EuropeAid
De efficiënte vorm van ontwikkelingshulp ?
Begrotingssteun
Europese Commissie Dienst voor Samenwerking EuropeAid Wetstraat 41, B-1049 Brussel Fax : (32-2) 299 64 07 E-mail :
[email protected] Internet http://ec.europa.eu/world http://ec.europa.eu/europeaid http://www.un.org/millenniumgoals http://ec.europa.eu/europeaid/how/delivering-aid/budget-support
Deze brochure is beschikbaar in het Nederlands, Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans en Portugees. De Europese Commissie noch een ander die handelt namens de Commissie is verantwoordelijk voor het gebruik dat van de volgende informatie wordt gemaakt. Ontwerp: Tipik Communication Agency ISBN: 978-92-79-10370-4 © Europese Gemeenschappen, 2009 Reproductie is toegestaan met bronvermelding. Gedrukt in België
VOORWOORD
Begrotingssteun De efficiënte vorm van ontwikkelingshulp ?
I
n een voortdurend veranderende wereld moeten wij meeveranderen en oplossingen zien te vinden voor nieuwe en soms grote uitdagingen. Op het terrein van ontwikkelingshulp bijvoorbeeld, hebben mondialisering, klimaatverandering en recenter de stijgende olie- en voedselprijzen het beeld in een paar jaar tijd veranderd. Regeringen van ontwikkelingslanden moeten leren omgaan met nieuwe risico’s en nieuwe kansen moeDe heer ten worden aangegrepen. Tegelijk moeten ze hun Koos Richelle land leiden naar de ontwikkeling die op de duur Directeur Generaal verbetering zal brengen in het leven van hun burgers. Dienst voor De ontwikkelde landen moeten dit proces onderSamenwerking steunen, ook met ontwikkelingshulp. EuropeAid
Deze nieuwe realiteit vergt constante aanpassing en vernieuwing, zowel in theorie als in praktijk, zowel van ontwikkelingslanden als van internationale donoren. In de Europese Commissie en in het bijzonder bij de Dienst voor Samenwerking Europeaid zijn we ons pijnlijk bewust van de noodzaak om onze methoden verder te verbeteren om aan de behoeften en de verwachtingen van onze partners te kunnen beantwoorden. Met het oog daarop heeft de Europese Commissie de toekenningen van begrotingssteun in onze hulpprogramma’s uitgebreid. Begrotingssteun is steun die rechtstreeks wordt gestort in het staatsbudget van een ontwikkelingsland. We zijn tot deze omschakeling gekomen omdat we van mening zijn dat begrotingssteun, in de juiste omstandigheden, doeltreffender is dan andere vormen van ontwikkelingshulp. Niet alleen omdat die vorm de financiering verbetert van de “eigen” ontwikkelingsplannen, maar meer nog omdat hij de kennis en de vaardigheden ter plaatse vergroot om overheidsdiensten en -investeringen te beheren die nodig zijn voor de ontwikkeling van het land. Bovendien zou begrotingssteun op termijn de administratieve last moeten verlichten die ontwikkelingshulp voor het bestuur van ontwikkelingslanden kan betekenen. Al deze
factoren zouden ontwikkelingshulp efficiënter moeten maken. Dit betekent uiteraard dat de controle over de fondsen wordt overgedragen aan de partnerregeringen en dat kan een risico inhouden voor de donor. Het meest voor de hand liggende gevaar is ongetwijfeld misbruik. Maar is uiteindelijk het grootste gevaar niet, dat we de ontwikkelingslanden níet helpen om hun ontwikkelingsdoelen te bereiken? Eerlijk gezegd gelden deze risico’s, waar al zo vaak over gediscussieerd is als het over begrotingssteun gaat, evenzeer voor andere vormen van hulp. Als het erop aankomt, is ontwikkelingshulp op zich een riskante zaak, want de situatie in ontwikkelingslanden is per definitie verre van ideaal. Maar dat moet ons er niet van weerhouden om door te gaan. Integendeel, we moeten juist ambitieus durven zijn, maar tegelijk voorzichtig bij de beoordeling van de risico’s. En bovenal moeten we met kalmte en overleg kunnen beslissen, met de grootste transparantie. Bij de Europese Commissie nemen we dit soort beslissingen niet lichtvaardig. Elke beslissing over begrotingssteun wordt pas genomen na zorgvuldige afweging van de potentiële gevaren en voordelen en van het juiste evenwicht tussen begrotingssteun en andere vormen van hulp. Meer in het algemeen ben ik van mening dat we een open discussie moeten voeren over wat werkt, in welke omstandigheden en waar. In die geest heeft EuropeAid deze brochure over begrotingssteun gemaakt. Hij laat zien hoe dit instrument werkt, waar en hoe de Commissie hulp in deze vorm biedt en waarom we bij EuropeAid vinden dat het een belangrijk onderdeel van ons instrumentarium is. Tenslotte moet begrotingssteun – net als ieder ander instrument – niet beoordeeld worden op basis van theoretische discussies over de potentiële voor- en nadelen. Net als bij andere programma’s moet worden gekeken naar de resultaten die er ter plaatse, in de ontwikkelingslanden, mee worden behaald.
