falingstoestand- en effectenanalyse, cultuur van patiëntveiligheid, ICPS (WHO), beheer van zorgprocessen, model voor chronische zorg, indicatoren • ongeveer 3 000 deelnemers tussen 2007 en 2012 • de meeste van hen zijn medewerkers voor kwaliteit en patiëntveiligheid Tweede begeleidingsprogramma, ontwikkeld in nauwe samenwerking met acht Belgische universiteiten: 2014: ondersteuning van de uitvoering van projecten voor de empowerment van patiënten op microniveau – cultuur van patiëntveiligheid – leiderschap – het uitvoeren van verbeteringsprocessen – het begeleiden van Belgische ziekenhuizen bij de ontwikkeling van medicatieoverdrachten en geïntegreerde zorg – gevolgen na het "tweede en derde slachtoffer" van een klinisch incident: onderzoek en opleiding – proactief risicobeheer in de operatiekamer. Sommige onderwerpen uit 2014 zullen
Pagina | 47
verder worden uitgediept, terwijl andere onderwerpen nieuw zijn
1. Inleiding – kwaliteit en patiëntveiligheid 2. Opleidingsprogramma "Kwaliteit" 3. Workshop patiëntveiligheid 4. Prisma-methode
Medicatieveiligheid GZA Ziekenhuizen Melding van incidenten en bijnaincidenten. Het vaststellen van standaardprocedures. Klinische zorgpaden.
2. Psychiatrisch Centrum dr. Guislain
Valpreventie bij ouderen thuis Kwaliteitsborging in het preventiebeleid
3. AZ Sint-Jan Brugge-Oostende.
Valpreventie en -opleiding Valpreventie Beleid voor de voorkoming van infecties op de afdeling dialyse
4. KHBO, Oostkamp, België 5. HIVA (België) Nederlands Paramedisch Instituut (Nederland) 7. NIG, Leuven (België) 8. Orpadt Jette (België) 9. BICS Brussel (België) 10. Leuven (België) 11. LOGO, Brugge (België) 12. Orpadt Jette (België) 13. Vesaliusinstituut, Oostende (België)
Beleid voor de voorkoming van infecties op de intensive care Valpreventie met ouderen: een voortdurende uitdaging, ook in Vlaanderen Opleiding valpreventie Beleid voor de voorkoming van infecties Beleid voor de voorkoming van infecties na de operatie Preventiebeleid en MRSA-infecties op de afdeling dialyse Valpreventie met ouderen: droom of realiteit Voorkoming van wonden bij ouderen
14. VUB Jette (België)
Op weg naar een betere patiëntveiligheid
15. KUL, Leuven (België)
Patiëntveiligheid
16. Oostende (België)
Patiëntveiligheid: topprioriteit?
Pagina | 48
17. VVIZV, Gent, België
Week van de patiëntveiligheid
18. ICURO, Brussel
Aansprakelijkheid en patiëntveiligheid
19. Federale Overheidsdienst Volksgezondheid (België)
Workshop medicatieveiligheid
20. AZ St Lucas, Brugge, België 21. Vlaamse Vereniging van ziekenhuisapothekers, Brussel 22. VVIZV, Gent (België) 23. Kluwer, Gent (België) 24. VZA, België
Veiligheid in ziekenhuizen Symposium over kwaliteit en veiligheid op de intensive care Het combineren van omgeving en veiligheid Patiëntveiligheid en het beheer van ongewenste voorvallen Naleving van de voorschriften met betrekking tot handhygiëne
25. VZA, België 26. Griffith, Antwerpen
Nosocomiale infecties in Belgische ziekenhuizen
27. Orpadt, België
Ontsmetting van handen en instrumenten
28. Orpadt, België 29. VVIZV, Brugge
Infecties: trends op het gebied van preventie en behandeling
30. Vesaliusinstituut, Oostende
Beheersing van infecties in de nefrologie
31. VBVK, Brussel
Voorkoming van infecties op de intensive care
32. Amelior, Sint Niklaas (België) 33. BICS, Brussel 34. Pfizer, Brussel
Voorkoming van infecties na de operatie op de intensive care
35. Pfizer, Elewijt (België)
Opleidingsreferentie infectiebeheersing verpleegkundigen
36. KATHO, Brugge
Congres patiëntveiligheid Benelux
37. BD, Vilvoorde (België)
Voorkoming van postoperatieve wondinfecties
38. Universitair ziekenhuis Groeninge, Kortrijk 39. Deloitte & Touche, Antwerpen
Pfizer dag van de patiëntveiligheid Pohert veiligheidsdag Permanente educatie: veilige chirurgie De noodzaak van veiligheid voor de accreditatie van laboratoria en ziekenhuizen Risicobeheersing tijdens natuurrampen Omgaan met risico's in het ziekenhuis
BULGARIJE
Medische Universiteit Varna
Masterprogramma gezondheidsmanagement: risicobeheersing
KROATIË
1) Universiteit van Zagreb, faculteit geneeskunde
1) Kwaliteit van verpleegkundige verzorging
Pagina | 49
2) Agentschap voor de kwaliteit en accreditatie in de gezondheidszorg en maatschappelijke bijstand, Kroatische Vereniging voor de kwaliteitsverbetering in de gezondheidszorg
2) Workshops over patiëntveiligheid (patiëntveiligheidsindicatoren)
CYPRUS 1) Managementteam voor onderwijsprogramma's, onderwijssector, verpleegdiensten, ministerie van Gezondheid van Cyprus.
1) Infectiebeheersing Perioperatieve verpleegkunde Wondverzorging Intensieve verpleegkundige zorg (volwassene, kind, zuigeling) Verpleegkundig proces Vaccinatie Veiligheid tijdens ingrepen
2) Opleidingskantoren in openbare/algemene ziekenhuizen, verpleegdiensten, ministerie van Gezondheid, Cyprus.
Workshops communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen 2) De verpleegkundige verzorging van patiënten met een tracheotomie Preventie en beheersing van doorligwonden Verpleegkundige verzorging voor patiënten na een coronaire bypass Veilige omgang met gevaarlijke cytostatische geneesmiddelen Opleiden van verpleegkundigen op het gebied van essentiële doelstellingen voor de intensive care Beoordeling van de ademhaling of apparaten die de ademhaling ondersteunen Veilig verplaatsen van patiënten Thuisverpleging voor patiënten met mechanische beademing Maatregelen ter voorkoming van ziekenhuisinfecties Gebruik/verkeerd gebruik van antibiotica Hepatitis C en drugsgebruik Teamopleidingen voor hartstilstanden vinden plaats in ziekenhuizen. Triage.
