PLAN Amsterdam 05 | 2013
Verbindende samenwerking Naar open stadsontwikkeling
Stadscoaches Maatschappelijk betrokken stedelingen
Van schaarste naar overvloed Verandering van tijden
04
10
16
Working on the city in new ways Demand-driven, enterprising and in concert with English captions and summary
Anders werken aan de stad Vraaggericht, ondernemend en in samenwerking
infographics
kaart
De gemeente ondersteunt initiatieven voor tijdelijk gebruik van braakliggende terreinen: van studentenhuisvesting en festivals tot horeca en mobiele zonnecollectoren. / The City Council backs initiatives for temporary use of undeveloped sites: from student accommodation and festivals to cafés/restaurants and mobile solar collectors. Infographic: Beukers Scholma
Steeds meer inwoners vragen de gemeente om in hun buurt (samen) een moestuin te mogen aanleggen in de openbare ruimte. Amsterdam krijgt zo steeds meer groene plekken door en voor stadslandbouw. / More and more city-dwellers are asking the City Council to help them establish vegetable gardens in the public space. This means that in Amsterdam there are growing numbers of green locations, thanks to and for urban horticulture. Kaart: DRO
Moestuinen / Vegetable gardens bestaand en in uitvoering / existing and in progress aanvraag ingediend / application submitted
tijdelijk wonen temporary homes
tijdelijke energie temporary energy
tijdelijke recreatie temporary recreation
tijdelijke cultuur temporary culture
tijdelijk groen temporary greenery
tijdelijke commercie temporary commerce
1 Een tijdelijke buurtbios in de Reimerswaalbuurt in stadsdeel Nieuw-West was een van de bestemmingen van het braakliggende Reimersveld. / A temporary local cinema in the Reimerswaal neighbourhood in the borough of Nieuw-West was one of the uses for the undeveloped space of Reimersveld. Foto: Anton van Daal
Auteurs van dit nummer
Andere vormen van stadsontwikkeling
Femke Haccoû Zef Hemel Jurgen Hoogendoorn Anouk de Wit
Colofon PLAN Amsterdam is een uitgave van de Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO) en geeft in acht themanummers per jaar informatie over ruimtelijke ontwikkelingen in de stad en de regio. DRO is een van de centrale diensten van de Gemeente Amsterdam en zorgt voor een samenhangende ruimtelijke ontwikkeling van stad en regio. De Dienst Ruimtelijke Ordening is onderdeel van de OntwikkelingsAlliantie van de Gemeente Amsterdam en werkt daarin intensief samen met de diensten Infrastructuur Verkeer en Vervoer, Economische Zaken, het Ontwikkelingsbedrijf, ProjectManagement Bureau en het Ingenieursbureau. (Eind)redactie en coördinatie Juultje Joosten, Hubertine Peters Vormgeving Beukers Scholma, Haarlem Hoofdbeeld cover Amaury Miller, Hollandse Hoogte Kaarten en fotografie binnenwerk zie bijschrift Lithografie en druk Zwaan Printmedia, Wormerveer Vertaling Andrew May Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. Er kunnen echter geen rechten aan worden ontleend. Mocht ons iets zijn ontgaan bij de vermelding van afbeeldingen of heeft u andere vragen, neem dan contact op met de redactie via planamsterdam@ dro.amsterdam.nl of 020 2551550. Een gratis abonnement is aan te vragen via
[email protected]. Jaargang 19, nr 5, juli 2013 Ook te downloaden vanaf www.amsterdam.nl/planamsterdam
1
De manier van werken binnen de ruimtelijke sector is aan het veranderen. Er is behoefte aan een werkwijze met minder regels, meer ruimte voor experimenten en tijdelijkheid, meer maatwerk. De financiële en economische crisis heeft de roep om deze aanpak versterkt. Tien jaar geleden begonnen planologen binnen de DRO zich al te roeren. De Planologische Discussie was onder andere een pleidooi voor een andere vorm van stadsontwikkeling waarbij de overheid veel meer in dialoog met de samenleving ruimtelijke plannen zou moeten ontwikkelen. Tegelijkertijd was er een beweging gaande naar een zich terugtrekkende overheid, De Grote Vereenvoudiging. Ook nu wordt de discussie over de rol van de overheid weer gevoerd: Moeten we uitnodigen en meebewegen of juist loslaten? In de stad wordt niet gewacht op de uitkomst van deze discussie. In deze tijden van crisis is sprake van een opleving van maatschappelijke betrokkenheid bij bedrijven en burgers die zich inzetten voor een betere samenleving. In de stad ontstaan nieuwe gemeenschappen, bijvoorbeeld in buurten waar bewoners een
05 | 2013
gezamenlijke moestuin beginnen. Een ander fenomeen zijn de ‘stadscoaches’, jonge stedelingen die hun kennis en enthousiasme onbezoldigd inzetten om overal in de stad projecten op te zetten of organisaties verder te helpen door middel van kleine interventies. De tijden zijn veranderd. Daarnaast is er ook een verandering van tijden: het uitgangspunt van economische groei wordt ter discussie gesteld en steeds vaker wordt gedacht in termen van ‘beter’ in plaats van ‘meer’ en toegang lijkt in de nabije toekomst belangrijker dan bezit. Lokale initiatieven, collectieven en coöperaties op het gebied van woningbouw, voedsel en energie schieten als paddenstoelen uit de grond. Dankzij internet kunnen zij zich snel organiseren. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de werkwijze van de overheid in de ruimtelijke sector? Dat zij anders moet gaan werken is evident; hoe zij dat moet doen is nog niet duidelijk, maar een daadkrachtig bestuur is zeker een voorwaarde. De redactie
03
Verbindende samenwerking door Zef Hemel
[email protected]
Naar open stadsontwikkeling In 2004 startte DRO een uniek proces, genaamd de Planologische Discussie. In ruim twee jaar tijd ontwikkelden planologen, ontwerpers en stedenbouwkundigen binnen de dienst een nieuwe werkwijze die opener is, minder expertgedreven, en waarbij van meet af aan een brede samenwerking wordt gezocht met de Amsterdamse samenleving. Na de crisis van 2008 bestaat juist aan dit soort open planning sterke behoefte. Aanleiding voor de discussie van destijds was het teruglopende werkpakket van planologen. Aan traditioneel planologisch beleid bleek steeds minder behoefte. Ook de cultuur van plannen maken was aan erosie onderhevig. Op de achtergrond speelde de sterke technocratische cultuur binnen het gemeentelijke apparaat, waarbij projectmanagement dominant was geworden: stedenbouwkundigen bedienden projectmanagers met ontwerpen en planologen mochten alleen nog ‘programmatische vulling’ voor de stedenbouwkundige ontwerpen leveren. Het was een getrapte opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie, alsof stadsontwikkeling gereduceerd was tot een efficiënte uitvoeringsmachine van omvangrijke vastgoedprojecten waarbij planologen voor de vulling van de ‘plinten’ zorgden. Of de machine toentertijd werkelijk zo efficiënt draaide, was nog maar de vraag. In werkelijkheid werden de doorlooptijden van de grote projecten
04
PLANAmsterdam
alleen maar langer. Hieraan lagen diverse oorzaken ten grondslag: juridische procedures als gevolg van groeiende maatschappelijke weerstand, moeizame en langdurige onderhandelingen tussen publiek en privaat, telkens nieuwe rijks- en EU-regelgeving, wantrouwen tussen partijen, en ook interne gemeentelijke strubbelingen. Waar mondde de Planologische Discussie in uit? Vanaf 2006 traden meer strategische, cyclische, open en interactieve vormen naar voren van concrete ruimtelijke interventies in plaats van de traditionele objectieve, op statistisch onderzoek gebaseerde beleidsnota’s en planvormen die binnen de dienst lange tijd gebruikelijk waren. Een multidisciplinair Metropoolteam werd opgericht en produceerde zelfgebouwde scenario’s, spellen, verhalen en open platforms die aan de verbeeldingskracht van velen appelleerden. Met dit experimentele >
1-6
Bij de tentoonstelling ‘Vrijstaat Amsterdam’ in 2009 kon iedereen meedenken over de ruimtelijke toekomst van Amsterdam. Deze tentoonstelling nodigde uit om op een vrije manier na te denken over stadsontwikkeling. Negen stedenbouwkundige bureaus uit Amsterdam en Rotterdam gaven in grote maquettes hun visie op vrijheid in Amsterdam voor delen van de toekomstige metropool. Ook waren er op de tentoonstelling film-, verhalen- en discussieprogramma’s en een speciaal programma voor kinderen. / In 2009 everyone could share their ideas
1-6
for Amsterdam’s spatial future at the ‘Free State of Amsterdam’ exhibition. This wide-ranging event asked whether it is possible to think about city development in an unconstrained manner. Nine urban planning bureaus from Amsterdam and Rotterdam shared their visions of freedom in Amsterdam using scale models of sections of the future metropolis. The event included film, storytelling and debate, as well as a special programme for children. Foto’s: Katrien Mulder (1,4), DRO (2,3), Edwin van Eis (5), Herm van Leeuwen (6)
05
a-d Om knelpunten en wensen te inventariseren zijn tijdens ‘Oosterdok United’ publieke en minder publieke bijeenkomsten georganiseerd: fietsexcursies, debatten, schouwen, (junior) workshops, lezingen, expert meetings en ontdekkingstochten. / During ‘Oosterdok United’ a series of public and professional gatherings was organized in order to draw up an inventory of bottlenecks and ambitions: bike excursions, debates, surveys, workshops (for youngsters as well as adults), lectures, expert meetings and expeditions. Foto’s: DRO
door Anouk de Wit
[email protected]
Oosterdok United – in gesprek met de stad De afgelopen jaren investeerde de overheid in talloze nieuwe culturele voorzieningen in het cultuurcluster Oosterdok, het voormalig havengebied ten oosten van het Centraal Station: NEMO,
wordt het des te belangrijker om over de toekomst van het cultuurcluster Oosterdok na te denken en te debatteren met de nieuwe gebruikers en om-wonenden.
