B. P. V. plan

B. P. V. plan 2009-2010

Onderwerp: BPV plan 2009-2010 Verantwoordelijk voor beheer: zorg- en opleidingscoördinator Vastgesteld op: 09-04-2008 Vastgesteld door: MT

Versie: 3 Gemaakt op: 1-11-2009 Laatste evaluatie: 1-11-2009 Volgende evaluatie: 31-10-2009 Gewijzigd op: 1-11-2009

INHOUDSOPGAVE

1. 2. 3. 4. 5. 6.

6.

7.

8. 9. 10. 11. 12.

Voorwoord Visie op opleidingen Het huidige B.P.V.-beleid maatschappelijke stage Uitgangspunten voor B.P.V. – plan Voorwaarden voor B.P.V. 5.1 voorwaarden B.P.V. voor de school 5.2 voorwaarden B.P.V. voor de organisatie 5.3 financiën /stage vergoeding Organisatie van de B.P.V . 6.1 kerntaken werkbegeleiding en praktijkopleider 6.2 beroepscompetentieprofiel van de werkbegeleider 6.3 beroepscompetentieprofiel praktijkopleider De begeleiding binnen de Vriezenhof 7.1 Selectie / aan name 7.2 procedure selectie en aanname formulier voor sollicitatie en selectiegesprek 7.3 introductie 7.4 het begeleiding gesprek 7.5 de beoordeling Overleg in het kader B.P.V. extern Opleidingsbeleid 2008-2009 Overzicht van te behalen deelkwalificaties Implementatie en evaluatie Bijlagen 1. erkenning reglement leerbedrijven 2. leerplaats profielen 3. introductie protocol 4. kennismakingsformulier 5. persoonlijke gegevens 6. begeleidings/voortgangsrapportage 7. informatieboekje van de Vriezenhof 8. tussen / eindevaluatie formulier 9. leerovereenkomst 10. aanvraagformulier studiefaciliteiten

2 3 4,5 6 7 8 9 10 11 12 13,14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25

2

1. Voorwoord Binnen de Vriezenhof neemt het opleiden een belangrijke plaats in. Om kwalitatief goede zorg te kunnen bieden is het van groot belang dat de medewerkers deskundig/professioneel zijn. In de toekomst wil de Vriezenhof ook voldoende bekwame medewerkers kunnen waarborgen, daarom is er ook ruimte voor het opdoen van praktijkervaring door leerlingen van diverse opleidingen. De Vriezenhof is een erkend leerbedrijf getoetst door Calibris en heeft een Horeca erkenning. Het Beroepspraktijksvormingsplan is geschreven om duidelijkheid en inzicht te verschaffen naar de betrokken partijen (management,medewerkers,leerlingen,calibris,horeca onderneming Nederland en andere organisaties. Het plan is geschreven door Jeannet Klinkien verantwoordelijke voor de afdeling opleidingen. We wensen u veel plezier bij het lezen hiervan.

3

2. Visie op opleidingen Het opleiden van medewerkers en stagiaires neemt een belangrijke plaats in binnen het beleid van de Vriezenhof. Om vanuit de zorgvisie, kwalitatief goede zorg te kunnen bieden is deskundig personeel nodig. Uitgangspunten zijn: * de leerling waarderen, respecteren en zien vanuit de holistische mensvisie * het bevorderen van zelfontplooiing * het voorbereiden op het functioneren als gediplomeerde * een beroep doen op eigen verantwoordelijkheid De leerling zal als individu zijn eigen leerproces aangaan en hierin ondersteund en begeleid worden door de school (theorie) en praktijkopleider/werkbegeleiding (praktijk). Deze twee bewaken het niveau van de opleidingen en gebruiken hierbij de richtlijnen die beschreven staan in het boek:”Gekwalificeerd voor de toekomst” en de regelgeving vanuit de wet B.I.G. Door ook voor vaste medewerkers opleidingen en bijscholingen te stimuleren hopen wij de volgende doelen te bereiken: * deskundigheidsbevordering * bevoegd en bekwaam (gekwalificeerd) personeel te houden * op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen * voorbereiden op nieuwe taken * betrokkenheid en motivatie van de medewerker te verhogen We hebben ook een maatschappelijke functie dus binnen het opleidingsbeleid is er ook ruimte voor leerlingen van het praktijkonderwijs en mensen die vanuit speciale problematiek ondersteuning en begeleiding nodig hebben.

