Nieuwsbrief
Behandelmodules Nummer 3, 18 december 2014
Deze nieuwsbrief informeert u over de laatste stand van zaken in de ontwikkeling van de behandelmodules en bekostiging voor revalidatie. Deze modules beschrijven de onderdelen waaruit een revalidatiebehandeling kan worden opgebouwd. In deze nieuwsbrief vindt u de volgende onderwerpen: 1. 2. 3. 4.
Nieuwsbrief Behandelmodules Waarom behandelmodules? Het programma Behandelmodules en Bekostiging Interview met Bert Eissens, voorzitter van de pilot waarin pilotorganisaties proefdraaien met enkele behandelmodules 5. De stand van zaken 6. Veel gestelde vragen 7. Implementatie
Meer informatie: Revalidatie Nederland, Jeroen Schols, projectleider,
[email protected] VRA, Wijnandien Hoek, directeur,
[email protected]
1. Nieuwsbrief Behandelmodules Het programma Behandelmodules en Bekostiging heeft een grote impact op de revalidatiesector. Via deze nieuwsbrief houden we u op de hoogte van de ontwikkelingen binnen dit programma. In deze derde uitgave gaan we in op de ontwikkeling van het programma Behandelmodules en Bekostiging en wat de stand van zaken op dit moment is. Deze nieuwsbrief verschijnt regelmatig voor de duur van het programma.
2. Waarom behandelmodules? Voor de bekostiging van de medisch specialistische revalidatie werd op 1 januari 2013 een nieuwe productstructuur ingevoerd. Het was de bedoeling deze productstructuur verder door te ontwikkelen. De NZa kwam echter in dezelfde periode met het voorstel om, op basis van een beschrijving van de kenmerkende zorgactiviteiten, een nieuwe productstructuur te gaan ontwikkelen. Daarom werd besloten de doorontwikkeling van de productstructuur opnieuw te bekijken. De conclusie was dat de opbrengst van het vakgebied tot uitdrukking zou moeten komen
in de bekostiging. Dit zal een bijdrage leveren aan de zichtbaarheid van het belang van de medisch specialistische revalidatiesector. Hiermee kan de medisch specialistische revalidatie haar unieke positie ten opzichte van andere revalidatievormen (zoals geriatrische revalidatie en eerstelijnszorg) duidelijk beschrijven. Revalidatie Nederland en de VRA hebben de ontwikkeling van landelijke behandelmodules vervolgens voortvarend opgepakt. Het doel van de ontwikkeling van landelijke modules is om op termijn een modulaire productstructuur in te voeren. Hiermee wordt de relatie tussen de bekostiging (hoe worden revalidatie-aanbieders betaald) en de praktijkvoering (welke vorm van revalidatie wordt geleverd) inzichtelijk gemaakt en neemt de hanteerbaarheid van het systeem toe.
3. Het programma Behandelmodules en Bekostiging Het programma Behandelmodules en Bekostiging is gestart in 2013. In dat jaar zijn intensieve voorbereidingen getroffen. In 2014 zijn de behandelmodules beschreven. Enkele modules (waaronder voor kinderrevalidatie) volgen begin 2015. Een behandelmodule is een beschrijving van een aantal samenhangende zorgactiviteiten, gericht op een behandeldoel. Verschillende behandelmodules vormen samen de behandeling. Projectgroep en Stuurgroep Het programma Behandelmodules en Bekostiging staat onder leiding van een stuurgroep. In de stuurgroep hebben naast de VRA en Revalidatie Nederland de NZa, Verenso, DBC-Onderhoud, Zorgverzekeraars Nederland en Zorginstituut Nederland (voorheen CVZ) zitting. Voorzitter van de stuurgroep is Luikje van der Dussen, bestuurslid van de VRA en revalidatiearts bij Merem Behandelcentra. De stuurgroep is eindverantwoordelijk voor het hele project. Daarnaast is er een projectgroep die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het project. In de projectgroep hebben onder andere bestuurders van verschillende revalidatiecentra zitting. Voorzitter van de projectgroep is Rob Beuse, lid Raad van bestuur van De Hoogstraat Revalidatie. Tranches en werkgroepen Gedurende het project zijn verschillende werkgroepen bij elkaar gekomen om de behandelmodules te beschrijven. Hierbij is gekeken naar de inhoud van de medisch specialistische revalidatie. Wat doen we nu precies? Deze werkgroepen bestaan uit revalidatieartsen en managers van de revalidatie-instellingen (revalidatiecentra en revalidatieafdelingen van ziekenhuizen).
