Anton Stapelkamp honderd dagen burgemeester van Kapelle 5 juni 2011 1
Inleiding Op 23 september verstuurde ik mijn sollicitatiebrief en op 19 oktober zette ik, onderweg naar de Commissaris van de Koningin, voor het eerst voet op Kapelse bodem. Vanaf die tijd ben ik een ‘Kapelle-watcher’ via onder andere de websites van de PZC en de huis-aanhuisbladen. Zeker na mijn voordracht door de Raad op 7 december volg ik dus de wereld van het Kapelse bestuur intensief en vanaf 25 februari maak ik daar zelf onderdeel van uit. Ondertussen heb ik met vele tientallen zo niet honderden mensen gesproken, evenementen en vergaderingen mee gemaakt en veel bekeken en gelezen. Voor mij betekende het een steeds intensievere kennismaking met een voor mij onbekende wereld. Zeeland in plaats van Zuid-Holland, een gemeente in plaats van een deelgemeente, Kapelle in plaats van Rotterdam Hillegersberg-Schiebroek, een gemeente die de goede lijstjes aanvoert in plaats van een die de foute aanvoert en burgemeester in plaats van dagelijks bestuurder. Geregeld heb ik mij als Alice in Wonderland gevoeld, heen en weer geslingerd tussen verwondering en bewondering. Installatie 25-02-‘11 Zoals min of meer gebruikelijk is in burgemeestersland en in overleg met het presidium zet ik mijn bevindingen op papier. Ik vertrouw ze toe aan het papier in het volle besef dat dit slechts de eerste indrukken zijn van een nieuwkomer, tot voor kort een volledige buitenstaander. Maar van een afstand ziet men andere dingen dan als men ergens bovenop staat. En iemand die voor het eerst op bezoek is in Kapelle ziet andere zaken dan de geboren en getogen Kapellenaar. Zaken waarover de Kapellenaar al lang heen kijkt omdat hij niet beter weet dan dat het zo is of zelfs hoort. Maar andersom loopt de nieuwkomer het risico juist de plaatsen waar het gebeurt over het hoofd te zien. En ook besef ik dat ik weliswaar over 13,5 jaar politiek-bestuurlijke ervaring beschik maar dat mijn kennis, ervaring en opvattingen zeker niet de maat der dingen bepalen. Met wel de kanttekening dat veel van mijn gedachten ook beïnvloed zijn door wat Kapellenaren mij vertelden en lieten zien. Ik geef dus niet alleen eigen meningen door maar ook zaken die ik heb opgevangen en waarvan het nuttig is als die besproken worden Ik wil u dus vragen om met een open blik deze signaleringen en af en toe een indringende vraag te overdenken en er in gezamenlijkheid ons voordeel mee te doen. Het is goed om af en toe onszelf eens kritisch te bekijken. Ik hoop op een open gedachtewisseling met elkaar waarbij we elkaar niet de maat nemen maar waarbij we samen aan de slag gaan om waar mogelijk onze manier van ons functioneren verder te verbeteren. U krijgt immers maar eens in de zo veel jaren de kans om naar zowel het bestuur als de samenleving van Kapelle te kijken door de ogen van een betrokken buitenstaander. Anton Stapelkamp Burgemeester Kapelle
2
Algemene bevindingen Kapelle is een prachtige gemeente om in te leven en te werken en dus ook om burgemeester van te mogen zijn. De installatievergadering was een mooie en warme ervaring. Vanaf de eerste wat onwennige dagen half februari zijn mijn vrouw en ik me steeds meer thuis gaan voelen. Met heel veel mensen, organisaties en instellingen hebben we al kennis gemaakt en we zijn steeds vriendelijk onthaald. Ook de kennismakingstochten met bijna alle raadsleden waren informatief. Het leven is hier ontspannen, mensen hebben tijd voor een praatje en als je een keer vergeet je fiets op slot te doen is de kans dat je hem weer terug vindt op de plek waar je hem achtergelaten hebt bijna 100%. Het landschap met zijn vergezichten en ruimte is bijzonder en zeker met het mooie weer dat we gehad hebben sinds mijn aantreden. We hebben al heel wat rondgefietst op de Bevelanden en ook al met de nodige trots familie en kennissen hier naar toe gelokt en rondgeleid. We voelen ons bevoorrechte mensen; zoals een collega me zei begin december:
Jij bent toch wel een zondagskind, hè, en zo is het. We hebben het hier goed samen.
