9 Oude Diep 9.1
Watersysteem
Het waterlichaam Oude Diep behoort tot de KRW-categorie Rivieren, type R5; langzaam stromende middenloop/benedenloop op zandbodem (RBO Rijn-Oost, 2004. p. 31). De oorsprong van de beek ligt in het natuurgebied Mantinger Bos en Weiden. Het Oude Diep stroomt ten zuiden van Echten uit in de Hoogeveensche Vaart (zie Kaart 10). In de huidige situatie heeft het Oude Diep een totale lengte van 22 kilometer (inclusief bovenloop). 17 kilometer hiervan is benoemd als waterlichaam. Het afwaterend oppervlak van het Oude Diep bedraagt ongeveer 7.085 hectare. Dit is inclusief het afwaterend oppervlak van de bovenloop die in 2002 opnieuw is aangesloten. Het is de bedoeling dat de bovenloop afwatert op de benedenstroomse beek tot een debiet van maximaal 0,85 m3/s. Bij een groter debiet wordt het restant afgevoerd via het LinthorstHomankanaal. Een klein gedeelte van het industrieterrein MERA te Wijster (voorheen de VAM) watert af op het Oude Diep. De waterhuishouding van het kwalitatief mindere deel van dit complex is direct aangesloten op het Linthorst-Homankanaal. Tussen Echten en Fluitenberg is een historisch gedeelte van het Oude Diep nog aanwezig in een redelijk natuurlijke vorm. Waterschap Reest en Wieden is de beheerder van het Oude Diep. Foto 13 geeft een impressie van het brongebied van de beek. Foto 14 geeft een impressie van het Oude Diep nabij het uitstromingspunt op de Hoogeveensche Vaart.
Foto 13 (links). Foto 14 (rechts).
Krw-rapport
Het Oude Diep in het Mantinger Bos en Weiden tevens het brongebied van het Oude Diep. Het Oude Diep nabij het uitstromingspunt op de Hoogeveensche Vaart.
Reest en Wieden.doc.doc
17 maart 2008
52
Kaart 10. Het stroomgebied van het Oude Diep.
Krw-rapport
Reest en Wieden.doc.doc
17 maart 2008
53
9.2
De gewenste situatie
Algemeen Het Provinciaal Omgevingsplan (POPII) van de provincie Drenthe benoemd drie hoofdfuncties die allen invloed hebben op de waterhuishouding in het stroomgebied van het Oude Diep. In de bovenloop en de middenloop ligt het accent voornamelijk op de natuurfunctie. In het beekgedeelte benedenstrooms Hoogeveen staat de landbouwfunctie centraal. Daarnaast stroomt het Oude Diep gedeeltelijk door stedelijk gebied. In het stroomgebied liggen de woonkernen Drijber, Stuifzand, Fluitenberg, Echten en Hoogeveen. Kaart 11 geeft een overzicht van de functies en de ligging van de woonkernen in het stroomgebied. (Provincie Drenthe, 2004) Natuurgebied Op de plaatsen waar natuurgebieden grenzen aan het Oude Diep kan de beek worden ingepast in het aangrenzende terrein (beekherstel). Veranderingen in waterpeil, profielen en tracés zijn alleen mogelijk als dit geen significante schade toebrengt aan de aangrenzende functies. Door aanpassing van het watersysteem (meer water vasthouden en bergen) wordt de (interne) verdroging zoveel mogelijk opgelost. Ook kan hierdoor de maximale waterafvoer vanuit de in 2002 aangekoppelde bovenloop (0,85 m3/s) verwerkt kan worden. Met deze uitgangspunten is in de periode 2004 – 2006 het beektracé ‘De Maten’ (Oostermaat en Pesserma) in uitvoering genomen. Ter hoogte van de Pesserma is binnen de functie natuur een waterbergingsgebied met een oppervlakte van 40 hectare aangelegd voor de berging van 80.000 m3 water. De bergingscapaciteit van het Oude Diep is met ongeveer 50% te vergroten, indien over een lengte van 650 meter gronden verworven kunnen worden voor de ontwikkeling van natuur. De totale bergingscapaciteit zal dan ongeveer 120.000 tot 130.000 m3 bedragen. Voor dit beekdal gedeelte is de functie natuur al vastgelegd vanuit de RAK (Ruilverkaveling met Administratief Karakter) Stuifzand. In de periode 2005 - 2007 is gewerkt aan een nieuw inrichtingsplan voor het beektraject tussen Hoogeveen (Kinholt) en de Pesserma. Volgens dit plan wordt de beek over een lengte van circa 4,2 km heringericht. Op deze manier wordt de benodigde waterberging in het kader van WaterBeheer 21e eeuw meegenomen in het ontwerpproces. Landbouwgebied De landbouwfunctie blijft centraal staan in de benedenloop van de beek (tussen Hoogeveen (de wijk Kinholt) en Echten). In het gebied tussen Hoogeveen en Fluitenberg en het gebied tussen het Linthorst-Homankanaal en het Mantinger Bos en Weiden komen afwisselend de functies landbouw en natuur voor. Stedelijk gebied In de kern van Hoogeveen stroomt het Oude Diep over een totale lengte van circa 2 km door de stad. Ter plaatse van de woonwijken De Weiden en Kinholt ligt de beek over een lengte van 1 km ingesloten tussen de bebouwing en infrastructuur. Voor het gedeelte Stationsgebied – Middenveldweg is over een lengte van circa 1 km een zone met een breedte van 100 meter gereserveerd voor een natuurlijke inrichting van het Oude Diep. Er zijn inmiddels concrete plannen om de meanderende beek, inclusief aangrenzende beekdalgronden, vorm te geven.
