BEELDKWALITEITPLAN S TAT I O N S G E B I E D Z U I D H am b urg erb ro ek | g em eente D O ETIN C H EM
INLEIDING
(beeld)kwaliteit
De openbare ruimte is de drager van de stedelijke organisatie en daarmee de belangrijkste bepalende factor ten aanzien van het karakter en de identiteit van het gebied of de verschillende plekken daarbinnen. Evengoed als de architecturale uitwerking van de verschillende gebouwen, is de inrichting, detaillering en materialisatie van de openbare ruimte cruciaal voor de realisatie van het plan. Het ontwerp van de openbare ruimte luistert zeer nauw met de uitwerking van de gebouwen en dan vooral in het geval van de thematiek van ‘differentiatie’. In de zoektocht naar het evenwicht tussen genuanceerde differentiatie en eenheid, is de (inrichting van) de openbare ruimte als continuüm van doorslaggevend belang. Enerzijds is de openbare ruimte en dus haar materialisatie en inrichting het bindend continuüm. Dit zal voornamelijk ook zo zijn in de verbindende openbare ruimten (straten, doorgangen). Anderzijds bieden de verschillende plein en binnenruimten tussen bebouwing en in de complexen, de mogelijkheid tot differentiatie in aanleg en inrichting en daarmee in sfeer en karakter. De herkenbaarheid van elke plek wordt in het plan met name verkregen door de wijze waarop met materiaalgebruik, meubilair, verlichting en groen wordt omgegaan.
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
Beeldkwaliteit gaat niet over ‘beeld’ maar wel over ‘kwaliteit’. Het ‘beeld’ is niet de inzet, maar wel het streven naar een vooraf opgestelde kwaliteitsambitie. Dit (beeld)kwaliteitsplan gaat in eerste instantie over het opstellen van een ambitieniveau. Hoewel (beeld)kwaliteit zich niet kan en mag laten vangen in vooringenomen beelden, kan een poging worden ondernomen om – ter illustratie van een welbepaalde ambitie – altijd tekort schietende referenties aan te leveren. De beelden zoals die zijn toegevoegd zijn dan ook geen letterlijke voorafspiegeling van het uiteindelijke ’beeld’. Ze geven de ambitie weer, die aansluit bij de cultuur die de ‘plek’ heeft doen ontstaan.
OPENBARE RUIMTE
De sfeerschets van het stadsdeel is geen letterlijke voorafspiegeling van het uiteindelijke ’beeld’. De schets geeft de ambitie weer, die aansluit bij de cultuur die de ‘plek’ heeft doen ontstaan. De schets vormt de visuele vertaling van een gebied dat ontstaan is rond betekenisvolle openbare ruimte, gemaakt door betekenisvolle gebouwen. De schets kan|mag niet als architectuur gelezen worden, maar moet als sfeer van de plek begrepen worden.
STADSDEEL
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
(semi-)openbare ruimte “Stadsdeel”
De sfeerschets van de kantoorlaan is weerom geen letterlijke voorafspiegeling van het uiteindelijke ’beeld’. De schets geeft de ambitie weer, die aansluit bij de cultuur die de ‘plek’ heeft doen ontstaan. De schets vormt de visuele vertaling van een gebied dat ontstaan is vanuit de metafoor van het pakhuis. De schets toont de sfeer van de kantoorlaan waarlangs de ‘pakhuizen’ generiek opgesteld zijn.
