Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie Inventarisatiefase Een conceptuele verkenning naar uniformiteit in strategie
Concept, 14 december 2009
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Verantwoording Titel
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase
Opdrachtgever
Projectbureau Nationaal project Nieuwe Hollandse Waterlinie Gerritjan Meppelink en Jessie van der Linden Bart Gerrits en Frank Druijff
Projectleider Auteur(s)
Aantal pagina's
4675216 61 (exclusief bijlagen)
Datum
14 december 2009
Projectnummer
Handtekening
Colofon Tauw bv afdeling Ruimte Handelskade 11 Postbus 133 7400 AC Deventer Telefoon (0570) 69 99 11 Fax (0570) 69 96 66
Dit document is eigendom van de opdrachtgever en mag door hem worden gebruikt voor het doel waarvoor het is vervaardigd met inachtneming van de rechten die voortvloeien uit de wetgeving op het gebied van het intellectuele eigendom. De auteursrechten van dit document blijven berusten bij Tauw. Kwaliteit en verbetering van product en proces hebben bij Tauw hoge prioriteit. Tauw hanteert daartoe een managementsysteem dat is gecertificeerd dan wel geaccrediteerd volgens: -
NEN-EN-ISO 9001.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
3\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
4\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Inhoud Verantwoording en colofon .......................................................................................................... 3 1
Inleiding.......................................................................................................................... 7
1.1 1.2 1.3
Beheer en exploitatie NHW vanuit historisch perspectief................................................ 7 Aanleiding........................................................................................................................ 9 Aanpak en opbouw........................................................................................................ 11
1.3.1 1.3.2 1.3.3
Doel ............................................................................................................................... 11 Algemene aanpak ......................................................................................................... 11 Opbouw rapportage....................................................................................................... 12
1.3.4 1.4 1.4.1
Korte toelichting op de opbouw ..................................................................................... 13 Definitie en kaders voor de strategie ............................................................................. 15 Definitie voor beheer en exploitatie ............................................................................... 16
1.4.2
Kaders ........................................................................................................................... 18
2
Inventarisatie modellen, archetypen en criteria ....................................................... 22
2.1 2.1.1 2.1.2
De modellen .................................................................................................................. 22 Factsheets ..................................................................................................................... 22 Resultaat inventarisatie modellen ................................................................................. 23
2.2 2.3
De archetypen ............................................................................................................... 25 Waarderingscriteria ....................................................................................................... 27
3
Inventarisatie keuzevoorwaarden.............................................................................. 29
3.1 3.1.1
Eigendomssituatie ......................................................................................................... 30 Voorwaarden ................................................................................................................. 31
3.2 3.3 3.4
Verwerving .................................................................................................................... 33 Rechtsvorm ................................................................................................................... 37 Beheervormen............................................................................................................... 40
3.5
Financieringsvormen ..................................................................................................... 42
4
Interviews en de eerste werkbijeenkomst................................................................. 43
4.1 4.2 4.3
Interviews met betrokkenen van NHW projecten .......................................................... 43 Eerste bevindingen naar aanleiding van telefonische interviews .................................. 44 De resultaten uit de eerste werkbijeenkomst ................................................................ 45
4.4
Bevindingen naar aanleiding van de eerste werkbijeenkomst ...................................... 46
5
Analyse en conclusie .................................................................................................. 48
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
5\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
5.1 5.1.1
Analyseresultaten uit de 1ste stap (confrontatie) ............................................................ 48 Analyse punten.............................................................................................................. 48
5.1.2 5.1.3 5.2
Analyse lijnen ................................................................................................................ 51 Analyse vlakken ............................................................................................................ 52 Aanvullende trechtering naar aanleiding van de analyse .............................................. 55
6
Conclusies en aanbevelingen .................................................................................... 57
In dit hoofdstuk zijn conclusies en aanbevelingen gegeven. Het rapport is echter onderdeel van een totaalopdracht en vormt hierin de eerste van drie stappen. Hierop volgend wordt een aanzet voor een strategiekeuze gegeven en vervolgens wordt inzichtelijk gemaakt op welke manier tot een definitieve strategie kan worden gekomen............................. 57 6.1.1 6.1.2 6.1.3
De modellen .................................................................................................................. 57 De archetypen ............................................................................................................... 58 De criteria ...................................................................................................................... 59
6.2 6.3
Interviews en werkbijeenkomst ..................................................................................... 59 Procesmatig .................................................................................................................. 61
Bijlage(n) 1. Nadere uitwerking aanpak
2. 3. 4. 5.
6\62
Vragenlijst telefonische interviews Belnotities Modellen van beheer en exploitatie Verslag werksessie
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
1 Inleiding De Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) omvat vijf vestingsteden, 46 forten, en honderden kazematten, sluizen en dijken. Deze verdedigingslinie, aangelegd tussen 1815 en 1940, zorgde ervoor dat de vijand tussen de Biesbosch en Muiden vanuit het oosten niet verder kon doorstomen. Ten tijde van oorlog is de NHW niet vaak gebruikt. Nu ligt er, vaak verscholen in het landschap, een groots cultuurhistorisch monument. Vandaag de dag mag, sterker nog, moet de burger de NHW wél gebruiken. Waar de linie vroeger was gericht op geheimhouding en macht staat vandaag de dag ontmoeting en beleving centraal. Hiertoe dient de NHW ontwikkeld worden, een strategie voor beheer en exploitatie is van belang voor een duurzame ontwikkeling. In dit hoofdstuk wordt de aanleiding voor dit onderzoek en het kader waarbinnen we deze opdracht uitvoeren beschreven.
1.1
Beheer en exploitatie NHW vanuit historisch perspectief.
Ooit was de Nieuwe Hollandse Waterlinie strategisch militair laagland. Water werd ingezet als bondgenoot tegen vijandige invallen. Hiervoor werd een ingenieus systeem van inlaten, sluizen en kanalen aangelegd. Een typisch Hollands antwoord op dreiging vanuit het oosten. Op plaatsen waar de inundatie niet voldoende was en bij doorgangen (accessen) werden forten en versterkingen gebouwd. Deze hadden naast manschappenverblijf de specifieke taak om ook de inundatiewerken van de NHW, zoals sluizen en kanalen, te beschermen. Uiteindelijk ontstond er zo een lijn in midden Nederland die we nu de hoofdverdedigingslijn noemen. Aan deze lijn liggen als een parelsnoer 46 forten met ten oosten van deze lijn de inundatievelden en de vele honderden, kleine werken.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
7\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Figuur 1.1 Schematische opbouw NHW
De hoofdverdedigingslijn, de ruggengraat van de linie, werd in de militaire tijd niet als zodanig beheerd en onderhouden. Het was meer een fictieve lijn die daar waar het landschap het toeliet (zoals langs de Diefdijk) wel voorzien werd van allerlei objecten zoals grondbanketten en kazematten. In het noorden vormde de rivier de Vecht deze grens en rond Utrecht de fictieve lijn tussen de forten. De forten en werken, sluizen en kanalen werden door het ministerie van Oorlog (en later Defensie) gebouwd in verschillende bouwperiodes vanaf 1815 tot 1940. Er werd vrijwel permanent gebouwd, verbouwd en onderhoud gepleegd. Het beheer en de exploitatie lag in één hand. Voor de aanleg van de fortterreinen werden gronden gekocht of onteigend. De aanleg van kazematten en groepsschuilplaatsen vond plaats op particulier terrein middels bijzonder bevel of maatregel. Het ministerie van oorlog zorgde zelf middels inspectie en onderhoud van de benodigde onderhoudstoestand. Na 1945 verviel de directe militaire functie. De forten kregen veelal een andere aan het ministerie van Defensie gekoppelde taak zoals bijvoorbeeld bandenopslagplaats (fort Vechten) of werkruimte voor de EOD (Honswijk en Everdingen). Vanaf de jaren ’70 startte het ministerie van Defensie met een afstotingsbeleid.
8\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Van de objecten op particuliere gronden is eigenlijk geen documentatie maar voor zover bekend verviel het eigendom van de objecten aan de grondeigenaar. Voor de waterwerken waren dat vaak de waterschappen of Rijkswaterstaat. In enkele gevallen werd Domeinen eigenaar. Grofweg wordt gesteld dat er vanaf 1945 geen structureel onderhoud meer aan de forten, sluizen, kanalen en werken is gepleegd. Door het afstotingsbeleid versnipperde het eigendom en het beheer enorm. De schootsvelden en inundatiekommen (nu open velden genoemd) vormen een bijzonder onderdeel van de linie. In vredestijd werd hier normaal gewoond en gewerkt. Vrijwel normaal omdat de schootsvelden (van 300, 600 en 1000 m) rond de forten een uitzondering vormen. Via de zogenaamde Kringenwet mocht alleen binnen bepaalde afspraken gebouwd worden, bijvoorbeeld in hout. Na het vervallen van de Kringenwet in 1963 was er geen beperking in gebruik meer. De polders die normaal in eigendom en gebruik bij boeren waren, werden in tijd van oorlogsdreiging bij Wet onder water gezet. Het agrarisch belang werd onderschikt gemaakt aan het landsbelang. Na WOII verviel ook deze functie. Algemeen wordt gesteld dat er tot aan WOII een gedifferentieerd op functie en eigendom toegesneden beheer van de Linie plaats vond. Het gehele beheer en onderhoud was gericht op de militaire functie met accent op de forten en waterstaatswerken. De open velden kenden altijd een ander hoofdgebruik. Mogelijk geeft dit een aangrijpingspunt voor de toekomstige strategie met één groot verschil. Was het systeem in het verleden gericht om geheimhouding en macht dan is het nu gericht op ontmoeting en samenwerking.
1.2
Aanleiding
Sinds een aantal jaren staat de Nieuwe Hollandse Waterlinie weer in de belangstelling. De voormalige militaire linie wordt via een transformatie omgevormd tot een blijvend waardevol landschap met grote cultuurhistorische waarde. Deze transformatie vergt intensieve samenwerking in de ruimtelijke ordening en vraagt een forse investering in herstel en ontwikkeling. Eind 2006 is hiertoe het uitvoeringsprogramma voor het Nationaal Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie vastgesteld. Het uitvoeringsprogramma maakt de visie op de ontwikkeling van het gebied concreet in projecten en uitvoeringsgerichte activiteiten. Centraal hierbij staan de volgende ambities: • Een herkenbaar waterlinieprofiel (versterken van de ruimtelijke ontwikkeling en vormgeving) • •
De Waterlinie in de hoofden en harten (ontwikkelen en profileren van de Waterlinie als liefhebberslandschap) Duurzaam gebruik (realiseren van maatschappelijke en economisch duurzame bestemmingen voor de Waterlinie)
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
9\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Voor 2006 werkte het projectbureau aan het project NHW door middel van zogenaamde 'quick win'-projecten, waarmee concrete resultaten direct zichtbaar worden. Nadeel van deze aanpak is dat de verschillende aansprekende en maatschappelijk relevante projecten zonder samenhang worden uitgevoerd. Het ontbreken van de samenhang tussen de verschillende projecten vormt een eerste aanleiding voor de conceptuele verkenning naar een uniforme strategie. De intensieve investeringsfase naar aanleiding van het Uitvoeringsprogramma, die nu volop is gestart, is echter een tijdelijke fase. Daarna treedt er immers een fase van beheer en onderhoud op. Deze fase is voor de duurzame instandhouding het belangrijkst. Tegelijk wordt deze fase vaak onderschat.
Figuur 1.2 “Beheer is actueel en noodzakelijk” (links bron Gooi en Eemlander, 31 oktober 2009 en rechts bron Gooi en eembode, 28 okotber 2009)
Deze onderschatting vormt een tweede aanleiding voor het uitvoeren van een conceptuele verkenning naar een uniforme strategie. De afgelopen jaren is weinig aandacht besteed aan de (publieke) beheersaspecten van deze projecten. Op deze wijze wordt geen recht gedaan aan de overkoepelende visie op de linie zoals beschreven in het Linieperspectief Panorama Krayenhoff (2004) en de ambities zoals verwoord in het Uitvoeringsprogramma (2006). De vraag werpt zich dan ook op of het na deze projectgebonden investeringen wel ‘goed komt’ met het beheer en de exploitatie van de Waterlinie als geheel.
10\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Een derde aanleiding voor het opstellen van deze strategie vormt het grote verschil aan ‘archetypen’ binnen de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De linie wordt immers niet gevormd door alleen maar forten en groepsschuilplaatsen (de ‘punten’), er zijn ook veel verbindende lijnelementen, zoals de hoofdverdedigingslijn, fiets- en wandelpaden en waterlopen (de ‘lijnen’) en zijn er grotere samenhangende gebieden, zoals inundatievelden (de ‘vlakken’) aan te wijzen. Voor zowel de punten, vlakken als lijnen dient een samenhangende strategie ontwikkeld te worden. Met name voor de lijnen en vlakken binnen de NHW is nog weinig ervaring opgedaan qua beheer- en exploitatie. Om op de lange termijn de exploitatie en het beheer op operationeel niveau goed te kunnen uitvoeren is een strategie op tactisch niveau noodzakelijk.
1.3 1.3.1
Aanpak en opbouw Doel
Deze conceptuele verkenning heeft als doel het komen tot een strategie voor beheer en exploitatie passend bij de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Leidmotiv is “behoud door ontwikkeling”. De grote opgave is het permanent tegengaan van versnippering en verwaarlozing. Al in 1999 is het project als een nationaal project neergezet waarin de publieke partijen op basis van gelijkwaardigheid samenwerken. Een nationaal project vanwege de complexe opgave en de veelheid aan betrokken partijen. De uitdaging geldt onverminderd voor de beheer- en exploitatiefase. Belangrijk is dat de Linie als een samenhangend geheel wordt geborgd. Hierbij is het verhaal en de beleving evenwaardig of misschien zelfs wel belangrijker dan de fysieke uiting in het veld. De zoektocht naar de juiste strategie dient “goede voorbeelden van elders” in beeld te brengen en daarna richtingen te formuleren waarbij zowel financieel, organisatorisch als juridische invalshoeken worden afgewogen om tot een goede strategie te komen. 1.3.2
Algemene aanpak
De visie van Tauw op vraagstelling om te komen tot een eerste strategie voor beheer en exploitatie van de NHW is vastgelegd in ons projectvoorstel (de nadere uitwerking van de strategie maakt geen onderdeel uit van deze opdracht). Globaal herkennen we hierin drie fasen. Ten eerste de conceptuele verkenning (deze rapportage), ten tweede de strategie en ten derde een implementatievoorstel. Voor een nadere schematische uitwerking wordt verwezen naar bijlage 4. Voor de conceptuele verkenning geldt dat ook deze gelaagd is opgebouwd. Dit is weergegeven in figuur 1.1.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
11\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
INVENTARISATIE
ANALYSE
ONDERDEEL VAN DIT RAPPORT
STRATEGIE
IMPLEMENTATIE
ONDERDEEL VOLGEND RAPPORT
Figuur 1.3 Opbouw van het onderzoek
De onderdelen inventarisatie en analyse behoren tot deze rapportage. Hiermee ronden we de eerste fase van het onderzoek af om vervolgens in een vervolgrapportage een samenhangende strategie te beschrijven om die vervolgens vast te leggen in een implementatieplan. 1.3.3
Opbouw rapportage
Zoals in de voorgaande paragraaf is aangegeven houden we vast aan een gelaagde opbouw. In deze rapportage worden naast een definitie en afkadering, een inventarisatie van de verschillende vormen van beheer en exploitatie met bijbehorende archetypen en selectiecriteria beschreven. Aanvullend benoemen we de zogenaamde keuzevoorwaarden. Daarnaast zijn er interviews gehouden met de exploitanten en eigenaren van de NHW. Om vervolgens ter afsluiting over te gaan tot een eerste analyse van de voorgaande inventarisatie. In figuur 1.2 is een en ander schematisch verwoord in een stappenschema.
12\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
INVENTARISATIE Stap 1
ANALYSE
Definitie & kader strategie
Stap 4 1e confrontatie Stap 2 Inventarisatie modellen, criteria en archetypen Stap 5 Stap 3 Inventarisatie keuze voorwaarden
Analyse modellen, archetypen, criteria
Figuur 1.4 Stappenschema
1.3.4
Korte toelichting op de opbouw
Voordat we ingaan op de inventarisatie is de volgende toelichting op bovenstaand stappenschema van belang. Definitie en kaders voor de strategie. De definitie en kaders voor de strategie worden gegeven in paragraaf 1.4. In die paragraaf wordt ingegaan op de definitie die wij hanteren voor de begrippen beheer en exploitatie. Deze definitie is totstandgekomen door verschillende beleidsstukken te inventariseren. Uit deze beleidsdocumenten is eveneens het kader voor de op te stellen strategie geformuleerd. Het kader voor de strategie wordt daarnaast bepaald door het ambitieniveau dat voor de NHW wordt nagestreefd. Tijdens de analyse (hoofdstuk 5) wordt terug gegrepen naar de kaders voor de strategie.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
13\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Modellen Omdat strategieontwikkeling in deze fase nog een zoektocht is, is enerzijds nauwe samenwerking nodig met beleidsmakers en ervaringsdeskundigen, maar is het daarnaast ook van belang een breed inzicht te hebben in de verschillende exploitatie- en beheermodellen. Niet alleen worden de reeds binnen de NHW toegepaste modellen en methoden geïnventariseerd, ook (binnenlandse) modellen die niet directe een relatie hebben met de NHW komen samen met een aantal buitenlandse modellen aan bod. Bewust is gekozen voor het breed insteken van de inventarisatie. Zo ontstaat ook een breed beeld van bestaande modellen, methoden en instrumenten. Voor elk model of elke methodiek is voor zover mogelijk een factsheet ingevuld met daarin de algemene informatie met betrekking tot het exploitatie- of beheermodel. Daarnaast is ook informatie opgenomen op basis waarvan het mogelijk wordt de modellen te confronteren met o.a. de visie op en doelstellingen van de NHW. De factsheets zijn onderverdeeld naar bestaande exploitatie- en beheermodellen in Nederland en buitenland, Uitvoeringsprogramma’s (en Bestuursafspraken) en Fondsen en subsidies. Zowel uitvoeringsprogramma’s als fondsen of subsidies vormen een mogelijke input om tot een volwaardig exploitatie- en beheermodel te komen. Immers de praktische uitvoerbaarheid maakt samen met de financiële haalbaarheid of een exploitatie- en/of beheermodel functioneert. Archetypen Een analyse van de modellen vindt plaats op basis van de archetypen zoals die worden geformuleerd in paragraaf 2.3. In onze visie op de opgave moet de te ontwikkelen strategie recht doen aan de diversiteit aan projecten binnen het Uitvoeringsprogramma en aan de diversiteit aan karakteristieken in het gebied. Eén uniforme aanpak van exploitatie en beheer is gezien de diversiteit en de verscheidenheid aan karakteristieken mogelijk niet haalbaar. Om de karakteristieken beter in beeld te krijgen worden in dit rapport zogenaamde archetypen benoemd. De archetypen komen voort uit de verschillende karakteristieken die samen het unieke karakter van de NHW bepalen. Op deze wijze wordt geen afbreuk gedaan aan die archetypen en wordt anderzijds voorkomen dat per project maatwerk geleverd moet worden. Immers geforceerd maatwerk per project, zonder daarin de relatie te leggen met de directe omgeving en de NHW als geheel, komt niet ten goede aan de beleefbaarheid van de linie als één geheel. Inventarisatie van keuzevoorwaarden In hoofdstuk 3 worden verschillende keuzevoorwaarden in beeld gebracht. Deze keuzevoorwaarden geven inzicht in onderwerpen waarover in de vervolgstap een beslissing wordt genomen. De strategie voor de NHW wordt mede vormgegeven aan de hand van de keuzes die op basis van de geïnventariseerde keuzevoorwaarden gemaakt moeten worden.
14\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Interviews Om een bestaand beeld te krijgen van beheer- en exploitatie modellen binnen de NHW is een aantal telefonische interviews gehouden met beheerders en eigenaren binnen de NHW. Van een aantal lopende NHW-projecten zijn deze betrokkenen gevraagd naar hun ervaring. Op deze manier wordt een inzicht gekregen in het huidige beheer en exploitatie binnen de NHW en worden aandachtspunten geformuleerd waar voor wat betreft de strategiebepaling rekening mee wordt gehouden. In hoofdstuk 4 wordt een korte analyse gegeven van de uitkomsten van de interviews. 1e Confrontatie door middel van waarderingscriteria Na een breed scala aan modellen geïnventariseerd te hebben, worden de mogelijkheden van de modellen afgezet tegen de verschillende archetypen. Belangrijke vraag hierbij is, is een model of methodiek geschikt voor één of meer archetypen en zo ja, voor welke? Maar dit is niet de enige vraag die in deze fase bepaald of de geïnventariseerde modellen mogelijk toepasbaar of bruikbaar zijn voor de strategie zoals we die voor de NHW willen ontwikkelen. Een model dat (mogelijk) bruikbaar is, of meerwaarde heeft, voor de nieuw te bepalen strategie moet voldoen aan de eisen en randvoorwaarden zoals die vanuit de NHW gelden. De kaders van de NHW zijn hierbij richtinggevend, deze worden beschreven in paragraaf 1.4. Resultaat is een overzicht van modellen per archetype waarvan op hoofdlijnen de geschiktheid voor de NHW wordt bepaald. Analyse modellen, archetypen en criteria Na aanleiding van de uitkomsten uit de eerste confrontatie wordt geanalyseerd (mede op basis van de keuzevoorwaarden en interviews) welke geschiktheidcriteria er zijn te benoemen. Aan de hand van deze geschiktheidscriteria moet in de volgende stap (Strategie) een verdere selectie van de modellen plaatsvinden op basis waarvan vervolgens de strategie bepaald gaat worden. Werkbijeenkomst Gedurende dit onderzoek wordt een tweetal werksessies gehouden. De eerste werksessie heeft als doel om de resultaten uit de eerste fase te bespreken met verschillende deskundigen. Werksessie 2 heeft als doel om vooruitlopend op de strategie de wensen voor deze strategie te verkennen met verschillende deskundigen. De resultaten uit werksessie 1 zijn, daar waar het gaat om aanvullingen op de inventarisatie, verwerkt door de hoofdstukken heen. De kernpunten zjin opgenomen in hoofdstuk 4. Tevens is een verslag van de werkbijeenkomst opgenomen in bijlage 5.
1.4
Definitie en kaders voor de strategie
In deze paragraaf worden de definitie en het kader waarbinnen de strategie voor exploitatie en beheer moet worden bepaald verder toegelicht. Deze definitie en kader wordt later bij de analyse gebruikt om de modellen te toetsen.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
15\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
1.4.1
Definitie voor beheer en exploitatie
Voordat we ingaan op het kader van de opdracht wordt een definitie gegeven van beheer en exploitatie van de NHW. Hiervoor is eerst gekeken of er binnen het overkoepelende beleid al invulling wordt gegeven aan de begrippen beheer en exploitatie. Hierbij richten wij ons op de Nota Ruimte, het Investeringsbudget Landelijk Gebied en het Uitvoeringsprogramma Nieuwe Hollandse Waterlinie. In de Nota Ruimte wordt het ruimtelijke ordeningsbeleid voor Nederland beschreven. In deze nota, waarin ook de Nationale Landschappen zijn aangewezen (waaronder de NHW), wordt over vele vormen van beheer gesproken (waterbeheer, grondbeheer, het beheersbaar maken van de gevolgen van een ramp, beheer en onderhoud van rijkswegen, beheersovereenkomsten met agrariërs, particulier en agrarische natuurbeheer), maar wordt geen concrete definitie van dit begrip gegeven. Exploitatie wordt in deze nota in verband gebracht met stedelijke ontwikkelingen en het betalen van de groene en blauwe opgaven (bovenplanse verevening via de grondexploitatiewet, zie fatsheet bovenplanse verevening hart van de heuvelrug bijlage 4). Voor exploitatie van recreatiewoningen wordt in de Nota Ruimte de volgende definitie gegeven:
Onder bedrijfsmatige exploitatie wordt in dit kader verstaan het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie, dat in de recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief gebruik plaatsvindt. De woningen van dergelijke complexen hoeven niet te voldoen aan de wet- en regelgeving voor reguliere woningbouw. De exploitant en gemeente zijn ervoor verantwoordelijk dat permanente bewoning op het complex wordt tegengegaan.
In de Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) is vastgelegd hoe de rijksgelden voor het landelijk gebied provinciaal worden verdeeld. De provincies kunnen de gelden besteden om bijvoorbeeld de Ecologische Hoofdstructuur te realiseren of wandel- en fietspaden aan te leggen. Vanuit het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) zijn met de verschillende provincies bestuursafspraken gemaakt. In de overeenkomst wordt ingegaan op het Programma Beheer (zie ook het factsheet m.b.t. Programma Beheer in bijlage 4 van dit rapport). Daarnaast wordt het beheer buiten en binnen de Nationale Landschappen genoemd. Daarnaast wordt gesproken over beheergelden die via het Rijk naar de provinciale stichtingen landschapsbeheer gaan. In de WILG wordt niet beschreven wat precies onder de begrippen beheer en exploitatie wordt verstaan. In de bestuursovereenkomst tussen de provincie Noord Holland en het Rijk is in de begrippenlijst de volgende definitie van beheer gegeven: Gronden, waarvoor een beheer wordt gevoerd conform het rijksdoel. (Het zijn gronden die zijn overgedragen aan de eindbeheerder en nieuw in beheer komende gronden).
16\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Het Uitvoeringsprogramma Nieuwe Hollandse Waterlinie doet geen uitspraak over beheer en exploitatie binnen de NHW. In het uitvoeringsprogramma wordt wel gesproken over de investeringsopgaven van de verschillende projectenveloppen; de inrichting van forten en het realiseren van recreatieve routes vallen hier bijvoorbeeld onder. In paragraaf 1.1 is al stilgestaan bij het ontbreken van een samenhangende beheervisie voor de realisatie van deze projecten. In het Uitvoeringsprogramma wordt dit als knelpunt bevestigd, maar wordt verder alleen in algemene zin iets geschreven over de betekenis van beheer: “het gaat hier om een nationaal landschap waar allereerst een investeringsbehoefte is om achterstallig onderhoud weg te nemen en de positie te versterken. Daarna ontstaat er een behoefte voor beheer. De ambitie is om via een duurzame economische exploitatie de publieke last hiervoor te minimaliseren. Het beheer richt zich met name op de kernkwaliteiten (red. historische landschapselementen en groen en open karakter) van het nationale landschap”
De van Dale kent aan de begrippen exploitatie de volgende betekenissen toe:
Exploiteren: bezit gebruiken om er voordeel uit te trekken Beheer: als verantwoordelijk zorg dragen voor…
Dat beide begrippen met elkaar samenhangen blijkt wel uit de definitie zoals de website encyclopedie, die toekent aan het begrip exploiteren:
Zaken en werkzaamheden die het mogelijk maken dat alle activiteiten, die voor de instandhouding nodig zijn, uitgevoerd kunnen worden. Voorbeelden: gebouwen, materieel, verlichting, voer- en vaartuigen en overdrachten.
