AMERSFOORT POCKET 1 SEPTEMBER 2009
zaterdag 12 september 2009 10.00 – 17.00 uur zondag 13 september 2009 12.00 – 17.00 uur
41, 42, 43
Varend erfgoed 12 St. An
na s
tra
at
3 10
18
11
Poth
13 Havik
egra cht
33 36
Sta
tio
n/
V VV
ag /W
en
we
rkp
ts laa
La
Ko
at
35
e ng
s
30
rte
en
32 31
L.V. Kerkhof
tra
34
Stadsring
38
40
22
uiz
37
21
16 15
Hof
gr
ac
ht
28
29 27
25 23
24
26
VVV
l
14
Lang
1
20
17
urh
8
nge
7
6
39
R
O
U
T
E
B
I
N
N
E
N
S
T
A
19
at Ka
't Zand
Mu
2
stra
dsi
9
Zui
4 5
D
mp
OPEN MONUMENTEN Open Monument alleen zaterdag open alleen zondag open zaterdag èn zondag open muziek ook muziek op zondag zaterdag èn zondag open + distributiepunt in routebeschrijving • • • route open monumentendag 1 2 -
Observantenklooster, Stadhuisplein 7 Rijksdienst Cultureel Erfgoed, Smallepad 5 Kade Kunsthal, Smallepad 3 Entree betalen, gratis rondleiding
-
Varend Erfgoed, kade Kleine Koppel pag. 5 - 6
3 4 5 6
Koppelpoort, Kleine Spui/Grote Spui Verloop Oude Eem Beiaardschool, Grote Spui 9-11 Brouwerij de Drie Ringen, Kleine Spui 18 Mannenzaal, Westsingel 47
7
18
Hofje Armen de Poth, Sint-Rochuskapel, ook muziek op zondag ingang Pothstraat Stadsmuur Sint Annastraat Winkelpand, Kamp 82 Coninckstraat 15, Logies de Tabaksplant Kamperbinnenpoort niet open Secretarishuisje, Muurhuizen 107 Dieventoren, Muurhuizen 97 Monnikendam, Plantsoen-Zuid 2 Burgerweeshuis, Regentenkamer, Zuidsingel 25 Huis met de Paarse Ruiten, Zuidsingel 38 Museum Jacobs van den Hof, Zuidsingel 14
19 20 21 22 23 24 25 26
zaterdag+zondag: Levende geschiedenis v.a. 13 uur
28 29 30 -
Museum Flehite, Westsingel 50
31
Evangelisch-Lutherse Kerk, Langestraat 61
Entree zaterdag gratis, zondag € 6,- incl. bezoek Mannenzaal. T/m 17 jaar: gratis
Elleboogkerk, Langegracht 36
9
Sint-Aegtenkapel, ’t Zand 37 ook muziek op zondag
Sint-Franciscus Xaverius, ’t Zand 29 ook muziek op zondag
11
Appelmarkt, opgraving kapel
Muziekschool, ingang via brug Zuidsingel, uitgang via Muurhuizen Voormalig St. Elizabeth-gasthuis, Muurhuizen 33 Synagoge, Drieringensteeg Mondriaanhuis, Kortegracht 11 Scherbierstraat
8
10
17
12 13 -
Oud-Katholieke Kerk van de Heilige Georgius, ’t Zand 13 Joodse begraafplaats, Bloemendalsestraat Muurhuizen 136 Noordzijde Havik
14 15 16
Leger des Heils, Havik 25 Havik 37 Oude Stadhuis, Hof Logement de Gaaper, Hof 39 Sint-Joriskerk, Hof 1
27
ook muziek op zondag
32 33 34 35
Grand Café Hemels, Langestraat 63 Opstapplaats de Waterlijn, Krommestraat Archeologisch Centrum, Langegracht 11 Lieve Vrouwekerkhof Onze-Lieve-Vrouwetoren, Lieve Vrouwekerkhof Kapelhuis, Krankeledenstraat 11
36 37 38
Johanneskerk, Westsingel 30 Oude Stadhuis, Westsingel 43 Logegebouw Jacob van Campen, Van Persijnstraat 9
39 40 41
Nieuwe Kerk, Leusderweg Wagenwerkplaats, Piet Mondriaanlaan De Inham, Hamseweg 40, Hoogland
42 43
Sint Martinuskerk, Kerklaan 22, Hoogland Kapel Coelhorst, Coelhorster weg 35
1
C
Deze pocket, samengesteld voor de Open Monumentendag 2009, is een initiatief van Uitgeverij Educom BV en kwam tot stand in samenwerking met de gemeente Amersfoort en het comité Open Monumentendag Amersfoort. De Amersfoort Pocket is een uitgave van het Amersfoort Magazine. Jaargang 12 - nr. 1 - september 2009 Het comité Open Monumentendag is een samenwerkingsverband tussen VVV Amersfoort Museum Flehite Gilde Amersfoort de NV Amersfoortse Maatschappij tot Stadsherstel Uitgeverij Educom BV Bureau Kunsteducatie Gemeente Amersfoort Archief Eemland, Bureau Archeologie, Bureau Communicatie SOB, Bureau Monumentenzorg en Bureau Toerisme, Recreatie en Sport In het comité hadden in 2009 zitting: R. Luchtenveld Wethouder Monumentenzorg en Archeologie, voorzitter J. van Adrichem Gilde Amersfoort A.M.E. de Backer Stadsherstel H. Beckers Gilde Amersfoort C. van den Braber restauratie-architect J. van Brussel sponsoring
O
L
O
M.A. Cramer Monumentenzorg R.P.H. Diederiks Uitgeverij Educom BV L. Edelkoort Museum Flehite R. Griede VVV Amersfoort H.M. Groenland Toerisme A. Groot Kunsteducatie J. Heukelom Kunsteducatie F.M.E. Snieder Archeologie D. Steenbeek Archief Eemland Het Comité Open Monumentendag Amersfoort werd inhoudelijk en organisatorisch ondersteund door de medewerkers van het gemeentelijke bureau monumentenzorg: A.L.M. Hovens, G.A. Keijzer, A.J. van der Veen en J.B. Vernhout. De dagelijkse organisatie van dit evenement was in handen van Rianne Griede (VVV) en Max Cramer (Monumentenzorg). Hoofd- en eindredactie Max Cramer en Robert Diederiks Redactie Dit nummer werd samengesteld door het gemeentelijke bureau Monumentenzorg. Tekstbijdragen werden ontvangen van: Ko Blok, Cor van den Braber, Janneke van Brussel, Max Cramer, Lydia Edelkoord, Jos Heukelom, Sandra Hovens, Gerard Keijzer, Max Popma, Joke Sickmann, Sandra Siemers, Francien Snieder, Abe van der Veen en Ger Verzijde.
F
O
N
Afbeeldingen De foto's werden gemaakt door: Cor van den Braber, Max Cramer, Sandra Hovens, Tjeerd Jansen en Gerard Keijzer. Met speciale dank aan: Archief Eemland voor het beschikbaar stellen van het kaartmateriaal Cor van den Braber voor het schrijven van twee artikelen over historische kaarten Alex de Jonge, afdeling Geo-informatie, die de routekaart heeft vervaardigd Ko Blok en Ger Verzijde Varend Erfgoed Cees van de Wetering en Max Popma Stichting Veteranenbussen Joke Sickmann Stichting Industrieel Erfgoed in de Stad Amersfoort Sponsors Deze speciale uitgave werd mogelijk door een financiële bijdrage van de gemeente Amersfoort. Daarnaast werden bijdragen ontvangen van: Uitgeverij Educom BV NV Amersfoorse Maatschappij tot Stadsherstel Logement de Gaaper Van de Burgt & Strooij Herik Rail www.openmonumentendag.nl Verkoopprijs € 5,00
is hoofdsponsor Open Monumentendag 2009.
2
V
O
O
R
W
O
O
R
D
2009 is voor Amersfoort een bijzonder jaar. 750 jaar geleden kreeg Amersfoort stadsrechten en dat hebben wij het afgelopen half jaar met veel plezier gevierd. Wij zijn trots op onze mooie stad en daarom is het van betekenis dat de afsluiting van Amersfoort 750 samenvalt met de 23ste aflevering van de open monumentendag. Veel Amersfoorters zullen op pad gaan om van beide evenementen te genieten. Dit jubileumjaar was voor het college ook aanleiding de Stichting Open Monumentendag te vragen de landelijke opening van deze dag in Amersfoort te laten plaatsvinden. Daar is met groot enthousiasme op gereageerd. Hierdoor hebben de vertegenwoordigers van de plaatselijke comités uit het gehele land kennis kunnen maken met het rijke monumentenbezit van onze gemeente. Opgraving Kapel Appelmarkt Het thema van dit jaar ‘Op de Kaart’ past uitstekend bij Amersfoort. De markante Onze-Lieve-Vrouwetoren vormt sinds het begin van de 19de eeuw het nulpunt van de rijksdriehoeksmeting en is daarmee het cartografisch middelpunt van ons land. Amersfoort is in de loop der tijd vaak op kaart vastgelegd. Een opeenvolging van fraaie historische stadsplattegronden geeft een beeld van de ontwikkeling van de stad. Het Comité Open Monumentendag Amersfoort heeft ook dit jaar weer een aantrekkelijk programma opgesteld, waarbij de stadsgeschiedenis aan de hand van historische kaarten wordt verteld. In deze pocket, een nieuwe uitgave van het Amersfoort Magazine, zijn de belangrijkste stadsplattegronden als naslagwerk samengebracht. Het is duidelijk dat nauwkeurig onderzoek op grond van historische kaarten veel toevoegt aan het verhaal over de geschiedenis van de stad. Ook blijkt dat heel wat panden en objecten al verdwenen zijn, voordat de eerste kaartenmakers in Amersfoort de stad vastlegden. Archeologisch onderzoek heeft al veel over de oudste geschiedenis van de stad aan het licht gebracht, maar wel heel frappant was de ontdekking deze zomer van een middeleeuwse kapel op de Appelmarkt, die noch van stadsplatteHistorische bussen van de stichting Veteraan Autobussen rijden op 12 en 13 september in Amersfoort.
gronden, noch uit de archieven bekend is. In dit jubileumjaar gaf het een extra historische dimensie aan de feestelijkheden. Het college heeft dan ook gezorgd dat deze opgraving ook tijdens de open monumentendagen door het Amersfoortse publiek kon worden bezocht. Voor het eerst zijn in Amersfoort, ter gelegenheid van Amersfoort 750, zowel zaterdag als zondagmiddag een groot aantal bijzondere monumenten opengesteld en bezoekers kunnen deelnemen aan excursies met historische bussen. Voor het eerst is er dit jaar ook aandacht voor het varend erfgoed. Een bezoek aan de haven bij de Kleine Koppel is zeer de moeite waard. Daarnaast zijn activiteiten georganiseerd (zie pagina 5 - 11). Ik wil u graag attenderen op www.amersfoortopdekaart.nl waar u ook veel gegevens over dit boeiende onderwerp vindt. Bezoekers kunnen bijvoorbeeld oude stadsplattegronden over een moderne kaart leggen. Daarnaast bevat de site een tijdlijn met de hoofdpunten uit de geschiedenis van de stad en interessante wandelingen die gedownload kunnen worden. U kunt ook zelf makkelijk historische informatie over een voor u belangrijke locatie toevoegen. Klik op ‘toevoegen’. De eerste vijf inzenders krijgen een foto naar keuze uit de beeldbank van Archief Eemland, digitaal of afdruk, cadeau. Vermeld bij uw tekst: code MD. Ik wens u zowel tijdens deze Open Monumentendagen als daarna bij het bestuderen van deze pocket veel plezier! Ruud Luchtenveld Voorzitter Comité Open Monumentendag Amersfoort Wethouder Monumentenzorg en Archeologie 3
I 14
33
L.V. Kerkhof
1 2/4
U
D
OVERZICHT OPEN MONUMENTEN COLOFON
3
V O O R W O O R D Ruud Luchtenveld
5
EXTRA ACTIVITEITEN O P E N M O N U M E N T E N D A G 2 0 0 9 Max Cramer
5 7 9 10
HISTORISCHE SCHEPEN HISTORISCHE BUSSEN TENTOONSTELLING KUNST WERKT HISTORISCHE TREINEN / WANDELINGEN / VERHALEN
12
R O U T E B I N N E N S T A D Sandra Hovens en Max Cramer
27
A M E R S F O O R T, V A N K A A R T N A A R K A A R T 15 6 0 - 18 8 8 Cor van den Braber
57
N U L P U N T Cor van den Braber
59
A M E R S F O O R T, M O D E R N E S T A D S P L A T T E G R O N D E N Max Cramer
76
L A N D G O E D E R E N , P A R K E N E N T U I N E N Max Cramer
NINKENDAM HARDERWIJK
O
R O U T E K A A R T B I N N E N S TA D 2 0 0 9
32 31
NAARDEN
H
I N H O U D
16 15
Hof
N
VELUW
AMERSFOORT UTRECHT
RHENEN
Vormgeving en productie Uitgeverij Educom BV R.P.H. Diederiks, uitgever Postbus 25296 3001 HG Rotterdam Tel. 010 - 425 6544
[email protected] www.uitgeverijeducom.nl
Distributie – Eén week voor de Open Monumentendag: VVV Amersfoort Stationsplein 9-11 Observant Stadhuisplein 7 – Tijdens de Open Monumentendag: VVV-Amersfoort Stationsplein 9-11 De Observant Stadhuisplein 7
OLV-toren Lieve Vrouwekerkhof Arch. Centrum Langegracht 11 Museum Flehite Westsingel 50 Adreswijzigingen Doorgeven aan: Bureau Monumentenzorg, Sector Stedelijke Ontwikkeling en Beheer,
4
Postbus 4000 3800 EA Amersfoort Telefoon 033 - 469 4816, Max Cramer of
[email protected] © Copyright september 2009 Uitgeverij Educom BV ISSN 1387-5701
E X T R A
A C T I V I T E I T E N
HISTORISCHE SCHEPEN VAREND ERFGOED AAN DE KLEINE KOPPEL zaterdag en zondag Naast de openstelling van bijzondere oude en nieuwe monumenten, zal er dit jaar in Amersfoort speciale aandacht zijn voor het varend erfgoed. In 2006 is de Eemhaven na een grote restauratie van het hele havengebied geopend. In de nabijheid van de Koppelpoort ligt een uniek gebied met markante gebouwen, zoals Rohm & Haas, de voormalige Erdalfabriek (Sara Lee) en de Kwekersbrug. Dit industriële erfgoed komt sinds 2006 optimaal tot zijn recht door de aanwezigheid van een aantal authentieke schepen. Oude schepen verdienen onze aandacht door hun verbondenheid met de geschiedenis en economie van Nederland. Deze schepen verdienen een thuishaven; zonder vaste verblijfplaats is er geen gelegenheid dit erfgoed in conditie te houden. Zonder onderhoud raken schepen verwaarloosd en zullen zij in hoog tempo verdwijnen. Tijdens de open monumentendag zijn vier monumentale schepen uit de hoogste categorie (zie kader hieronder) aanwezig. Er is voorlichting over de scheepskenmerken,
IJsselaak uit 1910 speciaal naar Amersfoort gekomen. over het oude havengebied en over de sociale projecten, waarmee de schepen een nieuw bestaansrecht krijgen. ‘SEVILLE’ Riviermotorsleper met een vaste ligplaats. De Seville heeft een A-1 registratie, dus ook de motor is origineel. Bouwjaar 1930, Werf: Heazer & Zn Hardinxveld, Lengte 16,12 m.