4

3. Het huidige BPV-beleid. In de Vriezenhof zijn 8 B.P.V. stage plaatsen beschikbaar, 6 B.O.L. plaatsen (Beroeps Opleidende leerplek, school/ stage) en 3 B.B.L. plaats (Beroeps Begeleidende leerweg , leren werken). * 1 B.O.L. plaats niveau 1 * 2 B.O.L. plaatsen niveau 2 * 3 B.O.L. plaatsen niveau 3 / 3 – IG * 1 B.B.L plaatsen niveau 3 – IG * 1 B.B.L plaats niveau Horeca * 1 B.B.L. plaats niveau 4 spw, We hebben op dit moment meer leerlingen die de B.O.L. –opleiding volgen . Motieven voor stagiaires binnen de organisatie. ( B.O.L. plek). - Het is de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de organisatie om ook in de toekomst goede zorg te verlenen. Omdat je dit in de praktijk kunt leren bieden we stageplaatsen aan. - Door stagiaires aan te nemen investeren we in toekomstige beroepskrachten. - Door stagiaires van bepaalde beroepsopleidingen aan te nemen, kunnen we als organisatie beoordelen of dit type beroepskracht bruikbaar is in de organisatie. - Stagiaires zorgen voor nieuwe impulsen in de organisatie. - Door stagiaires aan te nemen kun je als organisatie invloed uitoefenen op het programma van de school, kunnen wij duidelijk maken wat de normen zijn, en welke eisen we aan (beginnende)beroepskrachten stellen. Motieven voor het opleiden via het leerlingwezen ( B.B.L. plek) - Behoefte aan personeel dat door onze organisatie zelf is opgeleid. - Bijscholing van medewerkers. - Jongeren en ouderen een kans bieden een opleiding te volgen. Motivatie waarom men binnen de organisatie kiest voor de volgende kwalificatieniveaus. - Niveau 1 - Niveau 2 (helpende) kunnen op de afdeling ondersteuning bieden bij de basiszorg en huishoudelijke werkzaamheden. - Niveau 3 / 3 IG. Dit opleidingsniveau heeft binnen onze organisatie de prioriteit, omdat de laatste jaren de complexe zorg toeneemt. Ook worden er eisen gesteld aan de deskundigheid van de medewerkers om aan dit niveau te voldoen om de vraag en de kwaliteit te waarborgen. - Niveau 4 Het roc van twente locatie Almelo heeft nu een basisjaar niveau 3,4 aan het eind van het basisjaar gaat men selecteren wie er kan doorstromen naar niveau 4. De leerlingen (B.O.L. en B.B.L.) worden ‘over’ gepland als men start met de opleiding binnen de organisatie. In de loop van de opleiding als er meer zelfstandigheid, verantwoordelijkheid wordt verwacht van de leerling zal de leerling ook meedraaien in het team. Natuurlijk wel onder toezicht van een werkbegeleidster en overleg met de praktijkopleider. De B.B.L. leerling gaat i.v.m met de verbreding van de opleiding een externe stage open binnen een andere setting . De stage kan op de M.Z.A. afdeling, dagcentrum of eventueel binnen de Aanleunwoningen en in de wijk (thuiszorg) - De horeca-assistent is er om ondersteuning te bieden aan het keukenpersoneel. - Door leerlingen te begeleiden, blijven de eigen medewerkers op de hoogte van de nieuwe ontwikkelingen in hun vakgebied.

5

Protocol Maatschappelijke stage dagcentrum. Uitgangspuntmaatschappelijke stage De maatschappelijke stage is een onderdeel van het opleidingsbeleid van de Vriezenhof. Op dit moment is er voor gekozen om alleen binnen het dagcentrum een maatschappelijke stagiaire te plannen zodat er een duidelijke afbakening plaats vindt omdat we overstelpt worden met aanvragen. In 2010 gaan we ook binnen de Vriezenhof bekijken of er ruimte is voor een maatschappelijk stage. We vinden het belangrijk dat we de privacy, veiligheid kunnen garanderen van de cliënt en de leerlingen begeleiding kunnen garanderen. De plek voor de maatschappelijke stage mag niet ten koste gaan van de reguliere stageplekken en afspraken die we hebben met het bijzonder onderwijs, bureau halt etc. Er zullen niet meer dan 2 ll. tegelijk stage lopen in het dagcentrum verdeeld over Oons Aaif en het Vuurhuus. Er zal dus regelmatig afstemming plaats moeten vinden. De volgende medewerkers zijn aangewezen als verantwoordelijk voor de begeleiding binnen het dagcentrum: -Carla Ruiter -Karin Borkent -Monique Dreierink Voorbereiding/ introductie Als er een telefonische vraag van een ll. komt voor een maatschappelijke stage dan geeft de receptie door dat diegene een brief kan schrijven met daarin de volgende aandachtspunten: -persoonlijke gegevens. -doel stage. -tijdsduur stage -waarom ze voor de Vriezenhof kiest. De verantwoordelijken lezen de brief en behandelen deze. Introductie Als er plek is nodigt de verantwoordelijke de ll. uit voor een kennismakingsgesprek. -De ll. krijgt een informatieboekje, uitleg en een rondleiding. -aandachtspunten hierbij zijn: -Beroepsgeheim -privacy -verantwoordelijkheden. De ll. werkt onder begeleiding van een medewerker. Zij mag geen rapportages of indicaties lezen en niet alleen mee als begeleider op de bus. De medewerker blijft eindverantwoordelijke voor de werkzaamheden. -Afspraken worden vastgelegd. Begeleiding De verantwoordelijken begeleiden de ll. en houden in overleg met de ll. een begeleidingsgesprek. Bijzonderheden worden vastgelegd in een begeleidingsrapportage. Er wordt een aanwezigheidsregistratie bijgehouden. Evaluatie Aan het eind van de periode zal er een afsluitend gesprek plaatsvinden.

6

4. Uitgangspunten voor BPV-plan. De Vriezenhof is een erkend leerbedrijf. Dit is een voorwaarde om leerlingen te kunnen opleiden binnen de organisatie. De laatste toetsing was op 13 juli 2006, door de consulent van de O.V.D.B. (landelijk orgaan van het beroepsonderwijs gezondheidszorg, dienstverlening, welzijn en sport). De Vriezenhof staat als volgt opgenomen in het register: -facilitair medewerker 2 -sociaal pedagogisch werker 4 -helpende -verpleegkundige -verzorgende -zorghulp -V.M.B.O. t.w.t zorg en welzijn -opgenomen in het register van Horeca Nederland Het dagcentrum is een erkende leerplek voor: -sociaal pedagogisch werker 4 -verzorgende