03
INTRO
T
egen een achtergrond van controverses zijn de stemmen vóór begrotingssteun de laatste twintig jaar steeds luider geworden. Met voorstanders die deze vorm van hulp de hemel in prijzen en tegenstanders die hem verguizen, laat de polemiek weinig plaats voor een kalme analyse. Eén belangrijke reden daarvoor is dat, in tegenstelling tot de traditionele hulp aan afzonderlijke projecten, donoren niet de wegen kunnen aanwijzen die ze hebben aangelegd of de scholen die ze hebben gebouwd. Begrotingssteun is een rechtstreekse overmaking van geld naar de begroting van een partnerland ter ondersteuning van zijn economische en sociale hervormingen of zijn beleid ter bestrijding van de armoede. Als je de tegenstanders moet geloven, kan deze hulp makkelijker verkeerd worden aangewend. Het is waar dat het vertrouwen tussen partners een belangrijke rol speelt, maar er zijn ook een aantal garanties voor vereist. Begrotingssteun is een ingewikkeld proces waar nog volop aan gewerkt wordt, die vraagt om een evenwichtige benadering en een zorgvuldige afweging van de voor- en de nadelen. Het groeiend succes van begrotingssteun is de weerslag van de pogingen om ontwikkelingshulp in zijn geheel doeltreffender te maken. Al blijft de financiering van traditionele projecten een nuttig en belangrijk instrument, het leent zich niet altijd voor nieuwe ontwikkelingen, waaronder de Millenium Doelstellingen voor Ontwikkeling (MDO)1, die willen dat de armoede in de wereld tegen 2015 met de helft is teruggebracht. Het wordt dus de hoogste tijd om met de best toegespitste oplossingen te komen. Begrotingssteun dringt zich vandaag op als een modern en vérstrekkend middel. Hij komt tegemoet aan de behoeften van de partnerlanden doordat hij hun eigen nationale beleid en prioriteiten en hun inspanningen voor ontwikkeling en economische en sociale hervormingen medefinanciert. In 2006 begon de Europese Unie hieraan te werken met de Europese Consensus voor ontwikkeling, die tracht de kwaliteit en het effect van de hulp te verbeteren. De Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de OESO heeft er in 2006 een eerste gunstige beoordeling over gemaakt. Met andere woorden: al is begrotingssteun misschien niet het antwoord op alle problemen, het is evenmin de eenvoudigste oplossing die, als je zijn tegenstanders moet geloven, erin bestaat “het geld in het water te smijten en carte blanche te geven aan de begunstigden”. In tegendeel, hij vereist voortdurende dialoog met het partnerland en blijvende hulp bij het beheer van de overheidsuitgaven. Het gaat echter niet om een strijd tussen twee rivaliserende meningen, begrotingssteun tegenover projectsteun. De ene vorm van ontwikkelingshulp sluit de andere niet uit, ze vullen elkaar aan en zijn antwoorden op verschillende omstandigheden.
1 De MDO’s, die op de Milleniumtop in september 2000 door de Verenigde Naties zijn geformuleerd, zijn acht doelstellingen die in 2015 bereikt moeten zijn: uitroeien van extreme armoede en honger, basisonderwijs voor iedereen, gelijke behandeling voor vrouwen en mannen en een betere positie voor vrouwen, kindersterfte terugdringen, de gezondheid van moeders verbeteren, HIV/AIDS, malaria en andere ziekten bestrijden, een duurzaam milieu garanderen en een wereldwijde ontwikkelingssamenwerking tot stand brengen.
Begrotingssteun De efficiënte vorm van ontwikkelingshulp ? HOOFDSTUK
Wat is begrotingssteun ? Begrotingssteun is een rechtstreekse overmaking van geld naar de begroting van een partnerland. In de praktijk betekent het dat donoren hun steun overmaken op een rekening van de schatkist bij de centrale bank van het begunstigde land. Daarmee maakt het geld deel uit van de begroting van dat land. De ontvangende Staat bepaalt dan welke prioriteiten en programma’s ermee worden gefinancierd, binnen het kader van een dialoog met de donoren. De hulp wordt voor een aantal jaren toegezegd en in porties uitbetaald. In het algemeen kan men zeggen dat begrotingssteun wordt gebruikt om het nationale beleid ter bestrijding van de armoede, economische en sociale hervormingen of structurele strategieën financieel te versterken. Het begunstigde land kiest deze doelen zelf. De Europese Commissie geeft twee soorten begrotingssteun; allebei gaan ze naar de begroting van de overheid en ze worden volgens dezelfde criteria toegekend, maar ze hebben een verschillend doel. Algemene begrotingssteun (ABS) Bij ABS worden de fondsen overgemaakt naar de algemene begroting zonder tevoren ergens aan te zijn toegewezen. Ze dienen voor het globale beleid van het partnerland. ABS moet zich vertalen in concrete resultaten op macro-economisch gebied, een goed beheer van de overheidsuitgaven, terugdringen van de armoede of economische en sociale hervormingen. ABS wordt gebruikt in Staten waar ontwikkelingssamenwerking een grote rol speelt, in de armste landen van Afrika bijv., en waar de Europese Commissie een algemene discussie kan voeren met de regering over de vele kanten van haar ontwikkelingsbeleid en haar economische hervormingen. Dit soort steun is met name bedoeld voor
landen die de armoede bestrijden (Burkina Faso, Ghana, Mozambique, Nicaragua, Uganda, Rwanda en Vietnam) en wordt veelal gegeven als een nationaal strategisch kader ter bestrijding van de armoede, maar hij gaat ook naar landen die een algemene hervorming van de economie nastreven (Marokko bijv.) of die zich herstellen van een conflict (zoals Haïti). Sectorale begrotingssteun (SBS) Sectorale begrotingssteun bestaat ook uit overmakingen naar de algemene begroting die niet tevoren zijn toegewezen aan bepaalde uitgaven, maar ze zijn bestemd voor het beleid in een specifieke sector. Dialoog, voorwaarden en de verplichting om resultaten te boeken zijn hier van toepassing. Met name in de minst ontwikkelde landen (MOL’s), en dat zijn vooral landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS), wordt sectorale begrotingssteun vaak gebruikt voor verbeteringen in de sociale sector, vooral in het onderwijs en de gezondheidszorg. Als een partnerland dat wenst, kan het de steun gebruiken voor salarissen van leraren en werkers in de gezondheidszorg of voor investeringen in die sectoren. SBS kan ook gaan naar andere belangrijke sectoren als wegvervoer en watervoorziening. Sectorale begrotingssteun kan de algemene begrotingssteun aanvullen of los daarvan worden toegekend, zoals vaak het geval is in landen die minder afhankelijk zijn van hulp van buitenaf (in Azië, LatijnsAmerika, Zuid-Afrika, Noord-Afrika, enz.). Er is een trend om in landen die niet tot de MOL’s behoren de sectorale begrotingssteun te bestemmen voor niet-traditionele sectoren als beroepsopleiding, energie, sociale bescherming en rechtssystemen. Dat is onder andere het geval in Centraal-Azië. Tadzjikistan, het armste land uit dat
05
gebied, heeft programma’s ontwikkeld om zijn kwetsbaarste burgers sociale bescherming te bieden, wat dringend noodzakelijk was. De Commissie heeft 9 miljoen euro begrotingssteun gegeven (20072009) om te helpen bij de belangrijke hervorming in deze sector. Zo heeft de Commissie ook 8,5 miljoen euro toegewezen (2007-2009) aan de algemene begroting van Kirgizië en technische hulp van zo’n 500.000 euro aan de Ministeries van Financiën en Werkgelegenheid in deze landen om te komen tot een systeem van sociale bescherming voor de minstbedeelden dat fiscaal haalbaar is.
