Badminton in Nederland – een routekaart naar de toekomst
Inleiding Dit document geeft een schets van de toekomst van de badmintonsport in Nederland. De schets leidt tot een visie en routekaart, die de basis zijn voor stevige beleidskeuzes in de komende jaren. De visie moet uitdagend, inspirerend, maar ook realistisch zijn. Maar bovenal herkenbaar zijn en gedragen worden door alle betrokkenen. Niemand kan de toekomst exact voorspellen, maar vanuit diverse feiten, ontwikkelingen en verwachtingen kan wel een toekomstbeeld geconstrueerd worden. Dat is dan ook wat dit document beoogt. Dit document gaat niet over ‘gisteren’ (= het verleden) of ‘vandaag’ (= huidige situatie) , maar over ‘morgen’ en zelfs ‘overmorgen’. Aan het toekomstbeeld is echter geen tijdspad of deadline gekoppeld. In veel gevallen betreft het een beeld dat de looptijd van het huidige beleidsplan en de zittingstermijnen van huidige bestuurders overtreft. Aan toekomst hangt altijd onzekerheid. Hoe verder weg, hoe lastiger en abstracter het beeld wordt. Op veel thema’s schetst dit document dan ook niet een heel scherp beeld, maar juist bewust verschillende scenario’s of uitsluitend dilemma’s. Dat is niet erg, integendeel. Het gaat er om dat we dit document als leidraad/kompas gebruiken om de komende jaren met elkaar verdere discussies te voeren en gezamenlijk de juiste koers uit te stippelen en de hiervoor noodzakelijke stappen te bepalen. En van tijd tot tijd zullen we deze routekaart moeten herijken, omdat naarmate de tijd voortschrijdt we weer tot nieuwe inzichten komen. Door hier voortdurend op in te spelen, dragen we bij aan een sterke(re) positie van de badmintonsport in Nederland. Want dat is uiteindelijk waar we het allemaal voor (moeten) doen!
Waarom (nu)? De badmintonsport is, net als veel andere sporten, continue in beweging. Behoeftes van beoefenaren, de wijze(n) waarop badminton wordt beoefend en de wijze(n) waarop badminton wordt aangeboden zijn vandaag de dag anders dan een aantal jaren geleden. We zien daarbij dat Badminton Nederland en veel badmintonverenigingen onvoldoende hebben ingespeeld op deze veranderingen en bewegingen. Er zijn ruim 750.000 Nederlanders die wel eens badmintonnen, waarvan 200.000 op zeer regelmatige basis. Feit is dat we van deze populatie ‘maar’ 55.000 beoefenaren bij naam en toenaam kennen en aan ons hebben verbonden. Blijkbaar bieden we slechts voor een minderheid toegevoegde waarde. We laten gezamenlijk veel kansen liggen! We zijn er van overtuigd dat we dat beter kunnen, maar dat
Badminton in Nederland – Een mogelijke routekaart naar de toekomst: discussiedocument t.b.v. roadshow najaar 2013
1
kan alleen maar door een aantal traditionele aanpakken en patronen te doorbreken en tot nieuwe (oplossings)richtingen, keuzes en initiatieven te komen. Dat is niet iets dat met een druk op de knop gerealiseerd is en is ook niet alleen maar iets van het bondsbestuur en/of het bondsbureau. Het is iets van, voor en door heel badmintonnend Nederland!
Opbouw Deze routekaart is opgebouwd langs de bouwstenen uit de onderstaande afbeelding. Per bouwsteen wordt een beeld nu, beeld naar de toekomst, de belangrijkste uitdagingen en tot slot strategische opties en dilemma’s geschetst.
Uit het plaatje blijkt dat de badmintonsport en de (potentiële) badmintonner centraal staan. Hier doen we het uiteindelijk voor. Door de sport zo aantrekkelijk mogelijk aan te bieden, hopen we een zo’n groot mogelijk bereik te realiseren. Daarbij zien we dat zowel de sport, maar zeker ‘de badmintonspeler’ continue aan veranderingen onderhevig is. De afbeelding laat tevens zien dat de combinatie beoefeningsvormen en behoeften van de badmintonner van grote invloed zijn op de wijze waarop de badmintonsport wordt of kan worden aangeboden. Traditioneel gezien wordt dat voornamelijk gedaan door de badmintonverenigingen, maar we zien de laatste jaren ook andere organisatievormen en aanbieders. Decentraal wat decentraal kan, centraal wat centraal moet. Vanuit dit uitgangspunt vormen de taken, verantwoordelijkheid en activiteiten van verenigingsoverstijgende badmintonorganisaties (zoals samenwerkingsverbanden, regio’s/regionale bonden en Badminton Nederland als landelijk orgaan) een afgeleide van hetgeen er op decentraal (lokaal) niveau plaatsvindt. En aangezien daar regelmatig verschuivingen en veranderingen plaatsvinden, dienen ook de taken van deze overkoepelende organisaties regelmatig herijkt te worden.
