LOGISTIEK MEDEWERKER FYSIEKE DISTRIBUTIE EINDTERMEN VANAF 1998/1999
DATUM VAN INDIENING: 1e WIJZIGING:
01.06.1996 01.06.1997
INDIENER: POSTADRES: PLAATS:
Kenniscentrum ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT
CONTACTPERSOON: TELEFOONNUMMER: FAXNUMMER:
Drs. L.M.J. Römkens 033 4504646 033 4504666
REGISTRATIECODE:
10043
© ECABO, Amersfoort Amersfoort, 1 juni 1997
e-LO02.3.97.02 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud
blz.
Rubriek I: Algemeen
1
1. 2A. 2B. 2C. 3. 4. 5. 6A. 6B. 7. 8. 9A. 9B. 9C.
1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 3 4 4 5
Naam kwalificatie Niveau kwalificatie Onderbouwing niveau-aanduiding Advies t.a.v. leerwegen Relatie met oude kwalificatiestructuren Leerlingwezen en MBO Plaats in kwalificatiestructuur ECABO Overheidsbekostiging Advies t.a.v. omvang beroepspraktijkvorming Vrije ruimte Wettelijke beroepsvereisten Onderliggende beroepsprofielen Deelkwalificaties met studiebelastingsuren, externe legitimering Studiebelastingsuren gehele kwalificatie Deelkwalificaties benodigd voor diplomering
Rubriek II: Aandachtspunten (conform WEB/Format)
6
1. 2. 3A. 3B. 4A. 4B. 5.
6 6 6 6 7 7 7
Maatschappelijk culturele kwalificering Doorstroomkwalificering Wijze bevordering aansluiting HBO Raadpleging HBO Wijze bevordering aansluiting VBO/MAVO Raadpleging VBO/MAVO Verwerking oordeel andere betrokkenen
Rubriek III: Advies Adviescommissie Onderwijs-Arbeidsmarkt
8
1A. 1B. 1C.
8 8 8
Datum en nummer advies ACOA Samenvatting ACOA-advies Verwerking ACOA-advies
Rubriek IV: Implementatie
9
1.
Implementatievoorstel
9
Rubriek V: Ondertekening
10
1A. 1B.
10 10
Naam voorzitter LOB Handtekening voorzitter LOB
Inhoud
blz.
Rubriek VI: Eindtermen
11
Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfsoriëntatie 3 Eindtermen Maatschappelijk culturele deelkwalificatie 3 Eindtermen deelkwalificatie Geautomatiseerde informatievoorziening - gebruik 3 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie 3 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 1 Eindtermen deelkwalificatie Goederenstroombesturing 3 Eindtermen deelkwalificatie Transportadministratie 3 Eindtermen deelkwalificatie Transportmanagementondersteuning 3 Eindtermen deelkwalificatie Externe transportplanning 3 Eindtermen deelkwalificatie Voorraadbeheer 3 Eindtermen deelkwalificatie Magazijnbeheer 3 Eindtermen deelkwalificatie Materials handling 3 Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfscalculaties 3 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 2 - keuzetaal 2 Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 2 Eindtermen deelkwalificatie Commerciële beroepsvorming 3 Eindtermen deelkwalificatie Inkopen/bestellen 3 Eindtermen deelkwalificatie Inkoopbeleid en -planning 3 Eindtermen deelkwalificatie Productieplanning 3 Eindtermen deelkwalificatie Operationele productiebeheersing 3 Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3
11 12 13 14 15 15 16 16 16 17 18 18 19 19 19 20 21 22 23 23 24
Bijlage 1: Overzicht beroepskwalificaties ECABO Bijlage 2: Typering deelkwalificaties Logistiek medewerker - fysieke distributie Bijlage 3: Totaaloverzicht deelkwalificaties ECABO
RUBRIEK I: ALGEMEEN 1.
Naam van de kwalificatie
ART. 7.2.4./1 Logistiek medewerker - fysieke distributie
2A.
Niveau van de kwalificatie
ART. 7.2.2./3 Het betreft een kwalificatie op niveau 3.
2B.
Korte onderbouwing niveau-aanduiding
ART. 7.2.2./3 De Logistiek medewerker - fysieke distributie is een medewerker, die met behulp van moderne methoden en technieken, informatie verzamelt en bewerkt met betrekking tot logistieke prestaties in een fysieke distributieketen. Voorts voert hij/zij administratief logistieke taken uit voor de besturing van de goederenstroom. De medewerker dient overzicht te houden over de activiteiten die te maken hebben met beheersing van de goederenbeweging door magazijnen en depots. Tevens levert hij/zij een bijdrage aan het voorbereiden van transportbeslissingen. De hiervoor benodigde communicatieve vaardigheden zorgen voor een hogere transferwaarde.
2C.
Advies t.a.v. leerwegen
ART. 7.2.4./3 Zowel de beroepsbegeleidende als de beroepsopleidende leerweg wordt geadviseerd.
3.
Aanduiding van welke opleiding/kwalificatie de kwalificatie een voortzetting vormt
ART. 12.3.16./2 Leerlingenwezenopleiding Logistiek Medewerker, goedkeuringsnummer OC&W 1004
1
4.
Plaats van de kwalificatie in de kwalificatiestructuur van het LOB
ART. 7.2.4/1 Zie bijlage 1
5.
Overheidsbekostiging
ART. 1.5.2./2 Wij adviseren de opleiding behorende bij deze kwalificatie voor overheidsbekostiging in aanmerking te laten komen.
6A.
Advies over de omvang van de beroepspraktijkvorming van de kwalificatie in percentages van het totale aantal studiebelastingsuren
FORMAT Voor de beroepsbegeleidende leerweg: 70% Voor de beroepsopleidende leerweg: 30%
6B.
