Praktijk
antwoorden op bedrijfsvraagstukken
ARBEIDSONGESCHIKTHEID WAO-WIA J.M.A. Weerts Geactualiseerde versie d.d. 31 mei 2011
Deze publicatie bevat de vragen & antwoorden zoals die zijn opgenomen in de databank van www.tql.nl © 2011 The Question Library BV. Vermenigvuldiging niet toegestaan.
Inhoud: INTRO SOCIALE ZEKERHEID......................................................................................... 4 WAO IS VOORTAAN WIA................................................................................................. 6 WERKHERVATTING GEDEELTELIJK ARBEIDSGESCHIKTEN (WGA)....................... 11 INKOMENSVOORZIENING VOLLEDIG ARBEIDSONGESCHIKTEN (IVA)................... 12 DE EERSTE TWEE JAAR VAN ZIEKTE / ARBEIDSONGESCHIKTHEID...................... 18 WIA, TIJDENS EN NA HET TWEEDE ZIEKTEJAAR...................................................... 20 ZIEK NA EINDE VERPLICHTE VERZEKERING............................................................ 23 WERKGEVERVERPLICHTINGEN EN SANCTIES......................................................... 25 KEURING EN BEOORDELING ARBEIDSONGESCHIKTHEID...................................... 26 BEPALING ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPERCENTAGE.......................................... 27 BEREKENING EN HOOGTE ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSUITKERING................... 28 HERZIENING UITKERING.............................................................................................. 30 SUBSIDIE WERKGEVERS............................................................................................. 34 PREMIE / VERZEKERING / EIGENRISICODRAGEN.................................................... 36 VRIJWILLIGE VERZEKERING WIA................................................................................ 37 KOSTEN WGA EN EMPLOYEE BENEFITS................................................................... 38 ARBEIDSONGESCHIKTHEID EN ONTSLAG................................................................ 39 NEVENINKOMSTEN EN/OF PENSIOEN WERKNEMER............................................... 40 OVERLIJDEN WERKNEMER......................................................................................... 46 GEDETINEERDEN.......................................................................................................... 47 BEZWAAR EN BEROEP................................................................................................. 48 WAO (ZIEK VÓÓR 2004)................................................................................................ 51 BEREKENING EN HOOGTE WAO-UITKERING............................................................ 53 PREMIE / PEMBA............................................................................................................ 54
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
2
Inhoud: ACTUELE BEDRAGEN EN PERCENTAGES................................................................. 55 STATISCHE GEGEVENS ARBEIDSONGESCHIKTHEID.............................................. 57 OVER DE AUTEUR......................................................................................................... 58
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
3
Intro sociale zekerheid 1. Hoe is de sociale zekerheid in Nederland vormgegeven? Sociale zekerheid is in Nederland het publieke stelsel dat bedoeld is om inkomen en/of verzorging te garanderen voor natuurlijke personen ten tijde van pensioen, ziekte, arbeidsongeschiktheid, overlijden of werkloosheid. Sociale zekerheid in Nederland bestaat uit sociale verzekeringen (werknemersverzekeringen en volksverzekeringen) en sociale voorzieningen. 2. Wat zijn de werknemersverzekeringen? Werknemers zijn verplicht verzekerd voor tijdelijk inkomen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. Ook zijn zij verzekerd voor verlof bij zwangerschap of adoptie. In Nederland bestaan de volgende werknemersverzekeringen: • Ziektewet (ZW) - de ZW voorziet in een inkomensvoorziening ingeval van arbeidsongeschiktheid door ziekte. Het bereik van de ZW is aanzienlijk verminderd door de loondoorbetalingsverplichting (dat is de arbeidsrechtelijke verplichting van de werkgever om het loon van de werknemer in geval van ziekte door te betalen) • Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) - de WIA voorziet in een inkomensvoorziening ingeval van langdurige arbeidsongeschiktheid • Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) - de WAO is de voorganger van de WIA en blijft van toepassing op werknemers die ten tijde van de invoering van de WIA (29 december 2005) een uitkering uit hoofde van de WAO ontvingen • Werkloosheidswet (WW) - de WW voorziet in een inkomensvoorziening ingeval van onvrijwillige werkloosheid Als een werknemer in het buitenland gaat werken, blijft hij niet altijd verplicht verzekerd voor de sociale verzekeringen. De verplichte werknemersverzekeringen eindigen als een werknemer 65 jaar wordt. Daarna zijn geen sociale verzekeringspremies meer verschuldigd bij voortzetting van een diensverband.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
4
3. Wat zijn de Volksverzekeringen? Een volksverzekering is een verplichte, publiekrechtelijke verzekering voor iedere natuurlijke persoon die legaal ingezetene van Nederland is. Ook een niet-ingezetene van Nederland die ter zake van een in Nederland verrichte arbeidsovereenkomst aan de loonbelasting is onderworpen, is in beginsel verzekerd voor de volksverzekeringen (in Nederland wonen en/of werken). In Nederland kennen we de volgende volksverzekeringen: • Algemene Ouderdomswet (AOW) - basispensioen voor mensen die 65 jaar of ouder zijn en wordt opgebouwd vanaf 15 jaar. Daarnaast kent de AOW een toeslag voor partners jonger dan 65 jaar, die lage eigen inkomsten of helemaal geen inkomsten hebben. • Algemene Nabestaandenwet (Anw) - een financiële ondersteuning van de overheid na het overlijden van een partner of ouders. De Sociale Verzekeringsbank voert de Anw namens de overheid uit. • Algemene Kinderbijslagwet (AKW) - de overheid betaalt mee aan de kosten die horen bij de opvoeding van uw kind: de kinderbijslag. U krijgt kinderbijslag als u in Nederland woont of werkt. De kinderbijslag is voor kinderen tot 18 jaar. De Sociale Verzekeringsbank regelt voor u de kinderbijslag • Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) - dekt zware geneeskundige risico's die niet onder de zorgverzekeringen vallen. Het gaat om medische kosten die door vrijwel niemand op te brengen zijn.
4. Welke sociale voorzieningen zijn er? Onder de sociale voorzieningen vallen de volgende wetten: • Wet Werk en Bijstand (WWB) • Toeslagenwet (TW) • Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering voor Jonggehandicapten (Wajong)-toekenning tot 1 januari 2010 • Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong)-toekenning vanaf 1 januari 2010 • Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ) • Inkomensvoorziening voor Oudere Werklozen (IOW)
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
5
5. Hoe is de verzekering van ziektekosten geregeld? De Ziekenfondswet en de particuliere ziektekostenverzekeringen zijn per 1 januari 2006 vervangen door de, verplichte, Zorgverzekeringswet. 6. Wat hebben de Wet Arbeid en zorg en de andere wetten van de sociale zekerheid met elkaar te maken? In feite vult de Wet Arbeid en zorg (1 december 2001) de andere wetten aan. De wetten hebben alle te maken met "verzuim" van een medewerker. In de Wet Arbeid en zorg worden een aantal verlofvormen gebundeld, zoals zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof, calamiteitenverlof, zorgverlof, adoptieverlof etc. Het nieuwe levensloopverlof is vanaf 1 januari 2006 eveneens opgenomen in de Wet Arbeid en zorg. 7. Wat doet UWV? UWV staat voor Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. UWV is op 1 januari 2002 ontstaan uit een fusie van de uitvoeringsinstellingen Cadans, Gak, GUO, SFB, USZO en het Landelijk Instituut Sociale Verzekeringen (LISV). UWV voert in opdracht van het Ministerie van SZW de wettelijke werknemersverzekeringen uit. Wie in loondienst werkt, is automatisch verzekerd via de werkgever. De premie wordt ingehouden door de werkgever en afgedragen aan de Belastingdienst. Zelfstandigen kunnen zich vrijwillig bij UWV verzekeren. De uitkeringen worden betaald uit de premies die werknemers en werkgevers hebben betaald. UWV verzorgde de volgende uitkeringen: • • • • • • • •
ZW (Ziektewet) WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering) WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) WAJONG (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten -tot 1 januari 2010-/ / Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten -vanaf 1 januari 2010-) WAZ (Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen) WW (Werkloosheidswet) WAZO (Wet Arbeid en Zorg) TW (Toeslagenwet)
UWV valt als een Zelfstandig Bestuursorgaan onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op 1 januari 2009 is de organisatie gefuseerd met het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) onder de concernnaam UWV. Gelijktijdig is binnen UWV een nieuwe divisie ‘UWV WERKbedrijf’ gevormd waarbinnen alle taken zijn samengevoegd op het terrein van arbeidsmarktondersteuning en de re-integratie en begeleiding van werkzoekenden.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
6
8. Wat doet UWV WERKbedrijf? UWV WERKbedrijf is het trefpunt voor werkzoekenden en werkgevers. Zij bieden werkgevers informatie en voorzieningen bij het vinden van gekwalificeerd personeel. Werkzoekenden ondersteunen wij bij het vinden van werk. Totdat zij weer aan het werk zijn, kunnen werkzoekenden bij UWV WERKbedrijf terecht voor het aanvragen van een uitkering (WW, WWB). Voor werkgevers behandelt UWV WERKbedrijf ontslagvergunningen en tewerkstellingsvergunningen. Het UWV WERKbedrijf is actief op drie terreinen: • werk, inkomen en re-integratie • ontslag en arbeidstijdverkorting • tewerkstellingen en regelingen
9. Wat deed het voormalige CWI? Op 1 januari 2009 is het CWI gefuseerd met UWV onder de concernnaam UWV. Het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) was het eerste trefpunt voor werkzoekenden en werkgevers. Werkgevers konden bij CWI terecht voor personeelsbemiddeling en informatie over de arbeidsmarkt. Werkzoekenden konden bij CWI terecht voor het vinden van werk of het aanvragen van een WW- of bijstandsuitkering. Daarnaast verleende CWI ontslagvergunningen en tewerkstellingsvergunningen. Samen met Uitvoering Werknemersverzekering (UWV) en de Gemeentelijke Sociale Dienst vormde CWI de zogenaamde "keten voor werk en inkomen". CWI was de eerste schakel in de keten. Met de komst van UWV WERKbedrijf is de keten feitelijk in elkaar geschoven om vanuit de "éénloket- gedachte" efficienter te opereren. CWI was een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO) met circa 130 vestigingen en werkte in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid 10. Wat dient iemand te ondernemen om voor het Nederlandse stelsel van sociale zekerheid verzekerd te zijn? Voor de werknemersverzekeringen (WIA , ZW en WW) geldt vanaf 2006 dat de werknemer bij de Belastingdienst wordt aangemeld via de aangifte loonheffingen. Om in aanmerking te kunnen komen voor de volksverzekeringen (AOW, ANW, AKW en AWBZ) en de sociale voorzieningen, dient iemand ingeschreven te zijn bij een Nederlandse gemeente. Iemand is verzekerd voor de Zorgverzekeringswet als hij/zij op grond van de AWBZ van rechtswege verzekerd is, of binnen Nederland werkzaam is en onderworpen aan loonbelasting. 11. Wie ziet toe op de rechtmatige en doelmatige verstrekking van de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen? UWV wordt aangestuurd vanuit het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het ministerie heeft een Raad voor Werk en Inkomen (RWI), die toezicht houdt en adviezen geeft aan het ministerie. Verder is de Inspectie voor Werk en Inkomen belast met de controle op de rechtmatigheid.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
7
WAO is voortaan WIA 12. Vervangt de WIA de WAO? Ten onrechte wordt vaak aangegeven dat de WIA de WAO vervangt. Dat is niet correct. Het is een nieuwe wet naast de WAO. De WIA is voor mensen met een 1e ziektedag op of na 1 januari 2004. De WAO is voor mensen met een 1e ziektedag voor 1 januari 2004 13. Wanneer is de WIA in werking getreden? De WIA is in werking getreden op 29 december 2005. 14. Wat zijn de achtergronden van de WIA? Bij de WIA staat 'werken naar vermogen' centraal en niet primair de arbeidsongeschiktheid. Deze wet kan beschouwd worden als het sluitstuk van het nieuwe stelsel rond ziekte (op het werk), arbeidsongeschiktheid en re-integratie. In dat kader zijn eerder de Wet Verbetering Poortwachter (2002) en de Wet Verlenging Loondoorbetalingverplichting bij Ziekte (2004) ingevoerd. Deze laatste twee wetten regelen hoe werkgever en werknemer in de eerste twee jaar van ziekte er alles aan doen om de werknemer weer aan het werk te krijgen. 15. Waaruit bestaat de WIA? De WIA bestaat uit twee onderdelen: de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) en de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). 16. Wat zijn de uitgangspunten van de WIA? • Werkgever en werknemer moeten zich, meer nog dan voorheen, samen inspannen om terugkeer naar werk mogelijk te maken. • De nadruk ligt op wat mensen nog kunnen, niet op wat ze niet meer kunnen. • Hoe arbeidsongeschikt iemand is, hangt af van wat hij of zij door ziekte of gebrek aan inkomen verliest. • Werken, en dus ook weer of meer werken, moet lonend zijn. • Wie niet meer kan werken en geen kans heeft op herstel, krijgt een solide uitkering. • Wie een WAO-uitkering heeft, valt niet onder het nieuwe stelsel.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
8
17. Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen WAO en WIA? • De voorafgaande periode van loondoorbetaling bij ziekte is per 1 januari 2004 verlengd van 52 naar 104 weken. • De WIA maakt onderscheid tussen enerzijds gedeeltelijk arbeidsgeschikt en anderzijds volledig en duurzaam arbeidsongeschikt, terwijl de WAO alleen een onderscheid kende tussen arbeidsongeschiktheidsklassen. • Gedeeltelijk arbeidsgeschikten vallen onder de WGA en worden gestimuleerd zoveel mogelijk te werken als hun ziekte of beperking toelaat. De WGA biedt verschillende re-integratievoorzieningen en kent een financiële prikkel: meer werken is altijd lonend. In de eerste loongerelateerde fase bedraagt de WGA-uitkering 70% (de 1e twee maanden 75%) van het verschil tussen het dagloon (het 'laatstverdiende' loon) en het eventuele inkomen dat met werken wordt verdiend. In de fase daarna is er een loonaanvulling als men meer dan de helft van zijn resterende verdiencapaciteit benut, of een vervolguitkering als men minder dan de helft daarvan benut. Met een loonaanvulling verdient men altijd meer dan met de vervolguitkering die gerelateerd is aan het minimumloon. • Een gedeeltelijk arbeidsgeschikte in de WAO kon ook een WW-uitkering ontvangen; in de WIA zijn deze uitkeringen ge-integreerd in één loongerelateerde WGA-uitkering. De loongerelateerde WGA-uitkering is even hoog als de WAO- en WW-uitkering samen. • Volledig en duurzaam arbeidsongeschikten krijgen een IVA-uitkering. Het element 'duurzaam' kwam niet voor in de WAO. De IVA-uitkering bedraagt maximaal 75% van het dagloon (en kent niet zoals de WAO een verschil in dagloon en vervolgdagloon). Een IVA-uitkering kan ook eerder dan na twee jaar ziekte worden toegekend. • Indien het gezinsinkomen onder het sociale minimum komt, is een toeslag op grond van de TW mogelijk, en hoeft geen beroep meer te worden gedaan op de IOAW. • De ondergrens om in aanmerking te komen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering is verhoogd van 15% arbeidsongeschikt naar 35%. • De re-integratievoorzieningen die voorheen waren opgenomen in de Wet REA, zijn nu opgenomen in de WIA en zijn uitgebreid. De Wet REA is per 29 december 2005 vervallen. • Het claimbeoordelingsproces in de WIA is strakker opgezet en gemonitord en is daardoor van hogere kwaliteit. • De regels die de mate van arbeidsongeschiktheid bepalen en die zijn opgenomen in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten, zijn verscherpt (deze gelden overigens ook voor WAO'ers onder de 45 jaar op 1 juli 2004 (herbeoordeling) en voor de WAO-instroom vanaf oktober 2004).
