Artikelen in Fries Dagblad, geschreven door Folkert de Jong, theologie student die een half jaar studeerde/werkte bij het Ujamaa Centre in Pietermaritzburg in Zuid Afrika. 2009 Folkert de Jong doet het vrijwilligerswerk bij het Ujamaa Centre for Biblical and Theological Community Development & Research via Togetthere, het jongerenprogramma van Kerk in Actie en ICCO. Het Ujamaa centrum wordt gesponsord door Kerk in Actie
Artikel Fries Dagblad nr 1. Folkert de Jong uit Dokkum wil Jezus volgen in Zuid-Afrika Op zoek naar het ‘niet-veilige’ christendom Dokkum - Folkert de Jong (24) uit Dokkum gaat zondag voor een half jaar naar Zuid-Afrika. Niet in eerste instantie om er te helpen. Hij hoopt van de Zuid-Afrikanen te leren ,,wat het betekent om Jezus te volgen in heel slechte omstandigheden”. Door Maaike Ymkje de Jong. Folkert heeft net een vierjarige studie theologie aan de Universiteit Utrecht afgerond. Omdat hij nog niet weet wat hij met zijn studie wil gaan doen, neemt hij de eerst de gelegenheid waar op reis te gaan. ,,Voor september heb ik me ingeschreven voor de tweejarige predikantsopleiding van de Protestante Theologische Universiteit (PThU), maar ik weet niet nog niet zeker of ik wel predikant wil worden.” Al langer heeft Folkert het idee om naar het buitenland te gaan. ,,Deze reis heeft voor mij te maken met vragen over wie ik ben en wat wil ik in het leven. Ik ken mezelf alleen in de westerse wereld. Ik heb geluk gehad met goede ouders en de mogelijkheid om te studeren. Maar ik weet niet wie ik ben en hoe ik reageer in een andere context. In Zuid-Afrika hoop ik mezelf op een andere manier te leren kennen.” Motief Veel westerlingen gaan naar ontwikkelingslanden vanuit hulpverleningsmotieven. Voor Folkert geldt dat niet. ,,Ik ga niet naar Zuid-Afrika om de ellende daar even op te lossen. Ze zitten daar echt niet op mij te wachten. Er zijn al te veel westerlingen geweest die goed bedoeld hulp denken te verlenen, maar het er uiteindelijk voor de mensen daar niet beter op maken.” ,,Ik wil daar leven, mensen leren kennen en zelf ervaren en zien wat armoede is”, verwoordt Folkert zijn motief. Met thema’s als armoede en rechtvaardige economie houdt hij zich ook bezig bij de organisatie Time to Turn. Time to Turn is een beweging van jongeren die vanuit hun geloof willen kiezen voor rechtvaardige en duurzame levensstijl. Folkert voert met de organisatie actie tegen ,,grote systemen”. ,,Ik heb meegedaan aan de mobieltjesactie, waarbij we mensen wezen op de slechte omstandigheden van werknemers in de mobieltjesindustrie. De oorlog in Congo heeft bijvoorbeeld direct te maken met de mobieltjesindustrie. Veel kinderen en volwassenen werken daar onder erbarmelijke omstandigheden in de kobaltmijnen, een grondstof die voor mobieltjes gebruikt wordt. Maar zo’n actie is onpersoonlijk: ik doe mee, maar ik ken de mensen niet waarvoor ik
dat doe. Ik wil zien wat de levensstijl van westerlingen zoals ik voor gevolgen heeft op het zuidelijk halfrond van de wereld.” Bevrijdingstheologie Tijdens zijn studie theologie kwam Folkert in aanraking met de bevrijdingstheologie. ,,In het kort gezegd gaat deze theologie er van uit dat je Jezus juist bij de armen en slachtoffers leert kennen. Ik hoop in Zuid-Afrika te ontdekken of dat inderdaad zo is.” Folkert verwijst naar het bijbelboek Matteüs 25:31-46, waaruit blijkt dat Jezus mensen uiteindelijk zal beoordelen op wat ze voor armen, gevangenen en vreemdelingen hebben gedaan. ,,Ik wil dan aan de goede kant staan.” Van alle redenen om te gaan is dit misschien wel het belangrijkste: ,,Ik wil weten wat het is om Jezus te volgen, ook in heel beroerde omstandigheden. Bij ons in het Westen is het vaak vanzelfsprekend om