ASN Groenprojectenfonds Prospectus
1
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
1
ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V. Alexanderstraat 28 2514 JM ‘s-Gravenhage Postbus 30502 2500 GM ‘s-Gravenhage Telefoon 070 - 3569333 Fax 0800 - 0256455 www.asnbank.nl
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Verantwoording en belangrijke informatie Beleggers die geïnteresseerd zijn in participaties in het ASN Groenprojectenfonds (hierna: het “Fonds”) worden er nadrukkelijk op gewezen dat aan een belegging financiële risico’s zijn verbonden. Beleggers worden derhalve uitdrukkelijk geadviseerd het prospectus van het Fonds (hierna: het “Prospectus”) zorgvuldig te lezen en kennis te nemen van de volledige inhoud van het Prospectus. De in dit Prospectus opgenomen informatie kan niet worden aangemerkt als een beleggingsadvies. Iedere participant dient rekening te houden met zijn individuele omstandigheden alvorens de participaties in het Fonds te verwerven en doet er verstandig aan zich te laten adviseren door een onafhankelijke financieel en belastingadviseur onder meer met betrekking tot de structuur van het Fonds, de met een belegging in de participaties van het Fonds gepaard gaande risico’s en over de vraag in hoeverre een belegging daarin verenigbaar is met diens risicoprofiel. De afgifte en verspreiding van het Prospectus, alsmede het aanbieden, verkopen en leveren van de participaties in het Fonds kunnen in jurisdicties buiten Nederland onderworpen zijn aan (wettelijke) beperkingen. Personen die in het bezit komen van het Prospectus worden verzocht zich op de hoogte te stellen van die beperkingen en zich daaraan te houden. Het Prospectus vormt geen aanbod tot het verkrijgen van participaties in het Fonds of andere effecten en is geen uitnodiging tot het doen van een dergelijk aanbod, of een verzoek om in te schrijven op enige participatie van het Fonds in enige jurisdictie waar dit volgens de aldaar toepasselijke regelgeving niet geoorloofd is. De beheerder en de bewaarder van het Fonds zijn niet aansprakelijk voor schending van dergelijke regelgeving door een ander, ongeacht of deze een mogelijke koper van participaties is of niet. Ten aanzien van alle in het Prospectus opgenomen verwijzingen naar (verwachte) rendementen geldt dat de waarde van een participatie in het Fonds kan fluctueren en dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie bieden voor de toekomst. Ten aanzien van toekomstgerichte verklaringen geldt dat deze naar hun aard risico’s en onzekerheden inhouden aangezien ze betrekking hebben op gebeurtenissen die afhankelijk zijn van omstandigheden die zich in de toekomst al dan niet zullen voordoen. Met uitzondering van de beheerder van het Fonds is niemand gemachtigd met betrekking tot het Fonds informatie te verschaffen of verklaringen af te leggen die niet in het Prospectus zijn opgenomen. Indien zodanige informatie is verschaft of zodanige verklaringen zijn afgelegd, dient op dergelijke informatie of dergelijke verklaringen niet te worden vertrouwd als zijnde verstrekt of afgelegd door de beheerder van het Fonds. De afgifte van het Prospectus en koop, verkoop, uitgifte en inkoop van participaties in het Fonds houden onder geen enkele omstandigheid in dat de in het Prospectus vermelde informatie ook op een later tijdstip dan de datum hiervan nog juist is. De beheerder, zolang zij de beheerder is van het Fonds, zal de gegevens in het Prospectus actualiseren zodra daartoe aanleiding bestaat. Op het Prospectus is Nederlands recht van toepassing. Voor dit product is een financiële bijsluiter opgesteld met informatie over het product, de kosten en de risico’s. Loop geen onnodig risico, lees de financiële bijsluiter.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
2
Inhoudsopgave 1. Definities
5
2. Inleiding
7
3. De ASN-uitgangspunten
8
4.
9
Structuur Het Fonds Doelstelling Fonds Beleggingsbeleid Waarderingsgrondslagen Risicoprofiel Rendement Participaties Beleggersgiro Beheerder Het beheer - uitbesteding werkzaamheden Het beheer - organisatie en besluitvorming uitbestede werkzaamheden Het beheer - gelieerde partijen Bewaarder Raad van Toezicht ASN Groenprojectenfonds Vergadering van participanten Ontbinding en vereffening
3
5. Wijziging van de voorwaarden
14
6. Verslaggeving
15
7. Informatieverstrekking
16
8.
Vaststelling intrinsieke waarde en koersvorming Vaststelling van de intrinsieke waarde Compensatie onjuist berekende intrinsieke waarde Koersvorming
17
9.
Kosten en vergoedingen Algemeen Totale kostenvergoeding Transactiekosten Kosten bij uitgifte en inkoop van participaties Transactiekosten Beleggersgiro Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde
19
10. Gegevens betreffende de rechten van deelneming Beleggersgiro Uitgifte van participaties Minimale inlegtermijn Inkoop van participaties Uitkeringen
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
20
Inhoudsopgave
11. Risicofactoren Algemeen Rendementsrisico Kredietrisico Marktrisico Inflatierisico Verhandelbaarheidrisico Wijzigingsrisico belastingregimes Monitoring risico’s
23
12. Fiscale aspecten Fiscale structuur Fiscale aspecten voor de Nederlandse participant
24
13. Overige informatie Algemeen Klachtenregeling Assurance-rapport Accountant Verklaring beheerder
26
14. Personalia
28
Bijlagen: Registratiedocument ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V.
29
Voorwaarden van Beheer en Bewaring ASN Groenprojectenfonds
Regeling Groenprojecten 2005
4
Separate bijlage* De jaarrekeningen van het Fonds over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaarbericht.
* De bijlage is kosteloos verkrijgbaar bij ABB en is tevens beschikbaar op de Webpagina van ABB op de website van de ASN Bank, bereikbaar via www.asnbank.nl / Beleggen / Over de beheerder
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
1. Definities In het Prospectus hebben de volgende woorden en afkortingen de daarbij genoemde betekenis.* ABB de beheerder van het Fonds, ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V., statutair gevestigd te ‘s-Gravenhage en met adres Alexanderstraat 28, 2514 JM ’s-Gravenhage ASN Bank ASN Bank N.V., statutair gevestigd te ‘s-Gravenhage en met adres Alexanderstraat 28, 2514 JM ‘s-Gravenhage Beleggersgiro
Stichting SNS Beleggersgiro, gevestigd te ’s-Hertogenbosch
BGfo
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Fonds
het fonds voor gemene rekening ASN Groenprojectenfonds
Groene Instelling een aangewezen instelling in het kader van de Regeling Groenprojecten 2005 waarvan het doel en de feitelijke werkzaamheden hoofdzakelijk (voor ten minste 70%) bestaan uit het deelnemen in daartoe aangewezen projecten die in het belang zijn van de bescherming van het milieu, waaronder natuur en bos. Pettelaar de bewaarder van het Fonds, Pettelaar Effectenbewaarbedrijf N.V., statutair gevestigd te Utrecht en met adres Pettelaarpark 120, 5216 PT ’s-Hertogenbosch Prospectus
het prospectus van het Fonds als bedoeld in artikel 4:49 lid 1 van de Wft
Regeling Groenprojecten regeling van de Staatssecretaris van VROM en de Staatssecretaris van 2005 Financiën van 22 juni 2005, nr. DGM/SB/ET 2005127181, houdende regels inzake de aanwijzing van en verklaring voor in Nederland gelegen projecten welke in het belang zijn van de bescherming van het milieu, waaronder natuur en bos. Registratiedocument het registratiedocument met betrekking tot ABB als bedoeld in artikel 4:48 van de Wft SNS Bank SNS Bank N.V. statutair gevestigd te Utrecht en met adres Croeselaan 1, 3521 BJ Utrecht SNS Asset Management de naamloze vennootschap SNS Asset Management N.V., statutair gevestigd te Utrecht met adres Pettelaarpark 120, 5216 PT ’s-Hertogenbosch
* T enzij uitdrukkelijk anders is aangegeven, heeft een begrip dat hiervoor is omschreven in het meervoud in het enkelvoud dezelfde betekenis met dienovereenkomstige aanpassing van de vermelde omschrijving en vice versa
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
5
Stichting Stichting ASN Beleggingsfondsen, gevestigd te ’s-Gravenhage en met adres Alexanderstraat 28, 2514JM ’s-Gravenhage Voorwaarden van Beheer en Bewaring Webpagina van ABB
de overeenkomst tussen ABB en Pettelaar als bedoeld in artikel 4:43 van de Wft
Wft
wet op het financieel toezicht
www.asnbank.nl > Beleggen > Over de Beheerder
6
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
2. Inleiding Het Fonds is aangewezen als een Groene Instelling in het kader van de Regeling Groenprojecten 2005. Met deze regeling stimuleert de overheid initiatieven voor behoud en verbetering van natuur en milieu. De overheid biedt investeerders in deze projecten belastingvoordelen en bevordert daarmee milieuvriendelijke investeringen. Een Groene Instelling is een aangewezen instelling, waarvan het doel en de feitelijke werkzaamheden bestaan uit het hoofdzakelijk (voor ten minste 70%) beleggen in daartoe aangewezen projecten die in het belang zijn van de bescherming van het milieu, waaronder natuur en bos. Om deze zogenoemde groenprojecten (verder) tot ontwikkeling te brengen is ter stimulans een fiscale faciliteit in de Wet inkomstenbelasting 2001 opgenomen. Nadere informatie over de fiscale faciliteit is opgenomen in Hoofdstuk 12 “Fiscale aspecten”. Groen beleggen is een bijzonder instrument. Vanwege de fiscaal vriendelijke behandeling van de groene belegger wordt op grote schaal privaat geld tegen gunstige voorwaarden beschikbaar gesteld voor investeringen in milieu- en energieprojecten. De hoofdrol is weggelegd voor de particuliere beleggers, die hiermee bijdragen aan een duurzame samenleving. Een andere belangrijke rol is weggelegd voor de ASN Bank. Deze zorgt met het Fonds voor het beheer van de ingelegde gelden en de financiering van groene projecten. Het concept van een Groene Instelling beantwoordt in hoge mate aan de door de ASN Bank geformuleerde maatschappelijke opdracht (“mission statement”) en het daarop gebaseerde en reeds jaren gehanteerde beleggingsbeleid van de ASN Bank. De ASN Bank is één van de voortrekkers van beleggen en financieren met oog voor een rechtvaardige, duurzame samenleving. Voor de ASN Bank is het doen financieren van projecten of het verstrekken van kredieten een onderdeel van het tot stand brengen van maatschappelijke veranderingen op het gebied van sociale rechtvaardigheid, de mensenrechten, het milieu, het gebruik van grondstoffen en hulpbronnen.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
7
3. De ASN-uitgangspunten Het Fonds is een initiatief van de ASN Bank. De ASN Bank biedt de mogelijkheid aan om deel te nemen in het Fonds als logisch voortvloeisel uit de door haar geformuleerde maatschappelijke opdracht (“mission statement”) en de daaruit voortvloeiende waarden en aspiraties. Het mission statement van de ASN Bank met toelichting luidt als volgt: “De ASN Bank is een onderneming die de duurzaamheid van de samenleving wil bevorderen en zich in haar economisch handelen daardoor laat leiden. Het bevorderen van de duurzaamheid van de samenleving wordt gezien als het meewerken aan veranderingen die zijn bedoeld om een einde te maken aan processen waarvan de nadelige gevolgen worden verschoven naar de toekomst, of worden afgewenteld op het milieu, de natuur en kwetsbare bevolkingsgroepen. Het economisch handelen duidt op de erkenning van de noodzaak om op lange termijn een rendement te behalen dat het gezond voortbestaan van de ASN Bank waarborgt en op de erkenning van de noodzaak om de aan de ASN Bank toevertrouwde middelen te beheren op een wijze die recht doet aan de verwachtingen van cliënten te dien aanzien.” Met betrekking tot groenprojecten geldt dat de duurzaamheid van de samenleving onder andere is gediend met het beschermen van het milieu, waaronder natuur en bos, het stimuleren van methoden voor biologische voedselproductie, het zuinig omspringen met delfstoffen en energie en het investeren in de exploitatie van milieuvriendelijke energiebronnen. Ondernemingen of instellingen die zich inspannen om de duurzaamheid van de samenleving in bovenbedoelde zin te bevorderen zijn, naast groenprojecten die bij ministeriële beschikking als zodanig zijn aangewezen, geschikt als beleggingsobject voor het Fonds.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
8
4. Structuur Het Fonds Het Fonds is ingericht als een open fonds voor gemene rekening met een (semi) open-end karakter. Het Fonds heeft geen rechtspersoonlijkheid en is geen vennootschap in de zin van titel 7.13 van het Burgerlijk Wetboek. Als beheerder van het Fonds treedt ABB op. Pettelaar treedt op als bewaarder van het Fonds. Het Fonds is voor onbepaalde tijd gevormd op 15 november 1995 op welke datum het Fonds ook een vergunning van de toenmalige toezichthouder (De Nederlandsche Bank) heeft verkregen. In verband met een wetswijziging is het Fonds zelf niet langer vergunningplichtig en heeft ABB als beheerder van het Fonds een vergunning verkregen en wel op 5 mei 2006. Het Fonds wordt beheerst door de Voorwaarden van Beheer en Bewaring. Deze Voorwaarden van Beheer en Bewaring regelen de rechtsverhouding tussen ABB, Pettelaar en de participanten, maar niet de rechtsverhouding tussen de participanten onderling. Op de Voorwaarden van Beheer en Bewaring is Nederlands recht van toepassing. Het Fonds houdt kantoor te ‘s-Gravenhage.
Doelstelling Fonds Het Fonds heeft ten doel het doen van beleggingen in onderhandse leningen en zal hoofdzakelijk beleggen in daartoe aangewezen groenprojecten als bedoeld in de Regeling Groenprojecten 2005 die onderdeel is van de Wet inkomensbelasting 2001.
Beleggingsbeleid Het Fonds belegt voor ten minste 70% in projecten die de status van groenproject hebben verkregen overeenkomstig de criteria welke zijn vastgesteld in de Regeling Groenprojecten 2005. Als bijlage van het Prospectus is de Regeling Groenprojecten 2005 opgenomen, waarin de projecten zijn opgenomen die in aanmerking komen voor het verkrijgen van de status van groenproject. De beleggingen van het Fonds in projecten vinden in overwegende mate plaats door middel van onderhandse leningen aan overheden, ondernemingen en non-profit organisaties. Hoewel de Regeling Groenprojecten 2005 een zekere beperking van de keuze van beleggingen inhoudt, wordt een risicomijdend gedrag nagestreefd. Voor een overzicht van de beleggingen waarin het Fonds van tijd tot tijd belegt, wordt verwezen naar de Webpagina van ABB. ABB heeft zich tegenover de beleggers ten doel gesteld openheid te betrachten omtrent de beleggingsbeslissingen. Zij is bereid te beargumenteren waarom een bepaalde beleggingsbeslissing genomen is dan wel zal worden genomen Het (nog) niet in onderhandse leningen belegde deel van het fondsvermogen wordt belegd in Nederlandse in euro luidende vastrentende waarden of wordt op een spaarrekening bij ASN Bank aangehouden. Hierover wordt een marktconforme rente ontvangen. Voor zover het (nog) niet belegde deel van het fondsvermogen belegd wordt in beursgenoteerde vastrentende waarden zullen deze genoteerd zijn aan Euronext Amsterdam. Uitkering aan de participanten van de voor uitkering beschikbare winst van het Fonds geschiedt jaarlijks vóór 1 juli in contanten. De belegger ontvangt het aldus uitgekeerde netto bedrag automatisch en kosteloos via de desbetreffende beleggingsrekening herbelegd in participaties. Gedurende één maand nadat het bedrag van de netto uitkering in de vorm participaties is bijgeschreven op de beleggingsrekening, kan de participant een bedrag gelijk aan of minder dan de netto uitkering kosteloos opnemen. De betaalbaarstelling van uitkeringen aan participanten, de samenstelling van de uitkeringen alsmede de wijze van betaalbaarstelling wordt bekendgemaakt per advertentie in een landelijk verspreid dagblad of aan het adres van iedere participant.
Selectie en spreiding Bij de selectie van beleggingen is de kredietwaardigheid van de debiteur en de kwaliteit van het management van de onderneming waaraan de onderhandse lening wordt verstrekt van groot belang. Indien er additionele zekerheden nodig worden geacht, zullen de leningen worden gezekerd door te vestigen hypotheek- of pandrechten, borgstellingen c.q. garanties van derden of anderszins.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
9
Een belegging of financiering in één project zal niet meer dan 15% van het gehele fondsvermogen beslaan, met dien verstande dat het –indien dit naar het oordeel van ABB in het belang van het Fonds is- toegestaan is deze limiet van 15% te overstijgen mits dit tijdelijk is en hiervoor de goedkeuring is verkregen van de Raad van Toezicht.
Waarderingsgrondslagen De beleggingen door het Fonds worden gewaardeerd op de reële waarde. Beleggingen in beursgenoteerde effecten worden gewaardeerd tegen de laatste beurskoers. De reële waarde van groenleningen wordt bepaald op basis van de contante waarde van de toekomstige kasstromen. Daarbij worden de resterende looptijd en mogelijkheid van vervroegde aflossing in acht genomen. Bij de bepaling van de contante waarde van de toekomstige kasstromen wordt rekening gehouden met het fiscale voordeel dat de particuliere belegger heeft door te beleggen in een groenfonds, door per lening een afslag op de rentecurve te bepalen. De gehanteerde rekenrente is de marktrente voor vergelijkbare financieringen met een looptijd in overeenstemming met de resterende looptijd van de lening. Deze wordt eventueel verhoogd met een risico-opslag voor specifieke debiteurenrisico’s. Zo nodig wordt hierop een voorziening voor oninbaarheid in mindering gebracht. Niet groenleningen worden op dezelfde wijze gewaardeerd als groenleningen, maar zonder rekening te houden met het fiscale voordeel. 10
Risicoprofiel Aan beleggingen in het Fonds zijn financiële kansen, maar ook financiële risico’s verbonden. De beleggingen van het Fonds zijn onderhevig aan marktfluctuaties en aan de risico’s die inherent zijn aan beleggingen. De intrinsieke waarde van het Fonds kan zowel stijgen als dalen. Voor nadere informatie over de risico´s verbonden aan het Fonds wordt verwezen naar Hoofdstuk 11 (“Risicofactoren”).
Rendement Vanaf 2003 heeft het Fonds het navolgende rendement behaald, dat op basis van uitgifteprijzen is berekend en voor zover van toepassing inclusief herbelegd dividend: 2008: 2007: 2006: 2005: 2004:
4,16 % 1,27 % 0,37 % 0,15 % 5,20 %
Een vergelijkend overzicht van de ontwikkelingen van het vermogen van het Fonds, alsmede van de baten en lasten van het Fonds over de afgelopen drie jaar zijn vervat in de jaarrekeningen over de laatste drie boekjaren, en de op die jaarrekeningen betrekking hebbende verklaringen en de laatste halfjaarcijfers.
Participaties Het Fonds geeft participaties uit aan de participanten. De participanten zijn gezamenlijk economisch gerechtigd tot het vermogen van het Fonds. De participaties luiden op naam en worden afgerond tot vijf decimalen achter de komma. Iedere individuele participant is economisch gerechtigd tot het vermogen van het Fonds voor het aantal participaties dat op zijn of haar naam staat geregistreerd in verhouding tot het totale aantal uitstaande participaties. De participaties zijn vrij overdraagbaar aan derden. De overdracht kan echter alleen plaatsvinden middels administratieve tussenkomst van de Beheerder. De Beleggersgiro houdt voor ABB een register van participanten bij waarin de namen en adressen van alle participanten worden opgenomen met vermelding van het aantal participaties en de datum waarop de desbetreffende participaties zijn uitgegeven. Van de participaties worden geen bewijsstukken uitgereikt, anders dan een effectennota waarop het aantal gehouden participaties wordt vermeld die wordt verstrekt door de Beleggersgiro.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Het Fonds is een (semi) open-end beleggingsinstelling. Dit betekent dat het Fonds in beginsel elke werkdag participaties zal kunnen uitgeven of inkopen, zoals nader omschreven in de Voorwaarden van Beheer en Bewaring, tegen een prijs gebaseerd op de intrinsieke waarde per participatie van het Fonds. Nadere informatie hierover is opgenomen in Hoofdstuk 8 (“Vaststelling Intrinsieke waarde en koersvorming”) en Hoofdstuk 10 (“Gegevens betreffende de rechten van deelneming”). Het Fonds is niet genoteerd aan Euronext Amsterdam N.V. of enige andere effectenbeurs.
Beleggersgiro Deelnemen in het Fonds kan uitsluitend door middel van de Beleggersgiro. Iedere belegger in het Fonds kan daartoe bij de ASN Bank, SNS Bank, SNS Regio Bank N.V. of REAAL Bancaire Diensten (een handelsnaam van SNS Regio Bank N.V.) een rekening openen voor deelname aan het girale systeem. Via de Beleggersgiro kan de belegger ook zijn deelnemingen in het Fonds switchen voor deelnemingen in andere ASN Beleggingsfondsen conform de voorwaarden van de Beleggersgiro. Het reglement van de Beleggersgiro is beschikbaar via de Webpagina van ABB. Daarnaast zijn de reglementen van de Beleggersgiro desgevraagd kosteloos verkrijgbaar bij de ASN Bank.
Beheerder ABB is de beheerder van het Fonds als bedoeld in artikel 1:1 van de Wft en bepaalt het beleggings- en financieringsbeleid van het Fonds. ABB beheert het vermogen van het Fonds. Hieronder wordt verstaan het beleggen en herbeleggen van gelden en andere goederen van het Fonds. Voorts is ABB bevoegd activa te selecteren, te verkopen, te verhandelen en te investeren voor het Fonds. Verder kan ABB accountants, juridische adviseurs en andere deskundigen inschakelen in het kader van haar werkzaamheden als beheerder van het Fonds en bepaalt ABB het beleid met betrekking tot verkoop of indeling van de beleggingen van gelden en andere activa van het Fonds. ABB is ook bevoegd die overeenkomsten aan te gaan die hij nodig acht voor het uitoefenen van zijn werkzaamheden als beheerder van het Fonds. ABB is jegens het Fonds en de participanten slechts aansprakelijk voor de door hen geleden schade, voorzover de schade het gevolg is van opzet of grove schuld van ABB. ABB is ook statutair bestuurder en beheerder van ASN Beleggingsfondsen N.V. en beheerder van het ASN-Novib Fonds. Voor een verdere beschrijving van de zeggenschapsstructuur waarin ABB met andere personen is verbonden wordt verwezen naar het Registratiedocument, dat onderdeel uitmaakt van dit Prospectus. In dit Registratiedocument zijn eveneens weergegeven de gegevens over de personen die het (dagelijks) beleid van het Fonds (mede) bepalen onder vermelding van de voornaamste door deze personen buiten het Fonds uitgeoefende activiteiten, voor zover deze activiteiten verband houden met de werkzaamheden van het Fonds. De leden van de directie van ABB ontvangen noch van het Fonds, noch van ABB een vergoeding voor hun werkzaamheden.
