Vlindersingel 220 3544 VM Utrecht 030 87 820 87 www.AeQui.nl
[email protected]
B Verkeer en Logistiek Ad Verkeerskundig medewerker Stichting Hoger Onderwijs NOVI Verslag van de uitgebreide opleidingsbeoordeling op 11 september 2014
Utrecht oktober 2014 www.AeQui.nl Evaluatiebureau voor het hoger onderwijs
Dit document laat zich het beste dubbelzijdig afdrukken.
2
NOVI Verkeersacademie
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ......................................................................................................................................................... 3 Samenvatting ............................................................................................................................................................ 4 Colofon ..................................................................................................................................................................... 7 Inleiding .................................................................................................................................................................... 8 Beoogde eindkwalificaties ...................................................................................................................................... 10 Programma ............................................................................................................................................................. 14 Personeel ................................................................................................................................................................ 25 Voorzieningen ......................................................................................................................................................... 29 Kwaliteitszorg ......................................................................................................................................................... 31 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties ........................................................................................................... 35 Bijlagen ................................................................................................................................................................... 41 Bijlage 1 Visitatiecommissie ................................................................................................................................... 42 Bijlage 2 Programma visitatie ................................................................................................................................. 44 Bijlage 3 Kwantitatieve gegevens ........................................................................................................................... 45 Bijlage 4 Eindkwalificaties ....................................................................................................................................... 48 Bijlage 5 Programmaoverzicht ................................................................................................................................ 53 Bijlage 6 Bestudeerde documenten........................................................................................................................ 56 Bijlage 7 Onafhankelijkheidsverklaringen ............................................................................................................... 57
B Verkeer en Logistiek
oktober 2014
3
Samenvatting Op 11 september 2014 is de opleiding B Verkeer en Logistiek en Ad Verkeerskundig Medewerker gevisiteerd door een commissie van AeQui. Het totaaloordeel van de commissie is voldoende. Stichting Hoger Onderwijs NOVI, een particuliere onderwijsinstelling gespecialiseerd in flexibele deeltijdopleidingen heeft de NOVI Verkeersacademie opgericht als samenwerkingsverband met DTV Consultants BV. NOVI Verkeersacademie startte in augustus 2005 met de deeltijdbachelor Verkeer & Logistiek. NOVI formuleerde doelstellingen voor de Ad- en bacheloruitstroom.
Beoogde eindkwalificaties NOVI Verkeersacademie hanteert voor de bacheloropleiding Verkeer en Logistiek de competenties van het landelijke beroepsprofiel Mobiliteit, dat werd gevalideerd door de eigen werkveldcommissie van de opleiding. Voor de associate degree formuleerde het opleidingsteam in nauwe samenspraak met het beroepenveld tweedejaars-eindtermen op basis van het mobiliteitsprofiel en eigen praktijkonderzoek. De opleiding concretiseerde de Ad- en bachelorcompetenties vervolgens naar inhoud en niveau met behulp van de internationale Dublindescriptoren. Bij deze operationalisering nam de opleiding het verkeerskundig vakmanschap nadrukkelijk als uitgangspunt. Het overleg dat de opleiding voert met haar beroepenveldcommissie en diverse kennisinstellingen, overheidsorganisaties en adviesbureaus draagt bij aan het actueel en relevant houden van het opleidingsprofiel. Ook de feedback van de docenten, studenten en praktijkbegeleiders zet het opleidingsteam in bij het adequaat afstemmen van de beoogde eindtermen op ontwikkelingen in het werkveld.
verweven. Deze wordt ondersteund door de didactische vormgeving van de opleiding die is gericht op zelf ervaren, leren in het werk en leren door oefening met theorie, feedback en reflectie. Het programma is studeerbaar dankzij realistische toelatingseisen en actieve studiebegeleiding.
Personeel De visitatiecommissie vindt dat NOVI Verkeersacademie een effectief personeelsbeleid voert dat voorziet in passende aannamecriteria, didactische begeleiding, deskundigheidsbevordering en frequente evaluatie van het personeel. Bij de beoordeling van de docenten en het onderwijsondersteunende personeel betrekt het opleidingsteam nadrukkelijk de mening van de studenten. De kwaliteit van het docentenkorps is goed: de docenten zijn relevant opgeleid, beschikken over ruime, actuele expertise in hun vakgebied en tonen zich betrokken bij de opleiding en de studenten. De toegankelijkheid en behulpzaamheid van het opleidingsteam worden door docenten en studenten geprezen.
Voorzieningen Programma De visitatiecommissie is van mening dat de opleiding de eindkwalificaties op zorgvuldige wijze heeft vertaald naar het opleidingsprogramma. In het competentiegerichte onderwijs van NOVI Verkeersacademie werken studenten in vier jaar stapsgewijs toe naar het beheersen van de specifieke opleidingscompetenties in de vakken en het generieke hbobachelorniveau. Het curriculum voorziet in een brede basis aan verkeerskundige kennis in lijn met het eigen profiel van de opleiding en geeft daarbij voldoende rekenschap van de bredere mobiliteitscontext waarbinnen de verkeerskunde zich bevindt. De aandacht voor het ontwikkelen van persoonlijke, communicatieve en analytische vaardigheden in de professionele context is door het gehele curriculum
4
De huisvesting en materiële voorzieningen van NOVI Verkeersacademie zijn toereikend voor het realiseren van het curriculum. De commissie vindt de actieve en persoonlijke studiebegeleiding een sterk punt van de opleiding. Het opleidingsteam biedt studenten waar mogelijk flexibele oplossingen en maatwerk, iets wat zeer gewaardeerd wordt door de drukbezette doelgroep van de opleiding. De informatievoorziening via de website, de elektronische leeromgeving en de leerjaarbegeleider is overwegend adequaat.
Kwaliteitszorg De visitatiecommissie is van mening dat NOVI Verkeersacademie beschikt over een goed kwaliteitszorgsysteem van periodieke digitale enquêtes, diver-
NOVI Verkeersacademie
se bijeenkomsten en interne audits gericht op het verbeteren van de organisatie en het onderwijs. De instelling luistert via de bovenstaande instrumenten goed naar suggesties en aanmerkingen van studenten, docenten en het beroepenveld en neemt hierop doeltreffende verbetermaatregelen. Het opleidingsteam controleert op de uitvoering van de maatregelen en het behalen van de doelstellingen. De opleiding biedt alle belanghebbenden (de studenten, docenten, alumni, examencommissie en het beroepenveld) de mogelijkheid om bij te dragen aan de interne kwaliteitszorg.
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De visitatiecommissie vindt dat de opleiding Verkeer en Logistiek een adequaat systeem van toetsing heeft. De opleiding waarborgt de validiteit van de toetsen onder meer door het gebruik van toetsmatrijzen en de controle van concepttoetsen en beoordelingsformulieren op een aantal inhoudelijke, didactische en vormtechnische aspecten. Bij de beoordeling maakt de opleiding voor alle onderwijseenheden gebruik van vooraf opgestelde beoordelingsformulieren of antwoordmodellen. De beoordeling van de stage en de Ad- en bacheloreindwerken geschiedt op basis van het meerogenprincipe. Deze punten zorgen ervoor dat de beoordeling betrouwbaar is. Het gerealiseerde eindniveau kwalificeert de commissie als goed. De studie brengt de studenten naast een stevige verkeerskundige kennisbasis ook de professionele hbo-vaardigheden bij die NOVI Verkeersacademie voor ogen had bij het vormgeven van de opleiding. Het werkveld herkent de groei van de (oud-)studenten: na afronding, of al tijdens de opleiding stromen veel (oud-)studenten door naar een
hogere functie op Ad- of bachelorniveau. Het hboniveau (Ad respectievelijk bachelor) wordt over de breedte van de beoordeelde eindwerken goed behaald, aldus de visitatiecommissie.
Aanbevelingen De visitatiecommissie is positief over de verbetergerichtheid van de examencommissie en over de beslissing de invloed van de eindpresentatie op het afstudeercijfer te beperken. In aanvulling op het lopende verbeterproces adviseert de visitatiecommissie de opleiding een definitief standpunt in te nemen over de weging van de diverse afstudeeronderdelen. De visitatiecommissie is daarbij van mening dat alle delen van het afstuderen voldoende moeten zijn om te kunnen slagen. De visitatiecommissie beveelt NOVI Verkeersacademie aan om voor de beroepenveldcommissie bewust ook enkele leden aan te trekken die vanuit een ander oogpunt naar het beroepenveld en de opleiding kijken. Daarmee stelt de opleiding zeker dat ze ook in de toekomst de keuze voor haar – al dan niet specifiek verkeerskundige – profiel steeds kritisch blijft maken. In de ogen van de commissie behoeft daarbij met name de vraag of het opleidingsprofiel de aansluiting met het brede werkveld Built Environment goed borgt voortdurend aandacht, maar kunnen ook de ontwikkelingen rond openbaar vervoer aanleiding zijn om de opleiding bij te stellen. De werkveldadviescommissie vergadert momenteel eenmaal per jaar. Om betere binding te houden met de leden – en ook om de binding tussen de leden onderling te bevorderen – raadt de visitatiecommissie aan de vergaderfrequentie voor dit gremium te verhogen.
Alle standaarden van het NVAO kader zijn positief beoordeeld (voldoende en goed) en op die grond geeft de visitatiecommissie een positief advies inzake accreditatie van de opleiding B Verkeer en Logistiek en Ad Verkeerskundig Medewerker. Namens de voltallige visitatiecommissie, Utrecht, oktober 2014
Ir. R.S. Kloosterman Voorzitter
B Verkeer en Logistiek
J. van Oudheusden MA Secretaris
oktober 2014
5
Overzicht De beoordelingen per standaard zijn weergegeven in onderstaande tabel.
Standaard
Beoordeling bachelor
Beoordeling associate degree
Beoogde eindkwalificaties 1. Beoogde eindkwalificaties
Voldoende
Voldoende
Programma 2. Oriëntatie van het programma 3. Inhoud van het programma 4. Vormgeving van het programma 5. Instroom 6. Studeerbaarheid 7. Omvang en duur
Goed Goed Goed Voldoende Voldoende Voldoende
Goed Goed Goed Voldoende Voldoende Voldoende
Personeel 8. Doeltreffend personeelsbeleid 9. Het personeel is gekwalificeerd 10. De omvang van het personeel is toereikend
Goed Goed Voldoende
Goed Goed Voldoende
Voorzieningen 11. Materiële voorzieningen 12. Studiebegeleiding
Voldoende Goed
Voldoende Goed
Goed Goed Voldoende
Goed Goed Voldoende
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties 16.1 Toetsing 16.2 Gerealiseerde eindkwalificaties
Voldoende Goed
Voldoende Goed
Totaaloordeel
Voldoende
Voldoende
Kwaliteitszorg 13. Evaluatie resultaten 14. Maatregelen tot verbetering 15. Betrekken van opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
6
NOVI Verkeersacademie
Colofon Instelling en opleiding Stichting Hoger Onderwijs NOVI Postbus 2068 , 3500GB Utrecht Status instelling: rechtspersoon hoger onderwijs Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg: niet van toepassing Opleiding: Bachelor Verkeer en Logistiek; Associate degree Verkeerskundig medewerker Niveau: hbo-bachelor en associate degree Aantal studiepunten: 240 & 120 EC Titel: Ing/BBe & Ad Locatie: Utrecht Variant: deeltijd Croho-nummers: 30100 Verkeer en Logistiek & 80066 Verkeerskundig medewerker Kwantitatieve gegevens van de opleiding zijn weergegeven in bijlage 3. Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: Ing. J.G.M. Boormans / Dhr. K. Louwman Contactpersoon met betrekking tot kwaliteit van de opleiding: mevrouw Ing. A.F. Schievink Contactgegevens: E.
[email protected]
Visitatiecommissie De visitatiecommissie bestond uit: Ir. R.S. Kloosterman, voorzitter Dr. J.W. Proper, werkveld- en domeindeskundige Ir. J. Ploeger, werkveld- en domeindeskundige T.T.D. Schouten-Poot, studentlid J. van Oudheusden MA, secretaris De commissie is vooraf voorgelegd aan de NVAO; de NVAO heeft ingestemd met de samenstelling. De visitatie is uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van AeQui VBI Vlindersingel 220 3544 VM Utrecht (030) 87 820 87 www.AeQui.nl
B Verkeer en Logistiek
oktober 2014
7
Inleiding Stichting Hoger Onderwijs NOVI, een particuliere onderwijsinstelling gespecialiseerd in flexibele deeltijdopleidingen heeft de NOVI Verkeersacademie opgericht als samenwerkingsverband met DTV Consultants BV, een onderzoeks-, educatie- en adviesbureau op het gebied van verkeer en mobiliteit. De samenwerking is ontstaan in 2005, nadat DTV Consultants een post-mbo-opleiding Verkeerskunde had opgezet en de markt veelvuldig vroeg om (ook) een erkende hbo-opleiding aan te bieden. NOVI Verkeersacademie startte in augustus 2005 met de deeltijdbachelor Verkeer & Logistiek. Deze hbo-bachelor kreeg, in lijn met de vergevorderde plannen van het ministerie destijds rond het ‘associate degree’, een associate degree-uitstroomvariant tot Verkeerskundig medewerker na het tweede leerjaar. Naast de opleiding op hbo-niveau worden samen met het Koning Willem I College twee deeltijd-mboopleidingen op niveau 4 aangeboden. Deze opleidingstrajecten tot VRI-technicus en middenkaderfunctionaris Infra vormen een doorlopende leerlijn met de bacheloropleiding Verkeer en Logistiek.
Het instituut NOVI Verkeersacademie is een zelfstandig opererende faculteit van NOVI Hogeschool Holding BV, die op haar beurt eigendom is van Stichting Hoger Onderwijs NOVI. Deze stichting beschikt over zowel de hogeschoolstatus als over de onderwijslicenties voor de associate degree (Ad) en de hbo-bachelor, en verzorgt formeel het onderwijs van de gevisiteerde opleiding Verkeer en Logistiek. Behalve de Stichting Hoger Onderwijs NOVI, die honderd procent zeggenschap heeft, is NOVI Verkeersacademie ook deels eigendom van DTV Holding BV. Binnen het bestuur van NOVI Verkeersacademie is de bestuursvoorzitter van de Stichting Hoger Onderwijs NOVI eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs, en de directeur van DTV Holding belast met de directievoering. Een opleidingsteam stuurt de hbo-opleiding Verkeer en Logistiek aan en coördineert deze. Dit team bestaat, behalve uit de directeur (tevens opleidingsmanager) uit vier medewerkers van DTV Consultants, te weten: een opleidingscoördinator/inhoudelijk adviseur, een onderwijskundige en twee leerjaarbegeleiders. Met haar verkeerskunde-onderwijs is NOVI Verkeersacademie de jongste aanbieder in een relatief grote groep bestaande opleidingen, met hboopleidingen in Breda, Leeuwarden en Zwolle, woopleidingen in Delft en Enschede en een uitgebreid verkeerskundig cursusaanbod in Ede, Breda en Delft. Het initiatief voor de oprichting van NOVI Verkeersacademie kwam voort uit een visie op de toekomst, waarin deeltijdonderwijs, het bedienen van een grote groep doorstromers en zij-instromers en een bewuste focus op de brede verkeerskunde de onder-
8
scheidende kenmerken zijn. Het instituut richt zich met zijn deeltijdopleidingen en trainingen op personen die al binnen het werkveld verkeer en vervoer werken. Van de Nederlandse opleidingsinstellingen op het gebied van verkeerskunde en mobiliteit is NOVI Verkeersacademie momenteel de enige die een Ad-traject aanbiedt.
De opleiding De opleiding Verkeer en Logistiek is een vierjarige bachelorstudie (240 EC). Na de eerste twee studiejaren bestaat de mogelijkheid om uit te stromen met het Ad-getuigschrift Verkeerskundig medewerker.1 Deze uitstroommogelijkheid biedt mbo’ers de kans hun werk- en denkniveau te verhogen, zonder een volledige bacheloropleiding te hoeven volgen. Voor die studenten voor wie het bachelorniveau bij nader inzien toch wat te hoog gegrepen blijkt, biedt het Ad-getuigschrift een ‘dankbare escape’ om de studie halverwege toch met een graad oftewel een succes af te ronden. Voor andere studenten zorgt het getuigschrift voor een tijdelijk rustpunt, om enkele jaren later alsnog het ‘bovenbouwprogramma’ te gaan volgen. Het percentage studenten dat na het tweede jaar direct doorstroomde naar het vervolg van de opleiding was over de periode 2008 tot en met 2013 gemiddeld 55 procent. NOVI Verkeersacademie formuleerde doelstellingen voor de Ad- en bacheloruitstroom. Een afgestudeerd 1
Indien in dit rapport wordt gesproken over ‘de opleiding’ of ‘de bacheloropleiding’ gaat het over de vierjarige opleiding als geheel. Als een tekstdeel specifiek betrekking heeft op het Ad-gedeelte van de opleiding, dan wordt dit aangegeven.
NOVI Verkeersacademie
Verkeerskundig medewerker (Ad-niveau) dient in staat te zijn om ‘zelfstandig alle uitvoerende taken binnen het verkeerskundige werkveld te verrichten. Daarnaast levert hij relevante informatie aan voor de beleidsmedewerker verkeer of de verkeerskundige. De verkeerskundig medewerker is in staat een schakel te vormen tussen zijn organisatie en externen als burgers, leveranciers, installateurs en aannemers. Hij handelt planmatig, is klantgericht, communiceert effectief en is zelfstandig in het oplossen van relatief kleine verkeerskundige problemen. Hij is voornamelijk lokaal en binnen het bedrijf actief en in staat om technische overleggen voor te zitten.’ Medewerkers op Ad-niveau hebben een belangrijke meerwaarde ten opzichte van mbo’ers, schrijft de opleiding in haar kritische reflectie. Dit komt doordat de eerstgenoemden ‘praktijk en theorie met elkaar “matchen”. Ad’ers worden in het werkveld gezien als “bruggenbouwers”: ze begrijpen wat beleidsmedewerkers en uitvoerders bedoelen, en brengen deze werelden bij elkaar.’ Het doel van de bacheloropleiding is verkeerskundigen op te leiden die niet alleen in staat zijn om de uitvoering van beleid op hoofdlijnen te bewaken, maar dit beleid ook kunnen vormgeven en kunnen evalueren. Daartoe bewegen zij zich ‘in een door de politiek gedomineerde context, waarin nauwe afstemming moet plaatsvinden met het beleid op aanpalende werkterreinen, zoals ruimtelijke planning, civiele techniek, volkshuisvesting en economische ontwikkeling’. Afgestudeerden zijn in staat om op basis van hun kennis en vaardigheden mobiliteitsvraagstukken te analyseren en hun professionele inzichten te vertalen naar uitvoerbare oplossingen. Ze kunnen omgaan met, en onderhandelen over maatschappelijke en disciplinaire belangentegenstellingen. Ze zijn in staat te schakelen tussen het strategische en het operationele niveau. In lijn met de eisen van het vakgebied kunnen afgestudeerde verkeerskundigen praktijkgericht onderzoek opzetten, uitvoeren en presenteren. Het opleidingsteam Verkeer en Logistiek geeft een duidelijke omschrijving van de opleidingsdoelgroep. De studenten hebben bij aanvang van hun studie veelal een mbo-diploma en meerdere jaren werkervaring. Hun ontwikkeling heeft plaatsgevonden door
B Verkeer en Logistiek
informeel leren (in het werk) en formeel leren (cursussen). Deze studenten zijn sterk intrinsiek gemotiveerd om op latere leeftijd alsnog een Ad- of bachelorgetuigschrift te halen. Enerzijds omdat zij in hun organisatie vaak op een hoger niveau functioneren, zonder dat zij het bijbehorende diploma hebben. Anderzijds vragen hun nieuwe verkeerskundige werkzaamheden, taken en verantwoordelijkheden om andere kennis en vaardigheden. In het leerjaar 2013 - 2014 volgden 62 studenten de bacheloropleiding Verkeer en Logistiek aan NOVI Verkeersacademie. Deze studenten werken onder andere bij gemeentes, provincies, het rijk, ingenieursbureaus en de politie. In veel gevallen ondersteunen en stimuleren de werkgevers van deze studenten hen om een hbo-studie in de verkeerskunde te gaan volgen.
De visitatie NOVI Verkeersacademie gaf AeQui VBI de opdracht onderhavige visitatie uit te voeren. Hiertoe stelde AeQui een onafhankelijke en ter zake kundige commissie samen. Met vertegenwoordigers van de opleiding vond een voorbereidend gesprek plaats, waarin het programma, de invulling van de gesprekken en de gesprekspartners werden vastgesteld. De commissie doorliep tijdens de visitatie dit programma, zie bijlage 2. NOVI Verkeersacademie verspreidde twee weken voorafgaand aan het visitatiebezoek een aankondiging voor het geplande open spreekuur. Er hebben geen studenten of medewerkers gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De visitatiecommissie koos en beoordeelde een selectie van twintig afstudeerverslagen (negen Adproeveverslagen en elf bachelorscripties) die studenten de laatste twee jaar produceerden. De resultaten van deze beoordeling waren input voor de gesprekken met de opleiding, zie deelstandaard 16.2 in dit rapport. De commissie voerde de beoordeling in onafhankelijkheid uit; aan het einde van de visitatie stelde zij de opleiding in kennis van haar bevindingen en conclusies. De opleiding heeft gereageerd op een concept van de rapportage, en dit definitieve rapport is vastgesteld.
oktober 2014
9
Beoogde eindkwalificaties NOVI Verkeersacademie hanteert voor de bacheloropleiding Verkeer en Logistiek de competenties van het landelijke beroepsprofiel Mobiliteit, dat werd gevalideerd door de eigen werkveldcommissie van de opleiding. Voor de associate degree formuleerde het opleidingsteam in nauwe samenspraak met het beroepenveld tweedejaarseindtermen op basis van het mobiliteitsprofiel en eigen praktijkonderzoek. De opleiding concretiseerde de Ad- en bachelorcompetenties vervolgens naar inhoud en niveau met behulp van de internationale Dublin-descriptoren. Bij deze operationalisering nam de opleiding het verkeerskundig vakmanschap nadrukkelijk als uitgangspunt. Het overleg dat de opleiding voert met haar beroepenveldcommissie en diverse kennisinstellingen, overheidsorganisaties en adviesbureaus draagt bij aan het actueel en relevant houden van het opleidingsprofiel. Ook de feedback van de docenten, studenten en praktijkbegeleiders zet het opleidingsteam in bij het adequaat afstemmen van de beoogde eindtermen op ontwikkelingen in het werkveld.
