Basismap
1 JANUARI 2014 T.D.V. CICERO
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Contactgegevens TDV Cicero – algemeen Warandelaan 2, E219 Postbus 90153 5000 LE Tilburg University Tel: 0611014458 (voorzitter) E-mail:
[email protected] www.debatclub.nl
Robbert van Dijk
Jan-Willem van Wouw
Voorzitter
Vicevoorzitter & Extern
Waterhoefstraat 25B
Talentsquare 234
5041 HB Tilburg
5037 DN Tilburg
Tel: 06 11 01 44 58
Tel: 06 53 26 09 23
Email:
[email protected]
E-mail:
[email protected]
Jos Buijvoets
Martijn Brouwer de Koning
Secretaris
Penningmeester
Professor Verbernelaan 112-114
Oerlesestraat 239
5037 AK Tilburg
5025 DC Tilburg
Tel: 06 36 28 32 71
Tel: 06 15 63 52 43
E-mail:
[email protected]
E-mail:
[email protected]
1
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Debatopzet – 1e propositieteam Wat is het probleem? Waarom is het een probleem: -
Oorzaak: is het gelegen in het huidige beleid?
-
Ernst: o Wie zijn er onderdeel van het probleem? o Hoe ervaren zij het probleem ?
Wat is het beleidsplan? (plan pakt oorzaak aan: Doeltreffendheid & Uitvoerbaarheid )
Wie / Wanneer / Wat / Waar / Waarom (doel: 1 zin)
Standaardgeschilpunten A. Effectiviteit Lost het plan het probleem op ? B. Legitimiteit
Wie doet het : actor Mag het ? Is het rechtvaardig ?
Wat doet het: actie
C. Proportionaliteit 1
D.m.v. de balans de voor - en tegenargumenten voor de stakeholders opmaken. 2
1. Impact. 2. Aantal 3. Relativiteitsbelang
2
3
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Uitwerken van een argument (SEXI): I.
State (bewering)
II.
Explain (uitleg)
III.
Illustrate (onderbouwing)
Stakeholders: wie hebben er allemaal te maken met het plan ? Indelen voor – en tegenstanders. Argumentatielijnen: 1. Ernst v.s. uitvoerbaarheid: Hoe ernstiger het probleem is, hoe minder gelet op uitvoerbaarheid. 2. Oorzaak v.s. doeltreffendheid: Plan is doeltreffend als het de oorzaak aanpakt. 3. Doeltreffendheid v.s. uitvoerbaarheid: Hoe doeltreffender het plan, hoe minder uitvoerbaar.
3
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Invulformulier Deel 1 : De introductie
Deel 1: 30 sec.
e
1 zin van de speech: Deel 2: 4 min.
“ “
Deel 3: 30 sec.
Probleem
Plan
“Ik ga de volgende ……… punten behandelen……..” Deel 2 : De argumenten 1. : Bewering Uitleg Onderbouwing ( Afkondiging label 1 , en aankondiging label 2 ) 2. : Bewering Uitleg Onderbouwing (Argumenten afgaan, afkondiging label #, en aankondiging conclusie) Deel 3 : De conclusie Herhaling Laatste zin van de speech:
4
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Gelijk hebben? Nee, gelijk krijgen! “Er zijn veel goede wetenschappers, maar weinig goede redenaars.” Dat constateerde de Romeinse redenaar Marcus Tullius Cicero al meer dan tweeduizend jaar geleden. In het heden is deze constatering echter niet minder terecht. Nederland kent meerdere internationaal erkende wetenschappers. Maar hoeveel echte goede sprekers kent ons land? Niet veel. En dat is eigenlijk best vreemd. De beloningen bij goed spreken zijn heel hoog. Een goede spreker verwerft snel aanzien, invloed en macht. De meeste sprekers doen maar wat. Ze proberen te overtuigen, maar hun speeches worden geplaagd door het ontbreken van een duidelijk punt, het springen van de hak op de tak, het weglaten van de relevantie voor het publiek of het volgepropt worden met allerlei onbelangrijke details. Het gevolg is altijd hetzelfde: de spreker overtuigt zijn publiek niet. Door het debat leer je jouw ideeën te verkopen. Door het toepassen van de juiste methodes en slimste strategieën maak je het makkelijker voor je publiek om overtuigd te raken. Jij bent dan niet meer de spreker die op weg naar huis bij zichzelf denkt: “ze weten het nog niet, maar ik heb echt gelijk.” Nee, jij bent die spreker die iedereen – soms moeiteloos – overtuigt. Kortom: jij hebt niet alleen gelijk, maar krijgt het ook. Dat is het doel van debatteren.
5
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Van discussie naar debat… Het debat draait dus om overtuigen. De discussie ook. Dat is waarschijnlijk waarom deze twee begrippen vaak door elkaar heen worden gebruikt. Maar er is een cruciaal verschil tussen de twee begrippen dat zelfs niet tot uitdrukking komt in de definities in de meeste woordenboeken. En als jij je bewust bent van dat verschil, kan het je behoeden van het maken van strategische fouten. Aan een discussie doen minstens twee partijen mee die proberen elkaar te overtuigen. Dit kan een vriendelijk gesprek zijn tussen twee vrienden of stevige onderhandelingen tussen regeringsleiders over een baanbrekend internationaal verdrag. Discussie is doorgaans een goede en effectieve manier om meningsverschillen te beslechten. Een debat bevat ook twee of meer partijen. Maar die partijen proberen niet elkaar
te overtuigen. Nee,
zij proberen een
onafhankelijke derde partij die beslist over de uitkomst te overtuigen. Een debatsetting doet zich bijvoorbeeld voor bij de rechter. Advocaten proberen niet elkaar te overtuigen. Immers hij wordt ingehuurd om een bepaalde cliënt met een vaststaand belang te verdedigen. Advocaten richten zich daarvoor in de plaats op de rechter. Hij beslist! Dus een eerste strategisch verschil tussen een debat- en discussiesetting is dat je in een discussie je richt op je tegenstander. Je kijkt hem aan en je stemt jouw argumenten op hem af. Maar in een debat doe je dat niet. Je kijkt de beslisser aan en stemt jouw argumentatie aan op hem. Daarnaast, in een discussie is het vaak zinvol om te benadrukken waarover je het eens bent. Dat is bevorderlijk voor de onderlinge sfeer en stimuleert het doen van concessies. In een debat is dat niet sterk. Daar is het beter om de verschillen te benadrukken en haarfijn te definieren. Immers, de beslisser moet wat te kiezen hebben. Daarom moet je uitleggen waar je verschilt van mening met je opponent(en) en uitleggen waarom jouw visie beter is. Dus hoewel een debat en een discussie beide als doel hebben om te overtuigen, brengen zij cruciale, strategische verschillen met zich mee. Het is dus verstandig om je steeds af te vragen in welke situatie je zit. Een debat in zijn meest zuivere vorm geeft gelijke kansen aan de verschillende partijen. De spreektijden zijn gelijk en de beslisser is onafhankelijk. Een eerlijk debat stelt iedereen in staat zijn woordje te doen, verassende creatieve ideeën te genereren en de beslisser iets te kiezen te geven.