Badminton in Nederland – Een mogelijke routekaart naar de toekomst: discussiedocument t.b.v. roadshow najaar 2013
2
De badmintonsport nader beschouwd Badminton is de snelste racketsport ter wereld. Badminton is spectaculair, vereist veel fysieke en tactische vaardigheden, maar is toch zeer eenvoudig te beoefenen. Qua materiaal en accommodatie is weinig nodig. Badminton is geschikt voor alle leeftijden en alle niveaus en kan op veel plekken worden beoefend. Badminton is uitermate geschikt om veel verschillende fysieke bewegingen, reactiesnelheid en oog-hand-coördinatie te ontwikkelen. Badminton is geen contactsport, waardoor het blessurerisico relatief laag is. Deze combinatie van een hoge intensiteit met een laag blessurerisico maakt badminton tot een zeer gezonde sport! Badminton is in de basis een individuele sport, waardoor je zelf verantwoordelijk bent voor je eigen prestatie. Je bent echter nooit alleen: er is altijd een tegenstander en als je wilt, kun je deel uitmaken van een team. Hierdoor is badminton ook een zeer sociale sport. De beelden Badminton heeft heel veel positieve kanten. Het is dan ook dat ruim 750.000 mensen in Nederland wel eens badmintonnen, waarvan 250.000 op zeer regelmatige basis. Daarmee behoort badminton tot de meest beoefende sporten in Nederland. Uit onderzoeken blijkt echter wel dat de belangstelling voor badmintonnen in Nederland gestaag terugloopt. Wereldwijd spelen 220 miljoen mensen badminton. Daarmee behoort het tot één van de meest beoefende sporten ter wereld. Het is dan ook niet voor niets dat badminton sinds 1992 deel uit maakt van het Olympisch programma. Veel gehoord signaal is het feit dat de stap van ‘lekker overslaan’ naar een wedstrijd met net ertussen een grote is. Wellicht stappen we met ons aanbod te snel over naar een competitiegericht aanbod, waardoor we veel mensen, die badminton leuk vinden, niet langdurig weten te binden. De uitdaging Badminton groeit wereldwijd en ook in de ons omliggende landen. Succesfactor hierbij lijkt de verbinding tussen badminton en het (bewegings)onderwijs. Hierdoor is sprake van een sportkeuzemoment op jonge leeftijd, waarmee een voorsprong wordt verkregen ten opzichte van andere sporttakken. Door gerichte samenwerking aan te gaan met (na)schoolse activiteiten kunnen we terrein (terug) winnen! Een andere belemmering lijkt te liggen in het feit dat badminton in Nederland als seizoenssport wordt aangeboden, dus vaak maar enkele maanden per jaar. Dit geeft sporters ruime mogelijkheden om in de andere maanden te kiezen voor andere takken van sport en moeten we maar hopen dat ze het volgende seizoen weer terugkeren bij onze eigen Badminton in Nederland – Een mogelijke routekaart naar de toekomst: discussiedocument t.b.v. roadshow najaar 2013
3
sport. Er liggen kansen om badminton te positioneren als een sport die 12 maanden per jaar probleemloos beoefend kan worden. Dit vereist wel vernieuwing in het sportaanbod (door clubs) en modernisering van de inrichting en planning van competities en toernooien. In Nederland lijkt de belangstelling terug te lopen. Dit komt zeer waarschijnlijk omdat we de unieke kenmerken en de kracht van badminton gezamenlijk onvoldoende voor het voetlicht weten te brengen. Badminton heeft in Nederland een imagoprobleem. Onderzoek typeert badminton als een weinig mannelijke/stoere sport en tamelijk ouderwets. Wij weten dat het tegendeel waar is, maar de feiten liegen niet! Er ligt een uitdaging om onze sport verder te ontleden in ontwikkelstappen. Enerzijds hebben we het dan over de ontwikkeling van talentvolle badmintonners