Anesthesie Pré Operatieve (POS)
Screening
Binnenkort ondergaat u een operatieve ingreep. Daarvoor is een vorm van anesthesie (verdoving) nodig. In deze folder vertellen we u over de gang van zaken voor, tijdens en na de anesthesie. We beschrijven ook de verschillende vormen van anesthesie.
Wat is anesthesie? Anesthesie betekent gevoelloosheid. Door anesthesie toe te passen voelt u niets bij de operatie. De anesthesioloog is een arts die gespecialiseerd is in het toedienen van anesthesie. Tijdens de operatie is hij verantwoordelijk voor het goed en veilig verlopen van de anesthesie. De anesthesioloog wordt bijgestaan door een anesthesiemedewerker. Samen zorgen zij voor u gedurende de operatie. Met behulp van apparatuur worden o.a. uw bloeddruk, hartslag en ademhaling bewaakt. Daarnaast kan het nodig zijn om medicijnen, vocht of bloedproducten toe te dienen tijdens de operatie.
Polikliniek Pre-Operatieve Screening Nadat u met uw behandelend arts had besproken dat u een operatieve ingreep zult ondergaan, heeft u zich aangemeld bij bureau opname. Hier bent u doorgestuurd naar de polikliniek pre-operatieve screening (POS-poli) om een afspraak te maken voor pre-operatief onderzoek. Indien u al eerder, binnen 3 maanden, pre-operatief gescreend werd op de POSpoli, gelieve dit dan daar te melden. Via bureau opname heeft u een vragenlijst gekregen. Deze dient u ingevuld en ondertekend af te geven aan de secretaresse van de POS-poli. Wanneer u uw afspraak heeft op de POS-poli krijgt u een gesprek met een intakeverpleegkundige (dit gaat over uw opname) en met een anesthesiemedewerker. Na beide gesprekken meldt u zich weer bij de secretaresse. 1
U dient er rekening mee te houden, dat uw verblijf op de POSpoli ongeveer 1 uur kan duren.
Wat neemt u mee naar de POS
Een actueel overzicht van de medicijnen die u gebruikt. Indien van toepassing: kaartje van uw pacemaker of ICD. Indien van toepassing: gegevens van uw specialist in een ander ziekenhuis.
De anesthesiemedewerker bepaalt aan de hand van de door u ingevulde vragenlijst welke onderzoeken moeten gebeuren. Er wordt eventueel bloed geprikt en/of een ECG (hartfilm) gemaakt. Zo nodig wordt nog een aanvullende afspraak gemaakt bij een andere specialist zoals een internist, een cardioloog en/of een longarts. Indien nodig, wordt er ook nog een afspraak gepland met de anesthesioloog (dit kan een andere anesthesioloog zijn dan diegene die u tijdens de operatie begeleidt). De anesthesioloog is ook degene die al uw gegevens en uitslagen beoordeeld. Indien akkoord, kunt u worden ingepland voor de operatie. Uw behandelend arts en bureau opname worden hiervan op de hoogte gebracht. Indien de anesthesioloog niet akkoord is, wordt u door de secretaresse van de POS-poli benaderd voor verdere afspraken. De anesthesiemedewerker bespreekt ook met u of u slaapmedicatie wilt hebben voor de operatie, medicatie tegen misselijkheid na narcose, en of u uw eigen medicatie wel of niet door mag gebruiken. Het is daarom belangrijk dat u weet welke medicijnen u gebruikt. De vorm van anesthesie die voor u het meest geschikt is, hangt af van de soort operatie, uw leeftijd, algemene gezondheidstoestand en persoonlijke voorkeur. Ook dit wordt met u besproken. Wij zorgen ervoor dat alle benodigde gegevens voor de anesthesie op de operatiekamer aanwezig zijn. 2
De voorbereiding Om de anesthesie zo goed en veilig mogelijk te laten verlopen is een goede voorbereiding erg belangrijk.