18. Wat zijn de belangrijkste WIA-uitgangspunten voor de werkgever? De belangrijkste verandering is dat gedeeltelijk arbeidsongeschikten niet meer na een jaar ziekte in de WAO en vervolgens uit zicht verdwijnen, maar grotendeels in dienst blijven. Het verdient aanbeveling om zogenaamde "slapende dienstverbanden" te inventariseren en hiervoor, alsnog ontslag aan te vragen. Wel zal UWV hier kritisch naar kijken.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
9
Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) 19. Wat is de Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA)? Werknemers die na twee jaar ziekte door UWV niet volledig maar wel voor meer dan 35 procent arbeidsongeschikt verklaard worden, vallen in het nieuwe stelsel onder de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Kern van deze regeling is dat het voor beide partijen - werkgever en werknemer - aantrekkelijk is als de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer aan het werk blijft. De gedeeltelijk arbeidsongeschikte krijgt eerst een loongerelateerde uitkering en vervolgens een vervolguitkering of een loonaanvulling. Elke werkgever moet een verzekering afsluiten voor het risico van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Dat kan bij UWV of bij een private verzekeraar. 20. Welke uitkeringsvormen kent de Regeling WGA? • Loongerelateerde uitkering • Vervolguitkering • Loonaanvulling
21. Wat is de loongerelateerde uitkering (WGA)? Een gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer die in de WGA terechtkomt, heeft in eerste instantie recht op een loongerelateerde uitkering. De hoogte van deze uitkering bedraagt - als de werknemer niet werkt - de eerste 2 maanden 75% van het (maximale) dagloon, daarna 70%. Als de arbeidsongeschikte werknemer wel werkt, krijgt hij een uitkering van 75 procent van het verschil tussen het (maximale) dagloon en het met werken verdiende inkomen. Deze 'loongerelateerde' uitkering duurt minimaal drie maanden en maximaal drie jaar en twee maanden (38 maanden). Hoe lang precies, hangt af van het arbeidsverleden (was: leeftijd) van de werknemer op het moment dat de uitkering begint. Om in aanmerking te komen voor deze loongerelateerde uitkering moet men in ieder geval minimaal 26 van de laatste 36 weken voordat men ziek werd, gewerkt hebben (de 'referte-eis'). 22. Wat is de vervolguitkering (WGA)? Na afloop van de loongerelateerde uitkering heeft de gedeeltelijk arbeidsongeschikte recht op een vervolguitkering, als hij minder dan 50 procent van zijn resterende verdiencapaciteit benut. Deze vervolguitkering bedraagt 70 procent van het minimumloon, vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage. T.o.v. de loonaanvulling ontstaat hier een enorm gat, zo te zeggen een WGA-gat. Hierdoor kunnen werknemers ruimschoots onder het sociale minimum terechtkomen. Zij kunnen dan een beroep doen op de Toeslagenwet (aan te vragen bij UWV). 23. Wat is de loonaanvulling (WGA)? Als de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer wel werkt en minimaal 50 procent van zijn resterende verdiencapaciteit benut, heeft hij recht op een loonaanvulling. De hoogte van de loonaanvulling is 70 procent van het verschil tussen het oude loon en het loon bij volledige benutting van de resterende verdiencapaciteit. Op deze manier wordt meer werken aantrekkelijker voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
10
Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) 24. Wat is de Regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA)? De WIA is in plaats van de WAO gekomen. Er stromen geen nieuwe arbeidsongeschikten meer in de WAO in. Arbeidsongeschikten vallen voortaan onder de nieuwe regeling: de Wet Werk en inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA). Alleen volledig arbeidsongeschikten komen nog in aanmerking voor een uitkering die vanuit collectieve middelen is betaald. Zij vallen onder de regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten (IVA). 25. Wat zijn de criteria voor de IVA? De IVA is in eerste instantie bedoeld voor 'volledig en duurzaam' arbeidsongeschikten. Een werknemer voldoet aan deze norm als hij niet meer dan 20 procent van zijn laatstverdiende loon kan verdienen en als met zekerheid gesteld kan worden dat er geen herstel meer mogelijk is. Daarnaast hebben de vakbonden bedongen dat ook volledig arbeidsongeschikten met 'een geringe kans op herstel' een IVA-uitkering krijgen. Met behulp van een uitvoerige checklist kunnen keuringsartsen bepalen wanneer de kans op herstel gering is. 26. Wat is de hoogte van de IVA-uitkering? De IVA-uitkering bedraagt met 75 procent van het laatstverdiende loon. 27. Wat is de duur van de IVA-uitkering? In principe is de duur van de IVA-uitkering onbeperkt (tot de pensioengerechtigde leeftijd). Niet voor niets wordt ook wel gesproken van een zogeheten invaliditeitspensioen. De groep volledig arbeidsongeschikten die nog een geringe kans op herstel heeft, zal gedurende de eerste vijf jaar ieder jaar aan een herkeuring worden onderworpen. Als herstel is opgetreden, komen zij in de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) terecht. Treedt binnen vijf jaar geen herstel op (of is eerder duidelijk dat er geen sprake meer is van herstel), dan valt de arbeidsongeschikte voortaan onder het 'reguliere' IVA-regime. 28. Wat is de hoogte van WGA-uitkering? De hoogte van de WGA uitkering is de eerste 2 maanden 75%, daarna 70% van het in de referteperiode genoten inkomen met maximum van 70% van het SV-loon. 29. Kan de werkgever de arbeidsongeschiktheidsuitkering aanvullen? Ja, veelal is dit in de arbeidsovereenkomst overeengekomen. 30. Is 75% het hoogst mogelijke uitkeringspercentage? Nee, als de arbeidsongeschikte werknemer constante oppassing en verzorging behoeft kan het uitkeringspercentage 85 of zelfs 100% bedragen.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
11
31. Wat is het WIA-maandloon en WIA-dagloon? Met het WIA-maandloon berekent UWV uw uitkering. Voor uw WIA-maandloon gaat UWV uit van uw sociaal verzekeringsloon (SV-loon). Dat is het loon waarover uw (ex-)werkgever premies sociale verzekeringen heeft betaald. Het is dus niet uw brutoloon. U kunt uw SV-loon terugvinden op uw loonstrook. U berekent het WIA-maandloon als volgt: • Deel het SV-jaarloon door 260 (het gemiddeld aantal uitkeringsdagen per jaar). • Vermenigvuldig dit bedrag met 21,75 (het gemiddeld aantal uitkeringsdagen per maand).
Vakantiegeld, eindejaarsuitkering, dertiende maand en ploegentoeslag tellen wél mee voor het WIA-maandloon. Spaarloon, pensioenpremie en onkostenvergoedingen tellen niet mee. Voor het WIA-maandloon geldt een maximum. Verdiende u meer? Dan rekent UWV met het maximum.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
12
De eerste twee jaar van ziekte / arbeidsongeschiktheid 32. Hoeveel loon moet de werkgever bij ziekte doorbetalen? In het najaar van 2004 zijn er tussen het kabinet en de sociale partners afspraken gemaakt over de hoogte van de loondoorbetaling. Uitgangspunt is dat de zieke werknemer gerekend over de twee jaren van verplichte loondoorbetaling in totaal 170 procent ontvangt van zijn jaarsalaris (mág meer). Het is de bedoeling dat de sociale partners in het CAO-overleg onderling nadere afspraken maken over hoe dit bedrag precies over de twee jaren wordt verdeeld. Dit biedt onder meer de mogelijkheid om een langdurig zieke werknemer financieel te prikkelen om te re-integreren, bijvoorbeeld door het loonbedrag in het tweede jaar te verlagen. Maar er kan ook een andere verdeelsleutel worden afgesproken als daar behoefte aan is. 33. Mag een werkgever bij ziekte meer betalen dan 170%? Artikel BW 7:629 geeft aan dat een werkgever gedurende 104 weken minimaal 70% (= 140%) dient te betalen (in de 1e 52 weken mag dit niet lager zijn dan het voor de werknemer gelden minimumloon / minimumjeugdloon). Meer betalen is altijd toegestaan. 34. Moet na twee jaar ziekte altijd een WIA-aanvraag worden ingediend? Een WIA-uitkering hoeft niet per definitie na twee jaar te worden aangevraagd, onder bepaalde omstandigheden is verlenging van de loondoorbetaling mogelijk en wellicht zelfs aantrekkelijk. Volgens de Wet Verbetering Poortwachter kunnen werkgever en werknemer hiervoor samen toestemming vragen aan UWV. Wordt een verlenging van de loondoorbetaling verleend dan behoudt de werknemer recht op doorbetaling van zijn loon. De voordelen: de werkgever houdt zelf de (re-integratie)touwtjes in handen en de werknemer blijft, mogelijk, een hoger loon ontvangen en krijgt nog niet het etiket van een "WIA'er" opgeplakt. Mocht al snel duidelijk zijn dat de verlenging niet het gewenste resultaat oplevert, dan kan de verlengperiode weer worden ingekort. Ook daarvoor moet bij UWV een verzoek worden ingediend. 35. Is er ook een kortere wachttijd dan 104 weken mogelijk? Dit verzoek voor het verkorten van de wachttijd kan ook worden ingediend bij UWV. De wachttijd bedraagt bij verkorting minimaal 13 weken en maximaal 78 weken. Als de betrokkene en de bedrijfsarts van mening zijn dat de betrokkene volledig en duurzaan arbeidsongeschikt is, zonder kans op herstel, kan al na drie maanden (13 weken) de IVAuitkering ingaan. Aangezien UWV 10 weken behandeltijd heeft dient een verzoek tot verkorting uiterlijk in week 68 te worden ingediend.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
13
WIA, tijdens en na het tweede ziektejaar 36. Wat betaalt de werkgever van het salaris tijdens het tweede ziektejaar van zijn werknemer? Op basis van de Wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte (VLZ) bestaat loondoorbetalingsverplichting. Daarnaast bestaat op grond van het Burgerlijk Wetboek een loondoorbetalingverplichting zolang er sprake is van een dienstverband. Deze loondoorbetalingverplichting bestond naast de evt. WAO-uitkering. Als de WAO-uitkering hoger was dan de loondoorbetalingverplichting hoefde de werkgever geen betaling te doen (WAO-uitkering kon worden verrekend met de loondoorbetalingverplichting). Indien de loondoorbetalingverplichting op basis van CAO of arbeidsovereenkomst hoger was dan de WAO-uitkering moest de werkgever het meerdere betalen. Vanaf 1 januari 2004 is de loondoorbetalingverplichting bij ziekte verlengd tot twee jaar. Zodoende is er sindsdien geen sprake meer van samenloop van de WAO-uitkering en loondoorbetalingsverplichting van de werkgever. 37. Hoe lang duurt de verplichte loondoorbetaling? Maximaal 104 weken of tot aan het einde van het dienstverband. Als UWV niet tevreden is over de Poortewachtersactiviteiten van werkgever en werknemer kan de loondoorbetaling met maximaal 52 weken (dus totaal 156 weken) worden verlengd. De periode van 156 weken kan korter worden als u alsnog aan de eisen voldoet. Bijvoorbeeld door een re-integratietraject in te kopen. Heeft u dit gedaan, dan kunt u dat melden aan UWV. 6 weken nadat UWV besluit dat u alsnog genoeg heeft gedaan aan re-integratie, hoeft u geen loon meer door te betalen. 38. Vanaf welk moment mag de werkgever de arbeidsongeschikte werknemer wegens ziekte ontslag verlenen? Vanaf de vijfentwintigste maand van ziekte, na vergunning van UWV WERKbedrijf. Dan geldt wel de voorwaarde: het moet er ernaar uitzien dat de werknemer in de 6 maanden na de ontslagdatum niet beter wordt. 39. Wat is de hoogte van de minimale wettelijke doorbetalingsverplichting? Minimaal dient het voor die werknemer geldende wettelijk minimumloon / minimumjeugdloon te worden doorbetaald. Bij een parttimer is dit naar rato van zijn arbeidsverhouding. Met de invoering van de WIA is de minimumlooneis ten aanzien van het tweede jaar losgelaten. 40. Kan de werknemer die ongeschikt is voor de eigen werkzaamheden worden verplicht andere, passende, werkzaamheden bij de eigen werkgever uit te voeren? Ja. 41. Kan de werknemer die ongeschikt is voor de eigen werkzaamheden worden verplicht andere, passende, werkzaamheden bij een andere werkgever uit te voeren? Ja. Uiteraard dient eerst gezocht te worden naar andere werkzaamheden bij de eigen werkgever.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
14
42. Wat kan de werkgever doen als de werknemer ander passend werk weigert uit te voeren? De werkgever kan de loonbetaling opschorten en in het uiterste geval ontslag aanvragen via de directeur van UWV WERKbedrijf.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
15
Ziek na einde verplichte verzekering 43. Kan een werknemer die ziek wordt na het einde van zijn verplichte verzekering toch recht hebben op een arbeidsongeschiktheidsuitkering? Ja, iedereen die binnen vier weken na het einde van zijn dienstverband ziek wordt, kan bij ziekte een Ziektewet- of arbeidsongeschiktheidsuitkering krijgen. Het dienstverband hoeft dus niet meer een bepaalde periode te hebben geduurd.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
16
Werkgeververplichtingen en sancties 44. Wat moet de werkgever doen wanneer het dienstverband van de zieke werknemer eindigt? Uiterlijk op de laatste dag van het dienstverband dient de werkgever dit te melden aan UWV. Doet de werkgever dit niet dan kan UWV een boete opleggen. 45. Mag de Arbodienstverlener of bedrijfsarts het plan van aanpak voor re-integratie opstellen? De Arbodienstverlener of bedrijfsarts mag hierbij ondersteunen, maar de werkgever blijft verantwoordelijk voor het opstellen van een plan van aanpak. Hij doet dat samen met de werknemer. De afspraken die in het plan van aanpak zijn gemaakt worden door werkgever en werknemer nageleefd en worden ook periodiek geëvalueerd. 46. De werkgever weigert een plan van aanpak op te stellen of uitvoering te geven aan een re-integratieplan. Wat doet UWV WERKbedrijf? De werkgever kan worden verplicht tot loondoorbetaling met maximaal 52 weken. 47. Welke actie onderneemt UWV wanneer het door weigering van de werkgever onmogelijk is geworden de werknemer daar in de toekomst zijn werk te laten hervatten? UWV zal trachten de werknemer bij een andere werkgever te re-integreren. Tevens kan UWV sancties opleggen in de vorm van een loondoorbetalingverplichting (Wet verbetering Poortwachter).