6
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
7
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
De basis van overtuigen OK, dus nu weet je wie je moet overtuigen. Maar hoe moet je nou overtuigen? Om inzicht te geven in hoe mensen overtuigd raken, benoemde
de
wijze
Griekse
filosoof
Aristoteles
drie
Ethos
Pathos
overtuigingsmiddelen die met elkaar in balans moeten zijn om effectief te overtuigen. De geloofwaardigheid van de spreker
Logos
(ethos), de opgewekte emoties (pathos) en de inhoud (logos). Het is goed om je hiervan bewust te zijn als jij de volgende keer moet overtuigen. Ethos: Geloofwaardigheid van de spreker. Van sommige mensen nemen we nou eenmaal sneller iets aan dan van anderen. Iemand die deskundig is op een bepaald vlak geloven we eerder dan iemand die dergelijke kennis niet heeft. We nemen sneller advies aan van vrienden dan van onbekenden. We weten immers dat vrienden het beste met ons voor hebben. Kortom: de uitstraling van de spreker is van groot belang. Een goede spreker probeert zo gunstig mogelijk over te komen: deskundig, betrouwbaar en sympathiek. In één woord samengevat: geloofwaardig. Een voorbeeld van iemand met een sterk ethos is de voorman van ChristenUnie, André Rouvoet. De eigenschap die mensen hem het meest toedichten, ontbreekt het vaakst bij politici: betrouwbaarheid. In een uitzending van Rondom Tien, waar een aantal Cicerianen ook aanwezig waren, een politieke tegenstander van Rouvoet dat hij zonder problemen zijn auto aan de man zou uitlenen. En mede dankzij dat betrouwbare imago wist Rouvoet zijn partij het kabinet in te loodsen. Pathos: Opwekken van emoties. Een overtuiging is sterker als het niet alleen een analyse is die de linker helft van de hersenen bevredigd, maar een gevoel is. Een gevoel blijft langer hangen en geeft de rationele argumentatie meer kracht. Sprekers doen er dus goed aan om een passend gevoel op te roepen bij hun publiek. Amerikaanse politici spelen graag in op het gevoel, en specifiek op de angst van burgers. In de voorverkiezingen van 2008 toonde Hillary Clinton TVspotjes die op de angst voor terreur inspeelde. Met foto’s van Osama bin Laden en terroristische aanslagen riep zij bij mensen angst op die volgens haar alleen door een ervaren leider weggenomen kan worden. En wie was die ervaren leider? Niet nieuwkomer Barack Obama, maar zijn tegenstander met 35
8
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
jaar politiek ervaring: Hillary Clinton. Door emoties op te wekken probeerde zij haar argumenten meer kracht te geven. Hoewel zij de voorverkiezingen nipt verloor, werkte volgens politieke analisten deze TV-spotjes in haar voordeel. Logos: De inhoud. Ten slotte, doet een goede spreker een beroep op het denkvermogen van de luisteraar. Mensen hebben het vermogen om rationeel argumenten te beoordelen en te wegen. Het is dus goed om te weten dat goede argumenten ook overtuigend zijn! In de turbulente Tweede Kamerverkiezingen van 2002 profileerde de toen nog vrij onbekende Jan-Peter Balkenende zich als het tegenbeeld van de emotionele Pim Fortuyn. Balkenende moest het hebben van rationele argumenten. Hij gebruikte weinig emotie en zijn imago was niet zo sterk is het was in latere verkiezingen. Hij richtte zich dus vooral op logos, met als gevolg dat hij met zijn partij de grootste werd. Net zoals in de basiscursus debatteren zullen we in deze reader vooral aan de slag gaan met de inhoud. Logos, dus. Marcus Tullius Cicero noemde dit in zijn standaardwerk De Oratore, “de basis van het overtuigen”. Zonder inhoud is overtuigen niet mogelijk.
9
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Debat bij Cicero Een goed debat is dus een eerlijk debat. Maar hoe zorg je daar nou voor? Een debat wordt altijd beheerst door een reeks van regels. En door welke regels een debat wordt beheerst is afhankelijk van de gehanteerde debatvorm. Op veel middelbare scholen wordt gewerkt met het Lagerhuisdebat. Bekend van het VARA TV-programma met Paul Witteman en Marcel van Dam. Twee rijen debaters tegenover elkaar. Wie wat wil zeggen moet gaan staan. Hoewel de snelheid van het Lagerhuis leuk is, is het niet de debatvorm die het meest wordt gebruikt bij Cicero of op debattoernooien. Meestal wordt er bij onze vereniging gedebatteerd volgens de regels van het Amerikaans Parlementaire (AP) debat. Dat is de debatvorm die volgens ons de interessantste debatten oplevert.
