2012
IPD utopie of toekomst? Onderzoek naar de bekendheid en vorderingen op het gebied van Building Information Modeling (BIM) en Integrated Project Delivery (IPD) en het ontwikkelen van een implementatieplan voor IPD.
Bas Blokhuis& Paul Eshuis
Academie Bedrijfskunde & Ondernemen Bouwtechnische Bedrijfskunde 2012
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Saxion Enschede ABO BTB 2012 Eindfase
Onderwerp Status Datumpublicatie
: : :
Afstudeeropdracht ITANNEX Almelo 2012 Concept versie 1 maandag 11 juni 2012
Auteurs Nummer E-mail Telefoon
: : : :
Paul Eshuis 130599
[email protected] 06-52711353
Opdrachtgever
:
ITANNEX Almelo
Begeleiders ITANNEX Saxion Saxion
: : : :
Dhr. E. van Eck Dhr. L.M.L. Platier Dhr. B.J.C.M. Wegdam
Enschede
Bas Blokhuis 124292
[email protected] 06-12043690
-
Bedrijfsbegeleider 1e afstudeerbegeleider 2e afstudeerbegeleider
2012
Voorwoord Voor u ligt de rapportage van de afstudeeropdracht gemaakt door Paul Eshuis en Bas Blokhuis, studenten van de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde aan het Saxion te Enschede. In het kader van het afstuderen voeren wij een marktonderzoek uit. Het onderzoek naar de bekendheid van BIM wordt uitgevoerd in opdracht van ITANNEX. Gedurende onze afstudeerperiode van 23-01-2012 tot en met 26-6-2012 doen wij een marktonderzoek onder klanten van ITANNEX en mogelijke toekomstige klant. Graag willen we van de gelegenheid gebruik maken om een aantal personen te bedanken die een waardevolle bijdrage hebben geleverd aan het onderzoek. Van ITANNEX willen we Erik van Eck bedanken voor zijn begeleiding gedurende het afstudeertraject. Ook willen we al het personeel van ITANNEX Almelo bedanken voor de gastvrijheid, het meedenken en het verstrekken van bruikbare informatie. Tot slot bedanken we Ben Platier en Bernhard Wegdam van de opleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde voor de begeleiding en waardevolle aanbevelingen.
Almelo, 11 juni 2012 Bas Blokhuis en Paul Eshuis
iii
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Samenvatting Aanleiding De laatste jaren wordt er in de bouwwereld steeds vaker gesproken over BIM. Namens ITANNEX Almelo is een onderzoek uitgevoerd om te kijken naar de vorderingen van BIM en IPD binnen de Nederlandse Utiliteitsbouwbranche. Eerst is er deskresearch gedaan naar de algemeenheden van BIM en IPD. Vervolgens is een kwantitatief marktonderzoek uitgevoerd naar de vorderingen van BIM. Het kwantitatieve marktonderzoek heeft een vervolg gekregen door een kwalitatief onderzoek. Tijdens het kwalitatieve onderzoek is gekeken naar de procesmatige kant achter BIM. Door middel van deze onderzoeken is geprobeerd antwoord te geven op de volgende hoofdvraag. ‘’ In hoeverre zijn Installateurs, Architecten, Constructeurs en Aannemers in de Nederlandse utiliteitsbouwbranche bekend met en gevorderd op het gebied van BIM en IPD, wat zijn hun toekomstverwachtingen hieromtrent en welke afspraken moeten worden vastgelegd om IPD succesvol binnen een organisatie te implementeren? ’’ Onderzoeksopzet Het onderzoek is opgebouwd uit drie delen. Het eerste deel vormt de theoretische basis om inzicht te krijgen in de complexe onderwerpen BIM en IPD. Het tweede deel is een marktonderzoek onder de Nederlandse utiliteitsbouwbranche, met het oog op de bekendheid en vorderingen van BIM. Het derde deel betreft een kwalitatief onderzoek. Resultaten BIM kan worden omschreven als een nieuwe samenwerkingsmethodiek. De twee essentiële aspecten binnen BIM zijn de veranderde denkwijze en het model. In het BIM-model staat alle relevante informatie dat centraal, actueel en real-time beschikbaar is voor alle betrokken partijen. De informatie dient beschikbaar te zijn tijdens de gehele levenscyclus van het bouwobject. Het traditionele proces verandert. Het voorbereidingstraject wordt intensiever. Daarnaast vereist de veranderde werkwijze een andere denkwijze. De cultuur binnen een organisatie dient te veranderen. Kwantitatief marktonderzoek
Alle respondenten zijn bekend met BIM, de interpretaties van het begrip lopen uiteen. 62% van de respondenten tekent met een 3D-tekenpakket. 90% van de respondenten die tekenen met een 3D-tekenpakket vinden dat ze werken aan de hand van BIM. Ongeveer 75 % van de respondenten geeft aan te verwachten dat BIM de nieuwe werkmethodiek wordt. Meer dan 75% van de respondenten geeft aan dat BIM een positieve wending geeft aan de samenwerking tussen de verschillende partijen. De belangrijkste redenen van respondenten om de overstap naar BIM te hebben gemaakt zijn: o Faalkostenreductie o Beter beheersen van interne- en externe processen
iv
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Kwalitatief marktonderzoek De gegevens van het kwalitatieve onderzoek zijn in het model van Bilal Succar verwerkt. Uit het model van Bilal Succar (zie hieronder) blijkt dat de Nederlandse bouwsector nog niet in de buurt komt van het IPD-stadium, aangezien BIM eerst eigen gemaakt moet worden. Gezien de ontwikkelingen in de ICT-sector en de stappen die de afgelopen jaren zijn gemaakt, verwachten de respondenten dat de eerste projecten aan de hand van IPD binnen vijf jaar worden gerealiseerd.
Conclusies De Nederlandse utiliteitsbouwbranche vordert steeds verder op het gebied van BIM. De koplopers zijn de constructeurs en architecten gevolgd door de aannemerij en de installateurs. BIM ontwikkelt zich binnen de Nederlandse bouwsector in een steeds verder stadium. Uit onderzoek blijkt dat IPD geen utopie is, maar toekomst. Aanbevelingen Naar aanleiding van het onderzoek is een roadmap opgesteld. Deze roadmap is te gebruiken door bedrijven die BIM en IPD succesvol willen implementeren binnen hun organisatie. Wanneer de stappen van de roadmap worden gevolgd, zullen BIM en IPD geïmplementeerd worden. De processen binnen de organisatie zullen dan effectiever en efficiënter verlopen. Andere aanbevelingen zijn hieronder weergeven
Opzetten van een BIM-standaard door de overheid Opzetten en delen van eigen bibliotheken door leveranciers en bedrijven Creëren van meer transparantie en openheid bij samenwerkende organisaties Uitvoeren van een vervolgonderzoek naar opdrachtgevers en gemeenten v
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Inhoud Voorwoord ..............................................................................................................................................iii Samenvatting........................................................................................................................................... iv 1.
Inleiding ........................................................................................................................................... 1 1.1
Probleemstelling...................................................................................................................... 1
1.2
Doelstelling .............................................................................................................................. 2
1.3
Vraagstelling ............................................................................................................................ 2
1.4
Onderzoeksopzet..................................................................................................................... 3
2.
ITANNEX .......................................................................................................................................... 5
3.
Deskresearch: Algemeenheden en ontwikkelingen van BIM en IPD .............................................. 6
4.
3.1
BIM .......................................................................................................................................... 6
3.2
IPD ......................................................................................................................................... 10
3.3
Conclusies .............................................................................................................................. 12
Fieldresearch: Ontwikkelingen en vorderingen BIM en IPD ......................................................... 13 4.1 4.1.1 4.2 4.2.1 4.3
5.
Kwantitatief marktonderzoek utiliteitsbouwbranche Nederland ......................................... 13 Conclusies .......................................................................................................................... 20 Kwalitatief marktonderzoek .................................................................................................. 21 Conclusies .......................................................................................................................... 27 Koppeling tussen het desk- en fieldresearch ........................................................................ 28
Roadmap ....................................................................................................................................... 30
5.1 Uitwerking roadmap...................................................................................................................... 31 6.
Conclusies & aanbevelingen .......................................................................................................... 32
Bronnen ................................................................................................................................................. 38
vi
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
1. Inleiding 1.1
Probleemstelling
Situatieschets ITANNEX is een landelijk opererend adviesbureau voor teken- en ontwerpoplossingen in de bouw- en installatietechniek. Vanaf de start, bijna 15 jaar geleden, heeft ITANNEX zich in dit soort oplossingen gespecialiseerd. Bij de organisatie zijn ruim 40 medewerkers in dienst, waarvan het merendeel bouwkundig geschoold is. De klantenkring bestaat onder andere uit ingenieurs, architectenbureaus, aannemers, installatie (advies) bureaus, woningcorporaties en gemeenten. ITANNEX houdt zich bij deze opdrachtgevers bezig met de implementatie, training en ontwikkeling van teken- en ontwerpsystemen gebaseerd op de producten van Autodesk. Naast AutoCAD levert ITANNEX branchespecifieke producten zoals; AutoCAD Civil 3D, AutoCAD Map 3D, AutoCAD Architecture, Revit Architecture, Revit Structure, Revit MEP, Navis Works en 3DS Max Design. In dit segment is ITANNEX marktleider in de Benelux. Aanleiding De bouw in algemene zin ondervindt hinder van faalkosten. Faalkosten zijn kosten die ontstaan doordat onder andere een proces inefficiënt verloopt. De traditionele werkwijze is hier één van de oorzaken van. Door de jaren heen is er een nieuwe werkmethodiek ontwikkeld genaamd Building Information Modelling oftewel Bouw Informatie Model(BIM). BIM is een middel dat mede zorgt voor een efficiënter bedrijfsproces waardoor onder andere de faalkosten worden beperkt. Een ander begrip dat binnen de bouwwereld zijn intrede doet, is het zogenaamde Integrated Project Delivery (IPD). IPD staat voor het integraal ontwerpen van een project met behulp van een as-built situatie. Dit houdt in dat het gebouw in zijn geheel in 3D getekend wordt. IPD verbetert de efficiëntie en de workflow binnen de bouw. Naast de gehele procesoptimalisatie kan een BIM uitstekend gebruikt worden tijdens IPD. Vooral in de communicatie tussen partijen of teamleden kan het een belangrijke rol spelen. Met behulp van IPD en een BIM kan elk aspect van het bouwproject prima worden gemodelleerd en beschreven. Dit leidt tot efficiëntere processen binnen het bedrijf en uiteindelijk tot kostenvoordeel. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen is bij ITANNEX het idee ontstaan om de mogelijkheden hier omtrent te onderzoeken. Probleemstelling ITANNEX heeft momenteel niet duidelijk in beeld hoever de verschillende partijen (installateurs, architecten, constructeurs, aannemers en opdrachtgevers) binnen de Nederlandse utiliteitsbouwbranche zijn met BIM. Daarnaast is er onvoldoende duidelijk over het vastleggen van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Hierbij moet gedacht worden aan de regie binnen het model. Wie is verantwoordelijk, wanneer er onjuiste aanpassingen worden gedaan in het model. Ook heeft ITANNEX niet goed in beeld wat de toekomstverwachtingen zijn van de (potentiële) klanten. Om deze redenen is het voor ITANNEX momenteel nog niet mogelijk om een goed 1
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
implementatieplan voor IPD aan klanten aan te bieden. Klanten kunnen dus nog geen goede onderbouwde keuze maken om IPD te integreren binnen de organisatie.
1.2
Doelstelling
Het onderzoek heeft de volgende doelstelling: Het verkrijgen van inzicht in de bekendheid en vorderingen van BIM en IPD bij verschillende partijen(installateurs, architecten, constructeurs en aannemers) van de utiliteitsbouwbranche en de manier van het contractueel vastleggen van afspraken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Naar aanleiding van dit onderzoek moet het voor ITANNEX mogelijk zijn om een goed implementatieplan aan klanten aan te bieden zodat klanten een onderbouwde keuze kunnen maken om IPD te integreren binnen hun organisatie. De conclusies en aanbevelingen moeten in verslagvorm op 14-06-2012 aangeboden worden aan ITANNEX.
