Bedrijfsregelingen
BBA Personenvervoer NV September 2005
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
0
Inleiding en inhoudsopgave Deze “Bedrijfsregelingen” zijn gebaseerd op in nota’s en andere correspondentie vastgelegde afspraken tussen directie en ondernemingsraad en bevat voorschriften, regels en richtlijnen hoe in bepaalde situaties gehandeld moet worden en hoe in andere situaties gehandeld kan worden. Hieronder treft u een opgave aan van de verschillende regelingen, met daarbij een korte omschrijving van de inhoud. Pag. 5 ARBEIDSONGESCHIKTHEID In het reglement arbeidsongeschiktheid staat beschreven wat u moet doen als u ziek bent. Hierin kun u onder andere terugvinden dat u zich, om de voortgang van de dienst niet in gevaar te brengen, op tijd moet ziekmelden. Dat u bij ziekte op bepaalde tijden thuis moet blijven. Dat u naar de bedrijfsarts moet gaan als deze u oproept. Wat te doen als u ziek bent en op vakantie wilt gaan. Wat u moet doen als u het niet eens bent met bijvoorbeeld een herstelmelding. Tevens een toelichting op de “Wet Verbetering Poortwachter”. Pag. 18 NEVENBETREKKINGEN Wanneer u naast uw werk bij de BBA nog andere werkzaamheden in loondienst of tegen betaling verricht, heeft u een nevenbetrekking. De regels die hieraan zijn verbonden staan zowel in de CAO OV als in dit reglement. Pag. 19 REGELING REISKOSTENVERGOEDING Bij overplaatsing, zowel een tijdelijke als een definitieve overplaatsing, geldt een reiskostenregeling. Er zijn 4 soorten vergoedingen die allen in deze regeling staan beschreven. Pag. 23 VRIJVERVOERBEWIJZEN Er zijn regels opgesteld waaraan men moet voldoen om voor een vrijvervoerbewijs in aanmerking te komen. Hierin wordt ook vermeld waar het vrijvervoerbewijs geldig is, wanneer het niet meer geldig is, dat alleen voor het vervangen van een vrijvervoerbewijs door de BBA kosten in rekening worden gebracht en dat de belastbaarstelling door de belastingdienst voor rekening van de houder van het vrijvervoerbewijs is. Dit laatste houdt in dat volgens de richtlijnen van de belastingdienst het vrijvervoerbewijs wordt verstrekt volgen de huidige fiscale toetsing, die vanaf 1 juli 2003 geldt. Pag. 27 GEVONDEN VOORWERPEN Iedereen vergeet wel eens wat, dus worden regelmatig voorwerpen gevonden. Hoe daarmee om te gaan, kunt u hier terugvinden. Overigens kan de regeling in een concessie zijn aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. Pag. 28 JUBILEUMREGELING Bij een dienstverband van 25 en 40 jaar bij de BBA of in het streekvervoer, wordt een gratificatie verstrekt. Er zijn twee regelingen, één voor een ononderbroken dienstverband bij de BBA en één voor een langdurig dienstverband in het streekvervoer.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
1
Pag. 29 FINANCIËLE TEGEMOETKOMINGSREGELING Wanneer kosten voor een gezinshulp moeten worden gemaakt, kan men bij de BBA, onder gestelde voorwaarden, een tegemoetkoming in de kosten aanvragen. Pag. 30 HANDLEIDING PLUSSEN EN MINNEN Afwijkingen op het vooraf vastgesteld dienstrooster voor chauffeurs worden opgenomen op de “plus- en minstaat”. Wanneer méér werken dan op het rooster staat plus (uren en minuten) opleveren en minder werken min (uren en minuten) opleveren staat hier uitgebreid beschreven. Met behulp van de beslissingstabel en het schema plussen en minnen is de “plus- en minstaat”, die u als chauffeur bij uw loonstrook krijgt, te verklaren. Pag. 36 GEMIDDELDE OT/GD De BBA kent een systeem van een gemiddelde toelage onregelmatige diensten (OT) en een gemiddelde toelage voor gebroken diensten (GD). In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe deze gemiddelde toelagen worden berekend. Pag. 38 COMPENSATIEDAGEN Alle personeelsleden behoren naast de ingeroosterde vrije dagen (hieronder vallen ook de ATV dagen) over evenveel extra vrije dagen in verband met feestdagen te beschikken. Is dit niet het geval, dan krijgt men hiervoor een vervangende vrije dag, ofwel een compensatiedag. Wanneer wel en wanneer niet, wordt hier beschreven. Pag. 38 PRIVACYREGLEMENT Er zijn wettelijke bepalingen waaraan het opslaan van persoonsgegevens en het verstrekken daarvan moeten voldoen. De toepassing hiervan bij de BBA staat in het privacyreglement. Pag. 41 KLACHTENCOMMISSIE “ONGEWENST GEDRAG” Wat wordt verstaan onder “ongewenst gedrag”, wat kunt u ondernemen als u ermee wordt geconfronteerd, wat is de klachtencommissie en hoe is deze samengesteld? Vragen waarop in dit hoofdstuk een antwoord wordt gegeven. Pag. 44 RECEPTIEBELEID BBA heeft afspraken gemaakt inzake het houden van recepties en het alcoholgebruik bij recepties en bijeenkomsten. Pag. 45 GEBRUIK KLUISJES CONCESSIES Om de bedrijfseigendommen beter te beschermen zijn er kluisjes in de concessies geplaatst. Het gebruik hiervan wordt hier beschreven. Pag. 46 SPAARLOONREGELING De spaarloonregeling, die 1 januari 2003 is ingegaan, wordt hier beschreven.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
2
Pag. 47 KLEDINGREGLEMENT In het kledingreglement wordt geregeld wie in de onderneming geacht wordt bedrijfskleding te dragen. Ook de samenstelling van het kledingpakket per functie en de verstrekkingsprocedure is in deze regeling opgenomen. Pag. 60 VERLOFSPAARREGELING Een nadere uitwerking van de regeling om verlof te sparen zoals die in de CAO is opgenomen. Pag. 61 GARANTIEVERLOFREGELING Het raamwerk van de regeling die verder per concessie wordt uitgewerkt. Pag. 62 FUNCTIONERINGSGESPREKKEN De tekst uit de brochure “het waarom en hoe van het functioneringsgesprek” is hier ingevoegd. Pag. 65 WAP-KEURINGEN De tekst uit de brief van Directie BBA aan Secretaris ondernemingsraad dd. 29 april 2005 over dit onderwerp is hier ingevoegd. Pag. 66 HALVE VERLOFDAGEN De tekst uit de brief van Directie BBA aan Secretaris ondernemingsraad dd. 29 april 2005 over dit onderwerp is hier ingevoegd. Pag. 67 ROOSTERRICHTLIJNEN Roosterrichtlijnen zoals overeengekomen tussen directie en ondernemingsraad in de overlegvergadering van 27 juni 2001. Pag. 70 RIJTIJDMETING VOLGENS BARTERVEERMETHODE Een beschrijving van de methode hoe rijtijden gemeten worden. Pag. 71 VASTSTELLING FORMATIEMETHODIEK PER KALENDERJAAR Een beschrijving van de afspraken die gemaakt zijn om chauffeurformaties vast te stellen. Pag. 75 BUSDIENSTLEIDERS Een beschrijving van de werkwijze bij treinstremmingen. Pag. 76 POLISVOORWAARDEN IP AANVULLINGSPLAN Tekst is opgenomen in het afsprakenregister, Bijlage 1, tussen directie en ondernemingsraad.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
3
Pag. 77 REGELING GEBRUIK EN CONSIGNATIE VAN VERSTREKTE BEDRIJFSEIGENDOMMEN AAN CHAUFFEURS Chauffeurs krijgen bedrijfseigendommen in consignatie cq bruikleen. Hoe te handelen bij vermissing van deze artikelen. Pag. 79 BRUTO PAUZETIJDEN Een overzicht van de vastgestelde pauzetijden. Pag. 81 Werkoverleg BBA kent werkoverleg; een registratie van de afspraken. Pag. 83 Subsidie personeelsvereniging Vaststelling van de wijze waarop personeelsverenigingen gesubsidieerd worden. Pag. 84 Kinderopvang 2005 De wettelijke regeling uitgewerkt tot BBA-afspraken. Pag. 86 Fietsplan 2005 Beschrijving van het fietsplan dat voor het kalenderjaar 2005 is afgesproken. Pag. 88 Regeling geschenken BBA geeft attenties bij feestelijke gelegenheden. Van deze regeling wordt een overzicht gegeven.
Bijlage 1: Overzicht van de in bijlage 1 opgenomen documenten en afspraken tussen directie en ondernemingsraad Bijlage 2: Overzicht van niet gedocumenteerde afspraken. Bijlage 3: Richtlijnen Dienstuitvoering BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
4
BELEID ZIEKTEVERZUIM BBA Inleiding. Binnen BBA is in 1996 het verzuimbeleid vastgesteld. In 1998 en 2000 is dit opnieuw bijgesteld en aangevuld. Als gevolg van veranderende wetgeving, met name de Wet Verbetering Poortwachter, en veranderingen in de interne organisatie van BBA is het nodige veranderd. Daarom wordt middels deze notitie het verzuimbeleid opnieuw geactualiseerd Gezien deze ontwikkelingen is het verstandig opnieuw te kijken naar de invloed hiervan op het binnen BBA afgesproken beleid t.a.v. ziekteverzuim. Het ziekteverzuim binnen BBA kent de nodige schommelingen door de jaren heen. Op het moment van vaststelling van deze notitie is de trend sinds 1,5 jaar dalende. Ziekteverzuim is voor BBA een belangrijk onderwerp. Een relatief hoog verzuim verstoort niet alleen het dagelijkse productieproces, maar is ook een mogelijke indicator over het welbevinden van medewerkers. Tevens kan dit een indicator zijn met betrekking tot de wijze waarop leiding gegeven wordt. Voor leidinggevenden is ziekteverzuim een belangrijk aandachtsgebied van hun taak. Daarnaast is een gevolg van hoog ziekteverzuim dat ook de kosten van de bedrijfsvoering toenemen. 1% ziekteverzuim komt overeen met een kostenpost van € 500.000,- per jaar. Het beheersen van kosten ten opzichte van concurrentie is van groot belang voor BBA. Gezien het feit dat loonkosten ruim de helft van de productieprijs bepalen, geeft dit voldoende het belang aan van een goede beheersing van (de kosten van) het ziekteverzuim. Naast het kostenaspect is vanzelfsprekend ook de aandacht en de zorg naar het personeel een belangrijk aandachtspunt. De komende jaren zullen waarschijnlijk door de overheid nog de nodige maatregelen worden genomen om de instroom in de WAO te verminderen. Eén van de aangekondigde maatregelen is het verlengen van de ziektewetperiode tot 2 jaar in plaats van 1 jaar. Het beleid t.a.v. het ziekteverzuim valt op een aantal punten te onderscheiden: - registratie - een aanpak bij de bron (preventief) - verzuimdrempel en hervattingsdrempel (curatief) - consequenties wet verbetering poortwachter - overige zaken/ maatregelen Deze aspecten m.b.t. het te voeren verzuimbeleid zullen in de volgende hoofdstukken nader worden uitgewerkt. 1. REGISTRATIE. Als bron voor het te voeren beleid, zowel preventief als curatief, is het van belang over goede managementinformatie te beschikken over het feitelijke verzuim, de mogelijke oorzaken en de gevolgen hiervan. Binnen de BBA bestaat deze registratie uit de volgende elementen: a. Ziek- en herstelmeldingen vinden plaats door de medewerker bij de direct leidinggevende. In veel gevallen is dit de vestigingsmanager/ rayonassistent binnen de concessies. Dit betekent dat de concessieleiding direct inzicht heeft in het verzuim van de medewerkers. b. Ziek en herstelmeldingen worden door leidinggevenden doorgegeven aan P&O, van waaruit deze elektronisch worden doorgegeven aan de Arbo-dienst en worden verwerkt tot maandelijkse (voortschrijdende) overzichten, waarmee indicatoren worden verkregen t.a.v. de ontwikkeling van het verzuim. Mogelijk zullen deze in de nabije toekomst de ziekmeldingen via het geautomatiseerde systeem binnen de concessies zelf worden verwerkt. Op dit moment vindt dit al plaats in een BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
5
concessie. Van de Arbo-dienst worden periodieke driemaandelijkse overzichten verkregen over het verzuim en de verzuimoorzaken. Een keer per jaar wordt een uitgebreide analyse opgesteld door de Arbo-dienst. d. Per medewerker zijn historische verzuimgegevens beschikbaar voor de chefs e. (Ernstige) bedrijfsongevallen die verzuim tot gevolg hebben worden centraal geregistreerd en in de sociale verslaglegging opgenomen f. Zaken m.b.t. agressie en sociale veiligheid worden centraal geregistreerd, en er is inzicht waar dit leidt tot verzuim. c.
2. PREVENTIEF BELEID Preventief beleid gericht op het voorkomen van onbalans m.b.t. belasting en belastbaarheid. Dit bestaat uit de volgende onderdelen die tot doel hebben het risico van ziekteverzuim zo beperkt mogelijk te houden, en mogelijke factoren die verzuim tot gevolg kunnen hebben, zo veel mogelijk te verhelpen. A. Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) Sinds 1996 is in de Arbo-wet de verplichting opgenomen deze te houden. Bij de BBA heeft dit in december 1996 in een RI&E door AMG geresulteerd. In 2002 heeft opnieuw een RI&E plaatsgevonden door ArboUnie. In de RI&E worden bronnen opgespoord die mogelijk veroorzaker zijn van verzuim. Een RI&E wordt gemiddeld eens per 5 jaar aanbevolen, tenzij er sprake is van tussentijdse grote veranderingen die dit eerder noodzaken. Het tegengestelde kan ook het geval zijn. De BBA acht het verstandig een dergelijk (omvangrijk) onderzoek eens per 5 jaar te houden. Bij tussentijdse wijzigingen binnen locaties (nieuwbouw en verbouw) wordt vooraf advies gevraagd aan de Arbo-dienst over de wijze, zodat actuele risico’s opnieuw in kaart worden gebracht.
B. Arbo beleidsvoering Mede op grond van de RI&E stelt de BBA haar Arbo beleid op middels een meerjaren Arbo beleidsplan. Daarnaast hanteert de BBA, ook al is dit niet verplicht meer volgens de Arbo-wet, ook nog in haar beleidscyclus het opstellen van Arbo-jaarplannen, om zoveel mogelijk bij de actualiteit aan te sluiten. In deze Arbo beleidscyclus is nadrukkelijk de betrokkenheid van de leidinggevenden en het management geregeld met name voor wat betreft de verantwoordelijkheid met betrekking tot verbeterpunten/ acties binnen de eigen organisatorische eenheid. Middels het werkoverleg wordt gestreefd de medewerkers hierbij te betrekken. Ook in de onderdeelcommisie ingevolge de WOR, en binnen de OR middels de VGWM commissie van de OR wordt het afgesproken beleid getoetst en worden actuele onderwerpen besproken. Dit moet leiden tot verbetering van de arbeidsomstandigheden en beperking van het verzuim. De concessiemanager is verantwoordelijk voor de uitvoering en invulling van het Arbo/ verzuimbeleid binnen de concessies. C. Nieuwbouw/ verbouwplannen. Bij nieuwbouw- en verbouwingsprojecten worden deze plannen inzake arbo-aspecten beoordeeld. Beleid is dat in deze zaken de chefs hun medewerkers betrekken, en dat gericht advies wordt gevraagd aan de Arbo-dienst D. Werkplekonderzoeken. Werkplekken dienen in ieder geval te voldoen aan alle wettelijke normen. In die gevallen waar wettelijke normen niet worden gehaald, niet duidelijk zijn gedefinieerd, of het voldoen aan wettelijke normen niet haalbaar is, streeft de BBA naar een optimale inrichting van de werkplek voor haar medewerkers, ook al is er (nog) geen duidelijke relatie met verzuim. BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
6
Met name ten aanzien van de aanschaf van busmaterieel is de lijn van BBA dat busseries worden beoordeeld op ergonomische aspecten, dit voor aanschaf. Dit heeft ook betrekking op aan te schaffen stoelen. In de jaren 2001-2002 hebben hier al diverse onderzoeken naar plaatsgevonden door de Arbodienst in opdracht van BBA. Naast eventuele rechten van de medezeggenschap, wordt er naar gestreefd de medewerkers bij de aanschaf van nieuw materieel te betrekken. Waar nodig en mogelijk en zolang dit een normale bedrijfsvoering niet verstoort, en dit een bijdrage levert aan het terugdringen/ voorkomen van uitval van medewerkers, zal BBA overgaan tot benodigde werkplekaanpassingen van medewerkers. Vanzelfsprekend wordt hierin nadrukkelijk vooraf advies gevraagd aan de Arbo-dienst Dit kan leiden tot zogenaamde mutaties ten aanzien van inzetbaarheid op het materieel en de werktijden. Werkplekken hebben naast wettelijke eisen ook te maken met de beleving van medewerkers. Niet iedereen kan beschikken over een speciaal op maat gemaakte werkplek. Met name bussen die door een groot aantal chauffeurs worden gebruikt zullen dusdanige (instel) mogelijkheden qua werkplek moeten hebben dat zoveel mogelijk chauffeurs hiermee uit de voeten kunnen en zonder problemen kunnen functioneren. Ook hier wordt advies in gevraagd (combinatie stoelcabine) aan de ergonomen van de Arbo-dienst
E. Gezondheidsbevordering Beleid binnen BBA is dat medewerkers zelf verantwoordelijk zij voor hun gezondheid. Er wordt daarom niet actief en collectief gewezen op gezondheidsrisico’s die medewerkers lopen op grond van hun levenswijze. Wel wordt door de Arbo-dienst hier in individuele gevallen op gewezen, en worden medewerkers individueel aangesproken op hun eigen verantwoordelijkheid. Wel heeft BBA aandacht voor eventuele gezondheidsrisico’s die werknemers lopen. Met de Arbo-dienst zijn recent afspraken gemaakt voor de invoering van periodieke arbeidsgezondheidskundige onderzoeken (PAGO), die in het najaar van 2003 ingevoerd zijn binnen een 3tal concessies.
F. Werkoverleg Het werkoverleg binnen de BBA vormt voor de concessieleiding een indicator t.a.v. zaken die spelen in het rayon, de tevredenheid van medewerkers, en dus indicator voor mogelijke zaken die (kunnen) leiden tot ziekteverzuim. Binnen het werkoverleg kan ook over het ziekteverzuim en de arbeidsomstandigheden gesproken worden.
G. Functioneringsgesprekken In het beleid van de BBA zijn afspraken gemaakt over het houden van functioneringsgesprekken. Functioneringsgesprekken kunnen een belangrijke indicator zijn voor mogelijke oorzaken tot / van verzuim. H. Voorlichting en opleidingen Door middel van effectieve instructie en opleiding bij indiensttreding worden medewerkers op de hoogte gesteld van mogelijke gezondheidsrisico’s, veiligheidseisen en voorschriften, o.a. m.b.t. ziektevoorschriften.Bij aanschaf nieuw materieel/ aanpassing werkplekken behoort voldoende uitleg/instructie hierover te worden gegeven. BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
7
Daarnaast worden regelmatig opleidingen/ bijscholingen gegeven met als doel medewerkers voldoende vaardigheden en kennis bij te brengen opdat zij in staat zijn hun werk in positieve zin te beïnvloeden.
I. Stress preventie De BBA biedt cursussen stresspreventie aan aan de medewerkers, om beter te kunnen omgaan met stress, en hiermee mogelijk verzuim als gevolg van stress te kunnen voorkomen. Daarnaast zijn chefs binnen BBA getraind in het herkennen van signalen van stress bij hun medewerkers. J. Periodieke Geneeskundige onderzoeken Medewerkers van de BBA worden periodiek geneeskundig onderzocht door de Arbo-dienst in verband met hun benodigde medische verklaring als chauffeur. Dit is primair gericht op medische/ gezondheidsaspecten. Het onderwerp arbeidsbeleving en de werkomstandigheden blijft hierbij op de achtergrond. Om meer aandacht te hebben voor aspecten als werkbeleving, omstandigheden en werkdruk is daarom in het najaar van 2003 gestart met PAGO’s in een drietal concessies waarbij juist deze aspecten nader zijn onderzocht. Van de Arbo-dienst bedrijfsarts wordt verwacht dat zij verzuimindicatoren mede op basis van hun contacten met chauffeurs kunnen benoemen en deze doorspreken met het management van de BBA.
Sociale veiligheid De BBA kent al sinds 1994 een specifiek beleid aangaande het omgaan met agressie en sociale veiligheid. Hier zijn de afgelopen jaren de nodige middelen voor vrijgemaakt, waarbij het accent ligt op het begeleiden/ trainen van chauffeurs m.b.t. vaardigheden ter voorkoming en het oplossen van problematische situaties. Daarnaast beschikt de BBA over een centrale registratie van agressie gevallen, die gebruikt wordt door leidinggevenden en de coördinator sociale veiligheid om actuele trends te kunnen signaleren en hier tijdig op te kunnen anticiperen.
Bedrijfsongevallen Conform de Arbo-wet worden deze geregistreerd. Deze meldingen kunnen mogelijk een indicator vormen voor onveilige situaties, zodat hier verbetering in aan kan worden gebracht, o.a. ter vermindering van risico’s en voorkoming van verzuim.
Bedrijfsmaatschappelijk Werk BBA hecht waarde aan de inzet van bedrijfsmaatschappelijk werk. Met name het bieden van ondersteuning aan medewerkers middels bedrijfsmaatschappelijk werk, kan een preventieve werking hebben op het verzuim, enerzijds door individuele en groepen medewerkers te begeleiden en ondersteunen bij psychosociale problematiek, anderzijds door signalen af te geven binnen de organisatie over trends in te brengen in SMT’s, bij individuele leidinggevenden en /of bij het management van BBA. Daarnaast is het aanwezig zijn van een eigen voorziening voor Bedrijfsmaatschappelijk Werk een pré in het snel kunnen oppakken van problemen. Ervaring is dat reguliere hulpverlening veelal traag reageert en lange wachttijden kent. Het beschikken over een eigen voorziening voor bedrijfsmaatschappelijk werk voorkomt hiermee in een aantal gevallen onnodig lang verzuim, en voorkomt ook deels verzuim. BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
8
3. CURATIEF. A. Zorg en Begeleiding Uitgangspunt is dat de directe leidinggevende de spil is in de contacten met zieke werknemers en primair de begeleiding verzorgd. Door veranderingen in de organisatie, met name de inrichting van de concessies, is deze taak veelal door de concessiemanager gedelegeerd naar de vestigingsmanagers/ rayonassistenten. Wel blijft de concessiemanager verantwoordelijk voor de uitvoering van het verzuimbeleid binnen de concessie, en volgt hij actief de ontwikkelingen. Daarnaast is ook de verzuimbegeleiding door de Arbo-dienst op sociaal medisch gebied essentieel. Via Bedrijfsmaatschappelijk Werk wordt begeleiding op sociaal maatschappelijk gebied geboden. In het kort kan de begeleiding worden onderscheiden in de volgende zaken: -
-
-
-
Ziek- en herstelmelding vindt altijd plaats bij de leidinggevende (concessies veelal vestigingsmanager/ rayonassistent). Bij ziekmelding buiten kantooruren of bij afwezigheid van de leidinggevende wordt zo snel mogelijk alsnog contact gezocht tussen leidinggevende en medewerker. De leidinggevende informeert naar de ziekmelding en de vermoedelijke duur van de ziekte. Contacten/ begeleiding: de leidinggevende houdt zich op de hoogte van het verloop van het verzuim, en doet dit zowel telefonisch als via huisbezoek en eventueel uitnodigen zieke medewerker op kantoor De Arbo-dienst roept zieke werknemers op het spreekuur. Afspraak volgens contract dat 50% van de medewerkers binnen 2 weken wordt opgeroepen, de overige 50% binnen 3 weken. In overleg tussen Arbo-dienst en leidinggevende en/of met de medewerker kunnen hierover afzonderlijke afspraken worden gemaakt. Daar waar specifieke vragen zijn over het verzuim van een werknemer, bespreekt de leidinggevende dit met de medewerker, en laat eventueel de medewerker versneld oproepen. Zieke werknemers krijgen correspondentie van het rayon en van de BBA bij langere afwezigheid per post thuisgestuurd. De Arbo-dienst verricht een controlebezoek bij elke tiende ziekmelding.
B. Sociaal Medisch Teams Maandelijks vindt er een medisch sociaal team plaats. Deelnemers hieraan zijn de concessiemanagers en/of vestigingsmanagers, de bedrijfsarts, personeelschef en de bedrijfsmaatschappelijk werkster. Binnen de SMT’s wordt de benodigde begeleiding/aanpak van zieke werknemers doorgesproken, en de inzet vanuit de diverse disciplines afgestemd. Daarnaast wordt gekeken naar mogelijkheden tot reïntegratie. Ook het binnen de concessie gevoerde verzuimbeleid evenals Arbo-beleid is onderwerp van gesprek, ook binnen het formele overleg ingevolge de WOR met de onderdeelcommissie. C. Verzuimanalyse Door de Arbo-dienst wordt vier keer per jaar een verzuimrapportage gemaakt. Daarnaast wordt een keer per jaar een uitgebreide analyse hiervan gemaakt. Op deze wijze wordt beoogd verzuimoorzaken op te sporen, en speerpunten in het beleid te formuleren indien hier significante gegevens uit naar voren komen.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
9
D. (tijdelijke) aanpassingen op de werkplek/ alternatief werk Het beleid van de BBA is er op gericht zieke medewerkers zo snel mogelijk te laten reïntegreren in hun werk, met als doel zo snel mogelijk weer de volledige functie te kunnen vervullen. Met name sinds de invoering van de wet verbetering poortwachter is dit van nog groter belang en minder vrijblijvend geworden. Dit kan door bijvoorbeeld tijdelijke voorzieningen t.a.v: aanpassing van de werktijden gedeeltelijke hervatting aangepast materieel/ werkplek verrichten van alternatief werk tijdelijk in een andere functie. Daar waar tijdelijke voorzieningen niet voldoende zijn en definitieve aanpassingen noodzakelijk zijn, teneinde medewerkers weer in hun functie te laten functioneren, is de BBA bereid over te gaan tot structurele aanpassingen in de werksituatie of werkplek. Voorwaarde is wel dat deze aanpassingen niet belemmerend mogen werken op het functioneren van andere medewerkers of dusdanige organisatorische consequenties hebben dat deze niet meer reëel uitvoerbaar zijn. E. Afkeuring/ herplaatsing De BBA streeft er naar medewerkers waarvan bekend is dat zij niet meer (volledig) in hun eigen functie kunnen blijven functioneren, zo veel mogelijk gedeeltelijk in hun eigen functie te herplaatsen. Waar dit ook niet mogelijk is en herplaatsing benodigd is in een andere functie, streeft de BBA er naar medewerkers zo veel als mogelijk binnen de BBA te herplaatsen. Ten aanzien van dit laatste geldt echter dat het aantal mogelijkheden binnen de BBA beperkt is, gezien de grote aantallen chauffeurs en het beperkte aantal indirecte functies. Daarnaast is het aantal indirecte functies wat zich leent voor een herplaatsing van een chauffeur, ook nog eens vrij beperkt. Gezien het beperkte aantal mogelijkheden tot herplaatsing, biedt de BBA medewerkers die voor herplaatsing in aanmerking komen, ondersteuning d.m.v. inschakeling van een extern reïntegratiebedrijf bij het zoeken naar ander werk. Dit wil niet zeggen dat BBA zonder meer medewerkers alleen extern herplaatst. Eerst wordt gekeken naar herplaatsingmogelijkheden in eigen werk, vervolgens naar een andere functie binnen BBA. Als duidelijk is dat hier naar verwachting waarschijnlijk geen mogelijkheden voor zijn, vindt externe reïntegratie plaats. Als gekozen is voor externe reïntegratie plaatsing en er doet zich alsnog een mogelijkheid voor binnen BBA, dan zal deze alsnog worden aangeboden. Tevens worden een beperkt aantal functies niet breed aangeboden door middel van vacaturemeldingen, maar wordt eerst gekeken of er medewerkers voor herplaatsing in aanmerking komen. Ook medewerkers bij wie geconstateerd wordt dat zij mogelijk dreigen arbeidsongeschikt te worden voor hun eigen werk, of dit zelf constateren, worden ondersteund bij het zoeken naar ander werk. F. Individuele ondersteuning bij verzuim Daar waar medewerkers lang verzuimen en een individuele behandeling/ therapie is gewenst waarvoor een wachtlijst bestaat en/ of geen vergoeding plaats vindt door de ziektekostenverzekering, kan de BBA een individuele tegemoetkoming verstrekken op advies van de bedrijfsarts/ bedrijfsmaatschappelijk werker. Daar waar mogelijkheden bestaan of gaan ontstaan op “wachtlijstverkorting” zal de BBA hier gebruik van maken indien hiermee het verzuim kan worden bekort. Overigens zal dit altijd afhankelijk zijn van de feitelijke mogelijkheden en de bereidheid van de individuele medewerker.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
10
G. Vragen en ondersteuning tijdens ziekte Tijdens ziekte kan werknemer, naast de vanzelfsprekende ondersteuning van zijn leidinggevende en van de casemanager en daarnaast bij de bedrijfsarts voor verdere ondersteuning en vragen terecht binnen het bedrijf bij: - bedrijfsmaatschappelijk werk - de personeelsadviseurs. Dit geld zowel voor vragen die te maken hebben met reïntegratie, aanpak als over sociale verzekeringen. Daarnaast kan een werknemer zich altijd bij laten staan door een vertrouwenspersoon. H. Begeleiding bij hervatting Met name bij langdurige afwezigheid of na een calamiteit, kan het gewenst zijn extra begeleiding bij werkhervatting te bieden. Dit kan gebeuren door een instructeur in te schakelen of een (pro)mentor in een rayon.
