Assistent-accountant Beroepscompetentieprofiel
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................. 3 Colofon .................................................................................................................................................. 4 Brondocumenten .................................................................................................................................. 5 1
Algemene informatie over het beroep ......................................................................................... 6 1.1 Mogelijke functiebenamingen .................................................................................................... 6 1.2 Beschrijving van het beroep ...................................................................................................... 6 1.3 Loopbaanperspectief ................................................................................................................. 8 1.4 Trends en innovaties ................................................................................................................. 9
2
Overzicht van kerntaken en werkprocessen in het beroep .................................................... 11
3
Beschrijving van de kerntaken .................................................................................................. 12 3.1 Kerntaak 1 Controleert de dagboeken en werkt deze bij ........................................................ 12 3.2 Kerntaak 2 Verricht werkzaamheden t.b.v. periodeafsluitingen .............................................. 15 3.3 Kerntaak 3 Verricht werkzaamheden t.b.v. belastingaangiften ............................................... 17
Er bestaat in het Nederlands een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met 'hij/zij' en 'zijn/haar', maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. De personen die in dit stuk de handelingen verrichten of beschreven worden, kunnen in onze optiek net zo goed mannen zijn als vrouwen.
BCP Assistent-accountant
2
Inleiding Wat is een beroepscompetentieprofiel? Een beroepscompetentieprofiel (bcp) beschrijft de werkzaamheden en competenties die nodig zijn om een bepaald beroep uit te oefenen. Hierbij wordt uitgegaan van een vakvolwassen werknemer die al drie tot vijf jaar in het beroep werkzaam is. Drie begrippen staan centraal in het beroepscompetentieprofiel: kerntaken, opgesplitst in een aantal werkprocessen en de competenties die noodzakelijk zijn bij de uitvoering van de werkzaamheden. De inhoud van een beroepscompetentieprofiel moet herkenbaar zijn voor het bedrijfsleven. Daarom worden deze profielen opgesteld in opdracht van of in samenwerking met het georganiseerde bedrijfsleven. Om het document een formele status te geven, is vaststelling door het georganiseerde bedrijfsleven noodzakelijk. Wat is de functie van een beroepscompetentieprofiel? Een beroepscompetentieprofiel kan verschillende functies vervullen. Binnen een branche kan het een hulpmiddel zijn bij functiewaardering, het kan ook gebruikt worden voor verdere professionalisering van werknemers, voor de ontwikkeling van competentie-instrumenten en als voorlichtingsmateriaal. Daarnaast kan een beroepscompetentieprofiel dienen als input voor opleidingen in het middelbaar beroepsonderwijs. Het bedrijfsleven is immers „afnemer‟ van mbogediplomeerden, en is daarom in hoge mate richtinggevend voor de eisen die gesteld moeten worden aan deze gediplomeerden. De eisen hebben zowel betrekking op de aard en inhoud van de werkzaamheden als op de mate van bekwaamheid waarmee iemand handelt: zijn competenties. In het schema is deze laatste functie van het beroepscompetentieprofiel weergegeven: Bedrijfsleven
Beroepscompetentieprofielen
Kenniscentra in samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven
>
Opleidingseisen in kwalificatiedossier
Onderwijs
>
Concrete opleidingen en examens
Conform deze ketengedachte is het bedrijfsleven verantwoordelijk voor het ontwikkelen en onderhouden van beroepscompetentieprofielen. Kenniscentra ontwikkelen en onderhouden op basis van deze beroepscompetentieprofielen de opleidingseisen in de vorm van kwalificatiedossiers. Dit gebeurt in samenwerking met vertegenwoordigers van sociale partners en onderwijs. Het onderwijs ontwikkelt op basis van de kwalificatiedossiers concrete opleidingen en examens.
BCP Assistent-accountant
3
Colofon Ontwikkeld door
In opdracht van Verantwoording
ECABO, afdeling Ontwikkeling en Innovatie in samenwerking met vertegenwoordigers vanuit de branche (bedrijfsleven) en het middelbaar beroepsonderwijs Sectorraad Financiële beroepen Vastgesteld door: Sectorraad Financiële beroepen Op: 29 juni 2010 Te: Amersfoort
Geraadpleegde praktijkdeskundigen en organisaties Naam Dhr. N. den Outer
Dhr. P. Kluiters
Werkzaam bij / organisatie Avant accountants Snelrewaard Ruijs Administratie & Belastingconsulenten/ namens NOAB MBV-Nijkerk/namens NOAB
Dhr. B. Iding
Iding Vechtstreek
Dhr. R. Derks
Adficount Salland B.V.