Het beheer - uitbesteding werkzaamheden ABB heeft geen personeel in dienst. Voor haar werkzaamheden als beheerder van het Fonds maakt zij gebruik van diensten van derden. De uitgangspunten van de samenwerking met de dienstverlenende instellingen zijn schriftelijk vastgelegd in overeenkomsten. In deze overeenkomsten zijn onder meer bepalingen opgenomen die waarborgen dat ABB voldoet aan de eisen die voortvloeien uit de Wft. Voorts zijn in de overeenkomsten bepalingen opgenomen met betrekking tot prestatienormen, onderlinge informatieverschaffing, de (formele) opzegtermijn en de vergoeding. De vergoeding voor de uitbestede werkzaamheden komen volledig ten laste van ABB. Het beleggings- en financieringsbeleid, op basis waarvan het vermogensbeheer van het Fonds plaatsvindt, wordt altijd door ABB vastgesteld. Hieronder volgt een overzicht van de werkzaamheden waarvoor ABB opdracht aan derden heeft gegeven: Werkzaamheden Uitvoering van het vermogensbeheer Uitvoering van de administratie Voeren van de participantenadministratie
Dienstverlenende instelling ASN Bank SNS Asset Management Beleggersgiro
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
11
Het beheer - organisatie en besluitvorming uitbestede werkzaamheden Met de ASN Bank is een vermogensbeheerovereenkomst gesloten, waarin de beleggingsrestricties zijn uitgewerkt. Deze beleggingsrestricties zijn een gedetailleerde en concrete uitwerking van de in het Prospectus vermelde restricties aan het beleggingsbeleid. Het gevoerde en te voeren beleggingsbeleid wordt door ABB minimaal eenmaal per kwartaal besproken met de vermogensbeheerder. Ieder kwartaal verschaft de vermogensbeheerder aan ABB een rapportage. Algemene economische ontwikkelingen, gevoerd beleggingsbeleid en rendementsontwikkeling worden in deze rapportage toegelicht. ABB toetst op basis van rapportages van de vermogensbeheerder of voldaan wordt aan de overeengekomen beleggingsrestricties. ABB is te allen tijde bevoegd om de samenwerking met genoemde dienstverlenende instellingen te beëindigen en de taken uit te besteden aan andere bevoegde instellingen, dan wel zelf ter hand te nemen.
Het beheer - gelieerde partijen Bij de uitvoering van het beleggingsbeleid kunnen transacties worden verricht met aan ABB gelieerde partijen. Het kan de volgende transactiesoorten betreffen: valutatransacties, bancaire diensten en bemiddelingsdiensten. Indien transacties worden verricht met gelieerde partijen zullen deze onder marktconforme voorwaarden plaatsvinden. Bij een transactie met een gelieerde partij buiten een gereglementeerde markt, effectenbeurs of een andere geregelde, regelmatig functionerende, erkende open markt, zal in alle gevallen een onafhankelijke waardebepaling ten grondslag liggen aan de transactie. Ingevolge het Bgfo worden de entiteiten die deel uitmaken van de groep van SNS REAAL N.V. en de Beleggersgiro aangemerkt als gelieerde partijen met betrekking tot het Fonds.
Bewaarder Pettelaar treedt op als bewaarder als bedoeld in artikel 1:1 van de Wft van onder meer het Fonds en bewaart als zodanig de activa van het Fonds en administreert de goederen waarin het Fonds belegt. Pettelaar is juridisch eigenaar van en juridisch gerechtigd tot de beleggingen van het Fonds. Zij houdt deze beleggingen voor rekening en risico van de participanten. Verplichtingen worden door het Fonds aangegaan door ABB en Pettelaar gezamenlijk. Pettelaar is jegens het Fonds en de participanten slechts aansprakelijk voor door hen geleden schade voorzover deze schade het gevolg is van verwijtbare niet-nakoming of gebrekkige nakoming van zijn verplichtingen. Dit geldt ook wanneer Pettelaar de bij haar in bewaring gegeven activa geheel of ten dele aan een derde heeft toevertrouwd. Voor een beschrijving van de zeggenschapsstructuur waarin Pettelaar met andere personen is verbonden wordt verwezen naar het Registratiedocument, dat onderdeel uitmaakt van het Prospectus.
Raad van Toezicht ASN Groenprojectenfonds Er is een Raad van Toezicht die onder meer tot taak heeft toe te zien op de naleving van de Voorwaarden van Beheer en Bewaring. De leden van de Raad van Toezicht worden op voordracht van de ASN Bank door de vergadering van participanten benoemd, geschorst en ontslagen. De leden van de Raad van Toezicht worden maximaal tweemaal voor een periode van 4 jaar benoemd, tenzij de vergadering van participanten op voorstel van de Raad van Toezicht anders bepaalt; de Raad van Toezicht stelt een schema van aftreden vast en benoemt uit haar midden een voorzitter. De Raad van Toezicht is bevoegd ABB gevraagd en ongevraagd raad te geven omtrent de uitoefening van haar taak. Tevens is de Raad van Toezicht bevoegd ABB en Pettelaar te schorsen en te ontslaan. Voorts is de Raad van Toezicht bevoegd de beheerder en de bewaarder, na de vergadering van participanten gehoord te hebben, te benoemen. Deze bevoegdheid en de overige bevoegdheden van de Raad van Toezicht zijn vastgelegd in de Voorwaarden van Beheer en Bewaring. De Raad van Toezicht is niet verantwoordelijk voor de wijze van belegging en herbelegging. De Raad van Toezicht ontvangt een vergoeding voor haar werkzaamheden die jaarlijks openbaar wordt gemaakt in het jaarverslag.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
12
De Raad van Toezicht bestaat uit: 1. C.M.L. Hijmans van den Bergh 2. M. Lückerath-Rovers 3. H. Muller, vice-voorzitter 4. H.J. van Oene 5. S.W.G. Ruesen 6. T.L.E. Strop-von Meijenfeldt 7. J.C. Verheij, voorzitter
Vergadering van participanten Jaarlijks wordt voor 1 mei een vergadering van participanten gehouden waarin de resultaten van het Fonds over het voorafgaande boekjaar worden besproken. Voorts wordt in ieder geval een vergadering van participanten van het Fonds gehouden, teneinde de participanten te horen: i) indien ABB of Pettelaar te kennen heeft gegeven haar functie neer te willen leggen; ii) wanneer een andere beheerder/bewaarder of een lid van de Raad van Toezicht dient te worden benoemd; iii) indien ABB en Pettelaar het voornemen hebben de Voorwaarden van Beheer en Bewaring te wijzigen waardoor rechten of zekerheden van participanten worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd of waardoor het beleggingsbeleid van het Fonds wordt gewijzigd; iv) indien ABB het Fonds wenst op te heffen en v) in geval van vereffening en/of vi) indien ABB het voornemen heeft de fiscale status van beleggingsinstelling van het Fonds te doen beëindigen. Daarnaast wordt een vergadering bijeengeroepen, zodra één of meer participanten, die tezamen ten minste tien procent (10%) van het totale aantal uitstaande participaties vertegenwoordigen, daarom verzoeken. Een oproeping voor een vergadering van participanten van het Fonds zal ten minste veertien dagen vóór de aanvang van die vergadering geschieden per advertentie in een of meer landelijk verspreide Nederlandse dagbladen of aan het adres van iedere participant, alsmede op de Webpagina van ABB. In de vergadering van participanten geeft elke gehele participatie recht op het uitbrengen van één stem. Het stemrecht dat verbonden is aan participaties die worden gehouden door de Beleggersgiro (namens de beleggers) wordt in beginsel uitgeoefend door de Beleggersgiro. Een participant die zelf het stemrecht wil uitoefenen kan de Beleggersgiro verzoeken hem een volmacht te verstrekken ter zake van zoveel participaties als overeenkomt met zijn deelneming in het girale systeem. Stemrechten verbonden aan participaties waarvoor geen verzoek tot het uitoefenen van stemrecht is gedaan komen bij herroepelijke volmacht toe aan de Stichting. Deze Stichting is opgericht met als doel om het stemrecht op de vergadering van participanten uit te oefenen en beoogt de continuïteit in het bestuur over het Fonds en het beleid van het Fonds te waarborgen en zal van het door de Beleggersgiro verleende recht in beginsel slechts gebruik maken indien naar het oordeel van het bestuur van de Stichting, de continuïteit in het bestuur over de Fondsen en/of het beleid van de Fondsen gevaar loopt. Voor nadere informatie over het uitoefenen van het stemrecht wordt verwezen naar het reglement van de Beleggersgiro dat beschikbaar is via de Webpagina van ABB. Daarnaast zijn de reglementen van de Beleggersgiro desgevraagd kosteloos verkrijgbaar bij ASN Bank.
Ontbinding en vereffening ABB is bevoegd tot liquidatie van het Fonds en kan hiertoe overgaan nadat de vergadering van participanten is gehoord en goedkeuring is verkregen van de Raad van Toezicht. De vereffening geschiedt door ABB. Deze legt daarover rekening en verantwoording af aan de vergadering van participanten. ABB kan, nadat zij rekening en verantwoording heeft afgelegd, besluiten de beschikbare bedragen naar evenredigheid op participaties beschikbaar te stellen.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
13
5. Wijziging van de voorwaarden De Voorwaarden van Beheer en Bewaring kunnen worden gewijzigd door ABB en Pettelaar tezamen, mits goedkeuring is verkregen van de Raad van Toezicht en –indien het een wijziging betreft waardoor rechten of zekerheden van de participanten worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd of waardoor het beleggingsbeleid van het Fonds wordt gewijzigd- nadat de vergadering van participanten daarover is gehoord. Een (voorstel tot) wijziging van de voorwaarden die gelden tussen het Fonds en de participanten wordt bekendgemaakt in een advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere participant, alsmede op de Webpagina van ABB. Een (voorstel tot) wijziging van de voorwaarden wordt toegelicht op de Webpagina van ABB. Wijzigingen van de voorwaarden die gelden tussen het Fonds en de participanten waardoor rechten of zekerheden van de participanten worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, of waardoor het beleggingsbeleid wordt gewijzigd, worden tegen degenen die participanten zijn op het tijdstip van de hierna bedoelde bekendmaking niet ingeroepen voordat drie maanden zijn verstreken na bekendmaking van de wijziging op de wijze zoals hiervoor vermeld. Gedurende deze periode kunnen de participanten hun participaties van het Fonds tegen de gebruikelijke voorwaarden doen inkopen door het Fonds, onverminderd het daarover bepaalde in het Prospectus, de Voorwaarden van Beheer en Bewaring en de overige voorwaarden die gelden tussen het Fonds en de participanten.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
14
6. Verslaggeving Het boekjaar van het Fonds is gelijk aan het kalenderjaar. ABB maakt jaarlijks binnen vier maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening, het jaarverslag en overige gegevens openbaar over dat boekjaar, met inachtneming van het bepaalde in Titel 9, Boek 2 Burgerlijk Wetboek en hetgeen bepaald is in het BGfo. De jaarrekening bestaat uit een balans, een winst- en verliesrekening alsmede een toelichting. De jaarrekeningen van het Fonds over de laatste drie boekjaren met het jaarverslag en de overige gegevens maken onderdeel uit van dit Prospectus. ABB verleent een accountant, als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 Burgerlijk Wetboek of een organisatie waarin accountants samenwerken, opdracht om de jaarrekening te onderzoeken. De accountant onderzoekt of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en samenstelling van het vermogen en het resultaat over het desbetreffende boekjaar en geeft de uitslag van zijn onderzoek in een verklaring weer. De verklaring van de accountant zal aan de jaarrekening worden toegevoegd. Jaarlijks voor 1 mei wordt een vergadering van participanten gehouden teneinde de resultaten van het Fonds te bespreken. Binnen acht dagen na vaststelling van de jaarrekening van het Fonds legt ABB de jaarrekening neer bij het handelsregister en wordt aan de participanten mededeling gedaan waar de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens verkrijgbaar zijn. Indien een jaarverslag gewijzigd is vastgesteld vermeldt deze mededeling tevens dat het jaarverslag tezamen met de daarop betrekking hebbende verklaring van de accountant door het Fonds kosteloos beschikbaar wordt gesteld aan de participanten en wordt gepubliceerd op de Webpagina van ABB. Jaarlijks binnen negen weken na afloop van de eerste zes maanden van elk boekjaar maakt ABB een halfjaarbericht openbaar over de eerste helft van dat boekjaar met inachtneming van het bepaalde in het BGfo. Gelijktijdig met de openbaarmaking van het halfjaarbericht wordt door ABB aan alle participanten mededeling gedaan van de plaats waar het halfjaarbericht – kosteloos – verkrijgbaar is. De jaarrekeningen en halfjaarberichten luiden in euro. De laatste jaarrekening van het Fonds is gecontroleerd door KPMG Accountants N.V., Burgemeester Rijnderslaan 20, 1185 MC Amstelveen. De halfjaarberichten en jaarrekeningen (inclusief jaarverslag en overige gegevens) van het Fonds over de laatste drie boekjaren met bijbehorende accountantsverklaring en het laatste halfjaarbericht zijn openbaar en op aanvraag kosteloos verkrijgbaar op het kantooradres van ABB en zullen worden gepubliceerd op de Webpagina van ABB. Deze documenten maken onderdeel uit van het Prospectus als een separate bijlage. In deze bijlage zullen nieuwe halfjaarberichten en de nieuwe jaarrekening als hiervoor bedoeld in de plaats komen van de jaarrekening van (alsdan) vier boekjaren daarvoor. Een volledig bijgewerkte bijlage bestaande uit de jaarrekeningen van het Fonds (inclusief jaarverslag en overige gegevens) met bijbehorende accountantsverklaring en de halfjaarberichten over de laatste drie boekjaren is gepubliceerd op de Webpagina van ABB en zal te allen tijde kosteloos opvraagbaar zijn bij ABB (zie Hoofdstuk 7 “Informatieverstrekking”). Vanaf 1 januari 2006 stelt Pettelaar op grond van het bepaalde in artikel 4:51 Wft haar eigen jaarrekening op. Het boekjaar van Pettelaar is gelijk aan het kalenderjaar. De jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens, zoals de accountantsverklaring en de winstbestemming, van Pettelaar worden jaarlijks, binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, aan de Autoriteit Financiële Markten gezonden. De openbaarmaking van de stukken vindt plaats door publicatie op de Webpagina van ABB.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
15
7. Informatieverstrekking ABB zal mededelingen doen en periodiek informatie verstrekken verband houdende met het Fonds door publicatie in één of meer landelijk verspreide Nederlandse dagbladen en op de Webpagina van ABB. De vergunning van ABB als beheerder op grond van artikel 2:65 van de Wft en een afschrift van de Voorwaarden van Beheer en Bewaring liggen ter inzage ten kantore van ABB. Een kopie van de Voorwaarden van Beheer en Bewaring is voor een ieder kosteloos verkrijgbaar. Aan een ieder wordt op verzoek tegen ten hoogste de kostprijs verstrekt de gegevens omtrent ABB, Pettelaar en het Fonds die ingevolge enig wettelijk voorschrift in het handelsregister moeten worden opgenomen. Aan houders van participaties in het Fonds wordt op verzoek tegen ten hoogste de kostprijs verstrekt: • Een afschrift van de vergunning van ABB; • een afschrift van een door de toezichthouder met betrekking tot het Fonds genomen besluit tot ontheffing van het ingevolge de Wft bepaalde met betrekking tot ABB, het Fonds en Pettelaar (alles als bedoeld in artikel 50 lid 1 onder d BGfo; en • een afschrift van de maandelijkse opgave met toelichting van de totale waarde van de beleggingen van het Fonds, een overzicht van de samenstelling van de beleggingen van het Fonds, het aantal uitstaande participaties van het Fonds en de meest recente intrinsieke waarde van de participaties van het Fonds (alles als bedoeld in artikel 50 lid 2 BGfo). ABB plaatst een advertentie in ten minste één landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere participant teneinde de samenstelling van de dividenduitkering over het voorafgaande boekjaar te vermelden. In deze advertentie zullen tevens de datum en de wijze van betaalbaarstelling van de uitkering worden vermeld. Actuele informatie over het Fonds, alsmede het Prospectus, de financiële bijsluiter die is opgesteld met betrekking tot het Fonds, het jaarverslag en het halfjaarverslag, zijn kosteloos op schriftelijk verzoek verkrijgbaar bij ABB. Deze informatie, alsmede alle overige relevante informatie, is tevens beschikbaar op de Webpagina van ABB en in digitale vorm op te vragen bij ABB.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
16
8. Vaststelling intrinsieke waarde en koersvorming Vaststelling van de intrinsieke waarde Voor het Fonds wordt een administratie gevoerd waarin alle aan het Fonds toe te rekenen mutaties, opbrengsten en kosten worden opgenomen. ABB heeft deze werkzaamheden uitbesteed aan SNS Asset Management. ABB stelt op elke werkdag de totale vermogenswaarde van het Fonds in euro vast. Ter verkrijging van de intrinsieke waarde per participatie wordt de in het Fonds aanwezige totale vermogenswaarde in euro gedeeld door het op het moment van vaststelling uitstaand aantal participaties van het Fonds. In deze vaststelling zullen in ieder geval worden begrepen opgelopen maar niet uitgekeerde renten, vastgestelde maar nog niet ontvangen dividenden, gemaakte maar nog niet betaalde kosten en alle overige kosten die naar het oordeel van ABB voor rekening van het Fonds komen. In beginsel worden de activa en passiva gewaardeerd naar maatstaven die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd. De toegepaste waarderingsgrondslagen van activa en passiva zijn uiteengezet in Hoofdstuk 4 (“Structuur”) en in het (half)jaarverslag. Elke werkdag wordt de intrinsieke waarde van het Fonds gepubliceerd op de Webpagina van ABB. ABB deelt desgevraagd aan een ieder de intrinsieke waarde van de participaties in het Fonds mee. ABB is in bijzondere omstandigheden gerechtigd de berekening van de intrinsieke waarde van het vermogen van het Fonds tijdelijk op te schorten indien de vaststelling van de intrinsieke waarde van het Fondsvermogen naar het redelijke oordeel van ABB niet mogelijk is. ABB zal hiervan onverwijld mededeling doen. De gevolgen hiervan voor de uitgifte en inkoop van participaties van het Fonds zijn beschreven in Hoofdstuk 10 (“Gegevens betreffende de rechten van deelneming”).
Compensatie onjuist berekende intrinsieke waarde Een onjuist berekende intrinsieke waarde kan leiden tot een onjuiste uitgiftekoers of onjuiste inkoopkoers. Hierdoor kan een niet beoogd financieel nadeel of voordeel ontstaan voor kopers of verkopers van participaties in het Fonds of voor het Fonds. Ingeval van een te hoge uitgiftekoers, respectievelijk van een te lage inkoopkoers ontstaat een financieel nadeel voor een koper, respectievelijk verkoper van participaties in het Fonds en een even groot voordeel voor het Fonds. In deze gevallen geschiedt compensatie van het financiële nadeel door het Fonds. De compensatie voor kopers geschiedt in dit geval zo veel als mogelijk in participaties in het Fonds. De compensatie voor verkopers geschiedt in geld. Ingeval van een te lage uitgiftekoers, respectievelijk van een te hoge inkoopkoers ontstaat er een financieel voordeel voor een koper, respectievelijk verkoper van participaties in het Fonds en een even groot nadeel voor het Fonds. Indien het niet (meer) mogelijk is desbetreffende transacties ongedaan te maken wordt het Fonds door ABB gecompenseerd (in geld). Voorwaarde voor compensatie is dat de afwijking van de gehanteerde intrinsieke waarde ten opzichte van de juiste intrinsieke waarde van materiële omvang is en ABB dit maximaal dertig kalenderdagen na desbetreffende transactiedatum constateert. Een afwijking van 1% en meer ten opzichte van de juiste intrinsieke waarde, uitkomend op een afwijkend bedrag van minimaal EUR 100 per transactie, wordt van materiële omvang geacht.
Koersvorming Het Fonds functioneert als een (semi) open-end beleggingsinstelling. Dit betekent onder andere dat het Fonds, bijzondere omstandigheden voorbehouden en zulks ter uitsluitende beoordeling van ABB, bereid is nieuwe participaties in het Fonds uit te geven tegen de intrinsieke waarde per participatie, welke gelijk is aan de uitgifteprijs van een participatie, verhoogd met een kostenopslag ten behoeve van het Fonds. De participaties zijn vrij overdraagbaar aan derden. De overdracht kan echter alleen plaatsvinden middels
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
17
administratieve tussenkomst van de Beheerder. Toetreding of uitbreiding van de deelname tot het Fonds kan in principe iedere werkdag plaatsvinden en geschiedt door inschrijving in het register van participanten. Toetreding tot het Fonds of uitbreiding van deelname geschiedt door storting in geld. Dit bedrag in contanten wordt, na aftrek van de transactiekosten, door ABB omgerekend in participaties tegen de uitgifteprijs zoals beschreven. Daarnaast is het Fonds bereid, bijzondere omstandigheden voorbehouden en zulks ter uitsluitende beoordeling van ABB, voor zover in het belang van de participanten, participaties in te kopen tegen intrinsieke waarde per participatie, welke gelijk is aan de uitgiftekoers van een participatie verminderd met een kostenopslag ten behoeve van het Fonds. Uittreding uit het Fonds of beperking van deelname kan in principe iedere werkdag plaatsvinden met dien verstande dat een termijn van minimaal 6 maanden dient te zijn verstreken na toetreding tot het Fonds of uitbreiding van de deelname. Overdracht of uittreding geschiedt door doorhaling van de wijziging in het register van participanten. Uittreding uit het Fonds of beperking van deelname geschiedt tegen uitkering in contanten. Dit bedrag in contanten wordt door ABB verminderd met transactiekosten omgerekend in participaties tegen de inkoopprijs zoals beschreven. Ingekochte participaties vervallen niet als gevolg van de verkrijging door het Fonds. ABB kan de uitgifte of inkoop van participaties in het belang van het Fonds en haar participanten wijzigen, limiteren of opschorten en overigens hieraan voorwaarden verbinden. ABB zal hiervan onverwijld mededeling doen.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
18
9. Kosten en vergoedingen Algemeen De kosten en vergoedingen betreffen: • kosten van plaatsing van participaties en introductie van het Fonds • totale kostenvergoeding • kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde • kosten bij uitgifte en inkoop van participaties • transactiekosten Beleggersgiro
Kosten van plaatsing en introductie De kosten van plaatsing van aandelen, alsmede van de introductie van een nieuw Fonds komen ten laste van ABB. De kosten van oprichting van het Fonds zijn al afgeschreven.
