Gynaecologie
Behandeling van stress-urine-incontinentie TVT-O Binnenkort gaat u naar het ziekenhuis voor de behandeling of operatie van uw urine-incontinentie. U heeft hierover mondeling informatie ontvangen van uw specialist. In deze folder kunt u dit nog eens nalezen. Informatie over uw opname in het ziekenhuis staat in het patiëntenmagazine Hofpoort Info. In de folder ‘Algehele of plaatselijke anesthesie bij een operatie’ vindt u informatie over narcose/plaatselijke verdoving en pijnbestrijding voor en na de operatie. U ontvangt een brief met uw opnamedatum, de plaats en de eventuele voorbereidingen. Hoe ontstaat stress-urine-incontinentie? Als u wel eens urineverlies heeft wanneer u hoest, rent, lacht, niest of vrijt... Dan heeft u last van stress-incontinentie of inspanningsincontinentie. Dit betreft geen emotionele stress maar “stress” bedoeld als druk in de buik. In geval van stress-incontinentie loopt er urine uit de blaas, als de druk in de buik bij inspanning omhoog gaat. De spieren en banden die de blaas ondersteunen, vormen een stevige bodem, de bekkenbodem genoemd. De bekkenbodem ondersteunt de buikinhoud waaronder de blaas. Normaal zorgt een stevige bekkenbodem dat de urinebuis wordt dichtgedrukt tegen de “harde bekkenbodem”. Verslapt de bekkenbodem door bijvoorbeeld een bevalling of een operatie dan is er geen stevige ondergrond meer. Een slappe bekkenbodem veert mee en bij een plotse drukverhoging op de blaas zoals bij tillen, lachen of sporten, slagen de bekkenbodemspieren er niet meer in om de urinebuis perfect dicht te drukken. Zelfs bij een blaas die maar licht is gevuld, kan bij de minste beweging de urine ontsnappen, terwijl er geen specifieke aandrang is en zonder dat men het kan tegenhouden. Deze vorm van incontinentie komt het meest voor: 1 op de 4 vrouwen van boven de 35 jaar heeft er last van. Wat u zelf kunt doen Het krijgen van urine-incontinentie is niet te vermijden. U kunt echter de effecten ervan beperkt houden door bepaalde regels voor een gezonde levenswijze in acht te nemen of gepaste maatregelen te nemen. Als u bent bevallen De zwangerschap en bevalling vormen een zware belasting voor bekkenbodemspieren, sluitspier en buikspieren. Ook het evenwicht in de rug is veranderd. Zwangerschapsgymnastiek voor- en na de bevalling zorgt dat de buik- en bekkenbodem-spieren in optimale conditie verkeren en vermindert het risico op het later optreden van urine-incontinentie.
15131416
Let op uw gewicht Als u de neiging heeft gemakkelijk aan te komen, let u dan op uw gewicht. Overgewicht bevordert urineverlies bij inspanning.
Drink voldoende maar niet te veel Ons lichaam moet elke dag vocht opnemen. Het wordt aanbevolen om anderhalve liter water per dag te drinken, wat meer in geval van sportieve activiteit. Nog meer drinken leidt tot vaker plassen wat schadelijk kan zijn voor de blaas: deze mag onder normale omstandigheden niet meer dan 2 liter urine per 24 uur opvangen. Bij een grotere hoeveelheid bestaat het risico van toename van urineverlies, maar het kan ook leiden tot een instabiele blaas of vasthouden van urine door uitrekken van de blaas. Onderhoud van de spieren De meeste sportactiviteiten hebben een gunstige invloed op zowel de gezondheid als op de geest. Sommige sportactiviteiten kunnen echter urineverlies bevorderen als ze op een hoog niveau of te vaak worden beoefend: hardlopen, atletiek en ook aerobics. Vraag uw arts of fysiotherapeut advies indien u vermoedt dat uw urineverlies een gevolg is van intensieve sportbeoefening. Behandelmethoden Bij stress-urine-incontinentie zijn verschillende soorten behandelingen mogelijk. De behandeling is afhankelijk van uw klachten en de bevindingen van het onderzoek. Lichte vorm van incontinentie Het ligt voor de hand om met de minst ingrijpende behandeling, de conservatieve behandeling te starten, in dit geval fysiotherapie. Fysiotherapie Het doel van fysiotherapie is de storingen in het afsluitmechanisme van de urineblaas te verhelpen door training en versterking van de