Medicatie controle vóór opname Een tot twee dagen voor opname wordt u door de intakeverpleegkundige thuis gebeld om de huidige medicatie te controleren. Wilt u daarom voor die tijd voor uzelf een duidelijk overzicht maken van uw medicijnen. Wij willen van u weten: naam van het medicijn de dosering (hoeveel mg, ml, mcgr) tijdstip van inname. Als een en ander problemen geeft, kunt u advies vragen bij uw apotheek of huisarts. Wilt u bij opname de medicijnen in de originele verpakking meebrengen? Bij eventuele problemen kunt u te allen tijde contact opnemen met de polikliniek Pre-Operatieve Screening.
Voor de operatie Het is belangrijk dat u voor de operatie goed uitgeslapen bent. Op de dag van de operatie moet u nuchter zijn, u mag dan vanaf 24 uur niet meer eten, drinken of roken. Soms mag u tot uiterlijk 7 uur ’s ochtends nog een licht ontbijt gebruiken (kopje thee en een beschuit), dit wordt dan aan u doorgegeven. Echter na 7 uur ’s ochtends mag u niet meer eten, drinken of roken. Dit alles voor uw eigen veiligheid en om te voorkomen dat u tijdens of direct na de operatie misselijk wordt of moet overgeven. Bij sommige medicijnen is het belangrijk dat u die op de dag van operatie wel inneemt, dit wordt met u besproken op de POS-poli. Deze mag u dan met een klein slokje water innemen. 3
Vrouwen die de anticonceptiepil slikken, raden wij aan om deze te blijven gebruiken. Echter, na elke ingreep (ongeacht welke anesthesie u gekregen heeft), kan gedurende de rest van de cyclus, niet meer gerekend worden op volledige bescherming tegen zwangerschap. Voor de operatie zal de verpleging nog enkele handelingen verrichten zoals scheren van het operatiegebied en eventueel een darmvoorbereiding waarvoor u laxeermiddelen krijgt toegediend.
Voordat u naar de operatiekamer gaat U wordt verzocht sieraden, piercings, nagellak, make-up, bril, contactlenzen en kunstgebit te verwijderen. Een gehoorapparaat hoeft niet verwijderd te worden, behalve als u aan uw oren of ogen geopereerd wordt, dan moet het gehoorapparaat aan de te opereren kant uit. Van de verpleging krijgt u, indien afgesproken, medicatie om u voor te bereiden op de anesthesie, hiervan kunt u slaperig worden. U krijgt speciale operatiekleding aan. Allemaal dingen die bedoeld zijn om de operatie zo goed mogelijk te laten verlopen.
De operatieafdeling Met uw eigen bed wordt u door de verpleegkundige naar de operatieafdeling gebracht. Daar mag u plaatsnemen op de operatietafel. In een voorbereidingskamer krijgt u een infuus ingebracht, stickers voor de hartbewaking opgeplakt en een bloeddrukband om. Tevens krijgt u hier, indien afgesproken, de plaatselijke verdoving. Op de operatiekamer wordt u aangesloten op de bewakingsapparatuur. Dankzij de bewakingsapparatuur kan precies worden vastgesteld hoe uw lichaam op de anesthesie en de operatie reageert.
4
Vormen van anesthesie Er zijn verschillende vormen van anesthesie. Het is belangrijk onderscheid te maken tussen de algehele anesthesie (narcose) en de regionale anesthesie (plaatselijke verdoving).