Het verloop van het AP-debat ziet er als volgt uit: Eerste voorstander: definieert indien nodig de stelling,
5
5
5
5
3
3
brengt een plan en draagt daar argumenten voor aan. Eerste tegenstander: reageert op de argumenten van de eerste voorstander en presenteert eigen argumenten. Het is veel overtuigender om niet alleen ergens tegen te zijn (“jullie hebben zelf ook geen oplossing!”, maar ook ergens voor. In de meeste gevallen is dit het huidige beleid (en dus uitdrukkelijk geen eigen counterplan). Tweede voorstander: reageert op de argumenten van de vorige spreker en brengt nieuw eigen materiaal. Tweede tegenstander: reageert op de argumenten van de vorige spreker en brengt nieuw eigen materiaal. Eerste tegenstander: identificeert de hoofdpunten van het debat en laat zien dat Schematisch verloop AP-debat zijn team die heeft gewonnen. Nieuwe argumenten zijn niet toegestaan.
10
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Eerste voorstander: identificeert de hoofdpunten van het debat en laat zien dat zijn team die heeft gewonnen. Nieuwe argumenten zijn niet toegestaan; eventueel wel weerlegging van de tweede tegenstander. Interrupties: Punten van Informatie Om teams zoveel mogelijk de kans te geven direct op elkaar in te gaan, zijn korte interrupties toegestaan. Zij worden punten van informatie genoemd. Als je niet aan het woord bent, is het een kans om jouw argumenten onder de aandacht te brengen van de jury – en om het jouw tegenstander flink lastig te maken! Dit is hoe een punt van informatie eruit ziet in het debat. -
Debater staat op en biedt zijn punt aan (door iets te zeggen in de trant van “op dit punt…”)
-
Spreker staat de ander toe het punt te maken of wijst hem af.
-
Als het aangenomen wordt mag de debater die het punt aanbood een kort punt maken of een vraag stellen. Dit moet binnen vijftien seconden gebeuren of tot de spreker hem afkapt.
-
Spreker beantwoordt het punt kort en krachtig.
Punten van informatie mogen niet worden aangeboden in de beschermde tijd (eerste en laatste minuut van een speech) en in de samenvattende beurt. Een spreker wil maximaal twee punten van informatie aannemen. Als hij er niet één aanneemt lijkt hij zwak: kennelijk is hij bang voor het andere team. Als hij er meer dan twee aanneemt is het ook een zwaktebod: kennelijk heeft hij niet voldoende eigen materiaal. Goede sprekers nemen nooit een punt van informatie aan in het midden van een zin of terwijl ze nog een punt aan het maken zijn. Voor jury en publiek is dat alleen maar verwarrend. Zij nemen een punt aan wanneer zij dat aan het einde van een spanningsboog zitten en er een natuurlijke pauze in hun verhaal zit. Als je dus een “killer point” wil maken doe dat dan ook aan het einde van zo’n spanningsboog.
11
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Neem pas een punt van informatie aan als je aan het einde bent van een spanningsboog.
Jurering Kenmerkend voor de jurering van wedstrijddebatten is dat de persoonlijke mening van de jury niet wordt meegewogen. Dat is logisch: het is vrijwel onmogelijk om binnen het bestek van een debat iemand zijn meest fundamentele mening te laten herzien. Het gaat er in het wedstrijddebat om wie er het meest in slaagt om zijn opgelegde standpunt te verdedigen. Er wordt door de jury gekeken naar de argumenten die worden ingebracht – en dus niet naar de argumenten die niet de sprekers niet inbrengen. De jury bepaald welk team wint en voorziet dat oordeel van een mondelinge toelichting, vaak met leerzame tips voor de debaters. Tot zover hebben we de basis besproken van overtuigen en hoe wij het debat voeren bij Debatclub Cicero. In de volgende hoofdstukken ga ik in op de kern van het debat: argumenteren, structureren en reageren!
12
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Argumenten zoeken…en vinden Voor de hand liggende argumenten of juist hele creatieve. Van beide soorten worden er vaak argumenten over het hoofd gezien. En dat komt voornamelijk omdat er niet goed wordt gebrainstormd. De vijftien minuten voorbereidingstijd wordt voor een deel besteedt aan het bedenken van tientallen argumenten, feiten en voorbeelden. Daarbij is het eerst zaak dat je jouw hersenen allerlei gedachten laten spuien – goed of slecht; nuttig of niet. Zo heb je een goed overzicht van alles wat relevant kan zijn in het debat. Pas daarna ga je ‘trechteren’ – van veel ideeën ga je naar minder ideeën door de beste te selecteren en die uit te werken. Pas na het brainstormen bekijk je dus de argumenten kritisch. Maar dit is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Hoe bedenk je nou argumenten? Je bedenkt het beste veel argumenten door niet aan argumenten te denken. Het is veel makkelijker om te bedenken wie betrokken is bij de stelling – de zogenaamde stakeholders. Dat zijn de partijen die de effecten van het plan zullen ondervinden. Vraag jezelf af: waarom is het goed of juist slecht voor deze partij? Zet alle relevante stakeholders op een rijtje. Door jezelf af te vragen waarom een bepaalde partij voor of tegen de stelling is, kom je tot argumenten. Voorbeeld: Deze Kamer geeft ouders een extra stem voor elk kind dat zij hebben Ouders / kinderen / gezin / volwassenen zonder kinderen / overheid / samenleving x etc. Als je alleen maar bezig bent met het reageren op wat is gezegd, kan je belangrijke gaten in het betoog over het hoofd zien. De zwakte van iemands betoog zit vaak niet in wat gezegd is, maar in wat iemand onbewust – of bewust – verzwegen heeft. Door het benoemen van de betrokken partijen prik je sneller door een sterk betoog heen. In ons voorbeeld hierboven zullen sommige tegenstanders zich te laat realiseren dat het plan voornamelijk slecht is voor volwassenen zonder kinderen. Hun stem is minder waard dan die van volwassenen met kinderen. Als je tijdens de voorbereidingstijd deze partij al had benoemd, voorkom je, dat je dit cruciale argument over het hoofd ziet.