bekkenbodemspieren. • Bekkenbodemtraining • Bekkenbodemtraining met intravaginale kegeltjes • Bekkenbodemtraining d.m.v. elektrostimulatie resp. bio-feedback • Elektrostimulatie • Houdingstherapie • Gedragstherapie Bekkenbodemtraining Met name bij lichte stress-incontinentie schrijft uw arts u een bekkenbodemtraining onder leiding van een fysiotherapeut voor. Tijdens de training maakt u kennis met oefeningen waarmee u de bekkenbodemspieren bewust leert samentrekken en zo versterkt. Bekkenbodemtraining met intravaginale kegeltjes Intravaginale kegeltjes zijn conisch toelopende kegeltjes met een verschillend, oplopend gewicht. Het kegeltje wordt in de vagina gebracht en blijft daar zitten door het aanspannen van de bekkenbodemspieren. Net als bij een haltertraining gebruikt u bij een toenemende kracht van uw bekkenbodemspieren steeds zwaardere kegeltjes, totdat de bekkenbodem zo sterk is dat deze zijn natuurlijke functie weer kan uitoefenen. Bekkenbodemtraining door middel van elektrostimulatie respectievelijk bio-feedback Bij elektrostimulatie worden de spieren van de bekkenbodem met elektrische impulsen geprikkeld, zodat deze gestimuleerd en versterkt wordt. Een bio-feedbackapparaat geeft door middel van signalen de vorderingen weer van de training. Elektrostimulatie Dit is een passieve methode die eveneens bedoeld is voor het versterken van de bekkenbodemspieren. In de vagina wordt een soort plastic kaars ingebracht voorzien van elektroden die elektrische stroompjes afgeven. Deze stroompjes zijn afgestemd op de pathologie en de beoogde effecten.
Elke sessie duurt ongeveer 15 minuten en na het bereiken van de eerste resultaten, na een beperkt aantal sessies, moet er worden gestopt met de elektrische stimulatie ten gunste van een actievere spiertraining. Een nieuwe benadering van elektrostimulatie is erop gericht de weefsels en slijmvliezen in de bekkenbodem te stimuleren door het opwekken van elektrische stroompjes. Houdingstherapie Deze is gericht op vrouwen die last hebben van vervorming van de wervelkolom (dorsale kyfose of bolle borstkromming, of lordose of holle lendenkromming). De correctie van de houding vindt plaats onder leiding van een gespecialiseerd fysiotherapeut of een ander paramedicus. Gedragstherapie Deze therapie heeft als doel de plasgewoonten van de patiënte te wijzigen. De patiënte houdt in een schema haar vorderingen bij, tegelijk met de hoeveelheid vochtinname en het aantal urinelozingen in de loop van de dag. Als conservatieve behandeling niet aanslaat Als conservatieve behandeling niet het gewenste effect oplevert, wordt doorgaans chirurgie aangeraden. Uw behandelend arts zal u de mogelijke behandelingen met de voor- en nadelen voorleggen. In overleg met hem/haar kunt u een keuze maken. Chirurgie Een operatie heeft als voordeel dat uw klachten verminderen of verdwijnen. U moet er alleen wel rekening mee houden dat een operatie een kleine kans op complicaties met zich meebrengt en dat de klachten na een aantal jaren kunnen terugkeren. Voor stress-urine-incontinentie bestaan verschillende soorten operaties: • TVT-O / TVT-methode • Intra-urethrale injecties TVT-methode Een van de meest succesvolle en minst gecompliceerde methoden is de TVT-methode. Deze methode heeft de afgelopen jaren veel terrein gewonnen omdat er uitstekende resultaten mee zijn behaald en de operatie minimaal belastend is voor de patiënte. TVT staat voor Tension-Free Vaginal Tape, ofwel een spanningsvrije vaginale band. Deze band wordt midden onder de urinebuis geplaatst en ondersteunt deze bij belastingen als hoesten, lachen of tillen. De ingreep Het TVT-O en TVT bandje zijn identiek maar de wijze van inbrengen verschilt. Bij de TVTO-ingreep wordt het bandje onder de urinebuis geplaatst en komt door het obturator van het bekken (zie afbeelding) ongeveer ter hoogte van de plooien van het dijbeen naar buiten. Bij de TVT-ingreep komen de uiteinden van het bandje naar buiten aan de buikzijde net boven het schaambeen. In de meeste gevallen wordt gekozen voor de TVT-O ingreep.