Dhr. J. Speld Dhr. M. Rosner
Accountantskantoor Utrecht B.V. KUBUS
Dhr. R. Verhoeve
Verhoeve
Dhr. J. van de Langenberg
Sectorraad Financiële beroepen Voor de Financiële beroepen wordt het ECABO bestuur ondersteund door een sectorraad. Deze commissie met afgevaardigden uit het bedrijfsleven en het onderwijs, behartigt de opleidingsbelangen voor de beroepsgroep. De beroepseisen zijn vastgesteld door:
Namens de werkgevers / beroepsorganisaties Naam
Werkzaam bij
Dhr. A.A. de Bie
TNT Post
Dhr. A. Blom
B+P Belastingadviseurs
Namens
Mevr. W. de Witte
Administratie en adviesbureau De Witte
Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen (NOAB)
Dhr. H.J.M. Menting
Rabobank Nederland
Financials for Financials
Dhr. P.G.E.M. Smeets
Bridge Consulting Group
BCP Assistent-accountant
4
Namens de werknemers Naam
Werkzaam bij
Namens Nederlandse Orde van AccountantsAdministratieconsulenten (NOvAA)
Dhr. J.A. Buijs
Raet
Vereniging Nederlandse Salarisadministrateurs (VNSa)
Naam
Werkzaam bij
Namens
Mevr. M. van Haselen
Hogeschool INHOLLAND
HBO
Dhr. J.P. van Ommen
ROC Aventus
MBO Raad
Dhr. C. Sietsema
ROC Horizon College
MBO Raad
Dhr. T. van Vastenhoven
NOVA College
MBO Raad
Dhr. E. de Koster Namens het onderwijs
Het beroepscompetentieprofiel voor de assistent-accountant is voorgelegd aan en gelegitimeerd door de beroepsorganisatie NOvAA en de vereniging voor kantoorhouders op het gebied van de administratieve en fiscale dienstverlening NOAB.
Brondocumenten Gespreksverslag panel praktijkdeskundigen 3 juni 2010 Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs 2009-2010 Kerngegevens arbeidsmarkt en onderwijs kwalificatierichting Financiële beroepen maart 2010 Diverse actuele functieomschrijvingen 2010 Diverse actuele vacatures 2010 Diverse artikelen vaktijdschriften
BCP Assistent-accountant
5
1
Algemene informatie over het beroep
1.1 Mogelijke functiebenamingen assistent-accountant junior assistent-accountant medewerker accountancy assistent-administrateur administratief medewerker financieel administratief medewerker
1.2 Beschrijving van het beroep Werkomgeving
Typerende beroepshouding
Rol en verantwoordelijkheden
BCP Assistent-accountant
De functiebenaming assistent-accountant is beschermd en voorbehouden aan diegene die werkzaam is bij een accountantskantoor. Een medewerker die de opleiding assistent-accountant heeft gevolgd kan ook werkzaam zijn bij een administratiekantoor. In dit beroepscompetentieprofiel wordt de functiebenaming gebruikt voor medewerkers in beide contexten. De assistent-accountant verricht zijn werkzaamheden vooral in de MKB-praktijk en dan met name voor de kleinere bedrijven. De werkzaamheden zijn primair intern gericht. Hoewel de assistent-accountant steeds meer externe contacten onderhoudt, vooral met klanten, is er doorgaans sprake van een back office functie. De assistent-accountant werkt nauwkeurig en behoudt zijn concentratie, ook als de werkomstandigheden minder gunstig zijn. Hij is gezond kritisch en controleert altijd aangeboden gegevens, op juistheid, plausibiliteit en op autorisatie. Hij controleert zijn eigen werk systematisch en controleert indien gewenst ook het werk van anderen. Hij is goed in staat samen te werken en is sociaal vaardig. De assistentaccountant kan zorgvuldig omgaan met gegevens en draagt zorg voor een goede dossiervorming. Hij werkt met vertrouwelijke bedrijfsinformatie van klanten en kan op de hoogte zijn van privégegevens. Van hem wordt verwacht dat hij op integere wijze omgaat met de aan hem toevertrouwde informatie. Het werken voor (veel) verschillende klanten kan in geval van naderende deadlines spanningen veroorzaken, de assistent-accountant moet daarom goed kunnen plannen en stressbestendig zijn. De assistent-accountant stelt zich in externe contacten klantgericht op en leeft zich in in de situatie en de wensen van de (verschillende) klanten en komt zijn afspraken na. Hij is goed in staat situaties te beoordelen waarbij het gaat om een afweging tussen klanttevredenheid en correcte toepassing van de regelgeving. Van de assistentaccountant wordt verwacht dat hij kritische situaties goed beoordeelt vanuit de regelgeving en vanuit de beroepsethiek. Hij heeft interesse in het vakgebied en wil zich daarin blijven ontwikkelen. De assistent-accountant verricht zijn werkzaamheden vanuit een uitvoerende rol. Hij past standaardprocedures toe, zoals opgenomen in het werkprogramma, werkt zelfstandig, maar
6
Wettelijke beroepsvereisten