1.3
Vraagstelling
De hoofdvraag die uit de doelstelling voortvloeit, is de volgende: In hoeverre zijn installateurs, architecten, constructeurs en aannemers in de Nederlandse utiliteitsbouwbranche bekend met en gevorderd op het gebied van BIM en IPD, wat zijn hun toekomstverwachtingen hieromtrent en welke afspraken moeten worden vastgelegd om IPD succesvol binnen een organisatie te implementeren? De hoofdvraag wordt beantwoord aan de hand van een aantal deelvragen namelijk: Algemeen: 1 Wat is een Building Information Model (BIM)? 1.1 Wat zijn de voor- en nadelen van BIM? 1.2 Wat is de toegevoegde waarde van BIM voor een bedrijf? 1.3 Voor welke bedrijven is BIM geschikt? 2 Wat is Integrated Project Delivery (IPD)? 2.1 Wat zijn de voor- en nadelen van IPD? 2.2 Welke bedrijven zijn reeds bekend met IPD? 2.3 Wat is er voor nodig om IPD succesvol te implementeren? Marktonderzoek: 3 Hoe bekend is BIM bij bedrijven in de Utiliteitsbranche? 3.1 Staan er bedrijven open om gebruik te maken van BIM? 3.1.1 Welke drempels zijn er om BIM binnen hun bedrijf te implementeren en hoe zijn deze op te lossen/te verlagen? 4 Welke kenmerken hebben bedrijven die werken met BIM? 4.1 Wat is het algemene oordeel over BIM van bedrijven die reeds met BIM werken? 4.2 Hoever zijn de verschillende bedrijven gevorderd met BIM? 4.2.1 Welke functies van BIM worden reeds gebruikt door de bedrijven en welke functies missen ze? 4.3 Welke problemen ontstaan er bij bedrijven tijdens het implementeren van en werken met BIM? 4.4 Maken bedrijven gebruik van professionele begeleiding bij het implementeren van BIM? 2
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
4.5
Wat verwachten de bedrijven in de toekomst van BIM?
IPD 5
6 7 8
9
Welke kenmerken hebben bedrijven die werken met IPD? 5.1 Wat is het algemene oordeel over IPD van bedrijven die er reeds meer werken? 5.2 Aan welke voorwaarden moet een projectteam voldoen en welke projectdoelen dient men in acht te nemen? 5.3 Welke problemen ontstaan er bij bedrijven tijdens het implementeren van en werken met IPD? 5.4 Welke knelpunten ontstaan er door geïntegreerd samenwerken in een BIM? 5.4.1 Hoe zijn deze knelpunten op te lossen? Moet er gewerkt worden vanuit één model of vanuit meerdere aspectmodellen? Maken bedrijven gebruik van professionele begeleiding bij het implementeren van IPD? Hoe zijn bij IPD contractuele zaken vastgelegd? 8.1 Hoe zijn de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden vastgelegd? 8.2 Welke samenwerkingsvoorwaarden zijn er? Op welke manier kan een organisatie IPD implementeren binnen hun bedrijf? 9.1 Welke stappen dient een organisatie te doorlopen om te werken met IPD?
1.4
Onderzoeksopzet
Hierboven zijn de doelstelling, de hoofdvraag en de daarbij behorende deelvragen beschreven. Om de deelvragen te beantwoorden, moet het duidelijk zijn op welke manier de beoogde informatie wordt vergaard. Bij dit onderzoek is er gekozen voor desk- en fieldresearch. Allereerst wordt er deskresearch uitgevoerd naar BIM en IPD in het algemeen. Op deze wijze kunnen de interviews en enquêtes optimaal voorbereid worden. Naast deskresearch wordt er ook fieldresearch gedaan. Dit geschiedt in de vorm van interviews (kwalitatief) en een elektronische vragenlijst (kwantitatief). Het onderzoek wordt hoofdzakelijk uitgevoerd in de Nederlandse utiliteitsbouwbranche. Daarnaast wordt er ook onderzoek uitgevoerd in de volgende branches: scheepvaarbouw, grond-, weg en waterbouw, vliegtuigbouw. De combinatie van de deskresearch en het kwantitatieve- en kwalitatieve onderzoek moet antwoord geven op de vragen omtrent IPD.
3
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Steekproef Voor het kwantitatieve onderzoek is een aselecte steekproef gemaakt onder architecten, constructeurs, installateurs en aannemers van de Nederlandse utiliteitsbouwbranche. Zodoende wordt de kennis over BIM bij verschillende disciplines uit de bouwbranche getoetst. Ook wordt gekeken naar de interesse in BIM en IPD, en de bereidheid om de overstap naar BIM en IPD te maken. Deze vorm van kwantitatief onderzoek moet meer inzicht geven over de bekendheid van BIM binnen de utiliteitsbouwbranche. De gegevens worden onder de verschillende disciplines verzameld aan de hand van een elektronische vragenlijst. Over het algemeen is de respons op een kwantitatief onderzoek laag. Om het aantal respondenten te verhogen, wordt er vooraf persoonlijk contact opgenomen met de verschillende bedrijven. Naast het persoonlijke contact wordt er een samenvatting van de resultaten aan de deelnemende organisaties aangeboden. Door het toepassen van deze werkwijze wordt verwacht dat de respons op het onderzoek wordt verhoogd. De vragenlijst is opgesteld in samenwerking met ITANNEX en Saxion. De vragenlijst zal per e-mail verstuurd worden naar de desbetreffende organisaties. In bijlage 2 is de specificatie van de vragen terug te vinden. In bijlage 3 is de lijst te vinden van de bedrijven waarbij de enquête wordt afgenomen. Populatie: De aselecte steekproef maakt het mogelijk conclusies te verbinden aan de interesse in BIM voor niet alleen landelijk- en regionaal opererende organisaties, maar ook voor kleine en grote organisaties. Er wordt een steekproef gehouden onder 200 organisaties in de utiliteitsbouwbranche. Er wordt eerst telefonisch contact gezocht met de organisaties. Verwacht wordt een respons van ongeveer 40%. De doelgroep voor het kwantitatieve onderzoek:
Het marktonderzoek is gericht op de architecten, constructeurs, installateurs en aannemers in de Nederlandse utiliteitsbouwbranche. Bij de bedrijven wordt de enquête afgenomen bij de directie. Wanneer de directie geen tijd heeft, wordt er contact gezocht met verschillende hoofden van de volgende afdelingen: Werkvoorbereiding, ICT, Calculatie, Uitvoering. Ter inventarisatie wordt er eerst contact opgenomen met de bedrijven.
Belang: ITANNEX is leverancier van AUTODESK producten. ITANNEX levert onder andere 3D-tekenpakketten die zeer geschikt zijn voor BIM. Een marktonderzoek kan voor ITANNEX nieuwe ontwikkelingen en ideeën opleveren. De vraag van klanten en de wijze waarop deze tegen BIM en IPD aankijken, wordt in kaart gebracht. Zo heeft ITANNEX de wensen en behoeften van (potentiële) klanten goed in beeld en kunnen zij hierop inspelen. Daarnaast kan er naar verwachting veel geleerd worden over IPD en het optimaliseren van de verschillende processen. Er wordt ten slotte een implementatieplan ontwikkeld dat ITANNEX vervolgens aan kan bieden aan de (potentiële) klanten.
4
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
2. ITANNEX ITANNEX is een landelijk opererend adviesbureau voor teken- en ontwerpoplossingen in de bouw- en installatietechniek. Vanaf de start, bijna 15 jaar geleden, heeft ITANNEX zich in dit soort oplossingen gespecialiseerd. Bij de organisatie zijn ruim 40 medewerkers in dienst, waarvan het merendeel bouwkundig geschoold is. In 2011 heeft ITANNEX een omzet gehaald van circa 7 miljoen euro. De klantenkring bestaat onder andere uit Ingenieurs, architectenbureaus, aannemers, installatie (advies) bureaus, woningcorporaties en gemeenten. ITANNEX houdt zich bij deze nationale- en internationale opdrachtgevers bezig met de implementatie, training en ontwikkeling van teken- en ontwerpsystemen gebaseerd op de producten van Autodesk. Naast AutoCAD levert ITANNEX branche specifieke producten zoals; AutoCADCivil 3D, AutoCAD Map 3D, AutoCAD Architecture, Revit Architecture, Revit Structure, Revit MEP, NavisWorks en 3DS Max Design. In dit segment is ITANNEX marktleider in de Benelux. Het onderscheidend vermogen van ITANNEX wordt mede bepaald door hun medewerkers, die uit hoofde van opleiding en ervaring beschikken over een zeer gedegen deskundigheid. Een groot gedeelte van het personeel is bouwkundig geschoold op niveau van Hoger Beroepsonderwijs of Universiteit. Naast de rol als wederverkoper van specifieke Autodesk programmatuur, is het ITANNEX’ kerntaak om ondersteuning en/of advisering rondom deze producten aan te bieden. Dat kan in veel varianten: van opleidingen en projectmanagement tot technische consultancy en implementatiebegeleiding. ITANNEX kan dit invullen met marktconforme prijsstellingen en met kundige medewerkers met een hoog kennisniveau. De consultant of adviseur moet productief en effectief te werk gaan, waardoor een investering zich zo snel mogelijk terugverdiend (Info over ITANNEX, 2012).
5
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
3. Deskresearch: Algemeenheden en ontwikkelingen van BIM en IPD In dit hoofdstuk leest u de algemeenheden en ontwikkelingen op het gebied van BIM en IPD, welke voor- en nadelen er zijn en wat de toekomstverwachtingen van BIM zijn. Ook worden strijdige standpunten geformuleerd, welke uit de praktijk naar voren zijn gekomen. Alle informatie is afkomstig uit diverse actuele (2007 tot heden) nationale en internationale bronnen.
3.1
BIM
BIM BIM staat voor Building Information Model, ook wel Bouw Informatie Model genoemd. Deze nieuwe manier van modelleren is een steeds vaker voorkomend feit binnen de bouw wereld. Vanuit de eisen, wensen of doelstellingen van de klant wordt er een bouwmodel ontwikkeld. Het modelleren begint met het op papier zetten van de eisen en wensen van de klant. Op de traditionele manier begon het tekenen op papier en ging het later over naar 2D. Nu is het 2D tekenen niet meer in trek, en wordt langzamerhand de overstap gemaakt naar BIM. De ontwikkelingen rond het model gaan in razend tempo. Het BIM integreert informatie over het bouwwerk zelf namelijk: 3D 4D 5D 6D
3D visualisatie Tijdsplanning Kosten calculatie Planning en beheer
BIM gaat verder dan het digitaal modelleren. BIM heeft als doel om informatie op te slaan van alle disciplines die bij een bouwproject betrokken zijn tijdens de gehele cyclus van het bouwproces. Daarnaast is het model vervolgens een goede basis van informatie tijdens de beheer- en onderhoudsfase. BIM is te onderscheiden in twee niveaus namelijk Little BIM en Big Bim. Little BIM is het toepassen van BIM op intern niveau (eigen organisatie). Big BIM is het toepassen van BIM op ketenniveau (met externe organisaties). Little BIM is voor veel bedrijven nog relatief gemakkelijk toe te passen. Dit komt omdat er binnen een organisatie veelal met dezelfde software wordt gewerkt en men dezelfde belangen heeft. Wil men echter de overstap van Little BIM naar Big BIM maken wordt het een stuk lastiger. Dit komt omdat er veel extra factoren bijkomen die het toepassen van BIM beïnvloeden. Om BIM op een succesvolle manier toe te passen is transparantie, kennis, vertrouwen en een intensieve manier van samenwerking nodig (PSIbouw, 2008).
6
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Uit onderzoek naar BIM-technologie in Amerika en Australië blijkt dat BIM de volgende voordelen met zich mee brengt: 40% minder wijzigingskosten omdat de wijziging in een vroeg stadium door wordt gevoerd; Foutmarge kostenberekening binnen de drie procent; 80% minder tijd om een kostenberekening op te stellen. Hier zit echter wel een afwijking in van circa 5%; 10% besparing op de bouwkosten door vroegtijdig fouten te identificeren; 7% besparing in de bouwtijd; De investeringen voor het inzetten van de software worden 5 tot 10 keer terugverdiend. Wat niet onvermeld mag worden gelaten, is het feit dat door de voortdurende verbetering van processen, afspraken en software rondom BIM de voordelen alleen maar groter zullen worden. Aan de boven genoemde voordelen van BIM ligt natuurlijk een oorzaak ten grondslag. Door het gebruik van BIM is er in een vroeg stadium van het bouwproces al een behoorlijke hoeveelheid informatie beschikbaar. Dit heeft tot gevolg dat keuzes worden gemaakt op basis van feiten, in plaats van op basis van inschatting en ervaring (PSIbouw, 2008). Onderzoek naar het BIM-proces Tot op heden onderschatten bedrijven vaak de impact die BIM op een organisatie heeft. Vaak denken bedrijven dat het aanschaffen van de 3D software voldoende is, maar dan begint het implementeren pas. BIM verandert het gehele (traditionele) bouwproces. Daarom is het nuttig om het bestaande (traditionele) proces tegenover het (nieuwe) BIM proces te zetten. Op deze wijze is het voor bedrijven duidelijk welke procesmatige veranderingen de implementatie van BIM met zich meebrengen. Wanneer het proces schematisch wordt uitgezet, is te zien dat het aantal te doorlopen stappen afneemt. De stappen die genomen moeten worden, zijn echter wel uitgebreider. Vooral in het voortraject moet er veel uitgevoerd worden. Hieronder staat een figuur met het traditionele proces en het nieuwe BIM proces weergeven:
DNR – fasering: IF
PD
SO
VO
DO
TO
BIM- fasering: IF
FOP
TOP
UV
G/E
5
PC
UO
G/E
10
1. Initiatief Fase (IF) Huisvestingswens Projectdefinitie Massastudies (per ruimte) 2. Functioneel ontwerp Proces (FOP) Stapeling massastudie Vormen Primair Ontwerp (concept hoofdkeuze) Primair Ontwerp (hoofdkeuze definitief, subkeuze (afbouw) concept) 3. Technisch ontwerp Proces (TOP) Definitief Ontwerp (subkeuze (afbouw)) Voorbereiden uitvoering 4. Uitvoering 5. Gebruik en exploitatie
DNR ten opzichte van het BIM proces
7
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Logischerwijs zijn de kosten van ontwerpwijziging in het voorlopige ontwerp het laagste en nemen deze naarmate het project vordert toe. Dit is te zien in de onderstaande figuur.