Pagina | 50
DENEMARKEN
1) Deense Vereniging voor patiëntveiligheid 2) De Eenheid patiëntveiligheid van de Deense regio Hoofdstad. 3) De regio Midden-Jutland in samenwerking met de regio NoordJutland 4) Bachelorstudenten verpleegkunde, fysiotherapie, ergotherapie, biomedische laboratoriumgeneeskunde enz. 5) De faculteiten Gezondheidswetenschappen van de Universiteit van Kopenhagen, de Universiteit van Aarhus, de Universiteit Zuid-Denemarken en de Universiteit van Aalborg 6) De gespecialiseerde genootschappen plannen de gespecialiseerde opleiding van artsen in samenwerking met de nationale gezondheids- en welzijnsraad en de simulatiecentra van het land. 7) De simulatiecentra/-eenheden verwijzen naar de regio's of universiteiten. Er zijn simulatiecentra in de ziekenhuizen van alle vijf regio's. Er is steeds meer belangstelling voor een nationale samenwerking op het gebied van deze activiteiten. In de Deense regio Hoofdstad, het Deense Instituut voor medische simulatie (postuniversitaire activiteiten) en het Centrum voor klinisch onderwijs (bachelor). Er zijn centra in Aarhus, Odense en Aalborg.
1) Basiscursus voor risicomanagers. Basisbeginselen voor de patiëntveiligheid Juridische aspecten De rol van de risicomanager Menselijke factoren Communicatie-instrumenten Instrumenten voor de reactieve analyse (oorzakenanalyse en analyse van belangrijke incidenten) Verbetermethoden Het tweede slachtoffer Zorg voor de getroffen patiënt 2) De korte cursussen zijn: De introductiecursus patiëntveiligheid wordt twee keer per jaar gegeven. De cursus oorzakenanalyse wordt één keer per jaar gegeven. De cursus falingstoestand- en effectenanalyse in de gezondheidszorg wordt één keer per jaar gegeven. De introductiecursus statistische processen wordt één keer per jaar gegeven. 3a) Tweedaagse basiscursus voor klinisch personeel met een belangrijke taak op het gebied van patiëntveiligheid en klinische personeelshoofden. De cursus heeft betrekking op de terminologie en concepten, en er worden onderwerpen gepresenteerd zoals de wetenschap van de patiëntveiligheid, fundamentele juridische kwesties, verslaglegging, het analyseren en leren van ongewenste voorvallen, maatregelen om de veiligheid te verbeteren, het eerste en tweede slachtoffer, verdere specifieke en verschillende verbeteringsinstrumenten en -projecten 3b) Tweedaagse cursus voor gevorderden gericht op verschillende instrumenten en methoden ter verbetering van de patiëntveiligheid, zoals de cultuur van patiëntveiligheid, de "Global Trigger Tool", statistische procesbeheersing, de chirurgische controlelijst, veilige handhygiëne enz. 4) De modules op het gebied van patiëntveiligheid zijn opgenomen in het algemene curriculum van de basisopleidingen gezondheidszorg op bachelorniveau. De modules zijn afgestemd op de specifieke professionele
Pagina | 51
groep en verschillen enigszins in omvang en inhoud. Ze hebben betrekking op basisaspecten van de wetenschap van patiëntveiligheid, juridische kwesties, verslaglegging en leren, alsook op een veilige klinische praktijk. 5) Modules van bijvoorbeeld 5 ECTS worden op vrijwillige basis aangeboden aan masterstudenten gezondheidszorg, volksgezondheid, klinisch beheer en zorgkwaliteit, medicijnen enz. De cursussen hebben betrekking op de basisaspecten van patiëntveiligheid en zorgkwaliteit: terminologie en concepten, de wetenschap van kwaliteitsverbetering, epidemiologie en kwaliteitsverbetering, juridische kwesties, verslaglegging en leren, een cultuur van patiëntveiligheid en niet-technische vaardigheden, verbetermodellen, duurzaamheid van verbeteringen, kwaliteitsbeheer, accreditatie, de betrokkenheid en empowerment van patiënten, de tevredenheid van patiënten, de bewaking van kwaliteitsindicatoren en audits. Bacheloractiviteiten: communicatie met patiënten; zaalronden; opleiding op het gebied van praktische vaardigheden Postuniversitaire activiteiten: voor individuen, als onderdeel van gespecialiseerde opleidingsprogramma's, met gebruik van simulatie. 5. Voor eerstejaars artsen is er een vierdaagse cursus beschikbaar, tijdens welke patiëntveiligheid en niet-technische vaardigheden aan de orde komen, net zoals het verband tussen technische en niettechnische vaardigheden. 6. In de gespecialiseerde opleiding voor ambulance-technici, paramedici, verloskundigen en anesthesiemedewerkers maken patiëntveiligheid en niet-technische vaardigheden deel uit van de cursussen van het Deense Instituut voor medische simulatie. 7. Een driedaagse cursus op het gebied van patiëntveiligheid, intraprofessionele communicatie en communicatie met patiënten is opgenomen in de nationale gespecialiseerde opleiding voor anesthesisten. Niet-technische
Pagina | 52
vaardigheden worden behandeld in enkele van de andere verplichte cursussen, die deel uitmaken van de verwerving van vaardigheden in een periode van 4 jaar. 8. Patiëntveiligheid, menselijke factoren en niet-technische vaardigheden zijn opgenomen in de gespecialiseerde opleiding van artsen (er zijn hiervoor specifieke leerdoelen vastgesteld in de curricula). Activiteiten voor organisatieteams (CPD): al deze activiteiten omvatten aspecten van patiëntveiligheid, menselijke factoren en niet-technische vaardigheden. Deze activiteiten zijn bedoeld voor de echte teamleden (niet voor studenten). In veel van de grotere ziekenhuizen in Denemarken is dit geïntroduceerd en in enkele ziekenhuizen is dit ook ten uitvoer gelegd. 7. Teamopleiding hartstilstand 8. Teamopleiding letsel 9. De identificatie en initiële behandeling van de ernstig zieke patiënt op de afdeling 10. Teamopleiding verloskunde 11. Het volledige team voor de operatiezaal 12. Opleiding chirurgische vaardigheden Activiteiten voor organisaties In het Deense Hoofdstedelijk Gewest werken simulatiecentra samen op het gebied van opleidingen van de organisatie op basis van simulatie. Het aantal initiatieven waarbij alle personeelsleden van een bepaalde afdeling worden opgeleid als teams op het gebied van niet-technische vaardigheden, neemt toe. In 2013 namen alle personeelsleden van zeven afdelingen deel aan een teamopleiding op het gebied van niet-technische vaardigheden middels simulatie, in een simulatiecentrum of door de simulator naar de afdeling te halen. We maken stappen in de richting van gemeenschappelijke opleidingsconcepten op basis van patiëntveiligheidskwesties binnen de organisatie. Dit wordt gedaan in samenwerking met de Eenheid voor patiëntveiligheid in de regio. Opleidingen op het gebied van menselijke factoren, patiëntveiligheid en niet-
Pagina | 53
ESTLAND
1), 2) Het College voor de gezondheidszorg van Tallinn
technische vaardigheden worden tot op zekere hoogte in de meeste ziekenhuizen in Denemarken aangeboden. Bovendien is er bij de chirurgische specialismen meer nadruk gelegd op de opleiding met chirurgische simulatoren, voordat de ingreep bij een patiënt wordt uitgevoerd. Dit maakt deel uit van de gespecialiseerde opleidingsprogramma's. 1) De basisbeginselen van infectiebeheersing Patiëntveiligheid is opgenomen in andere vakken en onderwerpen (bijvoorbeeld chirurgische verpleging, verplegingsprocedures enz.)