Deze definitie dekt de lading, in de context van deze opdracht, onzes inziens beter. De te hanteren definitie is dan ook als volgt samen te vatten:
Het zorgdragen voor een duurzaam beheer van de NHW en daar waar mogelijk dit via een rendabele exploitatie te financieren.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
17\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
1.4.2
Kaders
De in paragraaf 1.1. genoemde drie uitvoeringsdoelen voor de NHW zijn alleen in samenhang effectief voor de lange termijn. Het gaat in deze opdracht vooral om doel 3; de beheer- en exploitatievraag waardoor het (fysieke) linieprofiel (doel 1) en de verbinding met mensen in hoofden en harten (doel 2) in stand blijft. Naast de in paragraaf 1.4.1 geformuleerde definitie is een aantal uitgangspunten en randvoorwaarden van belang voor het bepalen van de strategie. Deze uitgangspunten en randvoorwaarden vormen samen met de definitie het kader waarbinnen deze opdracht wordt uitgevoerd. Passend binnen Panorama Krayenhoff (Linieperspectief) De eerste voorwaarde is dat het beheer en de exploitatie past binnen de visie die de overheid op de NHW heeft. In de aanleiding is reeds kort beschreven wat vanuit de overheid de ambities zijn voor de NHW. Deze ambities uit het Uitvoeringsprogramma komen voort uit de visie zoals die in het Linieperspectief Panorama Krayenhoff wordt verwoord. Twee aspecten zijn hierbij in bijzonder van belang namelijk het toepassen van toelatingsplanologie daar waar nodig en het hierbij horende beschermingsregime via Monumentenwet, Flora en Faunawet en de WRO en daaraan gekoppelde ro-instrumenten. Dit vormt een zogenaamde “beschermingsbodem” in het project. Daarbinnen kan ontwikkeld worden. Dit kan volledig publiek of volledig privaat (gescheiden) initiatief maar ook in de vorm van een publiek-privaat samenwerkingsverband. Met name de koppeling met andere gebiedsopgave is van belang. Behoud door ontwikkeling en door invulling van nieuwe (maatschappelijke) behoeften. Gebiedsontwikkeling is daarbij een belangrijk instrument. Passend binnen het overige beleid Daarnaast dient het toekomstig gebruik en beheer van de linie te passen binnen het beleid. In dat beleid staat de samenhang binnen de NHW centraal. Door de aanwijzing als Nationaal Landschap is de NHW, ondanks de grote verscheidenheid binnen de linie, als één samenhangend gebied begrenst. Daarmee is binnen het ILG ook de financiering meer gebundeld en wordt het geld meer gebiedsgericht ingezet. De NHW wordt als één entiteit beschouwd. Ook de onlangs gestarte aanwijzingsprocedure tot de benoeming van de totale NHW als rijksmonument sluit hierop aan. De aanwijzing van de NHW als rijksmonument past binnen de nieuwe ensemble-gerichte aanpak van de monumentenzorg, zoals vastgelegd door de ministerraad in de Modernisering Monumentenzorg (MoMo). Het geheel van forten, vestingsteden, kanalen, dijken, sluizen en gemalen wordt als een geheel gezien. Naast de mogelijkheid om ook andere objecten dan gebouwen als waardevol aan te merken, worden de procedures als gevolg van het MoMo voor
18\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
zowel eigenaren als overheden ook eenvoudiger en dus sneller. Tegelijkertijd wordt herbestemming makkelijker gemaakt, zodat forten en andere monumenten opnieuw gebruikt kunnen worden voor andere doeleinden dan waarvoor ze zijn gebouwd. Op eigen benen strategie (privaat - private overeenkomsten) Het is van groot belang dat de te ontwikkelen beheer- en exploitatiestrategie recht doet aan zowel het gegeven dat de overheid nog een eenmalige, laatste publieke investering doet op operationeel niveau, maar ook vorm geeft aan de doelstelling een duurzaam waterliniebreed gebruik te waarborgen. Dit past in het beleid om de benutting van de linie waar mogelijk en verantwoord te spreiden of uit handen te geven en de markt een belangrijke rol te laten spelen in het behoud en de ontwikkeling van maatschappelijk goed, zoals het culturele erfgoed. In die zin zal de Nieuwe Hollandse Waterlinie daar waar mogelijk op eigen benen moeten staan om zo haar toekomst veilig te stellen. Vormen van publiek-private samenwerking Om met een laatste publieke investering een duurzaam gebruik van de NHW te garanderen is een constructieve en intensieve publiek-private samenwerking onmisbaar. Private partijen (ondernemers en investeerders) zijn nodig om ook op de lange termijn het gebruik te garanderen, verantwoordelijkheden af te kunnen staan en financiële risico’s over te kunnen dragen. Publieke partijen zullen als eigenaar hiervoor de mogelijkheden en randvoorwaarden moeten scheppen. Zonder samenwerking tussen beide is een duurzame benutting van de NHW niet mogelijk. Publiek beheer Niet alle onderdelen uit de NHW zijn geschikt voor (private) exploitatie. Publiek beheer zal voor bepaalde delen altijd nodig zijn. Op voorhand is dit niet gedefinieerd. In de te ontwikkelen strategie dient hier aandacht aan te worden gegeven. Bovenstaande leidt tot de volgende uitgangspunten zoals die voor een beheer- en exploitatiestrategie voor de NHW gelden:
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
19\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
De strategie dient: • de doelen van de NHW te borgen; • • •
te passen binnen het door de overheden geformuleerde beleid tav de NHW; duidelijk te maken welke delen niet privaat exploitabel zijn en daardoor een specifiek beheer nodig hebben op basis van een onderscheid in beheer en exploitatie mogelijkheden te bieden voor een publiek-publieke, publiek-private of privaat-private samenwerking en onderscheid te maken op welke delen deze samenwerking toepasbaar is
Binnen de strategie dient ingegaan te worden op: • organisatie- en rechtvorm •
financiële verdeelsleutels (arrangementen)
Bijzondere aandachtspunten zijn: • • •
20\62
mogelijkheden om te komen tot een variabele contractduur en doorlooptijd mogelijkheden om kaders en beginselen juridisch af te dwingen …..
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
21\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
2 Inventarisatie modellen, archetypen en criteria In dit hoofdstuk worden verschillende beheer- en exploitatie modellen beschreven. Daarnaast gaan we in op de rol en betekenis van de archetypen. Tenslotte worden de zogenaamde waarderingscriteria besproken. In dit hoofdstuk is breed gekeken naar de voorbeelden van exploitatie- en beheermodellen in de praktijk. Daarnaast worden de voor de NHW relevante archetypen benoemd en worden ten behoeve van de confrontatie waarderingscriteria vastgesteld. Aan de hand van deze criteria worden de geïnventariseerde modellen en methodieken afgezet tegen de archetypen enerzijds en de randvoorwaarden zoals gesteld vanuit de NHW anderzijds.
2.1
De modellen
De exploitatie- en beheermodellen, financiële instrumenten en uitvoeringsprogramma’s dan wel overeenkomsten (verder te noemen modellen) zijn beschreven in factsheets. Om een zo breed mogelijk beeld te krijgen zijn de volgende modellen geïnventariseerd: • Modellen binnenland • Buitenlandse modellen • Uitvoeringsprogramma’s en bestuursovereenkomsten • Fondsen en subsidies • Beheer- en exploitatiemodellen van de NHW 2.1.1
Factsheets
Voor elk van de modellen, overeenkomsten, en financiële constructies zijn factsheets opgesteld. Met deze factsheets wordt een zo compleet mogelijk beeld gegeven van de diverse modellen. Hiervoor hebben we de volgende vragen als uitgangspunt gehanteerd. • Betreft het een exploitatiemodel, een beheermodel of een combinatie van beide? (Model) • Welke partijen zijn in dit model betrokken? (Actoren) • • •
Welke rechtsvorm(en) kunnen aan dit model gekoppeld worden? (Rechtsvorm) Wat is de contractduur / doorlooptijd van het model? (Doorlooptijd) Hoe is deze (rechts)vorm organisatorisch ingestoken? (Organisatie en eigendom)
• • • •
Welke financieringsvorm is aan dit model gekoppeld? (Financieel) Wat zijn fiscaal gezien de mogelijkheden / voordelen van dit model? (Fiscaal) Welke eventuele risico’s zijn er voor dit model te benoemen? (Risico’s) Zijn er fysieke, ruimtelijke, wettelijke of beleidsmatige belemmeringen t.o.v. dit model (Belemmeringen) Welke kansen / voordelen biedt het model (ten opzichte van andere modellen)? (Kansen)
•
22\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
2.1.2
Resultaat inventarisatie modellen
Met behulp van de bovenstaande vragen is voor verschillende modellen getracht een zo compleet mogelijk beeld te geven van mogelijke beheer- en exploitatiemodellen. De inventarisatie is niet uitputtend, maar geeft een goed beeld van de verschillende modellen die er te benoemen zijn. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende modellen. In bijlage 4 zijn de factsheets per model opgenomen. Exploitatie- en beheermodellen binnenland
Gebruik
1.
Exploitatie en beheer Jan van der Heijdenhuis
Brede scholen
2.
Publiek Private Samenwerking Parkeren
Parkeergarages
3.
Exploitatie en beheer kunstcentrum Scheltema
Culturele activiteiten in industrieel erfgoed
4.
Operatie Veldleeuwerik
Landbouw
5.
NV Bergkwartier
Historische panden
6.
Woningbouwcorporatie Qua Wonen
Woningbouw
7.
Vereniging van Eigenaren
Appartementen
8.
Nieuwe landgoederenregeling Zuid-Holland
Landgoederen
9.
Ruimte voor Ruimteregeling Zuid-Holland
Kassen en opstallen
10. Exploitatie en beheer bezoekercentrum Fort aan de Buurtsteeg
Bezoekerscentrum in een fort
11. Beheer Fort Pampus
Fort
12. Parkmanagement Hoorn
Bedrijventerreinen
13. Beheer waterbodem Geldermalsen
Waterbodems
14. Beheer Helofytenfilter Hoogeveen
Helofytenfilter
15. Beheer oeverbeschoeiingen Geldermalsen
Overbeschoeiingen
16. Instandhouding Vechtmonding Muiden
Primaire watergang
17. Life Cycle Costing
Divers (met name openbare ruimte)
18. Natura 2000 beheerplan Mosbeek
Natuur
19. Beheerplan Koninginnesluis Nieuwegein
Waterkering
Exploitatie- en/of beheermodellen buitenland
Gebruik
20. Beheer Area’s of Outstanding Natural Beauty
Cultuurlandschappen (Verenigd Koninkrijk)
21. Beheer National Parks
Nationale parken (Verenigd Koninkrijk
22. Compensatie British Airways
Landschap, recreatie (Verenigd Koninkrijk)
23. Hadrian’s wall Heritage
Verdedigingslinie
24. Beheer Deutsche Limes strasse
Verdedigingslinie
25. Exploitatie en beheer Maginot Linie
Verdedigingslinie
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
23\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Uitvoeringsprogramma’s en bestuursovereenkomsten
24\62
Gebruik
26. Beeldkwaliteitsplan beheer
Landschapselementen
27. Landschapsontwikkelingsplan van Veluwe tot IJssel
Landschap
28. Gebiedsprogramma Stelling van Amsterdam
Verdedigingslinie
29. Bestuursovereenkomst Liniecentrum Fort bij Vechten
Bezoekerscentrum in een fort
30. Pact van Rijnauwen
Verdedigingslinie
Fondsen en subsidies
Gebruik
31. Programma Beheer
Landschap en natuur
32. Klimaatfonds Den Haag
Co2 reductie
33. Cultuurfonds voor monumenten
Monumentenzorg
34. Subsidie-op-termijn
Monumentenzorg
35. Groen-Blauwe diensten Overijssel
Landbouw/ groen-blauwe diensten
36. Grondbank Nationaal Landschap Laag Holland
Nationaal Landschap
37. Groenfonds Midden Delfland
Landbouw/ groen-blauwe diensten
38. Fonds Bovenplanse verevening Hart van de Heuvelrug
Landschap en natuur
39. Landschapsfonds via Natura
Landschap
40. Uitbreiding Geesterambacht
Woningbouw
41. Nationaal Landschapsfonds (Deltaplan voor het Landschap)
Landschap
42. Streekrekening en –fonds Het Groene Woud
Landelijk gebied
43. Natuurschoonwet
Landgoederen
44. Besluit restauratie historische buitenplaatsen (Brhb)
Buitenplaatsen
45. BRIM-regeling
Rijksmonumenten
46. Buurtschap Zwolle
Landschap
Exploitatie- en beheer binnen NHW
Gebruik
47. Beheer Bailybruggen
Bruggen
48. Fort aan de Klop
Restaurant, hotel, vergadercentrum in fort
49. Kazemat aan de Diefdijk
Kazemat en weg
50. Molenkade
Waterberging en natuur
51. Geofort
Educatie in fort
52. Fort Altena
Restaurant en zaalverhuur in fort
53. Pont Everdingen-Honswijk
Pont
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
2.2
De archetypen
Het bepalen van de archetypen is een cruciale stap richting de eerste confrontatie. Door archetypen te bepalen worden de karakteristieken en het gebruik van de Nieuwe Hollandse Waterlinie veralgemeniseerd en gebundeld. Hierdoor wordt het mogelijk de geïnventariseerde modellen (ook die modellen die geen directe relatie hebben met de NHW) snel te koppelen aan één of meerdere archetypen waarvoor ze toepasbaar zouden kunnen zijn. In hoofdlijn herkennen we de volgende archetypen: • Punten • Lijnen •
Vlakken
In figuur 2.1 is weergegeven welke algemene archetypen er zijn te herleiden en op welke sectorale velden ze zijn in te delen.
Punten
Lijnen
ALGEMEEN
•Museaal •Infrastructuur •Natuur •Water •Recreatie •Wonen •Landschap •Commercieel
Vlakken
Figuur 2.1 Archetypen algemeen
De onderverdeling in punten, lijnen en vlakken is lang geleden “bedacht”. De Griekse wetenschapper Euclides (325-265 v.C.) heeft in zijn boek de elementen uiteengezet die bepalend zijn binnen de meetkunde. Om het kort door de bocht te formuleren stelt Euclides dat door punten te verbinden met lijnen er vlakken gecreëerd kunnen worden. Deze wiskundige benadering staat vandaag de dag ook aan de basis van het gebruiken van punten, lijnen en vlakken in de Geografische Informatiesystemen Wereld (GIS), immers computers denken eenmaal in punten, lijnen en vlakken.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
25\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Het is op deze plaats interessant te vermelden dat er op dit vlak ook een duidelijke link tussen de GIS-wereld en de cultuurhistorie bestaat. Bij cultuurhistorische inventarisaties wordt bij een geïnventariseerd aan de hand van punten, lijnen en vlakken. GIS is dan ook bij uitstek een instrument de cultuurhistorische waarden te presenteren. Deze link tussen cultuurhistorie en meetkunde kunnen we breder trekken en wel op de volgende wijze: • Punten zijn objecten. Hierbij denken wij aan gebouwen, bomen, et cetera • •
Lijnen zijn lineaire elementen, we kunnen dit ook aanduiden als structuren. Hierbij denken wij aan infrastructuur, lanen, singles et cetera Vlakken zijn algemene grotere eenheden, we kunnen dit ook aanduiden als patronen. Hierbij denken wij aan natuurontwikkelingopgaven, waterberging, gebiedsontwikkeling et cetera.
In figuur 2.1 is te zien dat punten, lijnen en vlakken te koppelen zijn aan het gebruik en daarmee aan bepaalde functies. Dubbelingen in het gebruik van een punt, lijn of vlak zijn uiteraard mogelijk.
Figuur 2.2 Redoute aan de Tienhovense vaart. Punten (redoute), Lijnen (inundatiekade en boomsingels) en vlakken (forteiland en inundatiegebied) in één blikveld gevangen. (Bron; Sterk water, Chris Will)
26\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Punten, lijnen en vlakken checken voor de NHW Om te beoordelen of deze archetypen ook toepasbaar zijn op de NHW is een invuloefening gedaan. Deze is in figuur 2.3 verbeeld. Punten binnen de NHW zijn bijvoorbeeld forten, kazematten en gemalen en. Dijken, kanalen, wegen en inlaten zijn typische lijnen van de NHW. Bij vlakken gaat het onder andere om inundatievelden, forteilanden en vestingsteden (zie figuur 2.2). Op basis van deze invuloefening lijken de archetypen de karakteristieken van de NHW te dekken en daarmee toepasbaar voor de NHW.
Punten
Lijnen
Vlakken
•Dijken •Kanalen •Wegen •Inlaten
•Inundatievelden •Waterhuishouding •Forteilanden •Vestingsteden •Gebiedsontwikkelingsprojecten •Wielen •Educatie / Communicatieprojecten
NHW
•Forten •Kazermatten •Gemalen •Stuwen •Bruggen
ALGEMEEN
•Museaal •Infrastructuur •Natuur •Water •Recreatie •Wonen •Landschap •Commercieel
Figuur 2.3 De toepassing van punten, lijnen en vlakken
2.3
Waarderingscriteria
De inventarisatie voorziet in een uitgebreid overzicht van modellen. Om op een logische manier ordening aan te brengen in de bruikbaarheid van de modellen dient ‘gescoord’ te kunnen worden op een aantal aspecten. We herkennen hierin twee schaalniveaus: 1. Ordeningscriteria: Categorisering modellen op basis van archetypen 2. Geschiktheidcriteria: Toepasbaarheid op de kaders van de NHW
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
27\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Het eerste schaalniveau houdt in dat we de verschillende modellen onderbrengen in categorieën die we koppelen aan de archetypen punten, lijnen en vlakken. De bruikbaarheid van de modellen met het oog op de strategie staat centraal in het tweede schaalniveau. Op dit schaalniveau leggen we een relatie tussen de waarderingscriteria, de doelstellingen van en de visie op de NHW. Hierbij gaat het nog niet om het definitief afschrijven van ogenschijnlijk onbruikbare modellen. Deze definitieve selectie van modellen op basis waarvan de strategie wordt bepaald vindt later plaats. Nu wordt vooral beoordeeld op de algemene geschiktheid van het model, gerelateerd aan de visie, ambitie en doelstellingen van de NHW. Onderstaand is een en ander schematisch weergegeven in een stroomschema.
Schaalniveau 1 Categoriseren
Schaalniveau 2 Geschiktheid
1.Welk archetype en 2. sectorale indelingen is van toepassing op het model?
Resultaat Categorisering van modellen
3. Past het model, of elementen daarvan, binnen de visie van de NHW
nee Model niet geschikt
ja 4. Past het model, of elementen daarvan, binnen het ambitieniveau van de NHW
nee Model niet geschikt
ja 5. Zijn de kaders en beginselen afdwingbaar
nee Model niet geschikt
ja 6. Zijn bij voorbaat risico’s en belemmeringenaanwezig
ja Model niet geschikt
Nee, ga naar schaalniveau 3, vraag 7
Figuur 2.4 Stroomschema schaalniveau 1 en 2
28\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
3 Inventarisatie keuzevoorwaarden Kijkend naar de definitie die we hebben gegeven van beheer en exploitatie, is de eigendomssituatie, verwerving, de rechtsvorm, beheervorm, organisatievorm en financieringsvorm van cruciaal belang. Uit de inventarisatie uit voorgaand hoofdstuk is tevens naar voren gekomen dat een intergraal overzicht van al deze vormen noodzakelijk is om in een vervolgstap een gefundeerde keus te kunnen maken. Vooruitlopend op de strategiebepaling wordt dit overzicht van keuzevoorwaarden in dit hoofdstuk verwoord. Gezien de cruciale rol die de eigendomsituatie, verwerving, de rechtsvorm, beheersvormen en financieringsvorm zullen spelen binnen deze conceptuele verkenning, wordt hier alvast ingegaan op de mogelijke keuzevoorwaarden voor beheer- en exploitatiemodellen. Samenvattend worden de volgende keuzevoorwaarden besproken: • Eigendomssituatie • • •
Verwerving Rechtsvormen Beheervormen
•
Financieringsvormen
Bovenstaande keuzevoorwaarden sluiten feitelijk aan bij de normale gang van zaken bij de instandhouding of ontwikkeling van een punt, lijn of vlak. Het gaat dan om de volgende keuzes: • Eigendom of verwerving • Ontwikkelen of inrichten •
Beheren of exploiteren
Nut en noodzaak keuzevoorwaarden Tijdens de inventarisatie van de modellen zijn veel verschillende keuzevoorwaarden reeds aan bod gekomen. De keuzevoorwaarden in de factsheets geven ons inziens onvoldoende inzicht om een model te kunnen beoordelen. Dit hoofdstuk is als het ware toegevoegd als voorsortering op de strategiebepaling en wordt verder niet betrokken bij de eerste confrontatie zoals beschreven in hoofdstuk 5.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
29\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
3.1
Eigendomssituatie
De eigendomsituatie binnen de Nieuwe Hollandse Waterlinie is versnipperd. De eigendomssituatie, het gebruik en het beheer (inclusief bijbehorende rechtsvorm en exploitatievorm) van de forten binnen de NHW staan beschreven in de Fortenkoers. De overige grondposities zijn bekend via het Kadaster. We kennen in Nederland op hoofdlijnen de volgende exploitatiemodellen als we eigendom of bezit als uitgangspunt nemen: Eigendom De eigenaar houdt het bezit in eigendom en exploiteert en beheert voor eigen risico. Intern verzelfstandigen Intern verzelfstandigen is het organiek afzonderen van een afdeling specifiek voor het beheer en de exploitatie van het bezit. Die specifieke afdeling (van de overheid) heeft geen eigen rechtspersoonlijkheid. Bij deze vorm van beheer en exploitatie is de invloed van de overheid optimaal. Afstoten Afstoten is feitelijk het eigendom overdragen zonder dat er in redelijkheid nog sprake is van regie op het beheer of de exploitatie. De onroerende zaak en gerelateerde zaken, worden in de vestigingsakte bij eigendomsoverdracht “weggesorteerd”. Bij het afstoten liggen de slagvaardigheid en het marktgericht exploiteren volkomen open voor de kandidaat-exploitant. Bij afstoten kan door middel van een kwalitatieve verplichting bijvoorbeeld of het vestigen van erfdienstbaarheden juridische voorwaarden worden gesteld aan degene die de eigendom verkrijgt Verkopen Verkopen houdt in dat tegen betaling volledig afstand wordt gedaan van het bezit. Verhuren Huur omvat het gebruik van goederen die aan een ander toebehoren in ruil voor een vergoeding. Vanuit het huurrecht zijn risicodragende taken niet eenvoudig overdraagbaar aan de huurder. Erfpacht Erfpacht is een zakelijk recht, dat de erfpachter de bijna volledige bevoegdheid geeft om de onroerende zaak van een ander te houden en te gebruiken. Het is een vorm van pacht waarbij de pacht niet eindigt als de verpachter sterft (of de pacht opzegt). De erfpachthouder heeft daardoor in economische zin een positie die nagenoeg gelijk is aan de positie van de eigenaar. Hij heeft ook het recht de grond die hij in erfpacht heeft te voorzien van een opstal en deze opstal (inclusief het erfpachtrecht) te verkopen.
30\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Voor de erfpacht betaalt de erfpachter aan de eigenaar (bij erfpacht vaak de blote eigenaar genoemd) jaarlijks een bedrag, de canon. In de praktijk komt het overigens vaak voor dat de canon in een keer voor de gehele looptijd van de erfpacht wordt afgekocht. Het juridische belang van erfpacht wordt eenvoudig bepaald door het feit dat de blote eigendom in handen van de eigenaar blijft, terwijl de feitelijke beschikkingsmacht bij de erfpachter ligt. Erfpacht biedt het voordeel voor de eigenaar dat er beheerbepalingen kunnen worden opgenomen. In verhouding tot verkopen (afstoten) zijn die beheerbepalingen makkelijker hanteerbaar (meer mogelijkheden) en beter handhaafbaar. Bij een eventuele overdracht van het erfpachtrecht gaan alle verplichtingen van de erfpachter van rechtswege op de verkrijger over (bij contractuele verplichtingen (verkoop of huur) is dat niet het geval). Op deze wijze houdt de eigenaar aldus op eenvoudige wijze bemoeienis met de grond en kan zij ontwikkelingen op het punt van bestemming, inrichting, gebruik en beheer in eigen hand houden. Pacht Pacht is mogelijk in geval het betreffende eigendom een hoeve of los land is, welke tot uitoefening van de landbouw dient. Indien er een rechtspersoon wordt opgericht die namens de NHW het beheer voert van gronden die betreffende rechtspersoon in eigendom heeft dan is dit een beproefde manier om het beheer van die eigendommen te voeren. Dit geschiedt middels een pachtovereenkomst. De pachtovereenkomst is een overeenkomst, waarbij de ene partij zich verbindt aan de andere partij tegen voldoening van een tegenprestatie een hoeve of los land in gebruik te verstrekken ter uitoefening van de landbouw. Bruikleen Bruikleen is een overeenkomst, waarbij de ene partij aan de andere partij een zaak om niet in gebruik geeft onder de voorwaarde dat degene die de zaak ontvangt, deze na het gebruik of na een bepaalde tijd zal teruggeven. Het betreft hier een variatie op de modellen erfpacht, huur / verhuur en pacht. 3.1.1
Voorwaarden
Bij alle bovenomschreven modellen in paragraaf 3.1 waarin betrokken partijen afspraken maken en daarbij een overeenkomst sluiten, zijn in de overeenkomst allerlei voorwaarden te stellen. Voorbeelden hiervan zijn: Erfdienstbaarheden Een erfdienstbaarheid is een last waarmee een onroerende zaak - ten behoeve van een andere onroerende zaak - is bezwaard. De vestiging van de erfdienstbaarheid vindt plaats door een notariële akte die wordt ingeschreven in de openbare registers. In de vestigingsakte kan worden bepaald dat de eigenaar van het heersende erf periodiek een retributie betaalt aan de eigenaar van het dienen erf.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
31\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
De inhoud van een erfdienstbaarheid kan zijn (wettelijk bepaald): 1. Een dulden of niet doen in, op of onder een van beide erven 2. Indien in de akte omschreven: a. Uitoefening van de erfdienstbaarheid nodig zijn, en die zich geheel of gedeeltelijk op het dienende erf bevinden b. Het onderhouden van die gebouwen, werken of beplantingen Voorbeelden: • Een erfdienstbaarheid van weg over mijn landerijen ten behoeve van mijn buren, verplicht mij tot een dulden, namelijk dat de buren van die weg gebruik maken •
Een erfdienstbaarheid van weg of van afwatering kan, als dat in de akte is vermeld, aan de eigenaar van het dienende erf de verplichting opleggen die weg aan te leggen of een pompgemaal te bouwen en te onderhouden
Kwalitatieve verplichting Bij een overeenkomst kan worden bedongen dat de verplichting van een van de partijen om te dulden of niet te doen ten aanzien van een haar toebehorend registergoed, zal overgaan op degene die het goed onder bijzondere titel zal verkrijgen. Een kwalitatieve verplichting De inhoud van een erfdienstbaarheid kan zijn (wettelijk bepaald) allen een verplichting om te dulden of niet te doen en alleen bij registergoederen. Het is aldus vergelijkbaar met wat je als erfdienstbaarheid kan afspreken, met dien verstande dat er geen heersend of dienende erf nodig is. Kettingbeding Leent een verplichting zich niet voor vastlegging in een erfdienstbaarheid of kwalitatieve verplichting, en wil men de verplichting wel kunnen opleggen aan eventuele rechtsopvolgers, dan is men aangewezen op een kettingbeding. Het bijzondere van het kettingbeding is dat degene die het beding moet nakomen, er tevens voor moet zorgen dat tegenover alle opvolgende rechtsopvolgers het zelfde beding wordt gemaakt. De ketting is echter zo sterk als de zwakste schakel. De keten wordt doorbroken indien een rechtsopvolger het beding vergeet op te leggen aan haar rechtsopvolger. Mandeligheid Mandeligheid is een bijzondere vorm van mede-eigendom van een onroerende zaak die tot gemeenschappelijk nut strekt van twee of meer erven. Het gaat om gemeenschappelijk eigendom van bijvoorbeeld sloten tuinen, parkeerplaatsen et cetera. De gezamenlijke eigenaren zijn wettelijk verplicht om gezamenlijk bij te dragen aan het onderhoud.
