Umschlag FM-Handbuch NL:Umschlag FM-Handbuch NL
04.07.2008
11:37 Uhr
Seite 1
Funkmanagement Radiografische besturingssystemen
Verlichting
ALBRECHT JUNG GMBH & CO. KG Postfach 13 20 D-58569 Schalksmühle Vertegenwoordiging voor Nederland:
deelnemer aan:
Jaloezieën Postbus 111 2394 ZG Hazerswoude-Rd telefoon 071 • 3 41 90 09 fax 071 • 3 41 35 59 email: jung @ hateha.nl www.jung-catalogus.nl
www.elux.nl
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 1
Radiografisch bestuurde installaties – de eenvoudige weg naar comfort
Van elektrotechnische installaties wordt tegenwoordig meer flexibiliteit, functionaliteit en comfort verwacht, zoals bijv. het centraal in- en uitschakelen van alle verlichting in huis, of het oproepen van lichtscènes met één druk op de knop. Daarbij neemt de behoefte aan meer zekerheid en veiligheid sterk toe. Om die redenen dient de elektrotechnische installatie zich ook in die richting verder te ontwikkelen. De bestaande elektrotechnische installaties bieden zelden deze besturingsmogelijkheden. In een enkel geval zal er wat extra buis gelegd zijn of is er nog ruimte in bestaande buis voor uitbreiding, maar in de meeste gevallen zou er toch gehakt en gefreesd moeten worden, of in het zicht gewerkt. Dit brengt naast stof en overlast, hoge renovatiekosten met zich mee. Al deze dingen zorgen ervoor dat er vaak wordt afgezien van de doorgaans nuttige en comfortabele aanpassingen. Speciaal voor die markt is JUNG Funkmanagement ontwikkeld. Hiermee kan men de aanvullende comfort- en veiligheidseisen goed integreren in bestaande installaties zonder de hierboven genoemde bezwaren. Alle componenten staan radiografisch met elkaar in verbinding en zijn onafhankelijk van bestaande leidingen of vullen deze juist aan. De montage is eenvoudig. Ook kunnen combinaties met bestaande systemen, zoals bijvoorbeeld het KNX bussysteem, probleemloos worden gemaakt. Deze innovatieve techniek biedt alle mogelijkheden voor het snel en schoon installeren van een moderne installatie. De eenvoudige bediening en de betrouwbare werking garanderen een hoge acceptatie voor het inzetten bij en uitbreiden van bestaande installaties.
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 3
De signaaloverdracht
Zenders
Homecontroller
Ontvangers REG-componenten – voor DIN-railmontage
Lichtsturing
Radiografische handzender „Mini“
Radiografische handzender comfort / standaard
Lichtlijn 1
Lichtlijn 1
Lichtlijn 2
Lichtlijn 2
Radiografische vlakke wandzender met tastsensor 4-voudig
Radiografische wandzender met tastsensor 4-voudig
Radiografische sensorschakelaar “vlak”
Radiografische actor EB schakelaar / pulsgever
In tegenstelling tot infrarood techniek is het bereik van radiografie niet beperkt tot één ruimte, daar radiogolven ongehinderd door muren heen kunnen gaan. Dit betekent dat radiografische signaaloverdracht ruimteoverschrijdend werkt en niet richtinggevoelig is. JUNG Funkmanagement werkt op een frequentie van 433 Mhz, binnen de daarvoor toegewezen ISM band, bestemd voor industriële, wetenschappelijke en medische toepassingen. In dit frequentiegebied zijn zowel de reikwijdte als de capaciteit om door materie, zoals vloeren en wanden heen te dringen, zeer gunstig. Negatieve uitwerkingen op het menselijk lichaam door straling zijn niet te verwachten. JUNG Funkmanagement werkt in vergelijking met mobiele telefonie, radio- of tv-zenders met een minimale straling. Het systeem bestaat uit drie soorten componenten: zenders, ontvangers en repeaters, ofwel steunzenders. In het programma vindt u voor elke toepassing de juiste oplossing. Daarmee kan een op maat gesneden installatie gerealiseerd worden.
Radiografische universeel snoerdimmer
Radiografische actor UP 1- of 2-kanaals schakelaar / pulsgever
Radiografische 1 – 10 V stuureenheid Radiografische universeeldimmer EB
Radiografische universeeldimmer inbouw
Tastafdekking met radiografische ontvanger voor eenheden lichtmanagement
Radiografische tussenstekerschakelaar/dimmer
Radiografische universeeldimmer 4-voudig
Radiografische universeeldimmer 2-voudig
Radiografische schakelactor enkelvoudig
Radiografische stuureenheid 1 – 10 Volt
Radiografische schakelactor 4-voudig
Jaloezie- en rolluikbesturing
Radiografische klokthermostaat
Radiografische multifunctionele zender
Radiografische universeelzender
Funkkop REG
Antenne Radiografische jaloezie actor UP
Repeater
Motorstuureenheid met afdekking JM met radiografische ontvanger
KNX
Radiografische jaloezieactor
Temperatuurmanagement
Plafondverlichting Serreverlichting Hal spots Jaloezieën
Radiografische raamzender
Radiografische aanwezigheidsmelder
Radiografische observer 180°
Opbouwbehuizing
Tussenstekerbehuizing
Buskoppeling met tastafdekking met radiografische ontvanger
Radiografische schakeleenheid
Radiografisch stelventielaandrijving
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 5
Systeemcomponenten: zenders
Wandzender Dit modulair opgebouwde apparaat bestaat uit een zender-inbouwelement en enkel- of meervoudige standaard tastsensoren uit het KNX programma, welke geleverd wordt in de volgende uitvoeringen: AS 500, A 500, CD 500, LS 990, Edelstaal, Aluminium, Antraciet, Glanzend Chroom, Goud en Flat Design.
De handzender comfort heeft als extra mogelijkheid het afroepen van vooraf ingestelde lichtsccènes, terwijl middels de zg. masterknop de gehele lichtscène gezamenlijk kan worden gedimd. Vlakke wandzender Als men uit esthetische overwegingen geen inbouwmontage kan plegen is dit een ideale oplossing.
De Homecontroller verzorgt de centrale sturing van de gezamenlijke ontvangers in de Funkinstallatie. Dit gebeurt op 3 verschillende manieren: via handmatige instelling, volautomatisch (door individueel ingestelde tijdprogramma’s), of via lifestyle/lichtscène programma’s. Een voorbeeld van zo’n scenario kan zijn: op een vooraf ingestelde tijd sluiten de rolluiken in de slaapkamer en de woonkamer en bepaalde verlichtingsgroepen worden uitgeschakeld of gedimd, dit alles volgens de programmering, dus onafhankelijk van of men nu wel of niet thuis is.
Lichtlijn 1
Lichtlijn 2
Tot vier individuele ontvangers kunnen hiermee worden aangestuurd. „Alles aan/alles uit“ is ook mogelijk, evenals lichtscènes. De wandzender werkt op batterijen en is daardoor niet plaatsgebonden en kan exact op de gewenste plaats worden geïnstalleerd.
Handzender Er zijn twee typen handzenders: "comfort" en "standaard". Met een druk op de knop wordt een telegram verzonden, dat door alle ontvangers gelezen wordt, maar alleen door de gewenste ontvanger wordt uitgevoerd. Ter beschikking staan drie groepen, A, B en C met elk 8 kanalen. Er kunnen 24 individuele ontvangers mee worden aangestuurd. Deze voeren afhankelijk van de ontvanger de volgende opdrachten uit: aan/uit, op/neer of dimmen. Bijzonder praktisch is de "alles aan/alles uit" knop, waarmee alle, op die knop ingestelde ontvangers, reageren.
De zender is batterijgevoed, volkomen vlak en kan daardoor overal geplaatst worden. Zelfs de montage op glazen vlakken of spiegels met dubbelzijdig tape behoort tot de mogelijkheden. De universele zender (inbouwdiepte 1 cm) De universele zender is in combinatie met conventionele licht- of jaloezieschakelaars te gebruiken. Door de compacte bouwwijze is deze achter de schakelaar in de inbouwdoos te plaatsen. Zo laat het radiografische systeem zich ook in reeds aanwezige installaties probleemloos integreren. Multifunctionele zender Deze 4-kanaals zender kenmerkt zich door zijn compacte bouw en batterijvoeding. Hierdoor werkt hij onafhankelijk van het lichtnet en kan dus overal geplaatst worden.
De vier ingangen worden door middel van de aansluitdraden aan schakelaar of pulsgevers aangesloten. Er kunnen 8 functies door 5 dipswitches worden geïnstalleerd, Automatische schakelaar De batterijgevoede zender verzendt bij detectie van beweging een draadloos telegram naar ingeleerde ontvangers, die deze uitvoeren. De radiografische schakeleenheid en de homecontroller hebben de mogelijkheid de lichtwaarde en de inschakeltijd in te stellen. Alle andere ontvangers hebben een vaste inschakeltijd van 1 minuut.
Door de vlakke bodemplaat kan de ..FAS 180.. op elke ondergrond geplakt of geschroefd worden. Op deze wijze is automatische besturing van verlichting ook daar mogelijk waar leidingen om technische of esthetische redenen niet aangelegd kunnen worden.
De klokthermostaat stuurt temperatuur -en tijdafhankelijk één of meerdere aandrijvingen van radiatoren aan. Parallel daarmee kan de Homecontroller als centrale stuur-eenheid dienen voor zowel licht, jaloezieën als ook verwarming.
Alle belangrijke informatie wordt op het verlichte tekstdisplay van de Homecontroller vermeld. Daartoe behoren ingegeven menu’s, de bedrijfsstanden en de omgevingstemperatuur. De ingebouwde DCF 77-ontvanger zorgt automatisch voor de juiste tijdsvermelding en voor een omschakeling van zomer- naar wintertijd en omgekeerd. Met een chipkaart worden de instellingen vastgelegd en nieuwe functies ingelezen.
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 7
De systeemcomponenten: ontvangers
Radiografische actor UP, 1 of 2 kanaals jaloezieactor Als er weinig ruimte is komt deze oplossing in beeld. Dankzij de compacte bouwwijze past deze actor in een inbouwdoos, achter een wandcontactdoos, schakelaar etc. of een blinde afdekplaat.
Radiografische universeeldimmer inbouw De radiografische universeeldimmer kan worden ingebouwd in een inbouw- of centraaldoos. Bij uitstek geschikt voor situaties waar geen ruimte is boven het plafond of als het lastig is om schakeldraden terug te halen naar de meterkast voor radiografische dimmers voor DIN-railmontage.
1 – 10 V stuureenheid Deze ontvanger schakelt en dimt complexe verlichtingssystemen met een 1 – 10 volt stuuringang en kan om ruimte te winnen boven het plafond geplaatst worden.
Ook kan deze ontvanger in lichtscèneschakelingen worden opgenomen.
Tastafdekking met radiografische ontvanger voor units uit Lichtmanagement Tastdimmers, relaisunits en taststuureenheden kunnen gecombineerd worden met een afdekking met radiografische ontvanger en zo op afstand worden worden aangestuurd. Deze tastafdekkingen kunnen ook met de hand worden bediend.
Jaloezie
afdekking met radiografische ontvanger Voor de motorstuureenheid van het Jaloeziemanagement. Deze centraalplaat biedt de mogelijkheid om
Funk radiografische wandcontactdoos adapter ‘schakelen’ of ‘dimmen’ Met deze adapters kunnen apparaten, die niet aan een vaste standplaats gebonden zijn, in het systeem opgenomen worden. Daartoe wordt de mobiele ontvanger in een wandcontactdoos gestoken en de netsteker van bijv. staande-of tafelschemerlamp eenvoudigweg in de adapter gestoken. Deze kan nu radiografisch geschakeld of gedimd worden.
radiografisch jaloeziemotoren te bedienen. De bediening kan met een hand- of wandzender gebeuren of ter plaatse. Door het aansluiten van diverse sensoren zoals een glasbreukmelder en/of zonnesensor is het bedieningscomfort gemakkelijk uit te breiden.
en Radiografische actor EB Deze uitvoering heeft een relaisuitgang en kan daardoor ook grotere vermogens schakelen. Deze compacte actor laat zich gemakkelijk wegwerken boven het systeemplafond. Ook kan men neventoestellen aansluiten om deze te bedienen. Radiografische dimactor Met de radiografische universeeldimmer EB kan men ook grotere vermogens dimmen. Het apparaat is elektronisch tegen kortsluiting, overbelasting en oververhitting beveiligd.
Radiografische snoerdimmer Voor verplaatsbare apparaten zoals staande schemerlampen is er een radiografische snoerdimmer.
De radiografische stelventielaandrijving Deze kan op vrijwel alle in de handel voorkomende radiatorkranen gemonteerd worden. Twee batterijen zorgen voor de voeding – goed voor twee stookseizoenen – van de aandrijving.
De radiografische ontvanger heeft een blokstructuur. Het signaal komt binnen op de antenne en wordt vervolgens naar een versterker gevoerd die het signaal van de draaggolf scheidt en versterkt. Daarna wordt het signaal door een microprocessor gecontroleerd en omgezet. Het systeem garandeert een hoge mate van betrouwbaarheid en voorkomt foutschakelingen.
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 9
Radiografische REG-componenten
De Funkkop is de centrale ontvanger van de radiografische signalen. Deze signalen worden in leidinggebonden data omgezet en ter evaluatie naar aangesloten funkactoren (REG) doorgezonden. Er kunnen tot 30 actoren worden aangesloten. De funkkop is uitgerust met een interne antenne.
Externe antenne Bij ongunstige ontvangst (bijv. door bouwkundige voorzieningen) of bij plaatsing in een metalen verdeler kan een externe antenne geïnstalleerd worden (art.nr. F-ANT).
Radiografische 1 – 10 V stuureenheid REG De radiografische stuureenheid stuurt in combinatie met de Funkkop EVSA’s en elektronische trafo’s met een 1 – 10 V sturing, zodra een overeenkomstig (ingeleerd) radiografisch signaal ontvangen wordt. Er kunnen tot 30 zenders worden ingeleerd. De inschakellichtsterkte kan in het geheugen opgeslagen worden.
Radiografische universeeldimmer REG enkelvoudig viervoudig De radiografische universeeldimmer is een dimmer met automatische lastherkenning (fase-aan- of fase-afsnijd). De dimmer schakelt en dimt in combinatie met de Funkkop elektrische lasten, zodra een overeenkomstig (ingeleerd) radiografisch signaal ontvangen wordt. De inschakellichtsterkte kan in het geheugen opgeslagen worden.
Radiografische jaloezie actor REG Functie: de radiografische jaloezieactor stuurt in combinatie met de funkkop jaloezieën en rolluiken aan.
Radiografische schakelactor REG enkelvoudig viervoudig De radiografische schakelactor schakelt in combinatie met de Funkkop elektrische lasten (bijv. gloeilampen, Tronic of conventionele trafo’s, fluorescentielampen) zodra een overeenkomstig (ingeleerd) radiografisch signaal ontvangen wordt. Bij ontvangst van een signaal van een radiografische observer of sensorschakelaar schakelt het apparaat gedurende één minuut in.
Met de radiografische REG-componenten wordt het toepassingsgebied van Funkmanagement consequent verbreed. Zij worden precies daar geplaatst waar de bedrading samenkomt, namelijk in de verdeelinrichting. Deze apparaten kunnen via de funkkop direct door de radiografische zenders aangestuurd worden. De funkkop is een centrale ontvanger die telegrammen ontvangt en deze in leidinggebonden data omzet en ter evaluatie naar aangesloten funkactoren (REG) doorzendt.
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 11
Radiografische observer/Radiografische aanwezigheidsmelder
De radiografische observer werkt op een 9 V blokbatterij. De "inbedrijf" stand en batterijspanning worden door middel van LED indicatoren aangegeven.
Bij het installeren van het "bewakingssysteem" wordt elke observer 'geleerd' hoe en wat te communiceren. Dit garandeert een storingvrije data-overdracht zonder storingen van buitenaf, voor de hoogste bedrijfszekerheid.
Radiografische Observer 180º Bij een montagehoogte van 2,40 m is het detectieveld ca. 16 x 32 m. De sensor heeft een detectiebereik van 180°. Het signaal wordt in de schakelunit verwerkt. De inschakelduur en gevoeligheid laten zich eenvoudig instellen.
Systeem schakelunit Hier wordt het signaal van de observer omgezet in schakelacties. Ook andere signalen die het systeem verzendt, kunnen ontvangen en bewerkt worden, om bijvoorbeeld de schakel-cyclus van de observer voor de tijd van 2 uur te kunnen overbruggen.
Radiografische aanwezigheidsmelder De flexibiliteit van de aanwezigheidsmelder opent nieuwe toepassingsgebieden: de inzet van aanwezigheidgestuurde verlichting daar waar het vanwege aanleggen van leidingen uit technische of optische overwegingen niet ter sprake zou komen. De funk aanwezigheidsmelder kan overal worden geïnstalleerd, zonder inbouwdoos en zonder voeding. Schoon en snel gemonteerd, grootschalige renovatie kan achterwege blijven. Toepassingen zijn kantoor, vergaderruimtes of conferentiezalen. Het licht moet slechts branden als de ruimtes in gebruik zijn. Bij gebruikmaking van dim-actoren is ook een daglicht-afhankelijke lichtregeling mogelijk
Vorspann QXD7:Vorspann
04.07.2008
11:35 Uhr
Seite 13
Funkmanagement - de temperatuur draadloos automatisch instellen
De radiografische klokthermostaat stuurt de temperatuur tijdafhankelijk. Hiertoe stuurt deze een radiografisch signaal aan één of meerdere stelventielaandrijvingen, die deze signalen uitlezen en de radiotorkranen aansturen. Het stelventiel kan op alle reguliere radiatoren worden gemonteerd. Twee AA batterijen verzorgen de bedrijfspanning - dit is voldoende voor twee stookseizoenen. De Homecontroller stuurt tijdafhankelijk de gezamenlijke radiografische ontvangers van Funkartikelen. De Homecontroller bundelt zo de complete sturing van licht, rolluiken, jaloezieën en nu ook de temperatuur. De Homecontroller kan, net zoals de radiografische klokthermostaat, bevelen uitzenden en daarbij ook informatie ontvangen - zoals bijvoorbeeld de toestand van de batterij in de stelventielaandrijving.
Funkmanagement van JUNG beschikt vandaag de dag over een breed spectrum van functies. Dit reikt van schakelen en dimmen via jaloezie- en rolluikbediening tot aan gecombineerde sturing van complexe lichtscènes. Om een complete sturing van alle functies in de woning te realiseren met Funkmanagement is nu ook temperatuursturing ontwikkeld. Dit gebeurt via een radiografische klokthermostaat of de Homecontroller. Het voordeel van deze techniek: het aanleggen van leidingen tussen stuur- en controlleapparaten en de stelventielaandrijving is hiermee overbodig. Hierdoor worden verbouwingskosten en arbeidskosten beperkt gehouden. Het systeem bestaat uit een netgevoede radiografische klokthermostaat en afdekking met display en een batterijgevoede stelventiel aandrijving.
De radiografische klokthermostaat stuurt tijdafhankelijk en radiografisch de stelventielaandrijving aan van een of meerdere radiatoren. Parallel daaraan kan de Homecontroller als centrale eenheid zowel de temperatuursturing als ook de bediening van licht en jaloezieën overnemen. Zo kunnen alle functies in een pand radiografisch geregeld worden.
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 14
Funkmanagement
Funkmanagement
Het zendbereik (max. 100 m, vrij veld) is afhankelijk van de montagehoogte boven de grond en de bouwkundige gegevens van het object. Art.nr. Radiografische handzender De handzender zendt bij het bedienen van de taster een radiografisch telegram. Dit radiografische telegram wordt door alle radiografische ontvangers van het Funkmanagementsysteem ontvangen en geëvalueerd. Er staan 3 groepen (A, B, C) met 8 kanalen ter beschikking (3 x 8 kanalen = 24 kanalen). De handzender, reikwijdte 100 m vrij veld, wordt met 4 alkaline micro penlite batterijen (AAA) gevoed (niet meegeleverd). Levensduur batterijen ca. 2 jaar. Standaard antraciet 48 FH 3 x 8 kanalen: aan/uit, op/neer, dimmen Extra functies: alles aan/uit Technische gegevens zie pag A 1.
Radiografische handzender Comfort antraciet 48 KFH 3 x 8 kanalen: aan/uit, op/neer, dimmen Extra functies: alles aan/uit • 5 lichtscènes • masterdimfunctie voor lichtscènes Technische gegevens zie pag. A 1. Radiografische handzender "mini" antraciet 42 FH De radiografische handzender "mini" bestuurt 2 kanalen (aan/uit, op/neer, dimmen). Batterijgevoed door één lithium knoopcel (CR 2032), meegeleverd. Reikwijdte 30 m vrij veld Levensduur batterij ca. 5 jaar. Technische gegevens zie pag A 4.
Wandhouder voor handzender 48 FH en 48 KFH antraciet
WH 48
Art.nr. Radiografische wandzender voor montage in inbouwdoos of opbouwkap 40 FW Batterijgevoed door twee lithium knoopcellen (CR 2032, worden meegeleverd). Levensduur batterijen: ca. 2 jaar De wandzender wordt in combinatie met standaard tastsensoren (1-, 2- of 4-voudig) uitgevoerd. Door de tasters te bedienen wordt een telegram verzonden. Het aantal kanalen dat bediend wordt, is afhankelijk van het aantal tasters van de afdekking; twee tegenover elkaar liggende tasters vormen een kanaal. Technische gegevens zie pag A 3.
Bedieningselement voor radiografische wandzender art.nr. 40 FW voor programma's AS 500 / A 500 1-kanaals 2-kanaals 4-kanaals
A 2071 NABS .. A 2072 NABS .. A 2074 NABS ..
voor programma CD 500 1-kanaals 2-kanaals 4-kanaals
.. 2071 NABS .. .. 2072 NABS .. .. 2074 NABS ..
voor programma LS 990 1-kanaals 2-kanaals 4-kanaals
LS 2071 NABS .. LS 2072 NABS .. LS 2074 NABS ..
voor programma Aluminium 1-kanaals 2-kanaals 4-kanaals
AL 2071 NABS AL 2072 NABS AL 2074 NABS
voor programma Edelstaal 1-kanaals 2-kanaals 4-kanaals
ES 2071 NABS ES 2072 NABS ES 2074 NABS
voor programma Antraciet 1-kanaals 2-kanaals 4-kanaals
AL 2071 NABS AN AL 2072 NABS AN AL 2074 NABS AN
voor programma Glanzend Chroom 1-kanaals 2-kanaals 4-kanaals
GCR 2071 NABS GCR 2072 NABS GCR 2074 NABS
voor programma Goud (goudkleurig) 1-kanaals 2-kanaals 4-kanaals
GO 2071 NABS GO 2072 NABS GO 2074 NABS
Radiografische zender Universeel, 230 V stuuringangen FUS 22 UP De radiografische universeelzender dient om schakelfuncties van “bestaande” 230 V apparaten om te zetten in draadloze commando´s. Dat kan schakelen, dimmen of jaloeziebesturing zijn. Nominale spanning van 230 V ~ via ingangen E1 en E2. Het telegram van de radiografische zender wordt door alle daarop afgestelde ontvangers van het funkmanagement ontvangen en uitgelezen. Op het apparaat bevinden zich een drukknop en een LED voor keuze c.q. indicatie van de bedrijfsmodus. De radiografische universeelzender heeft vier bedrijfsmodi: Modus A: 2 kanaals dimmen (toggle) (E1 en E2) Modus B: 2 kanaals schakelen (E1 en E2) Modus C: 1 kanaals dimmen (E1/E2) Modus D: 1 kanaals jaloeziesturing (E1/E2) Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~ Zendfrequentie: 433,42 MHz Zendbereik: ca. 100 m (in vrij veld) Bedrijfstemperatuur: ca. –20 °C tot +55 °C Beschermingsgraad: IP 20 Afmetingen (Ø x H): 52 mm x 23 mm Technische gegevens zie pag A 8. 14
15
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 16
Funkmanagement
Funkmanagement
Technische gegevens zie pag A 5. Art.nr. Radiografische wandzender "vlak" De wandzender zendt bij het indrukken van een knop een radiografisch telegram. Dit radiografisch telegram wordt door alle radiografische ontvangers van het Funkmanagement programma gelezen en geëvalueerd. Alles aan -alles uit en lichtscènes behoren tot de mogelijkheden. Zenderbereik (vrije veld): 100 m (AS 500 / A 500) resp. 30 m (CD 500 en LS range). De radiografische wandzender wordt met lithium knoopcel batterijen gevoed (1 x CR 2032 voor programma's AS 500 / A 500, 2 x CR 2016 voor programma's CD 500 en LS range). Batterijen meegeleverd. Levensduur batterij: ca. 3 – 5 jaar. Montage door plakken of schroeven op om het even welke ondergrond (stuc, hout, glazen wand, spiegel of inbouwdoos).
voor programma's AS 500 / A 500 wit 1-kanaals alpin wit 1-kanaals zwart 1-kanaals aluminium 1-kanaals wit 2-kanaals alpin wit 2-kanaals zwart 2-kanaals aluminium 2-kanaals wit 4-kanaals alpin wit 4-kanaals zwart 4-kanaals aluminium 4-kanaals
A 41 F A 41 F WW A 41 F SW A 41 F AL A 42 F A 42 F WW A 42 F SW A 42 F AL A 44 F A 44 F WW A 44 F SW A 44 F AL
voor programma CD 500 wit 1-kanaals alpin wit 1-kanaals wit 2-kanaals alpin wit 2-kanaals wit 4-kanaals alpin wit 4-kanaals
CD 41 F CD 41 F WW CD 42 F CD 42 F WW CD 44 F CD 44 F WW
voor programma LS 990 wit 1-kanaals alpin wit 1-kanaals zwart 1-kanaals lichtgrijs 1-kanaals zwart 1-kanaals wit 2-kanaals alpin wit 2-kanaals zwart 2-kanaals lichtgrijs 2-kanaals zwart 2-kanaals wit 4-kanaals alpin wit 4-kanaals zwart 4-kanaals lichtgrijs 4-kanaals zwart 4-kanaals
16
LS 41 F LS 41 F WW LS 41 F SW LS 41 F LG LS 41 F SW LS 42 F LS 42 F WW LS 42 F SW LS 42 F LG LS 42 F SW LS 44 F LS 44 F WW LS 44 F SW LS 44 F LG LS 44 F SW
Art.nr. voor programma's Aluminium / Edelstaal / Antraciet / Glanzend Chroom Aluminium (gelakt) 1-kanaals AL 41 F Aluminium (gelakt) 2-kanaals AL 42 F Aluminium (gelakt) 4-kanaals AL 44 F Edelstaal 1-kanaals ES 41 F Edelstaal 2-kanaals ES 42 F Edelstaal 4-kanaals ES 44 F Antraciet (gelakt) 1-kanaals AL 41 F AN Antraciet (gelakt) 2-kanaals AL 42 F AN Antraciet (gelakt) 4-kanaals AL 44 F AN Glanzend Chroom 1-kanaals GCR 41 F Glanzend Chroom 2-kanaals GCR 42 F Glanzend Chroom 4-kanaals GCR 44 F Goudkleurig 1-kanaals GO 41 F Goudkleurig 2-kanaals GO 42 F Goudkleurig 4-kanaals GO 44 F Goud 24 Karaat 1-kanaals LS 41 F GGO Goud 24 Karaat 2-kanaals LS 42 F GGO Goud 24 Karaat 4-kanaals LS 44 F GGO
Radiografische multifunctionele zender 4-kanaals FMS 4 UP De radiografische multifunctionele zender is een batterijgevoede draadloze 4-kanaals zender ter uitbreiding van een bestaande funk installatie. De multifunctionele zender herkent aan de 4 ingangen E1 – E4 schakeltoestanden van potentiaalvrije schakelaars resp. pulsdrukkers. Deze zendt radiografische telegrammen, die door alle ontvangers worden geëvalueerd. Een 5-voudige microschakelaar maakt kiezen van 8 verschillende bedrijfsstanden mogelijk. De rode LED signaleert het zenden van telegrammen (langzaam asymmetrisch knipperen, 4 Hz) of een lege batterij "LowBatt" (snel symmetrisch knipperen 10 Hz). Batterij: De zender wordt met een lithiumbatterij gevoed (CR 2032, wordt meegeleverd) Technische gegevens zie pag A 6.
Batterij
Capaciteit
Levensduur bij bedieningen per 24 uur 0 1 – 10 24 15 jaar 5 jaar 4 jaar
1 x CR2032 180 mAh Aansluitdradenset De achtaderige aansluitbedrading dient voor aansluiting van potentiaalvrije schakelaars of pulsdrukkers. Niet benodigde draden dienen geïsoleerd te worden en mogen niet met spanningvoerende delen in contact komen, omdat het toestel anders kan beschadigen. Technische gegevens Nominale spanning: Batterij: Lengte aansluitleidingen: Zendfrequentie: Zendbereik: Codering: Beschermingsgraad: Temperatuurbereik: Afmetingen (B x H x D):
3 V DC 1 lithiumcel CR 2032 ca. 290 mm 433,42 MHz max. 100 m (vrij veld) > 1 miljard mogelijkheden IP 20 –20 °C tot +55 °C 45 x 40 x 10 mm
17
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 18
Funkmanagement
Funkmanagement
Noviteit
Technische gegevens zie pag A 13.
Art.nr. Radiografische raamzender inclusief magneet wit 1-kanaals FF 21 WW Raambeveiliging overeenkomstig brandverordening (FeuV § 4 in Duitsland) Raambewaking in combinatie met afzuigkappen en open haarden. Bij gesloten raam en ingeschakelde afzuigkap kan door onderdruk rook de woonkamer binnenkomen. De afzuigkap mag alleen bij geopend raam aangezet worden. Bij gesloten raam wordt de spanningstoevoer van de afzuigkap door een radiografische actor onderbroken. De radiografische raamzender herkent het openen of sluiten van een raam. Zodra een raam geopend wordt, stuurt hij een radiografisch telegram dat door alle schakelen dimactoren ontvangen wordt. De actoren schakelen alleen in als zij een telegram ontvangen. Wordt het raam gesloten dan schakelt de actor uiterlijk een minuut later het apparaat uit. Technische gegevens zie pag A 20.
