LET OP: Indien u beschikt over een set met 2 handzenders die afwisselend worden ingezet, lees dan vóór gebruik de extra veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 3.7 en hoofdstuk 7.1.
Bedrijfsvoorschrift FLEX 2JX radiografische besturing
Systeemgegevens
V1.1
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
Inhoudsopgave 1. Veiligheidsvoorschriften ................................................................................................. 1 1.1 Symboolverklaring.......................................................................................................... 1 2. Garantiebepalingen ........................................................................................................ 2 2.1 Garantie .......................................................................................................................... 2 2.2 Garantiebeperking ......................................................................................................... 2 3. Voorzorgsmaatregelen voor veiligheid ........................................................................... 3 4. Leveromvang................................................................................................................... 4 5. Het systeem .................................................................................................................... 5 5.1 De handzender ............................................................................................................... 5 5.2 De ontvanger .................................................................................................................. 7 5.3 De acculader / accu’s ..................................................................................................... 8 6. Installatie instructie ........................................................................................................ 9 6.1 Voorzorgsmaatregelen voor installatie .......................................................................... 9 6.2 Handzender installatie instructies ............................................................................... 11 6.3 Ontvanger installatie instructies .................................................................................. 11 6.4 Aansluitschema van de ontvanger ............................................................................... 12 6.5 Voedingspanning ontvanger ........................................................................................ 14 7. Algemeen gebruik ......................................................................................................... 15 7.1 Voorzorgmaatregelen voor gebruik ............................................................................. 15 7.2 Noodprocedure ............................................................................................................ 15 7.3 Inschakelen handzender .............................................................................................. 16 7.4 Uitschakelen handzender ............................................................................................. 17 7.5 Indicatie accuconditie .................................................................................................. 17 7.6 Frequentie-omschakeling............................................................................................. 17 7.8 Kanaal/frequentielijst................................................................................................... 18 8. De acculader ................................................................................................................. 19 8.1 Algemene voorschriften ............................................................................................... 19 8.2 De acculader ................................................................................................................. 20 9. Inspectie en onderhoud ............................................................................................... 22 9.1 Inspectie ....................................................................................................................... 22 9.2 Onderhoud ................................................................................................................... 22 10. Storingen ....................................................................................................................... 23 10.1 Handzender .................................................................................................................. 23 10.2 Ontvanger..................................................................................................................... 24 11. Technische gegevens .................................................................................................... 28 11.1 Algemeen ..................................................................................................................... 28 11.2 Handzender specificaties ............................................................................................. 28 11.3 Ontvanger specificaties ................................................................................................ 28 12. Onderdeelnummers ...................................................................................................... 29 Bijlage A: Boorpatroon bevestiging ontvanger ........................................................................ 30 Bijlage B: Aansluitschema ontvanger ....................................................................................... 31
V1.1
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
1.
Veiligheidsvoorschriften
Dit bedrijfsvoorschrift dient voor installatie en in gebruik name van de radiografische besturing zorgvuldig te worden doorgelezen. 1.1 Symboolverklaring De onderstaande symbolen worden in dit bedrijfsvoorschrift en op het product gebruikt als waarschuwing voor speciale en/of gevaarlijke situaties.
Gevaarlijke spanning Indicatie voor de aanwezigheid van een gevaarlijke spanning. Onzorgvuldig en ondeskundig handelen kan resulteren in ernstig persoonlijk letsel en/of materiele schade.
!
Waarschuwing Aanduiding in bedrijfsvoorschrift m.b.t. veiligheidsaspecten. De bij dit symbool vermelde tekst omschrijft de te volgen procedure. Afwijking van de voorgeschreven procedure kan resulteren in ernstig persoonlijk letsel en/of materiele schade.
Belangrijke informatie Aanduiding in bedrijfsvoorschrift voor belangrijke informatie. Lees de opmerkingen en instructies aandachtig door. Afwijking van de voorgeschreven instructies kan resulteren in materiele schade.
V1.1
1
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
2.