Het is dus zaak dat de verschillende ontwerpwijzigingen in een zo vroeg mogelijk stadium doorgevoerd worden. Op deze wijze worden er veel kosten bespaard. In het figuur is ook te zien dat het BIM ontwerpproces verder naar voren is geschoven ten opzichte van het traditionele ontwerpproces. Op deze wijze worden de kosten van ontwerpwijzigingen zo laag mogelijk gehouden. Het zwaartepunt van de ontwerpinspanningen liggen in het BIM-ontwerpproces meer in de vroege fasen. Hier zijn de beïnvloedingsmogelijkheden van de kosten/kwaliteitverhouding relatief groot. Dit houdt in dat het project nog behoorlijk kan worden gewijzigd zonder dat de kosten hier een grote rol spelen (Spekkink, 2012), (Jernigan, 2008). Verandering in communicatie en samenwerking Bij de traditionele bouwwijze worden onderaannemers en partners vaak gekozen op basis van de laagste prijs. Onderaannemers worden uitgeknepen om een zo goedkoop mogelijk product/dienst te leveren. De mate van openheid, vertrouwen en transparantheid is zeer laag. Het is meer ieder voor zich dan gezamenlijk een project tot een goed einde brengen. Bij BIM is een grote mate van vertrouwen, openheid en transparantheid noodzakelijk. Partijen moeten samen met elkaar om tafel zitten en men bekijkt samen de mogelijkheden, mogelijke knelpunten en men zoekt samen naar een goede oplossing. Het gunnen op basis van de prijs behoort hierbij tot het verleden. Onderaannemers zullen worden gesorteerd op ervaring (eerdere projecten), vertrouwen, transparantheid en kwaliteit. Het bedrijf met de laagste prijs wordt dus niet standaard gekozen. Deze veranderde denkwijze is lastig aan te nemen, omdat de gehele bouwsector al jaren op de traditionele manier werkt. BIM voor iedereen? BIM is voor iedere organisatie geschikt. Het is echter de omvang van de organisatie, die bepaalt hoe groot de investering is en hoelang de duur van de implementatie is. Binnen een kleine (tot 40 medewerkers) organisatie zijn de interne en externe processen beter te overzien. Het BIM-principe zal in dat geval ook sneller doordringen binnen de gehele organisatie. Binnen grote organisaties als Heijmans of Ballast Nedam is de investering in BIM veel groter. De duur van de implementatie zal ook meer tijd in beslag nemen. Dit komt doordat binnen deze type 8
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
organisaties de processen veel complexer zijn. Voordat het BIM-principe door is gesijpeld binnen de gehele organisatie is er al veel tijd verstreken. Het is echter voor deze type organisaties wel interessant. De bouwkosten bij deze type organisaties zijn vaak erg hoog. De oorzaak hiervan is veelal de omvang en de complexiteit van het object. BIM kan hierdoor fouten beter aan het licht brengen, waardoor faalkosten gereduceerd kunnen worden (Davies, 2011), (PSIbouw, 2008) , (Jernigan, 2008). Kosten: BNA-architecten heeft in samenwerking met TU-Delft onderzoek gedaan naar de investeringskosten van BIM. Uit het onderzoek bleek dat de investering per werkplek behoorlijk hoog waren. De belangrijkste conclusie uit het onderzoek is: ‘’ De investering in BIM per werkplek zijn weliswaar fors, maar maken dat efficiënter met de ontwerptijd kan worden omgegaan (BNA Architecten, 2012). Uit onderzoek van BIM-Intelligence blijkt ook dat de kosten hoog zijn. De all-in implementatiekosten per BIM-FTE bedragen circa € 20.000,-. Deze kosten zijn wel afhankelijk per organisatie. Daardoor hebben zij de all-in kosten weergegeven met een bandbreedte van € 17.000 tot en met €25.000 (BIM-I, 2010). Wat zijn de voor- en nadelen van BIM? Er zijn verschillende voor- en nadelen die direct- en indirect invloed hebben. In onderstaande tabel staan een aantal van deze voor- en nadelen weergeven:
Voordelen
Nadelen
Direct invloed Verlaging van de faalkosten door efficiëntere processen en minder fouten. Hergebruik van gegevens zodat ze eenmalig gebruikt hoeven te worden. Besparing in de bouwtijd door een efficiënter procesverloop Wijzigingen in het ontwerp zijn direct toetsbaar aan budget, duurzaamheid en esthetica.
Indirect invloed Beter milieu (door minder verspilde materialen). Beperkte papierstroom door interne en externe partijen. Standaardisatie en notatie van processen.
Hoge kosten: soft- en hardware; opleiden personeel; implementatiekosten; aanschaf hulpprogramma’s; inefficiënte uren personeel. Niet alle bouwsoftware is gereed voor BIM.
De opdrachtgever beschikt over te weinig kennis om BIM succesvol te implementeren. Weinig duidelijkheid over taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
Het gehele proces wordt naar voren gehaald. Men moet in een vroeg stadium belangrijke beslissingen nemen. (Hendriks, 2010), (TripleS, 2012), (Jernigan, 2008)
9
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
3.2
IPD
IPD staat voor Integrated Project Delivery oftewel integraal ontwerpen met behulp van een virtueel prototype. IPD verbetert de efficiëntie en de workflow binnen de bouw. IPD is momenteel in opkomst in Amerika en Australië maar is in Nederland nog vrij onbekend. IPD heeft als doel om de kosten te verlagen, de productiviteit te verhogen/verbeteren en natuurlijk het zorgen voor positievere resultaten. De benadering van IPD is zoals de naam het al doet vermoeden: ‘’het integreren van teamleden’’. Hierbij kan gedacht worden aan opdrachtgevers, architecten, bouwmanagers, ingenieurs en onderaannemers. De genoemde partijen gaan een samenwerkingsverband met elkaar aan. Regels en voorschriften worden vastgelegd in relationele contracten. IPD maakt gebruikt van een driedelig platform waarbij de opdrachtgever als hoofd van het platform wordt gezien. De architecten en ingenieurs komen op de tweede plek en de aannemers/bouwers op de derde. De eigenaar/opdrachtgever fungeert als kerngroep die het IPD proces beheert. Tijdens IPD worden alle belangrijke spelers op het zelfde moment samen aan boord gebracht, dit in tegenstelling tot het traditionele proces. Het IPD-proces maakt gebruikt van ervaring, talent en de input van alle teamleden, om zodoende niet alleen het beste resultaat te krijgen voor de opdrachtgever/eigenaar maar ook voor het gehele team. Dit kan geschieden door onder andere het verminderen van afval en door het maximaliseren van de efficiëntie gedurende de gehele realisatieperiode van het project (van ontwerp tot oplevering). Naast de gehele procesoptimalisatie kan BIM uitstekend gebruikt worden tijdens IPD. Vooral in de communicatie tussen partijen of teamleden kan het een belangrijke rol spelen. Met behulp van IPD en een BIM kan elk aspect van het bouwproject prima worden gemodelleerd en beschreven. Schematisch weergegeven: Traditioneel bouwen Geen team, verschillende partijen worden er wanneer nodig bijgehaald. Hiërarchische structuur. Ieder heeft zijn/haar eigen informatie. Veel kennis en expertise maar allemaal gescheiden. Ieder heeft zijn/haar eigen risico’s en moet deze ook oplossen. Individueel gericht. Het maximale rendement halen met de minimale inspanning. Alles op papier 2D
Teams
Proces
Risico Winst/opbrengsten project Communicatie en Technologie
Integrated Project Delivery Geïntegreerd team dat bestaat uit de belangrijkste betrokkenen van een project. Iedereen wordt betrokken in het begin van het proces. Kennis wordt in vroeg stadium van de bouw gebundeld. Veel expertise en openlijke communicatie. Veel vertrouwen. Risico’s worden samen beheerd en opgelost. Het succes geldt voor het hele team en is gekoppeld aan het succes van het project. Digitaal, virtueel model (BIM) 3D, 4D en 5D.
(Architects, 2007)
10
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Wat zijn de voor- en nadelen van IPD? Er zijn verschillende voor- en nadelen die invloed hebben op de organisatie of omgeving. Hieronder staan een aantal van deze voor- en nadelen in een tabel weergeven: Voor- en nadelen van Integrated Project Delivery Voordelen:
Verhoging van efficiëntie van de processen. Vroegtijdige zekerheid over het budget. Vermindering van de faalkosten. Gezamenlijke verantwoordelijkheid/risico’s, dus gezamenlijke belangen. Meer tevredenheid onder de opdrachtgevers.
Nadelen:
IPD is onbekend in de markt. Veel bedrijven zijn nog niet ver genoeg gevorderd met BIM om IPD succesvol te implementeren. Veel onduidelijkheid over taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Geen scherpe rolverdeling tot op heden. (Architects, 2007), (Ketenintegratie programma, 2012), (Ketenintegratie maritieme maakindustrie, 2012) Binnen de Nederlandse bouwbranche is IPD een onbekend begrip. Het integraal samenwerken binnen één centraal model is momenteel dus nog niet mogelijk. Organisaties maken momenteel echter wel steeds meer gebruik van 3D-ontwerpen. Succesvol slagen IPD Wanneer men IPD succesvol wil implementeren binnen de organisaties, dient er intern en extern veel te veranderen. IPD vraagt om bijvoorbeeld een cultuuromslag, mentaliteitsverandering en een gehele procesverandering. Daarnaast dient er gezocht te worden naar strategische partners. De partners komen in een vroeg stadium van het bouwproces bij elkaar. In het kwalitatieve onderzoek wordt verder ingegaan op de veranderingen van onder andere het interne en externe proces. In een vroeg stadium dient men bij elkaar te komen. Zo kunnen in overleg met de opdrachtgever de eisen van het project worden vastgelegd. Vervolgens kan er gestart worden met het ontwerp. Door het ontwerp in een vroeg stadium met elkaar te bespreken, kunnen er veel fouten worden gesignaleerd en voorkomen. Op deze wijze worden de faalkosten gereduceerd, hetgeen leidt tot een betere prijs voor de opdrachtgever en een hoger rendement voor de samenwerkende partijen (Architects, 2007), (Spekkink, 2012).
11
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
3.3
Conclusies
BIM is een nieuwe werkmethodiek waarbij het project of een deel ervan in 3D wordt gemodelleerd. Door deze nieuwe werkmethodiek ontstaat er ook een nieuw proces. Hierdoor vervalt het traditionele proces. De intensiviteit van het proces verschuift naar het beginstadium. In het beginstadium zijn wijzigingen nog relatief gemakkelijk door te voeren zonder grote (financiële) gevolgen. In dit stadium krijgt het model al vorm en worden er intelligente gegevens aan het model gekoppeld. Naast de veranderde werkmethodiek, verandert de communicatie en de samenwerking ook. BIM staat met transparantie, vertrouwen en openheid. De verschillende disciplines moeten daarnaast gezamenlijk streven naar een zo effectief en zo efficiënt mogelijk bouwproces. BIM is geschikt voor grote en kleine organisaties. Bij een grote organisatie is de implementatie complexer vanwege de logheid van de organisatie. Kleinere organisaties hebben meer problemen met de capaciteit van het personeel en de grootte van het budget. Naast de vele voordelen kent BIM ook nadelen. Een nadeel is bijvoorbeeld de grote kostenposten die BIM met zich meebrengt. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de all-in kosten voor het implementeren van BIM per FTE zo’n € 20.000 bedraagt. IPD staat voor Integrated Project Delivery oftewel het geïntegreerd samenwerken binnen één model. Wanneer een organisatie IPD succesvol wil implementeren, dient de organisatie enkele essentiële stappen te doorlopen. 1. 2. 3. 4.
Cultuuromslag creëren Mentaliteitsverandering Procesveranderingen in kaart brengen Strategische partners zoeken
Voordat deze stappen door kunnen worden gevoerd, is het essentieel dat de organisatie eerst werkervaring opdoet op het gebied van Little en Big BIM. Wanneer deze stappen worden overgeslagen, is de kans op een succesvol slagen zeer gering.