Muziekgebouw aan ’t IJ en Bimhuis, de Openbare Bibliotheek, het Conservatorium van Amsterdam en het Scheepvaartmuseum. Hotels, zoals Amrath en Doubletree by Hilton Hotel Amsterdam, de Appel, TomTom, Vodafone en allerlei ondersteunende voorzieningen volgden, zoals cafés en fietsverhuur. Alleen al de culturele voorzieningen trokken in 2012 3,5 miljoen bezoekers.
In de toekomst gaat veel van het autoverkeer door de tunnel achter het Centraal Station (CS), een deel van de bussen zal eindigen bij het Buikslotermeerplein in Noord waarna reizigers met de metro naar de binnenstad en stadsdeel Zuid zullen reizen. Dit biedt kansen voor de verhoging van de kwaliteit van het voormalig havengebied Oosterdok ten oosten van CS waar ook de Passagiersterminal is gevestigd. Nu ook het Marine Etablissement Amsterdam langzaam van karakter verandert,
Manifestatie toekomst Oosterdok Van eind januari tot half maart 2013 organiseerde ARCAM (Architectuurcentrum Amsterdam) daarom in samenwerking met DRO de manifestatie Oosterdok United over de toekomst van het Oosterdok. 3.000 mensen kwamen naar de expositie of namen deel aan ontdekkingstochten, debatten, lezingen, workshops en schouwen. De bezoekers en deelnemers waren bewoners, ondernemers, professioneel geïnteresseerden en professioneel betrokkenen (beleidmakers, architecten, stedenbouwkundigen). Tijdens de manifestatie stond de vraag centraal hoe het cultuurcluster Oosterdok verder ontwikkeld kan worden. Aanbevelingen Onder de deelnemers heerste veel eensgezindheid. Het merendeel was goed te spreken over
wat tot dusver tot stand is gebracht. Tegelijkertijd gaf vrijwel iedereen aan hinder te ondervinden van de werkzaamheden en de rommelige inrichting en ergerden de deelnemers zich aan de onveiligheid, de slechte luchtkwaliteit en de abominabele bewegwijzering. De inrichting van de openbare ruimte, de programmering en het beheer van het Oosterdok konden volgens hen veel beter. De instellingen traden bovendien niet als bespelers van één cluster naar buiten. De grootste knelpunten en de ideeën voor verbeteringen zijn vastgelegd op kaart. Met een viertal aanbevelingen zijn deze aangeboden aan het college van B enW en de portefeuillehouders van Stadsdeel Centrum. De breed gedeelde aanbevelingen zijn: – Stel op korte termijn een ‘dokmanager’ aan die de programmering en het dagelijks beheer van het water en de openbare ruimte onder zijn/ haar hoede krijgt. Stel een vijfjarenplan op en maak van de verrijking van het programma rond het dok een centraal punt in het stedelijk en het stadsdeelbeleid.
a-d
‘metroteam’ wilde de DRO-directie een R&D-poot aan de dienst toevoegen – een kweekvijver van nieuw talent en een broedplaats van nieuwe werkwijzen. De Structuurvisie 2040 Economisch Sterk en Duurzaam (2011) kwam vervolgens in een open dialoog, met hulp van velen, tot stand. De nieuwe wethouder Stadsontwikkeling Maarten van Poelgeest sprak op een gegeven moment zelfs van een “paradigmawisseling op kousenvoeten” als gevolg van de nieuwe communicatieve aanpak.
06
PLANAmsterdam
Vereenvoudigen Ongeveer tegelijk met het begin van de Planologische Discussie was de toenmalige wethouder Stadig een heel ander proces gestart: De Grote Vereenvoudiging (DGV). Ook dat proces nam twee jaar in beslag. DGV was erop gericht om de snelheid van de woningbouwproductie op te voeren door gemeentelijke procedures terug te dringen, doorzettingsmacht te organiseren, inspraak te reduceren en meer risico’s bij de markt-
e Een van de resultaten van de manifestatie ‘Oosterdok United’ is een kaart met locaties die vragen om actie en oplossingen. / One of the outcomes of the ‘Oosterdok United’ event was a map with locations that demand action and solutions. Kaart: Bartele van der Meer knelpunt verkeer en/of inrichting openbare ruimte / bottleneck for traffic and/or layout of the public space moderne bebouwing / recent construction front oude stad / frontage of the historical city centre tijdelijke bestemming / temporary function
– Onderzoek hoe het Oosterdok het beste opgenomen kan worden in het programma en de organisatie van het culturele Plantagecluster in de oostelijke binnenstad. – Begin nu al met de aanpak van de grootste knelpunten in de openbare ruimte in het gebied: de Odebrug , de verbinding tussen het
f Het Oosterdok ontwikkelt zich als culturele ‘hotspot’ waar vele culturele instellingen zijn gevestigd en evenementen worden georganiseerd. / Oosterdok – Amsterdam’s Eastern Docklands – is a burgeoning cultural hotspot that is home to many cultural institutions and serves as a venue for events. Kaart: Rudi Chang
sexbedrijven / adult entertainment maatschappelijke functies / social functions hoger onderwijs / higher education overheid / government overige bedrijven / other businesses ov-terminals / transport terminals
detailhandel / retail trade horeca / cafés and restaurants hotels / hotels cultuur / culture
Oosterdokseiland en de Prins Hendrikkade, en de IJtunnelentree. Speel in op de ‘knip’ bij het Damrak (2014), de opening van de autotunnel achter CS (2015) en de oplevering van de Noord/Zuidlijn (2017). De verblijfsfunctie en de ruimte voor voetgangers en fietsers moeten een veel hogere prioriteit krijgen. Op korte
termijn kan al worden geëxperimenteerd met een veiliger en attractiever inrichting in de weekeinden en de zomer. – Neem het water en de thema’s duurzaamheid en milieu als leitmotiv voor verdere ontwikkeling.
e
f
partijen te leggen. Het bouwproces was volgens de wethouder te ingewikkeld geworden, de doorlooptijden liepen op doordat volgens hem te veel overheidsdiensten te lang waren betrokken. Bouwenveloppen moesten (grote) marktpartijen meer ruimte geven om vastgoed te realiseren en winst te maken. Deze actie luidde het einde in van een sterk door krediet gedreven consumptieve economie die erop was gericht de vastgoedproductie zo ver mogelijk op te voeren, maar die
05 | 2013
uiteindelijk vastliep in grootschalige kantorenleegstand, overproductie van winkels en woningen in krimpgebieden en in talrijke vastgoedschandalen aan het begin van deze eeuw. Beide synchroon verlopende processen, de Planologische Discussie en De Grote Vereenvoudiging, stonden eigenlijk haaks op elkaar. Het ene was van onderop geïnitieerd, communicatief, sociaal en op permanente >
07
7 Tweehonderd ambtenaren, ondernemers en wetenschappers uit Amsterdam spraken op 13 september 2012 met elkaar over de toekomst van de stad met het oog op 2025 wanneer Amsterdam 750 jaar bestaat. Aanleiding voor dit ‘Amsterdam Gesprek’ was de zoektocht van de gemeente naar een nieuwe werkwijze in de ruimtelijke sector en de wens om de cultuur in het gemeentelijk apparaat te veranderen. / On 13 September 2012 some 200 civil servants, entrepreneurs and academics from Amsterdam discussed the future of the city with an eye towards
2025, when Amsterdam marks its 750th anniversary. The reason for this ‘Amsterdam Consultation’ was the municipality’s quest for a new modus operandi in the spatial sector and the desire to change the culture within the municipal apparatus. Foto: Caroline Combé
7
samenwerking gericht; het andere verliep top-down, was rationeel en zocht juist een zakelijker haasje-oververhouding tussen overheid en commerciële marktpartijen. Uitgangspunt van de Planologische Discussie was dat de overheid zich méér gelegen moet laten liggen aan de samenleving en zich minder eenzijdig economisch-zakelijk moet opstellen, De Grote Vereenvoudiging predikte juist een terugtredende overheid en een veel zakelijker opstelling van zijn kant. Waar de eerste hoopte op minder projectmanagement, daar vertrouwde de tweede juist op méér. Waar de een zocht naar nieuwe vormen van zachte planning, daar koos de ander een hardere, meer instrumentele en zakelijke planning. Vele betrokkenen konden destijds niet goed kiezen of geloofden niet dat er iets moest veranderen; zij dachten dat beide alternatieve werkwijzen politiek ingegeven of modieus waren en dat het wel zou overwaaien.