Garantiebepalingen
2.1
Garantie
De leverancier garandeert dat de apparatuur voldoet aan de opgegeven specificaties op het moment van uitlevering. De apparatuur zal naar behoren functioneren indien geïnstalleerd en gebruikt conform de voorschriften. De leverancier kan echter niet garanderen dat de apparatuur volledig foutloos en zonder onderbreking zal functioneren. Garantie op materiaal- en fabricagefouten wordt verstrekt voor de duur van 1 jaar vanaf levering. De garantie omvat materiaalkosten en arbeidsloon voor het repareren of vervangen van de defecte delen. De reparaties worden altijd bij de leverancier in huis uitgevoerd. Kosten voor het toezenden van de defecte apparatuur naar de leverancier zijn voor rekening van de klant. De kosten voor retourzending van de leverancier naar de klant zijn voor rekening van de leverancier. 2.2
Garantiebeperking
De garantie sluit defecten als gevolg van normale slijtage uit. Hieronder vallen o.a.:
batterijen zekeringen drukknoppen drukknopelementen relais afdichtingen/rubbers draagriemen
De garantie heeft geen betrekking op reparatie of vervanging van defecte onderdelen als gevolg van verkeerde installatie, verkeerd gebruik, of ondeskundige reparaties/onderhoud. Schade ontstaan door vallen of harde schokken is uitgesloten van garantie. De garantie vervalt volledig indien de klant zelf aanpassingen aan de installaties of reparaties aan de apparatuur uitvoert, of laat uitvoeren door derden, zonder schriftelijke toestemming van de leverancier. Eisen om schadevergoedingen, om het even waarop dergelijke eisen zijn gebaseerd, zijn uitgesloten van garantie en kunnen niet worden aanvaard. Deze bedrijfsvoorschriften zijn opgesteld aan hand van de tot op heden verzamelde kennis en informatie. Technische wijzigingen van de apparatuur zijn voorbehouden. Aan de inhoud van de deze bedrijfsvoorschriften kunnen derhalve geen rechten worden ontleend. De leverancier behoudt zich het recht voor het bedrijfsvoorschrift of functionaliteit van de apparatuur te wijzigen.
V1.1
2
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
!
3.
Voorzorgsmaatregelen voor veiligheid 1.
Jo
!
V1.1
Lees dit bedrijfsvoorschrift zorgvuldig alvorens de radiografische besturing te installeren of in gebruik te nemen. 2. Vanwege de complexiteit van de apparatuur is het nodig het gehele bedrijfsvoorschrift door te nemen voor installatie. 3. Werkzaamheden waarvoor het openen van de behuizing van handzender of ontvanger is vereist mogen enkel door ter zake deskundige personen worden uitgevoerd. Dit bedrijfsvoorschrift is bedoeld als naslagwerk; neem contact op met de leverancier indien gedetailleerde informatie is gewenst. 4. Installatie en onderhoud moeten spanningsloos worden uitgevoerd teneinde letsel door elektrische schok te voorkomen. 5. Na gebruik adviseert de leverancier de kraan spanningsloos te maken, de radiografische besturing uit te schakelen en de sleutel te verwijderen, om ongeoorloofd inschakelen of ongewenste bewegingen te voorkomen. 6. De handzender moet op een verantwoorde manier worden bediend en gehanteerd, teneinde het onbewust of ongewild indrukken van knoppen te voorkomen. 7. Indien u beschikt over meerdere zenders: Zorg ervoor dat twee of meer handzenders niet gelijktijdig kunnen worden ingeschakeld! Werk met 1 sleutel welke wordt overgezet tijdens het wisselen van de handzender. 8. De kraan dient te zijn voorzien van een hoofdrelais, overlastbeveiliging en overige vereiste veiligheidsinrichtingen. 9. De aarde (GND) van de ontvanger dient te worden verbonden met de metalen constructie van de kraan. 10. Onweer kan een storende invloed hebben tijdens het gebruik. 11. Zorg voor geladen accu’s en een stabiele voedingsspanning voor de ontvanger.
3
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
4.
Leveromvang
Een standaard set FLEX 2JX bestaat uit de volgende onderdelen: Handzender, 1 stuks
Ontvanger, 1 stuks
En verder:
V1.1
1 acculader 2 accu's, NiMH Set documentatie Draagriem
4
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
5. 5.1
Het systeem De handzender
2
1
9
14
12
15
3
6
11
8
4
7
5
10
16
17
13
18
1. SW1 knop/schakelaar 2. SW2 knop/schakelaar 3. SW3 knop/schakelaar 4. SW4 knop/schakelaar 5. SW5 knop/schakelaar 6. SW6 drukknop
V1.1
7. SW7 drukknop 8. LCD display 9. Joystick 10. Joystick 11. Infrarood sensor 12. Riembevestiging
13. Noodstop-knop 14. Goretex ventiel 15. Systeem-info 16. I-Chip poort 17. Start-knop 18. Sleutelschakelaar
5
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
De handzender is voorzien van een noodstop, “OFF/ON” sleutelschakelaar, groene startknop, 2 joysticks en tot maximaal 7 drukknoppen of wipschakelaars. De “OFF/ON” draaischakelaar is uitgevoerd als sleutelschakelaar. De sleutel kan alleen worden uitgenomen de meest linkse stand; één trap verder dan de “OFF” stand. De nood-uit kan na gebruik worden ontgrendeld door deze een kwartslag linksom of rechtsom te draaien.
!