Links: TVT-ingreep, rechts: TVT-O-ingreep
De TVT-O-ingreep De ingreep wordt meestal onder algehele of spinale verdoving uitgevoerd. Vaak krijgt u ook pijnstillende en kalmerende middelen toegediend. U heeft dus geen pijn, en de kalmerende middelen zorgen ervoor dat u zich rustig voelt. Wanneer de verdoving begint te werken, maakt de specialist twee kleine sneetjes in de liezen en eentje van 1,5 cm in de vagina, vlak onder de urinebuis. Er wordt een doorgang voorbereid aan weerszijden van de urinebuis; daarna wordt hier met een speciaal instrument een bandje onder geplaatst. Dit bandje wordt vervolgens spanningsvrij, als een soort hangmat, onder de urinebuis gelegd zodat deze voortdurend, en met name tijdens inspanning, wordt ondersteund en elk urineverlies wordt tegengegaan. Tijdens de ingreep kan de specialist u vragen te hoesten om te controleren of het bandje goed zit. Wanneer er geen urineverlies meer optreedt, is de ingreep geslaagd. De ingreep duurt in totaal ongeveer 30 minuten. Intra-urethrale injecties Deze zijn geïndiceerd bij sfincterinsufficiëntie of als de TVT operatie niet uitgevoerd kan worden. De ingreep bestaat uit het inspuiten van een gel in de wand van de urinebuis. Deze injecties zorgen voor een vernauwing van de urinebuis waardoor de urine minder gemakkelijk kan uitstromen. De slagingspercentages zijn over het algemeen wat lager dan bij de bovenstaande andere ingrepen, daarentegen is deze ingreep weinig belastend voor de patiënte. Voorbereiding op de operatie U heeft van te voren een gesprek op het preoperatief spreekuur met de anesthesist. Daar krijgt u naast algemene opname-informatie ook informatie over de narcose of andere vorm van verdoving en pijnbestrijding. U hoort ook vanaf welke tijdstip u niets meer mag eten en/ of drinken. Voordat u geopereerd wordt zal bloedonderzoek worden verricht. Afhankelijk van uw leeftijd en algemene conditie worden tevens foto’s van hart en longen en een hartfilmpje gemaakt, dit gebeurt op de polikliniek. Medicatieoverzicht Neem altijd uw actueel medicatieoverzicht mee. Dit overzicht kunt u krijgen bij uw apotheek. Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Meld dit dan vooraf aan uw specialist. Bepaalde medicijnen mag u voor de operatie niet meer slikken. Het gebruik van bloedverdunners zoals Sintrom (Acenocoumarol) of Marcoumar moet in overleg met de behandelend arts tijdelijk worden gestopt. Uw specialist zal dit met u bespreken. Vervoer naar huis Na de ingreep mag u niet zelf naar huis rijden. Op de dag van de operatie U meldt zich nuchter (niet eten en/of drinken) op de afgesproken tijd en plaats. Na de operatie U heeft in principe een katheter voor 24 uur. Indien de situatie het toe laat en de ingreep vroeg op het ochtendprogramma staat, wordt de blaas eenmalig op de operatiekamer leeg gemaakt en kan de ingreep in dagbehandeling plaats vinden. Als de katheter is verwijderd en u heeft zelf geplast, wordt met een echo gecontroleerd of de blaas daadwerkelijk nagenoeg leeg is. Soms duurt het een aantal dagen voordat u in staat bent zelf te plassen en hierbij de blaas geheel te ledigen. Afhankelijk van de situatie krijgt u dan opnieuw voor een aantal dagen een katheter of u leert uzelf te katheteriseren. De eerste dagen na de operatie zijn het moeilijkst. Dit wordt veroorzaakt door de wondpijn en de narcose. De hechtingen in de liezen en vagina kunnen een trekkend gevoel geven. Na een paar dagen verbetert uw toestand snel. Gewoonlijk kunt u na 1 dag of eventueel de zelfde dag naar huis.
