Beaufortia SERIES
OF
MISCELLANEOUS
ZOOLOGICAL No.
De
90
ijstijden
MUSEUM Volume
8
PUBLICATIONS
-
AMSTERDAM June,
1960
94
Guide
to
1960
exhibition
Dit
leefde
Omslagfoto FIGUUR
1.
Skelet in
ons
ken, na
land.
doet de
het
van
reuzenhert.
Het
grote gewei,
vermoeden
ijstijden
zich
dat
het
overal
dier
dat
een
dier
grote
natuurlijk bijzonder hinderlijk.
Ook
maakten.
geval
jacht
op
uitgestorven.
In
ieder
in
de
open
bossen is is
de
tijdens
spanwijdte
het het
laatste
van
bijna
koude-periode 4
toendra-vlakte
ontwikkelden,
mogelijk
dat
reuzenhert
de
m
was
eerste
kort
kon
berei-
leefde. Toen
na
het
gewei
mensen
de
er
ijstijden
95
De
ijstijden
Wanneer
die
terwijl
dieren
jaargetijden zich
wel
's
men
winters
in
eens
toch
blijkbaar
de gewone wijze
op
hoe komt
af:
gezond
zo
dat
leeuwen,
rondwandelen
ziet
blijven,
kunnen
jongen
het
dierentuinen
onze
olifanten, neushoorns, rustig
hyaena's,
dat
de
in
in
ze
tijgers, sneeuw,
gunstiger
voortbrengen, vraagt
die dieren alleen in
de
tropen
men
voor-
komen? En
die vraag
krijgt
Nederlandse bodem verwante
soorten
als
honderdduizenden
dé
is
jaren, Er
waarin
dat inderdaad nog
moet
grote De
dus
iets
zoogdieren ijstijden
uit
mag
drie
1.
men
van
Vóór de
die
er
de
maar
—
streken
willen
speciaal
in
we
ons
ijstijden:
2.
begon, Tijdens de kou,
3.
De
van
er
in
onze
dezelfde of maar
enkele
hebben.
geschiedenis met
van
het
leven
op
honderden millioenen
geleden.
als
een
catastrophe,
verdreven
inderdaad wel
kou
gevolgen
moeten
de
kort
iets
van
een
waardoor al
die
werden.
catastrophe
voor
de
toen-
noemen.
hoofdstukken
anderingen invloed
onze
met
dat
weet
dieren die hier nog
geleefd
is
men
worden gemeten
gebeurd zijn,
malige dierenwereld In
bekend
als
gevonden worden
bovengenoemde,
tijdvakken
de
dieren
van
jaren geleden
Voor wie enigszins aarde,
gewicht
meer
nog
resten
de
ijstijden.
een
indruk
land
—
geven
hebben
van
de grote
plaatsgevonden
ver-
onder
96
1.
Vóór
Men
de
kou
onderscheidt
door drie
ons
land nog
daar
dat
maar
deze
we
koude periodes
vier
of
periodes
warmere
vanzelfsprekend
en
begon
tijdens
het
weinig
van
twee
of
glaciaal-tijden,
inter-glacialen. daaropvolgend de invloed
periodes
het
Tijdens
glaciaal
inter-glaciaal
eerste
de kou
van
afgewisseld
eerste
was
bemerken.
te
hebben samengevat onder het
in
Van-
opschrift:
„Vóór de kou begon". Verschillende grootste De
maar
Andere tapir
en
Het
3
m
die
uit
gewone
heeft
nijlpaard
terwijl die
m,
tijd
het
2.
De
reuzenolifant heeft.
geleefd Indische dier
Van onze
de
grens
tijger
(zie
ijstijden.
grote
fig.
Aan
tegenstelling en
hun
VAN
op
hoger in
o.a.
DER
onze
skeletten
tot
ongewoon
tijgers
zelden
roofdieren
3)
de
VLERK
is
de
gewone
sterke
scherpe
soorten
in
Afrika
2).
fig.
Indische
meridionalis,
dan klei
&
weinig
3
m
van
in
5 de
bekend
kunnen
katachtigen,
vrij
Men leidt
met
een
hoektanden in
het
de
grootste
m,
terwijl
schouders
Tegelen
FLORSCHÜTZ:
gevonden
men
nekspieren.
neushoorns,
een
wordt.
gevonden
uitgehouden
nog
toen
het
die
ooit
olifant, de
ons
o.a.
tot
in
land,
het
dat
zwakke
het
van
het
ijstijdvak.]
maar
begin
deze
buiten
daaruit af,
dat van
drijven.
de
van
dieren,
kauwspieren
geweldige klap te
Resten
is.
de grote sabeltand-
aan
aflezen
lichaam
tegenwoordige
(Zuid-Limburg).