Minder middelen In 2008 begon de financiële crisis. Banken vielen om en/of verstrekten geen leningen meer aan ontwikkelaars, corporaties en ontwikkelaars kregen de duimschroeven aangedraaid, kopers van woningen kregen hun hypotheken niet meer gefinancierd, de woningverkopen staakten. Terwijl de kantorenmarkt al eerder verzadigd was en ondertussen met chronische leegstand kampte, dreigde nu ook de eerder sterk opgevoerde woningbouwproductie volledig stil te vallen. Opnieuw is aan de orde hoe de stadsontwikkeling te organiseren. Gedwongen door de crisis moet het in ieder geval sneller en met minder middelen. Opnieuw zijn er twee werkwijzen denkbaar. De ene predikt nog minder bemoeienis van de overheid en maximale vrijheid voor burgers en het bedrijfsleven en ziet procedures en de overheid onverminderd als de belangrijkste hinderpalen in een door de markt aangedreven stadsontwikkeling. De andere – lessen trekkend uit de financiële crisis – zoekt juist een opener werkwijze waarbij samenleving en overheid van meet af aan samen optrekken in een brede verkenfase, waarna het projectmanagement van gemeentezijde lichter, sneller en opener kan worden georganiseerd en waarbij de kans op juridische procedures door betere communicatie sterk wordt verminderd. Waar de eerste alle kaarten zet op snelle verkoop van kavels en publieke stedenbouw en planologie
08
PLANAmsterdam
beschouwt als kostenverhogend, vertragend en overbodige luxe, daar zoekt de ander naar een meer communicatieve en maatschappelijke planologie die inzet op een Amsterdamse samenleving die functioneert als een civil society. Waar de ene ‘spontaniteit’ en ‘loslaten’ predikt, daar wil de ander ‘inspireren’ en ‘verbinden’.
De Nieuwe Wibaut De komende tijd zal duidelijk worden welke van de twee werkwijzen gaat winnen. Dat het met minder middelen moet is duidelijk. Een reorganisatie van de ruimtelijke sector wordt voorbereid. Tegelijkertijd start in september 2013 vanuit de Wibautleerstoel aan de Universiteit van Amsterdam een nieuwe leergang, De Nieuwe Wibaut, die inzet op verbinden en inspireren en die koerst op eerdere en ruimere participatie van burgers, een meer gebiedsgerichte benadering, geen vrijblijvende termijnen en de afsluiting van de brede verkenfase met een helder politiek besluit. Economie, ruimte, milieu en sociaal worden in die nieuwe leergang weer in samenhang tot elkaar gebracht, dialoog en samenwerking zijn in deze nieuwe werkwijze de crux. Dit alles aangevuld met een sterke inhoudelijke toekomstgerichte ambitie die anders is dan de vanouds bekende publiek geformuleerde productiedoelstellingen, die nog sterk getuigden van een maakbaarheidsgedachte en waarbij externen de gemeentelijke organisatie moesten helpen de publiek geformuleerde doelen te bereiken. Voortaan gaat het om een aansprekend toekomstverhaal dat mensen boeit en waaraan door inwoners actief kan worden bijgedragen.
Maatschappelijke verantwoordelijkheid De hier beschreven verbindende samenwerking – binnen en buiten de gemeente – is er een van grote maatschappelijke verantwoordelijkheid en zal zich moeten uitstrekken tot de hele Amsterdamse regio. Ze vereist een zelfbewuste houding van de stad, haar bestuur en haar ambtenaren. Openheid, gedeeld besef van de opgave en een permanente dialoog moet de stijl van optreden typeren. Meer bestuurskracht is dringend geboden. Dan kan Amsterdam werkelijk haar rol als hoofdstad van het land en als historische wereldstad gaan spelen. In dat geval ligt een derde Gouden Eeuw in het verschiet.
8-11 In ‘Amsterdamse Laboratoria’ (A-labs) zijn in 2010 ideeën over de ontwikkeling van de stad in beeld gebracht, onder meer over de wijk Gaasperdam in Zuidoost. De werkvorm was experimenteel: de A-labs hadden geen vastgelegd traject of einddoel, de deelnemers bepaalden het proces. / In 2010 the ‘Amsterdam Laboratories’, or A-labs, amassed ideas about the development of the city, including ideas for the Gaasperdam neighbourhood in Amsterdam-Southeast. The methodology was experimental: the A-lab participants determined
the process, instead of pursuing a preordained pathway or goal. Foto’s: DRO
8-11
05 | 2013
09
1 Starbucks wil dat medewerkers tot 2015 ieder jaar samen meer dan één miljoen uur vrijwilligerswerk doen. Het bedrijf richt zich op projecten die een positieve bijdrage leveren aan de buurt van een vestiging. Dit voorjaar bijvoorbeeld hebben Starbucksmedewerkers samen met medewerkers van de Regenboog Groep een opvanghuis in stadsdeel West opgeknapt. / Starbucks wants its staff to carry out more than one million hours of voluntary work
each year between now and 2015. The company is focusing on projects that make a positive contribution in the vicinity of its outlets. For example, in spring 2013 a group of Starbucks employees cooperated with staff from the Rainbow Group to renovate a shelter for the homeless in Amsterdam-West. Foto: Starbucks
2 Steeds meer mensen willen wat doen voor hun omgeving. Deze maatschappelijke betrokkenheid bevordert de sociale ontwikkeling van de stad. / More and more people want to do something for their surroundings. This social engagement boosts the city’s social development. Foto: Juultje Joosten
Stadscoaches
1
door Femke Haccoû
[email protected]
Maatschappelijk betrokken stedelingen Partijen als de gemeente, woningcorporaties, ondernemers of huiseigenaren herpositioneren en vernieuwen zich. Het grote geld is er niet meer, de verdienmodellen moeten onder de loep worden genomen en projecten in de ruimtelijke sector krijgen andere tijdspannes. Deze herontdekkingstocht begint met terug te gaan naar de essentie: Wat is echt belangrijk? Op deze vraag wordt ingespeeld door de commerciële wereld met ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Ook burgers reageren en ontplooien initiatieven, bijvoorbeeld in de buurt of in het verlengde van hun werk.
Commerciële maatschappelijke betrokkenheid Het maatschappelijk verantwoord ondernemen is uit de Verenigde Staten overgewaaid, door bedrijven als Google, Microsoft, IBM en Starbucks. Deze bedrijven willen – hoogstwaarschijnlijk ingestoken vanuit het belastingsysteem in de Verenigde Staten – iets goeds teruggeven aan de gemeenschap. Hiermee scoren ze bovendien beter op lijstjes van ‘goede bedrijven’. Want naast duurzaamheid staat nu ook maatschappelijke betrokkenheid als parameter op deze lijsten. Een goede positie op deze lijsten is goed voor het bedrijf en toekomstige groei en dus commercieel interessant. Twee jaar geleden belde Starbucks de Gemeente Amsterdam met een aanbod van vrijwilligersuren. De gemeente was toen niet in staat om zo’n aanbieding
10
PLANAmsterdam
snel te kunnen verwerken en er was achterdocht vanwege mogelijke dubbele belangen. Langzamerhand verandert dit en is de gemeente heel blij met dit soort initiatieven. Deze verandering is een worsteling, want het betekent dat overheden bepaalde taken overdragen en meer ruimte bieden aan commerciële partijen. Nu loopt het systeem van de gemeente tegen budgettaire grenzen aan. De overheid kan niet meer overal voor opdraaien; het moet soberder. Bedrijven die nu aanbieden om bij te dragen, zijn op dit moment meer dan welkom. De achterdocht wordt stapje voor stapje minder; het vertrouwen wordt langzaam op gebouwd.
