ARGUS RADAR gebruiksaanwijzing Eigen boot
Geactiveerde ERBL
AIS symbool
ERBL 1 en 2
Roer of antenne positie ref.
Parallel index status/instellen
Schermpresentatie
Status zendontvangers
Afstandcirkels
Tuning balk
Vaarrichting lijn aan/uit
Presentatie teruggezet (offset)
Zee/grond stabilisatie
Afstandcirkels aan/uit
PPI midden aan/ uit status
Vector tijd
Alarmgeluid aan/uit
ARGUS RADAR gebruiksaanwijzing ERBL aan/uit bediening
Beeldverwerking instellen
Door gebruiker te programmeren functietoetsen
AIS/TT bediening
EBL toets
Schermpresentatie instellen
Dag/nacht modus, alarmgeluid aan/uit
Druktoetsen Trackball functies
PPI midden aan/uit
Afstandschaal
VRM toets
Trackball
Aan/uit, TX/standby, storing alarm
Instellingen voor beeldverwerking
• Reductie van sea clutter echo’s
• Uitgezonden puls
Handmatige anti-sea clutter. Kies deze methode als de sea clutter symmetrisch is, met bijna dezelfde intensiteit in elke richting. Selecteer de zeetoestand via de Anti-Sea Clutter instelbalk en zet hoger of lager tot de residuen vergelijkbaar zijn met de ontvangerruis.
De uitgezonden puls wordt bepaald door de gekozen afstandschaal en Power Boost.
Automatische anti-sea clutter. Kies deze methode in gebieden met beperkingen of als de zeetoestand in verschillende richtingen abrupt verandert. Selecteer Auto via de Anti-Sea Clutter instelbalk.
• Reductie van rain clutter echo’s Handmatige anti-rain clutter. Kies deze methode om de land detectie en regen reductie te optimaliseren. Stel de Anti-Rain instelbalk af tot de rain clutter vergelijkbaar is met ruis en land reflecties nog zichtbaar zijn. Auto anti-rain clutter. Kies deze methode bij zware regen, als het niet mogelijk is onderscheid te maken tussen regen, zee en land clutter.
• Gain instellen Handmatig. Afstellen tot er nog maar een paar spikkels ruis zichtbaar zijn. Bij clutter afstellen om valse echo’s te verminderen na onderdrukken van clutter met anti-sea en anti-rain. Bij veel clutter de gain bij voorkeur handmatig afstellen. Automatisch. De gain wordt automatisch aangepast tot de optimale detectie wordt bereikt bij ruis. Er worden automatisch wat spikkels ruis weergegeven, om geen targets te missen.
• I.R. en sweep-tot-sweep correlatie Interference rejection is bij de standaard instellingen altijd ingeschakeld. Gebruik sweep/sweep correlatie om het beeld na zeer sterke storingen helemaal schoon te vegen.
Selecteer Target enhancement om kleine echo’s te vergroten.
• Scan-tot-scan correlatie Selecteer deze beeldverwerking als extra reductie van storing nodig is en om het scanbeeld helemaal vrij van sea clutter residuen te maken. Waarschuwing: snel naderende targets kunnen geannuleerd worden, afhankelijk van SC/SC niveau (2/3), grootte en snelheid van target.
• Auto Sea/Rain (alleen beschikbaar als Advanced Video Processing ingeschakeld is) Als deze functie aan staat, kan een vooraf ingestelde strategie voor clutter verwijdering worden geselecteerd voor het desbetreffende scenario. Beschikbare opties zijn: open zee, kust, zware regen, lichte regen/haven. Stel de interventie af m.b.v. de balk. De gain balk werkt niet (behalve bij Heavy Rain) en anti-rain clutter staat altijd op Auto Rain.
1 2 3 4
11
5
12
6
13
7
14
8
15
9
16 17
10
1
2
A
• Speed Source menu Selecteer de snelheidbron. Handmatige drift aan/instellen. Navigatie of afmeren presentatie kiezen.
• TXRX and Interswitch menu (Optie) Dit type configuratie, alleen beschikbaar in breedbeeld modus, biedt de mogelijkheid max. 4 signalen van TXRX zendontvangers met verschillende antennes te combineren.
• TXRX and Interswitch menu (Standaard) De radar zendontvanger selecteren. Power Boost, prestatiemonitor inschakelen.
3 4
• Orientation and Motion Mode menu Oriëntatie en bewegingsmodus van de PPI presentatie selecteren.
5
• Cursor menu ERBL 1 of 2 activeren. ERBL op middenpositie terugzetten. Keuze ware of relatieve modus en geo/eigen schip referentie. B
6
• Graphic Symbols menu Target-sporen, AIS, navigatie symbolen inschakelen. Parallel indexen instellen. Eigen schip omtrek en AIS namen/oproepnamen inschakelen. 7 8
• Personal Settings menu Alternatieve opties voor radarscherm instellen. 3 toetsen met programmeerbare functies configureren.
• Brilliance Settings menu Helderheid van verschillende schermelementen en toetsenbord dimmer instellen.
• Antares PCB menu Info over hoofdprocessor printplaat weergeven, o.a. gebruiksduur, serienummer en door PCB gecontroleerde signalen.
9
10
• Radar Configuration Menu voor servicemonteur: Bij openen van dit menu verschijnt er een nieuw venster waarin om het wachtwoord wordt gevraagd.
11
F
C
G H I D E
• Configuration sharing menu Synchroniseren van systeemparameters. 12
• Tracking menu AIS interface aan zetten. Minimale veiligheidsinstellingen. Anker wacht aan zetten. AIS en TT lijst voor snel selecteren. AIS filter en prioriteit instellen. Keuzevakjes AIS alarmen uitschakelen.