De vrije ruimte in percentages van de bruto studiebelasting
ART. 7.4.8.1A FORMAT Voor de beroepsbegeleidende leerweg: 15% Voor de beroepsopleidende leerweg: 20%
7.
Wettelijke beroepsvereisten (waaronder richtlijnen Europese Unie)
ART. 7.2.6. Geen
2
8.
Gelegitimeerd(e) beroepsprofiel(en) of vergelijkbare informatiebron(nen)
ART.7.1.3. FORMAT Beroepenanalyse inkoop en logistiek. VLM/CIBB, 1994.
3
9A.
Benaming deelkwalificaties met het geadviseerde aantal studiebelastingsuren per deelkwalificatie en de deelkwalificaties die bij examinering extern gelegitimeerd moeten worden.
ART. 7.2.4./1 Benaming deelkwalificaties
Code
Cate-
Aantal sbu's
gorie
Externe legitimering
*
bbl
bol
Bedrijfsoriëntatie 3*
50195
A
270
260
nee
MCK 3
50113
A
130
120
nee
Geautomatiseerde informatievoorziening-gebruik 3
50112
A
320
300
ja
Zakelijke communicatie 3
50111
A
320
300
nee
Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1
50110
A
320
300
nee
Goederenstroombesturing 3
50154
A
110
100
ja
Transportadministratie 3
50198
A
215
200
ja
Transportmanagementondersteuning 3
50197
A
270
250
ja
Externe transportplanning 3
50196
A
215
200
ja
Voorraadbeheer 3
50202
A
320
300
ja
Magazijnbeheer 3
50201
A
270
250
ja
Materials handling 3
50200
A
425
400
ja
Bedrijfscalculaties 3
50199
A
425
400
ja
Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2
50103
B
210
200
nee
Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2
50102
B
320
300
nee
Commerciële beroepsvorming 3
50160
B
425
400
nee
Inkopen/bestellen 3
50153
B
215
200
nee
Inkoopbeleid en -planning 3
50155
B
425
400
nee
Productieplanning 3
50189
B
320
300
nee
Operationele productiebeheersing 3
50188
B
375
350
nee
Internationale beroepsoriëntatie 3
52706
C
320
300
nee
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan.
9B.
Aantal studiebelastingsuren van de kwalificatie
ART. 7.2.4./5 6400 sbu's (eventueel restant sbu's kan worden benut voor een deelkwalificatie naar keuze)
4
9C.
Benaming deelkwalificaties benodigd voor diplomering
ART. 7.4.3./2 Verplicht Bedrijfsoriëntatie 3* MCK 3 Geautomatiseerde informatievoorziening-gebruik 3 Zakelijke communicatie 3 Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1 Goederenstroombesturing 3 Transportadministratie 3 Transportmanagementondersteuning 3 Externe transportplanning 3 Voorraadbeheer 3 Magazijnbeheer 3 Materials handling 3 Bedrijfscalculaties 3 Verplichte keuze (3 van onderstaande deelkwalificaties) Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2** Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2** Commerciële beroepsvorming 3 Inkopen/bestellen 3 Inkoopbeleid en -planning 3 Productieplanning 3 Operationele productiebeheersing 3
Vrije keuze Internationale beroepsoriëntatie 3
* **
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. Van deze deelkwalificaties mag men er slechts één kiezen. Het niveau van de te kiezen deelkwalificatie is afhankelijk van de voorkennis van de kandidaat.
5
RUBRIEK II: AANDACHTSPUNTEN (CONFORM WEB/FORMAT) 1.
Maatschappelijk culturele kwalificering
ART. 7.1.3. De maatschappelijk culturele kwalificering is waar nodig geïntegreerd in de algemene en beroepsgerichte deelkwalificaties. Overige relevante eindtermen op dit gebied zijn opgenomen in de maatschappelijk culturele deelkwalificatie (MCK).
2.
Doorstroomkwalificering
ART. 7.1.3. Wat betreft horizontale doorstroming kan op de eerste plaats gedacht worden aan de kwalificatie Logistiek medewerker - material management. Wat betreft verticale doorstroming kan op de eerste plaats gedacht worden aan de kwalificatie Medewerker logistiek management - fysieke distributie en Medewerker logistiek management - material management op niveau 4. Voor gelijkluidende deelkwalificaties op hetzelfde niveau kan vrijstelling worden verkregen.
3A.
Wijze waarop aansluiting HBO bevorderd wordt
ART. 7.2.4./2 Niet van toepassing
3B.
Raadpleging vertegenwoordigers HBO
ART. 7.2.4./2 Zie 3A
6
4A.
Wijze waarop aansluiting op VBO/MAVO bevorderd wordt
ART. 7.2.4./2 De aansluiting met VBO/MAVO is bevorderd door structurele afstemming in het kader van: . Praktijkbegeleidingscommissie (PBC) . Veldadviesgroep (VAG) . Landelijke Examen Commissie (LEC) . Referentiegroep Economie, Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) . Samenwerkingsprojecten 4e leerweg
4B.
Raadpleging vertegenwoordigers VBO/MAVO
ART. 7.2.4./2 Zie 4A
5.
Wijze waarop oordeel van eventuele andere betrokken instanties, waaronder eventuele andere betrokken COB's/LOB's is verwerkt
ART. 7.2.4./2 Met het bestuur van het LOB OVD zijn afspraken vastgelegd m.b.t. afstemming.
7
RUBRIEK III: ADVIES ADVIESCOMMISSIE ONDERWIJS-ARBEIDSMARKT 1A.