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
17
Keuring en beoordeling arbeidsongeschiktheid 48. Wat behelst het medische gedeelte van een WIA keuring? De verzekeringsarts bekijkt of er sprake is van ziekte of een handicap. Is dit het geval, dan velt de arts een oordeel over de belastbaarheid van de werknemer. Vindt hij dat deze helemaal niet meer kan werken, dan is er sprake van volledige arbeidsongeschiktheid en is het niet nodig de verdere beoordelingsprocedure te doorlopen. Is er echter sprake van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid, dan moet bepaald worden in welke mate de betrokkene arbeidsongeschikt is. 49. Hoe werkt het Arbeidsdeskundig gedeelte van een WIA keuring? De arbeidsdeskundige schat in welke (voorbeeld-)functies de werknemer nog kan verrichten. Bij deze zogeheten 'functieduiding' wordt geen rekening gehouden met beroep, opleiding en ervaring van de werknemer. Ook doet niet ter zake of er op dat moment vacatures zijn, of de werknemer in deel- of voltijd werkte en of hij bepaalde zeer algemene basisvaardigheden bezit. Wel moeten de functies redelijk zijn, werkelijk bestaan en medisch passend zijn. De arbeidsdeskundige moet ten minste drie van deze functies kunnen duiden en van iedere functie moeten minstens drie banen in zijn geautomatiseerd zoeksysteem zijn opgenomen. De arbeidsdeskundige moet uitgaan van de functies waarmee de werknemer ondanks zijn beperkingen nog het meeste kan verdienen. 50. Wie beoordeelt de mate van arbeidsongeschiktheid? De verzekeringsgeneeskundige van UWV verricht de keuring ter vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid. 51. Hoe vindt de keuring naar arbeidsongeschiktheid plaats? Gewoonlijk roept de verzekeringsgeneeskundige de arbeidsongeschikte werknemer op om op het spreekuur te verschijnen. Veelal beperkt de keuring zich tot een gesprek. De bedrijfsarts heeft het medische onderzoek voor zijn/haar rekening genomen. De arts van UWV controleert of de informatie van de bedrijfsarts correct is. 52. Wat doet UWV als de werknemer zonder bericht niet op het spreekuur verschijnt? UWV zal nagaan of zij beschikt over het meest recente adres van de werknemer en de werknemer nogmaals oproepen. Mocht de werknemer wederom niet verschijnen dan zal UWV de werknemer sanctioneren. Dit kan een boete of een korting van de uitkering zijn. 53. Volgt er ook een sanctie als de werknemer niets verweten kan worden? UWV zal onderzoeken of er sprake is van verminderd of onverwijtbaar gedrag. 54. Wat is een voorbeeld van niet-verwijtbaar gedrag van de werknemer? De werknemer is lijdende aan een psychiatrisch ziektebeeld en heeft geen besef van tijd en plaats. 55. Moet de arbeidsongeschikte werknemer zich bij de verzekeringsgeneeskundige legitimeren? Ja, de werknemer dient zich te legitimeren met een geldig paspoort; een rijbewijs is niet afdoende.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
18
56. Dient de werknemer van buitenlandse komaf zich ook met zijn paspoort te legitimeren? De werknemer van buitenlandse afkomst dient zich te legitimeren met zijn, door de Vreemdelingendienst verstrekte verblijfsdocument. 57. Wat doet de verzekeringsgeneeskundige met zijn bevindingen? De verzekeringsgeneeskundige legt zijn bevindingen vast in twee rapportages en veelal in een beperkingenlijst. 58. Waarom dient de verzekeringsgeneeskundige zijn bevindingen in twee rapportages vast te leggen? Een rapportage is een zogenaamd lekenrapport, dit rapport is ten behoeve van de niet-medici binnen UWV. De andere rapportage bevat alles wat onder het medisch geheim valt en zit daarom vaak in een niet voor iedereen toegankelijke map of in een gesloten 'medisch geheim' enveloppe. 59. Waarom legt de verzekeringsgeneeskundige zijn bevindingen vast in een beperkingenlijst? Deze lijst stelt de verzekeringsgeneeskundige op ten behoeve van de arbeidsdeskundige. 60. Wanneer legt de verzekeringsgeneeskundige zijn bevindingen niet vast in een beperkingenlijst? Als de verzekeringsgeneeskundige tot de conclusie komt dat de arbeidsongeschikte werknemer niet beschikt over duurzaam benutbare mogelijkheden tot het verrichten van arbeid.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
19
Bepaling arbeidsongeschiktheidspercentage 61. Wie bepaalt het arbeidsongeschiktheidspercentage? De arbeidsdeskundige van UWV bepaalt het arbeidsongeschiktheidspercentage, ook wel de schatting genoemd. 62. Waar vindt de schatting plaats? Gewoonlijk roept de arbeidsdeskundige de arbeidsongeschikte werknemer op om op het spreekuur te verschijnen, dit kan een combinatiespreekuur zijn. De arbeidsongeschikte werknemer wordt dan op dezelfde dag door de verzekeringsgeneeskundige als ook door de arbeidsdeskundige gezien. 63. Moet de arbeidsongeschikte werknemer zich bij de arbeidsdeskundige legitimeren? Ja, de werknemer dient zich te legitimeren met een geldig paspoort, een rijbewijs is niet afdoende. De werknemer van buitenlandse afkomst dient zich te legitimeren met zijn, door de Vreemdelingendienst verstrekt, geldig verblijfsdocument. 64. Wat beoordeelt de arbeidsdeskundige? De arbeidsdeskundige stelt vast of de arbeidsongeschikte werknemer met zijn beperkingen en mogelijkheden nog in staat is tot het verrichten van algemeen geaccepteerde (gangbare) arbeid. 65. Hoe stelt de arbeidsdeskundige vast welke arbeid nog geschikt is voor de arbeidsongeschikte werknemer? Sinds 1 januari 2002 worden alle WAO/WAZ/Wajong-claimbeoordelingen uitgevoerd met behulp van het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS). Dit is een hulpmiddel voor het bepalen van de resterende verdiencapaciteit, dat wil zeggen: het bedrag dat betrokkene nog zou kunnen verdienen met zijn beperkingen. Het CBBS is de opvolger van het tot dan toe gebruikte Functie Informatie Systeem (FIS); het biedt meer mogelijkheden met name om de psychische mogelijkheden van iemand in kaart te brengen. Bovenstaande geldt eveneens voor de met ingang van 29 december 2005 in werking getreden WIA. 66. Wat wordt verstaan onder "resterende verdiencapaciteit"? Om de resterende verdiencapaciteit te bepalen worden alle voor het vinden van een geschikte baan relevante gegevens in de computer ingevoerd, onder meer: opleiding, belastbaarheid, gegevens van de verzekeringsarts, laatstverdiende salaris, etc. Deze data worden uitgedraaid tegen duizenden nauwkeurig beschreven functies. Uit die vergelijking komt een aantal mogelijk geschikte functies rollen, waarmee betrokkene nog een inkomen kan verwerven. Dat is de zgn. restverdiencapaciteit. NB. Het gaat dus om functies en niet om vacatures, want die zitten niet in het systeem.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
20
67. Met welke criteria wordt rekening gehouden bij het bepalen van de resterende verdiencapaciteit? Het begrip 'resterende verdiencapaciteit' dient aan de volgende drie eisen te voldoen. • Krachten • Bekwaamheden • Verdienmogelijkheden
68. Welke rol spelen 'krachten' bij het bepalen van de resterende verdiencapaciteit? De arbeid waarop de resterende verdiencapaciteit wordt gebaseerd moet in overeenstemming zijn met de krachten van de cliënt. Dit betekent dat de belastingseisen in de arbeid de fysieke en psychische prestatiemogelijkheden van de cliënt niet te boven mogen gaan. 69. Welke rol spelen 'bekwaamheden' bij het bepalen van de resterende verdiencapaciteit? De arbeid waarop de resterende verdiencapaciteit wordt gebaseerd, moet in overeenstemming zijn met de bekwaamheden van de cliënt. De cliënt moet beschikken over de opleiding, ervaring en vaardigheden die de functie vereist.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
21
70. Welke rol spelen 'verdienmogelijkheden' bij het bepalen van de resterende verdiencapaciteit? Met de arbeid waarop de resterende verdiencapaciteit wordt gebaseerd, moet een inkomen kunnen worden verworven. Hiervan is sprake als de arbeid niet alleen geschikt maar ook gangbaar is. De arbeid is gangbaar als er in Nederland aantoonbaar tenminste drie geschikte functies zijn die gemiddeld drie arbeidsplaatsen hebben. In de praktijk zal de keuringsarts de mogelijkheden op de arbeidsmarkt toetsen aan de hand van een zestal rubrieken: • Het persoonlijk functioneren: Hierin worden vragen gesteld over concentreren, verdelen van aandacht, flexibiliteit en geheugen. Mensen die veel pijn hebben, zullen in deze rubriek veel van hun problemen naar voren kunnen brengen. • Het sociaal functioneren: In deze rubriek wordt gevraagd naar het functioneren in het gewone dagelijkse sociale leven. Lezen, schrijven, autorijden, omgaan met gevoelens van anderen zijn daar voorbeelden van. • De werkplek (de fysieke omgevingseisen): Hier wordt gekeken naar de omstandigheden op de werkplek. Kun je tegen hitte, kou? Heb je last van stof of uitlaatgassen? Kun je tegen het werken met beschermende materialen? Dit zijn vragen waar in deze rubriek naar gekeken wordt. • Bewegen (dynamisch handelen): Alle aspecten van het bewegen komen hier aan de orde. Lopen, het gebruik van handen, van armen, van de rug. Ook naar dragen, tillen, sjouwen en verplaatsen wordt gekeken. Verder komen het gebruik van het hoofd en de nek en van de knieën aan de orde. • Statische houdingen: In dit onderdeel worden vragen gesteld over statische houdingen als staan, zitten en het werken met een bepaalde stand van de rug, schouders en nek. • Werktijden: Door middel van deze rubriek wil de verzekeringsarts vaststellen óf en wanneer je niet kunt werken. Er wordt rekening gehouden met zowel psychische als de lichamelijke klachten.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
22
71. Wat houden de strengere criteria in die sinds 2004 gehanteerd worden om het arbeidsongeschikheidspercentage te bepalen? Sinds 1 oktober 2004 worden strengere criteria gehanteerd waaraan een functie moet voldoen om mee te tellen bij de beoordeling van het arbeidsongeschikheidspercentage. De drie belangrijkste veranderingen op een rij: • Per functie hoeven nog maar drie bestaande arbeidsplaatsen in Nederland voor te komen en niet meer tien zoals voorheen. • Ook functies met meer werkuren of andere werktijden dan betrokkenen gewend is, tellen mee. Was men gewend om parttime te werken, dan telden vroeger ook alleen parttime functies mee als functies die men zou kunnen uitoefenen; nu tellen ook fulltime functies. Of functies met andere werktijden dan men gewend was. • Bij het zoeken naar functies wordt er in de nieuwe criteria van uitgegaan dat betrokkene normale vaardigheden heeft die van iedereen mogen worden verwacht en gemakkelijk aan te leren zijn. Bijvoorbeeld: zijn er functies waarvoor men eenvoudig computerwerk moet kunnen doen en kan men nog niet met een pc uit de voeten, dan telt deze functie tóch mee.