4. WET VERBETERING POORTWACHTER Op 1 april 2002 is de wet verbetering poortwachter ingevoerd, met als doel de instroom in de WAO te verminderen. De wet poortwachter kenmerkt zich door de volgende zaken: - snelle reïntegratieplannen (6-8 weken) - regelmatige evaluaties over voortgang (iedere 6 weken) - vastlegging van alle acties in reïntegratiedossier - verplichtingen tot het leveren van reïntegratie-inspanningen, zowel door werkgever als werknemer. - aanwijzing casemanager - werknemer zelf verantwoordelijk voor aanvragen WAO - uitstel mogelijkheden WAO aanvraag. - Contracten met reïntegratiebedrijven Binnen BBA is op dit moment de Concessiemanager casemanager voor de chauffeurs, net als de andere leidinggevenden voor hun medewerkers. Naar de mening van de directie is dit de optimale situatie. De ondernemingsraad is hier over een andere mening toegedaan. Discussie loopt hier nog over. Wet verbetering poortwachter geeft duidelijke verplichtingen aan naar zowel werkgever als werknemer. Voorbeelden hiervan zijn de verplichting om snel te reïntegreren waarbij er geen sprake meer is van vrijblijvendheid. Dit geldt ook voor de verplichting van werknemer om zelf WAO aanvraag te doen. Daar waar medewerkers zich niet houden aan verplichtingen ingevolge deze wet, kan dit grote financiële gevolgen hebben, zowel voor werknemer als werkgever. Ervaring leert dat wet verbetering poortwachter, na enige gewenning, een duidelijk stramien geeft waar werkgever en werknemer aan te hebben voldoen. Er wordt eveneens regelmatig gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot uitstel van de WAO, indien de verwachting is dat hervatting binnen redelijke termijn haalbaar is. Voordeel hiervan is voor werkgever dat dit niet leidt tot onnodig hoge Pemba premies.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
11
5. OVERIGE ASPECTEN/ MAATREGELEN: A. Arbo-dienst De BBA is per 1 januari 2000 gewisseld van Arbo-dienst. Aanleiding hiervoor was de ontevredenheid over de wijze van functioneren van de vorige Arbo-dienst AMG. Sinds 1 januari 2000 is ArboNed de Arbo-dienst voor BBA. Van ArboNed wordt verwacht dat zij, naast de verzuimadvisering en -begeleiding, ook een bijdrage leveren aan inbreng op beleidsniveau t.a.v verzuimbegeleiding en arbozorg In nauwe samenwerking met ArboNed zal gestreefd worden naar het continue verbeteren van de verzuimbegeleiding, zowel preventief als curatief. Per 1 juli 2005 voorziet het contract in het uitzetten van een zogenaamde “preventiemedewerker”. B. Verzuim in personeelsplanning Bij de planning van de chauffeursbezetting wordt zoveel mogelijk uitgegaan voor wat betreft een in te calculeren ziekteverzuim op basis van ervaringen, ontwikkelingen en de actuele trend. Daar waar deze niet aansluit bij de actualiteit kan, teneinde een te hoge werkdruk te voorkomen en hiermee in een vicieuze cirkel te raken, na overleg tijdelijk extra capaciteit worden ingezet. Indien dit intern niet mogelijk is, vindt inhuur van uitzendkrachten plaats. C. Voorschriften ziek/herstelmelding De BBA heeft haar eigen voorschriften waaraan medewerkers zich moeten houden bij verzuim. Zowel medewerkers als leidinggevenden kunnen hier op aan worden gesproken, indien zij zich hier niet aan houden. Deze voorschriften zijn een resultante van het verzuimbeleid en de met OR gemaakte afspraken hierover, en worden bij wijzigingen aangepast. D. Opvang bij calamiteiten De BBA heeft haar eigen werkwijze en procedures bij opvang medewerkers bij calamiteiten. Het streven is er op gericht ingeval zich een calamiteit voordoet, de medewerker dusdanig op te vangen dat hij/zij zo snel mogelijk weer in staat is zijn werk te hervatten. Ervaring leert dat hoe langer iemand na een calamiteit van het werk afwezig is, het hervatten problematischer is. E. Arbeidsvoorwaardelijk Binnen de BBA bestaan geen directe arbeidsvoorwaardelijke maatregelen of prikkels om het ziekteverzuim te kunnen beïnvloeden. Deze worden momenteel ook niet overwogen.
F. Roosters/ rijtijden Gestreefd wordt zoveel mogelijk reële werktijden voor de werknemers te hanteren. Hierbij wil nog wel eens een spanningsveld ontstaan gezien de vraag/druk uit de markt en hetgeen praktisch mogelijk is in de werktijdregelingen. Het streven is zoveel mogelijk reëel haalbare roosters/ werktijdregelingen te maken. Daarnaast wordt door de concessie- en vestigingsmanager en de productmanagers voor totstandkoming van eventuele roosters nadrukkelijk geïnformeerd naar rijtijden t.b.v. de totstandkoming van de dienstregeling en roosters.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
12
ARBEIDSONGESCHIKTHEID Voorschriften bij ziek- en herstelmelding BBA
Ziekmelding: Wanneer u uzelf ziek meldt, dient u dit te doen bij uw leidinggevende. Buiten kantooruren kunnen chauffeurs dit bij de verkeersleiding doen. Deze melding vindt zo tijdig mogelijk plaats, uiterlijk bij aanvang van uw normale werktijd. Met name bij chauffeurs is een tijdige melding erg belangrijk. Door een tijdige melding kan eventuele vertraging of het uitvallen van een dienst worden voorkomen. De ziekmelding moet daarom zo vroeg mogelijk, doch minstens een half uur voor aanvang van de dienst zijn gedaan, tenzij dit door omstandigheden niet mogelijk is. Bij de ziekmelding, eventueel na contact met uw huisarts, meldt u de vermoedelijke duur van uw afwezigheid bij uw leidinggevende en overige van belang zijnde zaken. Hoewel u niet verplicht bent uw leidinggevende over de reden van ziekte te informeren, is dit wel aan te bevelen omdat dit uw reïntegratie bevordert. Indien u toch uw leidinggevende niet wilt informeren over de reden van ziekte informeert u de bedrijfsarts hierover. U bent wel verplicht de reden van verzuim te melden bij uw leidinggevende indien de indruk bestaat dat de BBA de schade als gevolg van uw verzuim op een ander kan verhalen. Inschakeling huisarts: Bij ziekmelding bent u gehouden dusdanige maatregelen te treffen dat u zo snel mogelijk weer hersteld bent en kunt hervatten. Te verstrekken informatie bij ziekmelding: Verblijft u op een ander verpleegadres dan uw woonadres, dan meldt u dit adres en het telefoonnummer waarop u te bereiken bent. Ziekmelding vanuit het buitenland tijdens vakantie: - Bij ziekte in het buitenland meldt u dit onmiddellijk bij uw leidinggevende. - U neemt vervolgens contact op met een arts op uw vakantieadres en vraagt hem een verklaring waarin hij bevestigt dat u zich bij hem onder behandeling stelt. - Bij terugkeer in Nederland neemt u contact op met de bedrijfsarts, en stelt de medische verklaring van de arts uit het buitenland tot zijn beschikking. - De bedrijfsarts meldt bij uw leidinggevende of deze dagen aangemerkt worden als ziektedagen, waarna u vervolgens van uw leidinggevende hoort of u verlofdagen terugkrijgt.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
13
Thuisblijven bij ziekte: Tijdens ziekte bent u verplicht controle mogelijk te maken. De eerste drie dagen dient u op het verpleegadres te blijven, tenzij anders afgesproken met de bedrijfsarts. De drie daaropvolgende weken dient u, tenzij anders afgesproken met de bedrijfsarts, op de volgende tijden op het verpleegadres aanwezig te zijn: - tot 10.00 uur ‘s morgens - van 12.00 tot 14.30 uur ‘s middags Van het voormelde kunt u afwijken voor een bezoek aan: - het bedrijf (leidinggevende, casemanager, P&O); - bezoek aan behandelend arts; - bezoek aan de bedrijfsarts; - voor het hervatten van het eigen werk of het verrichten van alternatief werk; - na ontheffing van de verplichting om op deze tijden thuis te blijven door de bedrijfsarts, waarbij de werkgever door u is geïnformeerd. Gedrag / verrichten van werkzaamheden tijdens ziekte: U gedraagt zich zodanig dat uw genezing niet wordt belemmerd. Kunt u uw eigen werk niet hervatten, maar alternatief werk in het kader van herstel / reïntegratie verrichten, dan bent u verplicht hier aan mee te werken. Twijfelt u aan uw mogelijkheden over het kunnen verrichten van het eigen of ander aangeboden werk, dan vraagt u voor aanvang advies aan de bedrijfsarts. Het advies van de bedrijfsarts is bepalend. Bent u het niet eens met het advies van de bedrijfsarts, dan kunt u een “second –opinion “ aanvragen. Voor de procedure: zie kopje “herstelmelding door bedrijfsarts”. Opname vakantie tijdens ziekte: Ingeval van ziekte, waarbij u toch een geplande vakantie wilt genieten, zult u hiervoor vooraf overleg moeten voeren met de bedrijfsarts. Het besluit voor toestemming hiertoe wordt door de werkgever genomen, na overleg met de bedrijfsarts. Belangrijk is hierbij dat een vakantie het genezingsproces niet belemmert. De bedrijfsarts beoordeelt hierbij of er sprake is van arbeidsgeschiktheid voor het verrichten van werkzaamheden, ook andere dan uw eigen functie. Indien dit laatste volgens de bedrijfsarts het geval is, bent u in principe ook verlofgeschikt en worden de vakantiedagen over deze periode indien u op vakantie gaat normaal door uw leidinggevende afgeschreven. Indien de bedrijfsarts van mening is dat er geen sprake is van arbeidsgeschiktheid en er toestemming wordt verleend om met vakantie te gaan, dan worden er geen verlofdagen afgeschreven. Bedrijfsarts: U houdt zich aan de voorschriften van de bedrijfsarts. Als u wordt opgeroepen voor het spreekuur van de bedrijfsarts, geeft u gevolg hieraan. Mocht u niet in staat zijn op het spreekuur te verschijnen (bijv. in verband met bedlegerigheid), dan meldt u dit onmiddellijk bij de Arbo-dienst. U kunt ook zelf een afspraak maken met de bedrijfsarts, via uw leidinggevende of rechtstreeks. Gaan werken / Herstelmelding: Als u in staat bent weer te werken, meldt u dit zo snel mogelijk bij uw leidinggevende. U kunt ook zelf initiatief nemen om gedeeltelijk te hervatten of samen met uw leidinggevende na te gaan of er werkzaamheden zijn buiten uw functie. Mocht uw leidinggevende (en/of de bedrijfsarts) uw werkhervatting niet verantwoord vinden, dan wordt na overleg met de bedrijfsarts een beslissing hierover genomen. Als besloten wordt dat u uw werk niet kunt hervatten en u bent het hiermee niet eens, dan kunt u bij de bedrijfsarts om een second-opinion vragen. U meldt dit onmiddellijk aan de bedrijfsarts en tevens bij uw leidinggevende.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
14
Herstelmelding door bedrijfsarts: Bij herstelmelding door de bedrijfsarts hervat u uw werkzaamheden. Als de bedrijfsarts u hersteld verklaart (of de arbeidsongeschiktheid niet accepteert) en u bent het hier niet mee eens, dan laat u dit weten aan de bedrijfsarts en uw leidinggevende, en vraagt u direct om een “second-opinion”. Deze wordt aangevraagd bij het UWV als deskundigen oordeel door uzelf (SPOV personeel, PBB). Voor ABP personeel (BBA) wordt door BBA een andere bedrijfsarts ingeschakeld van een andere ARBO dienst, uiterlijk binnen 5 werkdagen, nadat het verzoek hiertoe bij uw leidinggevende is kenbaar gemaakt. Kunt u als SPOV medewerker bij de UWV niet binnen 5 werkdagen terecht, dan maken wij een afspraak bij een andere Arbo-dienst Indien u om een second-opinion (ABP’er) of deskundigenoordeel (SPOV-er) vraagt omdat u het niet eens bent met het advies van de bedrijfsarts, dan zal BBA het salaris doorbetalen tot het moment dat de uitslag van de “second-opinion” bekend is, of van het deskundigenoordeel van het UWV Gak. Wordt het advies van de bedrijfsarts in de second-opinion bevestigd: - dan hervat u met onmiddellijke ingang uw werkzaamheden. In dat geval kan BBA besluiten het loon over de periode liggend tussen de eerste herstelmelding en de uitslag van de second-opinion niet uit te betalen. Mocht uw verzoek tot second-opinion niet binnen 5 werkdagen hebben plaatsgevonden, dan kan BBA maximaal 5 dagen over de periode tussen uw verzoek en de daadwerkelijke uitvoering besluiten niet uit te betalen. - En u legt zich hier niet bij neer: Uw uitkering wegens arbeidsongeschiktheid wordt dan vanaf de eerste herstelmelding gestopt. Naleving van deze voorschriften: Wij verwachten van u dat u deze voorschriften opvolgt. Bij het niet naleven van deze voorschriften kan de directie van BBA besluiten tot het opleggen van sancties door middel van vermindering van, of inhouding op het loon of andere arbeidsrechtelijke maatregelen. Overig: In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de directie van BBA, met inachtneming van het bepaalde in de CAO-OV en de WOR.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
15
ARBEIDSONGESCHIKTHEID Wet Verbetering Poortwachter bij BBA Inleiding: De Wet Verbetering Poortwachter is tot stand gekomen met als doel de instroom in de WAO terug te dringen. Ook heeft deze wet als doel de verplichtingen van werkgever en werknemer bij ziekte vast te leggen. Van groot belang hierbij is dat zowel werkgever als werknemer duidelijk kunnen maken dat alle mogelijke moeite is gedaan om instroom in de WAO te vermijden. In onderstaande uitleg worden een aantal specifieke afspraken, gemaakt tussen BBA en OR, aan u uitgelegd. Voor verdere uitleg over de Wet Verbetering Poortwachter kunt u natuurlijk terecht bij uw vestigingsmanager, de afdeling P&O, het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en bij de Arbo-dienst Reïntegratie bij ziekte. Bij ziekte is het van belang dat u zo snel mogelijk weer aan het werk kunt. Dit betekent dat zo snel mogelijk aan uw reïntegratie gewerkt moet gaan worden. In overleg met uw verzuimbegeleider wordt direct gekeken naar de mogelijkheden voor reïntegratie. Indien de gezamenlijke conclusie is dat u weer (deels) aan de slag kunt, of in eigen werk of in andere zinvolle werkzaamheden ten behoeve van uw reïntegratie, gaat u deze werkzaamheden verrichten. Bij twijfel over de mogelijkheid tot het verrichten van de (alternatieve) werkzaamheden mag u de bedrijfsarts raadplegen voor aanvang van deze werkzaamheden. Het advies van de bedrijfsarts is bindend. Bent u het niet eens met dit advies, dan kunt u een second-opinion aanvragen via uw leidinggevende als ABP’er. Als SPOV medewerker kunt u zelf een deskundigenoordeel bij de UWV aanvragen.
Verzuimbegeleiding. Bij ziekte wordt u begeleid door degene die op uw vestiging belast is met de verzuimbegeleiding. Daarnaast adviseert de Arbo-dienst en deze stelt als u na 6 weken nog ziek bent, een probleemanalyse op. Uiterlijk na 8 weken wordt een plan van aanpak gemaakt door de Arbo-dienst in overleg met u en uw verzuimbegeleider ten behoeve van verdere reïntegratie. Zolang u ziek bent, zult u regelmatig contact hebben met uw verzuimbegeleider. U spreekt met de verzuimbegeleider over de voortgang van uw herstel, voortgang en bijstelling van reïntegratie activiteiten. Dit contact kan natuurlijk ook op uw initiatief plaatsvinden. Vertrouwenspersoon. U heeft het recht uzelf bij te laten staan door een vertrouwenspersoon tijdens het reïntegratieproces. Het geniet de voorkeur een vertrouwenspersoon in te schakelen die bekend is met het bedrijf en De Wet Verbetering Poortwachter. Dit mag natuurlijk niet leiden tot onnodige vertraging bij verzuimbegeleiding en reïntegratie. BBA verleent hiervoor geen vergoeding in geld of tijd, maar zal wel haar medewerking hier aan zoveel mogelijk verlenen. Casemanager. Als u ziek bent wordt een zogenaamde “Casemanager” aangewezen die: De (administratieve) procedures bewaakt; De gemaakte afspraken tussen u en uw verzuimbegeleider bewaakt; Adviseert desgewenst u en uw verzuimbegeleider; Ondertekent het reïntegratie dossier namens het bedrijf bij een WAO aanvraag.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
16
Wie is de Casemanager? -
-
Bij BBA is de concessiemanager de Casemanager. De concessiemanager verzorgt dus niet de verzuimbegeleiding in de praktijk. Dit gebeurt door degene die op uw vestiging de verzuimbegeleiding verzorgt. In een aantal vestigingen, momenteel Oosterhout, Waalwijk en Zoomvliet, is de vestigingsmanager bij wijze van uitzondering tevens de casemanager.
Bezwaar tegen de Casemanager, verzoek om bemiddeling. Als de aan u toegewezen casemanager niet aanvaardbaar is, kunt u om bemiddeling vragen. U dient dan een verzoek tot bemiddeling in, omkleed met redenen, bij het Hoofd P&O. Vervolgens wordt in overleg met u en eerder toegewezen casemanager een bemiddelaar aangewezen. Hiervoor zijn 6 medewerkers gevraagd die als bemiddelaar beschikbaar zijn. Bemiddeling mag niet leiden tot onnodige vertraging bij verzuimbegeleiding en reïntegratie. Wordt u het niet eens met uw casemanager over een keuze voor een bemiddelaar, dan wordt dit gemeld bij het hoofd P&O. Het Hoofd P&O wijst dan een bemiddelaar aan, na u en uw casemanager gehoord te hebben. BBA zal alle medewerking verlenen om de bemiddelaar zijn werkzaamheden te kunnen laten verrichten. Bemiddeling slaagt niet. De door u en uw casemanager in overleg gekozen bemiddelaar slaagt niet in de bemiddeling. Dan meldt de bemiddelaar dit bij het Hoofd P&O. Het Hoofd P&O wijst dan een casemanager aan, na de bemiddelaar, u, en uw casemanager gehoord te hebben.
Bemiddelaars, wie zijn dit? Binnen BBA is er een pool van 6 bemiddelaars. U kunt bij de afdeling P&O een actueel overzicht van deze medewerkers van BBA opvragen.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
17
NEVENBETREKKINGEN Onderstaand reglement is bedoeld als aanvulling op de CAO OV, dat gaat over nevenbetrekkingen. De aanvullingen op dit CAO OV-artikel zijn: A. Voor personeelsleden met een fulltime arbeidsovereenkomst waarop de bepalingen van de arbeidstijdenwet/arbeidstijdenbesluit (ATW/ATB) van toepassing zijn, is het handhaven of aangaan van een nevenbetrekking in ieder geval niet toegestaan als deze nevenbetrekking valt onder de bepalingen van de rijtijdenwet of het rijtijdenbesluit. In het algemeen kan worden gesteld dat ieder vervoer met motorvoertuigen voor derden in loondienst hieronder valt. Ook de categorie “eigen rijders tegen betaling” valt hieronder. Voorbeelden van werkzaamheden waar dit op van toepassing is, zijn het geven van rij-instructie en het verrichten van loonwerk op landbouwmotorvoertuigen. Omdat het in bepaalde gevallen moeilijk is om te beoordelen of een nevenbetrekking valt onder de bepalingen van de rijtijdenwet of het rijtijdenbesluit, zullen alle gevallen waarbij dit aan de orde kan zijn, ter beoordeling worden voorgelegd aan de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW). B. Voor alle nevenbetrekkingen die niet onder A. vallen is een onderscheid te maken tussen: 1. Personeelsleden, die reeds een nevenbetrekking hadden bij het ingaan van het reglement nevenbetrekkingen (mei 1985). Voor hen geldt dat de nevenbetrekking voortgezet kan worden als blijkt dat die niet nadelig is voor het functioneren bij de BBA. Mocht blijken dat dit wel het geval is, dan zal een gesprek plaatsvinden om te komen tot een afbouw van deze nevenactiviteit. Het accent ligt hierbij op een individuele benadering. 2. Personeelsleden, die een nevenbetrekking willen beginnen en nieuwe personeelsleden. Voor hen zijn andere normen van toepassing. Alle personeelsleden die een nevenbetrekking willen beginnen, en de nieuwe personeelsleden die een nevenbetrekking hebben, dienen hiervoor schriftelijk toestemming te vragen aan de directeur. De directeur zal zijn toestemming niet onthouden als blijkt dat de nevenbetrekking niet in strijd is met het dienstbelang bij de BBA en er geen kans bestaat, dat de nevenbetrekking nadelige gevolgen zal hebben voor het functioneren bij de BBA. C. Met betrekking tot personeel dat in deeltijd werkzaam is, geldt dat voor aanvullende werkzaamheden tot aan het normaal geldende aantal arbeidsuren per week geen specifieke beperkingen gelden. Deze nevenbetrekkingen dienen wel schriftelijk bij de chef te worden gemeld. D. Als algemene richtlijn bij het beoordelen van de toestemming geldt ook nog het volgende: over het algemeen is langer werken in loondienst dan het maximaal aantal uren per week, zoals aangegeven in de arbeidstijdenwet, niet toegestaan.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
18
REGELING REISKOSTENVERGOEDING Op het gebied van reiskostenvergoeding zijn 4 regelingen te onderscheiden. 1. Forenzenvergoeding, zoals omschreven in de CAO OV. Dit is een tegemoetkoming in de reiskosten voor woon-werkverkeer tussen de woonplaats en de standplaats.
2. Reiskostenvergoeding bij dienstdoen buiten standplaats op grond van de CAO OV. Het gaat hierbij om incidentele, kortdurende (= minder dan 14 dagen aaneengesloten) standplaatswijzigingen. Er vindt vergoeding plaats van de werkelijke kilometers tegen de dan geldende kilometervergoeding. De extra reistijd zal worden verrekend via de plus- en minstaat.
3. Reiskostenvergoeding bij tijdelijke standplaatsverandering. Deze vergoeding is van toepassing indien voor een periode van langer dan 14 dagen aaneengesloten dienst wordt gedaan in een andere standplaats; er wordt een kilometervergoeding en reistijdvergoeding gegeven over de meer te rijden kilometers. Het aantal kilometers wordt altijd gerekend via de kortste, gebruikelijke route. Deze regeling is, na instemming van de ondernemingsraad, op 1 april 1989 tot stand gekomen i.v.m. het opheffen van mogelijke bezettingsverschillen van het aantal chauffeurs over de verschillende concessies/vestigingen. In dit kader bestaan de volgende mogelijkheden: A. Definitieve overplaatsing op vrijwillige basis naar een andere concessie/vestiging. Men komt niet in aanmerking voor vergoeding van kosten, omdat het een overplaatsing is die op verzoek van de betrokken medewerker (c.q. met zijn instemming) plaatsvindt en mogelijk wordt gemaakt door de huidige situatie. De forenzenvergoeding op grond van de CAO OV (vergoeding woon-werkverkeer) wordt aangepast aan de nieuwe situatie.
B. Vrijwillige of verplichte tijdelijke standplaatsverandering. Tevoren zal kritisch worden nagegaan of het mogelijk en doelmatig is diensten over te brengen. Er zal altijd in eerste instantie een uitvraag naar vrijwilligers (definitief of tijdelijk) onder alle chauffeurs plaatsvinden. Bij meerdere vrijwilligers gaan de oudsten in dienstjaren voor. Bij de verplichte tijdelijke standplaatsverandering zullen het eerste die medewerkers worden aangewezen, die het laatst in dienst zijn gekomen. Als er vacatures ontstaan in de oorspronkelijke standplaats zullen de medewerkers die achtereenvolgens verplicht en vrijwillig tijdelijk van standplaats veranderd zijn, in de gelegenheid worden gesteld terug te keren (degenen met de meeste dienstjaren het eerst). Geven deze personeelsleden te kennen liever in de tijdelijke standplaats te blijven werken, dan wordt dit gehonoreerd. Zij worden dan definitief (op verzoek) overgeplaatst, waarbij het recht op deze eventuele vergoeding van extra kilometers komt te vervallen. Het betrokken personeelslid krijgt een brief waarin de wijziging en de financiële consequenties van de verplaatsing zijn aangegeven. Er geldt een reiskosten- en reistijdvergoeding zoals in het volgende overzicht is aangegeven, met tevens een vergelijking met de “regeling dienstdoen buiten standplaats”.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
19
DIENSTDOEN BUITEN STANDPLAATS
TIJDELIJKE STANDPLAATSVERANDERING
Bron
CAO OV
BBA-bedrijfsregels
Duur
Incidenteel / max. 14 kalenderdagen
Min. 14 kalenderdagen / max. 12 maanden
Wie
- tijdens reservedienst - in opdracht / op uitnodiging concessie- / vestigingsmanager
- op vrijwillige basis - op gedwongen basis
Vergoeding reiskilometers
bij aaneengesloten dienst werkelijk aantal kilometers huisadres / nieuwe standplaats
bij aaneengesloten dienst meerkilometers: 2 x verschil huisadres / nieuwe standplaats en huisadres / oude standplaats. Daarnaast de eventuele forenzenvergoeding bij gebroken dienst (*) meerkilometers: 4 x verschil huisadres / nieuwe standplaats en huisadres / oude standplaats. Daarnaast de eventuele forenzenvergoeding
bij gebroken dienst (*) werkelijk aantal kilometers huisadres / nieuwe standplaats
Vergoeding reisuren
bij aaneengesloten dienst extra reistijd (verreken via plussen en minnen) “meetsnelheid” = 50 km/uur op basis van de gemeten meerkilometers bij gebroken dienst (*) extra reistijd (verreken via plussen en minnen) “meetsnelheid” = 50 km/uur op basis van de gemeten meerkilometers
bij aaneengesloten dienst extra reistijd (verreken via plussen en minnen) “meetsnelheid” = 50 km/uur op basis van de gemeten meerkilometers bij gebroken dienst (*) extra reistijd (verreken via plussen en minnen) “meetsnelheid” = 50 km/uur op basis van de gemeten meerkilometers
OT
verschil per dienst bijbetaald (via +/- staat)
hoogste van de twee roosters (bij gemiddelde OT)
BelastingConseQuenties
dienstreis: belast en onbelast deel Betaling altijd via salarisadministratie
woon-werkverkeer t/m 20 dagen belast en onbelast deel; 21 dagen en meer volgens het Reiskostenforfait. Betaling altijd via salarisadminiStratie
(*) Rekening houdend met de oorspronkelijke (reserve)dienst. Indien men oorspronkelijk een gebroken (reserve)dienst had, leidt dit tot minder extra kosten (en dus een lagere vergoeding) dan bij een oorspronkelijk aaneengesloten (reserve)dienst.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
20
4. VCSA verplaatsingskostenvergoeding bij reorganisatie op grond van de CAO OV.
a. Indien door reorganisatie als bedoeld in de CAO OV een vestiging van de onderneming wordt opgeheven of verplaatst en daardoor voor het personeelslid de afstand van het woonwerkverkeer per werkdag 4 km of meer toeneemt, wordt hem een verplaatsingskostenvergoeding toegekend, voor zover hij/zij normaliter voor het woonwerkverkeer geen gebruik kan maken van kosteloos openbaar vervoer of pod-bus.
b. De vergoeding wordt gegeven over elke kilometer die per werkdag meer dan 4 km extra moet worden gereisd en is gebaseerd op de op dat moment geldende kilometervergoeding zoals door de VCSA vastgesteld.
c.
De vergoeding wordt toegekend gedurende een periode van één jaar voor elk dienstjaar (op het moment waarop de vergoeding van kracht wordt), met een minimum van 5 jaar. Indien betrokkene tenminste 10 dienstjaren heeft, wordt – indien de som van zijn leeftijd en diensttijd ten tijde van de verplaatsing meer bedraagt dan 60 jaar – de vergoeding tot het einde van de dienstbetrekking toegekend. De vergoeding vervalt bij het einde van het dienstverband. Bij wijziging van de functie, standplaats en woonplaats van betrokkene, zal opnieuw worden vastgesteld of betrokkene voor een verplaatsingskostenvergoeding in aanmerking komt.
d. Indien de reis per rit meer dan 15 kilometer toeneemt, wordt per werkdag 15 minuten reistijd vergoed, gedurende de onder c genoemde periode. Dit ongeacht of het een aaneengesloten of een gebroken dienst betreft.
e.
De vergoeding voor reistijd wordt per uur berekend en is gelijk aan het uurloon.
f.
De regeling is in werking getreden op 1 april 1980 en geldt alleen voor reorganisaties en verplaatsingen die op of na deze datum zijn ingegaan, tenzij tevoren anders is overeengekomen tussen ondernemer en betrokkenen c.q. vakorganisaties.
g. Indien de onder a bedoelde verplaatsing zou leiden tot een dusdanige toename van de afstand woon-werkverkeer dat het voor het personeelslid onmogelijk wordt zijn dienst onder alle omstandigheden naar behoren uit te voeren, kan niet worden volstaan met het toekennen van een reiskostenvergoeding. In zo’n geval zal in overleg met het betrokken personeelslid worden nagegaan of andere maatregelen mogelijk zijn die de woon-werkafstand minder doen toenemen.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
21
Samenloop verplaatsingskosten en forenzenvergoeding In geval van samenloop van de verplaatsingskostenvergoeding en de forenzenvergoeding geldt bovendien het volgende: 1. Na overplaatsing i.v.m. reorganisatie e.d. ontvangt het personeelslid de forenzenvergoeding voor de afstand woonplaats/oude standplaats, vermeerderd met de verplaatsingsvergoeding.
2. Wanneer de forenzenvergoeding voor de afstand woonplaats/nieuwe standplaats op een hoger bedrag uitkomt dat het onder 1. bedoelde bedrag ontvangt het personeelslid alleen die forenzenvergoeding. Dit is ook het geval wanneer de verplaatsingskostenvergoeding i.v.m. het verstrijken van de in lid c. bedoelde termijn vervalt.