12
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
4. Fieldresearch: Ontwikkelingen en vorderingen BIM en IPD Er is een kwantitatief en een kwalitatief marktonderzoek uitgevoerd. Hieronder volgen de uitwerkingen van achtereenvolgens het kwantitatieve en het kwalitatieve marktonderzoek.
4.1
Kwantitatief marktonderzoek utiliteitsbouwbranche Nederland
Door middel van het kwantitatieve onderzoek binnen de Nederlandse utiliteitsbouwbranche moet inzicht verkregen worden in de bekendheid van BIM en IPD voor de verschillende partijen. Op deze wijze wordt ook de kennis over en belangstelling voor BIM en IPD bij de verschillende disciplines uit de bouwbranche getoetst. De ontwikkelingen op het gebied van BIM en IPD worden in kaart gebracht en daar kan ITANNEX mogelijk op inspelen. Aangezien de omvang van de steekproef niet groot genoeg is om de totale populatie te vertegenwoordigen, hebben de conclusies betrekking op de respondenten. De uitslag geeft een indicatie over de bekendheid van BIM en IPD voor de gehele branche. Na het telefonisch contacteren van respondenten, is de enquête naar 250 bedrijven gemaild. Van deze 250 bedrijven hebben er 56 gereageerd. De respondenten zijn onderverdeeld in vier groepen namelijk: architecten (16 reacties), aannemers (11 reacties), installateurs (11 reacties) en constructeurs (18 reacties). Allereerst zijn de gegevens van deze groepen afzonderlijk in kaart gebracht. Vervolgens zijn de groepen samengevoegd om uitspraken te doen over de gehele populatie. In deze paragraaf worden de belangrijkste resultaten besproken die naar voren zijn gekomen uit de afgenomen enquêtes. In totaal zijn er zoals aangegeven 56 enquêtes ingevuld. Regio en werkgebied van de respondenten Bij de vraag “uit welke regio komt u?” gaf ongeveer een derde aan uit Oost-Nederland te komen, daarna volgden met ongeveer een kwart, de bedrijven uit Randstad-Zuid en met 22%, de bedrijven uit Zuid-Nederland. Ongeveer 14% gaf aan te komen uit Noord-Nederland en uit Randstad-Noord kwamen met ongeveer 5% de minste respondenten. Iets meer dan de helft van de respondenten geeft aan dat hun werkgebied landelijk is. 40% van de bedrijven is lokaal/regionaal actief. Definitie van BIM volgens respondenten Er zijn verschillende interpretaties mogelijk als het gaat om de definitie van BIM. Dat is precies de reden waarom deze vraag is opgenomen in de enquête. Hieronder staan de door de respondenten meest genoemde definities weergeven: 1. BIM staat voor Bouw Informatie Model. Feitelijk is het een softwarematige oplossing om tot meer en een betere integrale samenwerking tussen de diverse bouwpartners (architect, adviseur, constructeur etc.) te komen. (3x) 2. Bouw Informatie Model, het in 3D-tekenen van een gebouw of woningen waardoor tijdens het ontwerp de knelpunten zichtbaar zijn en opgelost kunnen worden, om faalkosten tijdens de bouw zoveel mogelijk te voorkomen. (2x)
13
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
3. Bouw Informatie Modelleren, het structureren en sturen van informatie die relevant is voor alle fases van de levensloop van een gebouw. (2x) Er zijn verder veel verschillende antwoorden gegeven. Hieruit kan worden afgeleid dat BIM een “groot” begrip is en door veel partijen verschillend geïnterpreteerd wordt. De overige antwoorden van de respondenten zijn te vinden in bijlage 4. Tekenpakket Een groot deel van de respondenten werkt momenteel met een 3D-tekenpakket. In de onderstaande overzichten staan de resultaten in een tabel en grafiek weergeven.
3D tekenpakket
Constructeurs 67%
Installateurs 60%
Aannemers 36%
Architecten 87%
Wat duidelijk naar voren komt, is dat de aannemers het minst tekenen met een 3D-tekenpakket, namelijk ongeveer 37%. De installateurs scoren in tegenstelling tot de verwachting hoog. 60% geeft aan werkzaam te zijn met een 3D-tekenpakket. De installateurs die met een 3D-tekenpakket tekenen, hebben allen meer dan 35 werknemers, zo blijkt uit de enquête. De “kleinere installateurs” (minder dan 35 werknemers) werken veelal met een 2DBent u momenteel pakket. Hieruit kan worden afgeleid dat de “grotere” werkzaam met een 3D installateurs vaker met een 3D-pakket werken dan de tekenpakket? (N=56) “kleinere” installateurs. Ruim de helft van de respondenten bij de installateurs heeft meer dan 35 werknemers. Dit 38% verklaart wellicht de hogere score voor de installateurs. Het Ja 62% overgrote deel van de architecten tekent met een 3DNee tekenpakket. 2/3 deel van de constructeurs is ook werkzaam met een 3D-tekenpakket. Dit is onder andere te verklaren door de 3D-visualisaties die zij moeten maken, aangezien zij Figuur 1 berekeningen gemakkelijker kunnen uitvoeren wanneer bijvoorbeeld een constructie in 3D is gevisualiseerd. In figuur 1 zijn de opgetelde resultaten van alle respondenten weergeven. Autocad is tot op heden nog het meest gebruikte tekenpakket met ongeveer 34%. Autodesk Revit is het tekenpakket dat daarna het meest gebruikt wordt (28%). Als derde, door 13% van de respondenten gekozen, komt Stabicad. De overige pakketten worden allen door minder dan 5% van de respondenten gekozen. Stabicad wordt echter alleen door de installateurs intensief gebruikt en scoort hierdoor nog behoorlijk hoog. De overige partijen (architect, constructeur en aannemer) maken weinig tot geen gebruik van Stabicad.
14
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
BIM in de strategie en missie van de organisaties Bij bijna 41% van de bedrijven maakt BIM geen onderdeel uit van hun strategie en missie. Bij bijna 1/3 deel maakt BIM heel globaal deel uit van de strategie en missie. Het overige percentage (30%) geeft aan dat BIM deel uit maakt van de strategie en missie en heeft dit ook beschreven. Zo heeft Heijmans Woningbouw Oost bijvoorbeeld beschreven de mogelijkheid te willen hebben om in 2014/2015 volledig te BIMMEN. Toekomstverwachtingen van BIM Erg interessant zijn de toekomstverwachtingen van de verschillende bedrijven op het gebied van BIM. Ruim de helft van de respondenten verwacht dat BIM de nieuwe werkmethodiek wordt. Bijna 1/3 geeft aan er anders over te denken. Zij denken namelijk dat BIM zal worden toegepast bij projecten waarbij BIM een meerwaarde kan zijn. Een aantal andere respondenten denkt dat BIM naast de bestaande werkmethodiek gevoerd zal Wat verwacht u van BIM in de toekomst? (N=56) worden. Ongeveer 12% van de respondenten denkt dat Wordt de nieuwe werkmethodiek (36x) het slechts een 14 gunningscriterium wordt. Wordt slechts een Geen van de respondenten gunningscriteria (6x) 6 36 denkt dat BIM geen Heeft geen toekomst (0x) toekomst heeft. BIM zal zijn plek in de markt al hebben, Anders (14x) dan wel krijgen. Hiernaast staat een grafiek waarin de resultaten te zien zijn. Overstap naar een 3D tekenpakket Bijna de helft van de respondenten is al overgestapt op een 3D-tekenpakket. Bijna een kwart van de respondenten geeft aan door te gaan met dezelfde werkmethodiek. Ongeveer 1/3deel van de respondenten geeft aan binnen nu en twee jaar over te willen stappen op een 3D-tekenpakket. Beweegredenen voor de overstap naar BIM Voor de respondenten zijn er verschillende redenen om over te stappen naar BIM. 1/3 deel geeft aan overgestapt te zijn met het oog op faalkostenreductie. 16% geeft aan de overstap te hebben gemaakt om de processen binnen de eigen organisatie beter te beheersen. Daarnaast geeft bijna 20% aan de overstap te hebben gemaakt om het externe bouwproces beter te beheersen. Slechts vier respondenten zijn overgestapt om de winst te maximaliseren. Enkele respondenten geven aan een andere reden te hebben gehad voor de overstap naar BIM. Het kan bijvoorbeeld een klantvraag betreffen waar zij graag op in willen en moeten spelen of ze gaan mee met de marktontwikkeling en gebruiken BIM als marketingmiddel.
15
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Faalkosten binnen de organisatie Het overgrote deel van de respondenten, ongeveer 58%, geeft aan ze hun faalkosten marktconform (10%) schatten. 32% schat dat ze hieronder zitten en 10% denkt dat ze hierboven zitten. Voortbordurend op de eigen faalkosten van de organisatie, is gevraagd aan de respondenten welke invloed zij verwachten van BIM op de faalkosten. Meer dan de helft geeft aan dat BIM een positieve invloed kan hebben in Hoe beoordeelt u de invloed van BIM op de het reduceren van de faalkosten? (N=56) faalkosten. Daar komt bij dat bijna 10% van de 0 3% respondenten denkt dat 8% Zeer goed BIM een zeer goede 34% Goed invloed kan hebben in Voldoende het reduceren van de 55% faalkosten. Ongeveer 1/3 Matig deel van de Onvoldoende respondenten geeft aan dat BIM voldoende invloed heeft op de faalkostenreductie. Samenwerking tussen verschillende partijen De onderlinge samenwerking tussen de partners wordt veelal als voldoende(17%) en goed (59%) beoordeeld. 11% geeft aan dat de samenwerking met de partners zeer goed verloopt. 11% geeft aan dat de samenwerking matig verloopt. Slechts 3% geeft de samenwerking met de partners een onvoldoende. Vervolgens is gevraagd of BIM een goede wending kan geven aan de samenwerking tussen de respondenten en hun partners. Ondanks het feit dat het overgrote deel van de respondenten aangeeft Kan BIM een goede wending geven aan de dat de samenwerking samenwerking tussen u en uw partners? (N=56) goed verloopt, geeft meer dan 3/4 deel aan 2% dat BIM een zeer goede 8% Zeer goed 18% 12% of goede wending kan Goed geven aan de Voldoende samenwerking. 60% Matig Ongeveer 10% geeft aan Onvoldoende dat BIM geen goede wending kan geven aan de samenwerking tussen de verschillende partijen.
16
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Werken met vaste partners 50% van de respondenten werkt nooit met vaste partners. 37% zegt dat ze bijna altijd samenwerken met vaste partners. 13% werkt alleen op bepaalde gebieden samen. Vervolgens is gekeken of er samenhang is tussen de grootte van de organisatie en het wel of niet werken met vaste partners. Allereerst is de groep respondenten opgedeeld in twee groepen. De eerste groep heeft <40 werknemers en de andere groep heeft 41+ werknemers. Vervolgens is de samenhang berekend. Met ongeveer 95% zekerheid is te zeggen dat er een redelijk sterke samenhang is tussen de grootte van de organisatie en het hebben van vaste partners. Hieronder staat een grafiek waarin deze bevinding te zien is. In bijlage 4 staat de verdere uitleg en tabellen over de berekening in SPSS.
Concluderend kan gezegd worden dat de grotere organisatie (41+ werknemers) vaker werken met vaste partners dan de kleinere organisaties (<40 werknemers). Voorloper, trekker, volger of afwachter op BIM gebied Het minst aanstal respondenten (18%) geeft aan een trekker te zijn op het gebied van BIM. 24% vindt zichzelf een voorloper ten opzichte van zijn/haar partners. Het overige percentage wordt verdeeld in volger (38%) en de afwachtende partijen (20%). Opmerkelijk is het percentage dat volgt of afwacht, dit is gezamenlijk bijna meer dan 60%. 2/3 deel van de aannemers geeft aan volger te zijn. Ruim de
17
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
helft van de architecten geeft ook aan volger te zijn. De installateurs en constructeurs vinden zichzelf vooral volgers/trekkers(ongeveer 55%). Na de bovenstaande vragen is er een kleine uitleg gegeven over IPD. Deze korte uitleg diende ervoor zodat de respondenten indien onbekend met IPD, toch de vragen konden invullen. Bekendheid en toekomst van IPD binnen de organisatie IPD is momenteel vrij onbekend in de Nederlandse utiliteitsbouwbranche. Voor 60% van de respondenten is IPD geheel onbekend binnen de organisatie. 20% is bekend met IPD maar gebruikt het nog niet als werkmethodiek. 10% is behoorlijk bekend met IPD en 10% werkt aan de hand van IPD. Voor het overgrote deel (75%)van de constructeurs en Heeft IPD volgens uw organisatie toekomst installateurs is IPD geheel in de utiliteitsbouw? (N=56) onbekend. Voor 55% van de 1% aannemers is IPD ook geheel Zeker 8% 31% onbekend. De installateurs In zekere mate zeggen het meest bekend te zijn 35% Neutraal met IPD(60%), 40% van de 24% Niet echt installateurs is onbekend met IPD. Het overgrote deel van de Geheel niet respondenten is ervan overtuigd dat IPD toekomst heeft in de utiliteitsbouwbranche. 1/3 deel geeft aan dit zeker te weten. 1/4 deel zegt dit in zekere mate te weten en 36% is neutraal. Slechts ongeveer 10% denkt dat IPD geen toekomst heeft in de utiliteitsbouwbranche. Een opvallend gegeven is dat 60% van de architecten aangeeft zeker te weten dat IPD toekomst heeft in de utiliteitsbouwbranche. Ongeveer 1/3 deel van de constructeurs geeft aan dat IPD zeker of in zekere mate toekomst heeft in de utiliteitsbouwbranche. Dit is interessant aangezien de meerderheid van de overige partijen aangeeft dat IPD zeker of in zekere mate toekomst heeft in de utiliteitsbouwbranche. Geïntegreerd samenwerken in de bouwsector 45% van de respondenten verwacht dat er tussen de 1 en 5 jaar geïntegreerd wordt samengewerkt in de bouwsector. 22% zegt dat ze verwachten dat er geïntegreerd wordt samengewerkt in de bouwsector over 5 tot 10 jaar. Andere respondenten (23%) geven aan er anders over te denken; zij denken dat er momenteel al samen wordt gewerkt aan de hand van IPD of dat er nooit wordt samengewerkt aan de hand van IPD.
