Beheerhandleiding DAMO Watersysteem Versie 1.0
i
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
Project:
HWH - DAMO_W realisatie
Datum:
Vrijdag 7 februari 2014
Auteur:
Rieks van der Straaten
Eigenaar:
Het Waterschapshuis (HWH)
Beheerder:
Nieuwland Automatisering BV
Release:
1.0
Status:
initial
Doc.nr:
3276 HWR-001
Doc.versie:
A
ii
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
Over deze handleiding Deze handleiding beschrijft hoe je de tools van DAMO Watersysteem gebruikt voor het inrichten en het vullen van de database en voor de synchronisatie of de conversie van gegevens. Het document is bedoeld voor applicatie- en databasebeheerders. DAMO Watersysteem versie: 1.0
iii
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
iv
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
Inhoud 1
DAMO Watersysteem...................................................................................................... 8
2
Overzicht van de beheerhandleiding ................................................................................. 9
3
Toevoegen van nieuwe Gebruikers .................................................................................. 14
4
Toevoegen van eigen gegevens ...................................................................................... 15 4.1
Naamconventie .................................................................................................... 15
4.2
Toevoegen van attributen aan een feature class van DAMO Watersysteem ................... 16
4.3
Toevoegen van een eigen feature class.................................................................... 17
4.3.1
Toevoegen van een Feature Class of een Table ..................................................... 17
4.3.2
Registreren van Lagen/ Tabellen ......................................................................... 17
4.3.3
Wel/ Niet toevoegen aan Feature Dataset ............................................................. 19
4.3.4
Import gegevens en Aanzetten Versioning en Archiving.......................................... 20
4.3.5
Topology .......................................................................................................... 20
4.3.6
Zetten van Constraints ....................................................................................... 21
4.3.7
Aanmaken Relationship Classes ........................................................................... 22
4.3.8
Indexering Archiving Tabellen ............................................................................. 24
4.3.9
Toekennen Default Waarden ............................................................................... 24
4.4
Aanpassen van de domeinen van DAMO Watersysteem ............................................. 25
4.4.1
Tabel DAMODOMEINEN ...................................................................................... 26
4.4.2
Tabel DAMODOMEINENWAARDEN ........................................................................ 26
4.4.3
Tabel DAMOKOLOMMEN ..................................................................................... 27
4.4.4
Koppelen eigen Domeinen .................................................................................. 27
v
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
4.5
Importeren en exporteren van definities eigen gegevens ........................................... 28
4.5.1
Exporteer WS Definities ..................................................................................... 29
4.5.2
Importeer WS Definities ..................................................................................... 30
5
Ophalen Domeinen bij Aquo ........................................................................................... 31
6
Aanpassen FME-mapping tussen IRIS en DAMO Watersysteem ........................................... 32
7
6.1
Opgeven van geometrievelden van Feature types ..................................................... 32
6.2
Bijwerken van Feature types in FME ........................................................................ 33
6.2.1
Naam van feature type mag niet wijzigen ............................................................. 33
6.2.2
Update Feature Types ........................................................................................ 34
Converteren van gegevens uit IRIS ................................................................................. 36 7.1
Vereisten ............................................................................................................. 36
7.2
Conversiestappen ................................................................................................. 37
7.3
Verhogen van SDE-sequences ................................................................................ 38
8
Aanmaken INSPIRE-views en –services ........................................................................... 39
9
Topologie ..................................................................................................................... 40
vi
9.1
Aanpassen van topologie ....................................................................................... 41
9.2
Verifiëren van topologie ......................................................................................... 43
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
vii
1 DAMO WATERSYSTEEM DAMO Watersysteem is een informatiesysteem voor kwantitatief waterbeheer. Het systeem is ontwikkeld voor de waterschappen en bestaat uit een Oracle 11g Release 2 database in combinatie met ArcSDE functionaliteit. DAMO Watersysteem bestaat uit de volgende componenten: •
Een datamodel van het informatiesysteem voor het kwantitatief beheer van het Nederlandse oppervlaktewater door de verschillende waterschappen.
•
SQL-scripts om voor het desbetreffende datamodel in een Oracle database, schema's met bijbehorende tabellen aan te maken De scripts zijn gegenereerd uit het UML-diagram van het datamodel, met enkele aanpassingen om de historiciteit van de mutaties te kunnen waarborgen (versiebeheer van de mutaties).
•
SDE-scripts voor het configureren van de ArcSDE (Spatial Database Engine) voor alle entiteiten in de Oracle-database met ruimtelijke gegevens. De ruimtelijke gegevens in de Oracle-database kunnen vervolgens als (deel van) een geodatabase gebruikt worden. De entiteiten in de relationele database worden zo vanuit ArcGIS toegankelijk en kunnen via een kaartlaag geraadpleegd of beheerd worden.
•
Conversie van het datamodel van DAMO Watersysteem naar het INSPIRE-datamodel met behulp van de Feature Manipulation Engine (FME) voor de transformatie van de ruimtelijke data. Voor de geconverteerde data worden in de Oracle-database tijdelijke INSPIREtabellen (views) aangemaakt, die als gegevensbron voor kaartservices gebruikt kunnen worden.
•
Python-scripts voor de synchronisatie tussen de domeintabellen van het datamodel van DAMO Watersysteem en die van het Aquo-datamodel.
8
Index
2 OVERZICHT VAN DE BEHEERHANDLEIDING Deze beheerhandleiding beschrijft hoe je de tools gebruikt voor het inrichten en het vullen van de database en voor de synchronisatie of de conversie van gegevens. De handleiding geeft aan hoe je bepaalde onderhoudstaken kunt uitvoeren en is bedoeld voor applicatie- en databasebeheerders. De beheerhandleiding behandelt de volgende onderwerpen: •
Hoe kun je waterschapsspecifieke gebruikers aan de database toevoegen? Zie hoofdstuk "Toevoegen van nieuwe Gebruikers."
•
Hoe kun je waterschapsspecifieke gegevens aan de database toevoegen? Zie hoofdstuk "Toevoegen van eigen gegevens."
•
Hoe vindt de datasynchronisatie met IRIS (waterschapsgegevens) en Aquo (domeintabellen) plaats? Zie hoofdstuk "Ophalen Domeinen bij Aquo."
•
Hoe pas je de FME-mapping aan die gebruikt wordt voor de conversie tussen DAMO Watersysteem en IRIS? Zie hoofdstuk "Aanpassen FME-mapping tussen IRIS en DAMO Watersysteem."
•
Hoe converteer je gegevens vanuit IRIS? Dit gebeurt met behulp van de FME Work Bench (FMW-bestand) met de FME-mapping tussen DAMO Watersysteem en IRIS.