Criteria Calibris-Leerbedrijven 1. Het leerbedrijf is opleidingsgeschikt. Dit betekent dat het leerbedrijf de deelnemer de gelegenheid biedt te werken in een reële arbeidssituatie waar beroepsidentificatie mogelijk is en dat binnen het leerbedrijf (een deel van) de eindtermen via beroepspraktijkvorming (b.p.v.) zijn te realiseren. Middels een profiel van het leerbedrijf geeft het leerbedrijf inzicht in de mogelijkheden van het bedrijf. Onderdelen van dit profiel zijn: * een leerplaatsprofiel, dat inzichtelijk maakt welke deelkwalificaties binnen het leerbedrijf gerealiseerd kunnen worden; * een uitspraak van het leerbedrijf betreffende de kwalificaties/opleidingen waarvoor het leerbedrijf wil opleiden. 2. Het leerbedrijf is opleidingsbereid. Dit betekent dat een leerbedrijf om kwaliteit van opleiden en leren in de praktijk te waarborgen de volgende aspecten regelt als de deelnemer start met de beroepspraktijkvorming: 2a. Voor de begeleiding van de deelnemer is binnen het leerbedrijf een praktijkopleider aangewezen of een functionaris die de taken van een praktijkopleider vervult. Deze beschikt over: * een diploma of getuigschrift van minimaal hetzelfde vakinhoudelijk of aanverwante vakinhoudelijke niveau waarvoor wordt opgeleid en * een diploma van een opleiding praktijk of eerder verworven bekwaamheid met betrekking tot methodische, didactische en beoordelingvaardigheden of bereid te zijn een afgesproken tijd de genoemde bekwaamheid te verwerven. 2b. Het leerbedrijf onderhoudt contact / is voornemens contact te onderhouden tijdens de bpv-periode met de betreffende onderwijsinstelling over de: • te bereiken bpv-doelen. • afstemming onderwijs – bpv • begeleiding • beoordeling

7

2c. Het leerbedrijf structureert de beroepspraktijkvorming van de deelnemer door middel van een bpvplan en voert de bpv volgens dit plan uit. In het plan zijn ten minste de volgende aspecten opgenomen: • begeleiding • beoordeling • tijd • ruimte • middelen

Het reglement erkenning leerbedrijven is bijgevoegd in de bijlage. (1-1-2001) Door de praktijkopleider worden er leerplaatsprofielen ingevuld hierin staan de deelkwalificaties die de leerling moet kunnen uitvoeren om aan het gewenste niveau te voldoen. Als uitgangspunt wordt hier het boek ”gekwalificeerd voor de toekomst” kwalificatiestructuur en eindtermen voor Verpleging en Verzorging gebruikt. Hierin staan de deelkwalificaties beschreven die behoren bij het niveau van de gewenste opleiding. Overzicht leerplaats profielen (zie bijlage).

8

5. Voorwaarden voor B.P.V. - De erkenningvoorwaarde van de Calibris voor de B.P.V. is uitgewerkt binnen het hoofdstuk uitgangspunt huidige B.P.V. beleid. - De erkenningvoorwaarde voor Horeca Nederland staan vermeld in het register. 5.1 Voorwaarde B.P.V. voor de school De school wijst voor de begeleiding van de leerling een B.P.V. – stagedocent aan. Van de B.P.V. docent wordt verwacht dat deze voorwaardenscheppend en begeleidend optreedt en die activiteiten onderneemt die nodig zijn om de B.P.V. goed te laten verlopen. Concreet betekent dit dat met de volgende punten rekening wordt gehouden: - de B.P.V. docent zorgt ervoor dat aan de cursist informatie verstrekt wordt over de B.P.V., met name: - de proeven van bekwaamheid; - welke begeleiding er gegeven wordt; - evaluatie en beoordeling van de B.P.V.; - de terugkommomenten op school - de B.P.V. docent plant zonodig individuele gesprekken met de cursist wanneer er zich bijzondere belemmeringen voordoen bij de cursist ten aanzien van het behalen van de proeven van bekwaamheid. Het initiatief voor dit gesprek kan zowel bij de cursist als bij de B.P.V. docent liggen; - de B.P.V. docent overlegt waar nodig over de inhoudelijke kant van de B.P.V. met de praktijkopleider, - de B.P.V. docent plant in overleg met de praktijkopleider een tussen- en een eindevaluatie (per periode) in de zorginstelling en maakt verslag van deze bijeenkomst aan de hand van het beoordelingsformulier; - de B.P.V. docent onderhoudt contact met de opleiding- en/of afdelingscoördinator over onvoorziene of bijzondere situaties.

5.2 Voorwaarden B.P.V. voor de organisatie -

Dat de organisatie een B.P.V. – beleidsplan geformuleerd heeft. Eenduidigheid over de taken en verantwoordelijkheden binnen de organisatie. Er voor de begeleiding tijd beschikbaar is. Het personeel deskundig is. Er binnen de B.P.V. een duidelijke overlegstructuur is Er een relatie bestaat tussen het aantal beschikbare gestelde B.P.V. – plaatsen en de behoefte aan toekomstig gekwalificeerd personeel.

9

5.3 Financiën/stagevergoeding De praktijkopleiders krijgen samen 14 uur in de week voor de directe begeleiding aan leerlingen, d.w.z. gesprekken met leerlingen, overleg werkbegeleiding, beoordelen, planning dienstlijst etc.. Voor het bijwonen van werkveldbijeenkomsten, overleg andere organisaties wordt extra tijd vrij gemaakt maar dat kan in goed overleg met het managementteam opgenomen worden. De werkbegeleiding krijgt ook tijd voor het begeleiden op de afdeling, voor extra uitleg kan er, in overleg, tijd vrij gepland worden, maar door toenemende werkdruk binnen de organisatie moet je als praktijkopleider hier wel toezicht op houden. Binnen de zorgbekostiging zijn er landelijk veel ontwikkelingen en door de bezuinigingen wordt er binnen de Vriezenhof ook regelmatig overleg gepleegd over het opleidingsbeleid en/of er voldoende financiële middelen zijn om het te bekostigen. Opleiden neemt wel een belangrijke plaats in en vanuit het MT ziet men ook het belang in van goed geschoold personeel maar de gelden zullen efficiënt en doelmatig ingezet worden. Op de begroting staat voor het opleiden 2 % van de loonkosten begroot. Verdere specifieke uitwerking van de financiën m.b.t. opleiden vindt de directie niet relevant. Stagevergoeding De B.O.L. – ll. Niveau 3,4 en Niveau 3 en 4 spw krijgen conform CAO. V en V een stage vergoeding van € 282,00 per maand bij volle tijds stage. (144 u. per studie jaar.)