overal welkom
3
Sociaal kapitaal Misschien wel het belangrijkste wat mij is opgevallen, is het sociaal kapitaal van de gemeente Kapelle. De Kapelse samenleving is een gemeenschap waarin velen zich gekend weten. Erg veel mensen zijn actief in de samenleving, zowel door betaald werk te verrichten als ook door vrijwillige inzet in al dan niet georganiseerd verband. De werkloosheid en het aantal mensen met een uitkering is laag terwijl de vrijwillige inzet hoog is. Voor een toch niet erg grote gemeenschap als Kapelle is het aantal verenigingen en organisaties groot te noemen. De verschillende kerken hebben (nog) een wijdvertakt netwerk in de gemeente en tellen ook mee in de samenleving. Twee fanfares, een muziekvereniging en talloze koren maken duidelijk dat er muziek zit in Kapelle. Talloze sportverenigingen spelen voor velen in hun vrije tijd een grote rol en ook het culturele leven, mede dankzij een zeer actieve cultuurraad, is van een hoger niveau dan je als buitenstaander zou verwachten. De vele dorps- en buurtverenigingen zijn belangrijk voor de sociale cohesie en het is voor mij de vraag, ik weet het echt nog niet, of we die als gemeente voldoende waarderen en benutten. Ook op het gebied van zorg en welzijn is er een grote inzet die mij verbaast en die ik bewonder. Heel bijzonder om te zien hoe rond de Cederhof en de daarbij betrokken organisaties zeker zo’n 200 vrijwilligers actief zijn. Dat is fantastisch, maar we moeten wel beseffen dat dit wel kwetsbaar maakt. Die wereld wordt steeds ingewikkelder en we vragen veel van sommige vrijwilligers als het gaat om kennis en vaardigheden. En er wordt ook veel gevraagd van de aansturing en begeleiding van al die vrijwilligers door de enkele professionals die er werkzaam zijn. Ook dat maakt kwetsbaar. Juist nu de overheid steeds meer terugtreedt op het terrein van zorg, welzijn en cultuur zal ons sociaal kapitaal extra moeten renderen. Terwijl de individualisering en de vergrijzing aan ons kapitaal vreten. De vraag komt dan dus op:
Zijn we zuinig genoeg op het sociaal kapitaal? Investeren we daar ook voldoende in, in aandacht, waardering, faciliteiten en ondersteuning? Goed om eens over na te denken en met elkaar het gesprek aan te gaan.
ondergedompeld in de lokale tradities 4
De Kapelse ambities Wat zijn precies de ambities van de gemeente, waar zou de gemeente over tien of twintig jaar moeten staan? Maar ook voor de korte termijn geldt, wat wil de gemeente eigenlijk? Het coalitieakkoord is feitelijk slechts een opsomming van een aantal beleidsvoornemens maar bevat geen echte visie, geen richting. Het is daardoor ook nauwelijks richtinggevend voor het college en de ambtelijke organisatie, waardoor het college de vrije hand heeft om de koers uit te zetten. Het coalitieakkoord is niet door de raad bekrachtigd, is niet in een collegeprogramma uitgewerkt en er wordt dus ook niet specifiek over de voortgang teruggekoppeld. Misschien wel de grootste wens van het bestuur is om Kapelle zelfstandig te houden. Van alle kanten hoor ik dat dit totaal niet op de bestuurlijke agenda staat, maar de ervaring leert dat die net zo veranderlijk is als het Zeeuwse weer, dus Kapelle moet wel alert zijn. Nog beter is het om proactief te zijn. Waarom precies Kapelle zelfstandig wil blijven staat eigenlijk nergens op papier. Wat zouden de Kapellenaren missen als Kapelle opging in een fusiegemeente De Bevelanden? Goed om eens over na te denken, want het geeft inzicht in waar we voor willen staan.
Bestuurskracht Kapelle staat er sociaal en financieel gezond voor, dus daar zal het niet gauw aan liggen. De belangrijkste reden die bij herindeling wordt genoemd is de bestuurskracht van de gemeente. Bestuurskracht is het vermogen om de taken en verantwoordelijkheden op een voldoende niveau uit te kunnen voeren en te kunnen dragen. De bestuurskracht is behoorlijk, we hebben een goed functionerende ambtelijke organisatie, vooral als het gaat om uitvoering. Maar die bestuurskracht staat onder al jaren onder druk, voor een kleine gemeente als Kapelle is het onmogelijk om zelfstandig al de taken die we hebben voldoende uit te (blijven) voeren. Ook in het kader van het nieuwe Bestuursakkoord komen er weer hele lastige taken op ons af. Als dat waar is dan rest ons maar twee dingen om de gewenste zelfstandigheid te bewaren.