32\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
3.2
Verwerving
In de vorige paragraaf zijn modellen geschetst waarbinnen het mogelijk is een rechtspersoon op te richten die namens een partij onroerende zaken in eigendom heeft en beheert. Voor de betreffende rechtspersoon is er een aantal mogelijkheden om onroerende zaken te verwerven. Onderstaand worden globaal een aantal verwervingsinstrumenten beschreven. Koop en verkoop De regeling in het Burgerlijk Wetboek omtrent koop valt terug op de titels rechtshandelingen (boek 3, Titel 2), obligatoire overeenkomsten (boek 6, Titel 5, afdeling 1) en wederkerige overeenkomsten (afdeling 5). Titel 1 van boek 7 over koop, bevat ook veel aspecten van de consumentenkoop van roerende zaken, die weinig met registerzaken te maken heeft. De koopovereenkomst is gesloten als over de zaak, de prijs en de overdrachtsvoorwaarden overeenstemming is bereikt. Een en ander is te vinden in artikel 7:1 BW. De verplichtingen van de verkoper en van de koper staan uitgebreid in de wet omschreven. De belangrijkste artikelen, 7:15 en 7:17 waarin de mededelingsplicht (van bijzondere lasten en beperkingen) en de conformiteitseis (conformiteit tussen afspraken en feitelijk geleverde) staan omschreven, bieden een uitdrukkelijke kopersbescherming. Onteigening algemeen Onteigening is gedwongen eigendomsovergang van onroerende zaken van de eigenaar naar de overheid (voor zover tot onteigening bevoegd) om redenen van algemeen belang. Onteigening heeft niet alleen tot doel de overheid in staat te stellen een eigendom van een derde onder voorwaarden te ontnemen en alle zakelijke en persoonlijke rechten te doen vervallen. De onteigeningsmogelijkheid dient tevens als drukmiddel bij de onderhandelingspositie van de gemeente of ander daartoe bevoegd orgaan. Tot de dag van vandaag wordt onteigening door sommige gemeenten als een ‘eerloos’ verwervingsmiddel beschouwd en acht men het politiek soms niet aanvaardbaar om het middel toe te passen. Vanouds stapte de wethouder of burgemeester van een kleine of landelijke gemeente liever zelf naar de eigenaar toe om te onderhandelen, dan dat naar machtsmiddelen werd gegrepen. Inmiddels mag onteigening zich koesteren in een toenemende belangstelling en waardering als instrument ter realisering van grondbeleid. Ook de omvang van de formele onteigeningsbevoegdheid neemt toe door de toevoeging van bijzondere titels in de Onteigeningswet. In een aantal wat grotere gemeenten begint men in te zien dat het inzetten van onteigeningsbeleid als standaardprocedure in het verwervingsproces zowel in de tijd die met verwerving gemoeid is voordeel biedt, als in de verkoopbereidheid van de eigenaren. In de laatste jaren is dan ook een sterke stijging van het jaarlijkse aantal onteigeningsbesluiten te constateren.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
33\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Een en ander laat onverlet dat het inzetten van een onteigening als ultimum remedium wordt beschouwd. Dit heeft te maken met de belangrijke positie van het eigendomsrecht in ons rechtssysteem. In artikel 5 lid 1 BW staat verwoordt wat ook in artikel 1 van het eerste Protocol van het Europese Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM staat verwoord, namelijk: “Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben”. Onteigening is daarom met vele waarborgen omkleed en in de Onteigeningswet staat bepaalt wie voor welke doeleinden en op welke voorwaarden mag onteigenen. De wettelijke basis van onteigening is te vinden in artikel 14, lid 1 van de Grondwet. Onteigening kan alleen geschieden in het algemeen belang en tegen vooraf verzekerde schadeloosstelling, één en ander naar bij of krachtens de wet te stellen voorschriften. De beslissing wel of niet onteigenen is allereerst een bestuurlijke aangelegenheid, waarover door bestuurlijke organen wordt beslist in de vorm van een Koninklijk Besluit (KB). Hierna kan de verzoeker om onteigening het besluit om te gaan onteigenen aan de burgerlijke rechter voorleggen. Deze zal het KB beoordelen en de hoogte van een schadeloosstelling bepalen. In geval van een toewijzend vonnis kan de verzoeker tot onteigening dit vonnis inschrijven in de openbare registers waardoor het eigendom van de onteigende zaak van de eigenaar over zal gaan op de verzoeker om onteigening. De eerste (de bestuurlijke) weg die moet worden afgelegd en die moet resulteren in een Koninklijk Besluit wordt de administratieve procedure genoemd. De tweede (de gerechtelijke) weg die moet worden afgelegd en die zal resulteren in een vonnis wordt de gerechtelijke onteigeningsprocedure genoemd Wet voorkeursrecht gemeenten Voorafgaand aan het inzetten van het instrument Onteigening kan het rijk, de provincie of gemeenten het instrument van het wettelijk voorkeursrecht inzetten. De kern van de Wet voorkeursrecht gemeenten is dat, indien een eigenaar van gronden waarop een voorkeursrecht rust, deze gronden wenst te verkopen, hij de gronden eerst aan rijk, de provincie of gemeenten te koop moet aanbieden. Het is een passief verwervingsinstrument bij actief grondbeleid van het betreffende overheidsorgaan. Het instrument behelst immers geen plicht tot verkoop, echter enkel een plicht tot aanbieden aan het overheidsorgaan in geval de eigenaar tot verkoop wenst over te gaan. Als de eigenaren van de grond deze niet willen verkopen, is er voor hen niets aan de hand. Met het gevestigde voorkeursrecht kan de gemeente niets afdwingen. In het geval dat eigenaren hun grond aanbieden, moet het overheidsorgaan de marktwaarde voor de grond betalen. De eigenaren krijgen waar zij recht op hebben. Als de eigenaren zich afvragen of de prijs die de gemeente biedt wel de juiste prijs is, kunnen zij aan het overheidsorgaan vragen of zij deskundigen op het gebied van vastgoed benoemen. Deze deskundigen moeten dan de prijs vaststellen.
34\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Publiek-Private Samenwerking De inzet van juridische instrumenten bij actief grondbeleid zal niet altijd mogelijk zijn. Daar waar een rechtspersoon of de rechtspersoon of het overheidsorgaan niet of slechts gedeeltelijk de benodigde gronden zal verwerven, zal zij moeten samenwerken met grondeigenaren om toch ontwikkelingen tot stand te brengen. Voor de samenwerking tussen publieke en private partijen kunnen een aantal modellen worden onderscheiden. Hieronder worden drie modellen onderscheiden die van toepassing zijn in geval van een gebiedsontwikkeling met een bouwprogramma. In een iets gewijzigde vorm zouden deze modellen ook van toepassing kunnen om te komen tot beheer en exploitatie binnen de NHW. De volgende modellen worden onderscheiden1: 1. Het bouwclaimmodel 2. Het joint venturemodel 3. Het concessiemodel Met het bouwclaimmodel wordt de grondexploitatie voor rekening en risico van de publieke partij gevoerd. In het joint venturemodel voeren de publieke en private partij de grond-exploitatie voor gezamenlijke rekening en risico. In het concessiemodel komt de grondexploitatie geheel voor rekening en risico van de private partij. Ad. 1 (bouwclaimmodel) Wanneer er sprake is van diverse grondeigenaren die bereid en in staat zijn om de toekomstige bestemming te realiseren (onteigening is dan meestal niet mogelijk), kan de private grondeigenaar de grond verkopen aan de rechtspersoon of het overheidsorgaan in ruil voor een bouwclaim (compenserend bouwvolume). In dat geval koopt de rechtspersoon of het overheidsorgaan de gronden van de partijen (veelal tegen een lagere prijs dan waarvoor de partijen de grond hebben gekocht). De rechtspersoon of het overheidsorgaan voert voor haar rekening en risico de grondexploitatie en gaat vervolgens over tot uitgifte van bouwrijpe grond aan dezelfde partijen (actieve rol). De openbare gronden blijven in eigendom en beheer bij de rechtspersoon of het overheidsorgaan . Bij dit model is de manier waarop de grond wordt gewaardeerd en de methodiek die vervolgens wordt gebruikt om de grond weer uit te geven aan de ontwikkelaar van groot belang. Kostenverhaal kan plaatsvinden door de kosten in de uitgifteprijs door te berekenen. Om tot de bouwclaimconstructie te komen, sluiten partijen een samenwerkingsovereenkomst, gevolgd door een koop- / realisatieovereenkomst.
1
Zie p.2 van het rapport “Publiek-private samenwerking als uitvoeringsinstrument van het Vinex-beleid”(1997) Stichting Instituut voor Bouwrecht i.s.m. Akro Consult
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
35\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Voordeel van het hanteren van deze overeenkomsten op basis van het bouwclaimmodel is dat deze vormvrij zijn, en zowel qua tijdtraject als op andere aspecten nadere afspraken kunnen worden gemaakt. Ad. 2 (Joint Venture model) Een joint venture is een zakelijk samenwerkingsverband tussen twee of meer partijen om samen één economische activiteit te ondernemen. De partijen spreken af om zowel winst als verlies te delen. De joint venture dient te worden onderscheiden van de fusie in de zin dat alle partners in het samenwerkingsverband geheel zelfstandig blijven. Een joint venture wordt vaak opgezet voor een speciaal project. Het is geen langdurig zakelijke verbinding tussen twee of meer partijen (strategische alliantie). Hierdoor is een joint venture wel relatief gevoeliger voor conflicten tussen de achterliggende partijen. Bij gebiedsontwikkeling wordt een joint-venture regelmatig opgericht wanneer in een gebied diverse partijen grondeigendom hebben. Zij kunnen dan besluiten in PPS-verband samen te gaan werken door het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten en eventueel door voor de samenwerking een aparte rechtspersoon op te richten, bijvoorbeeld een Grond Exploitatie Maatschappij (GEM). Zo’n GEM kan dan de grondexploitatie voeren en gronden uitgeven. De gronden worden uitgegeven aan de partijen die deelnemen in de GEM. Zo’n GEM bestaat meestal uit een CV / BV constructie. Hiermee wordt bedoeld een commanditaire vennootschap (CV), waarin een besloten vennootschap als enig beherend vennoot optreedt. Meestal wordt als uitgangspunt gehanteerd dat de grondexploitatie een budgettair neutraal saldo heeft. Dat houdt in dat de grondprijzen worden aangepast aan de investeringen en de eventuele winsten slechts via de opstalexploitatie worden behaald. De risico’s van de grondexploitatie worden gedragen door alle deelnemende partijen. De rechtspersoon of het overheidsorgaan behoudt haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheden. Ad. 3 (Concessiemodel) Dit model kan worden toegepast in het geval de rechtspersoon of het overheidsorgaan niet over de gronden beschikt. De rechtspersoon of het overheidsorgaan laat in dit model de gehele ontwikkeling over aan één of meerdere private partij(en). De rechtspersoon of het overheidsorgaan loopt hierbij weinig financieel risico. Zij stelt wel diverse randvoorwaarden op volkshuisvestelijk, fasering, kostenverhaal - maar de grond- en bouwexploitatie wordt gevoerd door een andere partij. De rechtspersoon of het overheidsorgaan voert op deze manier een faciliterend grondbeleid.
36\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
De aanleg van het openbaar gebied moet, zoals hierboven al beschreven, in principe altijd worden aanbesteed. Tevens dient te worden gelet op staatssteunaspecten. Gemeenten dienen financiële bijdragen aan het plan te melden bij de Europese commissie. Ongeoorloofde staatssteun bij de grondtransactie kan worden voorkomen door een onafhankelijk taxatierapport op te laten stellen. Voor de verkoop van gronden door gemeente aan marktpartijen, is de minimumregeling van toepassing. Overheden hebben een probleem indien de gronden worden verkocht voor een zodanig bedrag dat het verschil tussen de geschatte werkelijke marktwaarde en de verkoopprijs meer dan EUR 200.000,00 bedraagt. In dat geval had een melding van de transactie aan “Brussel” moeten plaatsvinden. Heeft de rechtspersoon of het overheidsorgaan wel grond in handen dan is het ook mogelijk het concessiemodel te hanteren, bijvoorbeeld via aanbesteding of prijsvraag en dergelijke. De rechtspersoon of het overheidsorgaan kan dan met behulp van een prijsvraag of bieding de locatie verkopen aan een ontwikkelaar. In een samenwerkingsovereenkomst worden dan vervolgens de afspraken vastgelegd.
3.3
Rechtsvorm
Om de doelstellingen van de NHW te bewaken en te realiseren kan een rechtspersoon worden opgericht. Deze rechtspersoon kan vervolgens verantwoordelijk zijn voor verschillende acties waaronder het verwerven van onroerende zaken. Maar ook kan de rechtspersoon bijvoorbeeld voorzien in een mogelijke samenwerkingsconstructie tussen de rechtspersoon of het overheidsorgaan met de grondeigenaren die grondposities hebben binnen het gebied van de NHW. De rechtspersoon kan al dan niet geprivatiseerd zijn. Door de gekozen rechtsvorm wordt ook de organisatievorm bepaald. Privatiseren Bij privatiseren doelen we op het overdragen van taken en bevoegdheden aan een private partij zonder sterke inhoudelijke bemoeienis van de overheid. De overheid stuurt op voorwaarden (kaders) en op prestaties (uitvoeringsbepalingen) en draagt daarvoor enkele bepaalde bevoegdheden over. De regie is op afstand en verloopt door middel van contracten. De regie komt tot uitdrukking in een exploitatiecontract voor de bedrijfsvoering. Daarop is voor het beheer een aanvulling te maken door een zakelijke overeenkomst (erfpachtovereenkomst). Stichting of vereniging De voornaamste redenen voor de oprichting van een stichting of vereniging zijn: • De rechtspersoonlijkheid, waardoor de stichting of vereniging zelf kan handelen zonder dat de individuele particuliere personen die de handelingen daadwerkelijk verrichten hiervoor normaal gesproken in privé aansprakelijk zijn
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
37\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
•
Om voor bepaalde subsidies in aanmerking te kunnen komen, als groep te kunnen optreden en bepaalde andere belangen te kunnen behartigen is het noodzakelijk als rechtspersoon te handelen
•
De rechtspersoonlijkheid van de vereniging of stichting plaatst de daarin plaatsvindende activiteiten volledig los van de persoonlijke In de statuten van de stichting of vereniging liggen de rechten en plichten van de personen
•
die er in actief zijn vast, hetgeen tegenover derden en tegenover elkaar duidelijkheid schept Kenmerken vereniging: • • • • • •
Samenwerkingsverband tussen de leden gericht op een bepaald doel Doel van de vereniging mag zijn de behartiging van de stoffelijke belangen van haar leden, echter het doel mag niet zijn het maken van winst ter verdeling onder de leden Leden Leden niet aansprakelijk Algemene ledenvergadering welke alle bevoegdheden heeft Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging, maar deze bevoegdheid kan statutair worden beperkt. Een besluit tot wijziging van de statuten kan alleen worden genomen door de Algemene ledenvergadering
Kenmerken stichting: •
Rechtspersoon die met behulp van een daartoe bestemd vermogen een in de statuten
•
vermeld doel beoogt te verwezenlijken Doel van de stichting mag niet inhouden het doen van uitkeringen aan oprichters of aan hen die deel uitmaken van haar organen, noch aan anderen (tenzij het betreft uitkeringen met een
• •
ideele of sociale strekking) Afwezigheid van leden, wel contribuanten of donateurs toegestaan Er moet een stichtingsbestuur worden benoemd.
•
Bestuursorgaan heeft alle bevoegdheden.
Eventueel kunnen andere organen worden ingesteld, bijvoorbeeld voor toezicht. Er is een tweetal modellen te onderscheiden: 1. Het klassieke model: dit is een model met coöpterend bestuur. Hierbij is er sprake van één orgaan (het bestuur) dat zelf de leden van het bestuur kiest en benoemd. Het bestuur heeft alle beslissingsbevoegdheid 2. Het commissarissenmodel: daarbij zijn twee organen actief, te weten het bestuur en de Raad van Toezicht. De bevoegdheden van de Raad van Toezicht moeten statutair zijn vastgelegd. Naast het bestuur en de Raad van Toezicht kan ook een adviesraad worden geïmplementeerd
38\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Zowel de stichting als de vereniging is onderworpen aan vennootschapsbelasting indien een onderneming wordt gedreven. De kenmerken van een onderneming zijn: • Een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid • •
Die deelneemt aan het economische verkeer Met het oogmerk winst te behalen
Tevens is van belang of de vereniging of stichting door haar handelen concurrerend deelneemt aan het economische verkeer. Coöperatie De coöperatie is een verenigingsvorm met als doel in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien, door middel van het, binnen haar bedrijfsuitoefening aangaan van overeenkomsten met de leden (anders dan van verzekering). De coöperatie is een vereniging die bedrijfsmatig handelt en die uitkeringen van winst mogen doen aan de leden. Evenals de gewone vereniging kent de coöperatie een algemene vergadering en een bestuur. De leden van de coöperatie zijn bij eventuele ontbinding aansprakelijk voor de tekorten van de coöperatie. Dit geldt zelfs voor hen die minder dan een jaar voor de ontbinding hebben opgehouden lid te zijn. Een kenmerk van de coöperatie is dat deze overeenkomsten sluit met de leden om haar doel te bewerkstelligen zoals het inkopen van diensten. NV / BV De Naamloze Vennootschap en Besloten Vennootschap zijn kapitaalvennootschappen die gericht zijn op het maken van winst ten behoeve van de aandeelhouders. De NV en BV kennen aandeelhouders en een aandeelhoudersvergadering met alle regels die daar bij komen kijken. De keuze voor een vennootschap kan voortkomen uit organisatorische motieven (zoals duidelijke bevoegdheden van bestuurders en eventueel commissarissen) en een zelfstandig image naar buiten toe. Maatschap De maatschap is een overeenkomst tot samenwerking, gericht op het behalen van vermogensrechtelijk voordeel, ten behoeve van alle vennoten, hetgeen gebeurt door middel van inbreng van ieder der vennoten. De bedoeling is dat de vennoten op voet van gelijkheid samenwerken. Het eventueel behaalde voordeel moet ten goede komen aan ieder van de vennoten. De vennoten kunnen afspraken maken over de verdeling van winst en verlies.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
39\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
CV / VOF De commanditaire vennootschap (CV) en vennootschap onder firma (VOF) zijn bijzondere vormen van de maatschap. De commanditaire vennootschap is de vennootschap tussen een of meer, rechtstreeks en hoofdelijk verbonden vennoten (beherende vennoten) en een of meer andere vennoten (stille of commanditaire vennoten). Commanditaire vennoten dragen niet verder in het verlies dan tot het bedrag van hun commanditaire deelname. De VOF is een maatschap tot uitoefening van een bedrijf onder gemeenschappelijke naam. Via een samenwerkingsovereenkomst kunnen twee of meer natuurlijke personen of rechtspersonen afspreken samen met behulp van een bepaalde inbreng een vermogensrechtelijk voordeel te behalen. De inbreng kan bestaan uit vermogensbestanddelen en uit de inbreng van arbeid. Door de inbreng ontstaat mede-eigendom. Dat is ook het geval voor activa die verworven worden tijdens de duur van de vennootschap. De vennoten zijn voor een gelijk deel gerechtigd tot hetgeen is ingebracht, tenzij er duidelijke aanknopingspunten zijn voor een andere verdeling. Inbreng in de VOF of CV kan ook plaatsvinden via het ter beschikking stellen van het genot van een object (bijvoorbeeld een gebouw ter beschikking stellen). De door inbreng en door samenwerking verworven subjectieve vermogensrechten en aangegane schulden vormen het vennootschapsvermogen. Dit vermogen is juridisch niet zelfstandig, maar maakt onderdeel uit van de private vermogens van de vennoten. De maatschap, VOF en CV zijn fiscaal transparant. Dat wil zeggen dat niet de maatschap, VOF of CV zelf wordt belast, maar dat haar maten c.q. vennoten ieder voor hun aandeel in de winst worden belast dan wel hun aandeel in het verlies van hun eigen belastbare inkomen kunnen aftrekken. In de praktijk gebruiken ook rechtspersonen de figuur van de VOF of CV, veelal vanwege fiscale motieven. Een personenvennootschap is in beginsel fiscaal transparant, maar biedt als gevolg van het ontbreken van (volledige) rechtspersoonlijkheid geen beperking van de aansprakelijkheid. De taken en de bevoegdheden van de organen moeten onderling worden overeengekomen.
3.4
Beheervormen
Ook met betrekking tot beheervormen zijn er op voorhand verschillende beheersvormen te onderscheiden. Kijkend naar de visie op de NHW zal het beheer zich met name richten op het landschap, met daarin de ecologische, museale, commerciële en waterhuishoudkundige functie van het cultureel erfgoed. De beheerstrategieën zoals opgesomd door landschapsbeheer Nederland voor ons cultuurlandschap geven een vrij compleet beeld van mogelijke beheersvormen:
40\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Onderhoud De meest voorkomende beheerstrategie is het regulier en/of achterstallig onderhoud. Hierbij gaat het meestal niet alleen om onderhoud van de beplanting en gebouwen, maar ook om meer ingrijpende werkzaamheden als het uitdiepen en opschonen van waterpartijen, het herstellen van gebouwen, het verwijderen van zwerfvuil en het herstellen van de beplanting door nieuwe aanplant. Zichtbaar maken Achterstallig en regulier onderhoud zijn tevens strategieën die horen bij het 'zichtbaar maken'. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het verwijderen van opslag, of het accentueren van een object, waarbij de zichtbaarheid letterlijk wordt vergroot. Cultuurhistorische en landschappelijke elementen kunnen ook figuurlijk onzichtbaar zijn, dus ze zijn visueel wel waar te nemen, maar door het gebrek aan kennis zien mensen ze toch over het hoofd, waardoor er opnieuw een bedreiging kan optreden. Maatregelen die hierbij thuishoren zijn het plaatsen van informatieborden, het organiseren van excursies of lezingen of het geven van cursussen Consolidatie Consolidatie is een wijze van aanpak waarbij het behoud van het element in de bestaande toestand voorop staat. De werkzaamheden bestaan uit het nemen van maatregelen ter voorkoming van beschadigingen, verwildering en verdere aftakeling. Gedacht kan worden aan het plaatsen van beschoeiing en bij bouwkundige elementen het vast metselen van losgeraakte stenen. Restauratie De meest verregaande aanpak is een gehele of gedeeltelijke restauratie. Daaronder wordt verstaan: het zoveel mogelijk terugbrengen van het al dan niet beschadigde element in een meer oorspronkelijke vorm. Vrijwel altijd gaat het hier om zeer specifieke werkzaamheden die een grote deskundigheid vereisen. Bovendien is restauratie, met name bij bouwkundige elementen, vaak een kostbare aangelegenheid. Reconstructie Reconstructie is gericht op het herstellen (herbouwen) van een oorspronkelijk cultuurhistorisch object of landschappelijke eenheid waar weinig of niets meer van over is. Het gereconstrueerde object, element of structuur heeft zelf niet of nauwelijks cultuurhistorische waarde. Vaak is echter wel de aanschouwelijke, en daarmee de educatieve waarde van het object of element vergroot.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
41\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Mitigatie en compensatie Vanuit de natuurwereld kennen we het begrip 'compensatie'. Compensatie betekent dat verlies aan (natuur)waarden wordt gecompenseerd door vergelijkbare, natuurwaarden (elders) terug te brengen. Iets wat hier op lijkt is mitigatie, of het uitvoeren van 'verzachtende omstandigheden', bijvoorbeeld het aanbrengen van een groene - landschappelijke - gordel rond een bedrijventerrein.
3.5
Financieringsvormen
Er zijn verschillende manieren om beheer- en exploitatie mogelijk te maken. De financieringsvorm is afhankelijk van het te financieren doel (onroerend goed, of uit te voeren zaken). Daarnaast is het van belang in kaart te brengen wanneer, op welke momenten en hoeveel geld beschikbaar moet zijn. Op basis van onder andere deze gegevens kan de juiste financiering bij de partij gezocht worden. Het is van groot belang de financieringsbehoefte in beeld te hebben voor een goede financiering om zo de kosten van de financiering zo laag mogelijk te houden. Voor exploitatie en beheer is er een aantal manieren om de financiën te verkrijgen. Er zijn grofweg twee manieren te onderscheiden, partijen kunnen geld krijgen of geld lenen. Men kan geld krijgen door voor projecten subsidies aan te vragen bij verschillende instanties. Deze subsidies worden vaak vergeven door het Rijk of door geld uit Brussel. In de Modernisering van de Monumentenwet (MoMo) wordt aangegeven welke verschillende subsidievormen er zijn in landen in Europa. In Duitsland bijvoorbeeld is restauratie gekoppeld aan een exploitatie, wanneer dit niet lukt wordt er extra subsidie verstrekt. België verstrekt tot wel 80 % subsidie aan onexploitabele monumenten. In Verenigd Koninkrijk tenslotte komt veel geld via de loterijen. De National Trust verdeelt deze gelden dan. De Nederlandse subsidieregelingen staan onder andere beschreven in de factsheets. Een berekening van een businesscase van de NHW laat zien dat forten ook met een onrendabele top zitten, en de publieke financiering hiervan. Een andere vorm van geld krijgen is fondsvorming, men kan geld doneren in een fonds. Deze gelden kunnen op zijn beurt weer worden besteed aan verschillende zaken. Naast het verkrijgen van geld kan er ook geld worden geleend. Er zijn drie verschillende vormen te onderscheiden voor het lenen van geld: • • •
42\62
Aflossingsvrij krediet Hypotheek (bij restauratiefonds) Doorlopend krediet
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
4 Interviews en de eerste werkbijeenkomst In dit hoofdstuk worden de resultaten uit de interviews en de eerste werkbijeenkomst weergegeven. Het doel van het houden van de interviews is het verkrijgen van ervaringen die exploitanten en beheerders nu hebben binnen de NHW. De interviews zijn parallel gehouden met de inventarisaties van de modellen. Daarnaast is een werkbijeenkomst georganiseerd waarin de resultaten uit de eerdere hoofdstukken zijn besproken. De gesprekken hebben wij gevoerd met relevante personen uit de uitvoeringspraktijk van de NHW. Wij hebben hiervoor een aantal projecten geselecteerd die vergevorderd zijn en bij voorkeur reeds in de beheerfase zijn. Het doel van deze gesprekken is om de resultaten uit de globale analyse aan te vullen met praktijkkennis en hiermee te komen tot een volledig beeld van geschikte beheer- en exploitatiemodellen voor de NHW. In paragraaf 4.1 wordt een overzicht gegeven van de geïnterviewde personen. De volgende paragraaf gaat in op de voorlopige resultaten uit de interviews. Ten aanzien van de werkbijeenkomst geldt dat de deelnemers is verzocht mee te denken en aan te geven of zaken nog aanvulling behoefden. Het betrof hier een controleslag op het door Tauw uitgevoerde “huiswerk”.
4.1
Interviews met betrokkenen van NHW projecten
Ten behoeve van het invullen van de factsheets onder ‘beheer en exploitatie binnen de NHW’ zijn enkele telefonische interviews afgenomen. De volgende personen zijn geïnterviewd: • De heer J. Batelaan, exploitant Fort aan de Klop Utrecht • • •
De heer A. van Emst, gemeente Utrecht (namens de eigenaar van Fort aan de Klop) Mevrouw R. van Nieuwenhuizen, exploitant Fort Altena De heer H. Schep, Brabants Landschap (namens de eigenaar van Fort Altena)
• •
De heer B. Bennis, exploitant Geofort De heer J. Wind, Staatsbosbeheer Regio Oost (namens de beoogd eindbeheerder van Molenkade)
De gestelde vragen vindt u in bijlage 2. De uitkomsten van de interviews zijn verwerkt in de factsheets, de belnotities van deze interviews vindt u in bijlage 3. In paragraag 4.2 wordt een beknopte beschrijving van de uitkomsten van de interviews gegeven. De aandachtspunten die hieruit volgen zijn opgenomen in hoofdstuk 6.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
43\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
4.2
Eerste bevindingen naar aanleiding van telefonische interviews
Na de eerste telefonische interviews met beheerders en exploitanten van enkele punten, lijnen en vlakken binnen de Nieuwe Hollandse Waterlinie, concluderen we allereerst dat het exploiteren en beheren van een archetype (doorgaans een fort) binnen de NHW tot de verbeelding spreekt. De geïnterviewden geven allemaal aan dat het exploiteren van een dergelijk karakteristiek object ofwel de uitdagende factor in hun werk is ofwel de verandering in hun arbeidzame leven is geweest die ze ambieerden. Ook diegene die min of meer toevallig betrokken raakten bij het beheer van de NHW geven aan dat ze erg betrokken zijn bij het onderhoud en gebruik van linie. De belangstelling voor het exploiteren en beheren van de NHW lijkt groot, het verhaal dat NHW zichtbaar maakt spreekt niet alleen ondernemers aan maar ook bezoekers. Wat aan de ene kant de uitdaging is, namelijk het ondernemen binnen bepaalde randvoorwaarden, zorgt anderzijds ook voor de nodige belemmeringen. Zo wordt de bestemmingsplanprocedure als belemmering genoemd en wordt ook de bestaande bebouwing met bijbehorende beperkingen, als belemmerend ervaren. Daarnaast worden onder andere buurtbewoners en de ecologische wetgeving door de exploitant als belemmeringen genoemd. De beperkende randvoorwaarden met betrekking tot exploitatie en beheer zoals die worden opgelegd door de eigenaar, worden niet direct als belemmerend ervaren. Blijft staan dat er binnen de randvoorwaarden voldoende ruimte moet zijn om te kunnen ondernemen en dat het mogelijk of bespreekbaar moet zijn om de grenzen van die ruimte te verkennen. Voor iedereen geldt dat nauwe banden met de gemeente en provincie van doorslaggevend belang bij het succesvol exploiteren. Ondanks dat de exploitanten zich gebonden weten aan de randvoorwaarden zoals de eigenaar die stelt, weten eigenaar en exploitant zich, ondanks het verschil in beleving, wel afhankelijk van elkaar. Vooral als het gaat om het duurzaam kunnen beheren van het ‘archetype’, het (winstgevend) benutten van het archetype maar zeker ook als het gaat om het bekostigen van grote restauraties, weet de ondernemer zich financieel afhankelijk. Alle ondervraagden zijn het erover eens dat je zonder subsidies voor het onderhoud en het beheer van het archetype binnen de NHW niet winstgevend of in ieder geval marktconform kan ondernemen. Verschillend wordt gedacht over de meest ideale eigendomssituatie / rechtsvorm hierin. Het onderhouden en benutten van de NHW is een publieke verantwoording, subsidies van onder andere Europa en het Rijk zouden in die zin aangevraagd moeten worden door een partij die dat belang dient. De vraag blijft of een particuliere ondernemer (als bijvoorbeeld huurder van een fort) tot deze partijen hoort en of Rijkssubsidies rechtstreeks toegekend aan de exploitant dan wel te verantwoorden zijn.