3. De bepalingen van de forenzenvergoedingsregeling (CAO OV) en de verplaatsingskostenregeling zijn voor wat het overige betreft bij samenloop van beide vergoedingen volledig van kracht.
Reiskosten en consignatiedienst Wanneer men tijdens een consignatiedienst wordt opgeroepen zullen de werkelijk gereden kilometers vanaf het huisadres worden vergoed, tegen de dan geldende kilometervergoeding.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
22
VRIJ VERVOER Wie komen in aanmerking GROEP 1:
Medewerkers (en gezinsleden) in actieve dienst, die het vrijvervoer gebruiken voor woon-werkverkeer en/of zakelijke reizen. Om in deze groep te vallen dient u minimaal 1 keer per week en dat gedurende minimaal 40 weken per jaar gebruik te maken van het vrijvervoerbewijs voor woon-werk en/of zakelijk reizen. U dient een verklaring te tekenen waarin u verklaart dat u voldoet aan de voorwaarden. Dit zal steekproefsgewijs worden gecontroleerd. Indien bij een steekproef of op een andere wijze wordt geconstateerd dat u niet of niet meer voldoet aan de voorwaarden voor deze groep zullen de kosten hiervoor op u worden verhaald of dient u de vrijvervoerbewijzen in te leveren. Wanneer u vrijvervoerbewijzen aanvraagt en wij het vermoeden hebben dat u niet kunt voldoen aan de gestelde voorwaarden, zult u worden ingedeeld in groep 2. Wij zullen hierover contact met u opnemen. Bij verzuim dat langer duurt dan 12 weken kunt u niet meer voldoen aan de voorwaarden en dient u het vrijvervoerbewijs in te leveren of wordt u voor het betreffende jaar waarin het verzuim optreedt in groep 2 geplaatst. Kosten: Er zal € 2,50 per maand als eigen bijdrage van uw netto salaris worden ingehouden per verstrekt vrijvervoerbewijs. Dit bedrag komt ongeveer overeen met het effect van de fiscale bijtelling van de € 4,54 zoals deze tot 1 juli wordt gehanteerd. Voor schoolgaande kinderen beneden de 18 jaar blijft gelden dat er geen inhouding voor een verstrekt vrijvervoerbewijs zal plaatsvinden. Voor schoolgaande kinderen boven de 18 jaar geldt ook een eigen bijdrage van € 2,50 indien een schoolverklaring of een kopie OV kaart kan worden overlegd. Let op, indien u een forenzen en/of VCSA vergoeding ontvangt kan deze niet meer onbelast worden uitbetaald (er zal loonbelasting en/of werknemersverzekeringspremies worden geheven over de vergoedingen). Indien u deze onbelast wenst te blijven ontvangen valt u in groep 2. GROEP 2:
Medewerkers (en gezinsleden) in actieve dienst, die het vrijvervoer niet of te weinig gebruiken voor woon-werkverkeer en/of zakelijke reizen. Indien u een vrijvervoerbewijs wenst en u voldoet niet aan de voorwaarde van groep 1 valt u automatisch in groep 2. Kosten: Er zal € 57,00 per maand als eigen bijdrage van uw netto salaris worden ingehouden per verstrekt vrijvervoerbewijs. Dit geldt ook voor een vrijvervoerbewijs voor een schoolgaand kind onder de 18 jaar en voor een schoolgaand kind boven de 18 jaar met schoolverklaring/OV kaart. Tevens telt dit bedrag mee voor uw loon sociale verzekering wat inhoudt dat u naast het eerder genoemde bedrag ook nog premies werknemersverzekering betaalt. De hoogte van dit bedrag heeft te maken met het feit dat de belastingdienst de waarde van een vrijvervoerbewijs gelijk stelt aan de waarde in het economische verkeer, te weten € 2026,50. Onder medewerkers (en gezinsleden) in actieve dienst die in aanmerking komen voor een vrijvervoerbewijs wordt verstaan: a. Een medewerker, die met de betrokken onderneming een arbeidsovereenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd of een bepaalde tijd van meer dan 3 maanden, waarbij een arbeidstijd is overeengekomen van meer dan een derde van de gebruikelijke, in de CAO vastgelegde, arbeidstijd per week. b. De echtgenote of echtgenoot van een personeelslid bedoeld onder a, tenzij sprake is van duurzaam gescheiden leven. c. De partner met wie het personeelslid bedoeld onder a, met het oogmerk duurzaam samen te leven, hetgeen moet blijken uit het samenwonen op één adres. BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
23
d. Degene die door een weduwe of weduwnaar, behorende tot de onder a genoemden, is belast met de huishouding en die daartoe in haar/zijn woning is gehuisvest, hetgeen moet blijken uit een uittreksel uit het bevolkingsregister. e. 1. De tot het gezin behorende eigen-, pleeg- en stiefkinderen van de medewerker (a), voor zover deze kinderen de leeftijd van 16 jaar nog niet hebben bereikt. 2. De onder 1 bedoelde kinderen, die niet tot het gezin behoren, doch ten aanzien van wie wordt aangetoond dat zij wel als zodanig kunnen worden aangemerkt. 3. De onder 1 bedoelde kinderen in de leeftijd van 16 tot 27 jaar, die al dan niet tot het gezin behoren voor zover zij geen eigen inkomsten uit loondienst genieten en de medewerker voor meer dan 50% in hun onderhoud voorziet. GROEP A:
Oud medewerkers en/of hun gezinsleden beneden 65 jaar
Men moet recht hebben op een vrijvervoerbewijs na afloop van de dienstbetrekking bij de NV BBA of de PBB BV. Het nieuwe vrijvervoerbewijs geeft alleen recht op reizen buiten de spitsen (ochtendspits is tussen 7.00 tot 9.00 uur en de avondspits tussen 16.30 en 18.00 uur). Deze beperking geldt niet in de maanden juli en augustus. Kosten: De kosten voor dit vrijvervoerbewijs bedragen € 170,00 op jaarbasis per verstrekt bewijs. Indien u één of meerdere vrijvervoerbewijzen wilt ontvangen zullen wij het totale jaarbedrag bij u via een incassomachtiging eenmaal per jaar incasseren. Indien u door omstandigheden geen gebruik meer kunt maken van het vrijvervoerbewijs kunt u dit inleveren waarbij restitutie zal plaatsvinden over de volle maanden van het lopende jaar waarin u geen gebruikt maakt van het bewijs. GROEP B:
Oud medewerkers en/of hun gezinsleden van 65 jaar en ouder
Men moet recht hebben op een vrijvervoerbewijs na afloop van de dienstbetrekking bij de NV BBA of de PBB BV. Dit vrijvervoerbewijs geeft alleen recht op reizen buiten de spitsen (ochtendspits is tussen 7.00 tot 9.00 uur en de avondspits tussen 16.30 en 18.00 uur). Deze beperking geldt niet in de maanden juli en augustus. Kosten: De kosten voor dit vrijvervoerbewijs bedragen € 120,00 op jaarbasis per verstrekt bewijs. Indien u één of meerdere vrijvervoerbewijzen wilt ontvangen zullen wij het totale jaarbedrag bij u via een incassomachtiging eenmaal per jaar incasseren. Indien u door omstandigheden geen gebruik meer kunt maken van het vrijvervoerbewijs kunt u dit inleveren waarbij restitutie zal plaatsvinden over de volle maanden van het lopende jaar waarin u geen gebruikt maakt van het bewijs. Uit oogpunt van herkenbaarheid zullen de vrijvervoerbewijzen voor oud personeel een andere kleurstelling krijgen dan de vrijvervoerbewijzen die ook tijdens de spitsuren gebruikt kunnen worden. Onder oud medewerkers die in aanmerking komen voor een vrijvervoerbewijs wordt verstaan: a. Het voormalige personeelslid dat, na een dienstverband van tenminste 10 jaar het streekvervoer, het bedrijf met direct ingaand ouderdomspensioen, invaliditeitspensioen ABP of WAO (met minimaal 50% arbeidsongeschiktheid), wachtgeld of VUT-uitkering verlaat. b. De echtgenoot of echtgenote van het onder a bedoelde gewezen personeelslid, tenzij sprake is van duurzaam gescheiden leven. c. De weduwe of weduwnaar van het gewezen personeelslid voor zover zij/hij voor het overlijden van het gewezen personeelslid reeds recht op een vrijvervoerbewijs had. Het recht op een vrijvervoerbewijs vervalt bij het aangaan van een volgend huwelijk of alternatieve samenleving. BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
24
d. De partner met wie het personeelslid bedoeld onder a, met het oogmerk duurzaam samen te leven, hetgeen moet blijken uit het samenwonen op één adres. e. Degene die door een weduwe of weduwnaar, behorende tot de onder a genoemden, is belast met de huishouding en die daartoe in haar/zijn woning is gehuisvest, hetgeen moet blijken uit een uittreksel uit het bevolkingsregister. Geldigheid Op vertoon van dit vrijvervoerbewijs wordt vervoer zonder betaling toegestaan op de openbaar vervoer lijnen Geldigheidsduur De vrijvervoerbewijzen zijn geldig gedurende de daarop aangegeven periode. Overige faciliteiten Het vrijvervoerbewijs geeft, voor zover dit naar oordeel van de chauffeur kan, ook recht op vervoer van een reiswieg en/of kinderwagen, van kleine huisdieren die gemakkelijk zijn te dragen en op schoot kunnen worden gehouden, alsmede van een aangelijnde hond; dit laatste geldt echter alleen in de BBAbussen. Kinderen tot 4 jaar worden gratis vervoerd. Verplichtingen Het bewijs moet bij elke rit ongevraagd aan de chauffeur worden getoond. Indien het vrijvervoerbewijs niet aan de chauffeur of controlerend personeel kan worden getoond, is men verplicht de normale ritprijs (eventueel verhoogd met een boete) te voldoen en zich een vervoerbewijs te laten verstrekken. Betalende reizigers hebben voorrang boven houders van vrijvervoerbewijzen. Intrekken vrijvervoerbewijs Bij onrechtmatig gebruik zal het vrijvervoerbewijs worden ingetrokken. Inleveren vrijvervoerbewijs Het verstrekte vrijvervoerbewijs dient onmiddellijk te worden ingeleverd zodra: • het recht op vrij vervoer is komen te vervallen • het bewijs ongeldig is geworden doordat: - het is beschadigd – het onleesbaar is geworden – de foto ontbreekt Gestolen of Verloren geraakt vrijvervoerbewijs Zodra een vrij vervoerbewijs gestolen of verloren is geraakt, moet hiervan onmiddellijk aangifte worden gedaan bij de politie. Voorts dient het hoofd P&O hiervan schriftelijk op de hoogte te worden gebracht. Gestolen of verloren geraakte bewijzen komen in principe nier eerder voor vervanging in aanmerking nadat een maand is verstreken sedert van diefstal of verlies schriftelijk mededeling is gedaan. Bij vervanging dient een nieuw aanvraagformulier te worden ingevuld. BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
25
Kosten Voor het vervangen van een vrijvervoerbewijs is € 2,-- verschuldigd. Indien een gestolen of verloren vrijvervoerbewijs wordt geretourneerd zijn de kosten hiervan voor rekening van de houd(st)er. Kosten van pasfoto’s t.b.v. het vrijvervoerbewijs zijn voor rekening van de aanvrager. Eventuele fiscale consequenties van het vrijvervoerbewijs zijn voor rekening van de houder.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
26
GEVONDEN VOORWERPEN Dit reglement vindt zijn oorsprong in de Algemene Vervoersvoorwaarden voor het Openbaar Personenvervoer van het KNV (Koninklijk Nederlands Vervoer). Onder gevonden voorwerpen worden verstaan alle voorwerpen van welke aard dan ook die door de chauffeur of een passagier in de bus of omgeving daarvan worden gevonden. De chauffeur dient voorwerpen die door een passagier worden gevonden aan te nemen. De passagier kan vragen om een ontvangstbewijs, dat vervolgens door de chauffeur overhandigd moet worden. Bij de eerste gelegenheid die zich voordoet geeft de chauffeur het gevonden voorwerp af op de aangewezen plaats (volgens lokale afspraken). De chauffeur vult daarbij het daarvoor bestemde formulier in. Indien een passagier een gevonden voorwerp bij de chauffeur terughaalt geeft deze het voorwerp af nadat de passagier een ontvangstbewijs ( te verstrekken door het concessiekantoor) heeft getekend. De chauffeur moet er zich – voor zover mogelijk – van overtuigen dat het gevonden voorwerp deze passagier inderdaad toebehoort. Bij afloop van een termijn van 3 maanden kan de betreffende chauffeur het door hem ingeleverde voorwerp tegen een redelijke vergoeding kopen. Als redelijke vergoeding kan 25% van de dagwaarde worden aangemerkt. Indien een maand na het verstrijken van de bewaartijd van 3 maanden de betreffende chauffeur het voorwerp niet heeft gekocht, zal dit voorwerp bij opbod worden verkocht. Geldbedragen die worden gevonden komen na de bewaartermijn geheel toe aan de vinder. Indien het gevondene snel aan bederf onderhevige goederen betreft, kan de chauffeur het door hem ingeleverde voorwerp of goederen kopen na een bewaartermijn van 8 uur. Dit kopen geschiedt zoals eerder vermeld. Het betaalde bedrag komt ten goede aan de betreffende personeelsvereniging. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de directie.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
27
JUBILEUM-REGELING Voor het vaststellen van de jubileumdatum en de hoogte van de uitkering geldt: 1. De “BBA-regeling” voor personeelsleden die vóór 1 januari 1977 in dienst zijn getreden, of wel vóór 1 januari 1977 in dienst zijn getreden van een door de BBA overgenomen bedrijf. Deze medewerkers komen voor deze jubileumregeling in aanmerking als zij 25, 40 of 50 jaar ononderbroken in dienst geweest zijn bij de BBA. Een onderbreking van de diensttijd wegens verplichte militaire dienst of, in bepaalde gevallen, wegens een reorganisatie van het bedrijf wordt in deze regeling buiten beschouwing gelaten. Ook de dienstjaren, doorgebracht bij bedrijven die door de BBA zijn overgenomen, tellen mee voor deze regeling, als zijn samen met de “BBA-dienstjaren” een ononderbroken dienstverband vormen. Heeft dat bedoelde bedrijf ook een bedrijf overgenomen, dan geldt voornoemde regeling in dezelfde zin. De hoogte van de uitkering is 1 x, 1,5 x of 2 x een maandsalaris bij respectievelijk een 25-, 40- of 50-jarig jubileum. Onder een maandsalaris moet worden verstaan het functieloon plus de van toepassing zijnde toelagen en toeslagen, zoals de OT en GD, diplomatoeslag, toeslag 50+, toeslag technische dienst, etc.
2. De “CAO OV-regeling” voor personeelsleden, die op of na 1 januari 1977 in dienst zijn getreden. Deze medewerkers komen bij een jubileum in aanmerking voor de regeling krachtens de CAO OV.
Wanneer een personeelslid van beide regelingen gebruik zou kunnen maken, moet vóór het bereiken van de eerste datum een keuze worden gemaakt. Deze keuze is eenmalig en definitief. Voorbeeld Iemand is bij een openbaar vervoerbedrijf in dienst geweest van 1 januari 1955 tot 1 januari 1958 en in dienst getreden bij de BBA op 1 januari 1970. Het 25-jarig dienstjubileum volgens de BBA-regeling ligt op 1 januari 1995. Volgens de CAO OV-regeling ligt deze datum op 1 januari 1992. Voor personeelsleden, die met invaliditeitspensioen gaan, geldt dat zij nog voor deze regeling in aanmerking komen als de jubileumdatum valt binnen 6 maanden na de datum van de ABP-beschikking (waarbij de beschikkingsdatum wordt opgehoogd naar de eerste van de volgende maand). Voor het personeelslid dat als gevolg van een (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid een WAO/ABPuitkering ontvang en aangepaste werkzaamheden verricht, wordt ter bepaling van de hoogte van de gratificatie uitgegaan van de beloning bij een volledige functievervulling van de oorspronkelijke betrekking. Voor de chauffeurs zal ingeval van het 12,5-, 25- en 40-jarig dienstjubileum de bijbehorende onderscheiding van de ANWB worden aangevraagd.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
28
FINANCIËLE TEGEMOETKOMINGSREGELING Bijdrage in de kosten van gezinshulp Na indicatie door een instelling voor Gezinszorg kan men in aanmerking komen voor een tegemoetkoming van 1/3 deel van de eigen bijdrage gedurende maximaal 6 maanden. De aanvraag wordt behandeld door de Bedrijfsmaatschappelijk Werkster. De aanvraag kan bij de leidinggevende of rechtstreeks bij de Bedrijfsmaatschappelijk Werkster of bij de afdeling personeel & organisatie worden ingediend.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
29
HANDLEIDING PLUSSEN EN MINNEN Afspraken en definities betreffende het plussen en minnen Afwijkingen van het rooster Er wordt alleen geplust en gemind als de dienst van een chauffeur afwijkt van zijn eigen dienstrooster. Dienst Een dienst omvat de geplande werkzaamheden voor één dag (definitie uit bijlage van de CAO OV). Eigen dienst Als “eigen dienst” c.q. “werkelijke dienst” gelden ook reservediensten. Als duur geldt dan de volgens roosterberekening vastgestelde lengte van een reserve dienst. De lengte van de reserve dienst is gelijk aan de gemiddelde dienstlengte van het betreffende rooster. Als “eigen dienst” kan ook “vrij” (of ATV) gelden als er sprake is van een omgezette dag of extra gewerkte dag. Dienst op een reserve dienst Indien een chauffeur, met als oorspronkelijke dienst een reserve dienst, na het als reserve in dienst komen een dienst krijgt die langer is dan de oorspronkelijke reserve dienst, dan wordt de extra tijd beschouwd als specifieke overuren. Bij een kortere duur wordt in dat geval gehandeld als bij een dienstwijziging op verzoek van de rayonchef. 24 en 31 december Het eerder eindigen van de diensten op 24 en 31 december wordt niet in het plussen en minnen meegenomen. Na arbeidsongeschiktheid Als een chauffeur terugkomt na een periode van arbeidsongeschiktheid wordt uitgegaan van de dienst welke hij volgens zijn rooster heeft. Specifieke overuren Als een dienst langer heeft geduurd dan volgens het rittenblad door stremmingen, niet op komen dagen van collega enz geldt dit als specifieke overuren. Deze extra tijd wordt niet ingevuld in de pluskolom maar rechtstreeks in de kolom 135%.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
30
Dienstdoen buiten standplaats Indien er sprake is van dienstdoen buiten standplaats (incidenteel en korter dan 14 kalenderdagen) of een tijdelijke standplaatsverandering (langer dan 14 kalenderdagen) wordt de extra reistijd vergoed (op basis van 50 kilometer per uur over de extra kilometers); zie de betreffende bedrijfsregeling. Reistijd = diensttijd en wordt als zodanig meegenomen in het schema plussen en minnen; heeft dus ook als zodanig consequenties bij bijvoorbeeld het intrekken van een vrije dag, reistijd op uren als omschreven in de CAO OV (toelage onregelmatige dienst).
Bij een tijdelijke standplaatsverandering (dus langer dan 14 dagen) dient betrokkene in het nieuwe rooster te worden opgenomen. Van daaruit moet vervolgens worden geplust en gemind. Dit staat los van het gegeven dat betrokkene van het rooster met de hoogste OT (oorspronkelijke rooster/tijdelijke, nieuwe rooster) de OT betaald krijgt. Gebroken dienst Indien een chauffeur reserve heeft en hij krijgt daarvoor een gebroken dienst toegewezen binnen zijn eigen rooster, dan wordt geen individuele gebroken-dienst-toeslag betaald. Ingevolge een uitspraak van de VCSA is deze toeslag meegenomen in de gemiddelde OT-berekening. Als een chauffeur reserve heeft en hij krijgt een gebroken dienst toegewezen buiten zijn eigen rooster, dan ontvangt hij de gebroken-diensten-toeslag wel. Dienst buiten eigen rooster en de OT Als een chauffeur een dienst moet rijden buiten zijn eigen rooster waarin meer onregelmatige uren worden gemaakt dan in de dienst welke hij volgens zijn eigen rooster had, dan krijgt hij de extra OTuren individueel uitbetaald. De meer OT-uren worden als volgt berekend (ook als de oorspronkelijke dienst een reserve dienst is). De OT-uren in de oorspronkelijke dienst worden omgerekend naar “100%” (voorbeeld: 2 uren waar 15% OT op zit leveren 2 uur x 60 minuten x 15% = 18 minuten OT op). Voor de nieuwe dienst wordt dit ook gedaan (voorbeeld 1,5 uur waar 30% OT op zit, wordt dan 1,5 x 60 minuten x 30% = 27 minuten). De extra OT is derhalve 27 – 18 = 9 minuten, te betalen tegen 100%. Wordt op een vrije dag dienst gedaan buiten het eigen rooster dan wordt de OT van de nieuwe dienst volledig betaald, ongeacht of sprake is van een verschoven (binnen 21 dagen een vervangende) vrije dag of van een ingetrokken vrije dag en ongeacht de vergoeding die voor de ingetrokken vrije dag wordt gegeven. Eigen verzoek Indien een chauffeur een andere dienst rijdt dag volgens de roulering, hetzij in zijn eigen rooster, hetzij in een ander rooster en dit gebeurt door omstandigheden die aan de chauffeur zelf te wijten zijn, dan wordt hiervoor geen individuele OT of gebroken-diensten-toeslag betaald. Deze wijziging wordt ook niet meegenomen in het plussen en minnen. Feestdag Op een feestdag wordt geen extra OT betaald, daar zon- en feestdagen reeds in de berekening van de gemiddelde OT zijn meegenomen.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
31
Overlegorgaan/vakbond Indien een chauffeur op zijn roostervrije dag een vergadering heeft van een overlegorgaan (bijvoorbeeld OR en OC). Dan wordt een vervangende vrije dag gegeven en wordt op de +/- staat niets ingevuld. Het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een vakvereniging valt hier niet onder. Hiervoor geldt de CAO OV (organisatieverlof). Dit artikel begint met: “Voor zover het binnen arbeidstijd noodzakelijk is, wordt afwezigheid met behoud van salaris toegestaan….” . Een vergadering ten behoeve van een vakvereniging die op een vrije dag valt dient dus in eigen tijd te worden bijgewoond. Dienstwijziging op verzoek van leidinggevende Er wordt niet gemind als de wijziging plaatsvindt op verzoek van de leidinggevende Dienstdoen op een reservedienst wordt wel gemind, tenzij het bijvoorbeeld een wijziging is van een vroege reserve naar een late reserve of een late dienst. Dienstwijziging op voorschrift van de bedrijfsarts Wanneer op voorschrift van de bedrijfsarts een andere dienst wordt gereden dan in het dienstrooster stond vermeld, wordt bij een langere of een kortere dienst geplust of gemind. Gedeeltelijke werkhervattingen blijven buiten het plussen en minnen. Het in dit kader verrichten van dienst in een ander rooster heeft voor de betreffende chauffeur geen consequenties voor de OT/GD betaling. Ruilingen Het kenmerk van een ruiling is dat dit gebeurt op eigen verzoek van de werknemer(s). Onderscheiden worden 2 soorten ruilingen. 1) ruiling “met kantoor” 2) ruiling met collega(s) onderling ad.1
Het betreft verzoeken van chauffeurs aan de leidinggevende om een andere dienst toe te kennen dan de oorspronkelijke dienst. Deze ruilingen worden gewoon in het plussen en minnen meegenomen. De betrokken chauffeur krijgt die uren verrekend waar hij voor heeft gewerkt.
Ad.2 Ruilingen van chauffeurs onderling worden buiten het plussen en minnen gehouden. Wel worden wijzigingen op de oorspronkelijke dienst in het plussen en minnen verwerkt. Roosterverschillen Het roosterverschil dat in elke week op de +/- staat moet worden meegenomen, is de positieve afwijking (“roosterwinst”) of de negatieve afwijking (“roosterverlies”) ten opzichte van de wekelijkse werktijd van 5 x het aantal overeengekomen te werken uren per dag. Het roosterverschil wordt niet meegeteld indien een chauffeur een volledige betalingsperiode (van 4 of 5 weken) ziek is geweest.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
32
Tijdelijk van deeltijd naar fulltime Een chauffeur die gedurende een wat langere periode (bijvoorbeeld de zomerperiode) van deeltijd naar fulltime gaat, zal door de salarisadministratie in de periode worden omgezet naar een volledig functieloon (en eventueel volledige diplomatoeslag) en zal ook de gemiddelde OT/GD van het betreffende rooster betalen. Betrokkene dient derhalve op een vast plaats in het rooster te worden opgenomen (bijvoorbeeld (tijdelijk) op de plaats van een langdurig zieke). Vanuit deze situatie kan dan worden geplust en gemind. De tijdelijke wijziging van deeltijd naar fulltime wordt door de afdeling P&O schriftelijk aan de betrokken chauffeur gemeld. Uurloon Definitie volgens CAO OV: functieloon gedeeld door het gemiddelde aantal te werken uren per kalendermaand op jaarbasis. Dagloon Staat gedefinieerd in de CAO OV. (= uurloon x het gemiddeld aantal werkuren per dag) Vakantiedienstregeling De vakantiedienstregeling is gedurende de periode dat deze wordt uitgevoerd de basis voor het plussen en minnen (dus met het hierbij behorende roosterverschil).
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
33
antwoord nr. 1 2
3a 3b 4
vraag Dienst gereden volgens eigen roulering? Was dit een ruiling met een collega / was deze wijziging verwijtbaar aan betreffende chauffeur? Betrof het een dienst buiten standplaats? Betrof het een dienst buiten eigen rooster Zijn er meer onregelmatige uren gemaakt dan volgens eigen dienst?
5
Is er sprake van gebroken dienst? (art. CAO OV)
6
Was voor betreffende dag wel een dienst gepland?
7
8
Ja nee Ja nee
Ja nee Ja nee Ja
Toegekende extra reistijd opnemen als diensttijd Zie 3b Zie 4 Zie 6 Extra OT (zie eerder in dit reglement) bijbetalen volgens percentage art. CAO OV; Zie verder 5. Zie 5
Ja
Gebroken diensten toeslag bijbetalen; Zie verder 6 Zie 6 Verschil in lengte tussen eigen dienst en werkelijke dienst wordt bepaald (uitgedrukt in minuten); uren +/- per dag genoteerd. Zie verder 11 Zie 7 Toeslag van 35% over het dagloon; het aantal +/- minuten ten opzichte van het gemiddeld aantal uren per gewerkte dag wordt bepaald. De lengte van de werkelijk gereden dienst en de lengte van de dienst volgens rooster worden bij het plussen en minnen met elkaar vergeleken. In deze vergelijking wordt de oudste nog openstaande verschoven dag betrokken (“first in – first out”); DIBIS (Dienst Indelings en Bedrijfs Informatie Systeem) maakt deze vergelijking mogelijk. Het plussen en minnen vindt dus plaats als de volledige verschuiving is afgewerkt. Zie verder 11 Zie 8. Berekend wordt 200% van het aantal uren en minuten van de werkelijk gereden dienst (minimaal 4 uur). Als er sprake is van dienst binnen eigen rooster dan worden bepaald de OT (het aantal arbeidsuren en minuten per geldende percentage) en de eventuele GD. Bij dienst buiten eigen rooster is OT/GD al verrekend bij punt 4/5. Het bovenstaande betekent dat op een ingetrokken vrije dag in alle gevallen de OT/GD van de werkelijk verrichte dienst wordt betaald.
nee Ja
nee Is er sprake van een verschoven Ja dag (definitie art. CAO OV) (als op eigen verzoek zie dan 2) N.B.: Er is sprake van een verschoven dag als binnen 21 dagen een vervangende vrije dag gegeven wordt of kan worden! (art. CAO OV)
Er is dus gewerkt op een vrije dag en er is geen sprake van een verschoven dag. (art. CAO OV) Vergoeding volledig in geld?
BBA Personenvervoer NV
actie Geen verdere actie Zie 2 Geen verdere actie Zie 3a
nee Ja
Bedrijfsregelingen
34
9
Vergoeding: 100% betaling plus 100% in tijd.
10
Vergoeding: 200% in tijd.
nee Ja
nee Ja
nee
11
Alle werkdagen van alle weken van betreffende betaalperiode afgewerkt?
12
Geeft saldo per week een negatief aantal minuten of nul?
Ja
nee Ja nee
13
Is saldo “uren +/-“ positief (+)?
BBA Personenvervoer NV
Ja nee
Zie verder 11. Zie 9. In kolom 100% komt het aantal uren en minuten van de dienst. Als er sprake is van dienst binnen eigen rooster worden bepaald de OT (het aantal arbeidsuren en minuten per geldend percentage) en de eventuele GD. Bij dienst buiten eigen rooster is OT/GD al verrekend bij punt 4/5. Vergoeding van 1 x arbeidsuren in tijd. Zie verder 11. Zie 10. Vergoeding van 2x arbeidsuren in tijd. Bij dienst buiten eigen rooster is OT/GD al verreken bij punt 4/5. Zie verder 11. Kan niet, er moet een keuze worden gemaakt t.a.v. vergoeding bij een extra gewerkte dag. Terug 7. Iedere week wordt het negatieve (-) of positieve (+) roosterverschil opgenomen. Aan het einde van iedere week wordt het aantal plus- en minuten getotaliseerd en het verschil wordt gesaldeerd. Zie verder 12. Alsnog afwerken. Saldo negatief of nul; geen verdere actie. Kolomtotalen worden bepaald. Zie verder 13. Saldo positief, vergoeding tegen 35%. Kolomtotalen worden bepaald. Zie verder 13. Saldo vergoedt tegen 100%. Geen verdere actie.