72. Waarom hoeven de voorbeeldfuncties niet echt beschikbaar te zijn? Deze functies dienen ter vaststelling van de theoretische resterende verdiencapaciteit. In combinatie met het WIA-maandloon berekent de arbeidsdeskundige hiermee het arbeidsongeschiktheidspercentage.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
23
73. Wat is het WIA-maandloon? Met het WIA-maandloon berekent UWV uw uitkering. Voor uw WIA-maandloon gaat UWV uit van uw sociaal verzekeringsloon (SV-loon). Dat is het loon waarover uw (ex-)werkgever premies sociale verzekeringen heeft betaald. Het is dus niet uw brutoloon. U kunt uw SV-loon terugvinden op uw loonstrook. U berekent het WIA-maandloon als volgt: • Deel het SV-jaarloon door 261 (het gemiddeld aantal uitkeringsdagen per jaar). • Vermenigvuldig dit bedrag met 21,75 (het gemiddeld aantal uitkeringsdagen per maand).
Vakantiegeld, eindejaarsuitkering, dertiende maand en ploegentoeslag tellen wél mee voor het WIA-maandloon. Spaarloon, pensioenpremie en onkostenvergoedingen tellen niet mee. Voor het WIA-maandloon geldt een maximum. Verdiende u meer? Dan rekenen UWV met het maximum. 74. Waarvoor gebruikt UWV het WIA-maandloon? UWV gebruikt het WIA-maandloon om te bepalen hoe arbeidsongeschikt de werknemer is. Zij vergelijken het WIA-maandloon met het loon dat de betrokkene met zijn beperkingen nog wel kan verdienen. Het verschil bepaalt het arbeidsongeschiktheidspercentage. 75. Wordt bij het bepalen van het WIA-maandloon rekening gehouden met een parttimer? Ja, de arbeidsdeskundige gaat uit van de genoten inkomsten in de referteperiode, deze worden geactualiseerd naar de eerste uitkeringsdag. 76. Is het WIA-maandloon gebaseerd op dezelfde gegevens als het dagloon? Ja. Op 1 juli 2008 zijn beide begrippen door wijziging van het schattingsbesluit, gelijk getrokken. Sinds dat moment wordt voor het WIA-maandloo en de resterende verdiencapaciteit niet langer uitgegaan van het brutoloon maar van het SV-loon. 77. Wat is het SV-loon? Het SV-loon of premieloon is het loon dat geldt voor de berekening van de werknemersverzekeringen (WAO, WIA, WW, ZW). Op 1 januari 2005 is het SV-loon op enkele uitzonderingen na gelijkgesteld aan het fiscaal loon (loon voor loonheffing en premies volksverzekeringen). Op 1 januari 2006 is ook het dagloon (loon waarop de uitkering gebaseerd wordt) aan de andere twee loonbegrippen gelijkgesteld. 78. Wat is de WIA-maandloonformule? Dit is de formule waarmee het arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld. WIAmaandloon - (restverdiencapaciteit x 100) / WIA-maandloon = arbeidsongeschiktheid in procenten, het arbeidsongeschiktheidspercentage dus. De arbeidsdeskundige legt zijn bevindingen vast in een rapportage ten behoeve van de beslissing inzake de arbeidsongeschiktheidsuitkering.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
24
79. Wat staat in de rapportage van de arbeidsdeskundige? Buiten de persoonsgegevens van de arbeidsongeschikte werknemer, zijn opleidingen, werkervaring, de geduide CBBS-functies met uurloon, het mediane uurloon, het WIAmaandloon, de resterende verdiencapaciteit, het arbeidsongeschiktheidspercentage en de daaruit volgende arbeidsongeschiktheidsklasse. 80. Wat is het mediane uurloon? Dat is het uurloon behorende bij de middelste van de drie hoogstverlonende CBBS-functies. Dit uurloon wordt in de schatting aangemerkt als theoretische resterende verdiencapaciteit.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
25
Berekening en hoogte arbeidsongeschiktheidsuitkering 81. Wat is de referteperiode? Op basis van het in die periode genoten inkomen wordt het dagloon vastgesteld. 82. Hoe lang duurt de referteperiode in het kader van de WIA? De referteperiode is het jaar dat eindigt op laatste dag van het aangiftetijdvak voorafgaand aan het aangiftetijdvak waarin de arbeidsongeschiktheid / het arbeidsurenverlies is opgetreden. Oftewel het tijdvak van tweeënvijftig weken voorafgaand aan de eerste arbeidsongeschiktheidsdag (vereenvoudigde uitleg). 83. Worden alle in de referteperiode genoten inkomsten meegenomen in de berekening van het dagloon? In principe wel. Alle bijzondere dagloonbesluiten zijn per 1 januari 2006 vervallen en in het kader van de Wet Walvis vervangen door 1 loonbegrip. 84. Heeft spaarloon een dagloonverlagend effect? Ja, meedoen aan een spaarloonregeling betekent dat het brutoloon lager wordt, dus ook het loon waarover de sociale zekerheidspremies worden afgedragen. 85. Heeft premiespaarloon ook een dagloonverlagend effect? Nee, premiespaarloon wordt betaald van het nettoloon en heeft daarom geen invloed op de hoogte van het brutoloon waarover de sociale zekerheidspremies worden afgedragen. Sinds 1 januari 2003 zijn de fiscale voordelen van de premiespaarregeling voor de werkgever vervallen. 86. Waarom heeft spaarloon wel gevolgen voor de uitkering en levensloop niet? Spaarloon is geen Sociaal Verzekeringsloon. Dat betekent dat de werknemer hierover geen SV-premies betaalt. Spaarloon is niet opgenomen in het dagloon en vanaf 1 juli 2008 geldt het ook voor de beoordeling van arbeidsongeschiktheid niet meer als inkomen uit arbeid. Om deze redenen be'nvloedt spaarloon de hoogte van de uitkering. Dat ligt anders bij levensloop. Het deel van het bruto loon dat de werknemer hiervoor spaart, is wél SV-loon (net als de werkgeversbijdrage). Daarover betaalt hij premies. De levensloopbijdrage zit in het dagloon en telt ook als inkomen uit arbeid mee bij de beoordeling van arbeidsongeschiktheid. Hiervoor is gekozen om de SV-rechten van werknemers veilig te stellen. 87. Hebben wijzigingen in het salaris na de eerste ziektedag nog invloed op de dagloonberekening? Ja, het dagloon wordt geactualiseerd naar de stand van zaken op de eerste uitkeringsdag.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
26
88. Dient de werkgever alle salarisgegevens over 52 weken aan UWV toe te zenden? Op 1 januari 2006 de Wet Walvis in werking getreden. Op basis van deze wet vindt er een, automatische, maandelijkse (vierwekelijkse) gegevensuitwisseling plaats tussen de werkgever en de Belastingdienst. De Belastingdienst stuurt deze gegevens door naar UWV. In de meeste gevallen heeft UWV daarmee voldoende informatie. In uitzonderingsgevallen moet de werkgever nog een formulier invullen: Loongegevens WIA-uitkering. 89. Kent het dagloon een minimumhoogte? Nee, het minimum garantiedagloon is afgeschaft met de inwerkingtreding per 1 januari 1987 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid. 90. Kent het dagloon een maximumhoogte? Per 1 januari 2011 bedraagt het maximum dagloon € 188,88. 91. Wijzigt het maximumdagloon regelmatig? De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan de daglonen verhogen. Dit wordt indexeren genoemd. Indexatie van de daglonen kan op 1 januari en 1 juli van enig jaar plaatsvinden. 92. Hoe rekent UWV het dagloon om naar een maandbedrag? Het dagloon wordt vermenigvuldigd met de factor 21,75. 93. Hoe berekent UWV het bruto uitkeringsbedrag per maand? Het bruto uitkeringsbedrag per maand wordt als volgt berekend: het vastgestelde dagloon maal 21,75, min 8% vakantietoeslag maal het uitkeringspercentage. 94. Welke inhoudingen vinden plaats op de arbeidsongeschiktheidsuitkering? De premie Werkloosheidswet, inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, en loonheffing. De loonheffing is inclusief de premies volksverzekeringen zoals de Algemene ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet en de Algemene wet bijzondere ziektekosten. 95. Hoe ziet de hoogte van het arbeidsongeschiktheidsuitkering eruit als er sprake is van een werkgeversbetaling? Het arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt dan inclusief de verschuldigde premies aan de werkgever betaald. 96. Het dagloon ligt onder het peil van het wettelijk minimumloon. Gaat het vervolgdagloon nog verder omlaag? Nee, het vervolgdagloon wordt in deze situatie vastgesteld op de hoogte van het dagloon. 97. Wat te doen als het inkomen beneden het voor de arbeidsongeschikte werknemer geldende sociale minimum inkomen uitkomt? De arbeidsongeschikte werknemer kan dan bij UWV een aanvraag indienen ten behoeve van een toeslag ingevolge de Toeslagenwet.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
27
Herziening uitkering 98. De werknemer hervat volledig zijn eigen functie en wordt binnen vier weken weer ziek. Welk effect heeft dit op de arbeidsongeschiktheidsuitkering? De uitkering is beëindigd per datum volledige werkhervatting en meteen heropend op de datum dat de werknemer weer arbeidsongeschikt is. Dit houdt in dat de WIA/WAO-uitkering herleeft zonder dat een nieuwe aanvraag WIA/WAO dient plaats te vinden. 99. Wat gebeurt er als de werknemer gedurende meer dan vier weken zijn functie volledig hervat? De uitkering wordt beëindigd per datum volledige werkhervatting. Indien de werknemer vervolgens opnieuw arbeidsongeschikt wordt is heropening van de uitkering afhankelijk van de oorzaak van de hernieuwde arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Indien de oorzaak voor hernieuwde arbeidsongeschiktheid te herleiden is naar de oude arbeidsongeschiktheidvaststelling, herleeft de oude uitkering (Wet Amber) en anders ontstaat een nieuw uitkeringsrecht. Deze vaststelling is van belang voor zowel de werkgever in het kader van het Pemba-risico als voor de werknemer (verschil in hoogte van loondervinguitkering en vervolguitkering). Hetzelfde geldt voor de WIA. 100. Wanneer dient de werkgever de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer, die meer arbeidsongeschikt is geworden, te melden bij UWV? Indien de werknemer op basis van dezelfde oorzaak meer arbeidsongeschikt wordt kan vanaf vier weken van arbeidsongeschiktheid de arbeidsongeschiktheidsuitkering worden verhoogd naar het nieuwe hogere percentage. Derhalve dient melding binnen vier weken plaats te vinden.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
28
Subsidie werkgevers 101. Wat maakt het in dienst houden van een arbeidsgehandicapte aantrekkelijk? De voornaamste voordelen van het in dienst houden van een arbeidsgehandicapte is dat voorheen de gedifferentieerde WAO-premie en vanaf 1 januari 2007 de gedifferentieerde WGA premie niet stijgen, diverse subsidies en vergoedingen mogelijk zijn, de werkgever een ervaren en loyale kracht behoudt en het bedrijf zijn aantrekkingskracht op nieuw en bestaand personeel verhoogt door zichtbaar in een langdurige arbeidsrelatie te investeren. De gedifferentieerde WAO-premie is met ingang van 1 januari 2008 geheel verdwenen, maar voor de WGA-premie zal hetzelfde principe opgaan: hoe meer mensen de werkgever aan het werk houdt, des te lager valt de premie uit. 102. Kunt u de kosten voor re-integratie verhalen? Werkgevers en UWV kunnen de kosten om werknemers na bijvoorbeeld een ongeval weer aan het werk te helpen redelijk eenvoudig verhalen op de veroorzaker van het ongeval. Deze vereenvoudiging is het gevolg van een wetswijziging per 13 juni 2008, waardoor de zogenoemde aansprakelijke derde de kosten voor re-integratie moet vergoeden aan de werkgever en/of UWV.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
29
