1
Basisschool De Vlieger Vincent van Goghlaan 28 5246 GB Hintham (gemeente ‘s-Hertogenbosch) Tel: 073-6461610 Fax: 073-6461619 Web: www.obsdevlieger.nl
2
Voor u ligt de schoolgids van basisschool De Vlieger te ‘s-Hertogenbosch. Deze schoolgids is geschreven om de ouders te informeren over de actuele ontwikkelingen binnen de school. Daarnaast is deze schoolgids bedoeld om ouders die een school voor hun kind zoeken, een actuele beschrijving van de school te geven. Wij vinden het belangrijk dat u een goed beeld krijgt van waar wij als school voor staan en wat we belangrijk vinden in ons onderwijs aan uw kinderen. We willen de leerlingen optimaal laten profiteren van wat we als basisschool te bieden hebben, zodat de basisschoolperiode voor kinderen een tijd is waarin zij zich vormen en zoveel mogelijk leren om zich voor te bereiden op een succesvolle toekomst. Het kan zijn dat u vragen heeft, dat bepaalde zaken niet helemaal duidelijk zijn of dat u informatie mist in deze schoolgids. Laat het ons dan weten, want het leren is een belangrijk onderdeel binnen het onderwijs en ook wij leren iedere dag opnieuw.
Veel leesplezier toegewenst,
Ricky van der Horst-van Ginkel Directeur Basisschool De Vlieger
3
1.
Voorwoord Onze school
blz. 5
Oorsprong van onze naam, schoolgebouwen en schoolgrootte, het bevoegd gezag, de schoolorganisatie
2.
Identiteit en visie op het onderwijs
blz. 9
De organisatie van het onderwijs
blz. 12
Leerlingenzorg
blz. 18
De leerkrachten
blz. 26
De ouders
blz. 28
De ontwikkeling van het onderwijs
blz. 38
De resultaten van het onderwijs
blz. 40
3.
4.
De verdeling in groepen en bouwen, de overgang naar de volgende jaargroep, de leerstof per bouw in vliegermappen, de leerstof per vak
De opvang van nieuwe kinderen, rapporten en oudergesprekken, leerlingvolgsysteem, organisatie interne hulp, stappenplan interne hulp verwijzing naar een speciale basisschool, zorg voor het jonge kind, passend onderwijs, de overgang naar het voortgezet onderwijs
Het team, vervanging bij ziekte en arbeidscompensatie, de inzet van leerkrachten buiten de groep, studenten
5.
6.
7.
8.
9.
Het belang van de betrokkenheid van ouders, informatievoorziening aan ouders, oudervereniging, de ouderbijdrage, de (G)MR, ouderhulp, kinderopvang, klachtenprocedure, verzekeringen en veiligheid Onderwijskundige toekomstblik
Instroom resultaten, doorstroom resultaten, uitstroom resultaten
Schooltijden, vakanties en vrije dagen, verdeling lesuren, de leerplichtwet, schoolverzuim, verlof aanvragen, regels toelating, schorsing en verwijdering, website vermelding, het onderwijskundig rapport
Regeling school- en vakantietijden
blz. 42
10.
Sponsoring
blz. 44
11.
Belangrijke namen en adressen
blz. 45
12.
Schoolagenda
blz. 48
4
1.1.De Vlieger De Vlieger is gehuisvest in het Educatief Centrum Hintham. Dit moderne gebouw is multifunctioneel van opzet, waarin naast De Vlieger ook basisschool “Jeroen Bosch”, een sporthal, buitenschoolse opvang, een kinderdagverblijf “De Petteflet”, peuterspeelzaal “‘t Babbeltje” en een schoolBIEB zijn ondergebracht. Het Educatief Centrum heeft een centraal gelegen receptie en wordt beheerd door een team van beheerders die ervoor zorgen dat het gebouw open is van 7:30u tot ongeveer 22:00u. Aan de noordzijde van het Educatief Centrum is De Vlieger gehuisvest, aan de zuidzijde onze collega-school. Beide scholen zullen niet gaan fuseren en behouden hun eigen identiteit. De Vlieger kijkt in haar functie als onderwijsinstelling nadrukkelijk naar de omgeving. Die laat een dwarsdoorsnede zien van de samenleving. De school wil laagdrempelig zijn voor leerlingen en ouders. We behandelen iedereen met respect en hebben begrip voor elkaar.
1.2. Schoolgebouw en schoolgrootte Basisschool De Vlieger staat aan de Vincent van Goghlaan 28. Op 1 oktober 2010 staan er 365 leerlingen op school ingeschreven. In de school wordt in het schooljaar 2010-2011 onderwijs gegeven aan 15 groepen.
1.3 Het bevoegd gezag Verleden en heden van het Algemeen Toegankelijk Onderwijs ’s-Hertogenbosch e.o. In 2003 is het Openbaar Basis Onderwijs ‘s-Hertogenbosch een intensieve samenwerking aangegaan met de Stichting Nutsonderwijs ‘s-Hertogenbosch. Na vijf jaren van samenwerking is vanuit een bestuurlijke fusie op 1 januari 2008 tussen het openbaar basisonderwijs en het nutsonderwijs, het ATO-onderwijs ontstaan. Het resultaat is nu dat ATO het beheer voert over 21 basisscholen verdeeld over 25 locaties. Als roepnaam gebruiken wij ATO-Scholenkring en wij bieden Algemeen Toegankelijk Onderwijs (ATO), dat wil zeggen dat de scholen verschillende onderwijsconcepten hanteren, variërend van Montessori tot Jenaplan, Dalton- en Ontwikkelingsgericht Onderwijs. Kwalitatief onderwijs op maat staat daarbij centraal, waarbij de scholen streven naar innovatie, laagdrempeligheid, marktgerichtheid, openheid en respect.
5
Het ATO is een stichting met een college van bestuur en raad van toezicht. Het schoolbestuur bestaat uit twee bovenschoolse directeuren die bijgestaan worden door een stafbureau met enkele medewerkers. In de adressenlijst achter in deze schoolgids vindt u de namen en adressen. Verder informatie over o.a. de kwaliteit van het ATO-onderwijs is beschreven in het document: Algemeen Toegankelijk Onderwijs, onze kwaliteit” en kunt u vinden op de website: www.ato-scholenkring.nl De Vlieger is één van de scholen van de ATO-scholenkring. De scholen die tot ATO behoren, kenmerken zich door de volgende uitgangspunten: • • • •
ieder kind is welkom, ongeacht culturele achtergrond, godsdienst of levensbeschouwing; in het onderwijs wordt rekening gehouden met de verschillen tussen kinderen; de omgang met elkaar wordt gekenmerkt door respect voor elkaar en openheid; de school biedt een fysiek en sociaal veilige omgeving.
Elke ATO-school geeft op haar eigen wijze invulling aan deze uitgangspunten en de wettelijke doelstellingen. Hoe het onderwijs op een bepaalde ATO-school er uitziet wordt grotendeels bepaald door de directie, het team en de ouders (medezeggenschapsraad) van de betreffende school.
1.4 De schoolorganisatie
Het management De school wordt geleid door een managementteam. Dit team bestaat uit de directeur, drie bouwcoördinatoren en de zorgcoördinator. Het managementteam verzorgt de leiding van de school. De directeur is eindverantwoordelijk voor alle beleidsterreinen. De bouwcoördinatoren zijn verantwoordelijk voor de organisatie en ontwikkeling van het onderwijskundig beleid van de onderbouw (kleutergroepen) en de middenbouw (groepen 3-5) en de bovenbouw (groepen 6-8). De intern begeleiders hebben een adviserende taak naar het management op het gebied van zorg en begeleiding. Ricky van der Horst-van Ginkel Mieke Jansen Anita van Heusden Marlies Loos Mieke Jansen Mattie Daniëls Debbie van Houten
directeur bouwcoördinator onderbouw bouwcoördinator middenbouw bouwcoördinator bovenbouw intern begeleider onderbouw en groep 3 intern begeleider middenbouw intern begeleider bovenbouw en zorgcoördinator 6
Het team Op De Vlieger werken een aantal fulltime leerkrachten en een groep parttime leerkrachten. Elke groep leerlingen heeft daardoor een of twee groepsleerkrachten. Zij verzorgen het onderwijs aan een groep. Met vragen en mededelingen over uw kind kunt u bij hen terecht. Op school is verder werkzaam een vakleerkracht voor bewegingsonderwijs, Huib Snoeijer. Ook werkt op De Vlieger een onderwijsassistente, Liesbeth van Kilsdonk- van Grinsven en een administratieve kracht, Jacqueline Kivits. Voor het beheer van het gebouw zijn de beheerders van het ECH verantwoordelijk. We streven ernaar op onze school te werken met kleine groepen. Kleutergroepen zijn altijd gecombineerde groepen. Op dit moment bestaan de groepen op De Vlieger uit gemiddeld 25 kinderen. In schooljaar 2010-2011 kent onze school de volgende groepen:
• kleutergroep 1-2A • kleutergroep 1-2B • Kleutergroep 1-2C • groep 3 • groep 3-4 • groep 4 • groep 4-5 • groep 5A • groep 5B • groep 6A • groep 6B • groep 7A • groep 7B • groep 8A • groep 8B
Ine van Lokven en Leny Verhulst Pleuni Kwak en Henni Rensen Esther Verboven en Henni Rensen Wendy Guffens en Jolanda Clerkx Nellie Reijers en Mieke Jansen Marlies Hendrix en Karin Henst Anita van Heusden en Vivian de Meurichy Mattie Daniëls en Anjo Wijgergangs Jan Kees Wollaert en Alette van de Liefvoort Marjol Andriessen (tot aan de kerstvakantie wegens zwanger schapsverlof vervangen door Maaike van de Loo) Stephanie van Os Eveline van Hal Ellis Ammann Marit Huiskes Alette van de Liefvoort en Marlies Loos
7
De zorggroep De zorggroep is verantwoordelijk voor de organisatie en invulling van interne en externe hulp voor kinderen met een specifieke leer- of gedragsontwikkeling. Daarnaast ontwikkelt de zorggroep beleid naar aanleiding van de leerling-resultaten met als doel de kwaliteit van het onderwijs te verhogen en het zo optimaal mogelijk begeleiden van de kinderen met een onderwijsbeperking die in aanmerking komen voor een leerling-gebonden budget (LGF). Dit schooljaar zal Debbie van Houten invulling geven aan de taak van zorgcoördinator. Debbie van Houten Mieke Jansen Mattie Daniëls Debbie van Houten
zorgcoördinator intern begeleider onderbouw intern begeleider middenbouw intern begeleider bovenbouw
ICT De ICT-er is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en implementatie van het ICT beleid van de school. Op de Vlieger is dat Jan Kees Wollaert De oudervereniging De Vlieger heeft een oudervereniging. Het doel van de oudervereniging is het bevorderen van de samenwerking tussen ouders en school. Meer informatie hierover vindt u in hoofdstuk 6. De medezeggenschapsraad Deze raad is samengesteld uit ouders en teamleden en heeft medezeggenschap over het beleid van de school. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de medezeggenschapsraad (MR) zijn bepaald in de Wet Medezeggenschap Onderwijs (WMO). Meer informatie hierover vindt u in hoofdstuk 6.
8
2.1 De identiteit De Vlieger is een openbare basisschool. We zijn algemeen toegankelijk voor alle kinderen die zich prettig voelen op ‘De Vlieger’. De school wil er zijn voor ieder kind, ongeacht uiterlijk, taal of culturele achtergrond.
