BAR12_006v5.qxd:050113_A_117
18-06-2012
14:57
Pagina 1
Nummer BAR 12-006/1/A Datum 2012.06.08
Categorie Platte en flauwhellende daken BDA ADVIES
Projectnummer 12-B-0281
®
BDA Agrément BAR 12-006
Geldigheid 2015.06.08
Betreft Met haakband bevestigde APP-dakbedekking
Product
Evolution Plus
Leverancier
DION Evolution Systems B.V. Le Havre 78-90 5627 SV EINDHOVEN T. : +31 (0)88 3466920, F. : +31 (0)88 3466921, E.:
[email protected], I. : www.diones.eu
Omschrijving
Evolution Plus is een APP-dakbedekkingssysteem dat met haakband mechanisch wordt bevestigd aan de onderconstructie.
Toepassing (doel)
Evolution Plus wordt geleverd als waterdichte laag voor platte en flauwhellende daken. De met polyestermat gecacheerde en geprepareerde APP-dakbanen haken zich vast aan de op de ondergrond gelegd en aan de onderconstructie bevestigde haakbandstroken van DES Hook Tape.
Toepassingsgebied
Nederland
Samenvatting
Dit BDA Agrément® bevat de volgende beoordelingsaspecten: • Toepassingsvoorwaarden • Referenties • Onafhankelijk vastgestelde productgegevens • Toebehoren • Ontwerpaspecten • Verwerkingsrichtlijnen • Specifieke details • Toetsing aan het Bouwbesluit
Verklaring
Conform de toetsing van het Kiwa BDA Expert Centre Building Envelope (ECBE) is Evolution Plus geschikt voor de beoogde toepassing als het is ontworpen, uitgevoerd en wordt gebruikt overeenkomstig de aanwijzingen in dit Agrément.
A.F. van den Hout deskundige
Prof. ir N.A. Hendriks chairman ECBE Autorisatie: J. Sanders directeur BDA Dakadvies B.V.
Versie 01
Kiwa BDA Expert Centre Building Envelope (ECBE) Division of BDA Consultancy (BDA Advies) Avelingen West 24 P.O. Box 389 NL – 4200 AJ Gorinchem
Blad 1 Van 6 bladen T: +31(0)183 669690 F: +31(0)183 630630 Copyright© 2012 BDA
BAR12_006v5.qxd:050113_A_117
1 Toepassingsvoorwaarden
18-06-2012
14:57
Pagina 2
1 Toepassingsgebied Evolution Plus dakbanen zijn geschikt als mechanisch bevestigde waterdichte laag op ondergronden van gecacheerde PIR- en PUR-isolatie, gecacheerde EPS-isolatie, gecacheerde MWR-isolatie, EPB-isolatie en alle bestaande gesloten dakbedekkingssystemen.1)2)3) 1) 2) 3)
na gebleken geschiktheid en bouwfysische toetsing met uitzondering van dakbedekkingssystemen op basis van teermastiek en PVC bij daken met een lichte, bijvoorbeeld een stalen onderconstructie, moet een risicobepaling op wateraccumulatie worden uitgevoerd
2 Onderzoek Door BDA Keuringsinstituut B.V. zijn de weerstand tegen dynamische windbelasting, de brandgevaarlijkheid bij vliegvuur volgens NVN-ENV 1187, test 1 en de producteigenschappen bepaald. 3 Uitvoering Aanbevolen wordt om de kwaliteit van de uitvoering en het vakmanschap van de dakbedekkers te laten controleren door een ervaren onafhankelijke inspecteur. Deze inspecteur kan een gekwalificeerde medewerker van de leverancier zijn of een gekwalificeerde medewerker van een raadgevend ingenieursbureau. Het product moet worden uitgevoerd conform de aanbevelingen van de leverancier en de voorwaarden van dit Agrément. 2 Referenties
1 2 3 4
5 6 7
8 9 3 Productgegevens
• • • • • • • • •