Krw-rapport
Reest en Wieden.doc.doc
17 maart 2008
54
Kaart 11. Overzicht van de functies zoals deze in het WBP 2007/2012 voor het stroomgebied Oude Diep zijn bepaald. De kaart is een gedetailleerde uitwerking van de functiekaart uit het Provinciaal Omgevingsplan (POPII, 2004) van de provincie Drenthe.(Waterbeheerplan 2007/2012).
Krw-rapport
Reest en Wieden.doc.doc
17 maart 2008
55
9.3
Actuele situatie landgebruik en knelpunten
Het actuele grondgebruik in het stroomgebied van het Oude Diep (Kaart 12) bestaat voor het grootste gedeelte uit grasland (3.970 ha) en akkerbouw (1.424 ha). Daarnaast zijn er nog enkele andere functies aanwezig, namelijk: stedelijk gebied (837 ha), natuur (834 ha) en water (23 ha). Figuur 5 geeft een overzicht van het grondgebruik in het stroomgebied van de Oude Diep.
Figuur 5. Grondgebruik in het stroomgebied van het Oude Diep.
In de huidige situatie zijn naast deze functies nog enkele water gerelateerde functies te onderscheiden, namelijk: • Waterconservering, afvoer en –aanvoer (ten behoeve van landbouw, natuur en stedelijk gebied); • Opvang water in het beekdal en aangrenzende gronden in het kader van WaterBeheer 21e eeuw (vasthouden, bergen en afvoeren); • Ecologische functie (ecologische verbindingszones).
Foto 15 (links). Foto 16 (rechts).
Luchtfoto van het Oude Diep, nabij Stuifzand. Hermeandering van de beek is hier deels uitgevoerd. Het Oude Diep tussen de Toldijk en de snelweg A28.
Met de huidige inrichting en het gevoerde peilbeheer kan de waterhuishouding niet worden geregeld die past bij de functies van het gebied. De afvoer van de aangekoppelde bovenloop kan namelijk niet volledig worden afgevoerd op de middenloop. Onder normale omstandigheden moet de bovenloop afwateren met een debiet van maximaal 0,85 m3/sec. Bij een groter afvoerdebiet wordt het restant afgevoerd via het Linthorst-Homan kanaal. Ondanks de in 2002 gerealiseerde aankoppeling wordt tot op heden slechts 0,10 m3/sec afgevoerd vanuit de bovenloop. Dit komt doordat in het benedenstroomse gedeelte van de beek (tussen Hoogeveen en het Linthorst-Homan kanaal) nog niet alle noodzakelijke aanpassingen (beekprofielen, bergingsgebieden en waterpeilen) zijn uitgevoerd. Over een
Krw-rapport
Reest en Wieden.doc.doc
17 maart 2008
56
lengte van 6,4 kilometer beektraject zijn inmiddels maatregelen getroffen. Bij het ontwerp hiervan vormden natuur, ecologie en WaterBeheer 21e eeuw de belangrijkste uitgangspunten. Voor de overige 3,2 kilometer is herinrichting gewenst om de afvoer van de bovenloop te kunnen verwerken. Knelpunten ten aanzien van de ecologische kwaliteit worden beschreven in paragraaf 9.4.