10

6. Organisatie van de B.P.V. Binnen de Vriezenhof zijn er twee gekwalificeerde praktijkopleiders. De praktijkopleiders verdelen in onderling overleg de leerlingen voor begeleiding. Hilly houdt zich met name bezig met de directe begeleiding. Jeannet is eindverantwoordelijke voor het opleidingsgebeuren. Er vindt wekelijks overleg plaats. Er is ook 1 medewerker die gediplomeerd leermeester is en verantwoordelijk is voor de opleidingen binnen de horeca. Binnen de Vriezenhof zijn 7 gecertificeerde proeve van beoordelaars. Voor de activiteitenbegeleiding 4 in opleiding. Zij begeleiden de leerlingen op de afdeling en tekenen samen met de leerling in overleg met de praktijkopleider de proeven af het uiteindelijke eindblad van de proeven tekent de praktijkopleider af. Ook hebben 15 medewerkers van de diverse disciplines in 2008 de cursus voor werkergeleider bij Calibris gevolgd. 6.1 Kerntaken werkbegeleiding en praktijkopleider Werkbegeleider:

- Uitvoeren van begeleidingstaken voor individuele stagiaires - Bewaken van de individuele voortgang in de BPV

Praktijkopleider:

- Coördineren, organiseren en uitvoeren van begeleidingstaken rond Individuele of groepen stagiaires - Overlegvoeren over en afstemmen van BPV zaken - Coördineren, organiseren en uitvoeren van begeleiding en deskundigheidsbevordering van werkbegeleiders - Bijdrage leveren aan de ontwikkeling, het uitvoeren, evalueren en bijstellen van het BPV beleid - Hanteren wet- en regelgeving - Overleg voeren en afstemmen van BPV zaken met: - functionarissen binnen de eigen instelling - onderwijsinstellingen - andere zorginstellingen - regionale en landelijke netwerken - verantwoord besteden van het opleidingsbudget in overleg met de Directeur -monitoren van de kwaliteit van de BPV en daar waar nodig bijstellen

De algemene doelstelling voor de praktijkopleider is dat de leerling een heldere plaats krijgt in de organisatie. Het leerproces moet voorop staan d.w.z. de praktijkopleider bewaakt en begrenst de taken die de leerling krijgt. De leerling krijgt duidelijke taken en verantwoordelijkheden met een zo hoog mogelijke kans op een betekenis gerichte wijze van leren om zin te geven aan het geleerde en om op doelgerichte wijze relevante denk- en leeractiviteiten te ontplooien. Leerling-gerichtheid, dit wordt in het hoofdstuk begeleiding verder uitgewerkt.

11

6.2 Beroepscompetentieprofiel van de werkbegeleider - De werkbegeleider is in staat de leerling zodanig te ondersteunen bij het werken aan haar/zijn werkplan om de gestelde doelen te behalen zodat deze een zichtbare ontwikkeling in haar/zijn leerproces doormaakt en de leerling gestelde doelen kan behalen - De werkbegeleider is in staat de leerling te instrueren en ondersteuning te geven bij het aanleren van vaardigheden en het ontwikkelen van de beroepshouding zodat de leerling de eindterm kan behalen. - De werkbegeleider is in staat zijn begeleidingsstijl aan te passen aan de opleidings-en ontwikkelingsfase van de leerling zodat de leerling op haar/zijn eigen manier kan leren en begeleiding op maat”bereikt wordt - De werkbegeleider kan het probleemoplossend (denk) vermogen van de leerling stimuleren en ondersteunen zodat de leerling een zelfstandig functionerende beroepsuitoefenaar kan worden - De werkbegeleider ondersteunt,stuurt en moedigt de leerling aan zodat deze gemotiveerd en geïnspireerd raakt zodat deze zich ontwikkelt als beroepbeoefenaar - De werkbegeleider ondersteunt de leerling bij haar/zijn introductieperiode een leerling op de afdeling zodat aan de voorwaarden is voldaan voor het starten van het leerproces en de leerling een veilige plek heeft om te leren De werkbegeleider krijgt van de praktijkopleider informatie over het leerproces van de leerling. De werkbegeleider geeft weer informatie over het functioneren van de leerling aan de praktijkopleider zodat deze het totaal overzicht houdt en in staat is om de leerling te beoordelen. Met de leerling maakt de werkbegeleider afspraken over de werkuitvoering en de begeleiding. De werkbegeleiding ‘vertaalt’ aan de hand van leerdoelen en opdrachten uit de theorie naar een concrete werksituatie voor de leerling. De praktijkopleider geeft hierbij ook ondersteuning. De werkbegeleider die ook proeve van beoordelaar is tekent in overleg met de praktijkopleider de proeven af dit kan ook vermeld worden in het begeleidingsgesprek. De praktijkopleider is eindverantwoordelijke en tekent het eindblad af.