naar de kerk te gaan en christen te zijn. Maar ik wil niet alleen christen zijn en naar de kerk gaan. Ik wil Jezus volgen en kiezen voor een radicale levensstijl en risico’s durven nemen in het volgen van Hem.” Daarom is Folkert lid van de Jesus Freaks, zie kader. ,,Mensen hebben me ook gewaarschuwd voor de gevaren in Zuid-Afrika, maar ik wil dat risico nemen om te leren hoe ik Jezus moet volgen.” ,,Theoloog Shane Claireborn van de Sojourners, een progressieve christelijke organisatie die wil werken aan sociale veranderingen, schrijft in zijn boek The Irresistible Revolution dat de gevaarlijkste vorm van christendom het ‘veilige christendom’ is. Christen-zijn is niet veilig: je ‘christelijke ding’ doen en je verder nergens wat van aan trekken. Wat er in de wereld gebeurt heeft te maken met hoe wij leven. Onze levensstijl bijvoorbeeld, heeft gevolgen voor anderen in de wereld.” Radicaal Christenen willen Jezus wel volgen, maar weten vaak niet hoe, zegt Folkert. ,,En kerken geven het antwoord niet. Kerken blijven vaak steken bij waarden als ‘eerlijk zijn, je goed gedragen en anderen helpen’. Als je maar in de traditie staat en goed leeft, dan zit het wel goed. Maar dat is niet christelijk, dat kan iedereen doen.” Christen-zijn zit volgens Folkert ergens anders in. ,,Radicaal Jezus volgen is meer dan dat.” En dat is tegelijkertijd ook het probleem. ,,We hebben hier weinig handvaten voor in Nederland. Het is je uitspreken tegen onrecht, materialisme en daarnaast de liefde van Christus laten zien aan de ‘pechvogels’ en eenzamen in onze samenleving. Maar dat is nog niet erg concreet, er moet nog een methode voor gevonden worden. Dat heb ik nog niet en ik hoop dat te leren in Zuid-Afrika.” Je hoeft niet per se ver weg te gaan om Jezus te leren volgen, vindt Folkert. Dat kan ook dichtbij. ,,Maar we zijn nu eenmaal onderdeel van deze wereld en we hebben te maken met de globalisering, waarbij iedereen invloed heeft op elkaar. Bovendien zijn er tegenwoordig meer christenen in het Zuiden dan in het Westen.” Folkert gaat naar Pietermaritzburg aan de oostkust van Zuid-Afrika. Het grootste gedeelte van de bevolking spreekt daar Zulu en het gebied kent veel armoede. ,,De helft van de mensen is besmet met HIV/Aids.”
Togetthere Zijn reis is georganiseerd via Togetthere, het jongerenprogramma van Kerk in Actie en ICCO. Via Togetthere gaat hij vrijwilligerswerk doen bij het Ujamaa Centre for Biblical and Theological Community Development & Research. ,,De theologen van dit centrum proberen met hun kennis mensen in hun omgeving toe te rusten op een goede manier om te gaan met problemen als aids, armoede en bijvoorbeeld genderproblematiek. Veel vrouwen hebben haast geen keuzevrijheid en krijgen daarmee te maken met armoede en aids.” Een deel van zijn tijd zal Folkert besteden aan onderzoek. ,,Ik wil onderzoeken hoe aids-slachtoffers omgaan met bijbelteksten om hun ziekte uit te leggen en wat denken dat God ervan vindt.” Daarnaast zal hij meedraaien in de verschillende programma’s die het theologische instituut biedt op het gebied van hiv/aids, vrouwen en economische rechtvaardigheid. ,,Het is bijzonder dat dit instituut aan de ene kant wetenschappelijk is en studie doet binnen de theologie, en aan de andere kant ook zoekt naar het nut voor de dagelijkse praktijk van de mensen in de provincie”, vindt Folkert. Naast zijn onderzoek zal hij ook hand- en spandiensten verrichten bij de programma’s. Folkert zal in de komende maanden in het Friesch Dagblad een dagboek bijhouden van zijn ervaringen in Zuid-Afrika. KADER Jesus Freak De internationale organisatie Jesus Freaks International gelooft dat Jezus zich vooral richtte tot het uitschot en de armen, tot diegenen die niet passen binnen de waarden van de huidige maatschappij. ‘Als Jesus Freaks willen we leven als Jezus: Hij is ons voorbeeld. Iedereen kan bij Hem komen zoals hij of zij is, van welke sociale achtergrond dan ook’, aldus de website van de organisatie. De visie van Jesus Freaks is: ‘Onze generatie zien opstaan voor Jezus. In ons land, Europa en overal op de wereld, omdat leven met Jezus het coolste, meest uitdagende, intense en meest opwindende is dat je kunt doen.’ Deze Jezus-beweging wil mensen stimuleren om hun eigen gemeenschap te beginnen in hun eigen stijl en in hun eigen cultuur. ‘Een Jesus Freak zijn betekent een lifestyle aannemen. Een Freak zijn betekent dat je gek bent, een beetje van de kaart, tegendraads. Freaks zijn mensen die liever tegen de stroom in zwemmen, die anders willen zijn. Als je het zo bekijkt is iedere echte christen een Jesus Freak.’ Sinds 2005 is Jesus Freaks Nederland aangesloten bij Jesus Freaks International en hebben nauw contact met Jesus Freaks groepen uit Duitsland. ,,Jesus Freaks Nederland is nog erg aan het zoeken naar die levenstijl”, vertelt Folkert. ,,We zijn nog lang niet zo ver als de internationale organisatie. Dat heeft ermee te maken dat er in Nederland nog maar weinig gedaan wordt met en gedacht wordt over radicaal christen zijn. We moeten hier het wiel nog uitvinden.” Zie: www.jesusfreaks.nl.
Artikel Fries Dagblad nr 2.
Een paasweekend zonder stromend water en elektriciteit Predikant wast voeten in Zululand Folkert de Jong (24) uit Dokkum is voor een half jaar in Zuid-Afrika. Hij hoopt van de Zuid-Afrikanen te leren ,,wat het betekent om Jezus te volgen in heel slechte omstandigheden”. Hij doet geregeld verslag van zijn ervaringen in het Friesch Dagblad. Op het moment dat ik dit schrijf zit ik twee maanden in Zuid-Afrika. Vorige maand schreef ik over gemeenschapsdenken en over apartheid. De afgelopen maand heb ik van beiden weer veel gehoord en meegemaakt. Vooral door mijn werk bij Ujamaa. Togetthere, het jongerenprogramma van KerkinActie en ICCO, had deze organisatie voor mij gevonden. Via Ujamaa doe ik ook een onderzoek voor de Protestantse Theologische Universiteit. Zij brachten mij in contact met Xolane, een actieve man die in France woont, een buitenwijk van Pietermaritzburg. In feite een ‘nieuwe’ township met veel armoede en alleen zwarte bewoners. Veel mensen in deze wijk zijn besmet met hiv, waaronder ook Xolane. Normaliter kan dit niet in een krant worden geschreven, hiv is een onderwerp waar niet over gesproken wordt. Als mensen al wel spreken over hiv gaat het altijd over anderen die besmet zijn, zonder namen te noemen. Support Group Xolane is een uitzondering; in zijn gemeenschap was hij een van de eersten. Hij moedigde andere mensen aan om zich ook uit te spreken. Er zijn nu verschillende hiv-support groups in France, het merendeel van de leden is vrouw. Xolane bracht me langs de huizen van een aantal leden van de groep waardoor ik een goede inkijk kreeg in het leven in France. De omstandigheden van de mensen verschillen, maar je weet dat mensen arm zijn als je op een gegeven moment bij een huis komt en denkt: ,,Goh, zij is meer bemiddeld, er zijn meubels.’’ Het is niet ongewoon in deze gezinnen dat er om de beurt gegeten wordt. De ene dag eet het ene kind, de andere dag het andere. Een situatie was bijzonder slecht. Een vrouw had inmiddels aids en tbc. Bovendien kreeg ze door corruptie geen sociale hulp voor haar kind. In haar huis stonk het vreselijk en er stond alleen een vuil bed. Ik wist niet goed wat ik moest doen of zeggen. Ik weet wel dat zij niet de enige is en dat er veel meer mensen in dezelfde omstandigheden proberen te leven. Zuid-Afrika is een land met veel gezichten en dit is er een van. De afgelopen week zag ik een totaal ander Zuid-Afrika. Een van de mensen die ik heb leren kennen op het Lutheran Theological Institute (LTI) nam mij mee naar zijn dorp in Zululand voor Pasen. Pasen is in Afrika veel belangrijker dan kerst, met veel minder commercie dan kerst in Nederland. De hele week is een paasvakantie en de meeste mensen van de LTI gingen dan ook naar huis. Achterbank Ik vertrok van Pietermaritzburg naar Durban, en van Durban naar Eshowe. De reis werd per ‘taxi’ gedaan, in Afrika betekent dat een busje waar zoveel mogelijk mensen in worden gepropt. In Eshowe werden er kleinere vans geregeld, waarin de mensen in de achterbak werden vervoerd over de onverharde wegen. Op een gegeven
moment hielden de elektriciteitsdraden op en na nog een kwartier stapten we uit in the middle of nowhere. In het donker - let wel, er zijn geen straatlantaarns - kwamen we uiteindelijk bij de familie waar ik een bijzondere week doorbracht. Er was geen water uit een kraan, maar uit de rivier. Er was geen elektriciteit, dus ’s avonds hielpen we onszelf met kaarsen. In de wijde omgeving woonde welgeteld één andere blanke, een predikant die was uitgezonden door de Lutherse Kerk in Duitsland. Zijn Zulu was heel wat beter dan dat van mij. Hij zag zichzelf niet zozeer als een missionaris, maar als een ‘gewone’ predikant van een gemeente. Ik had het geluk dat er deze week ook een Zulu-ceremonie was gepland. Een meisje werd een vrouw omdat ze nu 21 is. Op een van de heuvels, dichtbij het huis van haar familie, kwam iedereen uit de omgeving. De jonge vrouwen dansten en de jonge mannen brachten vechtstokken en speren mee en zongen en dansten apart van hen. De vrouwen kwamen op een gegeven moment met speren naar voren en plantten ze voor de mannelijke bezoekers. De mannen moesten dan de speren terugbrengen en een donatie in het haar van de vrouw in kwestie of van haar vriendin steken. Op een gegeven moment vertrok iedereen naar het huis van de familie om vlees te eten en Zulu-bier te drinken. Voeten wassen De paasviering zelf was een bijzondere gebeurtenis. Lutheranen uit drie dorpen vertrokken naar een oud schoolgebouw - geen water, geen elektriciteit - om van donderdagavond tot zondagmiddag te bidden, te zingen en te dansen. Vooral de dienst op donderdagavond waar de voorganger de voeten waste van zijn gemeenteleden was bijzonder. De Zulu-cultuur is hiërarchisch van aard en de predikant staat in hoog aanzien. Dat hij op z’n knieën gaat om gemeenteleden de voeten te wassen is ongehoord. Het was een bijzondere dienst en een uniek paasweekend.
Artikel Fries Dagblad nr 3 Post uit Zuid-Afrika 17 maart 2009 Onmogelijk om je buren niet te kennen Folkert de Jong (24) uit Dokkum is voor een half jaar in Zuid-Afrika. Hij hoopt van de Zuid-Afrikanen te leren ,,wat het betekent om Jezus te volgen in heel slechte omstandigheden”. Geregeld verslag van zijn ervaringen in het Friesch Dagblad. Ik ben nu meer dan drie weken in Zuid-Afrika. Het eerste wat mij opviel aan het land was de rode aarde, typisch voor dit continent, en dikke omheiningen. Vooral de blanke wijken lijken sterk op forten, soms met bewakers en honden bij de poort. Dit beeld gaat vooral op voor grote steden zoals Johannesburg. De plek waar ik woon, Pietermaritzburg, is minder extreem, maar toch leven de meeste mensen hier achter hekken waar ze ’s avonds niet meer achter vandaan komen. Ik heb een verblijf gekregen op de Lutheran Theological Institute (LTI), waar de toekomstige dominees voor de lutherse kerk van zuidelijk Afrika worden opgeleid. Er zitten hier mensen uit Lesotho, Namibië, Zwasiland, Mozambique en Zimbabwe. Toch komt het merendeel van de studenten uit Kwazulu Natal.
