MLAV1/0100000097/fl/bama
OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE N.V. TEXACO BELGIUM MET BETREKKING TOT EEN BENZINESTATION, GELEGEN TE 2650 EDEGEM, PRINS BOUDEWIJNLAAN 465, EN OVER DE MELDING VAN INRICHTINGEN VAN DE DERDE KLASSE. De bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, 12 december 1990, 21 december 1990, 22 december 1993, 21 december 1994, 8 juli 1996, 11 mei 1999 en 18 mei 1999; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem), zoals gewijzigd bij besluiten van 24 juli 1991, 27 februari 1992, 28 oktober 1992, 27 april 1994, 24 mei 1995, 1 juni 1995, 26 juni 1996, 12 januari 1999 en 15 juni 1999; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), zoals gewijzigd bij besluiten van 6 september 1995, 26 juni 1996, 24 maart 1998, 19 januari 1999 en 15 juni 1999; Gelet op de milieuvergunningsaanvraag, op 8 maart 2001 ingediend door de N.V. Texaco Belgium gevestigd Arnaud Fraiteurlaan 25 te 1050 Brussel strekkende tot het bekomen van een milieuvergunning om een benzinestation, gelegen te 2650 Edegem, Prins Boudewijnlaan 465, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 1-A-35/d7, 1-A-35/b8, verder in bedrijf te houden en te veranderen, omvattende: - de opslag van 30.000 l benzine in een nieuwe ondergrondse, gecompartimenteerde, dubbelwandige tank ter vervanging van de opslag van 45.000 l benzine in 4 ondergrondse houders; de opslag van 75 l in het reservoir van een tweetaktpomp (17.3.4.3.); - de opslag van 15.000 l diesel in een nieuwe, ondergrondse, dubbelwandige tank ter vervanging van de opslag van 10.000 l in een ondergrondse houder; de opslag van 5.000 l stookolie in een ondergrondse tank (17.3.6.1.b.); - 2 verdeelinstallaties voor de verdeling van diesel en benzine met in totaal 12 verdeelslangen ter vervanging van 1 dubbelvoudige en 2 enkelvoudige verdeelinstallaties (17.3.9.3.). Volgende klasse 3-inrichtingen worden gemeld:
- 1 -
MLAV1/0100000097 N.V. Texaco Belgium
- de lozing van bedrijfsafvalwater met een maximumdebiet van 0,6 m³/uur, 1,1 m³/dag en 80,2 m³/jaar in de openbare riolering (3.1.1.); - de lozing van huishoudelijk afvalwater met een maximumdebiet van 100 m³/jaar in de openbare riolering (3.3.); - een werkplaats voor het herstellen van motorvoertuigen met 1 hefbrug (15.2.); - een airco van 12 kW, 2 frigo's van elk 0,2 kW, een diepvries van 0,5 kW en een luchtcompressor van 2,1 kW (16.3.1.1.); - de opslag van 500 l antivries en radiatorvloeistof en 1.000 l motorolie in bussen tot 25 l (17.4). Vlarem-rubricering volgens aanvrager : 3.1.1 - 3.3 - 15.2 16.3.1.1 - 17.3.4.3 - 17.3.6.1.B - 17.3.9.3 - 17.4; Gelet op de volgende vergunningstoestand met betrekking tot de exploitatie van de inrichting op de datum van de indiening van de voormelde milieuvergunningsaanvraag : Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (Arab): besluit van de bestendige deputatie dd. 28 december 1989 houdende vergunning voor de verdere exploitatie van een tankstation/garage tot 20 december 2007; Gelet op het feit dat deze aanvraag voor de eerste maal werd ingediend op 8 maart 2001; op het feit dat op datum van 21 maart 2001 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlarem; Gelet op het proces-verbaal betreffende het openbaar onderzoek dd. 4 mei 2001 waaruit blijkt dat er 1 bezwaarschrift vanwege 2 omwonenden werd ingediend i.v.m.: - ligging tankstation op amper 5 m van woonruimte - steeds verdere uitbouw van een klein station tot een volwaardige garage met zelfs verkoop van tweedehandsvoertuigen - gevaar van brand (rokende bezoekers) - reukhinder - lawaaihinder - schade door verbouwingswerken - bodemvervuiling werd ingediend; Gelet op het gunstig advies dd. 15 mei 2001 van het college van burgemeester en schepenen van Edegem; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Afdeling Milieuvergunningen (AMV) van de Administratie voor Milieu-, Natuur-,