Zorg ervoor dat twee of meer handzenders niet gelijktijdig kunnen worden ingeschakeld! Werk met 1 sleutel welke wordt overgezet tijdens het wisselen van de handzender. 5.1.1 Display zender De zender is voorzien van een verlicht LCD display waarop diverse status informatie wordt getoond. Tijdens normaal bedrijf ziet het display er ongeveer als volgt uit:
Status knoppen/schakelaar Uitslag linker-joystick
Y 0 X 0
0 Y 0 X
Toestand accu
Uitslag rechter-joystick
Zendsignaal actief
Status AUX1 / AUX2 drukknop Het display geeft ook storingen weer, zie hiervoor Hfdst. 10.1.
V1.1
6
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
5.2
De ontvanger 1
2
3
4
5 6
7
8
1. Connector externe antenne 2. Trillingsdemper 3. COM LED 4. SQ LED
5. Status LED 6. Power LED 7. Systeem-info 8. Wartel aansluitkabels
De ontvanger is ondergebracht in een degelijke behuizing welke, dmv dempers op de achterzijde, aan de constructie kan worden bevestigd. De ontvanger is standaard voorzien van een aansluitkabel van ca. 1 meter. Indien gewenst kan deze kabel worden voorzien van een stekker. De werking van de ontvanger kan aan hand van de 4 status-led's worden beoordeeld.
V1.1
7
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
5.3
De acculader / accu’s
Bij elke set worden 2 hoogwaardige NiMH accu-houders bijgeleverd met een capaciteit van 1000 mAh of hoger. De geleverde capaciteit is afhankelijk van de ontwikkelingen en beschikbaarheid op de markt. Deze capaciteit resulteert normaliter in een bedrijfsduur van 40 uur per lading.
Nadat de accu’s zijn geladen schakelt de lader automatisch over op druppelladen, wat betekent dat accu’s op hun maximale capaciteit worden gehouden. De accu’s kunnen zonder schadelijke gevolgen voor langere tijd in de lader blijven. Voor een gedetailleerde beschrijving verwijzen wij naar de gebruikshandleiding van de lader, zie hoofdstuk 8.
V1.1
8
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
6.
!
6.1
Installatie instructie Voorzorgsmaatregelen voor installatie 1. 2.
Neem de veiligheidsregels in acht tijdens de werkzaamheden. Schakel de spanning van de kraan of machine af voor aanvang van de werkzaamheden om letsel door elektrische schok te voorkomen. 3. Controleer of de voedingsspanning van de ontvanger overeenkomt met de aanwezige voedingsspanning. 4. Zorg dat zender en ontvanger dezelfde id en kanaal instelling hebben. 5. Zorg dat de set werkt op een vrije frequentie. 6. De ontvanger moet zo worden geïnstalleerd dat er geen kans op botsing is met obstakels. 7. De ontvanger moet stabiel worden gemonteerd. 8. Voor installatie, controleer eerst de vereiste beveiligingsinrichtingen zoals nooduit, overlastbeveiliging, eindschakelaars etc. 9. Zorg voor een duidelijke beschrijving van de besturing op de kraan, evenals de instellingen van de ontvanger om verkeerde bedrading te voorkomen. 10. Om storende instraling te voorkomen moet de ontvanger zo ver mogelijk van motoren, frequentieregelaars en kabels worden gemonteerd. Voor frequentieregelaars en bijbehorende kabels geldt een afstand van min. 1 meter. Ontvanger
Min. 1 meter!
Motor
M
Kabel
Frequentie Regelaar
11. De ontvanger moet rondom zoveel mogelijk vrij worden opgesteld om de ontvangst niet te beperken. Bij gebruik van een optionele externe antenne, moet deze rondom vrij “zicht” hebben en niet worden afgeschermd door metalen objecten.
432 mm
Control Panel
V1.1
9
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
V1.1
12. De ontvanger mag, zonder gebruik van een externe antenne, niet in een metalen omkasting worden gemonteerd. Kunststof is wel toelaatbaar. 13. De ontvanger altijd met de kabeluitgang naar beneden monteren.
10
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
6.2
Handzender installatie instructies
6.2.1 Installatie van de accu’s Plaats de accu in het accu-vak in de bodem van de handzender. Let hierbij erop dat de contacten naar de juiste zijde wijzen, de lip aan de buitenzijde. Voor het verdere gebruik van de handzender verwijzen wij naar de gebruiksinstructie in hoofdstuk 8.
!
6.3
Ontvanger installatie instructies
6.3.1 Voorbereidingen voor installatie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Zorg voor alle benodigde gereedschappen. Zoek een geschikte locatie voor montage van de ontvanger: Kies een stabiele plaats. Kies een plaats van waar de bediener zoveel mogelijk zichtcontact heeft met de ontvanger of antenne. Kies een plaats welke zover mogelijk, maar minstens 1 meter, is verwijderd van storende invloeden zoals motoren, frequentieregelaars en voedingskabels. Blijf verwijderd van hoogspanningsleidingen en apparatuur. De ontvanger moet te allen tijde (bijvoorbeeld tijdens kraan- of katrijden) minimaal 50 cm verwijderd blijven van bewegende obstakels. Let erop of de aansluitspanning overeenkomt met de aanwezige voeding. Zie 6.5.