Algehele anesthesie Bij operaties onder algehele anesthesie worden de anesthesiemiddelen via het infuus ingespoten. Deze middelen werken zeer snel. U wordt volledig verdoofd en valt tijdelijk in een diepe slaap (narcose). Tijdens de algehele anesthesie zorgen de anesthesioloog en de anesthesiemedewerker voor de controle van ademhaling, hartslag en bloedsomloop. Wanneer het nodig is, worden bepaalde lichaamsfuncties tijdelijk overgenomen. Zo komt het regelmatig voor dat de ademhaling overgenomen wordt, hiervoor krijgt u een buisje in uw luchtpijp ingebracht. Bij het inbrengen van dit buisje bestaat er een kans dat uw gebit wordt aangeraakt. Daarom is het belangrijk, dat u gebitsproblemen (slechte conditie, losse tanden) voordien meldt. Is een algehele anesthesie veilig? Door het beschikbaar zijn van moderne geneesmiddelen en bewakingsapparatuur, goed opgeleide anesthesiologen en anesthesiemedewerkers, is anesthesie tegenwoordig zeer veilig. Ondanks dat, zijn complicaties helaas niet altijd te voorkomen. Mogelijke complicaties zijn: keelpijn + evt. beschadiging van het gebit door het inbrengen van het beademingsbuisje; misselijkheid en braken; een suf/slaperig gevoel; tijdelijke concentratiestoornissen en tijdelijk minder goed werken van uw geheugen (vooral bij mensen ouder dan 65 jaar); 5
het beklemd raken van een zenuw in arm of been door een ongelukkige houding tijdens de operatie, waardoor tintelingen en krachtsverlies kunnen blijven bestaan; een allergische reactie op medicijnen.
Regionale anesthesie Sommige operatieve ingrepen kunnen onder een plaatselijke verdoving worden uitgevoerd. Er zijn verschillende mogelijkheden: een ruggenprik, Biersblok (verdoving van de arm) en retrobulbairblok (verdoving van het oog). Ruggenprik: Bij operaties in de onderste lichaamshelft kan een zogenaamde ruggenprik gegeven worden. Over de ruggenprik bestaan nogal wat misverstanden. Veel mensen denken dat het erg pijnlijk is. De meeste patiënten echter die op deze wijze zijn verdoofd, vinden het erg meevallen. Alleen de prik door de huid wordt als pijnlijk gevoeld. Deze prik is te vergelijken met die voor het afnemen van bloed. Er zijn 2 typen verdoving mogelijk bij een ruggenprik. Bij het ene type (spinale anesthesie) werkt de verdoving binnen enkele minuten en duurt (afhankelijk van het toegediende medicijn) 2-4 uur. U bent verdoofd vanaf uw tenen tot ongeveer uw navel, daarboven bent u dus niet verdoofd en blijft u gewoon wakker. U voelt een warm en tintelig gevoel in de benen. Bij het andere type (epidurale anesthesie) wordt een dun slangetje in de rug achtergelaten om tijdens en na de operatie pijnstilling toe te kunnen dienen. Bij dit laatste type duurt het inwerken ongeveer 20 minuten. Soms wordt er een combinatie toegepast van deze beide typen en soms wordt het laatste type ruggenprik gecombineerd met algehele anesthesie.
6
Mogelijke bijwerkingen van de ruggenprik: Lage bloeddruk: door de ruggenprik kunt u een lage bloeddruk krijgen. Deze wordt dan ook goed gecontroleerd en indien nodig worden maatregelen genomen. Hoge uitbreiding: in een enkel geval komt het wel eens voor dat de verdoving zich boven de ribbenboog uitbreidt. U hebt dan het gevoel dat u moeilijker kunt ademen en uw handen kunnen gaan tintelen. Dit kan een vervelend gevoel zijn, waarover u zich niet ongerust hoeft te maken. U krijgt eventueel extra zuurstof. Met het uitwerken van de verdoving verdwijnen deze symptomen vanzelf. Moeilijkheden met plassen: de verdoving komt tot boven de blaas. Gedurende deze verdoving voelt u dan ook niet dat u moet plassen en kan het nodig zijn om uw blaas met een katheter leeg te maken. In een enkel geval kan het plassen, nadat de