Nederland
uit
dat
breedte voorkwam
heeft
hun prooi doodden door
lange,
de
o.a.
(zie
tegenwoordige
twee
nog
schouderhoogte bedroeg
vele aanwijzingen
zijn
voor,
was.
Archidiscodon
gevonden
[Naar
nu
Zuid-Engeland
in
De
olifanten
zijn
waren
dat
nijlpaard,
Noorden al onder het ijs bedekt
FIGUUR
de
van
tijd
meridionalis
bedraagt.
dikhuiden
het
5
was
die
in
er
heeft: Archidiscodon
geleefd
schouderhoogte
olifant
olifanten kwamen
soorten
die ooit
de in
bezaten
sabeltand-
de bovenkaak
97
Een
de
runderen beschouwt. kan
Natuurlijk
aan
men
die
de
zaal
die
we
dat
land leefden,
die
Tegelen
(Limburg)
dat misschien
het
als
dat deze
in
de
midden
Behalve
Op
In
beide hun
de
grote
In
de
(het
die in
als teken
zeebodem hebben
tot van
dit
is in
Zuid-Italië,
van
de
van
ook
geval
gebieden
als
die
soort
het
in
mogelijk
ingevoerd).
twee
en
gerekend
ook
dieren
verwachten.
zou
bevers,
soorten
de
zijn
waarvan
bever
tegenwoordige
twee
er
namen
Zeeuwse stromen"
betreft
manier
ontstaan
Zeeuwse
stroomdraad
dat
ze
gelegen
de
aan
ziet
eerst
eer
b.v.,
zich
dan
nog
b.v.
ook
tijd
de
legendarische
Bij
sommige
de
duidelijk
aan
na
van van
sporen
oppervlakte
het oesterkorren,
bij
de
zwakker
waardoor
verlegt,
komen.
waar
fossielen bloot-
worden de
telkens
tegelijk
ze
veel
ook de
men
„Klei
en
plaatsen
plotseling
oppervlakte
een
andere
misschien
stromen
men
ze,
op
die
dieren,
die
Rivieren
rivierafzettingen.
dode
of
bedding
de
van
de
het
stroomgebied
dode bochten
in
fossielen
tentoongestelde
Afrika
zelfs
de klei
dierenwereld leefden
vindplaatsen
botten
en
ons
overeen-
zien uit
misschien
stekelvarken
zelfs in koude
gevallen
dergelijke
schelpen
zeepokken,
hyaena
hyaena
worden
mag
tropische
en
gehele
afzetten
doordat
gespoeld
een
de Rhöne.
van
olifantenkerkhoven.
eeuwen
de
niet
in
is.
wordt
verbreding
een
als
er
en
ver-
nog,
we
indertijd
,,
langs
door
worden
bijna
verspreide
zand
klei of
ze
de Romeinen werd
van
soort
ook
staan
tegenwoordig
welke
heeft
de etiketten kan aantreffen:
op
Tegelen".
wordt.
en
zeer
verzamelen
stroom,
van
doen denken
reconstructies vaak
op
ze
de gevlekte
gemeen
walrussen gevonden
soorten
dat
tegenwoordige
gematigde
dezelfde
tot
herhaaldelijk
met
van
voor.
paarden
de
meest
gewijd,
die
aan
door de koude
tijd
deze
van
Skandinavië
van
de
meer
twee
een
van
soort
b.v.
we
beschouwd
rest
hebben
zijn
veel
gevonden voor
uitgeroeid
Er zijn
ze
betekent dat
waarschijnlijk
moet
Noorden werd
in
het
Zo laten
gerekend
Hetzelfde geldt
men
gelijk
waarschijnlijk
soort
Te
men
paarden
of
zien
kleine
een
stamvader
gevonden worden. Daarmee willen
dieren
wel is
maar
dezelfde
die
ziet
hoofdstuk
hetgeen
Europa,
deze
vertonen.
mee
Azië,
en
dit
aan
dieren,
het meestal buiten
suggereren
komst
zebra's,
tegenwoordige
o.a.