Bedrijfsregelingen
35
GEMIDDELDE OT / GD Sinds 1 oktober 1978 hanteert men bij de BBA de volgende methodiek voor de berekening van de gemiddelde onregelmatigheidstoeslag (OT) en gebroken dienstentoeslag (GD). Eerst wordt bekeken over welke periode de gemiddelde OT / GD van een bepaald rooster moet worden berekend. Dit kan bv. zijn een dienstregelingjaar van 1 juni van dit jaar tot 1 juni van het volgend jaar. Alle weekdagen – dit zijn de dagen van maandag tot en met vrijdag – worden in deze periode opgeteld. Hiervan worden afgetrokken de weekdagen waarop zondagsdienst wordt gereden. (Dit zijn de compensatiedagen zoals 2e paasdag, 2e pinksterdag, hemelvaartsdag en eventueel 1e en/of 2e kerstdag, koninginnedag, enz). Dan wordt gekeken hoeveel zaterdagen er in die periode zitten en hoeveel zondagen. Weekdagen waarop zondagsdienst gereden wordt (compensatiedagen) tellen als zondag. Toelage onregelmatige dienst De CAO OV omschrijft over welke arbeidsuren de onregelmatigheidstoeslag moet worden verrekend en tegen welk percentage van het te hanteren uurloon. Aan de hand van deze gegevens worden in het rooster alle uren en minuten die vallen onder de afzonderlijke punten van de CAO OV opgeteld. Hierbij worden alle diensten die op een rittenblad staan vermeld in aanmerking genomen, dus ook de versterkingsdienst. Tussen de ondernemingsraad en directie zijn de volgende aanvullende regels overeengekomen: De verdeling van de reservediensten (voor ziekte en verlof) moeten naar evenredigheid van het aantal diensten in het rooster zijn verdeeld over de werkdagen, zaterdagen en zondagen als wel over vroege, late en gebroken diensten. Bij ingetrokken vrije dagen wordt de op deze dag gemaakte onregelmatigheid individueel bijbetaald.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
36
COMPENSATIEDAGEN Bij het bepalen van de compensatiedagen dienen de volgende twee uitgangspunten te worden gehanteerd. 1. Voor alle personeelsleden zijn vrije dagen ingeroosterd. Voor personeelsleden die niet in onregelmatige dienst werkzaam zijn, zijn dit de weekenddagen en de ATV dagen, voor de personeelsleden die wel in onregelmatige dienst werkzaam zijn, zijn dit de ingeroosterde (weekend vervangende) vrije dagen en de ATV dagen. Naaste deze ingeroosterde vrije dagen dienen alle personeelsleden over evenveel extra vrije dagen in verband met feestdagen te beschikken. Dit houdt in dat als een feestdag, bijvoorbeeld 1e en/of 2e kerstdag, op een zaterdag en/of zondag valt, hier nooit een compensatiedag voor kan worden gegeven. 2. Op grond van CAO OV wordt op algemeen erkende christelijke feestdagen en nationale feestdagen geen dienst gedaan, tenzij de aard of het belang van de onderneming dat vraagt. Dit houdt in dat in principe alle op die dag(en) geplande diensten komen te vervallen. Gezien de aard van het bedrijf zal echter een aantal diensten (in gewijzigde vorm, bijvoorbeeld zondagsdiensten) moeten worden uitgevoerd. Op grond van het eerste uitgangspunt dient aan degene die op de betreffende feestdag roostervrij is (hieronder valt ook een ATV dag) zo mogelijk vooraf een vervangende vrije dag (= compensatiedag) worden toegekend en vastgesteld (CAO OV). Is men op de betreffende feestdag ziek, dan blijft de vastgestelde compensatiedag gewoon staan. Is men op deze compensatiedag (ook) ziek, dan vervalt deze dag. Op grond van het tweede uitgangspunt dient aan degene die op de betreffende feestdag feitelijk heeft gewerkt een compensatiedag te worden toegekend. Deze compensatiedag moet worden vastgelegd (na overleg met het betreffende personeelslid). Degenen die op de feestdag niet hebben gewerkt, hebben geen dienst gehad en dus op de dag zelf vrij gehad; er is dus geen sprake van een compensatiedag. In het geval van ziekte op een feestdag, waarop men had moeten werken, vervalt het recht op een compensatiedag. In het volgende schema staat een en ander nog eens beknopt weergegeven. Staat op het rooster
Feitelijke situatie
Compensatiedag
werken
Gewerkt ziek
Ja Nee
Geen dienst
Geen dienst ziek
Nee Nee
Roostervrij
Vrij ziek
Ja Ja
ATV
ATV ziek
Ja ja
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
37
PRIVACY-REGLEMENT Definities Persoonsgegevens: gegevens die herleidbaar zijn tot individuele natuurlijke personen. Geregistreerde: degene wiens persoonsgegevens in het systeem zijn opgenomen. Systeem: de samenhangende verzameling van persoonsgegevens die op verschillende personen betrekking hebben; de persoonsgegevens zijn systematisch aangelegd in het geautomatiseerde personeelsinformatiesysteem. (De wet Persoonsregistratie noemt dit registratie en persoonsregistratie) (Sub)systeembeheerder: degene die door de directie is aangewezen als verantwoordelijke voor het dagelijks gebruik van het systeem. Leidinggevende: elke functionaris die op grond van zijn/haar functie bevoegd is instructies / werkopdrachten te geven aan één of meer medewerkers. Derde: persoon of instantie die niet behoort tot de organisatie van het bedrijf. Doel van het systeem -
-
Het door en onder verantwoordelijk van P&O snel kunnen beschikken over individuele zowel als collectieve personeelsinformatie ten behoeve van een verantwoord loon- en personeelsbeleid binnen de onderneming op korte en lange termijn. Tijdig en adequaat te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen tot het geven van informatie over het personeel aan derden. Tijdig en adequaat gevraagde personeelsinformatie te kunnen verstrekken die noodzakelijk is voor een goede bedrijfsuitvoering.
Welke persoonsgegevens mogen worden geregistreerd Alleen die persoonsgegevens mogen worden geregistreerd die noodzakelijk zijn om de hiervoor genoemde doelen te realiseren. Hierbij kan, voor wat betreft de werknemers in vaste of tijdelijke dienst van de onderneming, gedacht worden aan de volgende gegevens: • Personalia (naam, voornamen, titulatuur, geboortedatum, geboorteplaats, nationaliteit, geslacht, adres, woonplaats, telefoonnummer, adreshistorie) • Gezinsgegevens (burgerlijke staat, aard samenleving, naam en geboortedatum partner en kinderen, datum en plaats huwelijk, soort ziektekostenverzekering partner, kinderen) • Arbeidsplekgegevens concessie, standplaats, afdeling, identificatiebewijs, functiecode, nummer rijbewijs, vervaldatum rijbewijs) • Arbeidsverhoudinggegevens (soort arbeidsverhouding, percentage deeltijd, datum in dienst) • pensioengegevens (soort pensioenfonds, ingangsdatum deelneming) • Loongegevens (salarisschaal, trede, periodiekmaand, spaarregeling, onregelmatigheidstoeslag, rekeningnummer) • Overige financiële gegevens (toekenningen, inhoudingen, tariefgroep belastingen, loonbeslagen) • Opleidingsgegevens (opleiding, specialisatie, lopende studies/cursussen) • Ziekteverzuimgegevens • Aanvullende gegevens (ziektekostenverzekering, nummer identificatiebewijs, nummer vrijvervoerbewijs partner/gezinsleden, lidmaatschap personeelsvereniging) BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
38
Wat niet geregistreerd mag worden Persoonsgegevens betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, seksualiteit of intiem levensgedrag mogen niet geregistreerd worden. De werkgever geeft de garantie dat geen zogeheten “geautomatiseerde schaduwbestanden” van werknemersgegevens worden aangehouden. Door de bedrijfsarts geregistreerde individuele persoonsgegevens alsook door de bedrijfspsycholoog geregistreerde psychotechnische gegevens mogen niet worden gekoppeld aan het systeem, noch aan andere bedrijfsbestanden. Gegevens welke niet herleidbaar zijn tot individuele personen kunnen wel worden opgenomen. Op grond van een algemene maatregel van bestuur, gebaseerd op de Wet Persoonsregistratie kan dit artikel worden gewijzigd. De vastgelegde registratie van boordcomputers en camera’s in bussen en gebouwen wordt niet gebruikt om medewerkers te controleren. Persoonsgegevens betreffende ex-medewerkers en partner c.q. gezin Persoonsgegevens van personen die niet meer in dienst zijn van de onderneming worden/ blijven slechts geregistreerd indien dit strikt noodzakelijk is vanwege pensioen- en uitkeringsrechten, personeelsvereniging, sociaal en aanvullend fonds en verstrekking van vrijvervoerbewijzen. Bronnen van persoonsgegevens De in het systeem opgeslagen persoonsgegevens zijn bij voorkeur afkomstig van de geregistreerde zelf, of van de onderneming, met medeweten van de geregistreerde. De persoonsgegevens worden uitsluitend door de daartoe onder verantwoordelijkheid van P&O aangewezen personen ingevoerd en actueel gehouden. Gebruik van het systeem Persoonsgegevens kunnen door de salaris- en personeelsadministratie (centraal en decentraal) uitsluitend worden verstrekt aan: de geregistreerde: de over hem/haar opgenomen persoonsgegevens worden hem/haar bij indiensttreding en overigens op aanvraag verstrekt; een verzoek om inzage dient te worden gedaan aan het hoofd P&O, die desgewenst direct en overigens in ieder geval binnen één maand aan dit verzoek voldoet. Indien de geregistreerde bij het hoofd P&O aantoont, dat bepaalde van hem opgenomen gegevens onjuist of onvolledig zijn, dan wel gezien de doelstelling van het systeem niet ter zake doen, dan wel strijdig zijn met dit reglement, dient het hoofd P&O ervoor te zorgen dat deze gegevens zo spoedig mogelijk (uiterlijk binnen een maand) verbeterd, aangevuld of verwijderd worden. Indien geen overeenstemming wordt bereikt over de wijziging van de opgenomen gegevens, kan de geregistreerde gebruik maken van de beroepsregeling. Medewerkers van de afdeling personeel & organisatie: ten behoeve van het personeelsbeleid kunnen zij de persoonsgegevens van alle tot de onderneming behorende geregistreerden opvragen. De directie: alle persoonsgegevens van alle geregistreerden, voor zover benodigd voor de uitoefening van haar functie. De salarisadministratie: alle personeelsgegevens voor zover benodigd voor de uitoefening van de salarisadministratie. De kledingadministratie: voor zover benodigd voor het verstrekken van kleding. Leidinggevenden op het hoofdkantoor en vestigingen: uitsluitend die persoonsgegevens die zij nodig BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
39
-
hebben voor de uitoefening van hun functie. de ondernemingsraad: niet tot individuele personen herleidbare gegevens, bestemd voor het beoordelen van het gevoerde personeelsbeleid. Derden: - voor zover zulks voortvloeit uit het doel van de registratie - wordt vereist in gevolge een wettelijk voorschrift of - geschiedt met toestemming van de geregistreerde
Vernietiging van verouderde persoonsgegevens Persoonsgegevens zijn verouderd indien zij niet meer voldoen aan het doel van het systeem. Verouderde persoonsgegevens worden vernietigd c.q. verwijderd. Koppeling van het systeem aan andere registraties Het systeem is een zelfstandig systeem. Koppeling tussen de verschillende interne databestanden is toegestaan voor zover dit functioneel is en de OR hierover is geïnformeerd. Koppeling met externe databestanden is niet toegestaan. Beveiliging De werkgever draagt zorg voor beveiliging van het systeem tegen mechanische en/of elektronische inbraak, aan de hand van interne en Streekvervoer Nederland-richtlijnen voor algemene beveiligingsmaatregelen van computersystemen. Iedere gebruiker, die bevoegd is tot het gebruik van het systeem, heeft een gebruikersidentificatie en wachtwoord. Hiermee kan hij/zij alleen die gegevens van personeelsleden raadplegen of muteren waartoe hij/zij door de directie is gemachtigd. Ieder gebruik van het systeem wordt door het systeem geregistreerd in een “logboek”, zodat bij onderhoopt niet geautoriseerd gebruik, achteraf tekortkomingen in de beveiliging zijn op te sporen. Calamiteiten In geval van oorlog of andere buitengewone omstandigheden waarin ernstig gevaar dreigt, dat persoonsgegevens in handen vallen van personen of instanties die deze gegevens kunnen gebruiken in strijd met de omschreven doelstelling, zal de directie van de NV BBA in overleg met de OR opdracht geven tot – gehele dan wel gedeeltelijke – vernietiging van de opgeslagen gegevens. Beroepsmogelijkheid Personeelsleden die van mening zijn dat m.b.t. hun gegevens niet gehandeld wordt volgens het privacyreglement kunnen in beroep gaan bij de OR. Deze beoordeelt de klacht, geeft haar mening aan de betrokkene en aan de directie, waarbij zij deze laatste eventueel ook adviseert tot het nemen van passende maatregelen Slotbepaling In gevallen waarin dit reglement niet of niet in redelijkheid voorziet, beslist de directie, de OR gehoord hebbende.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
40
KLACHTENCOMMISSIE “ONGEWENST GEDRAG” Aanleiding: Al enige tijd is in de commissie P&O gesproken over de wijze waarop de vertrouwenspersonen binnen BBA functioneren. Alom is men van mening dat de aanwezigheid van (het instituut) de vertrouwenspersonen er niet toe leidt dat medewerkers in de onderneming zich “vrij” voelen incidenten van ongewenst gedrag bespreekbaar te maken. Over de reden waarom dit zo is bestaat geen duidelijkheid. De geografische spreiding van de onderneming (waardoor de vertrouwenspersonen niet voor iedereen bekend zijn) en het sterk individualistisch karakter van de werkzaamheden van onze grootste groep medewerkers (de chauffeur) zouden hieraan debet kunnen zijn. Discussiërend over deze materie kwam men tot het voornemen een klachtencommissie in te stellen, in deze notitie wordt daartoe een voorstel gedaan. Definitie Onder ongewenst gedrag wordt verstaan: - seksuele intimidatie alle handelingen, gedragingen en uitlatingen in de seksuele sfeer, die in het kader van de werksituatie plaatsvinden en door degene op wie ze zijn gericht, of die er op een andere manier bij betrokken worden, als ongewenst worden beschouwd. Dit geldt ook na aanvankelijke acceptatie. Hieronder vallen ook afbeeldingen die kwetsend kunnen zijn voor anderen alsmede internetsites. - agressie, geweld en intimidatie voorvallen waarbij een werknemer wordt geïntimideerd door woord en/of gebaar. Dit gaat ook op indien de omgeving van de bovengenoemde medewerker dit signaleert. - treiteren en pesten dit zijn negatieve handelingen, zowel communicatief als anderszins, die meestal tegen één persoon zijn gericht (afkomstig van één of meerdere personen) en die gedurende een lange tijd frequent plaatsvinden - discriminatie discriminatie tussen personen op grond van levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, nationaliteit, seksuele geaardheid, leeftijd en de burgerlijke staat (gehuwd/ongehuwd). Vertrouwenspersonen: Eenieder kan zijn eigen vertrouwenspersoon kiezen. Om verwarring te voorkomen met de “vertrouwenspersoon” uit de wet poortwachter zal in deze notitie verder gesproken worden over “klachtenconsulent”. Iedere medewerker van BBA kan optreden als klachtenconsulent. Taken klachtencommissie: Het onderzoeken van klachten van medewerkers inzake ongewenst gedrag en het komen tot een advies aan de directie over de afhandeling van de klacht. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de informatie van klachtenconsulenten en van betrokkenen bij het gemelde incident. Ook anderen kunnen worden gehoord. Jaarlijks zal een geanonimiseerd verslag aan de directie worden uitgebracht over de in dat jaar behandelde klachten. Samenstelling klachtencommissie: De klachtencommissie bestaat uit 5 personen: Hoofd P&O, Voorzitter en secretaris OR; 1 lid aangewezen door de directie en 1 lid in onderling overleg tussen directie en ondernemingsraad. De commissie kan zich door (een) deskundige(n) laten bijstaan.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
41
Werkwijze klachtencommissie: Een officiële klacht wordt (vaak in overleg met de klachtenconsulent) schriftelijk ingediend bij Hoofd P&O. Omdat in de onderneming de opvatting leeft dat dit soort incidenten “in de lijn” dienen te worden opgelost, zal Hoofd P&O in eerste instantie nagaan of de klager zijn klacht met zijn direct leidinggevende heeft besproken. In voorkomende gevallen zal Hoofd P&O de klager terug verwijzen naar de direct leidinggevende, de commissie zal hierover door hem worden geïnformeerd. Daarnaast wordt door Hoofd P&O bekeken of de klacht aan de voorwaarden voldoet om in behandeling te worden genomen: voorzien van naam van de aangeklaagde; beschrijving van het ongewenste gedrag, tijdstip van het (de) voorval (len); namen van getuigen; naam van de klachtenconsulent. Anonieme klachten worden niet in behandeling genomen. De klachtencommissie zal zowel met de klager als de aangeklaagde spreken over de ingediende klacht. Zij beiden kunnen zich door een klachtenconsulent laten bijstaan. Zonodig worden nog meerdere mensen gevraagd om met de leden van de commissie te spreken over deze klacht. Klachten kunnen alleen behandeld worden als alle leden van de commissie aanwezig zijn. Besluitvorming vindt plaats bij meerderheid van stemmen. De klachtencommissie komt binnen 6 weken na het ontvangen van de klacht tot een advies aan de directie over de afhandeling van de klacht. Eventueel wordt dit advies vergezeld van adviezen tot maatregelen in de preventieve sfeer. Dit advies wordt ook ter kennis gebracht aan de klager en aangeklaagde en hun klachtenconsulenten. De directie neemt binnen 2 weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie een besluit inzake de afhandeling van de klacht, behoudens uitzonderingsgevallen. In het geval niet binnen twee weken tot een besluit gekomen kan worden zal de directie zowel klager als de commissie hierover schriftelijk informeren. De directie brengt het uiteindelijke besluit schriftelijk ter kennis van de klager, de aangeklaagde, de klachtenconsulenten en de klachtencommissie. Overig: Het instellen van een klachtenprocedure en een klachtencommissie dient in de eerste plaats om een eind te maken aan de situatie waarin het ongewenst gedrag t.a.v. de klager (heeft kunnen) plaatsvinden en om voor de klager weer een situatie te scheppen waarin ongestoord en veilig kan worden gewerkt. Daarbij zal worden gezocht naar praktische oplossingen, die van geval tot geval sterk kunnen verschillen. Voorkomen moet worden dat genomen maatregelen door de klager als “straf” worden ervaren. Ook moet worden voorkomen dat genomen maatregelen leiden tot nieuw ongewenst gedrag van aangeklaagde. Los van deze maatregelen om verder ongewenst gedrag te voorkomen, kunnen maatregelen tegen de aangeklaagde noodzakelijk blijken. Er mag niet automatisch van uit worden gegaan dat in alle gevallen waarin een klacht gegrond wordt verklaard de aangeklaagde moet worden bestraft. Dit zal afhangen van de omstandigheden; de verwijtbaarheid; de ernst van de feiten; verzachtende omstandigheden etc. Anderzijds mag evenmin uit het oog worden verloren dat de onderneming desgewenst alle haar ter beschikking staande maatregelen kan nemen. De klachtencommissie komt minimaal twee maal per jaar bijeen. Als er geen schriftelijke klachten zijn ingediend analyseert de commissie de situatie inzake dit onderwerp in de onderneming. Ook de bespreking van een theoretisch item op dit terrein (voorbeeld: pesten op het werk) kan behandeld worden.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
42
Dossiers van de behandelde zaken in de klachtencommissie zullen vertrouwelijk worden behandeld. Na behandeling van de klacht worden de eventueel aan de leden van de commissie uitgereikte documenten en/of correspondentie ingenomen en vernietigd. Het uiteindelijke verslag van de behandeling van de klacht en de onderliggende stukken worden separaat van het personeelsdossier bij het hoofd P&O bewaard. Leden van de klachtencommissie blijven het recht houden op inzage van de dossiers. De dossiers van de commissie zullen vijf jaar na behandeling worden vernietigd. Procedure: Dit voorstel is in de commissie P&O besproken en wordt als definitief voorstel aan directie en ondernemingsraad gezonden. Als tot het instellen van een klachtencommissie wordt besloten zal dit “breed” in de onderneming bekend worden gemaakt. Aan nieuwe medewerkers zal informatie worden verstrekt over het bestaan van een klachtencommissie in de onderneming en dat BBA in haar beleidsuitgangspunten heeft opgenomen dat ongewenst gedrag niet getolereerd wordt. Ook zal er aandacht worden besteed aan eventuele scholing van de bij deze commissie betrokken personen.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
43
RECEPTIEBELEID -
Receptie wordt aangeboden aan medewerkers ten behoeve van een 25 of 40 jarig dienstjubileum. Doelgroep: collega’s binnen bedrijf, naaste familie. Recepties worden aangeboden bij vertrek uit bedrijf t.g.v. VUT of pensioen. Zelfde doelgroep als bij jubilea. Afwijking mogelijk indien het bv. van belang voor de BBA is dat externe zakelijke relaties worden uitgenodigd. Toestemming wordt dan verleend door directie op voordracht van het hoofd van dienst. Medewerkers kunnen bij een jubileum, i.p.v. voor een receptie, ook kiezen voor een etentje met directe chef. Doelgroep: Gezinsleden jubilaris met chef (en diens partner) Het aanbod van een receptie of etentje kan niet worden omgezet in een (bruto) bedrag t.b.v. de jubilaris. Waarde receptie/ etentje: sterk afhankelijk van aantal personen maar bedraagt gemiddeld ongeveer € 450,-. De rekening van de receptie staat op naam van BBA en wordt door de onderneming rechtstreeks voldaan.
Naast bovengenoemde recepties kunnen er nog andere bijeenkomsten plaats vinden, zoals bv. een receptie bij de opening van een nieuwe gebouw. Hiervoor zal in ieder afzonderlijk geval bekeken worden wat passend is. Wel is hiervoor ook het onderstaande van toepassing. Alcoholbeleid bij recepties en bijeenkomsten Het alcoholbeleid blijft erop gericht dat de reputatie van de onderneming niet geschaad mag worden en dat er geen negatieve “PR” ontstaat. Het moet wel consequent en handhaafbaar zijn. § § § §
Op BBA terreinen wordt geen alcohol geschonken. Uitzonderingen zijn niet toegestaan. Bij buiten de BBA terreinen door de BBA georganiseerde activiteiten wordt alcohol niet verboden maar mag niet tot misstanden leiden. Het moet verantwoord zijn. De plaats moet zodanig zijn dat deze met openbaar vervoer bereikbaar is of anderszins moet er vervoer geregeld zijn. Recepties worden op het eind van de werkdag georganiseerd, duren maximaal 2 uur en beginnen met koffie/thee.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
44
GEBRUIK KLUISJES CONCESSIES 1. Chauffeurs krijgen individueel een kluisje toegewezen. 2. Er wordt getekend voor ontvangst van een sleutel, de verplichting deze bij uitdiensttreding in te leveren, en voor toestemming om de kosten van vervanging van of vervanging slot als gevolg van verlies van de sleutel, te verrekenen met het salaris. Bij verlies van een sleutel moet het slot vervangen worden. De kosten hiervan bedragen ongeveer € 50,--. 3. Kluisjes zijn uitsluitend bestemd voor opslag van bedrijfseigendommen, met name waardekaarten en geld, die in bruikleen aan de chauffeur worden verstrekt. 4. De in de kluisjes opgeslagen bedrijfseigendommen worden bij diefstal vergoed. Privé eigendommen worden niet vergoed bij diefstal. Medewerkers zijn niet verplicht gebruik te maken van deze kluisjes voor opslag van hun bedrijfseigendommen. Het risico van vermissing/ diefstal is in dit geval voor hen zelf. 5. Ingeval medewerkers volgens rooster niet opstappen op de plek waar de kluisjes geplaatst zijn (bijvoorbeeld op het station of een andere standplaats), dan wordt ingeval van diefstal van de bedrijfseigendommen de schade vergoed door de BBA, mits hier zelf de benodigde zorgvuldigheid in betracht is. 6. De ruimte waar de kluisjes worden/ zijn geplaatst, worden beveiligd door inschakeling van een alarm door de CVL, na melding van de chauffeur die het laatst op deze locatie volgens rooster aanwezig is. De CVL plaatst vervolgens een algemene oproep om te checken of er geen chauffeurs (met vertraging) nog moeten binnen komen. De CVL schakelt het alarm uit na melding van aanwezigheid van de eerste chauffeur die opkomt voor de dienst volgens rooster. De rayonchefs maken hierover specifieke afspraken in het rayon, maken deze bekend en melden dit desgewenst op het rittenblad van de betreffende dienst.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
45
SPAARLOONREGELING Bij deze regeling spaart u maximaal € 613,-- per jaar (€ 51,08 per maand) uit uw brutoloon. Over dit spaarloon betaalt u geen loonheffing en premies sociale verzekeringen. Hierdoor stijgt uw nettoloon met ongeveer € 21,45. Van dit hogere nettoloon wordt vervolgens € 51,08 overgemaakt naar een geblokkeerde spaarrekening. Dit betekent een verhoging van uw eigen inleg met circa 66%. Voor personeelsleden in dienst van de PBB betekent het feit dat over het spaarloon geen sociale lasten zijn ingehouden dat, mochten zij onverhoopt in de WW of WAO komen, hun uitkeringsgrondslag lager zal zijn dan wanneer zij geen gebruik maken van de spaarloonregeling. Voor de spaarloonregeling geldt een blokkeringtermijn van vier jaar. De erkende bestedingsdoeleinden zijn beperkt tot aankoop eigen woning en premie levensverzekering (b.v. lijfrentepolis, maar niet de premie voor een levensverzekering t.b.v. een hypotheek). Voor de spaarloonregeling geldt dat ook een lager maandbedrag mogelijk is (minimum is € 11,34).