Hier en daar heb ik al een aardige inkijk gekregen in het werk van het Ujamaa centrum (for Biblical and Theological Community Development & Research), maar een vaste taak heb ik er nog niet. Ik leer nu vooral veel door mensen te ontmoeten die veel weten van het land, zoals de mensen van het Churchlandprogram. Ik sprak met hen onderweg naar een huwelijk in Johannesburg. Grote delen van het land in Zuid-Afrika zijn leeg. Mensen zijn in de afgelopen eeuw gedwongen geweest te verhuizen doordat land door de toenmalige regering werd ‘herverdeeld’ onder zo’n 20.000 blanke boeren. De verdeling van de apartheidsregime is grotendeels nog intact en tot op de dag van vandaag worden mensen gedwongen te verhuizen, vooral als een Europees of Amerikaans bedrijf de grond opkoopt. Verschillende kerken proberen een nieuw agrarisch systeem in te voeren die vooral gericht is op kleine schaal, zodat voedsel in zuidelijk Afrika blijft en niet verscheept wordt naar het Westen. Gemeenschap De zin Umuntu ngubuntu ngabantu geeft kernachtig een typisch Afrikaanse filosofie weer. Het betekent zoveel als: een persoon is een persoon doordat hij toebehoort. Meestal wordt het vertaald met: ik ben doordat wij zijn. Dit betekent in de praktijk dat een persoon onderdeel wordt van de groep. Dit heb ik nu zelf meegemaakt. Ondanks korte tijd dat ik hier nu in Zuid-Afrika ben, hebben mensen mij direct opgenomen als onderdeel van de gemeenschap. Mensen doen erg hun best om mij een goede tijd te geven in Zuid-Afrika en ik voel me dan ook bijzonder welkom. Het gemeenschapsdenken zit verankerd in het dagelijkse taalgebruik. Men groet elkaar met sawbona, letterlijk: ik zie je. Daarna umjaani, wat betekent: hoe gaat het met jullie? Daarmee wordt de hele familie en stam bedoeld, en zo nu en dan ook de voorouders. Op de westerse individualist die ik ben, komt dit als een verrassing. In het begin was het ook verwarrend. Als iemand mij vroeg - als standaard onderdeel van de begroeting - how are you?, gaf ik wel eens langere antwoorden dan mensen wachtten. Er zitten ook schaduwkanten aan het leven hier. Ik ben hier nog maar kort, maar er is ook iets in de samenleving hier in Zuid-Afrika dat het hele leven van mensen beheerst: ras. Er is een zwarte en een blanke Lutherse Kerk; bij de laatste wordt in sommige gemeenten nog Duits gesproken. Er zijn hier grote blanke supermarkten en grote zwarte supermarkten, blanke wijken, waar het LTI staat, kleurlingen wijken, zwarte wijken en Indische wijken. Een blanke komt niet in een zwarte wijk. Andersom komt overigens wel voor, als de persoon rijker wordt. Het is een heel apart gevoel om een bezienswaardigheid te zijn alleen vanwege je huidskleur. ,,Boss, do you have a job for me?’’ Dit was de grappig bedoelde vraag van een oude vrouw in een arme zwarte wijk. Maar het geeft aan hoe zeldzaam het is dat een blanke in die wijk komt, en dat een blanke - met dank aan het apartheidssysteem - ‘boss’ wordt genoemd. Buurman Verschillende medestudenten wilden weten hoe het is om te leven in een individualistische samenleving. Ik probeerde uit te leggen dat veel Nederlanders werkelijk niet hun buren kennen, ik ben zelf een van hen. Maar, vroeg een medestudent, hoe kan je dan christen zijn? Jezus zegt toch dat we onze naaste, (neighbour in het Engels: buurman) lief moeten hebben als onszelf, maar hoe kan dat als je je buurman niet kent?.
