SUSTAINGRAPH TECHNISCH ARTIKEL SUSTAINGRAPH is een Europees project, gericht (op het verbeteren van) de milieuprestaties van Europese Grafimediabedrijven binnen de productlevenscyclus van hun grafimedia producten. Het project wordt gefinancierd door het LIFE+ 2009 programma. De Europese Grafische sector heeft een belangrijke rol in de industriële milieuimpact van de levenscyclus van producten, met name als er er gekeken wordt naar de productie en het gebruik van grondstoffen, productieprocessen en distributie.
Figure 1. Life Cycle Life Cycle van een print product1
artikel
1
Bron: Sustainability, Energy & Environment PrintCity GmbH + Co. KG. 2008
1
Er is een aantal redenen waarom Europese Grafimediabedrijven hun milieuprestaties niet kunnen verbeteren, • Er is gebrek aan daartoe geëigend hulpmiddelen / eco-indicatoren waarmee de totale milieu-impact van grafische producten in de productlevenscyclus in kaart kan worden gebracht, waarbij de hulpmiddelen / indicatoren zijn toegespitst op de specifieke kenmerken van de Europese Grafimedia bedrijven. • Gebrek aan informatie over veelbelovende milieutechnologieën, -processen en -producten • Het ontbreekt de grafimediabedrijven aan managementvaardigheden om milieubeleid te ontwikkelen en in te voeren binnen de organisatie, met als doel een nieuw ‘groen’ bedrijfsprofiel te creëren, en daarmee ook groenere producten te produceren en vermarkten. De Europese Grafimedia MKB-bedrijven hebben technische ondersteuning nodig, om tot goede, doeltreffende en milieuverantwoorde oplossingen te komen voor de productlevenscyclus van grafische producten. Daarom is de belangrijkste doelstelling van het project SUSTAINGRAPH om een eTool te ontwikkelen voor het in kaart brengen van de milieu-impact van grafische producten gedurende hun productlevenscyclus en het begeleiden van Europese Grafimediabedrijven bij het ontwikkelen van nieuwe duurzame producten en diensten, volgens de principes van Sustainable Consumption and Production and Sustainable Industrial Policy (SCP/SIP). Het SUSTAINGRAPH project brengt informatie en hulpmiddelen voort die gratis kunnen worden gebruikt door de Europese Grafimediabedrijven: • Een milieu monitoringsysteem • Praktijkvoorbeelden over ontwikkelen van duurzame grafische producten en diensten • Een online instrument (eTool) gebaseerd op het milieu monitoringsysteem en de praktijkvoorbeelden die door het project worden voortgebracht.
artikel
SUSTAINGRAPH is een LIFE+2009 project dat wordt uitgevoerd door het consortium: • AIDO, Grafisch Technologisch Instituut voor kleur, optica en beeldbewerking Spanje (Coördinator v/h project) • De kamer van koophandel van Valencia, Spanje • Het centrum voor Schone Technologie - Milieu, Water, Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting “Conselleria, Generalitat Valenciana”, Spanje • Dienstencentrum BV, adviesbureau voor de grafimediabranche, Nederland • Graphic Association (GA), verbond van Grafische ondernemingen, Denemarken Meer informatie:
[email protected], of
[email protected]
2
MVO ALS BEDRIJFSSTRATEGIE
artikel
3
MVO GRAFIMEDIA Afgelopen jaar zijn er in diverse landen MVO branche normen geïntroduceerde, zoals de MVO Grafimedia norm in Nederland. Deze nieuwe norm is een stuk ambitieuzer dan de ISO-14001-standaard. In feite is de MVO Grafimedia norm de praktische vertaling van ISO 26000 richtlijn, maar dan aangekleed voor de grafimediabranche. En ISO 14001 maakt een van de zeven hoofdonderdelen uit van de veel omvangrijkere MVO Grafimedia. Met de nieuwe norm kunnen grafimediabedrijven zich nu laten toetsen op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het zogenoemde MVO (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) is een op dit moment zeer populair item dat onderwerpen behelst als behoorlijk bestuur, arbeidsomstandigheden, mensenrechten, milieu, eerlijk zaken doen, consumenten- klanten belangen en maatschappelijke betrokkenheid & ontwikkeling. Het idee erachter is kortweg gezegd dat MVO moet leiden tot een harmonieuze balans tussen People, Planet en Profit. Bedenkers van het MVO zien graag dat grote(re) organisaties het voortouw nemen. Zo kan een kettingreactie ontstaan. Het idee is dat invloedrijke organisaties voor hun eigen MVO-beleid eisen stellen aan toeleveranciers. Als die op hun beurt de herkomst nagaan van grond- en hulpstoffen, worden de MVO-vragen steeds dieper in de keten gesteld. En daar verwachten de initiatiefnemers de antwoorden te vinden. Om zich naar de MVO-richtlijn te voegen, hebben grafimediabedrijven tijd nodig. In algemene zin wordt het jaar 2020 beschouwd als de streefdatum voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Dat jaar wordt ook als mijlpaal gezien door multinationals als Shell en Unilever, de Rijksoverheden en banken. Deze organisaties verwachten dat rond die tijd Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in onze maatschappij gemeengoed is.