3) Het College voor de gezondheidszorg van Tartu
2) Gespecialiseerde opleiding voor verpleegkundigen
4) Het Centrum voor de medische bij- en nascholing van de medische faculteit van de Universiteit van Tartu
3) Management en onderneming in de verpleegkunde
5) Het medisch centrum NoordEstland (ziekenhuis), opleidingsafdeling
4) Infectieziekten 5) Patiëntveiligheid maakt deel uit van de meeste van de volgende leeractiviteiten, zelfs wanneer dit niet in de titel is aangegeven. 6) Opleidingen op het gebied van patiëntveiligheid die worden gevolgd door specialisten voor infectiebeheersing (een arts voor infecties en een speciale verpleegkundige voor infectiebeheersing) en worden verzorgd door de stichting van het ziekenhuis van Pärnu en die zijn bedoeld voor beroepsbeoefenaars die zich bezighouden met de preventie van besmettelijke ziekten. Interne opleidingen die worden georganiseerd door de stichting van het ziekenhuis van Pärnu. Het personeel van het ziekenhuis van Pärnu neemt deel aan opleidingen die door andere instellingen worden georganiseerd.
FINLAND
1) Nationaal Instituut voor gezondheid en welzijn
Risicobeheersing Preventie en beheersing van infecties
2) Modules voor bij- en nascholing 3) De Finse Vereniging voor de tandheelkunde FRANKRIJK
Ministerie van Gezondheid en de Nationale Autoriteit voor de
In 2013 is het eerste nationale programma voor patiëntveiligheid gestart (voor de
Pagina | 54
gezondheid
periode 2013-2017). Het omvat vier belangrijke oriëntaties, waaronder "Opleiding, bij- en nascholing, een cultuur van patiëntveiligheid en ondersteuning" (oriëntatie 3). In 2017 worden 35 resultaten verwacht. Op veel van de onderwerpen die worden behandeld (feedback en analyse na een ongewenst voorval, communicatie met patiënten, multiprofessionele communicatie, teambuilding, omgaan met risico's, het gebruik van innovatieve methoden zoals simulatie enz.) is sinds de start van het programma ook in bij- en nascholingsprogramma's de nadruk gelegd. Voor enkele van deze onderwerpen is aanvullende financiering beschikbaar gemaakt. Veel van de gespecialiseerde programma's (kwaliteit van het medicatiebeheer, preventie van gezondheidszorggerelateerde infecties enz.) bestaan al. Het nationale programma voor patiëntveiligheid is gericht op het aanpakken van problemen bij de gemeenschappelijke wortels en verbanden met alle beroepsbeoefenaars en activiteiten en de gezondheidszorg. De multiprofessionele WHO-gids voor patiëntveiligheid zal worden voorgesteld.
DUITSLAND* * In Duitsland is alleen aan de leden van de Duitse Coalitie voor patiëntveiligheid gevraagd om verslag te doen (op vrijwillige basis). De gemelde voorbeelden zijn dus een kleine selectie. We hebben bijvoorbeeld geen afzonderlijk contact opgenomen met universiteiten of artsenkamers. In totaal zijn er dertig voorbeelden gemeld. Let op: niet alle gemelde voorbeelden worden hier
1) Ategris- die Kette der diakonischen Krankenhäuser 2) Universiteit van Keulen 3) Apothekerkammer Nordrhein, met inbegrip van activiteiten in samenwerking met de Bayerische Landesapothekerkammer 4) Kassenärztliche Vereinigung WestfalenLippe 5) Landesapothekerkammer Rheinland-Pfalz 6) Artsenkamer Berlijn, in samenwerking met de Duitse Coalitie voor
1) Vijf gemelde activiteiten: deskundigheidseisen in ziekenhuizen/de verpleegkunde; identificatiebandjes voor patiënten; meldingssysteem voor kritieke incidenten; 2) Conferentie over de medicatieveiligheid 3) Zes gemelde voorbeelden: de verbetering van de veiligheid van medicatie door openbare apothekers; risico's van farmacotherapie; beheer van ongewenste farmacologische interacties; beoordeling van de medicatie in de openbare apotheek; Apotheker für Geriatrische Pharmazie/postuniversitaire
Pagina | 55
weergegeven.
patiëntveiligheid
opleiding.
7) Apothekerkammer Berlin, met inbegrip van de samenwerking met de Deutsche Pharmazeutische Gesellschaft
4) Twee voorbeelden: MRSA; wet voor de bescherming van artsen tegen infecties en wet voor de bescherming van medisch assistenten tegen infecties
8) Apothekerkammer Hamburg
5) Twee voorbeelden ten aanzien van de medicatieveiligheid, AMTS – Arzneimitteltherapiesicherheit
9) Beierse artsenkamer 10) Universiteit van Ulm, afdeling verloskunde en gynaecologie, in samenwerking met de Duitse Coalitie voor patiëntveiligheid 11) Sana Kliniken AG en de Gesellschaft für Risikoberatung (GRB) 12) De artsenkamer van Nedersaksen, in samenwerking met de Techniker Krankenkasse 13) MVZ Strahlentherapie Buchholz
ADKA, Bundesverband Deutscher Krankenhausapotheker e.V.
6) Analyse van incidenten – intensieve opleiding 7) Twee voorbeelden van activiteiten ten aanzien van medicatieveiligheid, interactie 8) Opleiding in de fundamentele farmacie 9) Patiëntveiligheid-Risicobeheer 10) Simparteam-teamopleiding middels simulatie voor verloskundige noodgevallen 11) ERiKA-Risicoanalysen voor gebeurtenissen en communicatie (Ereignis und Risikokommunikationsanalyse) 12) Basiscursus "medisch kwaliteitsbeheer" van het Centrum voor de kwaliteit van de artsenkamer van Nedersaksen 13) Patiëntveiligheid in de radiooncologie, stralingsbescherming. Omgaan met medicatiefouten, optimalisering van processen
IERLAND
HSE-directoraat voor kwaliteit en patiëntveiligheid, in samenwerking met het Royal College of Physicians van Ierland
Diploma leiderschap en kwaliteitsverbetering Opleiding leiderschap in ziekenhuizen voor kwaliteitsverbetering Opleiding kwaliteitsverbetering voor stagiairs Grensoverschrijdend opleidingsprogramma patiëntveiligheid
ITALIË
Ministerie van Gezondheid, in samenwerking met
1. Gids voor opleidingen op het gebied van
Pagina | 56
beroepsorganisaties.
patiëntveiligheid.