Totale kostenvergoeding ABB zal een totale kostenvergoeding ontvangen voor het beheer van het Fonds. De hoogte van deze vergoeding wordt uitgedrukt als percentage op jaarbasis (Totaal Kostenpercentage) en is groot 1,00%. Deze vergoeding wordt per kwartaal berekend op basis van een kwart van het jaartarief over het totale fondsvermogen van het Fonds aan het eind van ieder kwartaal en wordt ieder kwartaal achteraf in rekening gebracht. De vergoeding komt ten laste van het vermogen van het Fonds. Bij de bepaling van de vermogenswaarde van het Fonds worden de elders in dit Prospectus beschreven waarderingsmethoden in acht genomen. Deze vergoeding wordt gebruikt voor alle kosten van het beheer van het Fonds, inclusief de kosten van o.a. de administratie, de kosten van Pettelaar, de vergoedingen van de Raad van Toezicht, de accountant, het jaarverslag, de algemene vergadering, marketingkosten en de kosten van vermogensbeheer. Indien ontwikkelingen naar het oordeel van ABB het nodig maken, kan dit percentage worden gewijzigd (zie ook Hoofdstuk 5 “Wijziging van de voorwaarden”). De totale kostenvergoeding bedroeg voor 2008: 1,00% of Euro 3.424.000,-
Kosten gerelateerd aan gemiddelde intrinsieke waarde Het niveau van de kosten van het Fonds per boekjaar, gerelateerd aan haar gemiddelde intrinsieke waarde in dat boekjaar (Total Expense Ratio) bedraagt voor 2008: 0,96% De afwijking tussen de total expense ratio en het percentage van de totale kostenvergoeding wordt veroorzaakt doordat de expense ratio wordt berekend over het gemiddelde fondsvermogen over vier kwartalen en het percentage van de totale kostenvergoeding over het fondsvermogen aan het eind van ieder kwartaal. De omloopfactor (Portfolio turnover ratio) bedroeg voor 2008 -14,28%. Deze factor geeft een indicatie van de omloopsnelheid van de portefeuille en biedt daardoor een indruk in de mate waarin er actief beheer plaats vindt. De omloopfactor geeft het totale bedrag aan effectentransacties min het totale bedrag aan transacties van deelnemingen weer als percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds. De omloopfactor is van beperkte betekenis voor het Fonds, omdat geen actief beheer (aan- en verkopen) plaatsvindt op de bestaande leningen en op de deelnemingenportefeuille.
Kosten bij uitgifte en inkoop van participaties Het Fonds brengt bij aan- en verkooptransacties geen op- en afslagen in rekening. Onder bijzondere omstandigheden kan ABB besluiten wel op- en afslagen in rekening te gaan brengen (zie ook Hoofdstuk 5 “Wijziging van de voorwaarden”).
Transactiekosten Beleggersgiro Bij aan- of verkoop van participaties in het Fonds is de participant transactiekosten verschuldigd aan de Beleggersgiro. De kosten van aan- en verkoop via de Beleggersgiro worden bekend gemaakt op de website van ASN Bank (www.asnbank.nl). Ook de kosten voor het switchen van de deelnemingen in het Fonds met deelnemingen in andere ASN Beleggingsfondsen waarin men kan deelnemen door middel van de Beleggersgiro worden bekend gemaakt op de website van ASN Bank (www.asnbank.nl).
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
19
10. Gegevens betreffende de rechten van deelneming Beleggersgiro Deelnemen in het Fonds kan uitsluitend door middel van de Beleggersgiro. Daartoe kan bij ASN Bank, SNS Bank, SNS Regio Bank N.V. of REAAL Bancaire Diensten (een handelsnaam van SNS Regio Bank N.V.) een rekening worden geopend voor deelname aan het girale systeem.
Uitgifte van participaties Uitgifte is op iedere werkdag mogelijk en vindt plaats tegen de op dat moment geldende intrinsieke waarde. ABB kan de uitgifte van de participaties weigeren indien door uitgifte van participaties het Fonds niet langer zou voldoen aan een of meer van de vereisten om te worden aangemerkt als fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Uitgifte van participaties vindt niet plaats gedurende de periode dat 1) op grond van het bepaalde in dit Prospectus de intrinsieke waarde van het Fonds niet wordt vastgesteld of 2) redelijkerwijs verwacht kan worden dat uitgifte van participaties tot gevolg kan hebben dat het belang van de bestaande participanten aanzienlijk wordt geschaad. Gezien het feit dat door het Fonds verstrekte leningen niet doorlopend verhandelbaar en nieuwe geschikte beleggingen voor het Fonds niet op ieder door het Fonds gewenst moment beschikbaar zijn en omdat de Wet Inkomstenbelasting 2001 niet toestaat meer dan 30% van de activa van het Fonds in niet-groenprojecten aan te houden, kan vrije toe- en uittreding niet te allen tijde gegarandeerd worden. ABB is in het belang van participanten bevoegd op enig moment de mogelijkheid tot toe- en uittreden te beperken, te wijzigen of te beëindigen en/of hieraan overige voorwaarden te verbinden. ABB zal hiervan onverwijld mededeling doen aan de participanten. Het bedrag van de tegenprestatie dient uiterlijk voor de uitgifte van de betreffende participaties door het Fonds te zijn ontvangen. Indien betaling plaatsvindt door overboeking dient het over te boeken bedrag uiterlijk op de in de vorige zin bedoelde datum op de bankrekening van het Fonds te zijn bijgeschreven.
Minimale inlegtermijn Participanten kunnen met betrekking tot een participatie niet eerder dan zes maanden na verwerving daarvan uittreden uit het Fonds. Dit voorkomt dat participanten in een korte periode grote hoeveelheden participaties in- en verkopen waardoor het Fonds mogelijk niet meer aan de fiscale eisen voor het zijn van Groene Instelling kan voldoen. Hierdoor kan het fiscale voordeel voor de zittende participanten in gevaar komen. Bovendien komen er door in- en uitstroom op korte termijn onevenredig veel kosten ten laste van het rendement van de lange termijn beleggers. Ook geldt dat doordat de genoemde gelden slechts kort beschikbaar zijn, ABB ze niet kan inzetten voor projecten volgens de doelstellingen van het Fonds. De minimale inlegtermijn past dan ook bij het typische lange termijn karakter van de investeringen en beleggingen van het Fonds.
Inkoop van participaties De participaties zijn vrij overdraagbaar aan derden en vindt plaats tegen de op het moment van overdracht geldende intrinsieke waarde. De overdracht kan alleen plaatsvinden middels administratieve tussenkomst van de Beheerder. Inkoop is mogelijk op iedere werkdag. Het Fonds kan de inkoop van participaties weigeren indien door de inkoop van participaties het Fonds niet langer zou voldoen aan een of meer van de vereisten om te worden aangemerkt als fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Inkoop van participaties vindt niet plaats 1) gedurende de periode dat op grond van het bepaalde in het Prospectus de intrinsieke waarde van het Fonds niet wordt vastgesteld of 2) redelijkerwijs verwacht kan worden dat inkoop van participaties tot gevolg kan hebben dat het belang van de bestaande participanten aanzienlijk wordt geschaad.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
20
Aangezien het niet eenvoudig is op ieder moment leningen te verkopen of nieuwe leningen aan te gaan en omdat de Wet Inkomstenbelasting 2001 niet toestaat voor meer dan 30% of meer van de activa van het Fonds in niet-groenprojecten aan te houden, kan vrije toe- en uittreding niet te allen tijde gegarandeerd worden. ABB is in het belang van participanten bevoegd op enig moment de mogelijkheid tot toe- en uittreden te beperken, te wijzigen of te beëindigen en/of hieraan overige voorwaarden te verbinden. Behoudens het hiervoor bepaalde en de wettelijke bepalingen, zijn er voldoende waarborgen aanwezig opdat het Fonds aan de verplichting tot inkoop van participaties en de daaruit voortvloeiende verplichting tot betaling van de koopprijs kan voldoen. Het Fonds ontvangt geen uitkering op ingekochte participaties en kan aan ingekochte participaties geen stemrechten op participantenvergaderingen ontlenen.
Uitkeringen Uitkering aan de participanten van de voor uitkering beschikbare winst van het Fonds geschiedt jaarlijks vóór 1 juli in contanten. De participanten ontvangen het aldus uitgekeerde netto bedrag automatisch en kosteloos via de desbetreffende beleggingsrekening herbelegd in participaties. Gedurende één maand nadat het bedrag van de netto uitkering in de vorm van participaties is bijgeschreven op diens beleggingsrekening, kan de participant een bedrag gelijk aan of minder dan het bedrag van de netto uitkering kosteloos opnemen. De betaalbaarstelling van uitkeringen aan participanten, de samenstelling van de uitkeringen alsmede de wijze van betaalbaarstelling wordt bekendgemaakt per advertentie in een landelijk verspreid dagblad of aan het adres van iedere participant.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
21
11. Risicofactoren Algemeen Hierna worden de risicofactoren vermeld die voor beleggers in het Fonds van betekenis en relevant zijn in het licht van de gevolgen en de waarschijnlijkheid daarvan. Dit houdt tevens in dat niet alle mogelijke risicofactoren zijn vermeld. De waarde van de beleggingen in het Fonds kan zowel stijgen als dalen en beleggers kunnen mogelijk minder terugkrijgen dan zij hebben ingelegd of hun gehele inleg verliezen.
Rendementsrisico Het rendementsrisico betreft het risico dat het rendement van de belegging over de periode van aankoopmoment tot verkoopmoment niet op een eerder dan het verkoopmoment vaststaat, noch op enigerlei wijze door ABB wordt gegarandeerd. Het rendementsrisico is het gevolg van niet voorzienbare waardefluctuaties van de beleggingen en/of de directe opbrengsten van de beleggingen (renteopbrengsten) en kan variëren op grond van de keuzes die mogelijk zijn op grond van het beleggingsbeleid. De waarde van beleggingen in vastrentende waarden fluctueert als gevolg van veranderingen in marktrentes. Voor veranderingen in marktrentes is verandering in de verwachte wijziging van het inflatietempo een belangrijke factor. Stijgt de kapitaalmarktrente ten opzichte van bijvoorbeeld de (vaste) couponrente van een lening, dan daalt de waarde daarvan en andersom. Hoe langer de gemiddelde looptijd van een portefeuille vastrentende waarden, des te groter is het marktrisico. Door de gekozen waarderingssystematiek (zie Hoofdstuk 4) fluctueert de waarde van de beleggingen in het Fonds met de marktrente. Als de marktontwikkelingen daartoe aanleiding geven, kan de beheerder besluiten dit af te dekken door middel van termijn-, optie- en futuretransacties.
Debiteurenrisico De beleggingen van het Fonds bestaan in overwegende mate uit het verstrekken van onderhandse leningen aan overheden, ondernemingen en non-profit organisaties. Bij het verstrekken van onderhandse leningen bestaat het risico dat de kredietnemer niet aan de rente- en/of aflossingsverplichtingen kan voldoen. ABB beheerst dit risico door bij de selectie van beleggingen de kredietwaardigheid van de debiteur en de kwaliteit van het management van de onderneming waaraan het Fonds een krediet verstrekt te beoordelen. Daarnaast zijn de kredieten vaak gedekt door onder meer hypotheek- of pandrechten, borgstellingen of garanties van derden (bijvoorbeeld het Waarborgfonds Sociale Woningbouw). Verder wordt het risico beperkt doordat een belegging in één project in beginsel niet meer dan 15% van het vermogen van het Fonds mag bedragen.
Inflatierisico Het algemene risico van inflatie houdt in dat de beleggingsopbrengsten worden aangetast door waardevermindering van de munteenheid via inflatie. In het verleden is gebleken dat bij beleggingen in zakelijke waarden (aandelen, vastgoed) de kans dat deze aantasting van de beleggingsopbrengsten op lange termijn wordt gecompenseerd door een hoger beleggingsrendement groter is dan ingeval belegd wordt in vastrentende waarden (obligaties, liquiditeiten).
Liquiditeitsrisico en verhandelbaarheid Bij het Fonds is de verhandelbaarheid van de participaties gering omdat het vermogen van het Fonds wordt belegd in leningen die gelet op hun specifieke karakter matig tot slecht verhandelbaar zijn. Hierdoor bestaat eveneens het risico dat het Fonds niet de mogelijkheid heeft om voldoende financiële middelen vrij te maken om aan haar verplichtingen ten aanzien van aan- en verkoop van participaties te kunnen voldoen. Om dit risico te beperken wordt minimaal 10% van het fondsvermogen zodanig belegd of anderszins aangehouden in overeenstemming met de Wft dat dit snel liquide kan worden gemaakt.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
22
ABB is bevoegd op enig moment de mogelijkheid tot toe- en/of uittreding te beperken, te wijzigen of te beëindigen en/of hieraan overige voorwaarden te verbinden. Het Fonds zal in dat geval voor korte of langere tijd geen participaties kunnen uitgeven of inkopen.
Wijzigingsrisico belastingregimes Het wijzigingsrisico met betrekking tot belastingregimes houdt in hoofdlijnen in dat de Nederlandse overheid de belastingwetgeving in ongunstige zin voor het Fonds verandert, waardoor de waarde van de beleggingsportefeuille en/of de waarde van het eigen vermogen van het Fonds op een of andere wijze negatief worden beïnvloed. Het is niet uitgesloten dat de wet of wetsinterpretatie verandert al dan niet met terugwerkende kracht. Het is daardoor mogelijk dat additionele belastingen verschuldigd worden, inclusief eventuele bronheffingen met betrekking tot betaalbare gestelde dividenden of rente, die niet voorzienbaar waren ten tijde van het uitbrengen van het Prospectus of ten tijde van aankoop, waardering of verkoop van participaties.
Monitoring risico’s ABB heeft het kredietbeheer uitbesteed aan de afdeling Duurzame Financieringen van ASN Bank. Dit gebeurt door middel van een actief debiteurenbeleid en monitoring van de ondernemingen waaraan het Fonds krediet verstrekt. Deze afdeling rapporteert aan de directie van ABB.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
23
12. Fiscale aspecten Fiscale structuur Algemeen Hieronder zullen de belangrijkste fiscale aspecten van het Fonds worden behandeld, die voor beleggers in het Fonds van belang kunnen zijn. Het vormt geen advies voor een specifieke persoonlijke situatie. Het verdient aanbeveling daarvoor een belastingadviseur te raadplegen. De beschrijving van de fiscale aspecten is gebaseerd op de stand van de Nederlandse wetgeving en jurisprudentie van 22 december 2008, met uitzondering van maatregelen die met terugwerkende kracht worden ingevoerd. Vennootschapsbelasting Het Fonds heeft gekozen voor de status van fiscale beleggingsinstelling in de zin van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, zoals dit nader uitgewerkt is in het Besluit beleggingsinstellingen. Dit houdt in dat het Fonds geen vennootschapsbelasting verschuldigd is (0%-tarief) indien aan de in de wet en het Besluit beleggingsinstellingen genoemde voorwaarden wordt voldaan. Wordt niet aan de voorwaarden voldaan dan vervalt de status van fiscale beleggingsinstelling. Op grond van deze voorwaarden worden eisen gesteld op het gebied van de participantenstructuur. Dit houdt onder andere in dat het belang in het Fonds van één enkele natuurlijke persoon kleiner moet zijn dan 25%. Daarnaast mag ten hoogste 45% van het totaal aantal participaties in handen zijn van één belastingplichtig lichaam (of meerdere verbonden lichamen). Een andere voorwaarde voor de status van fiscale beleggingsinstelling is dat het Fonds de voor uitdeling beschikbare winst binnen acht maanden na afloop van het boekjaar aan de participatiehouders uitkeert (de doorstootverplichting). Het positieve saldo van koerswinsten en koersverliezen op beleggingen wordt toegevoegd aan de zogenoemde herbeleggingreserve en hoeft niet te worden uitgekeerd. Een eventueel negatief saldo en een deel van de beheerkosten dient ten laste van de herbeleggingreserve te komen. Dividendbelasting Het Fonds is als groene instelling vrijgesteld van inhouding van dividendbelasting op dividenduitkeringen aan haar participanten.
Fiscale aspecten voor de Nederlandse participant Groene instelling Het Fonds heeft per 15 november 1995 de status van groene instelling verkregen. De belangrijkste voorwaarde waaraan het Fonds tot behoud van deze status moet voldoen, is dat haar doel en feitelijke werkzaamheden voor ten minste 70% bestaan uit direct of indirect beleggen van vermogen in erkende groenprojecten. Particuliere beleggers Ten aanzien van de in Nederland wonende particuliere participatiehouders wordt er hierna vanuit gegaan dat: - er geen sprake is van een aanmerkelijk belang (in het algemeen: tezamen met de fiscale partner een belang van 5% of meer); - dat de participaties niet gerekend (behoeven te) worden tot een ondernemingsvermogen; en - dat met betrekking tot de participaties geen resultaat uit overige werkzaamheden wordt behaald. Particuliere beleggers dienen hun participaties in het Fonds in aanmerking te nemen voor de bepaling van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen (box 3). De heffing in box 3 gaat niet uit van de werkelijk behaalde inkomsten, maar van fictieve inkomsten, het zogenoemde forfaitaire rendement. Dit forfaitaire rendement wordt gesteld op 4% van de gemiddeld op twee peildata (in beginsel 1 januari en 31 december van het betreffende jaar) aanwezige bezittingen minus schulden in box 3. Dit rendement wordt vervolgens
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
24
belast tegen een tarief van 30%. De jaarlijkse belastingdruk bedraagt daardoor 1,2% van het gemiddelde vermogen. Een deel van het totale vermogen is vrijgesteld. Dit heffingvrije vermogen bedraagt € 20.661 (tarief 2009) per persoon. Voor fiscale partners is deze vrijstelling gezamenlijk € 41.322 (tarief 2009). Daarnaast is in box 3 een vrijstelling voor maatschappelijke beleggingen opgenomen. Maatschappelijke beleggingen zijn groene beleggingen en sociaal-ethische beleggingen. Uw belegging in het Fonds kwalificeert als een groene belegging. De vrijstelling voor maatschappelijke beleggingen bedraagt maximaal € 55.145 (tarief 2009). Voor fiscale partners is deze vrijstelling gezamenlijk € 110.290 (tarief 2009). Voor zover de vrijstelling voor maatschappelijke beleggingen niet van toepassing is, is de belegging belast in box 3. Voor reeds op 31 december 2000 in het bezit van de belastingplichtige zijnde groene beleggingen geldt tot 1 januari 2011 een ongelimiteerde vrijstelling in box 3. Deze beleggingen tellen niet mee voor de bepaling van het maximaal vrijgestelde bedrag aan maatschappelijke beleggingen. Voor de maatschappelijke beleggingen die in box 3 zijn vrijgesteld geldt bovendien nog een verhoging van de heffingskorting van 1,3%. De verhoging wordt berekend door 1,3% te nemen van de gemiddeld op begin- en einddatum aanwezige waarde van de vrijgestelde belegging. Opgeteld bij het voordeel van de vrijstelling in box 3 ad 1,2% betekent deze fiscale faciliëring dus een rendementsverhoging van 2,5%. Ter zake van een dividenduitkering door het Fonds wordt geen belasting geheven bij de particuliere participant. Nederlandse lichamen Een belang in het Fonds dat wordt aangehouden door een in Nederland gevestigd vennootschapsbelastingplichtig lichaam kwalificeert niet voor de deelnemingsvrijstelling. Dividenden (behoudens voor zover sprake is van meegekocht dividend) en (gerealiseerde) vermogenswinsten worden dan ook belast met vennootschapsbelasting. Eventuele verliezen zijn aftrekbaar. Buitenlandse participatiehouders Buitenlandse participatiehouders worden in beginsel niet belast met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting, mits de participaties niet toerekenbaar zijn aan een Nederlandse onderneming en niet kwalificeren als een aanmerkelijk belang.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
25
13. Overige informatie Algemeen ABB, noch Pettelaar, is betrokken bij enige rechtszaak of arbitrage, noch zijn enige gerechtelijke procedures tegen ABB of Pettelaar aangekondigd, die een nadelig effect kunnen hebben op de financiële positie van het Fonds.
Klachtenregeling Indien u klachten heeft ten aanzien van het Fonds dan kunt u deze klachten uitsluitend schriftelijk richten tot ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V., Postbus 2514 JM, ’s-Gravenhage.
Assurance-rapport Accountant Aan: ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V. Assurance-rapport Opdracht en verantwoordelijkheden Wij hebben de assurance-opdracht aangaande de inhoud van het prospectus ASN Groenprojectenfonds uitgevoerd. In dit kader hebben wij onderzocht of het prospectus d.d. 30 september 2009 van ASN Groenprojectenfonds te Den Haag ten minste de ingevolge artikel 4:49 lid 2 a tot en met 2 e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat. Deze assurance-opdracht is met betrekking artikel 4:49 lid 2 b tot en met 2 e gericht op het verkrijgen van een redelijke mate van zekerheid. Tenzij het tegendeel uitdrukkelijk in het prospectus is vermeld, is op de in het prospectus opgenomen informatie geen accountantscontrole toegepast. De verantwoordelijkheden zijn als volgt verdeeld: • De beheerder van de ASN Groenprojectenfonds is verantwoordelijk voor de opstelling van het prospectus dat ten minste de ingevolge de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat; • Het is onze verantwoordelijkheid een mededeling te verstrekken zoals bedoeld in artikel 4:49 lid 2 c van de Wet op het financieel toezicht. Werkzaamheden Ons onderzoek is verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder Standaard 3000 “Assurance-opdrachten anders dan opdrachten tot controle of beoordeling van historische financiële informatie”. Op basis daarvan hebben wij de door ons in de gegeven omstandigheden noodzakelijk geachte werkzaamheden verricht om een conclusie te kunnen formuleren. Wij hebben getoetst of het prospectus de ingevolge artikel 4:49 lid 2 b tot en met 2 e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat. De wet vereist niet van de accountant dat deze additionele werkzaamheden verricht met betrekking tot artikel 4:49 lid 2 a. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen onderzoeksinformatie voldoende en geschikt is als basis voor onze conclusie.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
26
Conclusie Op grond van onze werkzaamheden en het gestelde in de paragraaf “Opdracht en verantwoordelijkheden” komen wij tot de conclusie dat het prospectus ten minste de ingevolge artikel 4:49 lid 2 b tot en met 2 e van de Wet op het financieel toezicht voorgeschreven gegevens bevat. Met betrekking tot 4:49 lid 2 a van de Wet op het financieel toezicht melden wij dat het prospectus voor zover ons bekend de informatie bevat zoals vereist. Amstelveen, 9 oktober 2009 KPMG ACCOUNTANTS N.V.
M.J. Vredenduin RA
Verklaring beheerder ABB verklaart dat ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V., Pettelaar Effectenbewaarbedrijf N.V. en het Fonds voldoen aan de bij of krachtens de Wft gestelde regels en het Prospectus voldoet aan de bij of krachtens de Wft gestelde regels. 27
‘s-Gravenhage, 9 oktober 2009 ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V. B.J. Blom en Directie ASN Bank N.V.: E.Ph. Goudswaard J.E. Jansen
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
14. Personalia Adres
Beheerder
Alexanderstraat 28 2514 JM ‘s-Gravenhage Postbus 30502 2500 GM ‘s-Gravenhage Telefoon 070 - 3569333 Fax 0800 - 0256455 (www.asnbank.nl)
ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V. Alexanderstraat 28 2514 JM ‘s-Gravenhage Postbus 30502 2500 GM ‘s-Gravenhage (www.asnbank.nl)
Raad van Toezicht ASN Groenprojectenfonds
Bewaarder Pettelaar Effectenbewaarbedrijf N.V. Pettelaarpark 120 5216 PT ’s-Hertogenbosch Postbus 70053 5201 DZ ’s-Hertogenbosch
Vermogensbeheerder
1. 2. 3. 4. 5. 6. 6.
