Architecture trouvé in de
LOFTWONINGEN ALMERE-BUITEN
Situatieschets.
4
Opvallend rijzig in de Eilandenbuurt te Almere-Buiten zijn de Free-Style-woningen van architect Maarten Min (Min2 bouw-kunst). Waar andere projecten in deze wijk, overblijfselen van de Bouwexpo Gewild Wonen Almere 2001, veelal werkten met uitbreidende modules, daar heeft Min een schil gezet om een fiks aantal kubieke meters, waarbinnen de bewoners hun woondromen naar lieve lust konden plooien en draperen. HET
HOUTBLAD
MEI
2002
polder Hoge, grote ruimtes, waar de schuifluiken het licht oogluikend toelaten.
Het 25-jarige Almere is te jong voor pakhuizen en moest daarom geantedateerd worden met exemplaren die ouder ogen dan de stad zelf.
HET
HOUTBLAD
Als onverwachte ontwikkeling werden kelders toegevoegd. Ze waren betaalbaarder dan beschoeiingen en leverden bovendien extra ruimte op.
MEI
2002
Wild Wonen heeft in Nederland velerlei, vaak negatieve reacties opgeroepen. De uitkomst is echter dat deze vorm van bouwen het tot stroming heeft geschopt. Nieuwe begrippen vonden ingang, zoals consumentgericht bouwen, particulier opdrachtgeverschap en ikhuisvesting, zodat Wild Wonen voortaan een kwajongenspartij zal meeblazen in het Orkest van het Gebouwde Landschap. Het project in de Eilandenbuurt, waaraan Het Houtblad eerder aandacht besteedde in 2/2000 en 7/2001, verwierf zelfs konink-
lijke goedkeuring, toen onze vorstin de Bouwexpo (13 t/m 23 september 2001) opende. De charme van Wild Wonen ligt voor Maarten Min, architect van de zogenaamde loftwoningen, hierin dat de plattegronden opnieuw kunnen worden gedefinieerd, wat het eeuwenoude stramien van woonkamer-slaapkamer-keuken omverhaalt. 'Bij standaard rijtjeshuizen heb je die voldoening niet, daar kun je alleen maar een mooie buitenkant maken, binnen is het allemaal voorgekauwd.' Daarmee is meteen het grote verschil aangegeven met de architectuuropvatting van zijn collega's, zoals gerealiseerd in de Eilandenbuurt. Architecte Laura Weeber, ontwerper van de opmerkelijke gekromde woningen aan de Wetering, gaf dit zelfs ruiterlijk toe en schreef in het gastenboek na bezichtiging van zijn project: Eerste prijs: Min2. Materiaalloos Nu is Maarten Min toch al geporteerd voor het experiment. Dit komt mede door zijn vrouw Jetty, die als beeldend kunstenares van grote invloed is op zijn architectuur; bij Almere was ze de dragende en stimulerende factor van het loftidee. Onlangs doopte hij het bureau om in Min2 bouw-kunst, in welke naam het koppelstreepje de architectuur tegelijk ontkoppelt én verbindt aan andere kunsten; Maarten is architect-directeur, Jetty kunst-directeur. Min ontwerpt in eerste instantie materiaalloos, pas later draagt zijn materiaalgevoeligere vrouw de invulling aan. Vanuit een soort naïviteit
5