Associazione Italiana Odontoiatri, de Italiaanse Vereniging voor de tandheelkunde, AIO.
2. Gids voor opleidingen op het gebied van klinisch bestuur en patiëntveiligheid. Daarnaast: Verslaglegging en leren; Preventie en beheersing van infecties; Veilige ingrepen; Risicobeheersing.
LETLAND
1) Universiteit van Letland, faculteit geneeskunde 2) Universitair kinderziekenhuis 3) Universiteitskliniek Pauls Stradins, afdeling onderwijs en wetenschappen 4) Stradina Universiteit Riga 5) Hogescholen voor de geneeskunde.
1) De cursus economie en beheer in de gezondheidszorg omvat een inleiding in de patiëntveiligheid; Cursus inleiding in medische studies Masterprogramma voor verpleegkundig leidinggevenden - de cursus kwaliteit van de gezondheidszorg omvat onderwerpen op het gebied van patiëntveiligheid (een systematische aanpak, menselijke factoren, een veiligheidscultuur, leren van fouten, een proactieve benadering, goede praktijken) 2) Risicobeheersing en patiëntveiligheid; 3) De basisbeginselen van de transfusiegeneeskunde voor artsen; Stralingsbescherming voor medische bestraling; Zorg voor patiënten met verschillende gezondheidsproblemen; Patiëntenzorg Het gebruik van overdrukoxygenatie in de geneeskunde; Hygiënische en anti-epidemische maatregelen in het ziekenhuis; Vasculaire aandoeningen en chirurgische verzorging van patiënten; 4) Patiëntenveiligheid voor artsassistenten; Aan patiëntveiligheid gerelateerde kwesties zijn opgenomen in diverse studierichtingen, bijvoorbeeld professionele communicatie door artsen (communicatie, vaardigheden), de cursus inzake infectiebeheersing enz.
Pagina | 57
5) Aan patiëntenveiligheid gerelateerde kwesties zijn opgenomen in verschillende studierichtingen. LITOUWEN
Universiteit van Vilnius, faculteit geneeskunde
Voorschriften voor de patiëntveiligheid in Litouwen en in het buitenland Postuniversitaire opleidingen/cursussen
Litouwse Universiteit voor de gezondheidswetenschappen
Hogeschool van Kaunas
Rijkshogeschool van Klaipeda, faculteit gezondheidswetenschappen
Hogeschool van Panevėžys
Instituut voor hygiëne
Klinische benodigdheden voor de antibacteriële behandeling Het gebruik van antibiotica in de praktijk van de clinicus, microbiologische benadering Antimicrobiële behandeling van infectieziekten Patiëntveiligheid en het schoonmaken van medische apparaten - bewaking van het steriliseerproces in zorginstellingen Grondbeginselen van de gezondheidszorg en verpleegkunde Ergonomie en menselijke beroepsbezigheden Ergotherapie bij lichamelijke functiestoornissen, praktijk, module: Kwaliteitsborging in de gezondheidszorg In de onderstaande modules van de programma's van de bachelor verpleeg- en verloskunde is patiëntveiligheid opgenomen: Basis Verpleegkunde I en II; Klinische verpleegkunde I en II; Volwassenenverpleging; Ouderenverpleging; Speciale verpleging; Intensieve verpleging; Verpleging van moeder en kind I en II; Kwaliteit en veiligheid in de gezondheidszorg enz.
LUXEMBURG
1) Institut Universitaire International Luxemburg en Fédération des Hôpitaux Luxembourgeois. 2) Levens redden: Handen schoonmaken (preventie en beheersing van infecties).
NOORWEGEN
1), 2) Universiteit van Stavanger, afdeling gezondheidswetenschappen 3) Universiteit van Oslo. Instituut
1) Opleiding voor het coördineren van medisch personeel en artsen van de dienst voor volksgezondheid. Module 4: kwaliteit en risicobeheersing. 2) Ministerie van Gezondheid, ministerie van Gezin (op basis van de WHOcampagne). 1) Patiëntveiligheid – Universitair vak op masterniveau. 10 studiepunten (60 studiepunten = één jaar). Het vak maakt
Pagina | 58
voor gezondheid en maatschappij.
deel uit van een master in de gezondheidswetenschappen. 2) Patiëntveiligheid – Universitair vak op PhD-niveau. 10 studiepunten. Het vak maakt deel uit van PhD-programma's op het gebied van a) gezondheid en medicijnen en b) risicobeheersing. 3) Kennis, leiderschap en kwaliteit op de medische school.
POLEN
1) Universiteit Polonia in Częstochowa
1) Kwaliteit van de medische zorg en patiëntveiligheid.
2) School voor het hoger beroepsonderwijs in Nysa/Instituut voor de volksgezondheid/dringende medische hulp
De bescherming van persoonsgegevens en medische documentatie. Infectiepreventie. De specifieke aard van het handhaven van patiëntveiligheid op de afdeling psychiatrie. Veilige ingrepen. Veilige nefrologie. De specifieke aard van patiëntenzorg op het dialysestation. De beginselen van veilig patiëntenvervoer. De beginselen van het veilig aanleggen van veneuze katheters. De beginselen van een veilige toediening van geneesmiddelen: oraal, intraveneus, intramusculair. Veilige verpleging.
3) Universiteit voor de geesteswetenschappen en economie, faculteit gezondheidswetenschappen, specialiteit verpleegkunde.
2) Namen van de specifieke onderwezen modules/cursussen - infectieziekten - sociale communicatie 3) Patiëntveiligheid - voorkoming van ongewenste situaties. Veiligheid en hygiëne van de werkomgeving van verpleegkundigen en verloskundigen. -
Het gebruik van moderne apparatuur voor de bescherming van en zorg voor patiënten - de ergonomie van het werk.
-
De beginselen van het optillen en verplaatsen van patiënten.
-
Veilige apparatuur - hoe te beschermen tegen infecties.
Interpersoonlijke communicatie - het vermogen om te gaan met stress. PORTUGAL
Directoraat-generaal gezondheid (DGS) en de Portugese Vereniging
1) Patiëntveiligheid: Van kwaliteit en
Pagina | 59
voor de ontwikkeling van ziekenhuizen (APDH)
patiëntveiligheid tot klinische excellentie - Eerste conferentie over kwaliteit in de gezondheidszorg - Presentatie van het eindproject en eindconferentie
SLOWAKIJE
1) Universiteiten – in het bachelorprogramma voor studenten tandheelkunde. 2) Universiteiten – als onderdeel van het postuniversitair onderwijs. 3) Slowaakse kamers voor tandheelkundigen – als onderdeel van de bij- en nascholing van tandartsen.