TABEL 1 ALGEMENE EN SECTORALE BEGROTINGSSTEUN PER JAAR/ VERPLICHTINGEN VAN 2002 TOT 2007 in miljoenen euro
Verdeling ABS/SBS Oorspronkelijk waren de bedragen van de SBS lager dan die van de ABS, maar in de loop van de jaren zijn ze toegenomen en momenteel vormen ze het leeuwendeel van de totale ontwikkelingshulp. In 2007 bedroeg de ABS van de EU aan alle partnerlanden 525 miljoen euro (690 miljoen in 2002) en de SBS bedroeg 1,215 miljard (252 miljoen in 2002). Tussen 2002 en 2007 is in totaal 3,729 miljard euro aan ABS uitbetaald en 4,171 miljard aan SBS.
GRAFIEK 1 ALGEMENE EN SECTORALE BEGROTINGSSTEUN PER JAAR/ TOTALE VERPLICHTINGEN VAN 2002 TOT 2007 in miljoenen euro 4 500
ABS
SBS
Totaal
2002
690
252
942
2003
864
478
1 342
2004
534
523
1 057
2005
853
652
1 505
2006
263
1 052
1 316
2007
525
1 215
1 740
4 000 3 500 3 000 2 500 ABS 2 000
SBS
1 500 1 000 500 0
06
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Begrotingssteun De efficiënte vorm van ontwikkelingshulp ? HOOFDSTUK
Betrokken geografische gebieden alsmaar groter In het begin ging de begrotingssteun van de Commissie vooral naar landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) via het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) en naar vier landen ten zuiden van de Middellandse Zee (Jordanië, Marokko, Tunesië en Egypte) via het MEDA-programma. De eerste Middellandse-Zeebegunstigden ontvingen voornamelijk sectorale hulp.
De betrokken gebieden zijn sindsdien aanzienlijk talrijker geworden. Begrotingssteun van de EC strekt zich nu uit over de hele wereld tot landen met een zeer uiteenlopend welvaartspeil: • ACS-landen die de Overeenkomst van Cotonou hebben ondertekend (77 landen ten zuiden van de Sahara, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan). De totale EC-begrotingssteun aan ACS-landen nam toe van 681 miljoen euro in 2002 tot 795 miljoen in 2007;
In de ACS-landen begon de EU met begrotingssteun vanaf het 7de Europees Ontwikkelingsfonds (19901995). Vanaf het 9de EOF (2001-2007) werd deze vorm op grotere schaal toegepast; ongeveer 30 % van de hulp bestond toen uit begrotingssteun. Deze tendens zet zich verder door en zal naar verwachting 45 % van de totale hulp van het 10de EOF bedragen (2008-2013).
• landen die hulp ontvangen uit het Financierings– instrument voor Ontwikkelingssamenwerking (Development Cooperation Instrument, DCI) (47 ontwikkelingslanden in Latijns-Amerika, Azië, Centraal-Azië en Zuid-Afrika).
TABEL 2 BEGROTINGSSTEUN PER REGIO OVER DE PERIODE 2002-2007 / in miljoenen euro Gebied Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan Zuid-Afrika Europese Nabuurschapslanden Azië
2002
2003
2004
2005
2006
2007
681
1 154
690
1 120
825
795
70
91
61
90
33
0
397
299
325
388
311
635
97
127
103
484
519
479
Latijns-Amerika
0
28
111
48
120
66
Landen en Gebieden Overzee
0
0
22
0
61
0
07
De jaarlijkse EU-begrotingssteun aan Azië nam toe van 97 tot 479 miljoen euro tussen 2002 en 2007.
GRAFIEK 2 BEGROTINGSSTEUN PER REGIO OVER DE PERIODE 2002-2007/ in miljoenen euro
Latijns-Amerika ontving geen begrotingssteun in 2002, maar in 2007 ontving het 66 miljoen euro begrotingssteun;
345 2 355
83 5 265
Zuid-Afrika Europese Nabuurschapslanden
• Landen van het ENPI, het Europees nabuurschapsen partnerschapsinstrument (Algerije, Armenië, Azerbeidzjan, Wit-Rusland, Egypte, Georgië, Israel, Jordanië, Libanon, Moldavië, Marokko, de Palestijnse Autoriteit, Rusland, Syrië, Tunesië en Oekraïne).
Latijns-Amerika 373
Azië Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan 1 809
Landen en Gebieden Overzee
De totale jaarlijkse begrotingssteun voor de landen van het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument is gestegen van 397 tot 635 miljoen euro tussen 2002 en 2007.
© EC/F. Lefèbvre
08
Begrotingssteun De efficiënte vorm van ontwikkelingshulp ? HOOFDSTUK
Risico’s en doeltreffendheid kern van de discussie Net als aan alle vormen van ontwikkelingshulp, is er ook aan begrotingssteun een aantal grote risico’s verbonden. Begrotingssteun is het overmaken naar partnerlanden van geld dat gaat naar hun schatkist en dat gebruikt zal worden voor hun nationale programma’s en hun financiële beheersystemen. In veel ontwikkelingslanden kunnen deze systemen echter weinig deugdelijk zijn en mogelijkheden laten voor slecht beheer en zelfs ontvreemding van fondsen.
Geen blanco cheques
Het onderwerp is ingewikkelder dan het lijkt en kan niet eenvoudig worden afgedaan als ernstige corruptie, een zaak waar alle landen ter wereld mee te maken hebben, ook die in het Noorden. “Kleine lekkages” in het dagelijks beheer kunnen een serieus probleem zijn, bijv. als een officieel agentschap of een plaatselijke overheid geld ontvangt om medicijnen te kopen, maar het uitgeeft aan de aanschaf van meubelen. Er moeten moeilijke keuzes worden gemaakt: begrotingssteun is in feite hulp om beleid en beheer in ontwikkelingslanden te verbeteren. Maar tegelijk lopen donorlanden het risico dat hun steun niet helpt wegens falend beleid en beheer.