M L
• Video Maps menu Een kaart openen, aanmaken, verwijderen of overbrengen naar/van een extern opslagmedium. 13 15
14
• Day color Met deze wisselknop kan de gebruiker snel de achtergrondkleur van de monitor instellen. De keuze is uit dag en nacht. De PPI achtergrondkleur voor de nacht is veel donkerder dan de dag instelling.
• System Version menu
• Preset Video Proc menu
Geïnstalleerde softwareversie (versie Standaard).
Vooraf geconfigureerde beeldverwerking instellingen voor specifieke taken instellen.
16
17
• ECDIS menu (Optie) Als het apparaat voor aansluiting op een ECDIS is geconfigureerd, is er een nieuwe knop beschikbaar in het onderste deel van het hoofdmenu. Dit menu geldt alleen voor netwerk ECDIS systemen.
N
• Conning tasks menu Deze knop is alleen beschikbaar in het breedbeeld systeem. In deze modus kan de gebruiker de beschikbare gedeelten in het System Data Area instellen en taken in aangewezen delen plaatsen.
A
B
C
D
• Anch Watch De ankerwacht is een alleen-radartarget functie, die kan worden gebruikt als de eigen boot voor anker ligt, om te controleren of die te veel van de oorspronkelijke positie af beweegt.
•TXRX Data menu Status van zendontvanger en bedrijfstellers weergeven.
TT/AIS associatie inschakelen. Associatie voorwaarden instellen. Databron selecteren (AIS of TT).
• Waypoints Data menu Geografische positie van waypoints in getoonde route weergeven.
E
• AIS Targets keuzelijst Ontvangen AIS weergeven. AIS sorteren en selecteren op naam schip of afstand.
F
• Tracking Data Fusion menu
G
H
• Radar Targets keuzelijst Gevolgde targets sorteren op nummer, afstand of veiligheid parameters (CPA/TCPA), naam schip of afstand.
• Guard Zone menu
• Auto Acquire Zone menu
Instellen van max. vier bewakings-/ automatische acquisitie sectoren.
De zone voor automatische acquisitie voor de eigen boot instellen.
• Min Safety Functie voor radar targets en AIS, voor instellen en weergeven van limieten van CPA en TCPA. Deze definiëren wanneer een target als gevaarlijk wordt beschouwd. Databron selecteren (AIS of TT).
I L
N
• Conning task configuratielijst
• Trial Manoeuvre menu
Beschikbare taken:
Een manoeuvre van de boot simuleren met bepaalde snelheid en koers parametrers.
• USB Storage menu M
• Map Editing menu Een kaart opbouwen, die bestaat uit lijnen, tekst en symbolen met selecteerbare kleur.
Kaarten overbrengen naar/van een USB opslagmedium.
1
Trackball functie helpregel
2
Cursorpositie weergave
3
Geavanceerde videoverwerking
4
Anti-sea clutter instelbalk
1
5
Scan tot scan correlatie
2
6
Afstandschaal instellen/status
7
Alarmen lijst
13
8
Instellingen storingsonderdrukking
12
9
Anti-regen instelbalk
11
10
Gain instelbalk
10 9
3 4
8
5
7
O
11
(Relatieve) past position regeling
12
Echosporen
13
Track/PPI modus
6
O
• Alarmen, waarschuwingen en systeem lijst • Alarm List De alarmen in het venster “ALARM LIST” beginnen te knipperen en geven de tijd aan waarop het alarm in werking trad. Als er een alarmsituatie geactiveerd is, kan die worden bevestigd door erop te klikken.
Historische lijst van alarmen/fouten/storingen met vermelding van tijd. De lijst toont de laatste 100 berichten.
Indicatiesymbolen
Roer of antennepositie afstand referentie. Automatisch op radarantenne gezet als roerpositie niet beschikbaar is
AIS filtering aan/uit Type filtering wordt naast de trechter weergegeven
Vaarrichting lijn aan/uit (verbergen)
AIS data associatie aan (AIS databron)
Afstandcirkels aan/uit
AIS verloren alarm uitgeschakeld
Geluid aan/uit
AIS gevaar auto-activering uitgeschakeld
Zee stabilisatie / grond stabilisatie
Parallel index status/instellen
Systeem status / systeem storing
Presentatie teruggezet (uit midden)
Overzicht PPI symbolen
R
Gevolgd RADAR target in initiële toestand
Ankerwacht referentie target
AIS target gevaarlijk
Gevolgd RADAR target in toestand Gereed
Trial manoeuvre wordt uitgevoerd
AIS target verloren
Gevolgd RADAR target in toestand Data opvragen
Radar target training wordt uitgevoerd
AIS target in toestand Data opvragen
Gevolgd RADAR target in toestand Gevaarlijk
AIS inactief target
AIS Aton (Aid To Navigation)
Gevolgd RADAR target in toestand Verloren
AIS geactiveerd target zonder geldige koersinformatie
Virtueel AIS aton (Aid To Navigation)
Auto Drift referentie target
AIS geactiveerd target met geldige koersinformatie
AIS zoek/redding transponder
ARGUS RADAR gebruiksaanwijzing Afstandcirkels
Geactiveerde ERBL
Eigen boot
AIS symbool
AIS en TT statusgebied
Snelheid en positie informatie
Schermpresentatie
Zoomvenster area selectie
Status zendontvangers
Vaarrichting lijn aan/uit
Tuning balk
PPI midden aan/ uit status
Afstandcirkels aan/uit
Takengebied
Extra PPI/zoom
Systeem status/storing
Alarmgeluid aan/uit
988-10215-001