9
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
3 ZIE HOOFDSTUK "AANPASSEN FME-MAPPING TUSSEN IRIS EN DAMO WATERSYSTEEM DAMO Watersysteem gebruikt FME Software (FME: Feature Manipulation Engine) om met de gegevens van IRIS de database van DAMO Watersysteem te vullen. Opmerking Hoewel FME een aantal handige features biedt en zeker meerwaarde heeft boven een migratie op basis van bijvoorbeeld SQL-scripting is een solide basiskennis van FME wel gewenst voor een goede migratie. Hierbij staat in een FME-mapping gedefinieerd welke IRIS-gegevens corresponderen met welke gegevens van DAMO Watersysteem. Bij de conversie van IRIS naar DAMO Watersysteem wordt de Oracle Spatial Object writer (ORACLE8I) van FME gebruikt om de gegevens naar de database van DAMO Watersysteem weg te schrijven. In de mapping moet daarom aangeven worden waar de gegevens (tabel en kolom) in de database neergezet moeten worden. De ruimtelijke objecten worden in IRIS en DAMO Watersysteem door een databasetabel vertegenwoordigd en in FME door zogenaamde feature types. FME bezit reader feature types voor de tabellen van de bron-database waaruit FME de gegevens leest (de IRIS-database) en writer feature types voor de tabellen van de bestemmings-database waar naartoe FME de gegevens wegschrijft (de database van DAMO Watersysteem). Een bestaande FME-mapping kun je op twee manieren aanpassen: •
Je kunt het geometrieveld van een writer feature type opgeven, indien dat veld ontbreekt of veranderd is.
•
Je kunt writer features types in de FME-mapping bijwerken, indien er wijzigingen in de corresponderende databasetabel hebben plaatsgevonden, zoals andere attributen of datatypes.
3.1 Opgeven van geometrievelden van Feature types Een 'Feature type' vertegenwoordigt in FME het type (ruimtelijk) object, zoals het object 'BRUG' in DAMO Watersysteem. Bij het gebruik van de Oracle Spatial Object writer (ORACLE8I), moet je in de mapping op het niveau van het feature type aangeven in welke kolom van het 'writer feature type' de geometriegegevens weggeschreven moeten worden. Als de geometriekolom van het writer feature type niet is gespecificeerd of verkeerd is gedefinieerd, zal FME de migratie van de gegevens nog wel uitvoeren, maar zet daarbij de geometrie niet over. De geometriekolom van dit feature type in de bestemmingdatabase blijft dan leeg.
10
Index
Je kunt in de FME-mapping de geometriekolom van het 'writer feature type' op de volgende manier specificeren: 1. Klik op de 'properties' knop van het writer feature type, zoals in de volgende afbeelding voor writer feature type BRUG is aangegeven:
Het venster Feature Type Properties verschijnt. 2. Open het tabblad Format Parameters en geef in het veld Geometry Column Name de naam van de geometriekolom op.
Standaard staat deze in FME ingesteld op 'GEOM', maar in DAMO Watersysteem hebben de geometrievelden meestal een andere naam. 3. Klik OK.
3.2 Bijwerken van Feature types in FME Je kunt in FME de attributen van een feature type automatisch laten bijwerken (updaten) zolang de naam van het feature type gelijk blijft. Deze laatste voorwaarde betekent dat de naam van het databaseschema en van de tabel hetzelfde moet zijn gebleven. Door het bijwerken van de feature types kun je de wijzigingen in de databasetabellen in de FME-mapping verwerken.
3.2.1 Naam van feature type mag niet wijzigen In FME bestaat de naam van een feature type uit de naam van het databaseschema en de tabelnaam. Voor het schema DAMO_W en de tabel BRUG is in FME bijvoorbeeld het feature type DAMO_W.BRUG. Het bijwerken (updaten) van een feature type in je FME-mapping kan alleen als de naam ervan hetzelfde blijft. Als het databaseschema of de tabel een andere naam heeft gekregen, dan kun je het feature type in FME niet bijwerken zonder je mapping kwijt te raken.
11
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
Voorbeeld Stel je verandert het schema in DAMO_W2, dan verandert in FME de naam van het feature type in DAMO_W2.BRUG. In het geval van een andere schema- of tabelnaam kun je die tabel als nieuw feature type aan FME toevoegen. Het oude feature type moet je dan weggooien, en met het nieuwe moet je vervolgens de mapping helemaal opnieuw uitvoeren. Als de naam van het databaseschema wijzigt, heeft dit dus verstrekkende gevolgen omdat je in dat geval voor alle feature types (tabellen) van dat schema de mapping opnieuw moet definiëren. Workaround: Het achterliggende bestand, welke gebruikt wordt door FME, is een XML. Hier is ook een ‘zoek en vervang’ actie op uit te voeren. De schemanaam van de IRIS-database ligt vast en zal bij alle waterschappen hetzelfde zijn. Attentie! Als je de schemanaam ‘DAMO_W’ in de database verandert, moet je voor alle tabellen in dat schema de mapping helemaal opnieuw uitvoeren.
3.2.2 Update Feature Types Je kunt een feature type waarvan de tabel gewijzigd is in de reader database (bron) of de writer database (doel) in FME bijwerken met de functie Update Feature Types. Deze functie leest het feature type opnieuw in op basis van het gewijzigde dataschema. Het gaat daarbij dus om een wijziging in de definitie van een tabel, zoals andere attribuutnamen of datatypes. Als een tabel een andere naam heeft gekregen, is het voor FME een nieuwe feature type, en zul je het oude feature type moeten vervangen en voor het nieuwe de mapping opnieuw moeten aanbrengen na het inlezen van het nieuwe feature type. In de volgende afbeelding is aangegeven hoe je voor writer feature type uit het snelmenu de functie Update Feature Types selecteert. Als je hierop klikt dan controleert FME of alle feature types nog gelijk zijn met de bron.
12
Index
Converteren van gegevens uit IRIS." •
Hoe richt je het koppelvlak met INSPIRE in? Om te kunnen voldoen aan de INSPIREstandaard zijn er in DAMO Watersysteem SQL-scripts beschikbaar waarmee je OracleViews aanmaakt op basis waarvan webservice aangeboden worden. Deze webservices kunnen door de Geovoorziening worden gebruikt om de gegevens van DAMO Watersysteem op het internet te publiceren. Zie hoofdstuk "Aanmaken INSPIRE-views en –services."
•
Hoe pas je de topologie aan? DAMO Watersysteem bevat topologische regels voor een deel van de objecten en biedt de mogelijkheid om regels voor bestaande en nieuwe objecten aan de topologielaag toe te voegen. Zie hoofdstuk "Topologie".
13
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
4 TOEVOEGEN VAN NIEUWE GEBRUIKERS In de meeste DBMS’en (TOAD, SQLDeveloper…) is het mogelijk om gebruikers te ‘clonen’. Dit is een functie die een bepaalde gebruiker, met privileges (etc.), kopieert om hier een nieuwe gebruiker van te maken. Deze functie gaat niet altijd even goed, daarom geven wij hier een voorbeeld voor een aantal regels die je kunt gebruiken voor het aanmaken van een nieuwe gebruiker. Het betreft de minimaal noodzakelijke rechten die een gebruiker nodig heeft. Met uitzondering van de rollen “DAMO_W_RAADPLEEG” en “DAMO_W_MUTEER”, deze rollen zijn niet verplicht. U kunt een keuze maken door deze wel of niet toe te voegen. Voor het aanmaken van nieuwe gebruikers kun je de volgende regels script gebruiken: create user nieuwe_gebruiker IDENTIFIED BY nieuwe_gebruiker; grant connect, resource to nieuwe_gebruiker; grant unlimited tablespace to nieuwe_gebruiker; grant create table to nieuwe_gebruiker; grant create SEQUENCE to nieuwe_gebruiker; GRANT CREATE materialized view TO nieuwe_gebruiker; GRANT CREATE VIEW TO nieuwe_gebruiker; grant DAMO_W_RAADPLEEG to nieuwe_gebruiker; of; grant DAMO_W_MUTEER to nieuwe_gebruiker; Opmerking Deze regels script zijn een voorbeeld; deze regels kunnen naar eigen inzicht aangepast worden door de DBA’er.