Beoogde eindkwalificaties Standaard 1: De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen.
Afstemming beroepenveld Het beroeps- en competentieprofiel van de opleiding Verkeer en Logistiek is in hoofdlijnen gebaseerd op het beroepsprofiel Mobiliteit zoals dat in 2006 door een projectgroep is samengesteld in opdracht van de Hoger Onderwijs Groep Bouw & Ruimte. Deze projectgroep bestond uit vertegenwoordigers van internationale hogeschool NHTV Breda, de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden en hogeschool Windesheim te Zwolle. De eigen beroepenveldcommissie van NOVI Verkeersacademie valideerde dit beroepsprofiel en de daarin opgenomen beroepscompetenties van de hbo-bachelor verkeerskundige. Deze commissie deed tevens enkele aanvullende suggesties bij het profiel. In 2013 pasten de drie bovengenoemde bekostigde hogescholen het landelijke competentieprofiel aan met steun van het Platform Bèta Techniek. De gemaakte aanpassingen komen grotendeels overeen met de wijzigingen die NOVI Verkeersacademie in 2006 in overleg met haar beroepenveldcommissie aanbracht. De basis voor het beroepsprofiel van de bacheloropleiding ligt in het domein Built Environment. Hieronder vallen de opleidingen Bouwkunde, Bouwtechnische Bedrijfskunde, Civiele Techniek, Ruimtelijke Ordening & Planologie, Verkeerskunde, Geodesie en Milieukunde. De beroepsbeoefenaars binnen dit domein hebben veelal een baan bij de overheid, bij een ingenieursbureau of bij een aannemersbedrijf.
10
De hogescholen die momenteel de bacheloropleiding Mobiliteit/Verkeerskunde aanbieden, hanteren dezelfde eindkwalificaties. De vierjarige deeltijdopleiding Verkeer en Logistiek van NOVI Verkeersacademie is wat niveau en zwaarte betreft dan ook vergelijkbaar met de voltijdopleidingen van NHTV Breda, Windesheim en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Voor de Ad-uitstroom stelde NOVI Verkeersacademie een eigen profiel ‘Verkeerskundig medewerker’ op, dat op een andere wijze tot stand kwam dan het bachelorprofiel. Begin 2007 besprak NOVI Verkeersacademie de definiëring van het Ad-niveau met haar beroepenveldcommissie. Na goedkeuring van de definities stelde deze werkveldcommissie op basis daarvan een profiel vast voor de Ad-uitstroom. In dit profiel zijn, naast de gewenste eindkwalificaties, onder meer de belangrijkste taken en verantwoordelijkheden, essentiële kennis en vaardigheden, ontwikkelingen in het vakgebied en de rollen en functies van de verkeerskundig medewerker opgenomen. In maart 2010 legde NOVI Verkeersacademie deze eindkwalificaties opnieuw voor aan een representatieve vertegenwoordiging van het verkeerskundige werkveld. Behalve feedback op de betreffende eindkwalificaties, leverden de werkvelddeskundigen in een aantal diepte-interviews ook nadere inbreng voor het beroepsprofiel van de Ad’er. De huidige eindkwalificaties voor de associate degree- en de bacheloruitstroom zijn opgenomen in bijlage 4 van dit rapport. Concreet NOVI Verkeersacademie hanteert voor de bacheloropleiding de zeven eindkwalificaties van het profiel Mobiliteit van de Hoger Onderwijs Groep Bouw
NOVI Verkeersacademie
& Ruimte (Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Windesheim en NHTV, 2013). Uitgaande van dit profiel formuleerde de instelling samen met onderwijskundig adviseurs en deskundigen uit het werkveld de leerdoelen voor de vakken in de vier leerjaren. In de concretisering van het mobiliteitsprofiel naar het opleidingsprogramma richt NOVI Verkeersacademie zich specifiek op verkeerskunde, stelt de visitatiecommissie op grond van de gesprekken en documentatie vast. Waar de andere (voltijd)mobiliteitsopleidingen zich – vanwege het steeds omvangrijker worden van het vakgebied – in toenemende mate richten op een brede opleiding ‘Ruimtelijke ontwikkeling’ binnen het domein van Built Environment, kiest NOVI Verkeersacademie bewust voor een exclusieve oriëntatie op verkeerskunde. Het opleidingsteam legde tijdens de visitatie en in haar kritische reflectie uit dat deze keuze enerzijds voortkomt uit de doelgroep van de opleiding die al in het werkveld actief is en bewust kiest voor verkeerskunde. Anderzijds is deze profilering een gevolg van de visie die NOVI Verkeersacademie heeft op het beroep van de verkeerskundige. In deze visie is zowel specialisatie in de verkeerskunde als de plaatsing van dit vakgebied in het bredere mobiliteitsperspectief van belang: ‘De afgelopen veertig jaar is de verkeerskundige praktijk dermate complex geworden, dat allerlei specialisten zijn ontstaan, zoals verkeersontwerpers, verkeersmanagers, fietsambtenaren, parkeermanagers, verkeersregeltechnici, mobiliteitsmanagers, vervoersplanners, et cetera. Kenmerkend voor deze groep is dat deze zich in de basis een ‘brede verkeerskundige’ voelt, die zich van daaruit in de praktijk nader gespecialiseerd heeft. Een afgestudeerde verkeerskundige dient daarom, onzes inziens, een professional te zijn, die zicht heeft op de wijze waarop verkeers- en mobiliteitsproblemen op het snijvlak van beleid, techniek en gedrag effectief kunnen worden aangepakt. Dit inzicht heeft hij nodig om zijn (vaak specialistische) werkzaamheden succesvol uit te voeren. (…) Mobiliteitsvraagstukken worden sinds de economische recessie complexer en gevarieerder, onder andere doordat wegbeheerders vaker op zoek gaan naar oplossingen voor nieuwe ontwikkelingen binnen de bestaande situatie. Men werkt steeds meer bin-
B Verkeer en Logistiek
nen multidisciplinaire teams bestaand uit specialisten. Daarvoor heeft een beginnend beroepsbeoefenaar zowel specialistische kennis van het eigen verkeerskundige vakgebied als affiniteit met andere disciplines nodig, zoals onder meer psychologie, ICT, bestuurlijke processen, wet- en regelgeving, als ook inzicht in de belangen van burgers. De breed opgeleide verkeerskundige kan in dit proces een centrale positie innemen.’2 Als de drie bekostigde hogescholen hun verkeerskundige voltijdprogramma’s, zoals voorgenomen, gaan onderbrengen in een bredere opleiding Ruimtelijke Ontwikkeling, dan zal de exclusief op de (brede) verkeerskunde gerichte hbo-opleiding waarschijnlijk alleen nog door NOVI Verkeersacademie worden aangeboden. De instelling verwacht gezien het bovenstaande dat er ondanks de uitbreiding van het vakgebied behoefte blijft aan een dergelijke gespecialiseerde opleiding. Voor de Ad-uitstroom hanteert NOVI Verkeersacademie de competenties zoals deze door de beroepenveldcommissie in februari 2007 zijn vastgesteld en in maart 2010 door werkveldvertegenwoordigers zijn aangescherpt. Aan de basis van deze competenties ligt, naast het beroepsprofiel Mobiliteit, een onderzoek dat DTV Consultants in 2003 verrichtte naar de vraag wat binnen het beroepenveld het onderscheid is tussen een mbo’er, een Ad’er en een hbo’er. DTV Consultants hield ter beantwoording van deze vraag werksessies en individuele diepteinterviews met diverse professionals uit het werkveld. NOVI Verkeersacademie zette in een tabel het beroepsprofiel van de Ad’er op een aantal aspecten af tegen het profiel van de verkeerstechnisch medewerker (mbo-niveau) en de verkeerskundige (hbobachelorniveau). De visitatiecommissie waardeert deze vergelijking die inzicht biedt in de verschillende rollen van deze beroepsbeoefenaars. Actueel De opleiding beschikt, zoals eerder weergegeven, over een eigen werkveldcommissie die bestaat uit negen leden. Deze leden zijn werkzaam in het verkeerskundige beroepenveld en/of als docent bij
2
Bron: Kritische reflectie, NOVI Verkeersacademie, 2014 en het gesprek met het opleidingsteam op 11 september 2014.
oktober 2014
11
andere mobiliteitsopleidingen. De opleiding roept haar werkveldcommissie ten minste eenmaal per jaar bijeen om te overleggen over aanpassingen in het opleidingsprogramma en de vertaling van de eindkwalificaties naar het curriculum. Het werkveldcommissie-overleg is geenszins de enige wijze waarop actuele ontwikkelingen uit het veld de opleiding binnenkomen. Doordat binnen de opleiding zowel het opleidingsteam (gedetacheerd vanuit adviesbureau DTV Consultants), de docenten, als de studenten en hun leidinggevenden werkzaam zijn in de beroepspraktijk, vindt ook via deze partijen steeds terugkoppeling plaats over de aansluiting van de competenties en het curriculum op het werkveld en het vakgebied. Voor de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijs werkt NOVI Verkeersacademie verder nauw samen met diverse kennisinstellingen en overheidsorganisaties. Daarbij wisselt de instelling regelmatig ervaringen uit over actuele invloeden vanuit het veld, de implementatie van de competenties, didactische concepten, curriculumontwikkeling, studeerbaarheid en doorstroom. Universiteit Utrecht verzorgde bijvoorbeeld tot 2014 het vak Mobiliteit in het vierde studiejaar van de opleiding. Het lesmateriaal van dit vak wordt ook gebruikt binnen de masteropleiding ‘Human Geography en Social Planning’ aan de betreffende universiteit. Met deze masteropleiding maakte NOVI Verkeersacademie tevens afspraken over een doorstroomprogramma aansluitend op de bacheloropleiding. Medewerkers van de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) en TU Delft verzorgen momenteel twee van de vier vakken in het vierde jaar. Eén van de SWOV-promovendi is daarnaast begeleider van het (stage)onderzoek in het derde jaar. Een hoofddocent van ROC Tilburg geeft colleges op het gebied van stedenbouw in de eerste twee jaar van de opleiding. Sinds 2013 biedt DTV Consultants in samenwerking met het Koning Willem I College in Den Bosch een doorlopende leerlijn aan voor mensen die actief zijn op het gebied van verkeersregeltechniek of beheer en onderhoud van infrastructurele werken. Zij kunnen via een mboopleiding doorstromen naar de bacheloropleiding Verkeer en Logistiek. Eerder bestond een dergelijke doorlopende leerlijn al in samenwerking met ROC Tilburg.
12
In de studiejaren 2008-2009 en 2009-2010 konden afstudeerders van NOVI Verkeersacademie zich als extraneus inschrijven bij NHTV. Bij hun afstuderen waren ook examinatoren van NHTV betrokken, zodat de betreffende studenten behalve het bachelorgetuigschrift van NOVI Verkeersacademie ook het bachelorgetuigschrift van NHTV ontvingen. Docenten van deze hogeschool verzorgden een aantal studiejaren colleges binnen de opleiding Verkeer en Logistiek op het gebied van verkeersbeleid (derde studiejaar) en projectmanagement (tweede studiejaar). Sinds 2012 is een docent van NHTV begeleider van het (stage)onderzoek in het derde jaar. In 2013 organiseerden NOVI Verkeersacademie en NHTV een bijeenkomst voor alle aanbieders van mobiliteitsopleidingen. Dublin-descriptoren In haar kritische reflectie geeft NOVI Verkeersacademie de Dublin-descriptoren weer voor het bachelorniveau en voor het Ad-niveau (ook wel Short Cycle genoemd). De generieke hbo-bachelorkwalificaties – een vertaling van de Dublin- descriptoren die de Commissie Accreditatie Hoger Onderwijs maakte – werkte NOVI Verkeersacademie samen met vertegenwoordigers van het werkveld uit tot generieke Ad- en bachelorkwalificaties. Met deze uitwerking maakt het opleidingsteam binnen de opleiding onderscheid tussen generieke kwalificaties op Ad- en bachelorniveau. In het document Beroepsprofiel Verkeerskundige beschrijft NOVI Verkeersacademie verder per Dublin-descriptor hoe de opleiding het vereiste bachelorniveau waarborgt. Als bijlage van dit beroepsprofiel nam de instelling tot slot een matrix op waarin de generieke hbobachelorkwalificaties zijn gerelateerd aan de vakken in de vier studiejaren. De visitatiecommissie identificeerde de descriptoren en het bachelorniveau daarmee ruimschoots binnen de competenties en het curriculum van de opleiding. De commissie beoordeelt deze standaard als voldoende. NOVI Verkeersacademie hanteert voor de bacheloruitstroom de eindkwalificaties van het beroepsprofiel Mobiliteit, die ook door de mobiliteitsopleidingen van de drie bekostigde hogescholen (NHTV Breda, Windesheim en de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden) worden gebruikt. De eigen beroepenveldcommissie van de opleiding valideerde dit profiel en de competenties. Voor de Ad-
NOVI Verkeersacademie
uitstroom formuleerde de instelling een apart profiel met ‘tussentijdse’ eindkwalificaties waaraan studenten aan het einde van het tweede opleidingsjaar dienen te voldoen. De basis voor dit profiel vormde, naast het profiel Mobiliteit, een onderzoek onder, en overleg met vertegenwoordigers van beroepenveld. Samen met onderwijskundig adviseurs en werkvelddeskundigen vertaalde NOVI Verkeersacademie de bachelor- en Ad-eindkwalificaties naar leerdoelen voor de vakken van de opleiding. In de concretisering van de competenties maakt de opleiding naar het oordeel van de visitatiecommissie een heldere, doordachte keuze om zich specifiek te richten op verkeerskundig vakmanschap. De commissie zag deze verkeerskundige oriëntatie consequent, en met voldoende diepte en dwarsverbanden naar aangrenzende disciplines doorgevoerd in het gehele curriculum van de opleiding (zie ook standaard 3 van dit rapport). Jaarlijks bespreekt NOVI Verkeersacademie met de eigen werkveldadviescommissie de aansluiting van de eindkwalificaties op het beroepenveld en de vertaling van de competenties naar het curriculum. Het viel de visitatiecommissie op dat de huidige leden van deze adviescommissie de visie van de instelling delen wat betreft het expliciet verkeerskundige opleidingsprofiel, terwijl er in het beroepenveld uiteenlopende ideeën bestaan over de omgang met de veranderingen in het beroep(sprofiel). De visitatie-
B Verkeer en Logistiek
commissie beveelt NOVI Verkeersacademie aan om voor de beroepenveldcommissie bewust ook enkele leden aan te trekken die vanuit een ander oogpunt naar het beroepenveld en de opleiding kijken. Daarmee stelt de opleiding zeker dat ze ook in de toekomst de keuze voor haar – al dan niet specifiek verkeerskundige – profiel steeds kritisch blijft maken. In de ogen van de commissie behoeft daarbij met name de vraag of het opleidingsprofiel de aansluiting met het brede werkveld Built Environment goed borgt voortdurend aandacht, maar kunnen bijvoorbeeld ook de ontwikkelingen rond openbaar vervoer aanleiding zijn om de opleiding bij te stellen. Behalve via de jaarlijkse bijeenkomsten met de werkveldadviescommissie krijgt de opleiding ook continu actuele feedback vanuit het beroepenveld via DTV Consultants/het opleidingsteam, de docenten, de studenten en de praktijkbegeleiders van de studenten die nagenoeg allemaal werkzaam zijn in relevante functies. Ook in de vele samenwerkingsverbanden met adviesbureaus en onderwijsinstellingen vindt uitwisseling van ontwikkelingen en kennis plaats. De opleiding maakt met een beschrijving en verschillende overzichten duidelijk hoe de Dublindescriptoren voor het bachelorniveau terugkomen in de eindkwalificaties en het curriculum van de opleiding.
oktober 2014
13
Programma De visitatiecommissie is van mening dat de opleiding de eindkwalificaties op zorgvuldige wijze heeft vertaald naar het opleidingsprogramma. In het competentiegerichte onderwijs van NOVI Verkeersacademie werken studenten in vier jaar stapsgewijs toe naar het beheersen van de specifieke opleidingscompetenties in de vakken en het generieke hbo-bachelorniveau. Het curriculum voorziet in een brede basis aan verkeerskundige kennis in lijn met het eigen profiel van de opleiding en geeft daarbij voldoende rekenschap van de bredere mobiliteitscontext waarbinnen de verkeerskunde zich bevindt. De aandacht voor het ontwikkelen van persoonlijke, communicatieve en analytische vaardigheden in de professionele context is door het gehele curriculum verweven. Deze wordt ondersteund door de didactische vormgeving van de opleiding die is gericht op zelf ervaren, leren in het werk en leren door oefening met theorie, feedback en reflectie. Het programma is studeerbaar dankzij realistische toelatingseisen en actieve studiebegeleiding.
Oriëntatie Standaard 2: De oriëntatie van het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en/of de beroepspraktijk.
In het beroepsprofiel beschrijft NOVI Verkeersacademie de afstemming van het curriculum op de opleidingsbehoeften van het beroepenveld en op de input van docenten en studenten als een van de uitgangspunten van de opleiding. Het opleidingsteam ontwikkelde daartoe het programma in samenwerking met diverse verkeerskundige partners. De oriëntatie op het beroepenveld is terug te zien in nagenoeg alle facetten van de opleiding: de achtergrond van de docenten, de onderwijsmaterialen, de combinatie van werken en leren, onderwijseenheden gericht op het verruimen van het beroepsbeeld en het betrekken van de leidinggevenden en praktijkbegeleiders van de studenten bij de beoordeling. Aansluitend op de vraag vanuit het werkveld bevat het programma ook een leerlijn gewijd aan praktijkgericht onderzoek. Op deze elementen zal hierna worden ingegaan.