13
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Ten slotte, het loont om de stakeholders in te delen als voor- of tegenstander. Een topdebater kan vervolgens elke stakeholder ombuigen in zijn voordeel. Door aan te tonen dat het plan niet alleen goed is voor een stakeholder die overduidelijk aan de kant van de voorstanders valt, zwak je de argumenten van de voorstanders heel effectief af. Het plan hierboven lijkt in eerste instantie goed te zijn voor het gezin. Zij mogen meer stemmen uitbrengen en dat kan leiden tot gezinsvriendelijker beleid, zoals het verhogen van de kinderbijslag. Maar als tegenstander kan je laten zien dat het niet alleen goed is voor het gezin. Hoe dan? Het plan kan leiden tot conflicten binnen het gezin. Kinderen en ouders hebben andere belangen. Ouders willen misschien dat gewelddadige games verboden worden, terwijl kinderen dat juist niet willen. En een scheur in het gezin vinden wij onwenselijk! Kortom: het is cruciaal om vooraf zo veel mogelijk argumenten te bedenken om te zorgen dat je niks over het hoofd ziet. En door niet te denken aan argumenten maar aan betrokken partijen heb jij een strategie die je kan helpen aan veel argumenten!
14
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Structuur Hoe vaak heb je wel niet een presentatie – of: college - bijgewoond en dacht je bij jezelf: “Ik ben helemaal de draad kwijt!” Dit is een veel voorkomend probleem bij presentaties. De reden is dat er vaak geen of een slechte structuur in het verhaal zit. De overgang van het ene punt naar het andere is niet logisch of niet goed te volgen. Sprekers hebben daar moeite mee omdat ze het niet gewend zijn. Bij een geschreven tekst is het meestal veel minder een probleem. Immers, als je iets niet begrijpt, blader je gewoon een aantal bladzijdes terug om het op te zoeken. In een mondelinge presentatie kan dat niet. Het gebrek aan structuur is nog dreigender in het wedstrijddebat. De spreektijden zijn kort en de sprekers willen veel verschillende punten inbrengen om te laten zien dat zij het gelijk aan hun kant hebben staan. De jury is niet alleen bezig met het luisteren, maar ook het maken van aantekeningen. De kans dat een toehoorder iets mist van wat er wordt gezegd is groot. Het is dus van groot belang dat iemand die iets heeft gemist, snel weer de draad van het verhaal kan oppakken.
TELL
Daarom is het Tell-Tell-Tell model nuttig. Wie dat model gebruikt, biedt zijn publiek een duidelijke routekaart naar de conclusie
TELL
van zijn speech. Je begint te zeggen met wat je gaat zeggen, vervolgens zeg je wat je wil zeggen en je sluit af met wat je gezegd hebt.
TELL
De eerste Tell komt aan het begin van je betoog. Na een kleine introductie die de aandacht van het publiek trekt en het verkondigen van je standpunt, geef je jouw structuur aan. Je zegt wat je gaat zeggen. Bijvoorbeeld: “Ik ga uitleggen dat het plan niet doeltreffend is, dat het funest is voor de economie, en moreel onaanvaardbaar is.” De states – de korte samenvatting waarmee je een argument begint - worden hier opgenoemd in de volgorde waarin de argumenten worden besproken. Dit fungeert als een soort van inhoudsopgave van je betoog. Bij de tweede Tell, zeg je wat je wil zeggen. Met andere woorden, dit is het grootste deel van je betoog waar je de argumenten één voor één uitwerkt volgens het SEXI-model. Denk eraan dat een verhaal pas echt goed gestructureerd is als jij je houdt aan de structuur die je hebt aangekondigd. Geef duidelijk aan dat je klaar bent met het ene argument en vertel dat
15
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
je doorgaat met het volgende argument: “Tot zover de rol van de staat. Ik ga nu kijken naar het effect op de economie van dit plan.” De laatste Tell, ten slotte, gebruik je om te zeggen wat je gezegd hebt. Hierbij herhaal je, net zoals bij de eerste Tell, de states van je argumenten om te zorgen dat de jury niets heeft gemist en alle argumenten worden meegewogen in de beoordeling. Tevens is het goed om je argumenten op het eind nogmaals op te sommen want als elk individueel argument niet heeft overtuigt, kan de kracht die uitgaat van de hoeveelheid, alsnog overtuigen. Het Tell-Tell-Tell model dwingt je om vooraf keuzes te maken over de volgorde van de argumenten en de hoeveelheid. Maakt het eigenlijk nog uit met welk argument je begint – het sterkste of het zwakste? Doorgaans is het verstandig om te beginnen met het sterkste argument. Zo laat je meteen zien dat je een sterke zaak hebt. Het is ook verstandig om te eindigen met een sterk argument. Want wat je als laatste zegt, blijft vaak nagalmen. En wat doe je met het zwakste argument? Dat breng je nooit in want daarvoor is geen plaats in het debat! En hoeveel argumenten moet je hebben? Marcus Tullius Cicero was hierover heel duidelijk: “argumenten moet men niet tellen, maar wegen.” Met andere woorden, de kwantiteit is ondergeschikt aan de kwaliteit. Je hebt eigenlijk maar één goede reden nodig om een plan in te voeren, of juist niet. De meeste debaters geven er de voorkeur aan om drie argumenten te brengen in de eerste beurt en twee argumenten in de tweede beurt.
16
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Argumentatie I: De vorm Er zijn heel wat boeken vol geschreven over argumentatieleer. Met termen als nevenschikkende argumentatie, modus ponens en minorpremisse lezen deze boeken even lekker weg als boeken over hogere wiskunde. Maar gelukkig heb je helemaal geen kennis nodig van de argumentatieleer om toch ijzersterke argumenten te kunnen formuleren. De Britten hebben namelijk een veel eenvoudiger model ontwikkeld dat jij kan gebruiken in het debat en daarbuiten om snel een overtuigend argument op te stellen: het SEXI model. Je hebt een goed argument als het de volgende drie zaken bevat: State
–
Beweer
EX –
Explain
–
Leg uit
I
Illustrate –
S
–
-
Onderbouw
Je begint het argument met een bewering – een reden waarom je voor of tegen de stelling bent. Vervolgens leg je die bewering uit en maak je hem aannemelijk. Je sluit af met de onderbouwing, zoals een voorbeeld of statistiek, die jouw redenering geloofwaardig maakt. Het SEXI model dwingt je om de zaken te benoemen die voor jou misschien vanzelfsprekend zijn, maar voor een ander (nog) niet. En daar zit vaak de overtuigingskracht! State De state is de kop van het argument. In één krachtige zin vat je de kern van je argument samen. Het is niet de stelling, maar liever een reden waarom je voor of tegen de stelling bent. Bijvoorbeeld: “het is goed voor de economie”; “het plan is effectief”; “waarom vrijheid van meningsuiting de essentie is van onze democratie.” Het is de bewering die je in het overige deel van je argument gaat uitwerken en onderbouwen. De state beklijft vaak het beste bij juryleden en publiek – niet in de laatste plaats omdat hij meerdere keren wordt herhaald in een speech. En dus is het slim om de state krachtig te formuleren. Schuw enige overdrijving beslist niet! Het is veel beter om te zeggen dat het plan “desastreus voor de economie” is, dan dat je zegt dat het plan “niet goed voor de economie” is. Maar vergeet niet: wat je belooft, moet je waar kunnen maken.