SLOVENIË
De veiligheid van de hygiëne in de tandartsenpraktijk, de voorkoming van infecties, het belang van vaccinatie van het tandheelkundig personeel, veilig werken met tandheelkundige materialen en alle instrumenten, apparatuur in de tandartsenpraktijk, het belang van de geschiedenis van patiënten om de behandeling van gezonde patiënten te voorkomen, cursussen over cardiopulmonaire reanimatie, het risico van röntgenstraling en veiligheid.
1) Ministerie van Gezondheid
1) Gids klinische zorgpaden
2) Universitair klinisch centrum
Meldings- en leersystemen
Ljubljana 3) Hogeschool voor de verpleegkunde, Jesenice 4) Medische faculteit Maribor 5) Oncologisch Instituut
Voorzichtig gebruik van antimicrobiële stoffen Preventie en beheersing van infecties Professionele richtsnoeren voor de beheersing en preventie van infecties Veilige ingrepen WHO-project "vijf momenten voor handhygiëne" Accreditatie In het kader van de postuniversitaire opleiding van artsen, wonen zij een voorlezing van een uur bij over kwaliteit en accreditatie in de gezondheidszorg, met inbegrip van veiligheid. 2) De afdeling medische simulatie, geopend in 2011: het verzorgen van een aantal opleidingsactiviteiten voor nationale en internationale artsen en medewerkers in de gezondheidszorg. Het centrum heeft één operatiekamer met een bijbehorende controlekamer en één afdeling voor intensive care met bijbehorende controlekamer, waar het volgende mogelijk is: 1. Teamopleiding hartstilstand
Pagina | 60
2. Teamopleiding letsel 3. De identificatie en initiële behandeling van de ernstig zieke patiënt op de afdeling 4. Teamopleiding verloskunde 5. Het volledige team voor de operatiezaal 6. Opleiding chirurgische vaardigheden (simulatie van buik-, urologische en gynaecologische ingrepen, bekken-trainer) Systeem, verzamelen van afwijkingen, met inbegrip van gebeurtenissen, medicatiefouten enz. Richtsnoeren voor een veilig gebruik van nieuwe antistollingsmiddelen In 2013 stelde UCC Ljubljana een strategie op over kwaliteit en veiligheid voor de periode 2013-2014, waarin de nadruk werd gelegd op: - een lijst voor veilige ingrepen; - handhygiëne; - omgang met geneesmiddelen; - bloedvergiftiging door katheters. 3) Twee cursussen: - Basisbeginselen van kwaliteit in de zorg en zorgverlening; - Patiëntveiligheid (op basis van de WHOcurricula). 4) Patiëntveiligheid - een vrijwillige cursus van zeven uur voor studenten geneeskunde 5) De veilige omgang met cytostatische geneesmiddelen Veilig gebruik van stralingstherapie.
SPANJE
Spaans ministerie van Gezondheid In samenwerking met: Universiteit Carlos III in Madrid Universiteit Miguel Hernandez in Alicante Spaanse Vereniging voor de intensieve geneeskunde Stichting Avedis Donabedian
Opleidingsprogramma op het gebied van patiëntveiligheid op nationaal niveau: - Onlinecursus risicobeheersing - Master in de patiëntveiligheid - Onlinecursus SINASP (systeem voor melding en leren) - Cursus handhygiëne voor beroepsbeoefenaars in de klinische geneeskunde
Pagina | 61
- Cursus "nul bacteriemia" - Cursus "nul longontstekingen" De regio's bieden basisopleidingen aan voor hun beroepsbeoefenaars op het gebied van patiëntveiligheid Enkele universiteiten voorzien in specifieke vakken over patiëntveiligheid voor bachelorstudenten ZWEDEN
1) Provincies en regio's
2) De Zweedse Vereniging van lagere overheden en regio's, SALAR 3) De Zweedse Vereniging voor de tandheelkunde
De meeste provincies en regio's bieden basiscursussen aan op het gebied van patiëntveiligheid. Enkele bieden meer gevorderde cursussen aan over oorzakenanalyse en risicoanalyse. Er zijn meer dan dertig simulatiecentra in Zweden.
Cursussen voor het beoordelen van medische dossiers en SBAR Följer jag lagen? (Leef ik de wet na?).
4) De Nationale Gezondheids- en Welzijnsraad 5) Het Geneesmiddelenagentschap 6) De Inspectie voor de gezondheidszorg en maatschappelijke zorg 7) De faculteit bouwkunde van de Universiteit van Lund en het Koninklijk Instituut voor Technologie (KTH)
Universitaire vakken op het gebied van patiëntveiligheid
8) Zorginstellingen VERENIGD KONINKRIJK
NHS-instituut voor verbetering en innovatie / NHS QI (opvolger)
HET LEIDEN VAN VERBETERING OP HET GEBIED VAN PATIËNTVEILIGHEID (LIPS) Binnen elke module wordt de nadruk op een ander onderwerp gelegd. De onderwerpen zijn onder meer:
• Aan de slag (maatstaf voor verbetering) • Uitvoerende kwaliteits- en veiligheidsacademie • Het leiden van verbetering op het gebied van patiëntveiligheid • Het streven naar verbetering op het
Pagina | 62
gebied van patiëntveiligheid • Het bevorderen van verbetering op het gebied van patiëntveiligheid • Het behoud van verbeteringen op het gebied van patiëntveiligheid NEDERLAND
1) Georganiseerd door het VU medisch centrum in Amsterdam voor alle studenten geneeskunde. 2) Georganiseerd door het VU medisch centrum in Amsterdam, samen met andere academische ziekenhuizen in de regio. 3) Georganiseerd door de acht universitaire medische centra in Nederland.
Melding en leren; de voorkoming en beheersing van infecties; veilige ingrepen; technische menskunde; risicobeheer. Er zijn modules voor verschillende groepen: 1) Patiëntveiligheid en de verbetering ervan voor bachelorstudenten geneeskunde 2) Cursussen patiëntveiligheid voor arts-assistenten. Postuniversitair opleidingsprogramma inzake kwaliteit en veiligheid voor veelbelovende artsen en verpleegkundigen die in ziekenhuizen werken.
Pagina | 63
Tabel 2 Niveau van organiserende instanties
Land
Nationaal niveau (universiteiten, beroepsorganisaties enz.)