6.3.2 Installatie volgorde 1. 2.
Schakel de voeding van de kraan of machine af en vergrendel deze. Controleer of de voedingspanning van de ontvanger overeenstemt met de aanwezige spanning. Zie 6.5. 3. Maak de bevestigingspunten voor de ontvanger, conform de maatschets (zie bijlage B) van de bevestigingsbuffers. 4. Bevestig de ontvanger altijd via de buffers en borg de verbinding. 5. Sluit de ontvanger aan de op de relaisbesturing van de kraan of machine volgens het aansluitschema. Opmerking: Controleer na het aansluiten de werkzaamheden grondig. De aardleiding moet degelijk worden verbonden met het metalen geraamte van de kraan of machine. 6. Stabiliseer de verbindingskabels tussen ontvanger en kraan of machine zo veel mogelijk om beschadigingen van de afscherming of aderbreuken te voorkomen. 7. Optioneel: monteer de antenne op de ontvanger. 8. Zorg ervoor dat geen personen zich op potentieel gevaarlijke plaatsen bevinden alvorens een functietest uit te voeren. 9. Schakel de voeding van de kraan of machine in. 10. Test als eerste de werking van de nood-uit alvorens bewegingsfuncties te testen. 11. Bedien de handzender en test elke functie uitgebreid, te beginnen met de noodstop.
! V1.1
11
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
6.4
Aansluitschema van de ontvanger
Het algemene aansluitschema is te vinden op de voorzijde van de ontvanger. Afhankelijk van het type uitgangen (digitaal / analoog) zijn er twee uitvoeringen mogelijk. Digitaal / relais-uitgangen
V1.1
12
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
Analoog + relais-uitgangen
De ontvanger is voorzien van een aansluitkabel, al dan niet voorzien van een stekker. Het is mogelijk dat de set qua bedrading voor bepaalde toepassingen is aangepast. In dat geval zal het schema op het deksel niet meer de werkelijke situatie weergeven. In bijlage B is een aansluitschema bijgeleverd waarop meer overzichtelijk de adernummers, bijbehorende functie en eventuele penbezetting van de stekker zijn vermeld.
V1.1
13
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
6.5
Voedingspanning ontvanger
De voedingsspanning kan in de ontvanger, afhankelijk van de aanwezige trafo, nog worden aangepast.
COM
1
2
3
4
F10 F9
De volgende spanningsuitvoeringen zijn mogelijk: 1. Transformator 24 / 42 / 48 VAC:
24 VAC 42 VAC 48 VAC
brug COM -> klem 2 brug COM -> klem 3 brug COM -> klem 4
2. Transformator 110/230/400/450 VAC:
110 VAC 230 VAC 400 VAC 450 VAC
brug COM -> klem 1 brug COM -> klem 2 brug COM -> klem 3 brug COM -> klem 4
3. DC module 9-36 VDC:
9-36 VDC brug COM -> klem 4
Bij wisseling van de voedingsspanning kan het nodig zijn om de zekeringen F9 en F10 (linksboven, naast de transformator/spanningsregelaar) aan te passen. De waarde is uit onderstaande tabel te herleiden. De meegeleverde zekeringen zijn voorzien van een gekleurde streep voor snelle identificatie. 110~120VAC 220~240VAC 380~400VAC 410~460VAC 42 & 48VAC 1.0A (rood)
V1.1
1.0A (rood)
1.0A (rood) 0.5A (blauw) 2.0A (paars)
24VAC
9-36 VDC
3.0A (geel)
3.0A (geel)
14
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
7.
!
7.1
Algemeen gebruik Voorzorgmaatregelen voor gebruik 1.
2.
3. 4.
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
!
7.2
Zorg ervoor dat twee of meer handzenders niet gelijktijdig kunnen worden ingeschakeld! Werk met 1 sleutel welke wordt overgezet tijdens het wisselen van de handzender. Indien de afstandsbesturing gedurende een langere periode niet wordt gebruikt is het raadzaam de nood-uit knop in te drukken en eventueel de sleutel te verwijderen om zo de installatie uit te schakelen. Gebruik de meegeleverde draagriem en beschermhoes om schade aan de handzender door vallen te voorkomen. Stop het gebruik van de afstandsbesturing indien de installatie traag reageert op de commando’s. Dit kan worden veroorzaakt door te lage voedingsspanning van zender of ontvanger, te grote afstand tussen zender en ontvanger of ernstige storing van de communicatie. Verwijder de accu’s indien de apparatuur gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. Het gebruik van de apparatuur moet voorbehouden zijn aan deskundig en ter zake opgeleid bedienend personeel. Laat de handzender niet onbeheerd achter op een vrij toegankelijke locatie. De apparatuur is degelijk en weerbestendig, maar mag niet worden blootgesteld aan ernstige schokken of drukverschillen. De apparatuur is geschikt voor industriële omgevingen. Verantwoord gebruik en onderhoud verlengen de levensduur van de apparatuur. Controleer de nood-uit knop en alle overige functieknoppen dagelijks voor in gebruik name. Het bedienend personeel dient te allen tijde zichtcontact te hebben met de kraan en de last. Druk onmiddellijk op de nood-uit knop indien er zich een storing of gevaarlijke situatie voordoet, of wanneer er een ongewilde beweging van de kraan optreedt. Het bedienend personeel moet bekend zijn met de interne en in dit bedrijfsvoorschrift vermelde veiligheidsvoorschriften en procedures.