BDA Guideline BDA Agréments®, mei 2012 BDA Dakboek 2012 Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen 2010, deel A, B en C Bepaling producteigenschappen - nageldoorscheursterkte haakband - pelsterkte van de lasverbinding haakband / polyester cacheerlaag Rapport BDA Keuringsinstituut B.V. 0128-B-10/1 d.d. 2010.04.26 Beproeving van het brandgevaarlijk zijn van daken volgens NVN-ENV 1187, test 1 Rapport BDA Keuringsinstituut B.V. 0128-B-10/2 d.d. 2010.12.20 Bepaling weerstand tegen dynamische windbelasting. Rapport BDA Keuringsinstituut B.V. 0128-B-10/9 d.d. 2011.05.26 Bepaling producteigenschappen - flexibiliteit bij lage temperatuur na thermische veroudering - vloeiweerstand na thermische veroudering, Rapport BDA Keuringsinstituut B.V. 0128-B-10/6 d.d. 2011.03.24 Productgegevens Evolution Plus (CE 1370 CPP-0057). Myrthe de Bruin: Nieuw dakbedekkingssysteem goed voor milieu en dakbedekker, Dakenraad nr. 104, oktober 2011 Nominale lengte Nominale breedte Nominale dikte Dimensionele vervorming Flexibiliteit bij lage temperatuur na thermische veroudering Pelsterkte lasverbinding Brandgevaarlijkheid (ref. 5) Weerstand tegen windbelasting rekenwaarde per bevestigingspunt (ref. 6) Dampdiffusieweerstandsgetal (µ)
: : : :
5,00, 7,50, 10,00 1.000 4 ≤ 0,2
[m] [mm] [mm] (exclusief cacheerlaag) [%(l/l)]
: ≤ -10 [°C] : > 60 [N(50 mm)-1] : voldoet aan NEN-EN 13501-5 : 467 : 20.000
[N] [-]
Opmerking: Evolution Plus dakbanen zijn voor detailwerk ook leverbaar zonder de polyestercachering: Evolution Plus Detail dakbaan. 4 Toebehoren
• Dakschroeven • Drukverdeelplaten • Haakband
: Guardian PS-48120 : Guardian SP-50-S1 : Velcro® Brand Fasteners; DES Hook Tape 125 mm/50 mm SA (hierna te noemen: haakband) Eurothane Silver PIR-isolatie is aluminium gecacheerd PIR-schuim waarop aan de langszijden en in het midden zelfklevende stroken haakband (DES Hook Tape SA) zijn aangebracht.
Afmetingen : 1200 mm x 2500 mm Dikten (mm) : 30, 40, 50, 60, 70, 80, 100 en 120 Warmtegeleidingscoëfficiënt (λd) = 0.024 W.m-1.K-1
Versie 01
Productinformatie Kiwa BDA Expert Centre Building Envelope Copyright© 2012 BDA
Blad 2 Van 6 bladen
BAR12_006v5.qxd:050113_A_117
5 Ontwerpaspecten
18-06-2012
14:57
Pagina 3
1 Onderconstructies Het met haakband mechanisch bevestigd dakbedekkingssysteem is toepasbaar op vrijwel alle houten, houtachtige, steenachtige en metalen onderconstructies onder voorwaarde dat de bevestigers geschikt zijn voor de aard van de onderconstructie. In de meeste gevallen is op de onderconstructie een dampremmende laag of sluitlaag en een thermische isolatie aanwezig. 2 Ondergronden Isolatiematerialen als ondergrond Aluminium gecacheerd PIR-schuim met zelfklevende haakbandstroken. Gecacheerde PIR- en PUR-isolatieplaten, gecacheerde EPS-isolatieplaten en MWR-isolatieplaten met gecacheerde bovenzijde. Oude dakbedekkingen als ondergrond Afhankelijk van de conditie van het dakbedekkingssysteem, de thermische isolatie en de onderconstructie zijn bitumen, kunststof en rubberen dakbedekkingen geschikt met uitzondering van dakbedekkingssystemen op basis van teermastiek en/of PVC. 3 Aandachtspunten 01 Uit het oogpunt van een kwaliteitsverbetering van de totale dakbedekkingsconstructie (beperking inwendige condensatie, windvastheid, luchtdichtheid, brandveiligheid) dient steeds een dampremmende laag of sluitlaag te worden overwogen. 