Daarnaast,
maak gebruik van stijlmiddelen om steeds betere states te formuleren. Denk aan alliteratie: “roken is roekeloos”; “economische efficiëntie”; “preventief plan”. Alliteratie beklijft en dus
17
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
jouw argument ook. Of metaforen, die een sterk verbeeldend en ordenend vermogen hebben: “Dit is de druppel die de emmer doet overlopen” en “We moeten het probleem bij de wortels aanpakken”. Explain De explain is de redenering achter de bewering. De grootste fout die wordt gemaakt in argumentatie is dat er alleen een bewering of one-liner wordt uitgesproken. Een spreker zegt bijvoorbeeld dat roken verboden moet worden “omdat het gevaarlijk is”. Punt. Hoewel dit voor de spreker misschien een logische reden is om iets te verbieden, denkt het publiek wellicht dat het allemaal wel meevalt – zijn harddrugs niet vele malen erger? Misschien denken zij ook aan de eigen verantwoordelijkheid van het individu – waarom moet de overheid ingrijpen ten kosten van de vrijheid van het individu? Als je wilt overtuigen, moet je mensen meetrekken met jouw redenering. Dat doe je door niet alleen het argument te noemen, maar ook het argument uit te leggen. En dat doe je door de onderliggende aannames te benoemen. In ons voorbeeld, leg uit hoe ongezond roken is. Veel sprekers laten die aannames weg omdat ze onterecht denken dat die vanzelfsprekend zijn. Juist het benoemen van relevante aannames die voor de spreker vanzelfsprekend zijn, is overtuigend. Zo kom je tot de kern van het argument. Deze aannames kan je actief benoemen doe jezelf bij elk redeneerstapje de waaromvraag te stellen: waarom is dat zo wat ik nu zeg? In casus: Waarom is roken gevaarlijk? Waarom is dat zo zorgelijk? Waarom moet de overheid het dan verbieden? De antwoorden op die vragen kan je dan gebruiken om een overtuigende redenering op te stellen. Je kan dan vertellen dat roken een gevaarlijke smurrie in de longen achterlaten die allerlei enge ziektes, zoals longkanker, veroorzaakt. En je kan dan vertellen dat een van de belangrijkste taken van de overheid het beschermen van de bevolking is, ook tegen ziektes. Dan is je argument al vele malen sterker! Illustrate Je sluit een goed argument af met een onderbouwing – iets wat jouw argument geloofwaardig maakt. Dit kan een voorbeeld zijn, statistieken en feitenmateriaal of een autoriteit. In het wedstrijddebat wordt vanwege de beperkte voorbereidingstijd en de onmogelijkheid van een feitelijk onderzoek, veel gebruik gemaakt van voorbeelden, maar zeker niet exclusief. 18
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Voorbeelden – Als iets heeft gewerkt in het verleden, geloven we sneller dat het zal werken in de toekomst. Daarom is een voorbeeld zo’n krachtig middel om een argument te onderbouwen. Als je dus een stelling verdedigd over het opleggen van sancties, dan is het overtuigend om te laten zien dat sancties in het verleden succesvol zijn geweest. Je kan hier het voorbeeld van Libië aanhalen. Maar slechts het aanhalen van het voorbeeld is onvoldoende. Een voorbeeld wordt pas overtuigend wanneer je de belangrijke achtergrond informatie verstrekt. In het geval van Libië leg je dan uit wat de achtergrond is van de sancties, hoe lang het duurde voordat ze hebben gewerkt en waarom ze uiteindelijk hebben gewerkt. Ten slotte, link je het voorbeeld terug naar de zaak die je aan het bepleiten bent. Hiermee toon je aan dat je voorbeeld representatief is voor jouw betoog. Feiten en Statistieken – Een bekend citaat luidt: “There are lies, damned lies and statistics.” Met handig gebruik van statistieken kan je vrijwel alle proposities bewijzen. Stel bijvoorbeeld dat je zegt dat 70% van de bevolking voor het beleid van de regering is. Dat klinkt indrukwekkend: veel mensen zijn kennelijk voor. Maar stel nou dat ik zeg dat een derde van de bevolking tegen het beleid is. Dan denk je eerder: veel mensen zijn tegen. Hetzelfde feit wordt benaderd vanuit twee verschillende perspectieven en krijgt daardoor een andere betekenis. Feiten en statistieken kan je gebruiken om bijna alles aan te tonen en zijn daarom niet altijd even geloofwaardig. Desalniettemin zetten ze je argument wel kracht bij. Verstandig, spaarzaam en strategisch gebruik van statistieken is dus een aanrader. Maar, als mensen je ooit vertellen dat ze zich alleen laten overtuigen door de feiten, zeg dan dat ze zich vaak laten bedonderen. En dat is een feit.