C.M.L. Hijmans van den Bergh, lid M. Lückerath-Rovers, lid H. Muller, vice-voorzitter H.J. van Oene, lid S.W.G. Ruesen, lid T.L.E. Strop-von Meijenfeldt, lid J.C. Verheij, voorzitter
ASN Bank, afdeling duurzame financieringen Alexanderstraat 28 2514 JM ‘s-Gravenhage Postbus 30502 2500 GM ‘s-Gravenhage
Administratie
Juridisch adviseur
Accountant
SNS REAAL N.V. Afdeling Fiscale Zaken Postbus 8444 3503 RK Utrecht
KPMG Accountants N.V. Burgemeester Rijnderslaan 20 1185 MC Amstelveen
SNS Asset Management N.V. Pettelaarpark 120 5216 PT ‘s-Hertogenbosch
Fiscaal adviseur SNS REAAL N.V. Afdeling Fiscale Zaken Postbus 8444 3503 RK Utrecht
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
28
Bijlage I Registratiedocument van ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V.
29
Dit is het registratiedocument van ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V., als bedoeld in artikel 4:48 Wet op het financieel toezicht. Het hierin bepaalde heeft uitsluitend betrekking op de aanbieding van deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen waarvoor een vergunning is vereist als bedoeld in artikel 2:65 Wet op het financieel toezicht. Dit registratiedocument zal worden gewijzigd of worden aangevuld indien en voorzover de wet dit eist.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Inhoudsopgave 1. Definities 2. Algemene gegevens betreffende ABB en Pettelaar 3. De werkzaamheden van ABB en Pettelaar 4. Financiële gegevens van ABB en Pettelaar 5. Informatieverstrekking door ABB en Pettelaar 6. Vervanging van ABB en Pettelaar 7. Intrekking vergunning
30
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
1. Definities In dit registratiedocument zullen de volgende woorden of afkortingen de daarbij genoemde betekenis hebben. ABB
ASN Beleggingsinstellingen Beheer B.V.
ASN
ASN Bank N.V.
Bgfo
Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Bpr
Besluit prudentiële regels Wft
BW
Burgerlijk Wetboek
Pettelaar
Pettelaar Effectenbewaarbedrijf N.V.
SNS
SNS Bank N.V.
SNS REAAL
SNS REAAL N.V.
Stichting
Stichting Administratiekantoor Bewaarbedrijven SNS
Wft
Wet op het financieel toezicht
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
31
2. Algemene gegevens betreffende ABB en Pettelaar Algemene informatie over ABB
ABB is een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, statutair gevestigd te ’s-Gravenhage. De vennootschap is opgericht naar Nederlands recht bij notariële akte op 24 maart 1993. ABB is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel Haaglanden te ‘s-Gravenhage, onder nummer 271.43242. Op 5 mei 2006 is door de Autoriteit Financiële Markten de vergunning op grond van artikel 2:67 Wft verleend.
Algemene informatie over Pettelaar
Pettelaar is een naamloze vennootschap, statutair gevestigd te Utrecht. Pettelaar heeft haar kantoor in ’s-Hertogenbosch. De vennootschap is opgericht naar Nederlands recht bij notariële akte op 30 december 1992. Pettelaar is ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel voor Oost-Brabant te Eindhoven, onder nummer 160.65710.
Informatie over de groep waartoe ABB en Pettelaar behoren
ABB is een dochteronderneming (100%) van ASN. ASN is een dochteronderneming (100%) van SNS. Pettelaar is een dochteronderneming (100%) van de Stichting. De Stichting heeft, met medewerking van Pettelaar, certificaten van aandelen uitgegeven. SNS is houder van deze certificaten. SNS is, als 100% deelneming, onderdeel van SNS REAAL. SNS REAAL is het resultaat van onder meer een fusie in mei 1997 tussen SNS Groep N.V. (hoofdzakelijk een bankconcern) en REAAL Groep N.V. (hoofdzakelijk een verzekeringsconcern). De meerderheid van de aandelen die zijn uitgegeven door SNS REAAL zijn eigendom van Stichting Beheer SNS REAAL.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
32
Organogram SNS REAAL
Stichting Beheer SNS Reaal Derden SNS Reaal N.V.
SNS Bank N.V.
REAAL Verzekeringen N.V.
SNS Reaal Invest N.V.
cva ASN Bank N.V.
Stichting Administratiekantoor Bewaarbedrijven SNS
33 ASN Beleggingsinstellingen
Pettelaar Effectenbewaarbedrijf
Beheer N.V.
N.V.
Gegevens betreffende de personen die het beleid van ABB (mede) bepalen. De directie van ABB bestaat uit: 1. B.J. Blom 2. ASN Deze natuurlijke en rechtspersoon bepalen het dagelijks beleid van ABB. Het beleid van ABB wordt mede bepaald door ASN. De directie van ASN bestaat uit: 1. E.Ph. Goudswaard 2. J.E. Jansen Het beleid van ASN wordt mede bepaald door SNS. De directie van SNS bestaat uit: 1. M.W.J. Hinssen, voorzitter 2. H.K. Kroeze, 3. F. Lamp 4. M. Menkveld
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Het beleid van SNS wordt mede bepaald door SNS REAAL. De directie van SNS REAAL bestaat uit: 1. R.R. Latenstein van Voorst, voorzitter 2. F. Lamp, CFO 3. M.W.J. Hinssen Het beleid van SNS REAAL wordt mede bepaald door Stichting Beheer SNS REAAL. Het bestuur van Stichting Beheer SNS REAAL bestaat uit de volgende personen: 1. R. Zwartendijk (voorzitter), 2. J.M. Overmeer (vicevoorzitter), 3. J. den Hoed 4. S.C.J.J. Kortmann 5. H. Muller, tevens lid van de Raad van Toezicht van ASN Groenprojectenfonds en van de Raad van Commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. 6. A. Brits Gegevens betreffende de personen die het beleid van Pettelaar (mede) bepalen: De directie van Pettelaar bestaat uit: 1. M.A. van Baak 2. R.W.J. van Schaik Deze personen bepalen het dagelijks beleid van Pettelaar. Het beleid van Pettelaar wordt mede bepaald door de Stichting. Het bestuur van de Stichting bestaat uit: 1. H.K. Kroeze 2. M.W.J. Hinssen 3. M. Menkveld Het beleid van de Stichting wordt mede bepaald door SNS. De directie van SNS bestaat uit: 1. M.W.J. Hinssen, voorzitter 2. H.K. Kroeze, 3. F. Lamp 4. M. Menkveld Het beleid van SNS wordt mede bepaald door SNS REAAL. De directie van SNS REAAL bestaat uit: 1. R.R. Latenstein van Voorst, voorzitter 2. F. Lamp CFO 3. M.W.J. Hinssen Het beleid van SNS REAAL wordt mede bepaald door Stichting Beheer SNS REAAL. Het bestuur van Stichting Beheer SNS REAAL bestaat uit de volgende personen: 1. R. Zwartendijk (voorzitter) 2. J.M. Overmeer (vicevoorzitter) 3. J. den Hoed 4. S.C.J.J. Kortmann 5. H. Muller, tevens lid van de Raad van Toezicht van ASN Groenprojectenfonds en van de Raad van Commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. 6. A. Brits Toezicht op het beleid, de algemene gang van zaken van ASN-Novib Fonds, ASN Groenprojectenfonds en ASN Beleggingsfondsen N.V. wordt gehouden door de Raad van Toezicht respectievelijk de Raad van Commissarissen.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
34
De Raad van Toezicht voor het ASN-Novib Fonds bestaat uit: 1. P.J. Knollema (voorzitter) 2. M.P. van Dijk 3. H. Siewertsen 4. J.C. Verheij, tevens lid van de Raad van Commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. en lid van de Raad van Toezicht van ASN Groenprojectenfonds Fonds De Raad van Toezicht voor het ASN Groenprojectenfonds bestaat uit: 1. J.C. Verheij, tevens lid van de Raad van Commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. en lid van de Raad van Toezicht van ASN-Novib Fonds (voorzitter) 2. H. Muller, tevens lid van de Raad van Commissarissen van SNS REAAL en vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. (vicevoorzitter) 3. H.J. van Oene, tevens lid van de Raad van Commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. 4. T.L.E. Strop-von Meijenfeldt, tevens lid van de Raad van Commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. 5. S.W.G. Ruesen, tevens lid van de Raad van Commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. 6. M. Luckerath-Rovers, tevens lid van de Raad van Commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. 7. C.M.L. Heijmans van den Bergh, tevens lid van de Raad van Commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. De Raad van Commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. bestaat uit: 1. J.C. Verheij, tevens lid van de Raad van Toezicht van ASN Groenprojectenfonds en lid van de Raad van Toezicht van ASN-Novib Fonds (voorzitter) 2. H. Muller, tevens lid van de Raad van Commissarissen van SNS REAAL en vicevoorzitter van de Raad van Toezicht van ASN Groenprojectenfonds (vicevoorzitter) 3. H.J. van Oene, tevens lid van de Raad van Toezicht van ASN Groenprojectenfonds 4. T.L.E. Strop-von Meijenfeldt, tevens lid van de Raad van Toezicht van ASN Groenprojectenfonds 5. S.W.G. Ruesen, tevens lid van de Raad van Toezicht van ASN Groenprojectenfonds 6. M. Luckerath-Rovers, tevens lid van de Raad van Toezicht van ASN Groenprojectenfonds 7. C.M.L. Heijmans van den Bergh, tevens lid van de Raad van Toezicht van ASN Groenprojectenfonds
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
35
3. De werkzaamheden van ABB en Pettelaar ABB
ABB treedt op als beheerder van beleggingsinstellingen inclusief het beleggen en beheren van aan beleggingsinstellingen toebehorende vermogens. Concreet voert ABB het beheer over en, voor zover van toepassing, is statutair bestuurder van ASN Beleggingsfondsen N.V. Tevens is ABB beheerder van ASN Groenprojectenfonds en ASNNovib Fonds. Verder is ABB statutair bestuurder van het ASN Venture Capital Fonds N.V. ASN Beleggingsfondsen N.V. is een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal. Deze beleggingsmaatschappij is gestructureerd als een zogenaamd ‘paraplufonds’ en heeft het karakter van een (semi) openend beleggingsinstelling. Deze structuur houdt in dat de gewone aandelen van ASN Beleggingsfondsen N.V. zijn onderverdeeld in verschillende series aandelen, ‘fondsen’ genaamd, waaraan het vermogen van de beleggingsmaatschappij wordt toegerekend. De fondsen als zodanig hebben geen rechtspersoonlijkheid; het vermogen is van ASN Beleggingsfondsen N.V. ASN Beleggingsfondsen N.V. belegt vervolgens in verschillende pools. Deze pools zijn ingericht als fondsen voor gemene rekening, waarvan ABB de beheerder is. ASN Groenprojectenfonds en ASN-Novib Fonds kennen de structuur van een fonds voor gemene rekening en zijn (semi) open end. ASN Groenprojectenfonds verstrekt onderhandse leningen. ASN-Novib Fonds verstrekt onderhandse leningen aan en houdt deelnemingen in het aandelenkapitaal van financiële instellingen die kredieten verstrekken aan kleinschalige ondernemingen en investeringsprojecten in ontwikkelingslanden.
Pettelaar
Pettelaar treedt op als bewaarder van beleggingsinstellingen en bewaart als zodanig activa en administreert de goederen waarin wordt belegd. Het bewaren van de activa geschiedt door Pettelaar ten behoeve van ASN Groenprojectenfonds en ASN-Novib Fonds. Pettelaar treedt op als bewaarder van de VvAA Beleggingsfondsen (VvAA global fund, VvAA obligatiefonds en VvAA mix fund) en van Oikocredit Nederland Fonds.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
36
4. Financiële gegevens van ABB en Pettelaar ABB Jaarrekening
Verklaring van eigen vermogen
Pettelaar Jaarrekening
Verklaring eigen vermogen
Door KPMG Accountants N.V. is een goedkeurende verklaring bij het meest recent verschenen jaarverslag, inclusief jaarrekening, afgegeven. Door KPMG Accountants N.V. is op 23 december 2005 een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven inzake het beschikbare vereiste minimum eigen vermogen van ABB per 30 november 2005 zoals opgenomen in artikel 4 lid 1 en lid 2 Btb 2005, thans artikel 48 lid 1sub c Bpr.
Door KPMG Accountants N.V. is een goedkeurende verklaring bij het meest recent verschenen jaarverslag, inclusief jaarrekening, afgegeven. Door KPMG Accountants N.V. is op 23 december 2005 een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven inzake het beschikbare vereiste minimum eigen vermogen van Pettelaar per 30 november 2005 zoals opgenomen in artikel 4 lid 1 en lid 2 Btb 2005, thans artikel 48 lid 1sub l Bpr.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
37
5. Informatieverstrekking door ABB en Pettelaar ABB de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens
de halfjaarcijfers
Het boekjaar van ABB is gelijk aan het kalenderjaar. De jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens, zoals de accountantsverklaring en de winstbestemming, van ABB worden jaarlijks, binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, aan de Autoriteit Financiële Markten gezonden en openbaar gemaakt. De openbaarmaking van de documenten vindt plaats door publicatie op de webpagina van ABB. ABB meldt in een of meer landelijk verspreide dagbladen dat de genoemde documenten voor de beleggers in de door ABB beheerde beleggingsinstellingen op verzoek kosteloos verkrijgbaar zijn bij ABB. Jaarlijks binnen negen weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar, verstrekt ABB de halfjaarcijfers aan de Autoriteit Financiële Markten en maakt ABB haar halfjaarcijfers openbaar door publicatie op de webpagina van ABB. ABB meldt in een of meer landelijk verspreide dagbladen dat de halfjaarcijfers voor de beleggers in de door ABB beheerde beleggingsinstellingen op verzoek kosteloos verkrijgbaar zijn.
de statuten
De statuten van ABB zijn op de webpagina van ABB beschikbaar. De statuten zijn voor de beleggers in de door ABB beheerde beleggingsinstellingen ook kosteloos verkrijgbaar bij ABB. Het kantooradres van ABB is Alexanderstraat 28, 2514 JM Den Haag. Het postadres van ABB is Postbus 30502, 2500 GM Den Haag.
het prospectus
Voor ASN Beleggingsfondsen N.V., ASN Groenprojectenfonds en ASNNovib Fonds heeft ABB een prospectus als bedoeld in artikel 4:49 lid 1 Wft beschikbaar. De prospectussen zijn beschikbaar op de webpagina van ABB en kosteloos verkrijgbaar bij ABB op het bovenvermelde adres.
Pettelaar de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens
de statuten
Het boekjaar van Pettelaar is gelijk aan het kalenderjaar. De jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens, zoals de accountantsverklaring en de winstbestemming, van Pettelaar worden jaarlijks, binnen vier maanden na afloop van het boekjaar, aan de Autoriteit Financiële Markten gezonden. De openbaarmaking van de documenten vindt plaats door publicatie op de webpagina van ABB. ABB meldt in een of meer landelijk verspreide dagbladen dat de genoemde documenten voor de beleggers in de beleggingsinstelling, waarvoor Pettelaar als bewaarder optreedt, op verzoek kosteloos verkrijgbaar zijn bij ABB. De statuten van Pettelaar zijn op de webpagina van ABB beschikbaar. De statuten zijn voor de beleggers in de beleggingsinstellingen, waarvoor Pettelaar als bewaarder optreedt, ook kosteloos verkrijgbaar bij ABB.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
38
Website
Via de webpagina van ABB, bereikbaar via de website van ASN (www.asnbank.nl) kunnen de volgende documenten worden geraadpleegd: • de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens van ABB; • de halfjaarcijfers van ABB; • de prospectussen van ASN Beleggingsfondsen N.V., ASN Groenprojectenfonds en ASN-Novib Fonds; • de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens van ASN Beleggingsfondsen N.V., ASN Groenprojectenfonds en ASN-Novib Fonds; • de halfjaarcijfers van ASN Beleggingsfondsen N.V., ASN Groenprojectenfonds en ASN-Novib Fonds; • de jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens van Pettelaar; • de vergunning van ABB; • dit registratiedocument; • de maandelijkse opgave, indien van toepassing mede ondertekend door de bewaarder, met toelichting van de gegevens met betrekking tot 1) de totale waarde van de beleggingen van een beleggingsinstellingen; 2) samenstelling van de beleggingen; 3) het aantal uitstaande rechten van deelneming; en 4) de meest recente bepaalde intrinsieke waarde van de deelnemingsrechten onder vermelding van het moment waarop de bepaling hiervan plaatsvond. • de statuten van ABB; • de statuten van Pettelaar; • een uittreksel van de Kamer van Koophandel van ABB; • een uittreksel van de Kamer van Koophandel van Pettelaar; en • een uittreksel van de Kamer van Koophandel van ASN Beleggingsfondsen N.V.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
39
6. Vervanging van ABB en Pettelaar ABB ASN Beleggingsfondsen N.V.
ABB is naast beheerder tevens bestuurder van ASN Beleggingsfondsen N.V. De bepalingen die de vervanging van ABB als bestuurder regelen, zijn opgenomen in artikel 14 van de statuten van ASN Beleggingsfondsen N.V.. Hieronder volgt een samenvatting van de betreffende regels: - het ontslag van een bestuurder vindt plaats door de algemene vergadering van aandeelhouders van ASN Beleggingsfondsen N.V.; - indien het voorstel tot ontslag is uitgegaan van de raad van commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V., kan de algemene vergadering van aandeelhouders met volstrekte meerderheid van stemmen hiertoe besluiten; - zonder een voorstel tot ontslag van de raad van commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V., kan de algemene vergadering van aandeelhouders hiertoe besluiten met volstrekte meerderheid van stemmen, indien die meerderheid ten minste een/derde van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt; - de schorsing van een bestuurder vindt plaats of door de raad van commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. of door de algemene vergadering van aandeelhouders van ASN Beleggingsfondsen N.V.; - indien de raad van commissarissen van ASN Beleggingsfondsen N.V. of de algemene vergadering van aandeelhouders een bestuurder heeft geschorst, dient zij binnen drie maanden na ingang van de schorsing te besluiten, hetzij tot ontslag, hetzij tot opheffing of handhaving van de schorsing; - de benoeming van een nieuwe bestuurder vindt plaats door de algemene vergadering van aandeelhouders; - de prioriteitsaandeelhouder is bij benoeming van een nieuwe bestuurder bevoegd tot het opmaken van een voordracht; - de prioriteitsaandeelhouder dient aan te geven of de voordracht bindend of nietbindend is; - de voordracht wordt opgenomen in de oproeping tot de algemene vergadering van aandeelhouders of in de oproeping wordt medegedeeld dat niet of niet tijdig een voordracht is opgemaakt.
ASN Groenprojectenfonds en ASN-Novib Fonds
De bepalingen die de vervanging van ABB als beheerder bij ASN Groenprojectenfonds en ASN-Novib Fonds regelen, zijn opgenomen in artikel 5 van de voorwaarden van beheer en bewaring van zowel ASN Groenprojectenfonds als ASN-Novib Fonds. Hieronder volgt een weergave van de betreffende regels: - De beheerder wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de raad van toezicht; - De beheerder kan zijn functie beëindigen door opzegging met inachtneming van een opzegtermijn van één jaar. Indien de beheerder het voornemen te kennen geeft zijn functie neer te leggen, wordt binnen een termijn van vier weken een vergadering van participanten gehouden, met inachtneming van hetgeen daarover in de voorwaarden van beheer en bewaring is bepaald.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
40
Pettelaar ASN Groenprojectenfonds en ASN-Novib Fonds
De bepalingen die de vervanging van Pettelaar als bewaarder van ASN Groenprojectenfonds en ASN-Novib Fonds regelen, zijn opgenomen in artikel 6 van de voorwaarden van beheer en bewaring van zowel ASN Groenprojectenfonds als ASN-Novib Fonds. De bewaarder wordt op identieke wijze vervangen als de beheerder.
41
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
7. Intrekking vergunning ABB verklaart dat van een door haar ingediend verzoek aan de Autoriteit Financiële Markten tot intrekking van haar vergunning, mededeling zal worden gedaan in ten minste één landelijk verspreid dagblad en in de Officiële Prijscourant van Euronext Amsterdam N.V. of aan het adres van iedere belegger van een in de door ABB beheerde beleggingsinstelling, alsmede op haar webpagina.
42
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Bijlage II Voorwaarden van beheer en bewaring ASN Groenprojectenfonds
Artikel 1 Definities Beheerder:
De Beheerder als bedoeld in artikel 5.
Bewaarder:
De Bewaarder als bedoeld in artikel 6.
Fonds: ASN Groenprojectenfonds, een beleggingsfonds in de zin van artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht. Fondsvermogen: Het totale in het Fonds verenigde vermogen dat is afgescheiden van het vermogen van de Bewaarder en dat wordt gevormd door stortingen in contanten alsmede door de beleggingsopbrengsten inclusief gerealiseerde en ongerealiseerde koersresultaten, verminderd met de kosten. Labels van SNS Reaal Groep:
SNS Bank, SNS REGIO Bank en REAAL Bancaire Diensten.
Voorwaarden:
Deze voorwaarden van beheer en bewaring ASN Groenprojectenfonds.
Participant:
De houder van één of meer Participaties in het Fonds.
Participatie: De eenheid waarin de omvang van de deelgerechtigdheid van een Participant tot het Fondsvermogen afgerond tot vijf cijfers achter de komma wordt uitgedrukt. Raad van Toezicht:
De Raad van Toezicht als bedoeld in artikel 8.
Register: Het door Beheerder gehouden register van Participanten als bedoeld in artikel 4. Vergadering:
De vergadering van Participanten als bedoeld in artikel 7.
Artikel 2 Aard en doelstelling van het Fonds 1. Het Fonds is een beleggingsfonds als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, dat de status heeft van beleggingsinstelling in de zin van artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en dat bij beschikking van de Belastingdienst te Amsterdam is aangewezen als Groene Instelling in de zin van artikel 5.14 lid 2 sub b van de Wet inkomstenbelasting 2001. 2. Het Fonds wordt gevormd door een ter collectieve belegging bijeengebracht vermogen teneinde de Participanten in de opbrengst te doen delen. Het Fonds heeft geen rechtspersoonlijkheid en is geen vennootschap in de zin van titel 7.13 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtsverhouding tussen de Beheerder, de Bewaarder en de Participanten, maar niet de rechtsverhouding tussen de Participanten onderling, wordt beheerst door deze Voorwaarden. 3. Het Fonds heeft ten doel het doen van beleggingen in onderhandse leningen, vastrentende waarden en daarvan afgeleide instrumenten alsmede in alles wat hieraan dienstig kan zijn en zal hoofdzakelijk beleggen in daartoe aangewezen groenprojecten als bedoeld in artikel 5.14 lid 2 sub b Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: “groenprojecten”).