ambities
5
Ten eerste zullen we moeten investeren in onze eigen bestuurlijke organisatie, in ons personeel, de ondersteuners van raad en van college, en zeker ook in de dienstverlening naar onze burgers. Mijn beleving tot nu toe is dat de gemeente daar vrij zuinig in investeert. De kwaliteit en de kwantiteit is zeker voldoende voor het dagelijkse werk maar vooral op strategisch niveau ook niet overdadig aanwezig. Veel medewerkers moeten ook veel verschillende taken uitvoeren en dat maakt kwetsbaar. Kras gezegd: voor de zelfstandigheid is de kwaliteit van het bestuurlijk apparaat belangrijker dan het openhouden van een buitenzwembad of het teruggeven van wat belastinggeld. Dit perspectief moet ook mee gewogen worden bij het indien nodig op orde brengen van de begroting: zelfstandigheid en dus investeren in professionele kwaliteit kost geld. En slechts met een goede organisatie zijn we in staat om volwaardig mee te doen in de samenwerking met andere gemeenten en de provincie. Ten tweede zullen we als we het niet alleen af kunnen moeten investeren in de samenwerking met onze buurgemeenten. Dat doen we al wel, en in toenemende mate maar de samenwerking moet ook echt gedragen worden en tussen de oren zitten. Samenwerken houdt ook in af en toe geven en nemen, dus ook mee doen als je er zelf concreet een keer niet beter van wordt maar de buurman wel. Zelfs al redt Kapelle het wel alleen, als één of twee buurgemeenten door het ijs zakken komt ook Kapelle in de gevarenzone van de herindeling terecht. Ook raadsleden moeten denk ik in hun werk meer rekening houden met die bovengemeentelijke component. De samenwerking met de Bevelandse raden zou daarom verstevigd kunnen worden. We zullen bovendien moeten organiseren dat we het zicht op al die gemeenschappelijke regelingen behouden. Het gaat immers om de uitoefening van onze taken ten behoeve van onze burgers via verlengd bestuur. Het is onze GGD, onze Sabewa, onze Betho, en de Bevelanden, dat zijn wij! De gemeenschappelijke regelingen die we al hebben moeten niet alleen financieel gevolgd worden maar ook beleidsinhoudelijk en vanuit het perspectief van de burger.
de Bevelanden
6
De Kapelse bestuurscultuur De betrokkenheid van raadsleden, bestuurders en ambtenaren bij de eigen gemeenschap is groot. Bij elke raadsvergadering zitten er burgers op de tribune. Vele medewerkers werken al lang bij de gemeente en wonen er ook, zoals blijkt uit de vele medewerkers die thuis tussen de middag een al dan niet warme maaltijd verorberen. Veel mensen uit het bestuur zijn bekend in de gemeenschap, hebben een eigen achterban en hebben ook vele contacten in die gemeenschap. Dat is een groot goed, maar brengt ook het gevaar van belangenverstrengeling met zich mee. Dat gevaar is alleen beheersbaar als er in alle openheid over wordt gesproken binnen het bestuur en als allen zich bewust van het gevaar zijn en dus het zekere voor het onzekere nemen: bij twijfel niet inhalen. Van bestuurders en volksvertegenwoordigers wordt het goede voorbeeld verwacht en wat dat betreft is het ook goed dat het Presidium onlangs besloot om na de zomer een werkvergadering te wijden aan dit thema. Niet alleen bestuur en samenleving lopen flink door elkaar heen. Datzelfde geldt ook voor de interne verhoudingen binnen het gemeentelijk apparaat. Het dualisme is weliswaar formeel wel ingevoerd in 2002 maar zit niet tussen de oren en is ook maar beperkt uitgewerkt in procedures en organisatie. Gevolg is dat de verschillende rollen en onderlinge verhoudingen onduidelijk zijn. De raad is bovendien toch vooral volgend op het college. De bestuurscultuur in Kapelle is verder weinig politiek en zeer informeel. Openlijke conflicten gaat men bij voorkeur uit de weg, terwijl af en toe een stevige woordenwisseling de lucht juist kan klaren. Misschien wel daardoor proef ik onderhuids soms spanning tussen raadsleden, zowel onderling als in de richting van collegeleden, maar het wordt weinig benoemd.