1) ze moeten een nationaal ontwikkelingsprogramma hebben dat groei en verbetering van de leefomstandigheden van het volk beoogt. Het is bijv. ondenkbaar dat een land dat prestigieuze uitgaven stelt boven uitgaven voor gezondheidszorg, begrotingssteun zou krijgen;
Begunstigde landen moeten dan ook gekozen worden aan de hand van strenge criteria, aantonen dat ze hervormingen doorgevoerd hebben en garanties geven tegen de risico’s van wanbeleid en -beheer en ontvreemding van geld, bijv. omdat ze op landelijke schaal controlemechanismen hebben ingevoerd.
Voordat de Commisie een land selecteert, wordt er een grondige analyse gemaakt om de risico’s te beoordelen. Partnerlanden moeten voldoen aan de eisen van de juridische overeenkomsten die zij met de Europese Unie hebben gesloten. Zo moeten ze in elk geval aan drie basisvoorwaarden voldoen:
2) ze moeten een macro-economisch beleid voeren dat inzake schulden, inflatie en wisselkoers, leidt tot stabiliteit. De waardering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) is essentieel om te beoordelen of een land aan deze voorwaarde voldoet, zelfs al is een financieringsprogramma van het IMF geen conditio sine qua non voor een toewijzing van begrotingssteun van de Commissie; 3) er moet een evaluatie zijn van de overheidsfinanciën dat de zwakheden aangeeft, en een geloofwaardig en geschikt programma om de begrotingstekorten te verbeteren. Het spreekt voor zich dat respect voor de mensenrechten, goed bestuur en de capaciteit om corruptie te bestrijden ook in aanmerking worden genomen, zoals bij alle vormen van ontwikkelingshulp.
09
Beloften, maar onder voorbehoud Deze eerste drie voorwaarden voor steun zijn maar een eerste stap. Als daaraan voldaan is, blijft de Europese Commissie in gesprek met de regering van het partnerland over de prioriteiten en de strategieën. De bedoeling is om door te gaan op de ingeslagen weg naar armoedebestrijding, bevorderen van de groei en invoeren van sociale en economische hervormingen overeenkomstig de nationale prioriteiten. Op die basis zegt de Commissie begrotingssteun toe, met restricties die de financiële risico’s moeten beperken. Begrotingssteun betekent blijvende controle voor de duur van het programma, om te zien of nog altijd aan de selectiecriteria wordt voldaan en of de steun tot concrete resultaten leidt. Dat betekent ook toezicht op de beheercapaciteiten van het begunstigde land,
regelmatig onderzoek naar de vorderingen die zijn bereikt en naar algemene macro-economische verbeteringen. In de analyse houdt de Commissie ook rekening met informatie van partnerlanden en grondige discussies met andere donoren. Begrotingssteun is gebaseerd op een strikte aanpak en dialoog met het partnerland en vraagt dan ook om voortdurend toezicht van het donorland. Het aantal mensen dat daarvoor nodig is, is vergelijkbaar met dat voor traditionele steun, maar een ander profiel en bepaalde vaardigheden zijn wel nodig. De Commissie houdt het laatste woord in de uiteindelijke beslissing over voortzetting van het programma en de grootte van de bedragen. De hulp staat onder toezicht van de Rekenkamer van de Europese Unie, het Europees Parlement en de lidstaten. Als mocht blijken dat niet aan de selectiecriteria wordt voldaan of het geld niet correct wordt toegekend, dan wordt de kraan dichtgedraaid. Begrotingssteun wordt met andere woorden niet “zomaar” gegeven.
Het beleid ter discussie Een aantal vragen uit de vergaderingen van donoren en regeringen die begrotingssteun ontvangen: • Zijn de prioriteiten in de strategie voor armoedebestrijding opgenomen in de begroting voor het komende jaar? Worden er grotere bedragen voorzien voor prioritaire sectoren (onderwijs, water, gezondheid, het rechtssysteem, vervoer, enz.)? • Kwamen de uitgaven van het afgelopen jaar overeen met die van de begroting? Is het geld dat naar prioritaire sectoren moest gaan, gebruikt zoals gepland? • Hebben hogere kosten in deze sectoren ook geleid tot vooruitgang, bijv. tot een betere dienstverlening? Uitgaand van concrete opmerkingen, spitst de discussie zich voortdurend toe op verbeteringen in de leefomstandigheden van de burgers. In de lage-inkomenslanden van de ACS wordt begrotingssteun vaak zo toegekend, dat gunstige resultaten meteen worden beloond. Als partnerregeringen hun doelstellingen bereiken, bijv. met vaccinatieprogramma’s voor kinderen, scholing voor meisjes of budgetten voor gezondheidszorg en onderwijs, wordt de EC-steun verhoogd. Als de doelstellingen echter niet worden bereikt, wordt de hulp minder. De toekenningen hangen dus af van de resultaten.
10
Belang van begrotingssteun in arme landen In sommige landen die in hoge mate afhankelijk zijn van hulp van buitenaf (zoals Mozambique, Tanzania, Burkina Faso, Mali, enz.), financieren de voornaamste donoren (de EU, de Wereldbank, de Afrikaanse Ontwikkelingsbank en het Internationaal Monetair Fonds) tot wel 45 % van de staatsbegroting. In Zuid- en Noord-Afrika is de hulp minder groot en vooral sectoraal. Onder het 10de EOF gaat 54 % van de begrotingssteun naar negen landen (Mozambique, Tanzania, Burkina Faso, Etiopië, Zambia, Madagascar, Niger, Mali en Ghana).