Datum en nummer advies ACOA
ART. 7.2.4./2
1B.
Korte samenvatting ACOA-advies
ART. 7.2.4./2
1C.
Wijze van verwerking van ACOA-advies
ART. 7.2.4./2
8
RUBRIEK IV: IMPLEMENTATIE 1.
Implementatievoorstel
FACULTATIEF
9
RUBRIEK V: ONDERTEKENING 1A.
Naam voorzitter LOB
ART. 7.2.4./1 H. Hofstee
1B.
Handtekening voorzitter LOB
ART. 7.2.4./1
10
RUBRIEK VI: EINDTERMEN
Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfsoriëntatie 3
50195 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
De kandidaat kan de begrippen organisatie, arbeidsorganisatie, bedrijf, onderneming, profitorganisatie en not-for-profit organisatie omschrijven. De kandidaat kan een omschrijving geven van de doelstellingen, producten en/of diensten van enkele organisaties. De kandidaat kan de goederen-, diensten-, informatie- en/of geldstroomketen in een organisatie schematisch weergeven. De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van de in de wet geregelde organisatievormen omschrijven. De kandidaat kan de kenmerkende verschillen tussen particuliere en overheidsorganisaties omschrijven. De kandidaat kan het doel van een functieomschrijving aangeven. De kandidaat kan de kenmerken van de belangrijkste organisatiestructuren omschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste ordeningsprincipes m.b.t. organisatiestructuren beschrijven (functioneel, product, markt, geografisch). De kandidaat kan organisatieschema's hanteren. De kandidaat kan het belang van procedures binnen organisaties verklaren. De kandidaat kan een organisatie als systeem omschrijven. De kandidaat kan de functie van werkgevers- en werknemersorganisaties omschrijven. De kandidaat kan aangeven op welke wijzen samenwerking tussen ondernemingen georganiseerd kan zijn (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk). De kandidaat kan de vigerende waarden, normen en opvattingen weergeven over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving. De kandidaat kan stappen ondernemen die kunnen leiden tot het vinden van betaald werk. De kandidaat kan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden omschrijven die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst. De kandidaat kan weergeven welke mogelijkheden werknemers in een gegeven situatie hebben om invloed uit te oefenen binnen een werkorganisatie. De kandidaat kan weergeven welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie. De kandidaat kan de regels met betrekking tot beveiliging van gegevens toepassen. De kandidaat kan doel, inhoud en werkingsgebied van de Arbeidsomstandighedenwet omschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste elementen van arbo-zorg in een organisatie omschrijven. De kandidaat kan de veiligheids-, gezondheids- en welzijnaspecten in een gegeven situatie omschrijven. De kandidaat kan de procedures, richtlijnen en voorschriften m.b.t. arbo-zorg in een organisatie toepassen. De kandidaat kan arbo-knelpunten in een gegeven situatie oplossen.
11
Eindtermen Maatschappelijk culturele deelkwalificatie 3
50113 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
De kandidaat kan zijn mening verwoorden over maatschappelijke vraagstukken waarmee hij als burger en werknemer in aanraking komt. De kandidaat kan met voorbeelden verduidelijken dat maatschappelijke en culturele omstandigheden invloed hebben op de opvattingen en het gedrag van personen. De kandidaat kan met voorbeelden verduidelijken dat de media een rol vervullen bij de overdracht van waarden, normen en opvattingen. De kandidaat kan verklaren welke waarden en normen een rol kunnen spelen in intermenselijke relaties. De kandidaat kan aangeven hoe binnen primaire leefverbanden rolpatronen en machtsverhoudingen een rol kunnen spelen. De kandidaat kan voorbeelden geven van culturele verschillen en overeenkomsten tussen en binnen (allochtone en autochtone) groepen in onze samenleving. De kandidaat kan vooroordelen en stereotypen aangeven die bestaan in de beeldvorming van verschillende (allochtone en autochtone) groepen t.o.v. elkaar. De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van parlementaire democratie omschrijven. De kandidaat kan de werking van de Nederlandse parlementaire democratie uitleggen. De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van de Nederlandse rechtsstaat omschrijven. De kandidaat kan de werking van het Nederlandse rechtssysteem uitleggen. De kandidaat kan voorbeelden geven van grondrechten en (vormen van) rechtsbescherming. De kandidaat kan de hoofdlijnen van de rechterlijke organisatie omschrijven. De kandidaat kan het onderscheid tussen een natuurlijke persoon en een rechtspersoon omschrijven. De kandidaat kan de elementaire begrippen van het goederen- en verbintenissenrecht omschrijven. De kandidaat kan het begrip verzorgingsstaat beschrijven. De kandidaat kan de doelstellingen van de belangrijkste sociale verzekeringswetten noemen. De kandidaat kan het begrip (beroeps)ethiek beschrijven. De kandidaat kan de uitgangspunten van de belangrijkste levensbeschouwelijke en politiekideologische stromingen in ons land beschrijven. De kandidaat kan voorbeelden geven van individualisering van de Nederlandse samenleving. De kandidaat kan aangeven op welke wijze zich de ontwikkeling van Nederland tot een multiculturele samenleving manifesteert. De kandidaat kan aangeven welke invloed de vergrijzing van de samenleving heeft op de verschillende maatschappelijke gebieden. De kandidaat kan aangeven op welke wijze de internationalisering van de Nederlandse samenleving zich manifesteert. De kandidaat kan aangeven wat verstaan wordt onder globalisering van de cultuur. De kandidaat kan de gevolgen aangeven van de technologisering van de samenleving voor de hoeveelheid beschikbaar werk, de aard van het werk en de verdeling ervan. De kandidaat kan de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van werkgelegenheid, werkloosheid, en arbeidsparticipatie aangeven. De kandidaat kan de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van sociale zekerheid aangeven.