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
46
Kledingreglement Rechtsgrond Dit reglement vindt zijn rechtsgrond in de CAO Openbaar Vervoer. Uniform dragers Chauffeurs Kaartverkopers Verkeersleiders Toezichthouders Controleurs Chauffeurs in combinatiefuncties Dienstkleding Dienstkleding van de boven genoemde functionarissen m/v wordt verstrekt teneinde tijdens de diensttijd voor de reizigers als functionaris van BBA herkenbaar te zijn. Tevens dient het uniform als representatie van het bedrijf naar buiten. Kleding verstrekking Ieder nieuw personeelslid en ook een uitzendkracht krijgt bij indiensttreding een voor zijn functie vastgesteld startpakket (zie bijlage 1). Dit pakket is voldoende om het eerste jaar representatief het werk te kunnen verrichten. Een personeelslid wordt pas bij de leverancier aangemeld op het moment dat deze een vast contract heeft. Tot deze tijd wordt deze tijdelijke kracht, indien nodig en in overleg met de leidinggevende, van kleding voorzien uit het magazijn in aanvulling op het startpakket. Vanaf het moment van een vaste dienst betrekking gaat het personeelslid punten sparen voor de reguliere bestellingen bij de leverancier. Gedurende de eerste drie jaren kan de medewerker de ter beschikking staande 225 punten naar eigen inzicht over deze periode verdelen. Aan nieuwe personeelsleden die door een overgang van een concessie overgaan naar BBA zal een compleet kledingpakket ter beschikking worden gesteld, waarbij het nieuwe personeelslid diverse keuzemogelijkheden heeft. In de eerste drie jaar zal het betreffende personeelslid echter minder punten opbouwen voor het vervangen van zijn kleding, zoals bij iedere nieuwe medewerker zal de opbouw zich beperken tot de eerder genoemde 225 punten. Draagplicht Tijdens de dienstuitvoering dient de door de BBA verstrekte kleding gedragen worden. Het is niet toegestaan andere dan door de BBA verstrekte kleding te dragen. Schoenen en sokken dienen donker van kleur te zijn. Klompschoenen en slippers zijn uit veiligheidsoverwegingen niet toegestaan. De stropdas dient ten alle tijden gedragen te worden. Uitzonderingen hierop zijn: als op Teletekst voor de betreffende dag een temperatuur van 22 graden of warmer wordt vermeld hoeft op het overhemd geen stropdas gedragen te worden; de in het kledingpakket opgenomen “polo” mag slechts in de maanden mei tot oktober gedragen worden; ook het in het kledingpakket opgenomen overhemd met korte mouwen mag in deze periode (mei tot oktober) zonder stropdas worden gedragen.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
47
Overtredingen Overtredingen van de draagplicht kunnen als volgt gecorrigeerd worden, bij incorrecte kleding kan de dienstdoende leidinggevende de betreffende medewerker opdragen het uniform conform dit reglement te dragen. Indien dit betekent dat de chauffeur naar huis moet, wordt de verloren tijd niet als diensttijd beschouwd. Indien herhaaldelijk incorrect gekleed wordt gegaan kunnen correctieve maatregelen genomen worden. Kledinglijn 1. Voor het vaststellen van het model, kleur en stof van het uniform zal zoveel mogelijk worden aangesloten bij de modelijn ( in overleg met de leveranciers). 2. Bij essentiële wijzigingen van het uniform wordt overleg gepleegd met de ondernemingsraad. 3. Het draagcomfort van het uniform moet, binnen de mogelijkheden van slijtvastheid en kleurechtheid, zo groot mogelijk zijn. Onderhoud van het uniform Het uniform dient met zorg gedragen en onderhouden te worden. Klein onderhoud, zoals knopen aanzetten en losse tornen repareren en dergelijke moet men zelf verrichten. Voor een bijdrage in het onderhoud van het uniform wordt periodiek een bedrag verstrekt. Het reinigen van uniformen in wasmachines en / of door andere agressieve middelen en kleding drogen in wasdrogers wordt afgeraden en is op eigen risico van het personeelslid. Beschadigingen als gevolg van het niet naleven van wasvoorschriften kan tot gevolg hebben dat de daarmee samenhangende kosten worden verhaald op het desbetreffende personeelslid, indien aangetoond wordt dat de medewerker in deze nalatig is geweest. Bij ongelukken tijdens de dienstuitvoering, waarbij kleding beschadigd wordt, dient contact opgenomen worden met de leidinggevende. Deze bepaalt de mate van de eventuele vergoeding. Indien door grote toe - of afname van het lichaamsgewicht het uniform niet meer past, kan dit gemeld worden bij de leidinggevende, die vervolgens gepaste maatregelen zal nemen. Kleine wijzigingen aan het uniform zoals het nauwer, wijder, korter of langer maken van de pantalon kunnen zelf worden verricht. De eventuele kosten hiervan kunnen in overleg met de leidinggevende worden gedeclareerd. Deze kosten worden niet van het budget van het personeelslid afgeschreven tenzij de leidinggevende anders beslist. Maatnemen Iedere medewerker wordt in de gelegenheid gesteld om 2x per jaar maat te laten nemen door de coupeur van de leverancier. Iedere medewerker is daarna zelf verantwoordelijk voor het vermelden van zijn juiste maten bij bestellingen bij de leverancier. Deze verantwoordelijkheid vervalt als BBA de medewerker niet in de gelegenheid heeft gesteld om zijn maten te laten opnemen tijdens een “maatneemdag”. De maatneemdagen worden minimaal 4 weken van tevoren bekend gemaakt. Het is eenieder toegestaan ook in andere concessies maat te laten nemen. Indien men door overmacht niet in staat is geweest om maat te laten nemen, dient in overleg met de leidinggevende naar een oplossing te worden gezocht.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
48
Eigendom Startpakket: Bij verstrekking van het startpakket tekent het personeelslid voor ontvangst, nadat deze zich heeft overtuigd dat de juiste kleding is verstrekt. Eventuele ruilingen dienen binnen 10 dagen plaats te vinden. Na het verstrijken van deze termijn kunnen in principe geen klachten inzake maat of onvolkomenheden meer worden aanvaard. Verstrekking van kleding aan bestaande kledingdragers: Als kleding wordt ontvangen via de leverancier dient men de pakbon 2 jaar te bewaren, dit is het garantiebewijs. Alleen na overleg van de pakbon kan men eventuele klachten afhandelen. Verstrekte kleding via de leverancier moet na ontvangst gepast en gecontroleerd worden daar ruilingen binnen 10 dagen plaats moeten vinden. Na 10 dagen vervalt de mogelijkheid tot ruiling. BBA zal er zorg voor dragen dat binnen tien dagen na het verstrekken van de kleding aftersales-rondes in de diverse vestigingen plaatsvinden waar men de kleding ter ruiling kan aanbieden. Indien hieraan geen gevolg door BBA kan worden gegeven zorgt BBA er voor dat de te ruilen kleding op de vestigingen ingenomen wordt en afgeleverd wordt bij de leverancier. Indien men door overmacht niet in staat is geweest om de ontvangen kleding ter ruiling op de aftersales-rondes aan te bieden, dient in overleg met de leidinggevende een oplossing te worden gezocht. Bij de beëindiging van het dienstverband moet de verstrekte kleding, die niet ouder is dan 18 maanden, worden ingeleverd. Bij niet nakoming daarvan kan een bedrag worden verhaald op het desbetreffende personeelslid. Na het verstrijken van de draagtijd wordt de kleding eigendom van het personeelslid. Punten systeem Voor de toekenning van het recht op bedrijfskleding wordt gebruik gemaakt van een zogenaamd “punten systeem”. Iedere medewerker spaart per maand 12,5 punt; dit is 150 punten per jaar. Deze punten geven het recht om 2 maal per jaar kleding te bestellen. Wanneer men door ziekte het uniform niet meer draagt stopt de puntenbijtelling 3 maanden na de start van het verzuim. De puntenbijtelling wordt hervat op het moment dat de medewerker de dienst heeft hervat. Algemeen Alleen op medische gronden, in onderling overleg door betrokken partijen vastgesteld (en indien nodig bij twijfel of indien partijen niet tot een vergelijk kunnen komen door de bedrijfsarts vastgesteld) kan van het reglement worden afgeweken. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de concessiemanager. Slotbepaling Met dit kledingreglement komen alle vorige kledingvoorschriften en kledingreglementen te vervallen. Bijlagen: 1. Starterpakket 2. Informatiebrief aan bedrijfskledingdragers
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
49
Bijlage 1 bij kledingreglement
Starterpakket:
Autobuschauffeur: colbert parka/jack overhemd lange mouw overhemd korte mouw riem stropdas pantalon trui met V-hals/spencer zomerhemd
1 1 3 2 1 2 (keuze uit clipdas of gewone stropdas) 2 1 2
Toezichthouder/Verkeersleider colbert parka/jack overhemd lange mouw overhemd korte mouw riem stropdas pantalon trui met V-hals/spencer zomerhemd
1 1 3 2 1 2 (keuze uit clipdas of gewone stropdas) 2 1 2
Fast Ferries colbert parka/jack overhemd lange mouw overhemd korte mouw riem stropdas pantalon trui met V-hals/spencer overall zomerhemd
1 1 3 2 1 2 (keuze uit clipdas of gewone stropdas) 2 1 1 2
* coltrui of zogenaamde commandotrui is geen onderdeel meer van het kledingpakket.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
50
Bijlage 2 bij kledingreglement
Aan: Alle bedrijfskledingdragers van BBA Beste BBA medewerker, Om uw bedrijfskleding bestelling sneller te kunnen leveren en u daardoor van een betere service te kunnen voorzien, is besloten de bedrijfskleding niet meer via afgesproken besteldata te leveren. U kunt vanaf 1 januari 2005 dagelijks bestellen. Uw kleding zal vervolgens binnen 10 werkdagen uit voorraad geleverd worden op het voor u bekende afleveradres. Door middel van deze informatiebrief willen wij u op de hoogte brengen van de belangrijkste wijzigingen die u kunt tegenkomen. Tevens willen wij u attenderen op een aantal aandachtspunten. 1- Bestellen Uw personeelsnummer is belangrijk. Onder dit nummer staan al uw bedrijfskleding zaken bij ID Company Fashion geregistreerd. Dit nummer dient u altijd te vermelden. Indien u uw personeelsnummer niet weet kunt u dit opvragen bij de kledingcoördinator van de Concessie. Bestelformulieren zijn te verkrijgen bij de kledingcoördinator van de Concessie. Indien u een bestelling wenst te plaatsen dient u het ingevulde bestelformulier in te leveren bij de kledingcoördinator van de Concessie. Deze zal uw bestelling doorsturen naar ID Company Fashion. Wij attenderen u op de volgende afspraken: - u kunt alleen die artikelen bestellen die in uw doelgroep vallen (zie bijlage 1). De doelgroepen zijn chauffeur/ chauffeuse/ chef- controleur ; - u moet attent blijven op uw beschikbare budgetpunten. Indien u vragen heeft over uw puntensaldo dan kunt u dit opvragen bij de kledingcoördinator van de Concessie, ID Company Fashion heeft geen inzage in uw beschikbare puntenbudget; - het is niet mogelijk mutaties via het bestelformulier door te geven. 2- Mutaties Het is niet mogelijk maatmutaties, adres wijzigingen ed. op uw bestelling door te geven. Om maatmutaties door te geven moet u het formulier “mutatie persoonlijke gegevens” (zie bijlage 2) opvragen bij het call-center van ID Company Fashion (zie punt 8). Het formulier dient u volledig en duidelijk in te vullen en te versturen naar ID Company Fashion, t.a.v. de klantenservice, Antwoordnummer 13002, 2650 VE Berkel en Rodenrijs. (niet frankeren) Let wel: om uw bestelling naar wens te verzorgen moeten maatmutaties vastgeniet aan uw bestelling worden verzonden naar ID Company Fashion. Vooradres wijzigingen, zie punt 3.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
51
3- Leveringen BBA ontvangt periodiek een medewerkeroverzicht van ID Company Fashion. Via dit overzicht worden door de kledingcoördinatoren eventuele vestiging/adresmutaties doorgegeven. ID Company Fashion zal uw bestelling, binnen 10 werkdagen, uitleveren op het adres wat door BBA is aangegeven.
4- Pakbon In uw pakket ontvangt u een pakbon. De pakbon is voorzien van de bekende informatie. - Personeelsnummer/ dragernummer - Artikel gegevens - Indien van toepassing, informatie over naleveringen. De achterkant van de pakbon dient gebruikt te worden als ruilformulier (zie punt 6). Wij adviseren u bij ontvangst de zending direct te controleren en de kleding te passen i.v.m. de ruiltermijn van 10 werkdagen (zie punt 6). Tevens verzoeken wij u de pakbonnen minimaal 1 jaar te bewaren. 5- Garantie / Onderhoud
Op de kleding geldt een garantie termijn van 6 maanden, mits de kleding correct gedragen en onderhouden is. De dienstkleding heeft een representatieve functie. Daarom is het van belang dat de dienstkleding op een juiste manier wordt onderhouden en eventuele mankementen tijdig worden hersteld. Kleine reparaties, zoals knopen en stiksels vastzetten, dienen door de dienstkledingdrager zelf te worden verzorgd. Voor wat betreft het reinigen van kledingstukken, behoort de dienstkledingdrager zich aan de aangegeven wasvoorschriften te houden. In het etiket staan aanwijzingen voor onderhoud. Tip: Hang na het dragen de kleding een tijdje in de buitenlucht, zodat de kleding zich kan herstellen. Draag bovendien niet dagen achtereen hetzelfde kledingstuk. 6- Ruilen Als u uw kleding van maat wilt ruilen moet u zich aan de volgende stappen te houden: -
de artikelen dienen zo veel mogelijk in originele staat en in de originele verpakking te blijven zodat de barcode op de artikelverpakking zichtbaar blijft; artikelen kunnen alleen geruild worden voor een andere maat. In bijlage 1 treft u alle beschikbare maten per artikel; ruiltermijn: 10 werkdagen na ontvangst pakket (datum op de pakbon); u vult de achterkant van de pakbon (ruilformulier) duidelijk en volledig in; de pakbon moet in de doos worden meegezonden; Voor uw eigen administratie dient u van het ruilformulier en de pakbon een kopie te maken; via uw Contactpersoon op de vestiging wordt het pakket verstuurd naar ID Company Fashion via; TNT Maarssen Antwoordnummer 52115 3600 WH Maarssen (een postzegel is niet nodig);
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
52
-
bij het postkantoor is de mogelijkheid het onderste deel van het ruilformulier te laten stempelen. Dit kan bewaard worden als bewijs van verzending;
Indien bij uw levering verkeerde artikelen zijn geleverd en/ of u heeft een kwaliteitsklacht, dan dient u dezelfde procedure, als hier boven beschreven, te hanteren. Op het ruilformulier heeft u de mogelijkheid de reden van uw retourzending extra toe te lichten. Kwaliteitklachten worden eerst gecontroleerd op de gehanteerde draagtijd van 6 maanden. Is de draagtijd overschreden of is de kwaliteitklacht onterecht, dan gaat het pakket met de pakbon en een begeleidende brief retour naar de drager. Zodra de klacht terecht is, vindt er een kostenloze herlevering plaats. 7- Manco Bij vermissing van uw pakket (dus wel verzonden door ID Company Fashion maar door u niet ontvangen) of bij ontbrekende artikelen (dus wel op pakbon als zijnde geleverd maar niet in het pakket) kunt u contact op nemen met het call- center van ID Company Fashion (zie punt 8) Zij zullen u een formulier toezenden (Kwijtbrief) die u volledig dient in te vullen en te ondertekenen. Vervolgens moet deze retour worden verzonden naar ID Company Fashion, t.a.v. de klantenservice, Postbus 93, 2640 AB, Pijnacker. Hier zal worden uitgezocht wat er gebeurd is en u informeren over een oplossing. 8- Call- center Voor vragen kunt u het call-center van ID Company Fashion benaderen. Dit call-center is vanaf een vaste telefoonverbinding gratis bereikbaar onder nummer 0800-0739, tijdens kantooruren van 9.00 uur en 17.00 uur. Zij beantwoordt alle vragen met betrekking tot o.a.: - Artikelinformatie - Doelgroepinformatie - Bestellingen - (Na) leveringen - Ruilingen en retourneren - Aanvragen formulieren - Maatwijzigingen Tip: Bewaar alle papieren, of kopieën daarvan, voor uw eigen administratie. 9- Kledingcoördinator van de Concessie U bent zelf verantwoordelijk voor het bestellen, controleren en onderhouden van uw bedrijfskledingpakket. Voor vragen en/of opmerkingen dient u zich te wenden tot het call-center van ID Company Fashion (zie punt 8). Op het moment dat er voor u onduidelijkheden of vragen zijn, kunt u zich richten tot de de kledingcoördinator van de Concessie. Deze kan u van de juiste informatie voorzien of, zodra nodig, actie ondernemen.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
53
Indien u rekening houdt met bovenstaande procedures kunnen wij uw bestellingen snel en goed verwerken. Wij adviseren u daarom ook deze informatiebrief goed te bewaren. Wij vertrouwen erop u voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, BBA en ID Company Fashion Bijlagen 1) Assortiment overzicht per doelgroep* 2) Mutatieformulier persoonlijke gegevens * Bij zoekraken van deze gegevens moet u zich wenden tot de kledingcoördinator van de Concessie.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
54
Aan: Alle nieuwe bedrijfskledingdragers van BBA Beste nieuwe BBA medewerker, De bedrijfskledingdragers van BBA behoren tot het meest in het zicht zijnde personeel en zijn daardoor het visitekaartje van BBA. Van u wordt verwacht dat u, gedurende de werkzaamheden, de juiste uitstraling naar de klanten uitdraagt. Correct gedragen bedrijfskleding is een belangrijk onderdeel van deze uitstraling. Om uw eerste bedrijfskledingpakket (starterspakket) goed en snel te kunnen bestellen dient u de hieronder aangegeven stappen te volgen. Daarnaast wordt van u verwacht dat u zelf uw kledingpakket goed onderhoud en beheerd. Om dit op de juiste wijze te kunnen doen, verzoeken wij u deze informatie in zijn geheel door te nemen en goed te bewaren. Alle benodigde formulieren zijn in dit informatiepakket bijgesloten. De bedrijfskleding wordt geleverd door ID Company Fashion. 1- Aanmelding en bestellen voor nieuweling Voordat u uw eerste bedrijfskleding kunt bestellen dient u zich, via de kledingcoördinator van de Concessie, aan te melden bij de kledingleverancier ID Company Fashion zodat daar uw gegevens kunnen worden geregistreerd. U doet dit via het maat- en aanmeldingsformulier (bijlage 1). U dient dit maat- en aanmeldingsformulier volledig in te vullen. Als u problemen heeft met het vaststellen van uw confectiematen kunt u contact opnemen met ID Company Fashion (zie punt 2). Tegelijkertijd met het maat- en aanmeldingsformulier dient u het bestelformulier voor nieuwelingen in te vullen. Dit formulier ontvangt u van de kledingcoördinator van de Concessie. Beide formulieren worden aan elkaar vastgeniet, en door de kledingcoördinator van de Concessie opgestuurd naar het postadres van ID Company Fashion, Postbus 93, 2640 AB Pijnacker. 2- Maatopname Indien u, tijdens het invullen van het maat- en aanmeldingsformulier of bestelling, niet zeker bent van uw maten, kunt u contact opnemen met de maatadviseuse van ID Company Fashion, telefoonnummer 015362 02 18. Zij kan u telefonisch helpen of eventueel adviseren een afspraak tot maatopname te maken. Individuele maatopnames worden verzorgd bij ID Company Fashion Pijnacker, Ambachtsweg 1a, 2641 KS Pijnacker. Indien gewenst worden ook maatopnames voor groepen georganiseerd op een BBA locatie. Informatie hierover kunt u opvragen bij de kledingcoördinator van de Concessie (zie punt 12). Voor aanvullende informatie zie punt 6 en 10. 3- Levering nieuwelingenpakket Zodra uw aanmelding met bestelling bij ID Company Fashion is ontvangen, worden uw basis gegevens in het automatiseringsysteem ingevoerd en wordt uw bestelling verwerkt. Het kledingpakket zal, indien voorradig, binnen 10 werkdagen, verzonden worden naar het aangegeven afleveradres (zie punt 5).
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
55
Bij de levering ontvangt u een pakbon waarop, naast persoonlijke gegevens en artikelinformatie, ook uw dragernummer (gelijk aan uw personeelsnummer) vermeld staat. Dit nummer is uw persoonlijke registratienummer waaronder alle informatie betreffende uw bedrijfskleding bewaard wordt. Indien u vragen heeft over bedrijfskleding verzoeken wij dan ook altijd uw personeelsnummer te vermelden . Indien u in vast dienstverband treedt en uw personeelsnummer verandert, zal de kledingcoördinator van de Concessie deze wijziging aan ID Company Fashion doorgeven (zie punt 5). Nadat u het nieuwelingenpakket heeft ontvangen wordt u opgenomen onder het bestaande bedrijfskledingdragers bestand. Middels BBA eigen bestelformulieren wordt u in staat gesteld vervolg bestellingen te plaatsen. Op budgetpuntenbasis is het dan mogelijk uw kledingpakket goed te onderhouden. Voor informatie over budgetpunten, kunt u zich alleen wenden tot de kledingcoördinator van de Concessie. ID Company Fashion heeft geen informatie over het budgetpuntensysteem van BBA. 4- Vervolg bestellingen en leveringen Vervolgbestellingen zijn bedoeld om uw bedrijfskledingpakket aan te vullen en te onderhouden zodat u altijd uw kledingpakket in goede staat heeft. Deze vervolgbestellingen dient u te bestellen middels het BBA eigen bestelformulier, te verkrijgen bij de kledingcoördinator van de Concessie. Bedenkt u goed wat u wilt bestellen en wat u invult, ruilen voor een ander artikel mag niet, ruilen voor een andere maat kan wel (zie punt 8). U kunt alleen kleding bestellen uit het kledingassortiment van uw doelgroep. 5- Mutatie’s Het is niet mogelijk mutaties (maat- en/of adreswijzigingen) op uw bestelling door te geven. Om maatmutaties door te geven moet u het formulier “mutatie persoonlijke gegevens” (bijlage 5) opvragen bij ID Company Fashion. Het formulier dient u volledig en duidelijk in te vullen en te versturen naar ID Company Fashion, t.a.v. de klantenservice, Postbus 93, 2640 AB Pijnacker. Om uw bestelling naar wens te verzorgen moeten mutaties vooraf aan uw bestelling bij ID Company Fashion zijn aangemeld zodat deze verwerkt is voordat uw bestelling in behandeling genomen wordt. U kunt het formulier mutatie persoonlijke gegevens ook vastnieten aan uw bestelling. Wij attenderen u er op dat de kledingcoördinator van de Concessie op verzoek een medewerkers overzicht ontvangt. Middels mutaties, aangegeven door de kledingcoördinator van de Concessie worden adreswijzigingen (afleveradressen) verwerkt bij ID Company Fashion. 6- Controle leveringen Wanneer u het kledingpakket heeft ontvangen dient u de inhoud van het pakket met de meegeleverde pakbon (en uw bestelling) te controleren. De pakbon is voorzien van alle informatie, zoals ook uw persoonlijke gegevens. Daarnaast staat op de pakbon alle gegevens over de geleverde artikelen en eventueel artikelen die nog in nabestelling staan en zo spoedig mogelijk zullen worden nagezonden.
Wanneer de levering (maat en aantal) correct is, kunt u deze in gebruik gaan nemen. Indien uw bestelling niet correct is, kunt u een aantal stappen ondernemen: - verkeerde maat → ruiling plaatsen (zie punt 8) - verkeerd artikel → ruiling of retour zending plaatsen, (zie punt 8) BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
56
-
geheel foutief pakket → retour zending plaatsen (zie punt 8) artikelen wel op pakbon en bestelt, maar niet in de doos → mancomelding plaatsen (zie punt 9) kwaliteitsklacht → klachten melding maken (zie punt 8)
7-Garantie / Onderhoud Op de kleding geldt een garantie termijn van 6 maanden, mits de kleding correct gedragen en onderhouden is. De dienstkleding heeft een representatieve functie. Daarom is het van belang dat de dienstkleding op een juiste manier wordt onderhouden en eventuele mankementen tijdig worden hersteld. Kleine reparaties, zoals knopen aanzetten en stiksels vastzetten, dienen door de dienstkledingdrager zelf te worden verzorgd. Voor wat betreft het reinigen van kledingstukken, behoort de dienstkledingdrager zich aan de aangegeven wasvoorschriften te houden. In het etiket staan aanwijzingen voor onderhoud. Tip: Hang na het dragen de kleding een tijdje in de buitenlucht, zodat de kleding zich kan herstellen. Draag bovendien niet dagen achtereen hetzelfde kledingstuk. 8- Ruilingen en retouren Zodra u uw pakket heeft ontvangen dient u direct de kleding te passen. Binnen 10 werkdagen na ontvangst van uw pakket heeft u de mogelijkheid artikelen voor een andere maat te ruilen. -
-
De artikelen dienen zo veel mogelijk in originele staat en in de originele verpakking te blijven zodat de barcode zichtbaar blijft; Artikelen kunnen alleen geruild worden voor een andere maat; Force-artikelen (op maat gemaakt) kunnen niet geruild worden (zie punt 10); Ruilentermijn: 10 werkdagen na ontvangst pakket; U vult de achterkant van de pakbon (ruilformulier) duidelijk en volledig in; De pakbon moet in de doos worden meegezonden; Voor uw eigen administratie dient u van het ruilformulier en de pakbon een kopie te maken; Via uw Contactpersoon op de vestiging wordt het pakket verstuurd naar ID Company Fashion via; TNT Maarssen Antwoordnummer 52115 3600 WH Maarssen (een postzegel is niet nodig); Bij het postkantoor is er de mogelijkheid het onderste deel van het ruilformulier te laten stempelen. Dit kan bewaard worden als bewijs van verzending; U kunt alleen ruilingen volgens deze aangegeven procedure plaatsen;
Indien bij uw levering verkeerde artikelen zijn geleverd en/ of u heeft een kwaliteitsklacht , dient u dezelfde procedure, als hier boven beschreven, te hanteren. Op het ruilformulier heeft u de mogelijkheid de reden van uw retourzending extra toe te lichten. Kwaliteitklachten worden eerst gecontroleerd op de gehanteerde draagtijd van 6 maanden. Is de draagtijd overschreden of is de kwaliteitklacht onterecht, dan gaat het pakket met de pakbon en een begeleidende brief retour naar de drager. Zodra de klacht terecht is, vindt er een kostenloze herlevering plaats.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
57
9- Manco Bij vermissing van uw pakket (dus wel verzonden door ID Company Fashion maar door u niet ontvangen) of bij ontbrekende artikelen (dus wel op pakbon als zijnde geleverd maar niet in het pakket) kunt u contact op nemen met het call- center van ID Company Fashion (zie punt 11) Het call- center zal u een formulier toezenden (Kwijtbrief) die u volledig dient in te vullen en te ondertekenen. Vervolgens moet deze retour worden verzonden naar ID Company Fashion, t.a.v. de klantenservice, Postbus 93, 2640 AB Pijnacker. ID Company Fashion zal uitzoeken wat er gebeurd is, u hierover informeren en u een oplossing verzorgen. 10- Bijzondere maten (force-artikelen) Het kan voorkomen dat u voor een of enkele kledingstukken maten heeft die buiten de afgesproken matenrange vallen. Dit kan blijken uit de maat –en aanmeldingsgegevens of een geplaatste ruiling. Deze artikelen zijn niet standaard op voorraad en worden daarom speciaal op naam in productie genomen. Alvorens tot productie over te gaan zal de kledingcoördinator van de Concessie worden verzocht schriftelijk akkoord te gaan met de productie. Zodra dit akkoord is ontvangen zal de productie worden gestart. De levertijd van een forcéproduct zal ca. 10 tot 12 weken zijn. Force-artikelen kunnen niet worden geruild. 11- Call-center Voor vragen en/of informatie kunt u het call-center van ID Company Fashion benaderen. Dit call-center is vanaf een vaste telefoonverbinding gratis bereikbaar onder nummer 0800-0739, tijdens kantooruren van 9.00u – 17.00u. Zij beantwoordt alle vragen met betrekking tot o.a.: - Artikelinformatie - Doelgroepinformatie - Bestellen - (Na) leveringen - Ruilingen en retouren - Aanvragen formulieren - Maatwijzigingen Tip: Bewaar alle papieren, of kopieën daarvan, voor uw eigen administratie.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
58
12- Kledingcoördinator van de Concessie U bent zelf verantwoordelijk voor het tijdig bestellen, controleren en onderhouden van uw bedrijfskledingpakket. Voor vragen en/of opmerkingen dient u zich te wenden tot het call-center van ID Company Fashion (zie punt 11) Op het moment dat er voor u onduidelijkheden of vragen zijn, kunt u zich ook richten tot de kledingcoördinator van de Concessie. Deze kan u van de juiste informatie voorzien of, zodra nodig, actie ondernemen. Indien u rekening houdt met bovenstaande procedures kunnen wij uw bestellingen snel en goed verwerken en kunnen wij u de beste service bieden. Wij adviseren u daarom ook deze informatie goed te bewaren. Wij vertrouwen erop u voldoende geïnformeerd te hebben. Met vriendelijke groet, BBA en ID Company Fashion
Bijlagen 1- Maat- en aanmeldingsformulier 2- Nieuwelingen bestelformulier* 3- Mutatie persoonlijke gegevens *Dit formulier is te verkrijgen bij de kledingcoördinator van de Concessie
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
59
Verlofspaarregeling
In artikel 35 en bijlage 9 van de CAO Openbaar Vervoer is geregeld dat medewerkers, werkzaam in de bedrijven waarop de CAO van toepassing is, gebruik kunnen maken van een verlofspaarregeling. Zoals in de doelstelling verwoord wordt, is de verlofregeling bedoeld om medewerkers in staat te stellen verlofrechten te sparen voor een langdurige verlofperiode o.a. ten behoeve van zorgtaken of studieverplichtingen, dan wel het gespaarde verlofrecht aan te wenden voor een pensioenvoorziening. Door een contract aan te gaan met de Rabobank, waardoor deze zal gaan functioneren als “Verlofspaarfonds”, is de mogelijkheid geschapen voor medewerkers gebruik te gaan maken van de verlofspaarregeling. Kort gezegd komt het erop neer dat u de waarde van een verlofdag op een rekening kunt storten en later kunt gebruiken om verlof op te nemen of in een individueel pensioenspaarplan bij ABP of SPOV op te nemen. Het antwoord op veelgestelde vragen, zoals “wat gebeurt er met het saldo van de spaarrekening bij overlijden, bij ontslag, bij (vroeg)pensioen” en “wat zijn de doelen waarvoor ik het ingelegde geld kan opnemen” zijn te vinden in bijlage 9 van de CAO, waar we dan ook kortheidshalve naar verwijzen. Zoals de plannen nu voorliggen zullen de tegoeden op deze verlofspaarrekening naadloos overgaan in de toekomstige levensloopregeling. De bestedingsdoelen bij deze nieuwe levensloopregeling zullen worden verruimd, waardoor het mogelijk wordt te sparen voor VUT en prepensioen. U kunt uw wens om deel te nemen aan deze verlofspaarregeling schriftelijk kenbaar maken aan Hoofd P&O (Postbus 3306, 4800 DH Breda). In deze schriftelijke aanvraag dient u tevens aan te geven wat u wilt inleggen. In afwachting van de goedkeuring door de fiscus zal, omdat de regeling al sinds 2002 in de CAO is opgenomen, éénmalig de mogelijkheid geboden worden om de (maximale) inleg van de kalenderjaren 2002, 2003 en 2004 alsnog in te leggen. Wellicht ten overvloede vermelden wij hier nog dat naast deze verlofspaarregeling de CAO de mogelijkheid biedt om (ingaande 1 januari 2004) ATV-dagen te verkopen, vakantiedagen te kopen en bovenwettelijke vakantiedagen te verkopen tot een maximum van 6 hele dagen per kalenderjaar. Kortheidshalve verwijzen we naar de tekst van artikel 61, lid 9 van de CAO, waar wordt toegelicht hoe de koop respectievelijk verkoop van dagen in zijn werk gaat.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
60
GARANTIEVERLOFREGELING Van deze regeling wordt hier het raamwerk vermeld. De uitwerking geschiedt per concessie. De regeling is gebaseerd op afspraken tussen directie en ondernemingsraad en is een oplossing voor het probleem dat er vaak lange onzekerheid heerst of een aangevraagde vakantiedag is toegekend. Systeem in hoofdlijnen: Per concessie wordt, afhankelijk van de roostergrootte, een aantal verlofdagen bepaald dat dagelijks gegarandeerd wordt verstrekt ongeacht het ziekteverzuim of andere belemmerende factoren. Toekenning van snipperdagen kan daartoe ver vooruit plaatsvinden, zolang de voorraad garantiedagen niet is uitgeput. De aanvraag wordt vermeld op een daartoe ontwikkeld formulier. Middels een aantekening op de doorslag van dit formulier informeert de concessieleiding betrokkene of de aanvraag is gehonoreerd. Verdere afspraken: dit systeem is van kracht van 1 oktober tot 1 mei; een (gegarandeerde) vakantiedag kan maximaal één jaar vooruit worden aangevraagd; voor maandag t/m vrijdag kan per medewerker een onbeperkt aantal dagen per jaar worden vastgelegd. Op zowel de zaterdag als de zondag mag per medewerker slechts 1 dag per jaar worden toegekend; zolang er nog garantieverlofdagen vergeven kunnen worden is ruilen naar vrij niet toegestaan; De nadere uitwerking van deze regeling wordt in de concessies vastgesteld en gepubliceerd.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
61
HET HOE EN WAAROM VAN HET FUNCTIONERINGSGESPREK Wat vindt u van uw werk? Hoe gaat u naar uw werk? - zou u er liever vandaag mee ophouden dan morgen? - vindt u dat u onvoldoende gewaardeerd en beloont wordt? - gaat u elke dag met lood in de schoenen en een brok in de keel naar uw werk? Dan bent u geen gelukkig mens, want het werk is het halve leven. of …………………… - gaat u opgewekt naar uw werk? - kunt u het goed vinden met uw chef en collega’s? - vindt u het werk boeiend en zou u niet weg willen? Houden zo, u bent te benijden, want uw collega van hierboven zou dit ook zo graag willen. Of denkt u misschien ……… - “werken hoeft voor mij niet, maar het moet nu eenmaal” - “ik baal wel niet, maar ik heb er ook geen plezier in “ - “met mijn chef en collega moet ik ook wel werken, maar ik zou ze zelf niet uitgezocht hebben”. Het zijn reacties over werk, die allemaal voorkomen. Velen zouden hun werk en werkomstandigheden veranderd willen zien of meer zekerheid willen. Plezier in het werk is een belangrijk stuk levensvreugde, ook voor de thuisbasis. En iemand die met plezier werkt, zal goed werken. Daarom is het in het belang van iedereen, van u en het bedrijf, dat u met plezier werkt. Waarom deze inleiding? Om te zien of het – daar waar wenselijk is – beter kan. Denkt u nu niet dat er een wondermiddel is uitgevonden. Maar denkt u nu ook weer niet, dat er toch niets aan te doen is. Of wat beter kan, ook beter te maken! Dit is een poging een werksituatie, die beter kan ook beter te maken. U zult daarover zeker zelf ideeën hebben. U vindt misschien, dat uw chef zich anders moet gedragen. U vindt misschien: - dat u beter ondersteund dient te worden; - dat u te zwaar belast wordt; - dat u best een hogere functie aankunt; - dat enz. enz.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
62
Waarover wordt gepraat? In ieder geval komen uw resultaten aan de orde. De overige onderwerpen die besproken worden, hangen af van wat uw chef aandraagt maar m.n. ook wat u zelf aandraagt. Het is daarom ook van belang dat u het gesprek goed voorbereidt o.a. door na te gaan door welke omstandigheden u in uw functioneren belemmerd wordt. In de praktijk zal uw chef enige tijd voordat het gesprek zal plaatsvinden (min. 1 week), u benaderen voor het maken van een afspraak. Het kan dan verstandig zijn ter voorbereiding van het gesprek een kopie van de functiebeschrijving (resultaatgebieden) en van het verslag van het vorige functioneringsgesprek te vragen. Probeert u in de voorbereiding ook voor mogelijk aanwezige knelpunten oplossingen te bedenken. Onderwerpen die ook aan de orde kunnen komen zijn: - werkuitvoering/verzuim; - de inhoud van het werk; - werkomstandigheden; - werksfeer/omgang met collega’s; - begeleiding van het werk. Er zullen aan twee kanten bepaalde zaken misschien beter kunnen. De antwoorden op de volgende vragen zijn dan van belang: - “waarom loopt iets niet zo als u beiden eigenlijk zou willen”? - “waar ligt dat aan”? - “wat kan anders aangepakt worden”? - “welke afspraken kunnen er worden gemaakt’? - “wie doet wat”? Dus een beoordeling? Er zit een stukje beoordeling in, maar het is tevens meer. Bovendien is het niet alleen een mening over u, maar ook omgekeerd. En laten we eerlijk zijn: ook al verzwijg je hoe je over iemand denkt, dan heb je daar toch wel een idee van. Het is dan beter om er over te praten in plaats van elkaar verwijten te maken; om te proberen van twee kanten meer duidelijkheid te krijgen. Vaak zullen misverstanden uit de weg geruimd kunnen worden. Ik ga geen kritiek uiten! Ik kijk wel uit! U wilt tegenover uw vrienden of familieleden ook niet altijd zeggen wat u denkt. Maar dat wil nog net zeggen, dat je niets zou kunnen zeggen. Het gaat om de toon waarop. En het hangt natuurlijk van de chef af. Het zal wel eens moeilijk zijn, maar van twee kanten verzwijgen lost ook niets op. Wat gaat er met de resultaten van het gesprek gebeuren? Zoals gezegd: eerst het van twee kanten goed doorpraten van de situatie. Dan proberen te bekijken hoe dit gekomen is (oorzaken) en bezien of iets eventueel beter kan. Dat betekent, dat u samen bepaalde dingen kunt afspreken en wie wat doet wanneer. U spreekt samen af, wanneer u opnieuw bij elkaar komt om te kijken hoe het met de afhandeling van afspraken zit.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
63
Wat wordt op papier vastgelegd? Het is goed te weten, dat er een gesprek heeft plaatsgevonden, wat er is afgesproken en wat er aan is gedaan of zal worden gedaan. Dit wordt samen met u vastgelegd op een gespreksformulier. Zo kan in een volgend gesprek gekeken worden of de gemaakte afspraken zijn nagekomen en/of de gewenste ontwikkeling heeft plaatsgevonden. Voor de rest, de oorzaken, de details, moet u samen bepalen in hoeverre schriftelijke vastlegging nuttig is. Vertrouwelijke informatie kan beter niet op papier worden gezet, tenzij dat nodig is voor het doel. Als u het niet met elkaar eens wordt, dan is dat jammer. Dit kan een aanleiding zijn een derde bij het gesprek te betrekken. Ook kunnen verschillen van inzicht op het formulier vermeld worden. Uw chef bewaart het gespreksformulier. Uzelf krijgt ter plaatse een fotokopie hiervan. Indien na het functioneringsgesprek het formulier door één van beide partijen niet ondertekend wordt is er geen overeenstemming over het gehouden gesprek. Hoe vaak wordt zo’n gesprek gehouden. Gemiddeld één keer per twee jaar. Als alles naar tevredenheid loopt, zal dat niet vaker nodig zijn. Echter als bij u of uw chef de behoefte aanwezig is om vaker zo’n gesprek te houden, is dat uiteraard mogelijk. U kunt dus altijd tussentijds bij uw chef aankloppen voor een gesprek. Voor nieuwkomers ligt de frequentie hoger: 3 maal in het 1e dienstjaar. Hopelijk is u nu zo ongeveer duidelijk wat de bedoeling is. Er kan niet genoeg gezegd worden, dat u hiervan geen wonderen mag verwachten. Niet elke wens kan in vervulling gaan. De mogelijkheden van uw chef en het bedrijf zijn niet onbeperkt. Deze tekst is ontleend aan de overeengekomen bedrijfsregeling “functioneringsgesprekken” tussen directie en ondernemingsraad uit 1978.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
64
WAP-keuringen De tekst uit de brief van directie BBA aan de secretaris ondernemingsraad dd. 29 april 2005 luidt: Het is correct dat is afgesproken dat een medewerker die een zogenaamde “WAP-keuring” heeft, hiervoor 4 uur gecompenseerd krijgt, er van uitgaande dat deze keuring buiten diensttijd plaats vindt. Het is eveneens correct dat de werknemer de reiskosten vergoed krijgt op basis van openbaar vervoer 2e klasse per trein en/of bus.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
65
Halve verlofdagen De tekst uit de brief van directie BBA aan de secretaris ondernemingsraad dd. 29 april 2005 luidt: Wij bevestigen de afspraak die wij eerder met u gemaakt hebben, dat de afspraak binnen BBA is dat een halve verlofdag een waarde heeft van 4 uur en een hele verlofdag de waarde van 8 uur, ongeacht de feitelijke lengte van de dienst of het dienstdeel. Dit geldt voor alle medewerkers werkzaam in de fulltime roulering. Het is dan ook niet de opzet om bij een dienstdeel korter dan 4 uur hier nog werkzaamheden aan toe te voegen ten einde altijd op deze 4 uur uit te komen. Voor medewerkers werkzaam in een parttime roulering geldt wel dat de verlofuren worden afgeschreven op basis van de feitelijke uren die vrij zijn genomen dus conform de lengte van de dienst of het dienstdeel.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
66
ROOSTERRICHTLIJNEN . 1.