Regionaal niveau
Lokaal niveau (ziekenhuis)
X
OOSTENRIJK BELGIË
1)2)X
KROATIË
X
CYPRUS
1)X
DENEMARKEN
1)X
ESTLAND
X
FINLAND
X
FRANKRIJK
X
DUITSLAND
X
HONGARIJE
X
IERLAND
X
ITALIË
X
LETLAND
X
LITOUWEN
X
LUXEMBURG
X
NOORWEGEN
X
POLEN
X
PORTUGAL
X
SLOWAKIJE
X
SLOVENIË
X
SPANJE
X
VERENIGD KONINKRIJK
X
NEDERLAND
X
3)X
2)X 2)X X
X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X X X X
X
X
X X
RAAD VAN EUROPESE TANDARTSEN ZWEEDSE TANDHEELK. VERENIGING
Overige
X
X
X Pagina | 64
Tabel 3 Soort opleiding en scholing Landen Bachelor
KROATIË, DENEMARKEN, FINLAND, LITOUWEN, LETLAND, NEDERLAND, NOORWEGEN, POLEN (2), POLEN (3), SLOWAKIJE, ESTLAND, SLOVENIË
Postuniversitair
BELGIË, RAAD VAN EUROPESE TANDARTSEN, DENEMARKEN, DUITSLAND, HONGARIJE, IERLAND, LITOUWEN, LETLAND, NEDERLAND, NOORWEGEN, POLEN (3), SLOWAKIJE, ITALIË, ESTLAND, SLOVENIË
Bij- en nascholing
BELGIË, DENEMARKEN, PORTUGAL, FINLAND, OOSTENRIJK, ITALIË, RAAD VAN EUROPESE TANDARTSEN, VERENIGD KONINKRIJK, SPANJE, LITOUWEN, LETLAND, NEDERLAND, POLEN (3), SLOWAKIJE, SLOVENIË, DUITSLAND
MSc-programma's
LITOUWEN, POLEN (3)
Overige
KROATIË (workshops), NOORWEGEN, SLOWAKIJE, CYPRUS, ESTLAND ITALIË (workshops, ad-hocseminars, bijeenkomsten)
Pagina | 65
X
BELGIË X
CYPRUS
X
X
X
X
X
X
1)X 2)X
1)X 2)X
2)X
1)X
X
1)X 2)X
2X
1)X 2)X
X
X
DENEMARKEN
X
ESTLAND
X
FINLAND
X
X
X
X
X
X
X
FRANKRIJK
X
X
X
X
X
X
X
DUITSLAND
X
X
X
X
HONGARIJE
X
X
X
X
IERLAND
X
X
X
X
ITALIË
X
X
X
X
X
X
X
X
LETLAND
X
X
X
Overige
Multiprofessionee l
Nieuwe ziekenhuismedewerkers Alle werknemers die hierin geïnteresseerd zijn
X
OOSTENRIJK
KROATIË
Leidinggevenden
Apothekers
Verpleegkundigen /verloskundigen
Studenten
Land
Artsen/tandartsen
Tabel 4 Doelgroep
X
X Artsassistenten
X
Ook artsen in opleiding worden hierbij betrokken Leidinggevenden in de kliniek Artsen, radiologen en assistentradiologen
LITOUWEN
X
Postuniversi-
Pagina | 66
taire opleidingen voor beroepsbeoefenaars
LUXEMBURG
X
X
X
X
X
X
X
X
3)X
1)X, 2)X
2)X 3)X
X
X
NOORWEGEN
3)X
POLEN
1)X 3)X
PORTUGAL
X
X
X
X
X
SLOWAKIJE
X
X
X
X
X
SLOVENIË
X
X
X
X
X
SPANJE
X
X
X
X
Beroepsbeoefenaars, clinici met leidinggevende taken
X Afgestudeer den beroepsbeoefenaars
RAAD VAN EUROPESE TANDARTSEN
ZWEEDSE VERENIGING VOOR DE TANDHEELKUNDE
X
X
VERENIGD KONINKRIJK
NEDERLAND
X
X
Pagina | 67
Tabel 5 Faculteitscapaciteiten, opleiding en interesse Benodigde academische kwalificaties Land
Beroepsbeoefena ars in de gezondheidszorg met ervaring op het gebied van kwaliteitsverbete ring en patiëntveiligheid
Na afronding van de opleiding voor gecertificeerd risicomanager, voldoende personele middelen om de opleiding te geven
OOSTENRIJK
BELGIË
Overig
X
X
X
KROATIË 2)X
CYPRUS DENEMARKEN
X
ESTLAND
3)X
FINLAND
X
FRANKRIJK
X
DUITSLAND
X
Deskundigheid op het gebied van postuniversitaire medische opleidingen en simulaties 1)X, 2)X
X
X
X
X
HONGARIJE IERLAND
X
ITALIË
X
X
X
Geschikte capaciteiten
LETLAND
X
Nauwere samenwerking tussen de instellingen die het gezondheidsbeleid opstellen, onderwijsen zorginstellingen (ziekenhuizen)
LITOUWEN
LUXEMBURG
X
2) X
Pagina | 68
NOORWEGEN
X
POLEN
1)X 3)X
3)X
PORTUGAL SLOWAKIJE
X
SLOVENIË
X
X
X
SPANJE
X
VERENIGD KONINKRIJK
X
NEDERLAND RAAD VAN EUROPESE TANDARTSEN
Raad van docenten van de Italiaanse Vereniging voor de tandheelkunde, AIO en externe docenten
ZWEEDSE VERENIGING VOOR DE TANDHEELKU NDE
Pagina | 69
Tabel 6 Onderwijsplatform, duur en kwalificaties van de deelnemers Land
Onderwijsplatform
Duur
OOSTENRIJK
persoonlijk onderwijs in Verschillende de klas, bijvoorbeeld
Kwalificaties/Diploma MA/diploma enz. vormen, Verschillend
3 uur (artsen) 4 uur assistenten)
(medisch
Regelmatig Zorg: 4 x per jaar Artsen: 4 x per jaar Alle andere: 1 x per jaar
3-4 dagen BELGIË
De pedagogische middelen die worden gebruikt lopen uiteen: seminars, scholingsdagen met oefeningen, discussies, voorbeelden van goede praktijken uit binnen- en buitenland, hulpmiddelen, lerende gemeenschap, online leren.