2.2 Visie op het onderwijs In onze visie op het onderwijs van ‘De Vlieger’ vinden we het volgende zeer belangrijk:
Ons onderwijsconcept gaat uit van de principes van het ontwikkelingsgericht werken. Op De Vlieger hebben de kinderen een actieve inbreng in het leerproces. Wat weten ze al? Waar hebben ze ervaring mee? Waar ligt hun belangstelling? Wat kunnen ze zelfstandig? Wat kunnen ze, of moeten ze met hulp van een ander? Waar ligt hun motivatie en betrokkenheid? Dit zijn enkele van de vele vragen die leerkrachten steeds weer stellen om de inbreng van elk kind te kunnen bepalen. Zij betrekken kinderen – en de wereld om hen heen – bij thema’s, activiteiten en planning. Kinderen worden uitgenodigd om zelf te reflecteren op activiteiten en op wat ze leren. Leerkrachten op De Vlieger stellen zich steeds meer op als “leiders van het leerproces” van het kind. Zij helpen het kind om de activiteiten goed te kunnen uitvoeren. De leerkracht doet vaak mee aan de activiteit en staat zo model, geeft voorbeelden en neemt iets over dat nog te moeilijk is. De leerkracht zoekt actief mee naar oplossingen voor problemen, geeft instructie als dit nodig is en denkt actief mee over de uitvoering. De leerkracht heeft tijdens de activiteiten zelf ook een lerende en onderzoekende houding. Dat betekent dat hij of zij zich gaandeweg de activiteit afvraagt: doe ik het goed? Heeft mijn bijdrage ef9
fect op de kinderen? Heb ik voldoende zicht op wat de leerlingen willen en kunnen? Kortom: de leerkracht kijkt ook kritisch naar eigen handelen. Het onderwijs op De Vlieger is steeds in ontwikkeling. De leerkrachten van De Vlieger streven ernaar om kinderen positieve ondersteuning te geven op het werk en het gedrag. Hij/zij laat het kind merken hoge, doch realistische verwachtingen van het kind te hebben en bevordert dat kinderen successen aan zichzelf toeschrijven. Op deze manier streven we ernaar het zelfvertrouwen van leerlingen te versterken. Op De Vlieger houden we rekening met verschillen tussen kinderen en bevorderen we sociale vaardigheden en weerbaarheid. Tegen pesten, racisme, discriminatie, rolbevestigende opmerkingen, seksuele intimidatie, verbaal en non-verbaal geweld nemen we altijd stelling in. De Vlieger wil kinderen de kans geven om hun eigen mogelijkheden te ontplooien. Ze moeten leren om zelfstandig, verantwoordelijk, creatief en kritisch te kunnen leven. Onze school is steeds in ontwikkeling, past nieuwe onderwijskundige ideeën toe en heeft grote zorg voor alle kinderen. We vertellen de kinderen steeds weer dat er regels gelden op school en we leren ze die te hanteren. We steken veel energie in het belonen van gewenst gedrag maar natuurlijk wordt een kind ook wel aangesproken op zijn of haar gedrag. Wat we belangrijk vinden op De Vlieger: • De kinderen gaan met plezier naar school en leren veel op het gebied van rekenen, taal en lezen. • Muzische en sociaal - emotionele ontwikkeling van kinderen zijn evenredig belangrijk. • De Vlieger is een veilige school. • Er is aandacht voor kinderen die moeite hebben met leren of daar juist erg goed in zijn. • De school richt zich op de toekomst: Nieuwe media spelen een rol in het aanbod. • Er is geregeld contact met de ouders. De Vlieger biedt een veilig klimaat aan kinderen, ouders en team Onze school wil een prettige plek zijn waar kinderen optimaal kunnen leren. Daarom vinden we de sfeer heel belangrijk. We streven naar een vriendelijke leef- en werkomgeving. Door duidelijke regels en afspraken scheppen we orde en regelmaat. Hierdoor kunnen de kinderen zich op hun gemak voelen. Respect hebben voor elkaar en vertrouwen hebben in jezelf en de ander is wat we binnen en buiten de school willen uitstralen. Wij vinden het belangrijk dat kinderen en volwassenen zich thuis voelen bij ons op school. Vanuit deze 10
veiligheid kunnen kinderen en volwassenen zich optimaal ontwikkelen. De school schenkt aandacht aan sociale vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling. We gebruiken daarvoor het programma Leefstijl. Daarnaast biedt de school een gestructureerde leeromgeving met heldere afspraken waar iedereen zich aan houdt. Bij goed onderwijs horen ook ouders. Zowel ouders als leerkrachten hebben invloed op de ontwikkeling van kinderen. Daarom vinden we een goed contact tussen ouders en de school belangrijk. We hechten veel waarde aan een goede samenwerking. Om ouders een stem te geven over zaken die op school spelen hebben wij de oudervereniging (OV) en een medezeggenschapsraad (MR). Teamleden en de directie staan open voor een gesprek. Blijf niet met uw vragen en problemen rondlopen. Spreek de leerkracht van uw kind aan, iemand van de directie of een lid van de OV of MR. De Vlieger biedt de kinderen een brede leeromgeving De basis voor een brede ontwikkeling van ieder kind wordt gevormd door het stimuleren van de cognitieve, sociaal-emotionele en motorische ontwikkeling. In de ontwikkeling van kinderen staat bewustwording centraal. Goed onderwijs zorgt ervoor dat kinderen zich bewust worden van zichzelf en van anderen. Dat is nodig om later in de maatschappij een plaats te krijgen. Wij gaan ervan uit dat elk kind uniek is en dat geldt ook voor alle betrokkenen binnen de school. De school speelt in op de verschillen tussen kinderen. De kinderen leren niet alleen van de leerkrachten, maar ook van en met elkaar. De leerkrachten bieden uitdagende en inspirerende onderwijsactiviteiten, waardoor de kinderen gemotiveerd, afgestemd op hun belevingswereld en op hun eigen niveau kunnen leren om zo optimaal mogelijk te worden voorbereid op het voortgezet onderwijs. De Vlieger is een actief onderdeel van de samenleving Als school kun je niet als een eiland werken binnen een wijk, daarom is De Vlieger onderdeel van het Educatief Centrum Hintham Binnen het ECH werken we samen met andere instellingen in de wijk. Dit doen we om onderwijs, zorg en begeleiding zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. In dit centrum werken we samen met onder andere: • • • • •
peuterspeelzaal Het Babbeltje kindcentrum De Petteflet en de Buitenschoolse opvang Club Congzi/Kanteel SchoolBieb Plein Actief: sport en spelactiviteiten Overige huurders van het ECH 11
3.1 De verdeling in groepen en bouwen Wij werken met een jaargroepsysteem van acht leerjaren. In principe zitten de kinderen per leerjaar bij elkaar, maar het kan voorkomen dat we combinatiegroepen van 2 leerjaren indelen. Dit is afhankelijk van het aantal kinderen per leerjaar. Zo zijn in de kleutergroepen de groepen 1 en 2 gecombineerd. De groepen in de kleuterbouw starten met ongeveer 20 kinderen en groeien dit jaar uit tot ongeveer30 kinderen. De overige bouwen hebben een gevarieerde groepsgrootte, het gemiddelde ligt op 25 kinderen per groep. Bij het indelen van de kleutergroepen en bij de herindeling van de overige groepen houden wij rekening met de volgende criteria: • een evenwichtige verdeling van jongens en meisjes • een evenwichtige verdeling van kinderen die meer zorg behoeven • we houden zoveel mogelijk rekening met bestaande vriendschappen
3.2 De overgang naar de volgende jaargroep Bij de organisatie van ons onderwijs gaan wij onder meer uit van de opdracht beschreven in de Wet op het Primair Onderwijs (WPO). Het zorg dragen voor een ononderbroken ontwikkelingsproces van de kinderen. Binnen de groepen willen wij een gevarieerd onderwijsaanbod bieden. Wij werken er hard aan om zorgvuldig met verschillen in de cognitieve- en sociaal-emotionele ontwikkeling om te gaan. De overgang naar een volgende groep is in principe leeftijdsgebonden. De activiteiten zijn gericht op kinderen die zich in een bepaalde ontwikkelingsfase bevinden. De overgang naar de volgende jaargroep vindt in principe plaats na de zomervakantie. Het kan voorkomen dat een kind op sociaal, emotioneel of cognitief gebied nog niet toe is aan de volgende jaargroep. In dat geval kan een kind in aanmerking komen voor een extra jaar in dezelfde jaargroep. Ditzelfde geldt voor versnelling. Als een kind op alle ontwikkelingsgebieden toe is aan een volgende jaargroep kan het kind daar eerder geplaatst worden. In beide gevallen vindt uitgebreide communicatie plaats tussen ouders en leerkracht, met ondersteuning van interne- of externe deskundigen. Het besluit tot verlenging (bij verschil van mening) of versnelling wordt uiteindelijk door het managementteam genomen.
12
3.3 De leerstof per bouw in basismappen Elke bouw heeft een Vliegermap, waarin de onderwijskundige inhoud en werkwijze beschreven staat. Deze Vliegermappen garanderen een zelfde werkwijze in de parallelgroepen, een doorgaande lijn tussen de jaargroepen onderling en borgen gemaakte inhoudelijke afspraken. De Vliegermap wordt gezien als een levend document om onderwijsvernieuwingen te kunnen implementeren. Per jaar wordt vastgesteld welke onderdelen geëvalueerd en zo nodig bijgesteld worden.
3.4 Het onderwijsaanbod in de bouw
Het onderwijs in de kleutergroepen (de onderbouw) In de kleuterbouw staan spelen en ontdekken centraal. Eerst doet een kind dat misschien nog alleen, maar meestal ook al snel met anderen. In de kleutergroep doen de kinderen allerlei ervaringen op: Andere kinderen ontmoeten, aftasten, leren geven en nemen, delen en omgaan met eigen gevoelens en die van anderen. Het streven is de kinderen hun blikveld te laten verruimen, met behulp van een uitdagende omgeving met wisselende speelplekken, met vrije en geleide spelmomenten. Dit gebeurt in thema’s. In het onderwijs gaan we zoveel mogelijk uit van de belangstelling van de kinderen en dit wordt omgezet in betekenisvolle onderwijsactiviteiten zoals: Spelactiviteiten, gespreksactiviteiten, lees- en schrijfactiviteiten, reken- en wiskunde activiteiten, onderzoeksactiviteiten, beeldende en constructieve activiteiten. In de kleutergroepen wordt gewerkt met thema’s. Een thema is een onderwerp waar kinderen op een bepaald moment belangstelling voor kunnen hebben. Het kunnen actuele gebeurtenissen zijn of thema’s die op een bepaalde manier prikkelend werken op de interesses van de kinderen. Voorbeelden van thema’s zijn: “Oei ik groei”, of “Wil je mijn vriendje zijn?”. De onderwerpen zijn eigenlijk onbeperkt. De leerkrachten bieden thema’s aan die zoveel mogelijk komen uit de directe omgeving van de kinderen. Over de middenbouw. Om de overgang van de kleutergroepen naar groep 3 kleiner te maken worden de werkperiodes afgewisseld met speelperiodes en bewegingsactiviteiten. De groepen 3-4 kennen korte werkperiodes, waarin instructie wordt gegeven door de leerkracht en de kinderen zelfstandig de opdrachten gaan maken. Maar we houden ook rekening met de verschillen tussen de kinderen. Zo kan het voorkomen dat de leerkracht een korte uitleg geeft aan de hele groep. Hierna gaan de meeste kinderen aan het werk. Kinderen die moeite hebben met de lesstof krijgen dan nog extra uitleg. In elke groep werken de kinderen een bepaalde tijd zelfstandig. In die tijd geeft de leerkracht extra uitleg aan één of meerdere kinderen tegelijk. Dat kunnen ook kinderen zijn die moeilijkere stof doen, omdat voor hen de basisstof onvoldoende uitdaging biedt. In de loop van de middag wordt (ook op niveau) vanuit thema’s gewerkt. In de bovenbouw wordt meer leerstofgericht gewerkt, waardoor er in verhouding tot de onderbouw min13
der tijd is voor vrij spelen. De werkperiodes waarin de kinderen veelal zelfstandig werken worden afgewisseld met instructiemomenten. De leerkracht geeft verschillende instructies. Naast de klassikale instructie kunnen de kinderen ook in niveaugroepen of individueel instructie ontvangen. In het lesrooster zijn ook opdrachten opgenomen waar de kinderen samen aan kunnen werken. Op deze manier leren ze aan elkaar uitleggen en naar elkaar te luisteren. Kinderen onderling zijn de beste uitleggers.