hij weigert zich te herhalen. Toch is er ook een duidelijk verband met het verleden. In Mins optiek draagt de traditionele architectuur de moderne. Zijn leermeester Aldo van Eyck citerend: 'De mens ademt in en uit. Je hebt allebei nodig. Daarom zijn wij traditioneel, maar niet traditionalistisch, en modern, maar niet modernistisch. De traditie kan alleen iets betekenen als zij haar grenzen verlegt. In die zin ben ik contextualistisch: iets toevoegen aan wat er staat, vloeiend, maar ook scherp contrasterend als dat moet.' Zijn werk nader kenschetsend, spreekt hij van 'de tijdelijke ultieme ordening van alles'. Stijloefeningen In de praktijk leidt dat tot een intellectueel diep doordachte, maar verrassende architectuur, waarin objets trouvés niet zelden een belangrijke rol spelen. Het bekendste voorbeeld daarvan is ongetwijfeld de waterleidingbuis die als ingang dienstdoet van het bezoekerscentrum De Hoep in
schetst hij vormen, niet zozeer om steeds opnieuw het wiel uit te vinden als wel om bestaande begrippen opnieuw te definiëren. Een populair boek, dat hij regelmatig aanhaalt tijdens lezingen, is Stijloefeningen van Raymond Queneau, waarin deze op negenennegentig manieren hetzelfde verhaal vertelt. Iedere nieuwe opgave is dus voor hem steeds de eerste opdracht die hij krijgt. Zijn werkwijze leidt bij opdrachtgevers wel eens tot de verzuchting dat ze nooit weten waar ze aan toe zijn. Maar
Castricum (zie Het Houtblad 3/1995). Toen de opdracht voor Gewild Wonen binnenkwam, 26 twee-onder-een-kapwoningen aan de Bonairepier, begon Min dan ook meteen oud en nieuw te contrasteren en aan elkaar te associëren. Een basiswoning met uitbreidingen bracht herinneringen naar boven uit zijn tijd als jong architect, toen hij zelf consumentgericht woonde in pakhuis het Veem in Amsterdam. Een ander beeld leverde zijn zuster, die zich als kunstenares in de mummificatie van vissen verdiepte en daarom dicht bij de bron in een oude vissersloods in IJmuiden ging wonen. Uit literatuurstudies kwamen de Amerikaanse architecten Lake en Flato naar voren, die dergelijke projecten maakten met oude gebouwen, terwijl ook iets als een oude 14e-eeuwse Franse boerderij de aandachtsgrens haalde. Een praktische vingeroefening bleek een flexibel werken-project voor Aedes: het interieur van het bestaande kantoor werd gesloopt ten behoeve van een nieuwe inrichting.
Tot en met de zolder is het hout in het zicht gelaten.
Plattegrond begane grond van smalle en brede woning.
Plattegrond verdieping van smalle en brede woning.
6
Andere maatvoering En in een flits kwam de overkoepelende gedachte: het vijfentwintigjarige Almere is te jong voor pakhuizen en moest daarom een veilig-vertrouwde historie krijgen met exemplaren die ouder ogen dan de stad zelf. De associaties regen zich verder aaneen. Mensen doemden op die wonen in kerken, kloosters, fabrieken, molens, schuren en vuurtorens. En zo stierf het
HET
HOUTBLAD
MEI
2002
beeld van de standaard rijtjeswoning en werd het grote huis, de loft, geboren waar heel veel in kan. 'Het basisidee van een loft is een gefixeerde buitenkant en een flexibele binnenkant. Door het utilitaire karakter van pakhuizen heb je grotere en hogere ruimtes, andere ramen en deuren, kortom een heel andere maatvoering. Ook de constructie binnen is uiteraard gefixeerd, wat de grote ruimtes toch een bepaalde, voor mensen prettige maat geeft. Al dat soort dingen droegen bij aan ons loftgevoel.' Als heel essentieel icoon sprong een jeugdbeeld uit het onderbewustzijn omhoog: de Noord-Hollandse stolpboerderij. In zo'n boerderij met piramidevormig dak is Min geboren en getogen. 'Die vorm is zo ontzettend helder. Alles draagt op vier kolommen, je kunt de vier wanden weghalen. Dan is het gewoon een paraplu. Dat voelde ook zo, dat alles perfect klopte. Je keek dertien, veertien meter hoog de nok in.' Technische koffers Het masterplan dat uit alle studies, tekenschetsen en gedachte-experimenten rolde, onderging in het ver-