Stiptheid en begrotingssteun Begrotingssteun is niet dé oplossing voor alle situaties en moet niet worden beschouwd als de enige keuze. Zo kan er geen begrotingssteun worden gegeven aan landen die niet leefbaar zijn, met zeer wankele regimes of een corrupte bovenlaag. In die landen zal begrotingssteun niet leiden tot uitvoering van de ontwikkelingsdoelstellingen. Daarentegen kunnen andere instrumenten en tussenkomsten er nuttig zijn om specifieke zaken te bereiken. Zelfs in landen waar de situatie niet kritiek is, kunnen andere middelen dan begrotingssteun beter zijn om in bepaalde behoeften te voorzien of om aan te wenden voor ontwikkelingsdoelstellingen. Bovendien kan de situatie in een land veranderen in de looptijd van een programma voor begrotingssteun, waardoor het land niet meer in aanmerking komt voor deze vorm van steun. Van de ACS-landen bijv. komen ongeveer tien Staten sinds tien jaar in aanmerking voor begrotingssteun. Maar in andere is de hulp al lang weer ingetrokken omdat ze niet aan de voorwaarden voldeden. Dat is het geval in Ivoorkust, dat begin 2002 een begrotingssteun ontving van 40 miljoen euro. Maar na de poging tot staatsgreep in september 2002 en de politiek-militaire crisis die daarop volgde, zijn de fondsen nooit toegekend. Pas in 2008 werd een mogelijke hervatting van de begrotingssteun aan dit land opnieuw ter discussie gebracht. In andere landen zijn er ook kortere opschortingen van de hulp geweest. Dat is bijv. het geval als een partnerland drastisch van zijn toezeggingen en te verwachten resultaten afwijkt zonder rechtvaardiging of bijzondere externe omstandigheden. Zo hebben de donorlanden de begrotingssteun aan Malawi ingetrokken na aanzienlijke financiële verliezen van semi-overheidsinstellingen, die de begroting van het land in gevaar brachten. Onder druk daarvan hebben de autoriteiten toen met succes getracht de begrotingssituatie te verbeteren en het land is zelfs geselecteerd voor het internationale initiatief voor schuldvermindering voor arme landen. Dankzij schuldvermindering gecombineerd met een voorzichtig fiscaal beleid konden fondsen worden vrijgemaakt voor hogere subsidies voor de aanschaf van meststoffen en zaden en voor hulp bij de strijd tegen ernstige voedselonzekerheid. Malawi heeft recent zelfs recordoogsten gehaald.
11
© EC
Begrotingssteun De efficiënte vorm van ontwikkelingshulp ? HOOFDSTUK
Een sterk groei- en ontwikkelingspotentieel in begunstigde staten Begrotingssteun pretendeert niet een universeel middel tegen onderontwikkeling te zijn. Toch heeft hij vele duidelijke voordelen. Begrotingssteun sluit aan op de ontwikkeling of de strategie voor economische hervormingen van de partnerregering en geeft deze de kans om haar eigen beleid uit te voeren. Tijdschema’s en prioriteiten worden niet langer van buitenaf opgelegd. Daarmee draagt begrotingssteun ertoe bij dat het partnerland meer eigen baas wordt. Het geeft begunstigde regeringen de nodige middelen om een balans te bereiken tussen uitgaven voor functioneren en investeren. Staten kunnen er hun bestuurskosten mee dekken (justitie, regering, gezondheidszorg, onderwijs, enz.) en onmisbare uitgaven als die voor onderwijsmateriaal, medicijnen, onderhoud van wegen, evenals de nodige investeringen voor een betere toegang tot sociale diensten. Sommige kosten, zoals die voor basisonderwijs en gezondheidszorg voor iedereen, zullen enorm moeten stijgen om de Milleniumdoelstellingen te bereiken. In landen die zich herstellen van een ernstige crisis kan begrotingssteun zelfs worden aangewend voor regeringen die niet meer in staat zijn om hun ambtenaren te betalen. Daardoor kan grote sociale onrust worden voorkomen. In 2000 bijv. zijn met de “begrotingssteun na conflicten” in Sierra Leone de salarissen in de gezondheidszorg en het onderwijs betaald. Aangezien begrotingssteun voor enkele jaren wordt toegekend, is deze beter voorspelbaar en stabieler; omdat hij wordt opgenomen in de nationale systemen, kunnen de partnerregeringen voorzien welke middelen zij op middellange termijn tot hun beschikking hebben, waardoor ze beter kunnen plannen hoe ze hun nationale doelstellingen en ook de Millenium– doelstellingen kunnen bereiken.
Begrotingssteun is ook goed voor het uitbouwen van capaciteit in de partnerlanden. Als regeringen over grotere fondsen beschikken, kunnen zij leren hun financiën beter te beheren en hun planning en de kwaliteit van hun overheidsinstellingen te verbeteren (denk aan een beter functionerend rechtssysteem om corruptie te vervolgen en te bestraffen, enz.). Begunstigde regeringen moeten verslag uitbrengen aan de donors, maar zij moeten evenzeer doorzichtig zijn voor hun onderdanen. Begrotingssteun moet bijdragen tot betere mogelijkheden van wettelijk verkozen parlementen en de burgermaatschappij om deel te nemen aan het debat over de landsbegroting en controle uit te oefenen op het beheer en het gebruik van overheidsgeld. Begrotingssteun beantwoordt aan het doel van harmonisatie en coördinatie van de hulp, die daardoor efficiënter wordt. Begunstigde landen kunnen dan hun strategieën ter bestrijding van armoede uitvoeren met hun eigen systemen in plaats van te moeten schipperen tussen talrijke projecten van talrijke donoren die elk hun eigen procedures opleggen, en die vaak niet passen in de plaatselijke realiteit. Bekend is het voorbeeld van Tanzania, waar 600 projecten tegelijk liepen, de meeste met een budget van minder dan een miljoen euro, wat uiteraard leidde tot veel te hoge managementkosten en een verlies aan doeltreffendheid. Dankzij begrotingssteun kunnen transactiekosten worden verminderd. Hij wordt bovendien vaak gegeven door een groep donors in plaats van door elk afzonderlijk; het ziet er dus naar uit dat het een doeltreffendere, snellere en minder dure vorm van hulp is voor het ontvangende land.
13
Begrotingssteun en de Verklaring van Parijs Begrotingssteun is duidelijk een efficiëntere vorm van hulp en is dus het antwoord op een grote zorg van de internationale gemeenschap. Met de Verklaring van Parijs (2005) werd er een belangrijke hindernis weggenomen in de pogingen de kwaliteit van de steun te verbeteren en zijn effect op de ontwikkeling te vergroten. In de verklaring, die door zo’n honderd landen en een aantal multilaterale organisaties werd ondertekend, wordt een concreet actieplan geschetst dat is gebaseerd op doelstellingen die in 2010 gerealiseerd moeten zijn. Er worden twaalf efficiëntie-indicatoren in genoemd die gebruikt moeten worden om de vooruitgang te meten van stappen om het beleid in eigen handen te nemen, de donoren op één lijn te krijgen met de prioriteiten van het begunstigde land en met elkaar, een op resultaat gericht management, wederzijdse verantwoordelijkheid, enz. Niet alleen heeft de Europese Unie de verplichtingen van de Verklaring van Parijs onderschreven, maar voor vier indicatoren ging zij nog verder. Zij beloofde om 50 % van haar programmeerbare overheidssteun, met name de rechtstreekse steun uit de lidstaten en van de Commissie, over te maken naar de nationale systemen van de ontwikkelingslanden en om het percentage dat wordt gegeven in de vorm van begrotingssteun en sectorale hulp, te verhogen. Overigens moet worden opgemerkt dat slechts 50 % van de totale hulp van de Europese Commissie programmeerbare steun is.