- 2 -
MLAV1/0100000097 N.V. Texaco Belgium
Land- en Waterbeheer; op volgende elementen uit het laattijdig deels gunstig-ongunstig advies dd. 1 juni 2001 (kenmerk AMV/A/VL1/7818) van de AMV: 1. Voorliggende aanvraag betreft de hermachtiging van de verandering naar aanleiding van de volledige herinrichting van een benzinestation in toepassing van artikel 5.17.5.7. van Vlarem II. Gelet op de ingrijpende verandering en de grote investeringen is een vroegtijdige hermachtiging in principe te verantwoorden. In dat geval zijn de voorwaarden voor nieuwe inrichtingen van toepassing op het geheel, met uitzondering van de afstands- en verbodsbepalingen. 2. De totale opslagcapaciteit voor brandstoffen daalt van 55.000 l tot 50.000 l. Er is tevens een verschuiving van de benzines naar diesel/stookolie. 3. De opslagcapaciteit voor benzines neemt af van 45.000 l tot 30.000 l en wordt voorzien in één nieuwe, dubbelwandige houder. Deze houder bevindt zich evenwijdig aan de perceelsgrens, op ca. 1,40 m afstand ervan. Aan de kant van de openbare weg benadert deze houder de perceelsgrens tot op 80 cm. Uit de huidige vergunningstoestand, het bijhorende plan en normale afmetingen van houders kan worden afgeleid dat momenteel de openbare weg op die plaats tot op ca. 50 cm benaderd wordt. Gelet op de afname in opslagcapaciteit en het vergroten van de afstand tot de perceelsgrens, kan deze houder in principe gunstig geadviseerd worden. 4. De houder voor 15.000 l diesel bevindt zich eveneens evenwijdig aan de perceelsgrens, op ca. 1,40 m afstand ervan. Deze afstand is in de geplande toestand groter dan in de vergunde, zodat ook deze houder in principe gunstig geadviseerd kan worden. 5. De ontluchtingsleidingen monden volgens plan uit op ca. 3 m van de perceelsgrens. Ook de plaatsing van de vulmonden is conform de voorwaarden. Zowel rond de pompeilanden als rond de losplaats van de beleverende vrachtwagen wordt een vloeistofdichte zone voorzien, met afvoer naar een KWS-afscheider. Gasrecuperatie wordt geïnstalleerd voor wat betreft fase 1. Voor fase 2 worden reeds voorbereidingen getroffen. 6. De inrichting is gesitueerd langs een drukke verkeersader in een dichtbevolkt woongebied. Er bevinden zich ca. 80 woningen in een straal van 100 m rond de inrichting. Het perceel zelf is zeer klein, wat ook blijkt uit het niet voldoen aan de afstandsregels. Volgens plan is er plaats voorzien voor de bevoorradende vrachtwagen, doch niet volledig op de vloeistofdichte zone. De verdeelpompen bevinden zich op ca. 3 m van het voetpad, zodat betwijfeld wordt of de vrachtwagens zich in de praktijk niet op het voet- en/of fietspad zullen bevinden. Deze praktijk werd door de gemeente bevestigd. Wachtende auto's zullen zich bij gebrek aan plaats of het eigen
- 3 -
MLAV1/0100000097 N.V. Texaco Belgium
terrein, op het voetpad en fietspad bevinden, of op naastliggende percelen. De ruimte voor het pompeiland is dermate klein dat tankende voertuigen of de bevoorradende vrachtwagen de voetgangers en/of fietsers niet alleen bij het op- en afrijden hinderen, maar ook bij het openen van portieren ( indien de voertuigen zich al volledig op het terrein van de inrichting zouden bevinden). De verdeelinstallatie en de aspecten die hier rechtstreeks mee samenhangen (ondergrondse houders voor benzines en diesel, lozing bedrijfsafvalwater) worden bijgevolg ongunstig geadviseerd. 