VA R E N D E R F G O E D O N D E R V E R D E E L D I N K L A S S E N De monumentale, historische schepen, aangeduid met de term ‘Varend Erfgoed’ staat ingeschreven in een speciaal Register, met een een onderverdeling in drie categorieën. Klasse A – In deze categorie zijn de schepen ondergebracht, die nagenoeg geheel in de originele staat rondvaren. Deze schepen zijn zowel van binnen, als van buiten in de originele staat. Van deze schepen zijn er niet meer zoveel over, zij zijn het varend erfgoed, de varende monumenten. Het vraagt voorlichting en/of deskundigheid om het onderscheid te kunnen maken en de schepen hun waarde toe te kennen. In de puurheid van het materiaal, van de kenmerken, de kleuren, van het
toegepaste ambacht herkent men de stoere wereld van weleer. Klasse B – Bij deze categorie schepen is het casco origineel en zijn er meer originele kenmerken. Bij deze schepen ligt de nadruk op het in stand houden en/of restaureren van de historische kenmerken. Hoe meer originele kenmerken, hoe meer status het schip heeft. De schepen van de B-klasse worden in de vaart gehouden. Vaak varen de schepen met gasten om het erfgoed onder de aandacht te brengen en om de kosten van het onderhoud op te kunnen brengen. Hier botst de oude met de nieuwe wereld; de regelgeving omtrent erfgoed en de regelgeving omtrent veiligheid zit elkaar in het 5
vaarwater. Voor de Bruine Vloot in Nederland heeft dit grote gevolgen. In Amersfoort houdt de Stichting OLV-Amersfoort historische schepen in de vaart. Klasse C – Er is sprake van een origineel casco, maar veel andere originele kenmerken zijn verdwenen of veranderd. Het vrachtruim is verhoogd, de tuigage is verdwenen, er zijn ramen in de romp geplaatst, de luikenkap is vervangen door een vast dek en de roerstand is gemoderniseerd. Soms is de motor geheel verdwenen. In Nederland zijn er tal van mooie schepen, welke in deze categorie vallen. Zij hebben vaak een andere dan een varende functie.
E
Namen: Seville (1930), Campina (1942), Finatex (1942), Albatam (194?), Adriana (1953), Renate (1969), Volharding 3 (1981), Seville (1985). Bijzonderheden: gebouwd onder de naam Seville. In 1956 is de Kromhout-motor vervangen door een MODAG tweetakt diesel met 150 PK. In 1994 gekocht door Frank Kersten uit Baarn. In 2001 krijgt het schip een plaats in de Eemhaven te Amersfoort (foto boven). VRACHTVAARDER ‘VITA NOVA’ Een Spits uit 1940 [status A-2] met origineel ingerichte schipperswoning, authentiek vrachtruim en vooronder. In deze staat varen nog slechts vier spitsen in Nederland en België. Zie: www.olv-amersfoort.nl Bouwjaar 1940, Werf: Plaquet, Peronnes, België, Lengte: 39,04 m. Namen: Froburg, Hamburg 3 (1940), Arendje (1951), Rival (1961), Vita Nova (1983). Bijzonderheden: gebouwd onder de naam Froburg. Naar Duitsland gehaald. Na de oorlogsjaren naar Nederland gekomen als herstelbetaling. In 1986 wordt de motor (MWM-Deutz/100 pk) vervangen door een Volvo Penta MB 100/150 pk. In 2009 gekocht door Ger en Joke Verzijde uit Amersfoort. IJSSELAAK ‘DOOR GUNST VERKREGEN’ Zaterdag 11 - 16 uur Losdemonstratie Speciaal voor de open monumentendagen naar Amersfoort gekomen. Dit schip (foto rechtsboven)is als zeilschip gebouwd. De schipper baggerde zelf handmatig zand met een lange stok, waaraan een stalen beugel met jutezak, het zogenoemde
X
T
R
A
A
C
T
I
V
I
T
E
I
T
E
beugelen. Er werd vooral gebaggerd op de Lek en de Merwede o.a. ter ophoging van het bouwterrein van het Rotterdamse stadhuis in de jaren dertig. In de jaren twintig voorzien van een zijschroef- en zelflosinstallatie. De motor onder het voordek wordt zowel voor de voortstuwing als voor het zandlossen gebruikt. Tot 1953 in gebruik en tot in de jaren ’70 bewoond. Bouwjaar 1910, Werf: Van Limborgh te Lekkerkerk. Naam: ‘Door Gunst Verkregen’. Bijzonderheden: De zelflosinstallatie is na jaren experimenteren door de ijsselschipper Arie Kreuk uitgevonden. Sinds 1949 staat een Samofa motor type S-1-108 in het schip. In 2000 werd de ijsselaak gekocht door Ko Blok, die het zwaar verwaarloosde schip restaureerde. I.s.m. het Havenmuseum Rotterdam worden regelmatig losdemonstraties gegeven. Zie: www.kreuk-zand.nl SCHEPEN AAN DE K A D E Natuurlijk zijn vanaf de kade ook de vaste Amersfoortse schepen te zien; de beide restaurantschepen, het woonschip de Leonard, de bewoonde zeilcharter De Roode Kaat (foto rechts), Groninger Tjalk 1897 met originele tuigage op de hals, de luikenkap, een aangehangen roer met fraaie roerklik) en de opduwer Koppelgast uit 1930. 6
N
A M E R S F O O R T
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
EXCURSIES MET HISTORISCHE BUSSEN Zaterdag 12 september Tijdens de Open Monumentendagen rijdt de Stichting Veteraan Autobussen met een aantal historische bussen in verschillende gemeenten, waaronder Amersfoort. Deze bussen – zélf ook ‘rijdende monumenten’– verzorgden vroeger daadwerkelijk in die gemeenten het dagelijks vervoer. Het is dan ook een belevenis om met dit mobiele erfgoed een excursie door Amersfoort te maken. U kunt kiezen uit vijf mogelijkheden. E X C U R S I E G R E B B E L I N I E zaterdag onder voorbehoud Naast de stadsmuren vormt de Grebbelinie vanaf de 18de eeuw één van de belangrijkste verdedigingsgordels rond Amersfoort. De Linie is samen met een aantal monumentale boerderijen, daterend vanaf de 17de eeuw tot de Wederopbouwperiode, nog steeds beeldbepalend voor het aanzien van het landschap langs de Eem en Hoogland-West. De route voert langs verschillende hoogtepunten. Vertrektijd: zie kader pagina 8. E X C U R S I E A + B zaterdag én zondag
INDUSTRIEEL ERFGOED OP DE KAART Na de aanleg van de spoorlijnen in het derde kwart 19de eeuw, vestigden zich – aangetrokken door de centrale ligging en de goedkope bouwgrond – veel industrieën in Amersfoort. De route is samengesteld door de Stichting Industrieel Erfgoed in de Stad Amersfoort (SIESTA) en leidt langs de belangrijkste voorbeelden van het Amersfoortse industriële erfgoed, waaronder de Veerensmederij op het terrein van de Wagenwerkplaats en complexen langs de Eem. Tevens bezoek tentoonstelling ‘Kunst Werkt’ in de voormalige Erdalfabriek (Sara Lee), onder begeleiding van Joke Sickmann. Vertrekplaatsen: De Observant, Stadhuisplein 7 en de Wagen-
werkplaats bij de loods van de Stichting Historische Dieseltreinen (platform tussen grote loodsen nabij Structon Loods, in verlengde van Piet Mondriaanlaan). Vertrektijden: zie kader pagina 8. E X C U R S I E B E R G K W A R T I E R zaterdag Toen de plannen voor de bouw van een nieuw station aan de voet van de Amersfoortse Berg ver gevorderd waren, nam de particuliere bouwmaatschappij ‘Nieuw Amersfoort’ in 1899 het initiatief voor de aanleg van een villapark in de directe omgeving van het station. Befaamde tuinarchitecten als Hartogh Heys van Zouteveen en Smits & Schulz ontwierpen een plan in Engelse landschapsstijl. In 2007 is dit villapark door het rijk als beschermd stadsgezicht aangewezen. Vertrektijd: zie kader pagina 8.
7
E
E X C U R S I E W E D E R O P B O U W zaterdag Na de oorlog werd door stadsarchitect Zuiderhoek en stedenbouwkundige Rooimans een aantal, prachtig in het glooiende landschap gelegen, complexen ontworpen, zoals o.a. het gebied rond de Ganskuyl. Licht, lucht en ruimte vormden de kenmerken van deze nieuwe wijken, die nu met de term Wederopbouw-architectuur worden aangeduid. Ook verrezen in die periode bijzondere school- en kloostergebouwen. Vertrektijd: zie kader hieronder.
Zaterdag 12 september bus A bus B bus A bus B bus A bus B
T
R
A
A
C
T
I
V
I
T
E
I
T
E X C U R S I E K AT T E N B R O E K zaterdag De aanleg van de wijk Kattenbroek, ontworpen door de stedenbouwkundige Ashok Bhalotra, werd vanuit het hele land met aandacht gevolgd. Iedere zondag bezochten veel belangstellenden de wijk in aanbouw. De busroute geeft een indruk van de wijk met een grote variatie van moderne architectuur. Vertrektijd: zie kader hieronder.
Vertrek: Observant 11.00 11.30 13.00 13.30 15.00 15.30
X
WEDEROPBOUW INDUSTRIEEL ERFGOED BERGKWARTIER KATTENBROEK GREBBELINIE (onder voorbehoud) INDUSTRIEEL ERFGOED
Zondag 13 september 11.30 / 13.30 / 15.30 bus A INDUSTRIEEL ERFGOED Alle excursies: deelname aanmelden bij VVV Amersfoort: 0900-1122364 (€ 1,30/gesprek), of:
[email protected]
8
E
N
A M E R S F O O R T
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
Ga mee met historische bus en schrijf zélf geschiedenis! In augustus wordt een website geopend, waarop u uw verhalen kwijt kunt over de tijd dat u zelf ‘met de bus ging’. En tijdens Open Monumentendag kunt u meerijden; misschien wel met úw bus van toen. Autobussen behoren tot het decor waarin het dagelijks leven zich afspeelt. Nú is het gewoon om met de auto overal heen te gaan. Vroeger was de bus juist heel gewoon... Herinnert u zich die tijd dat een gang naar werk of school, maar ook familiebezoek of een uitje zonder bus nauwelijks was voor te stellen? Met name van 1945-1970, de tijd van wederopbouw en welvaartsmaatschappij, vormden autobussen de ruggengraat in het personenvervoer. De Stichting Veteraan Autobussen is benieuwd naar uw herinneringen. Omdat úw verhalen een interessante aanvulling op de lokale verkeers- en vervoergeschiedenis. Deel uw verhalen. Doe er foto’s of oude buskaartjes bij! En wat u verder nog kunt verzinnen!
U vindt op de site informatie over de gemeenten waar u kunt opstappen en hoe u uw verhalen kwijt kunt. Tot dan! www.autobus - erfgoed.nl. E-mail:
[email protected].