volgtraject vele veranderingen, maar het basisidee bleef recht overeind: een huis met een zo groot mogelijke indeelvrijheid. En dat was wat Min tijdens het hele bouwproces ook voortdurend herhaalde: het geheim zit binnen! De wind- en waterdichte schil was een gebaar aan de bewoners, zo hoefden ze het moeilijk bouwkundige niet zelf te doen. De belangrijkste vrijheid creëerde hij door de mogelijkheid vloeren weg te laten (vides). Hoewel hout door z'n flexibiliteit al vrij vroeg als bouwmateriaal boven kwam drijven, viel daardoor houtskeletbouw volgens de platformmethode af. In plaats daarvan kwam houtbouw, bestaande uit per woning drie driescharnierspanten in gelamineerd vuren (70 x 40/60 cm), waartussen op gewenste plaatsen gordingvloeren konden worden gehangen. Vast in het interieur waren het trappenhuis, de meterkast en de natte cel, opgesloten in twee 'technische koffers' in MDF met stalen strips eromheen, als meeneembare dingen. Ze zijn niet meer als zodanig te zien, omdat ze organisch onderdeel van het huis zijn geworden. Bij de wanden vond gaandeweg een zekere verstening plaats vanwege kostenfactoren Exploded view.
Nieuwe esthetiek: MDF als afwerkingsmateriaal, zoals hier bij de trap.
Detail wand/vloer.
HET
HOUTBLAD
MEI
2002
7
en geluids- en warmte-isolatiekwesties, die een traditioneler aanpak vereisten. De vrijheid in de gevel - baksteen, glas, hout, vaste of schuivende luiken - raakte beperkt tot metselwerk, hout en minder luiken.
Verschillende gevelafwerkingen behoorden tot de keuzemogelijkheden.
Onverwachte ontwikkeling De keuzemogelijkheden in het begin waren ook wel anarchistisch veel. 'Ik had een diagram gemaakt van woningen met zes mogelijke interieurs en een materialenmatrix voor de schil, het dak, de luiken: metaal, hout, steen, glas, shingles, dakpannen… Je kon ook uitbreiden en alvast een spant in de tuin zetten. De makelaars snapten er niks van, de opdrachtgever vond het
extra ruimte voor bijvoorbeeld parkeren. Daardoor werden de huizen onbedoeld maar zéér gewenst rijziger en grachtenpandachtiger. Achteraf is Min niet ongelukkig met de gang van geschrapte zaken. 'Juist zo
is het pakhuisachtiger geworden, de sfeer is loftachtig, de ruimte is loftachtig, de materialen zijn loftachtig.' Hout speelt daarin een wezenlijke rol. De vuren spanten zijn in het zicht gelaten, evenals de gordingen en de dakplaten
Feiten en getallen Locatie: Opdrachtgever:
lastig, de aannemer wilde er niet aan, alleen de uitvoerder had er lol in.' Uiteindelijk zijn de smalle (6 x 9,45 m), de brede (7,20 x 9,45 m) en de breed gedraaide woning (7,20 x 9,60 m) met vele verrassende indelingen overgebleven. Een onverwachte ontwikkeling was het toevoegen van kelders onder de woningen. Beschoeiingen daar aan het water kostten een slordige 450.000 euro. Kelders waren betaalbaarder en konden bovendien een dubbelfunctie uitoefenen: als beschoeiing en als
8
Ook de spanten blijven overal zichtbaar.