4. ‘Een gezamenlijk begrippenkader is essentieel voor de implementatie’ Het einde van 2014 is in zicht. Het afgelopen jaar zijn vrijwel alle behandelmodules beschreven. In 2015 worden ze geïmplementeerd. De redactie van de Nieuwsbrief Behandelmodules sprak hierover met Bert Eissens, bestuurder van het Centrum voor Revalidatie UMCG, en lid van de RN-bestuurscommissies Sturing & Financiering en Informatiebeleid & Marketing. Hem is gevraagd om in het kader van de behandelmodules voorzitter te zijn van de pilot, waarin pilotorganisaties proefdraaien met enkele behandelmodules. Deze pilot liep van september tot en met november 2014. Pilot Eissens vertelt: ‘Er zijn vier pilot organisaties: Reade, Merem Behandelcentra, Radboudumc en Centrum voor Revalidatie Beatrixoord. Wat op de tekentafel bedacht is, moest in de praktijk worden getoetst. Het was de bedoeling om zonder waardeoordeel te constateren waar we
tegenaan liepen.’ De vier pilotinstellingen zijn in september jongstleden gestart. De behandelmodules die op dat moment al klaar waren, met name op NAH-domeinen, zijn verdeeld. De ervaringen van de pilotinstellingen zijn opgenomen in een eindrapport, dat begin december verschenen is. ´Wat me tijdens de pilot is opgevallen, is dat de terminologie die we bij de vier instellingen gebruiken, niet eenduidig is’, licht Eissens toe. ‘Wat zijn precies behandelmodules? Wat noemen we generiek en wat specifiek? En wat is een assessment? Daar werd verschillend naar gekeken. Iedereen interpreteert het op zijn eigen manier. We hebben dus geconstateerd dat er een begrippenkader moet komen.’ ‘Maar er is nog een belangrijke constatering’, gaat Eissens verder. ‘We moeten goed uitleggen waarom we dit doen, wat we precies gaan doen en hoe we het gaan doen. Hoe krijgen we voor elkaar dat alle revalidatie-instellingen hiermee gaan starten? Dat bleek met de vier pilotinstellingen al een hele klus. De instellingen zijn verplicht om allemaal per 1 juli 2015 te registreren, dus ze moeten hier serieus mee aan de slag. Het is geen hobbyisme.’ Aanbevelingen In het eindrapport van de pilotinstellingen staan niet alleen de constateringen, maar ook aanbevelingen, onder ander over hoe alle instellingen begeleid kunnen worden bij de implementatie. Eissens: ‘We hebben geadviseerd een goede informatieset te maken, waarin ingegaan wordt op het waarom, wat en hoe. Het is immers van groot belang dat er vanaf 1 juli door alle instellingen geregistreerd gaat worden. Dat is nodig om te kijken of de behandelmodules bruikbaar zijn als toekomstig bekostigingsmodel.´ De instellingen hebben een half jaar de tijd om de behandelmodules te implementeren. De meeste behandelmodules zijn per 1 januari beschikbaar. De modules voor kinderrevalidatie komen als laatste beschikbaar, eind april 2015. Eissens adviseert een stappenplan. ‘Eerst is het van belang kennis te nemen van de behandelmodules zoals ze worden opgeleverd. Binnen de organisatie moet een projectstructuur worden opgezet die bestuurlijk gedekt wordt, maar ook draagvlak heeft bij de professionals. En er moet een timetable komen welke behandelmodules men in welke volgorde gaat implementeren. Vanaf 1 juli moeten alle behandelmodules geïmplementeerd zijn.‘ Valkuilen Uit de pilotinstellingen zijn verschillende valkuilen in de implementatiefase naar voren gekomen. Eissens noemt enkele voorbeelden: ‘Weerstand. Onbegrip. Automatisering die nog niet optimaal is ingeregeld. Dat de modules niet begrepen worden en er een verkeerde vertaalslag is naar de praktijk. Daar moeten de instellingen op voorbereid zijn. Het gaat erom het einddoel voor ogen te houden: op uniforme wijze registreren. Uniform, omdat er een gezamenlijke database opgezet moet worden. Maar hoe je dat organiseert, mag ieder huis op zijn eigen manier bepalen. Het is van belang elkaar daarbij te helpen met lessons learned.´ Ondersteuning De VRA/RN-projectgroep Behandelmodules en bekostiging bereidt een pakket aan ondersteuning voor. Dit pakket biedt onder meer vragen en antwoorden, terugkoppelmomenten en een helpdesk. Dit faciliteert de projectleiders in het realiseren van de implementatie van behandelmodules en tijdens het registratiejaar, dat daar op volgt. In die periode zullen de revalidatie-instellingen periodiek hun dataset aanleveren aan een centraal te vormen datacenter. Deze data worden geanalyseerd. Hieruit blijkt of ze kwalitatief goed en overal toepasbaar zijn. Ook wordt bekeken of de data een basis vormen voor een goede bekostigingssystematiek.