De overgrote meerderheid van de docenten binnen de opleiding werkt fulltime in het verkeerskundige werkveld en vult vanuit zijn of haar bedrijf of als freelancer een onderwijsdeel in. Dankzij hun werk in de beroepspraktijk kunnen de docenten actuele en relevante casuïstiek aanleveren die aansluit op de geformuleerde leerdoelen. De toetsopdrachten die de docenten in samenwerking met het opleidingsteam ontwikkelen, komen veelal overeen met beroepsproducten uit het verkeerskundige werkveld. Voorbeelden zijn een rapportage over de opzet, uitvoering en resultaten van een (kenteken)onderzoek; het afwegen van ontwerpoplossin-
14
gen en het maken van een ontwerp; het schrijven van een notitie over de veranderingen in het Nederlandse ruimtelijk ordeningsbeleid in de afgelopen decennia of het schrijven van een beleidsnotitie over een afwegingsvraagstuk waarvoor de studenten een multicriteria-evaluatie uitwerken. De docenten met wie de visitatiecommissie sprak, vertelden ruim voldoende vrijheid te krijgen om hun collegereeks inhoudelijk invulling te geven en om bij te sturen op recente ontwikkelingen. Het koppelen van actuele praktijkkennis aan bestaande theorie wordt vanuit NOVI Verkeersacademie toegejuicht. Wat betreft de actualisering van de onderwijsinhoud is er een wisselwerking tussen docenten en het opleidingsteam: de ene keer brengt de docent recente ontwikkelingen in, de andere keer neemt NOVI Verkeersacademie – al dan niet vanuit DTV Consultants – hierin het voortouw. Net als de docenten zijn ook de studenten van de opleiding vrijwel zonder uitzondering werkzaam in de beroepspraktijk. Hierdoor kunnen ze een vertaalslag maken van de theorie naar hun werkzaamheden en omgekeerd. Dit verbinden van leren en werken is een belangrijk fundament van de opleiding. Tijdens de academiedagen wordt zoveel mogelijk gebruikgemaakt van eigen voorbeelden, ervaringen en vragen van studenten en docenten. Docenten en studenten benaderen verkeerskundige vraagstukken in de colleges en opdrachten breed, omdat inzicht in de bestuurlijke, ambtelijke en maatschappelijke kanten van verkeerskundige planvorming onmisbaar is in de beroepspraktijk. Naast aan vakinhoudelijke aspecten besteden de lessen aandacht aan communicatie, presentatie, projectmatig werken en aan de beroepshouding. Docenten stimuleren de studenten met gerichte vragen in de colleges en met
NOVI Verkeersacademie
(thuis)opdrachten om nieuwe inzichten en vaardigheden direct toe te passen in de eigen werksituatie. De literatuur en lesmiddelen binnen de opleiding bestaan, behalve uit enkele handboeken die ook bij de andere verkeerskunde- en mobiliteitsopleidingen worden gebruikt, veelal uit materialen die door de beroepspraktijk zijn ontwikkeld. Dit zijn publicaties van vakorganisaties (SWOV, CROW, KpVV en het Fietsberaad), beleidsnota’s van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, beleidsnota’s van provincies en van gemeenten, en boeken of readers geschreven door de docenten. Daarnaast voegen docenten extra achtergrondmateriaal toe, zoals kopieen van artikelen uit vaktijdschriften. Docenten verzoeken studenten ook regelmatig om zelf actief op zoek te gaan naar relevante en bruikbare literatuur voor het betreffende vak en de bijhorende toetsopdracht. In het derde leerjaar leren studenten onderzoeken, ontwerpen en evalueren met verkeerstechnische computerprogramma’s zoals COCON, TRANSYT en OMNITRANS. Hoewel de studenten reeds werkzaam zijn in het (aanverwante) werkveld en ze daardoor in staat zijn het geleerde direct toe te passen in de praktijk, heeft NOVI Verkeersacademie onderdelen in het programma opgenomen die gericht zijn op het ontwikkelen van een (completer) beroepsbeeld en het opdoen van aanvullende praktijkervaring. Reden hiervoor is dat een groot aantal studenten al langere tijd voor dezelfde werkgever werkt. Het beeld van het beroep ‘verkeerskundige’ kan hierdoor beperkt zijn. Ook biedt de eigen werkplek vaak onvoldoende mogelijkheden voor het ontwikkelen van de generieke hbo-vaardigheden, omdat de huidige taken van de student veelal op het mbo- of Ad-niveau liggen. De nadere beroepsbeeldvorming en professionalisering van de studenten vindt in het bijzonder plaats binnen de leerlijn ‘Brede professionalisering’ met daarin onder meer de vakken Leer- en Loopbaanbegeleiding (eerste en tweede studiejaar), de onderzoeksstage (derde studiejaar) en het afstuderen (vierde studiejaar). In de eerste twee studiejaren voeren studenten in het kader van deze leerlijn een werkplekscan en een 360 gradenfeedback-opdracht uit, waarvoor ze met behulp van hun collega’s en leidinggevende hun kwaliteiten en verbeterpunten in kaart brengen. Ook lopen de studenten een aantal dagen mee met een verkeerskundige van een andere
B Verkeer en Logistiek
afdeling of organisatie. Zij bevragen en observeren de verkeerskundige tijdens deze meeloopstage in zijn of haar eigen werkomgeving. Waar mogelijk ondersteunen de studenten de verkeerskundige bij werkzaamheden. Na elk dagdeel stellen ze een kort verslag op over hun ervaringen, reflecties en nieuwe ontwikkelpunten. Verder schrijven studenten voor de Leer- en Loopbaanbegeleiding in het eerste en tweede studiejaar een procesverslag waarin ze reflecteren op hun eigen professionele ontwikkeling en hun ontwikkelstappen concretiseren. Tegen het einde van het tweede leerjaar stellen de studenten een ‘proeveverslag’ samen, waarin ze met een portfolio bestaande uit praktijksituaties dienen aan te tonen dat ze over de Ad-competenties beschikken. In het derde en vierde jaar van de opleiding krijgen de studenten als onderdeel van hun professionalisering de opdracht praktijkgericht onderzoek te doen. In het derde studiejaar mag dit nog binnen de eigen organisatie (maar wel bij een ‘onbekende afdeling’), in het vierde jaar moeten zij hun afstudeeronderzoek verrichten bij een andere organisatie. In beide gevallen dient het onderzoek te gaan om een relevant, multidisciplinair verkeerskundig vraagstuk of project. Studenten sluiten in het kader van de leerlijn Brede professionalisering elk leerjaar af met een gesprek of presentatie. In het eerste jaar is dat een leergesprek, in het tweede jaar een assessment ter afronding van de ‘Ad-jaren’(het zogenoemde proevegesprek), in het derde jaar een stagepresentatie en tot slot in het vierde jaar de afstudeerpresentatie ter afronding van de bacheloropleiding. Bij de gesprekken van het eerste en tweede studiejaar nodigt de opleiding de leidinggevende van de student uit, die nagenoeg altijd aan het gesprek deelneemt. Deze gesprekken worden in hoge mate gewaardeerd en leveren veel informatie op, zowel voor de werkgever en de student als voor de opleiding. Indien van toepassing, wordt tijdens deze gesprekken ook besproken hoe de student een volgende stap kan zetten in zijn of haar ontwikkeling richting bachelorniveau, bijvoorbeeld door op het werk andere taken te krijgen, zoals het voorzitten van werkoverleggen, deelname aan regionale vergaderingen of een taak binnen een complexer project. Voor de stage- en afstudeerpresentaties worden niet de leidinggevenden, maar de externe begeleiders uitgenodigd. Deze
oktober 2014
15
leveren een inhoudelijke bijdrage aan de gesprekken. Behalve vakken gericht op verkeerskundige thema’s en persoonlijke en professionele ontwikkeling zijn er in het curriculum ook onderwijseenheden rond praktijkgericht onderzoek opgenomen. Deze onderwijseenheden bevinden zich in de leerlijn ‘Onderzoek’ en betreffen naast de stage en het afstuderen zes vakken: Meten en weten, Leeronderzoek, Methoden & Technieken Verkeersstatistiek, Verkeersonderzoek en Verkeersmodellen. In deze vakken betrekt de opleiding het onderzoek waar mogelijk op het verkeerskundig werkveld. In de eerste twee studiejaren oefenen de studenten in de methodische leerlijn met het opstellen van onderzoeksvragen en het operationaliseren daarvan, met het uitwerken van onderzoekscases en met het opstellen van een plan van aanpak. In het derde jaar leren studenten in subgroepen gefaseerd en gestructureerd onderzoek doen, leren ze hoe ze verkeersmodellen kunnen inzetten en voeren ze een stageonderzoek uit. In het vierde jaar wordt er van de studenten bij de uitvoering van hun afstudeeronderzoek veel zelfstandigheid verwacht. De afstudeerbegeleiding heeft dan ook een ander karakter dan de stagebegeleiding: de vierdejaarsstudenten zijn zelf verantwoordelijk voor het onderzoeksproces. Uit de gesprekken met (oud-)studenten kwam naar voren dat zij gedurende de opleiding een sterke ontwikkelslag maakten van direct, concreet en oplossingsgericht denken en werken (zoals vaak in hun mbo-uitgangsfunctie) naar een meer onderzoekende, probleemgerichte werkwijze. Studenten vertelden de visitatiecommissie dat ze van de verworven onderzoeksvaardigheden direct profijt ondervonden in hun werkzaamheden. De commissie kwalificeert de standaard ‘oriëntatie’ als goed. De opleiding Verkeer en Logistiek staat voortdurend in verbinding met de beroepspraktijk: enerzijds worden studenten met praktijkgerichte thuis- en toetsopdrachten en met gerichte vragen tijdens de colleges gestimuleerd om nieuwe inzichten en vaardigheden direct toe te passen op hun werkplek. Anderzijds vormen de praktijkervaringen van de studenten, werkzaam bij een verscheidenheid aan bedrijven en instellingen, input voor de lessen. De opleiding verruimt de blik van de studen-
16
ten op het verkeerskundige werkveld. Dit gebeurt door de actuele casuïstiek die de docenten behandelen, door de lesmaterialen die zijn ontleend aan de praktijk en via de externe stages die de studenten lopen. De visitatiecommissie vindt de aandacht voor beroepsoriëntatie in het curriculum – bovenop de vaak relevante werksituatie van de studenten – positief. Studenten reflecteren daardoor op hun eigen functioneren en verkennen hun mogelijkheden binnen het werkveld. Ook is de praktijkverbinding van de opleiding zichtbaar in het actief betrekken van de werkgevers van de studenten en in de onderzoeksleerlijn. De opleiding nodigt de leidinggevenden van de studenten uit voor de eindgesprekken in de eerste twee opleidingsjaren. Deze gesprekken leiden voor de studenten regelmatig tot nieuwe (leer)mogelijkheden op de werkplek. De commissie is van mening dat de opleiding praktijkgericht onderzoek stevig in het programma heeft verwerkt. Studenten leren gedurende de opleiding vraagstukken in het verkeerskundig beroepenveld analyseren en onderzoeken. Ze geven aan dat ze hun verworven onderzoekscompetenties en de bijbehorende probleemgerichte manier van denken goed kunnen toepassen in hun werk.
Inhoud Standaard 3: De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken.
Op basis van de beroepsprofielen en de eindkwalificaties formuleerde NOVI Verkeersacademie samen met onderwijskundig adviseurs en deskundigen uit het werkveld de leerdoelen en essenties van de verschillende vakken. In de kritische reflectie geeft de opleiding weer dat bij deze formulering het gewenste (werk)gedrag centraal stond: ‘waartoe moet iemand in staat zijn? Waaruit blijkt dat hij of zij dat kan? Welke (beroeps)producten horen hierbij? Wanneer is het goed?’. Vanuit de geformuleerde leerdoelen en essenties stellen de docenten de inhoud van de vakken samen in nauwe samenspraak met het opleidingsteam van NOVI Verkeersacademie (met name de opleidingscoördinator en de onderwijskundige). Nieuwe docenten krijgen een toelichting op het totale programma van de opleiding, zodat zij hun vak binnen dit kader kunnen plaatsen. Het opleidingsteam bespreekt vervolgens de essenties, leerdoelen
NOVI Verkeersacademie
en competenties van het vak met de docent. Samen met hem of haar worden het lesprogramma, de huiswerkopdrachten en de toets doorgenomen en eventueel geactualiseerd. Het opleidingsteam houdt toezicht op de cohesie tussen de leervakken van de opleiding. Om de samenhang in het programma verder te borgen heeft NOVI Verkeersacademie alle vakken ondergebracht in één of meerdere doorlopende leerlijnen die terugkomen in alle vier de studiejaren. Een leerlijn bestaat uit een combinatie van opeenvolgende opleidingseenheden rondom een vakinhoudelijk thema of een aantal competenties. Binnen de leerlijnen staat, naast het verkrijgen van de verkeerskundige themakennis en -vaardigheden, het verkrijgen van de opleidingscompetenties centraal. Door de leerlijnenstructuur krijgen de opleidingscompetenties een duidelijke plaats binnen het onderwijs en wordt het mogelijk om deze tijdens verschillende vakken, op meerdere momenten en onder begeleiding van verschillende docenten te ontwikkelen en te beoordelen. Uit het gesprek met het onderwijzend personeel kwam naar voren dat docenten die binnen eenzelfde leerlijn en/of thema werken regelmatig informeel overleg met elkaar voeren om de inhoud van hun colleges op elkaar af te stemmen. De opleiding kent in totaal negen leerlijnen, waarvan de eerste vijf ingericht zijn rond verkeerskundige thema’s. Hoofddoel van de vakken binnen deze leerlijnen is om de studenten een brede basis aan verkeerskundige kennis te bieden. De leerlijn Verkeersveiligheid bevat bijvoorbeeld leervakken over verkeersveiligheid en -ontwerprichtlijnen, de leerlijn Verkeersmanagement & verkeerslichten vakken over verkeersregeltechniek en dynamisch verkeersmanagement, de leerlijn Mobiliteit heeft vakken rond onder meer parkeerbeleid, openbaar vervoer en mobiliteit, de leerlijn Ontwerp onder meer vakken over verkeerskundig en integraal ontwerpen en de leerlijn Verkeer en Omgeving bevat tot slot vakken over stedenbouw en ontwerp, geluids- en emissieberekening, integraal ontwerp en verkeersplanologie. In de vakinhoudelijke leerlijnen is het verkeerskundig profiel van de opleiding consequent doorgevoerd, stelt de commissie vast. De verkeerskundige thema’s worden daarbij voldoende in de bredere mobiliteits-
B Verkeer en Logistiek
context geplaatst door bijvoorbeeld leervakken over parkeerbeleid, openbaar vervoer, mobiliteit, stedenbouw, geluids- en emissieberekening en verkeersplanologie. Studenten en docenten vertelden desgevraagd dat het studenten vrij staat om opdrachten breder dan de (weg)verkeerskunde toe te passen. Studenten die zelf in organisaties werken buiten het kader van de (weg)verkeerskunde gaven verder aan dat ze de handvatten die ze kregen in de opleiding ook gemakkelijk konden inzetten bij bijvoorbeeld openbaar vervoer of watertransport. De overige vier leerlijnen betreffen een vakgebied dat sterk verweven is met de verkeerskundige praktijk (leerlijn Beleid, proces en recht) en een aantal geclusterde competenties: de leerlijnen Communicatieve vaardigheden, Onderzoek en Brede professionalisering. Deze laatste drie leerlijnen en de daarin opgenomen vakken, stages en onderzoeken zijn belangrijke instrumenten bij het verwerven van de generieke Ad- en bachelorcompetenties3, maar ook in de algehele inhoudelijke opbouw van het programma is de aandacht voor deze generieke competenties duidelijk zichtbaar. Het opleidingsteam heeft deze opbouw specifiek afgestemd op de doelgroep van de opleiding. De werkende, volwassen studenten Verkeer en Logistiek hebben op bepaalde terreinen al veel (praktijk)kennis en werkervaring verworven. Een aantal generieke competenties, zoals de basiskwalificering voor managementfuncties en de maatschappelijke betrokkenheid zijn vaak al behoorlijk ontwikkeld. Tegelijkertijd hebben de studenten op andere gebieden nog een achterstand. Bij hun opgedane praktijkkennis missen zij veelal de theoretische onderbouwing. Door hun mbo-achtergrond en operationele werkzaamheden zijn zij verder gewend om sterk oplossingsgericht te werken. In hun werkomgeving worden zij vaak gewaardeerd om de snelheid waarmee zij allerlei problemen op een praktische manier oplossen. Vanaf de start van de opleiding blijkt de belangrijkste uitdaging te liggen in de vernieuwing van denken, werken en houding. Studenten ‘moeten’ vooral meer probleemgericht en methodisch leren denken en werken. Daarnaast moeten zij zich een proactieve
3
Zie ook standaard 1 van dit rapport, paragraaf Dublindescriptoren.
oktober 2014
17
houding eigen maken en hun communicatieve vaardigheden ontwikkelen, zowel mondeling als schriftelijk. Het verwerven van deze competenties biedt de opleiding concentrisch aan: in ieder studiejaar daagt de opleiding de studenten in toenemende mate uit om hierin stappen te maken. Het eerste jaar wordt de brede basis per verkeerskundig thema gelegd. Studenten gaan praktisch aan de slag met allerlei opdrachten en oefeningen. Docenten stimuleren hen om op zoek te gaan naar argumenten en achterliggende oorzaken. Dit gebeurt door de studenten tijdens de colleges vragen te stellen en hen toetsopdrachten te geven waarin ze hun omgeving moeten bevragen. Met de inhoud en de vorm van de vakken sluit de opleiding dit leerjaar nog aan op de huidige (vaak operationele) werkzaamheden van de studenten. De studenten ontdekken op deze manier de belangrijkste verkeerskundige thema’s, begrippen, concepten en richtlijnen. In het tweede jaar vindt de integratie van de verschillende thema’s plaats. De opleiding doet op diverse manieren een beroep op de nieuwe methodische manier van denken en werken (meer probleemgericht in plaats van oplossingsgericht). De toetsopdrachten worden integraler: ze hebben vaker betrekking op beleid en komen steeds meer overeen met producten die verkeerskundig medewerkers in de werkpraktijk moeten kunnen opleveren. Dit betekent ook dat de studenten zichzelf op communicatief gebied mondeling en schriftelijk moeten presenteren. Na afloop van het tweede studiejaar doorlopen alle studenten een assessment: ze stellen een portfolio van werksituaties en reflecties samen en verdedigen in het proevegesprek dat zij de Adcompetenties hebben verworven. Vanaf het derde studiejaar verschuift de nadruk van het uitvoeren van beleid naar het opstellen van beleid, van ‘het hier en nu’ naar ‘de toekomst’, en van concrete praktijkproblematiek naar meer abstracte, toekomstige uitdagingen. De complexiteit en omvang van de opgaven neemt toe. Het gaat er niet langer om dat studenten verkeerskundige concepten kunnen toelichten of richtlijnen kunnen toepassen in een concrete situatie. De nadruk komt te liggen op het doen van praktijkgericht onderzoek en het ontwikkelen van beleid. Tijdens de derdejaars stageopdracht kunnen studenten het geleerde op een rela-
18
tief overzichtelijk praktijkprobleem toepassen en doorlopen zij de fasen van praktijkgericht onderzoek. Het vierde studiejaar bestaat uit vier leervakken, waarmee de diverse leerlijnen op hbobachelorniveau worden afgesloten, zowel wat betreft inhoud en onderwijs als toetsproducten. Aansluitend voeren de studenten bij een externe organisatie hun afstudeeronderzoek uit. Met hun afstudeerscriptie en verdediging tonen zij ten slotte aan dat zij de hbo-bachelorcompetenties hebben verworven, waarmee de opleiding wordt afgerond. In de gesprekken met (oud-)studenten en in de Aden bacheloreindwerken die de commissie inzag werd duidelijk dat de hierboven beschreven opbouw in het verwerven van competenties vruchten afwerpt. Studenten en alumni noemden de analytische, methodische en communicatieve vaardigheden die ze verwierven tijdens de opleiding steevast als datgene wat hun functioneren in het werk, maar ook privé fundamenteel veranderde. Het viel de commissie op dat de studenten erg goed in staat zijn deze competenties te integreren in de verkeerskundige context van hun werk. Zo vertelde een alumnus veel aan zijn communicatieve en onderzoeksvaardigheden te hebben tijdens bewonersbijeenkomsten over verkeerswijzigingen, waar hij als vertegenwoordiger van de gemeente aanwezig is. Bewoners hebben vaak uiteenlopende niet-verkeerstechnische motieven om voor, of juist sterk tegen een bepaalde verkeerswijziging te zijn. Het helpt in een dergelijk geval ontzettend om vooraf de bredere context te kunnen zien en daarover vervolgens op een constructieve manier te kunnen communiceren. De groei in zelfvertrouwen en in het vermogen om eerlijk te reflecteren op de eigen capaciteiten was voor de commissie goed zichtbaar in de gesprekken met de eerste- en tweedejaarsstudenten (ad-niveau) en de studenten uit het derde en vierde leerjaar (bachelor). Overeenkomstig met de inhoudelijke opbouw van het programma wordt de ontwikkeling van deze competenties al zichtbaar vanaf het begin van het tweede leerjaar. De commissie beoordeelt deze standaard als goed. Ze is van mening dat de opleiding de competenties uit het opleidingsprofiel helder vertaalde naar leerdoelen en essenties van de vakken. De docenten en het opleidingsteam zetten deze leerdoelen en essen-
NOVI Verkeersacademie
ties daarna zorgvuldig om in actuele vakinhoud. De aanwezigheid van leerlijnen vanaf het eerste tot en met het vierde leerjaar vergroot de samenhang in het programma. Docenten met vakken binnen dezelfde leerlijn voeren overleg over een goede aansluiting van de inhoud van hun colleges; het opleidingsteam bewaakt het inhoudelijke totaaloverzicht. De inhoud van het curriculum voorziet in een brede basis aan verkeerskundige kennis en in voldoende kennis van de mobiliteitscontext waarbinnen de verkeerskunde zich bevindt. De commissie herkende in de onderwijsinhoud duidelijk het verkeerskundige profiel van de opleiding. NOVI Verkeersacademie sprak de intentie uit om in de toekomst verschillende uitstroomopties te ontwikkelen voor de vierjarige opleiding, bijvoorbeeld een minor logistiek/goederen- en personenvervoer, als de markt dit toelaat. De commissie ziet mogelijkheden in dit voornemen en heeft deze gedeeld met de opleiding. Naast een opbouw in leerlijnen is er binnen de opleiding ook sprake van een overkoepelende verticale integratie van kennis en kunde, gericht op het verwerven van de generieke Ad- en bachelorcompetenties. Deze zorgt ervoor dat er door het hele programma heen aandacht is voor het ontwikkelen van persoonlijke, communicatieve en analytische competenties in de professionele context van het werk. De opleiding heeft de opbouw in het verwerven van deze competenties afgestemd op het beginniveau van haar doelgroep. Het verwerven van de competenties loopt van uitvoerend en oplossingsgericht (mbo-niveau), via breder kijken, communiceren en probleemgericht werken (Ad-niveau) naar een onderzoekende en beleidsontwikkelende aanpak (bachelorniveau). De analytische en communicatieve ‘sprong’ die studenten door deze opzet maken was evident in de eindwerken en in de gesprekken die de (oud)studenten met de visitatiecommissie voerden. Studenten en alumni reflecteerden open en helder op hun eigen kunnen, waren zich zeer bewust van hun ontwikkeling en konden deze uitstekend onder woorden brengen.
Vormgeving Standaard 4: De vormgeving van het programma zet aan tot studeren en biedt studenten de mogelijkheid om de beoogde eindkwalificaties te bereiken.
B Verkeer en Logistiek
Het didactisch concept dat de opleiding Verkeer en Logistiek hanteert, is gebaseerd op drie leerprincipes, die aansluiten op de verschillende leerstijlen van de volwassen doelgroep van de opleiding. Het eerste principe luidt dat leren persoonlijk is. Door zelf actief met de leerstof bezig te zijn, te werken en te experimenteren, zetten de studenten de aangeboden informatie om in persoonlijke kennis, in verworven en aantoonbare bekwaamheden. Elke student moet dan ook zelf de weg afleggen naar het leerresultaat, keuzes maken in zijn eigen leerproces en anderen hierbij betrekken. Het tweede principe betreft leren in het werk. Enerzijds is leren in de opleiding het middel om in het werk betere resultaten te behalen, anderzijds biedt de werkplek van de studenten vaak een zeer geschikte leeromgeving. Met uiteenlopende opdrachten stimuleren de docenten de studenten om leren, studeren en werken te verbinden, individueel en met anderen. Het derde en laatste principe gaat over leren op verschillende manieren. Hierover schrijft de opleiding dat mensen onder andere leren door oefening, feedback en reflectie. Studenten leren door uit de theorie nieuwe inzichten, modellen en technieken te selecteren en deze vervolgens toe te passen in diverse opdrachten. Toetsen bevordert het leren en geeft inzichten in de behaalde leerresultaten en verworven bekwaamheden. Voor de didactische aanpak van de lessen past NOVI Verkeersacademie de leercyclus van Kolb toe. Deze leercyclus sluit aan op de drie sturende leerprincipes binnen de opleiding en is opgebouwd uit vier elementen die onderling samenhangen: 1) zelf doen en ervaren; 2) reflectie; 3) theorie en 4) de vertaalslag naar de praktijk. De werkvormen die de docenten van de opleiding inzetten, passen binnen de leerprincipes en sluiten aan op de leercyclus van Kolb. Zo bestuderen studenten in het kader van ‘zelf doen en ervaren’ en ‘theorie’, ter voorbereiding op de colleges thuis syllabi, studieboeken en/of informatie op websites. Docenten vragen de studenten regelmatig om voor aanvang van de werkcolleges een thuisopdracht voor
oktober 2014
19
te bereiden. Voorbeelden van dergelijke opdrachten zijn het opzoeken en (aan de hand van de theorie) doornemen van een aantal verkeersbesluiten van de eigen gemeente of het uitvoeren van een ongevallenanalyse op data die door de docent is uitgereikt. Bij veel (thuis)opdrachten verzamelen de studenten zelf hun informatie, door te zoeken in artikelen en op internet of door hun collega’s te bevragen. Een van de doelen van de thuisopdrachten is studenten aan te zetten theorie direct in de praktijk toe te passen.
hun sterke kanten en verbeterpunten zijn. Deze reflectie leidt tot nieuwe voornemens en activiteiten. In het procesverslag van het eerste en tweede jaar beschrijven zij hun leerproces met betrekking tot een specifiek vak en/of opdracht. Input voor dit verslag wordt ook geleverd door medestudenten; de docenten vragen studenten regelmatig om elkaar feedback te geven. Op basis van persoonlijke leerdoelen en verbeterpunten reflecteren studenten op de doorgemaakte ontwikkeling en formuleren ze telkens acties om zichzelf verder te ontwikkelen.