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
43
Artikel 3 Verhoudingen 1. De gezamenlijke beleggingen van het Fonds staan ten name van de Bewaarder, die deze houdt ten behoeve van en voor rekening en risico van de Participanten. 2. Het economische eigendom van de gezamenlijke beleggingen van het Fonds berust bij de Participanten in verhouding tot de door hen gehouden Participaties. 3. De Participanten worden geacht kennis te hebben genomen van en zich te onderwerpen aan de bepalingen van de Voorwaarden vanaf de datum van ontvangst door de Beheerder van het ingevulde aanmeldingformulier voor deelname. 4. De Beheerder is niet bevoegd een Participant jegens een derde te verbinden. 5. Onderwerping door een Participant aan deze Voorwaarden, zoals bedoeld in het eerste lid, betekent uitsluitend dat de Participant uit hoofde van deze Voorwaarden rechten en verplichtingen jegens het Fonds heeft en uitdrukkelijk niet dat de Participant uit hoofde van deze Voorwaarden rechten en verplichtingen heeft jegens de andere Participanten.
Artikel 4 Participaties en Register 1. De Participaties luiden op naam. Van de Participaties worden geen bewijsstukken uitgereikt anders dan in de vorm van een nota waarop het aantal door de Participant gehouden Participaties wordt vermeld. 2. De Beheerder houdt een Register waarin de namen en adressen van alle Participanten worden opgenomen met vermelding van het aantal Participaties en de datum waarop de desbetreffende Participaties zijn uitgegeven. 3. Het Register strekt tot volledig bewijs omtrent het aantal Participaties dat door een Participant wordt gehouden, tenzij de onjuistheid van de desbetreffende gegevens in het Register wordt aangetoond.
Artikel 5 Beheerder 1. De Beheerder is belast met het beheer van het Fonds. Tot het beheer wordt mede gerekend het bepalen van het beleggingsbeleid, het aangaan van verplichtingen ten laste en ten bate van het Fonds, waaronder het doen van beleggingen en het verrichten van alle overige (rechts)handelingen ten behoeve van het Fonds. 2. De Beheerder dient bij het beheren van het Fondsvermogen het in het prospectus omschreven beleggingsbeleid van het Fonds onverkort in acht te nemen, met dien verstande dat: a) 70% van het Fondsvermogen is belegd in groenprojecten; b) dat ten minste 10% van het Fondsvermogen zodanig wordt belegd of anderszins in overeenstemming met de Wet op het financieel toezicht wordt aangehouden dat snel liquiditeiten kunnen worden gerealiseerd. Daartoe wordt onder meer belegd in Nederlandse vastrentende waarden, zoals deposito’s, staatsleningen en dergelijke; c) een belegging in één object niet meer dan 15% van het gehele Fondsvermogen beslaat; en treedt bij het beheren overigens uitsluitend op in het belang van de Participanten. 3. Het is de Beheerder toegestaan om van het in het vorige lid onder sub c bepaalde, mits tijdelijk en na goedkeuring van de Raad van Toezicht, af te wijken, indien zulks naar haar oordeel in het belang van het Fonds is. 4. De Beheerder is bevoegd om taken uit hoofde van deze Voorwaarden aan derden, waaronder mede begrepen gelieerde partijen met uitzondering van de Bewaarder, te delegeren in gevolge een door Beheerder verstrekte volmacht dan wel uit te besteden ingevolge daartoe te sluiten schriftelijke overeenkomsten. (Rechts)handelingen waartoe de volmacht zich niet uitstrekt komen niet ten laste of ten bate van het Fonds. De Beheerder blijft jegens de Participanten verantwoordelijk en aansprakelijk voor de door de derde verrichte werkzaamheden. 5. Verbintenissen worden door de Beheerder met medewerking van de Bewaarder aangegaan ten behoeve van en voor rekening en risico van het Fonds. 6. Participanten zijn niet aansprakelijk voor nakoming van de verplichtingen van de Beheerder en dragen niet verder in de verliezen van het Fonds dan tot het totale bedrag van hun deelname. 7. De Beheerder wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de Raad van Toezicht. 8. Indien de Beheerder wordt geschorst door de Raad van Toezicht, dan treedt de Bewaarder gedurende die schorsing op als Beheerder.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
44
9. De Beheerder kan haar functie beëindigen door opzegging met inachtneming van een opzegtermijn van één jaar. Indien de Beheerder het voornemen te kennen geeft haar functie neer te leggen, wordt binnen een termijn van vier weken een Vergadering gehouden, met inachtneming van hetgeen is bepaald in artikel 7.
Artikel 6 Bewaarder 1. De Beheerder is de Voorwaarden met de Bewaarder overeengekomen. 2. De Bewaarder is juridisch rechthebbende op de vermogenswaarden van het Fonds. De Bewaarder houdt alle vermogenswaarden van het Fonds ten behoeve van en voor rekening en risico van de Participanten ten titel van beheer. De Bewaarder treedt bij het bewaren uitsluitend in het belang van de Participanten op. 3. Over de in bewaring gegeven vermogenswaarden kan slechts door de Beheerder met medewerking van de Bewaarder worden beschikt. 4. De Bewaarder geeft de tot het Fondsvermogen behorende vermogenswaarden slechts af tegen ontvangst van een verklaring van de Beheerder waaruit blijkt dat afgifte van de vermogenswaarden wordt verlangd in verband met de regelmatige uitoefening van de beheersfunctie. 5. Indien de Bewaarder en de Beheerder in gemeen overleg van oordeel zijn dat het wenselijk is dat de feitelijke bewaring van de vermogensbestanddelen aan derden wordt gegeven, is de Bewaarder gerechtigd de vermogensbestanddelen van het Fonds aan een, door de Beheerder en de Bewaarder tezamen aangewezen, derde in bewaring te geven. Als derde mag uitsluitend een bank of een daartoe speciaal opgericht bewaarbedrijf optreden. De vermogensbestanddelen van het Fonds zullen op naam van de Bewaarder bij de derde bewaarder worden bewaard. De Bewaarder blijft jegens de Participanten verantwoordelijk en aansprakelijk voor de door de derde bewaarder verrichte werkzaamheden. 6. De Participanten zijn niet aansprakelijk voor de nakoming van de verplichtingen van de Bewaarder. 7. De Bewaarder wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de Raad van Toezicht. 8. De Bewaarder kan haar functie beëindigen door opzegging met inachtneming van een opzegtermijn van één jaar. Indien de Bewaarder het voornemen te kennen geeft haar functie neer te leggen, wordt binnen een termijn van vier weken een Vergadering gehouden, met inachtneming van hetgeen is bepaald in artikel 7.
Artikel 7 Vergadering 1. Er is een Vergadering die door de Beheerder wordt bijeengeroepen en zal worden gehouden op een door de Beheerder vast te stellen datum en plaats. 2. Een oproeping voor een Vergadering geschiedt ten minste veertien dagen vóór de datum waarop die vergadering plaatsvindt per advertentie in een landelijk verspreid Nederlands dagblad of aan het adres van iedere Participant en vermeldt de agenda, dan wel de plaats waar deze agenda verkrijgbaar is. 3. Jaarlijks vóór 1 mei wordt een Vergadering gehouden teneinde de resultaten van het Fonds te bespreken. 4. Voorts wordt een Vergadering in ieder geval bijeengeroepen teneinde te worden gehoord: a) indien de Beheerder en/of de Bewaarder het voornemen te kennen geeft de functie neer te leggen, in welk geval de Vergadering dient te worden gehouden binnen een termijn van vier weken na de kennisgeving; b) indien een andere Beheerder en/of Bewaarder en/of een lid van de Raad van Toezicht dient te worden benoemd; c) indien daarom wordt verzocht door Participanten, die tezamen ten minste 10% van het totaal aantal uitstaande Participaties vertegenwoordigen; d) indien de Beheerder en de Bewaarder voornemens zijn de onderhavige Voorwaarden te wijzigen, waardoor rechten of zekerheden van Participanten worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd of waardoor het beleggingsbeleid van het Fonds wordt gewijzigd; e) indien de Beheerder het voornemen heeft het Fonds op te heffen; f) ingeval van vereffening, in welk geval de Beheerder aan de Participanten rekening en verantwoording aflegt alvorens tot uitkering aan de Participanten over te gaan; g) indien de Beheerder het voornemen heeft de fiscale status van beleggingsinstelling van het Fonds te doen beëindigen.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
45
5. De Vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter van de Raad van Toezicht dan wel, in diens afwezigheid, door een door de Raad van Toezicht uit zijn midden aangewezen persoon. 6. Elke gehele Participatie geeft recht op het uitbrengen van één stem. Op gedeelten van een Participatie kan geen stem worden uitgebracht. Bepalend is het aantal gehele Participaties dat op naam van de Participant wordt vermeld in het Register op de datum dat de kennisgeving door de Participant dat hij de Vergadering wenst bij te wonen wordt ontvangen door de Beheerder. 7. Besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van de ter Vergadering uitgebrachte stemmen. 8. Toegang tot de vergadering hebben de Beheerder, de Bewaarder, de leden van de Raad van Toezicht, iedere Participant die schriftelijk aan de Beheerder te kennen heeft gegeven dat hij de Vergadering wenst bij te wonen of zijn schriftelijk gevolmachtigde, alsmede ieder aan wie daartoe toestemming is verleend door de voorzitter van de Vergadering. Ingeval een volmacht wordt verleend, dient deze volmacht uiterlijk op de derde werkdag vóór die der Vergadering gedeponeerd te zijn op de plaats die in de oproeping is vermeld. 9. De mogelijkheid van uitbreiding of beperking van de deelname als bedoeld in de artikelen 10 en 11 is opgeschort vanaf de datum waarop de kennisgeving als bedoeld in artikel 7.8 is ontvangen tot en met de datum van de Vergadering.
Artikel 8 Raad van Toezicht 1. Er is een Raad van Toezicht bestaande uit minimaal vijf leden, die toeziet op de naleving van deze Voorwaarden. 2. De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd, geschorst en ontslagen door de Vergadering op voordracht van ASN Bank N.V. 3. De leden van de Raad van Toezicht worden maximaal tweemaal voor een periode van 4 jaar benoemd, tenzij de Vergadering op voorstel van de Raad van Toezicht anders bepaalt; de raad stelt een schema van aftreden vast. 4. De Raad van Toezicht adviseert de Beheerder gevraagd en ongevraagd. 5. De Raad van Toezicht benoemt, na de Vergadering gehoord te hebben, de Beheerder en Bewaarder van het Fonds. 6. De Raad van Toezicht schorst en ontslaat de Beheerder en de Bewaarder van het Fonds. 7. De Raad van Toezicht is bevoegd nadere regels te geven omtrent al zodanige onderwerpen als hij in het kader van zijn toezicht nodig of gewenst acht. 8. De Raad van Toezicht is niet verantwoordelijk voor de wijze van belegging en herbelegging. 9. De Raad van Toezicht benoemt uit haar midden een voorzitter.
Artikel 9 Intrinsieke waarde 1. De intrinsieke waarde van het Fonds is gelijk aan het Fondsvermogen en wordt iedere werkdag vastgesteld. De vaststelling geschiedt op basis van de waarderinggrondslagen als vermeld in het prospectus. 2. In deze vaststelling zullen in ieder geval worden begrepen opgelopen maar nog niet uitgekeerde renten, vastgestelde maar nog niet ontvangen dividenden, gemaakte maar nog niet betaalde kosten en kapitaalsbelasting en alle overige kosten die naar het oordeel van de Beheerder voor rekening van het Fonds dienen te komen. 3. De intrinsieke waarde van een Participatie is gelijk aan de intrinsieke waarde van het Fonds, gedeeld door het aantal op dat moment uitstaande Participaties. 4. De Beheerder is gerechtigd de berekening van de intrinsieke waarde van het Fondsvermogen tijdelijk op te schorten indien als gevolg van bijzondere omstandigheden de vaststelling van de intrinsieke waarde van het Fondsvermogen naar het redelijk oordeel van de Beheerder niet kan plaatsvinden. 5. De opschorting van de berekening van de intrinsieke waarde van het Fondsvermogen wordt overeenkomstig artikel 18, dan wel met andere daartoe geschikte middelen bekend gemaakt. 6. In het geval dat de berekening van de intrinsieke waarde wordt opgeschort, is de mogelijkheid tot toetreding dan wel uitbreiding van de deelname en de mogelijkheid tot overdracht, uittreding dan wel beperking van de deelname opgeschort. 7. Onder bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld in geval de voorziening voor oninbaarheid onvoldoende toereikend is, kan de Beheerder besluiten om de uitgifteprijs tussentijds aan te passen.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
46
Artikel 10 Toetreding / Uitbreiding deelname 1. Toetreding tot het Fonds of uitbreiding van de deelname kan, behoudens hetgeen in artikel 9.6. is bepaald, iedere werkdag plaatsvinden en geschiedt door inschrijving van de gegevens bedoeld in artikel 4.2 respectievelijk inschrijving van de wijziging in het Register en met inachtneming van hetgeen daaromtrent is bepaald in het Reglement van de ASN Beleggingsrekening of een andere beleggingsrekening van één van de Labels van SNS Reaal Groep. 2. Toetreding tot het Fonds of uitbreiding van de deelname geschiedt door storting in geld. Dit bedrag in contanten wordt door de Beheerder, na aftrek van transactiekosten door de Beheerder omgerekend in Participaties tegen de uitgifteprijs als bedoeld in artikel 10.4. 3. De Beheerder is in het belang van de Participanten bevoegd op enig moment de mogelijkheid tot toetreding of uitbreiding van de deelname te beperken, te wijzigen, te beëindigen of op te schorten en overigens voorwaarden hieraan te verbinden. 4. Als uitgifteprijs van een Participatie geldt de intrinsieke waarde per Participatie als bedoeld in artikel 9 op de datum van toetreding of uitbreiding, verhoogd met een kostenopslag ten behoeve van het Fonds. 5. Participaties kunnen aan derden worden overgedragen, doch slechts na administratieve tussenkomst van de Beheerder.
Artikel 11 Overdracht / Uittreding / Beperking deelname 1. De Participaties zijn vrij overdraagbaar aan derden. De overdracht kan alleen plaatsvinden middels tussenkomst van de Beheerder. Overdracht, uittreding of beperking van de deelname kan, behoudens hetgeen in artikel 9.6. is bepaald, iedere werkdag plaatsvinden met dien verstande dat een termijn van minimaal 6 maanden dient te zijn verstreken na verkrijging van de desbetreffende Participatie als bedoeld in artikel 11. Overdracht of uittreding geschiedt door doorhaling respectievelijk inschrijving van de wijziging in het Register en met inachtneming van hetgeen daaromtrent is bepaald in het reglement van de ASN beleggingsrekening of een andere beleggingsrekening van één van de Labels van SNS Reaal Groep. 2. Overdacht, uittreding uit het Fonds of beperking van de deelname geschiedt tegen uitkering in contanten. Dit bedrag in contanten wordt door de Beheerder omgerekend in Participaties tegen de inkoopprijs als bedoeld in artikel 11.3 onder aftrek van de transactiekosten. 3. Als inkoopprijs van een Participatie geldt de waarde per Participatie als bedoeld in artikel 9 op de datum van uittreding og beperking van de deelname, verminderd met een kostenopslag ten behoeve van het Fonds. 4. Het bepaalde in artikel 10.3 en 10.5 is van overeenkomstige toepassing op overdracht, uittreding uit het Fonds of beperking van de deelname. 5. Ingekochte Participaties vervallen niet als gevolg van de verkrijging door het Fonds van die Participaties.
Artikel 12 Kosten en vergoedingen 1. Bij aan- en verkoop van het Fonds is de Participant transactiekosten verschuldigd. 2. De Beheerder ontvangt op jaarbasis een vergoeding van 1,0% van het Fonds. Deze vergoeding wordt berekend over het totale Fondsvermogen aan het eind van ieder kwartaal. Deze vergoeding wordt gebruikt voor alle kosten van het beheer van het Fonds, inclusief de kosten van administratie, het vermogensbeheer, de Bewaarder, de accountant, het jaarverslag, de algemene vergadering, marketingkosten, enz. 3. Indien ontwikkelingen naar het oordeel van de Beheerder het nodig maken, kan de in lid 2 genoemde vergoeding aan de Beheerder worden gewijzigd. De wijziging van het percentage wordt van kracht drie maanden nadat de wijziging aan Participanten is bekendgemaakt en Participanten gedurende deze periode in de gelegenheid zijn geweest hun Participaties tegen de gebruikelijke voorwaarden aan het Fonds aan te bieden.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
47
Artikel 13 Verslaglegging 1. Het boekjaar van het Fonds is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Jaarlijks vóór 1 mei maakt de Beheerder een jaarrekening en een jaarverslag op, waarbij de bepalingen van Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn. 3. De Beheerder verleent een accountant als bedoeld in artikel 2:393 van het Burgerlijk Wetboek of een organisatie waarin accountants samenwerken opdracht tot onderzoek van de jaarrekening. De accountant onderzoekt of de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen van het resultaat over het desbetreffende boekjaar, en geeft het resultaat weer in een verklaring. 4. Jaarlijks vóór 1 mei worden de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en de overige gegevens als bedoeld in artikel 2:392 van het Burgerlijk Wetboek openbaar gemaakt en wordt in een landelijk verspreid dagblad of aan het adres van iedere Participant bekend gemaakt waar de bedoelde stukken verkrijgbaar zijn. 5. Jaarlijks binnen 9 weken na afloop van de eerste helft van het boekjaar maakt de Beheerder de halfjaarcijfers op en openbaar. 6. Op de verslaggeving, het deskundigenonderzoek en de openbaarmaking is overigens het bij of krachtens de Wet financieel toezicht bepaalde van toepassing. 7. Het bovenstaande is van overeenkomstige toepassing op de jaarrekening van de Bewaarder. 8. Op verzoek zendt de Beheerder een exemplaar van de in lid 2 genoemde documenten in digitale vorm naar een door een Participant verstrekt e-mailadres.
Artikel 14 Uitkeringen aan Participanten 1. Uitkering aan de Participanten van de voor uitkering beschikbare winst van het Fonds geschiedt jaarlijks vóór 1 juli in contanten. De belegger ontvangt het aldus uitgekeerde netto bedrag automatisch en kosteloos via de desbetreffende beleggingsrekening herbelegd in Participaties. 2. Gedurende één maand nadat het bedrag van de netto uitkering in de vorm van Participaties is bijgeschreven op de beleggingsrekening, kan de Participant die participeert via Stichting SNS Beleggersgiro een bedrag gelijk aan of minder dan de netto uitkering kosteloos opnemen. 3. De betaalbaarstelling van uitkeringen aan Participanten, de samenstelling van de uitkeringen alsmede de wijze van betaalbaarstelling wordt bekendgemaakt per advertentie in een landelijk verspreid dagblad of aan het adres van iedere Participant.
Artikel 15 Liquidatie 1. De Beheerder is bevoegd, nadat de Vergadering daarover is gehoord en mits goedkeuring is verkregen van de Raad van Toezicht, het Fonds te liquideren. 2. De Beheerder is belast met de vereffening van het Fonds, legt daarvan conform artikel 7, vierde lid, onder f van deze Voorwaarden aan de Participanten rekening en verantwoording af en kan daarna besluiten de beschikbare bedragen naar evenredigheid op Participaties beschikbaar te stellen. 3. Gedurende de vereffening blijven deze Voorwaarden van toepassing.
Artikel 16 Wijziging van de Voorwaarden 1. De Beheerder is bevoegd om tezamen met de Bewaarder deze Voorwaarden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7 lid 4, te wijzigen, mits goedkeuring is verkregen van de Raad van Toezicht. 2. Een voorstel tot wijziging van deze Voorwaarden wordt medegedeeld in een advertentie in een landelijk verspreid dagblad of aan het adres van iedere Participant. 3. Een wijziging van de Voorwaarden, waardoor rechten of zekerheden van Participanten worden verminderd of lasten aan hen worden opgelegd, wordt eerst van kracht drie maanden na de bekendmaking bedoeld in het tweede lid. Binnen deze periode kunnen Participanten hun deelname in het Fonds tegen de gebruikelijke voorwaarden beëindigen op de wijze als bepaald in artikel 11.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
48
Artikel 17 Aansprakelijkheid 1. De Bewaarder is jegens het Fonds en de Participanten slechts aansprakelijk voor door hen geleden schade voor zover deze schade het gevolg is van verwijtbare niet-nakoming of gebrekkige nakoming van haar verplichtingen; dit geldt ook wanneer de Bewaarder de bij haar in bewaring gegeven activa geheel of ten dele aan een derde heeft toevertrouwd. 2. De Beheerder is jegens het Fonds en de Participanten slechts aansprakelijk voor de door hen geleden schade, voor zover de schade het rechtstreekse gevolg is van opzet of grove schuld van de Beheerder.
Artikel 18 Kennisgevingen 1. A lle kennisgevingen aan Participanten geschieden hetzij aan het in het Register opgenomen adres, hetzij in een landelijk verspreid Nederlands dagblad, hetzij in elektronische vorm via een door een Participant verstrekt e-mailadres. 2. Kennisgeving is in ieder geval verplicht bij een verzoek aan de toezichthouder tot intrekking van de vergunning als bedoeld in artikel 1:104, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het financieel toezicht.