naar het topniveau, anderzijds zouden we kunnen kijken hoe welke methodische stappen er gedefinieerd kunnen worden tussen het ‘campingbadminton’ en het reguliere wedstrijdbadminton. Daarbij kunnen we ongetwijfeld leren van de wijze waarop zuster-sporten, zoals tennis en volleybal, dit binnen hun tak van sport hebben gedaan. Strategische opties, keuzes en dilemma’s • Langdurig, gestructureerd werken aan verbetering van het imago, vanuit een heldere en eenduidige boodschap/filosofie. Dit niet alleen in woorden (zoals flitsende campagnes), maar ook in daden (badminton laten zien en laten ervaren). Van suf naar flitsend! • De wijze waarop badminton wordt aangeboden (trainingen, recreatievormen, wedstrijden, evenementen, etc.) veel meer baseren op en in relatie brengen met de unieke kenmerken (snelheid, reactie, tactiek, oog-hand-coördinatie). Van traditie naar innovatie! • Het uitbreiden van het badmintonaanbod gedurende 12 maanden per jaar. Nu zijn veel activiteiten gebouwd rond de traditionele competitie-opzet die loopt van grofweg september t/m januari. Hiermee geven we andere sporten een groot concurrentievoordeel. Van seizoenssport naar het hele jaar door badminton! • Badminton integreren in het (bewegings)onderwijs en/of buitenschoolse opvang. Badminton is qua combinatie van laagdrempeligheid en bewegingsrendement in staat om ‘de schoolsport’ van Nederland te worden. Het onderwijs is de beste plek om veel en nieuwe mensen de kracht en aantrekkelijkheid van badminton te laten ervaren. Van campingsport naar schoolsport! Van iPad naar badmintonracket!
Wie is de badmintonner? ‘De’ badmintonner bestaat niet. Badminton is immers voor jong en oud, voor mannen en vrouwen, voor alle niveaus. Badminton sluit in en sluit niet uit. Als we naar badmintonnend Nederland kijken zien we wel een aantal basiskenmerken: • Bescheiden Badminton in Nederland – Een mogelijke routekaart naar de toekomst: discussiedocument t.b.v. roadshow najaar 2013
4
• •
Kritisch Relatief hoog opgeleid.
Hoewel deze eigenschappen de badmintonners ‘bindt’, zijn er ook veel verschillen. Die liggen vooral in de motieven en doelstellingen om badminton te beoefenen. Daarbij zien we dat de wedstrijdgeörienteerde badmintonners veel geschikt aanbod vinden binnen Badminton Nederland. Onze organisatie (bond, clubs, competitie- en lidmaatschapsstructuur) sluit goed aan bij de wensen van deze groep. Echter de grootte van deze groep is slechts 25.000 tot 55.000 beoefenaren, niet geheel toevallig ook het huidige ledenaantal van Badminton Nederland. Als de trend van de laatste jaren zich doorzet, zal deze groep de komende jaren gestaag (verder) afnemen.
Als we breder naar sport in algemene zin en de maatschappij kijken, dan zien we meer trends, zoals: • de binding van traditionele ledenorganisaties neemt gestaag af. Mensen sluiten zich niet meer als beoefenaar/lid of vrijwilliger automatisch aan, maar men kijkt bewust en kritisch naar toegevoegde waarde. • de vraag naar meer flexibiliteit, minder (vaste) verplichtingen, kortdurende (belevings)activiteiten, zo dicht mogelijk bij huis zet zich verder door. De opkomst van internet, games en social media zijn hier uitvloeisels van (van papier naar beeld!). Mensen willen echt nog wel ergens bij horen (zich verenigen of binden), maar de wijze waarop is niet meer hetzelfde als de afgelopen jaren. Mensen zoeken bewust naar nieuwe, sociale en persoonlijk passende vormen. • het tegengaan van een verslechterende volksgezondheid en duurder wordende zorg (o.a. door obesitas, bewegingsarmoede, vergrijzing) blijft een belangrijk thema.