legt wel tussentijds verantwoording af over de door hem uitgevoerde werkzaamheden aan zijn leidinggevende. Hij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen werkzaamheden en werkt onder de eindverantwoordelijkheid van de accountant. De assistent-accountant kan te maken krijgen met afbreukrisico bij zijn werkzaamheden, met name bij klantcontacten en bij het onder grote druk uitvoeren van opdrachten. Afhankelijk van de functie zijn er meer of minder contacten met collega‟s en klanten. De werkzaamheden van de assistent-accountant zijn uitvoerend en veelal routinematig van aard, maar daarbij moet hij wel omschakelen van werk voor de ene naar werk voor de andere klant. Hij wordt af en toe met onverwachte situaties geconfronteerd. De medewerker moet over voldoende specialistische kennis beschikken van boekhouden, belastingen, andere relevante regelgeving en procedures. Hij moet bij zijn werkzaamheden namelijk de regels en voorschriften kunnen toepassen. In onverwachte situaties wordt er van hem verwacht, dat hij standaardwerkwijzen toepast, danwel combineert en anders een senior of leidinggevende raadpleegt hoe hij moet omgaan met de onverwachte situatie. Voor de contacten met interne en externe klanten is speciale aandacht nodig, waarbij tact wordt gevraagd van de assistent-accountant. Hij moet daarbij in staat zijn de regels toe te passen en de relatie in stand te houden. De werkzaamheden voor de periodeafsluitingen en de maandelijkse aangiften zijn ingewikkeld voor de assistent-accountant. Deze werkzaamheden moeten soms onder grote tijdsdruk en toch zorgvuldig en correct worden uitgevoerd. Afhankelijk van de opdracht komt hij soms de grenzen van zijn kunnen tegen. Indien hij opdrachten uitvoert voor middelgrote bedrijven, zal hij vanwege de complexiteit werken aan onderdelen van de administraties en zullen zijn werkzaamheden meer voorbereidend van aard zijn. Nee
Branche vereisten
Nee
Nederlands en (moderne) vreemde talen
Het beheersingsniveau van het Nederlands is van essentieel belang voor de communicatieve vaardigheden van de assistent-accountant, zoals telefoneren en e-mailberichten opstellen. Daarnaast moet hij beschikken over een goede leesvaardigheid voor het controleren van boekingsstukken en bijlagen, het lezen van procedures, handboeken en wettelijke bepalingen. De assistent-accountant dient te beschikken over een goed beheersingsniveau van de Engelse taal. Softwarepakketten en handleidingen zijn vaak in het Engels en het aantal bedrijven met Engels als “corporate language” neemt toe. Een goed beheersingsniveau van de rekenvaardigheid is noodzakelijk om fouten in de boekhouding te kunnen opsporen door afwijkingen te herkennenen om diverse vierkants- en verbandscontroles te kunnen uitvoeren.
Complexiteit
Rekenen/ wiskunde
BCP Assistent-accountant
7
1.3 Loopbaanperspectief Doorleren en doorgroeien is gebruikelijk en wordt doorgaans sterk gestimuleerd door de werkgever. Hbo Accountancy sluit goed aan, een andere mogelijkheid is de particuliere opleiding SPD. Deze opleidingen worden vaak ook in deeltijd aangeboden. De assistentaccountant kan in de loop van de tijd meer complexe administraties en “eigen” accounts gaan bedienen (onder de verantwoording van de accountant). De assistent-accountant kan middels een leerwerktraject uiteindelijk AA-accountant worden. Ook is specialisatie naar de fiscale afdeling van een accountantskantoor mogelijk. Sommige beroepsbeoefenaren gaan werken op de financiële administratie van een bedrijf of instelling bijvoorbeeld als (assistent) controller.
BCP Assistent-accountant
8
1.4 Trends en innovaties Hieronder worden relevante ontwikkelingen voor het beroep beschreven. Trends en innovaties geven aan in hoeverre het beroep nog kan veranderen onder invloed van vernieuwingen. Het gaat hierbij om ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, ontwikkelingen in wetgeving en overheidsregulering en ontwikkelingen in de beroepsuitoefening zelf (bijv. technologische veranderingen of marktontwikkelingen in de sector). Arbeidsmarkt
Wetgeving en regelgeving
BCP Assistent-accountant
Voor informatie over de arbeidsmarkt wordt verwezen naar de jaarlijkse ECABO publicatie "Monitor arbeidsmarkt en beroepsonderwijs". Dit arbeidsmarktonderzoek wordt uitgevoerd door ECABO en is terug te vinden op www.ecabo.nl. Het arbeidsmarktperspectief voor de assistent-accountant is voldoende tot goed. Er zijn ruim voldoende arbeidsplaatsen voor nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Er is wel een trend waarneembaar dat het aantal hbo‟ers dat werkzaam is in de accountancy toeneemt. Door de voortdurende wijzigingen in de administratieve eisen en de fiscale wetgeving veranderen percentages, normbedragen en procedures in de boekhouding. Belastingwetten worden regelmatig aangepast en vernieuwd, dit heeft gevolgen voor de afwikkeling van de aangiften. De Wet Administratieve Lastenverlichting heeft als gevolg, dat de administratieve afwikkeling van bijvoorbeeld de loonheffing wordt vereenvoudigd. Daarnaast verandert de regelgeving rondom de jaarverslaggeving, onder andere door de invoering van IFRS-standaarden in de EU (en in Nederland) voor grote en middelgrote ondernemingen. Deze veranderingen brengen onzekerheid voor zowel hoger als lager opgeleide beroepsbeoefenaren met zich mee. Zo moet de veranderde wet- en regelgeving tijdig en volledig in de eigen organisatie worden ingevoerd en heeft dat gevolgen voor de dagelijkse werkzaamheden. Indien het bedrijf of de instelling waar de assistent-accountant werkt, niet juist omgaat met deze voorschriften, kan de belastingdienst zware sancties opleggen. De continue wijzigingen van wetten en regelingen zijn een belangrijke reden voor en het grote aanbod aan vakliteratuur, seminars en cursussen voor beroepsbeoefenaren.