artikel
Om de MVO norm uiteindelijk te halen, is het verstandig dat een drukker stap voor stap ‘deelcertificaten’ gaat halen op het gebied van milieu en duurzaamheid, veiligheid en personeelsbeleid, en kwaliteit en betrouwbaarheid. Het onderdeel milieu en duurzaamheid is een optelsom van ‘kleinere’ certificaten: FSC en/of PEFC, Criteria Duurzaam Inkopen van Drukwerk, Carbon Footprint (ISO 14064), Milieumanagementsysteem (ISO 14001) en Energiemanagementsysteem (EN 16001/ISO 50001). 4
CARBON FOOTPRINT De carbon footprint inventariseert de CO2-uitstoot van een product als gevolg van vervoer en energiegebruik. De rekenmethode hiervoor in de grafische branche, is de ClimateCalc. Die is de enige internationaal erkende grafische norm voor CO2-voetafdrukberekeningen in de wereld. Parameters waarmee de ClimateCalc onder anderen rekent, zijn: papiersoorten, inkt-, lak- en vernis-typen en –verbruiken, verpakkingen, andere specifieke grond- en hulpstoffen, zoals Iso-propylalcohol, wasmiddelen en verschillende drukvormen (zoals aluminium platen en flexovormen), gegevens over vervoersbewegingen van werknemers en goederen, energieverbruiken. Maar de lijst is nog veel langer. Kortom een hele waslijst aan specifiek aan deze branche verbonden criteria. De CO2-voetafdruk laat zien hoeveel kilogram CO2 (het bekendste broeikasgas) ervoor nodig is om een bepaald grafisch product te maken. De ClimateCalc combineert de CO2-voetafdruk van het bedrijf zelf met de geverifieerde gegevens per product. Hierdoor kan een opdrachtgever een CO2-voetafdruk per specifiek product laten uitrekenen. Met als voordeel dat hij cijfers heeft om verschillende drukkerijen met elkaar te vergelijken. Bovendien zijn met deze gegevens eventueel de voetafdruk te neutraliseren met een CO2-afkoopregeling. CRITERIA VOOR DUURZAAM INKOOP VAN DRUKWERK Criteria voor Duurzaam inkopen van drukwerk is een standaard die de Nederlandse Rijksoverheid in het leven heeft geroepen om op dit gebied zelf een voorbeeld te stellen. De ambitie is dat alle overheden vanaf 2012 100% duurzaam inkopen. De criteria zijn bedoeld voor drukwerk dat gedrukt is met offsetdruktechniek (vellen en rotatie). Ze schrijven voor dat er gedrukt wordt met een gereduceerd IPA-percentage (max. 5 vol.%). Bovendien moeten bij de dagelijkse reiniging minimaal K3-wasmiddelen worden toegepast. En tijdens het offsetdrukproces mogen in de toegepaste grond- en hulpstoffen van de offset bepaalde stoffen met R-zinnen (zoals R51/R53) niet aanwezig zijn. FSC OF PEFC
artikel
Deze certificatienormen staan voor verantwoord bosbeheer. Papier en hout met FSC5
of PEFC-stempel moeten uit verantwoord beheerde bossen komen. En dat moet te traceren zijn. Bedrijven die voor (een van) deze normen gecertificeerd zijn, mogen het FSC- of PEFC-logo op het product zetten. Hiermee bewijst de opdrachtgever dat het papier van zijn drukwerk uit verantwoord beheerde bossen komt. FSC staat voor Forest Stewardship Councel en PEFC voor Programme for Endorsement of Forest Certification. 