Artikel 19 Toepasselijk recht en geschillen 1. Op deze Voorwaarden alsmede op de betrekkingen tussen de Participanten, de Beheerder en de Bewaarder is Nederlands recht van toepassing. 2. Alle geschillen, welke uit hoofde van deze Voorwaarden mochten ontstaan alsmede alle geschillen die betrekking hebben op de betrekkingen tussen de Participantenen de Beheerder en/of de Bewaarder, alsmede geschillen tussen de Beheerder en de Bewaarder, zullen worden voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
49
Bijlage III Regeling Groenprojecten 2005 Regeling van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Financiën van 22 juni 2005, nr. DGM/SB/ET 2005127181, houdende regels inzake de aanwijzing van en verklaring voor in Nederland gelegen projecten welke in het belang zijn van de bescherming van het milieu, waaronder natuur en bos (Regeling groenprojecten 2005) De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Financiën, Na overleg met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en na overleg met de Minister van Verkeer en Waterstaat; Gelet op artikel 5.14, derde lid, onderdeel a, en zesde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;
Besluiten: Artikel 1 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a. project: in Nederland gelegen technisch, functioneel en in de tijd samenhangend geheel van activa en werkzaamheden; b. bestaand project: 1°. project als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, e, onder 3° en 4°, f, g, i, j of k, waarvoor ten minste zes maanden voor de dag waarop de aanvraag tot afgifte van een verklaring wordt ingediend een begin met de uitvoering van de werkzaamheden is gemaakt; 2°. project als bedoeld in artikel 2, onderdeel h.1°, h.2°, h.3° en h.4° waarvoor op de dag van indiening van een aanvraag tot afgifte van een verklaring een aanvang met de uitvoering van de werkzaamheden is gemaakt; 3°. project als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, c of d, dat ten minste zes maanden voor de dag waarop de aanvraag tot afgifte van een verklaring wordt ingediend, reeds voldeed aan een van de projectomschrijvingen in het betreffende onderdeel; 4°. projecten als bedoeld in artikel 2, onderdeel h.5°, waarvoor meer dan acht maanden voor de dag waarop de aanvraag tot afgifte van een verklaring wordt ingediend, de hypotheekakte werd gepasseerd dan wel de leenovereenkomst werd gesloten; c. projectbeheerder: degene voor wiens rekening en risico het project wordt ontwikkeld en in stand gehouden; d. projectvermogen: vermogen dat nodig is voor de financiering van vaste activa en de werkzaamheden om de vaste activa te plaatsen, voorzover noodzakelijk voor en uitsluitend dienstbaar aan de totstandbrenging van een project; e. verklaring: schriftelijk besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer als bedoeld in artikel 5.14, derde lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001, waarin wordt verklaard dat een project in het belang is van de bescherming van het milieu, waaronder natuur en bos; f. accountantsverklaring: verklaring, afgegeven door een registeraccountant of een accountant-administratieconsulent; g. Groen Label Kas: tuinbouwkas die bestemd is voor het bedrijfsmatig telen van tuinbouwgewassen, en ter zake waarvan, door middel van een certificaat afgegeven door een bij de Raad voor Accreditatie erkende organisatie, is aangetoond dat deze kas voldoet aan de eisen van het Certificatieschema Groen Label Kas 8.0 en minimaal 85 punten behaalt voor de extensieve stookteelt of 115 punten voor de intensieve stookteelt volgens de aldaar vermelde systematiek. Het Certificatieschema Groen Label Kas 8.0 dat als bijlage bij deze regeling behoort, ligt ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
50
h. woning: gebouw, bedoeld voor bewoning, dat voortdurend als hoofdverblijf ter beschikking zal staan aan een of meer natuurlijke personen en per wooneenheid ten minste is voorzien van een eigen toegang, een gescheiden leef- en slaapgedeelte, een eigen toilet, een eigen bad- of douchevoorziening, alsmede van een energieaansluiting, bedoeld voor een kooktoestel om een maaltijd te kunnen bereiden; i. eigenaar-bewoner: natuurlijk persoon die een woning in eigendom heeft dan wel verkrijgt en daarin zijn hoofdverblijf heeft of zal hebben, dan wel de erfpachter, vruchtgebruiker of gerechtigde tot een appartementsrecht als bedoeld in artikel 106 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, voorzover deze rechten betrekking hebben op een woning zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder h; j. duurzaam geproduceerd hout: hout waarvoor een door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer erkend certificaat is afgegeven waaruit blijkt dat het voldoet aan de Nederlandse minimumeisen en waarvan het gebruik is aangetoond door middel van certificaten en afleverbewijzen of facturen; k. Energie-index: maat voor de energieprestatie van bestaande woningen aan de hand van een genormeerde berekening; l. energielabel: gestandaardiseerde omzetting van de energieklasse in een label met de waardes A tot en met G; m. labelstap: verandering van de Energie-index van een gebouw waardoor het gebouw een ander energielabel krijgt. 2. Tot het projectvermogen met betrekking tot een project als bedoeld in artikel 2, onderdeel e, onder 3°, wordt niet gerekend het vermogen dat nodig is voor de financiering van de grond, de kosten voor goederen waarop niet wordt afgeschreven, tuinbouwgewassen, transportsystemen en onderhoud en de kosten, exclusief de kosten voor gelijktijdig opwekken van warmte/kracht of de kosten van een warmtepomp en/of warmte en koudeopslag, per vierkante meter kasoppervlak die meer bedragen dan € 100,–.
Artikel 2 De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer kan, in overeenstemming met de Minister van Financiën en na overleg met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van Verkeer en Waterstaat, een verklaring afgeven voor: a. projecten, bestaande uit aaneengesloten gebieden met een oppervlakte van ten minste vijf hectare, die gericht zijn op de ontwikkeling en instandhouding van bos en andere houtopstanden, met uitzondering van vruchtbomen, windsingels, wegbeplantingen en bomen die bestemd zijn om te dienen als kerstbomen en kweekgoed; b. projecten die zijn gericht op de ontwikkeling en instandhouding van natuur- en landschappelijke waarden in: 1°. gebieden die als beschermd natuurmonument of staatsnatuurmonument zijn aangewezen op grond van de Natuurbeschermingswet 1998, of 2°. gebieden die in het Structuurschema Groene Ruimte (Kamerstukken II 1993/94, 22 880) zijn aangemerkt als gebieden behoud en herstel bestaande landschapskwaliteit en waarvoor een gebiedsperspectief waardevol cultuurlandschap geldt; c. projecten die zijn gericht op de ontwikkeling en instandhouding van: 1°. nieuwe natuur- en landschappelijke waarden van landgoederen als bedoeld in artikel 2 van de Natuurschoonwet 1928, of 2°. natuur- en landschappelijke waarden blijkens een landinrichtingsplan als bedoeld in artikel 73 van de Landinrichtingswet, een inrichtingsplan als bedoeld in artikel 17 van de Wet inrichting landelijk gebied, een plan van voorzieningen als bedoeld in artikel 44 van de Reconstructiewet Midden-Delfland, of een herinrichtingsplan als bedoeld in artikel 16 van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën; d. projecten: 1°. in een natuurgebied die zijn gericht op de ontwikkeling en instandhouding van nieuwe natuur- en landschappelijke waarden en in aanmerking zijn gekomen voor subsidie op grond van de Subsidieregeling natuurbeheer 2000 en wat betreft bos en houtopstanden tevens voldoen aan onderdeel a;
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
51
2°. in een beheers-, probleem-, natuur- of landschapsgebied die zijn gericht op de ontwikkeling en instandhouding van nieuwe natuur- en landschappelijke waarden en in aanmerking zijn gekomen voor subsidie op grond van de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer en wat betreft bos en houtopstanden tevens voldoen aan onderdeel a; 3°. van publiekrechtelijke rechtspersonen of van instellingen als bedoeld in de Regeling bijdragen particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties die zijn gericht op de ontwikkeling en de instandhouding van nieuwe natuur- en landschappelijke waarden in gebieden waarvoor een begrenzingenplan is vastgesteld als bedoeld in de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling; 4°. die zijn gericht op de ontwikkeling en de instandhouding van nieuwe natuur- en landschappelijke waarden en in aanmerking zijn gekomen voor subsidie op grond van de Tijdelijke regeling particulier natuurbeheer; 5°. in een beheers- of reservaatgebied die zijn gericht op de ontwikkeling en instandhouding van nieuwe natuur- en landschappelijke waarden en waarvoor een beheersovereenkomst is gesloten als bedoeld in de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling; 6°. in een probleemgebied die zijn gericht op de ontwikkeling en instandhouding van nieuwe natuuren landschappelijke waarden en waarvoor een beheersovereenkomst is gesloten als bedoeld in de Regeling beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling; e. projecten die zijn gericht op: 1°. het produceren of verwerken van plantaardige landbouwproducten overeenkomstig het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode; 2°. het produceren of verwerken van dierlijke landbouwproducten overeenkomstig het Landbouwkwaliteitsbesluit biologische productiemethode; 3°. het bedrijfsmatig telen van gewassen in een Groen Label Kas; f. projecten die zijn gericht op de industriële verwerking van landbouwgrondstoffen of reststoffen van natuurbeheer tot producten die niet geschikt zijn voor menselijke of dierlijke consumptie, indien die producten in Nederland nog niet gangbaar zijn en leiden tot een vermindering van de aantasting van het milieu, met uitzondering van de verwerking van genoemde stoffen tot energie of energiedragers; g. projecten die zijn gericht op: 1°. het opwekken van elektriciteit uit schoon hout en energierijke gewassen; 2°. het opwekken van elektrische energie door middel van een windturbine die is gecertificeerd volgens NVN 11400-0 (uitgave 1999), voorzover deze normen daarop van toepassing is; 3°. het opwekken van elektrische energie met behulp van fotovoltaïsche cellen; 4°. het gebruik van thermische zonne-energie door middel van zonnecollectoren; 5°. het winnen van aardwarmte; 6°. het opwekken van elektrische energie uit waterkracht; 7°. het met behulp van warmtepompen met een COP (coëfficiënt of performance) van ten minste 4 en een gesloten bodemwarmtewisselaar of aquifer opwaarderen van laagwaardige warmte naar hoogwaardige warmte op een zodanige wijze dat de hoogwaardige warmte nuttig wordt aangewend; 8°. warmte-, onderscheidenlijk koudeopslag, in een aquifer gedurende ten minste een maand; 9°. het aanleggen van warmtedistributienetten en het bouwen van centrale bijstookketels en warmtebuffers ten behoeve van stadsverwarmingprojecten en de verwarming van tuinbouwkassen die thermische energie benutten van elektriciteitsopwekkinginstallaties; h. projecten die zijn gericht op: 1°. het realiseren van nieuw te bouwen woningen die voldoen aan bijlage 1 bij deze regeling en tevens minimaal 150 punten behalen volgens de in die bijlage vermelde systematiek; 2°. het door herbestemming van niet-woningen realiseren van nieuwe woningen die voldoen aan bijlage 2 bij deze regeling en tevens minimaal 125 punten behalen volgens de in die bijlage vermelde systematiek, of 3°. het renoveren van bestaande woningen die zijn gebouwd voor 1980 en die voldoen aan bijlage 2 bij deze regeling en tevens minimaal 125 punten behalen volgens de in die bijlage vermelde systematiek; 4°. het realiseren van utiliteitsgebouwen die voldoen aan bijlage 3 bij deze regeling;
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
52
5°. het renoveren van bestaande woningen door de eigenaar-bewoner, waarbij indien hout wordt toegepast dat duurzaam geproduceerd hout is, en waarbij energiebesparende maatregelen worden doorgevoerd, en die voldoen aan één van de volgende niveaus: a. de Energie-index van de woning is na renovatie ten minste twee labelstappen lager dan ervoor of de woning verkrijgt na renovatie minimaal een B-label; b. de Energie-index van de woning is na renovatie ten minste vier labelstappen lager dan ervoor en de woning verkrijgt na renovatie minimaal een B-label; c. de Energie-index van de woning is na renovatie ten minste vijf labelstappen lager dan ervoor en de woning verkrijgt na renovatie een A label; i. projecten die zijn gericht op de realisatie van vrijgelegen dan wel verhoogde fietspaden die verhard zijn met asfalt en die: 1°. de directe bereikbaarheid van transferia bevorderen, 2°. knelpunten opheffen in het recreatieve landelijk fietsroutenet als aangegeven in het Structuurschema Groene Ruimte, bedoeld in artikel 2, onder b, onderdeel 2°, en gelegen zijn buiten de bebouwde kom, 3°. buiten de bebouwde kom gelegen zijn en de directe verbinding vormen tussen: – woonkernen met meer dan 50.000 inwoners en de direct omringende woonkernen en leiden tot een vermindering van de reistijd, – Vinex-locaties en de direct omringende woonkernen, of – een woonkern, waaronder begrepen een verblijfsrecreatieconcentratie, en het landelijk net, bedoeld onder 2°; j. projecten die zijn gericht op het vrijwillig saneren van verontreinigde bodems of waterbodems ter zake waarvan overeenkomstig artikel 29 van de Wet op de bodembescherming is beslist dat er sprake is van een geval van ernstige verontreiniging en overeenkomstig artikel 39, tweede lid, van die wet goedkeuring is gegeven aan het saneringsplan en waaraan naar zijn oordeel voorrang moet worden verleend; k. andere innovatieve en hoogwaardige projecten die naar zijn oordeel in het belang zijn van de bescherming van het milieu, waaronder natuur en bos.
Artikel 3 1.
Een verklaring wordt niet afgegeven op aanvragen voor: a. een bestaand project; b. een project waarvan het projectvermogen minder bedraagt dan € 22.689; c. een project waarvan het niet aannemelijk is dat het enig eigen rendement heeft, subsidies van overheden en convenantsmiddelen daaronder begrepen; d. een project waarvan het te verwachten economisch rendement in verhouding tot het risico en het milieubelang zodanig is dat het zonder toepassing van deze regeling tot stand kan komen; e. een project als bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 1° of 2°, indien per kalenderjaar reeds voor 5000 woningen een verklaring is afgegeven; f. een project als bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 3°, indien per kalenderjaar reeds voor 5000 woningen een verklaring is afgegeven; g. een project betreffende een woning als bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 1° of 2°, waarvan de stichtingskosten meer dan € 272.268 bedragen; h. een project betreffende een utiliteitsgebouw als bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 4°, indien de aanvraag voor een groenverklaring is ingediend voor 1 januari 2005; i. een project betreffende een utiliteitsgebouw als bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 4°, indien per kalenderjaar reeds voor 50.000 m2 bruto vloeroppervlak een verklaring is afgegeven; j. een project, indien dit tot gevolg zou hebben dat op een bouwwerk gelijktijdig een verklaring op grond van artikel 2, onderdeel h, onder 4°, en een verklaring op grond van artikel 2, onderdeel g of k, van toepassing zou zijn; k. een project, waarvoor vanwege de overheid of de Commissie van de Europese Gemeenschappen uit anderen hoofde dan toekenning van een financieel of ander voordeel dat op grond van deze regeling door de projectbeheerder wordt genoten, een zodanig voordeel is of zal worden verstrekt, dat door die toekenning het totale op grond van de communautaire regelgeving toegestane voordeel, zou worden overschreden.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
53
2. Het eerste lid, onderdeel c, is niet van toepassing op projecten als bedoeld in artikel 2, onderdeel i.
Artikel 4 1. Een verklaring kan slechts worden aangevraagd door en afgegeven worden aan een kredietinstelling of een beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 5.14, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, die voornemens is in belangrijke mate bij te dragen aan het verstrekken van kredieten ten behoeve van het project dan wel het direct of indirect beleggen van vermogen in het project. 2. Een aanvraag voor projecten als bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met f, wordt ingediend bij de Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor andere projecten bij SenterNovem. 3. Voor projecten waarvoor reeds eerder een verklaring is afgegeven kan een nieuwe aanvraag eerst drie jaar voor de afloop van de geldende verklaring worden ingediend. 4. De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een formulier dat door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer op aanvraag beschikbaar wordt gesteld. 5. Aan een aanvrager kan worden verzocht een accountantsverklaring te overleggen, waaruit de juistheid of aannemelijkheid van de in de aanvraag vermelde gegevens blijkt.
Artikel 5 1. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer beslist, in overeenstemming met de Minister van Financiën en na overleg met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van Verkeer en Waterstaat, op een aanvraag binnen acht weken na de indiening ervan. 2. Een afschrift van het besluit wordt gezonden aan de projectbeheerder.
Artikel 6 1. De verklaring kan maximaal negen maanden na de afgifte van de verklaring in werking treden en kan niet langer gelden dan de verwachte levensduur van het project en dan een duur van ten hoogste: a. tien jaren; b. dertig jaren, indien het een project betreft als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, b, c of d. 2. De verklaring vermeldt de aard van het project, het projectvermogen, de datum waarop de verklaring in werking treedt en de periode waarvoor de verklaring geldt. 3. Ter zake van een project als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, onder 5° en 6°., komt voor een verklaring in aanmerking een bedrag van: 1°. ten hoogste € 2.268 per hectare indien het project betrekking heeft op passief beheer; 2°. ten hoogste € 4.538 per hectare indien het project betrekking heeft op licht beheer; 3°. ten hoogste € 6.808 per hectare indien het project betrekking heeft op zwaar beheer. 4. Ter zake van een project als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, onder 2°, komt voor een verklaring in aanmerking een bedrag van: 1°. ten hoogste € 2.268 per hectare voor projecten als bedoeld in de bijlagen 19 tot en met 22 bij de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer; 2°. ten hoogste € 4.538 per hectare voor projecten als bedoeld in de bijlagen 15 tot en met 17, 24 tot en met 30, 32 en 45 bij de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer; 3°. ten hoogste € 6.808 per hectare voor projecten als bedoeld in de bijlagen 6 tot en met 14, 18, 23 en 41 tot en met 43 bij de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer. 5. In afwijking van het vierde lid komen projecten die betrekking hebben op beheerspakketten als bedoeld in de bijlagen 19 tot en met 22 bij de Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer, waarvan de bijbehorende subpakketten inhoudelijk gelijk zijn aan een gelijknamig beheerspakket als bedoeld in de bijlagen 12 tot en met 18 bij die regeling, in aanmerking voor een bedrag dat gelijk is aan het bij die beheerspakketten behorende bedrag, genoemd in de bijlagen 12 tot en met 18 bij die regeling. 6. Ter zake van een project als bedoeld in artikel 2, onderdeel e, onder 3°, komt voor een verklaring in aanmerking een bedrag van ten hoogste € 100 per m2 kasoppervlak, exclusief de kosten voor het gelijktijdig opwekken van warmte en kracht of de kosten van een warmptepomp en/of warmte en koudeopslag. 7. Ter zake van een project als bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 4°, komt voor een verklaring in aanmerking een bedrag van ten hoogste € 400 per m2 bruto vloeroppervlak.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
54
8. Ter zake van een project als bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 4°, komt voor een verklaring in aanmerking maximaal 5000 m2 bruto vloeroppervlak per project. 9. Het projectvermogen van een project onder artikel 2, onderdeel k, wordt, indien het meer bedraagt dan € 25.000.000, beperkt tot dat bedrag, tenzij bij besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer in overeenstemming met de Minister van Financiën anders is bepaald. 10. Het projectvermogen kan niet meer bedragen dan het bedrag dat op grond van het mededingingsbeleid van de Europese Unie is toegestaan. 11. Voor een woning als bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 1°, 2° of 3°, komt ten hoogste een bedrag van € 34.034 voor een verklaring in aanmerking. 12. Het projectvermogen kan, indien het meer bedraagt dan € 34.033.516, tot dat bedrag worden beperkt. 13. De verklaring voor een project als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, e, f, g, h.1° t/m h.4°, i, j of k vervalt indien binnen 2 jaar na de dag van afgifte van een verklaring geen aanvang is gemaakt met de uitvoering van de werkzaamheden. 14. In de verklaring kunnen nadere voorwaarden worden opgenomen. 15. Voor een woning als bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 5°, komt voor een verklaring in aanmerking: a. een bedrag van maximaal € 25.000 voor projecten die voldoen aan de eisen zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 5°, onder a; b. een bedrag van maximaal € 50.000 voor projecten die voldoen aan de eisen zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 5°, onder b; c. een bedrag van maximaal € 100.000 voor projecten die voldoen aan de eisen zoals bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 5°, onder c.
Artikel 7 Indien het projectvermogen meer bedraagt dan € 25 000 000, of het bedrag dat met de verklaring, bedoeld in artikel 2, mogelijk als een financieel of ander voordeel kan worden verworven, meer bedraagt dan € 5 000 000, meldt de Minister het project overeenkomstig artikel 88, derde lid, van het EG-verdrag aan bij de Commissie van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 8 1. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer kan, in overeenstemming met de Minister van Financiën en na overleg met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van Verkeer en Waterstaat, de verklaring intrekken indien: a. de ter zake verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de juiste of volledige gegevens bekend waren geweest; b. blijkt dat de uitvoering van het project in aanzienlijke mate afwijkt van het project op grond waarvan de verklaring is afgegeven; c. blijkt dat de projectbeheerder de vermogenstoestand van het project niet afzonderlijk administreert; d. niet wordt voldaan aan de voorwaarden die in de verklaring zijn opgenomen; e. de melding, bedoeld in artikel 8, niet onverwijld is geschied; f. bij projecten als bedoeld in artikel 2, onderdeel h, onder 5°, de werkzaamheden niet zijn beëindigd binnen twee jaar na de dag waarop de hypotheekakte werd gepasseerd dan wel de leenovereenkomst werd gesloten. 2. Het besluit tot intrekking kan terugwerkende kracht hebben. 3. Het besluit tot intrekking wordt gezonden aan de aanvrager. 4. Een afschrift van het besluit wordt gezonden aan de projectbeheerder en de inspecteur.
Artikel 9 Indien de uitvoering van een project wordt gewijzigd doet de instelling die kapitaal verschaft ten behoeve van een project waarvoor een verklaring is afgegeven, daarvan onverwijld melding aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
55
Artikel 10 Ten behoeve van de vaststelling van een verklaring van de daartoe van belang zijnde gegevens en van de daaraan verbonden rechten en plichten is ten aanzien van de kredietinstelling of beleggingsinstelling, bedoeld in artikel 5.14, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de projectbeheerder hoofdstuk VIII, afdeling 2, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van overeenkomstige toepassing, waarbij de aldaar jegens de inspecteur opgelegde verplichtingen mede gelden jegens de door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aangewezen personen.
Artikel 11 1. De in artikel 2, onderdeel g, onder 2°, gegeven verwijzing naar NVN-norm 11400-0, heeft betrekking op de laatst uitgegeven NVN-norm, met de daarop uitgegeven aanvullingen en correctiebladen. Een uitgegeven aanvulling, onderscheidenlijk correctieblad, wordt eerst van toepassing op 1 januari van het jaar volgende op dat waarin de uitgifte heeft plaatsgevonden. 2. Met de in deze regeling bedoelde normen, meetvoorschriften, tests, verklaringen en certificaten, worden gelijkgesteld normen, meetvoorschriften, tests, verklaringen en certificaten die worden toegepast in een andere staat en die ten minste een gelijkwaardig beschermingsniveau bieden dan wel indien het verklaringen en certificaten betreft, deze zijn afgegeven op basis van onderzoekingen die een beschermingsniveau bieden dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de nationale onderzoekingen wordt nagestreefd.
Artikel 12 1. De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer kan, in overeenstemming met de Minister van Financiën en na overleg met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van Verkeer en Waterstaat, een verklaring afgeven voor: a. projecten als bedoeld in artikel 2, onderdeel e, onder 3°, van de Regeling groenprojecten 2002, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling, indien een aanvraag daartoe binnen twee weken na de datum van inwerkingtreding van deze regeling wordt ingediend en voor dit project een bouwvergunning is afgegeven die rechtsgeldig is ten tijde van de aanvraag en waarvoor de verplichting tot levering van de kas voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling is aangegaan; b. projecten als bedoeld in artikel 2, onderdeel h, van de Regeling groenprojecten 2002, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling, indien een aanvraag daartoe binnen negen weken na de datum van inwerkingtreding van deze regeling wordt ingediend en waarvoor voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling een aanvraag voor een bouwvergunning is ingediend; c. projecten als bedoeld in artikel 2, onderdeel h, van de Regeling groenprojecten 2005, zoals deze luidde voor de datum van inwerkingtreding van de regeling groenprojecten 2006, indien een aanvraag daartoe binnen twaalf weken na de datum van inwerkingtreding van deze regeling wordt ingediend en waarvoor voor 1 januari 2006 een aanvraag voor een bouwvergunning is ingediend. 2. Aan een verklaring voor een project als bedoeld in het eerste lid, onder a, is de voorwaarde verbonden dat binnen drie maanden na het onherroepelijk worden van de bouwvergunning een begin met de uitvoering van de bouwwerkzaamheden wordt gemaakt.
Artikel 13 1. De Regeling groenprojecten 2002 wordt ingetrokken. 2. De regeling, genoemd in het eerste lid, blijft van toepassing op projecten waaarvoor voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling een aanvraag voor een verklaring is ingediend.