Eissens benadrukt dat behandelaren hun werk tijdens de registratieperiode niet anders moeten doen, maar dat ze hun werk zichtbaar moeten maken volgens de behandelmodules. ´We kijken straks welke onderdelen van de huidige behandeling aan behandelmodules toegeschreven kunnen worden. Niet alle onderdelen van de behandeling zijn te koppelen aan een behandelmodule. Wat overblijft, valt onder de “niet in modules beschreven MSR”. Het kan natuurlijk zijn dat er in de registratieperiode besloten wordt om voor sommige onderdelen alsnog een behandelmodule te schrijven of om bepaalde modules aan te passen. We gaan nog een paar keer terug naar de tekentafel.’ De overstap naar behandelmodules is een hele onderneming. Eissens is echter vol vertrouwen. ‘Ik heb gezien hoe sceptisch de pilotinstellingen in september waren, en hoe enthousiast en gedreven ze nu zijn. De betrokkenheid die is ontstaan, is hartverwarmend.‘
5. De stand van zaken Om de relatie tussen de bekostiging (hoe worden revalidatie-aanbieders betaald) en de praktijkvoering (welke revalidatiezorg wordt geleverd) inzichtelijk te maken en de hanteerbaarheid van het systeem te verbeteren is de medisch specialistische revalidatie (MSR) in 2014 modulair beschreven. Gezien het belang van een bruikbare dataverzameling voor de ontwikkeling van modulaire tarifering, vindt de invoering van de modulestructuur gefaseerd plaats. Modulestructuur 2015 beschikbaar vanaf vrijdag 19 december Gedurende het project zijn verschillende werkgroepen bij elkaar gekomen om de behandelmodules te beschrijven. Hierbij is gekeken naar de inhoud van de medisch specialistische revalidatie. Wat doen we nu precies en -belangrijker nog- wat maakt dat de ene patiënt een eenvoudige revalidatiebehandeling ontvangt en de ander een intensief traject? Naast generieke modules, die bij alle behandelingen kunnen voorkomen, zijn er specifieke modules. Hierin worden de onderdelen opgenomen die onderscheidend zijn voor de verschillende doelgroepen in de revalidatie. Ze beschrijven een revalidatiedoel dat specifiek is voor een bepaalde diagnosegroep. Tenslotte is er zorg die niet doorslaggevend is voor de totale omvang van de behandeling. Dit betreft alle overige revalidatiezorg die niet rechtstreeks samenhangt met ingezette behandelmodules (“niet in modules beschreven MSR”). Nadat de werkgroepen hun activiteiten hebben afgerond is door een Eindredactiegroep de consistentie van de gehele modulestructuur beoordeeld. Het eindresultaat is vanaf vrijdag 19 december beschikbaar via Revalidatie Kennisnet in de Kennisbank Sturing & Ondersteuning, rubriek Behandelmodules en Bekostiging (onder rapporten). Gezien de omvang zal de modulestructuur in twee delen worden geplaatst: Deel I op 19 december, Deel II volgt spoedig daarna. Update modulestructuur per 1 juli 2015 Voor enkele doelgroepen geldt dat modules later aan de instellingen beschikbaar worden gesteld. Het gaat hierbij om reumatische & gewrichtsaandoeningen, diabetesrevalidatie en modules voor kinderrevalidatie. Deze modules worden ontwikkeld en komen eind april 2015 beschikbaar. Ook zullen de praktijkervaringen in de eerste maanden van 2015, samen met nadere aanscherping en clustering van de modulestructuur door diverse partijen (intern en extern), leiden tot aanpassingen. De uitlevering van een aangepaste modulestructuur per 1 juli 2015 moet bijdragen aan duidelijkheid over de inzet van modules (wanneer welke module inzetten) en beperking van de lastendruk.