Ik zou ook willen pleiten voor een jaarlijkse raadsdag met daarin een werkbezoek met een relevant thema. Men regelt bovendien liever iets in een gesprek of een mailtje dan iets in de raadsvergadering aan de orde te stellen. Op vragenstellende raadsleden wordt voor mijn gevoel soms wat verkrampt gereageerd, als je er tenminste van uit gaat dat een van de kerntaken van de raad de controle van het bestuur is. Partijen profileren zich weinig en als dat af en toe toch gebeurt wordt daar vrij gespannen op gereageerd. Gevolg is wel dat burgers weinig te weten komen over waar de verschillende partijen zich nu mee bezig houden. Ook de websites van de lokale partijen geven daar weinig informatie over. Sommige zijn al sinds de verkiezingen van maart 2010 nauwelijks meer aangepast! In de gesprekken met de vertrouwenscommissie is mij mee ge-
7
geven dat het dualisme nog wel wat verder ontwikkeld zou moeten worden. Zoals ik al in mijn installatierede al verwoordde: “Meer intern ga ik mij richten op mijn voorzitterschap van de raad en het college. Onderling vertrouwen is daarvoor een basisvoorwaarde, met respect voor ieders rol en bevoegdheden. De raad dient zelfbewust haar rol als volksvertegenwoordiging op te eisen, en als hoofd van de gemeente, als kaderstellend orgaan de koers uit te zetten. En daar horen ook heldere procedures en een volwassen organisatie en ondersteuning van het raadswerk bij. Maar het college dient wel de ruimte te krijgen om in de uitvoering de concrete belangen verder af te wegen en concrete keuzes te maken.” Na honderd dagen begrijp ik die opdracht zekere en ga ik er ook mee aan de slag, maar besef ook dat die alleen succesvol uitgevoerd kan worden als er breed de bereidheid is om te veranderen.
Veranderen leidt immers op de korte termijn altijd tot onzekerheid en dus onrust en op de langere termijn ook tot verschuiving van posities. Daar moeten we ons bewust van zijn maar aan de andere kant ook niet door laten leiden. Veranderen kost ook tijd en doorzettingsvermogen.
Kapelle op de kaart Mensen zijn trots op hun dorp, hun gemeente en hun provincie. Al bij mijn eerste bezoek aan Kapelle viel mij het aantal Zeeuwse vlaggen op en ondertussen heb ik ook gemerkt dat men enthousiast het Zeeuwse volkslied en zelfs een dorpslied – ja dat is Weu mel dinge - mee zingt. Zeker in samenhang en samenwerking met onze Bevelandse buren is er hier heel wat waar we trots op kunnen zijn: ons erfgoed, de fruitteelt, de agrarische verkooppunten, de Franse herdenking, Annie, de Wemeldingse Kunst- en Natuurroute, de Ooster- en Westerschelde, de toeristisch-recreatieve voorzieningen, de dorpsfeesten, optochten en wedstrijden en het ruime aanbod aan bedrijven, scholen, voorzieningen en winkels. Kapelle scoort hoog in alle onderzoeken naar burgertevredenheid en sociale kracht en werd niet voor niets onlangs uitgeroepen tot Gemeente van het Jaar 2011.
We kunnen ons afvragen of we die trots op en tevredenheid met de kwaliteit van leven ook genoeg naar buiten durven uitstralen en weten te benutten; 12.500 tevreden inwoners zouden ook 12.500 ambassadeurs moeten zijn. De Zeeuwse nuchterheid en bescheidenheid (misschien zelfs wel minderwaardigheidsgevoelens?) mogen we best wat van ons afschudden. We zouden vaker dan alleen bij de Annie Dagen hoog van de toren moeten blazen. Wat dat betreft was de belangstelling vanuit Kapelle voor die dagen teleurstellend.
hoog op de toren, hoog van de toren?
8
Kapelle als verzameling van dorp In het openbaar wordt er weinig over gesproken maar ik ben wel een zekere gevoeligheid tegen gekomen over de verhouding tussen de dorpen Schore, Biezelinge, Kapelle en Wemeldinge. Over Eversdijk heb ik weinig of niets gehoord, is blijkbaar te klein daarvoor. Vijf raadsleden wonen in Wemeldinge, één in Schore, twee in Biezelinge – volgens de gemeentegids wonen ze overigens in Kapelle, daar zal wel een reden voor zijn die ik niet weet – en zeven in Kapelle, evenals het voltallige college. In Schore is een Dorpsraad, in Wemeldinge een Stichting Bewonersbelangen Wemeldinge en verder zijn er nog tal van buurtverenigingen. De status van die bewonersorganisaties en de waardering en ondersteuning is mij niet duidelijk, zoals hierboven bij sociaal kapitaal al aangegeven. In 2020 bestaat de fusiegemeente vijftig jaar, een goed moment om de eenheid in verscheidenheid te vieren en te overdenken? met de jonge collega tijdens de aubade in Schore
Samengevat een aantal vragen voor de discussie 1. Investeren we genoeg in ons sociaal kapitaal? 2. Wat zouden we missen als Kapelle niet meer zelfstandig zou zijn? 3. Investeren we genoeg in onze bestuurskracht wat betreft de eigen organisatie? 4. Investeren we genoeg in de samenwerking met de Bevelandse partners? 5. Welke kwetsbare kanten zitten er aan onze bestuurscultuur en zijn Raad en College bereid daaraan te werken? 6. Zijn we in Kapelle te bescheiden en zetten we onszelf wel voldoende op de kaart? 7. Hoe kijken we aan tegen de verhoudingen tussen de gemeente en de verschillende kernen?