Binnen nu en 1 jaar Tussen 1 en 5 jaar Tussen 5 en 10 jaar Na 10 jaar Anders
Constructeur 0% 22% 34% 22% 22%
Architect 6% 44% 6% 6% 38%
Installateur 0% 67% 11% 0% 22%
Aannemer 0% 46% 36% 9% 9%
18
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Interesse van respondenten in informatie omtrent de implementatie van en het werken met BIM en IPD Het grote deel van de respondenten is geïnteresseerd in BIM en IPD. 45% (BIM) en 40% (IPD) van de respondenten geven aan zeker geïnteresseerd te zijn in meer informatie omtrent de implementatie van en het werken met BIM en IPD. 25% (BIM) en 22% (IPD) geven aan in zekere mate geïnteresseerd te zijn in informatie omtrent BIM en IPD (N=56).
Heeft u interesse in informatie omtrent de implementatie van en het werken met BIM? 10% 8% 15% 23%
43%
Heeft u interesse in informatie omtrent de implementatie van en het werken met IPD
Zeker In zekere mate Neutraal
14%
6% 40%
19% 22%
Zeker In zekere mate Neutraal
Niet echt
Niet echt
Geheel niet
Geheel niet
Vervolgens is gekeken of er enige vorm van samenhang was tussen de grootte van de organisatie en het wel of niet hebben van interesse in informatie omtrent het werken met en het implementeren van IPD. Er is geen samenhang geconstateerd tussen het aantal medewerkers en de interesse in IPD. In bijlage 4.4 is een tabel en grafiek opgenomen waarin dit duidelijk wordt. Concluderend kan dus gezegd worden dat de grootte van de organisatie geen invloed heeft op het wel of geen interesse hebben in informatie omtrent de implementatie van en het werken met IPD. Alle overige gegevens, uitwerkingen en grafieken die terug te vinden zijn in bijlage 4.
19
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
4.1.1 Conclusies Hieronder staan de belangrijkste conclusies en bevindingen nogmaals beknopt weergeven.
62% van de respondenten tekent met een 3D tekenpakket. Voor 41% van de respondenten maakt BIM geen deel uit van de strategie en missie. Voor 1/3 deel van de respondenten maakt BIM heel globaal deel uit van de strategie en missie. Voor ongeveer 30% maakt BIM deel uit van de strategie en missie van het bedrijf. Het overgrote deel van de respondenten(65%) geeft aan dat BIM de nieuwe werkmethodiek wordt. De overheden zoals de Rijksgebouwendienst schrijft BIM voor bij hun projecten. 30% van de respondenten geeft aan dat ze binnen nu en twee jaar over willen stappen op een 3D tekenpakket. 23% geeft aan door te gaan met dezelfde werkmethodiek. De belangrijkste redenen van respondenten om de overstap naar BIM te hebben gemaakt zijn: o Faalkostenreductie o Beter beheersen van interne- en externe processen Meer dan 75% van de respondenten geeft aan dat BIM een positieve wending geeft aan de samenwerking tussen de verschillende partijen. 50% van de respondenten werkt nooit samen met vaste partners als het gaat om BIM. Grotere bedrijven(41+) werken eerder met vaste partners dan kleinere bedrijven(<40). Voor 60% van de respondenten is IPD geheel onbekend. Na de uitleg van IPD geeft 55% van de respondenten aan zeker of in zeker mate hier toekomst in te zien. 45% van de respondenten verwacht dat er binnen nu en 5 jaar geïntegreerd wordt samengewerkt. Een groot deel van de respondenten(65%) is geïnteresseerd in informatie omtrent de implementatie van en het werken met BIM en IPD. De grootte van de organisatie heeft geen directe invloed op de interesse in informatie omtrent de implementatie van en het werken met IPD.
Overige relevante informatie is te vinden in bijlage 4.
20
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
4.2
Kwalitatief marktonderzoek
Om de uitwerkingen van het kwantitatief onderzoek te versterken, is er een kwalitatief onderzoek uitgevoerd onder 24 organisaties. Het kwalitatief onderzoek is uitgevoerd aan de hand van gesprekken. De gesprekken hebben een procesmatig karakter. Kwalitatief onderzoek Er is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar bedrijven welke vergevorderd zijn met BIM. Er zijn in totaal 24 gesprekken gevoerd. Hierbij zijn vragen gesteld over de implementatie van en het werken met BIM en IPD. De selectie is gedaan op basis van omvang en vorderingen op het gebied van BIM. De verslagen van deze gesprekken zijn te vinden in bijlage 5. Tijdens deze gesprekken zijn er bevindingen gedaan en knelpunten naar voren gekomen. Deze zijn hieronder verder uitgewerkt. Vorderingen op het gebied van BIM De ontwikkelingen op het gebied van BIM zijn de afgelopen jaren in een stroomversnelling geraakt. 23 van de 24 ondervraagden zijn momenteel bezig met het “BIMMEN”. Iedere organisatie heeft zijn/haar eigen kijk op BIM. Wanneer de vorderingen van de verschillende organisaties met elkaar worden vergeleken, zijn er verschillen waar te nemen. Deze verschillen zijn er omdat de organisaties BIM op een eigen manier interpreteren. De een zegt bijvoorbeeld: “Wij BIMMEN omdat we met 3Dtekensoftware werken” de ander zegt bijvoorbeeld: “Wij BIMMEN omdat we met partners samenwerken in een 3D-model”. Er zijn in totaal vijf organisaties die BIM gebruiken ten behoeve van de gehele keten. Hierbij wordt er gestreefd naar een zo optimaal mogelijk proces binnen de gehele keten. De centrale teamgedachte speelt hierbij een belangrijke rol, deze gedachtegang komt in de buurt van IPD. Ook zijn er zes organisaties die BIM gebruiken voor de optimalisatie van het product. Het foutloos opleveren van een project is hierbij de centrale gedachten gang. Door middel van deze werkwijze proberen ze in te spelen op de wensen en behoeften van klanten. De overige organisaties passen BIM toe wanneer zij verwachten dat werken aan de hand van BIM het grootste rendement oplevert. Organisaties analyseren het gebouw en signaleren de lastige objecten die mogelijk problemen geven. Deze objecten worden uitgewerkt in 3D om problemen in de uitvoering te voorkomen. Het hele gebouw wordt niet uitgewerkt in 3D omdat dit naar eigen zeggen te veel tijd in beslag neemt. Men zegt: “We BIMMEN niet om te BIMMEN”. Wanneer het nuttig is om het gehele project aan de hand van BIM uit te werken, gebeurt dit ook. Deze partijen interpreteren BIM op een eigen wijze. Dit is niet de wijze waarvoor BIM oorspronkelijk voor staat. Kortom zij zien BIM als het werken met een 3D softwarepakket, daarentegen is het bedoeld als het samenwerken binnen een model met meerdere partijen, om zodoende het bouwproces te optimaliseren. 20 van de 24 bedrijven geven aan dat ze utiliteitsprojecten beter geschikt vinden voor BIM dan woningbouwprojecten. Utiliteitsprojecten zijn vaak uniek en meer complex. BIM komt hier beter tot zijn recht met het oog op faalkostenreductie. Onder de 24 ondervraagden is Autodesk Revit het meest gehanteerde tekenpakket. 19 organisaties verwachten dat iedereen overgaat op BIM. Zij geven aan dat het een vraag zal worden vanuit de markt en dat iedereen hierin mee moet gaan. BIM is geschikt voor iedere organisatie. Bij kleinere organisaties kan de capaciteit van het personeel en de grootte van het budget problemen geven. Bij grotere organisaties is dit vaak geen probleem, zij geven aan dat de logheid van de organisatie voor problemen zorgt. Hierdoor verloopt de communicatie namelijk niet altijd goed. 21
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Ketenintegratie wordt evenals BIM verschillend geïnterpreteerd door de ondervraagde organisaties. Er wordt echter unaniem aangegeven dat er aan ketenintegratie wordt gedaan. 13 organisaties bekijken het integraal samenwerken vanaf de BIM-kant. Zij werken samen in één BIM-model of op basis van gelinkte modellen. De overige organisaties proberen gezamenlijk het bouwproces te optimaliseren door te werken met vaste partners. De vaste partners bestaan uit architecten, constructeurs, vloerenleveranciers, installateur en de bouwende partij. Om overzicht te verkrijgen over de mate van gevorderdheid van BIM is er een spinnenwebmodel ontwikkeld. De verschillende ondervraagde partijen zijn in een spinnenwebmodel gezet. De vier disciplines worden beoordeeld op vier facetten. Aan de antwoorden zijn scores verbonden hetgeen leidt tot de volgende weergave.
Vorderingen verschillende partijen
Ketenintegratie
Kennis 600 500 400 300 200 100 0
Architecten Visie & missie
Aannemers Installateurs Constructeurs
Faalkosten beheersing
Constructeurs scoren over het algemeen gezien het hoogst en zijn dus in algemene zin het verst gevorderd. Kort hierop volgend komen de architecten. De architecten denken echter beter na over BIM in de bedrijfsfilosofie. Architecten hebben een beter beeld op het gebied van BIM in de toekomst. Aannemers en installateurs scoren het minst in deze meting. Dit komt mede doordat installateurs het nut niet goed zien van BIM. Er is volgens de installatiebedrijven te weinig content voor bibliotheken om effectief te BIMMEN. De aannemerij scoort laag op ketenintegratie en faalkostenbeheersing. De aannemerij gebruikt BIM vooral voor productoptimalisatie, uit zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek blijkt dat men wel toekomst ziet in ketenintegratie maar nog niet op korte termijn. Procesmatige aspecten: Van de 24 respondenten werkt er niemand aan de hand van Integrated Product Delivery (IPD). De definitie was echter wel bij 11 van de 24 organisaties bekend. Tijdens de implementatie van BIM zijn er bij geen van de organisaties grote knelpunten gesignaleerd. Wel zijn er knelpunten gesignaleerd die komen vanuit de markt. De organisaties hebben de
22
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
onderstaande knelpunten benoemd die de vorderingen van BIM in de Nederlandse utiliteitsbouwbranche belemmeren.
Werken in één model werkt niet vanwege softwarematige tekortkomingen (21 van de 24 organisaties) Geen BIM-standaard voorgeschreven door een overheidsinstantie (20 van de 24 organisaties) Organisaties zijn erg gesloten en voorzichtig (18 van de 24 organisaties) Partijen delen geen content en inhoud van hun eigen bibliotheek (15 van de 24 organisaties)
Er zijn slechts vier organisaties die geprobeerd hebben om te werken in één model. De overige organisaties geven aan dat het tot op heden utopie is. Daarbij komt dat er weinig duidelijk is op het gebied van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Ook moeten er duidelijke afspraken worden gemaakt over het modelleerniveau. Bij drie van de vier organisaties werd het bestand namelijk te zwaar voor de server. De oorzaak hiervan was een te gedetailleerde uitwerking van het project. Tijdens het BIMMEN wordt er door 15 van de 24 organisaties een BIM-manager aangesteld. De BIMmanager regelt de autorisatie binnen het model. Hierbij kan gedacht worden aan de rechten en bevoegdheden van strategische partners. De BIM-manager is ook eindverantwoordelijke voor het project. Het overgrote deel van de respondenten werkt binnen het model op de traditionele wijze. Dit houdt in dat de constructeur verantwoordelijk is voor het constructieve deel en de installateur voor het installatietechnische deel. Wanneer er een element verplaatst moet worden, dient deze geaccordeerd te worden door de aangestelde BIM-manager. Zodoende probeert men de kwaliteit van het model te waarborgen. Technische aspecten In algemene zin zijn de organisaties positief over de beschikbare tekenpakketten. Ieder pakket heeft zijn goede en minder goede eigenschappen. Organisaties geven aan dat de tekenpakketten zeer geavanceerd zijn en dat het naar verwachting nog enkele jaren duurt voordat men alle mogelijkheden van het pakket onder de knie heeft. Daarbij gaan de ontwikkelingen op ICT gebied snel. De verwachtingen zijn dat de huidige problemen binnen afzienbare tijd verholpen zijn. Uit het kwalitatief onderzoek zijn ook technische knelpunten aan het licht gekomen. Deze knelpunten werden door verschillende partijen als hinderlijk ondervonden met het oog op het “BIMMEN”.