19
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Razendsnel reageren Niemand staat graag met een mond vol tanden! En in een debat wil dat nog wel eens gebeuren. Want je hebt heel weinig tijd om een reactie te verzinnen op een ingebracht argument van de tegenpartij. Je kan effectief reageren door jezelf steeds een aantal vragen te stellen. In het begin zul je deze op papier hebben staan en er vaak naar moeten kijken. Maar door ervaring voel je intuïtief aan waar de zwakte zit van een bepaalde argument. En dan sta jij in ieder geval niet meer met een mond vol tanden! Welke vragen moet je stellen? Relevant? Is het argument relevant? Met andere woorden, kan het argument waar zijn zonder dat het invloed heeft op jouw positie in het debat? Bij een debat over de invoering van de doodstraf voor moordenaars beargumenteerde de voorstanders dat moord een zeer ernstig strafbaar feit is. Ze spraken eloquent over de gevolgen voor de nabestaanden en de geschokte samenleving. Maar de tegenstanders sloegen hard terug door de relevantie van het punt aan te vallen. “Het gaat er niet om of moord een ernstig feit is; het gaat erom of het voldoende bestraft wordt.” En volgens hun was dat het geval. Zij vielen het argument dus aan op de relevantie. Als een argument niet relevant is, kan je twee dingen doen. Je kan aantonen dat het niet relevant is (zoals in het voorbeeld hierboven) of je kan strategisch toegeven. In het laatste geval geef je de tegenpartij gelijk en verander je het onderwerp naar een lastiger punt voor je tegenstander. (“Het is waar dat moord zeer ernstig is, maar waarom willen jullie dan dat de staat zelf mensen gaat vermoorden?”) Soms kan toegeven in het debat zeer slim zijn want het geeft je de kans om te bepalen welke richting het debat op gaat. Logisch onderbouwd? Is het argument logisch onderbouwd? Klopt de redenering en zijn er voorbeelden gegeven? Als de redenering gebrekkig is of helemaal ontbreekt, laat dit dan zien. Het is een zwaktebod om een eigen bewering niet te kunnen uitleggen. Daarnaast kan je ook vaak de illustratie aanvallen. Het is bijna onmogelijk om een volledig passend en representatief voorbeeld te geven. Bijvoorbeeld: “Je hebt niet één goed voorbeeld kunnen geven! Het is duidelijk dat het plan niet effectief is!”
20
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Consistent? Is dit argument consistent met de andere argumentatie? Vaak kan je een standpunt op verschillende manieren onderbouwen. Soms zijn die manier innerlijk tegenstrijdig. Als dat zo is, laat dat dan zien aan de jury. Wie inconsistent is zal zelden erin slagen om zijn toehoorders te overtuigen. Zo nee? Tegenargument Als alle vragen met een “ja” beantwoord zijn, dan kan je er een tegenargument tegenover zetten. Het argument is dan relevant, goed onderbouwd en consistent met de andere argumenten. Maar door er een tegenargument tegenover te zetten, komt het over alsof de twee elkaar wegstrepen. De volgorde van deze vragen moet je niet omdraaien. Je kan veel moeite besteden aan het aanvallen van de onderbouwing van het argument, maar als het argument niet relevant is, is dat overbodig. Daarnaast, als je het argument weerlegt met een tegenargument, zal de jury er vanuit gaan dat je kennelijk denkt dat het argument relevant, logisch en consistent is. Als dat niet zo is, heb je de verkeerde indruk gewekt. Dus stel jezelf deze vragen in deze volgorde om argumenten snel van repliek te kunnen dien!
21
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Argumentatie II: De strategie In een debat draait het vaak om een voorstel of beleidswijziging. Er wordt een verandering van de status quo – het huidige beleid - voorgesteld en over de wenselijkheid van die verandering draait het debat. Hoe kan je nou een waterdicht voorstel presenteren? Of hoe vind je nou juist snel de zwakte van een in het eerste gehoor goed klinkend voorstel? Veel debaters maken gebruiken van de zogenaamde standaardgeschilpunten. Dat zijn de vragen waarover het vaakst wordt gestreden in een debat, vergadering of discussie waar het gaat om een concrete beleidswijziging. Als je als voorstander laat zien dat al de vragen met een ‘ja’ beantwoord moeten worden, win je het debat. Een tegenstander heeft echter het debat al gewonnen als hij aannemelijk maakt dat slechts één vraag negatief dient te worden beantwoord. STANDAARDGESCHILPUNTEN 1)
2)
3)
Is er een probleem? a
Is het ernstig?
b
Is de oorzaak gelegen in het huidige beleid?
Is er een plan? a
Is het uitvoerbaar?
b
Is het doeltreffend?
Zijn de voordelen groter dan de nadelen?
Een verstandige tegenstander richt zich op het zwakste punt van het betoog van de voorstanders. Hij hoeft dus niet alle punten één voor één aan te vallen. Je kan er echter wel voor kiezen om meerdere geschilpunten aan te vallen. Je gebruikt een voorwaardelijke redenering. Dit doe je als volgt: “We denken dat het probleem niet bestaat. Maar zelfs als het wel bestaat, vinden wij het voorstel van de voorstanders niks. Het plan is namelijk ook niet doeltreffend in het oplossen van het probleem.” Ook voor de voorstanders kan het strategisch zijn om een geschilpunt te verzwijgen. Dat zou je bijvoorbeeld kunnen doen, als het overduidelijk niet aan jouw kant valt. Is je plan niet bijzonder doeltreffend, leg daar dan geen extra nadruk op door het te benoemen. Maar als
22
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
je deze strategie volgt, bedenk dan wat je gaat zeggen als je tegenstander ermee aan komt zetten. Want je hebt daar nog steeds bewijslast! Het probleem Alvorens je een voorstel doet tot wijziging van het huidige beleid is het een goed idee om eerst een behoefte te creëren voor vernieuwing. Mensen hebben een conservatieve aard. Zij redeneren zoals een bekend Engels gezegde: “if it aint broke, don’t fix it.” Je creëert een behoefte voor verandering en toont de noodzaak aan van je plan door een probleem van de status quo te belichten. Vraag jezelf af: wat is er mis? In negen van de tien debatten zullen voor- en tegenstanders het eens zijn over het probleem. Desalniettemin is het sterk om te laten zien dat het probleem ernstig en structureel is. Immers, hoe groter het probleem is, hoe groter de noodzaak voor jouw oplossing. Beschrijf het probleem dus in geuren en kleuren. Let er wel op dat je een probleem kiest dat niet zo groot is dat jouw plan het niet