12
Eindtermen deelkwalificatie Geautomatiseerde informatievoorziening - gebruik 3
50112 ART. 7.1.3. Tekstverwerking 1. 2. 3.
De kandidaat kan teksten snel en correct invoeren. De kandidaat kan een uitgebreide opmaak van teksten verzorgen. De kandidaat kan speciale functies gebruiken.
Spreadsheet 1. 2. 3. 4. 5.
De kandidaat kan een uitgebreide opmaak van een werkblad verzorgen. De kandidaat kan rekenfuncties toepassen. De kandidaat kan de grafische functies toepassen. De kandidaat kan de logische operatoren en diverse speciale functies toepassen. De kandidaat kan gegevens afdrukken (werkblad, cellen, een bereik, grafieken, formules).
Gegevensverwerking 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
De kandidaat kan een database creëren. De kandidaat kan bestanden onderhouden. De kandidaat kan groepen records selecteren. De kandidaat kan invoerschermen creëren. De kandidaat kan rapporten genereren. De kandidaat kan een bestand ordenen. De kandidaat kan bestanden relateren. De kandidaat kan berekeningen uitvoeren op gegevens. De kandidaat kan gegevens uitlijsten.
Besturing 1. 2.
De kandidaat kan een computersysteem configureren m.b.v. commando's van het besturingssysteem. De kandidaat kan de standaardprocedures voor backup en restore toepassen.
Gebruik handleidingen 1.
De kandidaat kan t.b.v. eigen gebruik handleidingen raadplegen.
Basiskennis netwerken 1. 2.
De kandidaat kan met inachtneming van de beveiligingsprocedures gebruik maken van de toepassingen op een netwerk. De kandidaat kan m.b.v. standaardprocedures bestanden in een netwerkstructuur onderhouden.
13
50112 (vervolg)
Eindtermen deelkwalificatie Geautomatiseerde informatievoorziening - gebruik 3
ART. 7.1.3. Basiskennis informatie- en communicatietechnologie 1. 2. 3. 4.
De kandidaat kan een beschrijving geven van de fysieke middelen die beschikbaar zijn voor de geautomatiseerde informatievoorziening. De kandidaat kan de belangrijkste toepassingen van automatisering binnen de administratie noemen. De kandidaat kan de functie en de wijze van besturing van de geautomatiseerde informatievoorziening binnen een organisatie omschrijven. De kandidaat kan geautomatiseerde communicatiemiddelen gebruiken.
Presentatie en integratie pakketten 1.
De kandidaat kan gegevens uit een applicatie overzetten naar een andere applicatie.
Arbo 1. 2. 3.
De kandidaat kan de relevante bepalingen uit het Besluit Beeldschermwerk toepassen. De kandidaat kan de risico's bij het werken met computerapparatuur herkennen. De kandidaat kan samen met collega's of deskundigen oplossingen voorstellen m.b.t. knelpunten in het kader van het Besluit Beeldschermwerk.
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie 3
50111 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
De kandidaat kan zowel in- als extern mondeling informatie inwinnen. De kandidaat kan zowel in- als extern mondeling informatie verstrekken. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken voeren. De kandidaat kan binnengekomen klachten afhandelen. De kandidaat kan receptionele taken uitvoeren. De kandidaat kan tweegesprekken van uiteenlopende aard voeren. De kandidaat kan omgaan met conflicten. De kandidaat kan eenvoudige onderhandelingen voeren. De kandidaat kan deelnemen aan werkoverleg en vergaderingen. De kandidaat kan een presentatie houden met gebruikmaking van moderne hulpmiddelen. De kandidaat kan informatie vastleggen. De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren. De kandidaat kan informatieve teksten samenvatten. De kandidaat kan schriftelijk rapporteren.
14
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 1
50110 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal inwinnen. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal verstrekken. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken in de moderne vreemde taal voeren. De kandidaat kan buitenlandse bezoekers ontvangen en verwijzen en een eenvoudige conversatie in de moderne vreemde taal met hen voeren. De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren in de moderne vreemde taal. De kandidaat kan informatieve teksten vanuit de moderne vreemde taal samenvatten in het Nederlands.
Eindtermen deelkwalificatie Goederenstroombesturing 3
50154 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
De kandidaat kan de samenhang tussen de verschillende deelsystemen van de logistiek toelichten. De kandidaat kan de logistieke doelstellingen van verschillende soorten bedrijven in de bedrijfskolom omschrijven. De kandidaat kan verschillende logistieke besturingsconcepten omschrijven. De kandidaat kan verschillende strategische inkoopbeslissingen omschrijven. De kandidaat kan vendor rating omschrijven. De kandidaat kan verschillende bestelsystemen/voorraadaanvulsystemen omschrijven. De kandidaat kan vraagvoorspellingstechnieken t.b.v. vaststelling van de inkoopbehoefte omschrijven. De kandidaat kan het concept van klanten-order-ontkoppelpunt omschrijven. De kandidaat kan de functies van verschillende voorraadsoorten omschrijven. De kandidaat kan de componenten van voorraadkosten omschrijven. De kandidaat kan de criteria voor de indeling van magazijnsoorten omschrijven. De kandidaat kan verschillende opslagmiddelen omschrijven. De kandidaat kan verschillende magazijnhulpmiddelen omschrijven. De kandidaat kan verschillende orderverzamelmethoden omschrijven. De kandidaat kan verschillende productiebesturingssystemen omschrijven. De kandidaat kan prestatie-indicatoren noemen, die gehanteerd worden binnen de deelsystemen van de logistiek. De kandidaat kan de keuzecriteria voor de verschillende transportwijzen omschrijven. De kandidaat kan de criteria voor de keuze van de vestigingsplaats van een distributiecentrum omschrijven. De kandidaat kan het begrip public warehousing omschrijven. De kandidaat kan de verschillende Inco terms noemen. De kandidaat kan verschillende transport- en douanedocumenten noemen. De kandidaat kan de partijen in de transportwereld noemen. De kandidaat kan de opbouw van nationale (NEN) en internationale (ISO) kwaliteitsnormen omschrijven. De kandidaat kan de opbouw van een milieuzorgsysteem omschrijven.