Artikel Fries Dagblad nr 4. Post uit Zuid-Afrika Solidariteit met werklozen in de kerk Folkert de Jong (24) uit Dokkum is voor een half jaar in Zuid-Afrika. Hij hoopt van de Zuid-Afrikanen te leren ,,wat het betekent om Jezus te volgen in heel slechte omstandigheden”. Hij doet geregeld verslag van zijn ervaringen in het Friesch Dagblad. Overal op de wereld is te merken dat er een economische crisis aan de gang is. Dat wil zeggen: er was in Afrika, Azië en Zuid-Amerika, waar het grootste deel van de wereldbevolking woont, al veel langer een crisis gaande, maar nu is die dan ook in het Westen te merken. Zodra een crisis het Westen bereikt, wordt dat afgereageerd op het Zuiden en andere mensen die kwetsbaar zijn in de westerse samenlevingen. De mensen die hier in Zuid-Afrika een baan hadden, lopen nu grotere risico’s die kwijt te raken, de crisis van werkloosheid was hier echter al veel langer. Natuurlijk is de kans dat een eigenaar van een multinational zijn baan, geld en levensonderhoud kwijtraakt nihil, desnoods helpt de staat hem een handje met een gouden handruk, of met een riante bijdrage bij een eventueel ontslag. Nu ik drie maanden in Zuid-Afrika ben, begin ik steeds duidelijker te zien hoe onrechtvaardig de heersende systemen zijn. Het is - denk ik - de opdracht voor een volgeling van Jezus om aan de kant te staan van de kwetsbaren in een maatschappij. Het Ujamaa centrum waar ik vrijwilligerswerk doe, is de Worker Sunday Campaign begonnen, een campagne die in het teken staat van solidariteit met de werkelozen. Worsteling In kerken overal in het land worden diensten gehouden waarin in de liturgie uitdrukkelijk rekening gehouden wordt met de worsteling van mensen die geen werk hebben of die worden uitgebuit door bijvoorbeeld Chinese fabrieken. Ik heb de mensen ontmoet die op de poster van de campagne staan. Deze mensen zijn vaak immigranten die hier een beter leven hadden verwacht. Anderen hebben eenvoudigweg nooit een baan kunnen vinden of zijn die kwijt geraakt. De gang van zaken is dat deze mensen op een bepaalde plaats staan waar ze als ‘dagloners’ kunnen worden ingehuurd. Uitbuiting komt veel voor, er wordt bijvoorbeeld 500 zar beloofd (een euro is ruim elf zar) en men krijgt 300 zar aan het eind van de week. Degene die in het begin de belofte deed, is bij uitbetaling natuurlijk ineens onbereikbaar. Het Ujamaa centrum heeft nog meer speerpunten. Zuid-Afrika heeft een van de landen met de hoogste cijfers van seksueel misbruik. Xolani, een man die in France woont, een arme wijk buiten Pietermaritzburg, vond het een goed idee om een workshop over mannelijkheid te houden. Zeker in verband met hiv/aids is dat een goed idee. Het afgetrapte zaaltje waar de workshop gehouden werd gaf een plek aan zo’n dertig mensen. Het gesprek kwam goed op gang. Aan de hand van een bijbelstudie over Tamar (te vinden in het bijbelboek Samuël 13) werd er zo nu en dan fel gediscussieerd. Lastig was natuurlijk dat ik lang niet alles kon verstaan, de gesproken taal was Zulu.
Geen vlieg kwaad Een leuk gevolg van deze bijbelstudie is dat ik heb afgesproken om een weekend in France te blijven. Men heeft mij ervan verzekerd dat ik de eerst blanke ben die langer dan een paar uur in hun wijk rondloopt, laat staan een heel weekend. Maar ik kan gerust zijn, volgens hen. Als ik genoeg mensen in de wijk ken, zal geen vlieg mij kwaad doen. Het is erg gemakkelijk om in dit land revolutionair te zijn. Het is de opdracht voor een volgeling van Jezus aan de kant te staan van de kwetsbaren in een maatschappij