De docenten gebruiken de ingeleverde thuisopdrachten bij de voorbereiding van hun colleges. Ze kunnen uit de gemaakte opdrachten afleiden wat studenten moeilijke onderdelen vinden en gericht op deze punten feedback geven. Met behulp van presentaties, praktijkvoorbeelden en oefeningen lichten de docenten tijdens de colleges de stof verder toe en schetsen ze de actuele stand van zaken rond de inhoud van het vak. Studenten krijgen ruim de gelegenheid om vragen te stellen en de thuisopdrachten worden gezamenlijk besproken.
De studenten spraken positief over de vormgeving van het onderwijs. Ze zijn blij met de persoonlijke aanpak van de docenten en begeleiders en met de toepasbaarheid van opdrachten en theorie in het werk. Studenten gaven aan dat de opleiding hen door reflectieopdrachten, zoals de 360 gradenfeedback, veel inzicht heeft gegeven in hun eigen functioneren. Hoewel de volwassen studenten van de opleiding intrinsiek al zeer gemotiveerd zijn om zich kennis en vaardigheden eigen te maken, vertelden ze dat de aansprekende casuïstiek, de toegepaste opdrachten en de docenten die hen uitdagen steeds de actualiteit op te zoeken, hun leerproces extra stimulans en kleur gaven.
Wat betreft ‘theorie’ en ‘vertaalslag naar de praktijk’ worden alle vakken afgesloten met ofwel een tentamen, bestaand uit onder meer toepassingsvragen, ofwel (veelal) met een toetsopdracht. De toetsopdrachten zijn gebaseerd op beroepsproducten uit de praktijk van de verkeerskundig medewerker (eerste en tweede jaar) en de verkeerskundige (derde en vierde jaar). Ter bevordering van de zelfsturing van de studenten reiken de docenten het beoordelingsformulier voor de toetsopdrachten van tevoren uit. De docenten stimuleren de studenten verder om inzichten en de vaardigheden in deze toetsopdrachten en in de praktijksituaties toe te passen. Door het uitvoeren van de opdrachten groeien de studenten in hun taakbekwaamheid. De complexiteit van de opdrachten neemt per studiejaar toe, terwijl de zelfstandigheid (‘zelf doen’) van de student bij het uitwerken van de opdrachten ook steeds belangrijker wordt. De docenten geven de studenten via een beoordelingsformulier feedback op de kwaliteit van hun opdrachten. Ook ‘leren door te reflecteren’ komt in diverse werkvormen binnen de opleiding terug. Tijdens de 360 gradenfeedback-opdracht in het eerste en tweede jaar komen studenten er bijvoorbeeld achter wat
20
De commissie kwalificeert deze standaard als goed. De vormgeving, gericht op zelf doen en ervaren, op persoonlijk leren in het werk en op leren door oefening met theorie, het verwerken van feedback en zelfreflectie, past naar de mening van de commissie goed bij de doelgroep van de opleiding en bij de beoogde eindkwalificaties. De werkvormen die de docenten hanteren, sluiten aan bij het didactisch concept en stimuleren het zelflerend vermogen van de studenten. De ervaren studenten van de opleiding zijn uit zichzelf al zeer gemotiveerd om te studeren, maar gaven aan dat de relevante casuïstiek en de uitdagende opdrachten hun leerproces op een prettige manier ondersteunden. De visitatiecommissie was verder positief verrast over de mate waarin de didactische vormgeving is doorgevoerd in de opleiding. Uit de gesprekken met het opleidingsteam, studenten en docenten bleek dat de leerprincipes en de leercyclus van Kolb, ondanks het ruime aantal parttime docenten, echt geleefd worden in de opleiding.
Instroom
NOVI Verkeersacademie
Standaard 5: Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instromende studenten.
Voor de opleiding Verkeer en Logistiek geldt als toelatingseis een havo-, vwo- of mbo-diploma niveau 4 in combinatie met een werkplek binnen de sector Built Environment (verkeerskunde, civiele techniek, stedenbouw et cetera) op ten minste mbo niveau 4. Voor aanvang van de opleiding voert de opleidingsmanager of de opleidingsadviseur met alle aspirantstudenten een intakegesprek. Tijdens dit gesprek vraagt de manager/adviseur de kandidaat naar zijn of haar motivatie, werkervaring, vooropleiding en computervaardigheden. Ook geeft de manager/adviseur toelichting op het programma en op de mogelijke consequenties van de deeltijdopleiding voor de werk- en thuissituatie. Op basis van het intakegesprek kan de potentiële student een weloverwogen keuze maken voor de studie en wordt voor NOVI Verkeersacademie inzichtelijk of de student direct toelaatbaar is. Aspirant-studenten die niet minimaal een mboopleiding niveau 4 hebben afgerond, maar wel relevante werkervaring en/of een relevante functie op dat niveau hebben, kunnen toch toegelaten worden tot de opleiding. Het opleidingsteam beslist in dergelijke gevallen op grond van het intakegesprek en de steun van de werkgever of de student toelaatbaar is. De goedkeuring van de werkgever is voor NOVI Verkeersacademie een goede indicatie van het startniveau van de nieuwe student, van zijn of haar potentieel en de mogelijkheden die de student heeft om het geleerde in het werk toe te passen. De meeste werkgevers betalen namelijk de opleiding van hun medewerkers en maken daarbij uiteraard vooraf een inschatting of de medewerker het niveau wel aan kan en of hun investering zinvol is. Daarnaast kan de werkgever zijn medewerker faciliteren om andere of meer verkeerskundige werkzaamheden te gaan verrichten. Ook personen die wel de vereiste diploma’s hebben, maar (nog) geen passende werkplek, kunnen toegelaten worden tot de opleiding. Gezien de studieopzet en grotere studielast voor studenten zonder relevante functie, adviseert de opleiding deze kandidaten tijdens het intakegesprek dringend om aanvullende praktijkervaring op te gaan doen, bijvoorbeeld bij hun eigen gemeente of een lokale afdeling van de fietsersbond. Het opleidingsteam vertelde dat per
B Verkeer en Logistiek
studiejaar gemiddeld één student start zonder aansluitende werkplek. Vaak vinden deze studenten tijdens de opleiding een relevante functie. Als tijdens het intakegesprek blijkt dat de potentiële student mogelijk in aanmerking komt voor vrijstellingen, dan verwijst de opleidingsmanager/-adviseur de student door naar de leerjaarbegeleiders voor informatie over de vrijstellingsprocedure. Studenten dienen in deze procedure aan te tonen dat zij via hun werkervaring, werkplek en vooropleiding(en) bepaalde kennis en vaardigheden al hebben verworven. In de meeste gevallen betreft het vrijstelling voor één of enkele vakken uit het eerste en tweede studiejaar. De opleiding beschikt over een vrijstellingenhandleiding, die onder andere instructies bevat over de wijze waarop aspirant-studenten hun relevante werkervaring moeten bewijzen. De opleidingsadviseur (die in dit geval optreedt als examinator) behandelt de vrijstellingsaanvragen. Op basis van de aanvraag stelt zij een advies op aan de examencommissie. De examencommissie besluit aan de hand van dit advies om eventueel vrijstelling te verlenen. Een klein aantal studenten heeft een dusdanige vooropleiding en/of werkervaring dat vrijstelling verleend kan worden voor het gehele eerste en/of tweede studiejaar, dit betreft: studenten die de mbo-opleiding niveau 4 Middenkaderfunctionaris Bouw en Infra, specialisatie Verkeer en Stedenbouw aan de ROC Tilburg hebben afgerond: zij ontvangen vrijstelling voor het grootste deel van het eerste studiejaar en worden toegelaten in het tweede studiejaar; studenten die alle verkeerskundige cursussen van kennisplatform CROW hebben gevolgd: ook zij krijgen voor het merendeel van de eerstejaarsvakken vrijstelling en worden toegelaten in het tweede studiejaar; studenten met minimaal een afgeronde hboopleiding die de eenjarige post-hbo-opleiding Verkeerskunde van DTV Consultants (in samenwerking met NHTV) hebben afgerond: zij zijn toelaatbaar in het derde studiejaar. In uitzonderlijke gevallen worden aspirant-studenten vanwege verkeerskundige werkervaring en relevante kennis en vaardigheden toegelaten in derde studiejaar. Deze kandidaten doorlopen een speciale procedure, die bestaat uit twee onderdelen. Allereerst leveren de kandidaten bewijsstukken aan van eerder
oktober 2014
21
gevolgde cursussen en opleidingen. Daarmee controleert de examinator of de inhoudelijke basis van de student vergelijkbaar is met die van de reguliere aanstaande derdejaarsstudent. Vervolgens kunnen de aspirant-studenten zich aanmelden voor een proevegesprek (assessment), waar elke student van NOVI Verkeersacademie aan het einde van het tweede studiejaar aan deelneemt. De zij-instromer levert hiervoor, net als de reguliere tweedejaars, een proeveverslag aan.
voor de eerste twee studiejaren geeft de opleiding alleen indien de aspirant-student certificaten en/of getuigschriften kan overleggen van bij NOVI Verkeersacademie goed bekende vooropleidingen, of nadat een kandidaat een speciale procedure heeft doorlopen waar het tweedejaars-assessment deel van uitmaakt.
In het proeveverslag bewijzen de zij-instromers aan de hand van ervaringen uit hun praktijk, dat zij reeds over de Ad-competenties beschikken. Tijdens het gesprek beoordeelt de opleiding, net als bij studenten die de eerste twee studiejaren hebben doorlopen, of de kandidaat daadwerkelijk over de Adcompetenties beschikt. Op basis van dit assessment schrijft de examinator een beoordeling. De examencommissie stelt met deze beoordeling vast op welk niveau de aspirant-student toelaatbaar is en welk programma deze nog moet volgen.
NOVI Verkeersacademie heeft om de studeerbaarheid te bevorderen de studielast in studiepunten gelijk verdeeld over de leerjaren en bereidt toekomstige studenten in het intakegesprek voor op de zwaarte van de deeltijdopleiding. De meeste studenten bevinden zich in wat de instelling in haar kritische reflectie ‘het spitsuur’ van het leven noemt. Ze ervaren de opleiding als intensief: de combinatie van een (fulltime)baan, gezin, diverse nevenactiviteiten en de opleiding heeft niet alleen grote invloed op de student zelf, maar ook op zijn of haar werk- en leefomgeving.
De visitatiecommissie nam kennis van een overzicht van de vrijstellingen die in de afgelopen twee studiejaren zijn verleend. Uit dit overzicht en het gesprek met het opleidingsteam bleek dat NOVI Verkeersacademie terughoudend omgaat met het verlenen van vrijstellingen. De commissie heeft verder de Handleiding Vrijstellingsprocedure ingezien en stelt vast dat deze een heldere en voldoende uitgebreide beschrijving geeft van de vereisten en werkwijze. De commissie beoordeelt deze standaard als voldoende. De toelatingseisen rond vooropleiding en werkplek zijn passend bij een vierjarige hbo-bachelor in deeltijd. In het intakegesprek dat de opleiding met potentiële studenten voert wordt dan ook kritisch bekeken in hoeverre de aspirant-student aan deze eisen voldoet. De opleidingsmanager of -adviseur bespreekt in dit gesprek verder de motivatie, de werkervaring, vooropleiding en vaardigheden van de kandidaat en wijst hem of haar op de soms zware combinatie van werken en studeren. De opleiding beschikt verder over een gedegen vrijstellingsprocedure waarin studenten voor de vrijstelling van één of enkele vakken dienen aan te tonen dat zij bepaalde kennis en vaardigheden al hebben verworven in hun werk of in (voor)opleidingen. Vrijstellingen voor het volledige eerste studiejaar of
22
Studeerbaarheid Standaard 6: Het programma is studeerbaar.
Gezien de ingangseisen wordt van de studenten verwacht dat ze een relevante werkplek hebben, waar ze het geleerde direct kunnen toepassen. De ingeschatte studiebelasting ligt rond de zestien uur per week voor studenten met een relevante werkplek. De studiebelasting is beduidend hoger voor studenten die geen relevante werkervaring hebben of niet werken in een verkeerskundige omgeving. Uit de gesprekken met (oud-)studenten kwam naar voren dat studenten met een aansluitende werkplek in de eerste twee leerjaren inderdaad zestien tot twintig uur aan hun studie besteden en dat dit voor studenten zonder relevant werk kan oplopen tot dertig uur per week. In het derde jaar ligt de studiebelasting ook voor de doelgroep van werkende studenten hoger, zowel vanwege het hogere abstractieniveau dat van de studenten gevraagd wordt, als door de derdejaarsstage. Studenten meldden dat de studielast van Leerloopbaanbegeleiding in het tweede en derde jaar, ondanks een gelijk aantal studiepunten, afwijkt. Het derde jaar beleven zij daarbij vanwege de stage als aanzienlijk zwaarder. Bij de afsluiting van elk leerblok vraagt de opleiding in het evaluatieformulier dat studenten voor ieder vak ontvangen expliciet naar het aantal uren dat de studenten aan het vak
NOVI Verkeersacademie
hebben besteed, zodat de opleiding vakken eventueel aan kan passen als de studielast structureel te hoog blijkt. Hoewel de doelgroep van de opleiding uit volwassenen bestaat, met veel levenservaring en dito verantwoordelijkheden in de maatschappij, blijkt het essentieel om hen te begeleiden in hun leerproces en studievoortgang, schrijft de opleiding in haar kritische reflectie. De opleiding biedt deze ondersteuning in de vorm van leerjaarbegeleiders. Ieder studiejaar heeft een leerjaarbegeleider die tijdens de collegedagen op de opleidingslocatie aanwezig is. De begeleiders hebben doorlopend contact met de studenten, waardoor ze snel kunnen beoordelen of een student problemen heeft met een bepaald vak. De leerjaarbegeleider kijkt dan zo nodig welke aanvullende ondersteuning geboden kan worden. Bij aanvang van de lessen en tentamens vult de docent of examinator een presentielijst in. De leerjaarbegeleiders zijn daardoor in staat tijdig te achterhalen waarom een student bepaalde opdrachten niet inlevert of colleges verzuimt. Overigens melden studenten zich meestal op eigen initiatief af voor de collegedagen als zij verhinderd zijn. Halverwege het studiejaar voeren de leerjaarbegeleiders een telefonisch voortgangsgesprek met alle studenten om eventuele knelpunten in het persoonlijke studietraject te bespreken en mee te denken over mogelijke oplossingen. Momenteel zijn er voor de opleiding geen studenten ingeschreven met een functiebeperking. Als een student met een beperking zich aanmeldt, dan biedt de opleiding hem of haar, net als ‘reguliere’ studenten, persoonlijke begeleiding en maatwerkoplossingen (zie ook standaard 12 ‘Studiebegeleiding’ van dit rapport). Studenten kunnen eventuele zaken die de studievoortgang belemmeren aangeven bij de leerjaarbegeleiders of op de vakevaluatie. Tijdens zijn tweewekelijkse werkoverleg bespreekt het opleidingsteam de voortgang van de studenten en de praktische gang van zaken rondom de studiejaren. Studenten en docenten vertelden dat het team snel actie onderneemt op aangegeven verbeterpunten en dat de genomen maatregelen over het algemeen het probleem goed oplossen.
B Verkeer en Logistiek
Naast de begeleiding die studenten via de leerjaarbegeleiders ontvangen, helpt de opleiding hen ook in het monitoren van hun eigen studievoortgang. Zo krijgen de studenten na elke toetsopdracht een beoordelingsformulier met feedback van de docent/examinator, mogen studenten de door hen gemaakte tentamens inzien en reflecteren ze bij de vakken Leer- en loopbaanbegeleiding expliciet op hun eigen ontwikkeling, de knelpunten in het leerproces en de mate waarin ze erin slagen om het studeren te combineren met hun werk en hun gezin. In de opleiding is ook een (kleine) begeleidende rol weggelegd voor de leidinggevende van de student. Hij of zij levert een bijdrage aan de 360 gradenfeedback-opdracht van zijn of haar medewerker. Daarnaast is de leidinggevende aanwezig bij de eindgesprekken van het eerste en tweede studiejaar. De punten en eventuele afspraken uit deze gesprekken vormen vaak ook input voor de reguliere functionerings- en beoordelingsgesprekken van de studenten. Het doorstromen van het Ad-niveau naar hbobachelorniveau is niet voor iedere student weggelegd. Na afloop van het tweedejaars proevegesprek krijgt de student een positief of negatief studieadvies over het doorstromen naar het vervolg van de opleiding. Behalve de resultaten van de tentamens en de toetsopdrachten is het proevegesprek hiervoor een sterk beoordelingsinstrument. Afhankelijk van hun potentie, ambitie en/of de steun vanuit hun werkgever beslissen studenten om te stoppen op Ad-niveau of door te stromen naar het derde jaar. De commissie kwalificeert de standaard ‘Studeerbaarheid’ als voldoende. Studenten worden actief begeleid door hun leerjaarbegeleider, die tijdens academiedagen als aanspreekpunt voor de studenten aanwezig is op de leslocatie en daarbuiten te bereiken is per telefoon en e-mail. De leerjaarbegeleider monitort met de rest van het opleidingsteam de studievoortgang van de studenten en voert met hen halfjaarlijkse voortgangsgesprekken. Studenten kunnen met problemen en factoren die de studievoortgang negatief beïnvloeden terecht bij hun begeleider of kunnen deze punten aangeven bij de evaluatie die plaatsvindt na ieder vak. Het opleidingsteam onderneemt in een dergelijk geval snel en effectief actie.
oktober 2014
23
NOVI Verkeersacademie heeft geen specifiek beleid ontwikkeld voor studenten met een functiebeperking. Met deze groep studenten maakt de opleiding, net als met ‘reguliere’ studenten afspraken over begeleiding en oplossingen op maat. Behalve ondersteuning via de leerjaarbegeleiders geeft de opleiding de studenten ook zicht op hun eigen studievoortgang en een eerlijk advies over de eventuele voortzetting van de opleiding na het tweede jaar.
De opleiding en Verkeer en Logistiek is een hbobacheloropleiding in deeltijd met een nominale doorlooptijd van vier jaar en een omvang van 240 ECTS. De Ad-uitstroomvariant Verkeerskundig medewerker heeft een doorlooptijd van twee jaar en een omvang van 120 studiepunten. Daarmee voldoet de opleiding aan de wettelijke vereisten. De commissie beoordeelt deze standaard dan ook als voldoende.
Omvang en duur Standaard 7: De opleiding voldoet aan wettelijke eisen met betrekking tot de omvang en de duur van het programma.
24
NOVI Verkeersacademie
Personeel De visitatiecommissie vindt dat NOVI Verkeersacademie een effectief personeelsbeleid voert dat voorziet in passende aannamecriteria, didactische begeleiding, deskundigheidsbevordering en frequente evaluatie van het personeel. Bij de beoordeling van de docenten en het onderwijsondersteunende personeel betrekt het opleidingsteam nadrukkelijk de mening van de studenten. De kwaliteit van het docentenkorps is goed: de docenten zijn relevant opgeleid, beschikken over ruime, actuele expertise in hun vakgebied en tonen zich betrokken bij de opleiding en de studenten. De toegankelijkheid en behulpzaamheid van het opleidingsteam worden door docenten en studenten geprezen.
Personeelsbeleid Standaard 8: De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid.
De opleiding Verkeer en Logistiek wordt aangestuurd en gecoördineerd door het opleidingsteam. Dit team bestaat uit vijf medewerkers die allen gedetacheerd zijn vanuit het Team Coaching en Educatie van DTV Consultants: de opleidingsmanager, de opleidingscoördinator/inhoudelijk adviseur, de onderwijskundige en twee leerjaarbegeleiders. De opleidingsmanager is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering en de kwaliteit van het opleidingsprogramma. De inhoudelijk adviseur en de onderwijskundige ondersteunen hem hierbij op inhoudelijk en didactisch gebied. De leerjaarbegeleiders zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse organisatie van het onderwijs en de contacten met zowel docenten als studenten. Incidenteel zet de opleiding ook andere medewerkers van DTV Consultants in voor specifieke taken of acties. Zo ondersteunt de controller van het adviesbureau het opleidingsteam op het gebied van financiële zaken en verzekeringen, en treden DTVcollega’s op als medeontwikkelaar van lesmaterialen, als docent of als lid van de examencommissie. Om de vaste kosten tot een minimum te reduceren en de continuïteit bij het beperkte studentenaantal zoveel mogelijk te garanderen, bestaat de volledige organisatie van de opleiding uit personen die hun werkzaamheden op inhuurbasis verrichten. Dit geldt zowel voor het onderwijsondersteunende personeel als voor het docententeam. Het onderwijs van de opleiding wordt uitgevoerd door ruim veertig docenten. NOVI Verkeersacademie selecteert deze docenten op basis van hun genoten vooropleiding, actuele expertise, praktijkervaring, enthousiasme voor het vakgebied en ervaring met en/of passie voor het lesgeven. In haar visie op onderwijs noemt de instelling het meester/gezel-
B Verkeer en Logistiek
principe als een van de pijlers: ‘(ook) het verkeerskundige werkveld heeft behoefte om de kennis en ervaring van ervaren verkeerskundigen door te geven aan studenten die het werkveld als beginnend beroepsbeoefenaar willen binnenstromen. Door enthousiaste docenten met beroepsexpertise te selecteren, vindt de ervaringsuitwisseling vanaf de eerste collegedag en in elk leerblok plaats.’ NOVI Verkeersacademie hanteert als beleidsnormen dat minimaal negentig procent van de docenten een hbo- of wo-opleiding heeft afgerond en dat eenzelfde percentage docenten over een relevante werkplek beschikt. De opleiding hecht er verder waarde aan dat studenten worden opgeleid door docenten die zelf op een hoger niveau zijn afgestudeerd. Dit betekent concreet dat docenten die lesgeven in het eerste twee (Ad-)jaren minimaal een hbo-diploma hebben en dat in het tweede deel van de opleiding vooral masteropgeleide docenten worden ingezet. De instelling streeft ernaar dat in 2017-2018 tachtig procent van de derde- en vierdejaarsdocenten (minimaal) een masterdiploma heeft. Op dit moment beschikt 65 procent van de docenten in de eerste twee opleidingsjaren over een bachelordiploma en 31 procent over een mastergraad; in de laatste twee leerjaren heeft 46 procent van de docenten een bachelorgraad en 54 procent een mastergetuigschrift. Gelet op de geringe aanstelling die de meeste docenten hebben, vindt NOVI Verkeersacademie het niet passend de huidige docenten te verplichten een masteropleiding te gaan volgen. Wel houdt de instelling bij de selectie en aanname van nieuwe docenten rekening met deze eis. Na hun aanstelling nodigt NOVI Verkeersacademie nieuwe docenten ofwel uit voor een overleg met de opleidingsmanager, opleidingscoördinator en/of de onderwijskundige, ofwel voor een ontwikkelbijeenkomst met meerdere docenten. De nieuwe docent
oktober 2014
25
krijgt een toelichting op het totale programma van NOVI Verkeersacademie, zodat deze zijn of haar vak binnen dit kader kan plaatsen. Vervolgens bespreek het betreffende lid van het opleidingsteam de essenties en competenties van het vak met de docent. Op basis hiervan stelt de docent het lesprogramma, eventuele huiswerkopdrachten en een toetsopdracht op. De opleidingscoördinator en/of de onderwijskundige ondersteunen de docent hierbij. Voorafgaand aan de start van het lesblok geeft een medewerker van het opleidingsteam de nieuwe docent feedback op het conceptlesprogramma, de conceptstudie-instructie en concepttoets. Na afloop van het eerste college is er ook telefonisch of persoonlijk contact op de opleidingslocatie om ervaringen uit te wisselen.