Art.nr. Radiografische opbouw actor Schakelaar FA 10 EB De radiografische inbouwactor schakelt elektrische belastingen (230 V / 10 A), zodra hij een overeenkomstig ("ingeleerd") telegram ontvangt. De radiografische actor kan tot maximaal 30 zenders "inleren". Bij ontvangst van een telegram van een radiografische observer schakelt hij ca. 1 minuut in. De radiografische actor is tevens via een neventoestel signaal (230 V) bedienbaar, b.v. neventoestel 1220 NE. Lichtscènes Met de radiografische hand- of wandzender is een lichtscènebedrijf (alleen schakelen) mogelijk b.v. verlichting ingeschakeld. De gewenste lichtscènetaster van de hand- of wandzender moet in de actor worden "ingeleerd". Er kunnen tot maximaal 5 lichtscènes worden opgeslagen. Technische gegevens zie pag A 9. Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50 Hz Schakelcontact: Relais (10 A) potentiaalgebonden Schakelvermogen Gloeilampen: 2300 W HV-halogeenlampen – conventionele trafo: 1000 W – Tronic-trafo: 1500 W Fluorescentielampen – niet gecompenseerd: 1200 W 0920 W – parallel gecompenseerd: – duo gecompenseerd: 2300 W Temperatuurbereik: –20 °C tot + 55 °C Beschermingsgraad: IP 20 Aantal neventoestellen: onbegrensd Afmetingen (L x B x H): 175 x 42 x 18 mm
Technische gegevens Nominale spanning: Batterijtype: Zendvermogen: Zendfrequentie: Zendbereik: Bedrijfstemperatuur: Afmetingen (L x B x H): Afmetingen (L x B x H):
Versterker (repeater) in AP-behuizing Technische gegevens Nominale spanning: Temperatuurbereik: Beschermingsgraad: Afmetingen (B x H x D): Lengte van het netsnoer:
9 V DC 9 V blokbatterij (alkaline) (niet bij de levering inbegrepen) < 10 mW 433,42 MHz max. 100 m (vrij veld) –5 °C ... +45 °C ca. 132 x 36 x 35 mm (radiografische raamzender) ca. 43 x 12 x 15 mm (magneet)
100 FR AC 230 V ~, 50 Hz –20 °C tot +55 °C IP 20 met naar buiten uitgevoerde antenne IP 44 met niet naar buiten uitgevoerde antenne 110 x 94 x 38 mm 1,5 m
Versterker (repeater) in wandcontactdoos adapterbehuizing 100 FRSG De wandcontactdoos met geïntegreerde verhoogde aanrakingsveiligheid behoudt zijn volledige functie. Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50 Hz Temperatuurbereik: –20 °C tot +55 °C Beschermingsgraad: IP 20 Afmetingen (B x H x D): 70 x 136 x 72 mm Door het toepassen van repeaters wordt de actieradius van het Funkmanagement sterk vergroot. De repeater ontvangt radiotelegrammen van ingeleerde zenders en zendt deze versterkt weer uit. Cascadeschakeling van repeaters is niet mogelijk. Er kunnen meerdere repeaters in een project worden toegepast bijv. twee repeaters (A + B) zenden aan een radiografische actor. De repeater bij voorkeur in het midden van het werkgebied plaatsen. Er kunnen tot 60 zenders in de repeater worden ingeleerd. Om een commando van een zender te kunnen herhalen, moet de zender wel eerst ingeleerd zijn. De zender wordt volledig herkend zodra 1 kanaal is ingeleerd.
18
Radiografische inbouwactor 1-kanaals Schakelaar FA 10 UP De radiografische schakelactor schakelt elektrische lasten (AC 230 V, 8 A) in zodra een ingeleerd telegram is ontvangen. De schakelactor kan tot 14 zenders inleren. Na ontvangst van een signaal van de radiografische observer schakelt de actor voor 1 minuut in. Lichtscènes Met de radiografische hand- of wandzenders is lichtscènebedrijf mogelijk (alleen schakelen). De gewenste lichtscènetaster van de hand- of wandzender moet in de actor worden ingeleerd. Er kunnen tot 5 lichtscènes worden opgeslagen. Radiografische inbouwactor 1-kanaals Impulsgever, max. impulsduur ca. 10 seconden FA 10 UPT Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz Temperatuurbereik: –20 °C tot +55 °C Schakelcontact: Relais, μ-contact, 8 A Beschermingsgraad: IP 20 Voorbeveiliging: 10 A Afmetingen: Ø x H = 52 x 23 mm, Schakelvermogen centergat Ø = 7,5 mm Gloeilampen: 1000 W HV-halogeenlampen: 1000 W LV-halogeenlampen – conventionele trafo: 0750 VA, met min. 85 % nominale belasting 0750 W – Tronic trafo: Fluorescentielampen – niet gecompenseerd: 0500 VA – parallel gecompenseerd 0400 VA (47 μF): – duo gecompenseerd: 1000 VA Let op: Spaarlampen kunnen hoge aanloopstromen veroorzaken. Geschiktheid van lampen voor het monteren controleren. Het maakcontact is intern van de fase gescheiden. Er kunnen de volgende belastingen mee geschakeld worden: Laagvolt stuurspanning (FELV), of fase L (230 V ~) ten opzichte van de nul. 19
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 20
Funkmanagement
Funkmanagement
Art.nr. Radiografische inbouwactor 2-kanaals Schakelaar FA 26 UP De schakelactor kan twee van elkaar onafhankelijke elektrische lasten schakelen zodra een ingeleerd telegram is ontvangen. De actor kan tot 2 zenders per kanaal inleren. Na ontvangst van een signaal van de radiografische observer schakelt de actor voor 1 minuut in. Lichtscènes Met de radiografische hand- of wandzenders is lichtscènebedrijf mogelijk (alleen schakelen). De gewenste lichtscènetaster van de hand- of wandzender moet in de actor worden ingeleerd. Er kunnen tot 5 lichtscènes worden opgeslagen. Radiografische inbouwactor 2-kanaals Impulsgever, max. impulsduur ca. 10 seconden FA 26 UPT Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz Aantal zenders: max. 7 per kanaal Schakelcontact: Relais, μ-contact 6 A Temperatuurbereik: –20 °C tot +55 °C (alleen bij ohmse last) Beschermingsgraad: IP 20 Voorbeveiliging: 10 A Afmetingen: Ø x H = 52 x 23 mm, Schakelvermogen per kanaal centergat Ø = 7,5 mm Gloeilampen: 350 W HV-halogeenlampen: 300 W LV-halogeenlampen – conventionele trafo: 350 VA, met min. 85 % nominale belasting – Tronic-trafo: 300 W Fluorescentielampen niet gecompenseerd: 350 VA Niet geschikt voor fluorescentielampen parallel gecompenseerd (47 μF) of duo-schakeling en energiespaarlampen.
Radiografische universeeldimmer UP 50 – 210 W 1-kanaals Technische gegevens Netspanning: Belasting:
Omgevingstemperatuur: Ontvangstfrequentie:
20
Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50 Hz Zekering: T 6,3 H 250 V Schakelvermogen (relaiscontact) Gloeilampen: 1000 W HV-halogeenlampen: 1000 W LV-halogeenlampen: 0750 VA – conventionele trafo: 0750 W – Tronic trafo: Fluorescentielampen 0500 VA – niet gecompenseerd: 0400 VA – parallel gecompenseerd (47 μF): – duo gecompenseerd: 1000 VA Temperatuurbereik: –20 °C tot +55 °C Beschermingsgraad: IP 20 Afmetingen (B x H x D): 70 x 136 x 72 mm Let op: Spaarlampen kunnen hoge aanloopstromen veroorzaken. Geschiktheid van lampen voor het monteren controleren. Radiografische inbouwactor jaloezie
AC 230 V ~, 50/60 Hz 230 V gloeilampen (ohmse last, fase-afsnijd) 230 V halogeenlampen (ohmse last, fase-afsnijd) Tronic trafo’s (capacitieve last, fase-afsnijd) of conventionele trafo’s (inductieve last, fase-aansnijd) Gemengde lasten toegestaan (geen capacitieve en inductieve lasten samen). Bij een gemengde last met conventionele trafo’s mag het aandeel ohmse last de 50% (gloeilampen, HV-halogeenlampen) niet overschrijden. ca. 0 … 45°C 433,42 MHz
• De Funk universeeldimmer UP kan maximaal 30 Funk zenders inleren • Kortsluitvast • Thermische beveiliging • Geheugenfunctie instelbaar • Lichtscenebedrijf • Constante lichtregeling mogelijk • Te combineren met Funk automatische schakelaar Technische gegevens zie pag A 12.
FUD 1521 UP
Art.nr. Radiografische tussensteker "schakelaar" alpin wit FZS 10 WW De radiografische tussensteker maakt het mogelijk in combinatie met een radiografische wand-, hand- of universeelzender of observer een plaatsonafhankelijk apparaat met steker (bv. schemerlamp) op afstand te kunnen schakelen. Bij ontvangst van een signaal van een radiografische observer schakelt hij ca. 1 minuut in. De radiografische tussensteker kan maximaal 30 zenders inleren. De tussensteker bezit een verhoogde aanraakingsveiligheid. Lichtscènes Bij gebruik van een radiografische hand- of wandzender kan een aangesloten lamp in de standen “aan” of “uit” worden opgenomen in een lichtscène. B.v. lichtscène 1 = schemerlamp ingeschakeld. De gewenste lichtscènetaster van de zender moet eerst in de radiografische tussensteker worden ingeleerd. Er kunnen tot 5 lichtscènes worden vastgelegd. Technische gegevens zie pag A 21.
FAJ 6 UP De radiografische jaloezieactor stuurt een jaloezie- of rolluikmotor aan. Afhankelijk van de bedieningswijze van een zender worden de lamellen versteld (kort indrukken van de toets < 1 s) of wordt de jaloezie op of neer gestuurd (langer indrukken van de toets > 1 s). Er kunnen tot 14 zenders ingeleerd worden. Lichtscènes De eindpositie van de jaloezie (geheel boven, geheel beneden) kan samen met verlichting in maximaal 5 lichtscènes opgenomen worden. De gewenste lichtscènetaster moet eerst in de jaloezieactor worden ingeleerd. Technische gegevens zie pag A 17. Technische gegevens Nominale spanning: Voorbeveiliging: Schakelvermogen: Relaisuitgang: Omschakeltijd bij richtingwissel: Continu-bedrijf: Temperatuurbereik: Beschermingsgraad: Afmetingen:
AC 230 V ~, 50/60 Hz 10 A max. 1 motor 700 W 2 maakcontacten (potentiaalgebonden en onderling vergrendeld) ca. 1 seconde ca. 2 minuten –20 °C tot +55 °C IP 20 Ø x H = 52 x 23 mm, centergat Ø = 7,5 mm
21
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 22
Funkmanagement
Funkmanagement
Art.nr. Radiografische opbouw stuureenheid 1 – 10 V FST 1240 EB Met de radiografische stuureenheid 1 – 10 V kan men een lichtbron op afstand bedienen. Deze lichtbron kan worden geschakeld (kortstondig bedienen) of worden gedimd (langdurig bedienen). Bij ontvangst van een telegram van een radiografische observer schakelt de stuureenheid ca. 1 minuut in. De stuureenheid kan tot 30 zenders inleren. Lichtscènes: Met de radiografische hand- of wandzender is lichtscènebedrijf mogelijk. De gewenste lichtscènetoets van de hand- of wandzender moet worden ingeleerd in de stuureenheid c.q. de radiografische universeel dimmer. Er kunnen tot 5 lichtscènes worden vastgelegd. Technische gegevens zie pag A 17. Technische gegevens Nominale spanning: Stuurspanning: Stuurstroom: Galvanische scheiding 1 – 10 V: Schakelcontact: Belasting ohmse last: EVSA, trafo:
AC 230 V ~, 50/60 Hz 1 – 10 V max. 15 mA
Voorbeveiliging: Temperatuurbereik: Beschermingsgraad: Afmetingen (L x B x H):
10 A –20 °C tot +55 °C IP 20 187 x 28 x 28 mm
2 kV basisisolatie μ-relaiscontact max. 1800 W typeafhankelijk
Radiografische opbouwdimmer Universeel FUD 1253 EB De radiografische universeeldimmer maakt afstandbediening en handmatige aansturing van verlichting mogelijk. Deze verlichting kan geschakeld (kort bedienen) of gedimd (lang bedienen) worden. Bij het ontvangen van een telegram van een radiografische observer of sensorafdekking 180° schakelt de universeeldimmer in gedurende ca. 1 minuut. Er kunnen tot 30 zenders ingeleerd worden. De radiografische universeeldimmer is via een neventoestel (230 V) te bedienen, bijv. art.nr.: 1220 NE (2-vlaksbediening). Lichtscènes: Met de radiografische hand- of wandzender zijn lichtscènes mogelijk. De gewenste lichtscènetaster moet eerst in de radiografische universeeldimmer ingeleerd worden. De dimmer kan in max. 5 lichtscènes opgenomen worden. Technische gegevens zie pag A 11. Technische gegevens Nominale spanning: Belasting:
AC 230 V ~, 50 Hz (N-leider niet noodzakelijk) 50 – 315 W/VA 230 V gloeilampen (ohmse last, fasenafsnijd) 230 V halogeenlampen (ohmse last, fasenafsnijd) Tronic-trafo's (capacitieve last, fasenafsnijd) of conventionele trafo's (inductieve last, fasenaansnijd) Gemengde lasten toegestaan (geen capacitieve en inductieve lasten samen). Bij gemengde last met conventionele trafo's 50 % aandeel ohmse last (gloeilampen, HV-halogeenlampen) niet overschrijden. Vermogenuitbreiders: art.nr. 247 EB of 246 EB: max. 10 stuks; last moet tussen dimmer en vermogenuitbreider "opgedeeld" worden! art.nr. ULZ 1215 REG: max. aantal zie techn. gegevens vermogenuitbreider Aantal neventoestellen: onbegrensd Storingsonderdrukking: conform EN 55015 Temperatuurbereik: 0 °C tot +55 °C Beschermingsgraad: IP 20 Afmetingen (L x B x H): 187 x 28 x 28 mm
22
Art.nr. Radiografische snoerdimmer Universeel zwart FUSD 1253 SW De radiografische snoerdimmer Universeel maakt radiografisch schakelen en dimmen van een verlichting mogelijk. Afhankelijk van de bedieningswijze van een zender (hand- of wandzender) wordt de verlichting geschakeld (kort drukken) of gedimd (langer drukken). De inschakelhelderheid kan in het toestel als memorywaarde worden opgeslagen. Er kunnen tot 30 zenders ingeleerd worden. Lichtscènes: De snoerdimmer kan in max. 5 lichtscènes opgenomen worden. Deze worden met een radiografische zender (bijv. handzender comfort) afgeroepen en opgeslagen. De gewenste lichtscènetaster moet eerst in de snoerdimmer worden ingeleerd. Technische gegevens zie pag A 12. Technische gegevens Nominale spanning: Belasting:
AC 230 V ~, 50 Hz 50 – 315 W/VA 230 V gloeilampen (ohmse last, fasenafsnijd) 230 V halogeenlampen (ohmse last, fasenafsnijd) Tronic-trafo's (capacitieve last, fasenafsnijd) of conventionele trafo's (inductieve last, fasenaansnijd) Gemengde lasten toegestaan (geen capacitieve en inductieve lasten samen). Bij gemengde last met conventionele trafo's 50 % aandeel ohmse last (gloeilampen, HV-halogeenlampen) niet overschrijden. Ontvangstfrequentie: 433,42 MHz Afmetingen (L x B x H): 126 x 60 x 28 mm
Radiografische tussensteker "Universeel dimmer" alpin wit FZD 1254 WW De radiografische tussensteker "Universeel dimmer" zorgt dat niet plaatsgebonden verlichting geschakeld en gedimd kan worden. De inschakellichtwaarde kan in het geheugen worden opgeslagen. De bediening gebeurt middels een ingeleerde zender, bij kort bedienen wordt de verlichting in of uitgeschakeld, bij langere bediening wordt gedimd. Bij ontvangst van een telegram van een radiografische observer of automatische schakelaar schakelt de dimmer in op de vastgelegde lichtwaarde en heeft een nalooptijd van ca. 1 minuut. De tussensteker universeel dimmer kan tot 30 zenders inleren. Lichtscènes De tussensteker universeel dimmer kan tot 5 lichtscènes inleren. Deze worden met zenders afgeroepen. De gewenste lichtscène moet vooraf in de tussensteker universeel dimmer ingeleerd worden. Technische gegevens zie pag A 19. Technische gegevens Nominale spanning: Zekering: Belasting:
AC 230 V ~, 50/60 Hz T 6,3 H 250 V 50 – 420 W/VA 230 V gloeilampen (ohmse last, fasenafsnijd) 230 V halogeenlampen (ohmse last, fasenafsnijd) Tronic-trafo's (capacitieve last, fasenafsnijd) of conventionele trafo's (inductieve last, fasenaansnijd) Gemengde lasten toegestaan (geen capacitieve en inductieve lasten samen). Bij gemengde last met conventionele trafo's 50 % aandeel ohmse last (gloeilampen, HV-halogeenlampen) niet overschrijden. Ontvangstfrequentie: 433,42 MHz Afmetingen (B x H x D): 70 x 136 x 72 mm
23
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 24
Funkmanagement
Observer
Niet voor alarmtoepassingen geschikt! Opgave van variabele instellingen zijn altijd ca.-waarden! Keuze van de opstellingsplaats Voor optimale reikwijdte de observer op 2,4 m hoogte en haaks op de looprichting monteren, daar anders met beperkingen rekening dient te worden gehouden.
Funkmanagement
Technische gegevens zie pag A 18.
Homecontroller Versie: V0 met DCF 77-tijdschakelklok FMC 1000 NL Aansluiting middels bijgeleverd wit snoer met eurosteker of direct aan het 230 V-lichtnet. Opgenomen vermogen: max. 2,1 W Noodvoorziening d.m.v. 5 microbatterijen type AAA 1,5 V LR 03 (niet meegeleverd). Autonomietijd (zenden/ontvangen voor ca. 2 tot 6 uur) afhankelijk van de conditie van de batterijen. Van een centrale plaats kunt u met de homecontroller alle geïnstalleerde Funk componenten tijdafhankelijk, indien gewenst, automatisch aansturen en controleren. Dit gebeurt d.m.v. individueel ingegeven tijdprogramma´s of spontaan door lifestyle of lichtscène programma´s: bijv. in de slaapkamer sluiten de rolluiken, in de kinderkamer dimt het licht naar 50 % en ook in de woonkamer sluiten de rolluiken en wordt de verlichting uitgeschakeld of gedimd, volgens de ingave. Of men nu wel of niet aanwezig is. Alle functies kunnen ook ter plaatse geregeld worden. Op het verlichte display kunnen alle gegevens zoals, actuele statussen, actuele tijd en omgevingstemperatuur uitgelezen worden. Middels een chipkaart worden gegevens opgeslagen en nieuwe functionaliteiten ingelezen. Functies • Inbedrijfname met 230 V – netaansluiting of met batterijen mogelijk. Pulserende interne zoemer bij batterij-bedrijf en "LOW-BAT" op het display bij aansluiting op het net. • Nederlandstalige displayteksten. • Bestaande zender/ontvanger situatie wordt door de controller NIET gewijzigd. • Onderverdeling in 20 groepen, bijv. ruimten. • Vrij definieerbare namen voor sensoren en actoren, snelkeuzemenu met sleutelwoorden. Vooringestelde tekst, bijv. woonkamer. • Aansturen van actoren voor verlichting – dimmen middels absolute waarde (%) • Aansturen van jaloezieactoren: eindstand door lang commando – lamellenverstelling door kortstondig commando – een inleerbare jaloezielooptijd is mogelijk. • Lichtscènes 1 tot 5, alles aan – alles uit. • Snel scenario´s "gaan" en "komen". • Masterreset voor parameters bijv. verknopingen, ingeleerde zenders/ontvangers blijven bestaan. • Tijdfuncties met DCF 77 tijdschakelklok (interval van 1 minuut). • Astro-functie • Aanwezigheidssimulatie, regulier of met toevalsprincipe. Bij geen ontvangst een knipperend antennesymbool. • Repeaterfunctie • Configuratie met chipkaart A (masterkaart) op te slaan, in te lezen en af te roepen. • Fabrieks update met chipkaart mogelijk. • Tijdvertraagde inschakeling van jaloezieën onderling – vaste tijd 3 sec. – (begrenzing van inschakelstromen) • Logische en tijdafhankelijke verknopingen van sensoren en actoren middels EN, OF, EXCLUSIEF OF, NIET functie • Verknoping met telegram inhoud bijv. "LOW-BAT" • Groepsvorming • Alfanumerieke tekstingave, identiek aan SMS functies • Voorgeprogrammeerde functietoetsen (F1 – F4), functie is afhankelijk van het actuele menu in het display. • Vrij programmeerbare blauwe toets • Snelkeuze (lichtscènes, scenario´s) d.m.v. cijfertoetsen 1 tot 9 • Menu "zendertest“, hier worden ingeleerde zenders bij uitschakelen getoond (zonder zendsignaal), met ingegeven benaming, bijv. wandzender woonkamer, er volgt dus geen schakeling. • Toetsenbordvergrendeling (kinderbeveiliging) • Geïntegreerde zoemer • Bij netaansluiting is het display na bediening van een druktoets ca. 1 min. verlicht • Druktoetsen zijn niet verlicht • Akoestisch signaal bij bediening druktoets (afschakelbaar). Toestand bij netuitval /terugkeer Uitval • Opslag van alle parameters (sensoren, actoren, verknopingen) • Storingsmelding op het display en d.m.v. pulserende interne zoemer • Noodstroomvoorziening wordt geactiveerd indien batterijen zijn voorzien Terugkeer • Normaal bedrijf wordt geactiveerd • Tekst tijd van de netuitval op display Voor volledige informatie zie: www.jung-catalogus.nl/pdf/jung_nl/downloads/bedienungsanleitungen/FMC1000NL.pdf Niet in combinatie met: FWL 2200, 2094 F, 2700 AP Masterreset Met bijgeleverde FMC-Masterresetcard kan alle data onherroepelijk worden gewist. Daarna bevindt de controller zich weer in fabrieksinstelling.
24
Art.nr. Radiografische observer 180 Met halfcirkelvormig detectieveld ca. 16 x 32 m (180°) bij een montagehoogte van ca. 2,40 m. 144 schakelsegmenten opgebouwd in 3 lagen, met LED-functie-indicatie en afschermkap om het detectieveld te beperken. De signalen van de radiografische observer worden door alle radiografische dim/schakelactoren, repeaters, de homecontroller (FMC 1000 NL) en de radiografische schakeleenheid geëvalueerd. alpin wit FW 180 WW De radiografische observer wordt gevoed door een 9 V-blokbatterij (niet meegeleverd), en heeft daarom geen voedingskabel nodig. Men kan de observer plaatsen waar dit gewenst is en niet daar waar een voeding aanwezig is. De LED signaleert een detectie. Radiografische systemen zijn een praktisch alternatief als men meerdere observers nodig heeft. Radiografische observers reageren op bewegende warmtebronnen zoals mensen, dieren of objecten en zenden dan een telegram, dat door alle schakel- en dimactoren van het funkmanagement (uitzondering: jaloezieactoren en impulsgever-actoren) en de radiografische schakeleenheid wordt geëvalueerd. Bij gebruik van een radiografische schakel- of dimactor wordt deze voor de inschakelduur van de actor geactiveerd (1 min.). Bij gebruik van een radiografische schakeleenheid als ontvanger kan zowel de inschakelduur als de helderheidswaarde, bij onderschrijding waarvan het systeem actief wordt, worden ingesteld. Met deze ontvanger zijn tevens additionele functies zoals “twee uur aan” of “twee uur uit” mogelijk. Technische gegevens Voeding: 9 V DC Detectie Batterijtype: 9 V blokbatterij (alkaline) Detectiehoek: 180° (niet bij de levering inbegrepen) Detectieveld: ca. 16 x 32 m Verbruik Montagehoogte: ca. 2,40 m Dagbedrijf: ca. 0,14 mW Gevoeligheid: ca. 20 % – 100 % Nachtbedrijf: ca. 0,27 mW Evaluatie Radiosignaal: ca. 27 mW Werkgebied: ca. 3 tot 200 Lux, Radiotransmissie ± 50 % Zendvermogen: < 10 mW Sensor, Zendfrequentie: 433,42 MHz normale bedrijf: ≤ 80 Lux Reikwijdte: ca. 100 m (vrij veld) Sensor, natriggering: ≤ 200 Lux Codering: > 1 miljard mogelijkheden Sensor is uit: > 200 Lux Temperatuurbereik: –25 °C tot +55 °C Beschermingsgraad: IP 55
detectieveld FW 180 WW
~ 32 m
~ 16 m
16 m
9m
3m 2,4 m
Art.nr.
Radiografische schakeleenheid alpin wit FWL 2200 WW De radiografische schakeleenheid schakelt elektrische lasten in zodra een ingeleerd telegram is ontvangen. De inschakelduur is instelbaar. Bij ontvangst van een telegram van een radiografische observer is tevens de helderheidswaarde, bij onderschrijding waarvan het systeem actief wordt, op de eenheid instelbaar. Additionele functies zoals "twee uur aan" of "twee uur uit" zijn mogelijk via een impulsdrukker of handc.q. wandzenders. Er kunnen tot 30 zenders ingeleerd worden. Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50 Hz Verbruik: < 2,5 W Schakelcontact: Relais Inschakelstroom: max. 20 A Schakelvermogen Inschakeltijd: ca. 10 sec. tot Gloeilampen: 2300 W ca. 15 min., natriggering HV-halogeenlampen: 2300 W Nauwkeurigheid: ± 10 % Fluorescentielampen Lichtwaarde-instelling: ca. 3 tot 80 Lux – niet gecompenseerd: 1200 W Nauwkeurigheid: ± 10 % – parallel Temperatuurbereik: –25 °C tot +55 °C gecompenseerd: 920 W Beschermingsgraad: IP 44 – duo gecompenseerd:2300 W Afmetingen (B x H x D): 100 x 94 x 38 mm Voorbeveiliging: 10 A Aanvullende functies met impulsdrukker (verbreek): Impulsduur 200 – 600 ms, tijd tussen impulsen 600 ms 1 x drukken: inschakeltijd T IN • 2 x drukken: 2 uren IN, ± 10 % • 3 x drukken: 2 uren UIT, ± 10 % Let op: Spaarlampen kunnen hoge aanloopstromen veroorzaken. Geschiktheid van lampen voor het monteren controleren. 25
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:42 Uhr
Seite 26
Funkmanagement Bewegingsmelder
Aanwezigheidsmelder
Niet voor alarmtoepassingen geschikt! Opgave van variabele instellingen zijn altijd ca.-waarden! Men dient er op toe te zien dat geen direct zonlicht op de lens valt waardoor deze door de hoge warmte-energie in storing valt.
Niet voor alarmtoepassingen geschikt!
Art.nr. Radiografische automatische schakelaar 180° sensorafdekking "vlak" De signalen van de radiografische sensorafdekking worden door alle radiografische dim/schakelactoren, repeaters, de homecontroller (FMC 1000 NL) en de radiografische schakeleenheid geëvalueerd. Functie De radiografische sensorafdekking reageert op warmtebeweging veroorzaakt door personen, dieren of voorwerpen. Bij voldoende donkerheid zendt het een radiografisch telegram dat door alle actoren wordt ontvangen en indien van toepassing wordt uitgevoerd. De actoren blijven ingeschakeld zolang er beweging wordt gedetecteerd. De inschakeltijd nadat geen beweging meer is waargenomen is 1 minuut voor radiografische schakel- of dimactoren. Bij toepassing van een radiografische schakeleenheid FLW 2000 WW als ontvanger kan zowel de nalooptijd als de lichtwaarde worden ingesteld. voor programma's AS 500 / A 500 Lenstype 1,10 m wit alpin wit zwart aluminium
Funkmanagement
A FAS 180 A FAS 180 WW A FAS 180 SW A FAS 180 AL
Art.nr. Radiografische aanwezigheidsmelder alpin wit FPM 360 WW De batterijgevoede aanwezigheidsmelder zorgt voor een optimale energiebesparing door aanwezigheid-gestuurde verlichting. Hij werkt met een passief infrarood sensor en reageert op warmteverplaatsing, die wordt veroorzaakt door personen, dieren of objecten. Bij detectie zendt hij een radiografisch telegram uit dat door alle radiografische actoren en dimmers vanaf release R2 (op product gekenmerkt) kan worden ontvangen en uitgevoerd. Ook kan men in combinatie met een 2-kanaals relaisunit met potentiaalvrije contacten bewegingsafhankelijk en lichtonafhankelijk koeling en verwarming sturen. Bij bewegingsherkenning en onderschrijding van een ingestelde lichtwaarde schakelt de aanwezigheidsmelder de ingeleerde ontvanger in. Deze voert afhankelijk van de ingestelde lichtwaarde de lichtregeling door. De lichtregeling blijft ingeschakeld zolang er beweging wordt waargenomen. Wordt geen beweging meer waargenomen dan schakelt de actor, na afloop van de ingestelde nalooptijd, de verlichting uit. Ook wordt de verlichting uitgeschakeld bij overschrijding van de bovengrens van de lichtsterkte. Ter bewaking van grotere oppervlakten kunnen meerdere aanwezigheidsmelders in een gezamenlijk systeem worden opgenomen. Hierbij werkt één aanwezigheidsmelder als hoofdtoestel (master) en de overigen als neventoestellen (slaves).