TENTOONSTELLING ‘KUNST WERKT’ De Stichting voor Industrieel Erfgoed in de Stad Amersfoort spant zich in om het industriële erfgoed te documenteren en onderneemt initiatieven die leiden tot behoud. Met deze tentoonstelling vestigt Siesta de aandacht op objecten en kunstvoorwerpen die Amersfoortse bedrijven in de afgelopen 120 jaar hebben voortgebracht. Bedrijven als Eysink, Noack, Bronswerk, Erdal en Remia lieten in de twintigste eeuw in Amersfoort nieuwe, moderne fabrieksgebouwen neerzetten. Kunstenaars lieten zich vaak inspireren door de industrie. Daarnaast zorgde het bedrijfsleven voor opdrachten die dienden om het bedrijf of de producten te promoten. De (Amersfoortse) Kamer van Koophandel levert een bijdrage aan de expositie van Siesta met een unieke eigen inzending. Daarbij wordt niet alleen aandacht besteed aan de geschiedenis van deze
instelling, maar ook aan de belangrijke rol die de Kamer speelt in het bedrijfsleven van de stad. ‘Kunst Werkt’ wordt op 11 september om 10.30 uur geopend door Drs Jacques van Ek. Vanaf 17 september tot 15 oktober wordt op donderdagavond in het gebouw van Sara Lee lezingen gegeven door toonaangevende sprekers op dit vakgebied. Aanvang 20.30 uur. Voor een volledig programma: www.siesta-amersfoort.nl. 9
E
X
T
R
A
A
C
T
I
V
I
T
E
I
T
E
N
PER HISTORISCHE DIESELTREIN & HISTORISCHE BUS NAAR VATHORST Zondag 13 september Gratis pendelritten met de Stichting Historisch Dieselmaterieel tussen Wagenwerkplaats en Station Vathorst. Aansluitend in Vathorst excursie o.l.v. Trudy de Mooy (info-centrum Vathorst) per museumbus door Vathorst en Kattenbroek. Vertrekpunt: Wagenwerkplaats bij de loods van de Stichting Historische Dieseltreinen (platform tussen grote loodsen nabij Structon Loods, in het verlengde van de Piet Mondriaanlaan).
Vertrektijden Diesel en Bus Rit 1 Rit 2 Rit 3 9.45 12.00 13.55 10.45 12.55 14.55
Vertrek Wagenwerkplaats Aankomst Station Vathorst
Bus-excursie 11.00 13.10 15.10 12.45 14.45 16.45
Vertrek Station Vathorst Aankomst Station Vathorst
Diesel terug 12.55 14.55 16.55 13.55 15.55 17.55
Vertrek Station Vathorst Aankomst Wagenwerkplaats
Diesel heen
De STICHTING HISTORISCH DIESELMATERIEEL (SHD) is in 2004 opgericht en is gevestigd op de oude wagenwerkplaats te Amersfoort. De SHD heeft als doel ‘het bevorderen van het behoud van Nederlands historisch dieselmaterieel op het gebied van spoorvervoer’. Men richt zich hierbij op de jaren 1970-1980, in het bijzonder op de zogenaamde Klompentrein, een trekduwtrein, samengesteld uit twee locomotieven type 2200 en rijtuigen Plan E. Zondag 13 september wordt museumtreinstel plan U 121 van collega-organisatie HIJSM ingezet. Op 10 mei is de 121 voor herstel van vandalisme afgeleverd op Amersfoort, waarna het stel naar de SHD-sporen is overgebracht. De medewerkers van de SHD zijn het herstel begonnen en hopen 13 september 2009 het herstelde treinstel aan het Amersfoortse publiek te kunnen presenteren. www.dieseltreinen.nl
Op de stations Amersfoort en Schothorst kunt u in- en uitstappen. Wilt u alléén met de diesel meerijden (geen bus-excursie), dan kan dat. Na aankomst op station Vathorst (10.45, 12.55, 14.55 en 16.55) vertrekt de diesel direct weer richting Wagenwerkplaats. Tijden onder voorbehoud: zie ook aankondigingen op dag zelf en op www.openmonumentendag.nl.
WANDELINGEN
VERHALEN
Zaterdag en zondag 12.30 - 14.00 - 15 .00 uur
ABE DE VERTELLER: VERHALEN OP DE KAART VAN AMERSFOORT Zaterdag en zondag
Rondleidingen door de binnenstad: gidsen van de Oudheidkundige Vereniging Flehite, ’t Gilde Amersfoort en Bureau Monumentenzorg staan tijdens de wandeling stil bij het thema ‘op de kaart’. Vertrek: Observant, Stadhuisplein 7. Duur ca. 1 -1,5 uur.
Deelname: aanmelden bij de VVV Amersfoort: 0900-1122 364 (€ 1,30/gesprek). Of:
[email protected]
Tijdens Open Monumentendag vertelt verhalenverteller Abe van der Veen enkele typisch Amersfoortse stadssagen, die zich afspelen op de kaart van Amersfoort. Een van de rechten die Amersfoort in 1259 verwierf, was het bouwen van stadsmuren. Een sterk zichtbare afscheiding tussen stad en platteland. Binnen zat je relatief veilig en genoot je de rechten en plichten van een Amersfoorts burger. Buiten kon er zich onguur 10
A M E R S F O O R T
gespuis ophouden en, niet te vergeten, je had nog kans op spokerij of kwade toverij. ’s-Nachts waagde je je niet buiten de stadsmuren. Enkele sagen spelen zich af rondom de grenzen van Amersfoort. Zo dansten de heksen die in 1595 verbrand werden op de Bleek net buiten de Stadsmuren. De sage van de waterpoort Monnikendam vertelt van een heks die zichtbaar wordt als je op het juiste moment drie kiezeltjes door een venster van dit poortgebouw gooit. Ten zuidwesten van de stad ligt de Galgenberg. Deze oude grafheuvel werd gebruikt om de lijken op te hangen die op de Hof waren terechtgesteld. De sage gaat dat er ooit zeven boompjes op de galgenberg stonden. Toen er een jongeman onschuldig werd veroordeeld en aan de galg werd gehangen ging één van die boompjes dood. Sinds die tijd waren er slechts zes bomen op de berg, de zevende ging onvermijdelijk dood als teken van de onschuld van de jongeman.
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
Nog verder zuidelijk ligt de Heiligenberg naast de hier lieflijk kronkelende Heiligenbergerbeek. Deze berg werd volgens de sage ooit opgeworpen door de Heilige Ursula en haar elfduizend gezellinnen. Rond het jaar 1000 stichtte de Heilige Ansfridus hier een klooster. Nog later – toen de monniken het klooster allang hadden verlaten – stond deze berg juist bekend als een plek waar de heksen hun sabbat vierden. Ten slotte is er door gebiedsuitbreiding nog een geheel andere sage bij Amersfoort – en wel bij Vathorst – gaan horen, namelijk die van het Laak-mannetje. Dit spooksel zweefde op de grens tussen Gelderland en Utrecht. Wie de eigendomsgrens tussen het ene en het andere land niet respecteerde beging een zware zonde. Zijn ziel zou immer tussen deze en de andere wereld dolen. Wie de grens tussen mijn en dijn niet achtte, kwam te hangen op de Galgenberg. Wie buiten de stadsgrenzen zijn heil zocht, kon in het geval van bisschop Ansfridus weliswaar heilig worden verklaard, maar de stadsburger liep gevaar als heks te worden gebrandmerkt. Zie ook www.abedeverteller.nl Zaterdag 14 uur Museum Flehite – Verhaal op zolder Zondag 14 uur Wandeling door de stad, vertrek vanaf Observant
De Rijtuigenloods Amersfoort
8 uur ’s morgens 18 uur ’s middags Al honderd jaar onveranderd, maar in één dag omgebouwd tot evenementenlocatie
Piet Mondriaanplein 61 • 3812 GZ Amersfoort • Tel. 033-422 5075 •
[email protected] • www.herikrail.nl
11
SANDRA HOVENS & MAX CRAMER
R O U T E B I N N E N S TA D Het Observantenklooster – de informatiewinkel bij het stadhuiscomplex – is gedurende het gehele Open Monumentendagweekend het vertrekpunt voor een informatieve wandeling door de historische binnenstad. Hier vindt u de laatste informatie over de Open Monumentendag. Aan de hand van de routekaart in deze pocket (pagina 2) kunt u gemakkelijk uw weg door de historische binnenstad van Amersfoort bepalen. Exemplaren van de pocket zijn ook bij de VVV, museum Flehite, de OLV-toren en het Archeologisch Centrum verkrijgbaar. het Archief Eemland gevestigd, de gemeentelijke archiefdienst van Amersfoort. De collectie van Archief Eemland kunt u raadplegen via www.archiefeemland.nl.
zaterdag èn zondag open alleen zaterdag open alleen zondag open
1 34
De Observant
Stadhuisplein 7 In 1472 kregen de Franciscaner-Minderbroeders de beschikking over een stuk grond langs de Westsingel. Aangezien zij de regels van het kloosterleven strikt wilden naleven (observeren) werden zij ‘observanten’ genoemd. Het klooster groeide uit tot een belangrijk complex: een kapel, met aan de noordzijde een kloosterhof, een rondgaande kloostergang, drie omsluitende gebouwen met de daarbij behorende moestuin. Op de oudste stadsplattegronden uit de 16de eeuw is het complex nog goed zichtbaar. Ook op de stadplattegronden uit de 17de eeuw is nog een ommuurd complex zichtbaar, hoewel de Observanten na de Reformatie en de toetreding van Amersfoort tot de Unie van Utrecht verdwenen uit de stad. In de gebouwen werden andere functies ondergebracht. Dit alles had tot gevolg dat het complex eindeloos werd verbouwd. De kapel werd al vrijwel direct afgebroken. Nadat in de jaren zeventig van de twintigste eeuw zelfs een sloopvergunning was verleend, bleef het gebouw toch behouden en kon het voormalige klooster in 1982 worden gerestaureerd. In het voormalig Observantenklooster is, behalve het gemeentelijk informatiecentrum en het stadscafé, ook 12
U loopt langs het hoofdgebouw van het Sint Pieters- en Bloklands Gasthuis het plantsoen in, richting het nieuwe gebouw van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (voorheen RACM).
2 Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) Smallepad 5 - Kunsthal Kade - Smallepad 3 Onlangs werd het nieuwe gebouw van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed geopend door Koningin Beatrix. Het is een ontwerp van de Spaanse architect Juan Navarro Baldeweg. Met behulp van nieuwe technieken en een dubbele voorgevel wordt het gebouw optimaal geklimatiseerd. In het gebouw zijn de voormalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg en de
A M E R S F O O R T
Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek gefuseerd. Op de stadsplattegronden uit de 20ste eeuw is op deze plek nog de koekjesfabriek van de firma Meursing te zien. Tijdens deze open monumentendagen kunt u op zaterdag het gebouw van de Rijksdienst bezoeken.
Kunsthal KAdE
Toegang € 7 / tot 18 jaar gratis / Museumkaart niet geldig Kunsthal KAdE is op 1 mei geopend en organiseert tentoonstellingen op het gebied van (moderne) kunst, architectuur, vormgeving & design en eigentijdse cultuur. Tijdens de Open Monumentendagen zullen op zondag 13 september rondleidingen worden gegeven door het gebouw en de dan net geopende nieuwe tentoonstellingen: vanlieshoutvanlieshout, Level #1: Henry Coombes en Level #2: Frank Halmans, Lost & Found. Zie voor gratis rondleidingen op zondag 13 september: www.kunsthalkade.nl.
Varend Erfgoed Kade Kleine Koppel Door het eerst dit jaar wordt tijdens de Open Monumentendag aandacht besteed aan het varend erfgoed. Langs de onlangs gerestaureerde kaden van de Eem ligt een viertal historische schepen, die voor het publiek toegankelijk zijn. Hier wordt ook een toelichting gegeven over de belangrijkste kenmerken van dit ‘mobiele’ erfgoed. Speciaal voor deze open monumentendag de de IJsselaak ‘Door Gunst Verkregen’ naar Amersfoort gekomen. Dit schip bezit
een zogenoemde ‘zelf-los-installatie’. Hier worden op zaterdag tussen 11 en 16 uur regelmatig losdemonstraties gegeven.
3
De Koppelpoort
Kleine Spui Deze gecombineerde water- en landpoort, die onderdeel uitmaakte van de tweede ommuring, dateert uit circa 1425. De waterpoort heeft nog het oorspronkelijke takelmechaniek waarmee het balkenschot, nodig voor het afsluiten van de opening boven het water, op en neer kan worden bewogen. Aan de zijde van het Kleine Spui bevindt zich de landpoort met het stadswapen aan de buitenkant. De Koppelpoort werd reeds in 1886 gerestaureerd, waarbij op basis van historische prenten enkele later toegevoegde bouwdelen zijn verwijderd. De in die periode gere-
13
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
construeerde onderdelen, zoals de bovenzijde van de middentoren, de borstweringen en kantelen, zijn herkenbaar aan een afwijkende baksteen. In de gevels aan de stadszijde tekenen zich nog de bogen af van de weergang van de stadsmuur, die tegen het poortgebouw aan liep. Later werden deze bogen dichtgezet en de ruimtes in gebruik genomen door diverse gildes.De tekening met het stadsgezicht die hoort bij de stadsplattegrond van Braun en Hogenberg uit ca. 1580, is gemaakt vanaf de Eemzijde. De Koppelpoort is daarop dan ook prominent zichtbaar, met voor de landpoort nog een voorpoort als extra versterking. In de 17de eeuw werd deze voorpoort verder verfraaid in classicistische vormen, als een visitekaartje van de stad. In de eeuwen daarna is de voorpoort verloren gegaan.