14
Index
5 TOEVOEGEN VAN EIGEN GEGEVENS DAMO Watersysteem biedt de mogelijkheid om eigen (waterschaps)gegevens aan de database toe te voegen. Dit gebeurt door in ArcGIS feature classes, feature datasets en attributen aan de (geo)database toe te voegen. Om te voorkomen dat deze eigen toegevoegde tabellen en attributen in de toekomst problemen gaan veroorzaken met wijzigingen in het standaard datamodel van DAMO Watersysteem, zijn hier voorwaarden aan verbonden. De belangrijkste voorwaarde is de naamgevingconventie, die bedoeld is om de eigen gegevens eenvoudig te kunnen onderscheiden van de standaard gegevens van DAMO Watersysteem. Bij de upgrade van DAMO Watersysteem 1.0 naar volgende versies zal de handleiding voor upgrade / migratie beschrijven waar de upgrade scripts eventueel door het waterschap aangepast moeten worden om er voor te zorgen dat de waterschapsspecifieke gegevens behouden blijven.
5.1 Naamconventie Zowel de namen van de feature classes als die van de attributen die aan de tabellen van DAMO Watersysteem worden toegevoegd moeten aan de volgende conventies voldoen: •
De namen krijgen het prefix 'WS_'.
•
De namen mogen niet langer zijn dan 25 karakters.
Houd rekening met de volgende attributen bij het toevoegen van een feature class of table. Voor verplichte attributen van een (nieuwe) feature class geldt het volgende: Verplicht attribuut
Feature class/
Verplichte Naam
Table Unieke Identificatie
Feature class en
Voorwaarde(n) naamfeatureID
Table Puntgeometrie
Feature class
Soort en
NUMBER (38,0) NOT NULL, Unique
GEOMETRIEPUNT
SDO_GEOMETRY
GEOMETRIELIJN
SDO_GEOMETRY
GEOMETRIEVLAK
SDO_GEOMETRY
only Lijngeometrie
Feature class only
Vlakgeometrie
Feature class only
15
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
5.2 Toevoegen van attributen aan een feature class van DAMO Watersysteem Je kunt op de volgende manier in ArcCatalog of in ArcMap eigen attributen aan een feature class van DAMO Watersysteem toevoegen: 1. Maak een connectie met de geodatabase van DAMO Watersysteem, meld je aan als de gebruiker DAMO_W. 2. Open de tabel waar je een attribuut aan toe wil voegen. 3. Kies Add field bij Table Options om een attribuut toe te voegen. Een popup-venster verschijnt waarin je het attribuut een naam moet geven. 4. Geef het attribuut een naam met het prefix 'WS_'. 5. Klik OK.
16
Index
5.3 Toevoegen van een eigen feature class Je kunt een eigen feature class in een eigen databaseschema toevoegen maar ook in het schema 'DAMO_W'. In het laatste geval moet de naam van de feature class altijd het prefix 'WS_' hebben. Wij adviseren om een aantal redenen om de volgende procedure te doorlopen. Doe dit in een testomgeving om de werkwijze, scripts en .csv bestanden te verifiëren. Doorloop daarna de stappen pas in productie.
5.3.1 Toevoegen van een Feature Class of een Table Het verschil tussen een (SDE) Table en een (SDE) feature class is alleen het wel/ niet hebben van een geometrie. 1. Maak een SQL script voor het toevoegen van een feature class of een tabel. 2. Voer dit script uit als ‘DAMO_W’ om de tabel of feature class in het ‘DAMO_W’ schema op te nemen. 3. Voer dit script uit als ‘Eigen User’ om de tabel of feature class in het ‘Eigen User’ schema op te nemen. In dit voorbeeld maken we een feature class aan in het DAMO_W schema.
5.3.2 Registreren van Lagen / Tabellen Open ArcMap om verder te gaan. Binnen ArcMap is de ‘DamoApplicatieBeheer’ toolbox beschikbaar om het toevoegen van de eigen data verder te ondersteunen. Onderdeel van deze toolbox zijn de functies voor het registreren van ‘SDE lagen’ (feature classes) en ‘SDE tabellen’ (tabellen). Ter ondersteuning van deze scripts zijn .csv bestanden aangeleverd. Deze .csv bestanden kun je aanpassen zodat eigen feature classes en tabellen geregistreerd kunnen worden. In dit voorbeeld passen we het .csv bestand voor het registreren van een feature class ‘01_sde_lagen.csv’ aan. Het .csv bestand bestaat uit een aantal kolommen die gevuld moeten worden. Hieronder staat hier een uitwerking van.
17
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
Kolom
Uitleg
Voorbeeld
TABEL
De feature class die je wil registreren.
TESTFEATURECLASS
ID
Het ID welke SDE als primary key in gaat zetten.
TESTFEATURECLASSID
GEOMTYPE
Het type geometrie voor het object, binnen de
nlc+
uitlevering van DAMO gebruiken we de volgende opties: nac+ (Vlak) npc (Punt) nlc+ (Lijn) Voor meer informatie over mogelijkheden en keuzes zie: http://help.arcgis.com/en/geodatabase/10.0/ad min_cmds/support_files/datamgmt/sdelayer.htm GEOMKOLOM
De kolom waar de Geometrie in opgeslagen
GEOMETRIELIJN
wordt. VERSION
Versioning wel/ niet aanzetten.
f In dit voorbeeld gaan we er van uit dat we nog een Import willen uitvoeren op de tabel. Daarom mag Versioning nog niet aangezet worden.
ARCHIVE
Archiving wel/ niet aanzetten
f In dit voorbeeld gaan we er van uit dat we nog een Import willen uitvoeren op de tabel. Daarom kan Archiving nog niet aangezet worden.
1. Pas .csv bestand aan.
18
Index
2. Voer script ‘Registreer Lagen’ uit.
Als het goed gegaan is dan krijg je de volgende melding:
De feature class is nu geregistreerd in SDE.
5.3.3 Wel/ Niet toevoegen aan Feature Dataset Je hebt nu de keuze om de eigen feature class wel of niet toe te voegen aan de DAMO_W dataset. Je hebt deze keuze alleen als de feature class aangemaakt is in het DAMO_W schema. Ook een tabel kun je niet toevoegen aan een dataset. Een reden om de feature class toe te voegen in de dataset is bijvoorbeeld als je deze nieuwe feature class op wil nemen in de bestaande Topology. 1. Open ArcMap 2. Open het Catalog gedeelte binnen ArcMap 3. Registreer de nieuwe tabel bij de Geodatabase.