Premie / verzekering / eigenrisicodragen 103. Kan ik mij verzekeren tegen gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van mijn werknemers? U kunt ofwel 'gewoon' bij UWV blijven (= publieke verzekering) ofwel een particuliere verzekering afsluit. In dat laatste geval neemt de verzekeraar het risico over. Het aantal jaren dat de verzekeraars het risico van loondoorbetaling overnemen was maximaal 4 jaar voor het jaar 2006. Sinds 1 januari 2007 is dat maximaal 10 jaar voor alle werknemers die op of na 1 januari 2007 in de WGA komen. Als een werkgever eigenrisicodrager voor de WGA is, is deze verandering misschien aanleiding om te bepalen of dat vanaf 1 januari 2007 wordt gecontinueerd. 104. Wat is de hoogte van de WGA-premies? Omdat verzekeraars - in tegenstelling tot UWV, die volgens het zogenaamde omslagstelsel werkt - de uitkeringen via het zogeheten kapitaaldekkingstelsel moeten betalen, zijn zij onvoordeliger uit. Immers: bij de start van de WGA hebben zij nog geen financiële buffer opgebouwd waaruit de uitkeringen betaald kunnen worden. Hierdoor zijn verzekeraars gedwongen een hogere premie te innen. Dit noemt men ook wel de rentehobbel in de WGA. Om oneerlijke concurrentie te voorkomen, worden de premies die UWV hanteert, in de jaren 2007 tot en met 2012 kunstmatig verhoogd door middel van een opslag op de WGA basispremie. Voor werkgevers die in het publieke bestel blijven, leidt dit niet tot een hogere kostenpost, omdat er een teruggave op de IVA-premie volgt voor deze werkgevers vanaf 1 januari 2007. Met ingang van 1 januari 2007 is eigenrisicodragen in de WGA mogelijk voor alle werkgevers, tezamen met premiedifferentiatie bij UWV in de WGA. De WGA-premie is vanaf 2007 flexibel: hoe meer gedeeltelijk arbeidsongeschikten een werkgever aan het werk houdt des te lager de premie. En andersom natuurlijk, oftewel de opvolger van de Pemba komt terug in de WGA. 105. Wie gaan de premies betalen? De WAO-premies werden alleen door de werkgever betaald; de werknemer betaalde niets. In het nieuwe stelsel is daarin verandering gekomen: werkgever en werknemer kunnen samen de WGA-premies betalen. Werkgevers mogen 50% van de verschuldigde gedifferentieerde WGA-premie verhalen op hun werknemers. Eigenrisicodragers mogen maximaal de helft van de lasten van de WGA verhalen op hun werknemers. De lasten die kunnen worden verhaald zijn de kosten van de WGA-uitkeringen gedeeld door de loonsom. In de meeste gevallen zullen werkgevers over dit verhaal overleg voeren met hun werknemers en hier afspraken over maken, maar zij zijn hiertoe niet verplicht. 106. Wat is het doel van de opvolger van de Pemba, de gedifferentieerde premie in de WGA? Het doel van gedifferentieerde premies is om het aantal werknemers dat instroomt in de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen te beperken door het inbouwen van financiële prikkels voor de werkgever. 107. Waaruit bestaat de premieheffing? De premie bestaat uit een voor iedere werkgever gelijk basisdeel en een gedifferentieerd deel dat is gebaseerd op de AO-instroom van de werkgever.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
30
108. Hoe hoog is de basispremie? UWV stelt in juli van ieder jaar de premies en parameters voor het daaropvolgende kalenderjaar vast. De goedgekeurde premies en parameters worden gepubliceerd in de Staatscourant en op de internetsite van UWV. 109. Wat wordt betaald uit de basispremie? Uit de basispremie worden de WAO-uitkeringen gefinancierd die op dat moment langer dan 4 jaar geleden zijn ingegaan en de IVA- en WGA-uitkeringen (loonaanvulling boven bedrag van de vervolguitkering) die vanaf 29 december 2005 zijn ingegaan. 110. Gaat de basispremie omlaag als gevolg van de lage instroom in de WIA? De basispremie gaat voor het grootste gedeelte op aan de WAO-uitkeringen. Aangezien de groep WAO' ers voor een belangrijk gedeelte bestaat uit 45-plussers (= geen automatische herbeoordeling) met een uitkeringspercentage 80-110%, zal de verlaging van de premie met hele kleine stapjes gaan. 111. Wat wordt betaald uit de gedifferentieerde premie? Vanaf 1 januari 2007 geldt een gedifferenteerde WGA-premie waarmee de WGA-uitkeringen vanaf dan worden betaald. Deze gedifferentieerde WGA-premie geldt niet voor eigen risicodragers. 112. Waarvan is de gedifferentieerde premie afhankelijk? Deze is afhankelijk van het arbeidsongeschiktheidsrisico van het bedrijf. De methodiek voor de berekening van de gedifferentieerde premie is zodanig geformuleerd dat een werkgever ongeveer de volledige WAO/WGA-uitkeringen, inclusief sociale lasten betaalt voor de aan hem toegerekende WAO/WGA-instroom. 113. Maakt het voor de premiehoogte verschil of het om een grote of kleine werkgever gaat? Ja. Kleine werkgevers betalen een premie die is gebaseerd op het gemiddelde risico van de branche. 114. Hoe weet een werkgever of hij als kleine of grote werkgever wordt aangemerkt? Dit wordt jaarlijks door uitvoeringsinstelling UWV vastgesteld en is gekoppeld aan de totale loonsom van de werkgever. Zie overzicht: Actuele bedragen en percentages. 115. Hoe weet ik of de gedifferentieerde premie juist is? Jaarlijks dient u na ontvangst van de premiebeschikking te controleren of de gegevens van de personen die op de specificatie bij de beschikking staan, overeenkomen met de beschikkingen die u van UWV hebt ontvangen op het moment dat de medewerker recht kreeg op een WAOuitkering. Als u geen specificatie hebt ontvangen dient u deze aan te vragen (bij UWV). Bezwaar dient binnen 6 weken na ontvangst van de beschikking te worden aangetekend.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
31
116. De WGA-regeling is gedeeltelijk geprivatiseerd. Wat betekent dit? Dit betekent dat de werkgever ervoor kan kiezen om eigenrisicodrager te worden. Het eigen risico dragen betekent dat de werkgever de betaling van uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering oorspronkelijk gedurende de eerste vijf jaren en sinds invoering van de WVLBZ gedurende vier jaar voor zijn rekening neemt. Een vergelijkbare regeling wordt opgenomen in de WGA. De periode gedurende welke de werkgever de uitkering voor zijn kiezen krijgt is vanaf 1 januari 2007 vastgesteld op 10 jaar. De werkgever kan zich bij een particuliere verzekeraar tegen dit risico verzekeren. 117. Hoe controleer ik de juiste hoogte van de gedifferentieerde premie in de Premiebeschikking? De volgende controlestappen zijn van belang m.b.t. de beschikkingen: • Controleer of u een specificatie op persoonsniveau heeft ontvangen. Zo niet, dan moet u deze aanvragen en bezwaar aantekenen tegen het ontbreken van deze specificatie (om uw bezwaartermijn van 6 weken in stand te houden na ontvangst van deze specificatie) • Controleer of de medewerkers op de specificatie overeenkomen met de uitkeringsbeschikkingen die u heeft ontvangen • Controleer premiebeschikking Pemba (WAO-gerechtigden in dienst op eerste ziektedag en SV-loonsom over de afgelopen 5 jaar) • Beoordeel de juiste hoogte van de toegerekende WAO-lasten / WGA-lasten aan de hand van dagloon en afkeuringpercentage WAO zoals vermeld op de WAO-beschikkingen / WGA-beschikkingen van de werknemer • Controleer de classificatie van de werkgever (oude/nieuwe werkgever, grote/kleine werkgever) • Controleer juiste verwerking verschillen in uitkeringslasten bij te late keuring WAO-gerechtigden / WGA-gerechtigden • Onderzoek voor alle WAO-gerechtigden / WGA-gerechtigden of een derde aansprakelijk kan worden gesteld. Bij aansprakelijkheidstelling van derden wordt de uitkering niet aan u in rekening gebracht via de gedifferentieerde premie.
118. Wat is de minimumhoogte van de gedifferentieerde WGA-premie? In principe is het minimumpercentage 0%. Echter, de parameters van het rekenmodel voor de gedifferentieerde premie worden door het Ministerie van Sociale Zaken en Welzijn zodanig vastgesteld dat deze minimumpremie meestal boven de 0% ligt. 119. Wat is de maximumhoogte van de gedifferentieerde (Pemba) premie? Zie overzicht: Actuele bedragen en percentages. 120. Wat is het ijkpunt van de gedifferentieerde premie? Dit is het gemiddelde werkgeversrisico-percentage.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
32
121. Wat is de Rekenpremie? Dat is het premiepercentage dat door UWV wordt gebruikt om het arbeidsongeschiktheidsrisico-percentage van de werkgever af te zetten tegen het gemiddelde werkgeversrisico-percentage, om zodoende te komen tot de gedifferentieerde premie van één werkgever. 122. Hoe kan ik de premiekosten beperken? Voorzover be'nvloedbaar dient u ervoor te zorgen dat u geen WIA/WAO-instroom heeft. Voor (ex-)medewerkers die de afgelopen jaren de WGA zijn ingestroomd kunt u zelf actief nagaan of er nog mogelijkheden zijn om de medewerkers te re-integreren zodat zij geen recht meer hebben op WAO en de uitkeringen niet meer meetellen voor de berekening van de gedifferentieerde premie. Voor het beoordelen van de kansen op succes is het verstandig om dit in overleg te doen met uw Arbodienstverlener en te overwegen een re-integratiebedrijf in te schakelen. De meeste kosten werden voorheen gesubsidieerd vanuit REA-middelen. De Wet REA is per 29 december 2005 vervallen en opgegaan in de WIA. 123. Kan iedere werkgever eigen risicodrager worden? Sinds 1 januari 2007 kan iedere werkgever kiezen om eigen risicodrager te worden voor een periode van maximaal 10 jaar. Het eigenrisicodragerschap voor de WGA is niet gekoppeld aan het eigenrisicodragerschap voor de WAO. 124. Mag ik als kleine werkgever ook eigen risicodrager zijn in de WGA? Sinds 1 januari 2007 is het ook voor kleine werkgevers mogelijk om de WGA in eigen beheer uit te voeren. 125. Bij wie dient de werkgever het eigenrisicodragerschap aan te vragen? Sinds 1 januari 2006 dient het eigenrisicodragerschap te worden aangevraagd bij de Belastingdienst (voorheen bij UWV). 126. Kan het eigenrisicodragen starten op elke willekeurige datum? Nee, dit kan alleen op 1 januari en op 1 juli van enig jaar. 127. Hoe ver van tevoren dient de werkgever de wens om eigen risicodrager te worden te melden bij de Belastingdienst? De werkgever dient dit uiterlijk dertien weken voor de bewuste datum (1 januari of 1 juli) te melden bij de Belastingdienst. Dus uiterlijk 1 april of 2 oktober. 128. Is het melden van het voornemen tot eigen risico dragen door de werkgever voldoende? Nee, de werkgever dient een zekerheidsstelling van een bank of verzekeraar te overleggen, zodat de Belastingdienst kan zien dat de werkgever de financiële verplichtingen van het eigenrisicodragen kan bekostigen. Er is een modelgarantieverklaring te verkrijgen bij de Belastingdienst. Verder mag de werkgever in de 3 jaar voor de beoogde ingangsdatum niet al eerder eigenrisicodrager voor de WGA zijn geweest.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
33
129. Dienen alle werkgevers een zekerheidsstelling te overleggen? Nee, omdat het zeer onwaarschijnlijk is dat overheidswerkgevers in betalingsonmacht geraken hoeven zij dit niet. 130. Kan het eigenrisicodragen op elke willekeurige datum worden beëindigd? Nee, dit kan alleen op 1 januari en op 1 juli van enig jaar. De werkgever dient dit wederom minimaal dertien weken voor de bewuste datum te melden bij de Belastingdienst (voorheen bij UWV). Een werkgever die het eigenrisicodragen wil beëindigen dient ermee rekening te houden dat hij eigenrisicodrager blijft voor de lopende WGA-uitkeringen van de werknemers. Ook voor werknemers die ziek zijn op het moment van beëindiging en in de toekomst een WGA uitkering ontvangen, komen deze uitkeringen gedurende 10 jaar nog voor rekening van de werkgever. Dit wordt het uitlooprisico genoemd. 131. Moet ik als eigenrisicodrager de WGA-uitkering betalen van een werknemer die ziek uit dienst is gegaan? Als de dienstbetrekking eindigt binnen de wachttijd van 104 weken, dan betaalt UWV de WGA-uitkering; dit komt bijvoorbeeld voor bij tijdelijke contractanten. De werkgever moet dan wel na het ontslag het Ziektewetdossier overdragen aan UWV. Als dat niet of niet goed gebeurt, kunnen daarvoor sancties worden opgelegd. Als de dienstbetrekking pas eindigt na afloop van de wachttijd, dan moet de eigenrisicodrager de WGA-uitkering (blijven) betalen tot 10 jaar na de ingangsdatum van de uitkering. 132. Kan ik probleemloos van verzekeraar wisselen? Als de werkgever een overeenkomst met een andere private verzekeraar afsluit, is de 'oude' verzekeraar in de meeste gevallen verantwoordelijk voor de affinanciering van de WGAuitkeringen van degenen die vóór de ingangsdatum van de nieuwe verzekering recht hadden op een WGA-uitkering én van degenen die vóór laatstbedoelde datum ziek zijn geworden en dus in hun wachttijd voor de WGA zitten. De 'nieuwe' verzekeraar is dan verantwoordelijk voor de financiering van de WGA-uitkeringen van degenen die ziek worden op of na de ingangsdatum van de nieuwe overeenkomst. De periode van affinanciering kan variëren per polis. 133. Wanneer wordt het eigenrisicodragerschap verplicht? Er komt geen volledige privatisering van de WGA (kabinetsstandpunt maart 2011).