9
Ontwikkelingen in de beroepsuitoefening
Automatisering Software en internettoepassingen bieden mogelijkheden om snel in te spelen op de verdergaande informatiebehoefte van klanten Grotere dienstverleners bieden klanten de mogelijkheid de bedrijfsadministratie te voeren in een systeem dat wordt aangeboden via een application service provider (ASP). De accountant kan dan via internet meekijken over de schouder van de financieel administratief medewerker van het bedrijf, waarna de accountant direct correcties kan voorstellen en/of doorvoeren. De software zorgt er ook voor dat de werkzaamheden voor de samenstellingopdracht veranderen. Daarvoor zal minder (handmatige) voorbereiding nodig zijn en komt de nadruk meer te liggen op controleren en corrigeren. Dienstenpakket Het is steeds meer van belang dat de accountant, de belastingadviseur en de administrateur toegevoegde waarde bieden. Naast de verrichting van administratieve en fiscale handelingen neemt het belang van controle en begeleiding toe. De juistheid van informatie en toetsing aan wet- en regelgeving is cruciaal. Daarnaast zal de accountant (en de assistent-accountant) zich meer toeleggen op het geven van toelichting en advies. Dit maakt het beroep afwisselender en aantrekkelijker. De toename in dienstverlening zal resulteren in meer contacten met de klant. Dienstverleners zullen met een actieve marktbenadering moeten inspelen op de huidige economische ontwikkelingen. Naast het bieden van de juiste prijs en kwaliteit behelst dit ook het profileren van het kantoor en het maken van strategische keuzes: het aanbieden van een breed dienstenpakket of specialisatie op een enkel marktsegment. Veranderende rol van de assistent-accountant Vanwege de ontwikkelingen in de automatisering zal de assistent-accountant steeds meer gaan controleren en corrigeren en de mogelijkheid hebben vooruit te kijken. Dat vraagt om meer kennis en inzicht in boekhouden en wet- en regelgeving. De klant koopt de know how inzake wet- en regelgeving in bij het accountancy- of administratiekantoor. Dat betekent dat de assistent-accountant voortdurend zijn kennis up to date moet houden middels interne kennisoverdracht, vakliteratuur, trainingen, congressen e.d. Daarnaast zijn een klantgerichte houding en goede communicatieve vaardigheden belangrijk om te kunnen voldoen aan de vraag naar toelichting en advies.
BCP Assistent-accountant
10
2
Overzicht van kerntaken en werkprocessen in het beroep
In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de kerntaken en werkprocessen kenmerkend voor het beroep. Een kerntaak is een kenmerkende taak binnen de beroepsuitoefening. Het betreft een substantieel deel van de beroepsuitoefening naar omvang, tijdsbeslag, frequentie en/of belang. Een werkproces is een afgebakend onderdeel van een kerntaak. Het werkproces kent een begin en een eind, heeft een resultaat en wordt kenmerkend herkend in de beroepspraktijk. De werkprocessen worden in handelingen beschreven opdat duidelijk is wat de beroepsbeoefening inhoudt. Assistent-accountant Kerntaak
Werkproces
Kerntaak 1 Controleert de dagboeken en werkt deze bij 1.1 Controleert en werkt het inkoopboek bij 1.2 Controleert en werkt het verkoopboek bij 1.3 Controleert en werkt de bankboeken bij 1.4 Controleert en werkt het kasboek bij Kerntaak 2 Verricht werkzaamheden t.b.v. periodeafsluitingen 2.1 Verricht boekingen in het memoriaal 2.2 Verricht werkzaamheden voor de periodeafsluiting Kerntaak 3 Verricht werkzaamheden t.b.v. belastingaangiften 3.1 Treft voorbereidingen voor de aangifte btw 3.2 Verricht werkzaamheden voor de aangifte inkomstenbelasting
BCP Assistent-accountant
11
3
Beschrijving van de kerntaken
In dit hoofdstuk zijn de verschillende kerntaken in dit beroepscompetentieprofiel beschreven. Daarnaast worden in de rechterkolom de werkprocessen benoemd en resultaten die een werkproces moet opleveren