Inzet ½ ATV
Het maximaal aantal toegestane halve atv dagen per jaar voor alle chauffeurs zijn gesteld op 10. (dit geldt voor zowel 50- als 50+) De verrekenmaand is december. 2. Opstaptijd: De tijd opgenomen in een dienst om de chauffeur de gelegenheid te geven de door het bedrijf gegeven instructies en/of opgedragen werkzaamheden te verrichten en bij zijn bus te komen voordat met de rijdienst wordt aangevangen. BBA handelt volgens de CAO met de volgende toevoeging: 10 minuten bij opstappen met een uitrukkende bus Met een uitrukkende bus wordt bedoeld een bus die vertrekt uit de stalling en waarmee een omloop aanvangt. 5 minuut bij het opstappen in alle andere gevallen aan het begin van een dienst. Deze tijd wordt ook gegeven bij aanvang van een tweede gedeelte van een gebroken dienst. 3. Afstaptijd De tijd opgenomen in een dienst om de chauffeur in de gelegenheid te stellen de door het bedrijf gegeven instructies en/of opgedragen werkzaamheden te verrichten nadat de rijdienst is beëindigd. Volgens CAO met de volgende toevoeging: 5 minuten in alle gevallen, bij een gebroken dienst tweemaal.
4. Looptijd/afhandelingstijd (t.b.v. de berekening van de bruto pauze) De tijd opgenomen in een dienst om de chauffeur de gelegenheid te geven zich te voet te verplaatsen van de ene locatie naar een andere locatie. 5. Reistijd De reistijd bedraagt de tijd die nodig is. Bijvoorbeeld meerijden met een uitrukkende bus de matrittijd, meerijden met de POD-bus of de lijnbus de dienstregelingtijd. 6. Lopen De tijd opgenomen in een dienst, niet zijnde de looptijd voor de vaststelling van de bruto pauze, om de chauffeur de gelegenheid te geven, na de opstaptijd, de reistijd, mat-rit, dienstrit of versterkingsrit, die niet in de stalling begint, te kunnen aanvangen en/of de tijd om na de reistijd, mat-rit, dienstrit of versterkingsrit in de stalling te komen voor de afstaptijd. De te overbruggen afstand gedeeld door 5 km/u. 7. Buswisseltijd/overstaptijd Indien er na afloop van een dienstrit aansluitend van bus gewisseld moet worden wordt hiervoor 2 minuten gegeven. 8. Buffertijd Als de bus uit de buffer moet worden gehaald is geen buswisseltijd van toepassing maar buffertijd. Met een buffer wordt een plaats op of bij het busstation bedoeld waar de bus tijdelijk geparkeerd wordt en waarbij die parkeerplaats niet op het aankomst- respectievelijk vertrekperron ligt. De exacte benodigde BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
67
tijd is afhankelijk van de situatie. De afstand van het centrum van de buffer naar de betreffende locatie gedeeld door 5 km per uur. 9. Matrit Matrittijden zijn onderdeel van de omloop bruteringstijden. De tijd benodigd voor de mat-rit wordt vastgesteld door de concessiemanager/vestigingsmanager na advies van de vervoerkundigen en de onderdeelcommissie. 10. Pauze voor rijdend personeel BBA houdt zich aan de CAO (hoofdstuk 3 artikel 19 lid 6 en bijlage 11 en ATW en ATB.) Pauzeregeling voor rijdend personeel a) In elke dienst of dienstdeel met een arbeidstijd langer dan 4 uur wordt tenminste een pauze van 15 minuten of meer gebouwd die op een redelijk tijdstip in de dienst kan worden genoten. In elke dienst of dienstdeel met een arbeidstijd langer dan 5.5 uur wordt een pauze van 30 minuten aaneengesloten opgenomen, eventueel op te splitsen in tweemaal 15 minuten. b) De onder a) bedoelde pauzes zijn netto pauzes, waarbij dus niet zijn opgenomen halteringsen/of afhandelingstijd en conform afspraken looptijd, buffertijd en buswisseltijd zoals genoemd onder punt 4. c) Op de plaats waar de pauzes worden genoten, dient een voorziening te zijn bestaande uit een verwarmde ruimte met meubilair, koffievoorziening en toilet, met de volgende toevoegingen: Bruto pauze = netto pauze vermeerderd met eventuele looptijd, buswisseltijd , buffertijd , halterings en afhandelingstijd op een busstation. Vooraf moet de concessiemanager/vestigingsmanager overeenstemming bereiken met de OC over de toepassing van de pauzeregeling. 11. Afrekentijd CAO bijlage 11 A14. De afrekentijd is 7 minuten per week per chauffeur. 12. Onbetaalde pauze = rusttijd conform CAO. Hiervan zal door de BBA geen gebruik worden gemaakt. 13. Openen en sluiten De tijd opgenomen in een dienst om de chauffeur de gelegenheid te geven om een of meer deuren te openen dan wel te sluiten. De benodigde tijd wordt door de concessiemanager/vestigingsmanager na advies van de onderdeelcommissie bepaald.
14.
Opvang vertraging c.q. uitlooptijd
BBA past in principe geen opvang vertraging toe. De benodigde rijtijd wordt per definitie per rit bepaald zo veel mogelijk m.b.v. de nieuwe C90 techniek en opgenomen in de omloopbruteringstijd Daar waar dit niet mogelijk is vanwege een zeer grote fluctuatie in omvang van vertraging per rit dient de concessiemanager/vestigingsmanager hier rekening mee te houden in zijn omloopbruteringstijden. Vaststelling gebeurt door de concessiemanager/vestigingsmanager. 15. Uitrukdienst Uitruk zal zoveel mogelijk gebeuren d.m.v. een vast stallingsplan zodat de chauffeur op een lijst dan wel op zijn rittenblad kan zien uit welk vak hij zijn bus moet pakken. 16. Exploitatieve reserve Er worden per rayon per week 7 ER diensten toegestaan, indien het rayon bestaat uit meerdere stallinglocaties is per overige locatie een verslaapreserve toegestaan (zie verslaapreserve) 17.
Overige reserve
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
68
18. Verslaapreserve De tijd opgenomen in één dienst, waarin de chauffeur ter beschikking staat om met een dienst te kunnen aanvangen als een andere chauffeur zich verslaapt of ziek meldt. Per buitenstalling is een dienst met verslaapreserve toegestaan. De eindtijd van het reservedeel is maximaal gelijk aan de begintijd van de laatste uitrukkende vroege dienst in de morgen. In de andere stallingen is geen verslaapreserve toegestaan tenzij men de exploitatieve reserve laat vervallen. 19. Overschrijdingen van de maximale arbeidstijd per dienst (C.A.O. Bijlage 11 punt 17.) Het toegestane aantal overschrijdingen van 8,5 uur is 35 diensten per chauffeur op jaarbasis. De VCSA heeft de volgende aanvullende uitspraak gedaan: “Het toegestane aantal overschrijdingen van 8,5 uur is 35 diensten per chauffeur per kalenderjaar. Bij de instemming van de ondernemingsraad op de roosters moet uitgegaan worden van het gemiddeld aantal diensten langer dan 8,5 uur per chauffeur in een dienstregelingjaar. Bij de feitelijke toekenning van diensten langer dan 8,5 uur moet de ondernemer er op letten dat een individuele chauffeur niet meer diensten (daadwerkelijk) mag rijden dan 35 per kalenderjaar. Dit betekent dat door de onderneming een registratie moet worden bijgehouden van het daadwerkelijk gereden diensten langer dan 8,5 uur in een kalenderjaar per individu”. 20. Inname teams Bestaande inname teams komen hiermee te vervallen.
Aanvullende afspraak gemaakt in de 1e overlegvergadering van 27 januari 2000: Het weekrooster loopt van maandag tot en met zondag. Aanvullende afspraak gemaakt in de 3e overlegvergadering van 20 april 2000: Het verlof en garantieverlof dienen bij het uitkomen van het weekrooster ingevuld te zijn. Aanvullende afspraak: Per concessie zijn eigen vakantiereglementen van kracht die gerespecteerd moeten worden.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
69
RIJTIJDMETING VOLGENS DE BARTERVEERMETHODE. Meten: De meting wordt gedaan door de route te rijden volgens de toegestane snelheden. Bij iedere halte binnen de bebouwde kom wordt gestopt en de deuren geopend en gesloten. Bij haltes buiten de bebouwde kom wordt niet gestopt. Met behulp van een stopwatch wordt op werkdagen in elk van de onderstaande perioden per richting vijf maal de rijtijd gemeten: ochtendspits 07:00 uur – 09:00 uur dagdal 09:00 uur – 15:00 uur avondspits 15:00 uur – 18:00 uur ochtend- en avonddal 05:00 uur – 07:00 uur en 18:00 uur – 01:30 uur De rijtijd op zaterdag overdag wordt in principe gelijk gesteld aan de rijtijd van de dagdal van werkdagen. De rijtijd op zaterdagavond en op zondag de hele dag wordt in principe gelijk gesteld aan de rijtijd van de ochtend- en avonddal van werkdagen. In specifieke gevallen kunnen andere grenzen van de rijtijdperiodes of andere rijtijden op zaterdag en zondag wenselijk zijn. Berekenen: Op basis van de meting wordt per richting en per periode de zogenaamde 80% waarde bepaald. De 80% waarde is de rijtijd die in 80% van de waarnemingen wordt gehaald. Indien de bepaalde 80% waarde in een periode minder dan wel evenveel als x minuten afwijkt van de 80% waarde in de aansluitende periode, worden de metingen van beide perioden samengevoegd. Vervolgens wordt voor de samengevoegde perioden opnieuw de 80% waarde bepaald, die weer wordt vergeleken met de 80% waarde van de volgende aansluitende periode. Alleen indien de 80% waarden van verschillende perioden meer dan x minuten van elkaar afwijken, wordt de 80% waarde de rijtijd van de bijbehorende periode. Er ontstaan dan dus afwijkende rijtijden in verschillende perioden. Voor streeklijnen geldt dat x is 2. Voor stadslijnen geldt dat x is 1.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
70
VASTSTELLING FORMATIEMETHODIEK PER KALENDERJAAR. Berekening afwezigheiddagen gemiddeld per chauffeur per rayon: Verlof: CAO verlof:
Conform CAO, artikel 61 lid 3: 23 dagen; te verdelen in winter (8 dagen) en zomer(15 dagen).
Anciënniteitverlof:
Conform artikel CAO, artikel 61 lid 3a wordt gemiddeld per chauffeur (berekend op basis van de aanwezige bezetting, per rayon)
Bijzonder verlof:
Op basis van de werkelijke gegevens van het voorgaande jaar. Gemiddeld l dag per chauffeur.
Achterstallig verlof:
Tot gemiddeld 5 dagen achterstallig verlof per chauffeur wordt niet meegenomen in de berekening. Indien het aantal hoger is, dan wordt de helft boven het aantal van vijf dagen mee genomen in de berekening. Het meenemen van achterstallig verlof dient vooraf opgenomen te worden met de directie.
ATV conform CAO
bestaande uit:
Voor 50- ‘ers per jaar (CAO artikel 35 lid 4a): 12 hele dagen structureel 10 halve dagen structureel voor 50+ 'ers per jaar (CAO artikel 20 lid 1): 21 hele dagen structureel 10 halve dagen structureel 10 halve dagen structureel ATV 50-'er s en 50+'ers wordt berekend per chauffeur op basis van de aanwezige bezetting per rayon.
Compensatie dagen:
De planning gebeurt op basis van het werkelijk aantal te compenseren dagen en worden ingepland in de periode dat de compensatiedagen ontstaan, (nieuwjaarsdag, 2e paasdag, koninginnedag, Hemelvaart, 2e pinksterdag, 1e kerstdag en 2e kerstdag).
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
71
Ziekteverzuim:
Het aantal ziektedagen wordt berekend op grond van het gemiddelde per chauffeur per rayon over de drie voorafgaande kalenderjaren. (bron van de gegevens is het aantal uren ziek uit DIBIS). De planning kan per rayon worden gecorrigeerd indien sprake is van een te verwachten of reeds geconstateerde trendbreuk die het gemiddelde van die drie jaren sterk beïnvloedt, waardoor de planning te veel afwijkt (zowel naar boven als naar beneden) van een reële verwachting.
Overleg: Overleg OR:
Aangehouden wordt het vergaderschema van de OR. Voor de berekening van de afwezigheid gemiddeld per chauffeur wordt rekening gehouden met de afspraken zoals bepaald door de directie in overleg met de OR.
Overleg OC:
Aangehouden wordt het vergaderschema van de OC. Voor de berekening van de afwezigheid gemiddeld per chauffeur wordt rekening gehouden met de afspraken zoals bepaald door de directie in overleg met de OR.
Organisatieverlof:
Op basis van de werkelijke gegevens van het voorgaande jaar.
Overleg OR, OC en OV wordt toegerekend naar de rayons, waar de leden deel uit maken van het rayon en op basis van de werkelijke bezetting. Bedrijfsactiviteiten: Promentoren:
Minimaal per promentor 6 dagen.
Functioneringsgesprekken: 1,5 uur voor 50% van de aanwezige chauffeurs, dus 45 minuten per chauffeur per jaar. Wap-keuringen:
Op basis van de geplande aantal wap-keuringen per rayon, waarvoor per jaar chauffeur een halve dag wordt berekend.
Roostercommissie:
Minimaal per lid 5 dagen.
Overige:
Indien er andere bedrijfsactiviteiten opgenomen dienen te worden, dient dit apart bij de directie worden voorgelegd.
Bij bovenstaande items geldt dat het gemiddelde per chauffeur wordt berekend op basis van de aanwezige bezetting per rayon. Op grond van de inzet van voorgaande jaren kan het aantal dagen voor de items promentoren en roostercommissie per rayon worden aangepast.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
72
Opleidingen: Opleidingen chauffeurs:
Aantal dagen wordt bepaald aan de hand van het opleidingsplan.
Inzet chauffeur/instructeur: Per chauffeur/instructeur 7 opleidingsdagen; aantal dagen voor de inzet van de instructeurs wordt bepaald aan de hand van de benodigde geplande inzet. Bij de begrotingsronde wordt ten behoeve van het vaststellen van het aantal benodigde chauffeurs bepaald hoeveel afwezigheiddagen worden berekend. De ondernemingsraad wordt geïnformeerd over de beschikbare dagen en de prognose van de chauffeursaantallen op basis van deze berekening. De directie overlegt hierover met de ondernemingsraad. Berekening gemiddeld aantal beschikbare dagen per rayon. Het kalenderjaar wordt ten behoeve van de formatieberekening in drie perioden verdeeld. De bepaling van de grenzen van deze perioden is ingegeven door de CAO, die stelt dat tussen 1 mei en 1 oktober de chauffeurs recht hebben op 15 verlofdagen. Perioden zijn: 1 januari tot 1 mei; 1 mei tot 1 oktober; 1 oktober tot 1 januari. De verdeling van de aantallen per afwezigheidsoort over de drie periodes gebeurt aan de hand van wat in de praktijk het meest waarschijnlijk is. Uiteindelijk wordt per periode de gemiddelde afwezigheid per chauffeur, per rayon vastgesteld. Berekening aantal diensten. Voor het berekenen van het aantal diensten worden de volgende gegevens als basis gebruikt: • Het aantal diensten in het werkpakket van de dienstregeling per rayon / per rooster, zoals die voor het rayon worden verwacht of begroot. Na instemming op de werkpakketten wordt de formatie aangepast op de werkelijke diensten, met uitzondering van halve atv-dagen die gekoppeld zijn aan parttime diensten. •
Correcties op aantal diensten in werkpakket vanwege bijzondere omstandigheden zoals
vakantiedienstregelingen, evenementen etcetera. NB: correcties op het aantal diensten van een werkpakket worden alleen meegenomen voor de formatieberekening als vooraf bekend is dat deze diensten door OV worden uitgevoerd. Vervolgens wordt vastgesteld hoe vaak een bepaalde type dienst wordt uitgevoerd. Daarna worden de eventuele correcties op het aantal diensten bijgeteld / afgetrokken, zodat het aantal uit te voeren diensten bekend is per periode. BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
73
De volgende berekening levert de gewenste formatie per maand / per periode: Het aantal diensten per periode gedeeld door het aantal beschikbare dagen per periode is het aantal FTE’s, vast te stellen in fulltime- en parttime- eenheden. Berekening gemiddelde formatie per rayon: De berekende aantallen FTE’s per maand / periode worden getotaliseerd per kalenderjaar. Het totaal aantal FTE’s over het kalenderjaar wordt gedeeld door 12. De uitkomst is de gemiddelde formatie per maand, vast te stellen in fulltime- en parttime-eenheden. De uitkomst van de gemiddelde formatie is de benodigde bezetting die aanwezig dient te zijn per rayon. Indien de dienstregelingperiode, afhankelijk van de ingangsdatum, het kalenderjaar overschrijdt zal ook voor het volgende jaar een dagenberekening moeten worden gemaakt om tot een gemiddelde bezetting te komen. In eerste instantie zal aan de hand van de lopende dienstregeling een prognose van de chauffeursbezetting worden gemaakt op basis van de nieuwe dagenberekening. Op basis van de aangeleverde plannen van de vervoersplanning wordt de prognose verder bijgesteld. Op basis van de aantallen diensten van de nieuwe roosters kan in de loop van het jaar de definitieve benodigde informatie worden doorberekend en vastgesteld. Halve ATV m.b.t. rekenmethodiek t.b.v. formatieberekeningsmethodiek. Om de berekeningsmethodiek niet ingewikkelder te maken dan dat deze al is en het beschikbaarheidverhaal zuiver te houden worden de halve atv-dagen niet in de diensten meegenomen, maar alleen in de beschikbare dagen. Dit met inachtneming dat nooit meer halve atv-dagen mogen worden opgenomen dan de CAO aangeeft.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
74
BUSDIENSTLEIDERS U werkt altijd in uw vrije tijd. Dus voor of na uw dienst bij BBA, of op uw vrije dag. Bij dienst voor of na uw eigen dienst krijgt u de overuren uitbetaald a 135% + eventuele O.T. Bij dienst op uw vrije dag krijgt u minimaal 4 uur à 135% uitbetaald + eventuele O.T. Bij gebruik van een eigen GSM telefoon krijgt u Є 22,69 per jaar vergoeding voor het gebruik hiervan + Є 22,69 vergoeding per jaar voor de telefoonkosten. Indien er voor meer dan Є 22,69 gebeld is, en u kunt dit redelijker wijze aantonen krijgt u deze meerkosten uiteraard ook vergoed. Het aantal uren dat u werkt (incl. reistijd) - de kilometers die u heeft gereden moet u opgeven bij Mobility Services (DUS NIET BIJ UW RAYON), zij zorgen voor verdere verwerking hiervan. U krijgt een geel vest met NS logo. NS dienstregeling, tasje en een aantal formulieren die van pas kunnen komen. Daarnaast een aantal bestickerde enveloppen waarin u retourpost kunt versturen, (hierop hoeft geen postzegel) Daarbij zitten hier een aantal voorbeelden van formulieren bijgesloten. Indien u wordt gebeld door de CVL bij een plotselinge stremming, en u kunt werken, dan hoort u van de C V L naar welk station u moet gaan. In het bijgeleverde boekje staan de telefoonnummers van de NS Buscoördinatoren waarbij u zich moet melden. Verder staan in dit boekje de aankomst en vertrektijden vanaf diverse stations, zodra we van NS meer gegevens krijgen sturen we die ook aan jullie op. Bij geplande stremmingen krijgt u ruim van te voren de vraag of u kunt of wilt werken, nadat u de brief hebt ingevuld en teruggestuurd wordt u ingedeeld en ontvangt u zo spoedig mogelijk bericht met de tijden en op welk station u bent ingedeeld. Op de kleine stations is het kaartverkooploket maar beperkt open, waardoor het niet altijd mogelijk is om ter plaatse aan koffie of iets degelijks te komen. Diegene die op de kleinere stations staan wordt dan ook aangeraden om e.e.a. zelf mee te nemen.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
75
Proteq
Polisvoorwaarden IP Aanvullings Plan (Groepsgewijze Aanbieding) (Tekst is opgenomen in het afsprakenregister, Bijlage 1, tussen directie en ondernemingsraad)
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
76
REGELING GEBRUIK EN CONSIGNATIE VAN VERSTREKTE BEDRIJFSEIGENDOMMEN VOOR CHAUFFEURS. Met enige regelmaat komt het voor dat er strippenkaarten, geld en andere waardepapieren worden vermist. In de CAO is geregeld dat wanneer de vermissing van het geld en de waardepapieren een gevolg is van onzorgvuldig handelen door de werknemer de werknemer zelf de schade moet dragen. Om duidelijk te maken wanneer er sprake is van onzorgvuldig handelen, is deze regeling opgesteld. De regeling is tot stand gekomen in overleg met de ondernemingsraad. 1. Een ieder dient zorgvuldig om te gaan met de voor de uitoefening van zijn functie door de BBA ter beschikking gestelde middelen (bijv. Strippenkaarten, geld, stempel etc.). 2.
Het bedrijf heeft voorzieningen getroffen om het risico van vermissing en beschadiging zo veel mogelijk te beperken (o.a. kluisjes). Indien de voorschriften uit deze regeling worden opgevolgd, zal het risico van vermissing nog verder afnemen.