6.3 Beroepscompetentieprofiel praktijkopleider - De p/o is in staat om een werkplan op te stellen en te beoordelen op het opleidingsniveau van de leerling zodat de leerling in staat is zelf een werkplan op te stellen en er mee te werken. - De p/o is in staat, door individuele en groepsgerichte begeleidingsgesprekken te voeren het leerproces volgens de gestelde doelen en binnen de randvoorwaarden te begeleiden zodat de leerling gemotiveerd, geïnspireerd de opleiding kan volgen - De p/o is in staat de voortgang van het leerproces van de leerling te bewaken door individuele proces-productevaluaties te voeren in relatie tot de betreffende eindtermen van de opleiding, teneinde zicht te krijgen op het verloop van het leerproces en tijdig hindernissen te signaleren opdat het leerproces bijgesteld kan worden - De p/o is in staat om beoordelingstaken uit te voeren door deze te organiseren, voor te bereiden, uit te voeren, te rapporteren en af te ronden zodat zowel de leerling, als de onderwijsinstelling en de zorginstelling zicht heeft op de bereikte resultaten, de verbeterpunten en hoe het proces verder gaat verlopen - De p/o is in staat om leersituaties te creëren voor opleidingsdoelen passend in het werkveld en passend bij het opleidingsniveau zodat de leerling efficiënt kan werken aan de opleidingsdoelen - De p/o is in staat om aan de scholen voorlichting te geven ten einde de

12

opleidingsmogelijkheden van de zorginstelling te promoten - De p/o is in staat om veranderingen ten aanzien van opleiden uit te werken in een plan van aanpak zodat diegenen die de veranderingen moeten uitvoeren ook toegerust zijn daarvoor. (Hierbij kan o.a gebruik gemaakt worden van informatie- en intervisiebijeenkomsten) - De p/o is in staat om informatie- en intervisiebijeenkomsten te organiseren en uit te voeren, zodat medewerkers in de organisatie worden toegerust met de juiste competenties - De p/o is in staat om tekorten in de deskundigheid van werkbegeleiders te signaleren en voorstellen te doen voor deskundigheidsbevordering van deze medewerkers zodat de werkbegeleider in de beroepspraktijkvorming kwalitatieve werkbegeleiding geeft en er een goede afstemming plaats vindt tussen theorie en praktijk in het leerproces van de leerling - De p/o is in staat afstemming tussen school en instelling te organiseren door passende praktijkopdrachten te formuleren opdat de integratie van theorie en praktijk, gerelateerd aan het niveau van de opleiding, vastgesteld wordt - De p/o is in staat een introductieplan voor de organisatie te ontwikkelen zodat de student zich snel veilig en vertrouwd voelt om te leren - De p/o is in staat om de doelstelling van de BPV te communiceren met een team/individu van een afdeling zodat diegene die werkbegeleider is, geïnformeerd is over de doelstelling en werkwijze van leerlingen . - De p/o is in staat te communiceren over de rollen en verantwoordelijkheden van de begeleiders in de instelling zodat het begeleidingsproces van de leerling succesvol verloopt - De p/o is in staat om met de medewerkers te communiceren en te onderhandelen over de invulling en optimalisering van de randvoorwaarden om éénduidig en kwalitatief goede begeleidingsstructuur te bewerkstelligen zodat het leerproces van de individuele leerling optimaal is. (introductie,inwerken, leersituaties mogelijk maken. Verwachtingen, begeleiding en opbouw/fasering van de BPV) - De p/o is in staat met afdelingsmedewerkers te communiceren over leermogelijkheden zodat een leerplaatsprofiel van de afdeling ontstaat - De p/o is in staat een overzichtelijke wijze een stage-planningslijst te maken zodat de betrokkenen geïnformeerd zijn over (data) de stageduur en aantallen studenten - De p/o is in staat te communiceren met stagedocenten over knelpunten en mogelijkheden die relevant zijn voor de stage te einde optimale voorwaarden voor de integratie te bereiken - De p/o is in staat om binnen de instelling de landelijke en regionale ontwikkelingen in het beroepenveld te vertalen naar de eigen organisatie: • zodat een netwerk onderhouden kan worden met collega’s van andere zorginstellingen • ten einde contacten te onderhouden met andere onderwijsinstellingen • zodat de laatste vakinhoudelijke ontwikkelingen vorm kunnen krijgen binnen de eigen organisatie - De p/o is in staat het opleidingsniveau te bewaken zodat dit voldoet aan de eindtermen die gelden voor de verschillende opleidingen en rapporteert hierover naar de verantwoordelijken binnen de organisatie - De p/o is in staat het spanningsveld werken-leren, de juiste afweging te maken tussen de kerntaken van de organisatie en het leerproces van het individu zodat passende leersituaties en doelmatige werksituaties gerealiseerd kunnen worden en de leerling een kwalitatieve beroepspraktijkvorming ervaart - De p/o is in staat met medewerkers te communiceren en hen te informeren over ontwikkelingen binnen de opleiding(en) teneinde hen op de hoogte te houden van ontwikkelingen binnen het relevante beroepsonderwijs - De p/o is in staat om op adequate wijze de werkbegeleiders te sturen, te ondersteunen en aan te moedigen zodat zij de taken conform de voorschriften kunnen uitoefenen

13

- De p/o beschikt over vakinhoudelijke kennis en is daardoor in staat om op adequate wijze ondersteuning te geven aan de werkbegeleider zodat deze beschikt over voldoende vakinhoudelijke kennis om taken te kunnen uitoefenen - De p/o is in staat om op adequate wijze individuele en groepsbegeleiding te geven aan werkbegeleiders door middel van sociale en communicatieve vaardigheden zodat zij geïnspireerd en gemotiveerd hun taak kunnen uitvoeren Binnen de Vriezenhof heeft de praktijkopleider ook coördinerende taken. - De p/o is in staat in overleg met de directeur het vastgestelde opleidingsbudget te bewaken en te besteden zodat het opleidingsbudget verantwoord beheerd wordt. - De p/o is in staat om landelijke ontwikkelingen binnen het vakgebied te vertalen naar een concreet opleidingsbeleidsplan voor de gehele organisatie zodat er sprake is van integraal opleidingsbeleid - De p/o is in staat aan leidinggevenden in de organisatie adviezen te geven zodat op uniforme wijze uitvoering wordt gegeven aan het opleidingsbeleid - De p/o is in staat om tussen vraag en aanbod van opleidingen op instellingsniveau te bemiddelen teneinde leerplaats en leervraag op het gewenste niveau af te stemmen - De p/o is in staat voor de eigen instelling de wet-en regelgeving te integreren in het ontwikkelen beleid zodat deze kennis over gedragen kan worden aan werkbegeleiders - De p/o is in staat om opleidingsplannen te evalueren en de resultaten vertalen in veranderingsvoorstel in het opleidingsplan en deze te implementeren zodat de kwaliteit van het opleiden binnen de instelling gewaarborgd is