3.1 Kerntaak 1 Controleert de dagboeken en werkt deze bij Kerntaak 1 Controleert de dagboeken en werkt deze bij Werkprocessen bij kerntaak 1 1.1 Controleert en werkt het Beschrijving werkproces: inkoopboek bij De assistent-accountant controleert of de klant de inkoopfacturen juist heeft ingevoerd of voert deze zelf in in een financieel administratief pakket. Hij controleert de Competenties 1.1: inkoopfacturen, rekenkundig en door vergelijking met Vakdeskundigheid toepassen onderliggende stukken. Hij vraagt indien nodig aanvullende Analyseren of ontbrekende gegevens op bij de klant. Hij controleert de Kwaliteit leveren boekingen aan de hand van het invoerverslag. Hij signaleert Instructies en procedures opvolgen en noteert bijzonderheden en bespreekt deze met de Op de behoeften en verwachtingen leidinggevende en maakt eventueel een voorstel voor van de "klant" richten correcties. Hij brengt eventuele wijzigingen aan. Resultaat: Een correct invoerverslag en correcte boekingen in het inkoopboek. De werkzaamheden aan het inkoopboek zij volgens de procedures en efficiënt uitgevoerd. De relevante documenten zijn op de juiste wijze gearchiveerd. Vakkennis en vakvaardigheden Elementaire kennis bedrijfsadministratie Elementaire kennis bedrijfseconomie Elementaire kennis van AO en bedrijfsprocessen Inzicht hebben in de betekenis van het inkoopproces in het totale bedrijfsproces, en de positie van de administratie daarin Inzicht in de fiscale gevolgen van boekingen Kennis van (digitale) archiveringssystemen en archiveringsvereisten Kennis van btw (percentages, heffing en afdracht) Kennis van wettelijke vereisten voor facturen Kennis van de functie en de inhoud van het werkprogramma Mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden in het Nederlands en het Engels Rekenvaardigheid voor financiële toepassingen Spreadsheetvaardigheid voor financiële toepassingen Vaardigheid met hulpmiddelen zoals boekhoudkundig softwarepakket, tekstverwerker en e-mail 1.2 Controleert en werkt het Beschrijving werkproces: verkoopboek bij De assistent-accountant controleert of de klant de verkoopfacturen en creditfacturen op de juiste manier heeft ingevoerd of voert deze zelf in in een financieel Competenties 1.2: administratief pakket. Hij controleert de verkoopfacturen en Vakdeskundigheid toepassen creditfacturen rekenkundig en door vergelijking met de Analyseren onderliggende stukken. Hij vraagt indien nodig aanvullende Kwaliteit leveren of ontbrekende gegevens op bij de klant. Hij controleert de Instructies en procedures opvolgen boekingen aan de hand van het invoerverslag. Hij signaleert Op de behoeften en verwachtingen en noteert bijzonderheden en bespreekt deze met de van de "klant" richten leidinggevende en maakt eventueel een voorstel voor correcties. Hij brengt eventuele wijzigingen aan. Resultaat: Een correct invoerverslag en correcte boekingen in het verkoopboek. De werkzaamheden aan het verkoopboek zijn volgens de procedures en efficiënt uitgevoerd. De relevante documenten zijn op de juiste wijze gearchiveerd.
BCP Assistent-accountant
12
Vakkennis en vakvaardigheden Elementaire kennis bedrijfsadministratie Elementaire kennis bedrijfseconomie Elementaire kennis van AO en bedrijfsprocessen Enig inzicht in de betekenis van het verkoopproces in het totale bedrijfsproces, en de positie van de administratie daarin Inzicht in de fiscale gevolgen van boekingen Kennis van (digitale) archiveringssystemen en archiveringsvereisten Kennis van btw (percentages, heffing en afdracht) Kennis van wettelijke vereisten voor facturen Kennis van de functie en de inhoud van het werkprogramma Mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden in het Nederlands en het Engels Rekenvaardigheid voor financiële toepassingen Spreadsheetvaardigheid voor financiële toepassingen Vaardigheid met hulpmiddelen zoals boekhoudkundig softwarepakket, tekstverwerker en e-mail 1.3 Controleert en werkt de Beschrijving werkproces: bankboeken bij De assistent-accountant controleert of de klant de bij- en afschrijvingen juist heeft ingevoerd of voert deze zelf in in een financieel administratief pakket, waarbij de Competenties 1.2: subadministraties debiteuren en crediteuren worden Formuleren en rapporteren bijgewerkt. Hij vraagt indien nodig aanvullende of Vakdeskundigheid toepassen ontbrekende gegevens op bij de klant. Hij signaleert Analyseren verschillen en rapporteert deze aan de klant. Hij controleert Kwaliteit leveren de boekingen aan de hand van het invoerverslag. Hij Instructies en procedures opvolgen signaleert en noteert bijzonderheden en bespreekt deze met Op de behoeften en verwachtingen de leidinggevende en maakt eventueel een voorstel voor van de "klant" richten correcties. Hij brengt eventuele