verdoving uitgewerkt is, moeilijker gaan dan normaal. Rugpijn: het komt voor dat er rugpijn ontstaat op de plaats waar de prik gegeven is. Deze klachten verdwijnen binnen enkele dagen. Hoofdpijn: een enkele keer treedt na een ruggenprik hoofdpijn op. Deze hoofdpijn onderscheidt zich van de “gewone” hoofdpijn, doordat de pijn vermindert bij het platliggen en juist verergert bij het overeind komen. Neem in dit geval contact op met de POS-poli. Deze hoofdpijn is goed te behandelen. Biersblok: Bij operaties aan de hand of arm kan een Biersblok gegeven worden. In de te opereren arm krijgt u een infuusnaald ingebracht om de verdoving in te kunnen spuiten. In uw andere arm krijgt u een infuusnaald ingebracht uit voorzorg. Verder krijgt u een band rond uw bovenarm, die opgeblazen wordt, nadat het bloed uit uw arm gezwachteld is; uw arm is dan bloedleeg. Hierna wordt de verdoving ingespoten, waarna uw arm tot de band helemaal verdoofd is. 7
Retrobulbairblok: Bij operaties aan het oog kan een retrobulbairblok gezet worden. Hierbij krijgt u een prik onder uw oog, waardoor de oogzenuw helemaal verdoofd wordt. Veel patiënten zijn bang dat ze de operatie zullen zien omdat ze plaatselijk zijn verdoofd. Het te opereren deel van het lichaam wordt echter altijd afgeschermd, u ziet dus niets van de operatie. Wanneer u het prettig vindt, kunt u tijdens de operatie een rustgevend middel toegediend krijgen. Ook is het mogelijk om eigen muziek mee te brengen waarnaar u gedurende de operatie kunt luisteren. Het kan voorkomen dat de regionale verdoving bij u onvoldoende werkt. Indien mogelijk geeft de anesthesioloog of operateur extra verdoving bij. In alle andere gevallen besluit de anesthesioloog, in overleg met u, over te gaan op algehele anesthesie.
Het ontwaken Direct na de operatie wordt u naar een speciale ruimte, de uitslaapkamer, gebracht. Hier liggen patiënten die net zijn geopereerd en bijkomen van de anesthesie. Gespecialiseerde verpleegkundigen houden voortdurend uw toestand in de gaten, zorgen voor alles wat u nodig heeft en dienen eventueel voorgeschreven medicatie toe. Het infuus blijft soms nog enige tijd zitten. Het is makkelijk om hierdoor vocht en geneesmiddelen toe te dienen. De arm met het infuus mag u gewoon bewegen. Schrik niet als u een slangetje in de neus heeft. Dit is voor extra zuurstoftoediening of om de maag te ontlasten. Een eventueel slangetje naar de blaas zorgt ervoor dat de urine makkelijk wegvloeit. Het ziet er allemaal wat ongewoon uit, maar het zal uw herstel aanzienlijk bevorderen.
8
Het herstel Wanneer de anesthesie voldoende is uitgewerkt en uw bloeddruk en ademhaling stabiel zijn, wordt u opgehaald door een verpleegkundige van de verpleegafdeling. Na het ontwaken kunt u last hebben van spierpijn, keelpijn en pijnlijke gewrichten. Dit komt doordat u tijdens de gehele operatie steeds in dezelfde houding heeft gelegen. U kunt zich ook misselijk voelen. De klachten zijn tijdelijk en gaan vanzelf weer over. Uw lichaam is zich aan het herstellen van een ongewone situatie. De gebruikte anesthesiemiddelen zijn binnen een dag uitgewerkt. Uw lichaam zal echter nog enkele dagen tot weken nodig hebben om volledig van de behandeling te herstellen.
Intensive care Het kan gebeuren dat u na de operatie nog enige tijd op een speciale bewakingsafdeling moet blijven omdat u intensieve zorg en/of extra bewaking nodig heeft. U wordt dan, al naargelang de situatie, opgenomen op onze Medium Care of Intensive Care afdeling.
Pijnbehandeling rondom de operatie Goede pijnbestrijding na de operatie is belangrijk. Hoe minder pijn u hebt, des te beter u herstelt. In het Lievensberg ziekenhuis willen we een goede pijnbestrijding realiseren.