de
zebra-achtige
er
botten niet
en
als
omdat hun kiezen nog het
maar
schillende opgezette
zij
antilopen,
men
afgebeeld.
gestreept In
de
van
de kiezen
aan
strepen hadden,
toen
kwamen
Ook
de
die
Leptobos,
antilope
grote
een
en
indruk maakten
Afrikaanse
typisch
gazelle
van
werden
de op-
gevist. In
tegenstelling
de Zeeuwse stromen, die
tot
lopende periodes kunnen opleveren, is
te
om
bepalen
Tegelen, het
eerste
de kou
gang
van
de
vrij
ijstijd
tijd
toen
was
een
zeker ons
tijd
land
beïnvloed.
vindt, zijn
de
Bij
het
resten
groot
dus
van
geduurd heeft,
in
21
als
er
draagt
aanmerking
deze
dat
nog
uiteen-
onmogelijk de klei
van
bepalen, ernstig
naam
en
zoogdieren
betrekkelijk
neemt.
kan niet
afgegraven
zeer
vaak
staat
steeds
afgraven,
de
is,
afzetting
nog
uitgestorven men
fossielen uit trouwens
fossiel
van
Tegelen
regelmatige
aantal,
het
bepaald
de
de Romeinen wordt de klei
aardewerk.
buitengewoon
periode
welke
men
inter-glaciaal,
niets; al sinds allerlei
uit
waarvan
waarbij
niet
gebruikt steeds
voor
voor
voort-
gevonden,
korte
tijd,
nl.
door
die
een
de
98
vo r-
van
de
schedel
Op
tapir.
de
begon”. rechts
(Amerikanse) „Vóór sabelt ndijger,
kou
de
een
van
dieren met
zaal de
rechts
grote de
van
model
achtergond de
op
een
in
kijkje Een 3.
FIGU R
links
nijlpa rd,
grond een
99
Behalve enkele dieren die de
herten
gevonden, hert
o.a.
De aap
aap
hebben als
het
bij
Er wordt
het
en
wel
antilopen
moet
vermeld,
Van
de
dat
en
zelfs
Daar
in
tot
van
groep
Daar
geval streken
onze
uithouw
olifanten,
apen,
dat
die
in
neus-
volgens sommigen
is
kli-
sub-tropisch
minstens
er,
boven
zoals
alleen
tegenwoordig
de aard
voor
worden.
de
het klimaat
van
behalve
kent
al
van
zijn de planten
jaar bloeide,
beeld
dag
dat
bloeiers
in
bepalen
tussen
loog
lost
microscoop,
wilgen-
bepaald
alles,
Vinden
het
we
de
tijd
er
toen
dat
plantenwereld
de
planten,
die
en
Tegelen,
is
tropische
gewassen
nu
zeker
nog was
niet
gewoon
we
een
zeker geen
hoog
te
men
van
berk,
moeten
toename
daaruit
we
optrad.
land leefden,
ons
palmen
vond
een
voor
een
meer
periode
te een
tegenwoordig
we
dieren in
de
men
het klimaat
noemen;
wind-
bijvoorbeeld
men
dan mogen van
dit
men
het Noorden
in
land. Van
sprake,
dat
verhouding
opvolgende lagen
heeft uit ons
heeft,
die
aan
aanwijzing
waarin
verzachting
tropisch
in
de
het klimaat. Vindt
dat
er
elke soort, kan
van
„tropische"
gevonden
verspreid
afzet,
Beziet
wat
van
Door
heeft.
hazelaarstuifmeel,
geleidelijke
men
beeld
elkaar
of
heeft.
geweldige
windbloeier
stuifmeel, op.
vinden, zullen in
elke
en
soort
herkenbaar stuifmeel. Door
landschappen
bovengenoemde
de
ook
De
elke
jaar
een
een
is
der
eigenschap
structuur
het
dan
en ons
begin
door de wind
van
van
goed
geleefd
van
daarentegen
een
loop
stuifmeelkorrels
klimaat.
percentage eiken-
afleiden dat
men
berkenstuifmeel,
ongunstig
de
het een
heidesoorten
wolken
in
behalve
periode
dergelijke omstandigheden zoeken.