Begrotingssteun speelt al een zeer gunstige rol in landen als Mozambique, Burkina Faso, Uganda, Rwanda, Nicaragua, Vietnam en andere. Ghana is ook een bijzonder bemoedigend voorbeeld van hoe Europese begrotingssteun een regering kan helpen om in een duurzame spiraalbeweging van ontwikkeling te raken. Een enquête uit april 2007 van het Ghanese bureau voor de statistiek naar de leefomstandigheden van de bevolking liet duidelijke verbeteringen zien van de armoede-indicatoren. Tussen 1991 en 2005 is de armoede in Ghana gehalveerd, van 51 tot 29 % van de bevolking en volgens de Wereldbank zou het land in 2015 een groot deel van de Milleniumdoelstellingen voor ontwikkeling kunnen realiseren.
beroepsopleiding (30 miljoen euro voor 2007-2010). De sectorale begrotingssteun heeft een efficiënte dialoog op gang gebracht tussen de verschillende onderwijsinstellingen, bedrijven en beroepsfederaties om concurrentievermogen en werkgelenheidheid te bevorderen.
Tunesië is een interessant voorbeeld van het succes van sectorale begrotingssteun. Terwijl toegang tot basisonderwijs er een absolute prioriteit is, is er ook alsmaar meer behoefte aan hoger onderwijs in ontwikkelingslanden. Daarom heeft de Commissie Tunesië sectorale begrotingssteun gegeven voor de hervorming van hoger onderwijs (48 miljoen euro voor de jaren 2004-2008), middelbaar onderwijs (30 miljoen euro voor 2006-2009) en
© EC/F. Lefèbvre
14
Begrotingssteun De efficiënte vorm van ontwikkelingshulp ? HOOFDSTUK
De plicht om met resultaten te komen Alleen betrouwbare informatie over het effect van hulp op, bijvoorbeeld, het terugdringen van de armoede kan aantonen of een instrument geschikt is om het gestelde doel te bereiken. Maar hoe wordt dat effect beoordeeld? Het beheer van de overheidsfinanciën lijkt misschien een abstracte notie, maar de voordelen van een efficiënter uitgavenpatroon zijn zeer concreet. De Europese Commissie heeft een ambitieuze, resultaatgerichte aanpak uitgewerkt die een duidelijk verband legt tussen uitgekeerde sommen en bereikte resultaten.
Een beloning voor goede resultaten is een van de kenmerken van de Europese begrotingssteun. De Europese Commissie speelt dan ook een belangrijke rol binnen de internationale gemeenschap als het gaat om controleren en evalueren en resultaatgericht werken. Ondertussen blijft zij zoeken naar betere methoden.
Elke overeenkomst voor begrotingssteun heeft de vorm van een contract dat bindend is voor de Commissie en de ontvangende Staat, meestal voor een periode van drie jaar. Veelal wordt de hulp de hele contractperiode uitgekeerd in twee jaarlijkse schijven, de eerste in de vorm van een vastgesteld bedrag en de tweede als een variabele. In het algemeen wordt de eerste schijf betaald als aan de drie algemene selectiecriteria is voldaan. Betaling van het variabele deel en de grootte van het bedrag worden medebepaald door verbeteringen in het beheer van de overheidsfinanciën en het bereiken van de beoogde doelen in sectoren die de armoede helpen bestrijden (zoals basisgezondheidszorg, onderwijs, economische en sociale infrastructuur). Het bedrag van die hulp hangt dus af van de geboekte resultaten. Die worden gemeten met indicatoren die onder andere rekening houden met verbeteringen van openbare sociale diensten (vaccinatie, onderwijs voor meisjes, preventie- en behandelingsprogramma’s voor HIV/AIDS, betaalbare prenatale zorg, betere toegang tot basisonderwijs, enz.).
© EC/F. Jacobs
15
Rwanda wa d HOOFDSTAD > KIGALI GA GAL ALII /// 361 INW./KM²
Rwanda nda da a is is een ingesloten land in Centraal-Afrika met 26 300 30 00 km2 en 9,5 miljoen inwoners. Ondanks de traumatische ra au volkerenmoord van 1994 is men erin in geslaagd ge om er weer bovenop te komen en het land weer op te bouwen. De huidige regering heeft heel wat wa bereikt op het gebied van hervorming en beheer van an de overheidsfinanciën. Het land groeit stabiel, gemiddeld em de 6,4 % in de periode tussen 2001 en 2006.
© EC/F. Jacobs
D
e helft van de exportinkomsten komt van thee en koffie. Rwanda krijgt erkenning op het gebied van economisch en financieel bestuur en de strijd tegen corruptie. Maar het land leunt nog altijd zwaar op buitenlandse hulp; de helft daarvan is begrotingssteun ter financiering van zijn ontwikkeling en de “Economic Development and Poverty Reduction Strategy” (EDPRS) voor 2008-2012. Van de door de Europese Unie toegezegde 219 miljoen euro uit het 9de EOF, werd 99 miljoen uitgekeerd als begrotingssteun. Het 10de EOF (2008-2013) bedraagt 290 miljoen euro, 60 % als algemene en 12 % als sectorale begrotingssteun.
16
Europese begrotingssteun rop e be otin teu wordt onder andere gebruikt om de stijgende st de kosten ten voor oor gezondheidszorg zon eids g en e onderwijs nde te financieren, ina twee gebieden bi d waarop wa p de d regering ege g veelbelovende ve elov de vorderingen v erin heeft hee gemaakt. ge akt De e hulp h wordt ook k gebruikt bru voor het rechtssysteem, hts tee waar wa ook ok de “Gacaca” aca bij ho horen, de volksrechtspraak die is gebaseerd op p pl plaatselijke elij tradities, adi en acties die e er erop geri gericht zijn om eenheid en verzoening na de d volkerenmoord ker te e bevorderen. Sectorale steun is toegezegd voor plattelandsontwikkeling en regionaal-transportinfrastructuur.