FPM 360 WW 1m 0
5m
3m 2m
4m
Technische gegevens Nominale spanning: Batterijen: voor programma CD 500 Lenstype 1,10 m wit alpin wit
CD FAS 180 CD FAS 180 WW
voor programma LS 990 Lenstype 1,10 m wit alpin wit zwart
LS FAS 180 LS FAS 180 WW LS FAS 180 SW
voor programma's Aluminium / Edelstaal / Antraciet Lenstype 1,10 m Aluminium (gelakt) Edelstaal (gelakt) Antraciet (gelakt aluminium)
6V 4 x 1,5 V Micro LR03 (AAA) Alkaline (niet bij de levering inbegrepen) Opmerking: geen zink-kool batterijen (R03) of accu's toepassen. Zendfrequentie: 433,42 MHz Zendbereik: max. 100 m in vrij veld Codering: > 1 miljard mogelijkheden Detectiehoek: ca. 360° Nominale reikwijdte: Bureauhoogte Ø ca. 5 m Vloer Ø ca. 8 m Montagehoogte voor nominale reikwijdte: 2,5 m Nalooptijd: ca. 2 min. tot 1 uur. Lichtwaarde: ca. 3 tot 2000 Lux Temperatuurbereik: 0 °C tot 45 °C Beschermingsgraad: IP 20 Afmetingen: Doorsnede 103 mm Hoogte 42 mm Technische gegevens zie pag A 23.
De aanwezigheidsmelder heeft een detectiehoek van 360°. De melder werkt met 60 velden en 80 lenzen. De reikwijdte bedraagt ca. Ø 5 m op werkbladhoogte (ca. 80 cm).
2,50 m 0,8 4
3
2
1
0
4m
Bij een montagehoogte boven 2,5 m wordt het detectieveld vergroot, maar lopen de gevoeligheid en waarnemingsdichtheid terug.
AL FAS 180 ES FAS 180 AL FAS 180 AN
Technische gegevens zie pag A 22.
26
27
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:42 Uhr
Seite 28
Temperatuur
Temperatuur
Art.nr.
Funkmanagement
Art.nr.
Basiseenheid radiografische klokthermostaat F-HLKE Montage De radiografische eenheid wordt in een inbouwdoos geplaatst. Voor optimaal functioneren wordt aanbevolen: • Montagehoogte 1,5 m • Niet in direct zonlicht, in de buurt van luchtstromen of van radiatoren e.d. te plaatsen, daar deze de werking ervan negatief kunnen beïnvloeden. • De basiseenheid niet met andere basiselementen (bijv. dimmers) samenbouwen daar dit door mogelijke opwarming de werking zou kunnen verstoren. Uitsluitend de combinatie basiseenheid radiografische klokthermostaat (art.nr. F-HLKE) in verbinding met de afdekking (art.nr. ..HLK-FT..), radiografische motor-stelventielaandrijving (art.nr. HLK-FMS) en/of Homecontroller (art.nr.: FMC 1000 NL) toegestaan.
Afdekking met timerfunctie voor radiografische klokthermostaat art.nr. F-HLKE
voor programma's AS 500 / A 500 A HLK-FT .. A HLK-FT .. voor programma CD 500 CD HLK-FT ..
voor programma LS 990 LS HLK-FT ..
Technische gegevens Bedrijfsspanning: Verbruik (bij gemonteerde afdekking): Zendfrequentie: Omgevingstemperatuur:
AC 230 V ~, 50 Hz ca. 4 VA 433,42 MHz 0 tot +50 °C
Bediening van de radiografische klokthermostaat Met de druktoetsen + of – worden waarden zoals tijd of temperatuur ingesteld. Met de druktoets SET worden de waarden opgeslagen. Wordt na een instelling SET niet bekrachtigd, dan keert de display na 1 minuut terug naar normaalbedrijf. Wijzigingen worden in dat geval niet overgenomen. Met de druktoets PROG kan ten allen tijde naar normaalbedrijf worden teruggekeerd. Hoe functioneert de radiografische klokthermostaat De klokthermostaat werkt zoals elke andere tijdschakelklok. Op een ingestelde tijd wordt een verwarming op een van de drie instelbare temperaturen geregeld: • De comforttemperatuur wordt overwegend overdag benut, om precies te zijn, bij aanwezigheid. • De verlagingstemperatuur wordt hoofdzakelijk ‘s nachts gebruikt. Ze wordt ook wel de spaartemperatuur genoemd. • De vorstbeschermingstemperatuur wordt bij langere afwezigheid gebruikt om calamiteiten bij extreme weersomstandigheden te voorkomen. De temperatuur is zo ingesteld dat de verwarmingsinstallatie geen vorstschade kan oplopen.
voor programma's Aluminium / Antraciet AL HLK-FT .. CD HLK-FT.. voor programma Edelstaal ES HLK-FT Technische gegevens Temperatuurbereik:
Temp.-schakeldifferentie: Voeler: overige instellingen: Tijdfunctie: Schakelingen: Gangreserve: Bedrijfsspanning: Verbruik: Zendfrequentie: Werking:
+18 ... +30 °C comforttemperatuur +10 ... +22 °C comfort- en nachtverlagingstemperatuur +5 ... +15 °C vorstbeveiligingstemperatuur +10 ... +30 °C individuele temperatuur –3 ... +3 K drempelwaardeverstelling bij gebruik van homecontroller interval 0,5 K ± 0,1 ... ± 1,3 K, interval van 0,1 K halfgeleider voeler (KTY) intern menusturing met 4 druktoetsen elektronische tijdschakelklok met weekprogramma, automatische zomer/-wintertijdomschakeling 32, vrij in te delen over de week, interval van 10 minuten min. 4 uur over Gold-Cap (condensator, geen batterij) AC 230 V, 50 Hz ca. 4 VA 433,42 MHz 1.C (geen begrenzerfunctie)
LS HLK-FT ..
AL HLK-FT AN
ES HLK-FT
28
29
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:42 Uhr
Seite 30
Temperatuur
Jaloeziemanagement
Art.nr.
Art.nr.
Radiografisch signaal overdracht De overdracht vindt plaats via een niet exclusief overdrachtmedium, daarom kunnen storingen niet uitgesloten worden.
Motorstuureenheid Universeel – AC 230 V ~
Het zendbereik van een Funk-handzender (max. 100 m vrij veld) is afhankelijk van de bouwkundige gegevens van het object.
Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50 Hz, N-leider noodzakelijk Schakelvermogen: max. 1 Motor 1000 W Relaisuitgang: 2 potentiaalgebonden maakcontacten, onderling vergrendeld Per motor sturingseenheid kan 1 motor met eindschakelaar tot max. 1000 W aangestuurd worden. Let op: voorschriften van de motorfabrikant toepassen. Geschikt voor master-slave functies!
Radiografische motor-stelventielaandrijving HLK-FMS De radiografische stelventielaandrijving regelt de stand van de radiatorkraan voor vloer-, radiator- of convectorverwarming. De batterijgevoede aandrijving wordt door de radiografische klokthermostaat of de homecontroller gestuurd. Over de beide druktoetsen kan de instelwaarde van de temperatuur licht worden gecorrigeerd. Uitsluitend de combinatie basiseenheid radiografische klokthermostaat (art.nr. F-HLKE) in verbinding met de afdekking (art.nr. ..HLK-FT..), radiografische motor-stelventielaandrijving (art.nr. HLK-FMS) en/of Homecontroller (art.nr.: FMC 1000 NL) toegestaan. Technische gegevens Nominale spanning: Batterijen: Uitslag ventiel: Koppelvermogen: Antiblokkeerbescherming: Mediumtemperatuur: Afmetingen (B x H x D): Adapterring:
Technische gegevens zie pag A 7.
3 V DC 2 x 1,5 V Mignon LR06 (AA), 2600 mAh (niet meegeleverd) 7,5 mm 80 N 1 maal / week max. 100 °C 51 x 80 x 60 mm M 30 x 1,5 (Montage op ventielen Fa. Roth, KaMo, MNG, Heimeier, Gampper)
Funkmanagement
232 ME
Motorstuureenheid Universeel – DC 24 V 224 ME Technische gegevens Nominale spanning: DC 24 V ~, ± 10 %, incl. rimpel Schakelvermogen: max. 3 A Relaisuitgang: 2 wisselcontacten (relais) van een omkeerschakeling Met de motorstuureenheid DC 24 V is parallelschakeling van motoren toegestaan mits de totaalstroom de 3 A niet te boven gaat. Let op: voorschriften van de motorfabrikant toepassen. Geschikt voor master-slave functies! Aansluiting Voor de voeding van de motorstuureenheid moet een netvoedingsapparaat toegepast worden die 24 V DC SELV levert. Tevens moeten primair en secundair gescheiden zijn.
Motorstuureenheid Standaard – AC 230 V ~ 230 ME Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50 Hz, N-leider noodzakelijk Schakelvermogen: max. 1 Motor 1000 W Relaisuitgang: 2 potentiaalgebonden maakcontacten, onderling vergrendeld Per motor sturingseenheid kan 1 motor met eindschakelaar tot max. 1000 W aangestuurd worden. Let op: voorschriften van de motorfabrikant toepassen. Niet geschikt voor master-slave functies!
30
31
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 32
CD 500 / AS 500 / A 500 / LS 990 / Antraciet Edelstaal / Aluminium / Glanzend Chroom
Jaloeziemanagement
Funkmanagement
Centrale schakelingen kunnen, afhankelijk van de situatie gecreëerd worden middels funk of via conventionele bedrading met een extra basiselement 232 ME (master-slave functie). Technische gegevens zie pag A 16. Art.nr. Functies van de jaloezie afdekking met radiografische ontvanger: 1. de centraalplaat is een component van Jaloeziemanagement. In combinatie met een motorstuureenheid kunt u hiermee zowel met de hand als op afstand sturen. 2. kort drukken (tot 1 sec.): verstellen van de jaloezielamellen. 3. lang drukken (min. 1 sec.): jaloezie in constante doorloop. 3. er kunnen tot 30 zenders worden aangemeld. 4. de eindstanden van de jaloezieën kunnen in een lichtscène worden geïntegreerd.
Afdekking met radiografische ontvanger
Afdekkingen met sensoraansluiting en radiografische ontvanger voor programma’s CD 500 / CD plus wit blauw bruin grijs lichtgrijs rood zwart alpin wit goud-brons platina
CD 5232 FS CD 5232 FS BL CD 5232 FS BR CD 5232 FS GR CD 5232 FS LG CD 5232 FS RT CD 5232 FS SW CD 5232 FS WW CD 5232 FS GB CD 5232 FS PT
voor programma’s A 500 / A plus alpin wit zwart aluminium
A 5232 FS WW A 5232 FS SW A 5232 FS AL
voor programma’s CD 500 / CD plus wit blauw bruin grijs lichtgrijs rood zwart alpin wit goud-brons platina
CD 5232 F CD 5232 F BL CD 5232 F BR CD 5232 F GR CD 5232 F LG CD 5232 F RT CD 5232 F SW CD 5232 F WW CD 5232 F GB CD 5232 F PT
voor programma A 500 alpin wit zwart aluminium
A 5232 F WW A 5232 F SW A 5232 F AL
voor programma AS 500 wit alpin wit
AS 5232 FS AS 5232 FS WW
voor programma AS 500 wit alpin wit
AS 5232 F AS 5232 F WW
voor programma SL 500 goud-brons zwart alpin wit
SL 5232 FS GB SL 5232 FS SW SL 5232 FS WW
voor programma SL 500 goud-brons alpin wit zwart
SL 5232 F GB SL 5232 F WW SL 5232 F SW
voor programma LS 990 wit lichtgrijs alpin wit zwart
LS 5232 FS LS 5232 FS LG LS 5232 FS WW LS 5232 FS SW
Metaaluitvoeringen Aluminium / Edelstaal / Antraciet / Glanzend chroom Aluminium Edelstaal Antraciet (gelakt aluminium) Glanzend Chroom
AL 5232 FS ES 5232 FS AL 5232 FS AN GCR 5232 FS
voor programma LS 990 wit lichtgrijs alpin wit zwart
Metaaluitvoeringen Aluminium / Edelstaal / Antraciet / Glanzend Chroom Aluminium Edelstaal Antraciet (gelakt aluminium) Glanzend Chroom
32
Art.nr. Jaloezie centraalplaat met radiografische ontvanger voor basiselement 230 ME, 232 ME, 224 ME en sensoren 32 G, 32 SD en voor koppeling 32 K
LS 5232 F LS 5232 F LG LS 5232 F WW LS 5232 F SW
AL 5232 F ES 5232 F AL 5232 F AN GCR 5232 F
33
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 34
Lichtmanagement
Lichtmanagement
Art.nr.
Art.nr. Tastdimmer standaard
Tastdimmer universeel
1225 SDE
1254 UDE Technische gegevens Nominale spanning: Belasting: Lasttypen:
Aansluiting:
Funkmanagement
AC 230 V ~, 50/60 Hz 50 – 420 W/VA 230 V gloeilampen (ohmse last, fasenafsnijd) 230 V halogeenlampen (ohmse last, fasenafsnijd) Tronic trafo's (capacitieve last, fasenafsnijd) of conventionele trafo's (inductieve last, fasenaansnijd) Gemengde belasting toegestaan (geen capacitieve en inductieve lasten samen). Bij gemengde last met conventionele trafo's 50 % aandeel ohmse last (gloeilampen, HV-halogeenlampen) niet overschrijden. schroefklemmen
• geheugenfunctie geïntegreerd • kortsluitvast (elektronische beveiliging) • bescherming tegen overbelasting • thermische beveiliging • lampsparende softstart • vermogenuitbreiders: art.nr. 247 EB of 246 EB: max. 10 stuks; last moet tussen dimmer en vermogenuitbreider "opgedeeld" worden! art.nr. ULZ 1215 REG: max. aantal zie techn. gegevens ULZ 1215 REG Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk): Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de tastdimmer universeel. Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Mechanische impulsdrukker (maakcontact) Kort indrukken: aan / uitschakelen Langer indrukken: dimmen Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking op het hoofdtoestel geplaatst is. Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn. Het opslaan van een lichtsterkte met een mechanische impulsdrukker is niet mogelijk. Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1.., aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW of bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking, aanwezigheidsmelder of bewegingsmelder plafondmontage gebruikt worden. Anders is geen functie voorzien. Aantal neventoestellen: max. 5 stuks Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Technische gegevens Nominale spanning: Belasting: Lasttypen (fasenaansnijd):
Aansluiting:
AC 230 V ~, 50/60 Hz 20 – 500 VA 230 V gloeilampen 230 V halogeenlampen conventionele trafo's gemengde belasting toegestaan schroefklemmen
Conventionele trafo's min. 85 % belasten Totale belasting, incl. eigen verbruik, mag de 500 VA niet overschrijden. • geheugenfunctie geïntegreerd • thermische beveiliging • vermogenuitbreiders: art.nr. 246 EB: max. 10 stuks; last moet tussen dimmer en vermogenuitbreider "opgedeeld" worden! art.nr. ULZ 1215 REG: max. aantal zie techn. gegevens ULZ 1215 REG Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk): Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de tastdimmer standaard. Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Mechanische impulsdrukker (maakcontact) Kort indrukken: aan / uitschakelen Langer indrukken: dimmen Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking op het hoofdtoestel geplaatst is. Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn. Het opslaan van een lichtsterkte met een mechanische impulsdrukker is niet mogelijk. Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1.., aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW of bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking, aanwezigheidsmelder of bewegingsmelder plafondmontage gebruikt worden. Anders is geen functie voorzien. Aantal neventoestellen: max. 10 stuks Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Reservezekering T 2 A H 250 V
2 AT
Gegarandeerd probleemloze werking bij gebruik met JUNG Tronic trafo's.
34
35
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 36
Lichtmanagement
Lichtmanagement
Art.nr.
Art.nr. Taststuureenheid voor het regelen van elektronische voorschakelapparaten (TL-lampen) of elektronische transformatoren met 1 – 10 V stuuringang 1240 STE Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz, N-leider noodzakelijk Belasting: Gloeilampen 700 W EVSA type afhankelijk Stuurspanning: 0,5 ... 10 V Stuurstroom: max. 50 mA Schakelcontact: Relaiscontact niet potentiaalvrij Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk): Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de taststuureenheid. Instellen van de basislichtsterkte niet mogelijk. Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Mechanische impulsdrukker (maakcontact) Kort indrukken: aan / uitschakelen Langer indrukken: dimmen Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking op het hoofdtoestel geplaatst is. Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn. Het opslaan van een lichtsterkte met een mechanische impulsdrukker is niet mogelijk. Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1.., aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW of bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking of de aanwezigheidsmelder gebruikt worden. Anders is geen functie voorzien. Aantal neventoestellen: max. 10 stuks Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
36
Funkmanagement
Relaiseenheid 1-kanaals 1201 URE Technische gegevens Nominale spanning: Belasting:
AC 230 V ~, 50/60 Hz N-leider noodzakelijk Gloeilampen 2300 W HV-halogeenlampen 2300 W Tronic trafo's 1500 W Conventionele trafo's 1000 VA
Conventionele trafo's min. 85 % belasten. Totaalbelasting mag niet hoger zijn dan 1000 VA. Fluorescentielampen: niet gecompenseerd 1200 VA parallel gecompenseerd 920 VA duoschakeling 2300 VA gemengde lasten toegestaan Let op: Spaarlampen kunnen hoge aanloopstromen veroorzaken. Geschiktheid van lampen voor het monteren controleren. Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk): Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de relaisschakeleenheid. Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Mechanische impulsdrukker (maakcontact) Kort indrukken: aan / uitschakelen Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking op het hoofdtoestel geplaatst is. Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn. Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1.., aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW of bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking, aanwezigheidsmelder of bewegingsmelder plafondmontage gebruikt worden. Anders is geen functie voorzien. Aantal neventoestellen: max. 10 stuks Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
37
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 38
Lichtmanagement
Lichtmanagement
Art.nr.
Art.nr. Relaiseenheid met potentiaalvrij contact 1-kanaals Het potentiaalvrije relaiscontact (min. belasting 12 V, 100 mA) is geschikt voor het schakelen van een tweede stroomkring (niet voor SELV!)
Technische gegevens Nominale spanning: N-leider noodzakelijk Belasting Gloeilampen: HV-halogeenlampen: Gemengde lasten toegestaan Minimum belasting: Schakelcontact μ:
햲 햳
햴
햵
햶 햲 Relaiseenheid 햳 Neventoestel 2-draads 햴 Neventoestel 3-draads 햵 Mechanische taster 햶 Naar volgende neventoestellen
38
1201-1 URE
AC 230 V ~, 50/60 Hz
800 W 750 W 12 V, 100 mA Potentiaalvrij relaiscontact, niet voor SELV.
Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk): Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de relaisschakeleenheid. Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Mechanische impulsdrukker (maakcontact) Kort indrukken: aan / uitschakelen Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking op het hoofdtoestel geplaatst is. Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn. Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1.., aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW of bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking, aanwezigheidsmelder of bewegingsmelder plafondmontage gebruikt worden. Anders is geen functie voorzien. Aantal neventoestellen: max. 10 stuks Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
Funkmanagement
Relaiseenheid "HLK" 2-kanaals 1202 URE De relaiseenheid heeft twee schakelcontacten. Hiermee is het mogelijk naast de verlichting een andere verbruiker te schakelen b.v. een ventilator. Kanaal 1 en 2 hebben een eigen relais. Het relaiscontact van kanaal 1 is met de AC 230 V netspanning verbonden. Het relaiscontact van kanaal 2 is potentiaalvrij en kan gebruikt worden voor een 2e fase (geen SELV-spanning). De functie van de relaiseenheid is afhankelijk van de gebruikte afdekking. Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz, N-leider noodzakelijk Relais kanaal 1 (verlichting): Belasting: Gloeilampen 1000 W 230 V halogeen 1000 W Tronic trafo's 750 VA conventionele trafo's 750 VA Fluorescentielampen niet gecompenseerd 500 VA Schakelcontact: Relaiscontact is met de AC 230 V netspanning verbonden Nalooptijd: wordt door de afdekking bepaald Relais kanaal 2 (motor): 5 stappen = ca. 2, 10, 30, 60, 120 minuten Nalooptijd: Belasting: Gloeilampen 800 W 230 V halogeen 750 W Motorlast 450 VA bij een max. inschakelstroom van 2,1 A Schakelcontact: Potentiaalvrij relaiscontact, voor ev. 2e fase te schakelen. Niet voor SELV geschikt. Functie als nadraaischakelaar: Deze functie wordt m.b.v. een tastafdekking gerealiseerd Kanaal 1 wordt bij bediening zonder vertraging aan- en uitgeschakeld Kanaal 2 wordt, afhankelijk van kanaal 1 direct of tijdvertraagd in- en tijdvertraagd uitgeschakeld. De tijdvertraging kan worden geactiveerd of gedeactiveerd. Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk): Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de relaisschakeleenheid. Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Mechanische impulsdrukker (maakcontact) Kort indrukken: aan / uitschakelen Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking op het hoofdtoestel geplaatst is. Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn. Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1.., aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW of bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking, aanwezigheidsmelder of bewegingsmelder plafondmontage gebruikt worden. Anders is geen functie voorzien. Aantal neventoestellen: max. 10 stuks Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
39
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 40
Lichtmanagement
Lichtmanagement
Art.nr.
Art.nr. Neventoestel "2-draads"
Tronic schakeleenheid "geluidloos schakelen"
1220 NE
1254 TSE Technische gegevens Nominale spanning: Belasting: Lasttypen:
AC 230 V ~, 50/60 Hz 50 – 420 W/VA 230 V gloeilampen 230 V halogeenlampen LV-halogeenlampen in combinatie met Tronic trafo's Gemengde belasting toegestaan schroefklemmen
Aansluiting: • kortsluitvast (elektronische beveiliging) • bescherming tegen overbelasting • thermische beveiliging • lampsparende softstart • vermogenuitbreiders: art.nr. 247 EB of 246 EB: max. 10 stuks; last moet tussen dimmer en vermogenuitbreider "opgedeeld" worden! art.nr. ULZ 1215 REG: max. aantal zie techn. gegevens ULZ 1215 REG Triac schakeleenheid conventioneel "geluidloos schakelen"
1244 NVSE Technische gegevens Nominale spanning: Belasting: Lasttypen:
AC 230 V ~, 50/60 Hz 40 – 400 W/VA 230 V gloeilampen 230 V halogeenlampen LV-halogeenlampen in combinatie met convent. trafo's Gemengde belasting toegestaan schroefklemmen
Aansluiting: Conventionele trafo's min. 85 % belasten Totale belasting, incl. eigen verbruik, mag de 400 W/VA niet overschrijden • thermische beveiliging • lampsparende softstart • vermogenuitbreiders: art.nr. 246 EB: max. 10 stuks; last moet tussen dimmer en vermogenuitbreider "opgedeeld" worden! art.nr. ULZ 1215 REG: max. aantal zie techn. gegevens ULZ 1215 REG Toepassing van neventoestellen ("neventoestellen-combinatie" mogelijk): Neventoestel "2-draads" art.nr. 1220 NE Dezelfde functionaliteit met tastafdekking (art.nr. .. 1561.07..) als de schakeleenheid. Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Mechanische impulsdrukker (maakcontact) AAN / UIT (wisselend) Aantal neventoestellen: onbegrensd Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m Opmerking: bediening van de neventoestellen is alleen mogelijk als er een afdekking op het hoofdtoestel geplaatst is. Verlichte impulsdrukkers moeten van een N-aansluiting voorzien zijn. Neventoestel "3-draads" art.nr. 1223 NE in combinatie met sensorafdekking 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1.., aanwezigheidsmelder art-nr. PMU 360 WW of bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW Op de hoofdtoestel moet hiervoor ook de sensorafdekking, aanwezigheidsmelder of bewegingsmelder plafondmontage gebruikt worden. Anders is geen functie voorzien. Aantal neventoestellen: max. 10 stuks Gezamenlijke leidinglengte van de neventoestellen: max. 100 m
40
Funkmanagement
toe te passen in wissel- of kruisschakelingen Voor het schakelen en dimmen vanaf meerdere plaatsen. Gelijke bediening als het hoofdtoestel. Tastafdekking hiervoor ..1561.07.. Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz Aansluiting: op het hoofdtoestel Aantal neventoestellen: onbegrensd Totale leidinglengte: max. 100 m Neventoestel "3-draads" 1223 NE toe te passen in wissel- of kruisschakelingen Actief neventoestel De neventoestellen kunnen alleen in combinatie met de aanwezigheidsmelder art.nr. PMU 360 WW, de bewegingsmelder plafondmontage art.nr. DAW 360 WW of sensorafdekkingen 180° art.nr. ..1180.., ..1180-1.., ..1280.., ..1280-1.. toegepast worden. Andere toepassingen zijn niet zinvol. Het neventoestel schakelt bij bewegingsherkenning het hoofdtoestel in. De vergrendelingstijd van het neventoestel bedraagt 3 seconden. Het signaal wordt door het hoofdtoestel uitgelezen. Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz N-leider noodzakelijk Aansluiting: aan het hoofdtoestel (met aanwezigheidsmelder of sensorafdekking 180°) Aantal toegestane neventoestellen voor het aansturen van de Universele dimmer: max. 5 stuks andere inbouw-eenheden: max. 10 stuks Totale leidinglengte: max. 100 m
41
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 42
AS 500 / A 500 / CD 500 / Glanzend Chroom Antraciet / Edelstaal / Aluminium / LS 990
AS 500 / A 500 / CD 500 / Glanzend Chroom Antraciet / Edelstaal / Aluminium / LS 990
Funkmanagement
Technische gegevens zie pag A 15. Art.nr. Functie van de druktoets: 1. lang indrukken van de bovenste helft: van min. naar max. dimmen. 2. kort indrukken van de bovenste helft: inschakelen. 3. lang indrukken van de onderste helft: van max. naar min. dimmen. 4. kort indrukken van de onderste helft: uitschakelen. 5. kort indrukken van het volledige vlak: in- resp. uitschakelen. 6. ingedrukt houden van het volledige vlak in ingeschakelde toestand voor ca. 3 sec.: de huidige dimwaarde opslaan in het geheugen. 7. Ingedrukt houden van het volledige vlak in uitgeschakelde toestand voor ca. 3 sec.: eenheid komt in de inleerstand. Tastafdekking met radiografische ontvanger voor basiseenheid uit het lichtmanagement
42
voor programma’s CD 500 / CD plus wit blauw bruin grijs lichtgrijs rood zwart alpin wit goud-brons platina
CD 1561.07 F CD 1561.07 F BL CD 1561.07 F BR CD 1561.07 F GR CD 1561.07 F LG CD 1561.07 F RT CD 1561.07 F SW CD 1561.07 F WW CD 1561.07 F GB CD 1561.07 F PT
voor programma’s A 500 / A plus alpin wit zwart aluminium
A 1561.07 F WW A 1561.07 F SW A 1561.07 F AL
voor programma AS 500 wit alpin wit
AS 1561.07 F AS 1561.07 F WW
voor programma SL 500 goud-brons zwart alpin wit
SL 1561.07 F GB SL 1561.07 F SW SL 1561.07 F WW
voor programma’s LS 990 / LS plus wit lichtgrijs alpin wit zwart
LS 1561.07 F LS 1561.07 F LG LS 1561.07 F WW LS 1561.07 F SW
Metaaluitvoeringen Aluminium / Edelstaal / Antraciet / Glanzend Chroom Aluminium Edelstaal Antraciet (gelakt aluminium) Glanzend chroom
AL 1561.07 F ES 1561.07 F AL 1561.07 F AN GCR 1561.07 F
Art.nr. Tastafdekking met radiografische ontvanger en LED functie-indicatie voor basiseenheid voor programma’s CD 500 / CD plus wit blauw bruin grijs lichtgrijs rood zwart alpin wit goud-brons platina
CD 1561.07 KO CD 1561.07 KO BL CD 1561.07 KO BR CD 1561.07 KO GR CD 1561.07 KO LG CD 1561.07 KO RT CD 1561.07 KO SW CD 1561.07 KO WW CD 1561.07 KO GB CD 1561.07 KO PT
voor programma’s A 500 / A plus alpin wit zwart aluminium
A 1561.07 KO WW A 1561.07 KO SW A 1561.07 KO AL
voor programma AS 500 wit alpin wit
AS 1561.07 KO AS 1561.07 KO WW
voor programma SL 500 goud-brons zwart alpin wit
SL 1561.07 KO GB SL 1561.07 KO SW SL 1561.07 KO WW
voor programma’s LS 990 / LS plus wit lichtgrijs alpin wit zwart
LS 1561.07 KO LS 1561.07 KO LG LS 1561.07 KO WW LS 1561.07 KO SW
Metaaluitvoeringen Aluminium / Edelstaal / Antraciet / Glanzend Chroom Aluminium Edelstaal Antraciet (gelakt aluminium) Glanzend chroom
AL 1561.07 KO ES 1561.07 KO AL 1561.07 KO AN GCR 1561.07 KO
43
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
Funkmanagement
11:43 Uhr
Seite 44
Flat Design
Flat Design
Module-afdekkingen worden per stuk geleverd.
Module-afdekkingen worden per stuk geleverd.