02 Bij mechanisch bevestigde dakbedekkingssystemen moeten de afmetingen van de rand- en hoekzones van het dak en het benodigde aantal bevestigers worden bepaald conform NEN-EN 1990+NB en NEN-EN 1991-1-4+NB. 03 Bij alle dakranden dient kimfixatie te worden ontworpen. 04 De thermische isolatie mag bij het aanwalsen van de haakbandstroken niet vervormen. 05 Evolution Plus wordt verwerkt zonder het gebruik van open vuur met thermisch gelaste overlappen (ref. 2 en 3). 4 Omschrijving Code NMtSC Aanbrengmethode: mechanisch bevestigen met haakband 01 Op de ondergrond haakband bevestigingsstroken aanbrengen, breed 125 mm en deze mechanisch bevestigen aan de onderconstructie in een patroon gebaseerd op de resultaten van een windbelastingsberekening. 02 Op de haakband bevestigingsstroken een laag Evolution Plus dakbanen aanbrengen conform de verwerkingsrichtlijnen. Code F(N)MtS(C) Aanbrengmethode: op zelfklevend en mechanisch bevestigd haakband 01 Op de onderconstructie of ondergrond (bestaande dakbedekking of aluminium gecacheerd PIR-schuim) zelfklevende haakbandstroken plaatsen en mechanisch bevestigen door het haakband. Het aantal bevestigers baseren op de resultaten van een windbelastingsberekening. 02 Op de haakband bevestigingsstroken een laag Evolution Plus dakbanen aanbrengen conform de verwerkingsrichtlijnen.
Versie 01
Productinformatie Kiwa BDA Expert Centre Building Envelope Copyright© 2012 BDA
Blad 3 Van 6 bladen
BAR12_006v5.qxd:050113_A_117
6 Verwerkingsrichtlijnen
18-06-2012
14:57
Pagina 4
1 Aandachtspunten 01 De Evolution Plus dakbanen met zorg behandelen, beschermen tegen vocht en beschadigingen en vrij van de ondergrond van het dak of het bouwterrein opslaan. 02 Bij alle dakranden kimfixatie toepassen. 03 Het aanbrengen van de eventuele dampremmende laag, de thermische isolatie en het dakbedekkingssysteem moet om redenen van kwaliteit en duurzaamheid gelijktijdig gebeuren. Een dakbedekkingsconstructie moet zodanig worden uitgevoerd dat vochtinsluiting wordt voorkomen. 04 De randaansluitingen moeten luchtdicht worden uitgevoerd. 05 De afstelling van de bevestigingsapparatuur moet zodanig zijn dat de bevestigers in de haakband bevestigingsstroken niet onnodig diep worden aangetrokken. De haakbandstroken mogen niet vervormen. 06 De ondergrond moet voldoende drukvast zijn in verband met het aanwalsen van de haakbandverbinding. 2 Verwerking 2.1Algemeen 01 De ondergrond dient voor het aanbrengen van de dakbedekkingsconstructie vlak, winddroog en schoon te zijn of te worden gemaakt. 02 De dakbanen en de rand- en opstandstroken droog en tijdens droog weer verwerken op een droge ondergrond. 03 Afval van dakbedekkingswerkzaamheden zorgvuldig verzamelen en brandveilig opslaan. De diverse stoffen afvoeren conform plaatselijke regelgeving. 04 De dakbanen zodanig aanbrengen, dat naar de afvoeren toe geen tegennaden ontstaan. 05 De details en aansluitingen uitvoeren conform de aanwijzigen gegeven in ref. 2 en 3. 06 De dakbedekkingswerkzaamheden veilig uitvoeren conform vigerende regelgeving. 2.2Mechanisch bevestigd dakbedekkingssysteem 01 De haakbandbevestigingsstroken aanbrengen op een h.o.h.-afstand, die is bepaald conform de benodigde waarde voor de windweerstand. 02 In geval van geprofileerde stalen dakplaten de haakbandstroken haaks op de cannelurerichting van de dakplaten aanbrengen. 