Noodprocedure De apparatuur heeft diverse veiligheidsvoorzieningen zoals digitale codering en voortdurende elektronische bewaking van de functie van de diverse componenten. Indien de apparatuur zelf een storing detecteert zal het systeem trachten een noodstop te initiëren. In geval van een dergelijke noodsituatie, dient u onderstaande stappen uit te voeren en contact op te nemen met de leverancier. 1. 2. 3.
V1.1
Druk de nood-uit knop in. Zet de sleutelschakelaar op "OFF". Verwijder de accu’s en de sleutel.
15
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
4. 5. 7.3
Schakel de voedingspanning van de kraan/machine uit en stop het gebruik van de installatie. Neem contact op met de leverancier.
Inschakelen handzender 1. Plaats de bijgeleverde oplaadbare NiMH accu in het batterijvak. Let hierbij op de juiste positie. Druk de accu eerst tegen de contactveren en dan verder in het vak, met de lip aan de buitenzijde. 2. Indien nog niet geplaatst: steek de OFF/ON sleutel in de sleutelschakelaar in de rechter zijkant van de zender. 3. Draai de nood-uit (linker zijkant) een kwartslag rechtsom om de nood-uit te ontgrendelen.
E-STOP
4. Draai de sleutelschakelaar op “ON”; het display zal oplichten: 5. Kortstondig wordt de firmware-versie en het ARC logo getoond. 6. Vervolgens verschijnt een accu-symbool en daarboven de tekst "Press START". RX OK! PressSTART
7. Druk op de groene start-knop (rechter zijkant zender) om de installatie te starten. 8. Het display wijzigt en geeft de status van de bedieningsorganen weer, alsmede accustatus en signaalstatus.
Y 0 X 0
0 Y 0 X
9. De handzender is klaar voor gebruik. 10. Het is mogelijk dat er een time-out in de zender is ingesteld, welke er voor zorgt dat de zender zichzelf en de installatie uitschakelt, indien er gedurende een bepaalde tijd geen toets is bediend. Deze functie is bedoeld om accu’s te sparen en kan naar wens door de leverancier worden ingesteld of uitgeschakeld. 11. Om de handzender weer in te schakelen na een time-out: Druk op groene de startknop.
V1.1
16
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
7.4
Uitschakelen handzender 1. 2. 3. 4.
7.5
Druk de nood-uit in. Draai de OFF/ON sleutelschakelaar linksom naar de “OFF” stand. Verwijder eventueel de sleutel en bewaar deze op een veilige plaats. Indien langere tijd buiten gebruik: verwijderen de accu’s uit de handzender. Indicatie accuconditie
De handzender geeft via het display de resterende lading van de accu. Als de accu te ver leeg raakt zal de handzender automatisch een noodstop signaal naar de ontvanger zenden en de installatie uitschakelen. Deze situatie dient te worden voorkomen, omdat het nu niet mogelijk om bijvoorbeeld een last af te zetten. Eerst dient de accu te worden vervangen. 7.6
Frequentie-omschakeling
De FLEX set wordt standaard uitgeleverd met een vaste, voorgeprogrammeerde werkfrequentie. Voor een goede werking is het belangrijk dat deze frequentie niet wordt gebruikt voor andere draadloze toepassingen. Indien dit niet duidelijk is, dan is een on-site inventarisatie te adviseren. Indien de installatie toch nog wordt beïnvloed door stoorsignalen van andere apparatuur uit de omgeving, is het mogelijk om de communicatiefrequentie via de handzender handmatig te wijzigen. Neem hiervoor contact op met de leverancier.