9
Wat losse signaleringen en gedachten
De uitreiking van de K.O.’s was een mooie en vrolijke bijeenkomst waarin we tal van vrijwilligers, ook de al eerder gedecoreerden, in het zonnetje zetten. De K.O.-dichtheid was in Kapelle het hoogst van heel Zeeland! De talloze verkooppunten van fruit en groenten langs de weg zijn bij de lokale bevolking wel bekend maar zijn ze dat ook bij de toevallig passerende recreant? En zouden sommige niet wat meer uitstraling mogen hebben? En zou een gemeenschappelijke presentatie niet de verkoop bevorderen? Er zou ter versterking van onze identiteit en het historisch bewustzijn een Canon van de Kapelse geschiedenis moeten komen. In tien (?) vensters wordt duidelijk wat Kapelle tot de huidige gemeente Kapelle heeft gemaakt. Zou een coproductie kunnen zijn van onder andere Gemeentearchief, Cultuurraad, Historisch Museum De Bevelanden, het Fruitteeltmuseum, de Heemkundige Kring en het onderwijs. Er worden tal van evenementen, cultureel, sportief en recreatief, georganiseerd in onze gemeente maar de publiciteit er om heen is erg versnipperd. Een evenementenkalender, al dan niet in de vorm van een digitale nieuwsbrief, zou een mogelijkheid zijn een groter publiek te bereiken. Een coproductie van Cultuurraad, Wegwiezer en gemeente? De uitwisseling met Orry la Ville is mooi, in aanvulling op de Franse herdenking. Maar we moeten wel duidelijker kiezen wat we er mee willen en hoeveel we er in willen stoppen en er uit willen halen. De waarde van een bliksembezoek van vier uur met acht uur reistijd is mijns inziens te beperkt. Misschien kan bij de Franse herdenking en/of de band met Orry la Ville de Isaac Beekman Academie t.z.t. een grotere rol gaan spelen, bijvoorbeeld door de contacten met de Franse school uit Den Haag aan te halen. Jammer dat de aanwezigheid van Nederlands-Marokkaanse mensen zo weinig gewaardeerd wordt. Terwijl ze toch juist oprecht een poging doen om aan te sluiten bij de Nederlandse cultuur en geschiedenis waarin het herdenken van de oorlogsslachtoffers een grote rol speelt. De Amsterdammers zitten er wel maar liefst vijf uur voor in de bus. En tegelijk geven ze zo ook de eigen moeizame koloniale geschiedenis een plek. Er wordt vooral over ze gepraat, maar welke mopperaar praat ook met ze? Ik heb kennis genomen van de irritatie vanuit het verleden vanwege het in onze ogen lompe gedrag en overdreven vlagvertoon, maar denk dat dit vooral aan hun onbekendheid en dus onbeholpenheid te wijten is. Dit jaar verliep het toch allemaal behoorlijk ingetogen en correct. Een deel van de kritiek komt ook voort uit onwetendheid van Kapellenaren. Dat bijvoorbeeld het Marokkaanse volkslied voor het Franse gespeeld wordt is op verzoek van de Franse medeorganisatoren! In een voor Zeeland grote kern als Kapelle-Biezelinge – ergens in de top-10 - kan je geen OVchipknip aanschaffen. Niet erg klantvriendelijk nu de strippenkaart in Zeeland is afgeschaft, en dat nog wel in een gemeente die duurzaamheid als speerpunt heeft benoemd in haar beleid.