Oude Eem Het water van de stadsgrachten, gevoed door Veluwse en Utrechtse beken, komt uit in het Spui en stroomt vervolgens onder de Koppelpoort door de Eem in. Het Spui en dit gedeelte van de Eem zijn gegraven in de 14de eeuw. Het water stroomde oorspronkelijk noordelijker, dit is de Oude Eem. Deze rivier is niet helemaal verdwenen. Het vermoedelijke verloop is te volgen: na het Havik boog het in noordoostelijke richting, ongeveer langs de Sint Aegtenkapel. Aan de noordkant van de stadsgracht is de loop van Oude Eem in de verkaveling, zoals die getekend is oude kaarten, te vervolgen.
R
4
Beiaardschool
Grote Spui 9-11 In twee van oorsprong middeleeuwse huizen aan het Spui is, als onderdeel van de Hogeschool voor de Kunsten, de Beiaardschool gevestigd. Dit instituut, het enige op dit gebied in Nederland, leidt musici op tot beiaardier voor de talrijke klokkenspelen in ons land. Tijdens de Open Monumentendagen kunt u in de school meer te weten komen over beiaarden en speelwerken. Via de Koppelpoort loopt u terug naar de andere zijde van ’t Spui.
5
Brouwerij de Drie Ringen
Kleine Spui 18 Waarschijnlijk was dit monumentje vroeger één van de vele stadsboerderijen binnen de muren. Na de restauratie van 1990 is het pand als brouwerij in gebruik genomen. Een gevelsteen met de ‘drie ringen’, waarnaar de brouwerij en het bier zijn genoemd, is na de restauratie in de voorgevel aangebracht.
U vervolgt de route via het Spui en slaat rechtsaf de Westsingel op.
6
Mannenzaal en kapel
Westsingel 47 De Mannenzaal en de bijbehorende kapel van het St. Pieters- en Bloklands gasthuis
O
U
T
dateren oorspronkelijk uit de late middeleeuwen, toen zij – afzonderlijk – werden gesticht door vrome en welvarende burgers van Amersfoort. Hier werden armen, ouderen en zieken verzorgd. Het Amersfoortse St. Pieters- en Bloklands gasthuis, gefuseerd in het begin van de 19de eeuw, verzorgde gastelingen in een aparte Vrouwenzaal en in een Mannenzaal. In 1907 dreigde het gehele complex gesloopt te worden. Dit werd voorkomen door ingrijpen van enkele Amersfoortse notabelen, tezamen met de grondlegger van de monumentenzorg jhr. mr. Victor de Stuers en rijksbouwmeester dr. P.J.H. Cuypers. Daarmee werd één van de belangrijkste monumenten van Amersfoort behouden. Van de onderdelen van het complex die in 1907 wel werden gesloopt zijn enkele belangrijke interieurelementen behouden en ingepast in de entreeruimte bij de kapel. Hier ziet u tegen de linker zijmuur ondermeer een toegangsportaal, tegeltableaus en trap, sporen afkomstig uit de afgebroken vleugel. Het complete interieur in de Mannenzaal met bedsteden en betimmeringen maakt het verleden hier springlevend. Het terrein van het Sint Pietersgasthuis wordt op de oudste stadsplattegronden uit de 16de eeuw nog doorkruist door een waterloop, de Hellegracht. Later wordt deze gedempt, net als de andere buitengrachten rond de oudste stadskern. Op de plattegronden uit de periode daarna is het terrein van het Gasthuis herkenbaar als een afgebakend gebied rond de kapel en de gasthuisvleugels. Binnenkort zal de ouderenhuisvesting van het Sint Pietersen Bloklands gasthuis na ruim 6 eeuwen uit de binnenstad verdwijnen en verhuizen naar een nieuwe locatie in Vathorst. Het terrein en de gebouwen blijven echter wel eigendom van de stichting. Hier zullen 14
E
B
I
N
N
E
N
S
T
A
D
nieuwe zelfstandige wooneenheden voor ouderen worden ontwikkeld.
Zaterdag èn zondag: 13 - 17 uur Levende Geschiedenis in de Mannenzaal 1907 In de Mannenzaal herleeft tijdens Open Monumentendag het dagelijks leven van gastelingen in de Mannenzaal in 1907. Dit project Levende Geschiedenis speelt ook in de zomermaanden juli en augustus. Drie gastelingen en een binnenvader en ondermoeder vertellen over hun dagelijkse bezigheden, beslommeringen en ergernissen, niet wetend hoe de wereld er na 1907 uit gaat zien.
7
Museum Flehite
Westsingel 50 Toegang zaterdag gratis, zondag € 6,00 incl. bezoek Mannenzaal. T/m 17 jaar gratis Museum Flehite is sinds 1889 op deze plaats gevestigd. Het begon in het huidige middelste pand, wat toen nog Breestraat 78 was. Tien jaar na aankoop was het pand zo verzakt, dat het rigoureus verbouwd moest worden. In 1899 restaureerde architect Herman Kroes het pand in neorenaissancestijl en creëerde een ingang aan Westsingelzijde, toegankelijk via het nu zo karakteristieke bruggetje.
FOTO ROEL DE VRINGER
Het museum is gevestigd in drie laat-middeleeuwse muurhuizen, is na een ingrijpende verbouwing sinds mei 2009 weer open voor publiek. De vloerconstructies en trappenhuizen werden onder handen genomen, de klimaatinstallaties werd vernieuwd en de inrichting is volledig herzien. De historische onderdelen werden daarbij zorgvuldig ingepast. Deze verbouwing, naar plannen van het Amersfoortse architectenbureau Jonkman en Klinkhamer, heeft de structuur van het gebouw weer goed zichtbaar gemaakt. Duidelijk is te zien en te ervaren dat het drie afzonderlijke huizen zijn geweest, met eigen vloerniveaus, verschillende indelingen en een eigen bouwgeschiedenis. De Muurhuizen werden vanaf 1540 gebouwd met hun voorgevel op de fundamenten van de eerste stadsmuur, die na ca. 1450 is afgebroken. De entree van Museum Flehite bevindt zich in pand Breestraat 80. Dit pand is gebouwd op de plaats van een waterpoort in de eerste stadsmuur. Hoe die poort er precies heeft uitgezien is onbekend, want de oudste kaart van Amersfoort laat de situatie zien in ca 1570, toen de muur al was afgebroken. Op de kaart van Joannes Blaeu uit 1649 zijn de museum-muurhuizen goed te zien. Breestraat 76 en 78 zijn echte muurhuizen,
met een langskap in de lengterichting van de Breestraat. Ze zijn relatief ondiep, omdat ze met hun fundering in de zachtere grond staan van de oorspronkelijke eerste stadsgracht. Breestraat 80 wordt door Blaeu afgebeeld als een klein dwarsgelegen huis, dat mogelijk nog een deel is van de oude waterpoort. In 1671 is de situatie veranderd, zoals te zien is op het grote stadsgezicht van Matthias Withoos. Er staan nu drie karakteristieke muurhuizen, alle met een langskap. Blijkbaar is nummer 80 in de tussenliggende tijd uitgebreid en verbouwd. Sindsdien hebben de drie muurhuizen vele functies gehad en zijn herhaaldelijk meer of minder ingrijpend verbouwd. Alleen het rechter museumpand Breestraat 76 heeft nog de sfeer van een laat-middeleeuws muurhuis. De oorspronkelijke voordeur was op de bel-etage en gaf toegang tot een grote ontvangstzaal. Nu zijn in deze zaal 3 van het museum de 16de-eeuwse muurschilderingen en andere bouwsporen nog duidelijk aanwezig. De sfeer is ook voelbaar op zolder onder de oorspronkelijk kapconstructie uit ca 1540.
8
Armandomuseum
voormalige Elleboogkerk, Langegracht 36 In de voormalige neoclassicistische Elleboogkerk bevond zich vanaf 1998 een museum, waarin het werk van Armando (1929) wordt getoond, die tot één van de belangrijkste naoorlogse kunstenaars kan worden gerekend. Helaas ging tijdens een noodlottige brand twee jaar geleden een groot deel van het gebouw en de collectie verloren. De kerk dateert uit het eind van de 18de eeuw, toen op deze plek een driebeukige hallenkerk werd gebouwd. In 1820 kreeg de voorgevel zijn huidige aanblik compleet met de hoge vooruitspringende toren, de middenpartij bekroond met een driehoekig fronton en een ingangspartij met classicis15
tische omlijsting. In 1846 werd de kerk door architect Th. Molkenboer uit Leiden min of meer kruisvormig verlengd in de richting van de Breestraat. Op de stadsplattegronden van Van Vooren en Wagemaker uit 1888 zien we deze situatie. Tot 1963 was de Elleboog als parochiekerk in gebruik. Tijdens deze Open Monumentendag kunt u een blik werpen op de sporen die de brand heeft nagelaten. Inmiddels zijn plannen tot herbouw van de kerk en het museum verder gevorderd. De architectenbureaus Marx & Steketee uit Eindhoven en Bouwstra & Verlaan uit Vianen werden geselecteerd en zij werken gezamenlijk aan deze opgave. Komend jaar kan met de uitvoering worden begonnen.
Om de route te vervolgen loopt u vanaf de Elleboogkerk terug langs Museum Flehite en gaat daarna rechts ’t Zand op.
R
9
O
U
T
B
11
Sint-Aegtenkapel
’t Zand 37 Deze kapel is het enige restant van het vroegere kloostercomplex dat al vanaf 1399 bestond. Het klooster is ontstaan door een afsplitsing van het St. Agnieten convent aan de Herenstraat. Tussen 1408 en 1410 werd een nieuwe kapel gebouwd. Oorspronkelijk bezat de kapel een voorlopige verdiepingsvloer die over de volle lengte doorliep, vanaf de topgevel in het westen tot aan de koorsluiting in het oosten. In 1463 werd de kapel dot dubbelkapel verbouwd. Alleen de westzijde werd toen voorzien van een tussenverdieping, waardoor kloosterlingen (boven) en leken (beneden), gescheiden van elkaar, de dienst konden bijwonen. In het oostelijke gedeelte, bij de veelhoekige koorsluiting, was de volledige hoogte zichtbaar. In de gevel is dit nog afleesbaar: de vensters in dit gedeelte lopen over de volledige hoogte door terwijl de andere spitsboogvensters alleen op de bovenverdieping aanwezig zijn. Na de Reformatie, in 1579, kwam de kapel in handen van de overheid en werd sindsdien voor allerlei doeleinden gebruikt. Tussen 1969 en 1972 is de kapel gerestaureerd en werd het torentje herbouwd. Het grote kloostercomplex van Sint Aegten is op de historische stadsplattegronden duidelijk herkenbaar.
E
10
Sint-Franciscus Xaverius
’t Zand 29 Aan het eind van de 17de eeuw stond achter de St. Aegtenkapel een schuilkerk. Na een brand in 1715 verrees een nieuw gebouw op de huidige plek. In 1816 werd het huidige kerkgebouw ontworpen door architect F. Wittenberg uit Zutphen. Het is één van de eerste Neoclassicistische kerken in Nederland. In feite is dit kerkgebouw een ‘waterstaatskerk avant la lettre’. Want pas acht jaar na de gereedkoming van de kerk besloot koning Willem I in 1824 dat kerken voortaan alleen nog maar met goedkeuring van de ingenieurs van Waterstaat mochten worden gebouwd. Vandaar dat dit type kerken vaak met de term ‘waterstaatskerk’ wordt aangeduid. Deze stijl komt in de geveldetaillering prachtig tot uiting in de geblokte pilasters met Ionische kapitelen, de bloemguirlandes en het driehoekige fronton boven de kroonlijst. Op de kroonlijst staat in goud de tekst ‘Soli Deo Gloria’, een door de Jezuïeten veel gebruikte spreuk. In 1851 werd de kerk vergroot door architect Th. Molkenboer uit Leiden. 16
I
N
N
E
N
S
T
A
D
Oud-Katholieke Kerk van de Heilige Georgius
’t Zand 13 Aanvankelijk stond op deze plek een gebouw dat behoorde bij het St. Aegtenconvent, later was daar een weeshuis gevestigd. Omstreeks 1630-40 werd daarin een kleine schuilkerk ingericht voor de katholieken. Dit pand werd in 1692-93 door een grotere kerk vervangen. In 1927 was dit pand zo bouwvallig, dat het moest worden afgebroken. Het huidige kerkgebouw is in 1927 ontworpen door de Amersfoortse architect Willem van Gent (1892-1961). De ingangspartij met de parabool-vormige boog is kenmerkend voor de architectuur van de Amsterdamse School. Links staat een asymmetrisch geplaatste toren, die is uitgevoerd in metselwerk met decoratieve vlakken, banden en inspringingen. Ook het nog geheel authentieke kerkinterieur is een bezoek meer dan waard. De maten van de huidige kerk werden gedeeltelijk bepaald door de meegenomen inventaris van het oude gebouw. Zo is de afmeting van de triomfboog, die schip en priesterkoor scheidt, bepaald door de lengte van de fraai gesneden communiebank. In het schip hangen de 17de-eeuwse schilderijen uit de zogenoemde ‘Utrechtse school’, onder andere van Hendrick Bloemaert. Het orgel dateert uit 1870. Vanaf ’t Zand kunt u linksaf de Bloemendalsestraat inslaan voor een bezoek aan de bijzonder schilderachtige Joodse Begraafplaats (alleen zondag geopend).