Bonairepier Eilandenbuurt, Almere-Buiten Credo Integrale Planontwikkeling BV Oosterbeek Architect: Min2 bouw-kunst; Maarten Min, Jetty Min-Kauffmann, Jesse van der Veen Aannemer: Te Pas Bouw BV Enschede Constructeur: Ingenieursgroep Van Rossum BV Amsterdam Technische uitvoering: Saarberg & Partners BV Moordrecht Leverancier hsb-elementen: Tivro Prefab BV Vroomshoop Leverancier gelamineerd hout: Heko Spanten BV Ede Leverancier kozijnen: Timmerfabriek De Mors BV Rijssen Leverancier hout/plaatmateriaal: Pontmeyer Deventer Leverancier prefab kappen: Linex Prefab BV Hulst Leverancier terrassen: Jan van den Endt BV Lelystad E-installaties: Euro-Elektra BV Harderwijk W-installaties: T. Breman BV Genemuiden Oppervlakte kavels: 145-240 m2 (excl. eigendom water en weg) Bouwperiode: Oktober 2000 - december 2001 Bouwkosten: € 2.094.000,-
HET
HOUTBLAD
MEI
2002
van standaard constructietriplex. De houtskeletbouwwanden zijn aan de binnenzijde bekleed met berkentriplex. Ook de vensterbanken zijn van berkentriplex. De kozijnen zijn van mahonie, de luiken en de gevelbekleding van western red cedar, de trappen
Telescoopwoningen Het project maakte vele positieve reacties los. Gemeentes waren bijzonder enthousiast. 'Wel twintig gemeentes wilden ook iets dergelijks hebben, zoals IJburg. Het was vooral de sfeer die enorm aansprak. Over het interieur waren met name architecten en stedenbouwkundigen te spreken, terwijl woningbouwverenigingen verrast waren dat niet alles standaard woningbouw hoeft te zijn.' Nadat een opdrachtgever de Almerelofts in Het Houtblad 7/2001 had gezien, zocht hij meteen contact, omdat hij graag een dergelijk project wilde: twaalf huizen in Hilversum volgens het principe van partieel opdrachtgeverschap. In Aalsmeer zijn acht loftachtige waterwoningen in aanbouw. Binnenkort is een reeks telescoopwoningen in houtskeletbouw klaar in Broekpolder (Beverwijk-Heemskerk): drieledige uitschuifwoningen met een dichte schil van metselwerk en dakpannen en met transparante koppen. Projecten in Cuyk en Vleuten zijn in ontwikkeling. Cabrioletwoning De lof-tuitingen leiden dus zeker tot meer loft-uitingen. Al in het presenta-
Deuren in MDF. Het trappenhuis vormt met de installatievoozieningen de enige vaste kern in de verder vrij indeelbare woningen.
tieboekje voor Almere-Buiten trok Min een verband met de auto-industrie. Op het basismodel van de middenklasser ontwerpt deze allerlei varianten: de sportauto, Formule 1, kleine auto, stationwagen, spacewagen, zakenauto, jeep, landrover, camper, bus en kleine of grote vrachtauto. Zo zou je in een stedelijke omgeving een hogere loftvariant kunnen neerzetten en op een landelijke locatie een bredere en lagere, als een schuur, en alles wat daar verder tussenin zit. Ook zelf gaat Min te bruiloft: hij pakt zijn eigen woning in Bergen aan, een bungalow op een duin. 'Het is geen mooi huis, maar je kijkt wel schitterend over zee. Dus we dachten: daarboven moet een ruimte komen waar we gaan wonen. Houten spanten als in Almere, rustend op het oude huis, dragen de nieuwbouw. Alles wordt glas met schuifdeuren en schuifluiken. Als het mooi weer is, moet je de enorme ruimte van twintig bij zeven meter pontificaal open kunnen zetten.' Trouw aan zijn eigen opvattingen heeft hij er ook al een naam voor bedacht: de cabrio letwoning. Hans de Groot
HET
HOUTBLAD
MEI
2002
9
Foto's: Sjaak Henselmans Amsterdam, Het Houtblad/HG, www.johnlewismarshall.com. Tekeningen: Min2 bouw-kunst Bergen.
van vuren, de steigers van bangkirai en bilinga. Opvallend zijn de wanden en deuren van blank afgewerkt MDF, wat helemaal past in Mins experimenteerlust: een materiaal uit de interieurbouw overbrengen in de woningbouw.