19
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
4. Sleep de feature class naar de dataset. 5. De feature class is nu onderdeel van de DAMO_W dataset.
5.3.4 Import gegevens en Aanzetten Versioning en Archiving Als je bestaande (IRIS) gegevens in deze tabel op wil nemen zul je dit moeten doen vóór de tabel opgenomen wordt in de Versioning en Archiving. Als de import is voltooid, of als je geen gegevens wil importeren, kun je Versioning en Archicing toepassen voor de feature class. Omdat de feature class onderdeel is van de dataset, zul je dit op dataset niveau moeten regelen. 1. Controleer of de feature class toegevoegd is aan de dataset. 2. Rechter muisklik op de dataset en kies ‘Manage’ en dan ‘Register As Versioned…’ 3. Rechter muisklik op de dataset en kies ‘Manage’ en dan ‘Enable Archiving…’
5.3.5 Topology In de Toolbox is een tool opgenomen voor het aanmaken van Topology. Deze tool maakt gebruik van een .csv bestand. In dit voorbeeld passen we het .csv bestand voor het aanmaken van een topology ‘04_sde_lagen.csv’ aan. Het .csv bestand bestaat uit een aantal kolommen die gevuld moeten worden. Hieronder staat hier een uitwerking van. Kolom
Uitleg
TABEL
De (hoofd)tabel waar de Topology op toegepast moet
20
Index
worden. RULE
De Topology regel die toegepast moet worden.
TABEL2
Eventueel de tweede tabel welke onderdeel uitmaakt van de Topology
Voor dit voorbeeld voegen we een aantal regels toe.
1. Open ArcMap 2. Open de ‘DamoApplicatieBeheer’ toolbox 3. Dubbelklik op ‘Aanmaken Topology’ 4. Voeg de connectie met de database toe 5. Voeg de eigen .csv toe.
6. Het script zal foutmeldingen teruggeven. Negeer deze. Als de regels handmatig toegevoegd worden, zullen er ook foutmeldingen verschijnen. De meldingen worden gemeld bij ESRI en zullen via die weg opgepakt gaan worden. De nieuwe regels zijn aangemaakt en zullen werken. Controleer dit uiteraard wel goed.
5.3.6 Zetten van Constraints Om de integriteit van de data te bewaken kunnen aan het einde van het proces constraints gezet worden. ArcMap zelf houdt geen rekening met deze constraints, maar op database niveau wordt hier wel rekening mee gehouden. De aanpassingen aan de ‘Save Edits’ knop en het script ‘Controleer unieke velden’ uit de Toolbox houden hier wel rekening mee.
21
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
Constraints kunnen gezet worden met een .sql script. Het bijgeleverde script ‘06_damo_w_grants_unieke_constraints’ is hier een voorbeeld van. Voor de voorbeeld feature class maken we een Unique Key van het veld CODE met het volgende SQL commando: ALTER TABLE TESTFEATURECLASS ADD CONSTRAINT UQ_TestFeature_code UNIQUE (code) ; Voer deze regel uit met de user ‘DAMO_W’ binnen SQL Developer of een ander DBMS. Als het correct is uitgevoerd krijg je de melding: table TESTFEATURECLASS altered.
5.3.7 Aanmaken Relationship Classes In de Toolbox is een tool opgenomen voor het aanmaken van Relationship Classes. Deze tool maakt gebruik van een .csv bestand. In dit voorbeeld passen we het .csv bestand voor het aanmaken van een Relationship Class(es) ‘08_sde_relationshipclasses.csv’ aan. Het .csv bestand bestaat uit een aantal kolommen die gevuld moeten worden. Hieronder staat hier een uitwerking van. In dit voorbeeld leggen we een relatie tussen DuikerSifonHevel (punt) en de TESTFEATURECLASS (lijn). Kolom
Uitleg
Voorbeeld
origintabel
De tabel die de basis vormt
DUIKERSIFONHEVEL
voor de relatie. originkey
Het sleutelveld voor de relatie.
DUIKERSIFONHEVELID
destinationtabel
De andere tabel binnen de
TESTFEATURECLASS
relatie. destinationkey
Het sleutelveld voor de relatie.
KOPPELINGID
relatietype
Simple of Composite
SIMPLE
(voor de verschillen; zie ESRI handleiding) alias
22
De naam die de relatie krijgt
DUIKERSIFONHEVEL_
wanneer je hem binnen
TESTFEATURECLASS
Index
ArcMap bekijkt cardinaliteit
One-to-one, one-to-many etc.
ONE-TO-MANY
(voor de mogelijkheden; zie ESRI handleiding) forward
Geen effect in SIMPLE relations
DUIKERSIFONHEVEL bevat TESTFEATURECLASS
(voor de mogelijkheden; zie ESRI handleiding) backward
Geen effect in SIMPLE relations
TESTFEATURECLASS is onderdeel van
(voor de mogelijkheden; zie
DUIKERSIFONHEVEL
handleiding)
1. Open ArcMap 2. Open de toolbox ‘DamoApplicatiebeheer’ 3. Dubbelklik ‘Aanmaken Relationship Classes’
4. Klik OK
5. Bekijk de Relationship Class
23
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
5.3.8 Indexering Archiving Tabellen Bij het aanmaken van de Archiving tabellen, in het voorbeeld ‘TESTFEATURECLASS_H’, kan het zijn dat de Spatial Index van deze tabel(len) niet correct wordt aangemaakt door SDE. Hiervoor is een script meegeleverd (aanmaken_index_history) die ervoor zorgt dat de index correct aangemaakt wordt.
5.3.9 Toekennen Default Waarden Default waarden kunnen binnen ArcMap ingericht worden door een feature template aan te maken waarin dit geregeld wordt. Het kan echter ook op tabelniveau geregeld worden door ArcMap. Als je er voor kiest om een veld niet op te nemen in de omgeving die je de gebruikers aanbiedt; bijvoorbeeld het veld ‘TYPEKRUISING’ bij een brug, kun je op SDE niveau afdwingen dat deze kolom wel automatisch gevuld wordt bij het aanmaken van nieuwe records.
24
Index
In dit voorbeeld passen we het .csv bestand voor het aanmaken van default waarden ‘09_sde_defaultwaardes.csv’ aan. Het .csv bestand bestaat uit een aantal kolommen die gevuld moeten worden. Hieronder staat hier een uitwerking van. Kolom
Uitleg
Voorbeeld
Tabel
De tabel waarop je de default
BRUG
waarde in wil stellen. Kolom
De kolom waarop je de default
TYPEKRUISING
waarde in wil stellen. Default
De default waarde die
2
ingesteld wordt.
In dit voorbeeld verwijst de kolom ‘TYPEKRUISING’ met waarde ‘2’ naar het domein ‘TYPEKRUISING’ waarvaan waarde ‘2’ ‘Brug’ betekend. 1. Open ArcMap 2. Open de toolbox ‘DamoApplicatieBeheer’ 3. Dubbelklik op de tool ‘Toekennen Default Waarden’
4. Klik OK
5. Default waarde is toegekend.
5.4 Aanpassen domeinen DAMO Watersysteem Je kunt in DAMO Watersysteem domeinen onderhouden en uitbreiden met eigen domeinwaarden. Hierbij spelen drie databasetabellen een rol. De domeingegevens zijn vastgelegd in twee tabellen: tabel DAMODOMEINEN met de metadata van de domeinen en tabel DAMODOMEINWAARDEN waarin de beschikbare domeinwaarden staan opgeslagen. De koppeling tussen de domeinen en de attributen (kolommen) waarvoor ze worden gebruikt is vastgelegd in de tabel DAMOKOLOMMEN. Zie het bestand ‘Overzicht_domeinen_mapping.xls’ voor meer informatie.