in
krijgt
indruk krijgen
en
die
geeft
en
voor
uiterlijke
en
vaak
bomen
dat vooral in klei-
dat
en
grassen
hoeveelheid
de aantallen
nauwkeurige
alleen
zich
blijft
aan
de
zaden die
trouwens
vanaf
huidje,
plantenresten,
dan
bepaalde
een
beter op en
vooral
van
danken
te
is
herkenbaar
bomen,
die
bepaalde
met
die
en
plantengroei
bewaard
produceren,
massa
bewerking
zijn,
stuifmeel
kurken
een
duidelijk
veenlaag
een
de
van
sommige
diffuse
het
maar
heden. Dat
van
een
onder
een
veel
eigenlijk
we
hoeveelheden bewaard gebleven
onaangetast
bij
een
tijd zijn
onderscheiden
het heeft nl.
soorten,
Elke
die
te
overstelpende
op
komt
uit
veen
hoeveelheden stuifmeel
van
of
tegenover
men
uit
koude streken.
het
het stuifmeel,
In
staat
tegen-
het klimaat dat
van van
grote zoogdieren
tropisch
die
determineren,
te
veenafzettingen
was
meer
Zuiden.
de aard
over
de
met
alleen hebben kunnen
—
aanwezigheid
een
leefden
nauwkeurig
vrij
ijstijden
van
grote
op
overeenkomstig
een
de dierenwereld. Niet vanwege de bladeren
van
daar in
grassen is
vrij
er
geweest.
plantenwereld
dan
moeilijk zijn
van
Het
kop
voorkomen.
hoogte
een
belangrijk
geweitakken
hert".
zijn
verwant
nauw
het
in
zoveel andere
dieren
of
getwist
belangrijk argument
er
hier
droeg
die door de kou
Europa
gebieden
eens
en
zijn
ook
gematigde die
vooral veel
zijn
„kleine
dier
hier
we
dieren
hebben. De
moet
voldoende aanwijzing,
Een
het
van
het
zodat
in
—
beschermde
nog
geheerst
maat
herten
waarschijnlijk
was
stekelvarken:
verdreven
hoorns,
en
groot,
Gibraltar,
van
kleine
in
tijd
Tegelen
van
woordige
den
hert"
„grote
bijzonder
noemden, zijn
Van
hoogte.
m
werden
het
van
boven al
we
Tegelen.
van
aap
inderdaad
was
dan 2,5
de
en
dan
de
helft
de aap of
eik,
van
dergelijke els
en
iep.
100
2.
de
Tijdens de
Over afstand
oorzaken
de
t.o.v.
deskundige
tijd
(men
die
dat
De
laatste
10.000
het
geleden.
jaar
zuiden
hebben
niet
ijs
Op
uit
in
het
waar
de Alpen,
centrum,
een
ijs
de
aan
makend. Zo komt keien
kunnen
keien
het
de
dat
in
de
ons
alleen
Niet
tot
maar
klimaat
en
kilometer
uitbreiding de
zelfs
tot
gebied
niet
dwergstruiken die
geheel
groeien,
(van
de
In hun
plaats
kwamen
aantal
dieren
sterven:
Van
afloop
na
groot
de
zijn prachtige
die
met
afbeeldingen
de
de de
geologen
—
ontdooien.
te
grondijs
als
een
Bomen
mos,
niet
konden
grassen
in
kleine
en
Want
in
bijna alle
alleen
veelvraten,
op
hun
dieren,
zuiden verdreven.
het
het
uit
hoge
daarnaast
beurt
een
zouden
reuzenherten,
uit-
holenberen.
het zal wel niet toeval zijn
en
de
voor
gevonden
dat
streng,
zo
oppervlaktewater
naar
en
ijstijden
meest
het
duizend
de grootste ijs-
geheel
tegenwoordig
neushoorns,
dieren
het
vestigen.
we
de
wolharige
eetbare,
meest
grote en
vormden het toneel waarop zich
-berk)
en
van
aantal dezer
zulke
leven mogelijk ijsrand werd het
de
drassig.
constant
vlakten
rendieren, muskusossen
mammoeten,
een
juist
die
tot
gelijk-
Amersfoort
winters
eeuwen
Hierdoor kon
uitgestrekte
dieren
elders
en
van
bodem
boven noemden, stierven uit of werden
we
de
waren
om
gedurende
zomers
kruipwilg
van-
geen
van
tijde
ten
was
dierenwereld kwam
nieuwe
langzaam
beïnvloed. Ruim
ingrijpend
dat
was
bleef
diep
en
tegen-
meeslepend
waarvan
natuurlijk zuiden
ten
Pyreneeën,
staat
in
gebouwd,
waar
flora
ijs,
laag aanwezig.