3.5. De leerstof per vak Lezen Het leesonderwijs bestaat uit een aantal onderdelen: • het voorbereidend lezen • het aanvankelijk lezen • het (voortgezet) technisch lezen • het strategisch lezen (begrijpend en studerend) In de kleuterbouw wordt voorbereidend lezen aangeboden door middel van groepsactiviteiten, door voorlezen en door middel van het aanbieden van activiteiten uit de tussendoelen zoals ze in de HOREB beschreven staan. Ook voor de ontluikende geletterdheid wordt hiervan gebruik gemaakt. Voor het aanvankelijk lezen in groep 3 wordt de methode Leeslijn en het Taal-lees-schrijfproject gebruikt. Bij de methodes horen leesboekjes, werkboekjes, verschillende oefenmaterialen. Voor de kinderen met een trage leesontwikkeling voorziet de methode in extra oefenmateriaal. Voor het lezen wordt gebruik gemaakt van de methode Estafette. Hiermee wordt in groep 4 een start gemaakt. Het begrijpend lezen wordt aangeboden door te werken met leesstrategieën In de hogere groepen komt de nadruk steeds meer te liggen op het studerend lezen. De kinderen krijgen inzicht in de belangrijkste elementen uit een tekst. Hiervoor wordt ook gebruik gemaakt van Nieuwsbegrip XL. We volgen de leesontwikkeling heel nauwkeurig. Met name in groep 3 en 4 worden de kinderen regelmatig getoetst. Hierdoor kunnen we de kinderen zo snel mogelijk extra ondersteuning geven indien nodig. Het plezier in lezen is belangrijk voor de leesontwikkeling. In sommige klassen is een leeshoek ingericht waarin de kinderen ook op vrije momenten kunnen lezen. In de bovenbouw houden de kinderen een boekbespreking. De kinderen presenteren hun populaire boeken aan elkaar. Als onderdeel van het Educatief Centrum Hintham hebben wij in ons gebouw ook de beschikking over een bibliotheek. Alle kinderen van De Vlieger krijgen automatisch een pasje (leespaspoort) hiervoor. Tijdens de Kinderboekenweek besteden we in een aantal groepen jaarlijks aandacht aan bekroonde en nieuwe kinderboeken.
14
De Nederlandse taal Bij taal denken ouders meteen aan spelling, het foutloos schrijven van de woorden. Dit is een belangrijk onderdeel van het taalaanbod op De Vlieger. Maar taal is meer dan spelling alleen. Goed leren spreken en luisteren, goed teksten leren schrijven, het vergroten van de woordenschat, zinnen ontleden; dit alles komt aan bod in de taallessen. De kleutergroepen gebruiken voor het taalonderwijs de Woordvelden uit HOREB. Het schriftelijk taalonderwijs wordt gestart in groep 3 met de geïntegreerde taal/lees/schrijfmethode en Leeslijn. Vanaf groep 4 wordt de methode Taalactief gebruikt. Ook voor spelling gebruiken we de methode Taal Actief vanaf groep 4. De Engelse taal In de groepen 7 en 8 wordt de Engelse taal geïntroduceerd. Wij gebruiken de methode The Team. De methode heeft als doelstelling de spreekvaardigheid te bevorderen. Het praten met elkaar is het belangrijkste. Dit gebeurt onder andere door het gebruik van liedjes, teksten en diverse spelletjes. Tevens wordt aandacht besteed aan grammatica om zodoende een betere aansluiting te verkrijgen op het voortgezet onderwijs. Schrijven In de kleuterbouw vindt de fijne motorische ontwikkeling de gehele dag plaats tijdens verschillende activiteiten. Vanaf de tweede helft van groep 3 wordt begonnen met het methodisch schrijven door middel van de schrijfmethode Schrijftaal. Een juiste potlood- en pengreep en een juiste zithouding krijgen veel aandacht. In de bovenbouw wordt bij het schrijven gelet op een vlot schrijftempo en verzorgd werk. Rekenen Het maken van sommen, het leren van de tafels, het uit je hoofd rekenen en breuken zie je nog steeds in het rekenonderwijs. Maar het zelf bedenken van oplossingen,het schattend rekenen, het lezen en maken van tabellen of grafieken evenals het uitrekenen van dagelijkse praktische problemen zijn in het huidige rekenonderwijs ook van groot belang voor de rekenontwikkeling. In de kleuterbouw leren de kinderen spelenderwijs begrippen die nodig zijn om te kunnen rekenen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de leerlijn. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met de methode Wereld in getallen. Voor de kinderen die moeite hebben met rekenen hebben wij ondersteunende materialen en software aangeschaft. Voor de kinderen die minder tijd nodig hebben om te oefenen is een verkort programma ingevoerd. Deze kinderen krijgen minder herhaling- en oefenstof aangeboden. In plaats hiervan wordt verrijkingstof aangeboden.
15
Oriëntatie op jezelf en de wereld Kinderen zijn nieuwsgierig. Ze zijn voortdurend op zoek om zichzelf en de wereld te leren kennen en te verkennen. Die ontwikkelingsbehoefte is een aangrijpingspunt voor de oriëntatie op de wereld. Tegelijk stelt de samenleving waarin kinderen opgroeien haar eisen. Kinderen vervullen nu en straks taken en rollen, waarop ze via het onderwijs worden voorbereid. Het gaat om rollen als consument, als verkeersdeelnemer, als burger in een democratische rechtstaat. Kennis van en inzicht in belangrijke waarden en normen, en weten hoe daarnaar te handelen, zijn voorwaarden voor samenleven. Respect en tolerantie zijn er verschijningsvormen van. Bij het oriënteren op de natuur en op techniek gaat het om jezelf, om dieren en planten en natuurverschijnselen. Bij de oriëntatie op de wereld gaat het om de vorming van een wereldbeeld in ruimte en tijd. Kinderen ontwikkelen een geografisch wereldbeeld aan de hand van gebieden en met behulp van kaartvaardigheden. Ze ontwikkelen een historisch wereldbeeld. Dat betekent dat ze kennis hebben van historische verschijnselen in delen van de wereld en van chronologie. Waar mogelijk worden onderwijsinhouden over mensen, de natuur en de wereld in samenhang en in thema’s aangeboden. Ook inhouden uit andere leergebieden kunnen worden betrokken op de ‘oriëntatie op jezelf en de wereld’. Te denken valt aan het lezen en maken van teksten (begrijpend lezen), het meten en het verwerken van informatie in onder andere tabellen, tijdlijn en grafieken (rekenen/wiskunde) en het gebruik van beelden en beeldend materiaal (kunstzinnige oriëntatie). Mens en samenleving Op De Vlieger wordt niet alleen aandacht besteed aan de cognitieve vakken. We vinden het ook belangrijk dat kinderen goed leren omgaan met zichzelf en met elkaar. Sociale en emotionele vaardigheden zijn belangrijk voor het functioneren in de maatschappij. De maatschappij heeft burgers nodig die zich zorgzaam en verantwoordelijk opstellen, die vaardig en vreedzaam conflicten op kunnen lossen. De school is een plek waar mensen met elkaar samenleven en de school is ook gebaat bij actieve, zorgzame, initiatiefrijke en verantwoordelijke kinderen. Om dit nog beter voor elkaar te krijgen als school, werken we met de methode Leefstijl. Leefstijl en Sta Op zijn programma’s die streven naar een klimaat in de klas en school waarin betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de leerlingen centraal staat. Kinderen en leerkrachten leren hoe je met conflicten om kunt gaan door te streven naar oplossingen die voor beide partijen acceptabel zijn. De klas en de school zijn oefenplaats voor actief burgerschap. Verkeer De Vlieger heeft al een aantal jaren het Brabants Verkeersveiligheidlabel. In samenwerking met twee zeer enthousiaste verkeersouders en het team wordt elk jaar een uitgebreid activiteitenplan gemaakt. In het voorgaande schooljaar mochten we in de verkeersweek HKM Prinses Máxima ontvangen. Zij gaf de lande16
lijke aftrap voor het fietsexamen. De kinderen werken in de klas met verkeerskranten zoals Op Voeten En Fietsen en de Jeugd Verkeerskrant. Levensbeschouwing We besteden aandacht aan de wereldgodsdiensten en de verhalen, feesten, rituelen en gebruiken die daarin een rol spelen. Op school is een map aanwezig met achtergrondinformatie en lesideeën voor de leerkrachten die deze map zelf samenstellen. In dit schooljaar zal dit onderdeel nog verder ontwikkeld worden. Expressie vakken Aan deze vakken wordt met name tijdens het werken binnen het thema aandacht besteed. In groep 5 krijgen de kinderen extra les van externe vakleerkrachten tijdens Klas en Kunst. Bewegingsonderwiis In het programma voor de kleuters zijn er dagelijks mogelijkheden om te bewegen zowel buiten op de speelplaats en zandbak, als binnen in de speelzaal. In de kleutergroepen vormt ook het bewegingsonderwijs een onderdeel van het thema. Vanaf groep 3 staat er een tot twee keer per week gymnastiek op het lesrooster. Wij maken gebruik van de inpandige gymzaal. De lessen worden gegeven door de vakleerkracht of door de leerkracht. Er zijn afwisselend lessen met toestellen en spellessen. Er wordt gebruik gemaakt van de methoden Stroes en van Gelder, Bewegen Samen Regelen en het Basisdocument Bewegingsonderwijs. Incidenteel wordt er een sportdag georganiseerd voor de kinderen. Voor groep 8 zijn er jaarlijks schoolverlatersdagen. ICT Alle kinderen krijgen computeronderwijs waarin een aantal vaardigheden worden aangeleerd. In de bovenbouw is er aandacht voor het gebruik van internet als informatiebron en PowerPoint presentaties. Momenteel wordt een ICT beleidsplan geschreven waar een leerlijn computeronderwijs wordt opgenomen. Daarnaast wordt de computer ingezet als didactisch hulpmiddel om bijvoorbeeld het automatiseren van lezen en rekenen extra te kunnen oefenen. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van verschillende softwareprogramma’s die ondersteunend werken bij de methoden. Ook beschikt de school over digitaal remediërend materiaal van diverse methodes voor de kinderen die extra oefenstof nodig hebben. In iedere groep zijn computers aanwezig en ook bevinden zich enkele pc-eilanden op de gangen in de school. Dit schooljaar worden er nog meer digitale schoolborden aangeschaft zodat de groepen 3 tot en met 8 hierover kunnen beschikken.
17
Zorg voor leerlingen (gebaseerd op het zorgplan 2009-2011)
4.1. De opvang van nieuwe kinderen Nieuwe kinderen in de kleuterbouw (groepen 1-2) Veel ouders willen, voordat zij hun kind aanmelden, kennismaken met de school. U kunt hiervoor de schoolgids lezen en de website bekijken. U kunt zich aanmelden voor een van de drie informatieavonden. Op deze avond wordt u volledig geïnformeerd over het onderwijs in de groepen 1 t/m 8 en beantwoorden wij alle vragen. Mieke Jansen en Ricky van Ginkel zullen u rondleiden in de school. Mocht u daarna nog behoefte hebben aan een bezoek tijdens schooltijd, dan maken we daarvoor graag een afspraak met u. Als u besluit uw kind op De Vlieger te plaatsen, vult u het aanmeldingsformulier in en stuurt deze naar de school of u levert het in bij de administratie. De aanmelding wordt door de school bevestigd. Een aantal weken voor de vierde verjaardag neemt de school contact met u op voor een intakegesprek. U hoort daarna bij welke leerkracht uw kind in de klas komt. In de eerste periode ligt het accent volledig op het zich veilig en emotioneel vrij voelen van het kind. Uw kind wordt daarbij gesteund door de leerkracht en de kinderen die al langer in de groep zitten. Op de eerste schooldag heeft u een gesprek met de klasssenouder. Nieuwe kinderen in de groepen 3 t/m 8 In principe worden in de loop van het schooljaar geen kinderen van andere basisscholen aangenomen, tenzij er sprake is van een verhuizing. Van dit principe kan worden afgeweken als er sprake is van bepaalde problemen op de school van herkomst. Voordat kinderen geplaatst worden in de groepen 3 tot en met 8 wordt er eerst bekeken of er plaats is op onze school. Daarna wordt er contact opgenomen met de vorige school om informatie in te winnen over het functioneren van het kind op sociaal-emotioneel en cognitief gebied. Met de ouders van kinderen die aangemeld worden volgt een gesprek met de ouders. Bij twijfel over aanname of het ontbreken van de resultaten van de vorige school, kan door ons een pedagogisch-didactisch onderzoek afgenomen worden. Van de uitslag van dit onderzoek wordt een overzicht gemaakt. Vervolgens wordt in de zorggroep besproken of op onze school een goede begeleiding voor het kind mogelijk is. Is dit niet het geval, dan kunnen we de ouders ondersteunen om een meer passende school te vinden. Kinderen met een verwijzing Aanmeldingen van kinderen waarvoor een verwijzingsprocedure in gang is gezet of waarvan de school van herkomst zegt dat die in gang gezet zou moeten worden, worden niet in behandeling genomen voordat de 18
PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) een uitspraak heeft gedaan dat het betreffende kind niet in aanmerking komt voor het speciaal basisonderwijs Kinderen die al een verwijzing voor een speciale school voor basisonderwijs (sbo) hebben kunnen in het algemeen niet op onze school worden ingeschreven, tenzij bijzondere omstandigheden dat noodzakelijk en mogelijk maken. Kinderen met een LGF ofwel Rugzakje Op 1 augustus 2003 is de wet op de Leerling Gebonden Financiering (ook wel het rugzakje genoemd) in werking getreden. Deze wet is bedoeld om ouders van een kind met een beperking of stoornis meer keuzevrijheid te geven tussen onderwijs op een gewone basisschool of onderwijs op een speciaal onderwijsschool. Op bovenschools niveau is beleid ontwikkeld in verband met de toelating van kinderen met een rugzak. Binnen de grenzen van dit beleid en binnen de grenzen van wat in onze schoolsituatie mogelijk en haalbaar is, zijn kinderen met een beperking van harte welkom. Voor meer informatie verwijzen wij naar de notitie van het ATO-bestuur betreffende Aannamebeleid en toelating van kinderen, waarin de procedure rondom het toelatingsbeleid van kinderen met een beperking is vastgelegd. Het gaat hierbij om kinderen die in verband met hun beperking een indicatie hebben gekregen. Het kan daarbij gaan om leerlingen met een visuele of een auditieve beperking, kinderen met een ernstige spraak-/taalstoornis, een lichamelijke of verstandelijke beperking, kinderen met gedragsproblematiek of langdurig zieke kinderen. Voor het verkrijgen van een indicatie moeten ouders zich wenden tot een CVI (Commissie van Indicatiestelling). Deze commissie bepaalt aan de hand van de beschikbare gegevens en eventueel aanvullend onderzoek of een kind in aanmerking komt voor een indicatie. Als er een indicatie wordt afgegeven hebben ouders de keuze om hun kind op een speciale school te plaatsen, maar kunnen zij ook kiezen voor plaatsing op een gewone basisschool. In dat geval wordt aan de indicatie een bepaald budget verbonden (LGF of het rugzakje genoemd), waarmee de hulp die nodig is om dit kind met deze specifieke behoefte in het reguliere onderwijs goed te kunnen begeleiden, door de school gerealiseerd kan worden. Wij hebben als basisschool geen plaatsingsplicht. Dat betekent dat het management per aanmelding bekijkt of een kind al dan niet kan worden toegelaten. Wij plaatsen een kind alleen als we in staat zijn om de noodzakelijke begeleiding en het juist onderwijsaanbod te bieden.