25
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
Alleen de domeinen die als bron 'Waterschap' hebben kun je vrij wijzigen of uitbreiden. De inhoud van de domeinen met andere bronnen wordt bepaald door de bron, zoals Aquo of INSPIRE. Attentie! Registreer in ArcMap de gewijzigde domeinen opnieuw bij de geodatabase met het toolbox-script 'Bijwerken GDB Domeinen'. Zie voor meer informatie het hoofdstuk "Registreren van domeinen" van de Installatiegids DAMO Watersysteem.
5.4.1 Tabel DAMODOMEINEN In de tabel DAMODOMEINEN staan alle domeinen die met DAMO Watersysteem zijn uitgeleverd. De tabel registreert de naam, het datatype en de bron van het domein. Het datatype geeft aan wat voor soort waarde er in gevuld moet worden voor de domeincode: een letter, een tekst of een getal. DAMO Watersysteem gebruikt de volgende datatypes voor de domeinen: •
CHAR, Voor domeinen waarvan de codes uit 1 karakter bestaan.
•
VARCHAR, Voor domeinencodes die uit een tekst bestaan (alfanumerieke waarden).
•
NUM, Voor domeinencodes die uit een geheel getal bestaan (integer).
De bron van een domein is het datamodel of de database waarop de domeinnamen en domeinwaarden zijn gebaseerd. DAMO Watersysteem maakt onderscheid in de volgende domeinbronnen: •
'Watis'
•
'Aquo'
•
'Inspire'
•
'BGT'
•
'IMGeo'
•
'Waterschap'
Waterschappen zijn vrij om de domeinen met de bron 'Waterschap' zelf aan te passen en uit te breiden.
5.4.2 Tabel DAMODOMEINWAARDEN De tabel DAMODOMEINWAARDEN is de tabel met de beschikbare domeinwaarden en bevat de volgende attributen (kolommen):
26
Index
•
DOMEIN Het domein van de waarde, aangeduid met de naam van het domein (kolom NAAM van tabel DAMODOMEINEN).
•
CODE De code voor de domeinwaarde. Deze code moet corresponderen met het datatype van het domein zoals dat is vastgelegd in tabel DAMODOMEINEN (kolom DATATYPE). De code wordt intern gebruikt en verschijnt niet in de gebruikersinterface.
•
AFKORTING De code die je kunt gebruiken voor eigen registratie.
•
OMSCHRIJVING De omschrijving van de domeinwaarde. Dit is de domeinwaarde die verschijnt in de keuzelijst waaruit een gebruiker van DAMO Watersysteem een waarde moet selecteren.
•
BEGINDATUM De datum waar vanaf deze domeinwaarde geldig is.
•
EINDATUM De datum waarop de domeinwaarde niet meer geldig is. Domeinwaarden die komen te vervallen kunnen een einddatum krijgen. Hierdoor hoeft het domeinwaarde-record niet vervangen te worden en blijft het record als historisch gegeven gehandhaafd.
5.4.3 Tabel DAMOKOLOMMEN De tabel DAMOKOLOMMEN koppelt in DAMO Watersysteem de attributen (kolommen) aan een bepaald domein. De records in deze tabel verwijzen hiervoor naar de naam van het domein (kolom NAAM van tabel DAMODOMEINEN). De kolommen worden aangeduid met de naam en de tabel van de kolom.
5.4.4 Koppelen eigen Domeinen Maak gebruik van het meegeleverde .sql bestand om eigen domeinen aan te maken. Volg de volgende stappen om dit voor elkaar te krijgen. 1. Open het .sql bestand ‘04_damo_w_domeinen_dml.sql’ 2. Sla het .sql bestand op als (bijvoorbeeld) ‘99_damo_w_domeinen_eigen.sql’
27
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
3. Maak een eigen ‘INSERT into DAMODOMEINEN’ statement aan om een nieuw DOMEIN aan te maken; haal de rest van alle INSERT into DAMODOMEINEN statements uit het script.
4. Maak een eigen ‘INSERT into DOMEINWAARDEN’ statement aan om DOMEINWAARDEN aan het nieuwe DOMEIN te koppelen; haal de rest van alle INSERT into DOMEINWAARDEN uit het script.
5. Maak een eigen ‘INSERT into DAMOKOLOMMEN’ statement aan om het nieuwe DAMODOMEIN te koppelen aan de nieuwe DAMO_TABEL; haal de rest van alle INSERT into DAMOKOLOMMEN uit het script.
6. Sla dit bestand op. 7. Open SQLDeveloper (o.a.) 8. Maak een connectie met gebruiker ‘DAMO_W’ 9. Voer het nieuwe script uit. 10. Open ArcGIS. 11. Gebruik nu de Tool ‘Bijwerken GDB Domeinen’ om ervoor te zorgen dat dit nieuwe DOMEIN ook correct weergegeven wordt in ArcGIS. 12. Je hebt een nieuw DOMEIN toegevoegd en deze is klaar voor gebruik.
5.5 Importeren en exporteren van definities eigen gegevens Je kunt vanuit ArcMap met de toolbox-scripts 'Exporteer WS Definities' en 'Importeer WS Definities' de tabel- en kolomdefinities van eigen toegevoegde entiteiten en attributen
28
Index
exporteren en importeren. Deze scripts staan in toolbox 'DamoApplicatieBeheer.tbx' , die je vanuit installatiemap 'sde' in ArcMap kunt laden.
5.5.1 Exporteer WS Definities Toolbox-script 'Exporteer WS Definities' exporteert de definities van elke feature class of tabel waarvan de naam met het prefix 'WS_' begint naar een XML-bestand. Daarnaast exporteert het script de definities van alle attributen die beginnen met het prefix 'WS_' naar een CSV-bestand. Op de volgende manier exporteer je de definities van eigen gegevens: 1. Open ArcMap.
2. Voer het toolbox-script 'Exporteer WS Definities' uit. Het venster Exporteer WS Definities verschijnt.
3. Vul in het venster Exporteer WS Definities de volgende parameters in: Damo sde connectie
<de connectie die in ArcMap is aangemaakt naar de geodatabase van DAMO Watersysteem>
Export locatie
<de map waarin de export-bestanden opgeslagen worden> Attentie! Deze map moet leeg zijn.
4. Klik op OK.
29
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
5.5.2 Importeer WS Definities Toolbox-script 'Importeer WS Definities' importeert de definities van eigen gegevens, bijvoorbeeld die eerder met het script 'Exporteer WS Definities' waren geëxporteerd. Deze export kun je ook aanpassen om op een gestandaardiseerde manier waterschapseigen gegevens toe te voegen aan de database. Het script maakt op basis van de geïmporteerde definities feature classes, tabellen of kolommen aan. Op de volgende manier importeer je de definities van eigen gegevens: 1. Open ArcMap.