14

7. De begeleiding binnen de Vriezenhof. 7.1 Selectie en aanname leerlingen Voor de B.O.L. – stageplekken doet de school de aanname en selectie, als leerbedrijf heb je hier geen inspraak in. De school is hier verantwoordelijk voor en wijst leerlingen toe. Voor de B.B.L. – stageplek is de praktijkopleider verantwoordelijk. Deze doet de selectie en in overleg met het managementteam de aanname van de leerling. 7.2 Procedure selectie en aanname - Op de B.B.L.- stageplek wordt een leerling geplaatst voor niveau 3 – IG. - De leerling heeft als vooropleiding niveau 2. en de doorstroom mogelijkheid om in het 2e leerjaar van niveau 3 – IG. in te stromen. - De werving vindt plaats door zelf een leerling te beoordelen. - Eventueel overleg met de stagedocent van school over eventuele geschikte kandidaten voor deze stageplek. - De praktijkopleiders voeren selectiegesprekken met eventuele geschikte kandidaten uitgangspunten zijn: theoretisch, praktisch functioneren en de basisberoepshouding. De leerling moet de visie van de Vriezenhof onderschrijven. - De praktijkopleider vraagt eventueel referenties van vorige werkvelden waar de leerling stage heeft gelopen. Dit met toestemming van de leerling. - Als de praktijkopleider bovenstaande punten heeft uitgevoerd gaat ze met een voorstel naar het managementteam. - De besluitvorming vindt dan in overleg plaats. - De praktijkopleider neemt contact op met de kandidaat. - De directeur zorgt ervoor dat er een leer/arbeidsovereenkomst wordt opgesteld en geeft dit aan de leerling. (leer/arbeidsovereenkomst zie bijlage).R.O.C. de P.O.K. - De praktijkopleider maakt een afspraak voor introductie. - De praktijkopleider draagt er zorg voor dat reserve kandidaten worden afgeschreven.

15

7.3 Formulier voor sollicitatie en selectiegesprek. Naam: ………………………………………………………………………………………………….. Geboortedatum: ………………………………………………………………………………………………….. Opleiding: ………………………………………………………………………………………………….. Leerweg: ………………………………………………………………………………………………….. Leerjaar: ………………………………………………………………………………………………….. Naam onderwijsinstelling: ………………………………………………………………………………………………….. Wat is je motivatie om voor dit beroep/vakgebied een opleiding te volgen ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Waaruit blijkt jouw interesse ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Heb je al informatie gehad over het beroep/vakgebied ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Welke vragen heb je nog over het beroep/vakgebied ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Heb je al eerder ervaring opgedaan met het werk ?

ja/nee

16

Zo ja, beschrijf je ervaring in het kort : ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Heb je een idee wat voor soort werkzaamheden horen bij dit beroep/vakgebied ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Wat vind jij leuk om te doen hiervan ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. En wat minder leuk ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Zijn er werkzaamheden die je moeilijk lijken ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat je kunt samenwerken met anderen : ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Hoeveel tijd denk je kwijt te zijn aan het werk ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Hoeveel tijd denk je kwijt te zijn aan de opleiding en aan het huiswerk ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat je opleiding en je werk/stage kunt combineren met andere activiteiten. ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………..

17

Wat verwacht je van degene die je in de praktijk gaat begeleiden ? Wat denk je aan begeleiding nodig te hebben ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Wat denk je dat wij verwachten van jouw inbreng ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Wat zijn je plannen voor de toekomst ? Wat wil je graag bereiken in je werk ? ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. Geef aan waarom je vindt dat je geschikt bent om als………………………………bij………. ……………………………………………………….te komen werken/stage te lopen. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………………..

18

7.4 Introductie De introductie vindt plaats volgens introductie protocol (zie bijlage). Voordat een B.B.L. of B.O.L. leerling aan zijn/haar stage begint vindt er minimaal 1 week van tevoren een kennismakingsgesprek plaats met de praktijkopleider. De leerling krijgt een formulier met daarop de belangrijkste punten die in het kennismakingsgesprek aan de orde komen en een informatieboekje van de Vriezenhof. (zie bijlage). In dit gesprek maakt de praktijkopleider samen met de leerling al vast een begin met het persoonlijk stage plan van de leerling. De leerling neemt zijn/haar BPV-plan mee. Er wordt gepraat over ervaring, persoonlijke leerdoelen, met welke competentie de ll. Wil beginnen,welke proeven van bekwaamheid er nog behaald moeten worden etc. De praktijkopleider maakt aantekeningen op de begeleidingsrapportage. (zie bijlage). De praktijkopleider heeft een coachende rol. Binnen onze organisatie begint elke leerling binnen de huishouding, activiteitenbegeleiding, wasserij en de keuken. De duur is afhankelijk van ervaring, niveau, leerjaar van de leerling. Onze ervaring is dat dit voor de bewoner, leerling en medewerkers een fijne manier van kennismaken is. De leerling stroomt dan door naar de verzorging. Een belangrijk punt bij deze beslissing is ook het waarborgen van de privacy van de bewoner. De bewoner en leerling hebben al kennis gemaakt voordat de leerling bij de bewoner aan bed komt voor de persoonlijke verzorging en de praktijkopleider heeft in overleg met de werkbegeleiders al een eerste indruk van het functioneren van de leerling. Aan het eind van het gesprek vindt er altijd een korte evaluatie plaats over de volgende punten: hoe heeft de leerling het gesprek ervaren. - of er nog vragen/onduidelijkheden zijn. - afspraak eerste begeleidingsgesprek. - kennismaking met de werkbegeleidster die de eerste dag aanwezig is. Elke leerling binnen de verzorging krijgt een vaste afdeling waar men werkt maar wordt niet gekoppeld aan 1 werkbegeleidster. Men wordt op de afdeling begeleid door 2 medewerkers die daar meestal werkzaam zijn.