V1.1
17
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
7.8
V1.1
Kanaal/frequentielijst Channel
Frequency
Channel
Frequency
01
433.000MHZ
32
433.775MHZ
02
433.025MHZ
33
433.800MHZ
03
433.050MHZ
34
433.825MHZ
04
433.075MHZ
35
433.850MHZ
05
433.100MHZ
36
433.875MHZ
06
433.125MHZ
37
433.900MHZ
07
433.150MHZ
38
433.925MHZ
08
433.175MHZ
39
433.950MHZ
09
433.200MHZ
40
433.975MHZ
10
433.225MHZ
41
434.000MHZ
11
433.250MHZ
42
434.025MHZ
12
433.275MHZ
43
434.050MHZ
13
433.300MHZ
44
434.075MHZ
14
433.325MHZ
45
434.100MHZ
15
433.350MHZ
46
434.125MHZ
16
433.375MHZ
47
434.150MHZ
17
433.400MHZ
48
434.175MHZ
18
433.425MHZ
49
434.200MHZ
19
433.450MHZ
50
434.225MHZ
20
433.475MHZ
51
434.250MHZ
21
433.500MHZ
52
434.275MHZ
22
433.525MHZ
53
434.300MHZ
23
433.550MHZ
54
434.325MHZ
24
433.575MHZ
55
434.350MHZ
25
433.600MHZ
56
434.375MHZ
26
433.625MHZ
57
434.400MHZ
27
433.650MHZ
58
434.425MHZ
28
433.675MHZ
59
434.450MHZ
29
433.700MHZ
60
434.475MHZ
30
433.725MHZ
61
434.500MHZ
31
433.750MHZ
62
434.525MHZ
18
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
3-
8.
De acculader
De bijgeleverde lader is alleen voor het opladen van de originele ARC accu's. Voor gebruik deze instructie zorgvuldig doorlezen om schade aan accu’s of lader te voorkomen! 8.1
Algemene voorschriften
!
Let op! Er mogen alleen de originele ARC NiMH accu’s worden gebruikt vanwege explosiegevaar!
Alle servicewerkzaamheden en reparaties aan lader en adapter mogen alleen door gekwalificeerde vakmensen worden uitgevoerd.
!
De lader is alleen geschikt voor gebruik binnenshuis en mag niet in aanraking komen met water of overvloedig vocht. Om oververhitting te voorkomen mag de lader niet worden afgedekt wanneer deze in gebruik is.
Batterijen mogen niet bij de vuilnis belanden, geef beschadigde en/of gebruikte batterijen daarom, als klein chemisch afval (KCA), af bij de daarvoor bestemde inzamelingsplaatsen. Verdere aanwijzingen voor ingebruikname: De contacten van de batterijen en het laadapparaat goed schoonhouden. Het laadapparaat uitsluitend in droge ruimten gebruiken. Bescherm het laadapparaat en de batterijen tegen oliën, vetten en agressieve reinigingsmiddelen of verdunningsmiddelen, omdat deze stoffen de behuizing kunnen beschadigen. Bij reiniging of onderhoud altijd het apparaat uit het stopcontact verwijderen. Indien het apparaat gevallen is, bijvoorbeeld van tafel, moet het laadapparaat bij een vakkundig bedrijf direct getest worden. Dit geldt ook als de polen van de stekker beschadigd zijn.
V1.1
19
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
8.2
De acculader
De bijgeleverde lader, type CHR-01, is een intelligente lader met twee gescheiden laadkanalen. De lader wordt gevoed via de bijgeleverde net-kabel.
8.2.1 Opladen van de accu's 1. Verbindt de net-kabel met de lader. 2. Steek de net-kabel in een wandcontactdoos. 3. De groene Charge-LED zal drie knipperen, en dan uit gaan. 4. Leg de accu in lader. Let erop dat de accu goed is georiënteerd; de lip zit aan de buitenzijde. Leg hierbij eerst de contactzijde in, en druk vervolgens tegen de veerkracht om de accu in het vak te vergrendelen. 5. De groene Charge-LED zal zu gaan knipperen: de accu wordt opgeladen. 6. Als de Charge-LED continue brandt is de accu volledig opgeladen. De lader gaat over op druppel laden op de accu in optimale conditie te houden. Het laadproces van een volledig lege accu zal ca. 4 uur duren.
Indien de Charge-LED niet gaat knipperen na het aansluiten van de spanning of het inleggen van een accu of na enige tijd uitgaat, dan is de lader of de accu defect en zal moeten worden vervangen.
8.2.2. Verversen accu's Als een accu geruime tijd niet is gebruikt of steeds maar deels wordt ontladen, dan kan de capaciteit van de accu hieronder lijden. In dat geval kan het zinvol zijn de accu door de lader te laten "verversen". 1. Verbindt de net-kabel met de lader en steek de net-kabel in een wandcontactdoos. 3. De groene Charge-LED zal drie knipperen, en dan uit gaan. 4. Leg de accu in lader. Let erop dat de accu goed is georiënteerd; de lip zit aan de buitenzijde. Leg hierbij eerst de contactzijde in, en druk vervolgens tegen de veerkracht om de accu in het vak te vergrendelen. 5. De groene Charge-LED zal zu gaan knipperen: de accu wordt opgeladen. 6. Druk op de Ch/Dis knop om de refresh-cyclus te starten. De accu wordt nu eerst volledig ontladen: de Discharge-LED knippert rood.