Maatschappelijk betrokken buurten Dit maatschappelijk bewust willen zijn is niet alleen merkbaar bij bedrijven, maar ook bij bewoners. De tendens is dat mensen zich proactief opstellen in het leveren van een bijdrage aan hun directe omgeving. Buurtinitiatieven zijn hiervan een voorbeeld. Nieuwe vormen >
2
1
3 Bewoners van Bos en Lommer delen via de community Boloboost online ideeën en informatie en vragen elkaar hulp om offline activiteiten voor de buurt te organiseren. / Inhabitants of the Bos en Lommer district share ideas and information online via the Boloboost community and ask for each other’s help to organize offline activities for the neighbourhood. Foto: Bolo Cards & Maps/Mildred Theunisz
4 Een van de grootste on- en offline communities in Amsterdam is ‘I Love Noord’. Deze community schrijft over en organiseert evenementen in Amsterdam Noord , zoals het pontfeest, om Noord nog leefbaarder, bruisender en aantrekkelijker te maken. / One of the biggest on- and offline communities in Amsterdam is ‘I Love Noord’. This community writes about and organizes events in Amsterdam-North, such as the ‘ferry party’, in order to make this city quarter more liveable, vital and attractive. Foto: ilovenoord.nl
3
4
van gemeenschappen als Geef om de Jan Eef, Boloboost, I Love Noord en Timorplein Community voelen zich betrokken bij de buurt en benutten de talenten van buurtgenoten. Ze werken op de kracht en inzet van mensen. Deze gemeenschappen zijn online georganiseerd, veelal via sociale media als Facebook en leiden vaak tot echte, fysieke ontmoetingen tussen buurtbewoners. Bijvoorbeeld via het pontfeest op de pont tussen Noord en CS, of door Massa Kassa, de koopjesdag in de Jan Evertsenstraat met allerlei leuke evenementen eraan gekoppeld. De ene buur verzorgt het logo, de ander de koffie en weer een ander zorgt voor leuke muziek; bewoners ontmoeten elkaar op straat, op het plein of in het park. De buurten worden sociaal sterker en op lokaal niveau krijgen ondernemers een boost. Buurtgemeenschappen ontstaan op een nieuwe manier: de rol van de overheid verandert en het zijn steeds meer de bewoners zelf die hun buurt helpen ontwikkelen en deze leuk, leefbaar en economisch sterk maken.
Meer tijd voor betrokkenheid Het Nieuwe Werken (tijd- en plaatsonafhankelijk werken) kan leiden tot meer tijd voor maatschappelijke betrokkenheid. Het draagt bij aan een ander gebruik van de stad: iemand kan zelf zijn dag indelen door bijvoorbeeld later van huis weg te gaan om zo niet meer op de geijkte tijden in de file te staan, of je kiest ervoor om in een café te gaan zitten werken.
12
PLANAmsterdam
Door deze andere manier van werken treedt een vervaging op tussen werk en vrije tijd. Tijd kan nu anders worden ingedeeld waardoor ruimte ontstaat om overdag met je kind naar zwemles te gaan en ‘s avonds even het stuk af te schrijven waar je overdag niet aan toe kwam. Niet alleen werkzaamheden verdelen zich anders over de dag en de stad. Ook maatschappelijke betrokkenheid is beter te organiseren, zoals helpen bij de voedselbank of samen met de buren een collectieve moestuin beheren. Een mens is bewoner, professional, tuinder, sporter of heeft als grote hobby feestjes organiseren. Al deze rollen en talenten in één persoon kunnen worden benut in de stad. Mensen zijn meer dan hun werk alleen. Het gaat steeds meer om wie je bent, wat je talenten zijn en waar en hoe je deze talenten kan inzetten om ‘iets goeds te doen’, maatschappelijk een bijdrage te leveren. Slimme combinaties maken tussen werk en maatschappij, dat is de uitdaging. Een dag per week werken bij de voedselbank is moeilijk in te plannen, maar een uurtje per week helpen om een buurman uit de schulden te krijgen is misschien wel mogelijk. Via dit soort maatschappelijke betrokkenheid ontwikkelt de stad sociaal gezien. Proactieve mensen kijken namelijk verder dan alleen hun eigen bankrekening, woonkamer of vriendengroep. Ze willen zichtbaar in de maatschappij staan. Onder andere hierdoor ontstaan steeds meer initiatieven die inspelen op deze behoefte om betrokken te zijn. Een van die initiatieven is PLUG de dag.
5-7 Organisaties die ruimte beschikbaar stellen aan PLUGgers, krijgen als tegenprestatie tijdens de lunch advies over een door henzelf ingebracht dilemma. / Organisations that make space available to PLUGgers are given advice about an issue that they themselves are facing during the lunch break in exchange. Foto’s: Femke Haccoû
8 PLUGgers kunnen elke woensdag op een gastlocatie in de stad werken. Vaak zijn dit lege ruimtes bij maatschappelijke instellingen. / Every Wednesday ‘PLUGgers’ can work at a host location in the city, often in empty spaces at social organizations. Kaart: PLUG de dag PLUG-plek / PLUG-spot potentiële PLUG-plek / potential PLUG-spot
5-7
8
PLUG de dag Verhalen, initiatieven en bovengenoemde communities in de stad inspireerden drie jonge professionals om in 2010 PLUG de dag te starten. PLUG de dag is een online Amsterdams netwerk van meer dan vierhonderd professionals met verschillende achtergronden. De een is zzp’er, de ander in loondienst in de commerciële sector en weer een ander ambtenaar. Allen wonen in de metropoolregio Amsterdam. De behoefte om wat bij te dragen aan de maatschappij, nieuwe mensen te ontmoeten en gekke plekken te ontdekken was de basis om een netwerk op te zetten.
05 | 2013
Elke woensdag organiseert PLUG een alternatieve werkplek in de stad. Deze werkplek is veelal een lege ruimte bij een maatschappelijke instelling. Hier werken de PLUGgers ‘online’ aan hun eigen projecten. Tijdens de lunch wordt als dank voor de gastvrijheid de vraag van de gastheer of -vrouw behandeld. Alle PLUGgers denken als Amsterdammer, fietser, professional of bijvoorbeeld als moestuinder aan de lunchtafel onbevangen mee en dragen bij. Niet voor geld, niet voor resultaatafspraken, maar vanuit persoonlijke nieuwsgierigheid en vanuit de behoefte om maatschappelijk betrokken te zijn. >
13
9 Een van de locaties waar PLUGgers hebben gewerkt, is in de Jan Maijenschool in stadsdeel West waar de Meesteropleiding Coupeur is gevestigd. Als tegenprestatie voor de werkplek hebben PLUGgers met de opleiding nagedacht over een betere zichtbaarheid in de buurt. / One of the locations where PLUGgers have worked is at the Jan Maijen College in the borough of AmsterdamWest, where the Master Tailor Institute is based. In exchange for the workspace, PLUGgers have
advised the college on how to achieve greater visibility in the neighbourhood. Foto: Femke Haccoû
9
Aan de PLUG-tafel probeerden bijvoorbeeld projectleiders van de gemeente het contact te verbeteren tussen de AVRO en Stadsdeel Zuid om het Vondelpaviljoen te ontwikkelen. Door een verplichte fusie, tussen de AVRO en de TROS was de aandacht van het mooie project afgeleid. Aan zelf meegebrachte behangtafels, te midden van de lege entreehal werden de betrokken partijen weer enthousiast over hun eigen verhaal en ontstond weer zin in het project. Adviezen direct toepassen, is de kern van het PLUGgen. Op de plek zelf zitten, werken en voelen wat er speelt, geeft meer inzicht in de problematiek. Daarom zat PLUG bijvoorbeeld een dag op het Zonneplein in Noord waar mensen aangaven last te hebben van hangjeugd. Naast beter inzicht in de complexiteit van sommige vraagstukken kan het werken op locatie ook leiden tot de ontdekking dat over sommige problemen juist te complex wordt nagedacht en de oplossing in iets heel kleins zit. Zo ging het bij de Meesteropleiding Coupeur op het Jan Maijenplein in West om de zichtbaarheid van de opleiding in de buurt. De praktische oplossing om paspoppen met studentenwerk achter de ramen neer te zetten was hier het vernieuwende inzicht. De PLUG-acties zijn experimenten die elke keer weer nieuwe inzichten geven in hoe mensen de stad gebruiken. Deze kennis is nodig bij het ontwikkelen van de stad. Met duwtjes in de rug komen bestaande maatschappelijke initiatieven verder. Het gaat daarbij niet om geld, langetermijnplanning, risico-analyses en kosten-baten-inventarisaties. Het gaat wel om luisteren, tips en trucs delen en doen. Inmiddels heeft PLUG in bijna drie jaar tijd 30 locaties aangedaan en meer dan 71 verhalen uit de stad en hernieuwde inzichten van de plekken beschreven.