Badminton in Nederland – Een mogelijke routekaart naar de toekomst: discussiedocument t.b.v. roadshow najaar 2013
5
We realiseren ons dat badminton de mogelijkheid heeft om een positieve bijdrage te leveren aan de hiervoor opgesomde ontwikkelingen. Maar een mogelijkheid is nog slechts een kans en een kans is nog niet scoren! Er is dus werk aan de winkel! De beelden Ons aanbod en onze bindingsvormen sluiten dus maar aan op een selecte groep badmintonners. Naar schatting ruim 150.000 regelmatige badmintonners vinden onze sport leuk, maar sluiten zich aan bij eigen organisatieverbanden binnen clubs (‘grijze leden’) of zelfs buiten clubs. Meer dan een half miljoen ‘incidentele’ badmintonners hebben en voelen helemaal geen aanleiding om zich te organiseren. Helaas weten we van deze 150.000 badmintonners nog relatief weinig, dus nader onderzoek is gewenst. Van de ruim 55.000 leden van Badminton Nederland hebben we wel diverse gegevens beschikbaar, zoals de regionale verdeling en onderstaande leeftijdsverdeling. 57% van de leden is man en de (relatief) grootste vertegenwoordiging heeft de leeftijdscategorie 11-15 jaar.
De uitdaging Het sportaanbod en bindingsmogelijkheden voor Badminton Nederland en de (gemiddelde) badmintonverenigingen, zoals het competitieaanbod, zijn de laatste decennia niet of maar beperkt gewijzigd. De ontwikkelingen in de maatschappij gaan echter veel sneller. Er wordt niet zozeer minder gebadmintond, maar we slagen er steeds minder goed in om beoefenaren aan de traditionele bonds- en verenigingsstructuur te binden. Gelukkig zien we ook succesvolle voorbeelden van verenigingen, samenwerkingsverbanden tussen verenigingen (incl. regio’s), toernooi-organisatoren en/of andere aanbieders hoe we (voor ons) nieuwe en andere doelgroepen en beoefenaren kunnen boeien en binden. Daarbij moeten we niet de ‘fout’ maken om ze meteen ‘lid’ te willen maken, maar kunnen we wellicht beter focussen op de opbouw van een klantendatabase van beoefenaren en het creëren van andere vormen van aansluiting en binding voor verenigingen en/of bond. Badminton in Nederland – Een mogelijke routekaart naar de toekomst: discussiedocument t.b.v. roadshow najaar 2013
6
Strategische opties, keuzes en dilemma’s Zou onze ambitie niet moeten zijn dat Badminton Nederland op termijn minimaal 200.000 klanten heeft in plaats van leden? Dat betekent: • We moeten bewegen van lidmaatschap naar klantrelatie, waarbij we voor verschillende type klanten een passend aanbod en passende bindingsvorm ontwikkelen, uitgaande van het leveren van toegevoegde waarde. Dit vereist zowel van Badminton Nederland als van veel badmintonverenigingen fundamentele aanpassingen, of veelal uitbreidingen, in de toekomst. • Focus is belangrijk: op welke doelgroepen richten wij ons? Het lijkt voor de hand te liggen om een eerste slag te maken in het binden van de 150.000 regelmatige badmintonners. Immers, zij weten al hoe leuk onze sport is. We zullen goed moeten uitzoeken: o Wie zijn deze beoefenaren? o Op welke wijze, op welke plek, op welke momenten, met wie badmintonnen zij? o Waar kunnen clubs, regio’s en/of bond voor hen van toegevoegde waarde zijn? o Welke win-win-model is hiervoor te ontwikkelen? • Nieuwe bindingsinstrumenten. Van aanbod- naar vraaggericht. Misschien moeten we denken aan het ontwikkelen van uniforme ‘systemen’ op het gebied van badmintonvaardigheden (vergelijkbaar met het bandensysteem bij judo) of badmintonspeelsterkte (vergelijkbaar met de dynamische rating binnen de tennisbond of het handicapsysteem binnen de golfsport). De kracht van sport is dat je door training beter kunt worden en dat je je wilt meten aan jezelf en/of anderen. Zodra je dat op een heldere en objectieve wijze kunt meten, kun je veel waarde (en binding) toevoegen.