noorden kennen als
het
de
om
niet
Groenland
steenloos land en
zal
dikst
gletschers
opduwend
eind
een
aantonen.
ijs,
en
het
de grond bleef 's
weglopen,
een
van
meter
een
ondoordringbare
dit
het
tot
op
200.000
ongeveer
zijn
op
het vloeide
Leersum
van
duizend kilometer
zuiden
zomerwarmte
Ongeveer
onder
direct ruim
lagen
—
uit
gebergten,
van
hunnebedden werden
daarmee de fauna
ten
maar
overigens
keien
4),
Net als de
heuvels
smolt,
we
b.v.
stil,
niet
Skandinavische herkomst kunnen
was,
dik.
afschurend
randen
vinden,
waarmee
dit ijs
lag
rotsblokken
zich
is tot
de aarde,
van
eens
ijs
dikste
enige kilometers
is
over
fig.
het
tijd
van
bedekt worden.
ijslagen
van
de
van
geval
jaar, volgens anderen
strekte
de
dat
grote delen
het beter
de kaart van
ieder
in
de
de stand
of
verplaatsing
een
dikke
Of
eens.
anders,
overtuigd
jaar)
men
verst
(zie
afgeweken
Antarctica thans, dat
woordig
zijn
of
van
onder
daar is
Amsterdam
van
wel
miljoen
waren,
—
zijn
niet
nog
dan
mogelijkheden,
ongeveer 800.000
eindigde
en
verschillende
niet
het
men
zou
veranderen,
zou
de 250
om
voren
is
groter
tegenwoordig
er
ijstijd begon
geleden
jaar,
ten
te
ijstijden
zon
zon
van
zelfs
meent
van
de
tot
polen, of combinaties iedere
de
van
de aarde
van
de aard-as
van
kou
jacht
grotten
geschikte
Zuid-Frankrijk
van
dat
waren
—
en
Noord-Spanje. De een
trots
van
reuzenhert
het
Zoölogisch Museum
(zie
1),
fig.
veel groter werd dan dat
gewei
met
waarvan
recht
het gewei
tegenwoordige
van
reusachtig een
verbazingwekkender
de
dier
is
een
waarvan
men
vrijwel volledig het
had
aanneemt
waarschijnlijk
dat
zo'n
maar
van
waarvan
reuzenherten
vier meter!
van
elk
zijn
skelet
lichaam weliswaar niet
tegenwoordige eland,
mocht heten. Er
spanwijdte
als
herten,
een
Dit
gewei,
jaar werd
het
gevonden
feit wordt nog
evenals
afgeworpen
bij
onze
en
dus
101
FIGUUR
elk
4.
jaar
heeft
onwaarschijnlijke
meest
steeds
groter
aangetoond); torsen
en
er
kleinere
bezweek. Het zich
geweldige langer
ze
skeletten
van
geweien
geleefd
zo
is
in
uitbreiden
zou
de hand
zwaar
dat het
strijd
bewegingsvrijheid
weinig
hebben dan elders,
Ook
gevonden.
het
heeft
fossielen worden niet
dat
toen
na
In
kregen.
kon
meer
een
de
schade-
skelet
is
ijstijden
veel
daar
hun
met
Ierland,
hoogvenen
in
men
tentoongestelde
de
der generaties
de reuzenherten
opkwamen,
na
van
minder schadelijke
een
dat,
is
Een
loop
van
logica
van
ANTEVS.]
uitsterven
dier het
alle
met
koste
ten
bossen
Europa
te
het
geopperd.
aan
nl.). Waarschijnlijker
geweien
delen
grote
over
kan
(dit
E.
[Volgens
ijs.
Over
opgebouwd.
veronderstellingen
tenslotte werd het aan
het
van
deze: het gewei werd in de
is
zwaarder
en
lijke eigenschap (de
worden
vele
men
uitbreiding
grootste
moest
opnieuw
ijstijden
de
de
Europa tijdens
waar
gave
vandaan
afkomstig. De
mammoet,
tanden die
tijdens
(ook het
in
waarvan
laten
de koudste
o.a.