4.2. Rapporten en oudergesprekken Voortgangsgesprekken en rapporten Twee maal per jaar krijgen de ouders de gelegenheid om met de leerkracht te praten over de ontwikkeling van de kinderen. In november en maart wordt u uitgenodigd voor een tienminutengesprek om op school het verslag of het rapport te bespreken. Aan het einde van het schooljaar kunt u eventueel zelf een 19
gesprek aanvragen. Uitgangspunt van deze gesprekken zijn de verslagen en rapporten. Het rapport geeft u een overzicht van de didactische ontwikkeling van uw kind. Tevens wordt er een beschrijving gegeven van de sociaal-emotionele ontwikkeling, de werkhouding en de toetsresultaten van de methodegebonden toetsen en het leerlingvolgsysteem. Voor de kleuters is dat in de HOREB Incidentele gesprekken Ouders en leerkrachten en/ of IB-er en directeur kunnen vragen om een tussentijds gesprek als zij dat nodig vinden. Zo’n gesprek wordt gepland onder of na schooltijd. Voor sommige kinderen worden hierover, in het kader van het handelingsplan, aparte afspraken gemaakt.
4.3. Het volgen van de ontwikkeling in de school Het leerlingvolgsysteem is een systeem dat de ontwikkeling van kinderen op cognitief gebied systematisch volgt. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gevolgd. De school hanteert voor het volgen van de kinderen een Toetskalender die jaarlijks wordt vastgesteld. Meer hierover kunt u lezen in het Zorgplan 2010-2011. In de kleutergroepen volgen de leerkrachten de ontwikkeling van de kinderen heel nauwgezet met behulp van het HOREB-observatiemodel. Ter controle wordt de landelijke toets (CITO) Taal voor Kleuters afgenomen. De instroomgegevens worden in kaart gebracht door de informatie uit een intakegesprek en de informatie vanuit KDV. De cognitieve ontwikkeling van de kinderen van groep 3-8 wordt o.a. in kaart gebracht door de opbrengsten van de methodegebonden toetsen en de methode onafhankelijke toetsen van het CITO in elke jaargroep. Deze toetsen meten het niveau van de kinderen in vergelijking met het landelijk gemiddelde. Door middel van deze toetsen signaleren we leerachterstanden en vergelijken we de uitslagen op bouwniveau en schoolniveau. Het betreft hierbij de volgende vakgebieden: klanken, letters, leeswoordenschat, technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen, taal en spelling. Vanaf januari 2010 kunnen kinderen met een D of E score na 3 maanden opnieuw getoetst worden. als evaluatie van het uitgevoerde handelingsplan. In groep 8 nemen we in december bij alle kinderen het drempelonderzoek af. Dit onderzoek bestaat uit een rekentoets, een spellingtoets, een toets voor begrijpend en technisch lezen en een woordenschattoets. Naar aanleiding van de uitslag van deze toets wordt bekeken of de leerling wel/niet deelneemt aan de CITO-eindtoets. De kinderen met een uitslag lager dan VMBO-T nemen in principe niet deel aan de CITOeindtoets van februari.
20
Sociaal-emotionele ontwikkeling: In Den Bosch wordt momenteel gezocht naar een goed meetinstrument Dyslexie protocol Ons leerlingvolgsysteem is voortdurend in ontwikkeling. De school hanteert het dyslexieprotocol. Met behulp van het protocol is het mogelijk binnen de school preventief te handelen in het belang van het individuele kind op het gebied van taal en lezen. Het protocol bestaat uit een aantal meetmomenten. Het eerste meetmoment is halverwege groep 2. De leerkrachten van deze groep vullen voor ieder kind een lijst in waarin de ontwikkeling wordt beschreven. Op basis van deze evaluatie van groep 2 is het voor de leerkracht van groep 3 duidelijk welke kinderen er eventueel extra zorg behoeven ten aanzien van het aanvankelijk leesproces. Het traject wordt voor de kinderen met zorg vervolgd met vier meetmomenten per jaar. Mocht een kind extra zorg nodig hebben, dan wordt dit besproken met de ouders. Begaafdheid Voor de kinderen die meer uitdaging nodig hebben wordt herhaling- en oefenstof beperkt aangeboden. Het onderwijsaanbod wordt afgestemd op de leerbehoeften van deze kinderen. In het zorgplan 2011-2013 wordt een protocol ontwikkeld voor (hoog) begaafdheid. Afgelopen schooljaar zijn we gestart met een Stergroep. In deze groep kregen een aantal kinderen op een aantal momenten extra uitdaging, bijvoorbeeld op 1 moment per week. Ook dit schooljaar gaan we kijken naar mogelijkheden voor een dergelijke groep. Leerlingendossiers Alle gegevens van de kinderen worden opgeborgen in een persoonlijk dossier. Om zorgvuldig om te gaan met deze gegevens heeft De Vlieger een (ATO) privacyreglement. De resultaten van de toetsen worden ingevoerd in de computer. Zo kunnen we het kind goed volgen tijdens de hele schoolloopbaan. Ouders hebben het recht om het dossier van hun kind in te zien. U kunt daarvoor een afspraak maken met de directeur. We hanteren met het gehele samenwerkingsverband (WSNS Weer Samen Naar School) een systeem voor de leerlingengegevens. Dit traject is 1 januari 2010 gestart.
4.4. Organisatie interne hulp Binnen onze school werken wij met een zorggroep. Dit team bestaat uit een zorgcoördinator en twee intern begeleiders. Dit team is verantwoordelijk voor het initiëren, evalueren en bijstellen van het zorgbeleid. Naar aanleiding van signalen uit het onderwijs aan de kinderen en vernieuwingen vanuit de wetenschap wordt het gevoerde zorgbeleid zo nodig verdiept en bijgesteld. Vanuit de zorggroep wordt in overleg 21
met de leerkrachten gekeken waar knelpunten zitten en hoe deze aangepakt moeten worden. Daarnaast is de zorggroep verantwoordelijk voor de controle op de kwaliteit van ons onderwijs. Toetsresultaten worden naast het individuele niveau ook bekeken op groep- en schoolniveau.
4.5. De zorg voor de kinderen met specifieke onderwijs- of begeleidingsbehoeften Kinderen kunnen tijdens hun schoolloopbaan tegen allerlei problemen aanlopen. Dat kunnen problemen zijn met betrekking tot het leren, maar ook met betrekking tot de omgang met leeftijdsgenoten. In overleg met ouders en leerkracht bekijkt de internbegeleider welke hulp er nodig is. Dit kan extra hulp zijn in de klas, buiten de klas of hulp van een externe instantie. Handelingsgericht en planmatig werken zijn hierbij essentieel.
4.6 Extra zorg in de groep De meeste kinderen hebben voldoende aan de algemene zorg in de groep. Een kind dat iets niet begrijpt krijgt extra uitleg van de leerkracht. Incidenteel ongewenst gedrag stuurt de leerkracht bij. Wanneer het probleem zich langere tijd voordoet maakt de leerkracht een handelingsplan, een plan van aanpak. De leerkracht maakt zo’n plan als er wat langer geoefend moet worden met delen van de leerstof of als het gedrag toch wat meer aandacht nodig heeft dan een enkele correctie. In het handelingsplan staat wat de leerkracht wil bereiken, wanneer de extra hulp plaatsvindt en welke materialen daarbij gebruikt worden. Bij het maken van het handelingsplan kan de leerkracht een beroep doen op de kennis van de intern begeleider. De ouders worden hierover altijd goed geïnformeerd. Het handelingsplan wordt met u doorgesproken en we vragen u ook te tekenen voor gezien. Drie tot vier keer per jaar vindt er een zogenaamde groepprofielbespreking plaats. De leerkracht spreekt dan met de intern begeleider over de groep als totaliteit. Zowel de resultaten van het leren als het pedagogisch klimaat in de groep komen daarbij ter sprake. Er worden afspraken gemaakt over extra aandacht voor bepaalde delen van de leerstof of de aanpak van het gedrag in de groep. Vaak ook wordt afgesproken om met enkele groepjes kinderen bepaalde leerstof nog eens door te nemen. De leerkracht maakt hiervoor dan een groepsplan.
4.7 Extra zorg in de school Als er meer informatie nodig is om een beter zicht te krijgen op de problematiek, kan er besloten worden om nader onderzoek te doen door een extern persoon zoals bijvoorbeeld een psycholoog of bij een gespecialiseerde instelling. Als er voldoende informatie is, kan er een specifiek handelingsplan gemaakt worden. Het kan zijn dat de leerkracht zelf aan de slag gaat met het kind. We zitten dan eigenlijk weer op het niveau van de (extra) zorg in de groep. In overleg met de ouders kan besloten worden om een kind vanaf groep 6 een eigen leerlijn te laten volgen. Als een kind in een leerjaar over de hele breedte, of op onderdelen onvoldoende ontwikkeling door22
maakt kunnen de onderwijsdoelen worden aangepast en spreken we over een individuele leerlijn. We kunnen ook een beroep doen op zogenaamde ambulante begeleiding. De ambulante begeleiders werken bij Passage of op een zogenaamde clusterschool. Zij helpen en ondersteunen de leerkracht bij de aanpak van de problemen van een kind. Meestal werken zij niet zelf met een kind, maar dat kan soms wel. Passage is het loket voor het primair onderwijs en de voorschoolse voorzieningen in ’s-Hertogenbosch en levert diensten ten behoeve van de ontwikkeling van kinderen en de schoolorganisatie. Als de school en het zorgteam alle voor hen beschikbare middelen en kennis hebben ingezet en behoefte hebben aan extra advies en ondersteuning, komt het trajectmanagement van Passage in beeld. Bij expertisecentrum Passage werken leerkrachten, trainers, maatschappelijk werkers, orthopedagogen, gz-psychologen, etc. Passage heeft dus deskundigheid in huis om samen met ouders en school de juiste vervolgstappen te zetten. Daarbij kan gedacht worden aan onderzoek, training of ambulante begeleiding. De begeleiding kan zich zowel op het individuele kind als op de hele groep en/of de leerkracht richten. Voor zeer complexe situaties wordt het trajectmanagement van Passage ondersteund door een multidisciplinair team vanuit de jeugdzorginstellingen. Voor aanmelding van een individuele leerling bij het trajectmanagement van expertisecentrum Passage is altijd toestemming van de ouders nodig. Daarnaast werkt Passage aan preventie door professionalisering van scholen en leerkrachten. Passage verzorgt studie- en netwerkbijeenkomsten en leidt leerkrachten op voor het verzorgen van sociale vaardigheidstrainingen en verzorgt diverse andere nascholingen. Aan alle basisscholen in Den Bosch is een zogenaamd zorgteam verbonden. Elk zorgteam wordt gevormd door een sociaal verpleegkundige, een schoolmaatschappelijk werker en de intern begeleiders. Het doel van het zorgteam is te komen tot verbetering van de hulp aan leerlingen door middel van een optimale samenwerking tussen onderwijs en zorg. Er zijn soms zorgen over een kind waarbij meer hulp nodig is dan de school kan bieden. Als dat het geval is kan de school een beroep doen op het zorgteam. De intern begeleider vormt de schakel tussen school en het zorgteam. De leden van het zorgteam bespreken het probleem, kijken wat zij zelf kunnen doen vanuit hun deskundigheid of verwijzen door naar een instantie die de hulpvraag op kan pakken. Als de school het zorgteam wil inschakelen vragen we uw toestemming. De intern begeleider of de leerkracht van uw kind zal u daarvoor dan benaderen. Het streven is om problemen in een zo vroeg mogelijk stadium aan te pakken om te voorkomen dat er een ernstige situatie ontstaat. De schoolmaatschappelijk werker en de sociaal verpleegkundige kunnen ook zelf benaderd worden door de ouders. U vindt de actuele informatie in de kalender die deel uit maakt van deze schoolgids.