De opleiding monitort de kwaliteit van de docenten via de evaluatieformulieren die de studenten na afloop van ieder vak invullen. Op het formulier kunnen ze de docent op een aantal punten beoordelen. Wanneer een docent door de studenten matig wordt beoordeeld (lager dan 3.5 op de gehanteerde vijfpuntsschaal) vindt een gesprek met de docent plaats waarin het opleidingsteam met hem of haar afspraken maakt voor verbetering op didactisch of organisatorisch gebied. Vervolgens begeleidt het team de docent hier meestal bij. In vrijwel alle gevallen leidt dit bij een volgende vakevaluatie tot een hogere beoordeling. Wanneer docenten stelselmatig onder de 3.5 scoren neemt de opleiding afscheid van hen. Alle docenten krijgen de resultaten van de vakevaluatie toegestuurd.
NOVI Verkeersacademie werkt op verschillende manieren aan de deskundigheidsbevordering van de docenten en examinatoren van de opleiding. Zo organiseert de instelling didactische workshops, waarin de docenten leren hun colleges, opdrachten en examens op de juiste manier vorm te geven. Daarnaast is er eenmaal per jaar een themabijeenkomst. In 2013 en 2014 gaf de examencommissie bijvoorbeeld een training over de toetsing en beoordeling binnen het nieuwe toetsbeleid (zie standaard 16.1 van dit rapport). De docentenbijeenkomsten vervullen behalve een trainingsfunctie ook een informatieve en netwerkfunctie. De opleiding informeert de docenten over actuele ontwikkelingen en voorgenomen activiteiten en de bijeenkomsten dragen bij aan het onderlinge netwerk en teamgevoel van de docenten.
Op de vakevaluatieformulieren vraagt de opleiding studenten ook naar de kwaliteit van de coördinatie en de begeleiding. Deze beoordelen de studenten al jaren ruim boven de 3.5 (het streefcijfer). Daarnaast hebben de medewerkers van het opleidingsteam tweemaal per jaar een functionerings- en beoordelingsgesprek met hun leidinggevende van DTV Consultants. Tijdens deze gesprekken staat de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker centraal en worden afspraken gemaakt over nieuwe activiteiten en/of verder te ontwikkelen competenties. Daarbij maken de medewerker en de leidinggevende ook afspraken over extra begeleiding of te volgen cursussen.
In het gesprek met de visitatiecommissie vertelden de docenten dat ze de wijze waarop NOVI Verkeersacademie hen ondersteunt bij het (didactisch) vertalen van hun kennis en ervaring naar een lesprogramma als zeer prettig en leerzaam ervaren. Deze begeleiding draagt naar de mening van de docenten bij aan de kwaliteit van de opleiding en aan hun verdere ontwikkeling als docent. De zes docenten waarmee de commissie sprak, werkten allen al meerdere jaren voor NOVI Verkeersacademie en gaven aan zich betrokken te voelen bij de opleiding als geheel. Dit uit zich bijvoorbeeld in het op eigen initiatief overleggen met de andere docenten in hun leerlijn, om zo te zorgen voor een goede aansluiting van vakinhoud en toetsing binnen de leerlijn.
26
De commissie kwalificeert deze standaard als goed. Vanuit haar visie op onderwijs selecteert NOVI Verkeersacademie professionals uit de praktijk met een relevante vooropleiding, actuele expertise en affiniteit met educatie. Het opleidingsteam begeleidt dit onderwijzend personeel vervolgens persoonlijk en via bijeenkomsten bij het vormgeven van het onderwijs. Deze aanpak en de korte lijnen binnen de organisatie zorgen ervoor dat de lessen van de docenten aansluiten op de inhoud en didactiek van het totale opleidingsprogramma en dat de docenten zich, ondanks hun relatief kleine aanstellingen, betrokken voelen bij de opleiding en NOVI Verkeersacademie. Verschillende docenten werken al jaren voor de instelling en zijn gemotiveerd om bij te dragen aan het programma als geheel. Op verschillende momenten in het jaar organiseert de opleiding docentenbijeenkomsten bedoeld voor
NOVI Verkeersacademie
deskundigheidsbevordering, het uitwisselen van informatie en het versterken van het teamgevoel onder de docenten. Zowel het onderwijzende als het onderwijsondersteunende personeel wordt frequent beoordeeld. Indien een docent of medewerker onder de norm functioneert, maakt de instelling effectieve afspraken voor een beter resultaat.
passen hun onderwijs aan op de kenmerken van elke studentengroep. In de evaluaties worden de docenten op alle punten (het behandelen van de juiste onderwerpen, het geven van praktijkvoorbeelden, interessante en heldere lessen, het hanteren van een goed tempo en het activeren van de studenten) rond 4.0 gewaardeerd.
Kwaliteit personeel
Van de huidige docenten heeft 98 procent een hboen/of wo-getuigschrift. Hun expertise in het verkeerskundig vakgebied blijkt onder meer uit hun activiteiten in richtlijnencommissies (onder andere voor kennisplatform CROW) en uit het zelf ontwikkelen van onderwijsmaterialen zoals boeken en syllabi.
Standaard 9: Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma.
Het opleidingsteam Verkeer en Logistiek is dusdanig samengesteld dat alle benodigde kwalificaties voor het ontwikkelen, coördineren en uitvoeren van het onderwijs aanwezig zijn. De opleidingsmanager en opleidingscoördinator hebben een verkeerskundige achtergrond en zijn binnen DTV Consultants tevens werkzaam als verkeerskundig adviseur. Ze hebben respectievelijk 25 en 10 jaar ervaring op het gebied van de ontwikkeling, coördinatie en uitvoering van leertrajecten. De opleidingscoördinator heeft een opleiding gevolgd op gebied van loopbaanbegeleiding en coaching, zodat zij (potentiële) studenten goed kan begeleiden. De onderwijskundige vult het team aan met kennis over het leren en ontwikkelen van mensen, didactische werkvormen en kwaliteit van toetsen en beoordelen. De leerjaarbegeleiders hebben opleidingen gevolgd op gebied van facility management en toerisme. Hun kwaliteiten liggen op gebied van dienstverlening, coördinatie en organisatie. De studenten spraken positief over de laagdrempelige begeleiding binnen de opleiding en waardeerden deze de afgelopen drie jaren gemiddeld met een 3.8 op de oplopende vijfpuntsschaal. De docenten en interne stage- en afstudeerbegeleiders zijn vrijwel allemaal werkzaam in het verkeerskundige werkveld (onder andere bij verkeerskundige adviesbureaus, overheid en politie) en/of zijn als docent verbonden aan een andere relevante hbo- of wo-opleiding. De docenten zijn daardoor goed in staat met casuïstiek de brug te slaan tussen de theorie en praktijk, vertelden de studenten de commissie. De studenten waarderen verder dat de docenten hen in de lessen benaderen als mensen uit de praktijk en dat een aanzienlijk deel van de docenten niet alleen op de lesstof ingaat, maar ook op de persoonlijke ontwikkelpunten van studenten. Docenten
B Verkeer en Logistiek
De commissie beoordeelt de standaard ‘Kwaliteit personeel’ als goed. Zowel het opleidingsteam als de docenten van NOVI Verkeersacademie zijn ruim voldoende gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van de opleiding. Het personeel is goed en relevant opgeleid, beschikt over veel ervaring en toont zich zeer betrokken bij de opleiding, de studenten en bij het verkeerskundig vakgebied.
Omvang personeel Standaard 10: De omvang van het personeel is toereikend voor de realisatie van het programma.
De opleiding beschikt over een opleidingsteam van vijf medewerkers en een docententeam van circa veertig personen. De groepsgrootte is gemiddeld vijftien studenten per docent, hetgeen ruimte biedt voor persoonlijke aandacht. Op alle collegedagen is voor de studenten een leerjaarbegeleider aanwezig. NOVI Verkeersacademie heeft de organisatiestructuur van de opleiding zo ingericht dat ze de benodigde ondersteuning eenvoudig en snel kan aanpassen aan de gevraagde capaciteit. Gezien het omvangrijke netwerk van DTV Consultants bleek het in het verleden ook relatief eenvoudig om snel geschikte docenten voor de uitvoering van het onderwijs te vinden, zowel voor structurele als ad-hocvervangingen. Overigens vallen er in de opleiding zelden tot nooit lessen uit, mede dankzij de organisatie van de leerjaarbegeleiders en de motivatie van de docenten. De commissie beoordeelt deze standaard als voldoende. NOVI Verkeersacademie beschikt over genoeg docenten en ondersteuners om het onderwijs
oktober 2014
27
te verzorgen, indien nodig kan de opleiding de capaciteit snel aanvullen vanuit het netwerk van de academie. De commissie vindt het positief dat er alle
28
collegedagen op de leslocatie een begeleider aanwezig is en dat de lessen vrijwel altijd doorgang vinden.
NOVI Verkeersacademie
Voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen van NOVI Verkeersacademie zijn toereikend voor het realiseren van het curriculum. De commissie vindt de actieve en persoonlijke studiebegeleiding een sterk punt van de opleiding. Het opleidingsteam biedt studenten waar mogelijk flexibele oplossingen en maatwerk, iets wat zeer gewaardeerd wordt door de drukbezette doelgroep van de opleiding. De informatievoorziening via de website, de elektronische leeromgeving en de leerjaarbegeleider is overwegend adequaat.
Materiële voorzieningen Standaard 11: De huisvesting en de materiële voorzieningen zijn toereikend voor de realisatie van het programma.
In 2013 verhuisde de opleiding van Cursus- en vergadercentrum Domstad nabij station Utrecht Centraal naar het gebouw van Stichting Hoger Onderwijs NOVI op de Kobaltweg in Utrecht. Deze opleidingslocatie beschikt naast over een kantoor voor het opleidingsteam over vier leslokalen, een verblijfsruimte met diverse werktafels voor groepsoverleg, koffieautomaten, printfaciliteiten en een dakterras. De lokalen zijn voorzien van whiteboards, flipovers, beamers en dergelijke. In het hele gebouw kunnen studenten verder gebruikmaken van wifi. De studenten beoordelen de opleidingslocatie in de evaluatie van medio 2014 minder hoog dan in de evaluatie van medio 2013. Vooral voor de OVreizigers is de nieuwe locatie minder goed bereikbaar, met een langere reistijd. Met de lagere beoordeling kan ook meespelen dat de instelling vanaf 2013 gestopt is met het verzorgen van een lunch aan de studenten. Het gebouw aan de Kobaltweg mist de ‘gezelligheid’ en de verzorgdheid die de studenten gewend waren bij Vergadercentrum Domstad, vertelden zij de commissie. De parkeervoorzieningen zijn op de nieuwe locatie daarentegen beter, hetgeen studenten en met name docenten waarderen. NOVI Verkeersacademie maakt gebruik van een elektronische leeromgeving (elo) die bereikbaar is via de website. Zowel studenten als docenten kunnen hier via hun eigen inlogcode allerlei materiaal en informatie inzien en downloaden, zoals leermiddelen, roosters, cijferlijsten, actuele richtlijnen en mededelingen van de opleiding. In het derde leerjaar leren studenten omgaan met een aantal professionele verkeerskundige computerprogramma’s. Indien studenten niet beschikken over een computer waarop deze (relatief zware) programma’s geïnstalleerd kunnen worden, dan is er voor hen tijdelijk een leenlaptop beschikbaar.
B Verkeer en Logistiek
De commissie kwalificeert de standaard ‘Materiële voorzieningen’ als voldoende. De opleiding beschikt in Maarssen over passende materiële voorzieningen. Studenten zouden graag zien dat de opleiding – waar mogelijk – de uitstraling en verzorging van de huisvesting zou verbeteren. De commissie sluit zich aan bij deze aanbeveling.
Studiebegeleiding Standaard 12: De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten.
De leerjaarbegeleiders verzorgen het dagelijkse contact met de studenten van ‘hun’ studiejaren en monitoren de inzet en vorderingen van hun jaargroepen. Aangezien veel studenten thuis en na werktijd studeren, vindt NOVI Verkeersacademie het van groot belang om vragen zo spoedig te beantwoorden en studievertragende omstandigheden direct aan te pakken. Leerjaarbegeleiders zijn dagelijks telefonisch bereikbaar en reageren binnen 24 uur op e-mails van studenten. Ook het contact tussen de studenten en de docenten verloopt via de leerjaarbegeleider. Soms kan de begeleider de vraag zelf beantwoorden, zo niet, dat lukt het leerjaarbegeleiders veelal binnen één of twee dagen om de docent de vraag van de student te laten beantwoorden. Wanneer een student enkele collegedagen op rij verzuimt, neemt een lid van het opleidingsteam contact met hem of haar op om te informeren naar eventuele problemen. Het contact tussen de leerjaarbegeleiders en de studenten is overigens meestal dusdanig goed, dat studenten zich vooraf afmelden voor colleges. Indien een student een structureel studieprobleem heeft, plant de begeleider een gesprek met de opleidingsadviseur of de opleidingsmanager. Afspraken met studenten worden altijd schriftelijk vastgelegd. Halverwege het studiejaar voeren de leerjaarbegeleiders een telefonisch voort-
oktober 2014
29
gangsgesprek met alle studenten om eventuele knelpunten in het persoonlijke studietraject te bespreken en om mee te denken over mogelijke oplossingen. De studenten met wie de commissies sprak, zijn positief over de coördinatie en de begeleiding. Ze waarderen de persoonlijke benadering, de flexibiliteit en de mogelijkheden tot maatwerkoplossingen die het opleidingsteam biedt. Voorbeelden van de genoemde flexibiliteit zijn het tijdelijk stilleggen van de studie of de mogelijkheid juist meer vakken tegelijk te volgen om de studie sneller af te ronden. Een student vertelde dat hij na intensief overleg met het opleidingsteam zijn derdejaarsstage met extra begeleiding in tweede jaar kon volgen, zodat de gewenste stageopdracht niet aan hem voorbij ging. Bij het maken van aanpassingen aan het programma houdt het opleidingsteam in samenwerking met de examencommissie steeds de kwaliteit van de opleiding en de rechtmatigheid van de wijzigingen in het oog. Informatievoorziening Op de website van NOVI Verkeersacademie, verkeersacademie.com, kunnen geïnteresseerden informatie vinden over het opleidingsprogramma en een uitgebreide studiegids aanvragen. Daarnaast vindt, zoals beschreven onder standaard 5 van dit rapport, met iedere aspirant-student een intakegesprek plaats. Tijdens dit gesprek licht een lid van het opleidingsteam onder andere het opleidingsprogramma en de studiebelasting toe. Op het moment dat studenten zich inschrijven, ontvangen zij een
30
bevestigingsmail met daarin inloggegevens voor de elektronische leeromgeving. De eerste lesdag van het studiejaar start met een introductie verzorgd door de opleidingsmanager en/of de leerjaarbegeleider. Tijdens deze introductie geeft de manager of begeleider toelichting op een aantal praktische, organisatorische zaken. De informatievoorziening verloopt tijdens de rest van de studie enerzijds via de website, de studiegids en de leeromgeving, anderzijds via de leerjaarbegeleiders die persoonlijk aanwezig zijn tijdens de collegedagen en daarbuiten goed telefonisch en per e-mail bereikbaar zijn. Enkele studenten merkten op dat de informatie over de collegeplanning en over (thuis)opdrachten voor hen soms te laat beschikbaar komt. Dit levert problemen op bij het verlof krijgen op het werk (bijvoorbeeld voor ploegendiensten bij grote organisaties) en bij het maken van opdrachten (onvoldoende tijd in combinatie met gezinsverplichtingen). De visitatiecommissie beoordeelt deze standaard als goed. De studiebegeleiding is, naar de mening van de commissie, een sterk punt van de opleiding: door de aanwezigheid en de goede bereikbaarheid van leerjaarbegeleiders is deze intensief en persoonlijk. De opleiding biedt verder waar mogelijk flexibele oplossingen en maatwerk, iets wat de studenten zeer appreciëren. De informatievoorziening via de website, de elektronische leeromgeving en de leerjaarbegeleider is toereikend.
NOVI Verkeersacademie
Kwaliteitszorg De visitatiecommissie is van mening dat NOVI Verkeersacademie beschikt over een goed kwaliteitszorgsysteem van periodieke digitale enquêtes, diverse bijeenkomsten en interne audits gericht op het verbeteren van de organisatie en het onderwijs. De instelling luistert via de bovenstaande instrumenten goed naar suggesties en aanmerkingen van studenten, docenten en het beroepenveld en neemt hierop doeltreffende verbetermaatregelen. Het opleidingsteam controleert op de uitvoering van de maatregelen en het behalen van de doelstellingen. De opleiding biedt alle belanghebbenden (de studenten, docenten, alumni, examencommissie en het beroepenveld) de mogelijkheid om bij te dragen aan de interne kwaliteitszorg.
Evaluatie Standaard 13: De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen.
NOVI Verkeersacademie organiseert jaarlijks een integrale evaluatie van de opleiding. Bij deze evaluatie is het hele opleidingsteam betrokken. Zoals weergegeven onder standaard 8 van dit rapport bestaat het opleidingsteam uit professionals gedetacheerd vanuit DTV Consultants. Deze organisatie beschikt sinds 2011 over het ISO-9001-certificaat voor haar kwaliteitsmanagementsysteem. Het doel van de jaarlijkse opleidingsevaluatie is de kwaliteit van het curriculum en de opleidingsuitvoering te waarborgen en daarover concrete verbeterafspraken te maken voor het aankomende studiejaar. Op de agenda staan onder andere de eisen vanuit de NVAO, de uitkomsten van de vakevaluaties en de ervaringen van eigen medewerkers, studenten, docenten en de werkveldcommissie met het opleidingsprogramma. Voor de evaluatie gaat de opleiding uit van streefdoelen, zo geldt voor de uitkomsten van de vakenquêtes waarin de studenten de vakken, docenten en organisatie beoordelen een streefcijfer van 3.5 op de gehanteerde vijfpuntsschaal. Geconstateerde verbeterpunten werkt het opleidingsteam uit in actielijsten. Met de evaluatie-uitkomsten informeert NOVI Verkeersacademie het bestuur van Stichting Hoger Onderwijs NOVI structureel over de uitvoering van de opleiding en over de kwaliteitsborging. Het stichtingsbestuur verricht zelf ook periodiek een interne audit bij NOVI Verkeersacademie. De uitkomsten van deze audits bespreekt het opleidingsteam vervolgens weer tijdens de jaarlijkse evaluatie. Een tweede jaarlijks evaluatiemoment binnen de opleiding vindt plaats direct na afloop van de proevegesprekken (tweedejaars), de stagepresentaties (derdejaars) en de afstudeerpresentaties (vierde-
B Verkeer en Logistiek
jaars). De stage- en afstudeerbegeleiders, de onderwijskundige en de opleidingsmanager bespreken tijdens deze bijeenkomst de prestaties van de studenten en stellen vast in hoeverre de studenten het gewenste niveau hebben behaald, waarbij de generieke Ad- en bachelorcompetenties (zie bijlage 4) als norm dienen. Dit overleg leverde de afgelopen jaren diverse verbeterpunten op, zowel met betrekking tot de inrichting van het onderwijscurriculum, als voor het meetbaar en waardeerbaar maken van de prestaties geleverd door de studenten. Als input voor de integrale evaluatie en als beoordeling van het personeel wordt elke collegereeks na afloop door studenten geëvalueerd met behulp van een digitaal evaluatieformulier. Daarin vraagt de opleiding naar de vakinhoud en het functioneren van de docent, naar het aantal uren dat studenten aan het vak besteed hebben en naar de kwaliteit van de accommodatie en organisatie. Het opleidingsteam bespreekt de resultaten van de evaluaties in haar tweewekelijkse overleg. Als blijkt dat het vak of de docent lager is gewaardeerd dan 3.5, dan bepaalt het team welke actie ze hierop onderneemt. Het kan daarbij gaan om nader onderzoek of om een directe verbeteractie. De docenten van de opleiding kunnen tijdens de (didactische) docentenbijeenkomsten feedback geven, vragen stellen en suggesties doen ter verbetering van het onderwijs en de organisatie. Hiervoor is ook ruimte in het persoonlijke contact dat de docenten met de onderwijskundige en opleidingsadviseur hebben rond het opstellen van toetsen en het actualiseren van het onderwijs. De opleiding vraagt afgestudeerden via een alumni-enquête onder meer naar de bruikbaarheid van de opleiding in het beroepenveld. Het werkveld wordt bij de evaluatie van de opleiding betrokken door middel van de werkveldcommissie, maar ook via de leidinggevenden en praktijkbegeleiders van de studenten. De opleiding
oktober 2014
31
vraagt hen in de gesprekken aan het einde van ieder leerjaar om een terugkoppeling te geven over de aansluiting van de opleiding, en van de kwalificaties van de studenten op het werkveld. Als extra evaluatiemiddel zet NOVI Verkeersacademie soms adviseurs van DTV Consultants in om specifieke onderdelen van de opleiding aan een nader onderzoek of audit te onderwerpen. Als voorbeeld geldt de recente audit van twee leerlijnen, beschreven onder standaard 14 van dit rapport. De commissie kwalificeert deze standaard als goed. NOVI Verkeersacademie werkt met diverse enquêtes, besprekingen en aanvullende audits nagenoeg continu aan het verbeteren van het curriculum, de vakinhoud, de didactische kwaliteit van de docenten, de toetsing, de gerealiseerde eindniveaus en de organisatie van de opleiding. De vaste bespreking die volgt na het assessment in het tweede jaar en na de stage- en afstudeerpresentaties in het derde en vierde jaar vindt de visitatiecommissie een uitstekend middel om de gerealiseerde eindkwalificaties te bewaken en op basis van de conclusies het curriculum en de toetsing verder te ontwikkelen. De managementinformatie die de opleiding verzamelt over de rendementen en de staf-studentratio is opgenomen in bijlage 3 van dit rapport.