>
© EC
RWANDA
Rwanda R wan wa and nda da >
Het aantal Het H ant kinderen kin ren inn Rwanda R and dat da basisonderwijs ba iso i nderw erwijs vol vo volgt, lgt, gt iss gestegen est en van 72 % in 2000-2001 00 001 tot ot 900 % in n 22006-2007; 06-2007; 07 hhet aantal aantal aan tal leerlingen gen datt hhet ba basisonderwijs ond wi afm afmaakt, ak is toegenomen eg nomen van 222 % tot 52 % %.
© EC
(Bron: Rwanda (B a ED EDPRS) S)
>
In de periode iod van 2000 tot 20055 is dee sterfte s rft van kinderen kinderen jonger jonger g r dan vijf jaar gedaald aa van an 1966 ttot 152 per 1 000 00 levendgeborenen. ve dge orenen Moedersterfte daalde van va 1 071 07 tot ot 7500 per p 100 10 000 00 levendgeborenen ndg bo enen iin dezelfde periode. e (Bron: Rwanda EDPRS)
>
Het sterftecijfer ijfe door malaria ala is i scherp her gedaald. ged ald In 2000 wer werd 51 % van an alle st sterfgevallen g n vveroorzaakt oor akt door oor malaria, ala , te tegen 266 % inn 2006. 2006 (Bron: Rwa (B Rwanda ED EDPRS))
© EC/F. Lefèbvre
Légende
17
Burkina Faso HOOFDSTAD > OUAGADOUGOU // 50 INW./KM²
Burkina is een van de armste landen ter wereld. Het is een door land omgeven Sahelland met 13,7 miljoen inwoners op een oppervlakte van 274 000 km2 met beperkte natuurlijke rijkdommen en sterk afhankelijk van katoen, die goed is voor 60 % van de export. Een proces van macro-economische stabiliteit en hervormingen heeft een duurzame groei toch mogelijk gemaakt (een jaarlijks gemiddelde van 5 % tussen 2000 en 2006).
© EC/T. Dorn
18
H
et land wordt ook beschouwd als een oase van politieke rust in een subregio waar ingewikkelde conflicten zoals die in Ivoorkust gemakkelijk ontstaan. Toch moeten er nog vorderingen worden gemaakt om de democratie en de rechtstaat er sterker te maken, de decentralisatie waar aan gewerkt wordt te voltooien en het bestuur en de binnenlandse veiligheid te verbeteren. Met de internationale begrotingssteun heeft de regering voldoende middelen om de begroting in evenwicht te brengen zonder een onhoudbare schuld te moeten aangaan. Van de 462 miljoen euro uit het 9de EOF, was ongeveer 60 % in de vorm van algemene begrotingssteun. Van de 529 miljoen uit het 10de EOF is hetzelfde percentage voorzien voor deze vorm van hulp.
De EU steunt het strategisch kader voor de bestrijding van armoede met bijzondere aandacht voor een beter beheer van de overheidsfinanciën in de sociale sector (vooral basisonderwijs) en de uitvoering van een programma voor economische hervorming. In november 2007 was Burkina-Faso één van de vijf landen die de grootste verbetering van het zakenklimaat hadden bereikt in Afrika ten zuiden van de Sahara (de andere waren Ghana, Kenia, Mozambique en Mauritius – Verslag Doing Business 2008 van de Wereldbank).
>
© EC
Burkina Faso >
Het percentage van de bevolking dat onder de armoedegrens leeft, is gedaald van 55 tot 46 % tussen 1998 en 2003. © EC/T. Dorn
(Bron: World Bank Statistics)
>
Het percentage kinderen jonger dan één jaar dat tegen de mazelen was ingeënt, nam toe van 59 % in 2000 tot 84 % in 2005. (Bron: ministerie van Gezondheid, Burkina Faso)
>
In de jaren '90 was het aantal mensen met basisonderwijs in Burkina een van de laagste ter wereld. Tussen 2000 en 2006 nam dat toe van 42 tot 62 %. Het aantal leraren groeide met 34 % tussen 2001 en 2005. (Bron: Canadees Agentschap voor Internationale Ontwikkeling)
>
In 2004 had 61 % van de bevolking toegang tot drinkwater.
(Bron: WHO – UNICEF)
© EC/T. Dorn
19
Nicaragua HOOFDSTAD > MANAGUA // 42 INW./KM²
Jaren van politieke conflicten, een burgeroorlog en een aantal natuurrampen samen met moeilijke economische omstandigheden en corruptie maakten van Nicaragua in de jaren '90 een van de armste landen in Midden-Amerika. Het land hangt in hoge mate af van ontwikkelingshulp om zijn eigen programma ter bestrijding van armoede uit te voeren.
© EC/R. Canessa
A
an de hand van een landelijk ontwikkelingsplan wordt dit programma omgezet in actie. Een versterkte democratie en de rechtstaat impliceren respect voor de voorrang van het recht en het succes van institutionele hervormingen waaronder de vorming van Staatsorganen (Hooggerechtshof, Hoge Raad voor Verkiezingen, de Rekenkamer) die voldoende boven de invloed van de partijpolitiek staan. Sinds 2001 neemt de economische groei gestaag toe.
door zijn opvolger, die de sociale uitgaven wil verhogen. Verder heeft de Europese hulp bijgedragen tot de publicatie, voor het eerst, van een openbaar externeauditrapport over de uitvoering van de begroting (2005). Een programma van 17 miljoen euro sectorale begrotingssteun, “Toegang tot de justitie in Nicaragua” (2007-2010) wordt gebruikt voor de instelling van een onafhankelijke rechterlijke macht en toegang tot de justitie voor iedereen, met name de minstbedeelden.
Begrotingssteun van de EC financiert de hervormingen en de pogingen om te komen tot een beter beheer van de overheidsfinanciën, bestrijding van corruptie, economische groei en vermindering van de armoede. Deze waren ingezet onder de vorige president en worden voortgezet
20
>
© EC
Nicaragua >
Hoewel Nicaragua waarschijnlijk niet in staat is om alle Milleniumdoelstellingen in 2015 te halen, is de schrijnendste armoede licht gedaald, van 19 % in 1993 tot 17 % in 2005.