44\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Met betrekking tot de rechtsvorm en financieringsvorm wordt door de ondervraagde exploitanten gebruik gemaakt van een huurovereenkomst of een erfpachtovereenkomst. Waarbij binnen de erfpachtovereenkomst de exploitatiemogelijkheden en vrijheden voor de ondernemer groter lijken. Voor zowel de exploitant als de eigenaar is toekomstperspectief in de zin van langdurige winstgevendheid van belang, de contractperiode is in die zin een belangrijk aandachtspunt. De eigenaar wil zekerheid voordat hij zich voor langere tijd wil binden. De exploitant heeft uiteraard baat bij een lange contractperiode. Het blijkt in ieder geval mogelijk om een archetype te exploiteren zonder dat het de eigenaar extra geld kost om het te beheren. Op de grote en ingrijpende restauraties na dekken de inkomsten uit huur of erfpacht de kosten voor onderhoud en beheer. Voor de ingrijpende restauraties is vaak (of in ieder geval op dit moment) een subsidiepotje te vinden. Het regulier onderhoud en het beheer van de gebouwen komt over het algemeen voor rekening van de exploitant, grootschalig onderhoud aan de gebouwen, of restauratie voor rekening van de eigenaar, zo blijkt uit de interviews. Het beheer van het groen en omliggende gronden komt voor rekening van de eigenaar, vaak zijn er met betrekking tot het regulier kleinschalig groenbeheer (bijvoorbeeld grasmaaien) aparte afspraken gemaakt over verantwoordelijkheden. Voor gebiedsontwikkeling komt het eindbeheer voor wat betreft het project Molenkade in handen van SBB en het waterschap. Opvallend is dat alle geïnterviewden aangeven samenwerking (en in sommige gevallen zelfs nauwe samenwerking) tussen overheid en particulier ondernemer onmisbaar te vinden voor het benutten en in standhouden van de linie. Daarnaast is het vanuit de exploitant geredeneerd een kwestie van je ambities bijzonder hoog leggen en een goede lobby, waar mogelijk zelfs in Den Haag en Europa.
4.3
De resultaten uit de eerste werkbijeenkomst
Gedurende Het onderzoek wordt een tweetal werkbijeenkomsten gehouden. De eerste werksessie heeft als doel om de resultaten uit de eerste fase te bespreken met verschillende deskundigen. Werkbijeenkomst twee heeft als doel om meer in te zoomen op de daadwerkelijk te kiezen strategie. Tijdens de eerste bijeenkomst is concreet de vraag gesteld of men zich kan vinden in de gekozen aanpak, de benoemde modellen en de mate van uitwerking. We hebben tijdens de bijeenkomst gde volgende opbouw gehanteerd: resultaten delen reacties vergaren (op basis vraagstellingen reacties noteren)
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
45\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
-
plenair bespreken
Vooruitlopend op de tweede sessie is tijdens werkbijeenkomst één tevens aanvullend de vraag gesteld welke kaders de deelnemers zouden meegeven voor een nader te bepalen strategie.
4.4
Bevindingen naar aanleiding van de eerste werkbijeenkomst
In de bijlage is een verslag van de werksessie terug te vinden waarin de resultaten uit deze werksessie worden genoemd, evenals de deelnemers aan de werksessie. Hieronder volgt in een aantal kernpunten de resultaten van de werksessie: De brede scope aan modellen is een goede aanpak. De analyse op basis van verschillende typen modellen, fondsen en subsidies, projecten van de NHW is een goede methode. Het geeft een goed beeld van het aantal mogelijkheden om een strategie te bedenken. Hiermee wordt tevens breder gekeken dan de direct te verwachten modellen. Het werken met verschillende archetypen is zinvol. Het geeft de veelheid aan projecten binnen de NHW weer en geeft een voorzet voor de strategiebepaling later. Denk niet traditioneel. Uit de werksessie komt naar voren dat we niet te klassiek moeten denken over beheer en exploitatie, we kunnen op zoek gaan naar innovatieve beheer en exploitatie vormen. Het oprichten van een aparte beheersorganisatie wordt hierin als een voorbeeld genoemd. De partijen die het beheer en exploitatie bepalen kunnen afstappen van de klassieke indeling. Nu wordt er veelal privaat geëxploiteerd en het niet door het publieke domein geïnvesteerd. Een wisselwerking tussen beide is noodzakelijk. Laat de beleving leidend zijn Uit de werksessie blijkt dat de beleving van de NHW belangrijker is dan de techniek en de uitvoering. Beheer moet voorwaardenstellend zijn voor de exploitatie. Daarnaast kan het beheer integraal onderdeel uit maken van een exploitatie, anders dan hoe het gebruikelijk gaat: een exploitatieplan maken zonder aandacht voor de beheersaspecten.
46\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Heb aandacht voor de bestuurlijke/wettelijke kaders Het bestuurlijke en wettelijke kader vormen een punt van aandacht bij het bepalen van de strategie. Binnen de NHW zijn verschillende overheidspartijen betrokken, daarnaast zorgen wetten zoals de Flora- en Fauna wet voor beperkingen. Zoals aangegeven is een aanvullende vraag gesteld tijdens de werkbijeenkomst. Noem een aantal kansen en bedreigingen. Deze worden meegenomen in de vervolgstap. nemen we mee in de strategiebepaling. De kansen en bedreigingen zijn terug te vinden in het verslag in bijlage 5.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
47\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
5 Analyse en conclusie In voorgaande hoofdstukken is stilgestaan bij de methodiek, de kaders, de daadwerkelijke inventarisatie en aanvullend bij de interviews en de werkbijeenkomst die we als “controlerende” hebben georganiseerd. In dit hoofdstuk kijken we terug (de analyse) en worden een aantal algemene conclusies getrokken. Deze conclusies vormen de basis voor de op te stellen strategie. Ze bepalen zowel mede de inhoud van de strategie als ook het te volgen proces om tot deze strategie te komen.
Analyseresultaten uit de 1ste stap (confrontatie)
5.1
Ter toetsing van de theoretische inventarisatie worden de criteria toegepast op de gevonden modellen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het stroomschema zoals afgebeeld in figuur 2.4. Hierbij is eerst een selectie gemaakt naar archetypen en vervolgens antwoord gegeven op de vier vragen die voortvloeien uit de definitie en kaders voor de strategie van de NHW zoals die zijn verwoord in hoofdstuk 1. Het gaat hierbij om de volgende vragen: 1. 2. 3. 4.
Past het model, of elementen daarvan, binnen de visie van de NHW? Past het model, of elementen daarvan, binnen het ambitieniveau van de NHW? Zijn de kaders en beginselen afdwingbaar? Zijn bij voorbaat risico’s en belemmeringen aanwezig?
Uit deze eerste confrontatie volgt een selectie van geïnventariseerde modellen die mogelijk geschikt zijn voor de strategie voor beheer en exploitatie van de NHW. De hier volgende tabellen zijn hiervan het eerste resultaat. Gekozen is voor het niet toekennen van het geschikheidskenmerk JA. Dit omdat voor de NHW geldt dat voor elk model mits/maren te noemen zijn waarom het specifieke model (of onderdelen eruit) niet te gebruiken is. 5.1.1
Analyse punten
Modellen m.b.t. het archetype punten Geschiktheid Reden 1.
Exploitatie en beheer Jan van der
mogelijk
Heijdenhuis
Voorziet in een functionerende publiek-private overeenkomst voor zowel exploitatie als beheer van een ‘punt’
2.
Publiek Private Samenwerking Parkeren mogelijk
Voorziet in PPS-constructie, waarbij zowel beheer als exploitatie in handen is van private partij, maar de kaders en beginselen afdwingbaar blijven door de eigenaar/overheid
48\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
3.
Exploitatie en beheer kunstcentrum
mogelijk
Scheltema
Past binnen de visie om cultureel erfgoed te benutten en toegankelijk te maken en voorziet in een kansrijke constructie
5.
NV Bergkwartier
mogelijk
Elementen uit dit model lijken kansrijk. Resultaat, het bewaren en versterken van een historisch karakter, waarbij private partijen de beheerkosten opbrengen, past binnen de ambitie van de NHW
6.
Woningbouwcorporatie Qua Wonen
Nee
In de huidige vorm is dit model teveel gericht op winst, individuele service en de functie wonen gericht. In de oorspronkelijke gedachte waarin exploitatie en beheer volledig ten dienste van de maatschappij stond zitten wellicht wel interessante elementen (centraal opstellen van een instantie / organisatie om instandhouding van NHW te bewerkstelligen)
7.
Vereniging van Eigenaren
mogelijk
Als vorm van privaat-private samenwerking binnen bepaalde kaders. Niet alleen interessant voor 1 punt, maar wellicht ook als constructie waarin eigenaren van de verschillende punten, lijnen en vlakken verenigd zijn.
8.
Nieuwe landgoederenregeling Zuid-
mogelijk
Holland
Gericht op toegankelijkheid van cultureel erfgoed dat in private handen is, maar waarbij kaders en beginselen afdwingbaar zijn.
9.
Ruimte voor Ruimteregeling Zuid-
mogelijk
Holland
Als compensatiegedachte interessant, ‘hoe meer ruimte wordt beheerd, hoe meer ondernemersruimte men krijgt?’
10. Exploitatie en beheer bezoekercentrum mogelijk Fort aan de Buursteeg
Als exploitatie en beheermodel voor een punt (fort) interessant, ook gezien proces. Kunnen lessen getrokken worden uit het niet behaalde voornemen de exploitatie en het beheer geheel in handen van een private partij te leggen.
11. Beheer Fort Pampus
mogelijk
Als exploitatie en beheer van fort(eiland) interessant, mede gezien de belangrijke rol van vrijwilligers in dit model
14. Beheer Helofytenfilter Hoogeveen
mogelijk
In het ontwerp van de helofytenfilter zijn beheermogelijkheden vroegtijdig en integraal meegenomen. Dit uitgangspunt is bruikbaar voor de strategie voor samenhangend exploitatie en beheer
19. Herstelplan Koninginnesluis
mogelijk
Past binnen de visie van de NHW, het ziet beheer als onlosmakelijk onderdeel van de exploitatie. Dit in tegenstelling tot de meer klassieke gedachte over
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
49\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
exploitatie en beheer waarin deze aspecten veelal los werden gezien 24. Beheer Deutsche Limes strasse
mogelijk
Geschikt voor meerdere archetypen, past qua omvang en de visie op samenhang binnen de ambitie voor de NHW. Lijkt wel te veel gericht op het beheer en ook de financieringsconstructie lijkt minder geschikt
25. Exploitatie en beheer Maginot Linie
Nee
Past niet binnen de visie van de NHW, de Marginot Linie wordt niet in samenhang bezien. Daardoor exploitatie en beheer geen succes
29. Bestuursovereenkomst Liniecentrum
Nee
Fort bij Vechten 33. Cultuurfonds voor monumenten
Gaat om een intentieovereenkomst en heeft niet direct uitvoeringskracht als het gaat om exploitatie en beheer
mogelijk
Past geheel in de gedachte om als overheid nog eenmalig te investeren in cultureel erfgoed. In dit specifieke geval is het fonds niet beschikbaar voor rijksmonumenten (dus in die zin niet geschikt voor NHW)
34. Subsidie-op-termijn
mogelijk
Interessante financieringsconstructie die past binnen de visie op de NHW om nog eenmalig te investeren. Ook hier geldt dat de geschiktheid afhangt van de mogelijkheid het model in te zetten voor ensembles en rijksmonumenten
35. Groen-Blauwe diensten Overijssel
mogelijk
Voor meerdere archetypen toepasbaar, interessante financieringsconstructie binnen Europese wetgeving en gericht op exploitatie en beheer door private partijen. Qua exploitatiedoelstellingen en beloningsysteem is het de vraag of het model binnen de ambitie van de NHW past, maar biedt het met name voor de minder éxploitabele objecten en elementen een handvat
37. Groenfonds Midden Delfland
mogelijk
Eenmalige publieksinvestering in landschap en onderhoud door private eigenaren en beheerders. Vooral gericht op beheer en minder op exploitatie
38. Fonds Bovenplanse verevening Hart
mogelijke
van de Heuvelrug
Past zowel binnen de visie (qua samenhang, toepasbaarheid op meerdere archetypen en verevening) en de ambitie (qua omvang en organisatie) van de NHW. Kaders blijven afdwingbaar. Model lijkt als geheel kansrijk.
39. Landschapsfonds via Natura
mogelijk
Met name gezien de rol van vrijwilligers en het brede draagvlak dat in dit model een sleutelpositie vervuld lijken elementen uit het model geschikt
50\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
44. Besluit restauratie historische
Nee
buitenplaatsen (Brhb)
Past niet binnen de ambitie en de visie op samenhang, model richt zich enkel op losse en op zichzelf staande inrichtingselementen
45. BRIM-regeling
mogelijk
Beoogd het herstel en de ontwikkeling van rijksmonumenten en lijkt op voor het archetypen vlakken mogelijkheden te bieden (zie Molenkade)
46. Buurtschap Zwolle
mogelijk
Voorziet in een vernieuwende PPS-constructie voor een groter samenhangend gebied waarin eigenaren, financiers en beheerders samenkomen. Nadruk ligt wel op het beheer i.p.v. exploitatie
48. Fort aan de Klop
mogelijk
Als mogelijk model voor een succesvolle exploitatie van
49. Kazemat aan de Diefdijk
Nee
Alleen gericht op beheer en dient als voorbeeld waarbij
51. Geofort
mogelijk
een punt binnen de NHW
ook het beheer is misgelopen Als mogelijk model voor een succesvolle exploitatie van punt binnen de NHW. Als goed voorbeeld waarbij de ondernemer voldoende ruimte wordt geboden zijn onderneming te laten renderen. 52. Fort Altena
mogelijk
Als mogelijk model voor de exploitatie van een punt
53. Pont Everdingen-Honswijk
Nee
Gaat volledig uit van de klassieke benadering van
binnen de NHW
exploitatie en beheer en laat zien dat het mis gaat op het moment beheer geen onderdeel uitmaakt van je exploitatie
5.1.2
Analyse lijnen
Modellen m.b.t. het archetype lijnen Geschiktheid 13. Beheer waterbodem Geldermalsen
Nee
Reden Past niet binnen de ambitie en visie van de NHW. Model richt zich enkel op beheer, gaat niet uit van samenhang en is daarmee te veel sectoraal.
15. Beheer oeverbeschoeiingen
Nee
Geldermalsen
Past niet binnen de ambitie van de NHW, gaat alleen uit van (traditionele vorm) van beheer, gaat niet uit van samenhang en is daarmee te veel sectoraal
23. Hadrian’s wall Heritage
mogelijk
Gericht op het behoud van cultureel erfgoed en heeft betrekking op een lijnelement. Gaat daarentegen alleen uit van beheer.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
51\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
24. Beheer Deutsche Limes strasse
mogelijk
Geschikt voor meerdere archetypen, past qua omvang en de visie op samenhang binnen de ambitie voor de NHW. Lijkt wel te veel gericht op het beheer en ook de financieringsconstructie lijkt minder geschikt
35. Groen-Blauwe diensten Overijssel
mogelijk
Voor meerdere archetypen toepasbaar, interessante financieringsconstructie binnen Europese wetgeving en gericht op exploitatie en beheer door private partijen. Qua exploitatiedoelstellingen en beloningsysteem is het de vraag of het model binnen de ambitie van de NHW past, maar biedt het met name voor de minder éxploitabele objecten en elementen een handvat
38. Fonds Bovenplanse verevening Hart
mogelijk
van de Heuvelrug
Past zowel binnen de visie (qua samenhang, toepasbaarheid op meerdere archetypen en verevening) en de ambitie (qua omvang en organisatie) van de NHW. Kaders blijven afdwingbaar. Model lijkt als geheel kansrijk.
39. Landschapsfonds via Natura
mogelijk
Met name gezien de rol van vrijwilligers en het brede draagvlak dat in dit model een sleutelpositie vervuld lijken elementen uit het model geschikt
46. Buurtschap Zwolle
mogelijk
Voorziet in een vernieuwende PPS-constructie voor een groter samenhangend gebied waarin eigenaren, financiers en beheerders samenkomen. Nadruk ligt wel op het beheer i.p.v. exploitatie
47. Beheer Bailybruggen
Nee
Gaat uit van klassieke vorm van beheer door de overheid
49. Kazemat aan de Diefdijk
Nee
Alleen gericht op beheer en dient als voorbeeld waarbij ook het beheer is misgelopen
5.1.3
Analyse vlakken
Modellen m.b.t. het archetype
Geschiktheid
Reden
Nee
Weliswaar privaat-private samenwerking maar
vlakken 4.
52\62
Operatie Veldleeuwerik
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
gebaseerd op beheer en exploitatie t.b.v. winst. Kaders zijn niet afdwingbaar 8.
Nieuwe landgoederenregeling Zuid-
mogelijk
Holland
Gericht op toegankelijkheid van cultureel erfgoed dat in private handen is, maar waarbij kaders en beginselen afdwingbaar zijn
12. Parkmanagement Hoorn
mogelijk
Model vooral gericht op beheer, maar wel door private eigenaren. Kaders blijven afdwingbaar
13. Beheer waterbodem Geldermalsen
Nee
Past niet binnen de ambitie en visie van de NHW. Model richt zich enkel op beheer, gaat niet uit van samenhang en is daarmee te veel sectoraal
16. Instandhouding Vechtmonding
Nee
Muiden
Past niet in de visie om eenmalig publiek te investeren en het vervolgens zo veel mogelijk privaat te exploiteren en te beheren
17. Life Cycle Costing
mogelijk
Interessant is de gedachte achter dit instrument waarin beheer onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van de exploitatie
18. Natura 2000 beheerplan Mosbeek
Nee
Gericht op (ecologisch) beheer, voorziet weliswaar in particulier beheer, waarbij kaders afdwingbaar blijven, maar past niet binnen de ambitie te komen tot een samenhangende strategie
21. Beheer National Parks
mogelijk
Interessant qua omvang en de gedachte: erfgoed als goed doel
22. Compensatie British Airways
mogelijk
Compensatiegedachte past binnen het ambitieniveau en de visie op samenhang
24. Beheer Deutsche Limes strasse
mogelijk
Geschikt voor meerdere archetypen, past qua omvang en de visie op samenhang binnen de ambitie voor de NHW. Lijkt wel te veel gericht op het beheer en ook de financieringsconstructie lijkt minder geschikt
26. Beeldkwaliteitsplan beheer
Nee
Tubbergen
uitvoeringskracht.
27. Landschapsontwikkelingsplan van
Nee
Geeft slechts een visie op ontwikkeling en
Nee
Geeft slechts een visie, heeft geen
Veluwe tot IJssel
beheer, is geen exploitatie of beheermodel
28. Gebiedsprogramma Stelling van Amsterdam 31. Programma Beheer
Gericht op klassieke beheervorm, zonder directe
uitvoeringskracht Nee
Gaat om een jaarlijks terugkerende investering in landschap en particulier beheer, past niet in de
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
53\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
gedachte nog eenmaal publiek te investeren 32. Klimaatfonds Den-Haag
Nee
Biedt geen mogelijkheden als het gaat om een samenhangende strategie voor exploitatie en beheer van verschillende archetype. De ‘vervuiler betaald of compenseert vrijwillig’-gedachte is interessant.
36. Grondbank Nationaal Landschap
mogelijk
Laag Holland
In kader van grondverwerving en eigendomsituatie bevat het model interessante elementen en blijkt het werkbaar binnen een Nationaal Landschap.
37. Groenfonds Midden Delfland
mogelijk
Eenmalige publieksinvestering in landschap en onderhoud door private eigenaren en beheerders. Vooral gericht op beheer en minder op exploitatie
38. Fonds Bovenplanse verevening Hart mogelijk van de Heuvelrug
Past zowel binnen de visie (qua samenhang, toepasbaarheid op meerdere archetypen en verevening) en de ambitie (qua omvang en organisatie) van de NHW. Kaders blijven afdwingbaar. Model lijkt als geheel kansrijk
40. Uitbreiding Geesterambacht
Nee
Gaat hier om een publiek-publieke samenwerking
41. Nationaal Landschapsfonds
mogelijk
Past binnen de ambitie en de visie, richt zich op
(Deltaplan voor het Landschap)
meerdere particuliere partijen en behoud en toegankelijk maken van cultuurlandschap. Uitvoeringskracht en afdwingbare kaders zijn gering
42. Streekrekening en –fonds Het
mogelijk
Groene Woud 43. Natuurschoonwet
Vanwege interessante financieringsconstructie gericht op ontwikkeling en beheer
mogelijk
Vanwege interessante fiscale constructie gericht op het verantwoord behoud en openstellen van cultuurhistorisch erfgoed
46. Buurtschap Zwolle
mogelijk
Voorziet in een vernieuwende PPS-constructie voor een groter samenhangend gebied waarin eigenaren, financiers en beheerders samenkomen. Nadruk ligt wel op het beheer i.p.v. exploitatie
50. Molenkade
mogelijk
Gaat weliswaar uit van klassieke beheerconstructie door publieke partij, maar als model gericht op vlakken één van de weinige succesvolle voorbeelden
54\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
5.2
Aanvullende trechtering naar aanleiding van de analyse
Zoals in hoofdstuk drie is beschreven kwam uit de inventarisatie van de modellen de behoefte naar voren om organisatievormen, rechtsvormen etc. zo compleet mogelijk in beeld te brengen. Wat in dit hoofdstuk tevens is gedaan op hoofdlijnen. Uit de voorgaande paragraaf komt naar voren dat slechts een globale selectie plaats kan vinden op basis van de criteria die opgenomen zijn in de voorgestelde aanpak. Het resultaat van een tweede trechtering is een overzicht van verschillende mogelijkheden met betrekking tot rechts- en financieringsvormen. Zoals aangegeven zijn deze reeds in de basis beschreven en vormen de input voor de tweede confrontatie. Deze aanpak is hieronder verbeeld.
CRITERIA
TOETSING
3.EIGENDOM FINANCIERING RECHTSVORM
1.MODELLEN ARCHETYPEN
2.KADERS NHW
CONFRONTATIE
BEHEERSVORM ORGANISATIEVORM
Figuur 5.1 Aanpak 2e confrontatie
Links in het schema is de aanpak weergegeven zoals beschreven in hoofdstuk 2 van dit rapport. Rechts staan de keuzemogelijkheden die in de tweede confrontatie ingebracht zullen worden. De trechtering van beide kanten kan leiden tot een aantal geschikte modellen op basis waarvan de strategie geformuleerd kan worden.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
55\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
6 Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk zijn conclusies en aanbevelingen gegeven. Het rapport is echter onderdeel van een totaalopdracht en vormt hierin de eerste van drie stappen. Hierop volgend wordt een aanzet voor een strategiekeuze gegeven en vervolgens wordt inzichtelijk gemaakt op welke manier tot een definitieve strategie kan worden gekomen. 6.1.1
De modellen
Ten aanzien van de mogelijk geschikte modellen zijn de volgende zaken van belang. Keuze voor praktijkvoorbeelden past goed bij wens naar inzicht in bruikbaarheid en haalbaarheid. We hebben bewust gekozen voor het hanteren van praktijkvoorbeelden. Juist op deze manier verkrijgen we inzicht in de haalbaarheid en bruikbaarheid. Tevens zorgt de referentie in een later stadium mogelijk voor een goede basis voor een nadere uitwerking. (On)volledigheid in hoeveelheid en in aantal We hebben bewust gekozen voor een brede insteek van de inventarisatie. Aangezien we ons in de conceptuele fase bevinden is de verwachting dat het detailniveau en het aantal geïnventariseerde modellen (inclusief die modellen die tijdens de eerste werksessie zijn aangedragen) momenteel voldoende zijn om bovenstaande eerste selectie te kunnen verantwoorden. De inventarisatie en de eerste confrontatie geven daarmee een eerste beeld van de diversiteit aan (geschikte) modellen. Zowel de reacties uit de interviews als ook vanuit de werkbijeenkomst sluiten hierbij aan. Bredere scope dan alleen beheer en exploitatiemodellen Tijdens de inventarisatie zijn niet alleen modellen geïnventariseerd, maar ook overeenkomsten en financiële constructies. Deze zijn mogelijk bruikbaar als element of onderdeel binnen de te ontwikkelen strategie. Ze zijn in een vervolgstap mogelijk essentieel om nader uit te werken om een uiteindelijke, uitgewerkte strategie te kunnen bepalen. Exploitatie en beheer zijn onlosmakelijk verbonden Voor de conceptuele verkenning naar een strategie voor de NHW gaat de voorkeur uit naar een model waarin het beheer onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van de exploitatie. Traditioneel worden beheer en exploitatie vaak los van elkaar gezien. De modellen die gebaseerd zijn op deze meer klassieke benadering zijn echter niet bij voorbaat als ongeschikt beoordeeld. Ook in de 1e werksessie werd opgemerkt dat zowel de markt als de overheid nog niet altijd toe is aan een nieuwe visie op exploitatie en beheer en dat we met dat gegeven moeten dealen.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
57\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Onderdelen factsheets onvolledig maar voor dit stadium voldoende De modellen worden geanalyseerd door middel van verschillende type vragen. Deze vragen hebben betrekking op financieringsvorm, contactduur, organisatievorm etc. Uit de werksessie kwam naar voren dat we compleet zijn met betrekking tot de type vragen. Wel wordt een kanttekening geplaatst met betrekking tot zo compleet mogelijk analyseren van de modellen. Door informatiegebrek is het niet mogelijk om uitgebreider te inventariseren. Tevens past dit voor de huidige onderzoeksvraag niet binnen de scope van de opdracht. Als aandachtspunt moet dit mee worden genomen voor het vervolg. Na een nadere selectie van de modellen moeten de resterende modellen worden aangevuld. Inventarisatie modellen is uitvoerig Uit de werksessie komt naar voren dat we breed hebben geïnventariseerd. Veel verschillende soorten modellen zijn aan bod gekomen. Door een andere wijze van presenteren toe te passen ontstaat er een goed beeld van het aantal modellen.
6.1.2
De archetypen
Verdeling naar archetypen punten, lijnen en vlakken sluit goed aan op NHW. De verdeling in archetypen, onderverdeeld in lijnen, punten en vlakken was op voorhand een logische verdeling gezien de ‘opbouw’ van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Ondanks deze logische onderverdeling is de verdeling theoretisch uitgewerkt en hebben we de bruikbaarheid van de archetypen met betrekking tot de NHW gecheckt. Dit is gebeurd door de projectenlijst van de NHW naast de archetypen te leggen, om vervolgens te onderzoeken of alle karakteristieken binnen deze NHW-projecten gedekt worden door de benoemde archetypen. Uit deze controle bleek dat alle karakteristieke elementen onder één van de archetypen te scharen valt. Het archetype lijnen vraagt in de tweede confrontatie en strategiebepaling extra aandacht. Dit werd ook in de eerste werksessie als aandachtspunt meegegeven. Het meest kansrijk lijken die modellen die geschikt zijn voor meerdere archetypen en op een regionaal niveau ingezet worden. Uit de werksessie komt naar voren dat het de toepassing van goede en slechte voorbeelden waardevol is. Toepasbaarheid modellen op voorhand kansrijk Bij de eerste confrontatie wordt opgemerkt dat voor wat betreft de geschiktheidbepaling de modellen die alleen betrekking hebben op punten, of op lijnen niet direct de meest geschikte modellen lijken (gezien de visie op samenhang van de NHW). Desondanks zijn hier in deze fase
58\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
ook veel van deze modellen, of elementen daaruit, als mogelijk geschikt beoordeeld. Dit omdat op deze wijze op het niveau van de archetypen de kansrijke modellen overeind blijven. Het is immers denkbaar dat ondanks dat gezocht wordt naar een overkoepelende samenhangende strategie er binnen die strategie accenten per archetypen gelegd zullen moeten worden. Uit de werksessie is gebleken dat de onderverdeling naar verschillende archetypen voor fase 1 een goede manier om de modellen te categoriseren. Dit is de eerste stap in de confrontatie.
6.1.3
De criteria
Trechtering geeft onvoldoende basis voor nadere waardering Bij de selectiecriteria zijn twee schaalniveaus geïntroduceerd. Hiermee kan een goede trechtering op hoofdlijnen plaatsvinden. Echter, op basis van deze vragen alleen is het nog niet mogelijk een waardering te geven aan een model. Voortbordurend op deze vragen en vasthoudend aan de harde randvoorwaarden zoals genoemd in het eerste hoofdstuk, is een verdiepingsslag nodig waaruit op kwalitatieve wijze blijkt of een model al dan niet mogelijk geschikt is om als input te dienen voor de verdere conceptuele verkenning. Hiervoor is dus een volgend schaalniveau of een aanvullende keuzemethodiek noodzakelijk. Toevoegen van een tweede trechtering logisch maar moet in vervolgfase plaatsvinden. Tijdens de werksessie is de reden toegelicht om extra keuzevoorwaarden toe te passen. De deelnemers aan de werksessie hebben over het algemeen positief gereageerd op dit voorstel. Echter, gezien het tactische niveau is aangegeven dat hier, voor dit onderzoek, nu geen invulling aan wordt gegeven Het verdient echter wel aanbeveling deze tweede trechtering, zoals verwoord in het voorgaande hoofdstuk mee te nemen in het vervoltraject.