Stadscoaches PLUGgen is een soort coachen: actief luisteren naar de verhalen uit de stad en mensen ruimte geven om iets te ontwikkelen vanuit hun eigen kracht en inzet. Coachen lijkt een nieuwe vorm van stadsontwikkeling te zijn. Om de stad te ontwikkelen is luisteren essentieel: om trends te spotten, netwerken op te bouwen, te horen waar wensen en verlangens liggen en ook waar uitdagingen liggen. Door in de stad te zijn, te zien, te
14
PLANAmsterdam
voelen en te luisteren kunnen relaties en verbindingen worden gelegd. Nieuwe gemeenschappen ontstaan rondom moestuinen, parken en panden. Mensen staan open om actief te worden, maar weten soms niet waar ze moeten beginnen. Door ze te coachen in en hun kracht te zetten, zullen ze energie en tijd in de stad steken en dat heeft Amsterdam nodig. PLUG is niet de enige ‘stadscoach’; vele initiatieven en andere vormen van stadscoaches wortelen zich in de stad. De een in een uithoek van een bedrijventerrein in Zuidoost (Glamourmanifest), de ander op de winderige IJburglaan op IJburg (Placemakers) of in een oud schoolgebouw in West (Coop MidWest). Het Glamourmanifest ontwikkelt een alternatieve manier van gebiedsontwikkeling met ludieke acties zoals het poten van prachtige lelies in saaie grasbermen om zo mensen te prikkelen anders naar hun omgeving te kijken. Placemakers heeft met scholieren van het IJburgcollege de IJburglaan en omgeving op een positievere manier onder de aandacht gebracht. Niet door te laten zien wat ontbreekt en wat nog kan komen, maar door billboards te maken van wat er al wel is. Hierdoor werden kinderen en hun ouders weer trotser op hun straat en wijk. Maar ook pandgebonden initiatieven als Coop MidWest waarbij een schoolgebouw is omgebouwd tot creatieve verzamelplek voor zzp’ers, kleine bedrijven en buurtbewoners. Hier worden buurtbedrijven geprikkeld om wat terug te geven aan de buurt: wanneer je kantoorruimte huurt in Coop MidWest staat in het huurcontract dat je één uur per week wat terug moet doen voor de buurt, bijvoorbeeld door een kinderprogramma op te zetten of het pand duurzamer te maken.
Stimulans voor stedelijke ontwikkeling Opvallend is dat veel van de genoemde initiatieven vanuit kleinschaligheid en betrokkenheid worden opgezet. Wat ook opvalt is dat de initiatiefnemers voornamelijk vrouwen zijn. Dit terwijl de stedelijke ontwikkeling lange tijd werd gedomineerd door de man; niet alleen in sekse maar ook in benadering. Het zogenaamde mannelijke grootschalige en functionele maakt meer plaats voor kleinschaligheid en betrokkenheid. In deze meer vrouwelijke manier van benaderen gaat het niet alleen over de ratio maar ook over de
10
Het ‘bloembollenpootfestijn’ is een van de ludieke acties van het initiatief Glamourmanifest om Amstel III aantrekkelijker te maken en het imago van het kantorenpark te verbeteren. / The ‘flowerbulb dibbling party’ is one of the light-hearted happenings staged by the Glamour Manifesto initiative to render the Amstel III office park more attractive and improve its image. Foto: Joris Roovers
11 Coop MidWest is gevestigd in een voormalig schoolgebouw in stadsdeel West en een initiatief van mensen uit de directe omgeving. Zij willen de waarde van het gebouw en de wijk vergroten door ruimte te bieden voor culturele activiteiten, werkplekken en zaalverhuur. / Coop MidWest is housed in a former school in Amsterdam-West and is an initiative by locals from the immediate vicinity. They want to increase the value of the building and the neighbourhood by providing space for cultural activities, workspaces and venue hire. Foto: Linda Rusconi 11
10
emotie van de stad: deze benadering lijkt meer op coachen en het verder brengen wat al de goede richting op beweegt dan radicaal het roer om gooien. Het coachen van stakeholders, bedrijven, buurthuizen en communities kan leiden tot nieuwe inzichten en verbeteringen en kan helpen om de stedelijke ontwikkeling te stimuleren. Nieuwe samenwerkingsverbanden worden ontdekt en experimenten vinden plaats. Vaak gebeurt dit via ludieke en culturele evenementen of campagnes. Het gaat daarbij meer om de programmering van de stad dan de fysieke
05 | 2013
verandering. En tóch ontwikkelt de stad. Deze sociale betrokkenheid in de stad heeft uiteindelijk indirect invloed op de ruimtelijke en economische ontwikkeling van de stad. De tijd van ontwikkelen met grootse en meeslepende plannen is voorbij; de tijd is gekomen voor accupunctuur en betrokken advies. Het is tijd voor de stadscoach!
15
Van schaarste naar overvloed door Jurgen Hoogendoorn
[email protected]
Verandering van tijden Bestaande systemen en uitgangspunten, zoals een economie die gebaseerd is op louter en alleen groei, lijken niet meer te werken in de westerse wereld. Ook op sociaal-maatschappelijk terrein is veel in beweging. Er zijn paradigmawisselingen die ook van invloed zijn op de ruimtelijke ontwikkelingen in Amsterdam. Wat dat betekent voor de werkwijzen in stedelijke ontwikkeling, is nog onduidelijk. Na de Tweede Wereldoorlog werden economische groei en werkgelegenheid in Nederland mede gerealiseerd door ruimteproductie, vooral door het bouwen van woningen. Oud-collega en stedenbouwkundige/planoloog wijlen Willem Hartman vergeleek de ruimtelijke ontwikkeling van destijds met een militair-industrieel complex. Woningnood, eerst kwantitatief en later kwalitatief van karakter, vormde daarbij de denkbeeldige vijand. In zijn boek De vloeibare stad (2007) beschrijft Hartman de samenvallende belangen van ‘het Rijk’, ‘de Bouw’ en ‘Kapitaalverschaffers’ (RBK-complex) in het naoorlogse Nederland. Om het individu tot ruimteconsumptie aan te zetten werd enorm geïnvesteerd in design, advertising, lifestyle en citymarketing. De omzet voor de bouwindustrie was daarmee decennialang gegarandeerd. Tot voor kort waren de financiële, planologische en juridische systemen en de daarbij behorende cultuur van de uitvoerende (overheids-)apparaten en organisaties uitsluitend en volledig toegesneden op ruimteproductie, met name op woningbouw. Voor de koop van een huis werden ruimschoots hypotheken
16
PLANAmsterdam
verstrekt door de banken en de hypotheekrente werd in de inkomstenbelasting aftrekbaar gemaakt door de rijksoverheid. Ook voor de realisatie van vastgoed – naast woningen, ook commercieel vastgoed zoals kantoren en winkels – verstrekten banken onbegrensd krediet aan projectontwikkelaars en andere grote partijen.
Van woningnood naar planologische overvloed De financiële en economische crisis heeft sinds 2008 een einde gemaakt aan de ongebreidelde ruimteconsumptie. Daarnaast loopt de consumptie en de vraag naar vastgoed ook structureel terug als gevolg van de vergrijzing en het krimpen van de bevolking de komende decennia, niet alleen in Nederland maar ook in Europa. In Amsterdam loopt de woningproductie volgens voorspellingen de komende jaren terug van 3.500 woningen per jaar naar minder dan 1.000 per jaar. Daarnaast ziet Amsterdam zich door vraaguitval ook geconfronteerd met een situatie van overvloed aan leegstaande gebouwen, grotendeels kantoren, en braakliggende terreinen.
1 Na de Tweede Wereldoorlog werden werkgelegenheid en economische groei mede gerealiseerd door ruimteproductie, vooral door het bouwen van woningen. / After the Second World War, employment and economic growth were in part driven by the production of space, especially by the construction of homes. Bron: Stadsarchief Amsterdam
1 1
Dat de crisis ook in Amsterdam was toegeslagen, werd duidelijk toen wethouder Maarten van Poelgeest in 2010 een bouwstop afkondigde. Het efficiënte ruimtelijke ontwikkelingsapparaat van de gemeente, dat Van Poelgeest in de Volkskrant van 16 februari 2013 vergeleek met een Leopardtank, kwam piepend en krakend tot stilstand. Op 22 april 2013 kondigde de wethouder het einde aan van grootschalige gebiedsontwikkeling. Een tijdvak van meer dan dertig jaar van ongekende vastgoed- ofwel ruimteproductie is afgesloten.
05 | 2013
Beter in plaats van meer; van bezit naar toegang Bij het naoorlogse economisch paradigma van noodzakelijke (productie-)groei worden nu internationaal en nationaal steeds meer vraagtekens gezet. In plaats van meer lijkt beter – vooral in termen van people en planet – belangrijker te worden. Het moet anders, vinden ook de bedenkers van de contouren van een circulaire economie: een economisch systeem dat bedoeld is om hergebruik van producten en grond>
17
2 Woningvoorraad en aantal inwoners van Amsterdam, 1910 tot en met 2010. / Amsterdam’s housing stock and population, 1910 to 2010. Bron: O+S en Demografisch Eeuwboek Amsterdam, Lukas Wintershoven Infographic: Beukers Scholma
900.000
800.000
19 10
10 20
woningvoorraad / housing stock aantal inwoners / number of inhabitants
700.000
600.000
500.000
20
20
00
19
400.000
300.000
200.000
100.000
1990
1930
19
80
40
19
2
19
50
70
19
1960
7.000
02 20
12
20
6.000 5.000 4.000
20
03
11
20
3.000 2.000 1.000
2010
2004
20
09
05
0 20
2007
18
6
20
3
08
20
PLANAmsterdam
3 Productiecijfers woningbouw Amsterdam 2002 t/m 2012. / Residential construction in Amsterdam,
4
Grondstoffen worden schaarser qua beschikbaarheid en betaalbaarheid. Een circulaire economie kan uitkomst brengen: hierbij is zo veel mogelijk sprake van een gesloten kringloop van grondstoffen. / Raw materials are becoming increasingly scarce, in terms of availability and affordability. ‘Restorative by design’, a circular economy that involves cycles of raw materials and energy with minimum leakage could provide the answer. Bron: Ellen MacArthur Foundation
2002 to 2012.