Krw-rapport
Reest en Wieden.doc.doc
17 maart 2008
57
Kaart 12. Actuele situatie grondgebruik in het stroomgebied van het Oude Diep. (LGN kaart, 2007)
9.4
Beschrijving huidige ecologische kwaliteit
De huidige ecologische kwaliteit wordt vastgesteld aan de hand van drie waarden, namelijk de hydromorfologische, chemische en biologische kwaliteit.
Krw-rapport
Reest en Wieden.doc.doc
17 maart 2008
58
Hydromorfologie De bovenloop van het Oude Diep is het beektraject dat in 2002 gekoppeld is aan de middenen benedenloop. In gebieden met een natuurfunctie is de inrichting van de beek aangepast (wijziging in profiel, hermeandering). Ter plaatse van de functie landbouw is het genormaliseerde beekprofiel gehandhaafd. In verband met de wateraanvoer ten behoeve van de landbouw wordt de bovenloop van gebiedsvreemd water voorzien. De hydromorfologie van de bovenloop is ter plaatse van natuurgebieden gedeeltelijk hersteld naar een meer natuurlijkere situatie. De middenloop van het Oude Diep was sterk aangetast ten opzichte van een natuurlijke situatie. De laatste jaren zijn reeds ingrepen uitgevoerd gericht op de ontwikkeling van natuur. Grote gedeelten van het beektraject zijn hersteld, al is de variatie in dwarsprofiel en stroming nog beperkt. Een aantal gedeelten is nog niet opnieuw ingericht, omdat de eigendomsituatie dat nu nog niet toelaat. Door de wisselende functies natuur en landbouw is geheel beekherstel (nog) niet mogelijk. Net als de middenloop van het Oude Diep is de benedenloop eveneens sterk aangetast ten opzichte van een natuurlijke situatie. Het waterhuishoudkundige systeem voldoet aan de landbouwkundige functie rondom de beek. De beek heeft echter ook een ecologische functie en ten aanzien hiervan voldoet het systeem niet aan een (half) natuurlijk beeksysteem. De belangrijkste ingrepen als normalisatie, overdimensionering, omgekeerd peilbeheer, wateraanvoer ten behoeve van de landbouwfunctie en stuwen die voor vissen niet passeerbaar zijn vormen de belangrijkste problemen. Chemie De chemische toestand is in 2006 getoetst aan de regionale richtwaarden voor ecologie ondersteunende stoffen en aan de Europese normen voor prioritaire- en Rijnrelevante stoffen. De toetsing is uitgevoerd op het meest benedenstroomse meetpunt (2OUDD9RO). De waarden voor PAK’s en bestrijdingsmiddelen zijn bij alle waterlichamen in 2006 met ‘goed’ beoordeeld. Waarden die fluctueren qua beoordeling staan in onderstaand schema weergegeven. Fosfaat Stikstof Nikkel Koper Zink
Matig Goed Zeer goed Matig Goed
Biologie Om de huidige biologische kwaliteit te bepalen van de voor R-typen relevante kwaliteitselementen (vegetatie, macrofauna en vis) zijn voldoende gegevens beschikbaar. De ecologische gegevens zijn getoetst aan maatlatten voor een langzaam stromende beek op zand (R5) in de natuurlijke toestand. De beoordeling geeft een beeld van de gehele beek. De huidige situatie wordt als volgt ingeschat: •
Vegetatie: De vegetatie in het Oude Diep is geanalyseerd met behulp van het model ‘AqMaD’. Meer informatie over ‘AqMaD’ is te vinden in bijlage 5. AqMaD kijkt heet gedetailleerd naar de habitateisen van planten. Concentraties van stoffen die vallen binnen de normen kunnen voor een bepaalde soort veels te hoog of te laag zijn. Uit deze analyse is gebleken dat de waterkwaliteit voor de vegetatie over het algemeen goed is. De kwaliteit van de vegetatie in het Oude Diep is op de maatlat voor natuurlijke wateren beoordeeld als ontoereikend. Mogelijk is er sprake van te weinig variatie in het dwarsprofiel. Daarnaast is de wijze van onderhoud van het natte profiel op dit moment te intensief. Voor een goede soortensamenstelling aan oeverplanten is
Krw-rapport
Reest en Wieden.doc.doc
17 maart 2008
59
het noodzakelijk om meer ondiepe plekken te creëren en moeten kwel en stroming (plaatselijk) toenemen. Vanuit de aangrenzende (landbouw)gronden vindt fosfaatuitspoeling plaats. •
Macrofauna: Door het ontbreken van voldoende stroming, met name in de middenen bovenloop van het Oude Diep, stagneert de ontwikkeling van de macrofauna. De kwaliteit van de macrofauna van het Oude Diep is op de maatlat voor natuurlijke wateren beoordeeld als ontoereikend.