8 STEPS TO A CORPORATE SOCIAL RESPONSIBLE MANAGEMENT SYSTEM Om aan de MVO Grafimedia bestaat er een Groeimodel naar Verantwoord Ondernemen Grafimedia opgesteld. Daarin worden acht stadia beschreven die een bedrijf in de periode van 2000 tot 2020 moet hebben doorlopen. In stadium 1 is de ondernemer puur gericht op geld verdienen op de korte termijn. Milieubewustzijn en duurzaam ondernemen, spelen voor hem geen rol. Hij doet alleen wat wettelijk noodzakelijk is. Dat houdt in de meeste gevallen in dat hij zijn ARBO RI&E (vaak op KERN-niveau) invult. Zo nodig laat hij deze volgens de cao-afspraken toetsen. Dit stadium moest al in 2000 bereikt zijn. Ondernemers in stadium 2 willen basaal voldoen aan vragen van de klant over milieubewust ondernemen. Zij kunnen zogenoemd eenvoudige groene certificaten overleggen, zoals het FSC-keurmerk en de Criteria voor duurzaam inkopen van drukwerk. Deze stap moest uiterlijk 2010 zijn gezet. MILIEUMANAGEMENT In stadium 3 willen ondernemers voldoen aan verdergaande eisen van de klant op gebied van duurzaamheid. Een bedrijf dat te maken heeft met grotere bedrijven in de Business-to-Business-markt, doet aan milieumanagement en is ISO 14001-gecertificeerd. Dit doel moet uiterlijk 2011 zijn bereikt
artikel
Ondernemers die voldoen aan hoge normen op gebied van workflow- en kwaliteitmanagement, bevinden zich in stadium 4. Minder fouten betekent minder onnodige milieubelasting, is de redenering. Dit type ondernemer voert op juiste wijze color management (ISO 12647) en kwaliteitzorg (ISO 9001) in. Beide ISO-standaarden zijn voor grote(re) klanten steeds vaker een selectiecriterium bij openbare aanbestedingen en 6
tenders. Dit stadium moet bereikt zijn in 2012. CARBON FOOTPRINT Stadium 5: Ondernemers kunnen hun feitelijke milieuprestatie en informatiebeveiliging objectief aantonen. Deze bedrijven kunnen de klant de Carbon Footprint-certificaat tonen. Daarmee heeft de klant harde cijfers in handen over de feitelijke milieu-impact van het product. Daarnaast is het voor leveranciers van drukwerk van belang om haar opdrachtgevers zekerheid te bieden op het vlak van databeveiliging. Je moet er niet aan denken dat jaarcijfers uit een financieel jaarverslag van een beursgenoteerde organisatie op straat komen te liggen. Of denk aan een database met gevoelige klantgegevens van een verzekeringsmaatschappij, die via een corrupte medewerker middels een memory stick worden weggesluisd. Reden te meer om als opdrachtgever aan de leverancier eisen te stellen rond de mate van informatiebeveiliging. We hebben het dan over de ISO 27002, de Code voor Informatiebeveiliging, een norm die voor onze – steeds digitaler wordende - maatschappij erg belangrijk gaat worden. De implementatie van deze twee normen staat gepland in stadium 5 waar alle bedrijven in 2014 aan zouden moeten voldoen. Ondernemers maken in stadium 6 de duurzaamheidgedachte verder concreet door energiemanagement. Met een volwaardig Energiezorgsysteem kunnen zij per jaar inzicht geven in de energiehuishouding van het bedrijf. Dit stadium moet 2016 zijn bereikt. HRM-BELEID In stadium 7 voeren ondernemers ook een professioneel HRM-beleid. De organisatie beschikt over een volwaardig arbozorgsysteem, OHSAS 18001. Door optimaal om te gaan met human capital, zal dit leiden tot (nog) betere bedrijfsresultaten en economisch verantwoorde duurzaamheid. Dit doel is gesteld op 2018.
artikel
Als ondernemers stadium 8 hebben bereikt, doen zij aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Zij zijn open en duidelijk tegen stakeholders over hun opvattingen over eerlijk zaken doen en mensenrechten. De verwachting is dat een balans tussen People, Planet en Profit leidt tot betere resultaten voor zowel het bedrijf als de samenleving (win-win-situatie). Ondernemers bereiken deze mijlpaal in 2020. 7