KANTOORLAAN
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
(semi-)openbare ruimte “Kantoorlaan”
Het structurende element in de openbare ruimte is de brede groene middenberm. In deze berm komen de Lindes te staan die verplant zijn. De berm krijgt door de omvang van deze bomen direct volume en karakter. De middenberm zal verder bestaan uit geschoren gras en een brede opsluitband (30 cm beton). De rijbaan wordt van asfalt en daarlangs komt een pad voor voetgangers van gebakken klinkers, gescheiden door een brede opsluitband. De kavels waarop de kantoren komen worden omkaderd met een haag. De toegepaste soort is haagbeuk (Carpinus), een soort met een losse uitstraling. Op de kavels staan de gebouwen voornamelijk direct in het gras, de uitstraling van het gras is ‘licht ruig’ en bloemrijk. In het gras staan tussen de gebouwen enkele kleine bomen of grote struiken. Deze beplanting is eenvoudig van karakter maar heeft wel een toegevoegde waarde door textuur en of bloei. De ‘binnenruimte’ tussen de gebouwen wordt vooral functioneel vormgegeven met enkele parkeerplaatsen en de hoofdentree. Het binnengebied mag chiquer van karakter zijn. Het gebruikte materiaal hier is gebakken klinker. Het openbare parkeerterrein wordt vormgegeven met een combinatie van asfalt en natuursteen (graniet kei) en verspreid staande bomen (Sophora). Het plein rondom het huidige busstation krijgt een chiquer karakter, dat voornamelijk bestaat uit een klinker verharding, enkele bomen en zitelementen.
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
(beeld)kwaliteit
De herkenbaarheid van elke plek wordt in het plan met name verkregen door de wijze waarop met materiaalgebruik, meubilair, verlichting, groen en waterpartijen wordt omgegaan. In dit algemene deel van de (beeld)kwaliteit ten aanzien van de (semi-)openbare ruimte wordt op voorgaande thema’s dieper ingegaan. Voor de concrete beeldkwaliteit van de openbare ruimte wordt verwezen naar het document “Kwaliteitshandboek Openbare Ruimte De Schil” dat momenteel wordt opgesteld door de gemeente Doetinchem en medio 2007 afgerond wordt. Materiaalgebruik Zoals voor de gebouwen zelf, is het algemeen motto ten aanzien van materiaalgebruik ‘hoe minder (verschillende) materialen, hoe beter’. De detaillering (verbanden, hoeken, randen, opstanden) hiervan wordt beschouwd als bijzonder punt van ontwerp en beoordeling.
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
(beeld)kwaliteit (semi-)openbare ruimte
Verlichting De verschillende verlichtingsarmaturen zijn een speciaal onderdeel van de hierboven genoemde inventaris. De keuze van de armaturen is op zich echter niet voldoende. Het plan behoeft uiteindelijk een gedetailleerd verlichtingsplan; een plan dat specificeert hoe de ver- en aanlichting van straten, pleinen en gebouwen is voorzien. Het verlichtingsplan is bepalend voor de beleving van deze plekken, mede uit het oogpunt van veiligheid en differentiatie van de verschillende openbare ruimten. Groen Groen is een thema voor de inrichting van de openbare ruimte. Groen wordt op ’formele wijze’ toegevoegd op de pleinen van het stadsdeel en langs de kantoorlaan (pleinkarakter met (pot)groen). Groen wordt op ’informele’ wijze toegevoegd tussen de gebouwen langs de kantoorlaan en in de groenbuffers (tuinkarakter met plantgroen, bomen). Groen kan dus op zich een onderscheidend thema zijn tussen de verschillende ruimten.
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
Meubilair Alle straatmeubilair (de inventaris) is onderdeel van het ontwerp. Het betreft hier de keuze van zitbanken, doorvalbeveiligingen, vuilnisbakken, boomroosters, straatverlichting, signalisatie, fietsenhouders, et cetera.
HOOFDSTUK 2 ARCHITECTUUR (beeld)kwaliteit - architecturaal Intelligente Ruïne Bestemmingen en gebruiken veranderen voortdurend. Het is de kwaliteit van de ‘terughoudendheid’, de ‘gewoonheid’ die het mogelijk maakt dat stedelijke structuren en gebouwen overleven.