4
Risico’s en complicaties Bij elke operatie, hoe klein ook, kunnen complicaties of bijeffecten optreden: • Bij een operatie is er altijd bloedverlies. Over het algemeen is er bij deze ingreep weinig bloedverlies. • De algehele of plaatselijke verdoving (anesthesie) brengt risico’s met zich mee. Als u verder gezond bent, zijn deze risico’s klein. Na de operatie kunt u last hebben van duizeligheid, slapeloosheid, moeheid, concentratiestoornissen, buik- en/of rugpijn. Deze klachten zijn vervelend maar niet ernstig. • Bij een operatie krijgt u meestal een katheter (slangetje) in de blaas die enige tijd blijft zitten. Soms ontstaat daardoor een blaasontsteking. Deze infectie is lastig en kan pijnlijk zijn, maar is goed te behandelen. Onderstaande complicaties komen zelden voor: • Er kan een inwendige nabloeding optreden. Een bloeduitstorting kan het lichaam meestal zelf verwerken, maar het herstel duurt dan wat langer. Bij een ernstige nabloeding is soms een tweede operatie nodig. • Bij het opereren zelf kunnen complicaties optreden. De urinewegen kunnen beschadigd worden. Dit is goed te behandelen, maar het vraagt extra zorg en het herstel zal langer duren. • Bij elke operatie is er een risico op het ontstaan van een infectie of trombose (het ontstaan van stolsels in de bloedvaten). • Het bloot komen te liggen van het bandje in de vagina. • Pijn bij het vrijen. Leefregels en adviezen na TVT-O / TVT Eerste 2 weken: Gun u zelf voldoende rust. U mag: 1. 1-2 uur achtereen lopen (geen hond aan de riem uit laten). 2. zittende activiteiten zonder lichamelijk belasting uitvoeren (bijvoorbeeld: piano spelen, was opvouwen en dergelijke). 3. tillen tot 5 kg. Na 2 weken: U mag: 1. tillen zwaarder dan 5 kg. 2. fietsen. Na 3 weken: U mag sporten. Rustig beginnen en langzaam opbouwen. Na 4 weken: U mag gemeenschap hebben. Werken na de operatie In het algemeen kunt u uw werk na 1 week weer hervatten, rekening houdend met bovenstaande leefregels. Autorijden Als zitten niet te pijnlijk is, kunt u weer autorijden. Uw reactievermogen kan tijdelijk verminderd zijn. Gaat u daarom goed na of dit (weer) in orde is voordat u gaat autorijden.
5
Overig U kunt een paar dagen pijn in de liezen of bovenbenen hebben. Deze klachten zijn meestal binnen 2 weken over. De kleine wondjes in de liezen hebben geen bijzondere verzorging nodig. Het wondje in de vagina geeft zelden problemen. Het kan in de eerste week wat bloederige afscheiding geven. Als er meer afscheiding is, kunt u twee keer per dag met de douche de buitenkant van de vagina schoon spoelen. Bij pijn kunt u zo nodig Paracetamol gebruiken tot maximaal 4x 1000 mg per dag. Douchen mag al meteen. Wacht met het nemen van een bad tot de bloederige afscheiding is gestopt en gebruik in deze periode geen tampons. De eerste weken treedt soms nog urineverlies op. Ook kunt u tijdelijk meer aandrang voelen. Sommige vrouwen hebben het gevoel ‘over een weerstand’ te plassen. Dat gevoel kan tot 3 maanden aanhouden maar verdwijnt later vanzelf. Contact opnemen Als u het vermoeden van een blaasontsteking hebt, kunt u contact opnemen met de huisarts. Als het plassen niet goed lukt, kunt u het beste contact opnemen met onze poli (T 0348 42 72 86 in kantooruren) of afdeling (T 0348 42 74 80). Ook bij aanhoudende pijnklachten of als u ongerust bent, kunt u direct met ons contact opnemen. De één herstelt sneller dan de ander. Soms is er een complicatie waardoor het langer duurt. Als u merkt dat bepaalde activiteiten nog vermoeiend zijn, kunt u beter een stapje terugdoen. Gun uw lichaam de tijd om te herstellen. De regels geven u een richtlijn. Controle afspraak poli U krijgt ongeveer 6 weken na de ingreep een afspraak met uw gynaecoloog. Er wordt gevraagd hoe het met u gaat, of de operatie geholpen heeft en of er