15
Eindtermen deelkwalificatie Transportadministratie 3
50198 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
De kandidaat kan een verzendopdracht maken. De kandidaat kan pakbonnen aanmaken. De kandidaat kan vervoersdocumenten invullen. De kandidaat kan de taken en werkwijze van de douane omschrijven. De kandidaat kan douaneformulieren invullen. De kandidaat kan exportdocumenten invullen. De kandidaat kan a.d.h.v. instructies de administratieve verwerking uitvoeren bij transportschades. De kandidaat kan de transportkosten berekenen. De kandidaat kan a.d.h.v. instructies de administratieve verwerking m.b.t. het wagenparkbeheer uitvoeren.
Eindtermen deelkwalificatie Transportmanagementondersteuning 3
50197 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De kandidaat kan informatie verzamelen betreffende de transportdienstenmarkt. De kandidaat kan informatie verzamelen om te bepalen of het transport (gedeeltelijk) moet worden uitbesteed. De kandidaat kan informatie verstrekken met betrekking tot de voortgang en de kwaliteit van het extern transport. De kandidaat kan gegevens verstrekken om de inzet van transportcombinaties in een transporttraject te optimaliseren. De kandidaat kan de noodzaak om extra vervoerscapaciteit in te zetten onderzoeken. De kandidaat kan de transportkosten berekenen. De kandidaat kan gegevens aanleveren om transportprestaties te meten. De kandidaat kan transportprestaties met vastgestelde normen vergelijken.
Eindtermen deelkwalificatie Externe transportplanning 3
50196 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De kandidaat kan gegevens verzamelen om een externe transportplanning op te stellen. De kandidaat kan aan de hand van instructies (externe) transportmiddelen selecteren. De kandidaat kan gegevens verzamelen om een routeplanning op te stellen. De kandidaat kan gegevens verzamelen om een ritplanning op te stellen. De kandidaat kan op basis van verkregen informatie verschillende transportmiddelen op een juiste wijze beladen. De kandidaat kan gegevens verzamelen om een bezettings-/personeelsplanning te maken. De kandidaat kan aan de hand van instructies een onderhoudsplan opstellen.
16
Eindtermen deelkwalificatie Voorraadbeheer 3
50202 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
De kandidaat kan voorraadinventarisaties uitvoeren De kandidaat kan registreren welke beschadigde goederen zich in het magazijn bevinden. De kandidaat kan voorraadmutaties doorvoeren. De kandidaat kan de verplaatsing van voorraden registreren. De kandidaat kan een periodiek overzicht van de voorraadniveaus uitgeven. De kandidaat kan relevante voorraadgegevens aan andere gebruikers doorgeven. De kandidaat kan aangeven of er haperingen in de levering zijn. De kandidaat kan de openstaande orders bijhouden. De kandidaat kan de parameters voor de voorraadaanvulsystemen omschrijven. De kandidaat kan voorraadaanvulsystemen hanteren. De kandidaat kan procedures voor de beveiliging van voorraden toepassen. De kandidaat kan voorraadanalyses uitvoeren. De kandidaat kan adviezen geven m.b.t. uitzonderlijk lage of hoge voorraadniveaus. De kandidaat kan de effectiviteit van het voorraadbeheer met behulp van prestatie-indicatoren beoordelen. De kandidaat kan gebruik maken van een geautomatiseerd systeem ten behoeve van voorraadbeheer.
17
Eindtermen deelkwalificatie Magazijnbeheer 3
50201 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De kandidaat kan de opslagbehoefte bepalen. De kandidaat kan de hulpmiddelen voor magazijnbeheer en -inrichting omschrijven. De kandidaat kan bepalen welke opslagsystemen in aanmerking komen voor de verschillende producten De kandidaat kan de soorten faciliteiten voor intern transport omschrijven. De kandidaat kan de omstandigheden in het magazijn m.b.t. behandeling van goederen beoordelen. De kandidaat kan voorschriften opstellen inzake orde en netheid in het magazijn. De kandidaat kan alle voorschriften en procedures om te voldoen aan wetgeving inzake veiligheid, gezondheid en milieu toepassen. De kandidaat kan gebruik maken van een geautomatiseerd systeem t.b.v. het magazijnbeheer.