** voor beschriftingstool zie www.jung.nl ** tevens geschikt voor KNX, meer informatie op aanvraag
** voor beschriftingstool zie www.jung.nl ** tevens geschikt voor KNX, meer informatie op aanvraag Art.-Nr.
Tastafdekking-module Standaard ** voor radiografisch wandzender 40 FW Technische gegevens zie pag. 39 1-voudig 2-voudig 3-voudig 4-voudig
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 1-voudig op te klikken op de tastafdekking-module wit alpin wit lichtgrijs Metaaluitvoeringen Aluminium Antraciet Edelstaal
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 2-voudig op te klikken op de tastafdekking-module wit alpin wit lichtgrijs Metaaluitvoeringen Aluminium Antraciet Edelstaal
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 4-voudig op te klikken op de tastafdekking-module wit alpin wit lichtgrijs Metaaluitvoeringen Aluminium Antraciet Edelstaal
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 2-voudig met tekstvenster 32 x 68,5 mm* op te klikken op de tastafdekking-module wit alpin wit lichtgrijs Metaaluitvoeringen Aluminium Antraciet Edelstaal
44
2071 TSM 2072 TSM 2073 TSM 2074 TSM
FD 901 TSA FD 901 TSA WW FD 901 TSA LG FDAL 2901 TSA FDAL 2901 TSA AN FDES 2901 TSA
FD 902 TSA FD 902 TSA WW FD 902 TSA LG FDAL 2902 TSA FDAL 2902 TSA AN FDES 2902 TSA
FD 904 TSA FD 904 TSA WW FD 904 TSA LG FDAL 2904 TSA FDAL 2904 TSA AN FDES 2904 TSA
Funkmanagement
Art.-Nr. Module-afdekking voor tastafdekking-module, 4-voudig met tekstvenster 32 x 33 mm* op te klikken op de tastafdekking-module wit alpin wit lichtgrijs Metaaluitvoeringen Aluminium Antraciet Edelstaal Module-afdekking voor tastafdekking-module, 1-voudig met symbolen op te klikken op de tastafdekking-module wit alpin wit lichtgrijs Metaaluitvoeringen Aluminium Antraciet Edelstaal
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 2-voudig met symbolen op te klikken op de tastafdekking-module wit alpin wit lichtgrijs Metaaluitvoeringen Aluminium Antraciet Edelstaal
Module-afdekking voor tastafdekking-module, 4-voudig met symbolen op te klikken op de tastafdekking-module wit alpin wit lichtgrijs Metaaluitvoeringen Aluminium Antraciet Edelstaal
FD 904 TSANA FD 904 TSANA WW FD 904 TSANA LG FDAL 2904 TSANA FDAL 2904 TSANA AN FDES 2904 TSANA
FD 901 TSAP FD 901 TSAP WW FD 901 TSAP LG FDAL 2901 TSAP FDAL 2901 TSAP AN FDES 2901 TSAP
FD 902 TSAP FD 902 TSAP WW FD 902 TSAP LG FDAL 2902 TSAP FDAL 2902 TSAP AN FDES 2902 TSAP
FD 904 TSAP FD 904 TSAP WW FD 904 TSAP LG FDAL 2904 TSAP FDAL 2904 TSAP AN FDES 2904 TSAP
FD 902 TSANA FD 902 TSANA WW FD 902 TSANA LG FDAL 2902 TSANA FDAL 2902 TSANA AN FDES 2902 TSANA
45
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:43 Uhr
Seite 46
Funkmanagement
Funkmanagement
Funk overdracht De Funk overdracht vindt plaats via een niet exclusief overdrachtmedium, daarom kunnen storingen niet uitgesloten worden. De funk overdracht is niet geschikt voor veiligheidstoepassingen (bijv. noodoproep). Art.nr. Funkkop DIN-rail Inbouwbreedte 2 TE (36 mm) FK 100 REG Functie: De funkkop is een apparaat dat radiografische telegrammen ontvangt. Deze worden in leidinggebonden data omgezet en ter evaluatie naar aangesloten radiografische actoren (DIN-rail) doorgezonden. Er kunnen tot 30 actoren worden aangesloten. Antenne: De funkkop is uitgerust met een interne antenne. Bij ongunstige ontvangst (bijv. door bouwkundige voorzieningen) kan optioneel een externe antenne geïnstalleerd worden (art.nr. F-ANT). Aansluiting: De funkkop wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met de actoren verbonden. De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen. De busleidingen mogen niet verkeerd gepoold worden. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste aders met een doorsnede van 0,8 mm te worden toegepast (bijv. JY(ST)Y 2x2x0,8). Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz Ontvangstfrequentie: 433,42 MHz Bedrijfstemperatuur: ca. 0 °C tot +45 °C Beschermingsgraad: IP 20 Inbouwbreedte: 36 mm (2 TE) Technische gegevens zie pag A 17.
De reikwijdte van een Funksysteem is afhankelijk van • het vermogen van de zender • de ontvangstkarakteristiek • van de ontvanger • de luchtvochtigheid • de montagehoogte • de bouwkundige eigen• schappen van het pand. Voorbeeld van doordringbaarheid van materiaal: Droog materiaal Hout, gips, gipskarton ca. 90 % Baksteen, geperst spaanplaat ca. 70 % Gewapend beton ca. 30 % Metaal, metaalrooster, aluminiumplaten ca. 10 % Regen, sneeuw ca. 0 – 40 %
46
Radiografische DIN-rail actor "schakelaar" Inbouwbreedte 2 TE (36 mm) 1-kanaals FA 10 REG Functie: De radiografische schakelactor schakelt in combinatie met de funkkop elektrische lasten. De bediening gebeurt door ingeleerde zenders, neventoestellen of direct op het apparaat. Zodra de schakelactor in uitgeschakelde toestand een ingeleerd telegram van een radiografische observer ontvangt, schakelt de actor bij voldoende duisternis gedurende een nalooptijd van ca. 1 min. in. Er kunnen tot 30 zenders ingeleerd worden. Lichtscènes: De schakelactor kan in max. 5 lichtscènes opgenomen worden. Deze worden met een radiografische zender (bijv. handzender comfort) afgeroepen en opgeslagen. De gewenste lichtscènetaster moet eerst in de schakelactor worden ingeleerd. Aansluiting: De actor wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met de funkkop verbonden. De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen. De busleidingen mogen niet verkeerd gepoold worden. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste aders met een doorsnede van 0,8 mm te worden toegepast (bijv. JY(ST)Y 2x2x0,8). Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz Ontvangstfrequentie: 433,42 MHz Schakelcontact: Relais (10 A) Schakelvermogen Gloeilampen: 2300 W HV-halogeenlampen: 2300 W LV-halogeenlampen – conventionele trafo: 1000 W – Tronic-trafo: 1500 W Fluorescentielampen – niet gecompenseerd: 1200 W – parallel gecompenseerd: 920 W – duo gecompenseerd: 2300 W Bedrijfstemperatuur: ca. 0 °C tot +45 °C Beschermingsgraad: IP 20 Aantal neventoestellen: onbegrensd, bijv. neventoestel art.nr. 1220 NE of impulsdrukkers (maak, zonder verlichting) art.nr. 531 EU Inbouwbreedte: 36 mm (2 TE)
Art.nr. Radiografische schakelactor voor DIN-rail, 4-voudig Inbouwbreedte 4 TE (72 mm) 4-kanaals FA 14 REG Functie: De radiografische schakelactor schakelt in combinatie met de funkkop elektrische lasten. De bediening gebeurt door ingeleerde zenders of direct op het apparaat. Zodra de schakelactor in uitgeschakelde toestand een ingeleerd telegram van een radiografische observer ontvangt, schakelt de actor bij voldoende duisternis gedurende een nalooptijd van ca. 1 min in. Er kunnen tot 30 zenders per kanaal ingeleerd worden. Op het apparaat zijn 4 toetsen (voor bediening en programmering) en 4 LED´s. Lichtscènes: De schakelactor kan in max. 5 lichtscènes per kanaal opgenomen worden. Deze worden met een radiografische zender (bijv. handzender comfort) afgeroepen en opgeslagen. De gewenste lichtscènetaster moet eerst in het respectievelijke kanaal van de schakelactor worden ingeleerd. Aansluiting: De actor wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met de funkkop verbonden. De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen. De busleidingen mogen niet verkeerd gepoold worden. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste aders met een doorsnede van 0,8 mm te worden toegepast (bijv. JY(ST)Y 2x2x0,8). Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz Ontvangstfrequentie: 433,42 MHz Schakelcontact: Relais (10 A) Schakelvermogen per kanaal Gloeilampen: 2300 W HV-halogeenlampen: 2300 W LV-halogeenlampen – conventionele trafo: 1000 W – Tronic-trafo: 1500 W Fluorescentielampen – niet gecompenseerd: 1200 W 0920 W – parallel gecompenseerd: – duo gecompenseerd: 2300 W Bedrijfstemperatuur: ca. 0 °C tot +45 °C Beschermingsgraad: IP 20 Inbouwbreedte: 72 mm (4 TE)
47
Katalogteil 20080604 QXD7:Innenteil
04.07.2008
11:43 Uhr
Seite 48
Funkmanagement
Art.nr. Radiografische jaloezieactor voor DIN-rail Inbouwbreedte 2 TE (36 mm) 1-kanaals FAJ 6 REG Functie: De radiografische jaloezieactor stuurt in combinatie met de funkkop een jaloezie- of rolluikmotor aan. Afhankelijk van de bedieningswijze van een zender worden de lamellen versteld (kort indrukken van de toets < 1 s) of wordt de jaloezie op of neer gestuurd (langer indrukken van de toets > 1 s). Er kunnen tot 14 zenders ingeleerd worden. Het apparaat is voorzien van een programmeerknop en een indicatie-LED. Lichtscènes: De jaloezieactor kan in max. 5 lichtscènes opgenomen worden (eindpositie geheel boven, geheel beneden). Deze worden met een radiografische zender (bijv. handzender comfort) afgeroepen en opgeslagen. De gewenste lichtscènetaster moet eerst in de jaloezieactor worden ingeleerd. Aansluiting: De actor wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met de funkkop verbonden. De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen. De busleidingen mogen niet verkeerd gepoold worden. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste aders met een doorsnede van 0,8 mm te worden toegepast (bijv. JY(ST)Y 2x2x0,8). Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz Ontvangstfrequentie: 433,42 MHz Schakelvermogen: max. 1 motor 700 W Relaisuitgang: 2 maakcontacten (potentiaalgebonden en onderling vergrendeld) Omschakeltijd bij richtingwissel: ca. 1 seconde Continu-bedrijf: ca. 2 minuten Bedrijfstemperatuur: ca. 0 °C tot +45 °C Beschermingsgraad: IP 20 Inbouwbreedte: 36 mm (2 TE)
Radiografische stuureenheid 1 – 10 V, voor DIN-rail Inbouwbreedte 4 TE (72 mm) 1-kanaals FST 1240 REG Functie: De radiografische stuureenheid stuurt in combinatie met de funkkop EVSA´s en elektronische trafo´s met een 1 – 10 V sturing, zodra een overeenkomstig (ingeleerd) radiografisch signaal ontvangen wordt. De inschakelhelderheid kan in het apparaat als memorywaarde worden opgeslagen. Direct op het apparaat schakelen is ook mogelijk. Afhankelijk van de bedieningswijze van een zender wordt de verlichting geschakeld (kort drukken) of gedimd (langer drukken). Zodra de stuureenheid in uitgeschakelde toestand een ingeleerd telegram van een radiografische observer ontvangt, schakelt de eenheid bij voldoende duisternis gedurende een nalooptijd van ca. 1 min. in. Er kunnen tot 30 zenders ingeleerd worden. Het apparaat is voorzien van een programmeerknop en een indicatie-LED. Lichtscènes: De stuureenheid kan in max. 5 lichtscènes opgenomen worden. Deze worden met een radiografische zender (bijv. handzender comfort) afgeroepen en opgeslagen. De gewenste lichtscènetaster moet eerst in de stuureenheid worden ingeleerd. Aansluiting: De stuureenheid wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met de funkkop verbonden. De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen. De busleidingen mogen niet verkeerd gepoold worden. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste aders met een doorsnede van 0,8 mm te worden toegepast (bijv. JY(ST)Y 2x2x0,8). Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz Stuurspanning: 1 – 10 V Stuurstroom: max. 15 mA Galvanische scheiding 1 – 10 V: 2 kV basisisolatie Schakelcontact: μ-relaiscontact Belasting ohmse last: max. 1800 W EVSA, trafo: typeafhankelijk Bedrijfstemperatuur: ca. 0 °C tot +45 °C Beschermingsgraad: IP 20 Inbouwbreedte: 72 mm (4 TE)
48
Funkmanagement
Art.nr. Radiografische universeeldimmer voor DIN-rail Inbouwbreedte 4 TE (72 mm) 1-kanaals FUD 1254 REG Functie: De radiografische universeeldimmer is een dimmer met automatische lastherkenning (fasenaan- of fasenafsnijd). De dimmer schakelt en dimt in combinatie met de funkkop elektrische lasten, zodra een overeenkomstig (ingeleerd) radiografisch signaal ontvangen wordt. De inschakelhelderheid kan in het apparaat als memorywaarde worden opgeslagen. Bediening ook mogelijk via een neventoestel of direct op het apparaat (alleen schakelen). Afhankelijk van de bedieningswijze van een zender wordt de verlichting geschakeld (kort drukken) of gedimd (langer drukken). Bij ontvangst van een signaal van een radiografische observer schakelt het apparaat op de memorywaarde gedurende 1 minuut in. Lichtscènes: De universeeldimmer kan in max. 5 lichtscènes opgenomen worden. Deze worden met een radiografische zender (bijv. handzender comfort) afgeroepen en opgeslagen. De gewenste lichtscènetaster moet eerst in de universeeldimmer worden ingeleerd. Aansluiting: De universeel dimmer wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met de funkkop verbonden. De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen. De busleidingen mogen niet verkeerd gepoold worden. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste aders met een doorsnede van 0,8 mm te worden toegepast (bijv. JY(ST)Y 2x2x0,8). Technische gegevens Nominale spanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz Ontvangstfrequentie: 433,42 MHz Belasting: 50 – 400 W VA Lasttypen: 230 V gloeilampen (ohms, fasenafsnijd) HV-halogeenlampen (ohms, fasenafsnijd) Tronic-trafo's (capacitief, fasenafsnijd) of conventionele trafo's (inductief, fasenaansnijd) gemengde lasten toegestaan (geen capacitieve en inductieve lasten samen) Bij gemengde last met conventionele trafo's 50 % aandeel ohmse last (gloeilampen, HV-halogeenlampen) niet overschrijden. beveiligd tegen overbelasting, lampsparende softstart, kortsluitvast (elektronische zekering) Vermogenuitbreiders: art.nr. 247 EB of 246 EB: max. 10 stuks; last moet tussen dimmer en vermogenuitbreider "opgedeeld" worden! art.nr. ULZ 1215 REG: max. aantal zie techn. gegevens vermogenuitbreider Aantal neventoestellen: onbegrensd, bijv. neventoestel art.nr. 1220 NE of impulsdrukker (maak, niet verlicht) art.nr. 531 EU Bedrijfstemperatuur: ca. 0 °C tot +45 °C Beschermingsgraad: IP 20 Inbouwbreedte: 72 mm (4 TE)
Radiografische antenne F-ANT Antenne met magneetvoet en ca. 2,75 m lange leiding Hoogte ca. 20 cm
49
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 1
Schakelschema's
Vervolg
Radiografische handzender Standaard Art.nr.: 48 FH Radiografische handzender Comfort Art.nr.: 48 KFH
Radiografische handzender Standaard Art.nr.: 48 FH Radiografische handzender Comfort Art.nr.: 48 KFH
Functie De radiografische handzender maakt het mogelijk draadloos op afstand te kunnen bedienen. De handzender zendt bij het bedienen van de taster een radiografische telegram. Dit radiografische telegram wordt door alle radiografische ontvangers van het Funkmanagement-systeem ontvangen en, indien van toepassing, uitgevoerd. De handzender heeft de volgende bedieningselementen: Groeptasters (A, B, C), met de daarbij behorende groepsLED's, Kanaaltasters (1, ..., 8) "Alles aan" taster "Alles uit" taster Extra bij de radiografische handzender Comfort: Lichtscènetasters (1, ..., 5) Master taster Er staan 3 groepen (A, B, C) , met 8 kanalen voor schakelen, dimmen en jaloeziesturing ter beschikking. Hierdoor kunnen 24 radiografische ontvangers apart bediend worden. In de instelling af de fabriek worden met de "alles-aan" resp. "alles-uit" -tasters alle belastingen in- resp. uitgeschakeld. Deze tasters corresponderen met de vrij programmeerbare lichtscènes. Met de radiografische handzender Comfort kunnen tot maximaal 5 lichtscènes opgeslagen en afgeroepen worden. De lichtscènes bestaan uit: • vaste dimwaarden van een verlichtingsgroep (bv. 70 % van de maximale lichtsterkte) of • vaste schakeltoestand van een belasting (bv. ventilator ingeschakeld) of • vaste eindstand van een jaloezie (bv. jaloezie omlaag) Met de mastertaster wordt, bij gebruik van een radiografische tastdimmer-ontvanger, een lichtscène omhoog/omlaag gedimd of in-/uit-geschakeld. "Inleren" van een radiografische ontvanger Voordat een radiografische ontvanger een radiografische telegram van de handzender begrijpt, moet de ontvanger het radiografische telegram "inleren". Het aantal ontvangers, welke door één kanaal van een handzender "ingeleerd" kunnen worden, is onbegrensd. Het "inleren" wijst alleen in de ontvanger een telegram toe. Werkwijze 1. De radiografische ontvanger in de "inleer" modus zetten. 2. "Inleren" van een kanaal: Druk op de /\ / \/ taster van het gewenste kanaal (bv. groep C, kanaal 6) voor minstens 1 sec.
A1
Verwijderen van kanalen Het opnieuw "inleren" van kanalen, lichtscènes of "alles aan"/"alles uit" van een radiografische handzender heeft het verwijderen van de eerdere toekenning in de radiografische ontvanger tot gevolg. Toewijzen van een groep Er staan 3 groepen (A, B, C) met 8 kanalen ter beschikking (3 x 8 kanalen = 24 kanalen). Een groep met 8 functies kan bediend worden. De actieve groep wordt bij indrukken van één van de 8 tasters door het kort oplichten van de groepsLED aangeduid (bv. groep A) Na het inzetten van de batterijen is groep A actief. Het omschakelen van de groepen gebeurt door het indrukken van een groepstaster (bv. groep B). Kort wisselen (voor ca. 4 sec.) van groepen 1. Kort indrukken (minder dan 4 sec) van een groepstaster. 2. Indrukken van de gewenste kanaaltaster binnen de tijd. Wisselen van groepen 1. Langer indrukken (minstens 4 sec) van een groepstaster. 2. De toegewezen groepsLED knippert voor ca. 4 sec.
Radiografische handzender Standaard
Radiografische handzender Comfort
"Inleren" van een lichtscène taster: Druk de gewenste lichtscène taster (bv. 1) voor minstens 3 sec. in. Als bevestiging knippert de ingestelde groepsLED ongeveer 12 sec. "Inleren" "alles aan"/"alles uit": Druk op "alles aan" resp. "alles uit" voor minstens 10 sec. Als bevestiging knipperen alle groepsLED's ongeveer 12 sec. 3. De radiografische ontvanger in de normaal modus zetten. Het "inleren" is afgesloten!
Radiografische overdracht De radiografische overdracht vindt plaats via een niet exclusief overdrachtmedium, daarom kunnen storingen niet uitgesloten worden. De radiografische overdracht is niet geschikt voor veiligheids toepassingen (bv. nood oproep).
Technische gegevens Spanning 6 V DC Batterijen 4 x Micro, Alkaline (LR 03) Capaciteit 1 Ah Levensduur van batt. ca. 2 jaar Zendfrequentie 433,42 MHz Zendbereik max. 100 meter (vrije veld) Afmetingen (LxBxH) 192 x 53 x 23 mm Temperatuurbereik +4 °C tot +55 °C Gewicht ca. 100 gram Opmerking Als bij bedienen van de handzender alle LED's ongeveer 4 sec. blijven knipperen, dienen de batterijen vervangen te worden. De maximale zendduur bedraagt 12 sec., ook als men de knop langer ingedrukt houdt. Indien meerdere tasters gelijktijdig bediend worden, wordt geen radiografische telegram verzonden.
Het zendbereik van een radiografische handzender (maximaal 100 meter in vrije veld) is afhankelijk van de bouwkundige gegevens van het object.
Droog materiaal
Doordringbaarheid
Hout, gips, gipskarton
ca. 90 %
Baksteen, geperste spaanplaat
ca. 70 %
Gewapend beton
ca. 30 %
Metaal, metaalrooster, aluminiumplaten
ca. 10 %
Bediening normale functie Iedere wip heeft 2 functies (/\ en \/). Mogelijke functies zie tabel. Als u de radiografische schakeleenheid FWL 2200 WW voor ca. 2 uur continue wil inschakelen, moet de kanaal-taster /\ voor minstens 1 sec. worden ingedrukt. Als de schakeleenheid de telegrammen van de radiografische observer ca. 2 uur mag negeren, moet de kanaaltaster \/ voor minstens 1 sec. worden ingedrukt.
Radiografische wandzender Art.nr.: 40 FW
Wip
Duur
Licht
Jaloezie
links /\
max. 1 sec.
inschakelen
lamellen verstellen
links /\
min. 1 sec.
omhoog dimmen
omhoog sturen
rechts \/
max. 1 sec.
uitschakelen
lamellen verstellen
rechts \/
min. 1 sec.
omlaag dimmen
omlaag sturen
"Alles aan" / "alles uit" Bij het "inleren" van een radiografische kanaal worden automatisch de "alles aan" taster en de "alles uit" taster van de radiografische ontvanger "ingeleerd" (behalve bij een jaloezie toepassing). Om foutkansen te vermijden, moet men bij afroep van "alles aan" resp. "alles uit" die bijbehorende taster voor ca. 1 sec. indrukken. Met de "alles uit" taster worden de belastingen van alle ingeleerde radiografische ontvangers uitgeschakeld. Bij de "alles in" taster worden de belastingen ingeschakeld. Bij bediening van de "alles aan" / "alles uit" tasters gaan de groepsLED's voor ca. 12 sec. branden. Verwijderen van "alles aan" / "alles uit" Als een radiografische ontvanger niet moet reageren op alles aan of alles uit, moet de functie uitgeleerd worden. Werkwijze 1. De radiografische ontvanger in de "inleer" modus zetten. 2. Druk op taster "alles aan" resp. "alles uit". Als bevestiging branden alle groepsLED's ongeveer 12 sec. 3. De radiografische ontvanger in de normale modus terugzetten. Het verwijderen is afgesloten! Lichtscène (alleen met radiografische handzender Comfort) Met de ronde tasters (1, ..., 5) kunnen 5 lichtscènes opgeslagen (lang indrukken, minstens 3 sec.) of afgeroepen worden (kort indrukken, maximaal 3 sec.). Voor het opslaan resp. afroepen van een lichtscène moet de lichtscène taster "ingeleerd" worden (zie "inleren" van een lichtscène taster).
Functie De radiografische wandzender biedt de mogelijkheid, vanaf een vaste plaats draadloos op afstand te kunnen bedienen. De wandzender wordt in combinatie met standaard tastsensoren (1-voudig, 2-voudig of 4-voudig) uit het programma CD 500, CD plus, A 500, LS 990, Edelstaal en Aluminium toegepast. De elektrische verbinding wordt verzorgd door een 10-polige connector. De wandzender zendt bij het bedienen van een taster een radiografische telegram. Dit radiografische telegram wordt door alle radiografische ontvangers van het radiografische Management-systeem begrepen en uitgevoerd. Het aantal van de radiografische kanalen hangt af van het type tastsensor welke gemonteerd is (bv. enkelvoudige tastsensor => 1 radiografische kanaal). Twee tegenoverliggende tasters vormen één kanaal. De wandzender is met een 4-voudig dipswitch S uitgevoerd. Daarmee kunnen de functies van de gemonteerde tastsensoren ingesteld worden. Afzonderlijke kanalen van de tastsensor kunnen de speciale functie "alles uit" of "lichtscène" afroepen. De radiografische wandzender wordt met schroeven op een inbouwdoos of in een opbouwbak gemonteerd. Het teken TOP moet hierbij boven zijn.
Master
(alleen met radiografische handzender comfort) Met de master taster kunnen de actieve radiografische dimmers, de laatst afge-
roepen lichtscène lichter / donkerder dimmen (minstens 1 sec. indrukken) of in / uitschakelen (maximaal 1 sec. indrukken).
S
= functie
OFF (links)
ON (rechts)
S1
= wandzender is ...
uitgeschakeld
ingeschakeld
S2
= taster 1 –
alles uit
kanaal 1 –
= taster 1 +
lichtscène 1 (in)
kanaal 1 +
= taster 2 –
lichtscène 2 (in)
kanaal 2 –
= taster 2 +
lichtscène 3 (in)
kanaal 2 +
= taster 3 –
lichtscène 4 (in)
kanaal 3 –
= taster 3 +
lichtscène 5 (in)
kanaal 3 +
S3
S4
Inbedrijfname 1. Dipswitch "Batt." in de positie ON (rechts) zetten. 2. De functie van de tastsensor met dipswitch kiezen. Het veranderen van de functie van de tastsensor is door omschakelen van de dipswitch altijd mogelijk. De fabrieksinstelling is vetgedrukt vermeld. 3. Tastsensor monteren. De elektrische verbinding wordt gemaakt door een 10-polige connector . 4. De gewenste taster voor ca. 1 sec. indrukken.
Opmerking: taster 4 + resp. 4 – heeft altijd betrekking op kanaal 4
Lichtscéne veranderen 1. Gewenste verlichting situatie instellen. 2. Lichtscène taster (1, ..., 5) minstens 3 sec. indrukken. Opmerking: eerst wordt de oude lichtscène afgeroepen en hierna de nieuwe geactiveerd. 3. Als bevestiging knippert de bijbehorende groepsLED. Tevens klinkt uit de inbouw radiografische ontvangers een kort geluidssignaal.
A2
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 3
Vervolg
Schakelschema's
Radiografische wandzender Art.nr.: 40 FW
Radiografische handzender Mini Art.nr.: 42 FH
"Inleren" radiografische ontvanger Voordat een radiografische ontvanger een radiografische telegram van de wandzender begrijpt, moet de ontvanger het radiografische telegram "inleren". Het aantal ontvangers dat door één kanaal van een wandzender "ingeleerd" kan worden, is onbegrensd. Het "inleren" wijst alleen in de ontvanger een telegram toe.
"Alles uit" Bij het "inleren" van een radiografische kanaal worden automatisch de "alles uit"taster van de radiografische ontvanger "ingeleerd" (behalve bij een jaloezietoepassing). Bij het afroepen van alles uit moet taster 1– minstens 1 sec. ingedrukt worden om bedieningsfouten te voorkomen. De belastingen van alle "ingeleerde" ontvangers worden uitgeschakeld.
Werkwijze 1. De radiografische ontvanger in de "inleer" modus zetten. 2. "Inleren" van een kanaal: Druk op de +/– taster van het gewenste kanaal voor minstens 1 sec. "Inleren" "alles uit" taster: Druk op "alles uit" taster voor minstens 10 sec. Als bevestiging knippert kanaalLED. "Inleren" van een lichtscène taster: Druk de gewenste lichtscène taster voor minstens 3 sec. in. Als bevestiging knippert de ingestelde kanaalLED. 3. De radiografische ontvanger in de "normaal" modus zetten. Het "inleren" is afgesloten !
Verwijderen van "alles uit" Als een radiografische ontvanger niet moet reageren op "alles uit", moet de functie uitgeleerd worden. Werkwijze 1. De radiografische ontvanger in de "inleer" modus zetten. 2. Druk op taster alles uit taster 1– voor minstens 10 sec. Als bevestiging knippert de kanaalLED. 3. De radiografische ontvanger in de normale modus terugzetten. Het verwijderen is afgesloten!
Verwijderen van kanalen Het opnieuw "inleren" van kanalen, lichtscènes of "alles uit" van een radiografische wandzender heeft het verwijderen van een eerdere toekenning in de radiografische ontvanger tot gevolg.
Technische gegevens Spanning Batterijen Capaciteit Levensduur van batterijen Zendfrequentie Zendbereik
Bediening Bij het bedienen van een kanaal taster wordt een radiografische telegram verzonden. Als bevestiging brandt de desbetreffende rode kanaalLED. De maximale zendduur bedraagt 12 sec., ook als er hierna nog een taster ingedrukt wordt. Indien meerdere tasters bediend worden, wordt geen radiografische telegram verzonden. Bij het bedienen van een kanaal taster (bv. 1+) wordt een radiografische telegram verzonden. De reactie is afhankelijk van het soort radiografische ontvanger (zie tabel). Als u de radiografische schakeleenheid FWL 2200 WW voor ca. 2 uur continue wil inschakelen, moet de kanaaltaster 1+ voor minstens 1 sec. worden ingedrukt. Als de schakeleenheid de telegrammen van de radiografische observer ca. 2 uur mag negeren, moet de kanaaltaster 1– voor minstens 1 sec. worden ingedrukt.
Temperatuurbereik
A3
ca. 2 jaar 433,42 MHz max. 100 meter (vrije veld) +4 °C tot +55 °C
Opmerking Om batterijen te sparen kunt u de radiografische wandzender uitschakelen als de tastsensor lange tijd niet gemonteerd is. Hiervoor dient de functieschakelaar "Batt." in de positie OFF (links) gezet te worden. Als na het bedienen van een taster minder dan 3 sec. alle LEDs 5 x knipperen, dienen de batterijen vervangen te worden. Antenne Om maximale ontvangstbereik te verkrijgen, legt u de antenne gestrekt en zover als mogelijk van de radiografische zender verwijderd. De antenne mag niet opgewikkeld zijn en moet een grote afstand hebben tot grote metalen delen zoals bv. een metalen deur of raam. De antenne niet isoleren, inkorten of verlengen.
Lichtscène Er kunnen 5 lichtscènes opgeslagen (lang indrukken minstens 3 sec.) of afgeroepen worden (kort indrukken maximaal 3 sec.). Voor het opslaan resp. afroepen van een lichtscène moet de lichtscène taster "ingeleerd" worden (zie "inleren" van een lichtscènetaster). Lichtscène veranderen 1. Gewenste verlichtingssituatie instellen. 2. Gewenste lichtscènetaster minstens 3 sec. indrukken. Opmerking: eerst wordt de oude lichtscène afgeroepen en hierna de nieuwe geactiveerd. 3. Als bevestiging knippert de bijbehorende groepsLED, tevens klinkt uit de radiografische ontvangers een geluidssignaal.
6 V DC 2 x lithiumknoopcellen (CR2032) 0,22 Ah
Taster
Duur
Licht
Jaloezie
X+
max. 1 sec.
in schakelen
lamellen verstellen
X-
max. 1 sec.
uit schakelen
lamellen verstellen
X+
min. 1 sec.
omhoog dimmen omhoog sturen
X-
min. 1 sec.
omlaag dimmen omlaag sturen
Functie De radiografische handzender "mini" maakt het mogelijk om draadloos op afstand verlichting of jaloezie te bedienen. De radiografische handzender "mini" heeft twee onafhankelijke radiografische kanalen (kanaal 1 en kanaal 2). Elk radiografisch kanaal heeft twee drukknoppen ( en ). Toepassingsvoorbeeld Met kanaal 1 wordt de verlichting gedimd, met kanaal 2 wordt de jaloezie bediend. De handzender zendt bij het indrukken van een knopje een radiografisch telegram. Dit radiografische telegram wordt door alle radiografische ontvangers uit het radiografische managementsysteem ontvangen en, indien van toepassing, uitgevoerd.