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
34
134. Wie zal straks goedkoper zijn: UWV of een private verzekeraar? Werkgevers krijgen in de WIA de keuze of ze zich publiek of privaat willen verzekeren voor het risico van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid (WGA). In de praktijk betekent dit dat de werkgever ofwel 'gewoon' in het publieke bestel bij UWV kan blijven ofwel een particuliere verzekering afsluit. In eerste instantie zullen de kosten niet of nauwelijks uiteenlopen. Even zag het ernaar uit dat private verzekeraars een stuk duurder zouden zijn omdat zij - in tegenstelling tot UWV - de uitkeringen via het zogeheten kapitaaldekkingstelsel moeten betalen. Om voldoende vermogen op te bouwen, zouden verzekeraars de eerste jaren een beduidend hogere premie in rekening moeten brengen. Het kabinet heeft echter besloten UWV-premies met ingang van 2007 kunstmatig te verhogen door middel van een toeslag. Hierdoor zal het prijsverschil tussen UWV en private verzekeraars aanvankelijk te verwaarlozen zijn. Werkgevers die het publieke bestel trouw blijven worden hiervoor niet gestraft, maar gecompenseerd middels een teruggave op de IVA premie. Deskundigen verwachten dat de premies van verzekeraars op termijn lager zullen uitvallen, maar dat is koffiedik kijken. Ook is niet te zeggen wat er met de premie gaat gebeuren als er "schade" ontstaat. Wel kunnen zij in tegenstelling tot UWV schaalvoordelen behalen door een compleet pakket met bijvoorbeeld arbodienstverlening, re-integratiediensten én een collectieve ziektekostenverzekering aan te bieden.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
35
Vrijwillige verzekering WIA 135. Kan een werknemer wiens verplichte verzekering is geëindigd zich vrijwillig verzekeren voor de WIA? Ja. Voorwaarde is dat de aanvraag voor verzekering wordt ingediend binnen 3 maanden na het einde van de verplichte verzekering. 136. Kan de werknemer zich vrijwillig verzekeren bij een tijdelijke onderbreking van de verplichte verzekering, zoals bij onbetaald verlof? De werknemer die geen arbeid verricht wegens het genieten van ononderbroken onbetaald verlof tot een maximum van achttien maanden blijft verplicht verzekerd voor de WIA. Hierbij worden perioden van onbetaald verlof die elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen als ononderbroken onbetaald verlof aangemerkt. 137. Kan de werknemer die als zelfstandige werkzaamheden uitoefent zich vrijwillig verzekeren? Ja. Om misbruik tegen te gaan is de voorwaarde dat de werknemer één jaar voor de dag van aanvang van de vrijwillige verzekering, verzekerd is geweest tegen geldelijke gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid. Deze verzekering moet bestaan hebben bij of krachtens een wettelijke regeling. 138. Kan de werknemer die voor een deel werkzaamheden als zelfstandige uitoefent zich vrijwillig verzekeren? Ja. Om misbruik tegen te gaan is ook voor deze categorie de voorwaarde gesteld dat onmiddellijk voorafgaand aan de aanvang van de vrijwillige verzekering een periode van wettelijke verzekering voorafgegaan moet zijn. In dit geval gedurende drie jaren. 139. Kan een werkloze die een uitkering ontvangt krachtens de WW zich vrijwillig verzekeren indien hij tevens (deels) als zelfstandige werkt? Hiervoor geldt de voorwaarde dat de belanghebbende gedurende de drie jaren voorafgaand aan de dag van aanvang van de vrijwillige verzekering, al dan niet in Nederland, onafgebroken verzekerd was tegen de geldelijke gevolgen van volledig en duurzame arbeidsongeschiktheid of gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid. Die verzekering dient te berusten op een wettelijke regeling, maar hoeft niet een verzekering op grond van die wet te zijn. 140. Kan de arbeidsongeschikte werknemer wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering is verlaagd naar minder dan 45% dan wel is ingetrokken zich vrijwillig verzekeren? Onder WAO was dat wel mogelijk, maar onder de WIA bestaat die mogelijkheid niet meer. 141. Kan degene die gedurende minder dan drie dagen per week werkzaam is in een privé-huishouden zich vrijwillig verzekeren? Ja.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
36
Kosten WGA en Employee benefits 142. Kunnen Employee benefits een rol spelen bij de kosten van de WGA? De afgelopen jaren is het afdekken van gaten als gevolg van de privatisering van de sociale zekerheid een beloningsvorm geworden waarmee organisaties zich kunnen profileren. De grote vraag is: zal deze ontwikkeling zich voortzetten nu de WIA van kracht is? Veel hangt af van de producten die verzekeraars in de markt gaan zetten en waarover vooralsnog weinig concreets bekend is. Toch kan wel een algemeen beeld geschetst worden. Loondoorbetaling Op het gebied van loondoorbetaling bij ziekte is de speelruimte van de werkgever zeer beperkt. In het sociaal akkoord eind 2004 is afgesproken dat werkgevers en werknemers de loondoorbetaling in de eerste twee ziektejaren in totaal niet boven de 170 procent laten uitkomen (maar het mág wel). Nieuwe gaten Eén ding is zeker: het WAO-gat verdwijnt. Volledig arbeidsongeschikten krijgen in principe een levenslange loongerelateerde uitkering. Degenen die met nieuwe gaten te maken krijgen, zijn vooral gedeeltelijk arbeidsongeschikten. Met name als zij niet of niet voldoende werken. In dat geval daalt het inkomen in rap tempo naar of zelfs onder het minimumniveau en is het afdekken van dit financiële risico zeer aantrekkelijk. Neem nou iemand die met veel moeite samen met zijn werkgever een nieuwe functie heeft gevonden, maar 'slechts' 40 procent van zijn resterende verdiencapaciteit benut. Of iemand die minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is verklaard, en gewoon in dienst moet blijven en het inkomensverlies maar moet accepteren. Het is vrijwel zeker dat hier op CAO- of organisatieniveau collectieve regelingen voor zullen worden bedacht. Collectief zorgcontract Een ontwikkeling die zich ook vrijwel zeker zal voortzetten is de groeiende populariteit van grote financiële concerns. Verzekeraars als Achmea, Interpolis of Delta Lloyd beperken zich allang niet meer tot het aanbieden van verzekeringen. Ze beschikken over eigen arbodiensten en re-integratiebedrijven en bieden zogenaamde collectieve zorgcontracten aan. Dit heeft diverse voordelen, zoals minder administratieve rompslomp, wachtlijstbemiddeling, een snellere terugkeer naar werk door re-integratiediensten, en een flexibele en op maat gesneden invulling van de polis. Door de wachtlijstbemiddeling zal de duur van de ziekteperiode terug gebracht kunnen worden. Hierdoor kan de premie van de ziekteverzuimverzekering ook weer omlaag.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
37
Arbeidsongeschiktheid en ontslag 143. Mag ik een arbeidsongeschikte werknemer ontslaan? In principe moet u de eerste 2 jaar van de ziekte het loon van uw werknemer doorbetalen. U mag in die periode uw werknemer niet ontslaan. Dat verandert na 2 jaar. U kunt uw zieke werknemer dan ontslaan. 144. Aan welke voorwaarden moet worden voldaan om een werknemer na 2 jaar te ontslaan? Uw werknemer, UWV en u moeten het eens zijn over de volgende zaken: • Uw werknemer is volledig arbeidsongeschikt voor de overeengekomen werkzaamheden. • Uw werknemer en u hebben er samen alles aan gedaan om uw werknemer weer aan het werk te krijgen. Maar dat is niet gelukt. • Re-integratie van uw werknemer in een aangepaste of andere functie in uw bedrijf is niet mogelijk (ook niet via scholing).
145. Heb ik altijd een ontslagvergunning van UWV WERKbedrijf nodig? Als uw werknemer, UWV en u het eens zijn, is een ontslagvergunning niet nodig. De arbeidsovereenkomst kan met wederzijds goedvinden beëindigd worden. Dit voorkomt een onnodige ontslagprocedure bij UWV WERKbedrijf. 146. Kan ik ook naar de kantonrechter voor ontslag van een zieke / arbeidsongeschikte werknemer? U kunt ervoor kiezen de kantonrechter te vragen om het arbeidscontract te ontbinden. Dat gebeurt meestal in de volgende 3 situaties: 1. Als de ontslagprocedure bij UWV WERKbedrijf niet naar uw tevredenheid is verlopen. 2. Als er is sprake is van ontslagbescherming(bijvoorbeeld tijdens de 1e 2 jaar ziekte). 3. Als er sprake is van ontslag om dringende redenen.
147. Kan een gedeeltelijke arbeidsgehandicapte (minder dan 35%) worden ontslagen? Wie na twee jaar ziekte door UWV tussen de 0 en 35 procent arbeidsongeschikt wordt verklaard, blijft in principe in dienst van de werkgever. Werkgever en werknemer moeten samen aan een oplossing werken. Hierbij kan gedacht worden aan minder werken, een andere functie binnen de eigen organisatie of zelfs een andere functie in een andere organisatie. Hoe dan ook: de verantwoordelijkheid voor het benutten van de arbeidscapaciteit ligt bij de werkgever en de werknemer zelf. Alleen in het uiterste geval kan na twee jaar ziekte ontslag volgen. Hiervoor heeft de werkgever dan toestemming van UWV WERKbedrijf nodig. Als de gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemer daadwerkelijk ontslagen wordt, kan hij in eerste instantie aanspraak maken op een WW-uitkering en vervolgens - als hij langdurig zonder werk zit - op een bijstandsuitkering (WWB).
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
38
Neveninkomsten en/of pensioen werknemer 148. Dient de werknemer UWV te informeren over een pensioenuitkering of neveninkomsten? Ja, hij dient UWV te informeren voor aanvang van de arbeidsongeschiktheid. Veelal zal deze melding plaatsvinden via de werkgever. 149. Moet de werknemer genoegen nemen met neveninkomsten die lager zijn dan de arbeidsongeschiktheidsuitkering waar hij recht op heeft? Nee, de arbeidsongeschiktheidsuitkering vult de neveninkomsten aan tot honderd procent van het ongemaximeerde dagloon, dus van het oorspronkelijke inkomen. 150. Worden neveninkomsten of pensioenuitkeringen die al bestonden voor de arbeidsongeschiktheid ook verrekend met de uitkering? Nee, de arbeidsongeschiktheidsuitkering komt volledig tot uitkering naast de neveninkomsten of het pensioen. 151. Kan iemand met een WAO/WIA-uitkering neveninkomsten opbouwen uit eigen of ander werk? De WIA-uitkering en het arbeidsongeschiktheidspercentage zijn gebaseerd op de restverdiencapaciteit van de uitkeringsgerechtigde. Bij het bepalen van het percentage zal derhalve rekening worden gehouden met de verdiencapaciteit. Indien deze in latere jaren zal toenemen (o.a. door toenemend inkomen uit eigen of ander werk (ongeacht niveau van werkzaamheden) zal de hoogte van de arbeidsongeschiktheidsuitkering omlaag gaan. 152. Wie kan berekenen wat de invloed is van neveninkomsten op een arbeidsongeschiktheidsuitkering? Voor een meer exacte uitwerking van de inkomensconsequenties bij specifieke scenario's is het aan te raden contact op te nemen met gespecialiseerde adviseurs op dit gebied en/of UWV WERKbedrijf. In veel gevallen kan ook een vakbond hier informatie over verstrekken.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
39
Overlijden werknemer 153. Kent de WAO/ WIA een overlijdensuitkering? Ja. 154. Wat is de hoogte en de duur van de overlijdensuitkering? Het bedrag van de WAO/WIA uitkering over de maand na de dag van het overlijden. 155. Wie betaalt de overlijdensuitkering? Als er nog een dienstverband is de werkgever, anders UWV. 156. De niet zieke werkloze overlijdt plotseling. Hebben zijn nabestaanden recht op een overlijdensuitkering? Ja. 157. De voormalig werknemer overlijdt tijdens de nawerkingsperiode van de WAO/WIA uitkering. Bestaat er recht op een overlijdensuitkering? Ja. 158. De zieke werknemer overlijdt in de maand waarin hij de 65-jarige leeftijd zou bereiken. Hebben zijn nabestaanden recht op een overlijdensuitkering? Ja. 159. De overleden werknemer woonde ongehuwd samen. Heeft de achtergebleven partner recht op de overlijdensuitkering. Ja, mits de partner niet een bloedverwant in de eerste graad is. 160. Er is geen echtgenoot of partner. Wie heeft vervolgens recht op de overlijdensuitkering? De minderjarige kinderen, en anders degene die grotendeels door de overledene in zijn onderhoud werd voorzien en met hem in gezinsverband woonde.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
40
Gedetineerden 161. Hebben gedetineerden en ter beschikking van de regering gestelden recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering? Nee, sinds de inwerkingtreding per 1 mei 2000 van de Wet sociale zekerheidsrechten gedetineerden hebben zij geen recht meer op arbeidsongeschiktheidsuitkering. 162. Heeft de gedetineerde na afloop van zijn detentie eventueel nog recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering? Ja, mits hij nog steeds aan alle voorwaarden ten aanzien van arbeidsongeschiktheid voldoet. 163. Raakt betrokkene zijn recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering onmiddellijk kwijt als hij gedetineerd raakt? Nee, de arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt beëindigd één maand na aanvang detentie. 164. Heeft de gedetineerde die met proefverlof mag recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering? Ja. 165. Heeft de gedetineerde die deelneemt aan een penitentiair programma of geplaatst is in een psychiatrisch ziekenhuis recht op arbeidsongeschiktheidsuitkering? Ja.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
41
Bezwaar en beroep 166. Kan de werkgever bezwaar aantekenen tegen een door UWV opgelegde boete? Ja, op basis van de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB). Voor de werkgever gelden vanaf 1 januari 2006 de bepalingen van Algemene wet rijksbelastingen (AWR) 167. Kan de werkgever beroep aantekenen tegen de uitspraak op bezwaar van UWV? Ja, de werkgever dient zich te wenden tot de Sector Bestuursrecht van de arrondissementsrechtbank. Voor de werkgever gelden vanaf 1 januari 2006 de bepalingen van Algemene wet rijksbelastingen (AWR) 168. Kan een bezwaarschrift of beroepsschrift alleen per brief worden ingediend? Sinds het besluit van 27 april 2005 mag een bezwaarschrift niet meer per fax. Bezwaar of beroep per aangetekende brief heeft de voorkeur. Het is niet mogelijk per e-mail bezwaar of beroep aan te tekenen. 169. Moet UWV beslissingen binnen een bepaalde termijn afgeven? UWV beslist binnen dertien weken na ontvangst van het bezwaarschrift, tenzij er bezwaar wordt gemaakt tegen een medische of arbeidskundige beoordeling. Dan beslist UWV binnen zeventien weken na ontvangst van het bezwaarschrift of binnen eenentwintig weken, wanneer UWV advies vraagt aan een deskundige die niet onder haar verantwoordelijkheid werkzaam is. 170. Kan ik UWV verplichten op tijd te reageren? Heeft u op 1 oktober 2009 of daarna een aanvraag of een bezwaar bij UWV ingediend? En heeft UWV geen beslissing genomen binnen de periode die staat aangegeven in de ontvangstbevestiging? En heeft u ook geen brief van UWV gekregen waarin staat dat zij meer tijd nodig hebben? Dan kunt u UWV op basis van de Wet Dwangsom vragen om binnen 2 weken alsnog te beslissen. 171. Wat kan ik doen als UWV na verzoek om binnen 2 weken te beslissen alsnog niet op tijd is? UWV probeert binnen 2 weken na ontvangst van de melding te beslissen. Lukt dat niet? Dan kunt u een vergoeding krijgen. 172. Hoe hoog is de vergoeding van UWV bij niet tijdig beslissen? De hoogte van de vergoeding berekent UWV als volgt: • de eerste 14 dagen € 20 per dag; • de volgende 14 dagen € 30 per dag; • de volgende dagen, tot en met de 42e dag € 40 per dag. De vergoeding loopt maximaal 42 dagen en is nooit hoger dan € 1260. De dag waarop UWV de beslissing op de aanvraag verstuurt, is de laatste dag van de vergoeding. 173. Kan de werkgever bezwaar maken tegen het uitblijven van een beslissing van de uitvoeringsinstelling? Ja, nadat de genoemde termijn is verstreken.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
42
174. Kan de werkgever bezwaar maken tegen een uitspraak in het kader van een second opinion? Nee, indien de werkgever het niet eens is met de uitkomst van de second opinion kan hij overwegen de loondoorbetaling te stoppen. Vervolgens zal er waarschijnlijk een civielrechtelijke procedure plaatsvinden. 175. Wanneer kan een klacht bij de uitvoeringsinstelling worden ingediend? Als het gaat over de bejegening door een medewerker, niet tijdige betaling, en alle andere zaken die niet gaan over de inhoud van een beslissing. 176. Wat kan een werkgever of werknemer doen als klagen bij UW niet helpt? De werkgever of werknemer kan zich dan wenden tot de Nationale Ombudsman.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
43
WAO (ziek vóór 2004) 177. Wat verandert de WIA voor de huidige WAO-uitkeringsgerechtigden? De nieuwe wetten en regels bij arbeidsongeschiktheid gelden alleen voor mensen die vanaf 1 januari 2004 ziek zijn geworden. Als men toen al een WAO-uitkering kreeg, krijgt men niet met de WIA te maken. De oude WAO-bepalingen blijven gelden. Toch kan er wél iets voor u veranderen, afhankelijk van de leeftijd: • Was men op 1 juli 2004 45 jaar of ouder, dan verandert er niets. • Was men op 1 juli 2004 jonger dan 45 jaar, dan kan men door UWV opgeroepen worden voor een herkeuring. • UWV keurt volgens nieuwe, strengere regels. De wetgeving is hiervoor aangepast. • Als men bij de invoering van de WIA al een WAZ- of een WAJONG-uitkering kreeg, valt men ook buiten de WIA.