(zie
perioden
land), Azië
ons
we
zien
en
een
van
voornamelijk
onduidelijk,
heersen
Siberië.
nog
want
de
fig.
leefde
was over
vond
grassen.
met
twee
sterk
over
een
mens
men
in
waarin
groot deel
de
hand
grote
stoot-
behaarde olifant,
groot deel
een
bij
van
een
Europa goed
in
de maag de onverteerde
De oorzaak
omstandigheden
heeft de
een
Noord-Amerika. In Siberië,
lage
tegenwoordig
Misschien
schedelstuk
5),
landijs geconserveerd exemplaar,
resten
nog
kunnen
van
de
van
gehad
het
uitsterven is
mammoeten
leefden
de grassteppen
in
dit
uitsterven.
van
Zo
102
heeft
meer
b.v.
men
duizend
dan honderd
De
die in
namelijk
te
pond
noemen:
lage
van
van en
gevangen
een
goede
dan
met
honderd-
stenen
van
afgemaakt.
waren
veel
in
was
eveneens
het
bij
en
opzichten
dikhuid
een
leefde
grassen
gevonden
resten
valkuilen
neushoorn
wolharige
mammoet
de
Moravië
in
mammoeten
met
een
collega
terugtrekken
het
van
de
van
die
haar,
lang
voor-
landijs
uitstierf.
Behalve ouders
de
van
de
reeds
tegenwoordig
in
nog
(misschien
enkele
in
tientallen
Een en
als
vele
van
tot
het
maar om
had
de
mogen
mens
FIGUUR
5.
te
de
we
mammoet met
van
vist op
zoeken
en
ijstijden
juist
mens
warme
de
in
te
zich
om
zien
als
aan
Przewalskipaarden)
Misschien de
wel
niet
die
sterker
vuur!)
de grote
de harde
ontwikkeld dan
het ijs
de
nijl-
voorafging,
uit
jachtmethoden
(met
portretteerder door
ijstijden
aan
in
wilde ,
-hyaena's.
en
als
genoemd,
zie
slechts
nog
holenleeuwen
periode
maken
eveneens
tijdens
was
voor-
(verwant
voortlevende wisenten,
als
mens
(de
oerossen
te
denken,
tegen de kou.
stimulans
voor
de
mens
worden.
De en
De de
van
mogelijkheid te
zich
mens
type.
neushoorns
bescherming
schien om
hij
en
de
reeds
we
de
tegenwoordige
paarden
soort
misschien
en
hier
ijstijdvertegenwoordigers.
heeft
omstandigheden
honderd
dezelfde
elanden
maal hebben
paar
leefden
langhoornige bisons
dierentuinen voortlevende
edelherten,
jager
kleine
een
fig. 6), paarden
zwijnen,
dieren
genoemde
gekweekte runderen),
onze
een
hem uit
was
hoge
een
bult
gevonden. de
zitten.
Zeeuwse
niet
voor
Het
al op
te
de
grote olifant, rug.
afgebeelde
stromen.
Van
Over
schedelstuk
dichtbij
dicht
bedekt
gehele
ons
met
ziet
land
met
zijn
stoottanden
men
de
lange
haren
skeletresten werd
zeepokken
opgeer
nog
103
FIGUUR
6.
Een
kijkje
wisentstier
individuen van
de
Spanje
in
de
met
afdeling „Tijdens kalf.
De
in dierentuinen
langhoornige werden
rotsschildering
de
kou”.
Op
waarvan
de
nog
voorgrond
slechts
voortleven, zijn waarschijnlijk
bisons
afgebeeld uit
wisenten,
die
door
Altamira
is
in
de
de
grotten
eerste
nog
juist
van
echte
tegen
een
de
een
naaste
Zuid-Frankrijk
mensen
de
(een
volwassen
kleine
en
copie
achterwand
honderd
verwanten
Noord-
van
een
zichtbaar).
104
De
3.
gevolgen
Toen
de
na
de
van
het
ijstijden
ijstijden
klimaat
typische ijstijdvertegenwoordigers de
voor
konden
ken is
met
de
warmteminnende
zich
niet
de koude
verklaring
tegenwoordig, men
daar
evenals Iets
voor
zoals
dat
de
mee
dieren
terug
die
praktisch
de
hoge
FIGUUR
7.
voor
veroorzaakt
kaart
lijster:
van
is
doordat de
in
met
Spanje,
Noord-Europa, Engeland tijdens
de
trokken
ijstijden
in
een
verbrokkelde
naar
dieren
bergen
trok-
in.
verspreidingen 7).