Bediening Elk radiografische kanaal (1 en 2) heeft twee druktoetsen ( en ). Het indrukken van een knop wordt door het knipperen van de rode LED aangeduid. Om onbedoelde bediening te vermijden dient u altijd slechts één knop tegelijk in te drukken. De volgende functies zijn mogelijk: (zie tabel onder)
Speciale functies met radiografische schakeleenheid (FWL 2200 WW) Als men de radiografische schakeleenheid voor ca. 2 uur aanéén wil inschakelen, moet men de ingeleerde kanaalknop voor minstens 1 sec. indrukken. Als de radiografische schakeleenheid het zenden van de radiografische observers voor ca. 2 uur moet negeren, moet men de kanaalknop minstens 1 sec. indrukken. De maximale zendduur bedraagt 12 sec. ook als men de knop langer ingedrukt houdt.
In bedrijfstelling De handzender is direct bedrijfsklaar. Batterij De radiografische handzender wordt met een Lithium-knoopcel (CR 2032) gevoed. (Wordt standaard meegeleverd) Inleren in radiografische ontvanger Om een radiografische ontvanger een telegram van de handzender te laten uitvoeren, moet de ontvanger dit radiografische telegram "leren". Het aantal ontvangers dat aan één kanaal van de handzender toegewezen kan worden is onbeperkt.
Technische gegevens Spanningsvoorziening 3 V DC Batterijen 1 x Lithiumknoopcel (CR 2032) Batterij levensduur ca. 5 jaar Zendfrequentie 433,42 MHz Zendbereik max. 30 m., in vrij veld PTT toelating LPD-D Afmetingen (L x B x H) 73 x 43 x 18 mm Omgevingstemperatuur 0 °C tot + 55 °C Relatieve luchtvochtigheid max. 80 %
Werkwijze 1. De radiografische ontvanger in de leermodus zetten. 2. Druk de - of de knop van het gewenste kanaal in voor tenminste 1 sec. Ter bevestiging knippert het rode LED. 3. De radiografische ontvanger weer terugzetten in de normale modus. Het inleerproces is afgesloten. Wissen in radiografische ontvanger Het opnieuw inleren van een kanaal van de radiografische handzender "Mini" leidt tot het wissen van de eerdere toekenning in de radiografische ontvanger.
Radiografische overdracht De radiografische overdracht vindt plaats via een niet exclusief overdrachtmedium, daarom kunnen storingen niet uitgesloten worden. De radiografische overdracht is daarom niet geschikt voor beveiligingsdoeleinden zoals bv. nood uit of nood oproep. Het zendbereik van de radiografische handzender "Mini" (max. 30 m. in het vrije veld) is afhankelijk van de bouwkundige gegevens van het object:
Knop
Duur
Verlichting
Jaloezie
links
max. 1 sec.
aan
lamellenverstellen
links
min. 1 sec.
aan / feller
langdurig op
rechts
max. 1 sec.
uit
lamellenverstellen
rechts
min. 1 sec.
uit / minder fel
langdurig neer
Droog materiaal
Doordringbaarheid
Hout, gips, gipskartonplaten
ca. 90 %
Baksteen, spaanplaten
ca. 70 %
Gewapend beton
ca. 30 %
Metaal, metaaldraad, alum. beplating
ca. 10 %
A4
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 5
Schakelschema's
Schakelschema's
Radiografische wandzender "Vlak”
Radiografische multifunctionele zender Art.nr.: FMS 4 UP
1-kanaals Art.nr.: .. 41 F .. 2-kanaals Art.nr.: .. 42 F .. 4-kanaals Art.nr.: .. 44 F ..
In bedrijfstelling 1. Wandzender volgens schema A van de bodemplaat afschroeven. 2. Functie van de knoppen kiezen met de functieschakelaar op de achterzijde van de wandzender. (afbeelding B). Verandering van de functie is na afnemen van de afdekking door het omschakelen
A
F F2
B
Functie De radiografische wandzender maakt een draadloze afstandbediening mogelijk van alle ontvangers van het radiografische management. De radiografische wandzender is als 1-, 2 of 4 kanaals uitgevoerd en in de programma's CD 500, CD plus, Aluminium, Edelstaal en LS 990 verkrijgbaar. De wandzender zendt bij het indrukken van een knop een radiografisch telegram. Dit radiografisch telegram wordt door alle radiografische ontvangers van het Funkmanagement programma ingelezen en geevalueerd. Elke twee tegenover elkaar liggende druktoetsen behoren tot één kanaal. De wandzender is met een 3-voudige functieschakelaar uitgerust. Daardoor is de functie te kiezen. Hij is steeds aan te passen. De afzonderlijke knoppen kunnen speciale functies als "Alles uit" of "Lichtscène" toebedeeld krijgen. Batterijen De radiografische wandzender wordt met twee Lithium knoopcel batterijen (CR 2016) gevoed, (meegeleverd). Als na het indrukken van een knop voor minder dan twee seconden de LED 5 x knippert moeten de batterijen verwisseld worden. Verwijderen van de batterijen 1. Wandzender van de bodemplaat (afbeelding A) afschroeven. 2. Verwijder de verbruikte batterijen met een schroevendraaier bij de inkeping. (afbeelding C). Aanwijzing: Niet met de schroevendraaier onder de batterijhouder wrikken. 3. Bij het inleggen van de nieuwe batterijen volgens afbeelding D. op juiste plaatsing letten ( + naar boven). 4. Ca. 1 seconde een willekeurige knop indrukken.
Inleren in radiografische ontvanger Voordat een radiografische ontvanger een radiografisch telegram van de wandzender begrijpt, moet de ontvanger het radiografisch telegram "inleren". Het aantal ontvangers dat aan 1 kanaal van de wandzender kan worden toebedeeld is onbegrensd. Het inleerproces van een kanaal leidt uitsluitend in de radiografische ontvanger tot een aanpassing. Werkwijze 1. Radiografische ontvanger in leermodus zetten. 2. Leren van een kanaal: De +/– knop van het gewenste kanaal minstens 1 sec. indrukken. Leren van de "Alles uit" knop: De "Alles uit" knop minstens 10 sec. indrukken. Leren van een lichtscène knop: Gewenste lichtscèneknop minstens 3 sec. indrukken. 3. Radiografische ontvanger in de "normaal"modus zetten. Het inleren is voltooid !! "Uitleren" van kanalen Het opnieuw inleren van een kanaal-, lichtscène- of "Alles uit" knop van de radiografische wandzender leidt tot het verwijderen van voorgaande toevoegingen in de radiografische ontvanger. De radiografische overdracht vindt plaats via een niet exclusief medium, daarom kunnen storingen niet uitgesloten worden. De radiografische overdracht is daarom niet geschikt voor beveiligingsdoeleinden zoals bijv. nood uit of nood oproep. Technische gegevens Spanningsvoorziening 6 V DC Batterijen 2xLithium knoopcel (CR2016) Batterij levensduur ca. 3 jaar Zendfrequentie 433,42 MHz Zendbereik 30 m. in het vrije veld PTT toelating LPD-D Omgevingstemperatuur 0 °C tot +55 °C Rel. luchtvochtigheid max. 80% Beschermingsgraad IP 20
C
D A5
F3 F4
Functie = Knop 1– = Knop 1+ = Knop 2– = Knop 2+ = Knop 3– = Knop 3+
van de afzonderlijke schakelaars F (2 ... 4) mogelijk. 2. Aanwijzing: • De knop 4+ en 4– komen altijd overeen met kanaal 4+ en kanaal 4–. • Voor de positie van de knoppen (1–, 1+, 2–, ...) zie afbeelding E. 3. Wandzender weer op de bodemplaat vastschroeven.
OFF Alles UIT Lichtscène 1 (aan) Lichtscène 2 (aan) Lichtscène 3 (aan) Lichtscène 4 (aan) Lichtscène 5 (aan)
ON Kanaal 1– Kanaal 1+ Kanaal 2– Kanaal 2+ Kanaal 3– Kanaal 3+
Bediening (E) Door het indrukken van een kanaalknop (bijv. +) wordt een radiografisch telegram verzonden.
Knop x+ x– x+ x–
Duur max. 1 sec max. 1 sec min. 1 sec min. 1 sec
Verlichting Inschakelen Uitschakelen Dimmen Dimmen
Jaloezie Lamellen verstellen Lamellen verstellen Op Neer
E
De maximale zendduur is 12 sec. ook wanneer daarna de knop nog steeds ingedrukt wordt gehouden. Als meerdere knoppen tegelijk ingedrukt worden, wordt er geen radiografische telegram verzonden. Moet de radiografische schakeleenheid voor ca. 2 uur continu ingeschakeld blijven, dan moet de ingeleerde kanaalknop x voor minstens 1 sec. ingedrukt worden. Lichtscènes Voor het vastleggen c.q. het oproepen van een lichtscène moet de lichtscène knop ingeleerd worden. Er kunnen 5 lichtscènes vastgelegd (lang indrukken, min. 3 sec.) en opgeroepen (kort indrukken max. 3 sec.) worden. Lichtscènes veranderen 1. Gewenste verlichtingscène instellen. 2. Gewenste lichtscène knop voor min. 3 sec. indrukken. 3. Aanwijzing: Eerst wordt de oude lichtscène opgeroepen (knop niet loslaten) en dan de nieuwe geactiveerd. 3. Bij de UP radiografische ontvanger (inbouw uitvoering) klinkt ter bevestiging een korte signaaltoon.
Alles uit Bij het inleerproces voor een radiografische kanaal wordt automatisch de 'Alles uit'knop van de radiografische ontvanger "meegeleerd" (Uitzondering radiografische Jaloezie afdekking). Om ongewenste bediening te vermijden, moet bij het afroepen van 'Alles uit' knop 1voor min. 1 sec. ingedrukt worden. De belasting wordt bij alle ingeleerde radiografische ontvangers uitgeschakeld. Verwijderen van "Alles uit" Als een bepaalde radiografische ontvanger niet mag reageren op de 'Alles uit'knop, dan moet deze functie uitgeleerd worden. Werkwijze: 1. Radiografische ontvanger in leermodus zetten. 2. 'Alles uit'knop voor min. 10 sec. indrukken. 3. Radiografische ontvanger in "Normaalmodus" zetten. Het uitleerproces is voltooid.
Functie De radiografische multifunctionele zender is een batterijgevoede draadloze 4-kanaals zender ter uitbreiding van een bestaande radiografische installatie. De draadloze multifuncionele zender herkent aan de 4 ingangen E1 – E4 schakeltoestanden van potentiaalvrije schakelaars resp. pulsdrukkers. Deze zendt radiografische telegrammen, die door alle radiografische ontvangers worden geëvalueerd. Een 5-voudige micro-schakelaar maakt kiezen van 8 verschillende bedrijfsstanden mogelijk. De rode LED signaleert het zenden van telegrammen (langzaam asymmetrisch knipperen, 4 Hz) of een lege batterij „LowBatt“ (snel symmetrisch knipperen, 10 Hz). Aansluitdradenset De achtaderige aansluitbedrading dient voor aansluiting van potentiaalvrije schakelaars of pulsdrukkers. Niet benodigde draden dienen geïsoleerd te worden en mogen niet met spanningvoerende delen in contact komen, omdat het toestel anders kan beschadigen. De steker van de achtaderige gekleurde draadset en van de witte antenne wordt op de multifunctionele zender ingeplugd. Kleurcodering van de draden: geel (YE) en geel/zwart: Ingang E1 groen (GN) en groen/zwart: Ingang E2 grijs (GY) en grijs/zwart: Ingang E3 rose (PK) en rose/zwart: Ingang E4 wit (WH): antenne De zwart gemarkeerde draden vormen een gezamenlijk referentiepotentiaal. Antenne Om een maximaal zendvermogen te verkrijgen, trekt U de antenne volledig uit, deze blijft dus niet opgerold. Houd voldoende afstand tot grote metalen oppervlakten (b.v. metalen deurposten). De witte antenne niet inkorten, afstrippen of verlengen. Bedrijfsstanden Er zijn 8 instelbare bedrijfsstanden mogelijk. Deze worden verdeeld in: Bedrijfsstand 1 – 2: Aansluiting van pulsdrukkers Bedrijfsstand 3 – 4: Aansluiting van schakelaars Bedrijfsstand 5 – 8: Lichtscène-bedrijf met pulsdrukkers Bij de microschakelaar correspondeert 1 met de microschakelaar-stand ON en 0 met de microschakelaar-stand OFF. De afbeelding toont als voorbeeld de microschakelaar-stand 00110 voor de bedrijfsstand 4. Bediening Bij aansluiting van impulsdrukkers wordt onderscheid gemaakt tussen 1-vlaks en 2-vlaks bediening: 1-vlaks bediening met impulsdrukkers: Aansluiting van impulsdrukker op een kabelpaar van de multifunctionele zender. Het bedienvlak van de toets wordt voor in- en uitschakelen resp. lichter en donkerder dimmen gebruikt . 2-vlaks bediening met impulsdrukkers: Aansluiting van b.v. een serieimpulsdrukker op twee kabelparen van de multifunctionele zender. Eén bedienvlak dient voor inschakelen, lichter dimmen c.q. jaloezie op, het andere bedienvlak voor uitschakelen, donkerder dimmen of jaloezie neer .
1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
8)
Bedieningstijden Bij aansluiting van impulsdrukkers wordt onderscheid gemaakt tussen langere (> 1 sec.) en kortere bediening (< 1 sec.). Dienovereenkomstig zijn verschillende reacties op de radiografische ontvangers mogelijk:
Aanwijzingen Jaloeziebedrijf is alleen bij 2-vlaks bediening (bedrijfsstand 2) en in de lichtscène-modus (bedrijsstanden 5 – 8) mogelijk. De maximale zendduur bedraagt 12 sec., ook wanneer daarna nog een aangesloten pulsdrukker wordt ingedrukt.
kort
lang
Schakelactor
in-/uitschakelen
in-/uitschakelen
Dimactor
in-/uitschakelen
op-/neer (dimmen)
Jaloezieactor
lamellenverstelling
op-/neer (doorloop)
Bedrijfsstandselecitie 1) 1-vlaks-bediening met impulsdrukkers 1-vlaks-schakelen resp. dimmen met max. 4 pulsdrukkers (E1 – E4). Bediening leidt tot omschakelen (flip-flop-functie) van het telegramtype (aan/uit, lichter/donkerder) op de multifunctionele zender. Flip-flop-bediening geschiedt in de zender, daarom dient na bediening ter plekke of bediening van de ontvanger door een andere zender, de multifunctionele zender eventueel twee keer bediend worden, om de gewenste reactie te verkrijgen. 2) 2-vlaks-bediening met impulsdrukkers 2-vlaks-schakelen, dimmen resp. jaloeziebesturing met pulsdrukkers. De ingangen E1/E2 en E3/E4 vormen telkens één kanaal. 3) Aansluiting van schakelaars (maakcontacten) De ingangen E1-E4 vormen elk een schakelkanaal ter aansturing van draadloze ontvangers met behulp van schakelaars (maakcontacten). Het schakelcontact van de ontvanger gedraagt zich identiek aan de op de multifunctionele zender aangesloten schakelaar. 4) Aansluiting van schakelaars (verbreekcontacten) De ingangen E1-E4 vormen elk een schakelkanaal ter aansturing van draadloze ontvangers met behulp van schakelaars (verbreekcontacten). Het schakelcontact van de ontvanger gedraagt zich tegengesteld aan de op de multifunctionele zender aangesloten schakelaar. 5) Alles-Aan, Alles-Uit, lichtscènes 1 en 2 E1: Alle ingeleerde ontvangers worden ingeschakeld (Alles-Aan functie). E2: Alle ingeleerde ontvangers worden uitgeschakeld (Alles-Uit functie). E3: Lichtscène 1 oproepen resp. opslaan E4: Lichtscène 1 oproepen resp. opslaan 6) Alles-Uit, lichtscène 1 – 3 E1: Alle ingeleerde ontvangers worden uitgeschakeld (Alles-Uit functie). E2: Lichtscène 1 oproepen resp. opslaan E3: Lichtscène 2 oproepen resp. opslaan E4: Lichtscène 3 oproepen resp. opslaan 7) Alles-Uit, lichtscène 3 – 5 E1: Alle ingeleerde ontvangers worden uitgeschakeld (Alles-Uit functie). E2: Lichtscène 3 oproepen resp. opslaan E3: Lichtscène 4 oproepen resp. opslaan E4: Lichtscène 5 oproepen resp. opslaan 8) Lichtscène 1 – 4 E1-E4: Lichtscène 1 – 4 oproepen resp. opslaan. Alle hier niet beschreven microschakelaarstanden hebben geen functie. Technische gegevens Voedingsspanning 3 VDC Batterij 1 x lithiumcel CR 2032 Lengte aansluitdraden ca. 290 mm Zendfrequentie 433,42 MHz Zendbereik max. 100 m (open veld) Codering > 1 miljard mogelijkheden Beschermingsgraad IP 20 Temperatuurgebied ca. –20 °C tot +55 °C Rel. luchtvochtigheid max. 65 % (zonder condens) Afmetingen (lxbxh) 45 x 40 x 10 mm
A6
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 7
Schakelschema's
Schakelschema's Radiografische universeelzender 2-kanaals Art.nr.: FUS 22 UP
Radiografische stelventielaandrijving Art.nr.: HLK-FMS
De radiografische stelventielaandrijving regelt de stand van de radiatorkraan voor vloer-, radiator- of convectorverwarming. De batterijgevoede aandrijving wordt door de radiografische kamerthermostaat of de homecontroller gestuurd. Over de beide druktoetsen 4 en 5 kan de instelwaarde van de temperatuur licht worden gecorrigeerd. Opvragen van de ventielinstelling Dit geeft de actuele positie van de motoraandrijving aan. Dit kan bijv. behulpzaam zijn, als het in de ruimte te warm of te koud is en de instelwaarde via de potentiometer bijgeregeld dient te worden. Correctie van de instelwaarde Is de bereikte kamertemperatuur afwijkend van die van de door de kamerthermostaat gevraagde temperatuur dan kan men aan het stelventiel bijregelen. Dit kan bijv. nodig zijn als het stelventiel door een gordijn o.i.d. afgedekt wordt. De onderste deksel met bijgeleverde speciaalsleutel openen. Op de potentiometer de instelwaarde in de juiste richting bijstellen. De deksel weer sluiten. Wijzigen van de sluitmethode Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat de fabrieksmatig ingestelde sluitkracht niet voldoende is om het stelventiel volledig te sluiten. In zo’n geval kan de methode gewijzigd worden. Er zijn twee methodes van sluiten: Weg-gestuurd Het sluitpunt wordt middels een testronde vastgesteld en 0,4 mm doorgezet (fabrieksafstelling). Kracht-gestuurd De motoraandrijving sluit het stelventiel totdat de stroombegrenzing afschakelt. Diagnosefunctie Met de diagnosefunctie kan vastgesteld worden hoe vaak de stelventielaandrijving het radiografisch signaal binnen een gedefinieerd tijdvak van de toegewezen zender ontvangen heeft. Temperatuuraanpassing Voor aanpassing van de lokale temperatuur kan men de instelling op het ventiel met ca 2 K verstellen.
Technische gegevens Nominale spanning 3V Batterijen 2 x 1,5 V LR06 (AA), 2600 mAh (niet bij levering inbegrepen) Verbruik ca. twee stookseizoenen Uitslag ventiel 7,5 mm Vastzit-bescherming 1 openen-sluiten/week Mediumtemperatuur max. 100°C Afmetingen (bxhxd) 51 x 80 x 60 mm Adapterring M30 x 1,5 Voor montage van Roth, KaMo, MNG, Heimeier en Gampper ventielen.
Bedien- en controlefuncties temperatuursensor voor meting van de actuele waarde 3 rode LEDs, statusindicatie, bijv. ingestelde waarde, ventielstand 2 blauwe LEDs, statusindicatie, bijv. ingestelde waarde, ventielstand
blauwe drukknop, temperatuur verlagen rode drukknop, temperatuur verhogen afsluitbaar klapdeksel (batterijvak en instelpotentiometer)
Functie De radiografische universeelzender dient voor het uitbreiden op een bestaande installatie voor het draadloos overdragen van schakelopdrachten. Het radiografische telegram wordt door alle radiografische ontvangers van het Funkmanagement systeem begrepen en uitgelezen. Op het apparaat bevinden zich een drukknop en een LED voor keuze c.q. indicatie van de bedrijfsmodus.
C Bedrijfsmodi De radiografische universeelzender heeft 4 bedrijfsstanden, die middels een drukknop omgeschakeld of uitgelezen kunnen worden. De indicatie gebeurt via een LED.
Montage De radiografische universeelzender wordt in een inbouwdoos gemonteerd, achter een conventionele schakelaar. Aanbevolen diepte doos is 60 mm; of in een tweede doos met een blindafdekking.
Antenne Om een maximaal zendvermogen te krijgen, trekt u de antenne volledig uit, deze blijft dus niet opgerold. Houd voldoende afstand tot grote metalen oppervlakten (bijv. metalen deurposten). De antenne niet inkorten, afstrippen of verlengen). Installatie en instellingen De radiografische universeelzender zendt afhankelijk van de gekozen instellingen een radiografisch telegram, bijv. “kanaal 1 = inschakelen” De aansluitdraden als volgt aansluiten: E1: ingang 1 ( grijs) E2: ingang 2 ( bruin) N: nulleider (blauw) L: faseleider (zwart)
B A A. 2 kanaals dimmen, omschakelen (E1 en E2). 1 x kort oplichten per seconde, voor de duur van 5 seconden. B. 2 kanaals schakelen (E1 en E2) 2 x kort oplichten per seconde voor de duur van 5 seconden C. 1 kanaals dimmen (E1/E2) 3 x kort oplichten per seconde voor de duur van 5 seconden. D. 1 kanaals jaloeziesturing (E1/E2) 4 x kort oplichten per seconde voor de duur van 5 seconden. Bedrijfsstand A: 2 kanaals dimmen, omschakelen (E1 en E2) Voor onafhankelijk sturen van twee radiografische dimactoren Aansluiten met een conventionele pulsgever (sluiten) Een bekrachtiging van de pulsgever leidt tot omschakelen van het telegramtype in de zender: Korte bekrachtiging (< 1 sec.): aan/uitschakelen Langere bekrachtiging (> 1 sec.): op/neer dimmen
D A7
Opvragen actuele bedrijfsstand Om de actuele bedrijfsstand op te vragen wordt drukknop kort (0,5 sec.) bekrachtigd. De actuele bedrijfsstand wordt door de LED aangegeven.
B Omschakelen van bedrijfsstand Drukknop voor minimaal 1 sec bekrachtigen. Met de lengte van tijd wisselt de universeelzender tussen de bedrijfsstanden A, B, C en D. De indicatie afwachten alvorens de drukknop opnieuw te bedienen. Bedrijfsstand B: 2 kanaals schakelen (E1 en E2) Voor onafhankelijk sturen van 2 radiografische schakelactoren. Aansluiten met een conventionele schakelaar (sluiten) De universeelzender zendt bij sluiten een inschakelcommando en bij openen een uitschakelcommando. Aansluiten met een conventionele pulsgever (sluiten) In dit geval wordt “belbedrijf” ingeschakeld. Bij het sluiten wordt een inschakelcommando en bij openen een uitschakelcommando verzonden. Bedrijfsstand C: 1 kanaals dimmen (E1/E2) Voor het dimmen met een radiografische dimactor. Aansluiten met een conventionele impulsdrukker (T). Dimmen Aansluiten van een conventionele pulsgever (sluiten): Bekrachtiging: T1 < 1 sec.: inschakelen T1 ≥ 1 sec.: op dimmen T2 < 1 sec.: uitschakelen T2 ≥ 1 sec.: neer dimmen Opmerking Een langere bekrachtiging (≥ 1 sec. ) van T2 bij uitgeschakelde last schakelt bij de daarvoor geschikte dimmers deze op minimale verlichting in (nachtverlichting)
Bedrijfsstand D 1 kanaals jaloeziesturing (E1/E2) Voor het aansturen van een radiografische jaloezieactor. Jaloeziesturing Aansluiten van een conventionele jaloezieschakelaar of een motorstuureenheid: De universeelzender zendt een jaloezietelegram (kort/langdurend) uit voor 1 kanaal De radiografische universeel zender zendt bij het sluiten van J1 een telegram uit. Bij het openen stopt de jaloezie. Opmerking: De universeelzender niet parallel aan een jaloeziemotor aansluiten “Inleren” radiografische ontvanger Voordat een radiografische ontvanger een radiografisch telegram van de radiografische universeelzender begrijpt, moet de ontvanger het telegram inleren. Het aantal ontvangers, welke door 1 kanaal van de universeelzender kan worden ingeleerd, is onbegrensd. Het inleren wijst alleen in de ontvanger een telegram toe. De afstand tussen de inlerende zender en de ontvangende actor mag tijdens het inleren de 5 m niet overschrijden. Werkwijze 1. De radiografische ontvanger in de “inleer” modus plaatsen. 2a. Voor het inleren van bedrijfsstand A, C of D de aangesloten pulsgever cq. schakelaar voor in 1 sec. bekrachtigen. 2b. Inleren in bedrijfsstand B De schakeltelegrammen van bedrijfsstand B zijn niet geschikt voor inleren. De universeelzender moet in bedrijfsstand A gezet worden, ingeleerd (min 1 sec via pulsgever of schakelaar) en daarna weer omgeschakeld naar bedrijfsstand B. 3. De radiografische ontvanger in de “normaal” modus zetten. Verwijderen van kanalen Het opnieuw inleren van een kanaal van een universeel zender heeft verwijderen van een eerdere toekenning in de radiografische ontvanger tot gevolg. Technische gegevens Nominale spanning Zendfrequentie Zenderbereik Omgevingstemperatuur Afmetingen (Ø x H) Beschermingsgraad
AC 230 V ~ 433,42 MHz ca. 100 m vrije veld –20 °C tot +55 °C 52 mm x 23 mm IP 20
A8
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 9
Vervolg
Schakelschema's
Radiografische actor Art.nr.: FA 10 EB
Radiografische stuureenheid EB 1 – 10 V Art.nr.: FST 1240 EB
Art.nr.: FA 10 EBT
Art.nr.: FA 10 EB Functie De radiografische actor schakelt elektrische belastingen (230 V / 10 A), zodra hij een overeenkomstig ("ingeleerd") radiografische telegram ontvangt. De radiografische actor kan tot maximaal 30 radiografische zenders "inleren". Bij ontvangst van een radiografisch telegram van een radiografische observer schakelt hij ca. 1 minuut in. De radiografische actor is tevens via een neventoestel signaal (230 V) bedienbaar. Lichtscènes Met de radiografische hand- of wandzender is een geïntegreerde lichtscènebedrijf (alleen schakelen) mogelijk bv. verlichting ingeschakeld. De gewenste lichtscènetaster van de radiografische hand- of wandzender moet in de radiografische actor worden "ingeleerd". Er kunnen tot maximaal 5 lichtscènes worden opgeslagen. Alles uit Bij de bediening van de "alles uit" taster van een "ingeleerde" radiografische hand- of wandzender schakelt de belasting uit. Alles aan Bij de bediening van de "alles aan" taster van een "ingeleerde" radiografische hand- of wandzender schakelt de belasting in. Neventoestel signaal Het neventoestel signaal (230 V) wordt door een impulsdrukker T (maak-contact) met de klem 1 van de radiografische actor verbonden. De radiografische actor schakelt in en uit als wisselbedrijf. Opmerking: De afstand naar de elektrische belastingen (bv. elektronische trafo) moet minstens 0,5 meter bedragen. Antenne De ontvangstmogelijkheid kan door het uithalen van de, in het apparaat opgerolde, antenne verbeterd worden.
Technische gegevens Spanning Schakelcontact Schakelvermogen gloeilampen 230 V halogeenlampen Temperatuurbereik Ontvangstfrequentie Afmetingen (BxHxD)
Functie
2300 W 2300 W – 20 °C tot +55 °C 433,42 MHz 175 x 42 x 18 mm
Lichtscène Met de radiografische hand- of wandzender is lichtscènebedrijf mogelijk. De gewenste lichtscènetoets van de hand of wandzender moet worden ingeleerd in de stuureenheid. Er kunnen tot 5 lichtscènes worden vastgelegd. Tot de omvang van de lichtscène behoort: • De ingestelde dimwaarde van een lichtbron (bijv. 70 % van de maximale waarde)
"Inleren" van een radiografische zender Om een radiografische acktor met een radiografische afstandsbediening te kunnen bedienen, moet deze afstandsbediening in de radiografische actor "ingeleerd" worden. De afstand tussen radiografische actor en de "inlerende" radiografische zender mag de 5 meter niet overschrijden! Activeren op het apparaat 1. De schakelaar Prog in de stand ON draaien. De rode LED knippert. 2. De gewenste radiografische zender moet een radiografische bericht uitzenden. "Inleren" van een radiografische kanaal: Druk de gewenste kanaaltaster minstens 1 sec. in. "Inleren" van een lichtscène: Druk de gewenste lichtscènetaster minimaal 3 sec. in. "Inleren" van "alles uit" / "alles aan: Druk de gewenste "alles uit" resp. "alles aan" minimaal 10 sec. in. "Inleren" van een radiografische observer: Een beweging in het detectiegebied van de radiografische observer veroorzaken. 3. Als controle, dat een radiografisch bericht is ontvangen, brandt de rode LED Prog. De belasting (relais) is ingeschakeld. De radiografische zender is "ingeleerd". 4. De schakelaar Prog in de stand OFF draaien. De rode LED dooft. De belasting (relais) wordt uitgeschakeld. Opmerking Bij het "inleren" van een kanaal wordt automatisch "alles aan/uit" "meegeleerd". Inleren via het neventoestel T 1. Impulsdrukker T ongeveer 10 sec. indrukken. De belasting (relais) wordt kort (ca. 1 sec.) in- en uitgeschakeld. 2. De gewenste radiografische zender moet binnen 1 min. een radiografische telegram sturen door... zie "activeren op het apparaat". 3. Als controle dat een radiografisch bericht is ontvangen, brandt de rode LED Prog. De belasting (relais) is ingeschakeld. De radiografische zender is "ingeleerd".