•
Vissen: In 2007 is de visstand in het Oude Diep beoordeeld op de maatlat voor natuurlijke wateren. Hieruit is gebleken dat de huidige kwaliteit van de visstand ontoereikend is. Knelpunten in het Oude Diep zijn de huidige inrichting van de beek en de aanwezigheid van stuwen die een probleem vormen voor de vismigratie.
De biologische situatie voor het Oude Diep kan als volgt worden samengevat: Vegetatie Macrofauna Vissen
9.5
Ontoereikend Ontoereikend Ontoereikend
Groslijst maatregelen en Maximaal Ecologisch Potentieel (MEP)
Op basis van de geconstateerde knelpunten is in een gebiedsproces met maatschappelijke partners een selectie gemaakt van maatregelen om de ecologische toestand van het Oude Diep te verbeteren. Hiervoor is een grote lijst gebruikt die is afgeleid van een landelijk opgestelde lijst. Het betreft zowel lokale- als generieke maatregelen. Om een integrale afweging te kunnen maken, zijn ook maatregelen in het kader van Waterbeheer 21e eeuw (WB21) en het Gewenst Grondwater- en Oppervlaktewater Regime (GGOR) meegenomen. In eerste instantie is nagegaan of de maatregel bijdraagt aan een van deze doelen. Vervolgens zijn de maatregelen getoetst op het veroorzaken van significante schade aan de toegekende functies in het provinciaal beleid en aan ‘milieu in brede zin’. In hoofdstuk 4 wordt hier nader op ingegaan. De selectie van deze maatregelen is grotendeels gebaseerd op expertkennis. Het resultaat is weergegeven in Tabel 10. De verschillende maatregelen worden hier los van elkaar gepresenteerd, maar zullen in de praktijk in combinatie met elkaar uitgevoerd worden. De maatregelen die relevant zijn voor het halen van KRW-doelen en die niet tot significante schade leiden bepalen in theorie het Maximaal ecologisch potentieel (MEP).
Krw-rapport
Reest en Wieden.doc.doc
17 maart 2008
60
Tabel 10. Overzicht van maatregelen en bepalingen en hun bijdrage aan KRW, WB21/GGOR en significante schade van de maatregelen voor de functies veiligheid, drinkwater, economie en milieu in brede zin.
1. 2.
3.
4. 5. 6. 7.
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
KRW-maatregelen Hermeanderen Natuurvriendelijk inrichten (accoladeprofiel, natuurvriendelijke oevers, inclusief paaiplaatsen, extra aankoop 10 meter). Natuurvriendelijke oevers (flauw talud, plasdrasstroken) (niet uitvoeren als er meer gemeanderd wordt) Stuwen vispasseerbaar maken Gedifferentieerd onderhoud gericht op natuurontwikkeling Natuurlijk (akker)randenbeheer Hermeanderen bij natuur/landschap (6 kilometer extra) Algemene maatregelen (ten behoeve van KRW) Intensiveren handhaving Reguleren visserij Voorlichting GGOR- en WB21-maatregelen Drainagebasis verhogen = herstel GGOR-functie Halfnatuurlijk peil (dynamiek, incl. drooglegging) Inrichten inundatiegebieden, oppervlakte gering Overig huidig en generiek beleid Afkoppelen verhard oppervlak Aanpak overstorten Terugdringen gebruik bestrijdingsmiddelen op verhard oppervlak Duurzaam bouwen Generiek beleid landbouw Profielverkleining (extra vernatting > GGOR Beekvormende processen volledig natuurlijk Hermeanderen 100% van de lengte Stuwen verwijderen 100%
Krw-rapport
Reest en Wieden.doc.doc
17 maart 2008
Draagt bij aan doelen KRW
Draagt bij aan doelen WB21/GGOR
Significante schade
X
X
Nee
X
X
Nee
X
Nee
X
Nee
X
Nee
X
Nee
X
X
X X X X X X
Nee Nee Nee Nee
X X X
Nee Nee Nee Nee Nee
X
Nee
X X
Nee Nee ja ja ja ja
X X X
61
9.6
Effectiviteit en kosten maatregelen en Goed Ecologisch Potentieel (GEP)
In Tabel 11 is een inschatting weergegeven van de effectiviteit en kosten van de voorgestelde maatregelen uit het MEP-pakket. De effectiviteit wordt beschreven in vier verschillende klassen; beperkt, matig, groot en zeer groot. Ook de kosten van de maatregelen worden in vier klassen onderverdeeld; nihil, gering, matig en hoog. De maatregelen met een beperkte effectiviteit vallen buiten het GEP- en maatregelenpakket (zie ook hoofdstuk 4). De groengearceerde maatregelen (1 t/m 5) vormen de opgave voor het behalen van het Goed Ecologisch Potentieel (GEP). Tabel 11. Effectiviteit en kosten van de maatregelen uit het Maximaal Ecologisch Potentieel. De groengearceerde maatregelen vormen samen het Goed Ecologisch Potentieel (GEP) voor het Oude Diep.