V1.1
20
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
7. Nadat de accu volledig ontladen is, schakelt de lader automatisch over naar de laad-cyclus; de groene Charge-LED knippert, de rode Discharge-LED is uit. 8. Als de Charge-LED continue brandt is de accu volledig opgeladen. De lader gaat over op druppel laden op de accu in optimale conditie te houden. Afhankelijk van de aanvankelijke resterende lading van de accu kan dit proces 4-8 uur duren.
V1.1
21
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
9. Inspectie en onderhoud
!
9.1
9.2
Inspectie
Dagelijkse inspectie van de handzender is belangrijk voor de veiligheid. De inspectie betreft de werking van de nood-uit en de bewegingsfuncties. Bij twijfel of onregelmatigheden moet het gebruik worden gestaakt en eventuele problemen eerst worden opgelost. Onderhoud
De handzender dient regelmatig te worden gecontroleerd op defecten van de drukknoppen, rubbers, behuizing etc. Indien dergelijke defecten worden geconstateerd is de beschermingsklasse niet meer gegarandeerd en is reparatie noodzakelijk om schade aan de elektronica of gevaarlijke situaties te voorkomen. De handzender mag niet worden gereinigd met stromend water, water onder hoge druk, of oplosmiddelen e.d. Gebruik hiervoor enkel een vochtige doek. Zorg altijd voor een goede ontlading van de accu’s alvorens deze weer op te laden. Dit verlengt de levensduur en verbetert de capaciteit van de accu’s.
V1.1
22
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
10.
Storingen
De radiografische besturing is uitgerust met een zeer uitgebreid zelftest-circuit. Tijdens gebruik zal dit circuit een alarmsignaal geven bij detectie van een storing. Dit alarmsignaal bestaat uit status-LED's zowel op de zender als in de ontvanger. Deze LED’s geven door middel van kleur of knippervolgorde een storingsmelding. De locatie en aard van de storing kan aan hand van dit signaal worden bepaald, conform onderstaande tabellen. 10.1
Handzender
Status led
Fout
Constant rood
Accuspanning te laag. Accu leeg of defect. De zender schakelt automatisch uit.
Knipper 1 x rood, 2 sec. pauze.
Accuspanning laag. Vervang de accu of laad deze op. Defecte drukknop. Door achtereenvolgens elke knop in te drukken kan de defecte knop worden gelokaliseerd. Als de led tijdens het indrukken van een knop stopt met knipperen is de betreffende knop in orde. Blijft de led knipperen dan is de ingedrukte knop defect. Defect EEPROM: neemt contact op met de leverancier. Defect HF-deel: neem contact op met de leverancier. Normale aanduiding bij start van zender, indien geen fouten. Signaal wordt gezonden. Normale toestand tijdens bedienen knoppen. Drukknoppen vergrendelt. Handzender is niet correct gestart.
Knipper 2 x rood, 2 sec. pauze.
Knipperen 3 x rood, 2 sec. pauze. Knipperen 4 x rood, 2 sec. pauze Groen, gedurende 2 seconden. Knipperend groen Knipperend oranje
V1.1
23
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
10.2
Ontvanger
10.2.1 Display zender De zender is voorzien van een display waarop eventuele storingsmeldingen worden getoond.
LOW BATTERY
xxxxxxxxxx
Accu leeg
LYX xx RYX
Defect joystick
JAMMED
I-CHIP NOT
RF
Incorrecte I-Chip versie
MATCH
NOT
HF-deel storing
CONNECT
I-CHIP NOT
I-Chip niet aanwezig
CONNECT
TILTED! PressSTART
Zender uitgeschakeld door tiltbeveiliging
RX OK! PressSTART
RX LOW VOLTAGE
Ontvanger gedetecteerd inschakelen Normale toestand
PressSTART
Lage spanning ontvanger
DECODER
Geen ontvanger gedetecteerd bij bij inschakelen
Ontvanger decoder defect
DEFECT
PressSTART
PressSTART
MAIN RLY DEFECT
Hoofdrelais ontvanger defect
PressSTART
V1.1
24
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
10.2.2 Status LED's ontvanger In de ontvanger bevinden zich diverse status LED’s, zichtbaar via het venster op het deksel van de ontvanger. Voor elke led is in onderstaande tabellen de functie weergegeven. STATUS led Groen knipperen, snel Groen knipperen, langzaam Rood knipperen, 2 x Rood knipperen, 3 x Rood knipperen snel Constant rood Rood knipperen 4x, groen 1x SQ led Aan Uit Rood knipperen, snel, onregelmatig POWER led Constant rood
Fout Signaal wordt ontvangen en verwerkt. Normale toestand indien zender in gebruik. Werking OK, handzender niet in gebruik. Normale toestand. Hoofdrelais defect. Decoder defect. Foute ID-code ontvangen Te lage voedingsspanning ontvanger. Ontvanger HF-module defect Fout Correct signaal wordt ontvangen. Normale toestand indien zender in gebruik. Geen signaal ontvangen. Interferentie op het kanaal.