10
Rede van Anton Stapelkamp t.g.v. zijn installatie als burgemeester van Kapelle 25 februari 2011 Geachte dames en heren raadsleden van Kapelle, Wat onwennig, een beetje trots maar vooral ook dankbaar sta ik dan eindelijk hier voor het eerst als uw nieuwe burgemeester. Onwennig, voor beiden neem ik aan, want we moeten elkaar nog leren kennen en waarderen, we staan nog maar aan het begin van een periode. Trots, want het is een bijzonder en eervol ambt dat ik nu mag gaan vervullen. Burgervader van een mooie gemeente in een mooie provincie, welke lokale bestuurder droomt daar af en toe niet van? En dankbaar voor het vertrouwen dat u mij heeft gegeven als raad door mij voor te dragen als uw nieuwe burgemeester, maar uiteindelijk natuurlijk ook dank aan Hare Majesteit de Koningin en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties die mij formeel benoemd hebben. Voordat ik verder ga wil ik eerst natuurlijk de sprekers danken voor hun woorden. Mevrouw Evertz verzette veel extra werk door de burgemeestersvacature. Zij was niet alleen lid van de vertrouwenscommissie maar was ook een prima waarnemend voorzitter. Dank voor uw inzet. Mede daarom heb ik haar ook de aftrap gegund voor mijn kennismakingsrondje langs de raadsleden. Afgelopen maandag ontving zij mij in haar Wemeldingse huis en daarna maakten we een rondje door het prachtige dorp. Was goed en aangenaam. Wethouder Herselman, aan iemand met zo’n ruime ervaring in het Kapelse bestuur, 17 jaar al bijna, kan je het burgemeesterschap wel een paar maanden toevertrouwen. En ik hoop ook veel van uw kennis en ervaring te kunnen profiteren de komende tijd. Met hem en met nog een oude rot in het bestuur, wethouder Kosten, kom ik in een gespreid collegebedje terecht. Burgemeester Van Kooten, we hadden al even contact via de digitale snelweg, maar goed om elkaar hier echt de hand te kunnen drukken. Dank voor uw woorden, ik zie uit naar de samenwerking met mijn Zeeuwse collega’s. Het is me de afgelopen maanden al opgevallen dat burgemeesters onder elkaar toch een zekere verbondenheid hebben. Verschillende collega’s hebben me al hun steunen advies aangeboden en dat is prettig. Burgemeester Cremers, maar voor mij gewoon Bert, fijn dat je hier bent, samen met mijn andere ex-collega’s en ook ex-secretarissen van de deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek waarmee ik met ongelooflijk veel plezier gewerkt heb. Daar heb ik toch ook de smaak van het openbaar bestuur te pakken gekregen en mij kunnen ontwikkelen. Er is geregeld kritiek op deelgemeenten, wat mij betreft grotendeels onterecht. Er moet veel kwaliteit zitten tussen die Rotterdamse bestuurders, ik ken er alleen al een stuk of tien die nu mijn collega zijn in dit nieuwe ambt, naast Cremers van Waddinxveen is ook de in Goes geboren Oudshoorn van Uithoorn in de zaal. Mevrouw de Commissaris, u heb ik bewaard als laatste te bedanken spreker, niet uit gebrek aan respect of waardering maar omdat u zo ook als brug naar het vervolg van mijn verhaal kunt dienen. Afgelopen 19 oktober was een bijzondere dag. We hadden een aangenaam kennismakingsgesprek waarin u mij verrijkte met uw kennis van Kapelle en Zeeland en mij waarschuwde toen al voor de alom gevreesde Zeeuwse ziekte. U wuifde mij in uw kobaltblauwe robe zelfs nog uit vanaf uw abdijbalkon. Tegen uw secretaresse zei ik toen al, dat kan niet meer fout gaan, wat wil je als sollicitant nog meer? Dat was wel duidelijk ….. , door naar de vertrouwenscommissie. In de Hoofdrol een zeer bekwame voorzitter Pors die een moderne versie van het aloude spel 1 van de 8 en twintig opvoerde met onder andere ludieke maar selectieve opdrachten voor de kandidaten. Niet een echt eenvoudige taak om uit 28 kandidaten de beste te selecteren. Wat de Zeeuwse Commissaris betreft had het overigens eigenlijk een variant op Boer zoekt vrouw moeten zijn maar men koos voor een eigen format. Het eerste gesprek in een gezellig klein kamertje in een Ulven11