Hoe wordt badminton aangeboden? Nederland kent een al zeer langdurige en fijnmazige sportinfrastructuur van sportverenigingen en sportaccommodaties. Misschien wel één van de beste van de wereld. We zien daarbij dat vooral het aantal lidmaatschappen in de leeftijd 4-12 jaar enorm hoog is. In alle andere leeftijdscategorieën is deze fors lager. Bij badminton zien we een vergelijkbaar patroon. We hebben in de vorige paragraaf al gezien dat de behoefte aan flexibelere en innovatievere vormen van aanbod en binding toeneemt.
Badminton in Nederland – Een mogelijke routekaart naar de toekomst: discussiedocument t.b.v. roadshow najaar 2013
7
Voor sportaanbod zijn 3 zaken benodigd: 1) Een aanbieder, 2) Accommodatie en 3) Begeleidend kader:
Aanbieders Wij voorzien nog steeds een zeer belangrijke rol voor de badmintonverenigingen, samenwerkende badmintonclubs en organisatoren van badmintonevenementen (toernooien, competities). Zoals gezegd, 55.000 badmintonners (en waarschijnlijk nog wel iets meer), voelen zich nog steeds prima thuis. De rol van de clubs naar de 150.000 regelmatig in andere verbanden spelende badmintonners dient versterkt te worden, door specifiek aanbod te creëren voor deze groep(en) sporters. Mogelijk kunnen clubs dat niet alleen. In die gevallen dient samenwerking met bijvoorbeeld scholen, gemeentelijke sportbedrijven en/of andere (bijv. commerciële) aanbieders onderzocht te worden. De lokale situatie is daarbij het uitgangspunt. Deze vraagt een maatwerkbenadering. Accommodatie Het voordeel van badminton is dat het nagenoeg in elke indoor-accommodatie gespeeld kan worden. Nadeel daarvan is meteen dat ‘dé badmintonaccommodatie’ niet bestaat, in tegenstelling tot bijvoorbeeld zustersporten zoals squash en tennis. We zien dat de beschikbaarheid (in trainingsuren) en de locatie (vaak buitenaf) van badmintonaccommodaties niet optimaal is. Daarbij is er veel concurrentie van andere zaalsporten. Onderzoek laat zien dat een (gevoelsmatige) eigen accommodatie (incl. kantine) een grote positieve invloed heeft op de bindingskracht van verenigingen naar hun sporters. Binnen de badmintonsport is dit een groot aandachtspunt. Ook hier vereist samenwerking op lokaal niveau (scholen, gemeentelijke sportbedrijven, andere zaalsportverenigingen) een maatwerkaanpak. Kader Sport draait in grote mate op vrijwilligers. Dit zal in de toekomst niet anders zijn, maar de beschikbaarheid van vrijwilligers verandert. Mensen zullen nog steeds bereid zijn om zich onbezoldigd in te zetten, maar niet meer tot elke ‘prijs’. De tijdsinvestering en gevraagde competenties moeten helder en scherp afgebakend zijn en de activiteit dient ook ‘waarde toe te voegen’ aan de vrijwilliger (leuk en leerzaam). Sportbreed vereist het behoud en ‘onderhoud’ van het maatschappelijk kapitaal veel inzet en aandacht.
Badminton in Nederland – Een mogelijke routekaart naar de toekomst: discussiedocument t.b.v. roadshow najaar 2013
8
De deskundigheidsbevordering van bestuurlijk, sporttechnisch en arbitrerend kader is en blijft een kerntaak van Badminton Nederland. Daarbij moet wel opnieuw gekeken worden naar de uitgangspunten, waarbij (bijvoorbeeld, als inbreng voor verdere discussie) gedacht kan worden aan: • De verantwoordelijkheid van het hebben van goed kader ligt primair bij de verenigingen/aanbieders. • Het landelijke orgaan dient verenigingen te ondersteunen, bijvoorbeeld d.m.v. campagnes/communicatie-uitingen of modelaanpak (lokaal) vrijwilligersbeleid. • Het landelijke orgaan is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en beschikbaarheid van goede opleidingsprogramma’s. Deze voldoen enerzijds aan de (inter)nationale standaarden en dienen anderzijds goed in te spelen op de wensen en behoeften van verenigingen en (potentiële) kaderleden. Continue dienen de 5 marketing P’s gemonitord te worden: o Prijs: is e.e.a. betaalbaar en