4.8 Extra zorg buiten de school Hoewel we zelf, soms met wat hulp van buitenaf, veel kunnen zijn er ook grenzen aan onze begeleidingsmogelijkheden. Dat kan zijn omdat we de deskundigheid niet in huis hebben. Denk bijvoorbeeld hierbij aan logopedie, fysiotherapie e.d. 23
Logopedie Ouders en leerkrachten van de vijfjarige kinderen vullen een vragenlijst in over de spraak- en taalontwikkeling van de kinderen. Op grond van die lijsten onderzoekt de logopediste de kinderen bij wie er zorg is over de spraak- en/of taalontwikkeling. Zo nodig verwijst de logopediste u naar een logopediste in de buurt; de logopediste van de GGD behandelt niet zelf. De overige kinderen kunnen op verzoek van de ouders of de school onderzocht worden bij taal- en/of spraakproblemen. Samenwerking Fysiotherapie en logopedie Incidenteel vindt er een bespreking plaats met een fysiotherapeute en de logopediste. Op deze momenten worden de kinderen besproken die bij hen onder behandeling zijn. Het is van belang dat ook de leerkracht de vorderingen van de behandeling volgt, vooral om te weten of de effecten van de behandeling merkbaar zijn in de klas. Deze uitwisseling van informatie kan weer positief effect hebben op de behandeling. Op deze overlegmomenten worden niet alleen de vorderingen van de kinderen worden besproken, maar ook adviezen over hoe te handelen in de klas komen aan bod. Er wordt gesproken over tips over het gebruik van materialen, over nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs waar fysiotherapie en logopedie raakvlakken met het onderwijs hebben. Jeugdgezondheidszorg Alle vijfjarige kleuters worden opgeroepen voor een preventief gezondheidsonderzoek. Het doel is het vroegtijdig opsporen van lichamelijke afwijkingen, bijvoorbeeld op het gebied van horen, zien, groei, ontwikkeling, houding en motoriek, eet - en slaapgewoonten. Maar ook zaken als de omgang met leeftijdgenootjes, opvoedkundige problemen en problemen in de thuissituatie kunnen aan de orde komen. Soms volgt uit dit onderzoek, na overleg met de leerkracht, een verwijzing naar huisarts, oog- of oorarts, fysiotherapeut of een hulpverlenende instantie. Soms worden kinderen op de controlelijst geplaatst en op een later moment nog een keer door de schoolarts of verpleegkundige gezien. In groep 7 vindt er een screening plaats van de algehele gezondheid van uw kind. De teamassistente controleert lengte, gewicht, ogen en oren. Dit onderzoek gebeurt op school. Wanneer er zorgen zijn over de gezondheid van een kind of vragen van ouders of school over de ontwikkeling van een kind, kan een onderzoek worden aangevraagd.
4.9 Verwijzing naar een andere school Naar een andere basisschool Als kinderen om wat voor redenen ook naar een andere basisschool gaan, krijgt de nieuwe school van ons een Onderwijskundig rapport. We geven daarin een beeld van het functioneren van uw kind bij ons op 24
school en melden ook als er externe instanties bij het kind betrokken zijn. Toetsgegevens en uitslagen van onderzoeken horen standaard tot de overdrachtsrapportage; onderzoeksverslagen worden alleen meegegeven na toestemming van de ouders. Naar het voortgezet onderwijs De overstap van de basisschool naar het voortgezet onderwijs is voor de kinderen en hun ouders een belangrijke gebeurtenis. We begeleiden die stap heel intensief. Op de informatieavond aan het begin van het schooljaar wordt het hele traject toegelicht aan de ouders van groep 8. In december krijgen de kinderen van groep 7 een voorlopig schooladvies. Dat voorlopig schooladvies is gebaseerd op de totale ontwikkeling van het kind gedurende de gehele basisschoolperiode. Hoewel de leerprestaties een belangrijke basis vormen voor het advies, zijn zaken als gedrag, motivatie en werkhouding ook van groot belang. Het voorlopig advies is belangrijk, omdat we daarmee de ouders op het spoor zetten van de scholen die ze kunnen bezoeken op de zogenaamde open dagen. In december en februari vinden het drempelonderzoek en de CITO-eindtoets plaats. De school geeft in maart het definitieve advies vóórdat de uitslag van de CITO-toets binnen is. Het definitieve advies komt tot stand in samenspraak met de ouders en de kinderen, uiteraard met inachtneming van de schoolgegevens. Het is immers belangrijk dat het advies recht doet aan de mogelijkheden van het kind. Het advies van de school weegt hierbij zwaar. Naar een speciale (basis) school Een langdurige intensieve begeleiding van ingewikkelde leer- en of gedragsproblemen kunnen wij niet aan. We zullen dan samen met u op zoek gaan naar andere mogelijkheden, buiten de school. Het kan zijn dat een gewone, andere basisschool wel de noodzakelijke begeleiding kan bieden, omdat zij mogelijk voor uw kind gunstiger omstandigheden hebben zoals kleinere klassen, meer ruimte voor extra begeleiding of iets dergelijks. Soms is de speciale school voor basisonderwijs (sbo) een oplossing. Een kind kan daar niet zomaar heen. Er moet altijd een onderzoek hebben plaatsgevonden. Dan is er nog een commissie die beslist over wel of niet toelaatbaar zijn van het kind voor een sbo-school. Over plaatsing op een sbo-school beslissen uiteindelijk de ouders. In een enkel geval is een speciale onderwijsschool de beste mogelijkheid voor een kind. Denk bijvoorbeeld aan kinderen met ernstige gehoorstoornissen of ernstige gedragsstoornissen. Meestal gaan kinderen met een ernstige beperking meteen naar dergelijke scholen, maar het kan ook zijn dat na verloop van tijd blijkt dat de zorg die kinderen nodig hebben niet (meer) door ons gegeven kan worden. Noch het kind noch de school zijn er dan bij gebaat dat het kind langer op onze school blijft. 25
5.1. Het team Het team bestaat dit schooljaar uit 23 leerkrachten, waaronder 3 bouwcoördinatoren en daarnaast nog 3 intern begeleiders, 1 ICT coördinator en leerkrachten met coachende taken. Het onderwijs ondersteunend personeel bestaat uit een administratief medewerkster, een onderwijsassistente en een vakleerkracht gym. De leerkrachten zijn het eerste aanspreekpunt voor ouders, voor groepsoverstijgende vragen is de bouwcoördinator aanspreekpunt. De intern begeleiders kunnen benaderd worden voor vragen over leren en gedrag. Tot slot is de directeur aanspreekpunt voor specifieke vragen betreffende de kinderen, leerkrachten, ouders of het schoolbeleid.
Bovenaan (vlnr): Pleuni Kwak (kl.groep B), Cees Winkelman (ambulant), Marit Huiskes (groep 8a). 2e rij: Stephanie van Os (groep 6b), Ricky van der Horst-van Ginkel (dir.), Jacqueline Kivits (adm.), Ellis Ammann (groep 7b), Mattie Daniëls (groep 5a en IB-er MB), Nellie Reijers (groep 3-4). 3e rij: Alette van de Liefvoort (groep 5b en 8b) Marlies Loos (groep 8b, BC BB en begeleiding ind. lln.) Marlies Hendrix (groep 4), Esther Verboven (kl.groep C). 4e rij: Jolanda Clerkx (groep 3), Jan-Kees Wollaert (groep 5b en ICT-er), Karin Henst (groep 4), Liesbeth van Kilsdonk (onderwijsass.) Debbie van Houten, (IB-er BB), Maaike van de Loo (groep 6a). 5e rij: Eveline van Hal (groep 7a), Vivian de Meurichy (groep 4-5), Ine van Lokven (kl.groep A), Leny Verhulst (kl.groep A), Henni Rensen (kl.groep B en C), Mieke Jansen (IB-er en BC OB en groep 3-4). Links van het speeltoestel: Anita van Heusden (groep 4-5 en BC MB), Wendie Guffens (groep 3). Rechts van het speeltoestel: Anjo Wijgergangs (groep 5a). Op deze foto ontbreken Marjol Andriessen (zwangerschapsverlof) Huib Snoeijer (vakleerkracht gym)
26
5.2. Vervanging bij ziekte en compensatie verlof Bij ziekte van een leerkracht wordt in eerste instantie vervanging gezocht via de invalpool. Is het echt niet mogelijk een invaller te vinden, dan worden de kinderen verdeeld volgens een verdeelschema uit de klassenmap. Indien nodig worden de leerlingen in overleg met de ouders naar huis gestuurd.
5.3. De inzet van leerkrachten buiten de groep Naast groepstaken hebben wij een aantal leerkrachten voor andere taken vrij geroosterd; • de bouwcoördinatoren 2 tot 4 uur ambulant. • de intern begeleiders zijn afhankelijk van het aantal leerlingen per bouw ambulant. • de ICT coördinator is een dag per 2 weken ambulant • de PABOcoach is 1 dag per week ambulant. • de directeur is volledig ambulant We hebben op school de afspraak dat de collega’s met bovengenoemde taken of functies niet worden ingezet als vervangers bij ziekte. De taken die deze mensen op de ambulante tijden uitvoeren zijn wezenlijk voor de kwaliteit van onze organisatie en onderwijs. Hierdoor zou de continuïteit van de extra hulp voor leerlingen in de problemen komen.
5.4. Studenten vanuit de PABO De Vlieger is een lerende organisatie met veel kwaliteiten en daarom willen we graag meewerken aan de ontwikkeling van goede leraren. De studenten brengen vernieuwingen mee van de opleiding. De coach en de mentoren denken mee in het leerproces van de studenten en blijven op de hoogte van de onderwijsvernieuwingen. De Vlieger biedt aan stagiaires de mogelijkheid het vak in de praktijk te leren. Wel hebben wij vastgesteld dat startende leerkrachten geen studenten begeleiden en proberen wij naast 1e jaars studenten ook meer ervaren 4e jaars te plaatsen. Vanuit deze groep mag ook 1 student een LIO stage uitvoeren op school. Dit betekent dat deze student een aantal dagen per week lesgeeft met begeleiding op afstand. Omdat De Vlieger een opleidingsschool is worden de studenten begeleid door een basisschoolcoach in de school, deze leerkracht is geschoold om studenten goed te begeleiden.
27
6.1. Het belang van betrokkenheid van ouders Ouders en leerkrachten hebben veel invloed op de ontwikkeling van de kinderen. Om deze ontwikkeling zo optimaal mogelijk te laten verlopen is goed contact tussen thuis en school noodzakelijk. We streven naar een goede samenwerking tussen ouders en de school. Belangstelling van de leerkrachten voor de dingen die de kinderen thuis meemaken geeft de mogelijkheid de kinderen beter te leren kennen en begrijpen. Belangstelling van de ouders voor de activiteiten op school geeft u meer inzicht in waar de kinderen op school mee bezig zijn. De schoolomgeving is natuurlijk anders dan thuis. Uw kind maakt deel uit van een groep en moet zich houden aan de regels die op school gelden. Dit is nodig om de organisatie van het onderwijs optimaal te laten verlopen. Maar regels en openheid kunnen goed samengaan, vinden wij. Als u behoefte heeft aan een gesprek kunt u de teamleden en de directie aanspreken. Soms kunnen kinderen even niet zo goed met elkaar opschieten. Sommige ouders spreken dan zelf andermans kind aan op de speelplaats of in het gebouw. Dat is echter niet toegestaan. Op de speelplaats en in het gebouw gelden de regels van de school. Alleen het personeel van de school kan kinderen aanspreken op hun gedrag. Mocht uw kind ernstig last hebben van een ander kind wendt u zich dan altijd tot de leerkracht van uw kind. Die zal zonodig corrigerend optreden of zorgdragen voor passende acties.