houts partycentrum ging goed. De voorzitter belde mij met de mededeling dat ik door mocht naar de tweede ronde met nog slechts drie kandidaten in de race. Op dit moment leek het er even op of ik de altijd zorgvuldig formulerende voorzitter op een slip of the tonque wist te betrappen. Ik meende hem te horen zeggen, U gaat door maar de nummers twee en drie zaten zo dicht bij elkaar dat we besloten hebben niet twee maar drie kandidaten uit te nodigen. Ik probeerde hem dat te laten bevestigen maar toen was hij weer zo gesloten als een Zeeuwse oester en dus was ik over geleverd aan de twijfel, zei hij dat nu echt, sta ik echt op een of zit ik me zelf dit nu wijs te maken. De middag voor dat tweede gesprek vond ik op de voice mail een boodschap van de voorzitter. Of ik een toespraak wilde voorbereiden om Sinterklaas welkom te heten in Wemeldinge. Even dacht ik nog aan een valstrik, er zijn immers SGPburgervaders die de goedheiligman onmiddellijk aan de kade als paapse charlatan zouden terugsturen naar Spanje, maar die gedachte wist ik van me af te schudden. Commissielid Toorenaar werd opgeofferd om voor Sint door te gaan en ik mocht tegen acht volwassen aan praten. Mijn welkomstwoord sloot ik af door met de fictieve kinderen nog eens Zie ginds komt de stoomboot in te zetten. De vrolijkheid kon niet op toen ik de nep-sint ook nog een winterpeen voor zijn paard gaf. Na nog een uitgebreide assessment in Den Bosch en een zenuwslopende wachttijd werd op 7 december dan uiteindelijk de voordracht bekend gemaakt. Yes! Een enorme opluchting, want het is toch wel een langdurig en bijzonder proces waar je door heen gaat, je hebt geen idee wie je concurrenten zijn, meer dan dat er tien wethouders bij zaten wist ik niet. Ook de commissie bestaat natuurlijk uit heel verschillende mensen, een antwoord dat mevrouw Rijksen van de ChristenUnie welgevallig is kan misschien wel slecht vallen bij de heer Ganseman van Gemeeentebelangen. Voor mij als kandidaat had de procedure zo ook wel wat weg van Wie is de mol? Men zocht een verbinder en een netwerker, maar waarom men mij uiteindelijk gekozen heeft weet ik niet precies. Na twee burgemeesters uit West-Brabant nu opeens een uit Rotterdam. Volgens ons aller lijfblad de PZC kwam na het lezen van mijn brief bij mevrouw Evertz de gedachte boven: Wat moet zo’n man uit de stad nu in Kapelle? Blijkbaar leefde het idee dat de mensen en het leven in een stad als Rotterdam heel anders is. Dat valt mee, denk ik. En na de gesprekken vond mevrouw Evertz ondertussen ook dat ik als stedeling toch prima paste bij Kapelle. Er is veel dat daar voor pleit, Rotterdam-Hillegersberg en Kapelle hebben meer gemeen dan menigeen denkt. Rotterdam is schatplichtig aan de Bevelanden want ze kreeg in 1299 haar eerste stadsrechten van Wolfert van Borselen, een Zeeuwse edelman uit deze regio. Kapelle ontstond rond een middeleeuwse kapel bij het kasteel Maelstede terwijl Hillegersberg ontstond bij een kapel bij een kasteel op de berg. Hillegersberg-Schiebroek is de welvarendste deelgemeente van Rotterdam zoals Kapelle dat van Zeeland is. Kapelle koestert haar identiteit en wil zelfstandig blijven en dat geldt ook voor mijn oude deelgemeente. Ergernis nummer 1 voor de inwoners van Kapelle schijnt hondenpoep te zijn, en dat zelfde geldt voor de inwoners van Hillegersberg-Schiebroek. Na maanden van voorbereiden gaat het dan nu echt beginnen. Als opvolger van burgemeester Kramer. Hem wil ik bedanken voor zijn grote inzet voor ons Kapelle. Hij was een verbinder en een netwerker, altijd en overal was hij aanwezig,. Hij werd op handen gedragen en het zal niet mee vallen hem te evenaren, en dat niet alleen vanwege mijn postuur en extra kilo’s. Maar ik ga een poging doen, ik ga mij nu met hart en ziel inzetten voor Kapelle en de Kapellenaren, voor Zeeland. Dat zal voor u maar zeker ook voor mij wennen zijn, bepaalde onderdelen van mijn portefeuille zijn nieuw voor me en ik moet mijn netwerk hier nog grotendeels opbouwen. Belangrijke thema’s de komende jaren zullen zijn de samenwerking met de Bevelanden met behoud van de eigen identiteit, het inspelen op de bevolkingskrimp in de provincie, de schaalvergroting binnen de politie- en justitieketen en de gevolgen daarvan voor de veiligheid op straat. 12