12
Joodse Begraafplaats
Bloemendalsestraat Slechts zeer incidenteel wordt de Joodse begraafplaats geopend voor publiek. De ommuurde begraafplaats vormt een rust-
A M E R S F O O R T
punt in de historische binnenstad. In het begin van de 17de eeuw nam het Amersfoortse stadsbestuur ten opzichte van de Joodse gemeenschap een – voor die tijd – opmerkelijk tolerante houding in. Veel joden vluchtten in die periode naar Nederland en vestigden zich ook in Amersfoort. Sinds 1700 is het voormalig bolwerk aan de Bloemendalsestraat als begraafplaats in gebruik. In 1990 werd het kerkhof in kaart gebracht. De opschriften van ongeveer 150 grafmonumenten zijn toen uit het Hebreeuws vertaald. Het oudste grafmonument dateert uit 1749. Enkele jaren geleden werd bij archeologische opgravingen ontdekt dat zich ook aan de overzijde van de Bloemendalsestraat een joodse begraafplaats heeft bevonden. Deze was kleiner en ouder dan de begraafplaats aan de westzijde. De oostelijke begraafplaats dateert uit het begin van joods Amersfoort. Dit was rond 1650 toen de eerste joodse immigranten zich vestigden in Amersfoort. Dit waren Sefardische joden, nakomelingen van Spaanse en Portugezen joden die waren
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
gevlucht ten tijde van de Inquisitie en Reconquista. Vanaf 1670 begroeven zij hun doden op de Oostelijke begraafplaats. Het westelijke deel werd later in gebruik genomen door de tweede groep joodse immigranten: de Hoogduitse joden of Asjkaniem. In 1727 gingen beide gemeenten samen en raakte de oostelijke begraafplaats buiten gebruik. Dit deel is thans afgeschermd door middel van een hekwerk met daarin het joodse symbool de menora; een 7-armige kandelaar.
aan. Het water is bovendien versmald, er is een straat voor de huizen aangelegd.
Via de Bloemendalsestraat loopt u weer terug richting Muurhuizen en Havik.
Havik 25 In 1939 kreeg dit pand door een ingrijpende restauratie onder leiding van de de Amersfoortse architect Joh. H. Blom weer zijn oorspronkelijke, laat 17de-eeuwse aanzien terug. De monumentale gevel wordt in de vakliteratuur wel aangemerkt als ‘Vingboonstype’, genoemd naar de beroemde bouwmeester Philip Vingboons (16381688). Hierbij is voor wat betreft de details ook wel een vergelijking gemaakt met het pand Rokin 145 in Amsterdam. De gevel van Havik 25 bezit vier hoogopgaande pilasters op basementen en bekroond met kapitelen. De middelste twee, waartussen ook een monumentale entree met een driehoekig fronton is gesitueerd, zijn aanzienlijk hoger en dragen een klassiek hoofdgestel met daarboven een segmentvormig fronton. De kap gaat schuil achter de forse natuurstenen klauwstukken, die boven de hoekpilasters in kleinere vorm worden herhaald. De gevelindeling wordt bepaald door kruiskozijnen met luiken, ovale schijnvensters, guirlandes en een cartouche met een jaarcijfer. Bij de restauratie in 1939 moest het huis achter de gevel wegens bouwvalligheid grotendeels worden vernieuwd, waardoor in het interieur weinig sporen uit het verleden meer aanwezig zijn.
Leger de Heils
13
Huis ‘de Roetsack’
Muurhuizen 136 Bij restauratiewerkzaamheden, zo’n 15 jaar geleden, werden in dit huis veel laatmiddeleeuwse bouwfragmenten aangetroffen. Het huis bleek daarmee veel ouder dan eerder was aangenomen. In de gevels zijn nog de oorspronkelijke zandstenen kruisvensters aanwezig. Thans bevindt zich in het huis een quilt-atelier.
Noordzijde Havik Het Havik, nu een verstild grachtje, was in het prille begin van de stad een bedrijvige haven. De oude situatie van losse huizen, pakhuizen voor de opslag van handelswaar, is nu nog in het huidige straatbeeld te herkennen. Opgravingen ter plaatse van de percelen 20 en 24 maakten niet alleen duidelijk dat de huizen los van elkaar waren gebouwd, maar dat deze met de voeten in het water stonden. De stadsplattegrond van Braun en Hogenberg (1588) toont ons een latere fase, waarin tussen de oorspronkelijke pakhuizen, huizen zijn gebouwd, die in tegenstelling tot de oudere huizen, niet haaks op het water van het Havik staan, maar evenwijdig er 17
R
14
Havik 37
De NV Stadsherstel Amersfoort kocht enige tijd geleden het huis Havik 37 aan. Een rijksmonument met een 19de-eeuwse voorgevel en een fraaie vroeg 20ste-eeuwse onderpui met tegeltableau bij de ingang. Achter deze gevel bleek een veel ouder huis schuil te gaan. De grote hoogte van de begane grond verdieping deed al direct denken aan het middeleeuwse buurpand. Bij verwijdering van voorzetwanden en verlaagde plafonds bleken inderdaad historische balklagen met sleutelstukken (gedecoreerde consoles onder de balken) en kapconstructies aanwezig, daterend uit de late middeleeuwen. In de zijgevels tekenen de oudste bouwfasen zich af met bakstenen van groot formaat, zogenaamde kloostermoppen, en kaarsnissen. In het achterhuis zijn op de balklaag nog 17de-eeuwse rankenbeschilderingen herkenbaar. Ook de 18de eeuw is vertegenwoordigd in het pand met de restanten van een stijlkamer voorzien van een rococo schouw. Sinds ruim een jaar wordt het huis gerestaureerd. Vanwege de bouwvallige staat waarin het zich bevond was ingrijpend herstel nodig van de gevels, kap, balklagen en interieur. Zoveel mogelijk werden daarbij de authentieke onderdelen behouden en hersteld. Tijdens deze Open Monumentendagen kunt u het pand bezoeken. De NV Stadsherstel en het restauratiebedrijf Van de Burgt & Strooij zullen de restauratiewerkzaamheden ter plaatse toelichten. Vanaf ’t Havik loopt u rechtsaf via de Lavendelstraat naar de Hof.
De Hof, het oude stadhuis Niet alleen uit historische bronnen, maar ook van prenten, schilderijen en stadsplattegronden kennen we het stadhuis dat tot begin 19de eeuw op de Hof stond. Wegens ernstige bouwvalligheid is het
O
U
T
toen afgebroken en heeft het stadsbestuur het pand Westsingel 43 betrokken. Archeologisch onderzoek toonde aan dat het stadhuis op de Hof gedeeltelijk rond 1300 is ontstaan en dat een tweede pand, dat van dit stadhuiscomplex deel uit maakte, in de 16de eeuw is gebouwd.
15
Logement de Gaaper
Hof 39 Dit pand is vermoedelijk het oudste stenen woonhuis van Amersfoort en dateert in oorsprong uit de 13de eeuw. De zijmuren zijn opgetrokken uit grote kloostermoppen. Mogelijk maakte dit pand deel uit van de bisschoppelijke hof. Na de stadsbrand van 1340 werd het pand vergroot en voorzien van een trapgevel. In 1822 volgde opnieuw een verbouwing: het pand kreeg een Empire-lijstgevel, de enige in Amersfoort. Tijdens de restauratie van het huis, enkele jaren geleden, werden veel bouwsporen zichtbaar en kon de geschiedenis van het huis en deze plek in de stad in kaart worden gebracht. De gaper aan de gevel toont dat hier vroeger een apotheek was gevestigd.
16
Sint-Joriskerk
Hof 1 De ontstaansgeschiedenis van Amersfoort is nauw verbonden met die van de Sint Joriskerk. Op deze plek werd in de 12de eeuw een bisschoppelijke hof gesticht, waaromheen een nederzetting ontstond. Het kleine kapelletje bij de hof was voor18
E
B
I
N
N
E
N
S
T
A
D
zien van een romaanse toren en groeide in de loop der eeuwen, via een gotische kruisbasiliek, uit tot de imposante hallenkerk die we nu kennen. De toren raakte gedurende dit proces ingebouwd. Het zuidportaal vormt de monumentale toegang tot de Sint-Joriskerk vanaf de Hof. Boven het toegangsportaal bevindt zich een ruimte, die sinds de 17de eeuw als chirurgijnkamer in gebruik was. De gevels zijn rijk uitgevoerd en tonen een staalkaart aan gotische vormen. Spitsboogvensters met driepassen, visblaasmotieven en rijk geprofileerde natuurstenen omlijstingen bepalen het beeld. Het portaal wordt geflankeerd door steunberen en aan de bovenzijde afgedekt met een gebeeldhouwde balustrade en bekroond door pinakels. Ook binnen is veel te zien: het oxaal van rond 1500, het grafteken van Jacob van Campen en het Naber-orgel uit 1845. Uiteraard is in dit oudste bouwwerk van de stad een schat aan bouwsporen aanwezig. De diverse verbouwingen en vergrotingen van de kerk hebben overal hun sporen nagelaten. Oude afwerkingen en gewelfschilderingen bepalen het beeld. In de toren treffen we het oudste metselwerk aan met zware kloostermoppen en nog romaanse rondbogen in de onderste geledingen. De rest van de kerk is vrijwel volledig gebouwd in gotische vormen. Bij de vergroting tot hallenkerk aan de
A M E R S F O O R T
westzijde zien we echter al vroege renaissance vormen toegepast in de kapitelen. Ook onze eigen tijd heeft zijn sporen nagelaten: in 1998 is een eigentijds glasin-lood venster toegevoegd naar ontwerp van Bert Grotjohan. Op de oudste stadsplattegronden heeft de Joriskerk al haar huidige afmetingen gekregen. Over de geschiedenis van daarvoor weten we meer uit de archieven en archeologisch en bouwhistorisch onderzoek. Drs. Karel Emmens schreef een fraai gedocumenteerd boek over de bouwgeschiedenis van de Sint Joriskerk.
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
hier in de Middeleeuwen een kapel stond, is een complete verrassing voor elke historicus en archeoloog. De opgraving van het complex van huizen en kapel, waarschijnlijk behorend tot de immuniteit van het kapittel van Sint Joris, is tijdens de Open Monumentendagen te bezoeken. De stadsarcheologen vertellen daar over de laatste vondsten.
Het complex bezit 49 woninkjes. Op de Open Monumentendag zijn de Rochus-kapel en de Celzusterenkamer voor publiek geopend.
Via de Kerkstraat, de Blauwe brug, de Weverssingel, Bredesteeg, Teut en Coninckstraat komt u bij de Pothstraat, waar zich de hoofdingang van het schilderachtige hofje Armen de Poth bevindt.
U verlaat het Hofje door het poortje aan de Coninckstraat, aan het einde van deze straat gaat u rechtsaf via de St. Annastraat richting de Kamp.
18
Sint Annastraat De stadsmuren in het plantsoen langs de Sint Annastraat dateren uit de periode 1380-1450, toen een tweede muur rond de stad nodig was om het groeiende aantal inwoners van Amersfoort te kunnen beschermen. In de 16de eeuw werd deze muur voorzien van een aarden wal aan de stadszijde, ter versterking in verband met de toenemende vuurkracht van het geschut. In de afgelopen decennia raakten de muren zwaar overwoekerd door klimop en complete bomen die in het muurwerk groeiden. Een lichte begroeiing maakt het beeld van de wat ruïneuze middeleeuwse muren extra schilderachtig. De begroeiing die was ontstaan bracht echter grote schade toe. Na verwijdering van de klimop (waarbij uiteraard de aanwezige kleine en waar-
Vanaf de Hof bereikt u via de Windsteeg naast de Sint Joriskerk de Appelmarkt.
17
Archeologische opgravingen
Appelmarkt Dat de Appelmarkt, nu een rustig pleintje vlakbij de Sint Joriskerk, ooit bebouwd was, kon door de nauwkeurig beschouwer van de vroegste kaarten van Amersfoort, Van Deventer (1560) en Braun en Hogenberg (1580) bevroed worden. Maar dat
Hofje Armen de Poth/ Rochuskapel
Even buiten de eerste ommuring bezaten de Heilige Geest- of Pothbroeders een stuk grond, voor het eerst vermeld in 1388. Deze geestelijken brachten geld bijeen om de armen te voorzien van voedsel. In de 15de eeuw werd de Poth-hof ingericht voor het verplegen van pestlijders. Rond 1500 verrees het kapelletje gewijd aan Sint Rochus, de beschermheilige van de pestlijders. In 1547 kwamen de Celzusteren er wonen. Langzamerhand is het een echt hofje geworden, waar tot 1975 wekelijks nog brood werd uitgedeeld. Het pesthuis is 100 jaar geleden afgebroken. Door middel van een bouwhistorisch onderzoek werd de geschiedenis van het bijzondere complex enkele jaren geleden goed in beeld gebracht. 19
Stadsmuren
devolle muurvegetatie is gehandhaafd in overleg met de stadsecoloog) is de muur met al haar bouwsporen uit het verleden weer zichtbaar geworden in het plantsoen. De schade is in beeld gebracht en vertaald naar een restauratieplan. Uitgangspunt daarbij blijft een ruïneuze muur. Echter aanwezige scheuren, kapotte en losliggende stenen, grotere vorstschades en ontbrekende voegen zullen op consoliderende wijze worden hersteld. Binnenkort zal worden gestart met de restauratie van deze stadsmuur.