Bron: Jan Smit Infographic: Beukers Scholma aantal woningen / number of dwellings
mijnbouw / vervaardigen van materialen
producent van onderdelen
landbouw / jagen en vissen
producent van producten biochemische grondstoffen
biologische nutriënten
cascadering van verbruik
recycling
dienstverlener
herstel biosfeer
consument
gebruiker
biogas
onderhoud anaerobe vergisting / compostering extractie van biochemische grondstoffen
technische nutriënten
repareren / opnieuw hergebruik / produceren opnieuw distribueren
inzameling
energieterugwinning
4
minimalisatie van lekken in de kringloop
stortplaats
stoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. Dit in tegenstelling tot het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen worden omgezet in producten die na verbruik worden vernietigd. Naast bekende economen zoals Herman Wijffels, zijn ook grote bedrijven, waaronder Philips, AkzoNobel en DSM, geïnteresseerd in de nieuwe mogelijkheden die de circulaire economie kan bieden. In een economie waarin toegang en delen belangrijker wordt dan bezit, heeft Amsterdam een uitstekende uitgangspositie. De grond is immers in handen van de samenleving en wordt door de gemeente verhuurd middels erfpacht. Daarnaast heeft Amsterdam in tegenstelling tot andere steden een groot aandeel huurwoningen, namelijk zeventig procent. Het aandeel middeldure huurwoningen zal naar verwachting de komende jaren nog verder stijgen.
Krachtige (netwerk)samenleving Dat we leven in een verandering van tijden blijkt uit ook uit talrijke lokale initiatieven, collectieven en coöperaties op het gebied van woningbouw, voedsel en energie, die als paddenstoelen uit de grond schieten.
05 | 2013
Ze worden opgestart door inwoners die zich dankzij internet snel kunnen organiseren en actie ondernemen vanuit een maatschappelijke behoefte en een drang tot onsystematisering. De netwerksamenleving krijgt steeds meer het karakter van een horizontale wortelstructuur met een aanzienlijke weer- en wendbaarheid. Dit is zeker zichtbaar in Amsterdam met een groot aandeel jonge goed opgeleide inwoners. Inwoners die kracht, kennis, competenties en zin hebben om niet bij de pakken (van de crisis) neer te gaan zitten en zich collectief inzetten voor een heel scala aan onderwerpen, waaronder gebiedsontwikkeling. In de klassieke stadsontwikkeling, de blauwdrukplanning, negeren we tot nu toe dit toenemende maatschappelijk vermogen. Een prachtig voorbeeld is de – tijdelijke – ontwikkeling van de voormalige scheepswerf Ceuvel Volharding in Amsterdam Noord. De gemeente heeft in 2012 een prijsvraag uitgeschreven voor een broedplek op dit gemeentelijke terrein. Met als resultaat dat een team van initiatiefnemers, waaronder Smeelearchitecture en Space & Matter, Ceuvel Volharding omvormt tot een duurzaam stedelijk gebied. De zwaar vervuilde grond wordt dankzij zuiverende planten na tien jaar schoner >
19
5 Op het braakliggende terrein Ceuvel Volharding in stadsdeel Noord wordt een werkomgeving gecreëerd voor creatieve en sociale ondernemingen waar alle afvalproducten worden gebruikt voor het maken van energie en het terugwinnen van grondstoffen. / A working environment for creative and social enterprises where all the waste products are used for the generation of energy or the recovery of raw materials is being created at the former Ceuvel Volharding shipyard in Amsterdam-North. Artist’s impression: space&matter
5
aan de stad teruggegeven. Daarnaast streven de initiatiefnemers een hoge mate van zelfvoorziening na, onder andere door het gebruik van organisch afval voor de opwekking van energie en door het terugwinnen van grondstoffen. Regen- en afvalwater wordt opgevangen en hergebruikt. Daarbij wordt getracht een aantal cirkels te sluiten.
Noodzaak andere overheidssturing Bestuurskundige Geert Teisman heeft zich uitgebreid gebogen over de rol van de overheid in complexe samenlevingen en verklaart het top-down lineaire blauwdrukdenken en het maakbaarheidsdenken failliet. Teisman stelt onder andere in zijn boek Publiek management op de grens van chaos en orde dat we in de vorige eeuw een overheid hebben gecreëerd die uitgaat van bureaucratische systemen, die niet kan omgaan met een organisch georganiseerde (netwerk-) samenleving. De overheid probeert door wet- en regelgeving antwoorden te formuleren maar voegt daarmee in feite steeds meer chaos toe. Hierdoor is een kloof ontstaan tussen de huidige wensen, vragen en verlangens in de samenleving en het ambtelijk apparaat. Ook andere deskundigen, zoals Jos van der Lans en Hans Bouttelier, en organisaties als de Wetenschappe-
20
PLANAmsterdam
lijke Raad voor het Regeringsbeleid, hameren op de noodzaak tot andere manieren van overheidssturing – meer vanuit de burger en minder vanuit een systeem – en gebruiken termen als improvisatie, loslaten, vertrouwen, en verbinden. Socioloog Frans Soeterbroek bijvoorbeeld geeft aan de hand van metaforen als “dansen door de schalen” en “sturen met lichtheid” praktische handvatten als het gaat om effectief zijn in de wereld van taaie systemen, drukdoenerij en ingewikkelde bestuurlijke en ambtelijke spelletjes. De legitimiteit van overheidshandelen moet opnieuw herwonnen worden, ook in Amsterdam.
Nieuwe generaties, nieuwe competenties Na de Amsterdamse bouwstop in 2010 werd ook de buitenwereld wakker en zich bewust van de gevolgen van de economische crisis, waaronder het groeiend aantal braakliggende terreinen. Onder de noemer Manifest Leegtevol (inmiddels op LinkedIn bekend als Onder-tussen) stortte een verbond van dertig jonge ruimtelijk betrokken slimmeriken zich op het verzinnen van oplossingen voor de braakliggende terreinen in Amsterdam en Zaanstad. Goede creatieve ideeën te over, maar een overzicht van braakliggende terreinen >
6 De gemeente heeft een digitale kaart ontwikkeld met informatie over braakliggende terreinen in Amsterdam en de regio om initiatiefnemers voor tijdelijke invulling op weg te helpen. / The city council has developed a digital map with information about undeveloped sites in Amsterdam and the region in order to guide the initiators of temporary uses. Kaarten: maps.amsterdam.nl a b
c d e
onder voorbehoud / subject to conditions inmiddels ingevuld / already filled niet beschikbaar/overig / not available/other
7-8 Het braakliggende Reimersveld in stadsdeel Nieuw-West fungeerde in 2010 en 2011 als tijdelijke ontmoetingsplek voor de buurt. / In 2010 and 2011 the undeveloped space of the Reimerswaal neighourhood in Amsterdam’s Nieuw-West district served as a temporary meeting place for residents. Foto’s: Anton van Daal (7), Ymere (8)
per direct / immediately available op termijn / available in the future
6a
6b
6d
6e
6c
7-8
05 | 2013
21
9 Naast de Heineken Music Hall in Zuidoost ligt sinds 2011 een park waar evenementen worden georganiseerd. Dit ArenaPark ligt op een voormalig bouwterrein dat door vertraging braak kwam te liggen en mag vijf jaar blijven bestaan. / Since 2011 there has been a park next to the Heineken Music Hall in Amsterdam-Southeast where open-air events can be held. The ArenaPark occupies a former construction site that was left undeveloped because of delays and will be allowed to remain there for five years. Bron: Projectbureau Zuidoostlob
10
Op een braakliggend terrein op Zeeburgereiland in stadsdeel Oost wordt sinds vorig jaar aan het eind van de zomer het Magneet Festival georganiseerd. Bezoekers van het festival zijn coproducenten: zij kunnen hun eigen creatieve ideeën indienen via een internetplatform en daarmee de mogelijkheid creëren om zelf inhoud te geven aan het festival. / The ‘Magnet Festival’ was first organized last year, taking over an undeveloped site on Zeeburger Island in Amsterdam-East in late summer. The festival’s visitors are its co-producers: they can submit their
9
10
22
PLANAmsterdam
own creative ideas via an internet platform, presenting the opportunity to provide the festival’s content themselves. Foto: Arthur de Schmidt
11 De Tolhuistuin is een culturele vrijplaats voor en door inwoners van stadsdeel Noord. Deze vrijplaats is een tijdelijke invulling van het voormalige bedrijfsrestaurant van Shell en zijn omgeving. / The Tollhouse Garden is a cultural sanctuary for and by the residents of the borough of Amsterdam-North. This sanctuary is a temporary use of the former Shell canteen and its surroundings. Foto: Francis Broekhuijsen
11
ontbrak. Ze lieten het er niet bij zitten en een aantal van hen startte onder de naam Temparchitecture zelf een inventarisatie van braakliggende terreinen via Google Maps en Google Streetview. Door deze acties voelde de Gemeente Amsterdam zich genoodzaakt om zelf een kaart met braakliggende terreinen te publiceren op het internet. Deze kaart was in eerste instantie incompleet en gebaseerd op enigszins verouderde gegevens. Door dit duidelijk kenbaar te maken ontstond een proces waarin de gemeente de interactieve kaart al doende repareerde. Deze internetkaart was mede dankzij het gebruik van Twitter zeer succesvol en leverde meer dan tienduizend unieke bezoekers op en honderd initiatieven. In ambtelijk Nederland wordt deze aanpak als een unicum beschouwd.