Klassikaal
Basisvaardigheden: • inzake oorzakenanalyse, falingstoestand- en effectenanalyse en ICPS: jaarlijks • inzake de cultuur van patiëntveiligheid: elke vier jaar (in het geval van ziekenhuizen na een beoordeling van de cultuur van patiëntveiligheid). Tweede begeleidingsprogramma: In totaal worden tien activiteiten georganiseerd met verschillende onderwerpen, vijf hiervan in het Nederlands en vijf in het Frans
1. Introductiecursus – Kwaliteit en patiëntveiligheid (3,5 uur – twee keer per jaar voor alle nieuwe werknemers Pagina | 70
en 1,5 uur voor alle nieuwe verpleegkundigen). 2. Opleidingsprogramma "Kwaliteit" Veranderingsbeheer (2 uur) Brainstormen (2 uur) Meten (2 uur) In kaart brengen van processen (2 uur) Uitvoering van verbetermaatregelen (2 uur) 3. Workshop patiëntveiligheid (1 uur) 4. Prisma-methode (6 uur). Klassikaal
Bewustmakingssessies: +1 uur Deelthema's: +- 4 uur
In persoon en in het 2,5 uur. klaslokaal KROATIË
1) Klassikaal, seminars, praktijkwerk
1) Cursus van één semester – 10 ECTS
1) Nee 2) Nee
2) Eén keer per jaar
2) Klassikaal, conferentie CYPRUS
1) Ja 2) Ja
1) Nog niet, maar naar verwachting zullen enkele van de programma's in de toekomst een accreditatie bieden in de vorm van ECTS of Ecvet. Mogelijke accreditatie-instanties: Technische Universiteit Cyprus, Universiteit van Nicosia 2) Nee
Pagina | 71
DENEMARKEN
1) Ja, 2) Ja
1) Nee 2) Nee
2) Lezingen, groepsdiscussies, rollenspellen en opleiding op basis van simulatie 3) 1) Nee, 2) Nee 4) Duur van een paar uur tot een aantal dagen ESTLAND
1),2),3),4),5) Ja
Nee
FINLAND
1) Online leren
1) 10 X 0,5 uur
2) In persoon – klassikaal
2) Van 1,5 uur tot een dag
3) In persoon conferentie
–
Nee
3) Van 1 tot 2 uur
FRANKRIJK
In persoon, online leren
Verschillend
Ja
DUITSLAND
- In persoon – klassikaal
Verschillende bijvoorbeeld
termijnen, Verschillende
- Workshops
3 uur (artsen)
- Seminar
4 uur assistenten)
- Online leren
(medisch
Regelmatig Zorg: 4 x per jaar Artsen: 4 x per jaar Alle andere: 1 x per jaar 3-4 dagen
HONGARIJE
Open onlinecursus
90 uur
Nee
IERLAND
In persoon,
70
Ja. Diploma
begeleiding op de werkplek, online-ondersteuning (webex, e-mail) telefonische ondersteuning ITALIË
- Universitaire patiëntveiligheid
master 12 uur per week De deelnemers krijgen gedurende 20 weken een certificaat Pagina | 72
Klassikaal 3-4 uur - In persoon – klassikaal
- Workshops - Seminar
- Online leren LETLAND
Workshop 4-6 uur Seminar: tussen 6 en 10 uur Online leren: rond 8-16 uur voor elk handboek (5 handboeken); verschillende punten voor elke cursus: 8-16 CME
1) Klassikaal, 1) 3 ECTS (eenmaal per 1)Nee in persoon, lezingen week gedurende 1 semester). 2) In persoon, klassikaal 2) Nee, maar deelnemers 2) 12 uur ontvangen postuniversitaire 3) Open cursussen opleidingspunten. (voltijdse cursussen) 3) - 20 uur (12 uur lezingen, 8 uur praktijkles) - 10 uur - 40 uur (36 uur lezingen, 4 uur praktijkles)
3) - Ja, certificaat - Ja, certificaat - Ja, referentie
- 10 uur (6 uur lezingen, 4 - Ja, referentie uur praktijkles) - 105 uur (15 uur lezingen, - Ja, certificaat 90 uur praktijkles) - 10 uur (5 uur lezingen, 5 - Ja, referentie uur praktijkles) - 10 uur (8 uur lezingen, 2 uur praktijkles). - Ja, referentie 4) 6 academische uren. LITOUWEN
In persoon – klassikaal, Universiteit van Vilnius, Geen specifiek diploma seminar, faculteit geneeskunde - voor patiëntveiligheid Conferentie medische ethiek - 3 ECTS, 80 uur; klinische farmacologie, registratie en veilig gebruik van medicijnen - 3 ECTS, 80 uur; professionele communicatie en Pagina | 73
psychosomatiek - 3 ECTS, 80 uur Litouwse Universiteit voor gezondheidswetenschappen Grondbeginselen van de gezondheidszorg en verpleegkunde (5 ECTS), Ergonomie en menselijke beroepsbezigheden (6 ECTS), Ergotherapie bij lichamelijke functiestoornissen (21 ECTS), Praktijk (30 ECTS), Ongeveer 8 ECTS in bachelorprogramma's, anders 8-72 uur Hogeschool van Kaunas Duur van opleiding en scholing. 3-9 ECTS voor de vakken van het opleidingsprogramma, specialisaties (480-960 uur), cursussen, stages, conferenties (6-90 uur) Rijkshogeschool van Klaipeda - 160 ECTS, 3,5 jaar Hogeschool van Panevėžys 210 ECTS Instituut voor hygiëne - 12 dagen LUXEMBURG
1) Klassikaal
1) 12 uur
2) Klassikaal;
2) 3 uur
Online leren
1) Geen specifiek diploma voor patiëntveiligheid 2)
NOORWEGEN
Ja 3) Ja
3) Ja, het decanaat, Universiteit van Oslo.
POLEN
1) Ja
2) Ja,
2) Ja
het ministerie van Wetenschap en Hoger Onderwijs, de
Nee
Pagina | 74
accreditatie-commissie, toestemming om het onderwerp spoedeisende medische hulp aan te bieden. 3) Ja,
3) Ja
Certificaat van de minister van Wetenschap en Hoger Onderwijs. Certificaat van de minister van Gezondheid. PORTUGAL
In persoon – klassikaal, 80 uur/ conferentie /3 maanden
12
dagen Nee
SLOWAKIJE
In persoon – lezingen + seminars + klinische oefeningen, seminars, boeken, open cursussen
Moeilijk te zeggen voor bacheloropleidingen, vanwege de verschillende inhoud van verschillende onderwerpen – ongeveer 182 lesuren
SLOVENIË
Lezingen, seminars, workshops, klinische oefeningen
Tot 3) 42 uur en 54 uur, zie ook tabel 1
SPANJE
De meeste cursussen zijn onlinecursussen
-
120 uur
-
1 500 uur
-
20 uur
-
20 uur
-
20 uur
-
6 uur
VERENIGD KONINKRIJK
In persoon in totaal 9 maanden – elke open onderwijs module duurt 3-4 dagen + seminars, projecten zelfstudie
NEDERLAND
In persoon – klassikaal, conferentie, seminar; webinar; onderwijs op afstand – boeken, open cursussen, online leren, studiebezoeken enz. Klassikaal,
Alleen het Masterdiploma is een universitaire graad
Nee
1) Aantal presentaties en workshops in de klas tijdens de bacheloropleiding 2) 2 dagen
workshop, Pagina | 75
discussiegroep, proefschrift. RAAD VAN EUROPESE TANDARTSEN
In persoon – klassikaal
3) Twee jaar, deeltijd Uren
Conferentie Seminar
ZWEEDSE VERENIGING VOOR DE TANDHEELKU NDE
Tabel 7 Evaluatie van het onderwijsprogramma en de kwalificaties voor de deelnemers Land
Evaluatie door de deelnemers Ja/Nee
OOSTENRIJK
Ja
Nee
BELGIË
Ja
Het opleidingsprogramma "Kwaliteit" is geaccrediteerd door de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu. Rijksinstituut voor ziekteen invaliditeitsverzekering (RIZIV).