2. Voer het toolbox-script 'Importeer WS Definities' uit. Het venster Importeer WS Definities verschijnt.
3. Vul in het venster Importeer WS Definities de volgende parameters in: Damo sde connectie
<de connectie die in ArcMap is aangemaakt naar de geodatabase van DAMO Watersysteem>
Import locatie
<de map waarin zich de export-bestanden bevinden met de definities van de eigen gegevens> Opmerking De eigen gegevens worden gedefinieerd door XML- en CSVbestanden.
4. Klik op OK.
30
Index
6 OPHALEN DOMEINEN BIJ AQUO Je kunt vanuit ArcMap met het toolbox-script 'Bijwerken Aquo Domeinen' de domeinen van DAMO Watersysteem bijwerken die in de database geregistreerd zijn als Aquo-domeinen. Zie hierboven bij de uitleg over domeintabellen en aangehechte Excel document ‘Excel document met domeinen’ welke domeinen er als 'Aquo' geregistreerd staan in de tabel DAMODOMEINEN. Attentie! Deze tool maakt gebruik van het SOAP protocol. Om deze tool te laten functioneren moet poort 8080 (SOAP) open staan in de firewall. Het script gebruikt de webservices van de Aquo-domeinen om de domeinen van DAMO Watersysteem bij te werken en past alleen de domeintabellen in de Oracle-database aan. Lees meer over de Aquo Domeinservice! http://www.aquo.nl/implementatie/validatie/aquo-ds-webservice/ De bestaande domeinen worden verwijderd en vervolgens weer gevuld met de domeinwaarden uit Aquo. Het script past niet de domeinlijsten van de geodatabase van DAMO Watersysteem aan. Hiervoor moet je daarna nog het script 'Bijwerken GDB Domeinen' uitvoeren. Zie voor meer informatie over dit script het hoofdstuk "Registreren van domeinen" van de Installatiegids DAMO Watersysteem.
31
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
7 AANPASSEN FME-MAPPING TUSSEN IRIS EN DAMO WATERSYSTEEM DAMO Watersysteem gebruikt FME Software (FME: Feature Manipulation Engine) om met de gegevens van IRIS de database van DAMO Watersysteem te vullen. Opmerking Hoewel FME een aantal handige features biedt en zeker meerwaarde heeft boven een migratie op basis van bijvoorbeeld SQL-scripting is een solide basiskennis van FME wel gewenst voor een goede migratie. Hierbij staat in een FME-mapping gedefinieerd welke IRIS-gegevens corresponderen met welke gegevens van DAMO Watersysteem. Bij de conversie van IRIS naar DAMO Watersysteem wordt de Oracle Spatial Object writer (ORACLE8I) van FME gebruikt om de gegevens naar de database van DAMO Watersysteem weg te schrijven. In de mapping moet daarom aangeven worden waar de gegevens (tabel en kolom) in de database neergezet moeten worden. De ruimtelijke objecten worden in IRIS en DAMO Watersysteem door een databasetabel vertegenwoordigd en in FME door zogenaamde feature types. FME bezit reader feature types voor de tabellen van de bron-database waaruit FME de gegevens leest (de IRIS-database) en writer feature types voor de tabellen van de bestemmings-database waar naartoe FME de gegevens wegschrijft (de database van DAMO Watersysteem). Een bestaande FME-mapping kun je op twee manieren aanpassen: •
Je kunt het geometrieveld van een writer feature type opgeven, indien dat veld ontbreekt of veranderd is.
•
Je kunt writer features types in de FME-mapping bijwerken, indien er wijzigingen in de corresponderende databasetabel hebben plaatsgevonden, zoals andere attributen of datatypes.
7.1 Opgeven van geometrievelden van Feature types Een 'Feature type' vertegenwoordigt in FME het type (ruimtelijk) object, zoals het object 'BRUG' in DAMO Watersysteem. Bij het gebruik van de Oracle Spatial Object writer (ORACLE8I), moet je in de mapping op het niveau van het feature type aangeven in welke kolom van het 'writer feature type' de geometriegegevens weggeschreven moeten worden. Als de geometriekolom van het writer feature type niet is gespecificeerd of verkeerd is gedefinieerd, zal FME de migratie van de gegevens nog wel uitvoeren, maar zet daarbij de geometrie niet over. De geometriekolom van dit feature type in de bestemmingdatabase blijft dan leeg.
32
Index
Je kunt in de FME-mapping de geometriekolom van het 'writer feature type' op de volgende manier specificeren: 4. Klik op de 'properties' knop van het writer feature type, zoals in de volgende afbeelding voor writer feature type BRUG is aangegeven:
Het venster Feature Type Properties verschijnt. 5. Open het tabblad Format Parameters en geef in het veld Geometry Column Name de naam van de geometriekolom op.
Standaard staat deze in FME ingesteld op 'GEOM', maar in DAMO Watersysteem hebben de geometrievelden meestal een andere naam. 6. Klik OK.
7.2 Bijwerken van Feature types in FME Je kunt in FME de attributen van een feature type automatisch laten bijwerken (updaten) zolang de naam van het feature type gelijk blijft. Deze laatste voorwaarde betekent dat de naam van het databaseschema en van de tabel hetzelfde moet zijn gebleven. Door het bijwerken van de feature types kun je de wijzigingen in de databasetabellen in de FME-mapping verwerken.
7.2.1 Naam van feature type mag niet wijzigen In FME bestaat de naam van een feature type uit de naam van het databaseschema en de tabelnaam. Voor het schema DAMO_W en de tabel BRUG is in FME bijvoorbeeld het feature type DAMO_W.BRUG. Het bijwerken (updaten) van een feature type in je FME-mapping kan alleen als de naam ervan hetzelfde blijft. Als het databaseschema of de tabel een andere naam heeft gekregen, dan kun je het feature type in FME niet bijwerken zonder je mapping kwijt te raken.
33
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
Voorbeeld Stel je verandert het schema in DAMO_W2, dan verandert in FME de naam van het feature type in DAMO_W2.BRUG. In het geval van een andere schema- of tabelnaam kun je die tabel als nieuw feature type aan FME toevoegen. Het oude feature type moet je dan weggooien, en met het nieuwe moet je vervolgens de mapping helemaal opnieuw uitvoeren. Als de naam van het databaseschema wijzigt, heeft dit dus verstrekkende gevolgen omdat je in dat geval voor alle feature types (tabellen) van dat schema de mapping opnieuw moet definiëren. Workaround: Het achterliggende bestand, welke gebruikt wordt door FME, is een XML. Hier is ook een ‘zoek en vervang’ actie op uit te voeren. De schemanaam van de IRIS-database ligt vast en zal bij alle waterschappen hetzelfde zijn. Attentie! Als je de schemanaam ‘DAMO_W’ in de database verandert, moet je voor alle tabellen in dat schema de mapping helemaal opnieuw uitvoeren.