6.2. Informatievoorziening Nieuwsbrief In het schooljaar 2010-2011 willen wij de nieuwsbrief digitaal gaan aanbieden. Ouders krijgen de mogelijkheid om zich hiervoor aan te melden. Waarschijnlijk wordt de nieuwsbrief aan het begin van het jaar nog in een papieren versie verspreid en wordt de nieuwsbrief ook op de website gezet. De verwachting is dat de nieuwsbrief tweewekelijks verschijnt. Schoolinformatiekalender Elk jaar ontvangt u de schoolinformatiekalender met praktische informatie en een overzicht van vrije dagen, vakanties en activiteiten.
28
Schoolgids Bij inschrijving ontvangt u deze schoolgids. Daarnaast wordt deze schoolgids verspreid onder alle ouders en ouders die op zoek zijn naar een goede school voor hun kind als de inhoudelijk informatie is veranderd. U kunt de tekst van de schoolgids ook vinden op onze website. De schoolgids wordt elk jaar vastgesteld door het bestuur en ter instemming voorgelegd aan de Medezeggenschapsraad. Website De Vlieger beschikt al jarenlang over een informatieve website. De website geeft de ouders actuele en structurele informatie over verschillende facetten van de school. De webmaster(s) streven ernaar om de website wekelijks aan te passen aan de actualiteit. Voor het schooljaar 2010-2011 zijn we hard aan het werk voor een nieuwe huisstijl waarvan de website ook een onderdeel zal zijn. Informatieavond Jaarlijks wordt deze avond enkele weken na de zomervakantie in alle groepen gehouden. De leerkrachten geven dan algemene informatie over het komende schooljaar. U krijgt tevens de gelegenheid methoden en materialen te bekijken en kennis te maken met de leerkracht(en) van uw kind(eren) Ouderavonden Jaarlijks wordt de Algemene Ledenvergadering georganiseerd door de Oudervereniging. Tijdens deze avond doen alle geledingen verslag van het afgelopen schooljaar en worden nieuwe bestuursleden voorgedragen Rapportgesprekken In hoofdstuk 4 is beschreven op welke wijze wij u informeren rond de ontwikkelingen van uw kind.
6.3. Rol van ouders in (mede) zeggenschap van ouders 6.3.1. De oudervereniging Het doel van de oudervereniging is het bevorderen van de samenwerking tussen de ouders en de school met betrekking tot onderwijs en opvoeding. De taak van de oudervereniging is het geven van adviezen aan de schooldirectie, het schoolteam en de medezeggenschapsraad in zaken die de school en de kinderen betreffen. Tevens verleent de oudervereniging haar praktische medewerking aan de diverse activiteiten op school. Als u kind op school komt, wordt u automatisch lid van de oudervereniging. 29
Ouderbijdrage Het afgelopen schooljaar heeft er over de ouderbijdrage afstemming plaatsgevonden tussen directeuren, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en het bestuur met als resultaat dat de spelregels voor 2009-2011 voor de ATO-scholen er als volgt uit zien: • de ouder/verzorger wordt jaarlijks gevraagd een financiële bijdrage te leveren. Het doel hiervan is om ruimte te bieden om extra dingen te doen die ten goede komen aan uw kind. • de hoogte van de ouderbijdrage en de bovengrens van de ouderbijdrage wordt jaarlijks door de medezeggenschapsraad vastgesteld. • de ouderbijdrage is vrijwillig en een school mag een kind niet weigeren als de ouders de ouderbijdrage niet willen betalen. • de bestemming van de ouderbijdrage wordt jaarlijks na overeenstemming tussen de directie en oudergeleding van de medezeggenschapsraad vastgesteld. De keuze zal er op gericht zijn om de kinderen een extra faciliteit te bieden die niet door de reguliere subsidie van het ministerie wordt gedekt. U kunt bijvoorbeeld denken aan een extra speeltoestel of een computer voor de school. • jaarlijks wordt er in de Nieuwsbrief of schoolgids verantwoording afgelegd over de besteding van de middelen. • de administratie van de ouderbijdrage wordt gevoerd door het stafbureau of door de oudervereniging van de school. Voor iedere school is er een stichting ouderbijdrage opgericht bestaande uit twee ouders en de directeur. Het ATO-bestuur maakt geen deel uit van de stichting ouderbijdrage en heeft geen zeggenschap over de inning en/of besteding van de middelen. De ouderbijdrage wordt in september vastgesteld. U wordt via de nieuwsbrief geïnformeerd over de hoogte van de ouderbijdrage. 6.3.2. De Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad (MR) van De Vlieger bestaat uit minimaal zes leden, van wie er drie afkomstig zijn uit de oudergeleding en drie uit het team. De functie van de MR is het mee denken en praten over een aantal zaken binnen het onderwijs en uiteraard die van de Vlieger in het bijzonder. Zes keer per jaar vindt er een MR vergadering plaats waar onder andere zaken zoals formatie, schoolplan, zorgkwaliteit en veranderingen aangebracht door het Ministerie van Onderwijs worden behandeld. Minimaal twee maal per jaar dient er overleg te zijn met de directeur om de algemene gang van zaken van De Vlieger te bespreken. De raad heeft advies- en/of instemmingsrecht met betrekking tot een groot aantal zaken die de school betreffen. Daarnaast is het zo, dat het bevoegd gezag verplicht is in een aantal situaties die van wezenlijk belang zijn voor de school, de MR te raadplegen ( bv. inkrimping of opheffing van de school, verandering van identiteit e.d.). 30
De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) bestaat uit leden van de MR vanuit alle scholen die bij ATO zijn aangesloten. Door gezamenlijke belangen te behartigen, kan er optimaal gebruikt gemaakt worden van de rechten en plichten van een medezeggenschapsraad. Het personeelsbeleid, ARBO zaken en financiën worden nu samen besproken. De GMR heeft een spreekbuisfunctie naar het algemeen bestuur, zowel voor het team als voor de ouders. De GMR houdt zich bezig met schooloverstijgende zaken.
6.4. Ouderhulp Gelukkig zijn veel ouders op vele manieren actief op De Vlieger. Ouders (maar ook opa’s en oma’s) helpen bij verschillende activiteiten, feesten, vieringen en onderhoudsklussen.
6.5. Kinderopvang Bij de invoering van de nieuwe Wet Kinderopvang (per 1-8-2007) is de school verplicht de voor- tussen- en naschoolse opvang te regelen. Mocht u gebruik willen maken van de opvang voor schooltijd of na schooltijd dan kunt u meer informatie vinden op de website www.kanteel.nl of op www.klubkongzi.nl . Ook kunt u bellen naar 073-8507850
31
6.6. Klachtenregeling ATO-scholenkring ’s-Hertogenbosch In juni 2009 heeft het ATO de volgende klachtenregeling vastgesteld:
Waar mensen samenwerken gaan soms dingen mis. Als ouder /verzorger kunt u bijvoorbeeld ontevreden zijn over de wijze waarop uw kind wordt begeleid of over andere schoolse zaken. Er kunnen zich ook klachten voordoen in de sfeer van ongewenste omgangsvormen op school, zoals pesten, agressie en geweld of ongewenste intimiteiten. Wij gaan er van uit dat de meeste klachten in onderling overleg opgelost kunnen worden. We nodigen u dan ook uit om bij ontevredenheid de leerkracht en/of schoolleiding aan te spreken. Goede interne communicatie, aandacht en respect voor vragen, problemen en meningsverschillen voorkomen vaak het indienen van een klacht. Hierna wordt eenduidig beschreven hoe ATO-scholenkring omgaat met klachten. ATO spant zich in om dat met respect en transparant te doen. In het onderwijs hanteert men twee soorten klachten namelijk Overige klachten en Klachten over machtsmisbruik. Overige klachten Klachten, zoals bijvoorbeeld hierboven beschreven, vallen onder het predicaat “overige”. Deze klachten kunnen worden ingediend door ouders, voogden en verzorgers van leerlingen, personeelsleden en anderen die een duurzame rechtsbetrekking hebben met de school. Als u een klacht heeft over het bestuur, leerkracht, kinderen, ouders van kinderen of een andere betrokkene bij de school dan probeert u eerst uw klacht op te lossen met de betreffende persoon. Indien dit niet lukt neemt u contact op met de directeur. Heeft u een klacht die u niet binnen de school wilt indienen, bijvoorbeeld over de directeur van de school, of bent u niet tevreden over de afhandeling van een klacht dan kunt u terecht bij het bevoegd gezag: De heer T.B.J.M. Hoedemaker
[email protected] ( tel: 073 – 5231251), Postbus 185, 5240 AD Rosmalen Het bevoegd gezag zal ervoor zorgen dat uw klacht alsnog correct wordt afgehandeld. Indien een en ander niet tot een gewenst resultaat leidt dan kunt u als klager uw klacht rechtstreeks of via het bevoegd gezag voorleggen aan de Onafhankelijke klachtencommissie van de stichting KOMM. Het adres staat onderaan vermeld. 32
Klachten over machtsmisbruik Onze school heeft twee interne contactpersonen waar u bij terecht kunt: Lenny Verhulst en Marlies Loos. De interne contactpersoon luistert naar de klacht en verwijst bij machtsmisbruik bij kinderen en de gevolgen daarvan door naar de externe vertrouwenspersoon van de GGD. De GGD maakt daarvoor gebruik van een pool van deskundigen: 073-6404090. De directeur of bestuur stelt de vertrouwensinspecteur op de hoogte. Hij of zij adviseert en ondersteunt alle betrokkenen in het onderwijs bij meldingen rond seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek of geestelijk geweld, discriminatie en radicalisering. De vertrouwensinspecteurs zijn tijdens kantooruren bereikbaar op het Centrale Meldpunt Vertrouwensinspectie. Telefoonnummer: 0900 - 111 3111. Een officieel schriftelijk ingediende klacht over machtsmisbruik gaat altijd naar de onafhankelijke klachtencommissie van de Stichting Komm waar ATO bij is aangesloten. Dat kan via het bestuur of rechtstreeks door de klager. De Stichting Komm neemt contact op met de klager en zal in eerste instantie kijken of een vorm van bemiddeling haalbaar is. Zo niet dan komt er een hoorzitting onder leiding van een commissie die bestaat uit drie leden die deskundig zijn op het gebied van onderwijs en machtsmisbruik en recht. De klachtenregeling van de Stichting Komm ligt ter inzage op de school ofwel kunt u downloaden van de website: www.komm.nl Stichting Komm, regio Midden, Mw. G. van Rangelrooij (6-53107731), Postbus 32, 5328 ZG Rossum Relevante telefoonnummers en websites waar u meer informatie kunt vinden: Kinder- en Jongerentelefoon: 0800 – 0432 (gratis) Idem vanaf mobiel 0900 – 0132 (niet gratis) www.PPSI.nl Project Preventie Sexuele Intimidatie www.ggd.nl Geestelijke GezondheidsDienst www.Arboned.nl Medische en bedrijfsmaatschappelijke dienstverlening
6.7. Verzekeringen en veiligheid Het is een misverstand dat de school voor alles verzekerd is. Als uw kind op school iets kwijtraakt of bijvoorbeeld schade aan een bril oploopt bij een botsing op de speelplaats of tijdens de gymles, dan is de school niet aansprakelijk. Alleen als aangetoond kan worden dat de school ernstig in gebreke is gebleven, dan uiteraard wel. Het schoolbestuur heeft voor dergelijke gevallen een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor haar personeel. De hulpouders vallen daar ook onder. De regels van het Burgerlijk Wetboek bepalen dat de school niet zonder meer aansprakelijk is voor wat de kinderen overkomt onder schooltijd. De ouders van kinderen tot 14 jaar zijn, ook als het voorval zich 33
onder schooltijd voordoet aansprakelijk. Als bijvoorbeeld tijdens een ruzie op het schoolplein een kind een ander kind lichamelijk letsel toebrengt, dan zijn de ouders van het kind dat zich misdroeg in beginsel aansprakelijk voor de toegebrachte schade, niet de school. Bij een ongelukje waarbij uw kind door toedoen van een ander schade heeft, zal de school wel bemiddelen door u in contact te brengen met de ouders van de veroorzaker van de schade. U kunt dan de schade proberen te verhalen op de WA-verzekering van de tegenpartij. Verzekeringen doen daar over het algemeen niet moeilijk over. Ongevallen De school heeft voor alle kinderen, personeel en ouders een ongevallenverzekering afgesloten voor de gevolgen van ongevallen tijdens schooluren en activiteiten in schoolverband. Door deze verzekering zijn de kinderen tijdens uitstapjes en op school extra verzekerd. Ook als uw kind op weg is naar school of als het kind na schooltijd op weg is naar huis. Als u denkt een beroep te kunnen doen op deze verzekering neem dan contact op met de directeur. Vervoer van de kinderen Het vervoer van kinderen in de auto is aan wettelijke regelgeving verbonden. Het vervoer van personen in de laadruimte van een auto (achterbak stationwagen) en in een aanhanger is niet toegestaan. Bij vervoer van kinderen in verband met activiteiten van scholen of verenigingen moeten alle personen in de auto een gordel dragen. Ouders die kinderen vervoeren dienen een inzittendenverzekering te hebben. Calamiteitenplan De school heeft een calamiteitenplan opgesteld. Bij calamiteiten kan de school snel worden ontruimd. De school heeft leerkrachten die opgeleid zijn tot bedrijfshulpverlener. Ook de beheerders van het gebouw zijn allen opgeleid tot bedrijfshulpverlener. Onder leiding van deze bedrijfshulpverleners wordt met de kinderen 1 keer per jaar een ontruimingsoefening gehouden.