19

7.5 Het begeleidingsgesprek De leerling heeft elke week een gesprek met de praktijkopleider, de volgende punten komen in dit gesprek aan de orde. -Het BPV-plan wordt besproken. - hoe de leerling de stage ervaart. - bespreken praktijkervaringen. -de ll. Geeft zelf aan met welke competentie men wil werken. - hoever de leerling met de proeven van bekwaamheid is. -bespreken -uitleggen -plannen - bespreken persoonlijke leerdoelen, aandachtspunten. - het functioneren. - inbreng eigen (gesprek)punten - koppelen theorie/praktijk. - afspraken maken voor het vervolg stage. - afspraak voor het volgende begeleidingsgesprek. - bespreken en nakijken van de opdrachten. De methode hoe het begeleidingsgesprek eruit ziet is voor iedere leerling gelijk, maar inhoudelijk en hoe de leerling didactisch begeleidt wordt is individueel, leerling-gericht. Door de praktijkopleider wordt bijvoorbeeld geobserveerd of de leerling een doener, een denker, een afkijker, instructie leerling of wisselend is. Hierop wordt dan ingespeeld door de begeleiding. De praktijkopleider geeft dan advies aan de werkbegeleiding hoe de leerling zo prettig mogelijk begeleid kan worden. Het coachen van ll. Is gezien de ontwikkelingen met competenties gericht onderwijs belangrijk.

20

7.6 beoordeling De B.O.L. - leerling heeft binnen de stage van 10 weken 2 officiële overlegmomenten d.w.z. dat er dan een tussenevaluatie en een eindevaluatie plaats vindt met de stagedocent, de leerling en praktijkopleider. (tussen/eindevaluatie formulier; zie bijlage) De B.B.L. – leerling heeft binnen 1 jaar, 2 officiële momenten dat er een beoordeling plaats vindt. De beoordeling van het functioneren van de leerling vindt plaats aan de hand van de Proeven van Bekwaamheid. Hierin komen de praktijk, theorie en beroepshoudingaspecten naar voren waaraan de leerling moet voldoen. Voordat de leerling een officiële beoordeling heeft met de stagedocent vindt er altijd voor die tijd een gesprek plaats met de praktijkopleider waarin samen het tussen/eindevaluatie formulier wordt ingevuld. In elk begeleidingsgesprek (niet officieel) komt dit natuurlijk ook na voren, zodat er voor de leerling duidelijkheid m.b.t. tot het functioneren. De praktijkopleider is binnen de Vriezenhof eindverantwoordelijke voor de beoordeling. Zij doet dit aan de hand van de volgende punten: - overleg met de werkbegeleiding over het in de praktijk uitvoeren van de Proeven van Bekwaamheid. - het beoordelen van het schriftelijke gedeelte binnen de Proeven van Bekwaamheid. - het observeren/ beoordelen van de beroepshouding. (deelkwalificatie 204). - gesprekken met de leerling over praktijkervaringen/theorie - ontwikkeling in het totale leerproces. De praktijkopleider heeft mondeling overleg met de werkbegeleiding De uitkomsten worden altijd besproken met de leerling en gerapporteerd op de begeleidingsrapportage. De leerling krijgt ook een schrift zodat de werkbegeleiding hier in kan noteren hoe of het gaat. De p/o en de leerling bespreken de aandachtspunten/leerdoelen. Opmerking m.b.t. de beoordeling De proeven van Bekwaamheid zijn de basis van de opleiding dus een belangrijk deel van de B.P.V. Als praktijkopleider vind ik dat de proeven van bekwaamheid een middel en geen doel moeten zijn. De leerling moet eerst kennismaken en een plek krijgen binnen de organisatie voordat men begint met de proeven. Proeve van beoordelaar Binnen de Vriezenhof hebben de praktijkopleiders de proeve van beoordelaar afgesloten. Ook zijn 5 werkbegeleiders gecertificeerde proeve van beoordelaars. Er gaan in november en december ook 4 activiteitenbegeleiders naar de scholing proevebeoordelaar.