Technische gegevens Nominale spanning
Met de radiografische stuureenheid 1 – 10 V kan men een lichtbron op afstand bedienen. Deze lichtbron kan worden geschakeld (kortstondig bedienen) of worden gedimd (langdurig bedienen). De stuureenheid kan tot 30 zenders inleren. Bij ontvangst van een signaal van een radiografische observer schakelt de stuureenheid voor ca. 1 minuut in.
230 V AC Relais (230 V)
Alles uit Het indrukken van de "alles uit" toets van de hand- of wandzender leidt tot het uitschakelen van de lichtbron. Alles aan Het indrukken van de "alles aan" toets leidt tot het aanschakelen van de lichtbron. Installatie De afstand tussen de dimmer en de belasting, bijv. Tronic trafo, EVSA, TV stuureenheid, moet ten minste 0,5 m zijn. Het aansluiten dient volgens de geldende richtlijnen te geschieden. De EVSA voor het installeren testen. Bij aansluiten van meerdere trafo's of EVSA's, moeten deze allemaal hetzelfde zijn, zoals ook de lichtbronnen. Alleen EVSA's of trafo's verwerken die galvanisch gescheiden zijn. De leermodus kan op ieder gewenst tijdstip afgebroken worden door een signaal op het neventoestel (T). Opmerking Als alle 30 geheugenplaatsen gebruikt zijn, moet een reeds "ingeleerde" radiografische zender verwijderd worden. Verwijderen van een radiografische zender Het verwijderen van een "ingeleerde" radiografische zender gebeurd door het opnieuw "inleren" van deze radiografische zender. Alle kanalen- en lichtscènecommando's moeten apart verwijderd worden. Een successvolle verwijdering wordt door het doven van de rode LED Prog en het uitschakelen van de belasting (relais) aangegeven.
FA 10 EBT De radiografische pulsactor sluit zijn relaiscontact zolang het daartoe radiografische telegrammen ontvangt. Deze telegrammen worden bijv. door een handzender verzonden (alleen linker toets /\). De zendduur is afhankelijk van de toegepaste zender. Wordt geen signaal meer ontvangen dan opent het contact zich weer. De pulsactor kan tot 14 kanalen inleren. Let op: de volgende functionaliteiten worden door de pulsgever niet herkend: alles aan, alles uit, lichtscènes en lichtregeling. Bij directe bediening op de programmeertoets, ontvangst van een radiografische observer telegram en bij de EB uitvoering bij neventoestelbediening reageert het apparaat als een schakelactor.
Let op: Er zijn EVSA's die op maximaal vermogen inschakelen en pas daarna op de aangelegde stuurspanning reageren. De stuurstroomleiding conform de voorschriften aanleggen (250 V).
Stuurspanning Stuurstroom Galvanische scheiding Schakelcontact Belasting
AC 230 V ~ 50/60 Hz 1 – 10 V max. 15 mA 2 KV μ-relaiscontact Ohms max. 1800 W EVSA typeafhankelijk 10 A
Voorbeveiliging Max. aantal in te leren zenders 30 Afmetingen 187 x 28 x 28 mm Omgevingstemperatuur 0 – +55 °C Inleren van een radiografische zender Om de radiografische stuureenheid met een radiografische zender te kunnen bedienen, moet deze ingeleerd worden. De afstand tussen de radiografische stuureenheid en de in te leren radiografische zender mag de 5 m niet overschrijden ! Werkwijze 1. De aangesloten belasting uitschakelen. 2. De knop ON / OFF voor tenminste 3 sec. indrukken. De inleerbereidheid (duur ca. 1 minuut) wordt door het knipperende rode LED Prog gesignaleerd. Gedurende deze tijd kan één radiografisch kanaal ingeleerd worden. 3. De gewenste radiografische zender moet een radiografisch bericht versturen. Leren van een radiografisch kanaal Druk de gewenste kanaalknop in voor tenminste 1 seconden. Leren van lichtscène knop: Druk de gewenste lichtscène knop in voor tenminste 3 seconden. Leren van de "Alles aan" – "Alles uit" knop: Duk de "Alles aan" – "Alles uit" knop in voor tenminste 10 seconden. Leren van een radiografische observer: Maak een beweging in het bereik van de radiografische observer. 4. Ter controle dat een radiografisch signaal ontvangen wordt brandt het rode LED Prog ononderbroken. Het inleerproces kan te allen tijde door het indrukken van de knop ON/OFF afgebroken worden. Het radiografisch kanaal is ingeleerd ! Voorschrift • Tijdens het leren van een radiografisch kanaal wordt automatisch "Alles aan" / "Alles uit" ingeleerd. • Als alle 30 geheugenplaatsen bezet zijn, moet een reeds ingeleerde radiografische zender verwijderd worden.
Bediening De radiografische 1 – 10 V stuureenheid kan manueel of door het ontvangen van een ingeleerd radiografisch telegram van hand-wandzender bediend worden. Door de knop Prog voor hoogstens 1 sec. in te drukken wordt de radiografische stuureenheid aan-, dan wel uitgeschakeld (wisselend). Geheugen functie Als de actuele dimwaarde als geheugenwaarde in de radiografische stuureenheid vastgelegd moet worden, moet in ingeschakelde toestand de knop Prog voor minstens 3 seconden ingedrukt worden. Ter bevestiging volgt er een "Softstart", d.w.z. de verlichting wordt tot aan de vastgelegde geheugenwaarde omhoog gedimd. Bij de volgende keer inschakelen wordt deze vastgelegde waarde opgeroepen. Bij levering is de vastgelegde geheugenwaarde de maximale lichtsterkte. Met radiografische zender Het aanschakelen dan wel dimmen gebeurt ook via het ontvangen van een ingeleerd radiografische telegram van een radiografische handzender, of -wandzender. Als een geleerd radiografisch telegram van een radiografische observer ontvangen wordt, schakelt de radiografische stuureenheid voor ca. 1 minuut aan. Lichtscène In een Lichtscène kan de lichtsterkte van verlichting worden vastgelegd. Deze lichtscène is door opnieuw vastleggen steeds weer te veranderen. Voor het vastleggen en het oproepen van een lichtscène moet een lichtscène knop van een radiografische zender ingeleerd worden. Vastleggen van een lichtscène 1. Lichtsterkte van de verlichting instellen. 2. Gewenste lichtscène knop van de radiografische zender tenminste 3 seconden indrukken.
Verwijderen van een radiografische zender Het verwijderen van een ingeleerde radiografische zender wordt door het opnieuw inleren van die radiografische zender bewerkstelligd. Alle kanalen en lichtscène knoppen moeten afzonderlijk verwijderd worden. Een succesvol verwijderproces wordt getoond door het sneller knipperen van het rode LED Prog.
A9
A 10
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 11
Schakelschema's
Schakelschema's
Radiografische universeeldimmer EB (Opbouw) Art.nr.: FUD 1253 EB
Functie De radiografische universeeldimmer maakt radiografische afstandbediening en handmatige aansturing van verlichting mogelijk. Deze verlichting kan geschakeld (kort bedienen) of gedimd (lang bedienen) worden. De radiografische universeeldimmer kan in combinatie met een radiografische afdekking tot 30 radiografische zenders "inleren". Bij het ontvangen van een signaal van een radiografische observer schakelt de universeeldimmer in gedurende ca. 1 minuut. De radiografische universeeldimmer is via een neventoestel te bedienen. Lichtscène Met de radiografische hand- of wandzender zijn lichtscènes mogelijk. De gewenste lichtscène-knop van de radiografische hand- of wandzender moet in de radiografische universeeldimmer ingeleerd worden. Er kunnen tot en met 5 lichtscènes vastgelegd worden. Bij een lichtscène hoort: • De dimwaarde van verlichting (bijv. 70 % van de maximale lichtsterkte) "Alles uit" Bediening van de 'alles uit'-knop van een ingeleerde radiografische hand- of wandzender leidt tot het uitschakelen van de belasting. "Alles aan" Bediening van de 'alles aan'-knop van een ingeleerde radiografische handzender leidt tot het aanschakelen van de belasting. Met de universeeldimmer en een ingeleerde radiografische aanwezigheidsmelder kan een continue lichtregeling worden gerealiseerd. Installatie De afstand tot elektrische belastingen (bijv. Tronic trafo, EVSA) moet tenminste 0,5 m. bedragen. De technische aansluitvoorschriften van het stroomleverend bedrijf opvolgen. Schakelpulsen van het stroomleverend bedrijf kunnen zich bij lage diminstellingen door kort knipperen kenbaar maken. Neventoestel Met een neventoestel (art.nr. 1220 NE) – 2 vlaks – bediening kan de radiografische universeeldimmer bediend worden. Eén of meerdere neventoestellen (NS) met Klem 1 van de radiografische universeeldimmer verbinden. Vanaf versie R2.1 ook met mechanische impulsdrukker. Inleren van een radiografische zender Om de radiografische universeeldimmer met een radiografische zender te kunnen bedienen, moet de radiografische universeeldimmer ingeleerd worden. De afstand tussen de radiografische universeeldimmer en de in te leren radiografische zender mag de 5 m. niet overschrijden! Werkwijze 1. De aangesloten belasting uitschakelen. 2. De knop ON / OFF voor tenminste 3 sec. indrukken. De inleerbereidheid (duur ca. 1 minuut) wordt door het knipperende rode LED Prog gesignaleerd. Gedurende deze tijd kan één radiografisch kanaal ingeleerd worden. 3. De gewenste radiografische zender moet een radiografisch bericht versturen. Leren van een radiografisch kanaal: Druk de gewenste kanaalknop in voor tenminste 1 seconden. Leren van lichtscène knop: Druk de gewenste lichtscène knop in voor tenminste 3 seconden.
A 11
Leren van de 'Alles aan' – 'Alles uit' knop: Druk de 'Alles aan' c.q. 'Alles uit' knop in voor tenminste 10 seconden. Leren van een radiografische observer: Maak een beweging in het bereik van de radiografische observer. 4. Ter controle dat een radiografisch signaal ontvangen wordt brandt het rode LED Prog ononderbroken. Het inleerproces kan te allen tijde door het indrukken van de knop ON/OFF afgebroken worden. 5. De inleermodus wordt automatisch beëindigd na 1 minuut of door het kort indrukken van de knop ON/OFF (de belasting schakelt in). De universeeldimmer bevindt zich nu in de normale bedrijfsstand. Het radiografisch kanaal is ingeleerd! Voorschrift • Tijdens het leren van een radiografisch kanaal wordt automatisch 'Alles aan' / 'Alles uit' ingeleerd. • Als alle 30 geheugenplaatsen bezet zijn, moet een reeds ingeleerde radiografische zender verwijderd worden. Verwijderen van een radiografische zender Het verwijderen van een ingeleerde radiografische zender wordt door het opnieuw inleren van die radiografische zender bewerkstelligd. Alle kanalen en lichtscène knoppen moeten afzonderlijk verwijderd worden. Een succesvol verwijderproces wordt getoond door het sneller knipperen van de rode LED Prog. Vermogenuitbreider Indien de capaciteit van de dimmer ontoereikend is kunnen tot 10 vermogenuitbreiders aangesloten worden. In combinatie Tronic trafo's (capacitieve belastingen), Tronic vermogenuitbreiders (opbouw of Dinrail montage) gebruiken. In combinatie met conventionele trafo's (inductieve belastingen) vermogenuitbreiders voor 12 V-halogeen (opbouw of voor Dinrail montage) gebruiken. Automatische herkenning van de belasting. Na de eerste installatie en na netuitval herkent de universeeldimmer de belasting automatisch. Capacitieve belastingen (bijv. Tronic trafo's) en inductieve belastingen (bijv. conventionele trafo's) niet gezamenlijk aan een universeeldimmer aansluiten. Het herkenningsproces maakt zich bij ohmse belastingen (gloeilampen, 230 V. halogeenlampen) door kort knipperen kenbaar. Het herkenningsproces duurt, naar gelang netsamenstelling, tussen 1 en 10 seconden. Gedurende deze tijd is geen bediening mogelijk. Bij kortsluiting gedurende het herkenningsproces moet de belasting na opheffing van de kortsluiting opnieuw herkend worden. Een netuitval van meer dan 0,7 seconden leidt tot het uitschakelen van de dimmer. Kortsluitbeveiliging Werking bij faseafsnijding (capacitieve – en ohmse belasting) Afschakeling met automatisch herinschakelen na opheffing van de kortsluiting binnen 0,7 seconden. Daarna blijvende afschakeling totdat de universeeldimmer handmatig weer ingeschakeld wordt. Werking bij faseaansnijding (inductieve belasting) Afschakeling met automatisch heropstarten na opheffing van de kortsluiting binnen 100 ms. Daarna blijvende afschakeling totdat de universeeldimmer handmatig weer wordt ingeschakeld.
Beveiliging tegen te hoge temperatuur Afschakeling volgt bij een te hoge omgevingstemperatuur. Na afkoeling moet het apparaat opnieuw ingeschakeld worden. Bediening De universeeldimmer kan met een 2-draads neventoestel (art.-nr. 1220 NE), met een mechanische impulsdrukker met maakcontact (vanaf versie R2.1) of door het ontvangen van een telegram van hand- of wandzender bediend worden. Verlichte mechanische impulsdrukkers dienen te beschikken over een separate Naansluiting. Een of meerdere neventoestellen kunnen op aansluiting 1 van de universeeldimmer worden aangesloten. Door de knop Prog voor hoogstens 1 sec. in te drukken wordt de radiografische universeeldimmer aan-, dan wel uitgeschakeld (wisselend).
Radiografische universeeldimmer Art.nr.: FUD 1521 UP
Geheugenfunctie Als de actuele dimwaarde als geheugenwaarde in de radiografische universeeldimmer vastgelegd moet worden, moet in ingeschakelde toestand de knop prog voor minstens 4 seconden ingedrukt worden. Ter bevestiging volgt er een "Softstart", d.w.z. de verlichting wordt tot aan de vastgelegde geheugen-waarde omhoog gedimd. Bij de volgende keer inschakelen wordt deze vastgelegde waarde opgeroepen. Bij levering is de vastgelegde geheugenwaarde de maximale lichtsterkte. Met neventoestel signaal Met een neventoestel kan de radiografische universeeldimmer aan- en uitgeschakeld, c.q. gedimd worden. • Kort indrukken (max. 0,4 seconden) De verlichting wordt geschakeld. bij inschakeling: op geheugenstand. • Lang indrukken (minstens 0,4 seconden) Bediening boven, dimmen naar maximale lichtsterkte. Bediening onder, dimmen naar minimale lichtsterkte. Met radiografische zender Het aanschakelen dan wel dimmen gebeurt ook via het ontvangen van een ingeleerd radiografisch telegram van een radiografische hand- of wandzender. Als een geleerd radiografische telegram van een radiografische observer ontvangen wordt, schakelt de radiografische universeeldimmer voor ca. 1 minuut aan. Lichtscène In een Lichtscène kan de lichtsterkte van verlichting worden vastgelegd. Deze lichtscène is door opnieuw vastleggen steeds weer te veranderen. Voor het vastleggen en het oproepen van een lichtscène moet een lichtscène knop van een radiografische zender ingeleerd worden. Vastleggen van een lichtscène 1. Lichtsterkte van de verlichting instellen. 2. Gewenste lichtscène knop van de radiografische zender tenminste 3 seconden indrukken. Technische gegevens Spanningsvoorziening AC 230 V. ~, 50 Hz (Nuldraad niet nodig) Aan te sluiten vermogen 50 – 315 VA 230 V. gloeilampen (ohmse belasting, faseafsnijd) 230 V. Halogeenlampen (ohmse belasting, faseafsnijd) Tronic trafo's (capacitieve belasting, faseafsnijd Conventionele trafo's (inductieve belasting, faseaansnijd) Gecombineerde belastingen van de gespecificeerde belastingsoorten NB: Geen capacitieve met inductieve belasting Bij gecombineerde belastingen met conventionele trafo's een 50 % aandeel van ohmse belastingen (gloeilampen, halogeen 230 V.) niet overschrijden. Aan te sluiten vermogensuitbreiders max. 10 Aantal neventoestellen onbegrensd Ontstoring overeenkomstig EN 55015 Ontvangstfrequentie 433,42 MHz PTT toelating LPD-D Afmetingen (LxBxH) 187 x 28 x 28 mm Omgevingstemperatuur 0 tot 55 °C
Radiografische Universeeldimmer UP 50 – 210 W 1-kanaals Technische gegevens Netspanning: AC 230V ~, 50/60Hz Belasting: 230 V gloeilampen (ohmse last, fase-afsnijd) 230 V halogeen-lampen (ohmse last, fase-afsnijd) Tronic trafo’s (capacitieve last, fase-afsnijd) of conventionele trafo’s (inductieve last, fase-aansnijd) Gemengde lasten toegestaan (geen capacitieve en inductieve lasten samen). Bij een gemengde last met conven-tionele trafo’s mag het aandeel ohmse last de 50 % (gloeilampen, HV-halogeenlampen) niet overschrijden. Omgevingstemperatuur: ca. 0…45°C Ontvangstfrequentie: 433,42 MHz
• De Funk-Universeeldimmer UP kan maximaal 30 Funk zenders inleren • Kortsluitvast • Thermische beveiliging • Geheugenfunctie instelbaar • Lichtscenebedrijf • Constante lichtregeling mogelijk • Te combineren met Funk automatische schakelaar
Radiografische universeel-snoerdimmer Art.nr.: FUSD 1253 SW Oververhittingsbeveiliging De dimmer schakelt af bij oververhitting en moet, na afkoeling opnieuw ingeschakeld worden.
Functie Met de radiografische Universeel-snoerdimmer kan men zowel met de hand als op afstand een lichtbron sturen. Deze kan worden geschakeld (kortstondig bedienen) of worden gedimd (langdurig bedienen). De radiografische Universeelsnoerdimmer kan tot 30 zenders inleren. Lichtscéne Met de radiografische hand- of wandzender is lichtscènebedrijf mogelijk. De gewenste lichtscènetoets van de wand of handzender moet worden ingeleerd in de snoerdimmer. Er kunnen tot 5 lichtscènes worden vastgelegd. Tot de omvang van een lichtscène behoort: • de ingestelde dimwaarde van een lichtbron (bijv. 70 % van de maximale waarde) Alles uit Het indrukken van de "alles uit" toets van de hand- of wandzender leidt tot het uitschakelen van de lichtbron. Alles aan Het indrukken van de "alles aan" toets leidt tot het aanschakelen van de lichtbron. Installatie De afstand tussen de dimmer en de belasting, bijv. Tronic trafo, EVG, TV, moet ten minste 0,5 m zijn. Het aansluiten dient volgens de geldende richtlijnen te geschieden. Schakelimpulsen van het stroomleverend bedrijf kunnen voor korte flikkering van de dimmers zorgen. De radiografische universeeldimmer volgens het schema aansluiten. Het inleren van een radiografische Universeel-snoerdimmer Om een snoerdimmer met een hand- of wandzender te kunnen bedienen dient deze eerst te worden ingeleerd. Tijdens dit proces dient de afstand tussen de dimmer en de zender niet meer dan 5 m te bedragen.
Geheugenfunctie Als de gekozen dimwaarde in het geheugen dient te worden vastgelegd, moet, in ingeschakelde toestand, de "prog" drukknop voor minstens 3 seconden ingedrukt worden, als bevestiging volgt er een zgn. softstart, dat wil zeggen de lichtbron wordt op de gekozen lichtwaarde ingesteld. Bij herinschakelen wordt deze ingestelde waarde afgeroepen. Nieuwe dimmers zijn of fabriek op de maximale waarde ingesteld. Instructies 1. De aangesloten last van de snoerdimmer uitschakelen. 2. De aan/uit toets minstens drie seconden ingedrukt houden. Het inleermodus (duur ca. 1 minuut) wordt aangegeven voor een knipperend rode LED (prog). Gedurende deze tijd kan een radiografisch signaal worden ingeleerd. 3. De gewenste zender moet zijn signaal uitsturen. Inleren van een zenderkanaal: Indrukken van de bewuste kanaaltoets voor minimaal 1 seconde. Inleren van een lichtscène: Indrukken van de gekozen lichtscène toets voor minimaal 1 seconde. Inleren van de "alles uit/alles aan" toets: De gekozen toets voor minimaal 10 seconden indrukken. Inleren van een radiografisch observer: Een beweging maken in het detectieveld van de observer. 4. Ter controle dat een zendsignaal is opgevangen licht de LED permanent op. Het inleerproces kan op elk moment worden afgebroken door de aan/uit toets te bedienen. Het radiografische kanaal is ingeleerd! Aanwijzing • Bij het inleren van een kanaal wordt tevens automatisch de alles aan/alles uit functie mee ingeleerd. • Als alle 30 geheugenplaatsen gebruikt zijn en men wil een nieuwe inleren dient een oude te worden gewist.
Wissen van een radiografische zender Door het opnieuw inleren van een kanaal wordt deze gewist. Alle kanalen dienen individueel te worden gewist. Een succesvol verloop van het wissen wordt kenbaar gemaakt door zeer snel knipperen van de LED. Automatische lastherkenning Na de eerste inschakeling en na netonderbreking analyseert de dimmer de last en schakelt automatisch in op de juiste dimmethode. Capacitieve en inductieve lasten niet gezamenlijk op de dimmer aansluiten. De analyseperiode wordt bij ohmse belasting gekenmerkt door het flikkeren van de verlichting. Deze periode duurt tussen de 1 en 10 seconden. Gedurende deze tijd is bediening niet mogelijk. Bij kortsluiting gedurende deze periode moet de last na herstel opnieuw geanalyseerd worden. Bij netuitval van langer dan 0,7 seconde wordt de dimmer uitgeschakeld. Kortsluitbeveiliging In fase-afsnijding (capacitieve of ohmse belasting) Afschakeling met automatische herinschakeling na opheffing van de kortsluiting binnen 7 seconden. Bij langere kortsluiting herinschakeling door netonderbreking van de dimmer. In fase-aansnijding (inductieve belasting) Afschakeling met automatische herinschakeling na opheffing van de kortsluiting binnen 100 ms. Bij langere kortsluiting herinschakeling door netonderbreking van de dimmer.
Lichtscènes In een lichtscène kan de dimwaarde worden vastgelegd. Lichtscènes kunnen door opnieuw vastleggen telkenmale veranderd worden. Voor het vastleggen cq afroepen van een lichtscène moet deze eerst ingeleerd worden. Vastleggen van een lichtscène 1. Lichtbron aan, dimwaarde instellen. 2. Gekozen lichtscène toets voor minstens 3 seconden ingedrukt houden. Technische gegevens Bedrijfsspanning 230 V ~, 50 Hz Belasting 50 – 315 VA Bij gemengde belasting met conventionele trafo's maximaal 50 % ohmse belasting toegestaan (gloeilampen en HV halogeenlampen) Maximaal aan te sluiten vermogenuitbreiders 10 EMV volgens EN 55015 Golflengte 433,42 MHz PTT Toelating LPD-D Afmetingen 126 x 60 x 28 mm
A 12
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 13
Schakelschema's
Schakelschema´s
Radiografische schakelactor ”Mini” Art.nr.: FA 10 UP
Radiografische schakelactor ”Mini” 2-kanaals Art.nr.: FA 26 UP
Art.nr.: FA 10 UPT
Art.nr.: FA 26 UPT
"Alles aan/alles uit" Druk de gewenste toets voor minstens 10 sec. in. Radiografische observer Een beweging maken in het detectieveld van de observer. 3. Ter controle dat er een signaal is ontvangen licht de rode LED "prog" permanent op. De inleerprocedure kan ten allen tijde worden afgebroken door op de ON/OFF knop te drukken. Het radiografische kanaal is ingeleerd
Functie De schakelactor schakelt een last (AC 230 V, 8 A) in zodra een daartoe geëigend radiografisch signaal is ontvangen. De schakelactor kan tot 14 zenders inleren. Na ontvangst van een signaal van de radiografische observer schakelt de actor voor 1 minuut in. Lichtscènes Met de radiografische hand- of wandzenders is lichtscènebedrijf mogelijk (alleen schakelen). De gewenste lichtscène moet ingeleerd worden. Er kunnen tot 5 lichtscènes worden opgeslagen. "Alles aan" Indien het "alles aan" commando op de handzender wordt gegeven schakelt de actor in. "Alles uit" Indien het "alles uit" commando op de handzender wordt gegeven schakelt de actor uit. Installatie Blauwe draad, BU: Bruine draad, BN: Zwarte draad, BK:
N, nulleider μ, potentiaalvrij schakelcontact L, AC 230 V ~
Inleren van een zender Om de actor met een zender te kunnen bedienen, moet deze in de actor worden ingeleerd. Tijdens het inleren mag de afstand tussen de actor en de zender niet meer dan 5 meter bedragen. Werkwijze 1. De drukknop ON/OFF voor min. 3 sec. indrukken. De inleerstand (duur ca. 1 min.) wordt door een knipperende LED aangeduid. Gedurende deze tijd kan een radiografisch kanaal worden ingeleerd. 2. Inleren De gewenste zender moet een signaal afgeven. Druk de gekozen kanaaltoets voor minstens 1 sec. in. Lichtscènes Druk de gewenste lichtscènetoets voor min. 3 sec. in.
A 13
Radiografische jaloezieactor Art.nr.: FAJ 6 UP
Verwijderen van een zendsignaal Een zendsignaal wordt verwijderd door deze opnieuw in te leren. Alle kanalen van een lichtscène moeten separaat worden verwijderd. Een succesvolle verwijdering wordt kenbaar gemaakt door het snel knipperen van LED "prog". Technische gegevens Nominale spanning AC 230 V~, 50/60 Hz Schakelcontact Relais, μ-contact, 8A Installatieautomaat 10 A Belasting Gloeilampen 1000 W HV-halogeen 1000 W LV-halogeen met 0750 VA Tronic trafo's (minstens 85 % belasten) Fluorescentielampen Niet gecompenseerd 0500 VA Parallelgecompenseerd 0400 VA (47 μF) Duo-schakeling 1000 VA Energiespaarlampen: Bij energiespaarlampen kunnen hoge aanloopstromen optreden. Lees fabrikanten informatie. Functie FA 10 UPT / FA 26 UPT De radiografische pulsactor sluit zijn relaiscontact zolang het daartoe radiografische telegrammen ontvangt. Deze telegrammen worden bijv. door een handzender verzonden (alleen linker toets /\). De zendduur is afhankelijk van de toegepaste zender. Wordt geen signaal meer ontvangen dan opent het contact zich weer. De pulsactor kan tot 14 kanalen (FA 26 UPT: 2 x 7) inleren. Let op: de volgende functionaliteiten worden door de pulsgever niet ondersteund: alles aan, alles uit, lichtscènes en lichtregeling. Bij directe bediening op de programmeertoets of ontvangst van een radiografische observer telegram reageert het apparaat als een schakelactor.
Functie De schakelactor kan twee van elkaar onafhankelijke lasten schakelen (AC 230 V, 6 A) zodra een daartoe geëigend radiografisch signaal is ontvangen. De 2-kanaals actor kan tot 2 x 7 zenders inleren. Na ontvangst van een signaal van de radiografische observer schakelt de actor voor 1 minuut in. Opmerking Wil men een nieuw kanaal inleren terwijl alle posities bezet zijn, dient eerst een bestaande toewijzing verwijderd te worden. Installatie De actor conform bovenstaand schema aansluiten. Opmerking • De afstand van de actor ten opzichte van elektronische apparaten zoals TV-Hifi en magnetron dient minimaal 0,5 m te bedragen. • De afstand tussen een mini-actor en een zender dient minimaal één meter te bedragen. Antenne Om maximale ontvangst te bereiken dient de antenne zo vrij mogelijk en maximaal te worden uitgestrekt. De antenne ook op afstand houden van grote metalen oppervlakten zoals kozijnen en dergelijke. De antenne niet verlengen of inkorten. Inleren Tijdens het inleren mag de afstand tussen de actor en de zender niet meer dan 5 meter bedragen.