6.2
Interviews en werkbijeenkomst
Heb aandacht voor het eigendomsvraagstuk. Uit zowel de interviews als de inventarisatie komt de vraag naar voren in hoeverre de eigendomssituatie binnen de NHW bepalend is dan wel randvoorwaardenstellend is voor het succes van een samenhangende exploitatie en beheer die voldoet aan de visie en ambitie van de NHW. Uit de inventarisatie en interviews blijkt huur en erfpacht geschikte vormen zijn. Richting de strategiebepaling is het de vraag welke financiering- en rechtsvormen bij voorbaat ongeschikt zijn en welke vormen mogelijk passen binnen een samenhangende strategie waarbinnen niet alleen punten, maar ook lijnen en vlakken geëxploiteerd en beheerd moeten worden.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
59\62
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Samenwerking tussen publiek en privaat is van groot belang Een goede samenwerking tussen publiek en privaat is aanbeveling die we hier willen plaatsen, zo blijkt uit de telefonische interviews en de werksessie. Het verschil in gevoel en beleving tussen de eigenaar en de exploitant is hierin een belangrijk aandachtspunt is. De ondernemer zal, ondanks zijn besef van het unieke karakter van het historische object, een andere beleving bij zijn activiteiten hebben dan dat een (publieke) eigenaar dat heeft. Besef van dit verschil in beleving en het creëren van voldoende ondernemersruimte zijn daarmee succesfactoren. De verschillende reacties op bijvoorbeeld Kunstfort Asperen onderstrepen dit belang. Door de beleidsmaker wordt dit initiatief als zeer positief ervaren, de echte ondernemer bekijkt dit initiatief sceptisch en wijst op de afhankelijkheid van vrijwilligers. Heb aandacht voor draagvlak als onderdeel van je strategie Uit de werksessie werd het belang van voldoende draagvlak voor de te ontwikkelen strategie onderstreept. Ook hier geldt dat publieke en private partijen niet zonder elkaar kunnen en dat van beide kanten voldoende ruimte en kansen gezien moeten worden om de strategie tot een succes te maken. Richt je op de onrendabele delen. In het kader van de strategie wordt genoemd dat er een strategie moet zijn voor het beheer van onrendabele delen van de NHW. Een belangrijk punt hierbij, dat volgt uit de eerste confrontatie is hoe je (samenhangende) exploitatie- en beheermogelijkheden vorm geeft als er ook punten, lijnen en vlakken zijn die, gezien hun functie, bestemming, staat van onderhoud of locatie niet direct commercieel te exploiteren zijn, maar wel onderdeel uitmaken van de samenhangende NHW? Richt de strategie op de eigenaren en financiële middelen Zowel uit de interviews als ook tijdens de werkbijeenkomst is naar voren gekomen dat met name de onderwerpen eigenaren en de financiële middelen een eventuele strategie bepalen. Hier moet in de nadere uitwerking dan ook rekening mee worden gehouden. Een op zichzelf staand model voor de gehele linie naar verwachting niet mogelijk Tijdens de werksessie is gebleken dat de deelnemers van mening zijn dat geen op zichzelf staande benadering te bedenken is voor het beheer en exploiteren van de NHW, ook tijdens de interviews kwam dit terug. Een strategie op tactisch niveau betekend naar verwachting dan ook dat een samenvoeging van modellen noodszakelijk is. Op het tactische niveau kunnen hiervoor kijkrichtingen worden uitgewerkt.
60\62
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
Concept
Kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
6.3
Procesmatig
De kansen en bedreigingen uit de eerste werkbijeenkomst voor de tweede werkbijeenkomst meenemen. Zoals in hoofdstuk vier is aangegeven zijn uit de eerste werkbijeenkomst kansen en bedreigingen naar voren gekomen voor een te ontwikkelen strategie. Deze moeten we mee nemen in het vervolgtraject. Neem de 2e trechtering mee in het vervolgtraject We hebben de trechtering voor het linker deel uitgewerkt. Daarnaast hebben we het raamwerk opgezet voor het rechter deel (de vormen). Een nadere uitwerking zal een goed inhoudelijk beeld geven van de situatie voor de NHW. De opdracht gaat echter uit van een strategie op tactisch niveau. De tweede trechtering is van belang maar geeft inhoud aan eventuele nadere uitwerking. Wat pas aan bod komt in een vervolgstap. Uit de werkbijeenkomst kwam dit tevens naar voren.
Beheer en exploitatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie - Inventarisatiefase - versie 1 - Concept
61\62
Bijlage
1
Nadere uitwerking aanpak
STAP 1
STAP 2
Werkbijeenkomst I
STAP 3
Werkbijeenkomst II
Inventarisatie modellen
Confrontatie en eerste voorzet
Benoemen archetypen
Matrix en voorzet strategie
Rapportage en implementatieplan
Herijken matrix, opstellen strategie
Waarderingscriteria
Afstemming begeleidingsgroep
•
Op basis van de bijeenkomst wordt een concept
Punten, lijnen, vlakken
Of • Water, natuur, infra etc. • • • •
Traditioneel Buitenland Reeds aanwezig Out of the box
• • • • • •
Risico’s Fiscal Juridisch Rollen Org. vorm financieel
Afstemming begeleidingsgroep
Op basis van de bijeenkomst wordt een concept
voorgelegd om te bespreken • •
voorgelegd om te bespreken
Specialisten. Zowel Tauw als extern. Begeleidingsgroep. Aangevuld met 2 a 3 partijen.
Samenvoeging van modellen, archetypen en criteria. Tevens wordt een eerste aanzet gegeven voor voorkeursmodellen
• •
Afstemming begeleidingsgroep
Op basis stap 2 wordt een concept voorgelegd om te bespreken
Partijen uit het gebied, Afspiegeling van publiek en privaat Wordt zowel in
Wordt zowel in concept als definitief aan de opdrachtgever voorgelegd
Wordt zowel in concept als definitief aan de opdrachtgever
concept als definitief aan de opdrachtgever
voorgelegd
voorgelegd
Bijlage
2
Vragenlijst telefonische interviews
Algemeen Wat is uw naam Voor welke organisatie bent u werkzaam Wat is uw functie binnen de organisatie Voorgeschiedenis van uw relatie tot dit erfgoed Relatie NHW en relatie/rechtsvorm t.o.v. eigenaar Wat is uw relatie met het project NHW (of het thema exploitatie en beheer) Aan de hand hiervan het betreffende archetype benoemen Gaat het om exploitatie of beheer? Wie is de eigenaar? Welke actoren zijn betrokken? Exploiteren Exploiteert u, of gaat u binnenkort, een archetype van de NHW exploiteren Welke vorm hanteert u voor het exploiteren van een archetype van de NHW Wat ziet u als risico's bij het exploiteren van uw archetype? Bent u tevreden met de exploitatievorm? Zo ja waarom bent u tevreden. Zo nee welke vorm ziet u liever voor de exploitatie? Belemmeringen/kansen bij uw exploitatie historisch erfgoed? Beheer Hoe gaat u uw archetype beheren? Welke beheersvorm hanteert u of wilt u hanteren? Wat ziet u als risico's bij het beheren van uw archetype? Heeft u voldoende financiële middelen voor het beheer van uw archetype. Kunt u uw archetype alleen beheren? Bent u tevreden met de huidige beheersvorm? Visie Vanuit uw visie waar zou een strategie voor meer samenhangend beheer en exploitatie aan moeten voldoen? Wat biedt volgens u kansen, of waar zou u behoefte aan hebben?
Bijlage
3
Belnotities
Belnotitie Joost Batelaan, exploitant Fort aan de Klop, 29 oktober 2009 Voorgeschiedenis: Gemeente Utrecht zocht exploitant voor het fort, dhr. Batelaan heeft altijd al graag iets gewild met een horeca- of hotelfunctie in een karakteristiek gebouw. Heeft zich in 2003 aangemeld. Organisatie en financiering: Stichting Fort aan de Klop betaalt de huurpenning aan de gemeente, de bv Fort aan de Klop huurt van de stichting. Fort wordt gebruik als groepsaccommodatie, brasserie, vergaderlocatie en camping. Financiering was geen onoverkomelijk probleem. De gemeente had veel subsidies binnen gehaald, het gat tussen de plannen van de exploitant (en de randvoorwaarden die de gemeente stelde) en het subsidiebedrag, kwam voor rekening van de exploitant. Ging om ongeveer 15% van totale investeringsbedrag. Fort was erg vervallen dus de restauratie kost veel. Achteraf gezien was het het toch waard geweest een grotere investering te doen (bijv. In een koelcel), maar dat is het ondernemersrisico. Marktconforme exploitatie niet mogelijk (i.i.g. niet in de stad met hoge grond- en huurprijs en met de beperkende randvoorwaarden waar je mee te maken hebt). Nu een vriendelijke huurprijs afgesproken die wel meebeweegt met de omzet. Exploitatie en beheer: conform normaal huurcontract, huurbaas verantwoordelijk voor buitenkant en groot onderhoud, huurder voor binnenkant en klein onderhoud buiten. De randvoorwaarden zijn op hoofdlijnen beschreven, verder consensus over de aanpak, alles in goed overleg. Maar bijvoorbeeld wel bepaald dat de sluitingstijd 11 uur ’s avonds is voor horecadeel. Contractduur: 10 jaar en vanwege extra investeringen door exploitant verlengd naar 15 jaar Actoren: Gemeente Utrecht, Stichting Fort aan de Klop en de bv Fort aan de Klop. Belemmering: Grootste belemmering was het bestemmingsplan en de bezwaren van omwonenden. Heeft vijf jaar geduurd voor alles rond was. Exploitant heeft hier op verzoek van de gemeente een informerende rol richting de omwonenden gespeeld. Achteraf gezien zou hij dat niet meer doen. Enerzijds is het de rol van de gemeente niet die van de ondernemer, anderzijds werd de indruk gewekt dat de bewoners ook zeggenschap hadden op de exploitatie, wat uiteraard niet het geval is. Ook achteraf zijn er nog bewonerssessies geweest en omwonenden worden nu nog van info voorzien als er iets staat te gebeuren op het fort. Aandachtspunt: Parkeren is nu een probleem, niet alleen weinig ruimte maar ook veel vandalisme en inbraak. Hier had vooraf aandacht voor moeten zijn. Daarnaast is het verdwijnen van de destijds geplante populieren een aandachtspunt, zorgt voor een totaal ander aanzicht van je fort.
Advies m.b.t. NHW: Door meer contacten van exploitanten onderling worden veel lessen geleerd en kan het merk NHW ook sterker neergezet worden. Huren heeft de voorkeur, maar kopen zou (als je het kan betalen) vanuit exploitant een geschikte optie zijn, dan minder last van beperkende voorwaarden. Het huidige ruimtelijke beleid kan zijn inziens de samenhang en het historisch karakter wel garanderen, ook als het verkocht wordt. Vanuit NHW geredeneerd natuurlijk minder gewenst, je verliest grip.
Belnotitie Anton van Emst, gemeente Utrecht, 3 november 2009 Voorgeschiedenis: In 1997 is Fort aan de Klop samen met 4 andere forten voor 1 euro gekocht van Domeinen. Utrecht heeft nu 8 forten in bezit. Vier zijn er inmiddels gerestaureerd en kennen een nieuwe functie, voor de andere wordt nog gezocht naar mogelijkheden. In 2003 is de gemeente gaan zoeken naar een exploitant voor Fort aan de Klop die een camping en theehuis kon exploiteren. In 2004 waren er 12 kandidaten. Nadat deze partijen een bedrijfsvisie hadden opgesteld is door de selectiecommissie met 5 partijen verder gesproken. Vervolgens hebben 3 partijen een bedrijfsplan opgesteld en is eind 2004 een ambtelijke en bestuurlijke keuze voor de huidige exploitant gemaakt. (telefonisch interview is afgebroken, krijgt geen vervolg omdat er voldoende info is vergaard bij de andere interviews)
Belnotitie Bart Bennis, Fort bij de Nieuwe Steeg (Geofort), 29 oktober 2009 Voorgeschiedenis: 4 jaar geleden met SBB in contact gekomen. Zij schreven een prijsvraag uit. 8 partijen, deden mee, 2 bleven er over. Deze 2, Geofort en een crematorium, werden gevraagd een bedrijfsplan te schrijven, zodat SBB kon kiezen. Hebben ze beide geweigerd, ze waren van mening dat SBB nu ook wel een keuze kon maken. SBB koos voor Geofort en tekende een intentieovereenkomst die 1,5 jaar van kracht is geweest. Gedurende de tijd dat de intentieovereenkomst van kracht was is begonnen met de exploitatie, ze woonden er antikraak. In die tijd ook uitgebreid haalbaarheidsonderzoek gedaan. O.a. naar kosten van het fort, bezoekersaantallen, voorzieningen, subsidiemogelijkheden etc. Op basis van dit onderzoek is onderhandeling begonnen met SBB over exploitatie en beheer van het fort Exploitatie en beheer: Beheer van gebouwen ligt bij exploitant, beheer van bomen en gras bij SBB. Exploitatie gericht op educatie/museum gericht op cartografie. Missie: jeugd weer interesseren voor geografie en aardrijkskunde. Randvoorwaarden opgesteld door SBB, die randvoorwaarden vormden een belangrijk punt van onderhandelen met namen m.b.t. het erfpacht. Actoren: belangrijk in de exploitatie is het publiek, de bezoekers en de geosector (onderwijs en bedrijven). Verschillende onderwijsinstellingen en bedrijven financieren of steunen het initiatief. Daarnaast uiteraard contact met SBB en gemeente. Vorm: erfpacht voor 30 jaar Organisatie/financiering: Na 2,5 jaar onderhandelen met SBB is er een erfpachtovereenkomst, met (heel belangrijk) een opstalrecht voor de exploitant, waar hypotheek op gevestigd kan worden. Moeilijke onderhandeling; SBB wilde alle risico’s bij de exploitant leggen. Nu een evenwichtige overeenkomst afgesloten. Ligt een uitgebreid exploitatieplan aan te grondslag. Er werken nu 6 betaalde krachten, begin volgend jaar 8 Belemmering/kansen: was met name het uitgangspunt van SBB om alle risico’s kwijt te willen. Nu vormt de kredietcrisis een risico, maar ook een kans. Kredietkrisis leverde Geofort 5 miljoen op uit de crisis-herstelwet potje van het Rijk. Risico: Subsidies (staatssteun) direct toegekend aan exploitant. Dat ligt nu wat gevoelig en Brussel doet daar nu ook onderzoek na of dat wel mag.
Aanbevelingen: Samenwerken binnen de NHW is belangrijk op het gebied van marketing, maar daarnaast heeft iedereen zijn eigen unieke idee die hij zelf moet realiseren. Je ziet nu nog veel gepruts op de forten je moet echt heel ambitieus zijn om binnen de kaders van de NHW te kunnen ondernemen. En dan is het altijd ondernemen met beperkingen (vleermuizen, monumenten, EHS etc.) en afhankelijk van subsidies. Zo werk het dichtstbijzijnde fort (Asperen) volgens een heel andere aanpak met vrijwilligers. Zijn niet vergelijkbaar met elkaar. Zonder sterke lobby binnen de gemeente, provincie, rijk en zelfs Europa ben je nergens.
Belnotitie Rina Nieuwenhuizen, Fort Altena, 4 november 2009 Aanleiding: Samen met haar compagnon Yvonne is Rina Nieuwenhuizen alssinds 1999 geïnteresseerd in fort Altena. Via kennis in de eerste kamer, Defensie en Domeinen komen is zij in gesprek met de gemeente, die het fort in handen krijgt nadat het wordt afgestoten door Domeinen. Samen met Rina en Yvonne zoekt de gemeente naar een geschikte eigenaar voor het fort. Deze wordt gevonden in het Brabants Landschap. Min of meer vanzelfsprekend gaan kwartiermeesters Rina en Yvonne het fort exploiteren. Organisatie en financiering: Volledige exploitatie is op eigen kracht van de grond gekregen, zonder subsidies. Het is onder de huidige voorwaarden en ‘marktsituatie’ exploitabel. Er worden wel huurpenningen afgedragen aan de eigenaar, maar nadat in 2010 de restauratie start en de exploitatiemogelijkheden verder worden vergroot, zal dit meer marktconform gebeuren. Jaarlijks wordt er geëvalueerd met de eigenaar. Tot 2010 zitten de kwartiermeesters in een soort van interimperiode om de exploitatie zoals in 2005 bedacht van de grond te krijgen en bij te schaven. Exploitatie en beheer: Het is dus zonder subsidies (en afhankelijk van de staat waarin een fort verkeerd) mogelijk om winst te draaien op een fort. Er bestaat op fort Altena grote vrijheid zolang maar wordt voldaan de doelstellingen, natuur, commercie en cultuur. Dit werkt erg goed. Als er twijfels zijn worden deze besproken met de eigenaar. De bestemmingsplanwijziging om horecafunctie uit te breiden is nu in procedure, ook hier is goed contact over met de gemeente. Contractduur: 2005 tot 2010 is een interim-periode, maar de intentie is er van beide kanten om hier langdurig vervolg aan te geven. Actoren: Gemeente (voor vergunningen, brandweer, bestemmingsplan), Provincie Noord-Brabant, Brabants Landschap. Inmiddels 1 vaste medewerker en 5 mensen met een 0uren contract in dienst. Belemmeringen: De gebouwen vormen een belemmering. In het geval van Fort Altena is geen riolering en beperkte capaciteit v.w.b. elektriciteit. Omvang van het fort, 2,5 hectare, is goed te behappen, maar zodra een fort groter wordt, wordt het haar inziens ook moeilijker te exploiteren. Daarnaast gaat het procedureel allemaal erg langzaam voordat iets echt van de grond komt. Samenwerking: wordt binnen de Loge Zuid van NHW veel gesproken met andere eigenaren en beheerders (geen concrete samenwerking benoemd) Tips/opmerkingen: Doorzetten, kwestie van een lange adem en lol houden
Belnotitie Hans Schep, Brabants Landschap, 29 oktober 2009 Voorgeschiedenis: Brabants Landschap kreeg een tip van SBB toen Domeinen het fort Altena afstootte. Lag in invloedgebied van BL in het Land van Heusden en Altena. Samen met de gemeente Werkendam en de gebiedscommissie Weide Biesbosch is er toen nagedacht over de functie en betekenis. Fort is een belangrijk punt langs de snelweg, vormt een recreatieve poort. Vervolgens contact gezocht met Stichting Militair Erfgoed en het Brabants Monumentenfonds. Dit spoor liep dood. Is er vervolgens een haalbaarheidonderzoek gedaan in samenspraak met provincie. Grote ambities, grote investeringen ook v.w.b. herstel en sloop. BL heeft hier subsidies voor gekregen van Rijk een Europa en op dit moment loopt de uitvoering van het project ontsluiting van het fort (ca. 1 miljoen euro). Daarnaast is nog 6 miljoen nodig (4.5 miljoen is al beschikbaar) voor de restauratie en de herbestemming om de recreatieve exploitatie mogelijk te maken. Actoren: Gemeente, provincie, RWS, soms omwonenden en soms waterschap die deel van waterbeheer doen met DLG i.o.v. Provincie, kwartiermeesters. Rechtsvorm: Organisatie en financiering: Exploitant (kwartiermakers) ontwikkelt nu het beste concept voor het fort. In 2012 moet dit uitgewerkt zijn en exploitabel zijn. Hiervoor is een bedrijfsplan opgesteld en goedgekeurd. Vanaf dat moment gaan ze huur betalen. Van deze huur moet het BL het regulier onderhoud kunnen doen. Zoeken naar evenwicht wat is de publieke functie waard en hoe kan het economisch uit. Belemmeringen: Bestemmingsplan, maar dat is geregeld. Tussentijds nog aangepast omdat er en horecafunctie mogelijk moest worden. Ook voor het nabijgelegen Fort Bakkerskil is inmiddels het bestemmingsplan gewijzigd en de bouwvergunning verleend. Kansen: krachten bundelen. Bezoekers van Altena kunnen zo meteen in Bakkerskil overnachten. Bekijk het landschappelijk maar ook functioneel in samenhang! Risico: Belangrijk is te beseffen dat je vooral een publieksdoel dient, anders zijn er geen subsidies te verkrijgen bij de staat. Voor een partij als het BL is dit beter aan te tonen dan voor een particuliere exploitant. In die zin is het dus belangrijk dat de forten in eigendom zijn en blijven van terreinbeheerders. Op die manier blijft het mogelijk deze forten te bewaren en verder te ontwikkelen. Aandachtspunt: teamwork is onmisbaar, zowel de provincie als gemeente moet het belang inzien en medewerking verlenen dan kan het een succes worden.
Belnotitie Jerry Wind, Staatsbosbeheer, 1 december 2009 Functie: De heer Wind is als stafmedewerker terreinbeheer betrokken bij Bureau Ontwikkeling en Bestuur Regio Oost en is betrokken bij het project Molenkade in de gemeente Culemborg. Voorgeschiedenis: SBB was eigenaar van een aantal stukken grond in het gebied. Ze zagen kansen voor natuurbeheer en waterberging op het moment het grondbezit uitgebreid zou kunnen worden. Gezien de link met cultuurhistorie zijn vanuit die gedachte samen met de provincie Gelderland, gemeente Culemborg en het Waterschap kansen voor het gebied benoemt. De eerste plannen voorzagen in de realisatie van 2 waterpartijen aan weerszijde van de snelweg. Dit om ook het besef van de automobilist bij de geschiedenis van het landschap te bepalen. Gezien eigendomsituatie (particulieren en Domeinen) aan noordzijde van de snelweg, wordt op dit moment alleen het zuidelijk deel ten uitvoer gebracht. In het noordelijk deel wordt op dit nog verworven. Actoren en organisatie: Uiteindelijk heeft de gemeente Culemborg het initiatief genomen, zijn er BRIM-subsidies aangevraagd en is het project in uitvoering gegaan. Culemborg is opdrachtgever, SBB en WS zijn beoogd eindbeheerder. Projectbureau NHW vooral zijdelings en adviserend betrokken. De dagelijkse uitvoering door de aannemer staat onder toezicht van de dagelijkse werkgroep, daarbij is een begeleidingsgroep in het leven geroepen die op strategisch/bestuurlijk niveau op afstand het project begeleid. Afspraken hierover zijn vastgelegd. Financiering: Uitvoering gefinancierd door BRIM-subsidie, Culemborg is budgethouder. Gebied ligt in EHS, SBB kan beheerwerkzaamheden t.b.v. van doeltypen-beheer in EHS afrekenen bij DLG en in de toekomst waarschijnlijk bij de provincie. Kansen: Succes van het project werd bepaald doordat al voordat cultuurhistorie hot werd, te zoeken naar mogelijkheden voor meerdere functies gekoppeld aan de cultuurhistorie. Toen de belvedere-gedachte opkwam zat dit project als één van de eerste in de lift voor wat betreft draagvlak en aandacht. SBB is van ouds een natuurbeheerder. Kracht van dit project was niet alleen vanuit natuur maar ook vanuit landschap en waterbeheer te denken. Compromissen sluiten is in een dergelijk gebiedsgericht project van groot belang. Belemmeringen: Bezwaarmakers. Er is te veel meegegaan met de eerste bezwaarmakers met de hoop dat er daarna geen bezwaar meer zou komen. Bleek valse hoop, dus vervolgens heeft de gemeente de rug bijzonder recht moeten houden. Met name het kappen van een bestaande bossage lag gevoelig, ook binnen het projectteam. Vooral DLG had last van haar geweten. Al met al heeft het bezwaar op de bestemmingsplanprocedure voor bijna 2 jaar vertraging gezorgd. Aandachtspunt: Compromissen durven sluiten, kansen vroegtijdig proberen te signaleren.
Bijlage
4
Modellen van beheer en exploitatie
Bestaande modellen in Nederland Naam
1. Exploitatie en beheer brede school Jan van der Heijdenhuis
Gebruik
Brede scholen, multifunctionele accommodaties
Korte beschrijving
Binnen Amsterdam zijn er verschillende knelpunten ten aanzien van beheer en exploitatie van verschillende brede scholen. Er is geen consistent beleid voor beheer en exploitatie van deze scholen. Bij het ontwerp van de gebouwen wordt veel aandacht besteed aan de stichtingskosten maar minder aan de exploitatie. Het model is een bestuurlijke overeenkomst waarin verschillende financiële verplichtingen zijn vastgelegd. Op deze manier worden de exploitatie en beheer zaken van het Jan van der Heijdenhuis geregeld.
Exploitatie/beheer of
Combi
combi Actoren
Stadsdeel OudZuid, Stichting Combiwel, schoolbestuur
(Rechts)vorm
Bestuurlijke overeenkomst tussen overheid en stichting
Contractduur/ doorlooptijd
.
Organisatie
Stadsdeel Amsterdam Oud Zuid is zowel juridisch als economisch eigenaar. Stichting Combiwel heeft het pand in bruikleen, hiervoor wordt een huurvergoeding betaald. Op grond van een bestuursovereenkomst is een bestuurlijk samenwerkingsverband ingesteld, bestaande uit Combiwel en het schoolbestuur. Dit samenwerkingsverband is verantwoordelijk voor het meerjarenbeleidplan, de begroting, de rekening e.d. Alle andere beheertaken vallen onder de verantwoordelijkheid van Combiwel, die tevens het exploitatierisico draagt. De concrete taakverdeling is uitgewerkt via een ‘kruisjeslijst’. De brede school haakt qua beheer aan bij de bestaande beheerorganisatie van Combiwel.
Financieringsvorm
Stichting Combiwel betaalt aan het stadsdeel de huur van het pand. De medegebruikers betalen vervolgens huur en servicekosten aan Stichting Combiwel. Het schoolbestuur heeft de onderhoudsplicht overgedragen aan Stichting Combiwel.
Fiscale mogelijkheden Risico’s
Verschil in opvatting wanneer en hoe intensief onderhoud noodzakelijk is
Belemmeringen Kansen/voordelen
Het beheerrisico is gedekt.
Naam
2. PPS Parkeren
Gebruik
Parkeergarages
Korte beschrijving
De Gemeente Eindhoven en P1 (particuliere onderneming) hebben de primeur door een Publiek Private Samenwerking (PPS) constructie te hebben voor parkeergarages in de stad Eindhoven. De gemeente Eindhoven heeft een overeenkomst gesloten met Parkeermanagement Nederland (PMN). De overeenkomst gaat over de exploitatie en onderhoud van drie parkeergarages in Eindhoven.
Exploitatie/beheer of
Combi,
combi Actoren
Gemeente Eindhoven, Parkeermanagement Nederland
(Rechts)vorm
Overeenkomst in PPS-constructie
Contractduur/ doorlooptijd
30 jaar, geïndexeerd
Organisatie
De gemeente heeft de parkeergarages die zij in eigendom had voor 30 jaar overgedragen aan PMN. PMN neemt een aantal taken over van de gemeente, waaronder het beheer, het onderhoud van de garage en het innen van parkeergelden. De gemeente bepaalt de maximum tarieven en zorgt voor goede randvoorwaarden zoals de bereikbaarheid van de parkeergarage.
Financieringsvorm
PMN betaalt de gemeente ieder jaar een zogenaamde erfpachtcanon (gemeentelijke heffing waarbij de eigenaar van de garage erfpacht betaald voor de gemeentelijke grond waarop deze garage staat).
Fiscale mogelijkheden Risico’s
PMN beheert en exploiteert risicodragend bij gelijkblijvend beleid ten aanzien van
Belemmeringen
Vooralsnog geen
Kansen/voordelen
De gemeente heeft financiële zekerheid voor lange termijn.
de exploitatie.
Naam
3. Kunstcentrum Scheltema
Gebruik
Ruimte voor exposities en kunst, en verhuur van ruimtes.
Korte beschrijving
Scheltema is een complex voor actuele kunst in het centrum van de stad Leiden. Scheltema brengt musici, kunstenaars, wetenschappers bezoekers met elkaar in contact en biedt ruimte aan jonge en experimentele kunstenaars en gezelschappen. Vijf partners bundelen binnen de oude dekenfabriek Scheltema hun krachten: Stedelijk Museum de Lakenhal, Universiteit Leiden, De VeenFabriek, Scheltema Horeca en de Gemeente Leiden. Zij organiseren concerten, voorstellingen, lezingen, colleges, tentoonstellingen, festivals en seminars voor alle leeftijden. Scheltema heeft uitgebreide horecavoorzieningen en de ruimtes in het historische pand zijn ook te huur voor culturele en commerciële activiteiten. De Stichting Scheltema is in 2005 opgericht om het kunstcentrum te beheren.
Exploitatie/beheer of
Combi
combi Actoren
De Veenfabriek, Stedelijk Museum De Lakenhal, Universiteit Leiden en Scheltema Horeca (vertegenwoordigd inde Stichting Scheltema) en de Gemeente Leiden
(Rechts)vorm
Stichting
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie
Gemeente Leiden heeft het pand geëxploiteerd en is eigenaar van het pand. De gemeente verhuurt het pand aan de stichting. Het beheer ligt in handen van de stichting. De Stichting Scheltema werkt samen met vijf partijen. De werkzaamheden staan onder verantwoording van de artistieke leiding en de zakelijke leiding, daarnaast worden er opprohjectbasis mensen ingehuurd en wordt gebruik gemaakt van stagiaires en vrijwilligers
Financieringsvorm
De exploitatie gebeurd door verschillende elementen: vaste verhuur van ruimtes aan de partners. De overige gelden komen binnen door het incidenteel verhuren van de overige ruimten en geld voor de programmering Marginaal wordt gebruikt gemaakt van subsidies.