3. De chauffeur is als hij geen dienst heeft in principe verplicht de hem ter beschikking gestelde middelen in zijn kluis te bewaren. Het kan zijn dat het nodig is dat de chauffeur de middelen mee naar huis moet nemen (bijv. als hij dienst moet doen buiten zijn standplaats). In dat geval geldt uiteraard dat de chauffeur zorgvuldig met de middelen om moet gaan. 4. Tijdens de uitvoering van de dienst bewaart de chauffeur de middelen op een manier dat vermissing zo klein mogelijk is. Wanneer de chauffeur in het dienstbelang tijdens zijn dienst zijn plek moet verlaten, dan zal hij er in ieder geval voor zorgen dat de middelen en vooral de middelen die op dat moment niet voor direct gebruik nodig zijn, niet makkelijk te ontvreemden zijn. De BBA zal ervoor zorgen dat aan de chauffeurs een geldbuidel wordt verstrekt, die ook bij bijvoorbeeld het helpen van passagiers meegenomen kan worden. 5. Wanneer de chauffeur voor pauzes etc. de bus verlaat, neemt hij alle middelen mee en indien mogelijk bergt de chauffeur de middelen ook tijdens zijn pauze op in zijn kluis. 6. Chauffeurs krijgen individueel een kluisje toegewezen. Bij toewijzing wordt getekend voor ontvangst van een sleutel, de verplichting deze bij uitdiensttreding in te leveren en voor toestemming om de kosten van de vervanging van de sleutel ten gevolge van diefstal bij onzorgvuldig handelen van de werknemer te verrekenen met het salaris. De kosten voor het vervangen van een sleutel bedragen momenteel € 50,00. Als de chauffeur de sleutel voor de eerste keer verliest zal de helft van het bedrag van het salaris worden afgeschreven, bij een tweede verlies en de daaropvolgende keren zal het volledige bedrag in mindering worden gebracht. Buitengewone omstandigheden zullen apart worden bekeken en beoordeeld. 7. De reservesleutels van de kluisjes zullen in een verzegelde enveloppe in de grote kluis worden bewaard. Na gebruik van de reservesleutel door de chauffeur zal de reservesleutel weer, in het bijzijn van de betreffende chauffeur, in de envelop worden gedaan en zal de envelop weer worden verzegeld.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
77
8. De kluisjes zijn uitsluitend bestemd voor het opbergen van bedrijfseigendommen van in consignatie gegevens middelen. 9. De in de kluisjes opgeslagen bedrijfseigendommen worden bij diefstal vergoed. Privé-eigendommen komen niet voor vergoeding in aanmerking. Wanneer de chauffeur geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om de middelen in het kluisje op te bergen, daar waar redelijkerwijs wel van hem verwacht had kunnen worden, ligt het risico van de vermissing geheel bij de chauffeur. 10. Vermissing van in consignatie gegeven middelen wordt onmiddellijk gemeld bij de eigen leidinggevend. Ook zal de chauffeur aangifte doen bij de politie. De chauffeur zorgt ervoor dat zijn leidinggevende een kopie van het proces-verbaal ontvangt. 11. Beslissingen over de vraag wie de ontstane schade zal vergoeden, worden genomen door de directiesecretaris. De chauffeur wordt zo spoedig mogelijk, schriftelijk van de beslissing in kennis gesteld. 12. De chauffeur kan binnen 6 weken na dagtekening van de beslissing bezwaar aantekenen tegen de beslissing van de directiesecretaris. 13. Het bedrijf heeft de werknemers verzekerd tegen de schade die ontstaat bij verlies/vermissing van de aan de chauffeurs ter beschikking gestelde middelen zoals bedoeld in artikel 7:661 lid 2 BW.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
78
BRUTO PAUZETIJDEN. Stadsdiensten per 18 april 2001 Rayon
Pauze plaatsen
Bruto Pauze
Nettopauze: Breda stad:
15 minuten: 30 minuten: 20
35
Bergen op Zoom stad:NS
18
33
Roosendaal stad:
NS
18
33
Tilburg stad:
NS
23
38
Fatima
17
32
NS
19
34
Van buffer
23
38
Naar buffer
24
39
Van en naar buffer
26
41
Branderijstraat
19
34
Den Bosch stad:
NS
Streekdiensten per 18 april 2001 Rayon
Pauze plaatsen
Nettopauze: Zoomvliet:
Breda streek:
Bruto Pauze 15 minuten: 30 minuten:
Bergen op Zoom
19
34
Breda
21
36
Oud Gastel
19
34
Roosendaal
19
34
Rotterdam
21
36
Breda
21
36
Tilburg
22
37
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
79
Oosterhout:
Waalwijk:
SRE De Kempen:
Brabant Oost:
Baarle Nassau
21
36
Oosterhout
19
34
Tilburg
23
38
Breda
21
36
Tilburg
22
37
Den Bosch
26
41
Raamsdonksveer
20
35
Gorinchem
19
34
Valkenswaard
19
34
Budel
19
34
Weert
20
35
Eindhoven
20
35
Reusel
17
32
Tilburg
22
37
Den Bosch
26
41
Veghel
19
34
Oss
19
34
Eindhoven
20
35
Den Bosch
26
41
Tilburg
22
37
Deze tijden zijn inclusief reistijd, looptijd, buffertijd en afhandelingstijd. Pauzetijden UNW en Veluwe worden nader ingevoegd. 5 mi
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
80
WERKOVERLEG Datum: 13 januari 2005 Inleiding: In 1991/1992 is werkoverleg binnen BBA geïntroduceerd. In augustus 1999 zijn de regels en afspraken aangaande het werkoverleg, met instemming van de ondernemingsraad, opnieuw vastgelegd. Vervolgens is in december 2003 een notitie verschenen waarin de afgesproken regels, aangepast aan de veranderde organisatie, opnieuw weergeven worden. Deze notitie is bedoeld om alle gemaakte afspraken opnieuw in één document samen te vatten. Doel werkoverleg: Doel van het werkoverleg is te komen tot informatie-uitwisseling en overleg over de planning en uitvoering van het werk, de werkomstandigheden en de onderlinge verhoudingen. Hiermee wordt beoogd dat de betrokkenheid van de medewerkers wordt vergroot en gebruik wordt gemaakt van de kennis en het inzicht van de medewerkers. Frequentie: 3 x per jaar, gebaseerd op de jaarcyclus Plannen / ontwikkelingen concessie Voortgang plannen ontwikkelingen concessie Evaluatie ontwikkelingen en concessieplannen Chauffeurs kunnen verzoeken om een extra werkoverleg, indien 10% van de chauffeurs, met een minimum van 5, hiertoe een verzoek indient. Tevens kan een concessiemanager zelf, indien hiertoe aanleiding is, een extra werkoverleg uitschrijven. Gespreksonderwerpen: -
ontwikkelingen / plannen concessie arbozaken informatieverstrekking over ontwikkelingen BBA, concessie, vestigingen en dienstregeling werkwijze rayon en rayongebonden afspraken werkomstandigheden en samenwerking gevolgen concessiewisseling (indien van toepassing)
Accent op informatieoverdracht, en pas in tweede instantie op overleg.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
81
Techniek / structuur: 1. Concessiemanager of vestigingsmanager senior is voorzitter. 2. Agenda wordt vastgesteld in overleg tussen concessiemanager / vestigingsmanager en onderdeelcommissie. Medewerkers van de concessie kunnen tot 1,5 week voor het overleg agendapunten inleveren Een week voordat het werkoverleg plaatsvindt, wordt de agenda gepubliceerd. 3. Per onderwerp wordt de status vermeld (informatie, overleg, meebeslissen), en wordt de tijdsduur per onderwerp aangegeven. 4. Concessiemanager regelt vanuit de deelnemers een notulist. Verslag wordt binnen 2 weken na het overleg gepubliceerd en aan de deelnemers verstrekt. 5. Voor zaken die tijdens het werkoverleg niet kunnen worden afgewerkt of behandeld, vindt binnen 4 weken na het werkoverleg een voortgangsrapportage / terugmelding plaats op de publicatieborden. 6. Agenda’s en verslagen worden door de concessiemanager toegestuurd aan Directie en secretaris OR. Verhouding onderdeelcommissie – werkoverleg: De onderdeelcommissie heeft als commissie van de ondernemingsraad het instemmingsrecht op de roosters gedelegeerd gekregen. In het werkoverleg wordt uitsluitend informatie gegeven op hoofdlijnen over zaken als ontwikkelingen t.a.v. de vakantieregeling, en gevolgen nieuwe dienstregeling voor roosters en diensten. Het behandelen en maken van afspraken over vakantieregelingen, roosters en diensten is een verantwoordelijkheid van de onderdeelcommissie, ook om dit af te stemmen met de chauffeurs. Faciliteiten: Werkoverleg wordt in eigen tijd gevolgd, deelnemers aan het werkoverleg krijgen 2 uur à 100% vergoed in geld of tijd. Rol derden bij werkoverleg: Het werkoverleg in de concessies is een zaak van chauffeurs en concessiemanager (of vestigingsmanager) In principe zijn er geen andere medewerkers bij het werkoverleg aanwezig, tenzij iemand wordt uitgenodigd voor toelichting / vragen over specifieke agendapunten vanuit zijn / haar deskundigheid. De concessiemanager blijft echter ten alle tijde verantwoordelijk voor de gang van zaken in het werkoverleg. Het werkoverleg is primair bestemd voor het overleg tussen de chauffeurs en de concessieleiding. Over de aanwezigheid van indirecten uit de concessie worden lokaal afspraken gemaakt. Aangezien zij normaal gesproken meer dagelijkse contacten hebben met de concessiemanager en dus meer mogelijkheden tot overleg, worden specifieke punten van deze indirecten niet aan de orde gesteld in het werkoverleg.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
82
SUBSIDIEREGELING PERSONEELSVERENIGING Aan Van Onderwerp
: Secretarissen van personeelsverenigingen, sprotverenigingen etc. van de BBA : Hoofd P&O : BBA-subsidie
Omdat niet iedereen de regels m.b.t. het verkrijgen van een subsidie van de BBA meer heeft of omdat men zich er niet aan houdt, volgen hierna de regels waaraan men moet voldoen. Bovendien zijn er een paar kleine veranderingen in aangebracht. 1. Personeelsverenigingen c.q. sportverenigingen van de BBA krijgen 35% van de contributiebijdragen die zij van de BBA-leden ontvangen. 2. De bijdrage van de BBA is per lid gemaximeerd tot Є19,06 per jaar. 3. De vereniging die het BBA voetbaltoernooi organiseert krijgt daarvoor een aparte subsidie, welke bepaald wordt aan de hand van de begroting en werkelijke uitgaven. 4. Voor andere toernooien en evenementen kan apart subsidie aangevraagd worden indien tenminste 50% van de deelnemers uit BBA-werknemers of werknemers uit het openbaar vervoer bestaat. De subsidie bestaat uit maximaal 50% van de werkelijke kosten met een maximum van Є340,34. 5. Bestaat een onder 4 genoemd evenement uit alleen BBA-werknemers dan is een hogere subsidie mogelijk. 6. Voor deelnemers aan een KNVTO-voetbaltoernooi kan ook een subsidie verkregen worden. 7. Subsidies worden normaal gesproken aan de hand van de inhoudingen bij de salarisadministratie betaald in september over de eerste 8 maanden en in januari over de overige 4 maanden van het jaar. Aan- of afmeldingen van nieuwe leden gaan rechtstreeks naar de salarisadministratie. Wil men voor een subsidie genoemd onder 4, 5 of 6 in aanmerking komen, dan moet men het verziek daartoe indienen voor 1 november van het voorafgaande jaar. Besturen moeten jaarlijks een financiële verantwoording geven over het afgelopen kalenderjaar (voor 1 mei van het kalenderjaar) en een globale begroting voor het komende jaar voor 1 november van het lopende jaar.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
83
Loonadministratie Aan: Van:
A. Damoiseaux
Telefoonnummer:
076-5281271
Emailadres:
[email protected]
Datum:
27 augustus 2004
Onderwerp:
Kinderopvang vanaf 2005
Wet Kinderopvang 2005 Met ingang van 1 januari 2005 treedt de Wet Kinderopvang in werking. Deze wet regelt de kwaliteit en de financiering van de kinderopvang. Uitgangspunt is dat kinderopvang een zaak is van ouders, werkgevers en overheid. In de wet wordt er vanuit gegaan dat alle partijen 1/3 deel voor hun rekening nemen. De werkgevers zijn dit echter niet verplicht. Meer informatie over deze wet is te verkrijgen via de kinderopvangcentra en via internetsite wetkinderopvang.nl. Om in aanmerking te komen voor de overheidsbijdrage kinderopvang dient er een aanvraagformulier te worden ingevuld. Dit aanvraagformulier zal vanaf september verkrijgbaar zijn via de kinderopvangcentra of via de internetsite van de Belastingdienst. Op de site van de Belastingdienst is eveneens een module beschikbaar waarmee de tegemoetkoming kan worden berekend. De formulieren zijn dus niet verkrijgbaar bij de afdeling SPA. Naast de gegevens die het personeelslid zelf dient in te vullen moet men ook de werkgeversbijdrage vermelden. Indien betrokkene voor de werkgeversbijdrage in aanmerking wil komen dient het door het personeelslid ingevulde aanvraagformulier opgestuurd te worden naar de afdeling SPA, dit mag dus niet geschieden op concessie of vestigingskantoren. Indien dit toch geschiedt zal er geen werkgeversbijdrage worden uitbetaald aan het betrokken personeelslid. De afdeling SPA zal zorgdragen dat de aanvraagformulieren zo spoedig mogelijk na ontvangst zullen worden geretourneerd. Door de werkgevers in het Openbaar Vervoer is besloten dat de bijdrage van de werkgever de helft bedraagt van het maximaal uurtarief dat ook door de belastingdienst wordt gehanteerd bij het eerste kind. In de regeling is namelijk afgesproken dat overheid 1/3 deel bijdraagt, de ouders dragen 1/3 deel bij en de werkgevers (van beide partners) dragen samen 1/3 deel bij. Dit betekent dat de BBA 1/6 deel bijdraagt. De bedragen, vastgesteld door de overheid, zijn voor dagopvang € 5,68 per uur en voor buitenschoolse opvang € 6,13 per uur, dit houdt in dat de werkgevers in het streekvervoer dus maximaal voor dagopvang € 2,84 per uur en voor buitenschoolse opvang € 3,07 per uur bijdragen. Of er nog gebruik zal worden gemaakt van een intermediair zoals bijvoorbeeld Kintent, is op dit moment niet bekend. Hierover zal tijdens de komende CAO onderhandelingen verder worden gepraat. Indien door CAO partijen wordt besloten om toch gebruik te maken van een intermediair dan worden deze kosten als loon in natura gezien en moet hierover dus belasting en sociale lasten worden betaald. Om voor de overheidsbijdrage en de werkgeversbijdrage van de BBA in aanmerking te komen gelden de volgende voorwaarden.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
84
Deze zijn: • De bijdrage aan de kosten zijn alleen belastingvrij (hierover zullen geen inhoudingen plaatsvinden) als ook de partner werkt. Indien de partner dus niet werkt zal er ook geen werkgeversbijdrage plaatsvinden. Hiervoor zullen bewijsstukken aangeleverd dienen te worden. • De bijdrage is alleen belastingvrij (hierover zullen geen inhoudingen plaatsvinden) als gebruik wordt gemaakt van kinderopvang die geregistreerd is bij de gemeente. Als er gebruik wordt gemaakt van niet geregistreerde kinderopvang of van opvang bij familie, vrienden of kennissen geldt de belastingvrijstelling niet en zal er ook geen werkgeversbijdrage plaatsvinden. Men dient dus bewijsstukken te overleggen dat er sprake is van registratie bij de gemeente. • Kinderopvang is: opvang van nul tot vierjarigen, buitenschoolse opvang, opvang via een gastouderbureau of opvang in ouderparticipatiecreches. Tussenschoolse opvang (opvang tussen de middag op school) wordt niet gerekend tot kinderopvang. Ook peuterspeelzalen zijn geen kinderopvang volgens de wet.
De daadwerkelijke werkgeversbijdrage zal achteraf op declaratiebasis aan het personeelslid worden uitbetaald. Hoe de eerder genoemde bewijsstukken dienen te worden aangeleverd zal nog met de betrokken medewerker worden gecommuniceerd. Dit geldt ook voor de in te leveren declaraties. Mochten er nog vragen zijn naar aanleiding van bovenstaande tekst kunt u contact opnemen met Andre Damoiseaux telefoonnummer 076-5281271 of per e-mail
[email protected] of Suzette Crucq telefoonnummer 076-5281275 of per e-mail
[email protected]
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
85
Fietsplan 2005 Door BBA zal in het kalenderjaar 2005 een fietsplan worden uitgevoerd. Net als in 2001 denken wij hiermee te voorzien in een veelgehoorde vraag van medewerkers. Zoals wellicht bekend is het, door wijzigingen in de wetgeving, niet meer mogelijk onder gunstige condities computerapparatuur aan te schaffen. Wat houdt het fietsplan in: In de fiscale wetgeving is geregeld dat aan werknemers een fiets verstrekt kan worden onder gunstige voorwaarden tot een maximale cataloguswaarde van € 749,-- (inclusief 19% BTW). Voorwaarde is dat de gekochte fiets voor minimaal 50% van de werkweek gebruikt wordt in het woon-werkverkeer. Het juist naleven van deze voorwaarde zal door BBA middels steekproeven worden getoetst. Daarnaast kunt u een fietsverzekering afsluiten en voor maximaal € 250,-- aan Nationale Fietsbonnen bestellen, die u uitsluitend mag gebruiken voor onderhoud van de fiets, onderdelen en accessoires benodigd voor het woon-werkverkeer. De fiscus hanteert een éénmalige fiscale bijtelling van € 68,--, omdat deze regeling gezien wordt als een vorm van loon in natura. Deze bijtelling komt voor rekening van de werknemer. Wie kunnen deelnemen: Alle medewerkers met een dienstverband voor (on)bepaalde tijd kunnen deelnemen. Medewerkers die een volledige WAO-uitkering ontvangen kunnen niet deelnemen. Medewerkers die gebruik maken van de huidige vrij-vervoer regeling onder de gunstige fiscale condities (en dus mede zakelijk gebruik kunnen aantonen) zijn van deelname uitgesloten (uitzondering hierop is de situatie dat de medewerker kan aantonen dat de fiets gebruikt wordt om van en naar een bushalte te fietsen). Deelname is alleen mogelijk als de medewerker in de voorafgaande drie jaren niet aan een dergelijke regeling heeft deelgenomen. Waar kan een fiets worden aangeschaft: BBA heeft als leverancier NFP (Nationale Fiets Projecten) gekozen. Als deelname aan het fietsplan is geregistreerd en goedgekeurd, kan de medewerker de fiets van zijn/haar keuze bestellen bij een NFP rijwielhandelaar in de buurt. Bij levering wordt de fiets formeel aangeschaft door BBA en aan de medewerker overgedragen. Wie betaalt: De rekening wordt, op basis van de bestelling bij de rijwielhandelaar waar de fiets wordt aangeschaft, rechtstreeks naar de afdeling P&O van BBA gestuurd onder vermelding van naam en adres van de medewerker. P&O draagt zorg voor betaling van de factuur aan NFP en verrekent dit bedrag met de medewerker. De feitelijke transactie is verder een zaak tussen de medewerker en de rijwielhandelaar; BBA levert hierbij geen verdere diensten. Verrekening aanschafprijs van de fiets: Medewerkers kunnen gebruik maken van deze regeling door (toekomstige) verlofdagen hiervoor aan te wenden. Het aantal dagen (toekomstig) verlof mag niet meer bedragen dan het verlofsaldo per 1 januari 2005 aangevuld met het saldo over 2005, waarbij minimaal 20 verlofdagen moeten overblijven om op een normale wijze in 2005 vakantie te kunnen genieten. Verlofdagen zijn voor fulltimers altijd hele dagen van 8 uur; voor parttimers is de lengte van een verlofdag 1/5 van het aantal overeengekomen werkuren per week. Indien het verlofsaldo niet toereikend is wordt het ontbrekende bedrag verrekend met de salarisbetaling in de maand volgend op de maand waarin de factuur is ontvangen. Dit geldt ook voor de eenmalige bijtelling van € 68,--. Het aantal verlofdagen en/of ATV-dagen dat u hieraan wilt besteden wordt vooraf afgestemd met uw leidinggevende. Informatie over de waarde van een verlofdag kan telefonisch of per mail worden verkregen bij de BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
86
afdeling P&O (telefoon 076-5281210 of
[email protected]). De loonwaarde van een dag wordt bepaald op 0,41% te berekenen over de looncomponenten waarover de vakantietoeslag wordt berekend, inclusief de vakantietoeslag (analoog aan het gestelde in artikel 61, lid 9 van de CAO). Deelname, uitvoering en reacties: De uitvoering van het fietsplan zal worden beheerd door de afdeling P&O. Het fietsplan vangt aan op 1 maart 2005. De medewerker vraagt een deelnameformulier aan bij de afdeling P&O, vult dit in en stuurt dit, mede ondertekend door zijn leidinggevende, retour naar de afdeling P&O. Door het ondertekenen van dit formulier geeft de leidinggevende aan in te stemmen met het aantal te verrekenen verlofdagen. De afdeling P&O stuurt een bestelformulier aan de medewerker. De medewerker kiest, uit een meegestuurde lijst, een rijwielhandelaar. Vervolgens wordt samen met de handelaar het bestelformulier ingevuld, waarop de gekozen fiets en het totale aankoopbedrag wordt vermeld. De medewerker ontvangt tevens een zogenaamd formulier “overeenkomst ter overdracht van de fiets in samenhang met de arbeidsovereenkomst”. Beide ingevulde en ondertekende exemplaren worden door de medewerker, samen met het bestelformulier, gezonden aan de afdeling P&O. P&O fiatteert het bestelformulier en zend deze in aan NFP. Een kopie van het getekende bestelformulier en een getekend formulier ”ter overdracht fiets” wordt aan de medewerker toegezonden. De fiets wordt vervolgens door NFP besteld en bij de rijwielhandelaar van keuze bezorgd. Na een bericht van deze handelaar kan de fiets daar worden afgehaald. De afdeling P&O meldt aan de leidinggevende het aantal te verrekenen verlofdagen, die vervolgens van het verloftegoed worden afgeboekt. De waarde van het aantal ingeleverde verlofdagen wordt vastgesteld en een eventueel restbedrag wordt in mindering gebracht op het eerstvolgende netto salaris. Ook zal de eenmalige fiscale bijtelling van € 68,-- met het eerstvolgende salaris worden verrekend. De betrokken medewerker wordt hierover schriftelijk geïnformeerd. Breda, maart 2005
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
87
Regeling geschenken
Jubileum 121/2 jaar: • • •
Zilveren speld ANWB Portefeuille ANWB Bronzen speld BBA
(chauffeur) (chauffeur) (chauffeur + niet chauffeur)
Jubileum 25 jaar: • • •
Gouden speld ANWB Portefeuille ANWB Zilveren speld BBA
(chauffeur) (chauffeur) (chauffeur + niet chauffeur)
Jubileum 40 jaar: •
Gouden speld
(chauffeur)
Geboorte: Na de geboorte van een kind van een medewerker ontvangt deze een attentie in de vorm van een kinderbestek.
Pensioen of VUT:
Wanneer de werknemer met pensioen of VUT gaat, ontvangt hij een BBA reiskoffer.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
88
Bijlage 1. Overzicht van de in “Bijlage 1” opgenomen regelingen en documenten: Nota combifuncties en evaluatie van de nota Functietyperingen Nota functioneringsgesprekken Sociale veiligheid Mutatiebeleid Aanstellingsbeleid Geschillenregeling (directie –or/oc) Polis IP aanvullingsplan Incidentenregistratie OCP Protocol sociaal plan
Worden nader ingevoegd: Reglement or/oc Instellingsbesluiten commissies van Or en OC Medezeggenschapsstructuur Afspraken Orakel
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
89
Bijlage 2 Overzicht van niet gedocumenteerde afspraken: Onderwerp
Toepassing bij BBA/PBB
Pensioen VUT-regeling Lease auto’s Onk./repr. vergoeding ATV in deeltijdpercentage Persoonlijke toeslagen Stoomkostenverg. uniform WAO-reparatie Ziektekostenverzekering
ABP en SPOV (PBB) standaard CAO OV van toepassing bij (hoger) management, staf en commerciële functies alleen van toepassing bij management/ €18,15 tot € 91,-- p/maand onder 28 uur standaard; ook 50+ individueel toegepast op basis eerdere sociale plannen € 7,26 p/jaar uitgekeerd in januari PBB middels SPOV; ABP vrijwillige deelname IPAP-verzekering geen verplichte deelname ziekenfonds en particulier tegemoetkoming in premiekosten van ca 50% alleen bij deelname collectief particulier contract CZ bij ABP personeel suppletieregeling/ herplaatsingregeling van toepassing in individuele arbeidsovereenkomsten hoger management mogelijk
WAO-aanvulling Geheimhouding/ concurrentiebeding kerstpakket schadevrij rijden roken Overuren
Gemiddelde OT
BBA Personenvervoer NV
geen standaard arbeidsvoorwaarde medewerkers kunnen deelnemen aan actie 3VO verboden in gebouwen en voertuigen in gebruik door BBA individuele uitbetaling, 50+ oude regeling worden deze geacht te zijn opgenomen in de gemiddelde toelage (derving overuren), en niet uitbetaald Fulltimers: gemiddeld OT/GD. Parttimers: individuele OT/GD. Fulltime medewerkers die om medische redenen in een parttime functie zijn herplaatst: Naar rato gemiddelde OT/GD
Bedrijfsregelingen
90
Bijlage 3
RICHTLIJNEN DIENSTUITVOERING
Personenvervoer BBA NV September 2005
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
91
RICHTLIJNEN DIENSTUITVOERING INHOUDSOPGAVE
I Algemeen II Voor aanvang van de dienst 1. Aanvang dienst 2. Te laat in dienst 3. Ziekmelding 4. Aflossen III Tijdens de dienst 1. Rijgedrag 2. Rookverbod 3. Geluidsapparatuur 4. Telefoons 5 Passagiers nabij de chauffeurscabine 6. Haltes afroepen 7. Bus-aansluitingen 8. Tijdig vertrekken 9. Tijdhaltes 10. Telhaltes 11. Het onbeheerd achterlaten van de bus 12. In- en uitstappen passagiers 13. Verbandtrommel 14. Brandblusser 15. Informatie aan passagiers 16. Verkeersongeval, aanrijding en schades 17. Combofoongebruik 18. Storingen/schade 19. Verkeersleiders, toezichthouders en controleurs 20. Versterkingsritten 21. Plaatskaartenverkoop 22. Plaatsbewijzen 23. Gebruik van busbanen en vluchtstroken IV Na de dienst 1. Algemeen V Overige voorschriften 1. Alcohol 2. Kleding 3. Ruilingen 4. Dienstwijzigingen 5. Gevonden voorwerpen
93 93 93 93 93 93 94 94 94 94 94 94 94 94 95 95 95 95 95 95 95 95 96 97 98 98 98 98 99 100 101 101 102 102 102 102 102 102
Bijlagen: Combofoonberichten & Noodoproep plaatsen BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
92
I
Algemeen
Uitgangspunt is dat de chauffeur verantwoordelijk is voor bus en passagiers en zijn eigen handelen. Van u als chauffeur wordt verwacht: - correcte informatieverstrekking aan de reizigers. - een punctuele dienstuitvoering. - hoffelijk optreden. - verzorgd materieel. Ten aanzien van de medewerkers in het bedrijf wordt van u verwacht: - een collegiale opstelling en een correcte, ondersteunende houding ten opzichte van uw collega's - het handelen volgens de voorschriften/aanwijzingen/opdrachten van diegene die daartoe bevoegd zijn. De richtlijnen dienstuitvoering zijn gebaseerd op bestaande regel- en wetgeving. II
Voor aanvang van de dienst
1.
Aanvang dienst De volgende zaken zijn van belang voor u als chauffeur bij de aanvang van uw dienst: * tijdig in dienst komen. * uw eigen voertuig op juiste manier parkeren * zo spoedig mogelijk in dienst melden bij de betreffende functionaris (rekening houdend met eventuele geldende lokale afspraken). * uzelf op de hoogte stellen van dienstmededelingen/omleidingen. * bus voor vertrek rijklaar maken. Afhankelijk van de geldende wettelijke bepalingen en lokale afspraken kan dit o.a. inhouden: - luchtslang loskoppelen - bus op schade controleren en eventueel een storingsmelding maken. - elektronische installaties op de juiste wijze instellen (zoals Vetag, Combofoon) - tachograafschijf invullen en aanbrengen. - de richtingfilm en het lijnnummer op de juiste positie instellen, bij een materieel-rit voert u "geen dienst" en de matcode. * tijdig uitrijden, zodat op de juiste tijd van de beginhalte kan worden vertrokken.
2.
Te laat in dienst Indien u niet of niet op tijd in dienst kunt komen handelt u volgens de lokale afspraken. Meestal betekent dit dat u zich zo spoedig mogelijk meldt bij de betreffende functionaris die de uitruk verzorgt, indien deze niet aanwezig is meldt u zich bij uw chef en indien deze ook afwezig is bij de CVL.
3.
Ziekmelding Indien u ziek bent handelt u volgens bestaande afspraken. Meestal betekent dit dat u zich zo spoedig mogelijk meldt bij de betreffende functionaris die de uitruk verzorgt, indien deze niet aanwezig is meldt u zich bij uw chef en indien deze ook afwezig is bij de CVL. U zorgt ervoor dat uw ziekmelding op een zodanig tijdstip gemeld wordt dat het mogelijk is dat uw dienst alsnog opgevangen kan worden. In het algemeen geldt: - dat u zich ziek meldt 's morgens minimaal een half uur voor aanvang van de dienst die u had moeten rijden. - dat voor diensten die aanvangen na de ochtendspits, uw melding voor 10 uur binnen is. - dat, zolang u geen contact hebt gehad met uw arts, u geacht wordt thuis te zijn, behalve indien u de arts bezoekt. - dat, nadat u contact heeft gehad met uw arts, u contact opneemt met uw chef. - indien u geen contact opneemt met uw arts zoekt u zo snel mogelijk verbinding met uw chef.
4.
Aflossen Indien u uw dienst aanvangt als aflosser, van één van uw collega's, gelden de volgende afspraken: - de aflosser is tijdig op de halteplaats aanwezig zoals het rittenblad aangeeft. - de afstappende chauffeur handelt de instappende passagiers af; - de afstappende chauffeur dient er zich van te overtuigen dat zijn aflosser aanwezig is. - als de aflosser niet aanwezig is, neemt de afstappende chauffeur contact op met de centrale verkeersleiding en
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
93
wacht verder advies af. - u controleert uw bus op schade.
III
Tijdens de dienst
1.
Rijgedrag
1.1.
Algemeen Van u wordt verwacht dat u de passagiers op een comfortabele en veilige wijze vervoert.
1.2.