Verbetermaatregelen Standaard 14: De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan realisatie van de streefdoelen.
De uitkomsten van de evaluaties genoemd in de voorgaande paragraaf leiden waar nodig tot verbetermaatregelen. Hierna volgen enkele voorbeelden van verbetermaatregelen die het opleidingsteam de afgelopen twee jaar doorvoerde. Uit het overleg met de stage- en afstudeerbegeleiders kwam naar voren dat studenten moeite hadden met het opstellen van een goed plan van aanpak. Het probleem lag voor de studenten voornamelijk in de afbakening van het onderzoeksvraagstuk en het opstellen van een goede (en werkbare) probleemstelling met concrete deelvragen. Tot 2013 was de begeleiding aan de start van de stage reactief. Studenten kregen, na een kickoff-bijeenkomst, pas weer feedback nadat ze een opzet van het plan van aan-
32
pak hadden ingeleverd of tijdens een eerstvolgende terugkomdag. Voor studenten was het vaak een teleurstelling als hun conceptplan werd ‘afgekeurd’ en zij, voor hun gevoel, weer opnieuw moesten beginnen. Vanaf 2013 hanteert de opleiding daarom een nieuwe werkwijze aan de start van de stageperiode. Studenten worden in het derde studiejaar intensiever begeleid bij het opstellen van het plan van aanpak voor de stage-opdracht. In samenwerking met de leerjaarbegeleider van het derde en vierde studiejaar en de stage- en afstudeerbegeleiders, stelden de opleidingscoördinator en de opleidingsmanager allereerst een nieuwe handleiding voor de stage en het afstuderen samen. Deze handleiding is bestemd voor zowel studenten en begeleiders als voor de examinatoren, en bevat nieuwe beoordelingsformulieren. De studie-instructies zijn uitgebreid en het plan van aanpak-proces is opgedeeld in deelstappen. Na afloop van elke deelstap leveren studenten een product in, dat de stagebegeleider voorziet van feedback. Op die manier wordt de student bij de eerste ideevorming rond de stage-opdracht begeleid en krijgt hij of zij vroegtijdig ondersteuning bij het formuleren van een probleemstelling en deelvragen. Na een studiejaar ervaring met deze actievere vorm van ondersteuning, evalueerde de opleiding het resultaat. Uit de evaluatie blijkt dat studenten nu sneller tot een beter onderzoeksplan komen. In het vierde studiejaar verwacht de opleiding van de studenten dat zij zelfstandig tot een plan van aanpak voor het afstudeeronderzoek komen. De begeleiding tijdens het vierde studiejaar is dan ook minder intensief. In 2012 en 2013 werden de opbouw, inhoud en toetskwaliteit van de leerlijnen Onderzoek en Brede Professionalisering op verzoek van het opleidingsteam geaudit door twee senior adviseurs van DTV Consultants. Zij concludeerden dat de kwaliteit van de vakken en de toetsen in deze leerlijnen goed is en dat er een duidelijke samenhang en opbouw is tussen de vakken binnen de leerlijnen. De auditors constateerden echter ook dat een aantal zaken binnen de leerlijnen niet gestructureerd was vastgelegd. Niet alle competenties in de studie-instructies stonden bijvoorbeeld in de studiegids en voor alle vakken was er een beoordelingsformulier, maar toch was niet altijd duidelijk waar exact op getoetst werd. De
NOVI Verkeersacademie
auditors deelden de uitkomsten met het opleidingsteam, dat de studiegids en de beoordelingsformulieren aanpaste. Ook de voorgaande visitatie in 2008 leverde enkele aanbevelingen op. NOVI Verkeersacademie onderzocht de adviezen van de toenmalige visitatiecommissie en voerde op basis van dit eigen onderzoek al dan niet verbetermaatregelen uit. Zo was een advies van de commissie om in het curriculum de onderzoekscomponent beter aan te zetten. Sinds 2009 versterkte de opleiding daarom de methodische leerlijn waarin studenten worden getraind in het gestructureerd doen van praktijkgericht onderzoek door een uitbreiding van het aantal vakken en (toets)opdrachten. De huidige visitatiecommissie constateert mede op grond van de gesprekken met studenten en (recent) afgestudeerden dat het verwerven van onderzoeksvaardigheden een belangrijk onderdeel van de opleiding is geworden. De visitatiecommissie van 2008 deed verder de suggestie buitenlandse excursies in het studieprogramma op te nemen en om de relaties met het beroepenveld buiten Nederland te intensiveren. Na diverse overleggen met docenten, adviesbureaus en de beroepenveldcommissie besloot het opleidingsteam om terughoudend om te gaan met uitbreiding van het aspect ‘internationalisering’ in de opleiding. Als redenen noemt de opleiding dat a) het vakgebied dusdanig internationaal georiënteerd is, dat nieuwe theorieën en ervaringen al snel vertaald en ‘in de Nederlandse context geplaatst’ binnen de opleiding aan bod kunnen komen, b) een internationale carrière voor de doelgroep van de opleiding – gezien achtergrond en leeftijd – niet direct voor de hand ligt en c) dat de belangrijkste internationale functievereisten als ‘de weg te vinden naar Europese subsidies’ pas verwacht worden van ervaren verkeerskundigen, niet van beginnende beroepsbeoefenaars. Overigens was de commissie in 2008, evenals de huidige commissie, wel van oordeel dat het thema ‘internationalisering’ in voldoende mate in het curriculum is opgenomen. De commissie beoordeelt deze standaard als goed. Het opleidingsteam onderzoekt de verbeterpunten die voortkomen uit de diverse interne en externe evaluaties zorgvuldig en betrekt daarbij eventueel de expertise van docenten, begeleiders en (werk-
B Verkeer en Logistiek
veld)adviseurs. Het team legt vervolgens de actiepunten als deel van de verbetercyclus vast, voert verbetermaatregelen uit en evalueert de resultaten van deze maatregelen. Het enthousiasme waarmee de opleiding de aanbevelingen van de visitatiecommissie ontving tijdens het slotgesprek van de visitatie, acht de commissie exemplarisch voor de verbetergerichtheid van de opleiding.
Betrekken belanghebbenden Standaard 15: Bij de interne kwaliteitszorg zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken.
NOVI Verkeersacademie nodigt de diverse stakeholders van de opleiding uit om feedback te geven op het curriculum, de eindkwalificaties en de organisatie van de opleiding. Studenten vullen hiertoe de eerdergenoemde vakevaluaties in en kunnen met opmerkingen eventueel ook terecht bij hun leerjaarbegeleider. In het gesprek met de commissie vertelden de studenten duidelijk te merken dat het opleidingsteam actie onderneemt op hun evaluatiepunten. Een docent die zeer matig functioneerde werd bijvoorbeeld niet meer ingezet en bij wijzigingen in de opzet van vakken, vragen de docenten de studenten hoe ze de aanpassingen ervaren. Ook alumni ontvangen een enquêteformulier, de laatste twee evaluaties waren in januari 2011 en in mei 2014. In deze evaluatie wordt naast op de opleidingskwaliteit met name ingegaan op de aansluiting van het curriculum op de arbeidsmarkt. Tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de werkveldcommissie inventariseert de opleiding de belangrijkste ontwikkelingen in het beroepenveld om deze te vertalen naar mogelijke consequenties voor het curriculum. In deze commissie hebben tevens enkele alumni van de opleiding zitting. In 2013 organiseerde NOVI Verkeersacademie een gemeenschappelijke bijeenkomst voor de beroepenveldcommissies van de vier hogescholen die verkeerskunde-/mobiliteitsopleidingen aanbieden. Bij deze bijeenkomst waren daarnaast twee vertegenwoordigers van kennisplatform CROW aanwezig, waaronder de voorzitter van de Commissie van Toezicht Schriftelijke Cursussen Verkeerskunde. Deze bijeenkomst had als positief neveneffect dat de beroepenveldcommissie van NOVI Verkeersacademie sindsdien is uitgebreid met vertegenwoordigers van de andere hogescholen.
oktober 2014
33
Behalve via de alumni-enquête en de werkveldcommissie vindt terugkoppeling over de aansluiting van de opleidingsinhoud en het eindniveau op het werkveld ook plaats in het uitgebreide overleg na de eindgesprekken van de leerjaren met leidinggevenden en begeleiders van de studenten. Dit betreft circa vijftig werkveldvertegenwoordigers per jaar. In de feedback spreken de leidinggevenden en praktijkbegeleiders over het (inmiddels) gerealiseerde werk- en denkniveau van de student, en doen ze suggesties om het curriculum te versterken. Voor de docenten is er tijdens de docentenbijeenkomsten ruimte om feedback te geven. Verder heeft iedere docent jaarlijks een gesprek met leden van het opleidingsteam over de ontwikkeling van zijn of haar vak. Daarin kijken de partijen terug op het voorgaande jaar en maken ze eventueel aanpassingen in de inhoud en de opzet van het vak. De exa-
34
mencommissie van de opleiding is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de toetsing en het borgen van het eindniveau. Vanuit deze verantwoordelijkheid overlegt de examencommissie minimaal viermaal per jaar over onder meer het verlenen van vrijstellingen, toetsing en beoordeling. De commissie kwalificeert de standaard ‘Betrekken belanghebbenden’ als voldoende. De opleiding betrekt alle stakeholders bij de interne kwaliteitszorg, zodat zij van alle kanten input krijgt voor het verbeteren van het onderwijs en de organisatie. De werkveldadviescommissie vergadert momenteel eenmaal per jaar. Om betere binding te houden met de leden – en ook om de binding tussen de leden onderling te bevorderen – raadt de visitatiecommissie aan de vergaderfrequentie voor dit gremium te verhogen.
NOVI Verkeersacademie
Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties De visitatiecommissie vindt dat de opleiding Verkeer en Logistiek een adequaat systeem van toetsing heeft. De opleiding waarborgt de validiteit van de toetsen onder meer door het gebruik van toetsmatrijzen en de controle van concepttoetsen en -beoordelingsformulieren op een aantal inhoudelijke, didactische en vormtechnische aspecten. Bij de beoordeling maakt de opleiding voor alle onderwijseenheden gebruik van vooraf opgestelde beoordelingsformulieren of antwoordmodellen. De beoordeling van de stage en de Ad- en bacheloreindwerken geschiedt op basis van het meerogenprincipe. Deze punten zorgen ervoor dat de beoordeling betrouwbaar is. Het gerealiseerde eindniveau kwalificeert de commissie als goed. De studie brengt de studenten naast een stevige verkeerskundige kennisbasis ook de professionele hbo-vaardigheden bij die NOVI Verkeersacademie voor ogen had bij het vormgeven van de opleiding. Het werkveld herkent de groei van de (oud-)studenten: na afronding, of al tijdens de opleiding stromen veel (oud-)studenten door naar een hogere functie op Ad- of bachelorniveau.
Toetsing Standaard 16, deel 1: De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing.
Valide In de studiegids en de relatiematrix in het beroepsprofiel wordt weergegeven welke leerdoelen en competenties de opleiding in de verschillende onderwijseenheden toetst. De studenten sluiten het grootste deel van de vakken af met individuele toetsopdrachten, maar er zijn ook enkele vakken die worden afgesloten met een (open-vragen)tentamen. De opdrachten en tentamens zijn afgeleid van de te verwerven kwalificaties per vak, waarbij de opdrachten tevens zijn gebaseerd op beroepsproducten. In de eerste twee jaar van de opleiding zijn dit beroepsproducten van de verkeerskundig medewerker (Ad-niveau), bijvoorbeeld een publicabel verkeersbesluit of de evaluatie van een in de praktijk functionerend verkeerslicht. In het derde en vierde leerjaar betreffen de toetsopdrachten beroepsproducten van de verkeerskundige (bachelorniveau), zoals het ontwerpen van een zogeheten groene golf voor een streng van kruispunten of het opstellen van een visie op het parkeerbeleid in een gemeente. De toetsen van de vakken tonen aan in hoeverre de student de essenties en competenties van het betreffende vak beheerst. In de op verkeerskunde en beleid gerichte vakken gaat het daarbij hoofdzakelijk om (brede) vakinhoudelijke aspecten, maar ook de meer generieke en persoonlijke vaardigheden worden mee beoordeeld. Persoonlijke en methodische competenties worden specifiek getoetst in de vakken van de leerlijnen Communicatieve vaardigheden en Onderzoek.
B Verkeer en Logistiek
Binnen de leerlijn Brede professionalisering toetst de opleiding nog eens overkoepelend de ontwikkeling van de generieke Ad- en bachelorcompetenties en het handelen op Ad- en bachelorniveau. In het kader van deze leerlijn maken alle studenten aan het begin van het eerste studiejaar een werkplekscan, waarbij hun huidige taken en werkervaring centraal staan. Daarnaast voeren ze een 360 gradenfeedbackopdracht uit. Hiervoor vragen de studenten hun collega’s en leidinggevende om feedback op onder andere hun kwaliteiten en de mate waarin ze de opleidingscompetenties al beheersen. Het doel van de opdracht is het stimuleren van zelfreflectie, het geven en ontvangen van feedback en het sturen van het eigen leerproces. De docent begeleidt de studenten om de resultaten van deze reflectie te vertalen naar concrete verbeter- en actiepunten. Studenten werken vervolgens de rest van het eerste jaar aan de verbreding van hun beroepsbeeld. Aan het eind van het studiejaar schrijven de studenten op basis van de werkplekscan en 360 gradenfeedback-opdracht een procesverslag. Dit procesverslag dient ter voorbereiding op het leergesprek dat elke student aan het einde van het eerste studiejaar voert met een examinator van de opleiding en de leidinggevende van zijn of haar werkplek. In dit gesprek gaat het om de ontwikkeling van de student en de mogelijkheden die hij of zij heeft om op het werk te werken aan de Ad-competenties. In het tweede studiejaar lopen de studenten binnen de leerlijn Brede professionalisering een aantal dagen mee met een verkeerskundige buiten hun eigen organisatie. Tijdens deze meeloopstage schrijven ze verschillende verslagen en benoemen ze nieuwe ontwikkelpunten. Tegen het einde van het tweede
oktober 2014
35
leerjaar stellen de studenten een ‘proeveverslag’ samen, waarin ze dienen aan te tonen dat ze over de Ad-competenties beschikken. In dit verslag beschrijven studenten van verschillende concrete werksituaties wat hun taak was, welke activiteiten zij zelfstandig uitvoerden met welk resultaat. De opleiding vraagt de studenten hierbij te reflecteren op de werksituaties, de meeloopstage en op hun persoonlijke ontwikkeling. Op deze manier vormt het verslag een portfolio van (voor de opleiding) relevante werkzaamheden. Ter afsluiting van het tweede studiejaar vindt op basis van het proeveverslag een assessment plaats, het proevegesprek. Twee examinatoren van de opleiding beoordelen tijdens dit assessment of de student inmiddels op Ad-niveau acteert. Tijdens het gesprek dagen de examinatoren de student uit om aan de hand van concrete voorbeelden en situaties de doorgemaakte ontwikkeling te bewijzen. De leidinggevende van de student is bij dit gesprek aanwezig en wordt voorafgaand aan het proevegesprek gevraagd naar zijn of haar ervaringen met de student. Na afloop van het proevegesprek bespreken de examinatoren in bijzijn van de leidinggevende het eindoordeel. NOVI Verkeersacademie vindt het belangrijk dat de leidinggevende bij deze bespreking aanwezig is om de examinatoren te adviseren, maar ook om in een later stadium met de student aan de slag te kunnen gaan met de feedback. Als de student het assessment met voldoende resultaat afsluit, krijgt deze – in aanvulling op het Adgetuigschrift – een studieadvies voor het eventuele vervolg van de opleiding. De examinatoren baseren hun advies op de cijferlijsten van het eerste en tweede studiejaar en op de uitkomsten van het assessment: het portfolio en het proevegesprek. In het derde en vierde studiejaar bestaat de leerlijn Brede professionalisering uit het vak Adviesvaardigheden en uit de derdejaarsstage en het afstuderen. Tijdens de stage voeren studenten individueel en zelfstandig een onderzoek uit naar een relevant praktijkprobleem op een andere afdeling of (bij voorkeur) bij een ander bedrijf binnen het vakgebied verkeerskunde. Criteria zijn dat ze daarbij aan minimaal zes van de tien hbo-bachelorcompetenties werken en het praktijkvraagstuk in een breder perspectief plaatsen: Wat is al bekend uit eerder onderzoek uit binnen- en buitenland? Wat zijn de achter-
36
liggende gedachten en theorieën? Hoe is het vraagstuk ontstaan? Welke oplossingsmogelijkheden zijn denkbaar op basis van welke normen en criteria? De studenten worden bij het opstellen van hun plan van aanpak voor de stageopdracht en tijdens de stage zelf ondersteund door een stagebegeleider vanuit de opleiding en door een begeleider vanuit de werk- of opdrachtgever. Over het onderzoek schrijven de studenten een rapport, dat ze na afloop van het derde jaar toelichten in een presentatie aan twee examinatoren. De stagebegeleider vanuit de werk- of opdrachtgever en de jaargenoten van de student zijn aanwezig bij deze verdediging. Alle aanwezigen mogen na de presentatie vragen stellen over het uitgevoerde onderzoek. De twee examinatoren bepalen het eindoordeel, dat ze direct terugkoppelen aan de student. Het afstudeeronderzoek dat studenten uitvoeren in het vierde jaar vormt het sluitstuk van de studieperiode aan NOVI Verkeersacademie en tevens van de leerlijnen Brede professionalisering en Onderzoek. Uit het onderzoeksrapport en de verdediging moet blijken dat de student in staat is om op zelfstandige en kritische wijze een gedegen werkstuk af te leveren. Om te zorgen dat het afstudeeronderzoek een valide weergave kan zijn van het eindniveau van de opleiding, stellen de studenten een plan van aanpak op dat voor de start van het daadwerkelijke onderzoek goedgekeurd moet worden door de interne afstudeerbegeleider vanuit NOVI Verkeersacademie. In het plan van aanpak dienen studenten onder meer te laten zien dat de opdracht multidisciplinair van aard is en een relevant praktisch of theoretisch verkeerskundig vraagstuk of project op hbobachelorniveau betreft dat zich buiten de eigen organisatie bevindt. Ter afronding van het afstudeeronderzoek verdedigt de student zijn of haar afstudeerrapport door hierover een presentatie van circa twintig minuten te geven en vragen te beantwoorden van de examinatoren (zie ook onder ‘Betrouwbaar’ binnen deze standaard). Toetsontwikkeling en -controle De opleiding Verkeer en Logistiek beschikt over een eigen examencommissie die verantwoordelijk is voor de kwaliteitsborging van de toetsing. In 2012 startte NOVI Verkeersacademie met een professionalise-
NOVI Verkeersacademie
ringsslag van deze commissie. Om de onafhankelijkheid te waarborgen, trad de programmamanager van de opleiding af als voorzitter en lid van de examencommissie, en stelde het bestuur van de Stichting Hoger Onderwijs NOVI twee nieuwe leden aan. Een leerjaarbegeleider zorgt nu voor de administratieve ondersteuning. De nieuw samengestelde examencommissie adviseerde het bestuur over een upto-date taakinvulling voor zichzelf in lijn met de wet op het Hoger Onderwijs, wees de docenten van de opleiding (nogmaals) aan als examinatoren en formuleerde een nieuw toetsbeleid. Aan de hand van dit beleid stelde de commissie voor de examinatoren van de opleiding het document ‘Richtlijnen en instructies voor examinatoren’ op, met daarin de eisen die ze aan toetsing stelt en tips over type tentamenvragen en toetsproducten. De docenten/examinatoren zijn binnen de opleiding verantwoordelijk voor het opstellen van de toetsen en beoordelingsformulieren van hun vak. Bij de ontwikkeling van de toetsen vormen de vastgestelde leerdoelen en eindtermen het uitgangspunt, verder stemmen de docenten de inhoud zoveel mogelijk af op de beroepspraktijk. Zij worden daarin ondersteund door de leerjaarbegeleiders en de onderwijskundige van de opleiding. Wanneer de conceptopdracht of het concepttentamen gereed is, controleren de leerjaarbegeleider, de onderwijskundige of (in sommige gevallen) de opleidingscoördinator deze. Het betreffende lid van het opleidingsteam kijkt of de toets de competenties van het vak aftoetst, of deze in lijn is met de leerdoelen van het vak, of de vraagstelling eenduidig is, of het niveau van de toets aansluit bij het betreffende leerjaar en of de toets een passende vorm en omvang heeft. Ter verhoging van de toetsvaliditeit nam de examencommissie in het nieuwe toetsbeleid op dat elke examinator voor zijn of haar toets een toetsmatrijs dient op te stellen. Voor de docenten zijn bijeenkomsten georganiseerd waarin de examencommissie het nieuwe toetsbeleid toelichtte en de docenten/examinatoren een toetsmatrijs maakten voor hun toets. In samenwerking met de leerjaarbegeleiders en de onderwijskundige zijn inmiddels voor de eerstejaarsvakken en voor een groot deel van de tweedejaarsvakken toetsmatrijzen gemaakt. Ook pasten een aantal examinatoren hun beoordelingsformulier aan, zodat voor de studenten en een eventuele tweede beoordelaar duidelijk is welke beoor-
B Verkeer en Logistiek
delingscriteria met bijbehorende normering gehanteerd worden. De leerjaarbegeleiders monitoren dat er voor elke bestaande of nieuwe toets ofwel een toetsmatrijs met een antwoordmodel of een beoordelingsformulier met eenduidige, heldere beoordelingscriteria komt. Daarnaast zien de leerjaarbegeleiders er nadrukkelijk op toe dat in elke toetsopdracht waarin studenten mogen samenwerken, duidelijk vermeld is wat het groepsproduct is en wat het individuele product. Bij groepsproducten wordt altijd een individueel gedeelte gemaakt en beoordeeld. De nieuw samengestelde examencommissie stelde ook een fraudeprotocol op. Als onderdeel van dit protocol verzoekt de commissie alle docenten om jaarlijks een nieuwe opdracht te verstrekken en/of nieuwe toetsvragen te formuleren. Verder stelde de commissie nieuwe richtlijnen samen voor literatuurverwijzing en bronvermelding. De juiste toepassing van deze richtlijnen is als beoordelingscriterium op beoordelingsformulieren van de toetsopdrachten verwerkt. Tot slot controleert de opleiding sinds 2013 alle ingediende werkstukken op ongeoorloofd gebruik van informatie met het plagiaatsoftwareprogramma Ephorus. Betrouwbaar De docenten beoordelen (samen, indien meerdere docenten het vak geven) het toetsproduct van hun vak met behulp van de vooraf opgestelde antwoordmodellen of beoordelingsformulieren. Zoals eerder vermeld zijn de gehanteerde modellen en formulieren in overleg met minimaal twee personen (examinator, onderwijskundige en/of leerjaarbegeleider) tot stand gekomen. Na de beoordeling ontvangen studenten het ingevulde beoordelingsformulier. Op dit formulier dient de docent duidelijke feedback te geven, waaruit onder andere per onderdeel blijkt wat de studenten nog kunnen doen om een verbeterslag te maken. De leerjaarbegeleider controleert deze formulieren alvorens ze naar de studenten te e-mailen. Op nagekeken tentamens past de opleiding een vragenanalyse toe. Studenten kunnen hun gemaakte tentamen op verzoek inzien. Bij klachten over de beoordeling van een opdracht of tentamen schakelt de opleiding een tweede examinator in.