1. 2.
3.
4. 5. 6. 7.
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
KRW-maatregelen Hermeanderen Natuurvriendelijk inrichten (accoladeprofiel, natuurvriendelijke oevers, inclusief paaiplaatsen, extra aankoop 10 meter). Natuurvriendelijke oevers (flauw talud, plasdrasstroken) (niet uitvoeren als er meer gemeanderd wordt) Stuwen vispasseerbaar maken Gedifferentieerd onderhoud gericht op natuurontwikkeling Natuurlijk (akker)randenbeheer Hermeanderen bij natuur/landschap (6 kilometer extra) Algemene maatregelen (ten behoeve van KRW) Intensiveren handhaving Reguleren visserij Voorlichting GGOR- en WB21-maatregelen Drainagebasis verhogen = herstel GGOR-functie Halfnatuurlijk peil (dynamiek, incl. drooglegging) Inrichten inundatiegebieden, oppervlakte gering Overig huidig en generiek beleid Afkoppelen verhard oppervlak Aanpak overstorten Terugdringen gebruik bestrijdingsmiddelen op verhard oppervlak Duurzaam bouwen Generiek beleid landbouw
Krw-rapport
Reest en Wieden.doc.doc
17 maart 2008
Effectiviteit
Kosten
Groot
Hoog
Groot
Matig
Groot
Matig
Groot
Matig
Groot
Nihil
Beperkt
Gering
Beperkt
Hoog
Beperkt Beperkt Beperkt
Gering Gering Gering
Matig Groot Groot
Gering Gering Matig
Beperkt Beperkt
Hoog Gering
Beperkt
Beperkt
Beperkt Beperkt
Beperkt Matig
62
9.7
Beleidsdoelen
De KRW geeft aan dat de maatregelen uit het MEP met een geringe kosteneffectiviteit achterwege gelaten kunnen worden. Voor het Oude Diep is het pakket maatregelen voor 2027 opgesteld: Tabel 12. Het ecologisch effect van deze maatregelen is het KRW-doel 2027. Een deel van deze maatregelen wordt in de eerste planperiode opgenomen. Tabel 12. Overzicht van de Goede Ecologisch Potentieel voor het Oude Diep.
1. 2. 3. 4. 5.
Maatregel
Eenheid
Waarde
Hermeanderen Natuurvriendelijk inrichten (accoladeprofiel, natuurvriendelijke oevers, inclusief paaiplaatsen, extra aankoop 10 meter). Natuurvriendelijke oevers (flauw talud, plasdrasstroken) (niet uitvoeren als er meer gemeanderd wordt) Stuwen vispasseerbaar maken Gedifferentieerd onderhoud gericht op natuurontwikkeling
Km Km
7 6
Km
6
Aantal Aantal
13 1
9.8
Status
In de eerste KRW-rapportage van 2004 is aan het Oude Diep voorlopig de status ‘sterk veranderd’ toegekend. Op basis van de monitoringsresultaten blijkt dat de biologische toestand ontoereikend is. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de huidige inrichting van het waterlichaam. De analyse is opgenomen in paragraaf 9.4. De set van maatregelen die voor het Oude Diep is vastgesteld leidt wel tot een verbetering van de ecologische toestand, maar niet tot de goede ecologische toestand. De ingrepen uit het verleden zijn niet terug te draaien zonder significante schade aan de functies toe te brengen (zie ook de paragrafen 9.5 en 9.6). De status ‘sterk veranderd’ blijft daarom gehandhaafd.
Krw-rapport
Reest en Wieden.doc.doc
17 maart 2008
63