meer oplost. Stel dat je moet debatteren over het verhogen van de accijnzen op benzine. Je bent dan kwetsbaar als je als probleem neemt de opwarming van de aarde. Een verhoging van de benzineprijs in Nederland voorkomt niet een verdere opwarming van de aarde. Daarvoor is het plan simpelweg te klein. Veel slimmer is het om je probleem specifieker te maken en je te richten op het schadelijke en onnodige effect van onze auto’s op het milieu. Denk dus aan de samenhang tussen het probleem en het plan. Ervaren debaters weten dat het ene probleem sterker is dan het andere probleem. Daarbij speelt niet alleen de ernst van het probleem een rol; de urgentie van het probleem ook. Als nu iets doen altijd beter is dan nu niets doen, dwing je de oppositie om toe te geven dat er iets gedaan moet worden. Dan heb je al een eerste belangrijke stap gezet op weg naar een gewonnen debat. Als ze vervolgens geen redelijke alternatieven kunnen noemen, heb je bijna zeker het debat gewonnen. Als je kunt kiezen tussen verschillende problemen verdient een urgent probleem altijd de voorkeur – zelfs als het iets minder ernstig is. Het plan Voordat je een debat kunt voeren, moet duidelijk zijn waar dat debat precies over gaat. Daarvoor dient het plan. In de meeste gevallen ligt het plan besloten in de stelling. Vaak moeten er zaken worden geconcretiseerd en soms moeten er voorwaarden aan worden
23
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
toegevoegd. Dit is het eerste dat je in de voorbereidingstijd wilt vaststellen. Het gaat erom dat je precies duidelijk maakt aan de jury wie, wat gaat doen op welke wijze. Beleid moet altijd voldoen aan de eisen van uitvoerbaarheid en doeltreffendheid. Een plan is niet uitvoerbaar als het onmogelijk is om toe te passen in de praktijk. Dit is het geval wanneer de middelen er niet zijn, of de wil ontbreekt bij de betrokken instantie. Dus stel dat je debatteert over een wettelijke plicht om een opgeruimde klerenkast te hebben. Dan moet je als voorstander aannemelijk kunnen maken dat dit controleerbaar is. Zo niet, dan kan het plan niet worden uitgevoerd. Daarnaast moet beleid meer zijn dan symboolwetgeving – het moet daadwerkelijk een effect sorteren. Als voorstander doe je er goed aan om te laten zien hoe je plan precies het probleem bestrijdt. Daarom is het een goed idee om als eerste argument te nemen dat het plan effectief is: “Ons plan is effectief en ik zal u precies laten zien hoe ons mechanisme werkt.” Voor- en nadelen Vaak heeft een plan meer effecten dan het oplossen van een probleem. Beleid heeft vaak bredere implicaties. Als debater wil je natuurlijk ook dat aangrijpen om jouw standpunt overtuigender te maken! Dus andere voor- of nadelen kunnen ook worden benoemd. Soms weet je zeker dat je tegenstanders een bepaald nadeel van je plan zullen brengen waarschijnlijk omdat het een vrij evident punt is. Is het verstandig dit al zelf te benoemen? Kortweg: ja! Het kan heel sterk zijn om de jury te vaccineren tegen een nadeel. Je brengt het nadeel dan in verzwakte vorm en vervolgens weerleg je het volledig. Je hoeft niet te laten zien dat het nadeel niet bestaat, maar louter dat het niet opweegt tegen alle voordelen. Als je dat hebt gedaan, zal de jury het nadeel een heel stuk minder indrukwekkend vinden als de tegenstanders daadwerkelijk met het punt komen aanzetten! “Vaccineer de jury voor een lastig tegenargument door
een
verzwakte
versie van dat argument
24
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Aan deze hele effectieve strategie zitten wel twee gevaren
vooraf te weerleggen.”
waarvan jij je bewust moet zijn. Ten eerste, je wilt geen slapende leeuw wakker maken. Als je geen sterk vermoeden hebt dat de tegenstanders met dat punt gaan komen, riskeer je dat je ze op ideeën brengt. Debatteren wordt vaak een gentleman’s sport genoemd, maar je tegenstander argumenten aandragen gaat iets te ver! Ten tweede, verlies je eigen sterke punten niet uit het oog. Het is verleidelijk alleen maar te weerleggen wat je tegenstander zegt of gaat zeggen. Maar daarmee verlies je jouw sterkste punten uit het oog. En dat is zonde, juist die punten wil jij goed onder de aandacht brengen bij de jury. Wees er dus op bedacht dat je niet te veel op de punten van de tegenstander gericht bent. De standaardgeschilpunten zijn een analytisch model bedoeld om de beoordeling van de wenselijkheid van beleid te structureren. Het is geen vast stramien waar jij je aan moet houden in het debat. Maar het geeft je inzicht in de strategische keuzes die jij kan maken bij het presenteren van een voorstel.
25
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Drogredenen & debattrucs Alleen goede argumenten zijn overtuigend? Helaas niet. Je hebt vast wel eens gehoord van drogredenen. Dat zijn redeneringen die niet kloppen, maar wel aannemelijk lijken. Ze zijn dus bedrieglijk! Drogredenen worden aan de lopende band gebruikt. Premier Balkenende gebruikte een drogreden toen hij PvdA-leider Bos verweet te ‘draaien en oneerlijk’ te zijn tijdens de verkiezingscampagne van 2006. Hij speelde met deze opmerking op de man en dus niet op de bal. Dat is een klassieke argumentum ad hominem. Maar voordat je het veroordeelt – de partij van Balkenende steeg vervolgens wel in de pielingen! Drogredenen kunnen dus heel effectief zijn. Dat betekent zeker niet dat het verstandig is om ze dan maar te gaan gebruiken aan de lopende band. In veel situaties werken ze niet. Wanneer het publiek heel kritisch is op de inhoud of veel af weet van het onderwerp, zullen ze ogenblikkelijk worden ontmaskerd waarna degene die zich ervan bediende, prompt voor paal staat. Of nog erger: te boek komt te staan als een bedrieger. Om deze redenen werken drogredenen en debattrucs minder goed in het wedstrijddebat. Je leert zuiver te redeneren en wordt vaak gejureerd door mensen die dat ook goed kunnen. Maar een beginnende debater zal meer dan een paar keer onbewust een drogreden gebruiken. De jury zal je daar op wijzen. En dat is maar goed ook, want of je nou de Latijnse namen kent – ad baculum, post hoc ergo propter hoc – je kan ze alleen maar strategisch inzetten als je weet wanneer je ze en hoe je ze gebruikt. Wat doe je als er een drogreden tegen je wordt gebruikt? Er zijn in elk mondelinge geschil twee strijdtonelen. Het strijdtoneel van de inhoud en het strijdtoneel van de trucs.