Registratiemogelijkheden vanaf 1 januari 2015 Vanaf 1 januari 2015 dienen de technische voorzieningen getroffen te zijn voor invoering van de modulestructuur. DBC-Onderhoud heeft hiervoor medio juli een gedeelte van de ICT-specificaties uitgeleverd als onderdeel van het DBC-pakket 2015. Eind december volgt een registratiehandleiding, waarmee de technische inregeling wordt ondersteund. Registratie van modules voor kinderrevalidatie is pas vanaf 1 juli 2015 mogelijk.
6. Veel gestelde vragen 1. Waarom voert de revalidatiesector behandelmodules in? Het doel van landelijke modules is om op termijn een modulaire productstructuur in te voeren. Hiermee wordt de relatie tussen de bekostiging (hoe worden revalidatieaanbieders betaald) en de praktijkvoering (welke revalidatiezorg wordt geleverd) inzichtelijk gemaakt. Hiermee kan de MSR haar unieke positie ten opzichte van andere revalidatievormen (onder andere geriatrische revalidatie en eerstelijnszorg) beschrijven. 2. Wanneer gaat de sector daadwerkelijk over op behandelmodules? Vanaf 1 januari 2015 kunnen de modules geregistreerd worden. Revalidatie-instellingen (revalidatiecentra en ziekenhuizen) hebben daarbij 6 maanden de tijd om de modulestructuur door te voeren in de organisatie. Vanaf 1 juli 2015 is aanlevering van de moduleregistratie een declaratieverplichting. Vanaf dat moment worden rekeningen zonder modulecodes niet meer betaald. Naar verwachting zal rond 2019 de bekostiging van de revalidatie op basis van behandelmodules plaatsvinden. Over het precieze invoeringsmoment wordt nog gesproken met de NZa. 3. Wat merkt de patiënt ervan? De patiënt merkt er wat de zorg betreft niets van. Wel zal het zich uiten in een duidelijkere rekening. 4. Wie merken er binnen de revalidatie-instellingen hier iets van? Vooral de zorgadministratie en de logistiek/planning zal hier veel van merken. Deze afdelingen moeten plannen in modules en niet in disciplines, zoals nu het geval is. Daarnaast zullen ook de artsen er bij de samenstelling van het behandelplan en bij de vormgeving van de behandelprogramma’s mee te maken krijgen. 5. Welke consequenties heeft de invoering van modules voor instellingen? In het voorjaar van 2014 heeft een praktijkonderzoek plaatsgevonden naar de invoering van Behandelmodules. Hiervoor zijn bij een aantal instellingen (Revant, Beatrixoord en Merem) de consequenties voor ICT, planning en behandelprogramma’s onderzocht. Als vervolg op dit onderzoek heeft in de periode september tot en met november een pilot plaatsgevonden met de ontwikkelde generieke en neurologiemodules. De geleerde lessen zijn verwerkt in de Handreiking invoering modulestructuur MSR. 6. Vervangt de moduleregistratie de zorgvraagindex? Partijen kijken verschillend naar de relatie tussen de zorgvraagindex en de moduleontwikkeling. Sommigen zien dit als concurrerende ontwikkelingen, anderen als afzonderlijke (of zelfs onderling versterkende) trajecten. Zo wordt de zorgvraagindex ook door een aantal instellingen gebruikt in het kader van de bedrijfsvoering, bijvoorbeeld ter ondersteuning van het jaarrekeningentraject. Per 2015 is registratie van de zorgvraagindex in ieder geval nog een declaratievereiste. Rekeningen zonder scores op de zorgvraagindex worden dus niet betaald.