7. De reeds vergunde aspecten die niet rechtstreeks met het benzinestation gerelateerd zijn (herstelwerkplaats en luchtcompressor), ondergaan geen ingrijpende wijzigingen. Een vroegtijdige hermachtiging voor enkel deze aspecten is bijgevolg niet verantwoord. 8. De veranderingen die evenmin rechtstreeks met het benzinestation gerelateerd zijn (lozing huishoudelijk afvalwater, airconditioning, 5.000 l stookolie en rubriek 17.4.) zijn ingedeeld in de derde klasse. Deze kunnen geakteerd worden met een termijn verstrijkend op 7 december 2007. Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Cel Ruimtelijke Ordening van de Afdeling ROHM van de Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (AROHM); op volgende elementen uit het laattijdig ongunstig advies dd. 19 juni 2001 (kenmerk 108.998) van de AROHM: Het goed ligt in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk besluit van 3 oktober 1979) en volgens dit van kracht zijnde gewestplan in woongebied. De inrichting is bovendien gelegen in het BPA "Fort 5" (BGM 26 april 1983). De voorschriften van het perceel zijn: zone voor aaneengesloten bebouwing met: * strook voor hoofdgebouwen; * voortuinstrook; * strook voor binnenplaatsen en tuinen. Het tankstation is conform de bestemming "handelsinrichtingen". In zone voor binnenplaatsen en tuinen zijn enkel werkplaatsen voor kleinbedrijven toegestaan. In de voortuinstrook is geen bebouwing toegestaan. Er wordt enkel vermeld dat er een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning zal ingediend worden. Uit de plannen blijkt dat het station integraal is ingeplant in de voortuinstrook en de zone voor binnenplaatsen en tuinen. De aanvraag is zodoende in strijd met de voorschriften van het BPA. De nieuwe tanks worden ingeplant in de voortuinstrook en de zone voor binnenplaatsen en tuinen. Dit houdt in dat de tanks voor een groot gedeelte tussen de bouwlijn en de rioollijn worden ingeplant. Van het benzinestation wordt geen enkele bouwvergunning
- 4 -
MLAV1/0100000097 N.V. Texaco Belgium
voorgelegd. Doch uit de beslissing van het CBS blijkt dat er wel een bouwvergunning zou zijn uit 1957 (bouwen van een dienststation). Op de documenten van het BPA (uit de periode 1980-1982) is het tankstation niet ingetekend. Dit zou bovendien inhouden dat tussen 1957 en heden aan het tankstation geen vergunningsplichtige werken zijn uitgevoerd!! De opvatting van het BPA is zodanig dat kan geconcludeerd worden dat het niet de bedoeling is om op deze plaats een tankstation te laten bestendigen. Immers de verdeling van benzine gebeurt integraal in de zone voor binnenplaatsen en tuinen. In het BPA wordt op geen enkele manier, op het plan en in de voorschriften, verwezen naar een benzinestation. Omwille van de strijdigheid van de inrichting met het BPA, adviseer ik de milieuvergunning ONGUNSTIG; Gelet op het deels gunstig-ongunstig advies dd. 19 juni 2001 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (PMVC); op volgende elementen uit dit advies : 1. De omschrijving en rubrieken van de aanvrager kunnen behouden worden, mits de rubriek 17.3.6.1.b onder de klasse 3-inrichtingen te rangschikken en onder de rubriek 17.3.4.3 de opslag van 75 l tweetakt-benzine te verbeteren in 95 l. 2. - De bezwaren met betrekking tot de ligging en de uitbouw van een klein station zijn gegrond. - Aan de bezwaren met betrekking tot brandgevaar, reukhinder en lawaaihinder kan tegemoet gekomen worden door het toezicht op het naleven van de Vlarem-voorwaarden die van toepassing zijn op deze inrichtingen. - De bezwaren met betrekking tot schade door verbouwingswerken zijn niet van milieutechnische aard en kan dan ook niet in het kader van deze milieuvergunningsaanvraag worden beoordeeld. - De bezwaren met betrekking tot de bodemvervuiling moeten behandeld worden in het kader van de procedures voorgeschreven in het bodemsaneringsdecreet. 