Eindtermen deelkwalificatie Materials handling 3
50200 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
De kandidaat kan de verschillende trajecten m.b.t. intern goederentransport omschrijven. De kandidaat kan de verschillende mogelijkheden en middelen voor intern goederentransport omschrijven. De kandidaat kan a.d.h.v. intructies werkzaamheden i.v.m. de organisatie van het intern goederentransport uitvoeren. De kandidaat kan a.d.h.v. instructies het intern goederentransport plannen. De kandidaat kan a.d.h.v. instructies de voortgang van het intern goederentransport bewaken. De kandidaat kan werkzaamheden betreffende de kwalitatieve en kwantitatieve ingangscontrole van goederen uitvoeren. De kandidaat kan de vrachtbrieven controleren. De kandidaat kan de ontvangst van binnenkomende goederen plannen. De kandidaat kan de afroep van binnenkomende goederen regelen. De kandidaat kan goederenidentificatiesystemen toepassen. De kandidaat kan de procedures voor zorgvuldige behandeling van goederen toepassen. De kandidaat kan opslagprocedures toepassen. De kandidaat kan procedures voor doorvoergoederen toepassen. De kandidaat kan de procedures betreffende retourgoederen toepassen. De kandidaat kan werkschema's opstellen voor magazijnmedewerkers. De kandidaat kan richtlijnen voor het verpakken van goederen toepassen. De kandidaat kan laadlijsten opstellen. De kandidaat kan de goederen op basis van het orderverzameldocument volgens de voorgeschreven routing en met een geschikt transportmiddel verzamelen. De kandidaat kan verzamelde orders controleren m.b.v. daarvoor geëigende documenten. De kandidaat kan goederen verzendklaar maken. De kandidaat kan a.d.h.v. instructies goederen en bijbehorende eenvoudige (vervoers)documenten voor verzending controleren. De kandidaat kan goederen laden a.d.h.v. instructies en m.b.v. geschikte hulp-/transportmiddelen. De kandidaat kan voorraadtekorten en -overschotten melden. De kandidaat kan gebruik maken van een geautomatiseerd systeem t.b.v. materials handling.
18
Eindtermen deelkwalificatie Bedrijfscalculaties 3
50199 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De kandidaat kan verschillende methodieken van kostprijsberekening onderscheiden. De kandidaat kan (bedrijfseconomische) gegevens verzamelen voor het bepalen van de kostprijs van een product of dienst. De kandidaat kan aangeven hoe binnen een organisatie budgettering wordt toegepast. De kandidaat kan gegevens t.b.v. de verantwoording van de besteding van budgetten verzamelen. De kandidaat kan bedrijfskengetallen opstellen. De kandidaat kan (bedrijfseconomische) gegevens verzamelen voor het maken van prognoses. De kandidaat kan gegevens verzamelen voor een bedrijfsstatistisch onderzoek.
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 2 - keuzetaal 2
50103 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5.
De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie van eenvoudige aard in de moderne vreemde taal inwinnen. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie van eenvoudige aard in de moderne vreemde taal verstrekken. De kandidaat kan inkomende telefoongesprekken aannemen en telefoongesprekken doorverbinden in de moderne vreemde taal. De kandidaat kan buitenlandse bezoekers ontvangen en verwijzen in de moderne vreemde taal. De kandidaat kan eenvoudige brieven in de moderne vreemde taal opstellen.
Eindtermen deelkwalificatie Zakelijke communicatie MVT 3 - keuzetaal 2
50102 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal inwinnen. De kandidaat kan mondeling zowel in- als extern informatie in de moderne vreemde taal verstrekken. De kandidaat kan inkomende en uitgaande telefoongesprekken in de moderne vreemde taal voeren. De kandidaat kan buitenlandse bezoekers ontvangen en verwijzen en een eenvoudige conversatie in de moderne vreemde taal met hen voeren. De kandidaat kan eenvoudige correspondentie voeren in de moderne vreemde taal. De kandidaat kan informatieve teksten vanuit de moderne vreemde taal samenvatten in het Nederlands.
19
Eindtermen deelkwalificatie Commerciële beroepsvorming 3
50160 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
De kandidaat kan de belangrijkste algemeen-economische begrippen omschrijven. De kandidaat kan de actuele ontwikkelingen m.b.t. de onderlinge verhoudingen van de productiefactoren omschrijven. De kandidaat kan de eenvoudige economische kringloop beschrijven. De kandidaat kan verschillende economische stelsels en structuren onderscheiden. De kandidaat kan de meest voorkomende begrippen met betrekking tot de handel omschrijven. De kandidaat kan de historische ontwikkeling van de handel beschrijven. De kandidaat kan de actuele ontwikkelingen in de handel beschrijven. De kandidaat kan het onderscheid tussen groothandel en detailhandel aangeven. De kandidaat kan de verschillende marktvormen omschrijven. De kandidaat kan de elementaire aspecten van consumentengedrag onderscheiden. De kandidaat kan de meest voorkomende marketingbegrippen omschrijven. De kandidaat kan de functie van marketing binnen een bedrijf aangeven. De kandidaat kan de prijsmix omschrijven aan de hand van kosten, vraag en concurrentie. De kandidaat kan de betekenis van prijs-, kruis- en inkomenselasticiteit omschrijven. De kandidaat kan de productmix omschrijven aan de hand van kwaliteit, merk, service, garantie en assortiment. De kandidaat kan de promotiemix omschrijven aan de hand van communicatie, reclame, sponsoring, public relations, free publicity en persoonlijke verkoop. De kandidaat kan de plaatsmix omschrijven aan de hand van directe levering, indirecte levering, intensieve, selectieve en exclusieve distributie. De kandidaat kan interacties tussen de verschillende onderdelen van de marketingmix verklaren. De kandidaat kan de factoren die de aard en de omvang van de concurrentie bepalen verklaren. De kandidaat kan de factoren die het gedrag van afnemers bepalen verklaren. De kandidaat kan de productmarktstrategieën en concurrentiestrategieën omschrijven.