178. Wat zijn de achtergronden van de WAO? De Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) bestaat sinds 1967. Daarvóór vielen arbeidsongeschikten onder twee regelingen: de Ongevallenwet (uit 1921) en de Invaliditeitswet (uit 1901). Revolutionair aan de WAO was dat een werknemer die langer dan een jaar arbeidsongeschikt was, tot zijn 65e een uitkering kreeg van maximaal 80 procent van het laatstverdiende loon. De oorzaak van de arbeidsongeschiktheid speelde hierbij geen rol. Ook nieuw was dat de WAO uit collectieve middelen werd gefinancierd. De hoogte van de premie kwam daarmee los te staan van het individuele risico. De WAO is per 29-12-2005 niet meer van kracht voor nieuwe arbeidsongeschikten. Lopende rechten worden gerespecteerd. Vanaf 29 december 2005 is de WIA van kracht. Alhoewel er geen nieuwe instroom in de WAO meer komt blijven WAO bepalingen actueel omdat de uitkeringen, (her)keuringen, Pemba etc. gewoon doorlopen voor werknemers die ziek zijn geworden voor 1 januari 2004. 179. Welke aanpassingen zijn er sinds 1967 geweest? Omdat het aantal WAO'ers snel toenam, werd de WAO na 1967 regelmatig gewijzigd. In 1987 bepaalde de regering dat mensen die deels werkloos en deels arbeidsongeschikt waren, geen volledige WAO-uitkering meer konden krijgen. In 1993 werd bepaald dat de hoogte van de uitkering voor WAO'ers voortaan afhankelijk zou zijn van de leeftijd. Hoe jonger in de WAO, des te lager de uitkering. Het WAO-gat was een feit. Een andere verandering was dat bij de keuring niet meer werd gekeken naar beroep of opleiding. Voortaan telde alleen het feit of iemand medisch gezien nog in staat was te werken.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
44
180. Waarom financiële prikkels bij ziekte en arbeidsongeschiktheid? Vanaf medio jaren '90 groeide de WAO-instroom gestaag verder. Steeds meer legde de overheid de financiële prikkels bij werkgever en werknemer. De loondoorbetaling bij ziekte werd verlengd tot een jaar - en later zelfs tot twee jaar -, de Wet Pemba (Premiedifferentiatie en marktwerking bij Arbeidsongeschiktheid) werd ingevoerd en de Wet Verbetering Poortwachter (2002) scherpte de plichten van alle partijen in het eerste ziektejaar nog eens aan. Ook kregen werkgevers de kans het WAO-risico zelf te dragen en eigenrisicodrager te worden. Na twee jaar ziekte moet de werknemer zich bij UWV melden voor de WAOkeuring. De keuring wordt verricht door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige van UWV. Sinds 1 oktober 2004 zijn de keuringscriteria terdege aangescherpt. 181. Wat is de hoogte en de duur van de WAO-uitkering? Een WAO'er ontvangt meestal eerst een loondervingsuitkering en daarna een (vaak beduidend lagere) vervolguitkering. Of en hoe lang iemand in aanmerking komt voor een loondervingsuitkering, hangt af van zijn arbeidsongeschiktheidspercentage en zijn leeftijd. 182. Wat is een loondervingsuitkering? De WAO kent twee soorten uitkering: een loondervingsuitkering en een vervolguitkering. De loondervingsuitkering is gebaseerd op uw vroegere loon. Om een loondervingsuitkering te ontvangen, moest de werknemer minstens 33 jaar zijn. Wie jonger is, kreeg direct de veel minder gunstige vervolguitkering. Verder gold dat hoe ouder de werknemer, des te langer duurt zijn loondervingsuitkering. Dit varieert van een half jaar voor arbeidsongeschikten van 33 tot en met 37 jaar, tot zes jaar bij 58-jarigen. Die laatste groep ontvangt dus een uitkering tot het pensioen. De hoogte van de loondervingsuitkering hangt af van het arbeidsongeschiktheidspercentage en het salaris van de werknemer. Wie volledig (dus 80 procent of meer) arbeidsongeschikt is, ontvangt de maximale uitkering: 75 procent van het loon dat hij gemiddeld per dag verdiende in het jaar voordat hij arbeidsongeschikt raakte (het dagloon). Wie minder arbeidsongeschikt is, krijgt een lager percentage van dit dagloon uitgekeerd: het minimum is 14 procent. Verdiende de werknemer een flink salaris, dan kan hij te maken krijgen met het gegeven dat het dagloon aan een maximum is gebonden. Zie overzicht "Actuele bedragen en percentages". 183. Wat is een vervolguitkering? Na afloop van de loondervingsuitkering ontvangt de arbeidsongeschikte een vervolguitkering. Deze bedraagt maximaal 75% procent van het 'vervolgdagloon'. Dit is het minimumloon plus een aanvulling die afhangt van het WAO-dagloon en de leeftijd. Hierbij geldt: hoe hoger de leeftijd van de werknemer, des te hoger valt zijn uitkering uit. Arbeidsgehandicapte werknemers van 55 jaar en ouder die minder gaan verdienen, kunnen aanspraak maken op een WAO-uitkering op basis van hun eerder verdiende, hogere loon: de zogenoemde dagloongarantie. De uitkering bedraagt echter niet meer dan 90 procent van het dagloon na de loonsverlaging. Deze regeling moest het voor ouderen aantrekkelijker maken om aangepast en lager betaald werk in het eigen bedrijf te aanvaarden.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
45
184. Wat is het WAO-gat? Het verschil tussen de loondervingsuitkering en de vervolguitkering kan vooral bij werknemers met een flink salaris aanzienlijk zijn. Dit noemt men het 'WAO-gat'. Veel werkgevers hebben hun werknemers verzekerd tegen dit inkomensrisico, uit eigen initiatief of omdat de CAO dit voorschrijft. Verzekeren was vooral aantrekkelijk voor veelverdieners en werknemers jonger dan 33 jaar, omdat die de grootste inkomensachteruitgang riskeerden. Voor nieuwe ziektegevallen na 1 januari 2004 is het WAO-gat niet meer aan de orde, omdat deze betrokkenen niet meer in de WAO, maar in de WIA instromen. Hier ontstaat eventueel een zogenaamd WGA-gat bij het onvoldoende benutten van de restverdiencapaciteit. 185. Welke WAO-instroom wordt aan een werkgever toegerekend? Het peilmoment voor toerekening van WAO-instroom aan een werkgever is de eerste dag van ziekte. Indien een dienstverband bestaat op de eerste dag van ziekte wordt de WAO-instroom toegerekend aan de betreffende werkgever, ongeacht of de werknemer bij instroom in de WAO nog een dienstverband heeft. De eerste 48 (voorheen 60) maanden van WAO-recht worden toegerekend aan de werkgever, ongeacht of er een uitkering plaatsvindt in deze periode. 186. Is 75% het hoogst mogelijke uitkeringspercentage? Nee, als de arbeidsongeschikte werknemer constante oppassing en verzorging behoeft kan het uitkeringspercentage 85 of zelfs 100% bedragen.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
46
Berekening en hoogte WAO-uitkering 187. Kent het dagloon een minimumhoogte? Nee, het minimum garantiedagloon is afgeschaft met de inwerkingtreding per 1 januari 1987 van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid. 188. Kent het dagloon een maximumhoogte? De hoogte van de WW, WIA en WAO-uitkering hangt mede af van de hoogte van het laatst verdiende loon en het zogenoemde maximumdagloon. Per 1 juli 2011 bedraagt het maximum dagloon € 190,32.
189. Wijzigt het maximumdagloon regelmatig? De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan de daglonen verhogen. Dit wordt indexeren genoemd. Indexatie van de daglonen kan op 1 januari en 1 juli van enig jaar plaatsvinden. 190. Hoe rekent UWV het dagloon om naar een maandbedrag? Het dagloon wordt vermenigvuldigd met de factor 21,75. 191. Hoe berekent UWV het bruto uitkeringsbedrag per maand? Het bruto uitkeringsbedrag per maand wordt als volgt berekend: het vastgestelde dagloon maal 21,75, min 8% vakantietoeslag maal het uitkeringspercentage. 192. Welke inhoudingen vinden plaats op de arbeidsongeschiktheidsuitkering? De premie Werkloosheidswet, inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, en loonheffing. De loonheffing is inclusief de premies volksverzekeringen zoals de Algemene ouderdomswet, de Algemene nabestaandenwet en de Algemene wet bijzondere ziektekosten. 193. Hoe ziet de hoogte van het arbeidsongeschiktheidsuitkering eruit als er sprake is van een werkgeversbetaling? Het arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt dan inclusief de verschuldigde premies aan de werkgever betaald. 194. Wat is de loondervingsuitkering? Deze uitkering is berekend op basis van het dagloon van het door de werknemer genoten inkomen. De duur van de loondervingsuitkering is afhankelijk van de leeftijd van de werknemer op de eerste WAO-dag.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
47
195. Wat is de duur van de WAO loondervingsuitkering? • • • • • • •
Tot 33 jaar- geen loondervingsuitkering, maar direct in het vervolgdagloon tot 38 jaar - half jaar tot 43 jaar - één jaar tot 48 jaar - anderhalf jaar tot 53 jaar - twee jaar tot 58 jaar - drie jaar jaar en ouder - zes jaar dan wel tot aan het 65-ste jaar.