03 De haakbandbevestigingsstroken tijdelijk beschermen met sleepstroken opdat de Evolution Plus dakbaan op de juiste maat kan worden gesteld met langsoverlappen van minimaal 70 mm en met verspringende dwarsoverlappen van 150 mm breed. 04 Na het stellen van de Evolution Plus dakbanen deze plaatsen door de sleepstroken weg te trekken en de dakbaan op de haakbandbevestigingsstroken aan te walsen met een stalen wals. 05 De overlappen thermisch lassen. 06 De detailaansluitingen uitvoeren conform de aanwijzingen onder hoofdstuk 7 ‘Specifieke details’. Code NKtSC 01 De haakbandbevestigingsstroken aanbrengen op een h.o.h.-afstand, die is bepaald conform de benodigde waarde voor de windweerstand. 02 In geval van geprofileerde stalen dakplaten de haakbandstroken haaks op de cannelurerichting van de dakplaten aanbrengen. 03 De haakbandbevestigingsstroken tijdelijk beschermen met sleepstroken opdat de Evolution Plus dakbaan op de juiste maat kan worden gesteld met langsoverlappen van minimaal 70 mm en met verspringende dwarsoverlappen van 150 mm breed. 04 Na het stellen van de Evolution Plus dakbanen deze plaatsen door de sleepstroken weg te trekken en de dakbaan op de haakbandbevestigingsstroken aan te walsen met een stalen wals. 05 De overlappen thermisch lassen. 06 De detailaansluitingen uitvoeren conform de aanwijzingen onder hoofdstuk 7 ‘Specifieke details’. Code F(N)MtSC 01 Op de onderconstructie of ondergrond (bestaande dakbedekking of dampremmende laag) de aluminium gecacheerde PIR-schuimisolatieplaten met zelfklevende haakbandstroken plaatsen en mechanisch bevestigen door het haakband aan de onderconstructie. 02 In geval van geprofileerde stalen dakplaten de PIR-isolatieplaten haaks op de cannelures van de dakplaten aanbrengen. 03 Zie de omschrijving onder 03 t/m 06 van code NKtSC.
Versie 01
Productinformatie Kiwa BDA Expert Centre Building Envelope Copyright© 2012 BDA
Blad 4 Van 6 bladen
BAR12_006v5.qxd:050113_A_117
7 Specifieke details
18-06-2012
14:57
Pagina 5
1 Aandachtspunten 01 De principes van de details van de Evolution Plus zijn gebaseerd op de details zoals opgenomen in referentie 2 en 3. 02 De aangegeven details betreffen principes. Het is van belang, dat voor ieder project alle details zorgvuldig worden uitgewerkt met onder meer alle relevante bouwkundige aansluitingen en maatvoering. 03 Ieder detail moet in de toepassing worden beoordeeld op koudebrugvorming. 04 Bij alle dakranden moet kimfixatie worden ontworpen.
2 Detailprincipes 2.1Detail met enkele daktrim 2.2Detail met afdekkap Figuur 1
Figuur 2
f
f e min. 125 mm
d
min. 125 mm
d
e a
70 mm
70 mm
c
55 mm x 55 mm (b)
c
a
55 mm x 55 mm (b)
Legenda: a. De Evolution Plus dakbanen circa 70 mm opzetten. b. In de kim een gezet verzinkt stalen profiel (55 mm x 55 mm) plaatsen en mechanisch bevestigen in de onderconstructie h.o.h. 250 mm. c. Het opgaande deel van het profiel is voorzien van een strook zelfklevend haakband, breed 50 mm. d. Op de muurplaat een strook zelfklevend haakband aanbrengen, breed 50 mm. e. Van voorkant dakrand tot 125 mm door de kim Evolution Plus randstroken aanbrengen op het haakband (c en d) en thermisch gelast op baan a. f. Op deze randstrook een enkele daktrim of afdekkap monteren conform de aanwijzingen uit ref. 2 en 3.