21

7.7 Opleidingsafspraken m.b.t. de keuken Afspraken m.b.t. de opleiding Vaktechniek/praktijkwerkboek Het is de bedoeling om het opleidingsprogramma/jaarlijn van het ROC van Twente te volgen en we proberen om minstens 1 maal per week een opdracht of techniek uit te voeren. De praktijkopdrachten zijn goed uitgevoerd als: Theorie: Alle opdrachten uit het praktijkwerkboek, duidelijk leesbaar, op papier met receptuur en/of gebruikte materialen, uitgewerkt zijn in het praktijkwerkboek. Praktijk: Als de leerling de techniek beheerst en zelfstandig kan uitvoeren met de juiste materialen, juiste techniek en de juiste ingrediënten en recepturen. Worden deze afspraken niet nagekomen op de daarvoor afgesproken data, dan dienen de taken en/of opdrachten alsnog te worden gemaakt en/of uitgevoerd in eigen tijd. Het is jouw opleiding en dus ook je eigen verantwoordelijkheid Indien achterstand ontstaat door overmacht (ziekte, familie omstandigheden), wordt hiermee rekening gehouden en wordt de planning hierop aangepast. Voor alle overige vormen van achterstand door eigen schuld, geldt: inhalen in eigen tijd. Bij herhalingen wordt het ROC hierover geïnformeerd. Van de leerling wordt verwacht dat hij/zij, op de daarvoor aangewezen schooldag de lessen volgt. Als de schooldag niet kan worden gevolgd, dient voor ’s ochtends negen uur de school en het leerbedrijf te worden geïnformeerd, met opgaaf van geldige reden. Van de leerling wordt verwacht dat zowel het praktische deel dan wel het theoretische deel met een voldoende (cijfer 6) te worden afgerond. Alle behaalde resultaten, informatie, toetsen en alles wat met school te maken heeft, dienen met de leermeester besproken te worden. Aan het einde van de leer- of stageperiode moet de leerling het volgende gedrag kunnen tonen: Samenwerking (je kunt goed overleggen met je collega’s en de werkzaamheden onderling verdelen). Corrigeren (je kunt zelfstandig de kwaliteit van de eigen werkzaamheden controleren en beoordelen, zonodig kun je hierin bijsturen). Servicegericht, de cliënt staat centraal. Je past je product en/of dienst aan de cliënt aan. Zelfstandigheid (je kunt zelfstandig een taak uitvoeren passend bij je niveau). Organiseren (je kunt verschillende werkzaamheden combineren en bent stress bestendig. Afspraken m.b.t. de controle op de voortgang De voortgangsgesprekken en/of taakopdrachten vinden iedere vrijdagmiddag plaats (tijd nader te bepalen). De leerling bereidt de taak en/of opdracht schriftelijk voor, het leerbedrijf zorgt voor de benodigde ingrediënten en/of materialen. Afspraken m.b.t. de beoordeling De leerling wordt op volgende wijze beoordeelt: Aan de hand van de uitgewerkte taakopdrachten Kunnen praktijkopdrachten zelfstandig worden uitgevoerd Rapportage van het ROC Drie maal wordt een beoordelingsformulier beroepsvaardigheden ingevuld. Aan de hand hiervan wordt een verzamellijst beroepsvaardigheden ingevuld en ingeleverd op school. Aan het eind van de stage wordt een verzamelformulier ingevuld. Afspraken verantwoordelijkheden Van de leermeester kan een vakkundige begeleiding worden verwacht, een coaching tijdens je opleiding en een objectieve en rechtvaardige beoordeling. Van de leerling wordt verwacht: - 100 procent inzet - nakomen van alle afspraken - collegiale en gastvriendelijke houding

22

8. Overleg in het kader van de B.P.V. (extern) Overleg met de scholen De praktijkopleider neemt deel aan de werkveldbijeenkomsten van de scholen. Overleg m.b.t. de werkbegeleiding, coördinatoren overleg. De werkbegeleiding krijgt uitleg hoe om te gaan met de proeven van bekwaamheid. In het coördinatoren overleg komt vooral de planning, kwaliteit van de opleiding, landelijke bijzonderheden etc. naar voren. Overleg met het RIZO De praktijkopleider neemt deel aan de overleg vormen voor het RIZO. (Regionaal Infopunt Zorg Opleidingen). De RIZO stelt zich ten doel de communicatie tussen zorginstellingen en onderwijsinstellingen zodanig te facilliteren, dat kwalitatieve en kwantitatieve knelpunten bij de personeelsvoorzieningopleiding in de zorgsector zover mogelijk kunnen worden gereduceerd. Overleg consulent Calibris De consulent komt 1 x 2 per jaar op bezoek, de volgende punten komen aan de orde: - gesprek met de praktijkopleider hoe het gaat m.b.t. tot de opleidingen binnen de instelling. - de nieuwe ontwikkelingen binnen de instelling. - erkenningvoorwaarde. Toetsing aan de hand van de leerplaatsprofielen. - voorlichting - advies - nieuwe ontwikkelingen - coaching Netwerkbijeenkomst opleidingsfunctionarissen Het doel van deze bijeenkomsten laagdrempelige contacten voor het uitwisselen van informatie,kennis, ontwikkelingen, inzicht, ervaringen verdieping vanuit de gehele zorgsector op het vakgebied van opleiden hierdoor wordt de kwaliteit van het regionale opleidingsbeleid vergroot. De p/o komen 1 x per 6 maanden bij elkaar

.

23

9. Opleidingsplan

In het kwaliteitshandboek op het intranet van de Vriezenhof staat het opleidingsplan 2009-2010 Uitgewerkt en is intern in te zien voor de medewerkers van de Vriezenhof.

24

10. Overzicht te behalen deelkwalificaties.

- niveau 1 (zorghulp) - deelkwalificatie: 101, 102, 103, 104. - niveau 2 (helpende) - deelkwalificatie: 201, 202, 203, 204, 205 - niveau 3 (verzorgende, verzorgende IG, - deelkwalificatie: 202, 204, 301,302, 303, 304 IG, 305, 306, 308, 309, 312(diff.) 314(diff.), 315(diff.) - deelkwalificatie: 304 IG op dit moment haalbaar medicijnen toedienen. per injectie (subcutaan, intramusculair) wondverzorging zwachteltechniek tracheacanule en tracheastoma verzorgen katheteriseren van de blaas vrouw warmte of koude behandeling toepassen toedienen sonde voeding - niveau 4 en 5 zou deelkwalificatie: 204, 302, 303. mogelijk zijn (basiszorg).

25

11. Implementatie en evaluatie van het B.P.V. plan. Het B.P.V. plan wordt aan het managementteam, ondernemingsraad en medewerkers aangeboden zodat een ieder het kan lezen om duidelijkheid en inzicht krijgt in het opleidingsgebeuren binnen de Vriezenhof. Het B.P.V. plan staat op de internetsite van de Vriezenhof (www.vriezenhof.nl) Ook kan men reageren via de e-mail van opleidingen ([email protected]) Door het maken van een B.P.V. plan hopen we gemotiveerd, alert en bewust aan het werk te blijven met het opleidingsgebeuren, gerelateerd aan de nieuwe ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg. Het B.P.V.-plan wordt elk jaar geëvalueerd door het managementteam, leerlingen, werkbegeleiding en de praktijkopleider. De praktijkopleider draagt hier de verantwoordelijkheid voor.

26

27