196. Wat is het vervolgdagloon? Voor elk jaar dat u op de ingangsdatum van uw WAO-uitkering ouder was dan 15 jaar, wordt twee procent van het verschil tussen uw vroegere loon (tot het maximum dagloon) en het minimumloon inclusief acht procent vakantietoeslag opgeteld bij dat minimumloon. Als u bijvoorbeeld op de ingangsdatum 45 jaar was (dus 30 jaar ouder dan 15 jaar) gaat het om (30x2 procent =) zestig procent van dat verschil. Dit bedrag, opgeteld bij het minimumloon, is uw vervolgdagloon en vormt de basis voor de vervolguitkering. 197. Is het vervolgdagloon net zoals het dagloon in veel gevallen van tijdelijke aard? Nee. 198. Heeft spaarloon een dagloonverlagend effect? Ja, meedoen aan een spaarloonregeling betekent dat het brutoloon lager wordt, dus ook het loon waarover de sociale zekerheidspremies worden afgedragen. 199. Heeft premiespaarloon ook een dagloonverlagend effect? Nee, premiespaarloon wordt betaald van het nettoloon en heeft daarom geen invloed op de hoogte van het brutoloon waarover de sociale zekerheidspremies worden afgedragen. Sinds 1 januari 2003 zijn de fiscale voordelen van de premiespaarregeling voor de werkgever vervallen. 200. Wat houdt de aanscherping van de (W)AO-keuring per 1 oktober 2004 in? De aanscherping van de (W)AO-keuring is het gevolg van wijzigingen in het zogenaamde Schattingsbesluit. Dit is een verzameling regels voor de functieduiding, het proces waarbij een arbeidsdeskundige van UWV vaststelt welke functies de werknemer met zijn beperkingen nog zou kunnen verrichten. Hoe meer functies de werknemer nog kan doen, des te kleiner is de kans op een (W)AO-uitkering. Kort gezegd komen de wijzigingen erop neer dat arbeidsgehandicapten sinds 1 oktober 2004 eerder geschikt worden geacht voor bepaalde functies. Zo hoeven er minder banen in de betreffende functie voorhanden te zijn (of er een vacature is, deed sowieso al niet ter zake). Verder mag de arbeidsdeskundige tegenwoordig voor een deeltijder ook een voltijdbaan meetellen en andersom. Alleen nachtwerk is van deze nieuwe bepaling uitgesloten. En tot slot is het ontbreken van bepaalde basisvaardigheden, zoals mondelinge taalbeheersing op een eenvoudig niveau en eenvoudig computergebruik, tegenwoordig geen reden meer om arbeidsongeschikt verklaard te worden.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
48
201. Wat houdt de aanscherping van het Schattingsbesluit vanaf 1 oktober 2004 voor herkeuringen in? Vanaf 1 oktober 2004 worden ook bestaande WAO'ers jonger dan 45 jaar volgens bovenstaande regels aan een herkeuring onderworpen. Voorheen vond deze herkeuring standaard een jaar na toekenning van de WAO/WGA-uitkering plaats en vervolgens één keer per vijf jaar. 202. Wat zijn de bij de WAO-arbeidsongeschiktheidsklassen behorende uitkeringspercentages? • • • • • • • •
Minder dan 15% - 0% uitkering tot 25% - 14% uitkering tot 35% - 21% uitkering tot 45% - 28% uitkering tot 55% - 35% uitkering tot 65% - 42% uitkering tot 80% - 50,75% uitkering tot 100% - 75% uitkering
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
49
Premie / Pemba 203. Hoe weet ik of de gedifferentieerde premie juist is? Jaarlijks dient u na ontvangst van de premiebeschikking te controleren of de gegevens van de uitkeringsgerechtigden (WAO/WGA) die op de specificatie bij de premiebeschikking staan, overeenkomen met de beschikkingen die u van UWV hebt ontvangen op het moment dat de medewerker recht kreeg op een WAO/WGA-uitkering. Als u geen specificatie hebt ontvangen dient u deze aan te vragen (bij UWV). Bezwaar dient binnen 6 weken na ontvangst van de premiebeschikking te worden aangetekend. 204. Hoe controleer ik de juiste hoogte van de gedifferentieerde premie in de Pembabeschikking? De volgende controlestappen zijn van belang m.b.t. de premiebeschikkingen: • Controleer of u een specificatie op persoonsniveau heeft ontvangen. Zo niet, dan moet u deze aanvragen en bezwaar aantekenen tegen het ontbreken van deze specificatie (om uw bezwaartermijn van 6 weken in stand te houden na ontvangst van deze specificatie) • Controleer of de medewerkers op de specificatie overeenkomen met de WAO/WGA-beschikkingen die u heeft ontvangen • Controleer premiebeschikking (WAO/WGA-gerechtigden in dienst op eerste ziektedag en SV-loonsom over de afgelopen 5 jaar -WAO-sinds 29 december 2005 -WGA-) • Beoordeel de juiste hoogte van de toegerekende WAO/WGA lasten aan de hand van dagloon en afkeuringpercentage zoals vermeld op de WAO/WGA-beschikkingen van de werknemer. • Controleer de classificatie van de werkgever (oude/nieuwe werkgever, grote/kleine werkgever) • Controleer juiste verwerking verschillen in uitkeringslasten bij te late keuring WAO/WGA-gerechtigden • Onderzoek voor alle WAO/WGA-gerechtigden of een derde aansprakelijk kan worden gesteld. Bij aansprakelijkheidstelling van derden wordt de WAO/WGA-uitkering niet aan u in rekening gebracht via de gedifferentieerde premie. U dioent hier zelf een verzoek voor in te dienen bij de Belastingdienst.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
50
Actuele bedragen en percentages 205. Wat zijn de premiepercentages 2011? De premiepercentages 2011 zijn: 2010
2011
AOW (werknemerspremie)
17,90
17,90
ANW (werknemerspremie)
1,10
1,10
AWBZ
12,15
12,15
WAO/WIA-basispremie
5,70
5,10
Uniforme WAO-premie
0,07
vervallen
WGA-rekenpremie
0,59
0,62
WW werkgeverspremie
4,20
4,20
WW werknemerspremie
0,00
0,00
ZVW-
7,05
7,75
0,34
0,34
€48.715,65
€49.297,00
€33.189,00
€33.427,00
premiepercentages
(werknemerspremie)
inkomensafhankelijke bijdrage werkgevers
Verplichte werkgeversbijdrage kinderopvang
Max. premieloon werknemersverzekeringen
Max. bijdrageloon ZVW per jaar
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
51
Franchise Awf-premie per jaar
€16704,00
€16.965
206. Hoe hoog is het maximumdagloon in 2011? De hoogte van de WW, WIA en WAO-uitkering hangt mede af van de hoogte van het laatst verdiende loon en het zogenoemde maximumdagloon. Per 1 juli 2011 bedraagt het maximum dagloon € 190,32.
207. Hoe hoog is het maximum premieloon in 2011? Als werkgever betaalt u naast het loon van uw werknemers premies voor werknemersverzekeringen zoals de werkloosheids- en arbeidsongeschiktheidspremies. Voor de werknemersverzekeringen geldt een maximum premieloon van €49.297 euro per jaar. Indien een werknemer meer verdient dan dit maximum loon hoeft u over het meerdere geen premie werknemersverzekeringen af te dragen. 208. Hoe hoog is het uitkeringsdagloon? Het maximum uitkeringsdagloon per 1 juli 2011 is € 190,32.
209. Hoe hoog is de gedifferentieerde premie WGA in 2011? De gefifferentieerde premie WGA wordt per werkgever vastgesteld. In onderstaande tabel staan de bedragen en percentages die gebruikt worden bij de berekening van de premie. 2010
2011
€ 29.200
€ 29.900
€730.000
€747.500
Gemiddeld percentage
0,53%
0,55%
Minimumpremie kleine
0,59%
0,56%
1,59%
1,65%
0,06%
0,07%
2,12%
2,20%
0,36%
0,28%
Rekenpercentage
0,59%
0,62%
Correctiefactor
1,47%
1,96
0,12%
0,09%
Gemiddeld premieplichtig loon
Grens grote/kleine werkgever (25x gemiddeld premieplichtig loon)
werkgever
Maximumpremie kleine werkgever
Minimumpremie grote werkgever Maximumpremie grote werkgever Gemiddeld werkgeversrisicopercentage
werkgeversrisico
Rentehobbel
Correctiefactoren bij onvolledige periode werkgever. Bij een beschikbate periode van:
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
52
2010
2011
1 jaar
5,00
5,00
2 jaar
2,50
2,50
3 jaar
1,66
1,66
4 jaar
1,25
1,25
210. Hoe hoog is het minimumloon in 2011? Wettelijk bruto minimumloon, per 1-7-2011, voor werknemers bij een volledig dienstverband (36,38 of 40 uur per week).
Leeftijd
Per maand
Per week
Per dag
Vanaf 23 jaar
€ 1.435,20
€ 331,20
€ 66,24
22 jaar
€ 1.219,90
€ 281,50
€ 56,30
21 jaar
€ 1.040,50
€ 240,10
€ 48,02
20 jaar
€ 882,65
€ 203.70
€ 40,74
19 jaar
€ 753,50
€ 173,90
€ 34,78
18 jaar
€ 653,00
€ 150,70
€ 30,14
17 jaar
€ 556,90
€ 130,80
€ 26,16
16 jaar
€ 495,15
€ 114,25
€ 22,85
15 jaar
€ 430,55
€ 99,35
€ 19,87
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
53
211. Hoe hoog is de Wajong-uitkering in 2011? De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) biedt jonge gehandicapten en studenten die arbeidsongeschikt zijn een uitkering op minimumniveau. De grondslag op basis waarvan de uitkering wordt berekend is per 1 januari 2011 verhoogd. Ook de grondslagen voor Wajong-gerechtigden beneden de 23 jaar, die worden afgeleid van de minimumjeugdlonen, zijn op die datum verhoogd. Per 1 januari 2011 zijn deze bruto grondslagen (exclusief vakantietoeslag) per dag: vanaf 23 jaar ten hoogste € 65,49 vanaf 22 jaar ten hoogste € 55,67 vanaf 21 jaar ten hoogste € 47,48 vanaf 20 jaar ten hoogste € 40,28 vanaf 19 jaar ten hoogste € 34,38 vanaf 18 jaar ten hoogste € 29,80 Naast de Wajong-uitkering heeft elke Wajong-gerechtigde onder de 23 jaar recht op een tegemoetkoming. Deze compenseert (deels) de inkomensachteruitgang die de invoering van de Zorgverzekeringswet heeft veroorzaakt.
22 jaar
€ 1,74 bruto per maand
21 jaar
€ 4,22
20 jaar
€ 8,57
19 jaar
€ 14,30
18 jaar
€ 14,92
212. Hoeveel kost een deskundigenoordeel bij UWV? Het deskundigenoordeel kost de aanvrager (werkgever of werknemer) € 50,213. Hoe hoog is het Persoonsgebonden Re-integratiebudget (PRB)? Het Persoonsgebonden Re-integratiebudget (PRB), subsidie voor een traject van maximaal één jaar, is € 3.000,214. Hoe hoog is het budget voor de Individuele Re-integratieovereenkomst (IRO)? Het budget voor de Individuele Re-integratieovereenkomst (IRO) is € 5.000,215. Hoe hoog is de vervoerskostenvergoeding van UWV? U krijgt alleen een vervoerskostenvergoeding als uw bruto gezinsinkomen lager is dan: € 32.300,Het gaat hier om het inkomen van uzelf, uw partner en alle personen met wie u de kosten van huisvesting en huishouden deelt, familie of geen familie.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
54
216. Welke maximale vergoedingsbedragen gelden voor vrijwilligerswerk? Maximale vergoeding per maand vrij te ontvangen: € 150,Maximale vergoeding per jaar vrij te ontvangen: € 1.500,-
217. Welke percentages gelden er voor een vrijwillige verzekering bij UWV? Premies vrijwillige verzekeringen 2011 Verzekering
Premie %
WIA
5,72%
WAO
5,10%
WW
2,55%
ZW algemeen
9,70% *
ZW voor alfahulpen
8,32%
*Als u naast deze vrijwillige verzekering ook een vrijwillige WW-verzekering afsluit, krijgt u een korting van 0,55%.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
55
Statische gegevens arbeidsongeschiktheid 218. Hoeveel arbeidsongeschiktheidsuitkeringen werden ultimo 2010 verstrekt? Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen 31 december 2010 (x 1000) 2000
2005
2009
2010
957
899
834
832
Wajong
127
147
192
205
WAO
772
700
525
486
WAZ
58
52
35
30
IVA
20
28
WGA
63
82
Totaal arbeidsongeschi ktheid
Mannen
551
494
446
439
Vrouwen
406
405
388
393
15 tot 25 jaar
31
36
55
63
25 tot 35 jaar
103
74
72
78
35 tot 45 jaar
172
154
126
125
45 tot 55 jaar
291
251
213
211
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
56
55 tot 65 jaar
359
384
363
354
Volledig
698
641
637
641
259
258
196
191
arbeidsongeschi kt
Gedeeltelijk arbeidsongeschi kt
Bron: CBS
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
57
Over de auteur J. M. A. Weerts
Jo Weerts is presentator, docent en trainer bij JWinfotainment Jo Weerts verzorgt cursussen en presentaties over sociale zekerheid (verzuimbeleid, Poortwachter, WIA, Werkloosheidswet, etc.), arbeidsrecht (afspiegelingsbeginsel, Flexwet, Wet arbeid en zorg, Wet aanpassing arbeidsduur, etc.), pensioen en arbodienstverlening in Nederland (variërend van 2 tot 1500 deelnemers). Ook geeft hij trainingen presentatietechnieken, (warme en koude) acquisitie, stand- en beurspresentatie en dagvoorzitterschap, en is hij regelmatig zelf (inhoudelijk) dagvoorzitter. Bij de Hogeschool Arnhem en Nijmegen doceert hij aan de Post Bachelor Registeropleiding Case- en Caremanagement: Wetgeving, verzuimregie en schadelastbeheersing.
Weerts startte zijn loopbaan als voorlichter en docent bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Vervolgens werkte hij als hoofdmedewerker in- en externe betrekkingen bij de voormalige Bedrijfsvereniging voor de Gezondheidzorg (BVG), als voorlichter bij Cadans Uitvoeringsinstelling en als coördinator communicatie van Relan NV in Zoetermeer. Tot 1 april 2006 was hij parttime aan het UWV verbonden als stafvoorlichter. Tevens doceerde hij Sociale Zekerheid, Arbeidsmarktcommunicatie, Arbeidsmarktbeleid, Creatief denken & doen, en Presentatietechnieken aan de INHOLLAND Hogeschool in Rotterdam.
TQL Arbeidsongeschiktheid WAO-WIA
58