Werkwijze 1. De drukknop ON/OFF voor min. 3 sec. indrukken , om in de kanaalkeuzestand te komen. Beide kanalen worden uitgeschakeld en de LED licht voor ca. 2 sec. op in rood en groen. De actor wacht in deze stand op een keuze voor een kanaal. Een korte druk op de ON/OFF toets geeft kanaal 1, de LED licht rood op; een langere druk is voor kanaal twee, de LED licht groen op bekrachtiging. Ca. 2 sec. na de kanaalkeuze begint de LED in de actieve kleur te knipperen. De leermodus voor dit kanaal is nu ca. 1 minuut actief. 2. Inleren De gewenste zender moet een signaal afgeven. Druk de gekozen kanaaltoets voor minstens 1 sec. in. Lichtscènes Druk de gewenste lichtscènetoets voor min. 3 sec. in. "Alles aan/alles uit" Druk de gewenste toets voor minstens 10 sec. in. Radiografische observer Een beweging maken in het detectieveld van de observer. 3. Ter controle dat er een signaal is ontvangen licht de rode LED "prog" permanent op. 4. De inleerprocedure kan ten allen tijde worden afgebroken door op de ON/OFF knop te drukken. Lichtscènes Met de radiografische hand- of wandzender is lichtscènebedrijf mogelijk (alleen schakelen). De gewenste lichtscène moet ingeleerd worden. Er kunnen tot 5 lichtscènes worden opgeslagen. "Alles aan" Indien het "alles aan" commando op de handzender wordt gegeven schakelt de actor in. "Alles uit" Indien het "alles uit" commando op de handzender wordt gegeven schakelt de actor uit. Verwijderen van een zendsignaal Een zendsignaal wordt verwijderd door deze opnieuw in te leren. Alle kanalen van een lichtscène moeten separaat worden verwijderd. Een succesvolle verwijdering wordt kenbaar gemaakt door het snel knipperen van LED "prog". Technische gegevens Nominale spanning AC 230 V ~, 50/60 Hz Schakelcontact Relais, μ-contact 6 A Installatieautomaat 10 A Belasting Gloeilampen 350 W HV-halogeen 300 W LV-halogeen met conv. trafo's 350 VA (minstens 85 % belasten) JUNG Tronic trafo 300 W Fluorescentielampen niet gecompenseerd 350 VA
Functie De radiografische jaloezieactor maakt bediening van een jaloezie- of rolluikmotor op afstand mogelijk. Afhankelijk van de bedieningswijze van een radiografische zender worden de lamellen versteld (kort indrukken van de toets, < 1 sec.) of wordt de jaloezie op of neer gestuurd (langer indrukken van de toets, > 1 sec.). De radiografische jaloezieactor kan maximaal 14 radiografische zenders inleren. De eindpositie van de jaloezie (geheel boven, geheel beneden) kan samen met verlichting in maximaal 5 lichtscènes worden geïntegreerd. De gewenste lichtscène-toets van de radiografische hand- of wandzender moet ook op de radiografische jaloezieactor worden ingeleerd. Aanwijzingen Om oversturing van de radiografische ontvanger (actor) te voorkomen moet de afstand tussen de radiografische jaloezieactor en een radiografische zender minimaal 1 m bedragen. Wanneer alle 14 geheugenplaatsen bezet zijn, dient u een reeds ingeleerde radiografische zender te wissen, om een nieuwe zender te kunnen inleren. Veiligheidsinstructies De afstand tot elektrische lasten (bijv. elektronische trafo’s, EVG’s en TV’s) moet minimaal 0,5 m bedragen. De radiografische jaloezieactor is uitsluitend voor het schakelen van jaloezie- en rolluikmotoren ontworpen. Geen andere lasten schakelen! Andere toepassingen kunnen gevaar met zich mee brengen (b.v. roldeurbesturing). Indien jaloeziemotoren parallel geschakeld moeten worden, beslist de gegevens van de motorfabrikant in acht nemen. De motoren kunnen anders defect raken. Eventueel gebruik maken van het scheidingsrelais type TR-S. Gebruik uitsluitend jaloezieën of rolluiken met mechanische of elektronische eindschakelaars voor de eindposities. Door de elektronische vergrendeling van het toestel wordt een minimum omschakeltijd bij richtingswijziging van ca. 1 seconde gerealiseerd. Raadpleeg de aanwijzingen van de motorfabrikant voor wat betreft de omschakeltijd en de max. inschakelduur. Antenne Om een optimale ontvangst te verkrijgen dient u de antenne volledig uitgetrokken, dus niet opgerold, te monteren. Houd voldoende afstand tot grote metalen oppervlakten (b.v. metalen deurkozijnen). De antenne niet inkorten, afstrippen of verlengen.
Inleren van een radiografische zender Bij het inleren van een radiografische zender is de gevoeligheid van de radiografische ontvangers tot ca. 5 m gereduceerd. De afstand tussen de radiografische jaloezieactor en de in te leren radiografische zender dient derhalve tussen 0,5 m en 5 m te liggen. Procedure 1. Druk de PROG-toets van de jaloezieactor gedurende ca. 4 seconden in, om in de inleermodus te komen. De rode LED knippert nu gedurende ca. 1 minuut. Gedurende deze tijd kan een zender (kanaal) worden ingeleerd. 2. Activeer op de gekozen radiografische zender een radiografisch telegram; (zie gebruikshandleiding radiografische zender). Inleren van een kanaal Kies de gewenste groep. Druk de gewenste kanaaltaster langer dan 1 seconde in. Inleren van een lichtscène-toets Druk de lichtscène-toets langer dan 3 seconden in. 3. De radiografische jaloezieactor bevestigt het inleren via het continue gaan branden van de rode LED. 4. U verlaat de inleermodus automatisch na ca. 1 minuut of via kort indrukken van de PROG-toets. De radiografische jaloezieactor staat vervolgens in de bedrijfsmodus. Wissen van een radiografische zender Een reeds ingeleerde radiografische zender wordt via een nieuwe inleerprocedure voor die zender gewist (zie boven). Alle kanalen en lichtscène-toetsen moeten afzonderlijk worden gewist. Succesvol wissen wordt door het sneller knipperen van de rode LED aangegeven.
Lichtscène In een lichtscène kan de eindpositie van een jaloezie samen met de verlichting worden vastgelegd. Deze lichtscène kan via een nieuwe programmering altijd worden gewijzigd. Alvorens een lichtscène vast te leggen of op te roepen, moet eerst een lichtscène-toets van de radiografische zender worden ingeleerd (zie „Inleren van een lichtscène-toets) Vastleggen van een lichtscène 1. Stuur de jaloezie in de gewenste eindpositie via indrukken van een ingeleerde kanaaltaster. 2. Druk de gewenste lichtscène-toets gedurende minimaal 3 seconden in. Aanwijzing Wanneer de jaloezie tijdens het vastleggen van een lichtscène niet in een eindpositie is of op weg is naar een eindpositie, wordt deze jaloezie niet in de lichtscène vastgelegd. Testbedrijf Na het installeren kan de radiografische jaloezieactor door middel van een aantal keren kort indrukken (< 1 sec.) van de PROG-toets worden getest. Hierbij worden de volgende bedrijfsstanden doorlopen: Stap Reactie LED 1 Jaloezie omhoog (2 min.) rood 2 Stop uit 3 Jaloezie omlaag (2 min.) groen 4 Stop uit
Technische gegevens Nominale spanning AC 230 V~, 50/60 Hz (N-leider vereist) Beveiligingsschakelaar 10A Schakelvermogen max. 1 motor 400 W Relaisuitgang 2 maakcontacten (spanningvoerend en onderling vergrendeld) Omschakeltijd bij richtingswijziging ca. 1 sec. Continueloop ca. 2 min. Ontvangstfrequentie 433,42 MHz Toelating PTT LPD-D Beschermingsgraad IP20 Afmetingen (Ø x H) 52 x 23 mm Middenboring Ø 7,5 mm Omgevingstemperatuur ca. 0 °C tot +55 °C Rel. luchtvochtigheid 0 % tot 65 %
Energiespaarlampen Bij energiespaarlampen kunnen hoge aanloopstromen optreden. Lees fabrikanten informatie.
A 14
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 15
Schakelschema’s
Schakelschema´s
Afdekking met radiografische ontvanger voor Lichtmanagement Art.nrn.: .. 1561.07 F ..
Afdekking met radiografische ontvanger voor Jaloeziemanagement Art.nr.: .. 5232 F .., .. 5232 FS ..
Functie De afdekking met radiografische ontvanger in combinatie met een standaard of universele tastdimmer maakt radiografische afstandsbediening en handmatige aansturing van verlichting mogelijk. Deze verlichting kan geschakeld (korte bedieningsduur) of gedimd (lange bedieningsduur) worden. Bij ontvangst van een radiografisch telegram van de radiografische observer schakelt de verlichting gedurende een tijd van ca. 1 minuut in. De inschakel-helderheidswaarde kan handmatig worden vastgelegd (geheugen-functie). In de afdekking met radiografische ontvanger kunnen maximaal 30 radiografische zenders worden ingeleerd. Lichtscène Met de radiografische hand- of wandzender is lichtscène-bedrijf mogelijk. De gewenste lichtscène-toets van de radiografische handof wandzender moet in de afdekking worden ingeleerd. Er kunnen maximaal 5 lichtscènes worden vastgelegd. ALLES-UIT Indrukken van de ALLES-UIT-toets van een ingeleerde radiografische hand of wandzender leidt tot uitschakeling van de belasting. ALLES-AAN Indrukken van de ALLES-AAN-toets van een ingeleerde radiografische handzender leidt tot inschakeling van de belasting. Technische gegevens Voedingsspanning vanuit basiselement Ontvangstfrequentie 433,42 MHz Temperatuurgebied 0 °C tot +55 °C Toelating PTT LPD-D Aanwijzing De afstand tot elektrische belastingen (bijv. elektronische transformatoren, EVG’s of TV) dient minimaal 0,5 m. te bedragen. De afdekking met radiografische ontvanger niet bij ingeschakelde netspanning (230 V) opsteken, omdat anders een storing optreedt! Inleren van een radiografische zender Om de afdekking met een radiografische zender te kunnen bedienen, moet deze radiografische zender op de afdekking worden ingeleerd. De afstand tussen de afdekking en de in te leren radiografische zender mag niet meer dan 5 m bedragen. Procedure 1. Met de afdekking de verlichting uitschakelen. 2. Gehele vlak van de afdekking min. 4 sec. indrukken. De afdekking is nu gereed om een zender (kanaal) in te leren, dit wordt kenbaar gemaakt door een langzaam pulserende toon gedurende 1 minuut. 3. De gewenste radiografische zender moet een radiografisch telegram sturen, zie bedieningshandleiding van betreffende radiografische zender. Inleren van een kanaal: Gewenste kanaal-taster minmaal 1 sec. indrukken. Inleren van een lichtscènetoets: De gewenste lichtscène-toets minimaal 3 sec. indrukken. Inleren van een ALLES-AAN- resp. ALLES-UIT-toets: ALLES-AAN- resp. ALLES-UIT-toets minimaal 10 sec. indrukken. Inleren van een radiografische observer: Een beweging maken in het detectiegebied van de radiografische observer. 4. Succesvol inleren wordt door een continue toon bevestigd (duur ca. 1 min.).
A 15
Het inleren kunt u op ieder moment via indrukken van de afdekking afbreken. Aanwijzing Wanneer alle 30 geheugenplaatsen bezet zijn, dient u een reeds ingeleerde radiografische zender te wissen. Wissen van een radiografische zender 1. Wissen van een ingeleerde radiografische zender wordt door middel van een nieuwe inleerprocedure voor deze zender bewerkstelligt. Alle kanalen en lichtscènetoetsen moeten afzonderlijk worden gewist. Succesvol wissen wordt door een korte pulserende toon bevestigd (duur ca. 1 min.). Het wissen kunt u ieder moment via indrukken van de afdekking afbreken. Bediening Kort indrukken (maximaal 0,4 sec.) Met de bovenste helft van de afdekking wordt de verlichting ingeschakeld, met de onderste helft van de afdekking wordt de verlichting uitgeschakeld. De verlichting wordt ingeschakeld op de geheugenwaarde. Langdurig indrukken (minimaal 0,4 sec.) Met de bovenste helft van de afdekking wordt de verlichting op gedimd. Met de onderste helft van de afdekking wordt de verlichting neer gedimd. Aanwijzing Wanneer u vanuit uitgeschakelde toestand de onderste toets langer dan 4 sec. indrukt schakelt de verlichting in op de minimum lichtsterkte. Geheugenfunctie Wanneer de actuele dimwaarde als geheugenwaarde op de afdekking moet worden vastgelegd, dient u de afdekking over het hele toetsvlak in ingeschakelde toestand gedurende min. 3 sec. in te drukken. Ter bevestiging volgt een „softstart“, d.w.z. de lamp wordt tot de vastgelegde maximum waarde omhoog (= helderder) gedimd. Bij de eerstvolgende inschakeling wordt deze vastgelegde (geheugen)waarde afgeroepen. Inschakelen geschiedt eveneens via de ontvangst van een ingeleerd radiografisch telegram van een radiografische hand-, wand- of universeelzender. Wanneer een ingeleerd radiografisch telegram van een radiografische observer wordt ontvangen schakelt de dimmer gedurende ca. 1 minuut op de geheugenwaarde in. Lichtscène In een lichtscène kan de lichtsterkte van een verlichtingsgroep worden vastgelegd. Deze lichtscène kan via opnieuw vastleggen op elk moment worden gewijzigd. Voorafgaand aan het vastleggen resp. oproepen van een lichtscène moet een Lichtscènetoets van een radiografische zender worden ingeleerd (zie „ Inleren van een lichtscènetoets). Vastleggen van een lichtscène 1. Lichtsterkte van de lamp instellen. 2. Gewenste lichtscènetoets van de radiografische zender minimaal 3 sec. indrukken. 3. Ter bevestiging, dat deze lichtscène werd vastgelegd, klinkt een korte toon (ca. 1 sec.). Attentie Gebruik de mechanische nevenbediening (maakcontact) allleen wanneer de afdekking (1561.07) op de universele resp. standaarddimmer is gestoken. Anders treedt een functiestoring op. Bij toepassing van een afdekking met radiografische ontvanger (.. 1561.07) dient gebruik te worden gemaakt van het neventoestel art.nr. 1220 NE.
Functie De afdekking met de radiografische ontvanger is een component van het jaloezie management. In verbinding met de motorstuureenheid is het mogelijk zowel manueel als met een radiografische afstandsbediening jaloezieën te sturen. Met de taster omhoog gestuurd en met de taster naar omlaag. Kort indrukken (max. 1 sec.) De jaloezie wordt voor de duur van het indrukken gestuurd. Deze functie is voor het verstellen van de lamellen. Langer indrukken (min. 1 sec.) De jaloezie wordt omhoog resp. omlaag gestuurd gedurende 2 minuten. Er kunnen tot maximaal 30 radiografische zenders "ingeleerd" worden, hierbij zijn de volgende radiografische afstandsbedieningen mogelijk: radiografische handzender, radiografische wandzender en radiografische universeel zender. De eindstanden van de jaloezie (boven resp. onder) kunnen in een lichtscène worden geïntegreerd. Door een elektrische vergrendeling in de afdekking wordt een minimale omschakeltijd bij richtingswissel van 1 sec. gerealiseerd. Opmerkingen van de motorenfabriek betreffende omschakeltijd en maximale inschakeltijd in acht nemen. Opmerking: De afstand naar de elektrische belastingen (bijv. elektronische trafo) moet minstens 0,5 meter bedragen. De afdekking met de radiografische ontvanger kan alleen in verbinding met de motorstuureenheid in bedrijf gesteld worden. Technische gegevens Spanning
door de motorstuureenheid
Omschakeltijd bij richtingswissel ca. 1 sec. Ontvangstfrequentie 433,42 MHz Temperatuurbereik 0 °C tot + 55 °C "Inleren" van een radiografische zender Om een afdekking met radiografische ontvanger met een afstandsbediening te kunnen bedienen, moet deze afstandsbediening in de afdekking "ingeleerd" worden. De afstand tussen de afdekking en de "lerende" radiografische zender mag de 5 meter niet overschrijden. De leermodus kan niet geactiveerd worden als de neventoestelingang 2 van de motorstuureenheid áán netspanning ligt.
"Inleren" van een radiografische zender 1. Druk de taster van de afdekking minstens 3 sec. in. De "inleermodus" (duur ca. 1 min.) wordt door een lang pulserende toon aangegeven. Gedurende deze tijd kan een radiografisch kanaal "ingeleerd" worden. 2. De gewenste radiografische zender moet een radiografisch bericht uitzenden. "Inleren" van een radiografisch kanaal: Druk de gewenste kanaaltaster minstens 1 sec. in. "Inleren" van een lichtscène: Druk de gewenste lichtscènetaster minimaal 3 sec. in. "Inleren" van "alles uit" / "alles aan": Druk de gewenste "alles uit" resp. "alles aan" taster minimaal 10 sec. in. 3. Een succesvolle uitvoering van het "inleerproces" wordt aangegeven door een duurtoon (ca. 1 min.). Opmerking Als alle 30 geheugenplaatsen gebruikt zijn, moet een reeds "ingeleerde" radiografische zender verwijderd worden. Verwijderen van een radiografische zender Het verwijderen van een "ingeleerde" radiografische zender gebeurt door het opnieuw "inleren" van deze radiografische zender. Alle kanalen en lichtscènetasters moeten apart verwijderd worden. Een succesvolle verwijdering wordt door een kort pulserende toon aangegeven (duur ca. 1 min.). Het "leerproces" kan op ieder moment worden onderbroken door het indrukken van de taster van de afdekking. Lichtscène In een lichtscène kan een eindstand van een jaloezie opgenomen worden. Deze lichtscène is door het opnieuw opslaan op ieder tijdstip te wijzigen. Voor het opslaan en afroepen van een lichtscène moet een lichtscènetaster van de radiografische zender "ingeleerd" worden. Opslaan van een lichtscène 1. Jaloezie in de gewenste eindpositie sturen. 2. Gewenste lichtscènetaster van de radiografische zender minstens 3 sec. indrukken. 3. Als bevestiging, dat de lichtscène is opgeslagen, klinkt een korte toon (ca. 1 sec.). Lichtwaarde instellen Met behulp van een potentiometer, die zich aan de achterzijde van de afdekking beveindt, kan men de lichtwaarde waarop de jaloezie naar geactiveerd wordt, binnen een bereik van 5.000 tot 80.000 Lux afstellen. Instelling: ca. 80.000 Lux Instelling: ca. 05.000 Lux Fabrieksmatig is de potentiometer op 10.000 Lux afgesteld (alleen de Sensorversie). Opmerking Als tijdens het "inleren" de jaloezie zich niet in de eindpositie bevindt, wordt deze jaloezie niet in de lichtscène opgeslagen.
A 16
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 17
Schakelschema’s
Schakelschema's
Funkkop Art.nr.: FK 100 REG
Radiografische observer Art.nr.: FW 180 WW Radiografische schakeleenheid Art.nr.: FWL 2200 WW
De functionaliteit van de REG actoren komt exact overeen met die van de EB en UP actoren, bijv. FA 10 REG – FA 10 EB FAJ 6 REG – FAJ 6 UP FST 1240 REG – FST 1240 EB FUD 1254 REG – FUD 1253 EB
Functie De funkkop is een DIN-rail apparaat dat telegrammen ontvangt. Deze worden in leidinggebonden data omgezet en ter evaluatie naar aangesloten radiografische actoren (REG) doorgezonden. Er kunnen tot 30 actoren worden aangesloten. Antenne De funkkop is uitgerust met een interne antenne. Bij ongunstige ontvangst (bijv. door bouwkundige voorzieningen) kan optioneel een externe antenne geïnstalleerd worden (art.-nr. F-ANT). Aansluiting De funkkop wordt op de DIN-rail geklikt en volgens bovenstaand schema aangesloten. De funkkop wordt met een busleiding met 2-polige klemmen met de actoren verbonden.
De gezamenlijke leidinglengte mag max. 3 m bedragen. Als busleiding dient een afgeschermde leiding met getwiste aders met een doorsnede van 0,8 mm te worden toegepast (bijv. J-Y(St)Y 2x2x0,8).
Technische gegevens Nominale spanning AC 230 V ~ 50/60 Hz Zendfrequentie 433,42 MHz Omgevingstemperatuur ca. 0 °C tot +45 °C Aansluitklemmen 1,5 – 4 mm2 massief of 0,75 – 4 mm2 soepel, zonder adereindhulzen 0,5 – 2,5 mm2 soepel met adereindhulzen Beschermingsgraad IP 20 Inbouwmaat 36 mm (2 TE)
Radiografische observers reageren op bewegende warmtebronnen zoals mensen, dieren of objecten en zenden dan een signaal naar de schakeleenheid die bijv. verlichting inschakelt. Radiografische systemen zijn een praktisch alternatief als men meerdere observers nodig heeft. Radiografische observers worden gevoed door een 9 V blokbatterij, en hebben daarom geen voedingskabel nodig. Men kan de observer plaatsen waar dit gewenst is en niet daar waar een voeding aanwezig is. Tot 30 observers kunnen gecombineerd worden in één systeem. De observer is voorzien van LED functieindicatie. De schakelunit blijft geactiveerd zolang er bewegingsdetectie is. Zodra er geen detectie wordt waargenomen schakelt de unit na de ingestelde tijdvertraging uit. Additionele functies zoals twee uur aan of twee uur uit zijn mogelijk. Zowel de inschakeltijd als de lichtintensiteit zijn instelbaar op de schakelunit. Technische gegevens art.nr. FW 180 WW Spanning 9 V DC Batterijtype blok, 9 V Levensduur batterij Lithium (1,2 Ah) ca. 4 jaar Alkaline (0,55 Ah) ca. 1,5 jaar Opgenomen vermogen Dagfunctie ca. 0,14 mW Nachtfunctie ca. 0,27 mW Radiotransmissie ca. 27 mW Frequentie 433,42 MHz Bereik ca. 100 m vrij veld Detectieveld 180° Detectieradius 16 m Luxwaarde bedrijf 3 – 200 lux Montagehoogte ca. 2,40 m Gevoeligheid 20% – 100% Omgevingstemperatuur –25 °C – +55 °C Beschermingsgraad IP 55
Radiografische schakeleenheid De radiografische schakeleenheid bevat de volgende instelmogelijkheiden Lichtgevoeligheid Aanbevolen instelling: 10 lux (zie afbeelding), activeert het systeem bij invallende schemering. Timer Instelbaar tussen ca. 10 sec en 15 minuten. Programmering OFF: normaal bedrijf ON: inleer modus Inleer modus radiografische observers Als een radiografische observer voor de eerste maal geïnstalleerd wordt, dient deze "ingeleerd" te worden, dat wil zeggen toegewezen aan een schakeleenheid, die op de signalen van deze observer reageert. 1. Zet de "Prog" schakelaar van de schakeleenheid in stand "ON" om de "inleer" modus te activeren. De rechtse LED (rode) knippert. Maak een beweging om de sensor te triggeren. Dit is van toepassing in zowel de gewone als de test mode. 2. De rechtse (rode) en de linkse (groene) LED zullen oplichten ten teken dat een radiosignaal is ontvangen. De gebruiker wordt ingeschakeld. Het inleerproces is succesvol verlopen. 3. Zet de "prog" schakelaar terug in de "OFF" stand om weer in de normale mode te komen. De rechtse (rode) LED en de linkse (groene) LED doven. De gebruiker wordt uitgeschakeld. Uitleren radiografische observers Het uitleren van reeds eerder ingeleerde opdrachten gebeurt door dit commando een tweede keer in de leren. Ter controle gaat de rode LED aan en de groene LED uit.
Radio transmissie De maximum transmissie hangt af van de materialen gebruikt in het gebouw: Materiaal Doordringbaarheid Hout, gips, 90 – 100% gipsboard Steen, multiplex 65 – 095% gewapend beton 10 – 070% Metaal, rasterplaat, 00 – 010% Aluminium
A 17
Technische gegevens art.nr. FWL 2200 WW Spanning 230 V AC, 50 Hz Schakelcontact relais Vermogen Gloeilampen 2500 W 230 V Halogeen 2500 W 12 V Halogeen conventionele trafo 1000 W Tronic trafo 1500 W Fluorescentielampen Niet gecompenseerd 1200 W Parallel gecompenseerd 0920 W Duoschakeling 2400 W Let op: Controleer op hoge aanloopstroom van spaarlampen Voorbeveiliging 10 A Opgenomen vermogen 2,5 W Aanloopstroom 20 A Inschakelduur van ca. 10 sec. tot 15 minuten Lichtgevoeligheid instelbaar van 3 – 80 lux Additionele functie aangestuurd door een puls drukker (verbreekcontact) Pulsduur 400 ms, ± 50% Puls interval 600 ms 1. functie 1 x pulsen, in bedrijf 2. functie 2 x pulsen, 2 uur aan 3. functie 3 x pulsen, 2 uur uit Ontvangfrequentie 433,42 Mhz Omgevingstemperatuur –25 °C tot +55 °C Beschermingsklasse IP 55 Radio ontstoring volgens VDE 0875 Nacht functie Zodra er een beweging is gedetecteerd, meet de schakeleenheid de hoeveelheid licht, vergelijkt het met de ingestelde waarde. • E < ingestelde lichtwaarde: Het radiosignaal gaat naar de schakeleenheid. • Stel de lichtintensiteit in op < E < 200 lux: Het radiosignaal gaat naar de schakelunit. • E > 200 lux: Schakel over naar daglicht functie Dag functie De observer meet elke tien seconde de lichtwaarde. Komt de waarde onder de 80 lux, dan schakelt het apparaat om naar de nachtfunctie. Lege batterij Een "Low Bat" signaal wordt naar de schakeleenheid gezonden zodra de batterij een niveau bereikt die lager is dan de kritische waarde (UBat < kleiner dan 8,0 V) . De rode LED op de observer en op de schakeleenheid geven een indicatie over deze kritieke situatie. Let op: Radiografische observers zijn niet vandaalbestendig en daarom niet geschikt als alarminstallaties.
A 18
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 19
Schakelschema’s
Schakelschema’s
Radiografische tussensteker (dimmen) Art.nr.: FZD 1254 WW
Functie De radiografische tussensteker dimmen is een Universeeldimmer met automatische lastherkenning. Met de radiografische tussensteker dimmen kan men op afstand een lichtbron schakelen en dimmen. Met de handbediening (knop 2) kan de lichtbron ter plaatse worden geschakeld. De radiografische tussensteker dimmen kan tot 30 zenders inleren. Ontvangt de tussensteker dimmen in uitgeschakelde stand een telegram van een ingeleerde radiografische observer dan schakelt de dimmer gedurende 1 minuut in op de ingestelde basishelderheidswaarde. Alle beschreven functies zijn uitsluitend mogelijk als de tussensteker dimmen in een wandcontactdoos zit en er belasting op de dimmer is aangesloten. Lichtscénes Met de radiografische hand- of wandzender is lichtscènebedrijf mogelijk. De tussensteker dimmen kan in max. 5 lichtscènes worden opgenomen. De gewenste lichtscènetoets van de wand- of handzender moet eerst worden ingeleerd in de dimmer. Daarna kunnen de lichtscene-gegevens (helderheidswaarde van de verlichting) in de dimmer worden opgeslagen. Een lichtscene kan door opnieuw opslaan continue wordengewijzigd. Alles aan/ Alles uit Bij het inleren van een radiografisch kanaal worden de ALLES-AAN en ALLES-UIT knoppen automatisch mee ingeleerd. Het indrukken van de "alles aan of alles uit" toets van de hand- of wandzender leidt tot het in- of uitschakelen van de lichtbron. Lichtregeling Met de tussensteker dimmen en een ingeleerde radiografische Presentiemelder kan een lichtregeling worden gerealiseerd. Installatie • De afstand tussen de dimmer en andere apparaten (bijv. magnetron, audio- en videoapparaten) moet ten minste 0,5 m zijn. • Om oversturing van de radiografische ontvanger te voorkomen dient de afstand tussen de tussensteker en een zender minimaal 1m te bedragen. Automatische lastherkenning Bij een 1e installatie en na netafschakeling herkend de tussensteker dimmen de soort belasting automatisch. De herkenningsprocedure is zichtbaar door het kort knipperen van de lichtbron. De herkenningsprocedure duurt, afhankelijk van de arbeidsfactor, tussen 1 sec. en 10 sec. Gedurende deze periode is geen bediening mogelijk. Een netuitval langer als 0,2 sec. resulteert in het uitschakelen van de dimmer.
A 19
Kortsluitbeveiliging In fase-afsnijding (capacitieve of ohmse belasting) Afschakeling met automatische herinschakeling na opheffing van de kortsluiting binnen 7 seconden. Daarna permanente afschakeling tot handmatig inschakelen. In fase-aansnijding (inductieve belasting) Afschakeling met automatische herinschakeling na opheffing van de kortsluiting binnen 100 ms. Daarna permanente afschakeling tot handmatig inschakelen. Oververhittingsbeveiliging De dimmer schakelt af bij oververhitting en moet, na afkoeling opnieuw ingeschakeld worden. Inleren van een radiografische zender Om de radiografische tussenstekker dimmen met een radiografische zender te kunnen bedienen moet een radiografisch kanaal van de gewenste radiografische zender worden ingeleerd. De afstand tussen de dimmer en de in te leren radiografische zender mag niet groter zijn als 5 meter. 1. Knop 2 kort (< 1 sec.) indrukken. De radiografische tussenstekker schakelt de belasting uit. Programmeerknop voor ca. 4 sec. indrukken om in de inleerstand te komen. De LED knippert voor ca. 1 minuut. Binnen deze minuut kan de radiografische zender worden ingeleerd. 2. De radiografische zender moet een radiografische signaal uitzenden. • Inleren van een radiografisch kanaal: Druk de gewenste kanaaldrukknop minimaal 1 seconde in. • Inleren van 'alles uit' c.q. 'alles aan': Druk de 'alles uit' c.q. 'alles aan' toets minimaal 10 sec. in. • Inleren van een lichtscène: Druk de gewenste lichtscène drukknop minimaal 3 sec. in. • Inleren van een radiografische observer: Batterij van de observer voor ca. 2 minuten losnemen. Batterij aansluiten en binnen 15 minuten een beweging binnen het bereik van de observer uitvoeren. Observer wordt ingeleerd.
• Inleren van een radiografische presentiemelder: De batterij van de zender voor ca. 2 minuten losnemen. Na plaatsen van de batterijen wordt er gedurende 30 sec. een inleertelegram verzonden. Toelichting: Een combinatie van observer en presentiemelder is tevens mogelijk. 4. De tussensteker dimmen bevestigt een succesvolle inleerprocedure middels continue branden van de LED. 5. De inleerstand wordt automatisch na 1 minuut of na kort indrukken van de inleerknop beëidigd. Als een volgend radiografisch kanaal ingeleerd dient te worden, moet de inleerprocedure herhaald worden. Als alle 30 geheugenplaatsen vol zijn, moeten eerder ingeleerde kanalen worden gewist. De kanaal- of lichtscène drukknoppen dienen één voor één te worden gewist. Wissen van een ingeleerd radiografisch kanaal Het wissen van een radiografisch kanaal gebeurt door het opnieuw inleren van hetzelfde radiografisch kanaal, zie hierboven. Het succesvolle wissen van een radiografisch kanaal wordt door het snel knipperen van de LED getoond. De wis modus wordt automatisch verlaten na ca. 1 minuut of na het indrukken van knop 2. De radiografische tussenstekker schakelt dan naar de normale ontvangstmodus. Wissen van alle ingeleerde radiografische zenders Er bestaat de mogelijkheid om alle in de tussensteker dimmen ingeleerde zenders te wissen. Hierbij wordt het apparaat in de fabrieksstand terug gezet. Om deze procedure uit te kunnen voeren dient er een belasting op de tussensteker dimmen te zijn aangesloten. 1. Knop 2 kort (< 1 sec.) indrukken. De radiografische tussenstekker schakelt de belasting uit. 2. De programmeerknop voor ca. 20 sec. indrukken. Na ca. 4 sec. begint de LED te knipperen en na 20 sec. gaat deze gedurende 6 sec.