3. De inrichting is stedenbouwkundig niet verenigbaar, zoals geargumenteerd in het advies van de AROHM. 4. - De PMVC geeft een ongunstig advies voor de aangevraagde veranderingen van de reeds vergunde rubrieken 17.3.4.3 (vervanging door nieuwe ondergrondse tank voor opslag van 30.000 l benzine) en 17.3.9.3 (vervanging en verhoging van het aantal verdeelslangen en tankposities), omwille van de stedenbouwkundige onverenigbaarheid, zoals geargumenteerd in het advies van de AROHM, en de milieutechnische bezwaren, zoals geargumenteerd in het advies van de AMV. - De PMVC stelt voor in principe akte te nemen van de aangevraagde veranderingen van de reeds geakteerde klasse 3-inrichtingen onder de rubrieken 17.3.6.1.b (vervanging door nieuwe ondergrondse tank van 15.000 l voor diesel) en van de nieuwe rubriek 3.1.1 (lozing van bedrijfsafvalwater) maar bevestigt dat deze inrichtingen gerelateerd zijn aan het
- 5 -
MLAV1/0100000097 N.V. Texaco Belgium
-
* 5. -
-
6. -
-
-
benzinestation en niet mogen geëxploiteerd worden omwille van de stedenbouwkundige onverenigbaarheid, zoals geargumenteerd in het advies van de AROHM, en de milieutechnische bezwaren, zoals geargumenteerd in het advies van de AMV. De PMVC stelt voor akte te nemen van de klasse 3-inrichtingen onder de nieuwe rubriek 3.3, de uitbreiding onder de reeds vergunde rubriek 16.3.1.1, de nieuwe rubriek 17.4 en de uitbreiding onder de reeds vergunde rubriek 17.3.6.1.b voor wat de opslag van 5.000 l stookolie betreft, omdat deze aspecten niet rechtstreeks gerelateerd zijn aan het benzinestation en bijgevolg wel in exploitatie mogen genomen worden, zoals geargumenteerd in het advies van de AMV. De melding van de herstelwerkplaats is zonder voorwerp omdat deze reeds vergund is. Aan de vraag van de exploitant voor een volledige hermachtiging kan geen gevolg gegeven worden omdat de veranderingen met betrekking tot het benzinestation ongunstig geadviseerd worden en de gunstig geadviseerde veranderingen klasse 3-inrichtingen betreffen en geen aanzienlijke veranderingen gepaard gaande met grote investeringen tot gevolg hebben, zoals geargumenteerd in het advies van de AMV. De bestaande vergunning van de bestendige deputatie nr. 55.503.f2 van 28 december 1989 en met vervaldatum 20 december 2007 blijft bijgevolg geldig. De algemene en sectorale voorwaarden, zoals voorgesteld door de AMV, worden niet weerhouden, omdat enkel klasse 3-inrichtingen geakteerd en geëxploiteerd mogen worden. De bijzondere voorwaarde met betrekking tot de brandweer, zoals voorgesteld door het schepencollege, wordt niet weerhouden omdat de brandweervoorwaarden tot stand moeten komen in overleg tussen det exploitant en de plaatselijke brandweer. De drie bijzondere voorwaarden in het advies van de gemeentelijke Groen- en milieudienst aan het schepencollege met betrekking tot het verbod van de opslag van autowrakken en de verkoop van tweedehandsvoertuigen, het rein houden van het terrein bij de opslag van autobanden, autobatterijen, motorolie... en de verplichting om tijdens de werkzaamheden in de werkplaats alle buitendeuren en -ramen gesloten te houden, worden niet weerhouden omdat ze betrekking hebben op klasse 3-inrichtingen of reeds opgenomen zijn in de Vlarem-voorwaarden. Gelet op de ligging van de inrichting in een woongebied van het gewestplan Antwerpen;
Gelet op de ligging van de inrichting in het bijzonder plan van aanleg nummer 5 "Fort V" goedgekeurd op 26 april 1984, waarvoor volgende voorschriften van toepassing zijn : - De bestemming voor hoofdgebouwen kan enkel uit woonhuizen en/of handelinsrichtingen bestaan.