Dat is de werkelijke essentie van duurzaam bouwen. Niet zozeer het duurzaam bouwen in de zin van het bijna modieuze, milieubewuste bouwen maar wel het integraal concept van het ‘tijdsvast’ en ‘tijdsbestendig’ en dus op ‘lange-termijn’ bedenken en construeren. Duurzaamheid is de opdracht van bouwheren|opdrachtgevers. Duurzaamheid is de opdracht van gemeenten en beleidsmakers. Duurzaamheid is de opdracht van de stedenbouwers, de architecten en het hele ontwerpteam, welke voor zeer lange duur de stedenbouwkundige blauwdruk en het casco+gevels van de gebouwen vastleggen. Installaties, uitrustingen, functionele indelingen en afwerkingen zijn daar deel van maar gradueel van kortere levensduur.
Differentiatie versus eenheid Perceellering impliceert differentiatie en verschil. Differentiatie in de architectuur is zeer zeker een pertinent ontwerpthema binnen de stedenbouwkundige structuur, echter op zeer genuanceerde en voorzichtige wijze. Immers eenheid en herkenbaarheid van de ‘plek’ als geheel is evengoed een ontwerpthema. Er kan|mag dus niet gestreefd worden naar breuken maar wel naar de verschillen binnen de eenheid. Evenwicht is het sleutelwoord. De differentiatie is al ingezet met het stedenbouwkundig plan waarin diverse gebouwen van verschillende korrel (breedte), schaal en maat gegroepeerd zijn rond, vorm geven aan van elkaar verschillende (semi)openbare ruimtes. Differentiatie leidt tot de verticale geleding|perceellering van en binnen het plan. De stedenbouwkundige structuur c.q. (beeld-)kwaliteitplan geeft geen definitieve perceellering aan ten aanzien van de beoogde differentiatie, hooguit worden enkele suggesties gedaan. Tenslotte wordt gesteld dat de perceellering de volumewerking blijft volgen. Eén gebouw zal herkenbaar moeten zijn| blijven als één en ongedeeld.
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
Tijdsbestendigheid impliceert de ‘intelligente ruïnes’, het bedenken van structuren en bouwsels waarin de tijd zit ingebouwd. Bouwen is niet het optrekken van versteende programma’s van eisen. De tijd speelt zich immers af in de gebouwen en niet omgekeerd. Bestemmingen, gebruiken, veranderen voortdurend. Wat je met zekerheid weet als ontwerper, is dat je die verandering niet onmogelijk mag maken. Je moet dus niet een programma van eisen ‘verstenen’; je kan hooguit proberen het gebouw geschikt te maken voor veranderlijk gebruik. Steden|dorpen|wijken en dus gebouwen moeten vele generaties, leefstijlen en ‘woon’-behoeften overleven, meer zelfs: ze moeten nuttig, geschikt en bruikbaar blijven.
Perceellering Doelstelling van de stedenbouwkundige structuur is de juiste schaal en maat van de bebouwing, die op verantwoorde wijze aansluit bij/op het karakter van de plek als geheel maar evengoed met aandacht voor de ruimtelijke potenties van de diverse onderscheiden locaties in het bijzonder. Perceellering is hiervoor het instrument. Perceellering is hiermee een basisthema binnen het plan. De schaal en korrel van het individuele pand is hierin toonaangevend.
- (winkel)puien|plinten Bijzondere “voeten” vragen om speciale aandacht. De (winkel)puien|plinten dienen integraal deel te zijn van de architectuur van het gebouw, waarbij de wijze van signaleren (naamvoering of bewegwijzering) en het voeren van reclame wezenlijk onderdeel uitmaken van de detaillering. Signalisatie en reclame zijn geen toegevoegde elementen, maar integrale onderdelen van het gebouw en daarmee het onderwerp van ontwerp en detaillering.