Adviezen aan de gemeente De beschreven en deels digitale confrontatie met de deskundige en energieke buitenwereld was voor het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam (OGA) reden om offline het gesprek aan te gaan met die buitenwereld. In juni 2012 vond aan de Karspeldreef 8 in Amstel III op een lege kantoorverdieping een bijeenkomst plaats met dertig ruimtelijke professionals, van architecten en stedenbouwers tot krakers en stratendokters. Deze nieuwe en andere generatie ruimtelijke professionals ging met elkaar en met ambtenaren uit het sociale en ruimtelijk domein in gesprek aan de hand van de volgende vragen: Wat is nodig om de stad te blijven ontwikkelen? Wat verwachten jullie van de gemeente? Wat zijn belemmeringen voor jou? Wat inspireert je? Wat zou anders moeten? De intensieve en indringende Karspelpr8tig-bijeenkomst leverde de volgende tips aan de gemeente op: – stop met grootschalige (zandbak)stedenbouw / klein(schalig) is het nieuwe groot(schalig) – heb vertrouwen / regel experimenteerruimte, free zones / smoor initiatieven niet in de kiem op basis van gelijkheidsbeginsel / zorg voor flexibiliteit in regelgeving – wees een lerende overheid – kom in actie, doe! Kort naar de Karspelpr8ig-bijeenkomst is in juli 2012 vanuit de Club van 100, een initiatief van Pakhuis de
05 | 2013
Zwijger, een maatschappelijk manifest aangeboden aan de Gemeente Amsterdam. Dit Manifest voor Amsterdam is gerealiseerd ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van Pakhuis de Zwijger en is het resultaat van twintig tafelgesprekken in 2012 met steeds vijf inspirerende en ondernemende denkers en doeners die de stad Amsterdam een warm hart toedragen. Onderwerp van gesprek was de vraag: Wat moet er, gezien de huidige economische en maatschappelijke ontwikkelingen, de komende vijf jaar in Amsterdam gebeuren? Ook in het manifest werd gevraagd om een andere aanpak van de gemeentelijke overheid. ‘Manifest voor Amsterdam’: tien ontwerpopgaven 1 Leer in de stad Creëer hybride leeromgevingen waarin wordt samengewerkt met vele partijen in de stad. 2 Vertel de verhalen Creëer meer en verschillende podia waarin de per soonlijke verhalen uit de stad worden verteld. 3 Durf te kiezen Maak de overheid toegankelijk voor iedereen en zorg dat de bureaucratie het probleem van de gemeente wordt. 4 Laat wijken bloeien Durf wijken in hun kracht te zetten en juist vanuit hun eigenheid zichtbaar te maken. 5 Houd waarde in de stad Breng het metabolisme van de stad in kaart en buig waardenstromen om. 6 Gebruik de tussentijd Ontwikkel mechanismen waardoor belangen worden verbonden. 7 Leef met de natuur Maak van de natuur in de stad een speerpunt in beslissingen over de publieke ruimte. 8 Verbind met buiten Verbind Amsterdam met andere steden en breng uitwisseling tot stand. 9 Zoek de gemeenschap Ga in het ontwerpen van de stad en haar voorzie ningen uit van empathie en inclusiviteit. 10 Laat controle los Stel regelluwe zones in waar nieuwe initiatieven de ruimte krijgen om te experimenteren en iets op te bouwen. >
23
12 Voor een sterkere ontwikkeling van het gebied Sloterdijk heeft de gemeente de wensen en ambities geïnventariseerd bij zittende ondernemers, ondernemersverenigingen en vastgoedeigenaren in het gebied. Dit heeft geleid tot drie thema’s in de gebiedsstrategie: variëren, verblijven en verankeren. / In order to bring about a more robust development of the Sloterdijk area, the city council drew up an inventory of the wishes and ambitions of the local enterprises, business associations and property owners. This generated
three themes in the area strategy: variation, quality of the surroundings and embedding in the community. Kaart: DRO gemengd stedelijk gebied, te transformeren / mixeduse urban area, to be transformed gemengd stedelijk gebied, nieuw te bouwen / mixeduse urban area, to be built from scratch plintfunctie / street-level function verankering / embedding statuswijziging Haarlemmerweg / re-designation of Haarlemmerweg
potentiele verblijfsplekken / potential hang-outs hotel / hotel volkstuinen / allotment gardens sporten / sports Aantrekkelijke route voor / Attractive route for fietsen / cycling skaten / skating hardlopen / running varen / sailing recreatie / recreation picknicken / picnics
12
Vanuit de gemeente: BuitensteBinnen Binnen het Amsterdamse bestuur en apparaat wordt de noodzaak voor andere manieren van werken de afgelopen jaren steeds meer onderkend. Vanuit de wens van wethouder Van Poelgeest en portefeuillehouder De Vries van Stadsdeel Zuid om tot een andere ambtelijke cultuur te komen, maakten DRO en OGA in het najaar van 2012 een ronde langs stadsdelen en langs alle onderdelen uit het ruimtelijk domein om die andere manieren van werken op te halen. Met als kapstok de tien ontwerpopgaven uit het Manifest voor Amsterdam en de uitkomsten van Karspelpr8ig. De oogst van BuitensteBinnen was buitengewoon groot: maar liefst 37 andere manieren van werken zijn aangedragen. Een belangrijke conclusie is dat andere en innovatieve manieren van werken vooral dichtbij de praktijk en werkelijkheid liggen. Mooie voorbeelden zijn: – Het leggen van de verantwoordelijkheid voor het
24
PLANAmsterdam
–
–
– –
voldoen aan bouwvoorschriften bij marktpartijen zelf in plaats van bij Bouw- en woningtoezicht (Stadsdeel Oost). De Initiatievenbox (Stadsdeel Nieuw-West) waarbij initiatiefnemers op korte termijn uitsluitsel krijgen over hun initiatief en, indien kansrijk, het initiatief snel door procedures wordt geleid (bijvoorbeeld met regelluwe zones). Diners pensant georganiseerd door, en onder regie van de Tolhuistuin (Noordwaarts) waarbij interactie wordt gecreëerd tussen private betrokkenen in gebied en wijk en waar waardecreatie kan plaatsvinden; van stakeholder naar shareholder. Een sloopcomplex (Heesterveld) opnieuw van waarde voorzien, door kunstenaars en studenten. Aanvullende rol van marktpartijen bij het op onorthodoxe wijze verkorten van doorlooptijden bij de realisatie van zevenhonderd tijdelijke studenteneenheden (Projectbureau Vernieuwing Bijlmermeer).
13 Heesterveld blok 4 in Amsterdam Zuidoost is tijdelijk omgetoverd in een culturele hotspot voor creatieve, startende en ambachtelijke ondernemers. Deze Heesterveld Creative Community ‘bewoont’ het pand totdat de vier blokken van het gebouwencomplex in 2017 worden gesloopt of herontwikkeld. / Heesterveld Block 4 in Amsterdam-Southeast has been temporarily transformed into a cultural hotspot for the creative industries, start-ups and traditional craftspeople. The Heesterveld Creative Community will be ‘inhabiting’ the property until the four blocks
of this complex are either demolished or redeveloped in 2017. Foto: Ronald Tilleman
13
Opvallend is dat in BuitensteBinnen de opgaves ‘Laat de controle los’, ‘Durf te kiezen’ en ‘Gebruik de tussentijd’ uit het Manifest voor Amsterdam het meest werden genoemd. Er is blijkbaar een kleine ambtelijke voorhoede ontstaan die wijst op de noodzaak van een andere wijze van besturen.
wegen inslaan. Om de maatschappelijke legitimiteit te behouden, of niet te verliezen, moet de zoektocht naar hoe we als gemeente de omgangsvormen met de samenleving opnieuw gaan vormgeven, snel worden opgepakt. Niet morgen maar vandaag, want de vraag is niet van gisteren.