wijzigingen aan. Resultaat: Correct invoerverslag en correct bijgewerkte bankboeken. Correct bijgewerkte inkoop- en verkoopadministratie (na mutaties vanuit de bankboeken). Een betrouwbaar overzicht van opgemerkte verschillen. De werkzaamheden aan het bankboek zijn volgens de procedures en efficiënt uitgevoerd. De relevante documenten zijn op de juiste wijze gearchiveerd. Vakkennis en vakvaardigheden Benodigde kennis bij controle van ontvangsten en betalingen per bank zoals bancair betalingsverkeer, E-bankieren, voor- en nafacturering, interest, vreemde valuta en betalingsvoorwaarden Elementaire kennis bedrijfsadministratie Elementaire kennis bedrijfseconomie Elementaire kennis van AO en bedrijfsprocessen Inzicht in de fiscale gevolgen van boekingen Kennis van (digitale) archiveringssystemen en archiveringsvereisten Kennis van btw (percentages, heffing en afdracht) Kennis van wettelijke vereisten voor facturen Kennis van de functie en de inhoud van het werkprogramma Mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden in het Nederlands en het Engels Rekenvaardigheid voor financiële toepassingen Spreadsheetvaardigheid voor financiële toepassingen Vaardigheid met hulpmiddelen zoals boekhoudkundig softwarepakket, tekstverwerker en e-mail 1.4 Controleert en werkt het Beschrijving werkproces: kasboek bij De assistent-accountant ordent de kasstukken. Hij controleert de boekingsstukken voor de kas en ziet toe op een juiste aanlevering. Hij vraagt indien nodig aanvullende Competenties 1.4: of ontbrekende gegevens op bij de klant. Hij signaleert Formuleren en rapporteren verschillen en rapporteert deze aan de klant. Vakdeskundigheid toepassen De assistent-accountant controleert of de klant de Analyseren kasstukken juist heeft ingevoerd of voert deze zelf in in een Kwaliteit leveren financieel administratief pakket. Hij controleert de boekingen Instructies en procedures opvolgen
BCP Assistent-accountant
13
aan de hand van het invoerverslag. Hij signaleert en noteert Op de behoeften en verwachtingen bijzonderheden en bespreekt deze met de leidinggevende van de "klant" richten en maakt eventueel een voorstel voor correcties. Hij brengt eventuele wijzigingen aan. Resultaat: Betrouwbaar bijgewerkt geautomatiseerd kasboek of bijgewerkte kasstaat en/of kasboek. Betrouwbaar overzicht van opgemerkte verschillen. De werkzaamheden aan het kasboek zijn volgens de procedures en efficiënt uitgevoerd. De relevante documenten zijn op de juiste wijze gearchiveerd. Vakkennis en vakvaardigheden Elementaire kennis bedrijfsadministratie Elementaire kennis bedrijfseconomie Elementaire kennis van AO en bedrijfsprocessen Inzicht in de fiscale gevolgen van boekingen Kennis van (digitale) archiveringssystemen en archiveringsvereisten Kennis van btw (percentages, heffing en afdracht) Kennis van kasbeheer, in het bijzonder saldo, kaslimiet, openen, afsluiten, bij en afstorten Kennis van kastransacties betreffende voor- en nafacturering, interest, vreemde valuta en betalingsvoorwaarden Kennis van wet MOT (meldingsplicht bij grote of ongebruikelijke kastransacties) Kennis van wettelijke vereisten voor facturen Kennis van de functie en de inhoud van het werkprogramma Mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden in het Nederlands en het Engels Rekenvaardigheid voor financiële toepassingen Spreadsheetvaardigheid voor financiële toepassingen Vaardigheid met hulpmiddelen zoals boekhoudkundig softwarepakket, tekstverwerker en e-mail Toelichting: Dienstverlening versus organisatievoorschriften De assistent accountant maakt een juiste afweging als hij een keuze moet maken tussen het belang van de klant en het hanteren van de voorschriften. Zelfstandigheid versus verantwoording De assistent accountant moet regelmatig bepalen of hij (te verwachten) problemen meldt aan zijn leidinggevende of niet. Integriteit versus voordelen op korte termijn en klantentevredenheid De assistent accountant moet dikwijls beoordelen of een bepaalde werkwijze of registratie geoorloofd is. Hierbij moet hij het belang van de klantentevredenheid afwegen tegen de integriteit. Zelfstandigheid versus deskundigheid De assistent accountant moet bepalen of hij de aangewezen persoon is om een vraag te beantwoorden of dat hij de vraag aan een collega met de juiste expertise moet doorspelen.