Het exporten naar een IFC bestand ( 23 van de 24 organisaties). Het modelleren van wapening in Autodesk Revit (15 van de 24 organisaties). Beperkte inhoud van bibliotheken (12 van de 24 organisaties).
De toekomstverwachtingen op het gebied van BIM en IPD In opdracht van de Stichting Pioneering zijn er al verschillende onderzoeken geweest naar de vorderingen van BIM. Hieruit bleek dat BIM in 2010 nog een utopische doelstelling was. In 2012 is het merendeel van de respondenten al bekend met BIM en in mindere mate met IPD en lijkt het geen utopische doelstelling meer, maar toekomst. 23
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Opdrachtgevers Er is tijdens dit onderzoek geprobeerd om contact te zoeken met verschillende opdrachtgevers. Nadat 15 opdrachtgevers aangaven niet te willen meewerken aan het onderzoek, is besloten deze groep niet meer te benaderen. De opdrachtgevers binnen de Nederlandse utiliteitsbouwbranche waren niet bereid om mee te werken aan het onderzoek. Bij de opdrachtgevers kan gedacht worden aan: woningcorporaties, projectontwikkelaars en gemeenten. De opdrachtgevers gaven verschillende redenen om niet mee te werken aan het onderzoek. De meest genoemde redenen zijn:
“We zijn momenteel bezig met een reorganisatie en hebben geen tijd” “We zijn momenteel ontzettend druk en kunnen hier geen tijd voor vrij maken” “We zien het belang van het onderzoek niet”
Juridische aspecten Binnen BIM en IPD is juridisch tot op heden weinig vastgelegd. Er is juridisch gezien veel onwetendheid en bedrijven zien transparantie als een groot knelpunt voor hun organisatie. Dit blijkt ook wel uit het gevoerde marktonderzoek bij Kienhuis en Hoving Advocaten en Notarissen. Bedrijven hebben vaak moeite met het verstrekken van bedrijfsgevoelige informatie. Daarnaast kan het verstrekken van concurrentiegevoelige informatie nadelig werken voor vervolgprojecten. Uit een gesprek met Esther van Manen van Kienhuis& Hoving Advocaten en Notarissen blijkt dat wanneer partijen samenwerken in een keten, ze veelal een Vennootschap Onder Firma (VOF) oprichten. Het nadeel van een VOF is echter dat men persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld. Men is heel erg gericht op het samenwerking met een BIM. Ze gaan er dan ook vaak van uit dat de opdrachtgever bij in de keten zit. Vaak blijkt in de praktijk dat de opdrachtgever boven de keten staat en basaal de eisen aangeeft. De contractvorming die hierbij vaak wordt toegepast is de UAV-GC. UAV-GC UAV-GC staat voor uniforme administratieve voorwaarden voor geïntegreerde contracten. Deze word in de praktijk gebruikt samen met het Model Basisovereenkomst. Hierin worden alle voorwaarden voor bouwopdrachten van ontwerp tot uitvoering beschreven, en indien mogelijk wordt er ook meerjarig onderhoud toegepast. De toepassing van de UAV-GC 2005 waarbij de afstemming van de aanbestedingsprocedure op dit geïntegreerde contractmodel een belangrijk aandachtspunt is, biedt ruimte voor innovatieve oplossingen en geeft daarmee invulling aan het overheidsbeleid ten aanzien van innovatief aanbesteden (UAV-GC, 2012). Aansprakelijkheidsaspect Het werken in een BIM-model leidt niet tot wijzigingen in het aansprakelijkheid methodiek (ChaoDuivis, 2009). Uit het gevoerde onderzoek blijkt ook dat de rollen ten opzichte van aansprakelijkheid niet wijzigen. De partijen uit de verschillende disciplines waren unaniem eens dat eenieder verantwoordelijk is voor het aangeleverde of gemodelleerde werk. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moeten wel vastgelegd worden. Dit dient opgenomen te worden in het BIMwerkplan, dat bij ieder project wordt opgesteld.
24
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Het model van Bilal Succar Aan de hand van de 24 gesprekken is het model van Bilal Succar ingevuld (BilalSuccar, 2010). Met het model van Bilal Succar kan berekend worden hoe ver een organisatie is op het gebied van BIM. Het model hanteert vijf beoordelingspunten. De verdere uitleg van het model is terug te vinden in bijlage 8. Iedere organisatie is afzonderlijk beoordeeld. De afzonderlijke beoordelingen zijn samengevoegd en hier is een gemiddelde uitgekomen. Deze gemiddelde uitkomst staat hieronder weergeven.
Fasering Pre-BIM BIM stadium 1 : Object gebaseerd modelleren
Uitleg Visualisaties zonder intelligentie Model bevat intelligentie. Wel van slechts 1 partij
3
BIM stadium 2 : Model gebaseerd samenwerken
Samenwerken op basis van gelinkte bestanden
4
BIM stadium 3 : Netwerk gebaseerde integratie
Integraal samenwerken door middel van servers
5
IPD
Integraal ontwerpen met behulp van virtueel prototype
1 2
25
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Uit de matrix blijkt dat de Nederlandse bouwsector nog niet in de buurt komt van het IPD-stadium. Er moet echter vermeld worden dat de bovenstaande scores gemiddelden zijn. Enkele partijen zullen hier dus boven of onder liggen. Gezien de ontwikkelingen in de ICT sector en de stappen die de afgelopen jaren zijn gemaakt, verwachten de respondenten dat de eerste projecten aan de hand van IPD binnen vijf jaar worden gerealiseerd.
26
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
4.2.1 Conclusies De ontwikkelingen op het gebied van BIM zijn de afgelopen jaren in een stroomversnelling geraakt. 23 van de 24 ondervraagden zijn momenteel bezig met het “BIMMEN”. Iedere organisatie heeft zijn/haar eigen kijk op BIM. Constructeurs en architecten zijn het verst gevorderd op het gebied van BIM. De hoofdreden hiervoor is dat deze groep al langer met dit begrip werkt. In tegenstelling tot de aannemerij en installateurs werken zij soms al 10 jaar met een 3D-tekenpakket. De stap naar BIM is dan ook een stuk kleiner. Procesmatig gezien verschillen de denkwijzen over BIM per organisatie. Samenvattend kan gezegd worden dat BIM product- en procesmatig gebruikt wordt. Bij productmatig gebruik wordt er niet naar de keten gekeken en wil men alleen het te bouwproject zo effectief en efficiënt mogelijk bouwen. Bij de procesmatige kant wordt er juist wel naar de keten gekeken en zoekt men naar een juiste samenwerking met overige ketenpartners. Van de 24 respondenten werkt er niemand aan de hand van Integrated Product Delivery (IPD). De definitie was echter wel bij 11 van de 24 organisaties bekend. Technisch gezien is het product BIM nog niet volwassen. De uitwisseling van data met verschillende programma’s werkt niet naar behoren. Elk softwarepakket heeft zijn goed en slechte eigenschappen. Helaas missen sommige pakketten wel de essentiële aspecten die van belang zijn voor een bouwtekening. Ook geven 20 van de 24 bedrijven aan dat ze utiliteitsprojecten beter geschikt vinden voor BIM dan woningbouwprojecten. Utiliteitsprojecten zijn vaak uniek en meer complex. BIM komt hier beter tot zijn recht met het oog op faalkostenreductie. Binnen BIM en IPD is juridisch tot op heden weinig vastgelegd. Er is juridisch gezien veel onwetendheid en men ziet transparantie als een groot knelpunt voor hun organisatie. Bedrijven hebben vaak moeite met het verstrekken van bedrijfsgevoelige informatie. Daarnaast kan het verstrekken van concurrentiegevoelige informatie nadelig werken voor vervolgprojecten. Wanneer partijen samenwerken in een keten, wordt er veelal een Vennootschap Onder Firma (VOF) opgericht. Het nadeel van een VOF is echter dat men persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld. De contractvorming die vaak toegepast wordt, is de UAV-GC. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moeten vastgelegd worden in een BIM-werkplan dat aan het begin van het project wordt ingevuld. Enkele jaren geleden waren BIM en IPD nog een utopie. ICT en de techniek lagen enkele jaren geleden nog ver achter. In 2007 is de economische crisis begonnen en na verloop van tijd ook het besef dat er effectiever en efficiënter gebouwd moet worden. BIM is sinds deze tijd in een stroomversnelling gekomen. IPD zal naar verwachting snel volgen. BIM en IPD zijn nu geen utopie meer, uit onderzoek is gebleken dat beide wel degelijk toekomst hebben.
27
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
4.3
Koppeling tussen het desk- en fieldresearch
Om een goed beeld te krijgen van de gehele markt is er een koppeling gelegd tussen de bevindingen in de verschillende onderzoeken. De overeenkomsten en tegenstrijdigheden van de drie onderzoeken zijn hieronder weergeven. Uit het deskresearch blijkt dat BIM een lastig begrip is dat op veel manieren kan worden ingevuld. Deze uitspraak wordt door de beide marktonderzoeken versterkt. De meeste bedrijven hebben een andere omschrijving voor BIM. Uit het deskresearch blijkt dat BIM een aantal voordelen met zich mee brengt. Zo blijkt dat er onder andere minder wijzigingskosten zijn; dat de foutmarge voor kostenberekeningen binnen de drie procent blijft en dat er een besparing van zo’n 7% op de bouwtijd te behalen valt. In de praktijk bleek dat er voornamelijk aan BIM werd gedaan om de faalkosten te reduceren. Daarnaast werd de overstap gemaakt om de interne en externe processen te optimaliseren. Zoals blijkt uit het deskresearch is BIM geschikt voor iedere organisatie (groot of klein). 19 van de 24 respondenten geeft aan dat iedere organisatie op den duur over zal gaan op BIM. Bij de kleinere organisaties kan de grootte van het budget en de capaciteit van het personeel echter problemen geven. Bij grotere organisaties kan de implementatie wat stroever verlopen door de logheid van de organisatie. In de praktijk vinden bedrijven utiliteitsprojecten beter geschikt voor BIM dan woningbouwprojecten. Dit aangezien utiliteitsprojecten vaak groter en complexer zijn. Bij de grotere organisaties is het noodzakelijk om de implementatie vanaf de directie in te voeren. Dit houdt in dat het aan te raden is om BIM te beschrijven in de strategie en missie van het bedrijf. Uit het kwantitatieve onderzoek blijkt echter dat slechts 30% van de respondenten dit tot op heden heeft gedaan. Uit het deskresearch blijkt dat IPD tot op heden een vrij onbekend begrip is in Nederland. Dit blijkt ook deels uit het fieldresearch. Voor meer dan de helft van de respondenten is IPD tot op heden namelijk geheel onbekend. Dit betekent niet dat IPD geen toekomst heeft in de Nederlandse bouwbranche. Na uitleg van IPD geeft namelijk meer dan de helft van de respondenten aan zeker of in zekere mate toekomst te zien in IPD. Het overgrote deel van de respondenten geeft aan te verwachten dat er binnen nu en 5 jaar geïntegreerd wordt samengewerkt. Tot op heden is niet alle bouwsoftware gereed voor BIM, zo blijkt uit het deskresearch. In de praktijk komt dit ook naar voren, partijen geven veelal aan dat er softwarematige tekortkomingen zijn bij de verschillende pakketten. Echter mag niet onvermeld worden gelaten dat de partijen vinden dat de ontwikkelingen op softwaregebied razendsnel verlopen. Ook blijkt uit het deskresearch dat men bij het ideale BIMMEN uitgaat van het werken in één model. Na navraag te hebben gedaan bij verschillende partijen blijkt dat dit tot op heden nog utopie is. Het is voor de bedrijven vaak een te grote stap en ook de software speelt hierbij parten. Alle bedrijven die in het kwalitatieve onderzoek hebben geparticipeerd geven aan dat BIM een positieve wending kan geven aan de samenwerking tussen de partijen. Ook willen de ondervraagde bedrijven af van de traditionele samenwerking en overgaan op de meer modernere samenwerking. Hierbij speelt transparantie een grote rol. In de praktijk komt dit echter nog niet altijd naar voren. 28
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Bij het kwalitatieve onderzoek was het de ambitie van alle grotere bedrijven (41+) om met vaste partners te willen werken. Uit het kwantitatieve onderzoek blijkt echter dat 50% van de respondenten tot op heden nooit met vaste partners werkt. Een groot deel van de ondervraagde bedrijven heeft wel de ambitie om over te stappen op het werken met vaste partners. Dit om te werken met meer vertrouwen en meer transparantie. De bedrijven willen dit doen door poules te maken van partners. Deze kunnen vervolgens projectafhankelijk geselecteerd worden. Uit het kwantitatieve onderzoek blijkt dat 23% van de respondenten doorgaat met dezelfde werkmethodiek. Uit het kwalitatieve onderzoek blijkt echter dat minder dan 10% doorgaat met dezelfde werkmethodiek. Dit is te verklaren omdat een groot deel van de bedrijven van het kwalitatieve onderzoek al bezig zijn met BIM.