Duidelijk
Europa
de sneeuwhaas, die in de
Europa,
gebergten
verzachtte,
de
fig.
van
meeste
indertijd
Sommige
hoog
(zie
beflijster
Schotland voorkomt. Het
De
als
stierven uit of
verbrokkelde
feit echter
geheel Ierland voorkomt, doet vermoeden
uitsluitend
ijstijd.
klimaat,
gebergten
de
voor
Dit van
ziet
bevolkt
zijn
streken.
noordelijke
en
de
vóór
mildere
vreemd
van
begon
grote catastrophe
het noorden of
naar
alle
even
van
het
aan
sommige
b.v.
dergelijks geldt
IJsland over
aanpassen
verzachtte,
een
het
[Naar
de
areaal,
of hoog K.
H.
areaal.
doordat de
de
de sneeuwhaas ook
deze zo
Balkan,
Alpen, Skandinavië,
de
bergen
Voous:
verspreiding
bijzonder
verspreiding de
Waarschijnlijk
aaneengesloten
het
noorden
aangeduid
Alpen, Ierland.
en
dat
sneeuwhaas
zwart
de
dat
Kaukasus leefden
Toen
daarna
beflijsters
met
op
van
de
bef-
verder
en
de
in
beflijsters
het de
niet
koude
klimaat
kou
mee-
in.
Atlas
van
de
Europese
vogels.]
105
FIGUUR
8.
De
verspreiding in
salamander het
areaal
op
ondersoort duid.
In
elkaar Men
het
ze
kaart
midden
ontmoeten aan
gelijkvormige Hier
de
zijn
en
dat
van
waar
ontwikkelden
rekent
men
de
ze
Duitsland
is
zonder
ze
in
zich
elk
een
tot
een
en
dezelfde
aparte
west.
soort.
de
een
elkaar
Na nog
een
de
zou
oostelijk
ze
de
waar
met
vorm.
Omdat
Rechts
ijstijden
ijstijden
en
gevlekte
taeniata,
de
land-
waarvan
de
horizontale lijnen
gebied
vóór
de
westelijk
tot
oost
met
onderscheid
Tijdens
een
aangeduid.
is
areaal
landsalamanders
vanuit
ze
lijnen
het
de
van
ondersoort
westelijke
verticale
vormden.
gedrongen,
ondersoorten
grootste
waarvan
de
soort
Europa opnieuw
deren,
twee
Links
met
salamandra,
neemt
zuiden
de
van
Europa.
oostelijke is
twee
aangevormen
bastaarderen. min
soort
of
meer
naar
het
„onderduikadres”.
ijstijden
met
bevolkten
elkaar
bastaar-
106
gesteld
is,
omdat de
hij
haas
bestand
niet
was
ander
ontleend
de
die
de
Na
hun
In
oostelijke
een
Het
blijkt
dezelfde
als
soort
andere
noemt
en
gevallen
vormen
het
kunnen elkaar
gebied zo n
begin Als
geval
van
de
slot
stuifmeel kan
waar
Elke
hebben
nog
in
zijn
het
de
uit
de
periode
soms
inter-glacialen
voor
twee
maar
vorm
de
de tropen of
hazen.
de gewone
een
een
vormen
opnieuw
Europa
Men rekent
ondersoort
ontmoeten
Duitsland.
in
ze
daarom
en
tot
daarvan.
elkaar
vormen
kruisingen
soorten
heeft
geworden
soortgenoten herkennen
groot deel overlappen,
nieuwe
zuiden
ontwikkeling
eigen
dat
blijkt het
in
zonder de
tussen
geworden,
niet
van
die
meer
de
twee
dat het
twee
in
komt.
dus sinds
het
ontstaan.
fossiele
wordt
de
getoond
die
men
kenmerkende
schelpfossielen
rijker
dat
gehele geschiedenis
schelpen
zijn
weinig veel
gebieden
verspreidingsgebieden
tot
voorbeeld
een
Vaak
landsalamanders
verschillende de
met
8).
fig.
proberen
en
bastaarderen.
beenderen,
waren
gewone
elkaar ergens midden
vorm
tentoonstelling
heeft
een
gevlekte
beide voorkomen
fossiele
aflezen
vindt.
elke
ijstijden zijn
van
en
de
herkennen;
te
soortgenoten
inmiddels uit
zodat
verschillend
elkaar nog als
elkaar
blijken
de
voorschijn
te
van
vormen
met
(zie
gebieden
komen dan
westelijke
een
geïllustreerd
is
verschillende
naar
die
van
geval
daar dat de
onderscheid
zonder
In
en
ijstijden
ijstijden
ijstijd
het
terugkerende
Waar-
terugtrekken,
de
met
het vasteland,
van
landsalamander
„onderduikadressen"
bevolken.