BCP Assistent-accountant
14
3.2 Kerntaak 2 Verricht werkzaamheden t.b.v. periodeafsluitingen Kerntaak 2 Verricht werkzaamheden t.b.v. Werkprocessen bij kerntaak 2 periodeafsluitingen 2.1 Verricht boekingen in het Beschrijving werkproces: memoriaal De assistent-accountant controleert of de klant de memoriaalboekingen juist heeft ingevoerd of voert deze zelf in in een financieel administratief pakket. Hij controleert Competenties 2.1: aangeboden gegevens op juistheid en plausibiliteit. De Formuleren en rapporteren assistent-accountant legt ingewikkelde boekingen voor aan Vakdeskundigheid toepassen de accountant, om de juiste coderingen en bedragen vast te Analyseren laten stellen. De assistent-accountant vraagt ontbrekende of Kwaliteit leveren aanvullende gegevens op bij klanten. Hij signaleert en Instructies en procedures opvolgen noteert fouten en bijzonderheden en bespreekt deze met de Op de behoeften en verwachtingen leidinggevende en maakt eventueel een voorstel voor van de "klant" richten correctieboekingen. Hij verricht de werkzaamheden stapsgewijs volgens het werkprogramma en draagt zorg voor de dossiervorming. Resultaat: Correcte boekingen in het memoriaal. Correct invoerverslag en verwerkingsverslag. Notities met fouten en bijzonderheden die bruikbaar zijn voor de leidinggevende. Bijgewerkt dossier van de klant met aantekeningen en correspondentie Vakkennis en vakvaardigheden Inzicht in de fiscale gevolgen van boekingen Kennis bedrijfsadministratie Kennis bedrijfseconomie Kennis van de functie en de inhoud van het werkprogramma Mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden in het Nederlands en het Engels Rekenvaardigheid voor financiële toepassingen Spreadsheetvaardigheid voor financiële toepassingen Vaardigheid met hulpmiddelen zoals boekhoudkundig softwarepakket, tekstverwerker en e-mail 2.2 Verricht werkzaamheden voor Beschrijving werkproces: De assistent-accountant verzamelt de informatie die nodig is de periodeafsluiting om de periodeafsluitingen van klanten te kunnen verzorgen en om te kunnen controleren of de boekhoudingen van de Competenties 2.2: klanten op de juiste wijze gevoerd zijn. Hij vraagt na overleg Formuleren en rapporteren met de leidinggevende ontbrekende informatie op bij Vakdeskundigheid toepassen klanten. Hij voert indien nodig voorafgaand of achteraf Analyseren journaalposten in t.b.v. de balans en de resultatenrekening. Kwaliteit leveren Hij controleert (enkele) activa, passiva, kosten en baten, Instructies en procedures opvolgen door middel van berekeningen, eenvoudige Met druk en tegenslag omgaan verbandscontroles en vergelijkingen met voorgaande Op de behoeften en verwachtingen perioden. Hij levert daarmee een bijdrage aan de toelichting van de "klant" richten op de cijfers. Vervolgens genereert hij de conceptbalans, de conceptresultatenrekening en de concepttoelichting. De assistent-accountant levert op verzoek gegevens aan over cashflow en een liquiditeitsbegroting. Hij doet de werkzaamheden voor kleine bedrijven met een eenvoudige administratie. Bij middelgrote bedrijven en/of ingewikkelde administraties werkt de assistent-accountant aan onderdelen van dit werkproces. Hij verricht de werkzaamheden stapsgewijs volgens het werkprogramma en draagt zorg voor de dossiervorming.
BCP Assistent-accountant
15
Resultaat: Voorafgaande journaalposten Concept balans en resultatenrekening, conform de wet en de bedrijfsrichtlijnen Helder controleverslag met berekeningen Liquiditeitsbegroting Notities met fouten en bijzonderheden die bruikbaar zijn voor leidinggevende Bijgewerkt dossier van de klant met aantekeningen en correspondentie Vakkennis en vakvaardigheden Cijfermatig inzicht hebben Inzicht in de fiscale gevolgen van boekingen Kennis bedrijfsadministratie Kennis bedrijfseconomie Kennis van de functie en de inhoud van het werkprogramma Kennis van rapportagetechnieken Kennis van de functie en het dienstenpakket van accountants- en administratiekantoren Inleidende kennis van de accountancy regelgeving Kennis van de belangrijkste boekhoudkundige begrippen in Engels vakjargon. Mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden in het Nederlands en het Engels Spreadsheetvaardigheid voor financiële toepassingen Vaardigheid met hulpmiddelen zoals boekhoudkundig softwarepakket, tekstverwerker en e-mail Toelichting: Dienstverlening versus organisatievoorschriften De assistent accountant maakt een juiste afweging als hij een keuze moet maken tussen het belang van de klant en het hanteren van de voorschriften. Zelfstandigheid versus verantwoording De assistent accountant moet regelmatig bepalen of hij (te verwachten) problemen meldt aan zijn leidinggevende of niet. Integriteit versus voordelen op korte termijn en klantentevredenheid De assistent accountant moet dikwijls beoordelen of een bepaalde werkwijze of registratie geoorloofd is. Hierbij moet hij het belang van de klantentevredenheid afwegen tegen de integriteit. Zelfstandigheid versus deskundigheid De assistent accountant moet bepalen of hij de aangewezen persoon is om een vraag te beantwoorden of dat hij de vraag aan een collega met de juiste expertise moet doorspelen.