19
Thuiszorgwinkel
Kamp 82 Bij archeologisch onderzoek onder het pand aan de Kamp 82 is een 15de-eeuwse stookplaats aangetroffen, zoals er bij de archeologen al acht bekend waren elders in de stad. Deze stookplaats echter, met in het midden een vuurgang bedekt met bakstenen rooster, is buitengewoon goed bewaard gebleven. Nauwkeurig onderzoek aan de verkoolde granen die erbij zijn aangetroffen maken het zeer aannemelijk dat het hier een bierbrouwersoven betreft. U vervolgt de Kamp en slaat dan rechtsaf de Coninckstraat in.
20
Vanuit de Coninckstraat keert u terug naar de Kamp richting de Kamperbinnenpoort.
Kamperbinnenpoort Niet open De Kamperbinnenpoort, in het verleden Viepoort genoemd, is één van de weinige resterende verdedigingswerken aan de eerste stadsmuur, die rond 1300 werd gebouwd. Pas na de stadsuitleg en de bouw van de Kamppoort of Kamperbuitenpoort werd de naam in Kamperbinnenpoort gewijzigd. In 1827 is het muurwerk tussen de twee torens gesloopt. Overigens ook voor de poort zelf zijn regelmatig plannen tot volledige afbraak gemaakt. Maar met de komst van stadsarchitect C.B. van der Tak werd voor behoud gekozen en is de poort tussen 1931 en 1936 – samen met de winkelwoonhuizen aan de Kamperbinnenpoort – gerestaureerd, waarbij ook het tussenlid is gereconstrueerd. Onlangs werd het middeleeuwse poortgebouw grondig hersteld. Als afsluiting van deze werkzaamheden zal een plaquette op de Kamperbinnenpoort worden aangebracht met een toelichting op de bouwgeschiedenis van dit middeleeuwse verdedigingswerk.
Logies de Tabaksplant
Coninckstraat 15 Dit huis is gebouwd in het begin van de 17de eeuw. Kenmerkend voor die periode zijn de ‘hanekammen’ in een lichtrode baksteen boven de deuren en ramen. Midden in de kap bevindt zich een ‘hijskap’, ofwel ‘trijs’. De randen van de bakstenen die zich onder de hijsluiken bevinden vertonen duidelijke sporen van slijtage ten gevolge van hijswerkzaamheden en vertellen zo iets over de gebruiksgeschiedenis van het huis. In de achtergevel bevindt zich een gevelsteen waarop een bloeiende tabaksplant staat afgebeeld.
Na de Kamperbinnenpoort gaat u direct links de Muurhuizen in.
21
Muurhuizen 109
Secretarishuisje Het ‘Secretarishuisje’ is eind vijftiende eeuw gebouwd tegen de buitenkant van de eerste stadsmuur. Het Secretarishuisje was toen kleiner en lager dan nu. Rond 1560 vond de eerste grote verbouwing plaats met een voorbouw aan de straatzijdenkant, dus tegen de binnenkant van de eerste stadsmuur. Het sobere Secretarishuisje kreeg toen een nieuwe voorgevel met vrolijke renaissance elementen zoals 20
de schelpmotieven boven de ramen en een zandstenen omlijsting rond de voordeur. In de vijftiende, zestiende en zeventiende eeuw werd het Secretarishuisje bewoond door welgestelde burgers uit de regenten- en malenfamilies. In de 18de eeuw vond waarschijnlijk een tweede grote verbouwing plaats en kreeg het Secretarishuisje Engelse schuiframen, een uitbouw aan de achterkant, een extra ingang rechts van de voordeur en een rococo deurknop op de voordeur. In de achttiende en negentiende eeuw werd het Secretarishuisje eerst bewoond door handelaren en later kwam het in handen van beleggers. In de twintigste eeuw raakte het Secretarishuisje in verval en in 1953 vond onder leiding van architect Royaards de derde grote restauratie plaats. Besloten werd om de achttiende-eeuwse uitbouw achter het Secretarishuisje af te breken en terug te restaureren en reconstrueren naar de situatie uit 1560, op de Engelse schuiframen en rococo deurknop na. Het Secretarishuisje is vernoemd naar de secretaris en notaris Jan Both Hendriksen, die hier in de achttiende eeuw gewoond zou moeten hebben. In de Amersfoortse transportboeken (huizen overdracht) komt Jan Both Hendriksen zowel als eigenaar als bewoners niet voor. Wel was zijn zus, Petronella Both Hendriksen samen met haar man notaris Hendrik ter Horst in 1776 eigenaar van het Secretarishuisje.
A M E R S F O O R T
Lang hebben ze er niet gewoond want een jaar later verkochten ze het Secretarishuisje aan meester timmerman Cornelis Pull. De restauratie van 1953 gaf het Secretarishuisje haar huidige uiterlijk. Thans wordt het huis bewoond door monumentenliefhebbers.
22
K A A R T
N A A R
K A A R T
ronde muurtorens, die door een boog met elkaar zijn verbonden. De mogelijkheid om, net als bij de Koppelpoort, de opening onder de boog af te sluiten, is – vermoedelijk in de vorm van een hek – aanwezig geweest. De gewelfdoorgang toont de sporen van twee sleuven, waarin deze afsluiting kon worden neergelaten.
voorzag het Burgerweeshuis in de opvang van kinderen. Daarna kreeg het gebouwencomplex verschillende bestemmingen. De regentenkamer behield haar oorspronkelijke karakter.
Thans is in de waterpoort een restaurant gehuisvest. De recente uitbreiding (2006) is van de hand van architect B. Dillen. Uitgangspunt was de poort zoveel mogelijk in zijn waarde te laten, vandaar dat het dak van de uitbreiding onderdeel van het plantsoen uitmaakt. Op de historische stadsplattegronden is Monnikendam herkenbaar aan de twee muurtorens die het water flankeren, met daartussen een bescheiden poortgebouwtje.
Op zondag is ook het huis met de paarse Ruitjes geopend. Voor een bezoek aan dit bijzondere huis gaat u verder rechtsaf de Zuidsingel op en keert later weer terug naar deze plek.
Dieventoren
Muurhuizen 97 Het betreft hier waarschijnlijk een in de 14de eeuw aangebrachte toren. Lange tijd deed de muurtoren dienst als stedelijk cachot. De zware, met ijzer beslagen deuren herinneren hier nog aan. Het daktorentje is afkomstig van de in 1860 afgebroken Latijnse School. Daar komt ook het gerestaureerde zeer bijzondere uurwerk vandaan. Dit behoort tot de oudste van Nederland en is vermoedelijk 15deeeuws. De tijd wordt aangegeven door één wijzer voor de hele uren. Deze worden tevens door het slagwerk bekrachtigd. Pas na voltooiing van de spraakmakende restauratie van 1942 werd de toren een poortgebouw, met een bruggetje over de singel. Ook de huizen naast de Dieventoren (Muurhuizen 99-107) behoorden oorspronkelijk tot het complex van de stadsgevangenis. In de gevels zijn talloze bouwsporen aanwezig uit de periode voordat dit complex tot woonhuizen werd verbouwd. Via de Schoutensteeg en de Herenstraat bereikt u het plantsoen met de waterpoort Monnikendam. Deze is alleen op zaterdag geopend.
23
V A N
Monnikendam
Plantsoen Oost 2 Via het plantsoen bereikt u de waterpoort Monnikendam, waardoor het water, verzameld uit diverse beken, de stad binnenstroomt. Monnikendam werd rond 1425 gebouwd ter verdediging van deze watertoegang. De poort bestaat uit twee
25
Huis met de Paarse Ruitjes
Zuidsingel 38
U verlaat het plantsoen via de Kleine Haag en gaat rechtsaf de Zuidsingel op.
24
Burgerweeshuis
Zuidsingel 25 U betreedt het Burgerweeshuis via het hardstenen, classicistische toegangspoortje aan de Zuidsingel. Na een kloosterbestemming kreeg dit complex in 1611 de functie van weeshuis. In de loop van de tijd werden verschillende gebouwen ingericht tot lint- en bombazijn-weverij. Voor de weeskinderen gaf dat gelegenheid tot het leren van een ambacht. Tot in het begin van de jaren dertig van deze eeuw 21
Dit rijke 18de-eeuwse koopmanshuis heeft een oudere voorganger gehad, zoals is af te lezen aan de zijgevel met typisch 17deeeuws metselwerk met breed uitlopende ‘hanekammen’ boven de vensters. Rond 1780 werd het aangekocht door Benjamin Cohen, tabakshandelaar en
R
O
U
T
Zuidsingel 15 Museum Jacobs van den Hof is een particulier museum met een eigen collectie van circa 80 werken van Gijs Jacobs van den Hof. Het museum verzorgt ook andere tentoonstellingen. Via de ingang aan de Zuidsingelzijde bereikt u de muziekschool. Deze is alleen op zaterdag geopend. Zondag leidt de route via de Weeshuisgang naar de Muurhuizen.
27
Muziekschool
ingang Muurhuizen 1-3 Deze twee muurhuizen zijn beide middeleeuws van signatuur. Dit is onder meer te zien aan de dikke muren met groot formaat baksteen en aan de zware balken. Talloze bouwsporen in de gevels laten de ontwikkelingsgeschiedenis van de huizen zien. Diverse venstervormen, baksteenformaten en bouwnaden maken duidelijk dat alle eeuwen in deze huizen zijn vertegenwoordigd. Restanten van kruiskozijnen in steen en hout, fraaie 18de-eeuwse schuiframen met een fijne roedeverdeling
I
N
N
E
N
S
T
A
D
Via de Muurhuizen loopt u terug naar het synagogecomplex.
29
U vervolgt de route door terug te lopen via de Zuidsingel naar het Museum Jacobs van den Hof.
Museum Jacobs van den Hof
B
De nieuwe eigenaar van het huis heet u graag welkom tijdens de Open Monumentendagen. Bij de restauratie en verbouwing van de gewelfkelder werd onlangs archeologisch onderzoek uitgevoerd, waarbij delen van de fundering en de eerste stadsmuur werden aangetroffen.
bankier. Hij liet het huis verbouwen in Lodewijk XVI stijl. De voorgevel werd geheel uitgevoerd in natuursteen. Het interieur is bijzonder rijk en authentiek met marmeren vloeren, stucwerkdecoraties, geschilderd behang en timmerwerk in 18de-eeuwse vormen. Het huis met de Paarse ruiten is één van de belangrijkste monumenten van de stad. Het huis behoort thans tot het Kloostercomplex van de Onze Lieve Vrouwestichting.
26
E
en ook 19de-eeuwse vensters met een grotere raamverdeling komen naast elkaar voor. Aan de gevel van Muurhuizen 1 zien we ook nog de restanten van een dichtgemetseld kloosterkozijn. In het interieur zijn nog 16de-eeuwse kapconstructies en balklagen aanwezig. Beide huizen zijn in de 18de eeuw ingrijpend verbouwd. De toegangshal vanuit de tuin, met de vloer in rode Olandsteen en de betimmeringen dateren uit die periode. Op de verdieping, in een van de leskamers, vindt U een middeleeuwse muurafwerking: gepleisterde namaakbakstenen tegen écht metselwerk!
28
Muurhuizen 33
In dit karakteristieke Muurhuis was tussen 1578 en 1907 het Sint Elizabeth Gasthuis gevestigd. Dit was het eerste Amersfoortse ziekenhuis. Het torentje aan de voorzijde is een traptorentje. Door toevoeging van een dergelijke toren was het niet nodig om de ruimtes te doorbreken met een trappenhuis. Veel meer dan dat was een traptorentje met een bekroning in de vorm van een vergulde windvaan echter een statussymbool in de stad. 22
Synagoge
Drieringensteeg 2 Vanaf 1655 kreeg Amersfoort ook Joodse inwoners. Zij hielden hun bijeenkomsten in eerste instantie bij mensen thuis. In 1725 werd een stuk grond verworven op de hoek van de Kortegracht en de Drieringensteeg. In 1726 werd de Synagoge gebouwd, georiënteerd op het zuidwesten en daarmee op Jeruzalem. Al in 1734 bleek het gebouw te klein, maar het duurde nog tot 1842 tot een uitbreiding kon worden gerealiseerd naar ontwerp van stadsarchitect B. Ruitenberg. Op verzoek van het bestuur van de Joodse Gemeente nam hij daarbij de synagoge van Kleef als voorbeeld. Het bestaande gebouw werd aan de zijde van de Muurhuizen verlengd. In de architectuur werden klassieke elementen afgewisseld met spitsboog-
A M E R S F O O R T
vensters. In 1927 ontwierp architect H. Elte een nieuw interieur, dat in de oorlog met uitzondering van de Heilige Arke geheel verloren ging. In september 1945 vond de heropening plaats en twee jaar later werd het gebouw gerestaureerd. Ook in 1973 en 1981 vonden herstelwerkzaamheden plaats. Slechts zeer incidenteel is de synagoge opengesteld voor publiek. Tijdens dit Open Monumentendagweekend kunt u op zondag een bezoek brengen aan dit bijzondere monument. Via de Drieringensteeg bereikt u de Kortegracht.