29
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
5. Roadmap Naar aanleiding van de input van de verschillende onderzoeken is er een roadmap opgesteld. Deze roadmap kan samen met dit rapport als leidraad worden gebruikt voor de implementatie van BIM en IPD. Een onafhankelijk adviesbureau kan hierbij als begeleidende partij optreden. De bevindingen van organisaties die BIM en IPD hebben geïmplementeerd (of ermee bezig zijn) zijn in het rapport meegenomen. Ook is de roadmap naar de verschillende bedrijven teruggekoppeld om zodoende een zo realistisch mogelijke weergave te krijgen. De cirkel van Deming (plan, do, check, act) is als uitgangspunt genomen voor het model (Deming, 2010). De uitleg van de cirkel van Deming is te vinden in bijlage 7. Hieronder is de roadmap verder uitgewerkt.
30
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
5.1
Uitwerking roadmap
De drie onderzoeken dienen als basis voor de “roadmap”. Als basisuitgangspunt is de Deming cirkel gebruikt, dit aangezien het gehele implementatietraject voortdurend draait om het Plan-Do-CheckAct principe (Deming, 2010). De roadmap geeft de route aan voor een organisatie om tot Little BIM, Big BIM en IPD te komen. Door middel van controle en evaluaties wordt geprobeerd de kwaliteit in de procesveranderingen te borgen. Allereerst wordt er bij de implementatie een doel opgesteld. Vervolgens wordt er een plan uitgewerkt om het doel te behalen. Bij de uitvoering staan de manieren beschreven om de plannen te halen. Dan wordt het uitgevoerde werk geëvalueerd, eventueel bijgestuurd en teruggekoppeld. Indien een proces naar wens verloopt, kan de volgende stap worden genomen. Het blijkt dat het besluit om over te stappen op een nieuwe werkmethodiek vanuit de directie moet worden aangestuurd. Uit kwalitatief onderzoek blijkt ook dat bij 22 van de 24 organisaties de directie de keuze voor BIM heeft gemaakt. Wanneer de directie niet achter de overstap staat, krijgen de werknemers tijdens de implementatie niet voldoende kans om BIM succesvol te implementeren. Bedrijven geven aan dat BIM of IPD beter vanuit de directie kan worden aangestuurd. Het blijkt namelijk dat de processen zodoende sneller verlopen, omdat de directie verantwoordelijk is voor de strategische keuzes. Het is voor de directie echter noodzakelijk om voldoende draagkracht te creëren op de werkvloer. Dit kan geschieden door het geven van presentaties, informatieavonden en medezeggenschapsavonden. Per organisatie of project wordt de verantwoordelijkheid gelegd bij één persoon, de BIM-manager. De BIM-manager is verantwoordelijk voor het BIMMEN binnen de organisatie. De BIM-manager rapporteert de vorderingen aan de directie. De bevoegdheden worden per organisatie anders geregeld. De manager(s) krijgen bijvoorbeeld een budget voor het nemen van beslissingen tijdens een BIM-project. Volgens 14 van de 24 ondervraagden heeft het toekennen van budgetten een meerwaarde voor het gehele proces. Wanneer er een budget is, wordt er beter gekeken naar het toekomstplaatje. Doordat men kostenbewust moet handelen, worden er prioriteiten gesteld en kan de koers naar het uiteindelijke doel beter bepaald worden. Managers krijgen ook een budget voor een bepaalde tijd. Uit kwalitatief onderzoek blijkt dat men per kwartaal rapporteert aan de directie. Het is raadzaam voor managers om het budget dan bijvoorbeeld in 4 delen op te delen. Zodoende kan met tijdig bijsturen wanneer de kosten hoger zijn dan gepland. Daarbij heeft men dan ook minder last van werkdruk. Het is niet mogelijk om aan de implementatie van BIM of IPD een tijdsduur te koppelen. De materie is te complex en de implementatie is van te veel factoren afhankelijk. Daarbij komt dat het denkniveau van werknemers en de omvang van de organisatie van doorslaggevend belang zijn voor de duur van de implementatie. Aangezien iedere organisatie en medewerker uniek is, kunnen hier geen uitspraken over worden gedaan. Het implementatieproces zoals bij de roadmap te zien is, is voor iedere organisatie vrijwel gelijk. De invulling van de gehele roadmap verschilt per organisatie.
31
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
6. Conclusies & aanbevelingen Conclusies BIM is een nieuwe werkmethodiek waarbij het project of een deel ervan in 3D wordt gemodelleerd. Door deze nieuwe werkmethodiek ontstaat er ook een nieuw proces. De intensiteit van het proces verschuift naar het beginstadium. In het beginstadium zijn wijzigingen nog relatief gemakkelijk door te voeren zonder grote (financiële) gevolgen. In dit stadium krijgt het model al vorm en worden er intelligente data aan het model gekoppeld (materiaaleigenschappen, onderhoudsplan, planning etc.). Naast de veranderde werkmethodiek verandert de communicatie en de samenwerking ook. BIM valt of staat met transparantie, vertrouwen en openheid. BIM heeft een toegevoegde waarde voor het bedrijf, ook zijn er verschillende voor- maar ook nadelen te benoemen. Deze staan in de onderstaande tabel weergeven:
Voordelen
Direct invloed Besparing in de bouwtijd. Verlaging van de faalkosten.
Nadelen
Wijzigingen in het ontwerp zijn direct toetsbaar aan budget, duurzaamheid en esthetica. Hergebruik van gegevens zodat ze eenmalig ingevoerd hoeven te worden (geen dubbel werk). Hoge kosten: soft- en hardware; opleiden personeel; implementatiekosten; aanschaf hulpprogramma’s; inefficiënte uren personeel. Niet alle bouwsoftware is gereed voor BIM.
Indirect invloed Beter milieu (door minder verspilde materialen). Beperkte papierstroom door interne en externe partijen. Standaardisatie en notatie van processen.
De opdrachtgever beschikt over te weinig kennis om BIM succesvol te implementeren. Weinig duidelijk over taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden.
Het gehele proces wordt naar voren gehaald. Men moet in een vroeg stadium belangrijke beslissingen nemen. In de praktijk blijkt dat de verschillende bedrijven vooral de overstap hebben gemaakt naar BIM om de faalkosten te reduceren. Daarnaast werd de overstap vaak gemaakt om de interne- en externe processen te optimaliseren. BIM is geschikt voor grote en kleine organisaties. Bij een grote organisatie is de implementatie complexer vanwege de logheid van de organisatie. Kleinere organisaties hebben meer problemen met de capaciteit van het personeel en de grootte van het budget. IPD staat voor Integrated Project Delivery oftewel het geïntegreerd samenwerken binnen één model. IPD verbetert de efficiëntie en de workflow binnen de bouw. IPD heeft als doel om de kosten te verlagen, de productiviteit te verhogen/verbeteren en natuurlijk het zorgen voor positievere resultaten. In tegenstelling tot BIM, wordt bij IPD gewerkt met één budget waar alle participanten risico voor dragen. Tot op heden is IPD een vrij onbekend begrip in Nederland. Dit blijkt uit desk- en 32
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
deels uit fieldresearch. Voor meer dan de helft van de respondenten is IPD tot op heden namelijk geheel onbekend. Dit betekent niet dat IPD geen toekomst heeft in de Nederlandse bouwbranche. Na uitleg van IPD geeft namelijk meer dan de helft van de respondenten aan zeker of in zekere mate toekomst te zien in IPD. Het overgrote deel van de respondenten geeft aan dat er ze verwachten dat er binnen nu en 5 jaar geïntegreerd wordt samengewerkt. Voor- en nadelen van Integrated Project Delivery Voordelen:
Verhoging van efficiëntie van de processen. Vroegtijdige zekerheid over het budget. Vermindering van de faalkosten. Gezamenlijke verantwoordelijkheid/risico’s, dus gezamenlijke belangen. Meer tevredenheid onder de opdrachtgevers.
Nadelen:
IPD is onbekend in de markt. Veel bedrijven zijn nog niet ver genoeg gevorderd met BIM om IPD succesvol te implementeren. Veel onduidelijkheid over taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Geen scherpe rolverdeling tot op heden.
Vooraf werd gedacht dat de scheepsbouwbranche behoorlijk ver gevorderd was op het gebied van IPD. Na een gesprek gevoerd te hebben met een groot scheepsbouwbedrijf (Damen shipyards) bleek echter dat dit niet het geval was. Zij vonden dat juist de bouwbranche voorliep wanneer er gekeken werd naar effectiviteit en efficiëntie van de verschillende processen. Wanneer een organisatie IPD succesvol wil implementeren, dient de organisatie enkele essentiële stappen te doorlopen. 1. 2. 3. 4.
Cultuuromslag creëren Mentaliteitsverandering Procesveranderingen in kaart brengen Strategische partners zoeken
Voordat deze stappen door kunnen worden gevoerd, is het essentieel dat de organisatie eerst werkervaring opdoet op het gebied van Little en Big BIM. Wanneer deze stappen worden overgeslagen, is de kans op een succesvol slagen zeer gering. Het overgrote deel van de respondenten geeft aan dat ze bekend zijn met BIM. BIM heeft de afgelopen jaren een explosieve groei qua bekendheid doorgemaakt. Voor ongeveer 30% maakt BIM zelfs deel uit van de strategie en missie van het bedrijf. 23% van de respondenten geeft aan door te gaan met de huidige werkmethodiek. 77% geeft aan reeds over te zijn gestapt of dit zo spoedig mogelijk (binnen nu en 2 jaar) te willen doen. De overstap naar BIM gaat met een behoorlijke investering gepaard. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat de all-in kosten voor het implementeren van BIM per FTE ca. € 20.000 bedragen. Daarnaast zal een organisatie voldoende personele buffer moeten hebben om de werknemers om te scholen.
33
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Bedrijven moeten de investering in BIM zien als investering in de toekomst. Wanneer men goed overweg kan met het BIMMEN is de investering zeer snel terugverdiend. Het zijn momenteel vaak de grotere bedrijven die ver gevorderd zijn met BIM. Reden hiervoor is dat zij een betere buffer hebben qua financiën en werknemers. Het algemene oordeel van deze bedrijven over BIM is positief. BIM is verre van uitgekristalliseerd en dat weten de bedrijven ook. De software is vaak nog een probleem, maar onderling wordt dit vaak opgelost. Een veelvoorkomend probleem is het uitwisselen van intelligente data. BIM valt en staat namelijk met het goed uitwisselen van informatie. Softwarepakketten schieten hier momenteel nog vaak te kort in. Men geeft echter aan dat de software zich de laatste jaren zeer snel en goed ontwikkelt, er wordt dan ook verwacht dat over enkele jaren de software geen problemen meer oplevert. In algemene zin zien de bedrijven BIM als de nieuwe werkmethodiek. Ook verwachten de grotere organisaties dat de kleinere organisaties vanzelf mee zullen en moeten gaan. De bedrijven denken dat het ultieme BIM in de toekomst standaard wordt. Er zullen echter steeds weer nieuwe ontwikkelingen zijn waardoor de processen geoptimaliseerd worden. Ze denken dat het nooit uitgekristalliseerd zal worden. De gevorderdheid van de verschillende bedrijven loopt uiteen. De een is vooral bezig met Little BIM en de ander met Big BIM. Wel is duidelijk dat bedrijven Little BIM eerst onder de knie moeten hebben en dan kunnen kijken naar Big BIM om vervolgens de overstap te kunnen maken naar IPD. Het creëren van draagvlak is een probleem waar veel bedrijven tijdens de implementatie tegenaan lopen. Ook duren implementaties vaak langer dan verwacht en worden daarom snel op een zijspoor gezet. Veel bedrijven maken in het begin van de implementatie gebruik van professionele begeleiding. Vaak wordt er een select groepje werknemers aangewezen om zich te verdiepen in BIM. Vervolgens krijgen zij cursussen van externen op het gebied van modelleren en het BIM-proces. Wanneer deze groep zich de kennis eigen heeft gemaakt, moeten zij de overige werknemers trainen. Veel grote organisaties doen dit om kosten uit te sparen. Ook heeft ieder bedrijf zijn/haar eigen werkmethodiek. De eigen werknemers weten daar alles van en zijn daarom beter in staat om de nuttige en relevante informatie en kennis te filteren van de informatie die zij niet nodig hebben. Tot op heden zijn er bijna geen bedrijven die echt werken volgens IPD. Het is daarom ook niet mogelijk om te zeggen of de bedrijven gebruik hebben gemaakt van professionele begeleiding tijdens de implementatie van IPD. Er zijn wel enkele bedrijven die geïntegreerd samen willen werken maar in de praktijk komt dit er vaak nog niet uit. Eerst moet het Big BIM volledig eigen worden gemaakt alvorens er over kan worden gestapt op IPD. Het is daarom ook lastig te zeggen welke kenmerken bedrijven hebben die werken met IPD. Voor 60% van de respondenten is IPD geheel onbekend. Na uitleg te hebben gegeven over IPD, gaf meer dan de helft van de respondenten aan zeker of in zekere mate toekomst te zien in IPD. Bijna de helft van de respondenten verwacht dat er binnen nu en 5 jaar geïntegreerd wordt samengewerkt. Bedrijven die deel uit willen maken van een projectteam moeten het Big BIM bijna helemaal onder de knie hebben. Ook moeten zij flexibel, open, transparant zijn. Er moet een goede vertrouwelijke band zijn met de mede-bedrijven uit het projectteam.