BCP Assistent-accountant
16
3.3 Kerntaak 3 Verricht werkzaamheden t.b.v. belastingaangiften Kerntaak 3 Verricht werkzaamheden t.b.v. belastingaangiften Beschrijving werkproces: De assistent-accountant voert de aangiften btw van klanten in op basis van de relevante posten uit het grootboek. Hij controleert per aangifte de berekeningen, vergelijkt de aangifte met die van eerdere perioden, noteert eventuele fouten en bijzonderheden en bespreekt deze met zijn leidinggevende. Hij werkt het fiscale klantendossier bij en archiveert de gebruikte documenten. Hij verricht de werkzaamheden stapsgewijs volgens het werkprogramma en draagt zorg voor de dossiervorming.
Werkprocessen bij kerntaak 3 3.1 Treft voorbereidingen voor de aangifte btw Competenties 3.1: Formuleren en rapporteren Analyseren Kwaliteit leveren Instructies en procedures opvolgen Met druk en tegenslag omgaan Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten
Resultaat: Correcte aangifte btw Bijgewerkt fiscaal klantendossier met aantekeningen Notities met fouten en bijzonderheden die bruikbaar zijn voor de leidinggevende Vakkennis en vakvaardigheden Kennis van wettelijke richtlijnen voor aangiften btw (percentages, vrijstelling, heffing, afdracht en intracommunautaire levering) Enige kennis van overige belastingen: loonbelasting, inkomstenbelasting, sociale zekerheid, vennootschapsbelasting Kennis van (digitale) archiveringssystemen en archiveringsvereisten Mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden in het Nederlands en het Engels Rekenvaardigheid voor financiële toepassingen Vaardigheid met hulpmiddelen zoals internet, boekhoudkundig softwarepakket en/of digitale aangifteprogrammatuur 3.2 Verricht werkzaamheden voor Beschrijving werkproces: de aangifte inkomstenbelasting De assistent-accountant verzamelt en ordent de benodigde gegevens voor de aangiften inkomstenbelasting van klanten. Hij vraagt ontbrekende gegevens op of bij, of stelt Competenties 3.2: vragen ter verduidelijking aan de klant waar hij zijn Formuleren en rapporteren werkzaamheden voor verricht. Hij controleert de (voorlopige) Analyseren aanslagen inkomstenbelasting en maakt een vergelijking Kwaliteit leveren met de aangiften van vorige jaren. Vervolgens voert hij Instructies en procedures opvolgen onderdelen van de aangifte in. Hij werkt het fiscale Met druk en tegenslag omgaan klantendossier bij en archiveert de gebruikte documenten. Op de behoeften en verwachtingen Hij verricht de werkzaamheden stapsgewijs volgens het van de "klant" richten werkprogramma en draagt zorg voor de dossiervorming. Resultaat: Correcte en complete gegevens t.b.v. de aangifte inkomstenbelasting (evt. gedeeltelijk ingevulde aangifte) Bijgewerkt fiscaal dossier van de klant met aantekeningen en correspondentie Vakkennis en vakvaardigheden Kennis van wettelijke richtlijnen voor aangiften IB (Box 1 en 3 en gericht op ondernemers) Enige kennis van overige belastingen: loonbelasting, sociale zekerheid, vennootschapsbelasting Kennis van (digitale) archiveringssystemen en archiveringsvereisten. Kennis van de functie en de inhoud van het werkprogramma Mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden in het Nederlands en het Engels Rekenvaardigheid voor financiële toepassingen Vaardigheid met hulpmiddelen zoals internet, boekhoudkundig softwarepakket en/of digitale aangifteprogrammatuur.
BCP Assistent-accountant
17
Toelichting: Dienstverlening versus organisatievoorschriften De assistent accountant maakt een juiste afweging als hij een keuze moet maken tussen het belang van de klant en het hanteren van de voorschriften. Zelfstandigheid versus verantwoording De assistent accountant moet regelmatig bepalen of hij (te verwachten) problemen meldt aan zijn leidinggevende of niet. Integriteit versus voordelen op korte termijn en klantentevredenheid De assistent accountant moet dikwijls beoordelen of een bepaalde werkwijze of registratie geoorloofd is. Hierbij moet hij het belang van de klantentevredenheid afwegen tegen de integriteit. Zelfstandigheid versus deskundigheid De assistent accountant moet bepalen of hij de aangewezen persoon is om een vraag te beantwoorden of dat hij de vraag aan een collega met de juiste expertise moet doorspelen.
BCP Assistent-accountant
18