Na de operatie op de uitslaapkamer Zodra u na de operatie goed wakker bent, vraagt een verpleegkundige op de uitslaapkamer hoe het met de pijn is. Afhankelijk van de pijn krijgt u pijnmedicatie toegediend. 9
Pijnstilling volgens een vast schema Na de operatie krijgt u op de verpleegafdeling op vaste tijden pijnmedicatie. Wij geven deze pijnmedicatie op vaste tijden om de pijn zoveel mogelijk te beperken. Het vormt de basis voor een goede pijnbehandeling. Het is dus heel belangrijk dat u deze medicijnen op de voorgeschreven tijden inneemt, ook al vindt u zelf dat de pijn meevalt.
Extra pijnmedicatie Als het nodig is schrijft de anesthesioloog extra pijnmedicatie voor. Dit kunnen tabletten, injecties of zetpillen zijn. U krijgt deze extra pijnmedicatie naast de pijnmedicatie die op vaste tijden wordt gegeven.
Pijnmedicatie op andere wijze toedienen Bij bepaalde operaties kan de anesthesioloog samen met u andere pijnbestrijding afspreken: Pijnmedicatie via een epiduraal katheter Voor de operatie krijgt u, door middel van een ruggenprik, een dun slangetje in uw rug. Dit slangetje wordt ingebracht tussen twee ruggenwervels Via dit slangetje krijgt u continu pijnmedicatie toegediend door middel van een pomp. Pijnmedicatie via een PCA pomp PCA is de afkorting van Patient Controlled Analgesia. Het betekent dat u als patiënt zelf de pijnmedicatie regelt. Vóór de operatie krijgt u een infuus. Na de operatie sluiten we hierop een pomp aan. U krijgt de toedieningsknop van de pomp in uw hand zodat u zelf de pijnmedicatie kunt toedienen als u pijn heeft. U hoeft niet bang te zijn dat u zichzelf te veel geeft, de dosering is zo berekend dat dit niet mogelijk is. Zorg er wel 10
voor dat u de enige bent die de pomp bedient. Laat bijvoorbeeld niet uw familie hier op drukken.
Cijfer voor de pijn Een aantal keren per dag komt een verpleegkundige vragen of u uw eventuele pijn kunt aangeven. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een verschuifbaar meetlatje. Helemaal naar links betekent: géén pijn. Helemaal naar rechts betekent: de ergst denkbare pijn. Door het meetlatje om te draaien wordt een waarde afgelezen in de vorm van een cijfer, dit cijfer wordt geregistreerd. De pijn mag geen belemmering zijn voor doorademen, ophoesten en bewegen. Houdt hier rekening mee wanneer u uw pijn aangeeft.
11
Belangrijk Laat altijd aan de verpleegkundige en de arts weten hoe het met de pijn is en of de pijnmedicatie goed helpt. Zo kunnen we de pijnmedicatie op tijd aanpassen. Natuurlijk hoeft u niet te wachten tot de verpleegkundige u naar uw pijn vraagt. Bijt niet onnodig op uw tanden, hoe langer u wacht met het melden van pijn, hoe moeilijker het wordt om de pijn te bestrijden.
Vragen? Als u na de mondelinge voorlichting en het lezen van deze folder nog vragen heeft over de anesthesie, dan kunt u deze stellen aan de anesthesiemedewerker of anesthesioloog. Hebt u achteraf nog vragen of aanmerkingen over de gang van zaken betreffende de anesthesie dan kunt u altijd contact opnemen met het secretariaat van de POS-poli. Indien gewenst, kunt u een afspraak maken met een van de anesthesiologen. Als u telefonisch vragen wilt stellen aan de anesthesioloog, kunt u ook contact opnemen met het secretariaat van de POSpoli, zij kunnen u dan doorverbinden met de anesthesioloog. Indien er veranderingen zijn opgetreden in uw gezondheidstoestand tussen uw bezoek aan de POS en de operatiedatum dient u hierover contact op te nemen met de POS. Polikliniek Pre-Operatieve Screening (POS): Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.00 - 17.00uur. Telefoonnummer: 0164-278365.
september 2011
12