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
Voet|Lijf|Kop Naast de verticale perceellering wordt ook de horizontale geleding vooropgesteld. De architecturale uitwerking van elk der afzonderlijke gebouwen|bouwonderdelen kent de horizontale, traditionele en archetypische structuur/geleding van voet, lijf en kop. De wijze waarop de diverse gebouwen in/op de openbare ruimte staan (plintlaag), de body (middendeel) van het gebouw en de beëindiging (kroonlijst|kap enzovoorts) dienen expliciet dan wel genuanceerd duidelijk leesbaar en herkenbaar te zijn in de verschillende ontwerpen. Deze geleding kan op velerlei wijzen tot stand gebracht worden: materiaalgebruik, metselwerkverbanden, detailleringen, raamritmes, toegevoegde elementen, et cetera. De horizontale geleding is opnieuw een instrument ten behoeve van de verankering van gebouwen in de (cultuur-)historische context. Bijzondere onderdelen in deze geleding zijn oa. de kroonlijsten, de kappen, enzovoorts.
- daken Het dakenplan is globaal aandachtspunt binnen het (beeld)kwaliteitsplan. Dit is mede van belang door de gedifferentieerde hoogte van gebouwen waardoor lagergelegen daken in het zicht komen van hoger gelegen woningen. In het plan wordt expliciet gekozen voor platte daken. Bij het gebruik van platte daken moet er aandacht zijn voor het inzetten van deze dakvlakken ten behoeve van daktuinen en –terrassen. Technische ruimten, liftopbouwen, schoorstenen of machines die los op het dak staan, moeten te allen tijde worden vermeden.
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
- kroonlijsten De verschillende gebouwen worden toch duidelijk en herkenbaar beëindigd. Deze beëindigingen kunnen in metselwerk en|of toegevoegde elementen in de detaillering zijn (beton en/of natuursteenlijsten).
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
Buitenruimten Buitenruimten van individuele woningen worden bij voorkeur inpandig en in of op het dak georganiseerd. Deze stelling wordt ingegeven met het oog op de robuustheid en massiviteit van de gebouwen, maar evengoed om de functionele reden van bruikbaarheid en privacy. Slechts gedeeltelijk uithangen kan c.q. mag. Op dat moment wordt echter bijzondere aandacht gevraagd voor de detaillering en materialisering van de balkons of balkonhekken.
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
Erfscheidingen Erfafscheidingen zijn bouwkundig, zeker als ze het (semi-)openbare van het private scheiden. De erfafscheidingen zijn daarmee dus expliciet onderdeel van de architecturale ontwerpopgave.
In afwijking van het thema ‘baksteen’ kan op bepaalde punten in het plangebied alternatief gevelmateriaal worden toegepast. Alternatieve gevelmaterialen zijn bijvoorbeeld pleisterwerk (wit), beton en natuursteen. Deze materialen kunnen slechts in ondergeschikte mate worden toegepast. Steeds moeten specifieke argumenten ten grondslag liggen aan de afwijking. Voor de raamkozijnen kunnen hout, staal, aluminium en|of een combinatie worden toegepast. De totale detaillering van het vensterraam behoeft echter bijzondere aandacht, te beginnen met de detaillering van het metselwerk rondom, de aansluiting van het kozijn op het metselwerk, de positionering, de montage van de doorvalbeveiligingen en de profielmaat van de kozijnen. Balkonhekken kunnen van staal, aluminium en|of van glas zijn. In het algemeen betreft de keuze duurzame en hoogwaardige materialen die mooi en geleidelijk verouderen. De materialen worden in principe in hun ’natuurlijke’ verschijningsvorm toegepast.