6.8 Gedragscode voor ouders/verzorgers Een school kan niet zonder afspraken. Voor de leerlingen kennen wij de schoolregels. Maar ook voor ouders/verzorgers hebben wij een Gedragscode opgesteld. Leerlingen en ouders zijn gebaat bij een goede samenwerking met de school. Het naleven van de afspraken zal leiden tot een veilig, werkbaar en prettig schoolklimaat voor iedereen. Wanneer uw kind geplaatst wordt op De Vlieger verklaart u zich akkoord met deze gedragscode. Waar ouders staat kunt u ook lezen: verzorgers. 34
Algemeen: • Ouders worden geacht op de hoogte te zijn van de regels die voor de kinderen gelden. Wij verwachten van de ouders dat zij de schoolregels onderschrijven en dat zij, waar mogelijk, meewerken aan de naleving van deze regels. • Ouders onderschrijven de uitgangspunten en werkwijze van de school, zoals beschreven in de Schoolgids. • Ouders houden zich aan de Leerplichtwet. Verlof wordt tijdig bij de directie aangevraagd. • Ouders lezen de informatie die de school verstrekt en vragen indien zonodig om toelichting. • Ouders geven wijzigingen in de gegevens zoals vermeld bij inschrijving, direct aan de school door bij de administratie. • Ouders zien erop toe dat het kind op tijd op school aanwezig is of melden hem/haar voor het begin van de lessen af. Zorg voor de leerlingen: • De ouders informeren de leerkracht zo spoedig mogelijk als er belangrijke veranderingen zijn in de thuissituatie. De school informeert op haar beurt de ouders wanneer er sprake is van veranderingen die van invloed kunnen zijn op het gedrag van het kind. • De ouders tonen belangstelling voor de ontwikkeling/vorderingen van het kind, o.a. door op de contactavonden en ouderavonden te komen. • De ouders verlenen toestemming voor bespreking van het kind binnen de leerlingenzorg, ook in het geval van het hierbij aanwezig zijn van externe deskundigen. • De ouders verlenen toestemming voor het (door de school) laten afnemen van testen en toetsen die nodig zijn voor een juiste diagnose. Voor het afnemen van testen en/of toetsen door externe instanties zal de school de ouders altijd vooraf toestemming vragen. Omgang: • Ouders en personeelsleden vertonen voorbeeldgedrag voor de kinderen; zij gaan volgens algemeen geldende omgangsvormen en respectvol met elkaar en met de leerlingen om. Ouders werken mee aan een sociaal veilige school. • Kritiek, klachten of opmerkingen worden door de ouders met de direct betrokkenen (of zo nodig met de directie van de school) besproken, waarbij er door de ouders op wordt gelet dat dit niet in aanwezigheid van kinderen gebeurt. • Gebruik van bedreigingen en geweld wordt niet getolereerd. De directie behoudt zich het recht voor om indien de ernst van een incident dit rechtvaardigt, hiervan aangifte te doen bij de politie. 35
Zorg voor jeugd Samen verantwoordelijk voor onze jeugd Zorg voor Jeugd is een computerprogramma. Daarin staan kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar die te maken hebben met hulpverleningsinstellingen. Zo weten de hulpverleners van elkaar wie bij welk kind betrokken is. Zorg voor Jeugd helpt hulpverleners om snel met elkaar contact te zoeken. Hierdoor werken hulpverleners beter samen en stemmen zij de hulp goed op elkaar af. Zorg voor Jeugd is geen dossier. Er wordt in Zorg voor Jeugd alleen geregistreerd dat een hulpverlener betrokken is bij een kind of dat er zorgen over bestaan. Wat de reden is, komt niet in het systeem te staan. In Zorg voor Jeugd staan naam, adres en geboortedatum van het kind. Ook de naam, telefoonnummers en e-mailadressen van betrokken hulpverleners staan er in. Zo kunnen zij elkaar snel vinden. Zorgteams In de gemeente ‘s-Hertogenbosch heeft iedere basisschool een zorgteam. Hierin zitten in ieder geval: de Interne begeleider van de school, de sociaal-verpleegkundige van de GGD, de schoolmaatschappelijk werker van Juvans en een medewerker van de Stichting Divers. Wanneer er zorgen bestaan om een leerling wordt dit besproken in het zorgteam en wordt er zo nodig actie ondernomen. Wanneer het zorgteam het nodig vindt dat er andere hulpverleners bij betrokken zijn, kunnen zij dit zien in Zorg voor Jeugd en contact opnemen met betrokken hulpverlener. Mochten er vragen zijn rondom Zorg voor Jeugd kunt u ze stellen aan de intern begeleider van uw school, de folder Zorg voor Jeugd raadplegen (is op school beschikbaar) of contact op nemen met de regiobeheerder: 073-615 90 92
36
Kinderen spelen graag, daarom gaan er velen ook sporten! Helaas geldt dit niet voor iedereen, er zijn kinderen die niet kunnen sporten omdat de contributie te hoog is of de sportbenodigdheden te duur zijn. Jeugdsportfonds ’s-Hertogenbosch wil diegene helpen die het zelf financieel niet kunnen opbrengen. Wat doet Jeugdsportfonds ’s-Hertogenbosch? Het Jeugdsportfonds ’s-Hertogenbosch is een lokaal steunpunt van Jeugdsportfonds Nederland en richt zich in de gemeente ’s-Hertogenbosch op kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. Wij helpen op financieel gebied, om voor de kinderen de contributie of de benodigde sportkleding te betalen. Professionals uit onder andere het Onderwijs, Jeugdhulpverlening en Welzijnsinstellingen kunnen hiervoor aanvragen indienen via www.jeugdsportfonds.nl. Uiteraard blijven nieuwe aanvragen zeer welkom, want wij willen zoveel mogelijk kinderen uit ’s-Hertogenbosch laten sporten! Kent u iemand in uw omgeving of heeft u zelf kinderen die wegens een financieel gebrek niet kunnen sporten? • Neem contact op met de leerkracht, bureau jeugdzorg, St. Leergeld, huisarts of welzijnswerkers en dan kan de intermediair een aanvraag indienen. • Neem contact op met Jeugdsportfonds ’s-Hertogenbosch en vraag naar Tessa Romeijn. Dan kunt u samen op zoek naar een intermediair bij u in de buurt (telefoon: 073-6131376, e-mail:
[email protected]).
37
Het team heeft vorig schooljaar hard gewerkt om de opbrengsten te verhogen en de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. De resultaten hiervan worden beschreven in het jaarverslag 2010. Tijdens een tweetal studiedagen in het voorjaar van 2010 is de kwaliteit van het onderwijs intensief geëvalueerd. De resultaten van deze evaluatie zijn opgenomen in een plan van aanpak. De school heeft aan de hand van WMK-PO een quickscan afgenomen bij de bouwcoördinatoren en intern begeleiders. Het team heeft de vragenlijst leraren ingevuld. De resultaten van deze metingen zijn ook opgenomen in het plan van aanpak. In februari 2010 heeft het team aan de hand van een overzicht van de opbrengsten van de middentoetsen 2010 een analyse gemaakt. Ook de resultaten van deze analyse zijn verwerkt in het plan van aanpak. De school werkt met een managementteam. Dit managementteam bestaat uit drie bouwcoördinatoren,een intern begeleider/zorgcoördinator en de directeur. Voor het goed functioneren van dit team wordt een duidelijke taakomschrijving opgesteld. Daarnaast worden de bevoegd- en verantwoordelijkheden duidelijk afgesproken en omschreven. De bouwcoördinator heeft een leidinggevende taak. De school wil hier, na overleg met ATO-scholenkring, een functie met een bijpassende functiewaardering van maken. Ook de positie naar het team is besproken en wordt helder neergezet. De school heeft bij de start van dit schooljaar een ‘zorggroep’ opgericht. Deze zorggroep bestaat uit drie intern begeleiders. Komend schooljaar gaat de school vanuit de resultatenanalyse van de opbrengsten werken aan kwaliteitsverbetering. De betrokkenheid van de leerkrachten is groot. Door ook de opbrengsten en de te verbeteren punten inzichtelijk te maken is de inzet en betrokkenheid zo mogelijk nog groter geworden en neemt elk teamlid hierin zijn eigen verantwoordelijkheid. De school heeft al veel goede ontwikkelingen ingezet die nog geborgd moeten worden. In de eerste periode van het schooljaar gaan de teamleden per bouw het volledige onderwijskundige beleid bespreken, ontwikkelen en beschrijven in Vliegermappen. Een Vliegermap is een borgingsinstrument waarin de leerkrachten het klassenmanagement beschrijven en de wijze waarop de onderwijsmiddelen gebruikt kunnen 38
worden als naslagwerk. Daarnaast is de Vliegermap een planningsinstrument. De leerkrachten formuleren per vakgebied wanneer de bestaande afspraken geëvalueerd en desgewenst aangepast worden. Ook nieuwe leerkrachten kunnen met dit instrument goed ingewerkt worden. Verder gaat het personeel zich intensief ontwikkelen op individueel niveau. Het integraal personeelsbeleid (IPB) wordt ingevoerd. De leerkrachten werken met een portfolio waarin de leerkrachten een koppeling maken tussen de persoonlijke leerdoelen en de schooldoelen. De individuele leerdoelen worden beschreven in een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). De directeur voert start-, voortgang- en beoordelinggesprekken. Voorafgaand aan deze gesprekken vinden groepsbezoeken plaats. Het onderwerp van de groepsbezoeken is gerelateerd aan de schooldoelen. Om de kwaliteit van het functioneren van het team in kaart te brengen bezocht de co-manager alle leerkrachten voor een zogenaamde 0 meting. Hierbij maakt zij gebruik van de schooldiagnose kaarten ‘didactisch handelen’ en ‘pedagogisch klimaat’ vanuit WMK-PO. Tot slot wordt de werkwijze rond kwaliteitsverbetering stevig neergezet. In het derde kwartaal van het schooljaar beschrijft de school de werkwijze in een kwaliteitszorgplan. Inmiddels is al wel gekozen voor een kwaliteitszorg instrument. De school heeft gekozen voor WMK-PO. Dit instrument wordt al intensief gebruikt. Communicatie en feedback Het team volgt een tweedaagse communicatietraining. Tijdens bouw- en teambijeenkomsten wordt extra aandacht besteed aan het werkklimaat, door het bespreekbaar maken van gevoelens, meningen en het gezamenlijk werken aan een professionele cultuur. Ook de communicatie naar de ouders vormt een speerpunt voor de komende jaren.
39
8.1. Instroom resultaten De instroomresultaten worden bepaald aan de hand van het intakegesprek met de ouders, observaties en verslagen van de tussendoelen in de HOREB. (Handelingsgericht Observatie Registratie Evaluatie Basisontwikkeling).