- 6 -
MLAV1/0100000097 N.V. Texaco Belgium
- In de voortuinstrook zijn alle constructies, met inbegrip van hellende op- en afritten, verboden. Na de oprichting van het hoofdgebouw dient de voortuinstrook als tuin te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd. Alleen het gedeelte van de grond dat als toegang tot de gebouwen wordt aangewend mag worden verhard. - In de strook voor binnenplaatsen en tuinen dienen bergplaatsen en hokken op minimum 10 m uit de achtergevelbouwlijn geplaatst te worden. Overwegende dat de werkplaats voor het herstellen van motorvoertuigen met 1 hefbrug (15.2.) uit de omschrijving van de klasse 3-inrichtingen dient gelicht te worden, vermits ze reeds vergund is, zoals opgemerkt werd door de PMVC; dat van de overige klasse 3-inrichtingen akte kan genomen worden; Overwegende dat gesteld kan worden dat de exploitatie van de inrichting, die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt,niet verenigbaar is met voormelde ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat het gunstig advies van het schepencollege voldoende wordt weerlegd door de argumenten van de overige adviezen; Overwegende dat voor de evaluatie van de tijdens het openbaar onderzoek uitgebrachte bezwaren en opmerkingen, kan verwezen worden naar het advies van de PMVC; Overwegende dat gesteld kan worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie zelfs mits naleving van gepaste milieuvergunningsvoorwaarden niet tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende de voormelde niet-verenigbaarheid van de gevraagde exploitatie met de stedenbouwkundige en ruimtelijke voorschriften/met het milieu; dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning gedeeltelijk te weigeren; B E S L U I T : ARTIKEL 1. - Voorwerp §1 Aan de N.V. Texaco Belgium gevestigd Arnaud Fraiteurlaan 25 te 1050 Brussel wordt vergunning geweigerd, om een benzinestation, gelegen te 2650 Edegem, Prins Boudewijnlaan 465, kadastergegevens (afdeling-sectie-perceelnummer) 1-A-35/d7, 1-A-35/b8, verder in bedrijf te houden en te veranderen door wijziging en uitbreiding, omvattende:
- 7 -
MLAV1/0100000097 N.V. Texaco Belgium
- de opslag van 30.000 l benzine in een nieuwe ondergrondse, gecompartimenteerde, dubbelwandige tank ter vervanging van de opslag van 45.000 l benzine in 4 ondergrondse houders; de opslag van 95 l in het reservoir van een tweetaktpomp (17.3.4.3.); - 2 verdeelinstallaties voor de verdeling van diesel en benzine met in totaal 12 verdeelslangen ter vervanging van 1 dubbelvoudige en 2 enkelvoudige verdeelinstallaties (17.3.9.3.).
§2 Akte wordt genomen van de melding van de volgende klasse 3-inrichting(en) : - de lozing van bedrijfsafvalwater met een maximumdebiet van 0,6 m³/uur, 1,1 m³/dag en 80,2 m³/jaar in de openbare riolering (3.1.1.); - de lozing van huishoudelijk afvalwater met een maximumdebiet van 100 m³/jaar in de openbare riolering (3.3.); - een airco van 12 kW, 2 frigo's van elk 0,2 kW, een diepvries van 0,5 kW en een luchtcompressor van 2,1 kW (16.3.1.1.); - de opslag van 15.000 l diesel in een nieuwe, ondergrondse, dubbelwandige tank ter vervanging van de opslag van 10.000 l in een ondergrondse houder; de opslag van 5.000 l stookolie in een ondergrondse tank (17.3.6.1.b.); - de opslag van 500 l antivries en radiatorvloeistof en 1.000 l motorolie in bussen tot 25 l (17.4). Vlarem-rubricering : 3.1.1 - 3.3 - 16.3.1.1 - 17.3.4.3 17.3.6.1.B - 17.3.9.3 - 17.4 ARTIKEL 2. - Ingevolge de koppeling van de bouw- aan de milieuvergunning wordt de krachtens de wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de stedebouw verleende bouwvergunning geschorst op de datum van onderhavige weigeringsbeslissing en vervalt zij, in geval beroep tegen onderhavige weigeringsbeslissing wordt aangetekend, van rechtswege op de dag van de weigering van de milieuvergunning in beroep. - Tegen onderhavige weigeringsbeslissing kan, overeenkomstig artikel 51 van het Vlarem, beroep worden aangetekend bij de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Graaf de Ferraris-gebouw, Koning Albert II-laan 20 bus 8, 1000 Brussel. Tot staving van de ontvankelijkheid van het eventuele beroep dient bij het beroepschrift het hierbij gevoegde attest van betekening evenals het bewijs van betaling van de voorgeschreven dossiertaks gevoegd te worden.
- 8 -
MLAV1/0100000097 N.V. Texaco Belgium
ARTIKEL 3. 1. Onderhavige akteneming doet geen afbreuk aan de rechten van derden. 2. De toepasselijke voorwaarden van Vlarem II dienen nageleefd te worden. Antwerpen, 5 juli 2001. Aanwezig : de heer C. Paulus, Gouverneur-Voorzitter, de heren L. Helsen, J. Geuens en F. Geudens, mevrouw M. De Graef en de heren M. Wellens en C. Masson, leden en de heer D. Toelen, Provinciegriffier. Verslaggever : J. Geuens In opdracht: De Provinciegriffier,
D. Toelen.
Besluit uitgevoerd op ............... De Directeur,
De Voorzitter,
C. Paulus.
MINUUT.
- 9 -