financierbaar? o Promotie: weten we de juiste doelgroepen goed te bereiken (communicatie)? o Product: sluit het aanbod aan bij de vraag (kortdurend, aansluiting met praktijk)? o Plaats: bieden we het aanbod op de juiste wijze aan (incompany, digitaal, etc)? o Personeel: deskundigheid, klantgerichtheid en aansluiting bij de doelgroep. • Ten behoeve van de sporttechnische lijn, dient het landelijke orgaan deze te ontwikkelen en te ouderhouden: ‘hoe badmintonnen we in Nederland’, met een life-time reikwijdte van de beste topbadmintonner en de grootste talenten t/m de meest recreatieve beoefenaren. • Hoewel deskundigheidsbevordering een kerntaak is, wil dat niet zeggen dat de uitvoering van activiteiten door het landelijke orgaan zelf gedaan hoeft te worden. Zo kan gedacht worden aan samenwerken en collectief aanbieden (bijv. met andere sportbonden of NOC*NSF) en het uitbesteden van ontwikkelen en uitvoeren van opleidingsactiviteiten (bijv. aan onderwijsorganisaties). De beelden Het aantal verenigingen daalt de laatste jaren gestaag. Badminton Nederland en haar achterban praten de laatste jaren veel over dienstverlening (service-pakketten) en contributiestructuren. Daarbij is steeds uitgegaan van een krimpende markt, wat steeds weer tot financieringsvraagstukken leidt op landelijk niveau. De uitdaging Lukt het Badminton Nederland en haar badmintonverenigingen om de focus op de ontwikkeling van de (badminton)markt te leggen in plaats van op ledenwerving? Natuurlijk zijn er knelpunten, maar waarom badmintonnen ruim 150.000 mensen regelmatig, maar zijn Badminton in Nederland – Een mogelijke routekaart naar de toekomst: discussiedocument t.b.v. roadshow najaar 2013
9
deze niet (op welke wijze dan ook) verbonden aan een vereniging en/of Badminton Nederland? Strategische opties, keuzes en dilemma’s • Van uniforme aanpak naar servicepakketten naar maatwerkdienstverlening. Iedere vereniging heeft hulpvragen. Niet omdat het altijd slecht gaat, maar ook omdat rond iedere vereniging kansen liggen. Of de vraag/uitdaging nu licht op het gebied van kader, accommodatie, sportaanbod, samenwerking, organisatorisch, juridisch of financieel: er dient gestreefd te worden naar de best mogelijke ondersteuning van experts, die de badmintonsport en het lokale niveau kennen. • Zo badmintonnen we in Nederland! Eén van de belangrijkste onderscheidende kenmerken van de/een landelijke bond is de autoriteitspositie op sporttechnisch gebied. Dit domein dient geclaimd te worden en vorm en inhoud te worden gegeven. Niet als regelgever, maar als kennisdeler en inspirator! Van “overslaan” tot “wedstrijden”!
De positionering van Badminton Nederland Zoals al eerder gemeld: de (kern)taken en –activiteiten van Badminton Nederland zijn een afgeleide van hetgeen er ‘in de markt’ gebeurt. De markt laat zich maar beperkt sturen; veel zaken gebeuren gewoon, zonder dat je er veel invloed op hebt. Veel sportbonden, waaronder mogelijk ook Badminton Nederland, hebben de laatste jaren gedacht dat zij hun tak(ken) van sport op veel gebieden hebben kunnen reguleren. Het is dan ook niet vreemd dat de invloed en betekenis van veel landelijke ledenorganisaties (ook buiten de sport) aan het afnemen is. Herpositionering is dus gewenst! Daarbij zijn er, zoals altijd, goede voorbeelden waarvan we kunnen leren. De beelden We kunnen constateren dat onze structuur op dit moment onvoldoende inspeelt op de huidige en toekomstige ontwikkelingen binnen de badmintonsport. Er zijn de laatste jaren andere type badmintonners ontstaan, verenigingen hebben zich verder ontwikkeld, andere aanbieders zijn er op de markt verschenen, etcetera. Onze structuur en dienstverlening is gebaseerd op hoe ‘het was’ en maar beperkt op hoe ‘het is en gaat worden’. Onderstaande afbeelding laat dat zien. Het is geen discussie dat er veel kansen zijn en soms ook al, buiten onze structuur, worden benut.