Artikel 14 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
56
Artikel 15 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling groenprojecten 2005. Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 22 juni 2005 De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. van Geel De Staatssecretaris van Financiën, J.G. Wijn
Bijlage 1. behorende bij artikel 2, onderdeel h, onder 1°, van de Regeling groenprojecten 2005 (Maatlat duurzame woningbouw 2006) Algemeen 1. Deze bijlage wordt aangehaald als: Maatlat duurzame woningbouw 2006. 2. Met het Nationaal pakket wordt bedoeld de uitgave ‘Duurzaam bouwen: nationaal pakket woningbouw’ (uitgave van de Stichting Bouwresearch, bestelnummer 359.S). 3. Bij het indienen van de aanvraag wordt uitgegaan van de meest recente uitgave van het Nationaal pakket. 4. Indien maatregelen zijn vervallen in het Nationaal pakket, behoeft hieraan niet te worden voldaan in deze maatlat. 5. De basiseisen zijn verwoord in tabel I. Aan elke basiseis wordt voldaan. Indien de aanvrager aantoont, dat met een alternatieve maatregel een kwalitatief ten minste gelijkwaardig resultaat wordt behaald, kan met deze maatregel voldaan worden aan de desbetreffende basiseis. 6. In de kolom ‘Specificatie’ geven de S-nummers de specificatiebladen aan zoals deze zijn opgenomen in de CD-ROM-versie van het Nationaal pakket. In dit pakket worden de in deze kolom vaak summier omschreven maatregelen verder geconcretiseerd. De CD-ROM bevat standaardtitels voor overeenkomstige maatregelen in nieuwbouw en beheer. 7. De keuzemaatregelen staan in tabel II. In de kolom ‘Specificatie’ van Tabel II geeft een X-nummer aan dat het om een maatregel gaat die nog niet is opgenomen in het Nationaal pakket. 8. In de kolom ‘punten per eenheid’ is het aantal punten aangegeven, dat voor de maatregel wordt toegekend per eenheid, die genoemd is in de kolom ‘eenheid’. Daar waar de maatregel meerdere malen kan worden toegepast, is het aantal te behalen punten gemaximeerd. Deze maximering is aangegeven in de kolom ‘max. aantal punten’. 9. In tegenstelling tot het hierboven gestelde moet voor maatregel S 063 (Indien hout wordt toegepast, pas dan duurzaam geproduceerd hout toe) gebruik worden gemaakt van de uitwerking van de maatregel in het specificatieblad van het Nationaal pakket uit november 2002. Aan deze eis wordt derhalve slechts voldaan als er inderdaad duurzaam geproduceerd hout wordt toegepast. Deze eis werkt door in maatregel S 171.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
57
Maatlat duurzame woningbouw 2005
Tabel I: basiseisen Specificatie blad Omschrijving maatregel S002 S012 S013 S016 S020 S022 S024 S032 S034 S038 S039 S040 S042 S043 S044 S045 S046 S050 S064 S065 S066 S069 S071 S073 S074 S081 S098 S171 S208 S315 S378 S383 S384 S414 S443 S493 S498
Opmerking
realiseer een energieprestatie die beter is dan de eis in het Bouwbesluit EPC <= 0,72 maak warmteweerstand begane grondvloer Rc ≥ 3 m2 K/W maak warmteweerstand gesloten geveldelen Rc ≥ 3m2 K/W gebruik HR++ -glas met U ≤ 1,2 W/m2 K in alle verwarmde ruimten breng een brievenbus met verbeterde tochtwerendheid aan isoleer kruipluiken en zorg voor een goede afdichting pas individuele registratie van het energieverbruik toe maak het ontwerp geschikt voor het gebruik van actieve zonne-energie breng standaard geen rookgasafvoervoorziening aan ten behoeve van een open haard isoleer de leidingen voor warm tapwater volledig gebruik een cv/warmwatertoestel met lage NOx-emissie gebruik een cv/warmwatertoestel met zeer hoog rendement isolee cv- en distributieleidingen pas een gesloten warmwatertoestel toe maak wamteweerstand hellend dak Rc ≥ 3,5 m2 K/W maak warmteweerstand plat dak Rc ≥ 3,5 m2 K/W beperk het vermogen van pompen en ventilatoren optimaliseer het ontwerp op leidinglengtes stem de duurzaamheidsklasse van hout en de eventuele oppervlaktebehandeling per geval af op de beoogde toepassing gebruik geen producten die (H)CFK’s bevatten gebruik voor gipstoepassingen binnen: rogips of natuurgips verduurzaam stalen bouwproducten uitsluitend wanneer dit aantoonbaar noodzakelijk is indien PVC gebruikt wordt: gebruik PVC waarvan de kringloop gesloten wordt en indien voor de toepassing verkrijgbaar gerecycled PVC gebruik voor beton waar dit technisch mogelijk is klinkerarme cementsoorten indien gebruik wordt gemaakt van beton, gebruik dan beton met grindvervanger gebruik bij totale houtverduurzaming producten die milieubewust verduurzaamd zijn gebruik waar mogelijk halfverharding houd bij de materiaalkeuze voor kozijnen en buitengevels rekening met de toepassingscondities maak puibekleding van vernieuwbare grondstof of recyclebaar materiaal bied de bewoner voldoende keuzemogelijkheid ten aanzien van de afwerking van de woning breng individuele watermeters aan bij meerdere gebruikers in een gebouw Tref waterbesparende voorzieningen optimaliseer het ontwerp van een waterleidingsysteem voor warm tapwater gebruik uitsluitend spaanplaat met beperkte formaldehyde-emissie lever een duidelijke gebruikershandleiding mee gebruik, indien gietbouw wordt toegepast, bouwstaalnetten op maat zorg voor een goede inregeling van de verwarmingsinstallatie
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
58
Tabel II: keuzemaatregelen, puntensysteem Spec. blad S003 S006
S007 S008
S009 S009 S011 S019 S026 S027
S029
S031
S033 S036 S037
S037
S041 S051 S053 S054
Punten per eenheid
Omschrijving maatregel realiseer een extra gunstige energieprestatie benut een berging of garage als onverwarmde thermische bufferruimte pas geen open trap in de woonkamer toe bied de mogelijkheid voor een gesloten keuken aan
neem een tochtportaal op; tuinzijde neem een tochtportaal op; entreezijde zet galerij, loggia of balkon dicht met (enkel) glas pas verbeterde kierdichting toe bij bewegende delen in kozijnen pas beheer op afstand toe (telebeheer) bij blokverwarming optimaliseer het ontwerp op daglichttoetreding en gebruik van passieve zonne-energie zorg voor een ruimte in of bij de woning waar was gedroogd kan worden plaats een verhoogd aandeel van het glasoppervlak dichtbij het plafond plaats een zonneboilerinstallatie voorzie in een warmwateraansluiting voor een vaatwasmachine pas een lage-temperatuur verwarmingssysteem toe met vergrote radiatoren pas een lage-temperatuur verwarmingssysteem toe middels wand- of vloerverwarming zorg voor een aansluiting op een warmtedistributienet pas geprefabriceerde producten toe voer ramen uit in hardglas beperk de hoeveelheid en onderhoudsfrequentie van het schilderwerk
Max. aantal punten Eenheid
10
60
0,01 EPC
1
1
% woningen
2
2
% woningen
4
4
% woningen
4 4
4 4
% woningen % woningen
3
3
% woningen
1
1
project
1
1
project
5
5
% woningen
1
1
% woningen
2
2
% woningen
5 1
5 1
% woningen stuks
0,03
3
m2 bvo/woning
0,16
15
m2 bvo/woning
5
5
project
2
2
% woningen
4
4
% woningen
5
5
% woningen
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Opmerkingen beloond wordt een EPC ≤ 0,72
punten worden alleen toegekend voor woningen die daadwerkelijk worden voorzien van een gesloten keuken 59
wordt niet beloond in combinatie met S480
geen dubbeltelling in combinatie met S054 indien punten worden toegekend voor S053 en/of S061 is dubbeltelling met S054 niet toegestaan
Spec. blad S056 S060 S061
S062
S063
S072 S076
S077 S077
S086 S112 S315 S116
S117
S118
S132
S146
Punten per eenheid
Omschrijving maatregel
Max. aantal punten Eenheid
maak verbindingen bereikbaar en demontabel stem dakvorm af op ruimtebehoefte en woningindeling bescherm opgaand werk door gevelontwerp
5
5
% woningen
1
1
% woningen
2
10
M1/woning
stem dakvorm en maatvoering van hellende daken af op het gebruik van standaard hulpstukken indien hout wordt toegepast, pas dan duurzaam geproduceerd hout toe hergebruik bouwcomponenten gebruik ontkistingsmiddelen op plantaardige basis of biologisch afbreekbare middelen op minerale basis; gebruik deze producten zuinig gebruik voor metselwerk een schelpkalk(basterd)mortel gebruik voor metselwerk een cementmortel met een gering portlandklinkergehalte gebruik zo laagwaardig mogelijk materiaal als bodemafsluiting gebruik waar mogelijk houten funderingspalen houten funderingspalen bij berging volledig houten fundering gebruik als begane grondvloer boven een kruipruimte of onverwarmde ruimte: prefab systeemvloer indien het casco bouwsysteem dit toelaat: pas als niet-woningscheidende verdiepingsvloer betonnen prefab systeemvloeren met een laag eigen gewicht en conform S074 of houten vloer toe pas, indien bereikbaarheid van leidingen gewenst is, een flexibel vloersysteem toe gebruik voor buitenafwerking gevel: metselwerk of hout (conform S063/S064/072) stem de uitvoering van niet-dragende wanden af op eisen t.a.v. veranderbaarheid en toekomstig hergebruik
1
1
project
10
10
project
5 1
5 1
% woningen project
3
3
project
1
1
project
1
1
project
1 3 1
1 3 1
project project project
3
3
project
5
5
project
3
3
project
5
5
% woningen
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Opmerkingen geen dubbeltelling in combinatie met S170
diepte beschermingsconstructie is ten minste 0,75 m; geen dubbel- telling in combinatie met S054
60
Spec. blad S154
S154
S170
S177
S193
S195
S225
S237
S239
S248
S248 S252 S252 S257 S261
Punten per eenheid
Omschrijving maatregel
Max. aantal punten Eenheid
indien prefab dooselementen (houten binnenspouwblad) worden toegepast: gebruik vernieuwbare grond- of reststof als isolatie- materiaal indien prefab dooselementen (dooskap) worden toegepast: gebruik vernieuwbare grondstof of reststof als isolatiemateriaal pas in buitengevels montagekozijnen toe
4
4
% woningen
6
6
% woningen
3
3
project
gebruik raamdorpels bestaande uit keramische elementen, staalplaat, natuursteen, gegoten composietsteen of prefab beton (conform S074) gebruik als binnendeur hardboard met honingraad vulling van karton, massief spaanplaat (conform S414), multiplex of hout (conform S063/ S064) laat onderdorpels bij binnendeuren weg of vervaardig ze van hout (conform S063/S064) indien stalen trappen en balustraden worden voorzien van een gekleurde afwerklaag: gebruik een poedercoating gebruik voor kiezelbakken, uitlopen e.d. producten met een beperkte emissie naar regenwater gebruik dorpels van natuursteen, keramische tegels of gegoten composietsteen bij natte ruimten gebruik als kierdichting bij raamen deuraansluitingen: (...); achter aftimmerlatten: PE-band gebruik als naaddichting: PE-rolband of EPDM-rubber gebruik als elastische kit: siliconenkit of polysulfidekit gebruik als elastisch plastische kit watergedragen acrylaatkit gebruik voor pleisterwerk binnen gips (conform S066) of kalk gebruik voor tegelwerk op vloeren oplosmiddelvrije vloertegelbevestiging
1
1
project
2
2
project
1
1
% woningen
2
2
project
1
1
% woningen
1
1
project
1
1
project
2
2
project
1
1
project
1
1
project
1
1
project
1
1
project
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Opmerkingen
punten vervallen indien montagekozijnen als optie ook zijn meegenomen in het kader van S056 61
Spec. blad S265
S267 S269 S278
S291 S296
S296 S300
S318 S353 S354 S366
S369 S371 S385
S389 S392
Punten per eenheid
Omschrijving maatregel gebruik voor tegelwerk op wanden oplosmiddelvrije wandtegelbevestiging pas een dekvloer van gips, conform S066, (anhydrietvloer) toe werk badkamer en toiletvloer met tegels af gebruik als beplating voor wand- en plafondsysteem: rogipsvezelplaat of rogipskartonplaat gebruik voor schilderwerk hout buiten: oplosmiddelarm verfsysteem gebruik voor voorbehandeling op steenachtige ondergrond: watergedragen voorstrijk of impregneermiddel niet voorbehandeld; wel schilderen watergedragen middel als voorbehandeling zie af van de behandeling van muren indien muurverf noodzakelijk is, gebruik minerale verf of oplosmiddelvrije dispersieverven niet behandeld (zie ook S296) minerale verf of watergedragen acrylaatdispersieverf pas een onbeklede, buiten de gevel hangende, dakgoot toe stem maatvoering af op handelsmaten beperk het gebruik van eenmalig verpakkingsmateriaal kies bij platte daken voor een bevestigingsmethode die leidt tot een gunstiger milieuprofiel van het dakbedekkingssysteem streef naar ‘schuim en kit-arme’ detaillering scheid bouwplaatsafval in zoveel mogelijk relevante fracties gebruik een toilet met een watergebruik van maximaal 4 liter per spoeling baseer het bouwplan op een gesloten grondbalans handhaaf en benut natuurlijke, landschappelijke en cultuur-historische elementen en structuren
Max. aantal punten Eenheid
1
1
project
3
3
% woningen
2
2
project
1
1
% woningen
2
2
project
1–2
1–2
project
2 1
project project
4
4
project
1–2
1–2
project
2 1
project project
2
2
% woningen
2
2
project
2
2
project
3
3
project
2
2
project
3
3
project
4
4
% woningen
2
2
project
1
1
project
Opmerkingen
62
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Spec. blad S393 S395
S396 S401 S404 S407
S407
S408 S409 S411 S413
S417
S420
S428 S429 S430
Punten per eenheid
Omschrijving maatregel voorzie in een nestelgelegenheid voor vleermuizen en/of vogels maak tuinafscherming/privacyschermen door middel van: (...) wilgentenen/andersoortige planten hout pas natuurvriendelijke oevers toe neem een GFT-afvalvoorziening in de keuken op plaats een compostbak in de tuin pas een woningscheidende constructie met verbeterde geluidsisolatie toe: laagbouw pas een woningscheidende constructie met verbeterde geluidsisolatie toe: gestapelde bouw plaats installatie en trappenhuis binnen ‘geluidskern’ zorg voor verbeterde geluidsisolatie tussen verblijfsruimten beperk het geluidsniveau ten gevolge van installaties bied de toekomstige koper of huurder van een woning optimale keuzevrijheid en gebruiksflexibiliteit voor de toekomst pas geïntegreerde buitenzonwering toe bij intensief gebruik van passieve zonne-energie stem ontwerp toilet en badruimte af op mogelijke aanpassing voor minder-validen voorzie in een basisvoorziening voor telefoon en CAI aansluiting voorzie in uitbreidingsmogelijkheden voor telefoon, data en elektra zorg voor integrale toegankelijkheid
Max. aantal punten Eenheid
2
2
2
3
1 2
3 2 1 2
% woningen % woningen project % woningen
1 5
1 5
% woningen % woningen
15
15
% woningen
5
5
% woningen
5
5
% woningen
3
3
% woningen
15
15
% woningen
1
5
M2 glasopp./ woning
3
3
% woningen
2
2
% woningen
3
3
% woningen
3
3
project
project
63
S436
zorg voor sociale veiligheid
1
1
project
S437
pas ramen en deuren toe met verhoogde inbraakwerendheid
2
2
project
S444
gebruik als bedekking voor platte daken dakbedekkingsconstructies met een lange levensduur plaats een regenton gebruik een thermostatische mengkraan voor de douche
2
2
project
1 1
2 1
stuks % woningen
S445 S451
Opmerkingen
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
geen punten toekennen indien X010 van toepassing is
geen punten toekennen indien X010 van toepassing is geen punten toekennen indien X010 van toepassing is geen punten toekennen indien X010 van toepassing is
Spec. blad S463
S471
Punten per eenheid
Omschrijving maatregel
S473 S475 S476
S477 S478
S479
S480
Opmerkingen
maak een berging van hout (conform S063/S064/S072) of metselwerk gebruik indien mogelijk vernieuwbare grondstoffen: aftimmeringen trappen en trapleuningen balkhout
2
2
1
25
1 3 2
1 3 2
project project project
houten staanders binnenwanden buitenkozijnen onverduurzaamd hout buitenkozijnen houten verdiepingsvloer
2 2 5
2 2 5
project project project
2
2
project
15
15
project
3
3
% woningen
5
5
% woningen
5
5
project
10
10
project
5 7
5 7
project project
10
10
project
3
20
0,1 kWp/woning er vindt geen correctie (vanaf 1 kWp) plaats m.b.t. de toegekende punten van S478
pas een warmtepomp toe warmtepomp in combinatie met cv
15
15 15
% woningen
warmtepompboiler
10
10
% woningen
houtskeletbouw
S472
Max. aantal punten Eenheid
pas gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning toe pas zelfregelende ventilatieroosters toe beperk temperatuuroverschrijdingen in de zomer indien een vegetatiedak wordt toegepast: kies voor een onderhoudsarm lichtgewicht vegetatiedak onderhoudsarm lichtgewicht vegetatiedak vegetatiedak installeer een systeem voor het gebruik van hemelwater plaats een zonnecelinstallatie met een vermogen van minimaal 0,4 kWp/ woning plaats een zonnecelinstallatie met een groter vermogen dan 1 kWp
project
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
geen punten indien voor hsb wordt gekozen
geen punten indien voor hsb wordt gekozen onder houtskeletbouw (hsb) wordt verstaan dat ten minste bouwmuren, verdiepingsvloeren, dakconstructie en gehele binnenspouwblad bestaan uit een houtconstructie
indien bij S307 voor vergrote radidatoren punten zijn toegekend komen deze te vervallen
64
Spec. blad S482 S485 S487 S488 S491 S496 S497
S499 S501
S601 S612
S637 S648 S672
S733 S734 X010
Punten per eenheid
Omschrijving maatregel maak een serre aan de woning buiten de thermische schil gebruik houten buitendeur (conform S063/S064/S072) maak warmteweerstand begane grondvloer Rc ≥ 4,0 m2 K/W maak warmteweerstand gesloten geveldelen Rc ≥ 4,0 m2 K/W gebruik energiebesparende regelingen voor verwarming en ventilatie maak warmteweerstand hellend dak Rc ≥ 4,0 m2 K/W plaats inregelvoorzieningen ten behoeve van de verwarmingsinstallatie maak warmteweerstand plat dak Rc ≥ 4,0 m2 K/W gebruik bij voorkeur producten waarvan de kringloop gesloten wordt beperk permanente warmteverliezen van warmtapwater maak voor ventilatoren en pompen gebruik van een (elektronische) toerenregeling realiseer scheiding van drager en inbouw installeer een systeem voor het gebruik van grijswater houd in het ontwerp rekening met uitbreidingsmogelijkheden en veranderbaarheid pas een warmteregeling op ruimteniveau toe koppel de hemelwaterafvoer af van het rioleringssysteem voldoe aan basiseisen (deel B t.b.v. woongebouw en deel t.b.v. woning) van het Handboek Woonkeur
Max. aantal punten Eenheid
5
5
% woningen
1
1
project
4
4
project
4
4
project
2
2
project
4
4
project
2
2
project
4
4
project
1
1
project
1
1
project
1
1
project
15
15
project
10
10
project
3
3
% woningen
1
1
% woningen
8
8
% woningen
15
15
% woningen
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Opmerkingen
65
punten vervallen indien S491 wordt toegepast
punten voor S420, S425, S430 en S436 vervallen
Bijlage 2. behorende bij artikel 2, onderdeel h, onder 2° en 3°, van de Regeling groenprojecten 2005 (Maatlat duurzame renovatie 2006) Algemeen 1. Deze bijlage wordt aangehaald als: Maatlat duurzame renovatie 2006. 2. het Nationaal pakket wordt bedoeld de meest recente uitgave ‘Nationaal pakket Woningbouw Beheer’ (uitgave van de Stichting Bouwresearch, bestelnummer 405.S). 3. Bij het indienen van de aanvraag wordt uitgegaan van de meest recente uitgave van het Nationaal pakket. 4. Indien maatregelen zijn vervallen in het Nationaal pakket, behoeft hieraan niet te worden voldaan in deze maatlat. 5. De basiseisen zijn verwoord in tabel I. Aan elke basiseis wordt voldaan. Indien de aanvrager aantoont dat met een alternatieve maatregel een kwalitatief ten minste gelijkwaardig resultaat wordt behaald, wordt niettemin geacht te zijn voldaan aan de desbetreffende basiseis. 6. In de kolom ‘Specificatie’ geven de B-nummers de specificatiebladen aan zoals deze zijn opgenomen in de CD-ROM-versie van het Nationaal pakket. In dit pakket worden de in deze kolom vaak summier omschreven maatregelen verder geconcretiseerd. De CD-ROM bevat standaardtitels voor overeenkomstige maatregelen in nieuwbouw en beheer. Dit heeft tot gevolg dat sommige titels minder toegesneden zijn op de bestaande bouw. Als voorbeeld B013: maak warmteweerstand gesloten geveldelen Rc ≥ 3 m2 K/W. Dit lijkt een veel te zware maatregel voor de bestaande bouw. Als men echter het specificatieblad B013 raadpleegt, blijkt dat met minder zware isolatie kan worden volstaan. 7. De keuzemaatregelen staan in tabel II. In de kolom ‘Specificatie’ van tabel II geeft een X-nummer aan dat het om een maatregel gaat die nog niet is opgenomen in het Nationaal pakket. 8. In de kolom ‘punten per eenheid’ is het aantal punten aangegeven, dat voor de maatregel wordt toegekend per eenheid, die genoemd is in de kolom ‘eenheid’. Daar waar de maatregel meerdere malen kan worden toegepast, is het aantal te behalen punten gemaximeerd. Deze maximering is aangegeven in de kolom ‘max. aantal punten’. 9. De van een asterisk (*) voorziene B-nummers geven aan, dat indien binnen een thema aan alle dergelijke maatregelen is voldaan, bonuspunten worden toegekend. Het aantal staat vermeld binnen het subthema. Aan maatregelen die gezien de situatie ter plekke technisch niet uitvoerbaar zijn, behoeft niet te worden voldaan. Het aantal bonuspunten wordt in een dergelijk geval verminderd naar rato van het aantal punten dat de maatregel zou hebben opgeleverd indien hij zou zijn genomen en het gezamenlijke aantal punten van de met een asterisk gemerkte maatregelen binnen het subthema benodigd voor de bonuspunten. 10. Indien binnen de subthema’s isolatie & zonwering en ventilatie & infiltratie aan alle B-maatregelen met een asterisk is voldaan, worden 10 extra bonuspunten toegekend. 11. Binnen elk thema, uitgezonderd het thema ‘Diversen’, dienen ten minste 15 punten te worden behaald. 12. Indien een project bestaat uit het renoveren van meerdere woningen kan het zo zijn, dat een maatregel niet in elke woning wordt toegepast. In dat geval wordt het aantal punten verminderd naar rato van het aantal woningen waarin de maatregel wordt toegepast ten opzichte van het totaal aantal woningen in het project. In een dergelijk geval worden geen bonuspunten toegekend. 13. In tegenstelling tot het hierboven gestelde moet voor maatregel S 063 (Indien hout wordt toegepast, pas dan duurzaam geproduceerd hout toe) gebruik worden gemaakt van de uitwerking van de maatregel in het specificatieblad van het Nationaal pakket uit november 2002. Aan deze eis wordt derhalve slechts voldaan als er inderdaad duurzaam geproduceerd hout wordt toegepast. Deze eis werkt door in maatregel S 171.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
66
Maatlat duurzame renovatie 2005
Tabel I: basiseisen Specificatie blad
Omschrijving maatregel
B B B
022 039 064
B B B
065 066 071
B B B B
073 074 081 171
B B B B B B
172 384 414 464 465 467
isoleer kruipluiken en zorg voor een goede afdichting gebruik een cv/warmwatertoestel met lage NOx-emissie stem de duurzaamheidsklasse van hout en de eventuele oppervlaktebehandeling en/of verduurzaming per geval af op de beoogde toepassing gebruik geen producten die (H)CFK’s bevatten gebruik voor gipstoepassingen binnen: rogips of natuurgips indien PVC gebruikt wordt: gebruik PVC waarvan de kringloop gesloten wordt en indien voor de toepassing verkrijgbaar: gerecycled PVC gebruik voor beton waar dit technisch mogelijk is, klinkerarme cementsoorten indien gebruik wordt gemaakt van beton, gebruik dan beton met grindvervanger gebruik bij totale houtverduurzaming producten die milieubewust verduurzaamd zijn houd bij de materiaalkeuze voor kozijnen in buitengevels rekening met de toepassingscondities pas kozijnreparatie toe bij beperkt aangetaste houten kozijnen optimaliseer het ontwerp van een waterleidingsysteem voor warm tapwater gebruik uitsluitend spaanplaat met beperkte formaldehyde-emissie maak de gevel schoon met water of gritstralen bij lage druk repareer beton met een mineraal middel herstel bestaande dakbedekking
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
67
Maatlat duurzame renovatie 2005
Tabel II: keuzemaatregelen, puntensysteem
Spec. blad Omschrijving maatregel
B* 005
Punten per eenheid
Thema: ENERGIE SUBTHEMA ISOLATIE EN ZONWERING hef koudebruggen op
3
5/3 x Rc
B* 012
maak warmteweerstand begane grondvloer Rc ≥ 3 m2 K/W
B* 013
maak warmteweerstand gesloten geveldelen Rc ≥ 3 m2 K/W
B* 014
maak warmteweerstand hellend dak Rc ≥ 3 m2 K/W
6/3 x Rc
B* 015
maak warmteweerstand plat dak Rc ≥ 3 m2 K/W
6/3 x Rc
B* 016
gebruik HR++ -glas met U ≤1,2 W/m2 K in alle verwarmde ruimten isoleer scheidingsconstructies tussen een verwarmd gebied en een onverwarmd gebied op een niveau Rc ≥ 2 m2 K/W pas geintegreerde buitenzonwering toe bij intensief gebruik van passieve zonne-energie zijn alle B* maatregelen toegepast?