© EC
(Bron: 2005 Living Standard Measurement Survey)
>
De economische groei is toegenomen van minder dan 1 % in 2002 tot 5 % in 2004 en is sindsdien gelijk gebleven met zo’n 4 %. (Bron: World Bank/IDA)
>
Moedersterfte is gedaald van 107 per 100 000 levendgeborenen in 2001 tot 94 in 2006. (Bron: ministerie van Gezondheid, Nicaragua)
>
Het aantal mensen dat basisonderwijs volgt, is gestegen van 81 % in 2001 tot 87 % in 2005. (Bron: ministerie van Onderwijs, Nicaragua)
>
Kindersterfte (kinderen jonger dan één jaar) is gedaald van 52 per 1 000 levendgeborenen in 1990 tot 29 per 1 000 in 2006. (Bron: UNICEF)
© EC/F. Canessa
21
Vietnam HOOFDSTAD > HANOÏ // 257 INW./KM²
Vietnam heeft 85,3 miljoen inwoners en een oppervlakte van 331 682 km2. In 1986 is het begonnen met een programma voor vérstrekkende hervormingen, dat grote economische vooruitgang heeft geboekt. Sinds 2007 is het land lid van de WHO en het BBP is meer dan verdubbeld tussen 1995 en 2005. Vanaf 2000 is de groei gestabiliseerd op een jaarlijks gemiddelde van 7 %, een van de hoogste van de regio.
© EC
H
et land heeft opmerkelijke vooruitgang geboekt bij de bestrijding van armoede. In minder dan 10 jaar is bijna een derde van de bevolking, of 20 miljoen mensen, de armoede te boven gekomen en sociale indicatoren laten nog steeds verbetering zien, van inschrijvingen in scholen tot kindersterfte. De verschillen tussen het platteland en de steden worden echter groter. Met het oog op deze toenemende ongelijkheid moet er meer gedaan worden om te zorgen dat de kwetsbaarste leden van de maatschappij, waaronder etnische minderheden, ook kunnen deelnemen aan de gunstige gevolgen van de groei. Tevens moeten er nog vorderingen worden gemaakt op het vlak van bestuur.
22
Van de leden van de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN) is Vietnam de grootste ontvanger van Europese hulp. Het land zal 304 miljoen euro communautaire hulp ontvangen voor de periode 2007-2013 tegen 174 miljoen euro, waarvan 54 miljoen (31 % van het totaal) in de vorm van begrotingssteun, voor de periode 2002-2006. Het globale doel van de begrotingssteun is te helpen bij de uitvoering van de nationale strategie ter bestrijding van de armoede met behulp van sociaaleconomische ontwikkelingsplannen van Vietnam. Verder is een groot deel van de steun naar gezondheidszorg gegaan.
>
© EC
Vietnam >
Het deel van het budget voor onderwijs en vorming is gegroeid van 15 % in 2000 tot 20 % in 2007.
© EC
(Bron: ministerie van Onderwijs en Vorming, Vietnam)
>
Het aantal inschrijvingen in het basisonderwijs nam toe van 91 % in 1993 tot 95 % in 2005 en zal waarschijnlijk nog toenemen tot 99 % in 2010. (Bron: Algemeen Bureau voor de Statistiek, Report on Development in Vietnam 2007)
>
De kindersterfte (kinderen jonger dan vijf jaar) is gedaald van 42 per 1000 in 1999 tot 28 per 1000 vandaag. (Bron: ministerie van Gezondheid, Vietnam, Joint Health Annual Review)
© EC
23
Marokko HOOFDSTAD > RABAT // 74 INW./KM²
Met een bevolking van 33 miljoen en een oppervlakte van 446 000 km2 is Marokko een midden- tot laaginkomensland (BNP: 2 160 dollar per capita).
D
e laatste jaren heeft het land op macro-economisch gebied goed gepresteerd, maar er zijn nog grote mijlpalen te bereiken, waaronder:
© EC/J. Gehringer
• voldoende groei om de economie van het land van de grond te krijgen en de werkloosheid drastisch te verlagen; • verbetering van het concurrentievermogen en een minder eenzijdige export; • de strijd tegen sociale ongelijkheid en ontwikkeling van het menselijk kapitaal (alfabetisering, scholing, beroepsopleiding). De regering heeft een uitgebreid hervormingsprogramma aangevat; in combinatie met goed beheer van de overheidsuitgaven en macro-economische stabiliteit vormt dat een goede basis voor begrotingssteun. Met het MEDA II-programma (2000– 2006) liep de Europese hulp aan Marokko op tot 957 miljoen euro, waarvan de helft in de vorm van begrotingssteun. Dat deel werd groter met de inwerkingtreding van het nieuwe European Neighbourhood and Partnership Instrument in 2007.
24
De EC heeft 682 miljoen euro toegekend aan het National Indicative Programme 2007-2010. Begrotingssteunprogramma’s op het gebied van menselijke ontwikkeling, bestrijding van analfabetisme, hervorming van de openbare instellingen en een ziektekostenverzekering voor de armsten startten in 2007. Voor 2008 en 2009 zijn er vier begrotingssteunprogramma’s voor gezondheidszorg, onderwijs, energie en bevordering van de privé-sector (investering en uitvoer). Begrotingssteun heeft de coördinatie tussen donoren verbeterd voor de grote programma’s, met name het plan tot hervorming van het openbaar bestuur (PARAP) dat de Marokkaanse autoriteiten in 2003 hebben gelanceerd en de sectorale hervormingen die zijn voorzien voor het onderwijs en de gezondheidszorg.
>
Marokko >
Werkloosheid in de stad is teruggebracht van 22 % in 1999 tot 16 % in 2006. (Bron: Hoge Commissaris voor Planning)
>
De externe overheidsschuld bleef dalen, van 32 % van het BNP in 2002 tot 20 % in 2007. (Bron: ministerie van Economie en Financiën, Marokko)
>
Het begrotingstekort is beperkt gebleven tot gemiddeld 3 % voor de periode 2003–2007.
© EC/J. Gehringer
(Bron: ministerie van Economie en Financiën, Marokko)
>
De inkomsten uit belastingen van het BNP namen toe van 19 % in 2000 tot 25 % in 2007. (Bron: ministerie van Economie en Financiën, Marokko)
© EC
25
© EC
027
KQ-30-08-273-NL-C KQ-63-04-642-EN-C