te
de
elk
in
de
etc.)
vinden.
te
moest
komen.
van
gevlekte
door
doorgemaakt. uit
elders
de concurrentie
afgesneden
kon
meer
teruggedrongen,
is
Ierland
geheel
over
de Balkan
(Spanje,
gevolg
aan
soort,
een
niet
tegen
was
reeds lang
daar niet
Een
zeker
is
lijkt het dat de sneeuwhaas overal
vluchtgebieden
Ierland
In
die
want
schijnlijker
aan
van
behalve ons
De
koude
achtergelaten. waarvan
De
vele
aan
land ook
de verschillende
soorten.
schelpen,
sub-tropen voorkomen.
in
men,
lagen
perioden warmere
soorten
nu
107
Summary AGE IN EUROPE
THE ICE
especially In the
hills A
hall
entrance
glaciation
shown
the
on
and
stone
In
the first the
before the
by
braved
once
of
photographs
the
Netherlands
shows
4)
the
largest how
glacier suggests
a
were
transported
have
even
An
found
deep
bear tells
enormous
of
us
the
and
stones
modelled
or
been
of
extent
the
by the
ice. soil
the
in
the animals
cold.
(left
Age,
skull
stands.
now
room
Ice
(fig.
map
model
buffalo’s
a
where Amsterdam that
a
A
Europe.
in
the
in
of
the
palaeontologists
Of
first
the
hall)
entrance
shown.
is
the
did
four
tropical
influence
not
subtropical life,
or
glacial periods
distinguished
climate.
our
We
see
the animals then Archidiscodon living here: the largest known elephant,
meridionalis,
of their remains
Many
Zeeland Sea-arms, for of
their
the
a
of
to
The
musk-ox,
Many
of
caves,
as
them
survived,
a
layers
the
known
Tegelen,
at
Both
sedimentations
are
diagram: the cork epidermis
deposited
at
certain
a
willow
climate:
changing oak
times,
hall shows
right of the The
last
mammoth
have
been
did
glacial 5),
(fig.
pictured
reproductions
probably
as
pollen
the
in
colder
to
period.
glutton,
the
period.
in
monkey.
(a
time
(eik)
and
and
(wilg)
hazel
(hazelaar)
climate.
the
cold
the
interglacial
a
from the bottom of the
clay-pits
times.
shown
shows
m
belong
room to
during
5
about
milder
a
are
the
in
Roman
since
water
pollen grains highly enlarged). The diagram covering
some
(berk)
point
first
by the
sabletooth-
deer and
porcupine, beavers,
found
are
ever
preserved
is
shows
depth
the
remains
pollen
picture
birch
of
plant
others
high), rhino, tapir, hippo,
m.
disclosed
are
clay
pottery
the rivers The
of
shoulder 5
(fig. 2,
3), hyaena, antelopes,
tiger (fig.
the animals
period
the
human
the exhibition
on
the Przewalski
4)
rhino,
woolly
by
that survived here
(fig.
and
bear.
deer,
inhabitants
show. The
horses,
reindeer,
saw
giant
wisent
others
their
in
6)
(fig.
(boar,
elk,
deer). The Ice
next
age:
retired
(fig.
7
pieces). ice,
one
west. met
as
to
said
the
how
some
When
again.
the
different forms,
Finally and
some
the
the
of
man
or
shown
well in
periods,
are as
the
by
a
then
the
into
cut
divided
developed
of
shown:
skulls
atavism.
or
and
ice
retiring
thus
the
by
the east, another
modern
ones
the
in
two
the
parts
into
two
(fig. 8).
shell remains,
smaller
others
climate,
is
had been in
followed it
had
species
even
remains as
species
of
ouzel
the
after
regions
our
milder
wake
ring
refuge
both
again,
populations
two
the
the
a a
the
to
mountains in
habitat
habitat of
retired
human
interglacial
themselves
population finding
the climates is also
periods.
the
the
subspecies
Cro-Magnon
warmer
e.g.
ice
Often
to
or
cases
part of the
the animals that inhabited
adapted
some
north
shows
In
shows
room
Neanderthal
larger species during
none at
man
The alternation
all
in
the
during the glacial