oktober 2014
37
Hoewel de beoordelingsformulieren van de opdrachten ruimte bevatten voor feedback, en het geven hiervan is beschreven in het toetsbeleid, gaven studenten aan dat de terugkoppeling op de formulieren soms nog erg summier is. De studenten zouden graag beter geïnformeerd worden over punten waarop ze zich nog kunnen verbeteren. Het assessment aan het einde van het tweede leerjaar en de stage-opdracht en -presentatie in het derde leerjaar worden beide beoordeeld door twee examinatoren van de opleiding, waarvan er minimaal één niet heeft opgetreden als begeleider van de student. De praktijkbegeleiders vanuit de werk- of opdrachtgever hebben bij deze beoordelingen een adviserende rol. Bij het afstuderen beoordeelt de interne begeleider van de student het plan van aanpak, maar het afstudeerrapport en de verdediging worden door twee onafhankelijke examinatoren van NOVI Verkeersacademie beoordeeld. De interne begeleider vanuit NOVI Verkeersacademie is niet aanwezig bij het eindgesprek. De opleiding koos voor deze werkwijze, omdat de interne begeleider tijdens het afstudeertraject betrokken raakt bij de student en het voor hem of haar daardoor lastiger is om het afstudeerwerk objectief te beoordelen. De externe begeleider vanuit de afstudeerorganisatie is wel aanwezig en geeft een advies over de beoordeling. Het uiteindelijke eindoordeel van beide examinatoren wordt door de voorzitter vastgesteld, en vervolgens meteen aan de student bekend gemaakt. Uit de verscheidene scriptiebeoordelingsformulieren, ingezien door de visitatiecommissie, en het gesprek met de examencommissie kwam naar voren dat de opleiding voortdurend bezig is met de verbetering van de afstudeerbeoordeling. Hoewel de commissie beoordelingsontwikkeling uiteraard toejuicht, was haar door de veelheid aan formulieren niet in alle gevallen duidelijk wat de precieze weging van de afzonderlijke afstudeeronderdelen was. Recentelijk besprak de examencommissie met de examinatoren van de stage- en afstudeeropdrachten hoe de waardering van het rapport zich zou moeten verhouden tot de waardering van de verdediging. De conclusie van deze bespreking was dat de presentatie en de verdediging in het verleden soms een te grote (positieve) invloed hadden op het eindcijfer. Momenteel hanteert de opleiding als schaal dat de
38
presentatie en verdediging samen voor plus of minus één punt kunnen zorgen bij het eindcijfer. Een student die een vijf behaalt voor het rapport, kan in de huidige afstudeerbeoordeling bij een goede presentatie slagen met het eindcijfer zes. Inzichtelijk voor studenten De leerstof voor het tentamen of de omschrijving van de toetsopdracht inclusief het beoordelingsformulier zijn voor de studenten opgenomen in de studie-instructies van elk vak. De alumni en studenten waarmee de commissie sprak, hadden een goed idee van de criteria, leerdoelen en competenties waarop ze beoordeeld werden. Docenten leveren binnen vier weken na het inlevermoment de cijfers van de tentamens of de ingevulde beoordelingsformulieren van de toetsopdrachten aan bij de leerjaarbegeleiders. De leerjaarbegeleiders verwerken de cijfers in de cijferlijsten van de studenten en berichten de studenten hierover. Studenten kunnen hun cijferlijst inzien op de elektronische leeromgeving. De beoordelingsformulieren met feedback worden apart gemaild. Met eventuele klachten, bijvoorbeeld over de beoordeling van een tentamen of toetsopdracht, kunnen studenten zich richten tot de examencommissie. Een klachtenregeling is opgenomen in de studiegids en OER. De instelling geeft aan dat klachten zeer weinig voorkomen, minder dan eenmaal per jaar. De commissie beoordeelt deze deelstandaard als voldoende. De toetsverdeling binnen de opleiding heeft een heldere structuur door de combinatie van vaktoetsen en de jaarlijkse eindgesprekken. Met de eindopdrachten ter afsluiting van ieder leerjaar monitoren zowel de opleiding als de studenten zelf de ontwikkeling van de studenten naar het Ad- en bachelorniveau. De toetsontwikkeling binnen de opleiding is gedegen door het gebruik van toetsmatrijzen en de inzet van controleurs. De examencommissie stelde een fraudeprotocol op om zich ervan te vergewissen dat de getoetste kennis en competenties ook daadwerkelijk toebehoren aan de student die de toets maakt. De eisen gesteld aan het plan van aanpak voor de afstudeeronderzoeken zorgen ervoor dat de bachelorscripties een valide weergave kunnen zijn van het eindniveau van de opleiding. De beoordeling van de tussentijdse en afsluitende toetsen gebeurt aan de hand van antwoordmodellen
NOVI Verkeersacademie
en beoordelingsformulieren die door minimaal twee personen ontwikkeld zijn. Bij de proeve-, stage- en afstudeerbeoordeling past de opleiding tevens het meerogenprincipe toe. Met deze werkwijze zorgt de opleiding voor een voldoende betrouwbare beoordeling van de toetsing. De visitatiecommissie is positief over de verbetergerichtheid van de examencommissie en over de beslissing de invloed van de eindpresentatie op het afstudeercijfer te beperken. In aanvulling op het lopende verbeterproces adviseert de visitatiecommissie de opleiding meer helderheid te creëren over de weging van de diverse scriptieonderdelen. De aanbeveling van de commissie is om daarbij de eis te hanteren dat alle delen van het afstuderen voldoende moeten zijn om te kunnen slagen. Voor de studenten van de opleiding is goed inzichtelijk welke competenties en leerstof wanneer getoetst worden. Wat betreft de beoordeling vroegen de studenten de feedback op de beoordelingsformulieren uit te breiden, zodat voor hen duidelijker wordt op welke wijze ze hun kennis en vaardigheden nog verder kunnen verdiepen of verbreden.
Gerealiseerd eindniveau Standaard 16, deel 2: De opleiding toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd.
Tijdens het bezoek zag de commissie verschillende opdrachten en tentamens in en concludeerde dat de kwaliteit daarvan goed was. De competenties zijn op adequate wijze verwerkt, de inhoud is relevant en de toetsen tonen een opbouw in niveau naarmate de opleiding vordert. Met het behalen van deze tentamens en opdrachten laten studenten dan ook tijdens de studie zien dat ze de getoetste stof en vaardigheden steeds verder op bachelorniveau beheersen. De meerderheid van de afgestudeerden die in mei 2014 deelnam aan de alumni-enquête is inmiddels werkzaam in een hogere functie met complexere taken en verantwoordelijkheden (83 procent), veelal bij dezelfde werkgever (78 procent). De respondenten gaven aan dat de opleiding in belangrijke mate heeft bijgedragen in het verkrijgen van de nieuwe functie. Vrijwel alle alumni die promotie kregen, zijn ook ingedeeld in een hogere salarisschaal. De resultaten van de alumni-enquête werden bevestigd in de visitatiegesprekken. Veel van de (oud-)
B Verkeer en Logistiek
bachelorstudenten met wie de commissie sprak, kregen een betere functie aangeboden door hun werkgever – vaak al tijdens de studie. Een bacheloralumnus verwoordde zijn toegenomen kansen op de arbeidsmarkt in de kritische reflectie als volgt: ‘Eerst werkte ik als ontwerper en operationeel werkvoorbereider. De opleiding bij NOVI Verkeersacademie heeft mij verdere verdieping en verbreding gebracht (…), wat resulteerde in een functie als gemeentelijk beleidsmedewerker Verkeer en Civiel. Nu adviseer ik collega's en het gemeentebestuur op strategisch niveau. Daarnaast beoordeel ik ontwerpen vanuit meerdere disciplines.’ Vanwege de Ad-uitstroom kent de opleiding Verkeer en Logistiek twee eindniveaus: het Ad- en bachelorniveau. Aangezien NOVI Verkeersacademie de enige instelling in het verkeerskundige veld is die een Ad-traject aanbiedt, is het niveau van de Adverkeerskundig medewerker van deze opleiding niet te vergelijken met dat van soortelijke opleidingen. Wel is vast te stellen dat vertegenwoordigers uit het werkveld die hebben samengewerkt met Ad’ers, het beroepsprofiel van NOVI Verkeersacademie alom onderschrijven. Dit type medewerker wordt zowel bij Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten en het bedrijfsleven erkend en gewaardeerd. De opleiding ontvangt feedback dat de Adverkeerskundig medewerker duidelijk een mbo+niveau heeft, over alle benodigde verkeerskundige basiskennis beschikt en op de werkvloer ‘hbowaardig’ gedrag laat zien, dat voldoet aan de door NOVI Verkeersacademie geformuleerde generieke Ad-competenties. Uit reacties van leidinggevenden tijdens de eindgesprekken van het eerste en tweede jaar blijkt dat het werkveld zeer tevreden is over het tussen- en eindresultaat van de Ad-uitstroomvariant. Werkgevers spreken steevast over de zichtbare veranderingen die zich in het functioneren van de student voltrekken. De ontwikkeling van mbo-, via Ad- naar bachelorniveau, beschreven door de opleiding en bevestigt door het werkveld, zag en hoorde de visitatiecommissie ook terug in de gesprekken met (oud-)studenten. De studenten en alumni spraken zonder uitzondering over het voordeel dat ze al snel in hun werk ondervonden van het steeds verder ontwikkelen van hun analytisch denkvermogen en communicatieve vaardigheden. De studenten waren daardoor
oktober 2014
39
in staat de sprongen te maken van concreet en oplossingsgericht handelen, naar probleemgericht en onderzoekend werken tot uiteindelijk werkzaamheden als strategische advisering en beleidsontwikkeling. De commissie sprak afzonderlijk met a) studenten uit de eerste twee leerjaren, b) studenten uit het derde en vierde jaar en c) alumni van de opleiding. In deze gesprekken was een stijgende lijn in reflectief vermogen en gespreksvaardigheid herkenbaar. Het proeveverslag vormt (samen met het bijbehorende proevegesprek) het eindwerk voor het Adniveau. De commissie zag voorafgaand aan het bezoek negen proeveverslagen in en vond deze helder van structuur en formulering. In de verslagen werd de persoonlijke en de vakinhoudelijke groei die de studenten in de twee studiejaren doormaakten voor de commissie voldoende zichtbaar. Deze ontwikkeling was zowel te zien op het niveau van de inhoud (in de beschrijvingen van praktijksituaties waarin de kennis en vaardigheden werden ingezet), als op metaniveau (in de toepassing van de Adcompetenties in het verslag: bij de analyse van de werksituaties en de eigen rol daarin, in het daaraan verbonden beargumenteren van het verkregen eindniveau en in de getoonde schrijfvaardigheid). Voorafgaand aan het bezoek beoordeelde de commissie tevens elf bachelorscripties. Deze afstudeerwerken waren naar de mening van de commissie zonder twijfel van hbo-bachelorniveau. De commissie zag nette werkstukken met goed afgebakende onderzoeksvragen, operationaliseringen die bij de vraagstellingen pasten en verzorgd taalgebruik. In de scripties pasten de studenten kennis toe die ze tijdens de studie verworven hebben, bijvoorbeeld over het inzetten van diverse verkeersmodellen. De beoordeling door de examinatoren van NOVI Verkeersacademie kwam grotendeels overeen met die van de visitatiecommissie. In aanvulling op de bovenstaande
40
kenmerken, beargumenteerden de studenten in de hoger beoordeelde scripties de stappen in het onderzoek diepgaander en/of toonden zij op overtuigende wijze hun verkeerskundige ontwerp- en rekenvaardigheden. De commissie beoordeelt de deelstandaard ‘Gerealiseerd eindniveau’ als goed. Studenten maken vanaf de start van de opleiding op de werkvloer en tijdens de academiedagen een continue ontwikkeling door. De commissie was onder de indruk van de mate waarin de studenten en alumni zich bewust zijn van deze persoonlijke en professionele ontwikkeling en van hoe goed ze in staat waren deze onder woorden te brengen. Wat de studenten en oud-studenten aangaven over hun verworven analytische, methodische en communicatieve vaardigheden, plus de manier waarop ze dit adstrueerden, laat naar de mening van de commissie zien dat de inzet van de opleiding op het verwerven van de generieke Ad- en bachelorcompetenties zeker geslaagd is. De werkgevers van de (oud-) studenten herkennen de groei van hun medewerkers en belonen deze door de studenten al tijdens, of kort na het afronden van de opleiding een functie aan te bieden met meer verantwoordelijkheden, een hoger werkniveau en een bijpassend salaris. De kwaliteit van de eindwerken van zowel de Ad- als bacheloruitstroom vond de commissie ruim aan de maat. De proeveverslagen na het tweede jaar toonden helder de ontwikkeling van persoonlijke en professionele competenties en de bachelorscripties kenmerkten zich door een goede afkadering van onderzoeksvragen, passende operationalisering en verzorgde rapportage. Het hbo-niveau (Ad respectievelijk bachelor) wordt over de breedte van de beoordeelde eindwerken goed behaald, aldus de visitatiecommissie.
NOVI Verkeersacademie
Bijlagen
B Verkeer en Logistiek
oktober 2014
41
Bijlage 1 Visitatiecommissie Deze notitie is volgens het NVAO-format opgesteld. II.
Overzicht panelleden en secretaris
Naam (inclusief titulatuur) Ir. R.S. Kloosterman Ir. J. Ploeger Dr. J.W. Proper T.T.D. Schouten-Poot
Rol (voorzitter / lid / student-lid / secretaris) voorzitter lid lid studentlid
III Secretaris/Coördinator Drs J. van Oudheusden
Gecertificeerd
IV 1 2 3 4
V
Korte functiebeschrijvingen panelleden De heer Kloosterman is directeur van AeQui evaluatiebureau De heer Ploeger is programmamanager bij de Provincie Zuid-Holland De heer Proper is lector en hogeschooldocent bij de Academie Stedenbouw Logistiek en Mobiliteit van NHTV Mevrouw Schouten-Poot volgt momenteel een masterprogramma aan de EUR.
Overzicht deskundigheden binnen panel4
Deskundigheid a. deskundigheid ten aanzien van de ontwikkelingen in het vakgebied
b.
internationale deskundigheid
c.
werkvelddeskundigheid in het voor de opleiding relevante beroepenveld
4
De deskundigheid blijkt uit: De heer Ploeger is verantwoordelijk voor diverse vernieuwingsprogramma’s op het gebied van mobiliteit. De heer Proper is als onderzoeker verbonden aan de NHTV en vervult bovendien daarbuiten diverse advies- en bestuursfuncties ter zake. De heer Proper is als hogeschooldocent, projectleider en onderzoeker internationaal zeer actief. De heer Ploeger is regelmatig spreker op internationale congressen. De heer Ploeger heeft diverse directie- en adviesfuncties bekleed, sinds 2012 is hij actief als programmamanager op het gebied van mobiliteitsvraagstukken. De heer Proper vervult diverse (inter)nationale advies- en bestuursfuncties in beroepsverenigingen (CSCMP, Feani, KIVI, vLm).
N.B. De secretaris is GEEN panellid
42
Domeindeskundige (ja / nee) nee ja ja nee
NOVI Verkeersacademie
d.
e.
ervaring met het geven en/of ontwikkelen van onderwijs op het desbetreffende opleidingsniveau en deskundigheid ten aanzien van de door de opleiding gehanteerde onderwijsvorm(en)5 visitatie- of auditdeskundigheid
f.
studentgebonden deskundigheid
B Verkeer en Logistiek
De heer Proper is hogeschooldocent bij de NHTV Academie voor Stedenbouw, Logistiek en Mobiliteit. Tevens is hij regelmatig terugkerend visiting professor van verschillende buitenlandse (toegepast wetenschappelijke) universiteiten.
De heer Kloosterman treedt met regelmaat op als voorzitter van visitatiepanels. Mevrouw Schouten-Poot studeerde HBO-V aan de Christelijke Hogeschool Ede, volgde een pre-master Beleid en Management Gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en volgt momenteel aan deze universiteit de master Health Care Management.
oktober 2014
43
Bijlage 2 Programma visitatie Tijd Onderdeel 9.00 – 10.30 uur Aankomst Commissie Interne vergadering tussen de panelleden. René Kloosterman (voorzitter), Judith van Oudheusden (secretaris), Jan Ploeger (Provincie Zuid-Holland, extern deskundige), Jan-Willem Proper (NHTV, extern deskundige), Thirza Schouten-Poot (studentlid). 10.30 – 11.30 uur Bestuur en Directie Gesprek met: Kees Louwman, Bo Boormans, Anja Schievink en Allard Visser. Onderwerpen: Kennismaking, Doelen van de opleiding, programma, toetsing, gerealiseerd eindniveau en kwaliteitszorg. 11.45 – 13.00 uur Docenten Gesprek met: Gerard Overkamp, Robert Groenhof, Yvonne Liebergen, Erik Brave en Hanneke Welten. Onderwerpen: Programma, toetsing, gerealiseerd eindniveau, kwaliteit docenten 13.00 – 14.00 uur Inloopspreekuur, documentenbeoordeling en lunch 14.00 – 15.00 uur Studenten bachelor Gesprek met: Rik Blok (derdejaars), Ronald Sinnige (derdejaars), Hans Oostelbos, (vierdejaars), Marleen Paulissen (vierdejaars) en Jelmer Vogd (vierdejaars), Onderwerpen: programma, toetsing, kwaliteit docenten 15.00 – 16.00 uur Studenten Ad Gesprek met: Niels de Heus (eerstejaars), Rene Bruinsma (eerstejaars), Marcel Berghoef (tweedejaars) en Maarten Admiraal (tweedejaars) Onderwerpen: programma, toetsing, kwaliteit docenten 16.00 – 16.30 uur Examencommissie Gesprek met: Gerard Overkamp (voorzitter), Merel van Mierlo (secretaris) en Allard Visser (docentlid en onderwijskundige). 16.30 – 17.15 uur Werkveldcommissie en alumni Gesprek met: Lindy Molenkamp (werkveldcommissie), Edward van Schooten (werkveldcommissie en alumni bachelor), Onno Huisman (alumnus bachelor) en Koen van den Berg (alumnus bachelor) Onderwerpen: aansluiting van opleiding op het werkveld, toetsen en afstuderen 17.15 – 18.00 uur Aanvullend onderzoek, formuleren conclusies 18.00 – 18.30 uur Terugkoppeling resultaten, afsluiting van de visitatie (openbaar)
44
NOVI Verkeersacademie
Bijlage 3 Kwantitatieve gegevens Onderstaande gegevens en toelichting zijn aangereikt door de opleiding. In-, door- en uitstroomgegevens van - zo mogelijk - de laatste 6 cohorten Uitval, rendement en doorstroomgegevens Ad-opleiding Cohort
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
14
32
13
20
17
14
1 (7%)
5 (16%)
1 (8%)
3 (15%)
1 (6%)
2 (14%)
12
17
16
12
Uitval ná studiejaar 1
2 (17%)
4 (24%)
0
-
Rendement (na 3 studiejaren)
8 (67%)
11 (65%)
7 (44%)
-
Rendement (na 4 studiejaren)
2 (17%)
-
-
-
Nog bezig met Ad-studie
0
2 (12%)
9 (56%)
-
7 (58%)
9 (53%)
3 (19%)
onbekend
Beginnende studenten Uitval tijdens 1e studiejaar Aantal studenten na jaar 1
Doorstroom naar hbo
Uitval en rendement hbo-opleiding (bovenbouw-programma) Cohort
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
2012-2013
2013-2014
12
10
7
14
14
10
0 (12%)
1 (10%)
0 (0%)
2 (14%)
1 (7%)
4 (40%)
7
12
13
6
Uitval ná studiejaar 1
2 (29%)
0
2 (15%)
-
Rendement
2 (29%)
10 (83%)
5 (38%)
-
Nog bezig met hbo-studie
3 (43%)
2 (17%)
6 (46%)
-
Beginnende studenten Uitval tijdens 1e studiejaar Aantal studenten na jaar 1
Gerealiseerde docent-studentratio NOVI Verkeersacademie werkt met name met docenten, die reeds werkzaam zijn in de verkeerskundige praktijk. Zij worden op basis van een nulurencontract in dienst genomen van NOVI Verkeersacademie of extern ingehuurd op basis van een tijdelijk (project)contract. Docenten ontvangen een vaste vergoeding per dagdeel college, los van de daadwerkelijk gemaakte voorbereidingsuren, nakijkuren en overige uren (deskundigheidsbevordering, overleg, coördinatie). Bovendien is onze organisatie er op ingericht om zoveel mogelijk taken weg te nemen bij docenten. Zo ontzorgen de leerjaarbegeleiders de docenten zo veel mogelijk met betrekking tot afstemming met studenten, overleg, organisatorische aspecten en het klaarzetten van lesmateriaal. Daarnaast wordt bij de actualisatie van lesmateriaal de docenten begeleid door NOVI Verkeersacademie. Medewerkers ondersteunen bijvoorbeeld in het formuleren van een nieuwe toetsopdracht, leveren geactualiseerde data aan e.d.