20
Eindtermen deelkwalificatie Inkopen/bestellen 3
50153 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
De kandidaat kan de ontvangstbevestigingen/acceptaties van orders afhandelen. De kandidaat kan gegevens over leveranciers bijhouden. De kandidaat kan ordergegevens up to date houden. De kandidaat kan wijzigingen in de orderinformatie verwerken. De kandidaat kan de bestelsystemen toepassen. De kandidaat kan de toekomstige vraag m.b.v. de MRP-1 methodiek bepalen. De kandidaat kan algemene voorspellingstechnieken m.b.t. het vaststellen van de vraag toepassen. De kandidaat kan feedback m.b.t. afwijkingen in de inkoopplannen geven. De kandidaat kan offertes aanvragen. De kandidaat kan bestelformulieren klaarmaken. De kandidaat kan de inkoop van diensten organiseren. De kandidaat kan inkooporders plaatsen. De kandidaat kan volgens inkooporders afroepen. De kandidaat kan orderbevestigingen voor leveranciers maken. De kandidaat kan orders annuleren. De kandidaat kan rappelorders sturen. De kandidaat kan retourzendingen van goederen afhandelen. De kandidaat kan lokaliseren waar wordt afgeweken van de voorraadnormen.
21
Eindtermen deelkwalificatie Inkoopbeleid en -planning 3
50155 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
De kandidaat kan aangeven wat de doelstellingen van een onderneming op inkoopgebied kunnen zijn. De kandidaat kan voorbereidende werkzaamheden uitvoeren t.b.v. leverancierskeuze. De kandidaat kan adviseren m.b.t. de spreiding van leveranciers, rekening houdend met de logistieke consequenties. De kandidaat kan adviseren m.b.t. de mate van samenwerking op logistiek vlak met leveranciers. De kandidaat kan adviseren bij de spreiding van inkoop over leveranciers. De kandidaat kan volgens verschillende vendor-ratingmethoden beoordelen of leveranciers voldoen aan de gestelde eisen. De kandidaat kan adviseren m.b.t. de inkoopstrategie. De kandidaat kan criteria voor verpakkingen toepassen. De kandidaat kan criteria m.b.t. material handling toepassen. De kandidaat kan criteria m.b.t. afroep en levering van orders toepassen. De kandidaat kan de afhandeling van afroeporders bewaken. De kandidaat kan een geautomatiseerd systeem voor de inkoop gebruiken. De kandidaat kan criteria m.b.t. kwaliteitseisen toepassen. De kandidaat kan aangeven welke factoren bepalend zijn voor de keuze maken of kopen. De kandidaat kan aangeven welke factoren een rol spelen bij de keuze t.a.v. co-makership. De kandidaat kan voorbereidende werkzaamheden t.b.v. het afsluiten van contracten uitvoeren. De kandidaat kan regels toepassen ter naleving van de wettelijke eisen op milieugebied die verband houden met de inkoop. De kandidaat kan parameters van verschillende bestelsystemen vaststellen. De kandidaat kan gegevens voor inkoopplannen aanleveren. De kandidaat kan inkoopprocedures toepassen. De kandidaat kan de leveringsvoorwaarden omschrijven. De kandidaat kan bevoorradings- en leverafspraken plannen. De kandidaat kan de prestaties van de inkoop meten.
22
Eindtermen deelkwalificatie Productieplanning 3
50189 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat kan gegevens verwerken t.b.v. het opstellen van een (hoofd)productieplan De kandidaat kan de verschillende productiebesturingssystemen omschrijven. De kandidaat kan gegevens verwerken t.b.v. het bepalen van de materiaalbehoefte en de capaciteitsbehoefte. De kandidaat kan gegevens verwerken om de beschikbare productiecapaciteit en de capaciteitsbehoefte op elkaar af te stemmen. De kandidaat kan gebruik maken van een geautomatiseerd systeem voor de verwerking van productiegegevens. De kandidaat kan voorschriften en procedures toepassen ter naleving van de wetgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu.
Eindtermen deelkwalificatie Operationele productiebeheersing 3
50188 ART. 7.1.3. 1. 2. 3. 4. 5.
De kandidaat kan gegevens verwerken t.b.v. de voorbereiding van het productieproces met de daaraan gekoppelde werkuitgifte. De kandidaat kan gegevens verwerken t.b.v. het meten en vergelijken van de productieprestaties. De kandidaat kan gebruik maken van een geautomatiseerd systeem t.b.v. productiebeperking De kandidaat kan gegevens verwerken t.b.v. aanpassing van productieprocedures en -systemen. De kandidaat kan gegevens verzamelen om voorschriften en procedures op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu bij te stellen.
23
52706
Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3
ART. 7.1.3. Onderdeel Landenkennis 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
De kandidaat kan de topografie van het betreffende land in grote lijnen weergeven. De kandidaat kan de relatie tussen de geologische/klimatologische gesteldheid en de bestaansmiddelen van het betreffende land beschrijven. De kandidaat kan het bevolkingsaantal en de bevolkingssamenstelling van het betreffende land weergeven. De kandidaat kan de historische ontwikkeling van het betreffende land in grote lijnen beschrijven. De kandidaat kan de kenmerken van het politiek bestel, de belangrijkste politieke stromingen en de belangrijkste actuele politieke kwesties van het betreffende land beschrijven. De kandidaat kan de belangrijkste culturele kenmerken van het betreffende land beschrijven. De kandidaat kan de plaats van de eigen opleiding in de onderwijsstructuur van het betreffende land beschrijven. De kandidaat kan de huidige economische situatie van het betreffende land in grote lijnen beschrijven. De kandidaat kan de positie van het betreffende land in de Europese Unie of de relatie van het betreffende land met de Europese Unie beschrijven.
Onderdeel Organisatie van de arbeid 1. 2. 3. 4.