Nee
Nee
Nee KROATIË
Erkenning (accreditatie – door wie? Studiepunten)
Nee
Nee 3) Ja
CYPRUS
4) Ja
1) Nog niet, maar naar verwachting zullen enkele van de programma's in de toekomst een accreditatie bieden in de vorm van ECTS of Ecvet. Mogelijke accreditatie-instanties: Technologische Universiteit Cyprus, Universiteit van Nicosia 2) Nee.
DENEMARKEN
1) Ja, 2) Ja
1) Nee, 2) Nee
ESTLAND
1),2),3),4),5) Ja
Nee
FINLAND
Nee/Ja
Nee
FRANKRIJK
Ja
Ja
DUITSLAND
Ja/Nee
Ja Pagina | 76
Nee HONGARIJE
Nee
Ja Semmelweis-universiteit, faculteit gezondheids- en openbare diensten
IERLAND
Ja
Ja. RCPI
ITALIË
Ja
De meeste CPD-cursussen geaccrediteerd in Italië
LETLAND
Ja
1) Ja (Ministerie van Wetenschap)
Onderwijs
zijn
en
2) Nee, maar gecoördineerd en geaccepteerd door de Letse Medische Vereniging 3) Ja (goedgekeurd door de Letse Artsenvereniging) 4) Ja (Ministerie van Onderwijs en Wetenschap) 5) Ja (Ministerie van Onderwijs en Wetenschap). LITOUWEN
Voor sommige cursussen, ja Ja (tevredenheid van de deelnemers, Het Centrum kennis, vaardigheden) kwaliteitsbeoordeling onderwijs,
voor in het
de hoger
Goedgekeurd door het ministerie van Gezondheid van Litouwen 2010-11-10 nr. 10-(22.2-12)-7199 LUXEMBURG
1) Ja, 2) Ja
NOORWEGEN
Ja 3) Ja
3) Ja, het decanaat, Universiteit van Oslo.
POLEN
1) Ja
2) Ja,
2) Ja
Het ministerie van Wetenschap en Hoger Onderwijs, de accreditatiecommissie, toestemming om het onderwerp spoedeisende medische hulp aan te bieden.
3) Ja
3) Nee, 2) Nee
3) Ja, Certificaat van de minister van Pagina | 77
Wetenschap en Hoger Onderwijs. Certificaat van Gezondheid. PORTUGAL
Ja
Nee
SLOWAKIJE
Ja
Ja,
de
minister
van
- bacheloropleiding accreditatie door het ministerie van Onderwijs. - postuniversitaire opleiding – accreditatie door het ministerie van Gezondheid. - continue professionele ontwikkeling, accreditatie door het ministerie van Gezondheid. SLOVENIË
Ja
Ja
SPANJE
Ja
Ja Elke cursus wordt geaccrediteerd door een ander agentschap
VERENIGD KONINKRIJK
Ja
NEDERLAND
Ja
Nee 1) Bachelor (Ja) 2) Postuniversitair/arts-assistenten (Ja) 3) Postacademisch (nog niet)
RAAD VAN EUROPESE TANDARTSEN
Ja
Ja Italiaans ministerie van Gezondheid
ZWEEDSE VERENIGING VOOR DE TANDHEELKU NDE
Pagina | 78
Tabel 8 Belemmeringen voor de uitvoering Lidstaten Financiering
FINLAND, IERLAND, SPANJE, LITOUWEN, CYPRUS (1): Beperkte middelen CYPRUS (2): Beperkte middelen DENEMARKEN (1): Het cursusgeld kan te hoog zijn voor enkele potentiële deelnemers. ESTLAND: Middelen van deelnemers SLOVENIË: Beperkte middelen
Weerstand tegen verandering
DE RAAD VAN DE EUROPESE TANDARTSEN, VERENIGD KONINKRIJK, DUITSLAND, LUXEMBURG Het vinden van een goed evenwicht tussen theorie en praktijk. LUXEMBURG (2): De aanpassing van de opleiding aan een publiek dat niet kan lezen of schrijven (schoonmaakpersoneel). POLEN (1): De communicatie met patiënten. POLEN (3): Een gebrek aan kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het gebruik van specifieke apparatuur. Slecht kunnen omgaan met stress. CYPRUS (1): Tijdgebrek onder cursisten, moeilijkheden (soms) bij het overtuigen van cursisten dat verdere opleiding (onderwijs) nodig is.
Organisatie en logistiek
VERENIGD KONINKRIJK, DUITSLAND, SPANJE, NEDERLAND: Het was moeilijk om specifieke modules over patiëntveiligheid op te nemen in het medische curriculum. LUXEMBURG (2): Slechte timing: meerdere enquêtes tegelijkertijd zorgen voor een grote werkdruk voor de opleiders en stagiairs. POLEN (1): Gebrek aan toegang tot de apparatuur die nuttig is bij het verplaatsen van patiënten. Gebrek aan veilige apparatuur (in medische instellingen) ter voorkoming van ongewenste voorvallen (economische factor). CYPRUS (2): Tijdgebrek ITALIË: Verschillen in de toegang tot het internet: de toegang tot breedbandinternet van huishoudens verschilt aanzienlijk in het land; technologische vaardigheden van medisch personeel voor wie de opleiding is bedoeld; verschillende promotionele activiteiten in verschillende gebieden. SLOVENIË: Sterke concurrentie bij de opname van nieuwe onderwerpen in Pagina | 79
de bachelor- en postuniversitaire curricula Andere redenen
Tijd (FINLAND, VERENIGD KONINKRIJK, LETLAND, DUITSLAND), gebrek aan relevante gegevens om de effecten te beoordelen (VERENIGD KONINKRIJK), taal en vertaling (HONGARIJE), overeenstemming met de universiteiten en regio's (SPANJE), softwareproblemen (DUITSLAND), vertaling van de powerpointpresentatie in de nationale talen van Luxemburg (LUXEMBURG), sterk leiderschap en de prioriteit van patiëntveiligheid (DENEMARKEN). Onvoldoende capaciteiten onder universitair personeel om de cursussen te geven (NOORWEGEN), gebrek aan hoogleraren voor de tandheelkunde (SLOWAKIJE). SLOVENIË: gebrek aan academische deskundigen Keuzevrijheid: Artsen zullen CPD eerder gebruiken voor de verbetering van hun klinische vaardigheden dan andere vaardigheden zoals die op het gebied van patiëntveiligheid en communicatie enz.
Pagina | 80