B Verkeer en Logistiek
oktober 2014
45
Binnen ons onderwijsbouwwerk is het dus niet mogelijk om op basis van dienstverbandcijfers het aantal Fte onderwijskundig personeel te herleiden en het is ‘ondoenlijk’ om te berekenen hoeveel uren van nietonderwijskundig personeel (c.q. personeel dat niet zelf les geeft) toe te wijzen is aan onderwijsuitvoerende taken. Ondanks deze kanttekeningen hebben we getracht het studentdocentratio voor het studiejaar 2013-2014 te berekenen. Om te berekenen hoeveel Fte onderwijskundig personeel we in dienst hebben, hebben we de volgende uitgangspunten geformuleerd: 3 uur ten behoeve van het verzorgen van het college; 2 uur ten behoeve van de voorbereiding van een college; 0,5 uur per na te kijken opdracht per student. Docenten besteden daarnaast nog uren met betrekking tot afstemming, docentenbijeenkomsten en deskundigheidsbevordering. Deze uren zijn niet meegenomen in de berekening. Daarnaast zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: Aantal studenten 2013-2014: meegeteld zijn de studenten die (nagenoeg) het volledige programma volgen. Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog een aantal studenten die aankomend jaar alleen een aantal opdrachten inleveren of bijvoorbeeld nog bezig zijn met afstuderen. Deze studenten (en de bijhorende uren begeleiding vanuit docenten) zijn uit de berekening gehouden. Fte: we zijn uitgegaan van een fulltime dienstverband van 36 uur per week en 42 werkbare weken per jaar. Met betrekking tot stagebegeleiding zijn terugkommomenten gerekend als ‘colleges’. Voor de verdere begeleiding van studenten is gerekend met 16 uur per student tijdens de stage en 12 uur per student voor het afstuderen. Tabel 1: berekening studentdocent-ratio 1ste jaar
2de jaar
3de jaar
4de jaar
Totaal
Dagdelen college
44
43
35
27
Aantal toetsen
15
15
13
5
1
1
Stage/afstuderen Aantal studenten 20132014
6
11
7
7
132
129
105
81
Actualisatie, voorbereiding, organisatie
88
86
70
54
Nakijken toetsen / begeleiding S&A
45
83
158
130
Totaal
265
297,5
332,5
264,5
Aantal Fte’s
0,18
0,20
0,22
0,17
0,77
Studentdocent-ratio
34,2
55,9
31,8
40,0
40,4
Verzorgen colleges
31
Conclusie Uit tabel 1 is af te leiden dat NOVI Verkeersacademie in totaal 0,77 Fte onderwijskundig personeel in dienst heeft op 31 studenten, wat resulteert in een studentdocentratio van 40 (er is 1 Fte per 40 studenten beschikbaar) in studiejaar 2013-2014. NOVI Verkeersacademie heeft daarnaast in circa 1,7 Fte niet-onderwijskundig personeel in
46
NOVI Verkeersacademie
dienst. Opgemerkt moet worden dat in het studiejaar 2013-2014 er een vrij kleine groep eerstejaars studenten is en daardoor dit studiejaar in verhouding minder studenten per 1 Fte onderwijskundig personeel is dan gebruikelijk.
Gemiddeld aantal contacturen per fase van de studie 1ste jaar Dagdelen college Contacturen Gemiddelde contacturen per week
B Verkeer en Logistiek
2de jaar
3de jaar
4de jaar
Totaal
44
43
35
27
149
143 uur
140 uur
114 uur
88 uur
484 uur
3,4
3,3
2,7
2,1
oktober 2014
47
Bijlage 4 Eindkwalificaties Eindkwalificaties associate degree Eindkwalificaties Ad-programma
Toelichting
Mogelijke bewijsvoering
Multidisciplinaire integratie: de student is in staat om (op beleidsondersteunend niveau) kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden vanuit verschillende verkeerskundige thema’s te integreren.
Bij de aanpak van projecten of problemen kunnen combineren van verschillende verkeerskundige thema’s; rekening houden met belangen van verschillende personen, groepen of organisaties die met deze verkeerskundige thema’s te maken hebben.
Een plan, voorstel of ontwerp, waarin meerdere aspecten (zoals veiligheid, milieu, oversteekbaarheid, bereikbaarheid, wetgeving, kosten, draagvlak) duidelijk op elkaar zijn afgestemd
Wetenschappelijke toepassing: de student is in staat om gangbare verkeerskundige inzichten, theorieën, normen en richtlijnen toe te passen bij vraagstukken uit de beroepspraktijk.
Transfer en flexibele inzet: de student is in staat om kennis, inzichten en vaardigheden toe te passen in beroepssituaties.
Kennis hebben van alle normen en richtlijnen (zoals CROW publicaties) en het kunnen toepassen hiervan in praktijksituaties; Het raadplegen van de theorie bij problemen of vragen uit de praktijk om hier in deze specifieke problemen mee verder te komen.
Persoon functioneert als verkeerskundig medewerker; is in de dagelijkse praktijk bezig met de verschillende verkeerskundige thema’s
Creativiteit en complexiteit van hande- len: voor relatief eenvoudige problemen kan de student een beredeneerde selectie maken tussen bekende oplos- singsrichtingen. Hij heeft een constructief kritische en creatieve houding ontwikkeld.
Beargumenteren waarom u wel of niet voor een bepaalde oplossing of aanpak hebt gekozen; Inschatten van realisatiekans van oplossingen op basis van bijvoorbeeld politieke en/of financiële afwegingen Proactief: verder kijken, meedenken
48
NOVI Verkeersacademie
Een vaak voorkomend verkeerskundig probleem wordt aan de hand van een relevante schriftelijke publicatie geanalyseerd en van een of meerdere oplossingsvarianten voorzien Aanwezige kennis leidt op snelle en effectieve wijze tot geschikte oplossingen en is meer generiek dan specialistisch van aard
In afwijkende situaties worden gestandaardiseerde oplossingen passend gemaakt en wordt de realisatiekans geoptimaliseerd, lettende op met name politieke en financiële afwegingen
Probleemgericht werken: de student is in staat om zelfstandig relatief eenvoudige probleemsituaties in de be roepspraktijk te definiëren en te analyseren en in het licht hiervan zinvolle maatregelen te selecteren, toe te pas- sen en te evalueren.
Methodisch en reflectief denken en handelen: de student is in staat om realistische doelen te stellen, werkzaamheden te plannen c.q. planmatig aan te pakken en om te reflecteren over eigen beroepsmatig handelen, op basis van het verzamelen en analyseren van relevante informatie.
Methodisch denken en werken: Eigen werkzaamheden en die van anderen plannen en organiseren; Planmatig werken; Reflectief denken en werken: Evalueren van eigen rol en bijdrage Proactief bezig zijn met uw eigen ontwikkeling: - Anderen betrekken bij uw leerproces; feedback vragen - Concrete acties nemen om uzelf te ontwikkelen - Zorgen dat u in nieuwe, leerzame situaties terechtkomt
Sociaalcommunicatieve bekwaamheid: de student is in staat om binnen zijn verkeerskundige project met anderen te communiceren (zowel mondeling als schriftelijk) en samen te werken. Basiskwalificering voor managementfuncties: de student is in staat om een kleinschalig project te leiden en mensen binnen het projectteam aan te sturen.
Maatschappelijke betrokkenheid: de student is in staat om enerzijds de gevolgen van het beroepsmatig handelen voor de samenleving te zien en daar in zijn projectmatige werkzaam heden rekening mee te houden.
B Verkeer en Logistiek
Zelfstandig vaststellen van het eigenlijke probleem; Probleem- en oplossingsgericht kunnen werken met behulp van bijvoorbeeld de PODOE-aanpak: (Probleem definiëren, Oorzaak achterhalen, Doel formuleren, Oplossingen genereren, Effecten evalueren).
Projecten, waarin zelfstandig en herkenbaar met de bijvoorbeeld de PODOE-aanpak is gewerkt
Projecten, waarin volgens een vooraf uitgestippeld plan is gewerkt en waarbij de gekozen aanpak achteraf wordt bijgesteld ten behoeve van een volgend project
Volwaardige gesprekspartner zijn (luisteren, samenvatten, doorvragen); Contact houden, terugkoppelen en afstemmen; Beargumenteren en overtuigen; Presenteren van oplossingen aan individuen; Samenwerken en functioneren in een team.
Een volwaardig gesprekspartner zijn bij overleggen (beargumenteren en overtuigen), heldere presentaties kunnen geven, en ideeen en afspraken op heldere wijze schriftelijk kunnen overdragen
Anderen aansturen binnen een projectteam, Collega’s aanwijzingen geven voor bepaalde taken Inwerken van nieuwe collega’s Aansturen van bijvoorbeeld aannemers of leveranciers
Collega's en aannemers/leveranciers binnen projecten zodanig kunnen regisseren, dat het gewenste resultaat binnen de afgesproken tijd probleemloos wordt bereikt
Bij werkzaamheden, keuzes en in het eigen gedrag rekening houden met het effect hiervan op andere mensen; Klantgerichtheid: hoe sta je anderen te woord?
Kennis hebben van en rekening houden met de wensen en belangen van verschillende mensen, groepen en organisaties
oktober 2014
49
Brede professionalisering: de student is in staat te functioneren als verkeerskundig medewerker.
Laat in de praktijk de kennis en de vaardigheden zien die bij een verkeerskundig medewerker horen; Maakt als persoon en als professional op verschillende onderdelen een ontwikkeling door.
aantonen dat binnen het takenpakket alle verschillende thema's in voldoende mate geheel zelfstandig worden opgepakt en uitgewerkt
Eindkwalificaties bacheloropleiding Competenties
Activiteiten
Analyseren / diagnosticeren van mobiliteitsvraagstukken
- Volgen en analyseren van ontwik- Een degelijk (valide) onderzoek met kelingen op het terrein van mobilieenduidige conclusies. teit en ruimte - Een analyse waarin helder aange- Vertalen van opdracht naar congeven wordt in welke mate het gecreet en realiseerbaar onderzoeksvoerde beleid bijdraagt aan de gevoorstel formuleerde problemen en tot wel- Uitwerken in scenario’s ke onvoorziene effecten het geleid - Onderzoeken van de gewenste en heeft ongewenste effecten van mobiliteitsmaatregelen - Maken onderzoeksrapport, gericht op opdrachtgever - Gericht verwoorden en visualiseren gegevens - Presenteren onderzoeksresultaten
Opstellen en uitwerken van mobili- - Projectplan maken teitsplannen of technische / ruimte- - Inventariseren van mogelijkheden lijke ontwerpen en beperkingen op operationeel niveau - Scenario-analyse - Risicoanalyse (haalbaarheid / consequenties) - Overzicht maken van financiële en juridische consequenties - Opstellen van verkeerskundige modellen - Bespreken en bijstellen van het plan of ontwerp - Schriftelijk rapporteren - Mondeling presenteren - Visualiseren van het plan of ontwerp
50
NOVI Verkeersacademie
Resultaat
- Een plan of ontwerp passend bij de gegeven problemen, situatie, omstandigheid, locatie en doelgroep, dat een geschikt uitgangspunt vormt voor implementatie. Het plan of ontwerp is bestuurlijk, financieel en juridisch haalbaar - Een plan of ontwerp dat getuigt van het vermogen om creatief / innovatief / out of the box te kunnen denken
Competenties
Activiteiten
Resultaat
Implementeren van technische/ruimtelijke ontwerpen voor mobiliteitsvraagstukken
- In beeld brengen van actoren - Opstellen van projectplan, plannings- en organisatieschema’s - Uitvoeren van projectplan - Vergaderingen organiseren en voorzitten - Onderhandelingen voeren en wensen afstemmen - Creëren van draagvlak bij actoren - Overleg met opdrachtgever - Beslismomenten onderscheiden - Planning bewaken en eventueel bijstellen - Proces bewaken en zo nodig initiatieven ontplooien
- Het ontwerp is binnen de gestelde voorwaarden geïmplementeerd - Goed op elkaar ingespeeld team
Ontwikkelen van visie en beleid ten - Inventariseren van locatie en situa- - Een beleidsadvies waarin aangegeaanzien van mobiliteitsvraagstukken tie ven wordt op welke wijze het be- Inventariseren van beleid leid aangepast wordt gezien de be- Opstellen programma van eisen oordelingen van het bestaande bei.o.m. opdrachtgever leid. - Opstellen van een visie passend - Een mobiliteitsvisie voor de middelbinnen politiek/bestuurlijke verlange termijn houdingen - Een mobiliteitsplan dat passend is - Opstellen van verkeerskundige bij de situatie, dat tegemoet komt modellen aan het programma van eisen en - Overzicht maken (globaal en op dat als grondslag voor de besluithoofdlijnen) van financieel en jurivorming kan dienen. dische consequenties - In juridische voorschriften codificeren van het verkeerskundige plan - Plan bespreken en bijstellen - Schriftelijk rapporteren - Mondeling presenteren - Visualiseren verkeerskundig plan Kunnen opstellen van een programma van eisen voor evaluatieen monitoringsstudies
B Verkeer en Logistiek
- Doelstelling monitoring formuleren - Programma van eisen voor evalua- Beoordelingsaspecten vaststellen tie- en monitoringsstudies - Ontwikkelen scenario’s - Bewaken van de implementatie.
oktober 2014
51
Competenties
Activiteiten
Resultaat
Kunnen uitvoeren van (toegepast) onderzoek
- Conceptualiseren o.b.v. literatuuronderzoek - Vaststellen toe te passen onderzoeksmethode(n) - Opzetten / voorbereiden van veldwerkzaamheden - Instructie van veldmedewerkers - Wijze van dataverwerking vaststellen - Analyse onderzoeksgegevens - Conclusies uit analyses rapporten / presenteren
- Onderzoeksrapport - Presentatie - Database
Overleg voeren in de verschillende fasen van de beleidscyclus
- Verzorgen van verschillende vor- Effectieve toepassing van verschilmen van communicatie, met duide- lende communicatiemiddelen lijkheid over doel, doelgroepen, kern, boodschap, tools - Vergaderingen organiseren en voorzitten - Onderhandelingen voeren en wensen afstemmen - Creëren van draagvlak bij actoren - Overleg met opdrachtgever - Organiseren van inspraak - Mondeling en schriftelijk presenteren - Visualiseren - Beleid, plannen en ontwerpen analyseren op communicatieaspecten
52
NOVI Verkeersacademie
Bijlage 5 Programmaoverzicht Overzicht eerste studiejaar SDB11
VOW12
VVH13
5 ECTS Stedenbouw en verkeer
5 ECTS Ontwerprichtlijnen
5 ECTS Verkeersveiligheid
4 werkcolleges toetsing: portfolio
4 werkcolleges toetsing: toetsopdracht
4 werkcolleges toetsing: tentamen en toetsopdracht
VRT11
VRE11
IBO11
4 ECTS Verkeersregeltechniek
4 ECTS Verkeersrecht
4 ECTS Inspectie, beheer en onderhoud
3 werkcolleges toetsing: toetsopdracht
3 werkcolleges toetsing: tentamen
3 werkcolleges toetsing:toetsopdracht
VBL11
COM11
COM12
4 ECTS Verkeersbeleid
4 ECTS Mondeling communiceren
4 ECTS Schriftelijk communiceren
3 werkcolleges toetsing: tentamen
3 werkcolleges toetsing: toetsopdracht
3 werkcolleges toetsing: 2 toetsopdrachten
VOZ11
MT11
LLB11
4 ECTS Verkeersstatistiek
5 ECTS Meten en weten
12 ECTS Leer- en loopbaanbegeleiding
3 werkcolleges toetsing: toetsopdracht
4 werkcolleges toetsing:toetsopdracht
4 werkcolleges toetsing: 2 toetsopdrachten en leerverslag/ - gesprek
VPL21
VOW21
MOB21
5 ECTS Verkeer en omgeving
5 ECTS Verkeerskundig ontwerp
4 ECTS Mobiliteitsmanagement
4 werkcolleges toetsing: portfolio (groepsopdacht)
4 werkcolleges toetsing: toetsopdracht
3 werkcolleges toetsing: toetsopdracht
Overzicht tweede studiejaar
B Verkeer en Logistiek
oktober 2014
53
VRT21
VMM21
GEB21
4 ECTS Ontwerp verkeerslichtenregeling
5 ECTS Dynamisch verkeersmanagement
4 ECTS Geluid- en emissieberekening
3 werkcolleges toetsing: toetsopdracht
4 werkcolleges toetsing: 2 toetsopdrachten
3 werkcolleges toetsing: toetsopdracht (groepsopdracht)
OGR21
VRE22
COM22
4 ECTS Ruimtelijk juridisch kader
4 ECTS Verkeersbesluiten
4 ECTS Schriftelijk rapporteren
3 werkcolleges toetsing:toetsopdracht
3 werkcolleges toetsing: toetsopdracht
2 werkcolleges toetsing: 2 toetsopdrachten
VOZ21
MT21
LLB21
4 ECTS Verkeersonderzoek
6 ECTS Meten en weten
12 ECTS Leer- en loopbaanbegeleiding
3 werkcolleges toetsing: 2 toetsopdrachten
5 werkcolleges toetsing:toetsopdracht
3 werkcolleges toetsing: proeve van bekwaamheid (verslag en eindassessment)
RO32
RO33
VOW31
4 ECTS Ruimtelijke ontwikkeling
4 ECTS Ruimtelijke ordening
5 ECTS Integraal ontwerp
3 werkcolleges toetsing: 2 toetsopdrachten
3 werkcolleges toetsing: toetsopdracht en tentamen
4 werkcolleges toetsing: toetsopdracht
VRT31
PBL31
OV31
5 ECTS Netwerkregeling
4 ECTS Parkeerbeleid
4 ECTS Openbaar vervoer
4 werkcolleges toetsing: toetsopdracht (groepsopdracht)
3 werkcolleges toetsing: toetsopddracht
3 werkcolleges toetsing: toetsopdracht
Overzicht derde studiejaar
54
NOVI Verkeersacademie
FIN31
VML31
COM31
4 ECTS Financiering van verkeersmaatregelen 3 werkcolleges toetsing:toetsopdracht
5 ECTS Verkeersmodellen
3 ECTS Adviesvaardigheden
4 werkcolleges toetsing: tentamen en toetsopdracht groepsopdracht)
2 werkcolleges toetsing:toetsopdracht
MT31
VBL31
LLB31
5 ECTS Methoden en Technieken
5 ECTS Beleidsevaluatie
12 ECTS Stage
4 werkcolleges toetsing:toetsopdracht
4 werkcolleges toetsing:toetsopdracht
4 werkcolleges toetsing: stagerapport inclusief verdediging
Overzicht vierde studiejaar VVH41
VMM41
7 ECTS Verkeersveiligheidsbeleid
8 ECTS Netwerkmanagement
4 werkcolleges toetsing: toetsopdracht
5 werkcolleges toetsing: 2 toetsopdrachten
VPL41
MOB41
8 ECTS Verkeersplanologie
7 ECTS Mobiliteit
5 werkcolleges toetsing: toetsopdracht
5 werkcolleges toetsing: toetsopddracht Afstuderen 30 ECTS
5 werkcolleges Toetsing: afstudeerscriptie inclusief verdediging
B Verkeer en Logistiek
oktober 2014
55
Bijlage 6 Bestudeerde documenten
Kritische reflectie Studie-instructies vakken Beroepsprofiel Verkeerskundig medewerker Beroepsprofiel Verkeerskundige inclusief relatiematrix Docentenoverzicht Studiegids en OER
Handleiding Stage-onderzoek Handleiding vrijstellingsprocedure Handleiding Afstuderen NOVI programma Verkeerskunde NOVI Verkeersacademie Lijst afgestudeerden taakverdeling
Eindwerkstukken Afstu. datum
Bachelor of Ad
Cijfer
200925111
28-jun-13
Bachelor
9
200925132
1-feb-13
Bachelor
9
200925113
30-aug-13
Bachelor
8
201125186
28-jun-13
Bachelor
8
201225199
6/27/14
Bachelor
7.5
200925122
30-aug-13
Bachelor
7
201025144
6/27/14
Bachelor
7
201025151
6/27/14
Bachelor
7
200925115
28-jun-13
Bachelor
6
200925117
6/28/14
Bachelor
6
201125174
6/28/14
Bachelor
6
201125169
21-jun-13
Ad
9
201225191
21-jun-13
Ad
8.2
201125178
21-jun-13
Ad
8
201225196
6/13/14
Ad
8
201225204
6/13/14
Ad
8
201125182
17-jun-13
Ad
7.5
201225189
6/13/14
Ad
7
201225194
6/13/14
Ad
7
201125179
21-jun-13
Ad
6.5
Studentnr
56
NOVI Verkeersacademie
Bijlage 7 Onafhankelijkheidsverklaringen
B Verkeer en Logistiek
oktober 2014
57