10
B* 018
B* 417
B* 019 B* 020 B* 046 B*
049
B*
468
B
472
10/3 x Rc
Max. aantal punten Eenheid
3 % koude bruggen indien niet alle koudebruggen worden weggenomen, corrigeren naar evenredigheid 5 Rc Rc vloer minimaal 1,3 m2 K/W; punten naar rato gerealiseerde Rc 10 Rc Rc gevel minimaal 1,3 m2 K/W; punten naar rato gerealiseerde Rc 6 Rc Rc dak minimaal 1,3 m2 K/W; punten naar rato gerealiseerde Rc 6 Rc Rcdak minimaal 1,3 m2 K/W; punten naar rato gerealiseerde Rc 10 project
3
3 project
3
3 project
ja = 10 bonus punten
SUBTHEMA VENTILATIE EN INFILTRATIE pas verbeterde kierdichting toe bij bewegende delen in kozijnen breng een brievenbus met verbeterde tochtwerendheid aan beperk het vermogen van pompen en ventilatoren breng ventilatie op niveau Bouwbesluit (nieuwbouw) verhoog luchtdichtheid begane grondvloer pas gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning toe
Opmerkingen
aanbevolen bij toepassing B012 t/m B016 voor het verkrijgen van de bonuspunten moet aan alle B* maatregelen worden voldaan
1
1 project
1
1 project
1
1 project
10
10 project
5
5 project
3
3 project
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
68
Spec. blad Omschrijving maatregel B
473
B* 033 B* 037 B* 038 B* 040 B* 041 B* 042 B* 451 B
478
B
479
B* 491 B* 601 B
612
B* 733
B
007
B
008
B B
009 011
B
024
B
026
pas zelfregelende ventilatieroosters toe zijn alle B* maatregelen toegepast?
Punten per eenheid
Max. aantal punten Eenheid
3
3 project
ja = 10 bonus punten
SUBTHEMA INSTALLATIE EN DISTRIBUTIE plaats een zonneboilerinstallatie 5 pas een lage-temperatuurverwar3 mingssysteem toe isoleer de leidingen voor warm tap2 water volledig gebruik een cv-toestel met een zeer 10 hoog rendement zorg voor aansluiting op een warmte15 distributienet isolee Rcv- en distributieleidingen 3 gebruik een thermostatische meng2 kraan voor de douche plaats een zonnecelinstallatie (> 0,4 3 per kWp) 100Wp plaats een zonnecelinstallatie met 3 per extra vermogen (> 1 kWp) 100Wp gebruik energiebesparende regelin2 gen voor verwarming en ventilatie beperk permanente warmteverliezen 2 van warm tapwater maak voor ventilatoren en pompen 1 gebruik van een (elektronische) toerenregeling pas een warmteregeling op ruimte2 niveau toe zijn alle B* maatregelen toegepast? ja = 10 (voor B040 en B041 geldt of/of bonus toepassing) punten
SUBTHEMA OVERIGE ENERGIEMAATREGELEN pas geen open trap in de woonkamer 2 toe bied de mogelijkheid voor een ge2 sloten keuken aan neem een tochtportaal op 2 zet galerij, loggia of balkon dicht 3 met (enkel) glas pas individuele registratie van het 4 energiegebruik toe pas beheer op afstand toe (telebe2 heer) bij blokverwarming
Opmerkingen geen punten in combinatie met B472 voor het verkrijgen van de bonuspunten moet aan alle B* maatregelen worden voldaan
5 project 3 project 2 project 10 project 69
15 project 3 project 2 project 30 Wp 90 Wp
geen punten in combinatie met B478
2 project 2 project 1 project
2 project
2 project 2 project 2 project 3 project 4 project 2 project
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
geen punten in combinatie met B491 voor het verkrijgen van de bonuspunten moet aan alle B* maatregelen worden voldaan
Punten per eenheid
Max. aantal punten Eenheid
zorg voor een ruimte in of bij de woning waar was gedroogd kan worden plaats een verhoogd aandeel van het glasoppervlak dichtbij het plafond maak het ontwerp geschikt voor het gebruik van actieve zonne-energie
1
1 project
1
1 project
2
2 project
voorzie in een warmwateraansluiting voor een vaatwasmachine vervang lichte borstweringen door metselwerk laat overbodige tuindeuren vervallen beperk transmissieverlies/ oververhitting door onevenredig groot glasoppervlak in de gevel maak een serre aan de woning buiten de thermische schil
1
1 project
1
1 project
1 2
1 project 2 project
5
5 project
Spec. blad Omschrijving maatregel B
029
B
031
B
032
B
036
B
456
B B
457 459
B
482
B* 146
B* 418 B* 420
B* 429 B* 430
010
voldoe aan basiseisen (deel B t.b.v. een woongebouw en deel C t.b.v. een woning) van het Handboek Woonkeur
X
002
verhoog levensduur complex door samenvoeging of splitsing van woningen
aantal nieuwe woningen aantal oude woningen zijn alle B*-maatregelen in het subthema flexibiliteit toegepast?
geen punten als ook al punten voor B033 en/ of B478 (of B479) zijn gegeven
70
Thema: MATERIALEN SUBTHEMA FLEXIBITITEIT stem de uitvoering van niet-dra5 gende wanden af op eisen t.a.v. veranderbaarheid en toekomstig hergebruik maak het gebouw geschikt voor 10 meerdere programma’s stem het ontwerp van toilet en ba5 druimte af op mogelijke aanpassing voor mindervaliden voorzie in uitbreidingsmogelijkhe3 den voor telefoon, data en elektra zorg voor integrale toegankelijkheid 8
X
Opmerkingen
33
5 project
10 project 5 project
geen punten toekennen indien X010 van toepassing is
3 project 8 project
33 project
15 project
geen punten toekennen indien X010 van toepassing is bij honoring van maatregel X 010 vervallen punten voor B420, B430, B436, B437en B443 de 15 punten moeten worden vermenigvuldigd met het quotiënt van het aantal nieuwe woningen en het aantal oude woningen
woningen woningen ja = 10 bonus punten
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
voor het verkrijgen van de bonuspunten moet aan alle B* maatregelen worden voldaan
Spec. blad Omschrijving maatregel B* 436
B* 437
SUBTHEMA VEILIGHEID zorg voor sociale veiligheid
pas ramen en deuren toe met verhoogde inbraakwerendheid zijn alle B* maatregelen toegepast?
B
050
B B B
051 053 054
B
056
B
063
B
069
B B
072 076
B
077
B
098
B
116
B
132
B
170
Punten per eenheid
Max. aantal punten Eenheid
2
2 project
2
2 project
ja = 10 bonus punten
SUBTHEMA OVERIGE MAATREGELEN MATERIALEN optimaliseer het ontwerp op lei2 2 dingslengtes pas geprefabriceerde producten toe 2 2 voer ramen uit in hardglas 4 4 beperk de hoeveelheid en onder5 5 houdsfrequentie van het schilderwerk maak verbindingen bereikbaar en 5 5 demontabel indien hout wordt toegepast, pas 5 5 dan duurzaam geproduceerd hout toe verduurzaam stalen bouwproducten 1 1 uitsluitend wanneer dit aantoonbaar noodzakelijk is hergebruik bouwcomponenten 5 5 gebruik ontkistingsmiddelen op 1 1 plantaardige basis of biologisch afbreekbare middelen op minerale basis; gebruik deze producten zuinig gebruik voor metselwerk een 1–3 schelpkalk(basterd)mortel of een cementmortel met een gering portlandklinkergehalte cementmortel met een gering port1 1 landklinkergehalte schelpkalk(basterd)mortel 3 3 gebruik waar mogelijk halfverhar3 3 ding gebruik als begane grondvloer boven 5 5 een kruipruimte of onverwarmde ruimte: een prefab systeemvloer gebruik voor buitenafwerking gevel 5 5 metselwerk of hout (conform B063/ B064/B072) pas in buitengevels montagekozijnen 5 5 toe
Opmerkingen geen punten toekennen indien X010 van toepassing is geen punten toekennen indien X010 van toepassing is voor het verkrijgen van de bonuspunten moet aan alle B* maatregelen worden voldaan
project 71
project project project
project project
project
project project
schelpkalk(basterd) mortel: 3 pnt, cementmortel: 1 pnt project project project project
project
project
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Spec. blad Omschrijving maatregel B
177
B
193
B
195
B
208
B
225
B
237
B
239
B
248
B
248
B
252
B
257
B
261
B
265
B
267
B
269
B
296
gebruik raamdorpels bestaande uit keramische elementen, staalplaat, natuursteen, gegoten composiet of prefab beton (conform B074) gebruik als binnendeur hardboard met honingraatvulling van karton; massief spaanplaat (conform B414), multiplex of hout (conform B063/ B064) laat onderdorpels bij binnendeuren weg of vervaardig ze van hout (conform B063/B064) maak puibekleding van vernieuwbare grondstof of recyclebaar materiaal indien stalen trappen en balustrades worden voorzien van een gekleurde afwerklaag: gebruik een poedercoating gebruik voor kiezelbakken, uitlopen e.d. producten met een beperkte emissie naar regenwater gebruik dorpels van natuursteen, keramische tegels of gegoten composietsteen bij natte ruimten gebruik als naaddichting PE-rolband of EPDM-rubber gebruik als kierdichting bij raam- en deuraansluitingen EPDM- of EPTrubber; gebruik achter aftimmerlatten PE-band gebruik als elastische kit: siliconenkit of polysulfidekit; gebruik als elastisch-plastische kit: watergedragen acrylaatkit gebruik voor pleisterwerk binnen gips (conform B066) of kalk gebruik voor tegelwerk op vloeren: oplosmiddelvrije vloertegelbevestiging gebruik voor tegelwerk op wanden: oplosmiddelvrije wandtegelbevestiging indien een dekvloer toegepast wordt, vervaardig deze dan van gips (anhydrietvloer) werk badkamer- en toiletvloer met tegels af gebruik voor voorbehandeling op steenachtige ondergrond: watergedragen voorstrijk- of impregneermiddel
Punten per eenheid
Max. aantal punten Eenheid
1
1 project
2
2 project
1
1 project
5
5 project
2
2 project
1
1 project
1
1 project
2
2 project
1
1 project
1
1 project
1
1 project
1
1 project
1
1 project
3
3 project
2
2 project
1
1 project
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Opmerkingen
72
Spec. blad Omschrijving maatregel pas een onbeklede, buiten de gevel hangende, dakgoot toe kies bij platte daken voor een bevestigingsmethode die leidt tot een gunstiger milieuprofiel van het dakbedekkingssysteem streef naar ‘schuim- en kit-arme’ detaillering maak tuinafscherming/ privacyschermen door middel van beplanting, gevlochten scherm of hout, duurzaamheidsklasse 3/4; gebruik perkoenpaaltjes van niet-verduurzaamd hout, duurzaamheidsklasse 4 gebruik als bedekking voor platte daken dakbedekkingsconstructies met een lange levensduur houd bij detaillering kozijnen rekening met de mogelijkheid van het (terug)plaatsen van zonwering maak de berging van hout (conform B063/B064/B072) of metselwerk gebruik indien mogelijk vernieuwbare grondstoffen gebruik houten buitendeur (conform B063/B064/B072) gebruik bij voorkeur producten waarvan de kringloop gesloten wordt
Punten per eenheid
Max. aantal punten Eenheid
2
2 project
3
3 project
2
2 project
2
2 project
2
2 project
1
1 project
2
2 project
2
2 project
1
1 project
2
2 project
7
7 project
B
318
B
366
B
369
B
395
B
444
B
455
B
463
B
471
B
485
B
501
B
378
B
383
B
386
tref verdergaande waterbesparende voorzieningen
20
B B B
445 452 734
plaats een regenton vervang loden leidingen koppel de hemelwaterafvoer af van het rioleringsstelsel
2 7 12
Thema: WATER breng individuele watermeters aan bij meerdere gebruikers in een gebouw tref waterbesparende voorzieningen
4
Opmerkingen
16 aantal maatrege- douchekop: 4 pnt; len (1,2,3 of 4) / toilet: 4 pnt; volumewoning stroombegrenzer, keuken en wastafels: 4 pnt; aparte waterleiding keukenkraan: 4 pnt 20 project bij toekenning vervallen de punten bij B383 en B445 2 project 7 project 12 project
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
73
Spec. blad Omschrijving maatregel
B* 043 B* 278
B* 291 B* 300
B* 462 B* 469 B* 470
B* 409 B* 410 B* 411
Thema: BINNENMILIEU SUBTHEMA KWALITEIT BINNENLUCHT pas een gesloten warmwatertoestel 5 toe 1 gebruik als beplating voor wand- of plafondsystemen gipsvezelplaat of gipskartonplaat gebruik voor schilderwerk hout bui2 ten een oplosmiddelarm verfsysteem indien muurverf noodzakelijk is, 2 gebruik minerale verf of oplosmiddelarme dispersieverven behandel bouwdelen die optrekkend 2 vocht vertonen verbeter vochtwering vanuit de 3 kruipruimte verbeter vochtwering van massieve 3 steenachtige gevels zijn alle B* maatregelen toegepast? ja = 10 bonus punten
SUBTHEMA AKOESTISCH COMFORT zorg voor verbeterde geluidsisolatie tussen verblijfsruimten verhoog de geluidwering tussen woningen beperk het geluidsniveau ten gevolge van installaties zijn alle B* maatregelen toegepast?
SUBTHEMA THERMISCH COMFORT is aan alle noodzakelijke maatregelen in de subthema’s isolatie en zonwering en ventilatie en infiltratie voldaan?
B* 354 B* 371 B* 401
Punten per eenheid
Thema: DIVERSEN SUBTHEMA AFVAL beperk het gebruik van eenmalig verpakkingsmateriaal scheid bouwplaatsafval in zoveel mogelijk relevante fracties neem een GFT-afvalvoorziening in de keuken op
Max. aantal punten Eenheid
Opmerkingen
5 project 1 project
2 project 2 project
2 project 3 project
74
3 project voor het verkrijgen van de bonuspunten moet aan alle B* maatregelen worden voldaan
5
5 project
10
10 project
5
5 project
ja = 10 bonus punten
voor het verkrijgen van de bonuspunten moet aan alle B* maatregelen worden voldaan
ja = 10 extra bonus punten
voor het verkrijgen van de bonuspunten moet aan alle B* maatregelen worden voldaan
1
1 project
3
3 project
4
4 project
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
Spec. blad Omschrijving maatregel B* 404
B
392
B
393
B
443
B
450
plaats een compostbak in de tuin zijn alle B* maatregelen toegepast?
SUBTHEMA OVERIG handhaaf en benut natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische elementen en structuren voorzie in een nestelgelegenheid voor vleermuizen en/of vogels lever een duidelijke gebruikershandleiding mee maak een overdekte fietsenberging
Punten per eenheid
Max. aantal punten Eenheid
2 ja = 5 bonus punten
2 project
1
1 project
2
2 project
2
2 project
5
5 project
Opmerkingen voor het verkrijgen van de bonuspunten moet aan alle B* maatregelen worden voldaan
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
punten vervallen indien X010 van toepassing is
75
Bijlage 3. behorende bij artikel 2, onderdeel h, onder 4°, van de Regeling groenprojecten 2005 (Maatregelen zeer duurzame utiliteitsbouw 2006) Algemeen 1. Deze bijlage wordt aangehaald als: Maatregelen zeer duurzame utiliteitsbouw 2006. 2. Met het Nationaal pakket wordt bedoeld de uitgave ‘Duurzaam bouwen: nationaal pakket utiliteitsbouw’ (uitgave van de Stichting Bouwresearch, bestelnummer 461.S). 3. Bij het indienen van de aanvraag wordt uitgegaan van de meest recente uitgave van het Nationaal pakket. 4. Om voor een groenverklaring in aanmerking te komen, moet een project aan alle 8 maatregelen van de tabel voldoen. 5. In de kolom ‘NPU’ geven de U-nummers de specificatiebladen aan zoals deze zijn opgenomen in de CDROM-versie van het Nationaal pakket. In dit pakket worden de in deze kolom vaak summier omschreven maatregelen verder geconcretiseerd. 6. In de kolom ‘NPU’ geeft ‘nvt’ aan dat het om een maatregel gaat die (nog) niet is opgenomen of afwijkt van het Nationaal pakket. 7. Als de aanvrager kan aantonen dat er sprake is van overmacht waardoor niet volledig aan maatregel 4 (gesloten grondbalans) kan worden voldaan, maar er wel een andere nuttige toepassing is van de grond, kan hiermee worden voldaan aan deze eis. 8. Als de aanvrager kan aantonen dat er sprake is van overmacht ingeval de vergunning wordt afgewezen om het hemelwater te infiltreren in de bodem of op het oppervlaktewater te lozen (maatregel 7), kan hiermee worden voldaan aan deze eis. 9. In tegenstelling tot het hierboven gestelde moet voor maatregel S 063 (Indien hout wordt toegepast, pas dan duurzaam geproduceerd hout toe) gebruik worden gemaakt van de uitwerking van de maatregel in het specificatieblad van het Nationaal Pakket uit november 2002. Aan deze eis wordt derhalve slechts voldaan als er inderdaad duurzaam geproduceerd hout wordt toegepast.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
76
maatregel/toetsingscriterium
hoe te toetsen
NPU
1
het ontwerp moet 30% energiezuiniger zijn dan de eisen in het Bouwbesluit
controleer of Qpres;tot/Qpres.toel. ≤ 0.7
Nvt
2
het ontwerp moet aandacht hebben voor controleer of aparte ruimten voor vervuilende bronnen rokers, printers en kopieermachines zijn gemaakt met een eigen effectieve afzuiging
3
het ontwerp moet flexibel zijn * bouwkundig * installatietechnisch
4 van onderstaande 8 items moeten in het ontwerp zitten: a. installaties uitgelegd op maximaal 1.8 m in plaats van 3.6 m b. installaties opgedeeld in bouwdelen c. meer kleine ketels in plaats van één grote d. demontabele binnenwanden e. plafondstructuur die veranderd kan worden f. bemetering per bouwdeel in plaats voor het hele gebouw g. bereid gebouw voor op functionele aanpassingen h. demontabele draagconstructies
U678 én U677
– nvt – U618 – U615 – U146 – U637 – U024 én U378 – U419 – U057
4
in het ontwerp moet sprake zijn van een gesloten grondbalans
vraag de aanvrager om een onderbouwing middels een berekening van de grondstromen (wat wordt afgegraven/ aangevuld; wat gebeurt er met een tekort/overschot van de grond)
5
in het ontwerp wordt uitsluitend duurzaam geproduceerd hout toegepast
controleer of in PvE/bestek is opgenoU063 én U064 men dat voor alle houttoepasingen hout met FSC-keur is opgenomen (constructie, gevels, binnentimmerwerk etc.).
6
in het ontwerp zijn waterbesparende maatregelen opgenomen
controleer of minimaal zijn opgenomen: U383 én U385 toiletten met 4 literreservoir en waterbesparende kranen/douches
7
in het ontwerp is de hemelwaterafvoer afgekoppeld van het rioleringsstelsel en gebruik waar mogelijk halfverharding
controleer of hemelwaterafvoer is losgekoppeld van het rioleringsstelsel controleer of halfverharding is toegepast
8
het ontwerp moet maatschappelijk verantwoord zijn
Laat de aanvrager aangeven wat er duur- – nvt zaam is aan het ontwerp en vraag de aanvrager om concreet aan te tonen dat duurzaam bouwen wordt uitgedragen, bijvoorbeeld door ruchtbaarheid aan het project te geven middels brochures, lezingen, rondleidingen, kennisoverdracht, etc.
Prospectus ASN Groenprojectenfonds
– nvt
U734 U098
77
175
175