problemen met het plassen zijn. Er wordt gekeken of het bandje goed onder het weefsel in de vagina ligt. Vragen of problemen Heeft u na de operatie problemen of dringende vragen, dan kunt u op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur de polikliniek bellen T 0348 42 72 86. De eerste avond en nacht na thuiskomst na uw operatie belt u bij dringende problemen (hoge koorts, veel bloedverlies of niet meer kunnen uitplassen) de afdeling Gynaecologie T 0348 42 74 80. Daarna kunt u bij vragen contact opnemen met uw huisarts of tijdens avonden en weekenden met de Huisartsenpost T 0900 4701470. Vragen Heeft u na het lezen van deze informatiefolder nog vragen, stelt u deze dan aan uw gynaecoloog of belt u met de polikliniek Gynaecologie, T 0348 42 72 86. Voor meer informatie verwijzen wij u naar www.zuwehofpoort.nl; type bij zoeken gynaecologie. Kosten In Nederland worden de meeste ziekenhuisbehandelingen rechtstreeks met de zorgverzekeraar afgehandeld. Niet alle ingrepen en behandelingen vallen onder het basispakket en daarbij heeft u een eigen risico. • Informeer altijd vooraf bij uw zorgverzekeraar of u voor een (volledige) vergoeding van uw behandeling in ons ziekenhuis in aanmerking komt. • Bent u onverzekerd dan krijgt u zelf de rekening van uw behandeling toegestuurd. • Voor de vergoeding van ziekenhuiszorg heeft u altijd een verwijzing nodig van uw huisarts of andere specialist. • Neem altijd uw legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs) en uw verzekeringspas mee bij een bezoek aan het ziekenhuis. Meer informatie vindt u op www.zuwehofpoort.nl > kosten.
Bronvermelding Deze brochure is afkomstig van de polikliniek Gynaecologie en samengesteld op basis van informatie van de Nederlandse Vereniging van Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en website www.stress-incontinentie.nl. Registratie Om te voldoen aan de eisen van de beroepsverenigingen en kwaliteitsregisters worden uw gegevens opgeslagen voor naslag en eventueel wetenschappelijk onderzoek. In het Hofpoort Ziekenhuis wordt gewerkt met een opting out-procedure. Dat wil zeggen, uw gegevens worden vertrouwelijk gebruikt, tenzij u kenbaar maakt, hieraan niet deel te willen nemen. Uw gezondheidsgegevens worden, volgens de geldende wetten en bepalingen, getoond aan en verwerkt door uw eigen arts en een wetenschappelijk comité. Uw gezondheidsgegevens worden verwerkt in het oogpunt van het register, voor additioneel wetenschappelijk onderzoek en voor de wetenschap in het algemeen, steeds rekening houdend met de medische en farmaceutische wetgevingen en wetgevingen in het algemeen. Uw persoonsgegevens worden gecodeerd met als doel uw privacy te beschermen. Uw arts zal een lijst bijhouden met de link tussen uw persoonsgegevens en de codering. Wetgevende overheden, leden van het Ethisch Comité en lokaal onderzoekspersoneel kunnen toegang hebben tot deze lijst met als doel uw gegevens te inspecteren en te bestuderen ter controle van de klinische en wetenschappelijke onderzoeksprocedures, in zoverre beschreven in de wet, en dit zonder de privacy in het gedrang te brengen. Indien de resultaten van het wetenschappelijk en klinisch onderzoek worden gepubliceerd zal ten allen tijde uw identiteit confidentieel blijven. U heeft het recht om toegang te vragen tot uw persoonlijke gegevens, via uw arts, en om verbeteringen toe te brengen aan de incorrecte gegevens. Uw recht tot toegang tot uw persoonlijke gegevens kan evenwel worden uitgesteld indien dit het gebruik van het register zou verstoren. Indien u uw toelating intrekt, kan de onderzoeker sommige van uw gezondheidsgegevens verder gebruiken indien dit is toegestaan door de wetgeving.
Februari 2015
Zuwe Hofpoort Ziekenhuis Polanerbaan 2 3447 GN Woerden T 0348 42 79 11 I www.zuwehofpoort.nl