Niet morgen maar vandaag Zowel binnen de overheid als in de samenleving wordt gevraagd om een andere overheid. Deze vraag leeft ook in de ruimtelijke sector. Samenvattend komt die vraag neer op minder regels, minder beleid, minder visies, minder plannen en meer vrijheid, meer eigen verantwoordelijkheid, meer zeggen- en eigenaarschap, meer ruimte voor experimenten en tijdelijkheid, meer maatwerk. Dit vraagt om een volstrekt andere wijze van besturen. Een andere manier waarover nog slecht sporadisch wordt nagedacht terwijl de samenleving en een klein aantal ‘guerilla-ambtenaren’ al andere
05 | 2013
25
Summary
Working on the city in new ways Demand-driven, enterprising and in concert Existing systems and principles, such as an economy predicated on growth alone, no longer seem to be working in the Western world. Plenty of change is afoot in the social and civic realms as well. We are seeing paradigm shifts that will have an impact on spatial development in Amsterdam.
New working methods In 2004 the Physical Planning Department (DRO) undertook a unique process: ‘The Planological Discussion’ (Planologische Discussie). Over a two-year period, urban planners and designers within the DRO devised a new methodology that was more open and less expert-driven, seeking wideranging cooperation with Amsterdam society from the very start. More or less simultaneously, Amsterdam’s then alderman for spatial planning, Duco Stadig, launched a totally different process: ‘The Great Simplification’ (De Grote Vereenvoudiging, or DGV), which also lasted two years. DGV was focused on accelerating the rate of housing production by streamlining municipal procedures, steering the drive and perseverance, slimming down public consultation procedures and shifting a larger portion of the risk onto the shoulders of the private sector. This operation heralded the end of a consumptive economy largely propped up by credit and was aimed at substantially increasing residential construction, but the process eventually stranded in great swathes of office space left unoccupied and numerous real-estate scandals.
Better instead of more Nowadays more and more doubts are being cast on the efficacy of the post-war economic paradigm of imperative growth (in terms of production and otherwise). It seems that
26
better quality is gaining in importance over greater quantity – especially in terms of people and planet – and that access and sharing are becoming more important than ownership. Amsterdam enjoys an excellent starting position within an economic model of this kind; land is allocated by the city authorities on long-term ground leases and is therefore in the hands of society. Amsterdam is also unlike most other cities because of its large proportion of rented accommodation, namely 70 percent of the housing stock. The proportion of mid-priced rentals is expected to increase further over the coming years.
Dynamic network society The countless local initiatives, collectives and cooperatives that are popping up like mushrooms in the realms of residential construction, food and energy make it evident that we are living through a paradigm shift. They are initiated by residents who can organize themselves quickly thanks to the internet and can take action based on a social need and an urge to de-systematize their lives. This is certainly evident in Amsterdam, where there is a high proportion of young, well-educated inhabitants, citizens who possess the wherewithal, knowledge, competencies and drive to push onward despite the impact of the crisis and are collectively rolling up their sleeves to address a whole range of issues, including local development. New forms of cooperation, such as Geef om de Jan Eef, Boloboost, I Love Noord and the Timorplein Community, are increasing the sense of involvement with the neighbourhood and tapping into the talents of fellow locals. This makes neighbourhoods more robust while giving local entrepreneurs a boost. Civic engagement of this kind makes the city more socially cohesive, as people who are proactive
PLANAmsterdam
by nature look beyond their personal bank account, living room or circle of friends: they want to stand up and make their mark in society.
City coaches The age of development based on grand and compelling plans is over; the time has come for nudges in the back and engaged consultation. It is high time for ‘city coaches’: people who coach by actively listening to the city’s narratives and by allowing residents the leeway to drive developments based on their personal strengths and application. Many initiatives and city coaches in various guises are putting down roots in the city. While one establishes itself in a remote corner of a business park in Amsterdam-Southeast (Glamourmanifest), another chooses the windswept IJburglaan in the urban expansion district of IJburg (Placemakers) or a former school building in Amsterdam-West (Coop MidWest). Another example is PLUG de dag (a wordplay on the Dutch for carpe diem and ‘plugging-in’), an online network of more than 400 professionals from diverse backgrounds who are based in the Amsterdam Metropolitan Area. The motives for establishing this network were a desire to contribute something to society, meet new people and discover unusual locations. PLUG organizes an alternative workplace in the city every Wednesday, usually a vacant space at a social organization where ‘PLUGgers’ work on their own projects online. Over lunch they turn their attention to an issue that the host organization wishes to resolve and provide directly applicable advice by way of thanks for the hospitality. The coaching of stakeholders, businesses, community centres and communities seems to be a new form of urban development: by
‘The countless local initiatives, collectives and cooperatives that are popping up like mushrooms in the realms of residential construction, food and energy make it evident that we are living through a paradigm shift.’ Auteurs van dit nummer
discovering new forms of cooperation and conducting experiments it can lead to novel insights and improvements while helping to stimulate urban development. This often takes the form of light-hearted and/or cultural events or campaigns. The emphasis here is on the programming of the city rather than physical change, yet the city continues to develop. Such civic engagement eventually has an indirect influence on the city’s spatial and economic development. In the blueprint planning of traditional urban development we have paid little attention to this burgeoning social capital until now.
New-style governance Within government and across society there is a demand for less regulation and less topdown policy, fewer visions and plans and greater freedom, more personal responsibility, greater citizen input and ownership, more leeway for experimentation and the temporary, more made-to-measure solutions. This calls for a totally new form of governance, a style of helmsmanship that ought to be characterized by openness, a shared understanding of the task and ongoing dialogue.
Femke Haccoû (1981) − Is sinds 2008 landschapsarchitect bij DRO en daarnaast mededirecteur van Haccoû Consulting & Design − Studeerde Landschapsarchitectuur aan de Wageningen Universiteit − Was werkzaam als onderzoeker en landschapsarchitect bij Alterra en Vondel Vastgoed − Is initiator van het PLUG- de-dag-initiatief (opgericht in 2010) − Houdt zich nu bezig met het ontwerpen en ontwikkelen van parken en nieuwe procesvormen van stedelijke ontwikkeling Zef Hemel (1957) − Werkt sinds 2004 bij DRO in de directie en is in 2012 benoemd op de Wibautleerstoel aan de UvA als bijzonder hoogleraar voor de studie van de grootstedelijke problematiek, in het bijzonder van Amsterdam (Wibautleerstoel) − Studeerde Sociale geografie aan de Rijksuniversiteit Groningen en promoveerde in de Letteren aan de UvA met een onderzoek naar de planning, inrichting en vormgeving van de IJsselmeerpolders – Was curator van de tentoonstelling Vrijstaat Amsterdam (2009) – Werkt nu onder meer aan de praktijkleergang De Nieuwe Wibaut Jurgen Hoogendoorn (1960) − Werkt sinds 2003 bij het Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam − Studeerde Sociologie aan de Rijksuniversiteit Utrecht en Planologie aan de Universiteit van Amsterdam − Werkte voorheen als beleidsadviseur bij de Stedelijke Woningdienst Amsterdam − Houdt zich nu bezig met verdien- en meerwaardemodellen, transitie & innovatie in het ruimtelijk domein Anouk de Wit (1966) − Werkt sinds 2001 bij DRO − Studeerde Kunstgeschiedenis en Archeologie aan de VU − Was tot 2011 directeur van het gemeentelijk Informatiecentrum De Zuiderkerk voor Ruimte Bouwen Wonen en heeft zich sindsdien toegelegd op initiatie en organisatie van projecten waarin interactie tussen vakgemeenschap en burgers of gebruikers van de ruimtelijke omgeving tot stand wordt gebracht, onder meer bij de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam, het Van Eesterenmuseum en ARCAM − Werkt nu bij ARCAM aan de manifestaties Oosterdok United en Van Poort tot Poort
PLANAmsterdam is een uitgave van de Dienst Ruimtelijke Ordening Gemeente Amsterdam en is te downloaden vanaf www.amsterdam.nl/planamsterdam
05 | 2013
27
Stadsbeeld 05/13 Groene linten
Kaart: Herengracht - pentekening eerste systematische boomaanplant door Pieter Bast (1597), Stadsarchief Amsterdam / Foto: Herengracht - Gouden Bocht, Hans Kaljee
Amsterdam plant al 400 jaar bomen Vierhonderd jaar geleden begon Amsterdam met de aanleg van de wereldberoemde grachtengordel. Al vrij snel na de realisatie van de eerste grachten werden langs het water bomen geplant, volgens een vast stramien, op twee Amsterdamse roedes van elkaar (7,36 meter). Tomaso Contarini, ambassadeur van Venetië schreef in 1610: “De Amsterdamse grachten zijn ruim en recht met aan beide zijden zeer brede kaden die precies lijken op de Venetiaanse wijk Cannaregio. De kaden zijn echter heel veel mooier, omdat er gewoonlijk langs de hele lengte van de gracht een rechte rij grote bomen staat, die de
Amsterdammers ‘lind’ noemen en die door hun groen zeer veel bijdragen aan de fraaiheid van de stad.” Het beleid om de stad te vergroenen met bomen die systematisch worden geplant is nog steeds zichtbaar; typerend zijn de bomenrijen langs vrijwel elke gracht en straat. Amsterdam is met 350.000 bomen een groene wereldstad en vorig jaar niet voor niets uitgeroepen tot ‘European City of Trees’. Hans Kaljee, hoofdstedelijk bomenconsulent, DRO