Uit
Fout Voeding ontvanger aanwezig. Normale toestand. Voeding naar ontvanger uit.
COM led Constant rood Uit
Fout Voeding relais-bord OK. Normale toestand. Voeding relais-board uit.
Indien één van bovenstaande situaties zich voordoet dient u contact op te nemen met de leverancier.
V1.1
25
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
10.2.3 Display ontvanger De ontvanger is intern voorzien van een ontvanger waarop status-informatie en foutmeldingen worden getoond. STATUS DECODING
STATUS
Decoder actief
STATUS POS
STATUS
Ontvanger lage voedingsspanning
STATUS
INCORRECT S/N
Foute ID-code / type ontvangen
STATUS
Decoder module defect
DEFECTIVE
RF1
Zender noodstop aktief
INITIATED
STATUS DECODER
EMS
Zender uitgeschakeld
STATUS VOLTAGE
Decoder in rust
STATUS
INITIATED
LOW
STANDBY
MAIN
Hoofdrelais defect
DEFECTIVE
HF-module ontvanger defect
DEFECTIVE
V1.1
26
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
10.2.2 Zekeringen Intern in de ontvanger zijn diverse glaszekeringen toegepast ter bescherming van de elektronica en uitgangsrelais. Om deze te controleren dient de behuizing van de ontvanger te worden geopend.
Schakel altijd de voedingsspanning naar de ontvanger en relais uit alvorens de ontvanger behuizing te openen! Het controleren en wisselen van zekeringen mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerde en/of ter zake kundige personen. De plaats en nummering zijn in onderstaande afbeelding benoemd. De glaszekeringen F1 t/m F8, en F11 t/m F14 zijn allemaal ter bescherming van de uitgangsrelais. Alle zekeringen zijn 5 A. In het aansluitschema van de ontvanger (zie hoofdstuk 6.4), is terug te vinden welke zekering behoort bij welke uitgangsgroep. De zekeringen F9 en F10 zijn voor bescherming van de voeding. De waarde van deze zekeringen is afhankelijk van de voedingsspanning. Zie hiervoor hoofdstuk 6.5. Om de zekering te vervangen dient de dop van de houder een kwartslag naar links te worden gedraaid. Daarna kan de dop worden uitgenomen en de zekeringen worden vervangen. Ze de dop met zekering weer terug in de houder. Vastzetten door kwartslag naar rechts te draaien.
Vervang zekeringen altijd door eenzelfde type (zie onderstaande tabel) met dezelfde specificaties om schade aan de apparatuur te voorkomen!
V1.1
27
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
11. 11.1
Technische gegevens Algemeen
Frequentiebereik Kanaal afstand Kanalen Bereik Codering
Frequentiecontrole Responstijd Omgevingstemperatuur Materiaal behuizing Beschermingsklasse 11.2
Handzender specificaties
Voeding Zendvermogen Afmetingen Gewicht 11.3
: 6 V NiMH accu : 2 - 10 mW : 247 145 180 mm (LBH) : 1,8 kg (incl. accu)
Ontvanger specificaties
Voedingspanning Stroomopname Verbruik Gevoeligheid Antenne impedantie Relais Afmetingen Gewicht
V1.1
: 433,050 ~ 434,790 MHz (ingesteld door leverancier) : 25 kHz : 62 : > 100 Meter : Digitale frequentie modulatie, gebaseerd op Manchester code, 20 bit adres, 32 bit CRC pariteitscontrole en Hamming code : PLL : 50 ms : -25 °C / +75 °C : Slagvast kunststof : IP 66
: 24 / 42 / 48 / 110 / 230 / 400 / 460 VAC, 20% (50/60Hz) 9 – 36 VDC : ca. 11 VA (afhankelijk van aangetrokken relais) : 7 - 20 VA : 116 dBm : 50 Ohm : 8 A / 250 VAC : 345 240 108 mm (LBH) : 3,65 kg (excl. aansluitkabel)
28
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
12.
Onderdelen
Voor bestelling van reserve-delen kunt u contact opnemen met de leverancier. Zorg ervoor dat u het serienummer van de set bij de hand heeft.
Veel onderdelen zijn niet geschikt voor zelf-service. Het werken aan de interne delen vergt specialistische kennis van de apparatuur en elektronica. Neem in dergelijke gevallen contact op met de leverancier.
V1.1
29
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
Bijlage A: Boorpatroon bevestiging ontvanger
2 7 6 m m ( 1 0 .8 7 " )
2 3 5 m m ( 9 .2 5 " )
8m m
Gaten 9-10 mm boren. Gebruik borgmoer of veerring en moer.
V1.1
30
Bedrijfsvoorschriften FLEX 2JX
Bijlage B: Aansluitschema ontvanger
VOEG HIER HET AANSLUITSCHEMA IN
V1.1
31