34
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Aangezien er tot op heden nog vrijwel geen bedrijven werken aan de hand van IPD kan er over de problemen en knelpunten tijdens de implementatie van IPD weinig gezegd worden. De benodigde cultuuromslag kan voor personele problemen zorgen. Ook moet er nog veel worden uitgezocht op juridisch gebied. Als er wat mis gaat moet het wel opgelost worden. Zeer weinig bedrijven hebben een positieve ervaring met het werken in één centraal model. Van de ondervraagden is slechts een drietal organisaties hierover positief. Aangezien er door de respondenten niet unaniem gekozen is voor het werken in één model, is het raadzaam om de keuze om te werken in één of meerdere modellen duidelijk te overleggen met de desbetreffende partners. Momenteel biedt de software ook nog niet de juiste mogelijkheden om probleemloos te werken in één model. Wellicht is dit probleem in de toekomst snel opgelost aangezien de software zeer snel wordt ontwikkelt. Binnen BIM en IPD is juridisch tot op heden weinig vastgelegd. Er is juridisch gezien veel onwetendheid en men ziet transparantie als een groot knelpunt voor de organisatie. Bedrijven hebben vaak moeite met het verstrekken van bedrijfsgevoelige informatie. Daarnaast kan het verstrekken van concurrentiegevoelige informatie nadelig werken voor vervolgprojecten. Wanneer partijen samenwerken in een keten, wordt er veelal een Vennootschap Onder Firma (VOF) opgericht. Het nadeel van een VOF is echter dat men persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld. De contractvorming die vaak toegepast wordt is de UAV-GC. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden moeten vastgelegd worden in een BIM werkplan, dat aan het begin van het project wordt ingevuld. In dit werkplan worden onder andere zaken met betrekking tot de samenwerking vastgelegd. Het voordeel hiervan is dat alle betrokken partijen op één niveau zitten vanaf de start van het project.
35
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Aanbevelingen De aanbeveling vloeit voort uit de drie onderzoeken die in opdracht van ITANNEX zijn uitgevoerd. De aanbevelingen zijn gebaseerd op de risico’s die BIM en IPD met zich mee brengen. Deze risico’s moeten worden vertaald naar kritische succesfactoren(KSF) die nodig zijn om BIM en IPD in de toekomst succesvol te laten slagen binnen de organisatie. Uit de gevoerde onderzoeken kwamen drie duidelijke knelpunten naar voren. Deze knelpunten staan hieronder weergegeven in mate van belangrijkheid voor de vorderingen van BIM en IPD. Knelpunt Organisaties zijn niet open en transparant ten opzichte van potentiële co-makers
Niveau Organisatie
Geen BIM standaard aanwezig Bibliotheken missen inhoud
Markt Markt
Prioriteit 9
8 7
Organisaties geven aan dat zij zeer transparant en open zijn. In de praktijk blijkt dat veel partijen juist gesloten en niet transparant zijn. Een groot deel van de ondervraagden heeft het idee dat zij het wiel hebben uitgevonden op het gebied van BIM. Wanneer de Nederlandse bouw BIM of IPD tot een succes wil brengen, moet er een cultuuromslag komen binnen de bouwsector. Het delen van informatie is hierin essentieel. Virtueel bouwen staat nog in de kinderschoenen. Wanneer de sector open en transparant is wordt, kan het proces versneld worden.
Elke organisatie werkt op zijn eigen wijze op het gebied van virtueel bouwen. Elke organisatie heeft hierop ook een eigen visie en missie. Er is geen standaard protocol dat voorgeschreven wordt door een overkoepelende organisatie of overheidsinstantie. Momenteel is de BIR (Bouw Informatie Raad) bezig met een standaard. Dit heeft echter in de loop der jaren niet geleid tot iets concreets. De Bouw Informatie Raad en Bouwend Nederland moeten in samenwerking met de zakelijke markt een standaard opzetten voor BIM. Door de komst van een standaard voor een BIM wordt een grotere groep mensen verleid tot BIM. Uit onderzoek blijkt dat mensen niet over willen gaan op BIM omdat de ontwikkeling nog in de kinderschoenen staat en er geen standaard is voorgeschreven.
Binnen de ICT-sector worden door diverse organisaties standaard bibliotheken opgericht. Uit het onderzoek in de verschillende branches blijkt dat hierover een beperkte tevredenheid is. De bibliotheken zijn te gestandaardiseerd en voldoen niet aan de vraag vanuit de markt.
36
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
De beperktheid van de bibliotheken is voor organisaties ook een knelpunt om niet over te gaan op BIM. Organisaties geven aan dat de kostenraming van BIM niet past binnen de omvang van de organisatie. De verschillende disciplines moeten gezamenlijk de inhoud delen. Dit geldt van de architect tot de leverancier. Door samenwerking kan er voldoende content gecreëerd worden voor alle partijen. De sector moet streven naar één gezamenlijk doel: Een zo efficiënt en effectief mogelijk bouwproces dat voldoet aan de wensen en eisen van de opdrachtgever.
IPD is een zeer innovatieve ontwikkeling. Het zal de komende jaren dan ook nog verder worden ontwikkeld. Zoals elke nieuwe ontwikkeling heeft deze ook zijn tijd nodig. Kortom het in dit verslag opgenomen IPD implementatieplan is nog niet uitgekristalliseerd.
Aan de hand van deze aanbevelingen wordt verwacht dat IPD in een stroomversnelling komt. Uit onderzoek is gebleken dat IPD geen utopie is. Daarvoor moet echter nog wel veel veranderen. Deze verandering heeft tijd nodig, maar het menselijke aspect speelt hier ook een belangrijke rol in. Binnen veel organisaties dient een cultuuromslag te komen. Vervolgonderzoek Het is aan te bevelen een vervolgonderzoek uit te voeren naar de rol van de opdrachtgevers en gemeenten en hun kijk op BIM en IPD. In onderhavig onderzoek is gebleken dat deze partijen momenteel namelijk niet mee willen werken. De opdrachtgevers kunnen wel degelijk belang hebben bij het BIMMEN. Hierbij kan gedacht worden aan onderhoudsplanningen en onderhoudscontracten. Ook gemeentes kunnen mee gaan op het gebied van BIM. De mogelijkheden om tekeningen digitaal in 3D aan te leveren, kunnen worden onderzocht.
37
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
Bronnen Alblas, G. (2009). Gedrag in organisaties. Amsterdam: Pearson Education Benelux BV. anker, B. v. (2012, April). vebeterprogramma voor projectgebonden samenwerking. Ketenintegratie programma . Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland: Com Wonen, Dura Vermeer en TU Delft. Architects, A. I. (2007). Integrated Project Delivery: A Guide. California: The American Institute of Architects. Autodesk. (2012). Autodesk nieuws & pers. Opgeroepen op April 17, 2012, van Autodesk: http://www.autodesk.nl/adsk/servlet/item?siteID=431528&id=9228734 BilalSuccar. (2010). Opgeroepen op 2012, van Sciencedirect: http://www.sciencedirect.com/ BIM-I. (2010, juni 6). BIM Intelligence. Opgeroepen op april 4, 2012, van BIM laat de de netto winst 5 tot 55 % toenemen: http://www.bim-i.nl/nieuws/nieuwsbericht/bim-laat-nettowinst-tussen-5-en-55toenemen.html BNA Architecten. (2012, april 18). Opgeroepen op April 25, 2012, van Investeren in BIM loont, ook voor kleine bureaus: http://bna.nl/Nieuws/Nieuwsoverzicht/Nieuwsdetail/1539/Investeren-in-BIMloont-ook-voor-kleine-bureaus Chao-Duivis, P. m. (2009, Oktober 5). http://www.coinsweb.nl. Opgeroepen op maart 12, 2012, van http://www.coinsweb.nl/downloads/BIMenBouwrecht,maart_2009.pdf Davies, N. (2011). What does BIM mean. Opgeroepen op Februari 2012, van Eat your cad: http://www.eatyourcad.com/dl.php?id=348&/EYC-whatDoesBIMMean.pdf Deming. (2010). Opgeroepen op 2012, van Managementstart: http://www.managementstart.nl/artikelen/s55.html Grit, R. (2003). Projectmanagment: Projectmatig werken in de praktijk. Groningen: WoltersNoordhof. Hemminga, M. (2012). 10 Bouwstenen om draagvlak te creëren. http://www.nr29.nl/downloads/W03_Draagvlak_Nr29.pdf: Nr29. Hendriks, H. (2010). Voordelen BIM. Opgeroepen op Februari 2012, van de bim specialist: http://www.debimspecialist.nl/voordelen_bim/alle_voordelen_op_een_rij/ Info over ITANNEX. (2012). Opgeroepen op Februari 26, 2012, van Website van ITANNEX: http://www.itannex.com/mainpage/165/77/165/Persmateriaal.html Jernigan, F. (2008). Big Bim Little BIM: The Practical Approach. In F. Jernigan, Big Bim Little BIM: The Practical Approach (p. 323). Createspace. Ketenintegratie maritieme maakindustrie. (2012). Opgeroepen op Februari 2012, van Maritieme techniek: http://www.maritiemetechniek.nl/brochures/brochure_main_valuechain_NL.htm
38
Onderzoeksrapport Afstudeeropdracht
(2012). Ketenintegratie programma. Rotterdam: Com wonen & Dura Vermeer Bouw Rotterdam. Nederland, B. (2012, Februari). Opgeroepen op December 13, 2012, van Website Bouwendnederland: http://www.bouwendnederland.nl/web/markt/bouwproductie/Pages/default.aspx PSIbouw. (2008). Eindrapportage ''BIM audit Het Expertise Centrum". PSI bouw. Rabobank. (2012). ICT branche. Rabobank Benchmark Online. Regionale marktindeling Bouwend Nederland. (2012). Opgeroepen op Maart 8, 2012, van Website Bouwendnederland: http://www.bouwendnederland.nl/web/markt/regionalemarkt/Pages/default.aspx Rorink, H. K. (2010). Verander management . Amsterdam : Pearson Education Benelux BV. RTL. (2012). RTL zakelijk. Opgeroepen op april 17, 2012, van RTL Koersen: http://www.rtl.nl/financien/rtlz/koersen/#rtl-detailpaginafonds.html%3Fid%3D174235%26name%3DAutodesk%26beurs%3Dnasdaq%26pageurl%3Dhttp%253 A%252F%252Fwww.rtl.nl%252Ffinancien%252Frtlz%252Fkoersen%252F%26stayonpage%3Dyes Spekkink, i. D. (2012, Februari). www.bouwquest.nl. Opgeroepen op Maart 13, 2012, van http://www.bouwquest.nl/wp-content/uploads/2011/04/Leidraad-voor-IPDP.pdf Thesistools online enquêtes. (2012). Opgeroepen op Februari 28, 2012, van Thesistools: http://www.thesistools.nl/ TripleS. (2012). Triple S - advies en bouwmanagement. Opgeroepen op 2012, van Triple S: http://www.triples3.nl/pages/display/131 UAV-GC. (2012). Opgeroepen op Maart 2012, van UAV-GC: http://www.uavgc.nl/ Wikipedia. (2012). Industry Foundation Classes. Opgeroepen op Maart 2012, 14, van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Industry_Foundation_Classes
39