7.2.2 Update Feature Types Je kunt een feature type waarvan de tabel gewijzigd is in de reader database (bron) of de writer database (doel) in FME bijwerken met de functie Update Feature Types. Deze functie leest het feature type opnieuw in op basis van het gewijzigde dataschema. Het gaat daarbij dus om een wijziging in de definitie van een tabel, zoals andere attribuutnamen of datatypes. Als een tabel een andere naam heeft gekregen, is het voor FME een nieuwe feature type, en zul je het oude feature type moeten vervangen en voor het nieuwe de mapping opnieuw moeten aanbrengen na het inlezen van het nieuwe feature type. In de volgende afbeelding is aangegeven hoe je voor writer feature type uit het snelmenu de functie Update Feature Types selecteert. Als je hierop klikt dan controleert FME of alle feature types nog gelijk zijn met de bron.
34
Index
35
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
8 CONVERTEREN VAN GEGEVENS UIT IRIS Dit hoofdstuk beschrijft hoe je met behulp van de Feature Manipulation Engine (FME) en een aangeleverd FMW-bestand gegevens uit een IRIS2012 -database kunt overzetten naar de database van DAMO Watersysteem. Zie voor meer informatie over de te importeren gegevens, IRIS bron en het DAMO Watersysteem doel het bestand 'Damo_w_Entiteiten_Attributen.xls'.
8.1 Vereisten De vereisten van de conversie zijn: •
Operationele IRIS2012 database.
•
Operationele, lege database van DAMO Watersysteem.
•
Oracle Client (minimaal versie 10.2.0)
•
Een TNS verbinding of een Oracle Net Manager waaraan de databaseconnecties met een lokale Net Service Name zijn toegevoegd. In de volgende afbeelding zijn de Net Service Names rood omkaderd:
De FME heeft deze Net Service Names nodig om de conversie uit te voeren. Raadpleeg de documentatie van Oracle voor meer informatie over Net Service Names. •
FME Software geïnstalleerd (minimaal versie 2013 SP4) op Windows. De Linux versie van FME heeft niet de applicatie FME Workbench en kan niet voor de hier beschreven conversie gebruikt worden.
36
•
FME Oracle Edition licentie.
•
FMW-bestand IRIS-DAMO_W.fmw.
Index
8.2 Conversiestappen De conversie wordt uitgevoerd in de applicatie FME Workbench en bestaat uit de volgende stappen: 1. Open de applicatie FME Workbench. 2. Kies optie Open van het File-menu en open het bestand 'IRIS-DAMO_W.fmw'. 3. Zorg dat het venster Navigator zichtbaar is. 4. Verander op de volgende manier de gegevens van de reader (bron) van de databaseconnectie naar de IRIS-database: a.
Klap de databaseconnectie naar de IRIS-database uit. Dat is 'irisref'.
b.
Dubbelklik op het paarse tandwiel van de reader (Source …) van de IRISdatabaseconnectie. Het venster Edit Parameter van de bron-database verschijnt.
c.
Vul in dit venster de Net Service Name van de IRIS-database in en klik op OK. Het venster sluit.
d.
Vul bij de Parameters de juiste gebruikersnaam (Username) en het juiste wachtwoord (Password) van de IRIS-database in.
5. Verander op eenzelfde wijze de gegevens van de writer (doel) van de databaseconnectie naar de database van DAMO Watersysteem: a.
Klap de databaseconnectie naar DAMO Watersysteem uit.
b.
Dubbelklik op het paarse tandwiel van de writer (Destination …) van de databaseconnectie met DAMO Watersysteem. Het venster Edit Parameter van de doel-database verschijnt.
c.
Vul hier de TNS naam of de Net Service Name van de database van DAMO Watersysteem in en klik op OK. Het venster sluit.
d.
Vul bij Parameters de gebruikersnaam (Username) en het wachtwoord (Password) van de database van DAMO Watersysteem in. Zorg dat de betreffende gebruiker voor deze database schrijfrechten heeft.
6. Kies optie Run Translation van het File-menu (of druk op sneltoets F5). Hiermee start je de conversie.
37
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
Opmerking Vanwege de tijd die een volledige conversie kost is het uitvoeren van de conversie per object aan te raden. Je kunt in FME objecten 'aan' en 'uit' zetten. Dit betekend dat deze wel/ niet gelezen of geschreven worden op het moment dat je de conversie start. De conversie duurt minstens enkele minuten. In het venster Log kunt u de voortgang en meldingen volgen. Na afloop verschijnt in de log de melding dat de conversie succesvol is verlopen. Als er tijdens de conversie problemen waren, kun je de meldingen hierover in de log analyseren en oplossen. 7. Verhoog de SDE-sequences (zie volgende paragraaf).
8.3 Verhogen van SDE-sequences Na het converteren van de IRIS-gegevens naar de database van DAMO Watersysteem moet je het SQL-script '08_sys_ophogen_sequences.sql' uitvoeren om de SDE-sequences te verhogen en de oude sequences in het geheugen van de database op te ruimen. Je vindt dit script in installatiemap 'Fysiek Model'. Opmerking Sequence-waarden zijn unieke getallen die Oracle genereert om database-objecten te identificeren. (object-IDs). Je kunt het beschouwen als een tellertje dat steeds opgehoogd wordt. Ze worden onder andere gebruikt voor de status en de versie van records en voor nieuwe records. Bij de conversie van de IRIS-data ontstaat er een probleem met deze tellertjes, omdat FME zijn eigen tellertjes gebruikt en daarbij het sequence-mechanisme van Oracle omzeilt. Het script zorgt ervoor dat de sequencewaarden voor de nieuwe records weer in orde gemaakt worden. De werkwijze voor het verhogen van de SDE-sequences omvat de volgende stappen: 1. Start Oracle SQL Developer. 2. Maak als gebruiker 'sys' een connectie met de Oracle-database. 3. Voer het script '08_ sys_ophogen_sequences.sql' uit.
38
Index
9 AANMAKEN INSPIRE-VIEWS EN –SERVICES De waterschappen hebben de verplichting om een deel van hun gegevens als webservices te publiceren waarbij de gegevens moeten voldoen aan het standaard dataformaat van INSPIRE (INfrastructure for SPatial Information in the European community). DAMO Watersysteem gebruikt de materialized views van Oracle om de gegevens voor de INSPIRE-services beschikbare te stellen. Materialized views zijn tijdelijke tabellen die momentopnames vormen van kolommen uit bepaalde tabellen van een voortdurend veranderende database, die regelmatig met de actuele gegevens gesynchroniseerd worden. De materialized views van DAMO Watersysteem worden dagelijks, om 1 uur ‘s nachts, gesynchroniseerd. De databasebeheerder kan de frequentie hiervan zelf aanpassen in een DBMS of direct op de database. Met behulp van de materialized views die voor de INSPIRE-services zijn aangemaakt, kan er een koppelvlak gemaakt worden tussen DAMO Watersysteem en de Geovoorziening en kan de Geovoorziening de INSPIRE-plichtige gegevens uit de database van DAMO Watersysteem als een webservice op het internet publiceren. De gegevens worden als een WFS-service gepubliceerd. Opmerking Een WFS-service is een kaartservice waarbij de kaartobjecten als afzonderlijke objecten benaderbaar en bevraagbaar zijn. Je kunt een WFS-service beschouwen als een webservice die een vectorkaartlaag op het internet beschikbaar stelt. De view-tabellen die in het database-schema INSPIRE zijn aangemaakt hebben namen (tabel en kolom) en een structuur die overeenkomt met de INSPIRE-kaartlagen in de Geovoorziening. Een kaartserver, zoals GeoServer of ArcGisServer, kan met deze tabellen als gegevensbron de WFSservices genereren die voor de INSPIRE-kaartlagen vereist zijn. In de handleiding "Handleiding WFS harvesting.docx" van het project 'Geovoorziening' staat beschreven waaraan de WFS-service moet voldoen en hoe je deze service kunt aanmelden bij de Geovoorziening.