7. Weten ICT-leveranciers wat zij voor invoering van de modulestructuur per 1 januari 2015 moeten doen? De afgelopen periode zijn de consequenties van invoering van modulair werken samen met enkele ICT-leveranciers (Ecaris en Chipsoft) onderzocht in een pilot. Op basis van de uitkomsten hiervan zijn de specificaties voor de verschillende softwarepakketten door ICTleveranciers ontwikkeld. Inrichting van de systemen vindt de komende periode plaats. Neemt u voor vragen contact op met uw ICT-leverancier. 8. Hoeveel DBC-producten zijn er in 2019? Tijdens de uiteindelijke gegevensanalyses (naar verwachting eind 2017) worden de meest voorkomende combinaties van ingezette modules geïnventariseerd. Daarbij wordt beoordeeld of dit ook geschikt is voor bekostiging. Dan wordt duidelijk hoeveel DBCproducten nodig zijn. Het is dus niet zo dat per module betaald zal gaan worden. 9. Is er voorlichtingsmateriaal beschikbaar? Er is via Revalidatie Kennisnet een animatie beschikbaar waarin op begrijpelijke manier wordt uitgelegd wat er precies gaat veranderen. De animatie en te downloaden via het menu-item Instrumenten/toolbox (onder behandelmodules en bekostiging in de Kennisbank Sturing & Organisatie). Deze animatie is te gebruiken voor communicatieactiviteiten richting medewerkers, maar ook voor stakeholders. U kunt deze bijvoorbeeld op uw intranet plaatsen of gebruiken in een presentatie. Daarnaast kunt u uiteraard de nieuwsbrieven behandelmodules intern verspreiden. Tenslotte zijn de modulestructuur MSR 2015, de Toelichting moduleraamwerk en de Handreiking invoering modulestructuur MSR beschikbaar ter voorbereiding op de invoering van de modulestructuur. 10. Klopt het dat voor bepaalde doelgroepen nog geen modules beschikbaar zijn? Wat moet hiervoor wanneer geregistreerd worden? Dat klopt. Voor reumatische & gewrichtsaandoeningen, diabetesrevalidatie en kinderrevalidatie worden modules ontwikkeld die eind april 2015 beschikbaar komen. Tot die tijd kunnen voor die diagnosegroepen uitsluitend generieke modules en “niet in modules beschreven MSR” worden geregistreerd. Voor kinderrevalidatie kan pas vanaf 1 juli 2015 geregistreerd worden. 11. Hoe begint mijn instelling met de invoering van de modulestructuur? Start met de inrichting van een projectorganisatie binnen uw organisatie en bestudering van de beschikbare documenten: Modulestructuur MSR 2015, Toelichting moduleraamwerk MSR, Implementatiehandreiking modulestructuur MSR. Verdeel hierna de taken en rollen binnen uw projectorganisatie. 12. Waar kan ik terecht met vragen? Mocht u bij de invoering van modules binnen uw organisatie inhoudelijke onduidelijkheden ervaren, dan verzoeken wij u die kenbaar te maken via het hiervoor ingestelde Meldpunt modules:
[email protected] - Voor vragen van technische aard (over codes, registratiespecificaties, etc.) raden wij u aan om contact op te nemen met de Helpdesk Ziekenhuiszorg van DBC-Onderhoud: Telefoon: 030 - 285 08 88 E-mail:
[email protected]
Revalidatie Kennisnet Ter ondersteuning van kennisuitwisseling tussen instellingen is een groep aangemaakt op Revalidatie Kennisnet: Projectleiders implementatie modules. Hier kan uw lokale projectleider terecht voor uitwisseling van ervaringen.
7. Implementatie De periode van januari tot en met juni 2015 staat in het teken van invoering van de modulestructuur binnen de instellingen. Ter ondersteuning van dit proces zijn twee belangrijke informatieproducten beschikbaar: 1. Toelichting moduleraamwerk In dit document wordt het principe van modulaire opbouw van revalidatiebehandeling toegelicht. Daarbij wordt bijvoorbeeld ingegaan op de functie van modules, het onderscheid naar behandelfases, en de relatie met bijvoorbeeld behandelvormen en diagnostiek. 2. Implementatiehandreiking modulestructuur MSR De implementatiehandreiking bevat informatie over de toepassing van modules in de praktijk. Onderwerpen die hierin geadresseerd worden zijn: - Het plannings- en registratieproces; - Uitwerking van modules door revalidatie-instellingen; - Proces van invoering van modules binnen de organisatie. Zo wordt bijvoorbeeld geadviseerd om lokale projectteams in te stellen om dit veranderproces te begeleiden. Begin 2015 zal algemeen voorlichtingsinformatie beschikbaar komen dat bijvoorbeeld gebruikt kan worden voor bespreking binnen of met de medische staf. Al deze informatieproducten worden geplaatst op Revalidatie Kennisnet. Zodra nieuw materiaal op Revalidatie Kennisnet beschikbaar komt, dan worden de instellingen hiervoor geïnformeerd. Landelijke monitoring In april & mei 2015 zullen regiobijeenkomsten plaatsvinden om de voortgang van het invoeringsproces met instellingen te bespreken. Hiervoor zullen resultaten van maandelijkse gegevensaanleveringen door instellingen (Landelijke Monitor) worden verzameld als inbreng.
Voor meer algemene informatie over het project Behandelmodules en Bekostiging kunt u ook terecht op Revalidatie Kennisnet.