30
Mondriaanhuis
Kortegracht 11 In 1869 werd het woonhuis op nummer 9a verbouwd tot school. Op 7 maart 1872 werd de befaamde schilder Pieter Cornelis Mondriaan, zoon van de hoofdonderwijzer, geboren op Kortegracht 11. In 1890 werd het woonhuis nummer 11 ook verbouwd tot school, die toen bestond uit zes lokalen en een bewaarschool. Aan de achterzijde heeft architect Leo Heijdenrijk, die in Amersfoort veel bijzondere gebouwen heeft ontworpen, een eigentijdse uitbreiding gerealiseerd. De kap met de boven geplaatste horizontale lamellen
roept herinneringen op aan een traditionele dakvorm.
Boerderijen Scherbierstraat In Amersfoort stonden in de middeleeuwse stad, maar ook in de eeuwen daarna, opvallend veel boerderijen. Op stadsplattegronden uit de 16de en 17de eeuw is dit goed te zien aan bijvoorbeeld de vele hooibergen die er op getekend staan. In bepaalde straten in de binnenstad, zoals bijvoorbeeld de Bloemendalse straat, zijn verschillende huizen, waarin de boerderijvorm nog te herkennen is. In de 11de eeuw vestigden zich boeren in het gebied van de latere stad. Een van de eerste vestigingsplekken die men toen uitkoos was achter het geboortehuis van Mondriaan, aan de Scherbierstraat. De Kortegracht was er toen in de 11de eeuw nog niet, maar de Scherbierstraat wel, want de boerderijen stonden haaks georiënteerd op deze straat.
31
Lutherse Kerk
Langestraat 61 Op de plaats van de tegenwoordige Lutherse Kerk stond in de Middeleeuwen de Heilige Geestkapel. In 1837 werd het pand door waarnemend-stadsarchitect B. Ruitenberg nagenoeg geheel vernieuwd. In de Langestraat manifesteert de voorge23
K A A R T
N A A R
K A A R T
vel zich vooral in klassieke vormen. Het basement met de diepe voegen draagt een hoofdgestel met vier, nauwelijks uit het muurvlak naar voren komende pilasters, Ionische kapitelen, opnieuw een hoofdgestel en een fronton. De gevel is voorzien van een pleisterlaag. Banden en kamwerk hierin suggereren echter dat bewerkte natuursteen werd toegepast. Tussen de pilasters zijn drie ‘gotische’ spitsboog-
vensters aangebracht, waarmee de kerkelijke functie wordt geaccentueerd. Het achthoekige klokkentorentje op het dak wordt bekroond door een windvaan in de vorm van een zwaan, het symbool van de Lutherse Kerk. Ook de gevelsteen is voorzien van een zwaan. Het Bätz-orgel in de kerk, daterend uit 1766, is het oudste van de stad.
32 Vanaf de Kortegracht gaat u rechtsaf de Langestraat in.
V A N
Grand Café Hemels
Langestraat 63 De Amersfoortse architect Herman Kroes ontwierp in opdracht van de heer Hartog Jozef Klein in 1895 dit winkelpand, waarin neorenaissance elementen, zoals spekbanden, consoles met mannenkoppen, obelisken en een attiek met fronton overheersen. Met name het grote winkelraam op de verdieping is opvallend. In 20062007 is het pand verbouwd, waarbij de karakteristieke elementen van het pand zoveel mogelijk behouden zijn gebleven. De oude houten vloeren, de monumentale
R
trap en het glas-in-loodraam in het interieur zijn alle gerestaureerd. U gaat linksaf de Krommestraat in en passeert daar de opstapplaats van de Waterlijn.
Vaar door de geschiedenis van Amersfoort Opstapplaats Waterlijn, Krommestraat
Tijdens een rondvaart van drie kwartier krijgt u een aardig compleet beeld van de historische binnenstad. U ziet de stad vanaf de waterlijn ook anders dan wanneer u wandelt. Een mooie aanvulling op uw dwaaltocht door de binnenstad. De schipper vertelt u bijzonderheden.
U
T
Lieve Vrouwekerkhof De Lieve Vrouwekerk, afgebroken begin 19de eeuw, is bekend van prenten en staat aangegeven op oude stadsplattegronden, maar de precieze situering werd pas duidelijk door archeologisch onderzoek. De opgravingen op het Lievevrouwekerkhof brachten aan het licht dat de voorganger van de kerk, een 14de-eeuwse kapel, bij de bouw van de Lievevrouwekerk midden 15de eeuw als koor van die kerk een tweede leven kreeg. De kapel uit de 14de eeuw lag georiënteerd op de Lievevrouwestraat; dus toen men koos deze kapel als koor voor de nieuwe kerk te gebruiken, lag de oriëntatie vast. Echter bij een kerk hoort een toren. Als men de toren, de Lieve Vrouwetoren – nog steeds fier overeind – dezelfde richting als de kerk zou geven, zou de toren scheef op de stadsmuur en bijbehorende gracht staan. Dat kon natuurlijk niet, ook niet in middeleeuws Amersfoort. Men heeft toen, circa 1450, de keuze gemaakt: de toren recht op muur en gracht en de kerk, in godsnaam, dan maar scheef op de toren. Met een boog, waaronder men door kon lopen, verbond men de kerk met de toren. Het verhaal van de bouwgeschiedenis van de kerk is vastgelegd in het plaveisel van het Lieve Vrouwekerkhof.
Vanuit de Krommestraat gaat u linksaf via de Torensteeg naar de Langegracht.
33
O
Archeologisch Centrum
Langegracht 11 Aan Langegracht 11 zijn de stadsarcheologen gevestigd. Zij vertellen de bezoekers over opgravingen, vondsten en restauratietechnieken. Speciale aandacht is er voor de vondsten die dit jaar op de Appelmarkt zijn gedaan, inclusief de onverwachte vondst van een middeleeuwse kapel. 24
E
B
34
I
N
N
E
N
S
T
A
D
Onze-Lieve-Vrouwetoren
Lieve Vrouwekerkhof Toegang alleen door reservering in torenportaal! Op=Op! De Onze-Lieve-Vrouwetoren, gebouwd in de tweede helft van de 15de eeuw, behoort tot de fraaiste gotische torens van ons land. De vondst van een miraculeus Mariabeeldje in 1444 was er de oorzaak van dat Amersfoort een belangrijke bedevaartplaats werd. Dit gaf aanleiding tot de bouw van de imposante toren. Ook de toen reeds bestaande kapel op het Lieve-Vrouwekerkhof werd in die periode aanzienlijk vergroot. Bij een buskruitontploffing in 1787 ging deze kerk verloren. Sindsdien resteert alleen de toren. In de 17de eeuw werd de toren verrijkt met een Hemony-carillon. Eind vorige eeuw werd dit klokkenspel (35 klokken), evenals de toren zelf, gerestaureerd en geplaatst in een nieuwe houten klokkenstoel. In 1997 is in deze klokkenstoel een tweede, modern gestemde beiaard aangebracht (58 klokken). Vervolgens is de beiaard gecompleteerd met een zevengelui, waardoor het totale aantal klokken op precies honderd is gekomen. De Onze Lieve Vrouwetoren werd tot 1928 gebruikt als het kadastrale middelpunt van Nederland. Als meest centrale stad in Nederland die bovendien was voorzien van een hoge toren, was Amersfoort de aangewezen plaats om te dienen als uitgangspunt voor het landelijke net van de officiële Rijksdriehoeksmeting. De X- en de Y-as kruisten elkaar in de as van de windvaan van de toren. Jarenlang werd door landmeters en cartografen de positie van objecten bepaald vanuit dit kruispunt. Later werd besloten om dit 0-punt buiten onze landsgrenzen te leggen, waardoor heel Nederland zich in het ‘eerste kwadrant’ bevindt. In 1996 werd het oorspronkelijk kadastrale middelpunt in de toren gemarkeerd, met
A M E R S F O O R T
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
een assenkruis buiten de toren en een glazen opening in het vloerluik van het entreeportaal. Een laserstraal hierboven projecteert het middelpunt op de kaart van Nederland onder het luik.
stucwerk-voorstellingen zijn voorzien. Het trappenhuis, halverwege de gang, is zeer monumentaal van uiterlijk. Op de eerste verdieping bevindt zich de oorspronkelijke feestzaal van het huis.
35
U verlaat het Oude Stadhuis via het Stadhuisplein. Vanaf de Molenstraat steekt u de Stadsring over richting de Van Persijnstraat.
Kapelhuis
Krankeledenstraat Omstreeks 1500 werd het huis met kenmerken van de baksteengotiek gebouwd voor de ‘Broederschap van Onze-LieveVrouwe’. Deze instelling had als opdracht om de verering van Maria te bevorderen en de diensten in de nabijgelegen kapel te regelen. Het pand werd in 1905 ingrijpend gerestaureerd, waarbij veel details zijn gereconstrueerd. Opvallende details in de bakstenen gevels zijn: de vier ronde blindvensters, de blindnissen in de vorm van een driekwart kruisvenster, de zandstenen kruisbloemen op de overhoeks geplaatste pinakels, de deurgehengen, het smeedijzeren ‘kijk-uit’-venstertje in de voordeur en de in 1998 geplaatste windvaan in de vorm van een haan. Op de hoek met het Lieve Vrouwekerkhof bevindt zich een hoekconsole, waarop in de tijd vóór de Reformatie een Madonnabeeldje heeft gestaan. Via de brug achter de Toren bereikt u de Westsingel.
36
Johanneskerk
Westsingel 30 Op de hoek van de Westsingel en de Molenstraat staat sinds 1960 de Johanneskerk, ontworpen door de architecten S. van Woerden en H.J. Schneider uit Soestdijk. De kerk is een goed voorbeeld van de functionalistische architectuur uit de jaren zestig. De gevels van dit kerkgebouw worden bepaald door metselwerk binnen een betonnen constructie. Met name de rechthoekige structuur van de vensters is bepalend voor het interieur.
38 Een monumentale trap leidt vanaf de Westsingel naar de door een gewelfde luifel geaccentueerde entree.
37
Oude Stadhuis
Westsingel 43 / Stadhuisplein 5
Omstreeks 1780 liet de joodse koopman Abraham Cohen aan de Westsingel, in Lodewijk XVI-stijl, een indrukwekkend huis optrekken. De voorgevel is volledig uitgevoerd in hardsteen. Het bovenlicht van de hoofdingang aan de Westsingel behoort door het rijke houtsnijwerk in Lodewijk XVI-stijl tot de fraaiste voorbeelden van Amersfoort. Na de in 1994 voltooide restauratie heeft Westsingel 43 een representatieve functie gekregen met twee trouwzalen en monumentale vergaderkamers. Het interieur is bijzonder gaaf. De vloeren en lambrisering zijn uitgevoerd in marmer, terwijl de wanden van fraaie 25
Logegebouw Jacob van Campen
Van Persijnstraat Dit logegebouw werd in 1900 door architect W. van Schaik in Jugendstilvormen gebouwd voor Vrijmetselaarsloge Jacob van Campen. Het gebouw kent een Voorhof voor ‘gewone’ bijeenkomsten. Daarnaast is er de Tempel, waar de broeders ceremonieel bijeenkomen. De artefacten in deze tempel hebben een symbolisch karakter overeenkomstig de aard van de Vrijmetselarij die veelvuldig gebruik maakt van symbolen en rituelen uit de middeleeuwse kathedralenbouw. Maçonnieke symbolen treft men ook in de glas-in-loodramen door het gehele gebouw. Ook buiten de binnenstad zijn tijdens dit Open Monumentendag-weekend diverse monumenten opengesteld. Dit zijn de Nieuwe Kerk aan de Leusderweg, De Wagenwerkplaats achter het station en in Hoogland de Martinuskerk, de Inham en de Kapel Coelhorst.
39
Nieuwe Kerk
Leusderweg 110 In het begin van de jaren ’20 groeide het aantal woningen in het Leusderkwartier aanzienlijk. De bevolkingsgroei maakte ook de bouw van een ‘nieuwe kerk’ noodzakelijk. Twee vooraanstaande Amersfoortse architecten werden in 1924 hier-
het kerkgebouw op 5 september van dat jaar door Mgr. dr. B.J. Alfrink voor de tweede keer kon worden gewijd.
43
voor uitgenodigd. G. van Hoogevest ontwierp het exterieur, terwijl H.A. Pothoven bij de plannen voor het interieur betrokken was. In de architectuur is de invloed van de Amsterdamse School, zij het op een strakke en sobere wijze, herkenbaar.