Radiografische raamzender Art.nr.: FF 21 WW
kort oplichten. 3. Binnen deze 6 sec. de programmeerknop kort loslaten en daarna opnieuw kort (ca. 1 sec.) indrukken om de wisprocedure te starten. 4. Gedurende het wissen brandt de LED continue. Een succesvolle wisprocedure van alle ingeleerde zenders is zichtbaar door snel knipperen van de LED. Het knipperen stopt na ca. 1 minuut of na en korte druk op de programmeerknop. Geheugenfunctie (basishelderheidswaarde) Als de gekozen dimwaarde in het geheugen dient te worden vastgelegd, moet, in ingeschakelde toestand, de programmeerknop voor minstens 4 seconden ingedrukt worden, als bevestiging volgt er een zgn. softstart, dat wil zeggen de lichtbron wordt op de gekozen lichtwaarde ingesteld. Bij herinschakelen wordt deze ingestelde waarde afgeroepen. Toelichting • Nieuwe dimmers zijn af fabriek op de maximale waarde ingesteld. • De basishelderheidswaarde blijft bij netuitval opgeslagen. Technische gegevens Netspanning: AC 230 V ~, 50/60 Hz Beveiliging: glaszekering T 6,3 H 250 V Vermogen: 50 – 420 W/VA – 230 V gloeilampen (ohmse last, fase-afsnijd) – HV-halogeenlampen (ohmse last, fase-afsnijd) – LV-halogeenlampen met Tronic trafo’s (capacitieve last, fase-afsnijd) – LV-halogeenlampen met gewikkelde trafo’s (inductieve last, fase-aansnijd) Bij een gemengde belasting met gewikkelde trafo’s maximaal 50 % ohmse belasting toegestaan (gloeilampen en HV-halogeenlampen). Ontvangstfrequentie: 433,42 MHz Beschermgraad: IP 20 Temperatuurbereik: ca. +5 tot +35 °C Vocht: max. 65 % (geen dauw) Afmetingen (H x B x D): 136 x 70 x 72 mm Technische wijzigingen voorbehouden
Functie De radiografische raamzender (afb. 1) herkend het openen en sluiten van een raam. Zodra een raam wordt geopend, zendt deze een radiografisch telegram welke door alle schakel- en dimactoren wordt verwerkt. De actoren schakelen alleen dan in als ze een radiografisch telegram ontvangen. Wordt het raam gesloten dan schakelt de actor na max. 1 minuut de belasting uit. Raambewaking conform brandverordening Raambewaking in combinatie met wasemafzuigkappen en stookplaatsen. Bij gesloten ramen en ingeschakelde wasemafzuigkap kunnen door onderdruk rookgassen in de woning komen. De wasemafzuigkap mag uitsluitend bij geopend raam functioneren. Bij gesloten ramen wordt de voedingsspanning naar de wasemafzuigkap door een radiografische actor onderbroken.
1
2
Montage en electrische aansluiting Montageplaats kiezen (afb. 2) • Montageplaats zodanig kiezen dat de radiografische raamzender en de magneet (3) bij openen van het raam absoluut gescheiden worden. Magneet monteren (afb. 3) Op de behuizing van de radiografische raamzender (1) zijn op de zijkant 2 sensorvlakken (2) aangegeven. • Magneethuis door plakken of schroeven op het raam (4) monteren, zodanig dat de magneet parallel aan het sensorvlak (2) ligt. • Magneet insteken. Het verwijderen van het behuizingsdeksel is zonder dit te beschadigen niet mogelijk, derhalve voor het plaatsen van het deksel de zender monteren en in bedrijf nemen. De radiografische raamzender is bedrijfsgereed. • Behuizingsdeksel plaatsen. Met de bijgeleverde onderplaat kunnen niveauverschillen met de raamzender worden gecorrigeerd. Inleren van een radiografische zender De raamzender kan in oneindig veel ontvangers worden ingeleerd. De inleerprocedure resulteert uitsluitend in de betreffende ontvanger tot een toewijzing. Bij het inleren van een raamzender in een ontvanger is de gevoeligheid van de ontvanger beperkt. De afstand tussen de ontvanger en de in te leren radiografische zender dient derhalve tussen 0,5m en 5 m. te liggen.
3
• Behuizing losschroeven en deksel afnemen. • Batterij gedurende ca. 2 minuten losnemen. Condensatorontlaadtijd afwachten. • Batterij aansluiten, in batterijvak (8) plaatsen en batterijkabel in behuizing wegwerken. Op juiste polariteit letten. Kabel niet beschadigen. De radiografische raamzender bevindt zich in de inleerstand en zendt gedurende 1 minuut een inleertelegram. Gedurende deze periode knippert LED (6). • Radiografische ontvanger in de inleerstand schakelen. Bij ontvangst van een inleertelegram wordt de radiografische raamzender ingeleerd. De ontvanger bevestigt de inleerprocedure. • Radiografische ontvanger in de bedrijfsstand schakelen. Batterij plaatsen c.q. uitwisselen Bij het aansluiten van de batterij mag geen enkele ontvanger in de inleerstand staan. Anders kan dit tot ongewild inleren leiden. • Behuizing losschroeven en deksel afnemen. • Batterij aansluiten, in batterijvak (8) plaatsen en batterijkabel in behuizing wegwerken. Op juiste polariteit letten. Kabel niet beschadigen. De radiografische raamzender bevindt zich in de inleerstand en zendt gedurende 1 minuut een inleertelegram. Gedurende deze periode knippert LED (6). • Deksel plaatsen en vastschroeven. Wissen in radiografische ontvanger Een reeds ingeleerde radiografische raamzender kan door een nieuwe inleerprocedure uit de radiografische ontvanger worden verwijdert. • Radiografische raamzender nogmaals in de radiografische ontvanger inleren. Technische gegevens Voedingsspanning: Batterijtype: Zendvermogen: Zendfrequentie: Reikwijdte: Bedrijfstemperatuur: Opslagtemperatuur: Rel. luchtvochtigheid: Afmetingen (L x B x D):
9 V DC 9 V blokbatterij Alkaline, type LR < 10 mW 433,42 MHz ca. 100 m vrije veld –5 °C…+45 °C –25 °C…+45 °C max. 75 % R.V. (geen dauw) ca. 132x36x35 mm
A 20
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 21
Schakelschema's
Schakelschema's
Radiografische tussensteker (schakelen) Art.nr.: FZS 10 WW
Functie Bij het Funkmanagement wordt een speciaal overdrachts telegram gebruikt, welke alleen door speciale producten uit deze familie kunnen worden gestuurd of ontvangen. De radiografische tussenstekker maakt het mogelijk in combinatie met een radiografische wandzender, handzender, universeelzender of observer een plaatsonafhankelijk apparaat met steker (bv. schemerlamp) op afstand te kunnen schakelen. De radiografische tussensteker schakelt elektrische belastingen (230 V AC), zodra een (ingeleerd) Funkmanagement signaal ontvangen wordt. Bij ontvangst van een signaal van een radiografische observer schakelt hij ca. 1 minuut in. De radiografische tussensteker kan maximaal 30 radiografische zenders inleren. Iedere radiografische zender beschikt minimaal over 1 radiografisch kanaal. De radiografische tussenstekker bezit een verhoogde aanraakveiligheid. Lichtscènes Bij gebruik van een radiografische hand- of wandzender kan een aangesloten lamp in de standen aan of uit worden opgenomen in een lichtscène. Bv. lichtscène 1 = schemerlamp ingeschakeld. De gewenste lichtscènedrukknop van de radiografische hand- of wandzender moet in de radiografische tussenstekker worden ingeleerd. Er kunnen maximaal 5 lichtscènes worden opgeslagen. Alles aan Bij de bediening van de 'alles aan' drukknop van een ingeleerde radiografische handzender wordt de lamp ingeschakeld. Alles uit Bij de bediening van de 'alles uit' drukknop van een ingeleerde radiografische handzender wordt de lamp uitgeschakeld. Opmerking Bij het inleren van een radiografisch kanaal wordt automatisch alles aan / alles uit meegeleerd. De afstand tot apparatuur welke elektrische storingen kunnen veroorzaken (bijv. magnetrons, Hifi apparatuur of TV) moet minstens 0,5 meter zijn. Bediening Door het indrukken van knop T korter dan 3 seconden wordt de radiografische tussenstekker in- c.q. uitgeschakeld (wisselfunctie). De bediening is ook door een ingeleerde radiografische zender mogelijk. Het inschakelen van de belasting wordt door de rode LED L aangegeven. Beveiliging Bij niet functioneren eerst de zekering testen (T 6,3 H 250 V) (bij overbelasting gaat zekering defect). Een reserve zekering is in de houder te vinden. De zekeringhouder bevindt zich tussen de stekercontacten. Alleen originele glaszekeringen gebruiken. Radiografische overdracht De radiografische overdracht vindt plaats via een niet exclusief overdrachtmedium, daarom kunnen storingen niet uitgesloten worden. De radiografische overdracht is daarom niet geschikt voor beveiligingsdoeleinden zoals bv. nood uit of nood oproep.
A 21
Radiografische sensorafdekking “vlak” Art.-nr.: .. FAS 180 .., Lenstype 1,10 m
Inleren van een radiografische zender Om een radiografische tussenstekker met een radiografische zender te kunnen bedienen moet een radiografisch kanaal van de gewenste radiografische zender worden ingeleerd. De afstand tussen de radiografische tussenstekker en de in te leren radiografische zender mag niet groter zijn als 5 meter. 1. Het knopje T ca. 3 sec. indrukken. De radiografische tussenstekker schakelt de belasting uit. Binnen ca. 1 minuut kan de radiografische zender worden ingeleerd. In deze tijd knippert de rode LED . 2. De radiografische zender moet een radiografische signaal uitzenden. • Inleren van een radiografisch kanaal: Druk de gewenste kanaaldrukknop minimaal 1 seconde in. • Inleren van een lichtscène: Druk de gewenste lichtscène drukknop minimaal 3 sec. in. • Inleren van een radiografische observer: Maak een beweging binnen het bereik van de observer. • Inleren van 'alles uit' c.q. 'alles aan': Druk de 'alles uit' c.q. 'alles aan' toets minimaal 10 sec. in. 3. Ter controle, dat een radiografisch kanaal is ingeleerd brandt de rode LED . 4. De inleermodus wordt automatisch verlaten na ca. 1 minuut of na het indrukken van knopje T. De radiografische tussenstekker schakelt dan naar de normale ontvangstmodus. Als een volgend radiografisch kanaal ingeleerd dient te worden, moet de inleerprocedure herhaald worden. Als alle 30 geheugenplaatsen vol zijn, moeten eerder ingeleerde kanalen worden gewist. De kanaal- of lichtscène drukknoppen dienen één voor één te worden gewist. Wissen van een ingeleerd radiografisch kanaal Het wissen van een radiografisch kanaal gebeurt door het opnieuw inleren van hetzelfde radiografisch kanaal, zie hierboven. Het succesvolle wissen van een radiografisch kanaal wordt door het snel knipperen van de rode LED getoond. De wis modus wordt automatisch verlaten na ca. 1 minuut of na het indrukken van knopje T. De radiografische tussenstekker schakelt dan naar de normale ontvangstmodus. Technische gegevens Spanning 230 V AC~, 50/60 Hz Zekering T 6,3 H 250 V Aansluitvermogen (relaiscontact) gloeilampen: 1000 W 230 V AC halogeenlampen 1000 W 12 V halogeenlampen, conventionele 0750 VA transformatoren 12 V halogeenlampen, Tronic 0750 W transformatoren Fluorescentielampen, 0500 VA ongecompenseerd parallel gecompenseerd 0400 VA (47 μF) duo schakeling 1000 VA Omgevingstemperatuur – 20 °C tot 55 °C Ontvangstfrequentie 433,42 MHz, PTT goedkeuring LPD-D Afmetingen (LxBxH) 163 x 70 x 72 mm Opmerkingen m.b.t. spaarlampen Bij het gebruik van spaarlampen opletten op de hoge inschakelstroom. De geschiktheid van de lampen voor gebruik controleren.
Niet voor alarmtoepassingen geschikt ! Opgave van variabele instellingen zijn altijd circa waarden ! De radiografische sensorafdekking “vlak” wordt direct op de wand gemonteerd. Hij werkt met een passief infrarood sensor en reageert op warmtebeweging veroorzaakt door personen, dieren of objecten. Bij detectie van een beweging zendt hij een radiografisch telegram dat door alle ingeleerde actoren wordt ontvangen en uitgevoerd. Bij toepassing van een schakeleenheid als ontvanger kan zowel de nalooptijd als de lichtwaarde worden ingesteld. Achter het afdekkapje aan de voorzijde bevinden zich 2 potentiometers voor het instellen van 1. Gevoeligheid 2. Lichtwaarde Montage Montage gebeurt door middel van schroeven of plakken van de bijgeleverde montageplaat, met de markering “top” naar boven. Daarna de sensorafdekking “vlak” samen met het afdekraam aanbrengen. Tevens te integreren in meervoudige afdekramen. Optimale werking wordt verkregen door de sensorafdekking “vlak” haaks op de looprichting te monteren. Bij andere montage kan er vertraagd worden gereageerd. Vermijdt direct invallend zonlicht op de lens, waardoor deze door de hoge warmte-energie in storing valt. LowBatt-indicatie Achter de lens bevindt zich een rode LED. Als de LED tijdens het zenden 10 x knippert is de batterij praktisch leeg (LowBatt) en dient vervangen te worden. Onder normale omstandigheden knippert de LED 3 x bij het zenden. Inleren in de radiografische ontvanger Het inleren van een radiografische sensorafdekking “vlak” kan in een onbeperkt aantal ontvangers gebeuren. Het toewijzen van een zendsignaal gebeurt uitsluitend in het ontvangende deel. De afstand tussen de radiografische sensorafdekking “vlak” en de ontvanger mag tijdens het inleren niet groter zijn dan 5 m. 1. De batterij voor ca. 2 minuten verwijderen (condensator-ontlaadtijd). 2. De batterij weer inbrengen en ca. 1 min. wachten. Daarna bevindt de sensorafdekking “vlak” zich in de “inleermodus/looptestbedrijf”. In deze bedrijfsstand neemt de sensorafdekking “vlak” helderheidonafhankelijk bewegingen waar. Alle hierbij verzonden telegrammen kunnen ingeleerd worden. 3. Radiografische ontvanger in de inleermodus schakelen. 4. Een beweging in het detectieveld maken, zodat deze een inleertelegram kan versturen. De radiografische ontvanger registreert het signaal. 5. De radiografische ontvanger weer in de bedrijfsmodus schakelen. Bericht wissen Het wissen van een reeds bestaand telegram gebeurt door het opnieuw inleren van eenzelfde telegram.
Gevoeligheid Lichtwaarde
Looptestbedrijf Het Looptestbedrijf wordt samen met de inleermodus 1 minuut nadat de batterij is aangesloten automatisch geactiveerd. Dit testbedrijf duurt 10 minuten, gedurende deze tijd worden bewegingen, helderheidonafhankelijk geregistreerd. De hierbij verzonden telegrammen schakelen de corresponderende verlichting voor ca. 2 seconden in. Tevens zijn deze telegrammen in andere ontvangers in te leren. Op deze manier kan het detectieveld van de automatische schakelaar vastgesteld worden.
Technische gegevens Detectiehoek 180° Detectieveld 10 x 12 m Montagehoogte 1,1 m Aantal lenzen/lagen 18/2 Voeding 3 Vdc Batterijtype Lithium knoopcel (CR2450) (wordt meegeleverd) Beschermingsgraad IP 20 Zendfrequentie 433,42 MHz Zendbereik 60 m (vrije veld) Instellingen Lichtwaarde, traploos instelbaar Waargenomen bewegingen worden alleen bij een onderschreden lichtwaarde omgezet in een radiografisch telegram. Met potentiometer 2 kan deze waarde worden ingesteld tussen 0 lux (symbool maan) en 80 lux (symbool zon). De eindinstelling richting zonsymbool activeert lichtonafhankelijk schakelen (dagbedrijf, symbool • ). Belangrijk: radiografische schakeleenheid Als een radiografische sensorafdekking “vlak” zijn signalen naar een radiografische schakeleenheid stuurt is het aan te bevelen de helderheid op de automatische schakelaar op 80 lux in te stellen. Deze waarde bevindt zich vlak voor het zonnesymbool. De gewenste lichtwaarde kan ook op de schakeleenheid worden ingesteld. Tevens is de inschakeltijd in te stellen van ca. 10 sec. tot ca. 15 min. Overige actoren Alle overige actoren hebben een vaste inschakeltijd van 1 minuut, nadat geen beweging meer wordt gedetecteerd. Gevoeligheid Deze is traploos met potentiometer 1 van ca. 20 % tot 100 % instelbaar. Het bereik van een radiografische systeem is afhankelijk van het zendvermogen, de gevoeligheid van de ontvanger, de luchtvochtigheid, montagehoogte en de bouwkundige gegevens van het gebouw. Voorbeelden door materiaal doordringbaarheid Droog materiaal Doordringbaarheid Hout, gips, gipskartonplaten ca. 90 % Baksteen, spaanplaten ca. 70 % Gewapend beton ca. 30 % Metaal, metaaldraad, aluminium beplating ca. 10 % Neerslag ca. 0 – 40 %
Montagehoogte De normale montagehoogte is 1,1 m. Detectieveld uitvoering met lens 1,1 m De radiografische sensorafdekking “vlak” heeft een openingshoek van 180° in 2 lagen. De grootte van het detectieveld is ca. 10 x 12 m bij een montage op 1,1 m hoogte. Bij andere montagehoogten varieert de reikwijdte. Door de richting van de lens is het detectieveld niet begrensd. Bewegingen die plaatsvinden buiten het daartoe bedoelde gebied kunnen zodoende ongewenste schakelingen veroorzaken.
A 22
Schaltbilder 20080604 QXD7:Schaltbilder
04.07.2008
14:59 Uhr
Seite 23
Schakelschema's
Vervolg
Radiografische aanwezigheidsmelder Art.nr.: FPM 360 WW
De radiografische aanwezigheidsmelder zorgt voor een optimale energiebesparing door aanwezigheidgestuurde verlichting. Hij werkt met een passief infrarood sensor en reageert op warmteverplaatsing, die wordt veroorzaakt door personen, dieren of objecten. Bij detectie zendt hij een radiografisch telegram uit dat door alle radiografische actoren en dimmers vanaf release R2 (op product gekenmerkt) kan worden ontvangen en uitgevoerd. Bij bewegingsherkenning terwijl de ingestelde lichtwaarde niet gehaald wordt schakelt de aanwezigheidsmelder de ingeleerde ontvanger in. Deze voert afhankelijk van de ingestelde lichtwaarde de lichtregeling door. De lichtregeling blijft ingeschakeld zolang er beweging wordt waargenomen. Wordt geen beweging meer waargenomen dan schakelt de actor, na afloop van de ingestelde nalooptijd, de verlichting uit. Ook wordt de verlichting uitgeschakeld bij overschrijding van de bovengrens van de lichtsterkte. Ter bewaking van grotere oppervlakten kunnen meerdere aanwezigheidsmelders in een gezamenlijk systeem worden opgenomen. Hierbij werkt één aanwezigheidsmelder als hoofdtoestel (master) en de overigen als neventoestellen (slaves). Montage De aanwezigheidsmelder wordt aan het plafond gemonteerd en bewaakt het onder hem gelegen werkvlak (afb ). Afb. 2: De door de aanwezigheidsmelder gemeten lichtwaarde is samengesteld uit reflecterend kunst- en daglicht en is afhankelijk van de mate van reflectie van het oppervlak . Inleren van de radiografische ontvanger Voor een goede werking van de lichtregeling dient de radiografische aanwezigheidsmelder slechts in 1 radiografische ontvanger ingeleerd te worden. Bij het inleren is de ontvangstmogelijkheid van de ontvanger tot slechts 5 m. gereduceerd. De afstand dient derhalve tussen de 0,5 en 5 m te liggen. Inleren, stapsgewijs 1. Bij het inleren van de eerste bewegingsmelder dient de helderheidinstelling (afb.3 ) niet op het symbool maan te staan. Een zo ingestelde aanwezigheidsmelder wordt als slave geïdentificeerd en kan niet als eerste in een ontvanger worden ingeleerd. Af fabriek is de aanwezigheidsmelder ingesteld op het symbool zon. 2. Neem de batterij voor ca. 2 min. uit de aanwezigheidsmelder (de ontlaadtijd van de condensator). 3. Zet de radiografische ontvanger in de inleermodus. 4. Sluit de batterij weer aan. De aanwezigheidsmelder zendt gedurende ca. 30 seconden speciale inleertelegrammen uit. De ontvanger bevestigt het inleerproces. 5. Schakel de ontvanger weer in de normale bedrijfstoestand.
A 23
Instellingen (afb. 4) Gevoeligheid ‘sens’ Hiermee kan men de gevoeligheid tussen minimaal en maximaal instellen. Bij minimaal is de aanwezigheidsmelder niet actief.
Inschakeltijd ‘time’ Hiermee kan men de inschakeltijd traploos instellen tussen 2 minuten en 1 uur. De middenpositie is ca 15 min. Lichtwaarde ‘lux’ Hiermee kan de lichtwaardedrempel worden ingesteld tussen ca. 3 lux (symbool maan) en ca. 2000 lux (symbool zon). De middenpositie is ca. 100 lux. Deze instelling wordt pas na de activering van de ‘lichtregelingtestmodus’ in de actor overgenomen. Lichtregelingtestmodus In deze modus wordt de lichtdrempelwaarde vooraf ingesteld. Een fijnregeling kan plaatsvinden zodra de te gebruiken zender ingeleerd is. In deze modus wordt geen bewegingsdetectie uitgevoerd, maar een snelle lichtwaarde vergelijking. (lichtregeling) De in de aanwezigheidsmelder ingestelde lichtwaarde wordt naar de ontvanger gezonden en daar vastgelegd. Deze vergelijkt de vastgelegde met de actuele lichtwaarde en reageert dienovereenkomstig.
Radiografische aanwezigheidsmelder Art.nr.: FPM 360 WW
Instelling van de lichtwaardedrempel Opmerking: de aanwezigheidsmelder moet in een ontvanger ingeleerd zijn. 1. Bedien de toets (afb.5 ) voor min. 1 sec. De LED knippert 10 snel, daarna elke 5 sec. De aanwezigheidsmelder bevindt zich nu voor ca. 5 min. in de lichtregelingingstest-modus. 2. Regel de helderheiddrempelwaarde op de aanwezigheidsmelder (afb.6 ) in, zodat het lichtniveau in de ruimte de gewenste waarde bereikt (dim-actor) of aanschakelt (schakelactor). Eventueel moet u hiervoor de ruimte verduisteren. Opmerking: Bij gebruik van een dimactor kan de verandering van de insteldrempel ca. 1 min. duren (inregelen van de gewenste en de gemeten waarde). Bewegingstest-modus In deze modus kan het detectieveld van de aanwezigheidsmelder onafhankelijk van het lichtniveau getest worden. Detecteert de bewegingsmelder een beweging dan wordt de ingeleerde actor, met een vaste nalooptijd van 10 sec., ingeschakeld. Activering van de bewegingstest-modus Ter activering (duur ca. 10 min.) drukt u toets 4 (afb. 7 ) kort in, (< 1 sec.) In deze stand knippert de LED (afb. 7 ) per uitzending ca. 6 x. Deactivering van de bewegingstest-modus Deactivering gebeurt automatisch na 10 min. of door nogmaals kort indrukken (<1 sec.) van de toets. Lichtsterkteregeling met dimactor Met een dimactor vanaf release 2 (R2) kan een lichtsterkteregeling gerealiseerd worden. Daartoe kan de dimactor zo ingeregeld worden dat de in de aanwezigheidsmelder gemeten helderheidwaarde overeenkomt met de ingestelde helderheidwaarde.
Indien er bij deze installatie nog aanvullende besturing nodig is kan deze worden uitgevoerd door de volgende zenders: Handzender Standaard/Comfort Handzender Mini Wandzender Mulitifunctionele sensor met 2-voudige taster Als gebruik gemaakt wordt van een eenheid met een radiografisch afdekking dan kan er ook lokaal bediend worden.
Automatisch bedrijf Een dimactor is permanent geactiveerd zodra de bewegingsmelder ingeleerd is. Bij bewegingsdetectie schakelt de actor het licht op volle sterkte (100 %) in,zodra de gemeten helderheidwaarde kleiner is dan de ingestelde drempelwaarde. Daarna regelt de dimmer de waarde terug naar de gekozen waarde (constante lichtregeling). Wordt er uitgeschakeld en tijdens die procedure alsnog een beweging waargenomen dan schakelt de dimactor in op de minimale gedimde waarde. Wordt er in de nalooptijd van de bewegingsmelder geen beweging meer waargenomen dan schakelt de dimactor uit en gaat weer over op automatisch bedrijf. Uitschakeling vindt plaats bij minimale lichtsterkte en bij het minstens 15 min. overschrijden van de lichtsterktewaarde met meer dan 40 %.
Handmatig inschakelen van de lichtregeling Om de lichtregeling te activeren (zonder bewegingsdetectie) geeft u middels een ingeleerde zender een kort signaal af aan een ontvanger. Als gebruik gemaakt wordt van een eenheid met een afdekking met radiografische ontvanger kan er ook lokaal bediend worden. Als de aanwezigheidsmelder ingeleerd is kan door een korte puls op een van beide bedieningsvlakken de lichtregeling geactiveerd worden. Opmerking: Wordt na het handmatig activeren van de lichtregeling binnen 2 minuten geen beweging gedetecteerd dan schakelt de dimactor weer uit.
Handmatig uitschakelen van de lichtregeling Een actieve lichtregeling (belasting ingeschakeld) kan door een korte puls van een zender worden uitgeschakeld. Als gebruik gemaakt wordt van een eenheid met een fradiografische afdekking met radiografische ontvanger dan kan er ook locaal bediend worden. Als de aanwezigheidsmelder ingeleerd is kan door een korte puls op een van beide bedieningsvlakken de lichtregeling gedeactiveerd worden. De actor blijft dan zolang uitgeschakeld als er beweging gedetecteerd wordt (bijv. voor een presentatie). Herinschakeling van de regeling gebeurt pas weer nadat er geen beweging meer wordt waargenomen, na een min. nalooptijd van 2 minuten. Daarna wordt weer op automatisch bedrijf ingeschakeld. Let op: Een radiografische observer of lichtsensor werkt niet in combinatie met een radiografische aanwezigheidsmelder. Daarom mogen deze beiden niet tegelijk met een aanwezigheidsmelder in een ontvanger ingeleerd worden, en moeten, als ze er al in staan verwijderd worden. Anders is het inleren van een aanwezigheidsmelder niet mogelijk en blijft de radiografische ontvanger in de inleermodus staan. In-cq uitschakelen voor 2 uur Zodra in een dimactor een aanwezigheidsmelder is ingeleerd en in een handzender Standaard of kunt u de aanvullende funktionaliteit „inschakelen voor twee uur“ en „uitschakelen voor twee uur“ gebruiken. Inschakelen voor twee uur Bedien kanaaltoets 7 /\ van groep C lang (> 1 sec.). De toegewezen dimactor wordt nu gedurende 2 uur op 100 % helderheid ingeschakeld. In deze toestand reageert hij niet meer op telegrammen van de aanwezigheidsmelder. na 2 uur schakelt hij weer terug naar automatisch bedrijf. Uitschakelen voor 2 uur Bedien kanaaltoets 7 \/ van groep C lang (> 1 sec.). De toegewezen dimactor wordt nu gedurende 2 uur uitgeschakeld. In deze toestand reageert hij niet meer op telegrammen van de aanwezigheidsmelder. Na 2 uur schakelt hij weer terug naar automatisch bedrijf. Om deze bedrijfsstand te beëindigen bedient u de ingeleerde zendknop kort (< 1 sec.) en indien toegepast, de centraalplaat met radiografische ontvanger boven- of ondervlak, ook kort (< 1 sec.) Wordt deze functie door „inschakelen“ beëindigd, dan schakelt de dimactor voor minimaal 2 minuten in. Bij het uitblijven van aanwezigheidsmelding en na afloop van de inschakeltijd schakelt de dimactor uit en keert terug naar automatisch bedrijf. Wordt deze functie door „uitschakelen“ beëindigd, dan schakelt de dimactor voor minimaal 2 minuten uit. Bij het uitblijven van aanwezigheidsmelding en na afloop van een vaste nalooptijd van 2 minuten keert de dimactor terug naar automatisch bedrijf.
Master/slave functie Als grotere gebieden moeten worden bewaakt kan men met meerdere aanwezigheidsmelders werken. Één wordt aangemerkt als master, de overigen als slave. De master moet het eerst ingeleerd worden, daarna de slaves. De master wordt op de gewenste lichtsterkte, die dan voor de hele installatie geldt, ingeregeld, bij de slaves wordt de helderheid op de laagste stand gezet (maantje). De master mag niet op de maanstand staan, dan wordt deze nl ook als slave ingeleerd! Technische gegevens: Nominale spanning 6 Vdc Batterijen 4 x 1, 5 micro LR03 (AAA) Alkaline NB nooit koolstof-zink batterijen toepassen (R 03) Zenderbereik max. 100 m (vrije veld) Werkingshoek 360 ° Nominale reikwijdte ø5m Werkbladhoogte ø8m Vloer Inbouwhoogte voor nominale reikwijdte 2,5 m Inschakeltijd ca. 2 min. – 1 uur Lichtsterkte ca. 3 – 2000 lux Afmetingen ø 103 x 42 mm hoog
A 24
Umschlag FM-Handbuch NL:Umschlag FM-Handbuch NL
04.07.2008
11:37 Uhr
Seite 1
Funkmanagement Radiografische besturingssystemen
Verlichting
ALBRECHT JUNG GMBH & CO. KG Postfach 13 20 D-58569 Schalksmühle Vertegenwoordiging voor Nederland:
deelnemer aan:
Jaloezieën Postbus 111 2394 ZG Hazerswoude-Rd telefoon 071 • 3 41 90 09 fax 071 • 3 41 35 59 email: jung @ hateha.nl www.jung-catalogus.nl
www.elux.nl