39
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
10 TOPOLOGIE In ArcGIS kun je een topologie toepassen op de feature classes van een geodatabase mits deze in dezelfde feature dataset zitten (en dus hetzelfde coördinatenstelsel hebben). De topologie wordt gerepresenteerd door een topologielaag (Topology Class) en omvat een aantal topologieregels (Topology Rules) die betrekking hebben op één of meer feature classes. Dit zijn de regels waar de topologie van feature classes in de feature dataset aan moet voldoen. Op basis van die regels kunnen topologische fouten in bestanden opgespoord worden, zoals ongewenste overlap en gaten tussen vlakken. De Topology Class wordt opgeslagen in de feature dataset en ziet er in de objectenstructuur van de geodatabase als volgt uit: geodatabase > feature dataset > topology class > topology rule In een eenvoudige topologielaag kan een enkele topologieregel bevatten die op slechts één feature class (kaartlaag) betrekking heeft. In de topologielaag kunnen echter ook meerdere topologieregels opgenomen zijn voor topologische relaties tussen verschillende kaartlagen. Bijvoorbeeld de regel dat vlakken van een bepaalde laag binnen de vlakken van een andere laag moeten liggen, of dat de punten van een bepaalde laag op het uiteinde van de lijnen uit een andere laag moeten liggen. Bij de installatie van de geodatabase 'DAMO_W' is voor feature dataset 'DAMO_W' standaard de topologielaag 'DAMO_W_Topology' aangemaakt. Deze topologielaag bevat een aantal kaartlagen en topologieregels, zoals je in het eigenschappenvenster op de tabbladen Feature Classes en Rules kunt zien:
40
Index
10.1
Aanpassen van topologie
Je kunt deze topologielaag aanpassen door er op de volgende manier een nieuwe topologieregel aan toe te voegen: 1. Dubbelklik in objectenstructuur van de geodatabase op de topologielaag. Het eigenschappenvenster van de topologielaag verschijnt. 2. Zorg dat de benodigde feature classes aan de topologielaag zijn toegevoegd (ga hiervoor naar tabblad Feature Classes). 3. Open tabblad Rules. 4. Klik Add Rule. Het venster Add Rule verschijnt. 5. Selecteer bij Features of feature class de input feature class waarop de regel toegepast moet worden. Dit is de laag die aan de regel moet voldoen. Indien dat niet het geval is, zullen er in de topologielaag fouten verschijnen. 6. Selecteer bij Rule de nieuwe topologieregel. 7. Optioneel: Selecteer bij Feature class een tweede feature class. Dit is de feature class die bij het toepassen van de topologieregel wordt gebruikt, bijvoorbeeld de kaartlaag met de vlakken waarbinnen de punten van de eerste feature class moeten liggen. De volgende afbeelding laat een voorbeeld van een nieuwe regel zien:
De regel houdt in dat de puntgeometrie van een brug op het uiteinde van een oppervlaktewaterlichaamlijnstuk moet liggen. Opmerking Of je wel of niet een tweede feature class moet invullen hangt af van het soort topologieregel dat je hebt geselecteerd. 8. Klik OK in het venster Add Rule. Het venster verdwijnt. 9. Klik in het eigenschappenvenster op Toepassen. De regel is aan de topologielaag toegevoegd.
41
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
Na het toevoegen van een nieuwe regel zullen er fouten in de topologie zijn ontstaan die gerepareerd moeten worden. Met Generate Summary op tabblad Errors kun je een rapport van deze fouten laten genereren. Op de volgende manier kun je vanuit het eigenschappenvenster van de topologielaag een topologieregel weer verwijderen: 1. Open tabblad Rules. 2. Selecteer een topologieregel. 3. Klik Remove Rule en bevestig het verwijderen. 4. Klik in het eigenschappenvenster op Toepassen. De regel is hierna uit de topologielaag verwijderd. Je kunt topologieregels en feature classes ook met tools uit een toolbox in ArcGIS toevoegen. Gebruik hiervoor de tools 'Add Rule To Topology' en ' Add Feature Class To Topology ' uit de toolbox 'Topology'. Deze toolbox bevindt zich in de toolboxmap 'Data Management Tools'. Gebruik uit dezelfde toolbox voor het verwijderen van topologieregels en feature classes de tools 'Remove Rule From Topology' en ' Remove Feature Class From Topology '
Raadpleeg de documentatie van ArcGIS voor informatie over het gebruik van deze tools.
42
Index
10.2
Verifiëren van topologie
Je kunt op de volgende manier de topologie valideren van de kaartlagen waarvoor topologische regels in een topologielaag (Topology Class) zijn gedefinieerd: 1. Zorg dat de topologielaag van DAMO Watersysteem in ArcMap beschikbaar is in het inhoudsvenster van de kaart (venster Table of Contents). In het inhoudsvenster staat nu een laag 'Damo_w_Topologie'. Deze laag bevat zelf geen features maar bevat regels die van toepassing zijn op de features die op dit moment in de TOC staan en fouten in die regels.
Opmerking Mocht de topologielaag van DAMO Watersysteem niet in het inhoudsvenster van de kaart staan, dan kun je hem net als een andere laag toevoegen. Dit kan met de knop Add Data of vanuit venster Catalog (sleep vanuit dit venster de laag naar de kaart). Wanneer je de laag toevoegt, vraagt ArcGIS of je alle lagen waarvoor de topologielaag van toepassing is ook aan de kaart wil toevoegen. In DAMO Watersysteem zijn dat een groot aantal lagen. 2. Valideer de topologie om te controleren of er geen fouten in de topologie voorkomen. Start een edit-sessie en verifieer de topologie van het huidige kaartbeeld (extent) met de knop Validate topology in current extent van de werkbalk Topology:
De geconstateerde fouten (Topology Errors) komen in de topologielaag terecht.
43
Beheerhandleiding DAMO Watersysteem
3. Repareer de fouten in de topologie. Met behulp van de Error Inspector kun je zien om welke fouten het gaat en kun je ook al fouten repareren. Door in het venster van de inspector met de rechtermuisknop op een fout te klikken open je het snelmenu van de fout, waarvan hieronder een voorbeeld:
Vanuit dit menu kun je bijvoorbeeld de foute features selecteren of een omschrijving van de fout opvragen. ArcGIS geeft ook al een optie om de fout op te lossen, bijvoorbeeld het commando Split in vorig voorbeeld. Door op de fout in te zoomen, zien we dat ArcGIS de fout in rood heeft aangegeven. Opmerking Gebruik de tool 'Export Topology Errors' om de foute punten, lijnen en vlakken te exporteren naar aparte kaartlagen. Dit heeft als voordeel dat je de gegevens van de features in een tabel kunt bekijken. Raadpleeg de documentatie van ArcGIS voor meer informatie over het verifiëren van topologie en het oplossen van topologische fouten.
44