De kandidaat kan de belangrijkste werkgevers- en werknemersorganisaties noemen. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de rechten, plichten en verantwoordelijkheden die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst in een vergelijkbare werksituatie/functie in het betreffende land en in Nederland. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de rechten, plichten en verantwoordelijkheden die gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte, zwangerschap en arbeidsongeschiktheid in het betreffende land en in Nederland. De kandidaat kan m.b.t. het betreffende land de invloed van de overheid op de arbeidsmarkt beschrijven.
Onderdeel Internationale samenwerking 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De kandidaat kan beschrijven waarom internationale samenwerking belangrijk is en wat de doelen van internationale samenwerking zijn. De kandidaat kan de hoofddoelstellingen van de Europese Unie beschrijven. De kandidaat kan de huidige lidstaten van de Europese Unie en de belangrijkste eisen voor toetreding noemen. De kandidaat kan de belangrijkste organen van de Europese Unie beschrijven. De kandidaat kan aangeven of en zo ja welke economische samenwerkingsrelaties bestaan tussen het betreffende land en Nederland. De kandidaat kan aangeven of en zo ja welke afspraken bestaan tussen het betreffende land en Nederland omtrent verkeer van werknemers, dienstenverkeer en vestiging.
24
52706 (vervolg)
Eindtermen deelkwalificatie Internationale beroepsoriëntatie 3
ART. 7.1.3. Onderdeel Bedrijfsoriëntatie De kandidaat dient voor realisering van onderstaande eindtermen de in het stagebiedende land en/of de stagebiedende arbeidsorganisatie gesproken MVT in redelijke mate te beheersen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
De kandidaat kan de doelstellingen, producten en/of diensten van de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie omschrijven. De kandidaat kan de organisatievorm van de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie beschrijven. De kandidaat kan de organisatie- en verantwoordelijkheidsstructuur van de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie (of bij grote bedrijven van de afdeling) schematisch weergeven. De kandidaat kan veiligheids-, gezondheids- en milieu-aspecten beschrijven waarmee de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie te maken heeft. De kandidaat kan de taken beschrijven waaruit het beroep waarvoor hij/zij wordt opgeleid in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie is opgebouwd. De kandidaat kan de hulpmiddelen en procedures omschrijven waarmee de beroepstaken in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie worden uitgevoerd. De kandidaat kan de arbeidsomstandigheden beschrijven waaronder het beroep in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie wordt uitgevoerd. De kandidaat kan de in het betreffende land algemeen geldende kwalificatie-eisen ten aanzien van het betreffende beroep noemen. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de wijze van uitvoering van het betreffende beroep en de arbeidsomstandigheden in het betreffende land en in Nederland. De kandidaat kan kerntaken/-activiteiten die behoren tot het beroep waarvoor hij/zij wordt opgeleid in de betreffende buitenlandse arbeidsorganisatie uitvoeren. De kandidaat kan een verslag maken m.b.t. de in de betreffende arbeidsorganisatie verrichte beroepstaken/-activiteiten. De kandidaat kan een vergelijking maken tussen de mogelijkheden die werknemers hebben om invloed uit te oefenen binnen een arbeidsorganisatie in het betreffende land en in Nederland.
25
Bijlage 1
Bijlage 2
TYPERING VAN DEELKWALIFICATIES: Logistiek medewerker - fysieke distributie (3) ECABOcode
DEELKWALIFICATIES
beroepsgericht
MCK
Advies SBU (nominaal)
Verplicht
beroepsbegeleidend
beroepsopleidend
X
270
260
X
X
130
120
X
Verplichte keuze**
Vrije keuze
Extern gelegitimeerd
CAL01.3
Bedrijfsoriëntatie 3*
CAL02.3
MCK 3
CAL03.3
Geautomatiseerde informatievoorziening-gebruik 3
X
320
300
X
CAL04.3
Zakelijke communicatie 3
X
320
300
X
CAL05.3
Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 1
X
320
300
X
CLO01.3
Goederenstroombesturing 3
X
110
100
X
X
CLO09.3
Transportadministratie 3
X
215
200
X
X
CLO10.3
Transportmanagementondersteuning 3
X
270
250
X
X
CLO12.3
Externe transportplanning 3
X
215
200
X
X
CLO06.3
Voorraadbeheer 3
X
320
300
X
X
CLO07.3
Magazijnbeheer 3
X
270
250
X
X
CLO08.3
Materials handling 3
X
425
400
X
X
CLO13.3
Bedrijfscalculaties 3
X
425
400
X
X
CAL06.2
Zakelijke communicatie MVT 2-keuzetaal 2
X
210
200
X
CAL06.3
Zakelijke communicatie MVT 3-keuzetaal 2
X
320
300
X
CCA01.3
Commerciële beroepsvorming 3
X
425
400
X
CLO02.3
Inkopen/bestellen 3
X
215
200
X
* **
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. 3 te kiezen uit 7
1 juni 1997
X
doorstroom
X
X
TYPERING VAN DEELKWALIFICATIES: vervolg Logistiek medewerker - fysieke distributie (3) Code
DEELKWALIFICATIES
beroepsgericht
doorstroom
MCK
Advies SBU (nominaal) beroepsbegeleidend
beroepsopleidend
Verplicht
Verplichte keuze**
CLO03.3
Inkoopbeleid en -planning 3*
X
425
400
X
CLO04.3
Productieplanning 3
X
320
300
X
CLO05.3
Operationele productiebeheersing 3
X
375
350
X
COV04.3
Internationale beroepsoriëntatie 3
X
320
300
* **
Het cijfer geeft het niveau van de deelkwalificatie aan. 3 te kiezen uit 7
1 juni 1997
X
Vrije keuze
X
Extern gelegitimeerd
Bijlage 3