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen
Volledige bezetting van het gebouw is uit praktisch oogpunt niet haalbaar. Het gebouw heeft vanouds een open karakter, waardoor meerdere ruimtes met elkaar zijn verbonden. In de programmering moet hiermee rekening worden gehouden.
Kansen/voordelen
Brede samenwerking met meerdere partijen, levert een brede basis voor bezetting en inkomsten.
Naam
4. Operatie Veldleeuwerik (people, planet en profit)
Gebruik
Akkerbouw
Korte beschrijving
Een samenwerkingsverband dat er op is gericht om op een duurzame manier grondstoffen te verbouwen voor verschillende bedrijven. Het concept is in 2002 door bierbrouwer Heineken geïnitieerd. De naam veldleeuwerik is bedacht omdat vroeger de veldleeuwerik een vaak geziene vogel was, door allerlei redenen is dat de laatste jaren minder geworden. Door een duurzame manier van produceren kan onder andere de veldleeuwerik terugkeren.
Exploitatie/beheer of
Samenwerkingsverband ten behoeve van duurzame akkerbouw
combi Actoren
Stichting Veldleeuwerik, agrariërs, provincie Flevoland, Afnemers
(Rechts)vorm
Stichting Veldleeuwerik. Er is een inspanningsverplichting tussen agrariërs en bedrijven.
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm
bedrijven kunnen rechtstreeks bij het akkerbouw bedrijf afnemen?? Deelnemende partijen betalen jaarlijks een contributie aan de stichting. Van de contributiegelden wordt een medewerker betaald. Doel is een duurzame bedrijfsvoering gecombineerd met winst.
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Bedrijven kunnen rechtstreeks bij de akkerbouwbedrijven afnemen,, wat voor beide partijen financiële voordelen heeft
Naam
5. NV Bergkwartier
Gebruik
Historische panden
Korte beschrijving
NV Bergkwartier zorgt ervoor dat waardevolle monumentale panden in Deventer in al hun oorspronkelijke luister worden hersteld om daarmee een belangrijk deel van de Deventer historie te bewaren. De organisatie voert restauraties uit een beheert vervolgens de verhuur van de panden als woon- en werkruimte. (bron: www.nvbergkwartier.nl)
Exploitatie/beheer of
Combi. Creëren financiële ruimte voor het restaureren en heeft het beheer in
combi
handen als het gaat om verhuur en gebruik van deze panden.
Actoren
NV Bergkwartier en particuliere en zakelijke aandeelhouders
(Rechts)vorm
Naamloze vennootschap (nv)
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie
Het team van NV Bergkwartier voert de dagelijkse werkzaamheden uit in overleg met de Raad van Commissarissen. De Stichting Werkgroep Bergkwartier draagt de Deventer Commissarissen voor. De NV Bergkwartier heeft naast vele particuliere aandeelhouders ook diverse bekende grootaandeelhouders. De Raad van Toezicht, bestaande uit drie commissarissen, is belast met het toezicht op de operationele gang van zaken.
Financieringsvorm
Aandelen, hypothecaire leningen, verhuur
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Succesvol en gebruik in eigen hand
Naam
6. Woningbouwcorporatie Qua Wonen
Gebruik
Woningbouw
Korte beschrijving
Een woningbouwcorporatie of woningcorporatie is een organisatie die zich zonder winstoogmerk richt op het bouwen, beheren en verhuren van betaalbare woonruimte. De taken van de woningcorporaties zijn door het Ministerie van VROM geregeld in het Besluit beheer sociale-huursector (Bbsh).
Exploitatie/beheer of
Combi. Zowel een ontwikkelende taak als een beherende taak als verhuurder.
combi Actoren
Woningbouwcorporatie, Ministerie van VROM, huurder
(Rechts)vorm
Stichting
Contractduur/ doorlooptijd
nvt
Organisatie
Stichting met een bestuur en een werkapparaat. Binnen het werkapparaat vallen o.a. de beherende afdeling inclusief de onderhoudsdienst en ontwikkelende afdeling.
Financieringsvorm
Inkomsten uit verhuur van eigen bezit en projectontwikkeling
Fiscale mogelijkheden
nvt
Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
7. Vereniging van Eigenaren (VVE)
Gebruik
Appartementen
Korte beschrijving
Een Vereniging van Eigenaars (VvE) is een vereniging van de eigenaren van de appartementsrechten van de woningen die tot een appartementencomplex behoren. De vereniging van eigenaars zorgt voor het regelen van het onderhoud van het appartementsgebouw en alle andere gemeenschappelijke belangen van de eigenaren. (Bron: www.wikipedia.nl)
Exploitatie/beheer of
Beheer door gezamenlijk het onderhoud te financieren.
combi Actoren
Eigenaren
(Rechts)vorm
Vereniging
Contractduur/ doorlooptijd
Zolang de woning onder appartementsrecht wordt verkocht
Organisatie
Een VvE kent vier wettelijk verplichte organen: de algemene ledenvergadering, het dagelijks bestuur, de voorzitter van de (leden)vergadering en de kascontrolecommissie (of Raad van commissarissen). De algemene ledenvergadering (ALV) is de hoogste instantie binnen de VvE. Stemgerechtigd zijn de eigenaars. Het bestuur wordt uitgeoefend door één of meer "bestuurders", die al dan niet uit de eigenaars door de vergadering wordt benoemd. (Het bestuur kan dus worden uitbesteed, hetgeen in de praktijk op onderdelen vaak gebeurt.) Het bestuur schrijft tenminste éénmaal per jaar een algemene ledenvergadering uit
Financieringsvorm
Eigenaren betalen, vaak maandelijks, de VvE een afgesproken bedrag.
Fiscale mogelijkheden Risico’s
Veel VvE's zijn slapende. Iedere eigenaar zal dan in principe zijn of haar eigen appartement onderhouden, terwijl de gemeenschappelijke ruimtes, trappenhuizen en liften worden verwaarloosd.
Belemmeringen Kansen/voordelen
Kosten voor onderhoud en beheer van gezamenlijke ruimten en voorzieningen worden evenredig verdeeld over de gebruikers daarvan.
Naam
8. Nieuwe Landgoederenregeling Zuid-Holland
Gebruik
landgoederen
Korte beschrijving
Het beleidskader Nieuwe landgoederen heeft samen met de financiële regeling als doel om met private middelen nieuwe, voor het publiek toegankelijke, natuur te realiseren. Dit gebeurt door onder strikte voorwaarden nieuwbouw in het buitengebied toe te staan. (bron: Beleidskader Nieuwe Landgoederen, Provincie Zuid-Holland, 2005)
Exploitatie/beheer of
Combi. Landgoedeigenaar verantwoordelijk voor zowel de bouw van zijn
combi
eigendom al het beheer van de openbare ruimte rond zijn landhuis.
Actoren
Provincie Zuid-Holland, gemeenten en particulieren
(Rechts)vorm
Privaatrechtelijke overeenkomst, kettingebeding en boetebeding tussen particuliere eigenaar en betreffende gemeente waarin de ontwikkeling, exploitatie en het beheer van het landgoed wordt geregeld. (Modelovereenkomst is beschikbaar)
Contractduur/ doorlooptijd
Tot beëindiging van overeenkomst
Organisatie
Verantwoordelijk ambtenaar provincie Zuid-Holland coördineert en begeleidt de initiatieven. Beoordeelt vroegtijdig de inrichtingsplannen, geeft voorlichting en toetst aan het provinciaal beleid.
Financieringsvorm
Zelfstandige financiële stichting- of ontwikkelingsbijdragen worden niet verleend. Door de bouw van wooneenheden in het buitengebied mogelijk te maken ontstaan voor de initiatiefnemer financiële mogelijkheden voor het beheer en openstellen van natuur. Daarnaast liggen mogelijkheden gebruik te maken van de Subsidieregeling Natuurbeheer en de Natuurschoonwet
Fiscale mogelijkheden
Voor de fiscale voordelen op het moment het nieuwe landgoed als NSW-landgoed wordt gezien wordt verwezen naar het factsheet met betrekking tot de NSW.
Risico’s Belemmeringen
De regeling moet nog geëvalueerd worden. Tot op heden zijn er echter maar weinig initiatieven van de grond gekomen. De opbrengsten van de verhuur of verkoop van het landgoed wegen blijkbaar niet op tegen de kosten van aanleg en beheer. Daarnaast zijn gemeenten lang niet altijd bereid hun medewerking te verlenen.
Kansen/voordelen
Kwaliteitsslag met privaat geld en nieuwe mogelijkheden voor Groen Wonen
Naam
9. Ruimte voor Ruimteregeling Zuid-Holland
Gebruik
Verwijderen van glas en opstallen
Korte beschrijving
Belangrijk uitgangspunt van de regeling is de mogelijkheid provinciale planologische medewerking te verlenen aan de realisatie van de woningen in of aansluitend aan een woonkern. Daarnaast is het onder voorwaarden mogelijk een of meer vervangende woningen toe te staan op een bouwperceel waarop een bepaald minimum aan opstallen is gesloopt. Dit kan zowel op locatie als gebiedsgericht worden georganiseerd. (Bron: Nota Ruimte voor Ruimte, Provincie Zuid-Holland, 2005 en www.zuid-holland.nl)
Exploitatie/beheer of
Combi?. Bouwmogelijkheden voor woningen in het buitengebied worden onder
combi
strikte voorwaarden verruimd, om zo de kwaliteit van het landschap te vergroten.
Actoren
Provincie Zuid-holland, gemeenten en particulieren
(Rechts)vorm
Provinciale regeling gekoppeld aan wettelijke mogelijkheden Wro
Contractduur/ doorlooptijd
Tot aan volgende wijziging bestemmingsplan.
Organisatie
Provincie schept het kader en de mogelijkheden, afhandeling vindt plaats tussen particulier en gemeente. Bij gebiedsgerichte projecten (maatwerk) is de provincie wel partner.
Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s
Beoogde kwaliteitswinst wordt niet gehaald en financiële en fiscale mogelijkheden
Belemmeringen
Proceduretijd, werkt tot op heden niet voor niet- agrarische bebouwing
Kansen/voordelen
Met privaat geld de landschapskwaliteiten vergroten. Brede steun bij gemeenten
en ruimte van initiatiefnemers is nog niet duidelijk
Naam
10. Exploitatie en beheer nieuw bezoekerscentrum Fort aan de buursteeg (Grebbelinie)
Gebruik
Bezoekerscentrum Fort aan de Buursteeg
Korte beschrijving
Voor de Grebbelinie wordt een bezoekerscentrum ontwikkeld, dit is in de gebiedsvisie van 2006 vastgelegd. Verschillende partijen werken nu aan de ontwikkeling van het bezoekerscentrum. Het is één van de 11 sleutelprojecten die de provincie Utrecht uitwerkt. De eerste ambitie was om de exploitatie, beheer en onderhoud over te dragen aan een marktpartij (uit het bidbook). In het B&W voorstel van 2009 wordt voorgesteld om te werken volgens een PPS constructie om een kostenbewuste exploitatie te realiseren.
Exploitatie/beheer of
combi
combi Actoren
Provincie Utrecht, Gemeenten Marktpartijen, Staatsbosbeheer, Uitvoeringsbureau Samen Vernieuwen we de Gelderse Vallei(SVGV),
(Rechts)vorm Contractduur/ doorlooptijd
Publiek Private Samenwerking Nog onbekend, in een bidbood zijn de uitgangspunten en randvoorwaarden voor de PPS uiteengezet.
Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
PPS constructie
Naam
11. Beheer Fort Pampus
Gebruik
Fort
Korte beschrijving
Het forteiland is eigendom van de Stichting Forteiland Pampus. Het heeft als doel behoud en openstellen van het forteiland. Aan de beheerkant is op creatieve wijze een fortbeheerder aangetrokken. De fortwachter is in 8 uitzendingen geworven via het tv-programma De slag om Pampus. De kijkcijfers vielen tegen, maar het is wel gelukt voor een jaar een nieuwe fortwachter aan te stellen voor Pampus.
Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren (Rechts)vorm
Stichting, vrijwilligers, fortbeheerder Stichting, dagelijkse leiding in handen van de dienstdoende fortwachter, overall leiding in handen van coördinerend fortwachter.
Contractduur/ doorlooptijd
Contract met fortbeheerder loopt voor 1 jaar.
Organisatie
De stichting bestaat uit een bestuur dat verantwoordelijk is voor de exploitatie. Het bestuur legt verantwoording af aan de directeur. De fortwachter is samen met vrijwilligers onderhoudsmedewerker, barmedewerker en gids.
Financieringsvorm
Uitbaten functies fort, sponsoring, adoptie, club van 100, subsidies
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Continu toezicht, onderhoud en ontvangst van bezoekers
Naam
12. Parkmanagement Hoorn (PMH)
Gebruik
Bedrijventerreinen
Korte beschrijving
Parkmanagement is een beheersconcept voor bedrijventerreinen. Hierin nemen de gebruikers van het bedrijventerrein, vaak in samenwerking met de gemeente, de verantwoordelijkheid voor het beheer van het terrein. Daarnaast wordt gezamenlijk inkoopvoordeel behaald. Parkmanagement Hoorn is een proactieve organisatie van ondernemers voor ondernemers en is sinds 2007 verantwoordelijk voor het beheer, beveiliging, bewegwijzering en het groenonderhoud van en op de bedrijventerreinen in Hoorn.
Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren
Bedrijven (vaak verenigd in een ondernemersvereniging of met een verplichte deelname), parkmanager, gemeente
(Rechts)vorm
Stichting met uitvoerende BV
Contractduur/ doorlooptijd
-
Organisatie
De Stichting Parkmanagement Hoorn is een initiatief van de Hoornse Ondernemers Compagnie HOC. De diensten worden uitgevoerd door Parkmanagement Hoorn B.V.
Financieringsvorm
Geen winstoogmerk. De collectieve taken van Parkmanagement Hoorn worden middels een uitkering uit het Lokaal Ondernemers Fonds (LOF) betaald. De LOF wordt gefinancierd vanuit de opbrengsten van de reclamebelasting. Naast de jaarlijkse uitkering uit het LOF ontvangt PMH van individuele bedrijven betalingen voor aan hen verleende diensten. Deze diensten worden met een managementvergoeding van ca. 15% aan de bedrijven doorbelast. Van de gemeente Hoorn wordt jaarlijks een vergoeding ontvangen voor het uitvoeren van het groenonderhoud in de openbare ruimt. Verder betaald de gemeente jaarlijks een managementfee als vergoeding voor de beheersfunctie die de Parkmanagementorganisatie uitvoert op de bedrijventerreinen.
Fiscale mogelijkheden
Bij de invoering van collectieve beveiliging, kan gebruik worden gemaakt van het instrument Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). ondernemers, die deelnemen aan KVO-gecertificeerde beveiliging, onder andere korting krijgen op verzekeringspremies en fiscale voordelen genieten. Ook bij het gezamenlijk inschrijven voor sportactiviteiten kan als bedrijf fiscaal voordeel worden behaald.
Risico’s
Valt of staat met draagvlak bij deelnemende bedrijven. Parkmanagement zonder samenwerking met de gemeente heeft minder kans van slagen.
Belemmeringen
Gemeenten hebben vaak weinig ambitie op dit vlak. Voordelen voor deelnemende bedrijven op korte termijn ontbreken soms
Kansen/voordelen
Inkoopvoordeel, uitstraling
Naam
13. Beheerplan waterbodem Geldermalsen
Gebruik
Meerjaren beheer en onderhoud waterbodem van watergangen in beheer en
Korte beschrijving
Op basis van onderzoek (hoeveelheidsbepaling en kwaliteitsbepaling) vaststellen
eiegendom bij gemeente
van meerjaren onderhoudsprogramma inclusief meerjarenbegroting Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren
Ambtelijk apparaat, College van Burgemeester en wethouders, gemeenteraad,
(Rechts)vorm
Gemeentelijke overheid
waterschap
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm
Nvt
Fiscale mogelijkheden
Nvt
Risico’s Belemmeringen
Aanwezig gemeentelijk onderhoudsbudget
Kansen/voordelen
Meer grip en controle over onderhoud waterbodems
Naam
14. Beheerplan van helofytenfilter Hoogeveen
Gebruik
helofytenfilter
Korte beschrijving
Op basis van een (traditioneel) beheerplan worden de uitgangssituatie en de beoogde beheerwerkzaamheden beschreven. Hieraan gekoppeld zitten de (globale) beheerkosten en een opgave wie verantwoordelijk is voor bepaalde onderdelen en wie gaat beheren Het document geldt als uitgangsdocument voor afspraken over wie gaat beheren en welke budgetten beschikbaar dienen te worden gesteld. Op basis van dit document kunnen feitelijke beheerpakketten worden opgesteld
Exploitatie/beheer of
beheer
combi Actoren
Financiers, eigenaren, beheerders, gemeente
(Rechts)vorm
Een soort contract
Contractduur/ doorlooptijd
Ca. 10 jaar
Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
15. Beheerplan oeverbeschoeiingen Geldermalsen
Gebruik
Meerjaren beheer en onderhoud oeverbeschoeiingen in beheer en eigendom bij
Korte beschrijving
Op basis van inventarisatie(onderhoudstoestand, ligging en gebruik ) vaststellen
gemeente
van meerjaren onderhoudsprogramma inclusief meerjarenbegroting. Op basis van waarderingsmatrix (zie onder) Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren
Ambtelijk apparaat, College van Burgemeester en wethouders, gemeenteraad, waterschap
(Rechts)vorm
Gemeentelijke overheid
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm
Nvt
Fiscale mogelijkheden
Nvt
Risico’s Belemmeringen
Aanwezig gemeentelijk onderhoudsbudget
Kansen/voordelen
Meer grip en controle over onderhoud oeverbeschoeiingen
Beslisboom beschoeiingen (oeververdediging)
Oever in beheer van gemeente?
Nee Niet inspecteren
Einde
Ja Oeververdediging aanwezig?
Inspecteren
Tabblad 2
over totale lengte of deel noodzakelijk?
Nee
kosten verwijderen bepalen en verder bij A
1)
Type en lengte aanwezig bepalen
Nee
- functioneel: oever vasthoudend - estethisch - risico -etc..
geen beoordeling, einde inspectie
Ja
Nee type voldoet?
A kwaliteit OK/ NK
OK
- functioneel: oever 2) vasthoudend - estethisch - risico. -etc.
Tabblad 2
Restlevensduur /kosten bepalen
Tabblad 2
Ja NK Op gedeelten afwijkend van geheel?
Achterstallig onderhoud? Ja/nee
einde inspectie
Ja
Tabblad2
wijziging type noodzakelijk
Lengte en kwaliteit gedeelte bepalen.
Tabblad2
Natuurvriendelijke oever
Keuze: -plaats/locatie -type
1) vlechtmatten horizontale planken verticale planken betonnen L-elementen kunststofmatten
keuze type en materiaal
Keuze type en materiaal
Beschoeiing type 1
beschoeiing type 2
keuze: - hout - hardhout - kunststof - etc. 2)
keuze: - hout - hardhout - kunststof - etc.
kwaliteit planken kwaliteit gording kwaliteit velchtmat kwaliteit beton inclusief betonrot kwaliteit kunststofmatten
Tabblad 2
beschoeiing type x
Naam
16. Instandhoudingplan vechtmonding te Muiden
Gebruik
Meerjaren beheer en onderhoudplan vechtmonding te Muiden, primaire
Korte beschrijving
Op basis van inventarisatie(onderhoudstoestand, ligging en gebruik ) vaststellen
watergang zonder beheerorganisatie
van meerjaren onderhoudsprogramma inclusief meerjarenbegroting. Ten behoeve van op te richten beheersorganisatie samengesteld uit RWS, Provincie N-Holland en gemeente Muiden. Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren
Rijkswaterstaat, provincie Noord-Holland, gemeente Muiden
(Rechts)vorm Contractduur/ doorlooptijd
Offerte
Organisatie
Nieuw op te richten beheerorganisatie
Financieringsvorm
Drie partijen maken potje
Fiscale mogelijkheden Risico’s
Afschuiven van problemen naar andere partij
Belemmeringen Kansen/voordelen
Meer grip en controle over onderhoud gehele Vechtmonding, Betere doorvaart
Naam
17. Life Cycle Costing (levenscyclus ramingen)
Gebruik
Allerlei beheer vraagstukken van met name civiele werken
Korte beschrijving
Om de kosten over de gehele levenscyclus van een project in beeld te krijgen kan een Life-Cycle-Cost raming opgesteld worden. In deze ramingen worden de investeringsraming en de B&O-raming over de levensduur van het project, op basis van contante waarde met elkaar berekend. LCC ramingen worden veelal gebruikt voor variantenafweging en zal in de toekomst meer toegepast gaan worden, met name in het kader van duurzaamheid. Ook financieringsafwegingen kunnen met LCC bepaald worden.
Met LCC-software kunnen exploitaties worden doorgerekend. Exploitatie/beheer of
Exploitaite en beheer
combi Actoren
Divers
(Rechts)vorm Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Divers
Naam
18. Natura2000 beheerplan Mosbeek
Gebruik
Beheer van een natura2000 gebied
Korte beschrijving
Provincie stel een natura2000 beheersplan op. Het is een strategische beheerplan. Het plan heeft een uitvoeringsparagraaf met daaraan gekoppeld budgetten en monitoringsplannen.
Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren
Provincie Overijssel
(Rechts)vorm
Het plan wordt opgesteld omdat in de Natuurbeschermingswet wordt vermeld. Het is bedoeld om duidelijkheid te geven over instandhoudingsdoelstellingen, maatregelen om de instandhoudingsdoelstellingen te handhaven en duidelijkheid te geven over bestaande activiteiten en de consequenties voor het natura2000 gebied.
Contractduur/ doorlooptijd
6 jaar
Organisatie
In samenwerking met de omgeving (gemeenten, Staatsbosbeheer, werkgroep) stelt de Provincie Overijssel het beheerplan op.
Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
19. Herstelplan Koninginnesluis Nieuwegein
Gebruik
Afweging variantkeuze op basis van Life Cycle Costing (LCC), waarin de
Korte beschrijving
De Koninginnensluis in Nieuwegein is een schutsluis die de passage van
investeringsraming en raming van beheer en onderhoud de basis van vormen
scheepvaart mogelijk maakt tussen de Lek en het Merwedekanaal. Rijkswaterstaat Waterdistrict Utrecht (verder Rijkswaterstaat te noemen), beheerder van de sluis met monumentale status, is voornemens de sluis te herstellen.
Naast investeringsramingen zijn voor het beheer en onderhoud (B&O) voor een periode van 100 jaar per herstelvariant een B&O raming opgesteld. Aan de basis hiervan ligt een beheerplan dat gebaseerd is op de CROW-publicatie 145 (Beheerskosten Openbare Ruimte). De kostenramingen zijn probabilistisch opgesteld. Ten behoeve van vergelijking van de varianten is tot slot voor alle ramingen een Life Cycle Cost (LCC) raming opgesteld.
Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren
Rijkswaterstaat, ambtelijk apparaat, College van Burgemeester en wethouders,
(Rechts)vorm
Gemeentelijke overheid
gemeenteraad, waterschap
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm
Nvt
Fiscale mogelijkheden
Nvt
Risico’s
Risico’s zijn geanalyseerd op basis van Risman methodiek, de risico’s zijn probabilistisch in de raming meeberekend
Belemmeringen Kansen/voordelen
Variantafweging op basis van levenscyclus
Buitenlandse modellen Naam
20. Beheer in het Area's of Outstanding Natural Beauty (AONB) (Verenigd
Gebruik
Behoud en beheer van traditionele cultuurlandschappen.
Korte beschrijving
De ANOB's zijn te vergelijken met de nationale landschappen in Nederland.
Koninkrijk)
Lokale overheden en organisatie werken samen en er worden financiële middelen vrijgemaakt. Opvallende van de ANOB's, is in tegenstelling tot in Nederland, is dit er veel vrijwilligers bij de ANOB's werken. Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren
Ze hebben geen planningsbevoegdheden. Dus sterk afhankelijk van lokale partijen als ondernemers en boeren.
(Rechts)vorm Contractduur/ doorlooptijd Organisatie
Op basis van het lokale overheidssysteem en afhankelijk van lokale ondersteuning. Alle gebieden hebben eigen beheersplannen en adviescommissies.
Financieringsvorm
Er is veel oog voor economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Gefinancierd door lokale en centrale gelden (20 miljoen van de centrale overheid en nog eens 20 miljoen via andere partijen (waaronder National Lottery))
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
21. National Parks
Gebruik
Beheer Nationale Parken
Korte beschrijving Exploitatie/beheer of combi Actoren (Rechts)vorm Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Via centrale overheid
Naam
22. Compensatie door British Airways
Gebruik
Landschap, recreatie
Korte beschrijving
Een voorbeeld van een private partij die gronden aankoopt en beheert is BAA (British Airways). Ze kopen ter compensatie van vliegvelduitbreiding een gedeelte om het vliegveld op en mogen dit vervolgens zelf beheren.
Exploitatie/beheer of
Exploitatie en beheer
combi Actoren
British Airways, Rijksoverheid
(Rechts)vorm
Contract met overheid
Contractduur/ doorlooptijd
BAA betaalt uit eigen zak
Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
23. Hadrian’s wall Heritage
Gebruik
Landbouw, bosbouw, fietspaden en wandelpaden
Korte beschrijving
Deze 117 km lange verdedigingslinie in het noord Groot-Brittannie, beheert door English Haritage. English Heritage heeft een aparte non-profit organisatie opgericht (Hadrian’s wall heritage) met als doel het promoten van dit World Heritage. 10% van de muur wordt beheerd met als doel conserveren. Het overgrote deel van de muur is in handen van private partijen personen en organisaties.
Exploitatie/beheer of
Beheer?
combi Actoren
Grondeigenaren, Hadrian’s wall Heritage, diverse overheden
(Rechts)vorm
Non-profit organisatie
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Afhankelijk van schenkingen en subsidies
Naam
24. Beheer Deutsche Limes strasse
Gebruik
Musea, fietspaden, wandelpaden, archeologieparken
Korte beschrijving
Een 550 km lange verdedigingslinie uit de tijd van de Romeinen in Duitsland die wordt beheerd door een commissie waarin 4 bundeslander (regio’s) vertegenwoordigd zijn.
Exploitatie/beheer of
Beheer?
combi Actoren
Wetenschappers, regio’s en overheden
(Rechts)vorm
Commissie
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Commissie gefinancierd door bundeslander
Naam
25. Maginot linie
Gebruik
Champignon kwekerijen en recreatieve openstelling in bunkers
Korte beschrijving
Verdedigingslinie in Frankrijk om de Duitsers in WO2 tegen te houden. Veel bunkers zijn in de jaren 70 verkocht aan private partijen. Er zitten nu bijvoorbeeld champignon kwekerijen in de bunkers. Een aantal forten is te bezichtigen.
Exploitatie/beheer of
Exploitatie op objectniveau, geen centraal of afgestemd beheer
combi Actoren
Particulieren
(Rechts)vorm Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Verkoop
Uitvoeringsprogramma’s en bestuursovereenkomsten Naam
26. Beeldkwaliteitspan beheer
Gebruik
Op basis van referentiebeelden voor de verschillende beheerelementen kan worden bepaald welk beheerniveau wenselijk is. Aan de verschillende niveaus (hoog, basis, laag) kunnen verschillende beheerinspanningen worden gehangen, waardoor inzichtelijk wordt welke keuzes tot welke kosten leiden. Deze beelden kunnen worden gebruikt om een keuze te maken voor beheerniveau, maar kunnen vervolgens ook worden gebruikt om het beheer aan de gekozen kwaliteit te toetsen.
Korte beschrijving
de CROW heeft voor stedelijk gebied een soortgelijk systeem opgezet
Exploitatie/beheer of
beheer
combi Actoren
Financiers, eigenaren, beheerders, …
(Rechts)vorm Contractduur/ doorlooptijd
Ca. 5 jaar, tussentijds kan worden beoordeeld of de toegekende kwaliteitsniveaus nog voldoen of dat deze moeten worden bijgesteld
Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Voorafgaand aan het feitelijk beheer is voor iedereen duidelijk welke kwaliteit wordt nagestreefd en in welke beelden dit resulteert.
Naam
27. Landschapsontwikkelingsplan (LOP) van Veluwe tot IJssel
Gebruik
landschap
Korte beschrijving
Een LOP beschrijft de gewenste ontwikkelingen van het landschap, uitgaande van de bestaande kwaliteiten wordt door de gemeenten Epe, Heerde en Voorst een ontwikkelingsvisie gegeven. Het LOP biedt daarmee een kapstok voor het aanboren van geldstromen en het sturen van vrijwilligersorganisaties. Een LOP kan ook door een provincie worden opgesteld.
Exploitatie/beheer of
Combi, gaat zowel in op het gebruik- en de exploitatiemogelijkheden van het
combi
landschap en het beheer en onderhoud van het landschap.
Actoren
Gemeenten Epe, Voorst en Heerde, terreinbeheerders, provincie
(Rechts)vorm
Regionaal landschapsontwikkelingsplan. De gemeente Voorst heeft het voornemen om het LOP vast te gaan stellen als structuurvisie.