INHOUD
TRUCS
Drogredenen behoren tot het strijdtoneel van de trucs. De kunst is om zo snel mogelijk terug te gaan naar de inhoud. Of het nu in een wedstrijddebat of in een vergadering gebeurt, het is bijzonder effectief om een drogreden te benoemen. Laat zien dat je tegenstander een drogreden gebruikt. Het is verleidelijk om mee te gaan en zelf drogredenen te gebruiken of met je tegenstander in discussie te gaan over zijn drogreden, maar over het algemeen verdient dit geen aanbeveling. Meestal worden drogredenen en debattrucs gebruikt door mensen die niet goed zijn op de inhoud. Als jij dat wel bent, schaadt je zo’n tegenstander het meest door je door de drogreden niet uit het veld te laten slaan en snel terug te gaan naar het strijdtoneel waarop jij sterk staat!
26
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
Overtuigend presenteren De nadruk van zowel de basiscursus debatteren als deze reader ligt op de verbale elementen van het spreken. En dus niet op de non-verbale elementen die traditioneel worden gedoceerd in een presentatietraining. We hebben het namelijk nog helemaal niet gehad over oogcontact, lichaamshouding, handgebaren en stemgebruik. Dat verbaast sommige mensen. Zeker omdat in de media na grote TV-debatten tussen politieke kopstukken de analyse vaak alleen maar is gericht op de vorm (“straalde de PvdA-leider uit dat hij een oppositieleider is of kandidaat voor het premierschap is?”). Toch is het niet zonder reden dat non-verbale presentatie niet het doel is van een debatcursus. Debatteren helpt je om een goede, kernachtige boodschap te formuleren. Deze boodschap sluit aan bij het publiek, kan lastige vragen doorstaan en, kort gezegd, overtuigt mensen. Een goede boodschap is de basis van een goede spreekbeurt. Wie geen goed verhaal heeft kan nog zo goed oogcontact maken en de juiste handgebaren inzetten, maar de spreker zal toch niet overtuigen! Daarentegen, als de kernboodschap helemaal in orde is, lijken de traditionele elementen van presentatie vaak ook op de juiste plaats te vallen. Dat komt omdat een spreker met een goed verhaal met meer zelfvertrouwen voor de groep staat en de helderheid heeft in zijn hoofd om goed te presenteren. Dat wil echter niet zeggen dat het geen zin heeft om je te richten op de traditionele elementen van presentatie. Integendeel! De meeste mensen ontdekken dat een goede presentatie de inhoud van het verhaal nog overtuigender maakt. Er is dus een wisselwerking tussen presentatie en de boodschap die Marcus Tullius Cicero al meer dan tweeduizend jaar geleden heeft verwoord: “De woorden geven de inhoud glans, en de inhoud maakt de presentatie mooi.”
“De woorden geven de inhoud glans, en
Naar mate je blijft groeien in het debat, loont het de
de inhoud maakt de
moeite om te kijken hoe jij jouw presentatie kan verbeteren. Er
presentatie mooi.” –
is niet één goede manier van presenteren. Wat een goede
Marcus T. Cicero (in De
presentatie maakt, is afhankelijk van het publiek, het onderwerp
Oratore)
en de spreker. Met andere woorden: passendheid. In het
27
Basismap Tilburgse Debat Vereniging Cicero 2014-2015
wedstrijddebat is het doorgaans zeer geaccepteerd dat debaters snel spreken, terwijl dat daarbuiten vaak wordt afgekeurd. Dus een goede spreker kan de vorm afstemmen op de context. Toch zijn er enkele beproefde tips die elke presentatie beter kunnen maken: -
Ga tijdens een presentatie goed recht staan, maar zak iets door je knieën. Met
andere woorden, zorg dat je knieën niet “op slot” staan. Let bij een grote presentatie er ook op dat jij je tenen ontspant. Zweverig advies? Misschien. Maar gespannen tenen en knieën zijn vaak tekenen van een gespannen houding die onnatuurlijk is. Door het aannemen van de verkeerde houding vergeren de zenuwen. -
Vraag aan juryleden, vrienden of familieleden of je stopwoordjes hebt. Vaak
zijn we ons daar zelf niet van bewust maar weet onze omgeving ze feilloos te benoemen. Het is goed om je bewust te zijn van je stopwoordjes, want alleen dan kan je het afleren! -
Zet je woorden kracht bij met ondersteunende bewegingen. Wie naar de grond
wijst terwijl hij zegt “op deze plek…” geeft zijn woorden meer kracht. -
Wat betreft stemgebruik is één ding echt belangrijk: variatie. Wie steeds op
dezelfde toon praat, zal zijn publiek verliezen. o
Je kan afwisselen in spreektempo door een aantal zinnen – of delen van
zinnen – wat sneller uit te spreken, om vervolgens weer het tempo te verlagen. De woorden die minder snel worden uitgesproken krijgen zo meer nadruk. En het hele verhaal is fijner om naar te luisteren omdat er ritme in zit. o
Eindig nooit een alinea of verhaal met een stijgende intonatie, tenzij het
een vraag is. Dat wordt geassocieerd met onzekerheid. Eindig dus liever laag. -
Experimenteer met stijlmiddelen om je presentatie duidelijker en verzorgder te laten
overkomen. Een retorische vraag (“Waarom is dit plan beter dan de status quo? Dat zal ik je vertellen…”) kan je helpen om een overgang te maken in je betoog. Een drieslag (“Dit is oneerlijk, onrechtvaardig en onacceptabel!”) kan een belangrijk punt in je betoog amplificeren. En zo zijn er nog talloze andere stijlmiddelen!
28