8.2. Doorstroom resultaten De doorstoom van Handelingsgericht Observatie Registratie Evaluatie Basisontwikkeling). op De Vlieger voldoet aan de wettelijke norm voor wat betreft de individuele hulp, jaargroep versnelling of jaargroep verlenging en de verwijzing naar het S(B)O. Individuele hulp Een gedeelte van de kinderen ontvangt voor één of meerdere vakken individuele instructie en krijgen individuele programma’s aangereikt. In de meeste gevallen betreft dit een tijdelijk programma om een achterstand in te halen. Jaargroep verlenging Kinderen die nog niet voldoen aan de criteria voor de volgende jaargroep kunnen een jaar langer in een dezelfde jaargroep blijven. Jaargroep versnelling Kinderen met een cognitieve- en sociaal-emotionele voorsprong van een jaar kunnen eerder doorgaan naar de volgende jaargroep. Verwijzing S(B)O Jaarlijks verwijzen wij gemiddeld 3 kinderen per jaar naar het Speciaal (Basis) Onderwijs. LGF kinderen Dit zijn kinderen die met een leerling-gebonden financiering (LGF) op de basisschool worden begeleid. Het zijn kinderen die voorheen naar een school voor Speciaal Onderwijs werden verwezen. Steeds meer komt het voor dat ouders kiezen voor een reguliere school. De reguliere school ontvangt van het Ministerie een klein budget en adviezen van een ambulant begeleider. De Vlieger geeft momenteel onderwijs aan 5 kinderen met een leerling-gebonden financiering. 40
8.3. Uitstroom resultaten 8.3.1. Resultaten Drempelonderzoek en Cito eindtoets In groep 8 zijn alle scholen verplicht om, naast het advies van de school, een zogenaamd tweede criterium te hanteren. Wij gebruiken hiervoor het Drempelonderzoek. 8.3.2. Verwijzing naar het voortgezet onderwijs
Hierboven kunt u zien hoeveel kinderen naar welke vorm van voortgezet onderwijs gaan. VMBO staat voor Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs. Dit VMBO heeft twee afdelingen; het praktijkgericht onderwijs en de theoretische leerroute. Daarnaast kunnen de kinderen in het VMBO ook naar het LWOO (leerweg ondersteunend onderwijs). In deze vorm van onderwijs krijgen de kinderen in kleine groepen onderwijs passend bij hun niveau en mogelijkheden.
41
9.1. Schooltijden Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
8.30 – 11.45 uur / 13.00 – 15.15 uur 8.30 – 11.45 uur / 13.00 - 15.15 uur 8.30 – 12.30 uur 8.30 – 11.45 uur / 13.00 - 15.15 uur 8.30 – 12.30 uur en groep 8 tot 14.30 uur
9.2. Vakanties en vrije dagen Deze staan vermeld in de kalender in deze schoolgids die u aan het begin van het schooljaar ontvangt.
9.3. Verdeling lesuren De wet op het basisonderwijs schrijft voor dat de kinderen in de hele schoolloopbaan gemiddeld 940 lesuren per jaar aangeboden krijgen. De groepen 1 t/m 8 van de Vlieger ontvangen elk jaar 950 lesuren. Elk jaar wordt het vakantierooster landelijk vastgesteld. Dit vakantierooster wordt door de school uitgebreid met de nog resterende vrij inzetbare uren. De Vlieger voldoet aan de gestelde wettelijke eisen.
9.4. De leerplichtwet De leerplichtwet houdt in dat ouders/verzorgers van kinderen vanaf 5 jaar ervoor zorg dragen dat hun kind staat ingeschreven bij een school en dat hun kind iedere dag naar school gaat. De controle op de naleving van de leerplichtwet wordt uitgevoerd door de directeur van de school en de leerplichtambtenaar. De regels van de leerplichtwet zijn: • Als uw kind 4 jaar wordt, mag het naar school. • Als uw kind 5 jaar wordt, is uw kind leerplichtig. Uw kind mag maximaal 5 uren per week thuis blijven. • Als uw kind 6 jaar is, is het leerplichtig voor de hele schoolweek.
9.5. Schoolverzuim Iedere dag controleert de leerkracht of alle kinderen aanwezig zijn. Als een kind niet op school kan zijn vanwege ziekte of andere bijzondere omstandigheden verzoeken wij u om dit tussen 8.00 en 8.30 uur aan 42
school door te geven. Indien een kind afwezig is en er geen ziekmelding ontvangen is, neemt de administratie contact op met de ouders/verzorgers. Indien dit niet tot duidelijkheid leidt en er dus sprake is van ongeoorloofd verzuim zal de school de afdeling leerplicht inschakelen.
9.6. Verlof aanvragen De leerplichtwet biedt de mogelijkheid om extra verlofdagen aan te vragen. Kinderen vanaf 5 jaar zijn leerplichtig. Dit betekent dat u uw kind vanaf deze leeftijd niet zomaar thuis mag houden. In voorkomende gevallen zult u bij de directie verlof moeten aanvragen. Bij het beoordelen van de aanvragen hanteren we de richtlijnen, zoals die door de afdeling leerplicht van de gemeente zijn opgesteld. Voor een bezoek onder schooltijd aan de tandarts of een dokter, moet u een verlofaanvraag invullen. Voor een bezoek aan het ziekenhuis, fysiotherapie, logopedie of speltherapie onder schooltijd geldt dit uiteraard ook. Alleen onder bepaalde omstandigheden mag bijzonder verlof verleend worden. Bijvoorbeeld voor een huwelijk, overlijden van naaste familie of vrienden of speciale religieuze feesten zoals het Suikerfeest. Dit verlof wordt in de eerste en laatste weken van het schooljaar niet verleend en betreft maximaal 10 lesdagen. Voor de aanvraag van extra verlof kunt u een formulier bij de administratie ophalen en inleveren. De directeur beantwoordt deze aanvraag en u ontvangt deze retour via de leerkracht van uw kind. Als u geen toestemming krijgt voor verlof en het kind is niet op school dan zal het als ongeoorloofd verzuim gemeld worden bij de leerplichtambtenaar. In bepaalde, zeer uitzonderlijke, gevallen is het mogelijk om buiten de reguliere schoolvakanties om extra vakantieverlof aan te vragen. Het gaat hierbij om ouders die voor hun werk tijdens alle gewone schoolvakanties niet met het gezin op vakantie kunnen. Een dergelijke aanvraag kunt u indienen met het aanvraagformulier en deze dient vergezeld te gaan van een werkgeversverklaring en heeft een maximum van twee weken per schooljaar. Het is wettelijk niet toegestaan om extra vakantieverlof te geven gedurende de eerste twee weken na de zomervakantie. In de gemeente ’s-Hertogenbosch is het ook niet mogelijk om de laatste week van een schooljaar verlof te krijgen.
9.7. Regels voor toelating, schorsing en verwijdering Toelating Kinderen van 4 jaar en kinderen die aangemeld worden na een verhuizing, worden in principe altijd toegelaten. Belangrijk hierbij is dat er zicht is op de ontwikkeling van het kind en een eventuele hulpvraag. In overleg met de ouders wordt bepaald, of de Vlieger een school is die aansluit bij de ontwikkeling en de behoefte van het kind. 43
Schorsing en verwijdering Van ouders die voor onze school kiezen verwachten wij dat ze de identiteit van de school respecteren. De Vlieger biedt een veilige leeromgeving voor kinderen, ouders en personeel. Op De Vlieger zijn alle kinderen die respectvol omgaan met anderen welkom. Verwijdering van kinderen zal plaatsvinden wanneer kinderen een bedreiging vormen voor anderen. Een dergelijke ingreep zal pas gebeuren, nadat een uitvoerige procedure is gevolgd.
9.8. Website vermelding Regelmatig worden er foto’s van kinderen gemaakt. Er zijn foto’s die wij graag op de website zouden willen plaatsen. Ook kan het voorkomen dat er video-opnames worden gemaakt. Mocht u daar bezwaar tegen hebben dan kunt u dit schriftelijk melden bij de groepsleerkracht.
9.9. Het onderwijskundig rapport Indien u verhuist of om een andere reden de school verlaat, doet u er goed aan dit tijdig en bij voorkeur schriftelijk door te geven. Wij maken een onderwijskundig rapport voor de nieuwe school, waarin het niveau en de door ons gebruikte onderwijsmaterialen beschreven staan.
Ten aanzien van sponsoring hanteert de school het protocol zoals dat door het ministerie van OCW is vastgesteld. Via de Weekinformatie wordt u geïnformeerd over sponsoractiviteiten en over de besteding van eventuele sponsoringgelden.
44
Administratie ATO-scholen Postbus 185 5240 AD Rosmalen telefoon: 073-8507788
[email protected] Advies- & Meldpunt Kindermishandeling Sobrietasplein 102 5701 MJ Helmond telefoon: 0492-508410
[email protected] Bevoegd gezag ATO-scholenkring ‘s-Hertogenbosch e.o. College van bestuur: de heren J. van Lanen en T. Hoedemaker Bij klachten die niet met machtsmisbruik te maken hebben kunt u zich wenden tot: De heer T.B.J.M. Hoedemaker Postbus 185 5240 AD Rosmalen telefoon 073 -8507788
[email protected] Centrum voor Jeugd en gezin Palmboomstraat 127 5123 VG ’s-Hertogenbosch telefoon: 073-6149327
[email protected] Inspectie van het Onderwijs Mevr. B. Louwes, inspecteur Loket Onderwijsinspectie telefoon: 088-6696060
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Meldpunt vertrouwensinspecteurs telefoon: 0900-1113111
Jeugdgezondheidszorg/ GGD Hart voor Brabant Vestiging ‘s-Hertogenbosch Orthenseweg 2, 5212 XA ‘s-Hertogenbosch Postbus 3166, 5203 DD ‘s-Hertogenbosch telefoon: 0900-4636443 Jeugdsportfonds Jeugdsportfonds ‘s-Hertogenbosch Tessa Romeijn telefoon: 073 - 6131376
[email protected] Jeugdtandverzorging Eekbrouwersweg 4 5233 VG ‘s-Hertogenbosch 6416565
telefoon: 073-
Klachten over pesten, geweld en (seksuele) intimidatie Externe vertrouwenspersoon van de GGD telefoon: 073 - 6404090 Klachtencommissie Stichting KOMM, regio Midden t.a.v. Mevrouw G. van Rangelrooij Postbus 32 5228 ZG Rossum telefoon: 06-53107731 www.komm.nl Kinder- en jongerentelefoon 0800-0432 (gratis) vanaf mobiel: 0900-0132 (niet gratis) 45
Leerplichtambtenaar mevrouw Annemarie van de Zee Postbus 12345, 5200 GZ ‘s-Hertogenbosch telefoon: 073-6155840
[email protected] Opvoedwinkel Hinthamerstraat 145 5211 MK ‘s-Hertogenbosch 6149327
[email protected]
telefoon: 073-
Passage Expertisecentrum Weer Samen Naar School Marconistraat 82 5223 CH ‘s-Hertogenbosch telefoon: 0736273470 www.wsns-hertogenbosch.nl Schoolmaatschappelijk werkster Olga van der Eijden Juvans, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening telefoon: 073-6444244 of 06-51866614 Jeugdverpleegkundige Korrie Haans GGD telefoonnummer afdeling JGZ (tevens afspraken bureau) telefoon: 0900-4636443
46
Tekst Basisschool De Vlieger Teamfoto Jan van Rosmalen Vormgeving en foto omslag Het Kreatieve Kantoor www.kreatievekantoor.nl Andere foto’s Claire van de Broek, Bastiaan Heus
47
groep 8 12.30 uur uit t/m 11 voorjaarsvakantie studiedag alle kinderen vrij luizencontrole spreekuur sociaal verpleegkundige (ochtend)
rapportavond rapportavond t/m 22 schoolkamp groep 8 spreekuur sociaal verpleegkundige (ochtend) 2e paasdag
t/m 13 meivakantie luizencontrole spreekuur sociaal verpleegkundige (ochtend) t/m 27 wandel 3 daagse
hemelvaart alle kinderen vrij aanmeldingsavond nieuwe kinderen 2e pinksterdag studiedag groep 1 t/m 7 vrij groep 8 vanaf 11.45 uur vrij vliegeravond eindgesprek oudere kleuters spreekuur sociaal verpleegkundige (ochtend) en 28 voorlopig advies groep 7
laatste rapporten mee musical groep 8 laatste schooldag alle kinderenom 12.30 uit 48