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
Materiaal en Detail Het algemeen motto ten aanzien van materiaalgebruik is ’hoe minder (verschillend) materiaal, hoe beter’. Baksteen is ’dragend’ thema met betrekking tot de materialisatie van het plan. De keuze voor één gevelmateriaal versterkt de eenheid binnen de gehele planopzet, onderstreept de continuïteit van het verleden in het heden. Hierdoor kunnen weloverwogen kleur-, textuur- en formaatverschillen, verschillen in metselwerkverbanden en|of de specifieke detaillering van het metselwerk, de genuanceerde differentiatie tussen de gebouwen bewerkstelligen. Baksteen is ook het leidend materiaal voor de inrichting van de verharde openbare ruimte. Het doel is dan ook dat ’gebouwen uit het maaiveld oprijzen’.
referentiebeelden
Venetië
Neuf - Brisach
Asnago & Vender Milaan
awg architecten Hasselt
Stockholm
awg architecten Woerden
Begijnhof Dendermonde
awg architecten Woerden
Begijnhof Hoogstraten
Moller Arhus
awg architecten Woerden
Moller Arhus
Liesbeth van der Pol Almere
awg architecten Averbode
Baumslager & Eberle Lochau
awg architecten Utrecht
Moller Arhus
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
Venetië
Hans Kollhoff Berlijn
Hans Kollhoff Berlijn
awg architecten Utrecht
David Chipperfield
antwerpen
Helmut & Claus Stich Ingolstadt
Martin | Soderstrom | Matteson Portland Oregon
Asnago & Vender Milaan
awg architecten Amsterdam
awg architecten Utrecht
awg architecten Weesp
awg architecten Utrecht
awg architecten Amsterdam
awg architecten Utrecht
Scheitlin | Syfrig & Partner Berlijn
Antwerpen
Antwerpen
awg architecten Antwerpen
Heinz Bienefeld Keulen
Dick Beijer
Daniel Buren & Christian Drevet Lyon
Marc van Roosmalen Maastricht
Barcelona
Kienast & Vogt Zürich
Kienast & Vogt Erfurt
Leon Wernik Münsterland
Begijnhof Mechelen
Amsterdam
Jacques Wirtz Luxemburg
Schaarbeek
Hentrich | Petschnigg | Wandelt Leipzig
David Adjaye Londen
Tony Fretton Groningen
awg architecten Antwerpen
Robbrecht & Daem Gent
awg architecten Antwerpen
awg architecten Maastricht
Lacaton & Vassal Wenen
Breda
Breda
Hans Kollhoff Berlijn
Gabellini Associates München
Antwerepen
awg architecten Utrecht
Helmut & Claus Stich Ingolstadt
awg architecten Averbode
awg architecten Antwerpen
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
Sorensen Canal Abena
Cino Zucchi Venetië
awg architecten Utrecht
Kopenhagen
Jaques Ferrier Alpes - Maritimes
awg architecten Maastricht
Hans Kollhoff Amsterdam
Bevk & Perovic Praag
awg architecten Maastricht
awg architecten Delft
Kopenhagen
Hans Kollhoff Berlijn
Peter Zumptor Basel
Baumslager & Eberle Mildenberg
Begijnhof Kortrijk
Begijnhof Lier
awg architecten Utrecht
awg architecten Maastricht
Linazasoro & Garay Mendigorria
Heide & Beckerath Berlijn
Mathias Oswald Ungers Bremen
Bohigas & Martorell Barcelona
awg architecten Hasselt
Claus & Kaan Amsterdam
awg architecten Antwerpen
Hans Kollhoff Amsterdam
Hans Kollhoff Berlijn
Moller Arhus
Massimo Carmassi Pisa
Andrea Roost Thun
Aagaard | Andersen | Jeppe Malmö
Atelier 4D Namen
Alexandre Chemetoff Lyon
Alexandre Chemetoff Lyon
Andrea Roost Thun
Aagaard | Andersen | Jeppe Malmö
Alexandre Chemetoff Lyon
Alexandre Chemetoff Lyon
Alexandre Chemetoff Lyon
awg architecten Utrecht
awg architecten Utrecht
awg architecten Utrecht
Milaan
Carlo Scarpa Venetië
Lyon
Günter Vogt
Lyon
Stationsgebied Zuid | Hamburgerbroek Doetinchem
Maccreanor & Lavington Londen