Badminton in Nederland – Een mogelijke routekaart naar de toekomst: discussiedocument t.b.v. roadshow najaar 2013
10
De uitdaging We moeten ons gezamenlijk afvragen welke rol en positie we willen innemen m.b.t. de stippellijntjes in de onderstaande afbeelding en tot welke taken en verantwoordelijkheden (en financieringsmogelijkheden) en onderlinge klant- cq samenwerkingsrelaties dat leidt. Het betekent naar verwachting ook dat we veel huidige zaken minder of helemaal niet meer gaan doen. Er ligt niet alleen een uitdaging in de ‘verbreding’ van de structuur. Los van de structuur, durven we te constateren dat het contact tussen Badminton Nederland (de bestuurlijke en werkorganisatie) en haar achterban is teruggelopen en wellicht op sommige plekken ook de verbondenheid. Welke dromen, ambities en doelstellingen we ook met elkaar afspraken, de eerste stap zal altijd moeten zijn dat de relatie tussen bond en achterban verbeterd wordt. Hierin zal de komende jaren geïnvesteerd moeten worden. Strategische opties, keuzes en dilemma’s Van traditionele naar moderne sportbond. Van reguleren naar inspireren en stimuleren. Centraal vraagstuk hierbij is: wil Badminton Nederland een centrale competitie- en wedstrijdorganisatie zijn of heeft het de ambitie om de branche- en kennisorganisatie van de badmintonsport zijn? En zijn er wellicht tussen- en hybride vormen denkbaar? De eerste strategie is overzichtelijk, maar leidt tot een beperkte taakopvatting. De tweede strategie is complex, vereist fundamentele aanpassingen in werkwijze en structuur, maar vergroot de impact van Badminton Nederland. Uitgaande van de 2e strategie kan samengevat, op basis van al het hiervoor beschreven, kan geconcludeerd worden dat Badminton Nederland: • Moet streven naar duurzame (en steeds vernieuwende) toegevoegde waarde voor regio’s (wellicht als decentrale uitvoerders van landelijk beleid), verenigingen, andere aanbieders en zoveel mogelijk sporters. Voor toegevoegde waarde zullen afnemers bereid zijn om te betalen, hetgeen de basis is van een duurzaam businessmodel.
Badminton in Nederland – Een mogelijke routekaart naar de toekomst: discussiedocument t.b.v. roadshow najaar 2013
11
•
•
•
•
Hoogwaardige en maatwerk dienstverlening moet bieden of organiseren m.b.t. hulpvragen van verenigingen, aanbieders en sporters. Dit op basis van een voortdurende kansen- en knelpunten analyse binnen de sport. Haar autoriteitspositie kan opbouwen, dan wel verder versterken, door de volledige sporttechnische lijn te claimen en vorm en inhoud te geven. Niet als regelgever, maar als kennisdeler en inspirator! Haar werkterrein dient te verbreden naar die aanbieders en (regelmatige) sporters binnen de badmintonsport in Nederland. Daarbij niet uitgaan van concurrentie, maar van samenwerking: gezamenlijk ontwikkelen we de badmintonsport (win-win). Haar huidige takenpakket tegen het licht dient te houden, hetgeen (nu al eerste) vragen oplevert zoals: o Op welke wijze richten wij de relatie met en dienstverlening aan verenigingen in? Welke taken doen we met professionals, welke met vrijwilligers? o Voor welke zaken verwachten onze klanten nog wel een regulerende rol? o Hoe positioneren we topsport binnen Badminton Nederland (zowel communicatief, activiteiten als financiering)? o Hoe bouwen we succesvolle concepten zoals de Week van het Badminton en het Badmintoncongres verder uit? o Blijven we grote toernooien en projecten met een hoog prijskaartje (zelf) uitvoeren? o Welk organisatie-, financierings- en besturingsmodel is gewenst?
Hoe nu verder? Deze toekomstvisie zal de komende maanden verder aangescherpt worden in interactie met de achterban tijdens een ‘roadshow’. Begin 2014 zal aan de Bondsvergadering instemming worden gevraagd om op basis van de dan voorliggende visie een implementatieplan op te stellen. Dit plan, voorzien van een fasering en financieringsplaatje voor de komende jaren zal dan later in 2014 ter goedkeuring worden voorgelegd.
Nieuwegein, 1 november 2013 Bestuur Badminton Nederland
Badminton in Nederland – Een mogelijke routekaart naar de toekomst: discussiedocument t.b.v. roadshow najaar 2013
12