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm
Met het vaststellen van het LOP als structuurvisie wordt onder andere bovenplanse verevening mogelijk, waardoor gelden beschikbaar kunnen komen ten behoeve van een groen- of landschapsfonds.
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen
LOP is niet bindend, is strategisch en op visieniveau en biedt geen concrete
Kansen/voordelen
Instrument waarmee aan de daadwerkelijke exploitatie en beheer van het
middelen voor daadwerkelijke exploitatie en beheer voor particulieren.
landschap samenhangend (regionaal) sturing wordt gegeven.
Naam
28. Gebiedsprogramma Stelling van Amsterdam
Gebruik
Stelling van Amsterdam forten, hoofdverdedigingslijn en inundatievelden
Korte beschrijving
De provincie Noord Holland heeft door middel van haar gebiedsprogramma Stelling van Amsterdam haar taken en verantwoordelijk uiteengezet voor de periode 2005-2008. Hierin wordt aangegeven dat men de exploitatie en beheer toepast middels het vliegwieleffect. Dit wil zeggen de provincie in eerste activiteiten organiseert, vervolgens wordt de klus overgedragen aan andere gebiedspartners. In het nieuwe gebiedsprogramma (2009-2013) wordt een voorstel gedaan om te kiezen voor drie verschillende scenario’s. Deze zijn gebonden aan financiële middelen. In de scenario’s worden keuzes voorgesteld ten aanzien van verschillende activiteiten. Bij de activiteiten is een onderscheid gemaakt in: •
Publieke toegankelijkheid, recreatie en toerisme
•
Restauratie en behoud
•
Ruimtelijke samenhang en landschappelijke herkenbaarheid
•
Economische benutting
•
Communicatie en marketing
Eveneens worden voortstellen gedaan voor het opknappen van sluizen, dijkjes, genieloodsen en beplantingspatronen. In de bijlage van het gebiedsprogramma is een overzicht gegeven van alle forten, de eigenaar en het type gebruik. Exploitatie/beheer of
Exploitatie (voor de zogenaamde gebruiksforten) en beheer (voor de zogenaamde
combi
beheerforten)
Actoren
Ondernemers, natuurbeherende organisaties, provincie Noord-Holland, provincie Utrecht
(Rechts)vorm Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
29. Bestuursovereenkomst Liniecentrum Fort bij Vechten
Gebruik
Liniecentrum fort bij Vechten
Korte beschrijving
3 partijen leggen hierin formeel afspraken vast over de uitvoering van het liniecentrum fort bij Vechten.
Exploitatie/beheer of combi Actoren
Gemeente Bunnik, Provincie Utrecht en Staatsbosbeheer
(Rechts)vorm
Commissie
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
30. Pact van Rijnauwen
Gebruik
Bestuursovereenkomst
Korte beschrijving
Het Pact van Rijnauwen is het formele document waarin de provincies en het Rijk gezamenlijk afspraken vastleggen voor de uitvoering van verschillende NHW projecten. Het principe van de NHW (weerstandslijn, open velden en verdichtingsgebieden en liniegezichten) is hierbij leidend. De ruimtelijke juridische inkadering gebeurd door middel van het afstemmen van de verschillende instrumenten en programma’s; EHS, RodS, ISV, Bufferzones, Routeontwerp, infra aanpassingen, waterbeheer, restauratiesubsidies en provinciale programma’s. Daarnaast de nieuwe WRO, structuurvisie, AMvB, inpassingsplan, Monumentenwet
Exploitatie/beheer of combi Actoren
Provincies Noord-Holland, Zuid Holland, Utrecht, Brabant en Gelderland en de Ministeries van OCW, LNV, VROM en staatssecretaris van V&W en Defensie zijn verenigd in de Liniecommissie
(Rechts)vorm
Commissie
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Investeringsbudget Landelijk Gebied
Fondsen en subsidies Naam
31. Programma Beheer
Gebruik
Landschap en natuur
Korte beschrijving
Agrariërs krijgen vergoedingen voor met name weidevogelbeheer. Programma Beheer is een samenhangend pakket van maatregelen en subsidies voor het beheer van bossen, natuur en landschap in Nederland. De regeling bestaat uit de 'Provinciale Subsidieregeling Natuurbeheer 2000' (PSN) en de 'Provinciale Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer 2000' (PSAN). De Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer is bedoeld voor gronden waar landbouw de hoofdfunctie blijft (bron: Ministerie van LNV). Men kan ook in de beheersovereenkomsten recreatiedoelen vastleggen.
Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren (Rechts)vorm Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
DLG, provincies en agrariërs
Naam
32. Klimaatfonds
Gebruik
CO2-reductie
Korte beschrijving
De stichting Klimaatfonds wil klimaatneutraal ondernemen en leven in Den Haag en omgeving stimuleren. De ambitie is om samen met bedrijven en burgers in 2050 van Den Haag een klimaatneutrale stad te maken. Het Klimaatfonds vraagt organisaties en huishoudens in Den Haag en omgeving om hun invloed op het klimaat zo veel mogelijk te beperken. De invloed van een organisatie of huishouden wordt daarbij uitgedrukt in ton CO2. Op basis van het elektriciteitsverbruik, het gasverbruik en de verbruikte liters brandstof voor vervoer wordt het aantal ton CO2 berekend waar een organisatie voor verantwoordelijk is. Voor elke ton CO2 wordt vervolgens een bedrag betaald aan het Klimaatfonds Den Haag. Op dit moment bedraagt dat € 20,- per ton CO2. Het fonds investeert deze gelden in duurzame projecten in de stad.
Exploitatie/beheer of combi Actoren
Gemeente Den-Haag, Klimaatplatform Den Haag
(Rechts)vorm
Stichting
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Fonds
Naam
33. Cultuurfondsen voor monumenten
Gebruik
Monumentenzorg
Korte beschrijving
Uit deze provinciale fondsen (met geld vanuit o.a. Restauratiefonds, overhead en bedrijven) worden ‘Cultuurfonds-hypotheken’ aan monumenteneigenaren verstrekt..Hierdoor is in totaal ruim 24 miljoen euro extra beschikbaar gekomen voor de instandhouding van gemeentelijke en provinciale monumenten en beeldbepalende panden in beschermde stads- en dorpsgezichten.
Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren
Restauratiefonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, provincies, bedrijfsleven
(Rechts)vorm
Fonds
Contractduur/ doorlooptijd
Overeengekomen ‘hypotheek-termijn’
Organisatie
Het restauratieplan moet worden voorgelegd aan de gemeente die het plan beoordeelt en hiervoor een bouw- en/of monumentenvergunning verleent. Van de totale restauratiekosten stelt de gemeente vast welke kosten betrekking hebben op het constructief herstel van het monument of op de herstelkosten van de monumentale waarden. Op basis van deze beoordeling bepaalt het Restauratiefonds de hoogte van de laagrentende lening. Kosten voor onderhoud, verfraaiing en nieuwbouw worden niet in het leenbedrag meegenomen. Eigenaar doet vervolgens een aanvraag bij het Nationaal Restauratiefonds, zij keren de lening uit vanuit een provinciaal fonds
Financieringsvorm
Revolverend fonds in de vorm van laagrentende leningen, waarvan het rentepercentage ruim onder de gangbare marktrente ligt.
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
34. Subsidie-op-termijn
Gebruik
monumentenzorg
Korte beschrijving
Subsidie-op-Termijn. Dit is feitelijk een mengvorm van subsidie en financiering gericht op onderhoud en restauratie van monumenten.
Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren
Restauratiefonds, Prins Bernhard Cultuurfonds, provincies, bedrijfsleven
(Rechts)vorm
Fonds
Contractduur/ doorlooptijd
Voor de duur van de restauratie dan wel de onderhousperiode.
Organisatie
Subsidie is tot op heden aan te vragen binnen een beperkt aantal gemeenten en wordt voorgefinancierd door het Nationaal Restauratiefonds
Financieringsvorm
Mengvorm subsidie en financiering waarbij de subsidie die de gemeente pas op termijn aan de eigenaar beschikbaar stelt wordt voorgefinancierd door het Restauratiefonds. Deze aflossingsvrije lening (de Subsidie-op-termijn lening) wordt door uiteindelijk afgelost met de vrijgekomen subsidie. Hierdoor kan de eigenaar al direct tijdens de restauratie over het geld beschikken. Dat voorkomt stijgende kosten in de toekomst en dus een efficiëntere inzet van de gemeentelijke gelden. Voor de gemeente geeft het de zekerheid dat de eigenaar gedurende een lange periode aan de subsidievoorwaarden –zoals goed onderhoud- voldoet. De subsidie kan tussentijds immers (naar beneden) bijgesteld worden wanneer daar een gegronde aanleiding tot is.
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen
Niet alle gemeenten doen mee.
Kansen/voordelen
Zekerheid van structureel onderhoud, geld is direct beschikbaar
Naam
35. Stichting groene en blauwe diensten Overijssel
Gebruik
Agrariërs worden beloond voor groene en blauwe diensten.
Korte beschrijving
Publieke en private gelden worden in een fonds gestopt. Een stichting beheerd de gelden. Vergoeding aan boeren voor beheer van landschap conform marktvergoedingen. Maximale bedragen voor beheermaatregelen zijn door Brussel vastgelegd. Er ligt nu 3 miljoen op de planken wat niet wordt besteed omdat er geen juridische titel is. Men kan geen contracten afsluiten en op deze manier publieke gelden aanwenden.
Exploitatie/beheer of
beheer
combi Actoren
Provincie, gemeenten, waterschappen, regio’s, particulieren.
(Rechts)vorm
Beheer van het fonds is in handen van de Stichting Nationaal Groenfonds.
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm
Beheerfonds via rekening courant verhoudingen Particulier rechtspersoon sluit contract af met boeren. Stichting landschap Overijssel controleert de naleving op de contracten.
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam Gebruik
36. Grondbank (Nationaal Landschap Laag Holland) Beheerbank, doel: behoud functies en kernkwaliteiten van het landschap door het opkopen van gronden en in pacht uitgeven van gronden.
Korte beschrijving
Gronden worden aangekocht die niet direct door agrariërs worden aangekocht (gronden van lage agrarische waarde). Op deze manier worden deze gronden beheerd en kan er geen verrommeling optreden.
Exploitatie/beheer of
beheer
combi Actoren (Rechts)vorm
Agrariërs, overheden Het ministerie van LNV werkte samen met de provincie en DLG. Uiteindelijk nam het BBL de uitvoering voor haar rekening. Middels een grondverwervingsplan werden grond aangekocht. Voorwaarden over beheer zijn vastgelegd in een zogenaamde pachtovereenkomst. DLG controleert de voorwaarden. De provincie is eigenaar van de grond.
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie
Er zijn drie vormen: ontwikkelgrondbank, ruilgrondbank en beheergrondbank.
Financieringsvorm
Het ministerie van LNV heeft gelden beschikbaar gesteld. Eveneens de provincie, het is volledig publiek gefinancierd. De gelden staan op de rekening van het Nationale groenfonds.
Fiscale mogelijkheden Risico’s
De grondbank werkte met name waar grondprijzen laag liggen, het werkt dus niet goed waar belangen hoog zijn.
Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
37. Groenfonds Midden Delfland
Gebruik
Groene diensten belonen
Korte beschrijving
Vraag en aanbod van het landschap koppelen in een groenfonds. Agrariërs worden betaald voor de groene diensten die ze leveren. Goedkeuring van de Europese Commissie was nodig om de groendiensten naar waarde te kunnen schatten.
Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren (Rechts)vorm
Overheidspartijen en agrariërs. Er is een zogenaamde stichtingsakte opgesteld, andere overheidspartijen kunnen eventueel later instappen. Publiekrechterlijke vorm
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie
Voor het beheer van het fonds is een stichting opgericht. Het stichtingsbestuur bestaat uit wethouders van de betrokken gemeenten.
Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
publieke gelden worden ingezet om agrariërs te belonen.
Naam
38. Fonds Bovenplanse verevening Hart van de Heuvelrug
Gebruik
Landschap en natuur
Korte beschrijving
Bovenplanse verevening kan worden ingezet bij gebiedsontwikkeling. Als de gebiedsontwikkeling niet in één exploitatieplan kan worden gevat, is binnenplanse verevening niet toereikend. Bovenplanse verevening kan dan uitkomst bieden. Winstgevende locaties worden, op vrijwillige basis, ingezet voor kosten op verliesgevende locaties, zodat die ook gerealiseerd kunnen worden. Wanneer alle onder-delen van de gebiedsontwikkeling worden gerealiseerd, levert dat de beste ruimtelijke kwaliteit. Bovenplanse verevening is alleen mogelijk via overeenkomsten. In een overeenkomst over grond-exploitatie mogen afspraken worden gemaakt over financiële bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen buiten de locatie, dus in een groter gebied. De Grex-wet voorziet in de wettelijke grondslag. Eis voor afspraken over bovenplanse verevening: ze moeten passen in een ruimtelijke structuurvisie. Een dergelijke structuurvisie zal aangeven tussen welke locaties verevening zal plaats vinden. Door het in procedure brengen van een structuurvisie worden nog onbekende locaties bekend. Met aanvaarding van het amendement Irrgang c.s. door de Tweede Kamer20 is aan artikel 6.13 toegevoegd: “Bovenplanse kosten kunnen voor meerdere locaties of gedeeltes daarvan in de exploitatieopzet worden opgenomen in de vorm van een fondsbijdrage, indien er voor deze locaties of gedeeltes daarvan een structuurvisie is vastgesteld welke aanwijzingen geeft over de bestedingen die ten laste van het fonds kunnen komen”.
Bij rode en groene projecten vindt binnen het project Hart van de Heuvelrug financiële verevening plaats: er wordt bij rode projecten gestreefd naar een optimaal saldo, dat in het geheel wordt gebruikt voor de financiering van groene projecten. Exploitatie/beheer of
Combi, exploitatie van rode functies levert geldelijke middelen voor exploitatie en
combi
beheer groene functies
Actoren
Platform van betrokken partijen, waaronder ING Real Estate, Utrechts Landschap,
(Rechts)vorm
Raamovereenkomst binnen bestuurlijk platform
Contractduur/ doorlooptijd
Gedurende de looptijd van de gemeenschappelijke overeenkomst/regeling
gemeeneten, provincie Utrecht en Domeinen
Organisatie
Alle partijen zijn vertegenwoordigd in een bestuurlijk platform Hart van de Heuvelrug, waarbij 17 partijen een raamovereenkomst hebben getekend. Het platform wordt ondersteund door het projectbureau Hart van de Heuvelrug. Uitvoering wordt vastgelegd in realisatieovereenkomsten.
Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Fonds
Naam
39. Stichting Landschapsfonds Via Natura
Gebruik
Gelden voor uitvoering van landschapsprojecten verkrijgen
Korte beschrijving
Private middelen inzetten om landschap en groen te onderhouden. Via privaatrechtelijk spoor een plan maken dat uitvoering geeft aan je doelen. Het vrijwillige landschapsbeheer wordt uitgevoerd door particulieren.
Exploitatie/beheer of
Combi
combi Actoren
Gemeente, private partijen
(Rechts)vorm
Drie gemeenten (Groesbeek, Ubbergen, Milingen aan de Rijn) hebben een private stichting opgericht. Notarieel vastgelegd. Afspraken worden ook notarieel gechecked. De stichting sluit beheercontracten, zorgt voor de betalingen en checkt resultaten in het veld. Zo gaat de stichting ook een streekrekening introduceren (zie factsheet streekrekening noord-brabant) De contracten met de boeren zijn privaatrechterlijk
Contractduur/ doorlooptijd
Zes jaar
Organisatie
De stichting heeft een samenwerkingsovereenkomst met de drie gemeenten ondertekend.
Financieringsvorm
De gemeenten hebben elk een startsubsidie gestort. Daarnaast hebben de provincie Gelderland en het ministerie van LNV gelden beschikbaar gesteld in het kader de verkenning piot Verkenning Groene Diensten. Daarnaast is er door twee private partijen een landschapsveiling gehouden. Met het resultaat kunnen landschapselementen worden onderhouden en beschermd.
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Het kader wordt gevormd door de projecten die zijn genoemd in het LOP
Naam
40. Project uitbreiding Geesterambacht
Gebruik
Een projectbureau zorgt voor de organisatie en uitvoering van de uitbreiding van Geesterambacht.
Korte beschrijving
Verschillende overheidspartijen verenigen zich in een projectbureau.
Exploitatie/beheer of
Exploitatie.
combi Actoren
Gemeente, Recreatieschap, HAL gemeenten, Waterschap.
(Rechts)vorm
Publiekrechterlijke overeenkomst.
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
41. Nationaal landschapsfonds (Deltaplan voor het landschap)
Gebruik
Een nationaal fonds om het landschap te herstellen.
Korte beschrijving
Een nationaal fonds om het landschap te herstellen en te beheren. Men staat voor de vulling van het fonds door publieke gelden of fifty / fifty (publiek / privaat). Men vindt dat regionale fondsen / instrumenten niet werken, voor het gehele landschap moet er een nationaal fonds komen. De meest eenvoudige en betrouwbare oplossing is volgens de stichting het stichten van een robuust vermogensfonds, waarvan de rente voldoende is om de jaarlijkse kosten te dekken. De berekeningen laten zien dat een uiteindelijke omvang van het fonds van € 12 miljard volstaat om de inrichtingskosten en het eeuwigdurend beheer van € 600 miljoen per jaar te financieren. Het fonds kent twee doelen: eenmalige aanleg, afgeschreven over een periode van twintig jaar; duurzame onderhoudsfinanciering, nadat het landschap is ingericht.
Exploitatie / beheer of
Combi
combi Actoren
Overheidspartijen
(Rechts)vorm Contractduur/ doorlooptijd
20 jaar, daarna instandhouding
Organisatie
Raad van Toezicht, Nationale Toetstngscommissie en compacte dagelijkse staf
Financieringsvorm
Los van de begroting van de overheid
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
42. Streekrekening en Streekfonds het groene woud
Gebruik
Landelijk gebied
Korte beschrijving
Het innovatieplatform heeft het initiatief genomen voor de ontwikkeling van een streekrekening Het Groene Woud. Het gaat om de structurele ontwikkeling van het gebied waarbij cultuur, natuur, recreatie en landbouw hand in hand gaan. Hiervoor is een rekening en een fonds in het leven geroepen waaruit noodlijdende projecten in het Groene Woud vlotgetrokken en gefinancierd kunnen worden.
Exploitatie/beheer of
Combi
combi Actoren
Innovatieplatform, Stichting en diverse particuliere partijen
(Rechts)vorm
De streekrekening wordt beheerd door een stichtingsbestuur en een Raad van Commissarissen
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie
De stichting is onafhankelijk, zij beslissen over de uitgifte van geld. Er is een samenwerkingsovereenkomst tussen verschillende partijen om de uitvoering te verzorgen.
Financieringsvorm
Centraal voor de vulling van de streekrekening is de Isis rekening (dochter van ASN bank). Partijen openen deze (beleggings?)rekening, een deel van de rente vloeit naar een fonds. Het geld uit het fonds gaat naar een specifieke streekrekening.
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Afhankelijk van rente inkomsten
Naam
43. Natuurschoonwet (NSW)
Gebruik
landgoederen
Korte beschrijving
De Natuurschoonwet van 1928 geeft aan onroerende zaken die voldoen aan de gestelde rangschikkingscriteria de kwalificatie van Natuurschoonwet landgoed. Deze status vereist dat de eigenaar zijn onroerende zaak als landgoed in de zin van de Natuurschoonwet in stand houdt. Als beloning voor deze instandhouding geniet de eigenaar een aantal fiscale faciliteiten.
Exploitatie/beheer of
beheer
combi Actoren
DLG (LASER), Belastingdienst en particulier eigenaar
(Rechts)vorm Contractduur/ doorlooptijd
Zolang wordt voldaan de eisen die de NSW aan het landgoed en het beheer stelt.
Organisatie
PPS, Rangschikkingsverzoek en toewijzing NSW status aan particulier loopt via DLG
Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden
Fiscaal voordeel Verschillende fiscale voordelen gericht op overdrachtsbelasting, succesiewet, WOZ en vennootschapsbelasting
Risico’s
Ongewenst gebruik van de regeling
Belemmeringen
Beleggen in een landgoed rendeert economisch ondanks fiscale voordelen en subsidiemogelijkheden niet (i.i.g. niet op korte termijn)
Kansen/voordelen
Fiscale voordelen
Naam
44. Besluit restauratie historische buitenplaatsen (Brhb)
Gebruik
Buitenplaatsen
Korte beschrijving
Het Brhb is een gecombineerde regeling van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen met het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij die de instandhouding van de gehele buitenplaats ten goede komt. Het is een speciale herstelregeling voor een beperkte groep objecten die zich bevinden of een onderdeel vormen van de tuinen en parken van historische buitenplaatsen. Het gaat om die gebouwen, bouwwerken en zaken die oorspronkelijk dienden en nog dienen tot nut en vermaak (dus niet het hoofdhuis en bijbehorende bebouwing). Het is een subsidiemogelijkheid voor direct beheer en instandhouding.
Exploitatie/beheer of
Beheer
combi
Voor het reguliere onderhoud van de historische buitenplaatsen kan een beroep worden gedaan op de expertise en de menskracht van de Stichting Particuliere Historische Buitenplaatsen. Deze stichting onderhoudt het ‘groene gedeelte’ en ontvangt van het rijk subsidiegelden om zo in staat te zijn de gevraagde hulp op onderhoudsgebied te geven. Dit heeft dus de vorm van een indirecte onderhoudsregeling.
Actoren
Min. OCenW, Min. LNV en particulier eigenaar
(Rechts)vorm
Besluit met subsidiemogelijkheden
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie
Aanvraag bij Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Subsidie wordt verleend in overleg met Staatssecretaris en Min. LNV.
Financieringsvorm
De subsidie bedraagt 70% van de totale kosten van de restauratie, die is verricht overeenkomstig een restauratieplan en begroting van de bijbehorende kosten, waarmee de staatssecretaris van OcenW heeft ingestemd, met dien verstande dat per jaar ten hoogste ¦ 80.000,00 als subsidie voor een bepaalde beschermde buitenplaats wordt verleend.
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Fiscale voordelen
Naam
45. BRIM-regeling
Gebruik
Rijksmonumenten
Korte beschrijving
Het Brim is een regeling voor financiële ondersteuning aan eigenaren voor het instandhouden van een rijksmonument. Organisaties voor monumentenbehoud en decentrale overheden hebben een speciale positie in het Brim. Deze organisaties moeten voldoende professionele deskundigheid hebben en minimaal 20 rijksmonumenten in eigendom.
Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren
RCE, Restauratiefonds, particulier eigenaar of privaatrechtelijke organisatie
(Rechts)vorm
Subsidie, lening
Contractduur/ doorlooptijd
Periodiek instandhoudingsplan (pip) dient voor 6 jaar te worden opgesteld
Organisatie
Beherende organisatie of particulier doet voor aanvang van de werkzaamheden een verzoek bij de RCE of Restauratiefonds, minister beslist over toekenning.
Financieringsvorm
Daarvoor zijn er twee varianten: een leningvariant (Restauratiefonds-hypotheek) of een subsidievariant (via RCE). Of een eigenaar voor een lening of subsidie in aanmerking komt is afhankelijk van de categorie waar het monument toe behoort. Het subsidiepercentage is afhankelijk van de categorie en de fiscale eigendomssituatie van de eigenaar.
Fiscale mogelijkheden
Naast een aanvraag ikv BRIM is er voor eigenaren van rijksmonumenten ook fiscaal voordeel. Dit is geregeld in de Wet Inkomstenbelasting 2001
Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
46. Buurtschap Zwolle
Gebruik
Financiële middelen inzetten voor landschapsverbetering
Korte beschrijving
Een verenigingsvorm in de IJsselzone. Het is een groot groengebied tussen Zwolle en de IJssl. De vereniging zorgt voor het initiëren van diverse landschapsgerelateerde projecten.
Exploitatie/beheer of
beheer
combi Actoren
Diverse zie hierboven
(Rechts)vorm
Privaatrechterlijke overeenkomst.
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie
Verschillende overheidspartijen hebben samen met verenigingen van agrarische grondeigenaren, particuliere grondeigenaren, zakelijke grondeigenaren en recreanten een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Hieruit is de vereniging buurtschap Zwolle ontstaan. Binnen de vereniging is een stichting beheer en een landschapsfonds.
Financieringsvorm
Een landschapsfonds en een beheersstichting
Fiscale mogelijkheden Risico’s
Veel samenwerkende partijen met belangen.
Belemmeringen Kansen/voordelen
Draagvlak voor projecten door grote vertegenwoordiging in de vereniging. Zicht op de uitvoering door alle partijen.
Inventarisatiegegevens van de NHW De NHW heeft sinds het uitvoeringsprogramma al diverse projecten in de uitvoering gezet. Hiervoor zijn al zogenaamde quick wins projecten gerealiseerd en andere projecten. Bij een groot deel van de projecten is met name geïnvesteerd in het opstarten en uitvoeren van de projecten. Als eerste stap zijn projecten, in uitvoering of uitgevoerd, van de NHW geanalyseerd. Hiervoor is de projecten lijst van het projectbureau NHW gebruikt. De hieronder beschreven project zijn projecten die deels zijn uitgevoerd of binnenkort worden uitgevoerd. De hieronder beschreven projecten worden aangevuld met ervaringen uit het “veld, hiertoe worden praktijkgesprekken gevoerd. . Naam
47. Baileybruggen Amsterdam Rijnkanaal, Nieuwegein
Gebruik
Fiets- en voetgangersverbinding Amsterdam Rijnkanaal
Korte beschrijving
Over het Amsterdam Rijnkanaal moet een nieuwe voet- en fietsgangers verbinding komen. Deze verbinding wordt gerealiseerd bij de zogenaamde plofsluis.
Exploitatie/beheer of
Beheer
combi Actoren (Rechts)vorm
Gemeente Nieuwegein, Aannemer Zakelijke overeenkomst. Aannemer krijgt budget voor aanleg en beheer is opgenomen in een beheerplan
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie
Opdrachtgever-opdrachtnemer, waarbij de opdrachtgever na oplevering verantwoordelijk is voor onderhoud en beheer van de brug.
Financieringsvorm
De gelden kommen via het Rijk (Nota Ruimte gelden) en de gemeente Nieuwegein.
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Naam
48. Fort aan de Klop, Utrecht
Gebruik
Restaurant, camping en vergaderlocatie met hotelfaciliteiten
Korte beschrijving
In 2006 is de restauratie van het fort voltooid. De gemeente Utrecht heeft het project getrokken. Vanaf eind 2004 is in opdracht van de gemeente Utrecht, eigenaar van het fort, gewerkt aan de renovatie en inrichting van Fort aan de Klop.
Exploitatie/beheer of
Exploitatie en beheer
combi Actoren
Gemeente Utrecht (Anton van Emst), Exploitant (Joost Batelaan),
(Rechts)vorm
Gemeente Utrecht is eigenaar, particulier exploiteert het fort. Stichting Fort aan de
Vleermuiswerkgroep Utrecht, Monumentenzorg
Klop huurt het fort, de BV Fort aan de Klop exploiteert. Contractduur/ doorlooptijd
10 jaar en als gevolg van extra investeringen door exploitant door eigenaar verlengd naar 15 jaar
Organisatie
Conform normaal huurcontract, huurbaas verantwoordelijk voor buitenkant en groot onderhoud, huurder voor binnenkant en klein onderhoud buiten. We randvoorwaarden op hoofdlijnen verder consensus over de aanpak, alles in goed overleg. Maar bijvoorbeeld wel bepaald dat de sluitingstijd 11 uur is voor horecadeel.
Financieringsvorm
Huur (niet martktconform, wel gekoppeld aan omzet)
Fiscale mogelijkheden
n.v.t.
Risico’s
Standaard ondernemersrisico’s en bezwaren. Daarbij in de beginfase de klachten
Belemmeringen
Bouwkundige belemmeringen van het fort, ruimtelijke belemmeringen als gevolg
vanuit omwonenden, vleermuizen en de bestemmingsplanprocedure
van het bestemmingsplan en belemmeringen als gevolg van randvoorwaarden zoals gesteld door de eigenaar, bijvoorbeeld openingstijden horeca. Kansen/voordelen
Prachtige locatie midden in de stad met groot marktpotentieel. Daarnaast liggen er in stedelijk gebied veel kansen voor samenwerking met andere partijen, evenementen en andere forteigenaars.
Naam
49. Kazemat aan de gedekte gemeenschapsweg en Diefdijk
Gebruik
Verkeer en groen
Korte beschrijving
In 2006 werd door Minister Peijs de coupure in de diefdijk en de kazemat geopend. Voor het beheer van het kazemat is een stichting opgericht. Een aantal jaar later is de stichting failliet en is er geen partij meer die de kazemat beheerd.