Artikel Fries Dagblad nr 5. Folkert de Jong beschrijft de verschillen tussen culturen in Zuid-Afrika ‘Zuid-Afrikanen weten weinig van elkaar’ Zuid-Afrika staat volgende jaar flink in de schijnwerpers tijdens het WK voetbal. Net zo min als door een bezoekje aan het Kruger Park of aan de hoofdstad Kaapstad zal de tv-kijker er echter het land door leren kennen. Folkert de Jong (24) uit Dokkum die voor een half jaar in Zuid-Afrika is, beschrijft de vele verschillende culturen. De afgelopen twee maanden heb ik veel geleerd over de opbouw van de maatschappij in Zuid-Afrika. Het land is groot en telt heel wat verschillende culturen: maar liefst elf officiële talen. De vorige president, Mbeki, stelde dat er niet één, maar twee Zuid-Afrika’s zijn. Een voor de rijke bovenlaag (grotendeels blank) en een voor de arme rest (overgrote deel zwart). Mbeki wilde bereiken dat er meer zwarten in de bovenlaag terecht kwamen (‘I want to see more black millionairs’). Persoonlijk denk ik dat het wat mager is om alleen naar economische omstandigheden te kijken. Bovendien is het volgens mij beter om te werken aan de leefomstandigheden van de meerderheid, dan de kleine rijke bovenlaag te laten groeien. In mijn ervaring van de afgelopen zes maanden, zijn er geen twee Zuid-Afrika’s, en ook geen elf, maar nog veel meer. Een plek als Stellenbosch is een tijdreis van twintig jaar terug naar Apartheid. En een reis naar het noorden van Limpopo is een reis naar een andere planeet waar met name de Venda’s (maar ook de Shangani of Tsonga’s) wonen. Zij hebben weer een totaal andere cultuur dan de Zulu’s of de Pedi’s. Al deze verschillende culturen zijn in de plattelandsgebieden veel opvallender aanwezig dan in de townships rond de steden. Een bezoek aan het Kruger Park, Soweto en Kaapstad (waar de meeste toeristen naartoe gaan) leert mensen ZuidAfrika echt niet kennen. Voor mezelf maak ik een onderscheid in drie Zuid-Afrika’s, al weet ik dat ook dat waarschijnlijk niet klopt. Het platteland (al is het verre van plat), de townships en de suburbs. Het platteland is verdeeld tussen twee groepen: grotendeels blanke boeren hebben het meeste land in handen. De zwarte bevolking leeft van wat ze zelf verbouwt en verkoopt wat overblijft. Veel van deze mensen hebben als grootste wens om te vertekken naar de stad waar ze denken een beter bestaan te beginnen. De townships zijn de plaatsen waar veel van hen in terecht komen, of in de ‘shacks’, ad-hochuizen gemaakt van alles wat men kan vinden. De townships zijn wijken aan de rand van de stad vooral bewoond door de zwarte bevolking, ontstaan vanuit de Apartheid. De gemeenschappen zijn sterk en soms militant, met name in Sharpeville
waar ik een week doorbracht bij een vriend van de Lutheran Theological Institute (waar ik verblijf). Dit township is bekend geworden door de ‘Sharpeville Massacre’ in 1960 waar 69 mensen door agenten werden vermoord bij een vreedzaam protest. Mensen in de township hebben het niet bepaald breed, de werkeloosheid is erg hoog evenals de criminaliteit. In de ‘informal settlements’, waar de ‘shacks’ staan, is het nog erger. De gemeenschap is even sterk als de armoede groot is, toch is voor veel mensen de grootste wens om in de subsurbs te wonen. (Al zijn er ook mensen die ondanks gestegen inkomen toch in de townships blijven vanwege de gemeenschap.) De suburbs vormen weer een heel ander deel van Zuid-Afrika. Deze wijken zijn vaak van oorsprong blank, maar inmiddels zijn veel zwarten er gaan wonen (waarna een heel aantal blanken snel vertrok). De levensstijl is veel meer westers dan waar dan ook in Zuid-Afrika. De huizen zijn beschermt met muren en prikkeldraad en soms zelfs bewakers. Dit komt het dichtst bij het oude Zuid-Afrika. Vlakbij Pietermaritzburg is een plek waar veel zwarte tuinmannen werken, ook wel ‘gardenboys’ genoemd, al zijn de medewerkers over de veertig. Ze worden zwaar onderbetaald en er wordt volledig beslag op hun tijd gelegd. Verbazingwekkend Veel van wat er gebeurt in Zuid-Afrika gaat volledig aan de bewoners van het land voorbij, dat geldt ook voor de nieuwe zwarte bewoners. Überhaupt weten de verschillende Zuid-Afrikanen zoms verbazingwekkend weinig van elkaar. Ik moest bijvoorbeeld echt lang praten om een township-bewoner ervan te overtuigen dat ik me op het platteland in de rivier moest wassen. Mijn tijd in Zuid-Afrika zit er bijna op. 16 augustus stap ik op het vliegtuig met een hele bepakking aan ervaringen. Ik kijk ernaar uit om weer in Nederland te zijn en mijn familie en vrienden te ontmoeten. i Folkert de Jong is in Zuid-Afrika via Togetthere, het jongerenprogramma van Kerk in Actie en ICCO