Het wegrijden bij een halte Binnen de bebouwde kom, moeten bestuurders van andere voertuigen aan de bestuurder van een autobus de gelegenheid geven van een bushalte weg te rijden, wanneer deze door het tijdig geven van een teken met zijn richtingaanwijzer zijn voornemen om weg te rijden kenbaar maakt. Buiten de bebouwde kom geldt deze verkeersregel niet. U mag als bestuurder van de autobus daarbij het overige verkeer nooit in gevaar brengen. Het "recht" op voorrang mag nooit worden afgedwongen.
2.
Rookverbod In de bedrijfsgebouwen en voertuigen geldt een algeheel rookverbod.
3.
Geluidsapparatuur Voor u geldt dat u tijdens dienstritten geen geluidsapparatuur bij u heeft, dus ook geen walkman e.d.. Voor passagiers is het niet toegestaan in dienstbussen geluidsapparatuur aan te hebben met uitzondering van "walkmans" die geen storend effect hebben op de omgeving.
4.
Telefoons Het gebruik van private mobiele telefoons door chauffeurs, is op de bus niet toegestaan. Reizigers mogen hier wel gebruik van maken.
5.
Passagiers nabij de chauffeurscabine Het voeren van een gesprek met een passagier tijdens de rit, vermijdt u. Tevens is het niet toegestaan dat er reizigers tijdens de rit in de nabijheid van de chauffeurscabine blijven staan of dat zij u op enigerlei wijze hinderen in uw werk. U attendeert de reiziger hier vriendelijk op. Bovendien is het niet toegestaan dat andere personen (kinderen), zich bevinden in uw chauffeurscabine.
6.
Haltes afroepen Langs de route gelegen haltes roept u af indien: - de betreffende halte een overstappunt is (met vermelding van de overstapmogelijkheden). - een passagier hierom vraagt. - indien hierover lokale afspraken bestaan.
7.
Bus-aansluitingen Het juist en tijdig verlopen van geplande aansluitingen is voor de passagier een belangrijke zaak. De verantwoordelijkheid voor het tot stand komen van een aansluiting ligt zowel bij de chauffeur van de aankomende bus, als bij de chauffeur van de vertrekkende bus. Voor de aankomende chauffeur geldt dat hij contact opneemt met zijn collega middels kortverkeer en anders via de CVL. Voor de vertrekkende chauffeur geldt dat indien op de dienstregelingvertrektijd de aankomende bus voor u niet waarneembaar/bereikbaar is (middels kortverkeer), u de centrale verkeersleiding daarvan in kennis stelt. U ontvangt dan het advies of u beter kunt wachten op de aansluiting of niet. Hoe lang u als vertrekkende chauffeur op een aansluiting wacht is afhankelijk van de omstandigheden en het belang van alle reizigers weegt u hierbij af. Wanneer u de aansluiting NIET kunt realiseren of NIET heeft gerealiseerd meldt u dit aan de verzoekende partij (uw collega of de cvl).
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
94
8.
Tijdig vertrekken U zorgt ervoor op een dusdanig tijdstip in de bus aanwezig te zijn, dat u nog tijd hebt om aan instappende passagiers een plaatsbewijs te verkopen en daarna te vertrekken op de tijd zoals in de dienstregeling is opgenomen. Aan passagiers die hun plaats reeds hebben ingenomen vraagt u naar het bezit van een geldig plaatsbewijs. Dit kan worden afgedaan met een algemene vraag.
9.
Tijdhaltes Een tijdhalte is een halte die in de dienstregeling als halte vermeld staat. Een tijdhalte is herkenbaar aan een rode sticker met een witte klok. U vertrekt vanaf deze halte precies op de aangegeven dienstregelingtijd. Indien u te vroeg arriveert wacht u aan de halte de vertrektijd af. Bij stationnement en eindhaltes zet u uw motor af.
10.
Telhaltes Een telhalte is een halte waarbij u, na afhandeling van de in- en uitstappende passagiers, het exacte aantal passagiers telt. De telling wordt genoteerd op het daarvoor bestemde formulier. Een telhalte is herkenbaar aan een rode sticker met een witte T.
11.
Het onbeheerd achterlaten van de bus Indien u een bus onbeheerd achterlaat, gelden de volgende regels: - u parkeert uw bus in de vertrekhalte, met de mogelijkheid om passagiers in te laten stappen. indien dit niet mogelijk is, parkeert u uw bus op de daarvoor bestemde plaats. - bij "uitstaphaltes" mag u de bus niet parkeren. - indien de verlichting is ingeschakeld, dan: * buitenverlichting: stadslicht. * binnenverlichting: minimaal. - versnelling in de neutraal stand. - handrem inschakelen. - motor afzetten. - stempel, geld, kaarten en andere waardevolle spullen meenemen. Op een bufferstation sluit u de deuren en kan de verlichting uitgeschakeld worden. Ergens anders mag er, zonder overleg met de verkeersleiding, niet geparkeerd worden.
12.
In- en uitstappen passagiers Als chauffeur heeft u de taak klantvriendelijk op te treden. Dit kan o.a. inhouden dat u - voor zover de omstandigheden dit toelaten - de reiziger de gelegenheid geeft langs de voordeur de bus te verlaten. Het is uw verantwoordelijkheid te beoordelen of de omstandigheden dit toelaten. Bij een eventuele weigering stelt u de klant van de reden op de hoogte. Het is niet toegestaan, dat reizigers bij standaardmaterieel door de achterdeur instappen. Daarnaast mogen bij uitzonderlijk grote drukte abonnementhouders langs de achterdeur instappen als u gevraagd heeft of iedereen in het bezit is van een geldig plaatsbewijs. Bij gelede bussen, uitgerust met stempelautomaat, wordt hierop een uitzondering gemaakt.
13.
Verbandtrommel In iedere bus is een verzegelde verbandtrommel aanwezig. Indien u de verbandtrommel gebruikt, dan meldt u dit op het storingsrapport.
14.
Brandblusser In iedere bus is een brandblusser aanwezig. Indien u deze gebruikt dan meldt u dit op het storingsrapport. Bij gebruik voor "derden" zo mogelijk diens gegevens vermelden, zodat de kosten eventueel kunnen worden verhaald.
15.
Informatie aan passagiers
15.1
Vragen van passagiers.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
95
Van u wordt verwacht dat u de vragen van passagiers zo volledig mogelijk beantwoordt. 15.2
Vertraging. Indien u vertraging oploopt, informeert u de passagiers over de oorzaak hiervan.
15.3
Verkoop dienstregeling. Daar waar chauffeurs dienstregelingenbehoren te verkopen dient hij/zij er zorg voor te dragen voldoende voorraad dienstregelingen bij te hebben, voor de verkoop aan passagiers.
Indien er lijnfolders voor reiziger beschikbaar zijn, dient de chauffeur te zorgen voor de aanwezigheid van voldoende lijnfolders, in de daarvoor bestemde houder.
16.
Verkeersongeval, aanrijding en schades
Zie ook bijlage: handleiding calamiteiten. 16.1
CVL Indien u met uw bus bij een aanrijding betrokken raakt, informeert u altijd de centrale verkeersleiding. Deze zal naar aanleiding van uw aanwijzingen de benodigde actie ondernemen.
16.2
Getuigen In alle gevallen is het van belang zoveel mogelijk namen en adressen te noteren van personen van wie aangenomen kan worden dat zij de toedracht van het ongeval hebben gezien. Daar veel mensen geneigd zijn zich direct na een ongeval te verwijderen, zal men hierop attent moeten zijn. Ook passagiers komen als getuige in aanmerking. Indien er geen getuigen zijn, geeft u dit duidelijk aan op het schadeformulier.
16.3
Gegevens uitwisselen Ongeacht de schuldvraag de volgende gegevens noteren: - naam en adres van de eigenaar van het andere voertuig. - naam en adres van de bestuurder. - kenteken van de tegenpartij. - verzekeringsgegevens van de tegenpartij. Om de zakelijke gegevens uit te kunnen wisselen dient u het boekje “uitwisseling zakelijke gegevens” te gebruiken, dat in iedere bus aanwezig is.
16.4
Schade bij passagiers Indien er passagiers in uw bus schade hebben opgelopen neemt u minstens de volgende gegevens op: naam, adres, woonplaats en aard/omvang van de schade.
16.5
Toezeggingen U mag niets zeggen of tekenen, dat lijkt op een schuldbekentenis. U bent niet gerechtigd enigerlei toezegging te doen aangaande te betalen vergoedingen en dergelijke. Dit is een zaak voor onze verzekeringsmaatschappij.
16.6
Schademeldingsformulieren Van iedere aanrijding of beschadiging, hoe gering ook van omvang, maakt u na afloop van de dienst melding door het invullen van de schademeldingsformulieren. Een juiste en volledige invulling is van groot belang voor de afwikkeling. Tevens vult u een storingsmelding in. Er dienen twee schadeformulieren te worden ingevuld, het Europese- en het AON-schadeformulier. Alleen bij geringe eigen schade (bv. u rijdt een spiegel af van uw eigen voertuig) is het Europese schadeformulier niet nodig. Indien u bij het invullen eventueel toch moeilijkheden heeft, kunt u hiervoor de assistentie van de rayonchef inroepen. Het rapport levert u binnen 24 uur in bij uw directe chef.
16.7
Pers Het is niet toegestaan, bij ongevallen, inlichtingen te verstrekken aan de pers.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
96
17.
Combofoongebruik
17.1
Algemeen Het gebruik van de Combofoon beperkt u tot zaken die de dienstuitvoering aangaan. U brengt de berichten op een duidelijke en zakelijke wijze over. Om de centrale verkeersleiders goed hun werk te kunnen laten verrichten is het van belang dat in u zoveel mogelijk gevallen gebruik maakt van tekstboodschappen. De centrale verkeersleiding handelt de combofoonoproepen in de volgorde van belangrijkheid als volgt af: noodoproep - tekstboodschap - spraakoproep. U mag ondersteuning van de centrale verkeersleiding verwachten in geval van:
1 -
Calamiteiten: Als direct ingrijpen van de cvl nodig is (zie noodoproep) Indien u besluit uw dienst niet verder uit te voeren Een busstoring onderweg Een aanrijding
2 -
Het realiseren van aansluitingen waar u dat als chauffeur zelf niet kunt Het inzetten van een belbus Het regelen alternatief vervoer bij aansluitservice/interliner Het regelen van een busaansluiting indien kortverkeer niet functioneert Het regelen van een treinaansluiting
3 -
Andere zaken Vragen over straatnamen Een acute omleiding Een onverwacht groot vervoersaanbod Indien er 's nacht bussen op het station blijven staan
In sommige gevallen moet u zaken bij de centrale verkeersleiding melden i.v.m. een goede registratie, het betreft zaken zoals deze zijn benoemd onder punt 4: 4 17.2
De CVL registreert verstoring van de dienstuitvoering volgens de lokale afspraken. constateringen van verkeerstechnische aard (bv. t.g.v. weersomstandigheden) die ook andere chauffeurs/weggebruikers dienen te weten (de cvl waarschuwt in dat geval de betrokkenen). als u een passagier uit service overwegingen gratis meeneemt. Noodoproep U maakt gebruik van de noodoproep als u wordt geconfronteerd met zaken waarbij direct ingrijpen van de verkeersleiding nodig is, zoals: - agressie in de bus, bij de halte of op het busstation. - bij onwel worden van uzelf of passagiers. - bij brand. - bij ernstige aanrijdingen/ongevallen. Nadat u het noodpedaal heeft ingedrukt kan de verkeersleiding u na enkele seconden horen. Indien de verkeersleider u hoort ziet u dat op uw combo-display doordat er een uitroepteken zichtbaar wordt. Indien u het slachtoffer bent van agressie hoeft u niet te spreken, de verkeersleider hoort wel alles wat er in de bus gebeurt. U mag natuurlijk wel praten, blijf wel zo rustig mogelijk. In alle overige gevallen moet u wel spreken. Let op: indien u dus niet spreekt gaat de verkeersleiding ervan uit dat u het slachtoffer bent van agressie en neemt geen contact met u op maar zal de benodigde maatregelen nemen.
17.3
Voice-recorder Alle telefoon- en combofoongesprekken van de verkeersleiding worden ca. 1 week bewaard op een zogenaamde voice-recorder. Op verzoek van de chef kunnen deze gesprekken terug geluisterd worden.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
97
18.
Storingen/schade Van iedere storing/schade vult u na afloop van de dienst een storingsmeldingsformulier in en levert dit in op de daarvoor bestemde plaats. (Zie ook technische richtlijnen).
19.
Verkeersleiders, toezichthouders, controleurs en MVO’ers
19.1
Toezichthouders Deze medewerkers hebben zowel een ondersteunende, begeleidende als een controlerende taak met betrekking tot een juiste dienstuitvoering. Door hen gegeven aanwijzingen/opdrachten volgt u op.
19.2
Controleurs Deze medewerkers hebben een controlerende taak, zij controleren zowel de passagiers op het in bezit zijn van een geldig plaatsbewijs als de kwaliteit van de dienstuitvoering. Indien de controleur aangeeft in de bus te willen stappen, zet u uw stempelautomaat af en opent u alleen de voordeur. Ook stopt u voor controleurs bij haltes waar normaal de bus niet zou stoppen om de controleurs binnen of uit de bus te laten.
19.3
Verkeersleiders Verkeersleiders hebben een ondersteunende taak. U bepaalt zelf of u aanwijzingen/advies wel of niet opvolgt dan wel aanvraagt. Alleen in noodsituaties kunt u verplicht worden de aanwijzingen op te volgen, de CVL zal u dit dan melden (b.v. acute treinstremmingen, verkeerschaos, etc.)
20.
Versterkingsritten De uitvoering van bepaalde ritten met meer dan één autobus eist van de chauffeurs onderling een goed overleg. In principe vertrekt een versterkingsbus maximaal 3 minuten eerder dan de dienstbus, maar nooit later dan de dienstbus. Zowel de versterkingsbus als de dienstbus doen alle haltes aan, zolang er passagiers meekunnen. U zorgt ervoor dat de passagiers zo goed mogelijk over het aantal ingezette bussen verdeeld worden. Het doel van een versterking heeft onder andere te maken met het bieden van meer comfort en kwaliteit aan de passagiers. In goed overleg tussen beide chauffeurs kan dus soms besloten worden om om-en-om haltes aan te doen. Dit mag er echter nooit toe leiden dat passagiers aan de halte blijven staan. Indien u van mening bent dat de versterkingsbus niet terecht rijdt of er nog meer versterkt moet worden dan meldt u dit aan de verkeersleiding of bij uw chef.
21.
Plaatskaartenverkoop
21.1
Gepast geld Een passagier dient in principe met gepast geld te betalen. Wanneer er geen of onvoldoende mogelijkheden zijn om te wisselen, dan neemt u vanuit service-overwegingen de passagier toch mee. In zo'n geval informeert u de centrale verkeersleiding.
21.2
Kinderen (tot 16 jaar) Kinderen zonder begeleiding worden nooit geweigerd. In zo'n geval informeert u de centrale verkeersleiding.
21.3
Verkoop door chauffeurs Door de chauffeurs worden in de bus strippenkaarten verkocht. Daarnaast kunnen speciale plaatsbewijzen verkocht worden. In zo'n geval ontvangt u een aparte instructie.
21.4
Bevoorrading Elke chauffeur krijgt strippenkaarten in consignatie. Bij uitreiking tekent u voor ontvangst. U vult, na de verkoop van een "blok", uw voorraad zo snel mogelijk aan.
21.5
Beheer geld, strippenkaarten en stempel
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
98
Geld, strippenkaarten, andere waardekaarten en stempel beheert u zorgvuldig. U bent hiervoor zelf verantwoordelijk. Dit betekent onder andere: - Tijdens de dienst zijn geld, strippenkaarten en stempel ten allen tijde binnen uw bereik. Het is dus niet toegestaan om, voor wat voor reden dan ook, de bus te verlaten zonder medeneming van strippenkaarten, geld en stempel. Tevens is het verboden geld en strippenkaarten in de chauffeurskast op te bergen. - Onderlinge verkoop is niet toegestaan. - Het geld mag uitdrukkelijk niet voor andere doelen gebruikt worden. - Voor het veilig opbergen van waardevolle goederen wordt op de vestiging aan iedere chauffeur een kluisje toegewezen. Een reglement voor het gebruik hiervan is in de bedrijfsregelingen opgenomen. - Bij u thuis dienen geld, strippenkaarten en stempel in een goed afgesloten kast te worden opgeborgen. Bij diefstal of vermissing doet u aangifte bij de politie en verwittigt u uw rayonchef. Bij diefstal kunt u in aanmerking komen voor een vergoeding van het bedrijf als aan bovenstaande voorwaarden is voldaan en u niets te verwijten valt. Ook hiervoor moet u bij uw rayonchef zijn. Uw rayonchef is gerechtigd uw voorraad geld en strippenkaarten te controleren. 22.
Plaatsbewijzen
22.1
Algemeen Iedere passagier is er zelf verantwoordelijk voor, dat hij tijdens de rit in het bezit is van een geldig plaatsbewijs, waaronder ook is te verstaan een vrijvervoerbewijs en dergelijke. U stelt de passagiers in de gelegenheid om een plaatsbewijs te kopen c.q. te tonen of af te laten stempelen. U heeft de bevoegdheid plaatsbewijzen te controleren en u wordt geacht dit ook te doen. U bent verantwoordelijk voor uw eigen handelen, dus ook voor het correct stempelen en het verstrekken van de juiste informatie. Voor de geldigheid van plaatsbewijzen kunt u het boekje "het nationaal tariefsysteem" raadplegen. Daarnaast worden de afwijkende plaatsbewijzen vermeld in de diverse mededelingen. Als u later in uw bus komt, vraagt u aan de passagiers die hun plaats reeds hebben ingenomen, naar het bezit van een geldig plaatsbewijs. Dit kan worden afgedaan met een algemene vraag.
22.2
Inname vervoerbewijs. Indien u een ongeldig vervoerbewijs aangeboden krijgt, legt u de reiziger uit dat het vervoerbewijs ongeldig is. In overleg met en met goedkeuring van de reiziger kunt u het ongeldige vervoerbewijs innemen.
22.3
Ongestempelde grijze strippenkaarten (wagenverkoop kaarten). Indien u een ongestempelde grijze stippenkaart aangeboden krijgt, legt u de reiziger uit dat het vervoerbewijs ongeldig is. U kunt de ongestempelde strippenkaart in overleg met de passagier innemen en omruilen tegen een geldige strippenkaart met dezelfde waarde, indien de reiziger zich wil en kan legitimeren. U noteert de persoonsgegevens op de ongestempelde kaart en u kunt deze kaart omruilen op het rayonkantoor.
22.4
Vervoer van dieren. Kleine dieren, dienen behoorlijk te zijn opgeborgen in een mand, tas of iets dergelijks en worden dan als handbagage beschouwd. Dieren waarvan de overige passagiers hinder ondervinden mogen worden geweigerd. Honden die redelijkerwijs onder stoel of bank plaats kunnen nemen, of op schoot genomen kunnen worden en die daarmee feitelijk geen zit- of staanplaats innemen worden gratis vervoerd. Anders wordt de hond vervoerd tegen gereduceerd tarief. Soho (sociale honden) en blindegeleidehonden mogen gratis mee, ook een houder van een OV-jaarkaart mag een hond gratis meenemen. Honden dienen aangelijnd te zijn of opgeborgen te zijn in een tas of mand. Het is verboden honden op een bank plaats te laten nemen.
22.5
Correctie strippenkaarten 2- En 3-strippenkaarten en 8-strippenkaarten die als dagkaart gebruikt worden, mogen niet gecorrigeerd worden. Deze kunt u inleveren bij de rayonchef. De correctiestroken kunnen ook gebruikt worden om foutief gestempelde 5-retourkaarten en 60+seniorenkaarten te
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
99
corrigeren (=Interlinerkaarten). U mag geen foutieve stempeling van andere chauffeurs corrigeren. 22.6
65+pas Sinds 1 januari 2005 worden geen 65+passen meer uitgegeven. Reizigers kunnen hun recht op reizen op gereduceerd tarief aantonen middels het verplicht gestelde identificatiedocument. Indien een reiziger dit niet kan tonen, dient het volle tarief te worden betaald. Dit kan door op de reductiestrippenkaart tweemaal het aantal strippen te stempelen.
22.7
Geldigheid vrijvervoerbewijzen Vrijvervoerbewijzen zijn niet geldig: - in de (BBA) buurtbus - voor besloten vervoer (ook door o.a. BBA-tours)
22.8
Vrij vervoer politie e.d. Politiefunctionarissen, stadswachten, stadtoezicht, parkeerbeheer e.d. mogen, indien zij geüniformeerd zijn, vrij reizen. Voor ongeüniformeerde politiefunctionarissen geldt dat zij alleen vrij mogen reizen op vertoon van een geldig politielegitiematiebewijs met pasfoto.
22.9
Processenverbaal als vervoerbewijs. Soms is een procesverbaal een geldig retourbewijs. Dit staat dan vermeld op het procesverbaal doordat van de tekst “terugreis ja/nee” de ja omcirkeld is.
22.10
Vertraging. Voor de geldigheid van een plaatsbewijs geldt de dienstregelingtijd. Dus als een bus vertraagd is hoeft de passagier, ten gevolge hiervan, nooit bij te betalen.
22.11
Interliner Interlinerkaarten zijn geldig op onderliggende lijnen. Gewone kaarten zijn NOOIT op de Interliner geldig. Onderliggende lijnen zijn streeklijnen die de meest rechtstreekse verbinding vormen tussen 2 Interlinerhaltes. Heeft een passagier een ster-abonnement voor de onderliggende lijn, dan mag hij op de Interliner reizen tegen bijbetaling van het reductie tarief.
22.12
Stempelen na 0.00 u Volgens de algemene vervoersvoorwaarden wordt de dagaanduiding van de stempel ‘s nachts om 0.00u verzet. Echter binnen de BBA geldt de afsrpaak dat, tot en met de laatste rit, u met dezelfde dagaanduiding rijdt. U verzet de dagaanduiding dus na 0.00 u niet.
23.
Gebruik van busbanen en vluchtstroken Het berijden van vluchtstroken en bus(stroken)banen vraagt een bijzondere oplettendheid van de buschauffeur. Een en ander is dan ook aan strenge regels en voorwaarden gebonden. Bij het gebruik van deze bijzondere weggedeelten is er meestal sprake van rechts inhalen, andere weggebruikers houden hier vaak geen of onvoldoende rekening mee. Er kunnen zich dan ook gevaarlijke situaties voordoen wanneer de buschauffeur met een te hoge snelheid (lees, een te hoog snelheidsverschil) een stilstaande of langzaam rijdende file rechts inhaalt. Denk daarbij aan het openen van portieren of het plotseling naar rechts uitwijken van de andere weggebruiker. Belangrijk is dat, het snelheidsverschil nooit groter is dan 20 km. per uur. Houdt ten alle tijden rekening met obstakels en/of stilstaande voertuigen welke zich op de vluchtstroken kunnen bevinden. * Vluchtstroken: Algemeen: - Vluchtstrook gebruik is slechts toegestaan op die plaatsen waarvoor door rijkswaterstaat ontheffing is verleend.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
100
- Ook is het gebruik over het algemeen beperkt tot bepaalde momenten van de dag, meestal de ochtend- en/of avondspits. - Alleen toegestaan voor lijnbussen. Voorwaarden gebruik: a. gebruik is alleen toegestaan bij filevorming (dus niet onnodig gebruiken) b. de snelheid mag maximaal: op smalle stroken 40 km. per uur en op brede stroken 50km. per uur bedragen. c. het snelheidsverschil t.o.v. het andere (naastliggende) verkeer mag niet groter zijn dan 20 km. per uur. d. tijdens gebruik van de vluchtstrook dienen dimlichten gevoerd te worden. e. gebruik is ten alle tijden verboden in geval van zware storm, mist, sneeuwval, bij gladheid of andere omstandigheden van atmosferische aard indien deze het zicht beperken tot een afstand van minder dan 100 meter.
* Bus(stroken)banen: Algemeen: Het verschil tussen een busbaan en een busstrook; - Busbaan is een vrij liggende rijbaan met daarop aangebracht het woord “BUS” . - Busstrook: door doorgetrokken of onderbroken strepen gemarkeerd gedeelte van de rijbaan waarop het woord “BUS” is aangebracht. Vooral het gebruik van de busstrook kan ‘omdat deze zich meestal rechts van en dicht bij het overige verkeer bevindt’ extra risico met zich meebrengen.
Voorwaarden gebruik: Een busbaan of strook mag uitsluitend gebruikt worden door lijnbussen. Voor de wet is een lijnbus een ‘voertuig’ dat gebezigd wordt voor het verrichten van openbaar vervoer in de zin van de wet personenvervoer. Dus ook een personenauto kan een lijnbus zijn indien deze gebezigd wordt voor het uitvoeren van openbaar vervoer. Veilig gebruik van een busstrook: Deze strook bevindt zich dus altijd dicht naast een andere rijstrook ! Snelheidsverschil t.o.v. het naastliggende rijverkeer mag niet meer bedragen dan 20 km. per uur. Denk in dit geval aan art. 5 van de wegenverkeerswet, het zogenaamde algemene veiligheidsartikel.
IV Na de dienst 1.
Algemeen De volgende zaken zijn van belang voor u als chauffeur bij het einde van uw dienst, voor zover van toepassing op de locale situatie: - Wassen, tanken en vegen als dit op het rittenblad vermeld staat. - Tijdens het tanken, uw motor af, niet roken en alle zorgvuldigheid in acht nemen om het morsen van brandstof te voorkomen. - De bus dusdanig achterlaten dat uw collega de volgende dag een schone bus heeft. - Het interieur van de bus nakijken op verloren voorwerpen en beschadigingen. - Bus op de daarvoor bestemde plaats stallen. - Motor afzetten, versnelling in neutraal stand, handrem inschakelen. - De tachograafschijf uitnemen, invullen en inleveren bij afloop van de busomloop. In de meeste gevallen is dit wanneer de bus voor de nacht gestald wordt. - Stroomverbruikers uitzetten en hoofdschakelaar omzetten. - Luchtslang aansluiten. - Eventueel storingsformulier invullen en inleveren.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
101
V Overige voorschriften 1.
Alcohol Het is verboden tijdens de dienst alcoholhoudende drank bij zich te hebben. Gebruik van alcohol tijdens de dienstuitvoering, of op een tijdstip dat dit voor de dienstuitvoering gevolgen heeft is verboden.
2.
Kleding Van het personeel wordt verwacht dat zij zich op een representatieve en verzorgde wijze presenteren in het door het bedrijf verstrekte uniform. Dit betekent ook, dat u in principe een stropdas draagt. Indien de weersverwachtingen dusdanig zijn dat de buitentemperatuur hoger wordt dan 22 °C (bron:KNMI teletekst NED3) dan is de stropdas niet verplicht is. Het uniform dient er netjes en verzorgd uit te zien. Andere sjaals of truien, dan door het bedrijf verstrekt, mogen niet gedragen worden. Uw schoeisel en sokken zijn donker van kleur. Uit veiligheidsoverwegingen zijn klompschoenen en slippers verboden. Correct gekleed gaan is een onderdeel van het klantgericht werken !
3.
Ruilingen Voor wat betreft ruilingen bestaan er per rayon afspraken. Voor het hele bedrijf gelden de volgende aandachtspunten: - voldoende nachtrust (conform rijtijden besluit). - voldoende wekelijkse rust (conform rijtijden besluit). - maximaal aantal werkdagen per week (conform rijtijden besluit). Ruilingen lopen altijd via uw rayonchef.
4.
Dienstwijzigingen Alle wijzigingen in het standaardrooster worden op een weekrooster vermeld, dat uiterlijk op de donderdag voor de betreffende week ter inzage wordt opgehangen. Wordt op het weekrooster een wijziging aangebracht, nadat het al ter inzage hangt, dan wordt de betrokken chauffeur gewaarschuwd. In alle andere gevallen is de chauffeur zelf verplicht het weekrooster te raadplegen en na te gaan welke dienst hij heeft. Daarnaast gelden nog lokale afspraken. Hierover krijgt u apart instructie van uw rayonchef.
5.
Gevonden voorwerpen De reiziger die een gevonden voorwerp bij u inlevert, kan vragen om een ontvangstbewijs. U dient dat dan de vinder te geven. Bij de eerste gelegenheid die zich voordoet geeft u het gevonden voorwerp af op de aangewezen plaats (volgens lokale afspraken). U vult daarbij het daarvoor bestemde formulier in.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
102
BIJLAGE
Combofoonberichten: Standaardberichten
Berichten BBA
0* 1* 2* 3* 4* 5* 6* 7*
10 in dienst } volgens 11 uit dienst} instuctie 12 * aflossing afwezig 13 14 uit voertuig } alleen 15 weer aanwezig } t.z.h. 16 * omleiding 17 gladheid
informatie plaatsbewijs assistentie ongeval } blikschade defect remstoring aansluiting vertraging minuten; 000 8 * voertuig vol 1 alles meegenomen 2 passagiers laten staan 9 * passagiers aantal 000
18 geen aansluiting
19 vecom uitval * CVL neemt contact met u op!
Noodoproep plaatsen: Na het activeren van de noodoproep ziet u het volgende op uw combofoon display:
-
Achter de tijdmelding verschijnt een – (min-teken). Uw noodoproep is geplaatst (vergelijkbaar met “BEZIG”).
*
Er verschijnt een * (asterix). Uw noodoroep is bij de CVL ontvangen (“WACHT”).
!
Er verschijnt een ! (uitroepteken). De CVL luistert (maximaal 6 minuten) naar wat er in het voertuig wordt gezegd. U hoeft tijdens het spreken de Z-toets of zendpedaal niet te gebruiken.
Een noodoproep kan door de CVL worden omgezet in een individueel gesprek. |
Er verschijnt een | (rechte streep). De CVL kan nu ook spreken. Als u zelf spreekt , moet u de Z-toets of het zendpedaal indrukken; het is immers een individueel gesprek geworden.
Een noodoproep kan alleen door de CVL worden beëindigd.
BBA Personenvervoer NV
Bedrijfsregelingen
103