Exploitatie/beheer of
Combi
combi Actoren (Rechts)vorm
Stichting
Contractduur/ doorlooptijd
Afgelopen
Organisatie Financieringsvorm Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
faillissement
Naam
50. Molenkade, Culemborg
Gebruik
Waterberging en natuur
Korte beschrijving
Voor de Molenkade is een plan gemaakt voor waterberging en natuurontwikkeling. Het projectgebied Molenkade heeft een oppervlakte van circa 75 hectare en ligt tussen de snelweg A2, de Diefdijk en de Culemborgse Vliet. Het doel is om de inundatievelden zichtbaar te maken. De eerste plannen voorzagen in de realisatie van 2 waterpartijen aan weerszijde van de snelweg. Dit om ook het besef van de automobilist bij de geschiedenis van het landschap te bepalen. Gezien eigendomsituatie (particulieren en Domeinen) aan noordzijde van de snelweg, wordt op dit moment alleen het zuidelijk deel ten uitvoer gebracht. In het noordelijk deel wordt op dit nog verworven.
Exploitatie/beheer of
combi
combi Actoren
Staatsbosbeheer, Dienst Landelijk gebied, Gemeente Culemborg, Waterschap Rivierenland, Provincie Gelderland. Culemborg is opdrachtgever, SBB en WS zijn beoogd eindbeheerder. Projectbureau NHW vooral zijdelings en adviserend betrokken.
(Rechts)vorm
Samenwerkingsovereenkomst
Contractduur/ doorlooptijd
10 jaar
Organisatie
De dagelijkse uitvoering door de aannemer staat onder toezicht van de dagelijkse werkgroep, daarbij is een begeleidingsgroep in het leven geroepen die op strategisch/bestuurlijk niveau op afstand het project begeleid. Afspraken hierover zijn vastgelegd.
Financieringsvorm
Uitvoering gefinancierd door BRIM-subsidie, Culemborg is budgethouder. Gebied ligt in EHS, SBB kan beheerwerkzaamheden t.b.v. van doeltypen-beheer in EHS afrekenen bij DLG en in de toekomst waarschijnlijk bij de provincie
Fiscale mogelijkheden
n.v.t.
Risico’s
Met veel partijen aan tafel is het moeilijk een compromis te vinden
Belemmeringen
Bezwaarmakers. Met name het kappen van een bestaande bossage lag gevoelig, ook binnen het projectteam. Al met al heeft het bezwaar op de bestemmingsplanprocedure voor bijna 2 jaar vertraging gezorgd. Daarnaast werkt de grondverwerving een vertragend.
Kansen/voordelen
Compromissen durven sluiten biedt nieuwe mogelijkheden en kansen. Kracht van dit project was niet alleen vanuit natuur maar ook vanuit landschap, cultuurhistorie en waterbeheer te denken.
Naam
51. Fort bij de Nieuwe Steeg “Geofort”, Herwijnen
Gebruik
Educatie en museaal
Korte beschrijving
Exploitatie gericht op educatie/museum gericht op cartografie. Missie: jeugd weer interesseren voor geografie en aardrijkskunde.
Exploitatie/beheer of
Combi
combi Actoren
Belangrijk in deze exploitatie is het publiek, de bezoekers en de geosector (onderwijs en bedrijven). Verschillende onderwijsinstellingen en bedrijven financieren of steunen het initiatief. SBB is eigenaar, gemeente Lingewaal
(Rechts)vorm
Erfpacht met opstalrecht, waar hypothecaire lening op gevestigd kan worden
Contractduur/ doorlooptijd
30 jaar
Organisatie
Beheer van gebouwen ligt bij exploitant, beheer van bomen en gras bij SBB. Randvoorwaarden opgesteld door SBB die vormden belangrijk punt van onderhandelen m.b.t. het erfpacht. Ligt een uitgebreid exploitatieplan. Er werken nu 6 betaalde krachten, begin volgend jaar naar verwachting 8.
Financieringsvorm
Erfpachtcanon
Fiscale mogelijkheden
n.v.t.
Risico’s
Subsidies (staatssteun) rechtstreeks toegekend aan exploitant. Dat ligt nu wat gevoelig en Brussel doet daar nu ook onderzoek na of dat wel mag.
Belemmeringen
Ondernemersrisico’s
Kansen/voordelen
Kredietcrisis leverde 5 miljoen op uit Crisisherstelwet.
Naam
52. Restauratie en herbestemming fort Altena
Gebruik
Restaurant, zaalverhuur
Korte beschrijving
Fort is 2,5 hectare groot en is een belangrijk punt langs de snelweg, vormt een recreatieve poort in het land van Heusden en Altena. Is in eigendom van Brabants Landschap, exploitatie wordt nu opgezet door kwartiermeesters. In 2010 wordt het fort gerestaureerd en krijgen exploitatie en beheer ‘definitief’ vorm.
Exploitatie/beheer of
combi
combi Actoren
Kwartiermeesters, Fortwachter, Provincie Noord-Brabant, Rijkswaterstaat, Brabants Landschap, NBKS, het Projectbureau Nieuwe Hollandse Waterlinie, Gemeente Werkendam, Atelier Rijksbouwmeester en Werkgroep Nieuwe Hollandse Waterlinie Brabant.
(Rechts)vorm
Huur
Contractduur/ doorlooptijd
Interim-periode van 2005 tot 2010 met intentie om langdurig samen te werken
Organisatie
Exploitant (kwartiermakers) ontwikkelt nu het beste concept voor het fort en is verantwoordelijk voor beheer gebouwen. In 2010 moet dit uitgewerkt zijn en exploitabel zijn. Hiervoor is een bedrijfsplan opgesteld en goedgekeurd. Vanaf dat moment gaan ze huur betalen. Van deze huur moet het BL vervolgens het regulier onderhoud kunnen doen. Zoektocht naar evenwicht wat is de publieke functie waard en hoe kan het economisch uit.
Financieringsvorm
Kwartiermeesters betalen huurpenning aan eigenaar, na 2010 worden hier nieuwe afspraken over gemaakt.
Fiscale mogelijkheden Risico’s
Dat de eigenaar de handen aftrekt van het fort. Terreinbeherende organisatie (die ook zorg draagt voor de subsidieaanvragen) is in staat subsidies aan te vragen bij het rijk en specialistisch beheer op zich te nemen.
Belemmeringen
Beperkingen van de gebouwen (bijvoorbeeld geen riolering)
Kansen/voordelen
Goede samenwerking met provincie en gemeente is van groot belang.
Naam
53. Pont Everdingen – Hondswijk (ijn)
Gebruik
Veerpont
Korte beschrijving
Een aantal jaren geleden werd het pontje Everdingen – Hondswijk opgenomen als project in de fortenmaand (september). Nu is het als project gereed. Er is een partij gevonden die het pontje wil exploiteren maar er is geen partij die het kan beheren.
Exploitatie/beheer of
Combi
combi Actoren
Private partij en…
(Rechts)vorm
Exploitatieovereenkomst?
Contractduur/ doorlooptijd Organisatie Financieringsvorm
Gelden komen via de provincies en Europese gelden
Fiscale mogelijkheden Risico’s Belemmeringen Kansen/voordelen
Exploitatie rond maar geen financiën voor beheer.
Bijlage
5
Verslag werksessie
Verslag 1 Aanwezig Jos Koopmans
Eelerwoude
Opgesteld door
Fredrik de Bruijne
Gloudemans
Bart Gerrits
Christine Meeusen
Staatsbosbeheer
Doorkiesnummer
Gijs van der Zwaan
Gemeente Houten
(030) 282 49 42
Ids de Boer
Dienst Landelijk Gebied
E-mail
Anton den Engelse
BBN
[email protected]
Jessie van der Linden, Gerritjan
Tauw bv
Meppelink, Bart Gerrits, Annemieke Helder, Marcel Vollenberg Willem van Winkoop
Purple Blue
Karlo Blokland, Paul Berends, Peter
Begeleidingscommissie
Ros, Peter Kuypers, Bas Nijenhuis, Titus Weijschede
Afwezig Onderwerp Werksessie Strategie van beheer- en exploitatie Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) Datum bespreking 16 november 2009 Plaats Fort De Klop, Utrecht Kopie aan Datum 27 november 2009 Ons kenmerk R001-4675216BGE-evp-V01
Verslag werksessie 16 november 2009 In dit verslag is een samenvatting van de bevindingen uit de 1e werksessie voor de strategie van beheer- en exploitatie opgenomen. Tijdens de werksessie is eerst de aanpak van de opdracht besproken, vervolgens is de inventarisatiefase uiteengezet. De tekortkomingen en opmerkingen uit de inventarisatiefase zijn door de deelnemers kenbaar gemaakt. Vervolgens zijn deze plenair besproken. Tenslotte is er een aantal kansen en bedreigingen genoemd voor de NHW. In deze notitie beschrijven we de bovengenoemde zaken, daarnaast beschrijven we hoe we met de verschillende reacties omgaan. 1.
Vragen naar aanleiding van de inventarisatiefase
Gijs2 merkt op dat er veel verschillende projecten zijn binnen NHW. Het is om deze reden lastig om een beheer- en exploitatie strategie te formuleren. Gerritjan bevestigt dit, Karl sluit zich hierbij aan een vertelt dat het daarom nodig is om een strategie te maken.
2
In dit verslag noemen we de voornamen van de deelnemers aan de werksessie.
Anton vraagt of we geen ingrediënten nodig hebben, Gerritjan vertelt dat we die nu aan het verzamelen zijn. Titus zegt dat het een nationaal project is, het is daarmee van iedereen en niemand. Hij stelt dat het met name gericht moet zijn op lokale zaken, elk project binnen de NHW is anders. Bas vindt dat we tot verschillende beheer- en exploitatie wijzen moeten komen. Deze theoretische wijzen kun je dan op verschillende manieren toepassen. Reactie deelnemers Na de inventarisatiefase is de deelnemers gevraagd om te reageren op de volgende vragen: 1. Missen we onderdelen in de factsheets? 2. Missen we modellen? 3. Klopt de werkwijze om archetypen te koppelen aan de modellen? 4. Maakt de keuzevoorwaarden lijst de analyse scherper? 5. Is de lijst met keuzevoorwaarden compleet? Door middel van het plaatsen van geeltjes kon men reageren op deze vragen. Hieronder volgt een overzicht van de geplaatste geeltjes en hoe we daar mee omgaan. Missen we onderdelen in de factsheets? Over het algemeen is er een positief antwoord gegeven op deze vraag, met andere woorden we missen geen onderdelen in de factsheets. Aspecten die nog worden genoemd zijn: • Beslissingsbevoegdheid tussen verschillende partijen binnen een organisatievorm Peter • •
Het meenemen van de investeringen bij een model Marcel Volleberg Het conflict: waarom is de gekozen organisatievorm zo ontstaan, op welke grond blijkt er legitiem ontstaansrecht? Titus
Missen we modellen? Hieronder volgt een lijst met modellen die zijn genoemd tijdens de werksessie, in rood is vervolgens iedere keer aangegeven hoe we hiermee na de werksessie zijn omgegaan. • Model bezoekerscentrum natuurmonumenten (Christine) Dit model wordt niet toegevoegd omdat uit navraag niet blijkt om welk model het gaat. • •
•
Beheer Reguliere Landgoederen (Frederik) Dit model is in een eerder stadium toegevoegd Studie waarheen met het veen, boeren voor natuur, energielandbouw, Co2 opslag, studie historische organisatievorm, Nieuwe marke rijsenervallei, buurschap doesburger Eng? (Titus) Studies worden bekeken en mogelijk later in de 2e fase geïntegreerd Regeling Eigendom Beheer Overdracht in traditionele landinrichting (Karl) Dit model wordt hieronder nader toegelicht en wordt geïntegreerd in de rapportage.
• •
Natuurschoonwet 1928 (Frederik) Dit model is in een eerder stadium toegevoegd Opmerking: beheermodellen helofyten, waterbodem en natura2000 komen op hetzelfde neer (Christine) Deze opmerking is meegenomen
• •
Nieuwe landgoederen (Ids) Deze regeling is toegevoegd Bovenplanse verevening zoals bij Hart van de Heuvelrug (Hvh) kan ook via een exploitatieplan, mits opgenomen in een structuurvisie, wellicht voor de vlakken (Willem) Deze opmerking is meegenomen
• •
Modellen voor lijnelementen (Ids) Deze modellen zijn toegevoegd Model beheer voor molens (Ids) Dit model wordt hieronder nader toegelicht en wordt geïntegreerd
•
in de rapportage. De landschappen (stichting) (Jos) Dit model wordt hieronder nader toegelicht en wordt geïntegreerd in de rapportage.
• •
Voorbeelden NHW: Asperen, We hebben andere modellen, dus deze voegen we niet toe. De modellen zeggen niets omdat er niets wordt gezegd over gebruik (Peter) Deze opmerking is meegenomen
• •
WRO / GREX, bovenplanse verevening (Frederik) ) Dit model is toegevoegd Beheer is onderdeel levenscyclus dus integraal onderdeel exploitatie. Organisaties zijn hier nog niet aan toe. Deze opmerking is meegenomen
•
Voorbeeld Kromhoutkazerne, veel plubliekgeld. Natuurcompensatie IJburg (Christine) We hebben genoeg andere voorbeelden, dus deze voegen we niet toe Gemeenschappelijke regeling recreatiegebieden zoals uiterwaarden, RGV Dit model wordt
•
hieronder nader toegelicht en wordt geïntegreerd in de rapportage. Model Regeling Eigendom Beheer Overdacht in traditionele landinrichting In het kader van de traditionele inrichting van een ruilverkavelingproject wordt de regeling van beheer, eigendom en onderhoud toegepast. In de herinrichting van het Noorderpark (Utrecht) worden bijvoorbeeld afspraken gemaakt over eigendom en beheer. Nieuw aan te leggen fietspaden, recreatiegebieden etc. worden bij toewijzing van wet kenbaar gemaakt. Voor de toedeling van het eigendom van gronden en afspraken over beheer en onderhoud worden regelingen getroffen. Na vaststelling van deze regelingen kan de eigendomsoverdracht en realisatie mogelijk worden gemaakt. Na de voltooiing van de herinrichting worden de publiekrechterlijke organen belast met het beheer en onderhoud van wegen en waterlopen. Model voor Beheer van molens Ten aanzien van molens zijn er twee verschillende regelingen. Voor het beheer en onderhoud van molens kan via de zogenaamde BRIM subsidie geld worden verkregen voor het beheer en onderhoud. Per 6 jaar wordt 30.000 euro verkregen om deze gelden te besteden. De gelden kunnen worden uitgekeerd aan particuliere eigenaren en stichtingen. Vaak heeft de besteding van de gelden aan een stichting de voorkeur omdat stichtingen hun doelen formuleren in een jaarplan. De toepassing van de BRIM subsidieregeling is verwerkt in de factsheets. Daarnaast is er een programma opgesteld om een grote onderhoudsachterstand weg te werken. Deze rijksregeling van 70 miljoen is bedoeld om een grote inhaal achterstand weg te werken. Door een PIP (programmatuur periodieke instandhouding) wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel men voor beheer kwijt is.
Model van de 12 landschappen Ieder provinciaal landschap heeft een inkomstenbron door middel van het generen van diverse subsidies. Daarnaast heeft de Stichting 12 landschappen een belangrijke inkomensbron middels de gelden van de Nationale Postcodeloterij. Deze gelden (in 2009 12,5 miljoen) worden verdeeld onder de 12 provinciale landschappen. Dit model geeft aan hoe stichting gelden van een loterij kunnen gebruiken voor het beheren van haar gebieden.
Model gemeenschappelijke regelingen Voor gebieden waar meer verantwoordelijke bestuursorganen beslissingen moeten nemen, worden zogenaamde gemeenschappelijke regelingen opgesteld. Deze regelingen volgen uit de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het is een wet waarin samenwerkingsverbanden worden geregeld tussen openbare lichamen zoals gemeenten, provincies en waterschappen. Deze wet vormt een belangrijke grondslag voor samenwerking tussen gemeenten, provincies en waterschappen. Er zijn vier soorten regelingen te onderscheiden: • • •
openbaar lichaam met een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter gemeenschappelijk orgaan zonder rechtspersoonlijkheid laten behartigen van de
gemeenschappelijke taken door een zogenaamde centrumgemeente • regeling zonder organisatorisch verband (bestuursovereenkomst) Een voorbeeld van een gemeenschappelijke regeling is het recreatieschap Spaarnwoude. Klopt de werkwijze om archetypen te koppelen aan de modellen? Over het algemeen wordt geconstateerd dat het een goede werkwijze is. Anton merkt op dat het te beperkt is. Bas merkt op dat de archetypen vaak synoniem zijn aan de waarschijnlijke beheerder, de rechtsvorm bepaalt hoe het beheer organisatorisch en financieel wordt vormgegeven. Willem is benieuwd of ze in de praktijk zijn te onderscheiden. Over het algemeen worden de lijnen gemist (wandel- en fietspaden). Paul stelt de vraag of de operationalisering van criteria gaat werken. Wellicht is een operationele tussenlaag wenselijk, inschatting van ondernemers op haalbaarheid. Titus en Frederik merken op dat de sociale omgeving en het organisatorische element missen. Maakt de keuzevoorwaardenlijst de analyse scherper? De meeste antwoorden zijn positief op deze vraag. Peter merkt op dat het kan leiden tot goede recepten voor in het kookboek. Willem meldt dat het van belang is dat de keuzevoorwaarden passen binnen de visie waarop ze worden toegepast. Bijvoorbeeld als een punt recreatief wordt ingevuld is niet elke voorwaarde van toepassing zoals een VOF of maatschappij. Het bestuurlijke afwegingskader is ook een belangrijke voorwaarde en wordt vaak onderschat (Paul). Is de lijst met keuzevoorwaarden compleet? Opnieuw een positief antwoord. De keuzevoorwaarden van de WRO zijn belangrijk evenals andere wetgeving (FF wet). Karl voegt de ambitie en de focus op onrendabele (forten) delen als keuzevoorwaarde toe, het gaat teveel over forten. Paul mist eigendomsoverdracht en / of condities voor eigendomshandhaving. Volgens Titus is zelforganisatie ook een goede vorm. Aandachtspunten Uit de inventarisatie fase komt een aantal aandachtspunten naar voren. Deze aandachtspunten worden opgenomen in de rapportage van fase 1. Hieronder volgt een overzicht van deze aandachtspunten: • Onderdelen factsheets De modellen worden geanalyseerd door middel van verschillende type vragen. Deze vragen hebben betrekking op financieringsvorm, contactduur, organisatievorm etc. Uit de werksessie kwam naar
voren dat we compleet zijn met betrekking tot de type vragen. Wel wordt een kanttekening geplaatst met betrekking tot zo compleet mogelijk analyseren van de modellen. Door informatiegebrek is het niet mogelijk om uitgebreider te inventariseren. •
Inventarisatie modellen
Uit de werksessie komt naar voren dat we breed hebben geïnventariseerd. Veel verschillende soorten modellen zijn aan bod gekomen. Door een andere wijze van presenteren toe te passen ontstaat er een goed beeld van het aantal modellen. • Archetypen De onderverdeling naar verschillende archetypen blijkt voor fase 1 een goede manier om de modellen te categoriseren. Dit is de eerste stap in de confrontatie. •
Keuzevoorwaarden
Tijdens de werksessie is de reden toegelicht om extra keuzevoorwaarden toe te passen. De deelnemers aan de werksessie hebben over het algemeen positief gereageerd op dit voorstel. 2.
Plenaire terugkoppeling sheets
Uiteindelijk is plenair nog gesproken over de verschillende geeltjes. Hieronder volgt een overzicht van de plenaire samenvatting. 2.1 Missen we onderdelen in de factsheets? De constatering op basis van de reacties van de deelnemers is dat over het algemeen de voorliggende factsheets een compleet beeld geven. Dit om de modellen te beoordelen. Er is slechts een aantal toevoegingen. 2.2 Missen we modellen? Er zijn veel voorbeelden genoemd. Deze nemen we voor zover relevant en al dan niet behandeld mee. Anton merkt terecht op dat de wijze van presenteren belangrijk is; een indeling naar verdeling van punten, lijnen en vlakken is wellicht werkbaar. 2.3
Klopt de werkwijze om archetypen te koppelen aan de modellen?
De werkwijze klopt maar de lijnen moeten toegevoegd. Daarnaast is bijvoorbeeld het inundatieveld belangrijk (300,600 en 1000 meter) (Frederik) Andere vraag: Hoe dekken we de beleving van de NHW? Deels bij keuzevoorwaarden. Bas is hier nog niet helemaal tevreden mee, het gaat om een fysieke verschijning, de NHW moet ook in de hoofden en harten komen. Het gaat hierbij ook om de archetype commercie. Karl stelt dat gevoel en beleving boven techniek en uitvoering gaat. Marcel zegt dat hierover ook iets wordt geschreven in de CROW publicatie nr. 145 Andere vraag: Meer praktijkvoorbeelden toepassen is de algemene opmerking Gerritjan zegt dat we dit hebben gedaan, maar het moet nu algemeen blijven. Ids mist slechte en goede voorbeelden, er mogen wat hem betreft meer praktijkvoorbeelden komen
2.4 Maakt de keuzevoorwaarden lijst de analyse scherper? Gerritjan legt uit dat het bestuurlijk afwegingskader belangrijk is. Gaan we nu trechteren of keuze mogelijkheden open laten. Kijkend naar de opdracht moeten we trechteren voor een strategie. Paul is op zoek naar de verrassing, beheer leidt tot nieuwe functies. Beheer moet sexy zijn. Twee partijen bepalen beheer en exploitatie: markt en publieke domein. Nu zijn er publieke investeringen en wordt er niet geëxploiteerd. Privaat wordt er geëxploiteerd en het publieke domein investeert niet. Dit is nu de tendens. Een andere vorm is noodzakelijk. Frederik stelt dat keuzevoorwaarden een goede basis bieden. 2.5
Is de lijst met keuzevoorwaarden compleet?
Ids stelt dat we wetgeving moeten noemen. Bas vindt dat dit eerder thuis hoort bij het kader, het is een randvoorwaarde. Je investeert pas wanneer het ook echt kan. De ontwikkelingskansen zijn hierbij van belang. Bas noemt een voorbeeld: Bij het Lingekwartier (twee forten) moet een openbare parkeerplaats worden gerealiseerd en tevens een betere ontsluiting. Voor het beheer van de openbare voorzieningen zijn er twee vormen: beheer door de forteigenaren of door de gemeente zelf. Karl stelt dat de beschrijving en de analyse van de modellen moet aansluiten bij de voorwaarden. Daarnaast moeten we niet teveel focussen op de (rendabele) forten. Titus vindt dat we moeten focussen op innovatieve vormen van beheer (bv energielandschappen). Bv inundatiegebieden, vernatten, rijstteelt. Jessie vult aan: windmolens realiseren en na 50 jaar afbreken Gijs vraagt of we fiscaliteiten toe kunnen voegen aan de keuzevoorwaarden Aandachtspunten Uit de plenaire fase komt een aantal aandachtspunten naar voren. Deze aanvullende aandachtspunten op de inventarisatiefase worden opgenomen in de rapportage van fase 1. Hieronder volgt een overzicht van deze aanvullende aandachtspunten: Beleving van de NHW Uit de werksessie blijkt dat de beleving van de NHW belangrijker is dan de techniek en de uitvoering. In het opstellen van een strategie is het belangrijk om de commercie van de NHW in de gaten te houden. Modellen en praktijkvoorbeelden De modellen geven een gevarieerd beeld van de verschillende typen modellen. Daarnaast worden ook verschillende project voorbeelden genoemd. Uit de werksessie komt naar voren dat een analyse van goede en slechte voorbeelden waardevoller kan zijn. Privaat vs publiek Tijdens de bespreking van de keuzevoorwaarde komt naar voren dat er privaat wordt geëxploiteerd en publiek niet wordt geïnvesteerd. Er wordt tijdens het formuleren van de strategie gezocht naar andere vormen.
3.
Kansen en bedreigingen voor de strategie van de NHW
Het laatste onderdeel van de werksessie is het benoemen van kansen en bedreigingen. Hieronder volgt een overzicht van de kansen en bedreigingen. Bedreigingen Paul stelt dat we de trends in de gaten moeten houden, een economische malaise is slecht voor beheer en onderhoud. De vraag is hoe de overheid omgaat met prioritering van beheervraagstukken. Er is na de economische bezuinigingen minder geld beschikbaar. De markt en overheid zijn nu in conflict, dit kost veel extra energie. Het gaat om een visie op lange en korte termijn, investeren en exploiteren. De overheid doet met name korte termijn investeringen, de markt mag het vervolgens overnemen. Een belangrijke bedreiging is hoe je duurzaamheid op lange termijn waarborgt. Een andere bedreiging is dat er geen geld is voor totale gebiedsontwikkeling. Veel projecten worden gezien als geïsoleerde projecten. Het is goed om projecten aan elkaar te koppelen tot één project. Wanneer de NHW een Rijksmonument wordt, volgens het bestemmingsplan, moeten ontwikkelaars mee betalen aan bouwplannen. De vraag is of dat binnen een rijksmonument mogelijk is. Het aanwijzen van een rijksmonument hoeft niet persé een bedreiging te zijn. Het is het spel tussen investeren en beheren. Er is nu 90 miljoen geïnvesteerd in de NHW. Dit zijn dus alleen de investeringskosten. De beheerkosten weet je nooit omdat deze niet in beeld worden gebracht. Dit wordt gedaan omdat je de investering nooit terug verdiend. Een andere bedreiging is het bestuurlijke en ambtelijke werkveld, er zijn 5 provincies en 25 gemeenten. Staatsbosbeheer heeft in totaal 15 forten in eigendom, zij zien het als een probleem om de forten te beheren. Ze hebben beperkte financiële middelen. Om deze reden is het volgens Staatsbosbeheer een kans om de exploitatie en beheer over te laten aan de markt. Kansen Staatsbosbeheer kan naast het beheer van gebieden ook objecten beheren, hiervoor dient dan wel geld beschikbaar te zijn. Het voorbeeld van de mogelijke bouwopgave in Linieland en Rijnenburg wordt genoemd als een kans: In Linieland wordt uiteindelijk niet gebouwd en in Rijnenburg wel. Ter compensatie van de woningbouw in Rijnenburg kan het gebied Linieland worden ontwikkeld voor de NHW. Als oplossing kun je bijvoorbeeld denken aan een pool van beheerders. Een andere pool is een ondernemersnetwerk van fort exploitanten, je kunt hierbij denken aan een onderhoudsbedrijf (Martin Vastenhout). Parkmanagement lijkt in die zin veel op een ondernemersnetwerk. Gronden van grote ontwikkelaars (in dit geval Fortis ASR worden aan elkaar gekoppeld. Wanneer je dit breder wil trekken dienen de gronden van eigenaren inzichtelijk worden gemaakt. Je kan denken aan bijvoorbeeld gebiedsontwikkelaars bv’s.
Daarnaast is het onteigenen voor natuur een kans. Een andere kans is het overlaten van de beheerstaken aan de private partijen. De overheidspartijen kunnen wel de zaken regulieren maar kunnen het verder over laten aan de markt. De publieke overheid moet dan de taken overdragen aan private partijen. De vraag is dan tot hoever de publieke overheid kan en wil reguleren. In Moerdijk heeft de gemeente de beheertaken van de haven overgedragen aan zogenaamde havenschappen (Frederik). Deals maken met belastinginspecteurs wordt ook als een kans gezien. We moeten hiervoor buiten de kaders van de fiscaliteiten kunnen treden. Het landgoed Verschuur is een goed voorbeeld waarbij dit is gebeurd. In Gelderland wordt het beheer gedaan door middel van erfpachtovereenkomsten, het blijkt hier te werken. Ook de provincie Utrecht heeft een strategie voor beheer en exploitatie. Het kiezen van de geschikte organisatievorm, bijvoorbeeld een aparte beheersorganisatie is ook een kans. Daarnaast is inkadering in de bestuurlijke laag een belangrijke voorwaarde. Dit begint bijvoorbeeld door de ruimtelijke ontwikkelingen op te nemen in een structuurvisie. Er is nu veel geïnvesteerd, dit is een kans om het beheer en exploitatie gelijktijdig op te pakken. Een andere kans is het benoemen van een eigenaar. Publieke en private taken worden dan verdeeld. Het creëren van draagvlak voor een bepaald model is een voorwaarde. De modernisering van het monumentenbeleid (MoMo) is een kans omdat de bescherming van monumenten breed wordt opgepakt. Aandachtpunten Uit de kansen en bedreigingen voor de tweede fase distilleren we een aantal aandachtpunten. De volgende punten worden benoemd in het rapport van fase 1. •
Een van de bedreigingen is de omvang van de inzet van publieke middelen van overheidspartijen.
• •
Vaak worden beheerskosten niet in beeld gebracht, hierdoor ontstaat er geen beeld van de daadwerkelijke kosten. Het oprichten van een beheersorganisatie is een kans om de beheerstaken voor de NHW op
•
te lossen, het kiezen van een geschikte organisatie vorm is daarmee belangrijk. Private partijen kunnen beheerstaken overnemen van publieke partijen.