2.3Opstand onder voetlood Figuur 3
Versie 01
b 70 mm
≥ 200 mm
c
a
Legenda: a. De Evolution Plus dakbanen circa 70 mm opzetten en tegen de opstand bevestigen. b. Van onder het voetlood een Evolution Plus randstrook aanbrengen tot minimaal 70 mm door de kim1). Deze strook lassen op baan a. c. Voetlood aanbrengen conform de aanwijzingen uit ref. 2 en 3. 1)
bij opstanden hoger dan 200 mm kiezen voor Evolution Plus randstroken in combinatie met een zelfklevende haakbandstrook die onder het voetlood aan de ondergrond wordt bevestigd.
Productinformatie Kiwa BDA Expert Centre Building Envelope Copyright© 2012 BDA
Blad 5 Van 6 bladen
BAR12_006v5.qxd:050113_A_117
7 Specifieke details (vervolg)
18-06-2012
14:57
Pagina 6
2.4Lichtstraat Figuur 4
d
b c 70 mm
a
Legenda: a. De Evolution Plus dakbanen circa 70 mm opzetten en tegen de opstand bevestigen. b. Op de bovenzijde van de lichtstraat tegen de dagkant aan een strook zelfklevend haakband aanbrengen, breed 50 mm. c. Vanaf de dagkant van de lichtstraat de Evolution Plus randstrook aanbrengen tot minimaal 70 mm op baan a. d. Lichtstraatafwerking.
2.5Onderuitloop Figuur 5
a
c
b
Legenda: a. De Evolution Plus dakbedekking aanbrengen en ter plaatse van de afvoeropening een gat snijden ter grootte van de diameter van de onderuitloop. b. De onderuitloop plaatsen en wellen in bitumenpasta. c. Op de plakplaat een plakstuk aanbrengen gesneden uit een Evolution Plus Detail dakbaan.
2.6Dakdoorvoer Figuur 6
a
8 Toetsing aan het Bouwbesluit
c
b
Legenda: a. De Evolution Plus dakbedekking aanbrengen en ter plaatse van de doorvoer een gat snijden ter grootte van de doorvoeropening. b. De doorvoer plaatsen geweld in bitumenpasta en bevestigen aan de onderconstructie. c. Op de plakplaat een plakstuk aanbrengen gesneden uit een ongecacheerde Evolution Plus dakbaan.
1 Par. 2.1 Sterkte van de bouwconstructie 01 De weerstand tegen dynamische windbelasting is bepaald volgens NEN 6707: 2011 (ref. 6). 02 De rekenwaarde voor de bevestigers van de onderzochte combinatie is 467 N. 03 Met deze rekenwaarde, de aantallen en de verdeling van de bevestigingsmiddelen volgens NEN 6707 moet de weerstand getoetst tegen windbelasting zijn bepaald volgens NEN-EN 1990+NB en NEN-EN 1991-1-1-4+NB. Opbouw getest systeem: - Onderconstructie : geprofileerd stalen dakplaten, 106 profiel, dik 0,75 mm. - Thermische isolatie : MWR, Rockwool Taurox, dik 100 mm. Dakbanen Evolution Plus met een breedte van 1000 mm. De onderlinge afstand tussen de bevestigers onderling is 0,25 m. De afstand tussen de rijen bevestigers (stroken klittenband) is 0,6 m. 04 De dakbedekkingsconstructie moet zijn ontworpen en uitgevoerd conform de aanwijzingen in dit Agrément. 2 Par. 2.8 Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie De in dit Agrément beschreven dakbedekkingsconstructies zijn niet brandgevaarlijk bij hellingshoeken tot 20°, test volgens NVN-ENV 1187, test 1 en classificatie NEN-EN 13501-5.
Versie 01
Productinformatie Kiwa BDA Expert Centre Building Envelope Copyright© 2012 BDA
Blad 6 Van 6 bladen