Thema’s waarvoor een goede samenwerking met alle betrokkenen noodzakelijk is. Niet elkaar vliegen afvangen maar kijken waar we elkaar kunnen versterken of waar we elkaars kwetsbare punten kunnen opvangen. En naar Den Haag zo veel als mogelijk ook met één mond spreken, zelfbewust en met lef, desnoods bluf. Meer intern ga ik mij richten op mijn voorzitterschap van de raad en het college. Onderling vertrouwen is daarvoor een basisvoorwaarde, met respect voor ieders rol en bevoegdheden. De raad dient zelfbewust haar rol als volksvertegenwoordiging op te eisen, en als hoofd van de gemeente, als kaderstellend orgaan de koers uit te zetten. En daar horen ook heldere procedures en een volwassen organisatie en ondersteuning van het raadswerk bij. Maar het college dient wel de ruimte te krijgen om in de uitvoering de concrete belangen verder af te wegen en concrete keuzes te maken. Ondersteund door griffier en secretaris - en bode Jan Moerdijk en secretaresse Ineke Bouwens- , mag ik daarbij de verbindende schakel zijn. De ambtelijke organisatie staat goed bekend, dus ik heb er alle vertrouwen in. Last but for sure not least mag ik naar de burgers van Kapelle het gezicht van de overheid, de gemeenschap, zijn. Betrokken en toegankelijk. Nadrukkelijk zeg ik wel burgers. De overheid is immers geen bedrijf waarvoor de klant koning is maar de gezagsdrager binnen de samenleving, de gemeenschap. De overheid is er om het algemeen belang te dien. De volksvertegenwoordiging en het dagelijks bestuur hebben als taak om namens de burgers alle betrokken belangen te wegen, daarbij de eigen persoonlijke belangen vergetend, integer en integraal. Belangen die vaak heel ongelijksoortig en tegenstrijdig zijn en die ook op verschillende niveaus liggen. Het belang van de omwonende weegt niet per definitie zwaarder dan de belangen van bijvoorbeeld de wijk of de gemeente als geheel. En het algemeen belang vereist geregeld dat er tegen individuele burgers gewoon nee gezegd moet worden, niet leuk maar wel noodzakelijk. Daar moet je eerlijk en open over zijn, niet om heen draaien. Dat betekent overigens niet dat een burger de overheid niet mag aanspreken op de kwaliteit van haar dienstverlening aan de burger. Die moet efficiënt en klantvriendelijk geregeld zijn. Als burgemeester heb je tal van verantwoordelijkheden en rollen die ook kunnen schuren. Niets voor niets moeten er geregeld burgemeesters het veld ruimen, al voelen die zich begrijpelijkerwijs wel eens een erg makkelijke Kop van Jut. Het burgemeesterschap is een veeleisende functie. Ik zal als nieuwkomer in dit ambt dus ook best wel eens fouten maken, spreek me er gerust op aan, op zo’n soms wat eenzame post heb je mensen nodig die af en toe je ook op een vriendelijke manier tegen durven te spreken en in ieder geval op risico’s en bezwaren wijzen. Iemands sterke punten zijn meestal ook diens valkuilen. Ik kan me wel eens verliezen in mijn gedrevenheid en enthousiasme en een groot relativeringsvermogen kan verworden tot laconiek zijn. En volgens onder andere mijn voormalige fractievoorzitter in de PZC kan ik wel eens breedsprakig zijn. Hoe komt ze erbij, denk je dan? Maar gelukkig, mevrouw Rijksen reageerde daarop met "Liever dat dan een burgemeester die niets zegt. Bovendien: onze huidige burgemeester kan er ook wat van!" Mijn eerste openbare woorden hier in deze zaal waren een bede, Zo waarlijk helpe mij God almachtig. Ik kan het niet alleen af, ik weet mij afhankelijk. We weten ons gelukkig gesteund door velen, ook u hier aanwezig vandaag, verschillende zelfs op eigen initiatief zonder formele uitnodiging, en dat doet ons goed. Onze komst naar Kapelle is een groot avontuur, we zullen hier een nieuw leven op moeten bouwen zonder onze kinderen en in een nog onbekende omgeving. Ik wil daarom ook in het bijzonder Cecile, de vrouw van mijn leven en mijn dromen, bedanken; voor haar is het een grote stap om alles achter te laten terwijl het nog onduidelijk is wat daar tegenoverstaat. Een hele uitdaging dus, maar wel een die mijn vrouw Cecile en ik met vertrouwen aangaan. 19 oktober was een bijzondere dag, ik zei het u al. Terug van de Commissaris reisden we per sneltrein naar Rotterdam. Precies toen de trein Kapelle passeerde zagen we allebei opeens een complete regenboog boven de dorpskern. Een knipoog van Boven, wat wil je nog meer? 13