40
Wagenwerkplaats
Vanaf de Wagenwerkplaats vertrekt op zaterdag en zondag een aantal busexcursies langs industrieel erfgoed. Voor tijden zie pagina 8.
41
De Inham
Hamseweg 40, Hoogland Vanaf 1835 bestonden plannen om in Hoogland een nieuwe kerk te bouwen. Uiteindelijk kreeg men in 1841 toestemming van de synode en kon de bouw van start gaan. In deze dorpskerk zijn de kenmerken van het neoclassicisme herkenbaar. Dat is niet zo verwonderlijk, omdat stadsarchitect B. Ruitenberg, die eerder de gevel van de Lutherse Kerk aan de Langestraat in dezelfde stijl had verbouwd, bij dit plan betrokken was.
42
Marinuskerk, gebouwd in de voor die tijd kenmerkende Neogotische stijl, door aartsbisschop Mgr. Snickers geconsacreerd. Nadat in 1943 de drie kerkklokken door de Duitsers waren geroofd, werd de kerk op 19 april 1945 door de Duitsers grotendeels vernield. De kap, grote delen van het schip en de toren werden door kanonschoten met de grond gelijk gemaakt. Hiermee werd voorkomen dat de toren door de geallieerden vanuit de lucht als herkenningspunt zou worden gebruikt. In 1953 kreeg architect Th.J. van Elsberg uit Almelo, die eerder de toren van de St.-Henricuskerk in het Soesterkwartier had vernieuwd, opdracht de kerk geheel te herstellen. Met de bouw werd in 1955 begonnen. Twee jaar later, in de zomer van 1957, werd de kerk opgeleverd, waarna
St. Martinuskerk
Kerklaan 2 , Hoogland In januari 1881 kreeg de befaamde Nederlandse architect A. Tepe door bouwpastoor Pieck (1827-1901) de opdracht een ontwerp voor een kerk in Hoogland te maken. In april vond de aanbesteding plaats met als randvoorwaarde dat de kerk uiterlijk in juni 1882 moest worden opgeleverd. Op 21 mei 1883 werd de Sint26
Kapel Coelhorst foto onder
Coelhorsterweg 35, Hoogland De eerste vermelding van deze kapel dateert uit 1363. Het gebouw is rechthoekig van vorm en is niet voorzien van een voor kapellen zo kenmerkende, meestal driezijdige koorsluiting. De kapel is vrijwel exact oost-west georiënteerd. Na de Reformatie in Amersfoort (1579) werden in de kapel toch nog tot 1585 katholieke diensten gehouden. Op 11 december 1747 bracht een storm zware schade aan het gebouw toe. Pas in 1759 besloten de Staten van Utrecht tot restauratie van de kapel. In 1843 werd de kapel verkocht aan de familie Van Tuijl van Serooskerken, de bewoners van het landgoed Coelhorst. Het gebouw werd als grafkapel in gebruik genomen en bleef dat tot op de huidige dag, na overerving, sinds 1957 voor de familie Beelaerts van Blokland. Uit deze periode stammen drie graftomben die zich tegen de oostwand bevinden.
C O R
V A N
D E N
B R A B E R
A Mv aEn kRa a S r t nFa aO r k aO a r tR T INLEIDING Voor veel mensen is het bekijken van oude kaarten een aardige bezigheid. Je probeert terug te gaan in de tijd en je te verdiepen in de omstandigheden van vroeger. De omvang van een stad in een bepaalde periode, de inpassing in het landschap en de manier waarop deze zich kon verdedigen met zijn poorten, muren en grachten, zeggen veel over de plaats die een dergelijke gemeenschap in de samenleving innam. Het patroon van straten en pleinen en ook de bouwdichtheid vormen aanwijzingen voor het schatten van het aantal inwoners, de middelen van bestaan en de eventuele welstand. In veel gevallen zijn van een plattegrond de groei en de ontwikkeling af te lezen. Ook van Amersfoort bestaan verschillende historische stadsplattegronden die op uiteenlopende tijdstippen zijn gemaakt. De oudst bekende is omstreeks 1560 vervaardigd door Jacob van Deventer (1501/02-1575). Deze had van Philips II de opdracht gekregen van de belangrijkste steden de plattegronden op te meten en in kaarten uit te werken; dit met het oog op eventuele krijgshandelingen, zoals belegeringen en bezettingen. Het materiaal was niet voor openbaar gebruik bestemd en de kaarten zijn in die tijd dan ook niet vermenigvuldigd. Wellicht door gebruik te maken van het basismateriaal van Van Deventer, waren het rond 1590 de uitgevers Georg Braun (1541-1622) en Frans Hogenberg (voor 1540-1590) die een atlas van steden samenstelden die wél voor het publiek was bestemd. De kaarten werden ook als losse bladen uitgegeven. Fraaie plattegronden met gedetailleerd aangegeven gebouwen en gestoffeerde tuinen moesten de trotse bezitters en hun gasten op de hoogte brengen van de rest van de wereld. Midden in de Tachtigjarige Oorlog achtte men het noodzakelijk 1 Zie Ton Reichgelt, ‘De bolwerken van Adriaen Anthonisz van Alckmaer’, in: Amersfoort Magazine, jaargang 7, nummer 1, 2004, pags. 32-34.
de stadsverdediging te moderniseren. Adriaen Anthonisz. van Alckmaer (1541-1620) maakte in opdracht van de Staten van Utrecht twee voorstellen, waarvan het eenvoudigste werd uitgevoerd 1. De beide voorstellen zijn op pagina 37 afgebeeld. De kaartenmakers Joan Blaeu (1598/99-1673) en Johannes Janssonius (1588-1664) traden een halve eeuw later in de voetsporen van Braun en Hogenberg en vervaardigden eveneens plattegronden van steden. Nog meer dan bij hun voorgangers al het geval was, lag het in hun bedoeling het bestuderen van hun kaarten vooral tot een genoegen te maken. In het begin van de achttiende eeuw werden deze kaarten, die maar weinig van elkaar verschilden, waarover straks meer, nog eens opnieuw gedrukt door de uitgever Frederick de Wit (1630-1706). Bij het beoordelen van de oudste kaarten, in het bijzonder die van Van Deventer en Braun en Hogenberg, en het vergelijken met onze eigentijdse satellietopnamen, ontstaat bewondering. Het was vooral Van Deventer die, als pionier, de onregelmatige vorm van de stad en het stedelijke patroon nagenoeg zuiver wist te treffen. Pas meer dan twee en een halve eeuw later werd voor Amersfoort de eerste kadastrale kaart gemaakt. Landmeter Adam Slits (17821858, zie kadertekst op pag. 48) maakte deze in 1824 en gaf met grote precisie de stad weer zoals die er toen uitzag. Met de kadastrale kaart als vanzelfsprekende basis kwam in 1846 de kaart van Dirk Joseph Thomkins (1777-1851), in 1888 gevolgd door die van I. van Vooren en P. Wagemaker. De eerste in kleurendruk verschenen kaart uit de gemeenteatlas van Kuyper dateert van 1865; er zouden er meer volgen. Sindsdien worden er regelmatig plattegronden van Amersfoort in de handel gebracht die de stadsuitbreidingen en de vergrotingen van het bebouwde gedeelte weergeven. Het was dan ook de tijd geworden waarin de markt een steeds grotere rol ging spelen. 27
K
xxxxxx xxxxxx
28
A
A
R
T
E
N
A M E R S F O O R T
V A N
1
Hoofdkaart van Jacob van Deventer – ca. 1560
Bijkaart Jacob van Deventer – ca. 1560
29
K A A R T
N A A R
K A A R T
A M E R S F O O R T V A N K A A R T N A A R K A A R T 1 5 6 0 -18 8 8
DE ZESTIENDE EEUW De kaart van Jacob van Deventer, waarvan het origineel zich in Madrid bevindt, bestaat uit een ‘hoofdkaart’ met een afmeting van ca. 40 x 40 cm en een daarmee verbonden ‘bijkaart’ van ca. 16 x 18 cm. De hoofdkaart geeft een behoorlijk deel van de omgeving te zien; de bijkaart beperkt zich tot nagenoeg de stad met de uitvalswegen. Deze laatste dient vooral voor de vermelding van de belangrijkste gebouwen met een strategische waarde, zoals vanzelfsprekend de poorten, de torens als uitzichtpunten en de kloosters als opvang en verpleging van soldaten. Verder is op de hoofdkaart de bebouwing langs de straten weergegeven. De vorm van de stad benadert zeer dicht de werkelijkheid. Het beloop van het water en de wegen buiten de stad zijn op de hoofdkaart, zelfs nu nog op een eigentijdse stadsplattegrond, herkenbaar. Het verloop van de Eem buiten de Koppelpoort is sinds 1560 niet veranderd. Het pad langs de rechteroever komt op de kaart als weinig belangrijk naar voren. Afgezien van een verbinding met de Oude Eem, enkele honderden meters vanaf de Koppelpoort, is aan de oorspronkelijke bedding geen aandacht besteed. Vanaf de Bloemendalsepoort loopt een weg in noordwestelijke richting. Het is de tegenwoordige Hooglandseweg-Zuid en -Noord. Ook de huidige Kruiskamp is door Van Deventer getekend, uitlopend in de Liendertseweg van onze tijd. Vanaf de driesprong is het de Pullstraat en een stukje van de Van Randwijcklaan die verbinding maakt met de Lageweg uit de tijd van Van Deventer, thans gedeeltelijk de Columbusweg. Zuidelijk van deze weg loopt de tegenwoordige Hogeweg,
ook door Van Deventer aangegeven, waaraan hij het Lazarushuis situeert. Hoewel niet volledig, is het wegen- en waterpatroon aan de oostkant van Amersfoort nu nog gedeeltelijk terug te vinden in de Flierbeek en de Heiligenbergerweg. Onveranderd sinds 1560 stroomt de grillige Heiligenbergerbeek vanuit het zuidwesten richting Monnikendam. Vanaf dit punt is een kaarsrecht gegraven verbindingskanaal zichtbaar, dat ongeveer ter hoogte van de tegenwoordige Gasthuislaan bij een hofstede de Heiligenbergerbeek ontmoet. Het kanaal, met vooralsnog onbekende achtergrond, is in de huidige plattegrond niet meer terug te vinden. Ook de later genoemde Hendrik van Viandenstraat is op de Van Deventerkaart aangegeven. Net als de Bisschopsweg en de weg vanaf de Slijkpoort naar het zuiden, de tegenwoordige Arnhemse-weg, in de richting van Bavoort, om uiteindelijk in Wijk bij Duurstede terecht te komen. De uitvalsweg vanuit de Utrechtsepoort heeft buiten de stad een dwarsverbinding met de zojuist genoemde Arnhemseweg, de tegenwoordige Bergstraat. Vanaf hier zijn op Van Deventer de voorlopers van de latere Utrechtseweg en de Prins Frederiklaan te zien. Ook zijn de Snouckaertlaan en, in het verlengde daarvan, de Puntenburgerlaan te herkennen, evenals, mogelijk, de huidige Nicolaas Pienemanstraat. In westelijke richting, ‘Occidens’, gaat de belangrijke weg over Soest naar Utrecht. Van Deventer laat zien dat de stadsverdediging bestond uit twee grachten, van elkaar gescheiden door een smalle strook grond, een singel. Er waren zes poorten die toegang gaven tot de stad. Utrechtsepoort met vanaf de veldzijde een eerste ingangspartij, een brug over de eerste gracht, een voorpoort, een brug over de tweede gracht en de hoofdpoort waar aan beide kanten de stadsmuur op aansluit. Van Deventer maakte geen verschil tussen muurtorens en arkeltorentjes.
30
A M E R S F O O R T
De Koppelpoort was een gecombineerde water- en landpoort die er nu in grote lijnen nog net zo uitziet als rond 1560. De voorpoort vóór de landpoort, die er in de tijd van Van Deventer stellig heeft gestaan, is niet weergegeven2. Met de klok mee lijken de Kamperbuitenpoort, de Slijkpoort en de Utrechtsepoort verder de belangrijkste te zijn. Dit te oordelen naar de, zij het summier getekende, programma's van als volledig geldende stadspoorten, met name voor de Utrechtsepoort. Te weten: een (houten?) eerste ingangspartij, een (ophaal?)brug over de eerste gracht, een stenen voorpoort, een gemetselde brug over de tweede gracht met flankerende muren en, ten laatste, de feitelijke hoofdpoort. Dit was in de regel een kloek bouwwerk waartegen de stadsmuur aansloot. De andere twee poorten, de Bloemendalsepoort en de Andriespoort, waren van minder belang en de laatste moest het blijkbaar doen met alléén een hoofdpoort. Monnikendam moet worden gezien als een tweetal van de gebruikelijke torens, gekoppeld door een poortgebouwtje waarin een mechaniek tot waterkering was ondergebracht. Op de hoofdkaart en de bijkaart komt het aantal torens tussen de poorten niet met elkaar overeen. Op de bijkaart staan er twee meer. Voor de muurtoren direct ten westen van de Bloemendalsebuitenpoort heeft Van Deventer iets meer gemaakt. Sommige torens zijn voorzien van spitsen. In de stad zijn het de Kamperbinnenpoort en de Bloemendalsebinnenpoort die nog steeds het karakter hebben van een poortgebouw en dan ook op de bijkaart van de notitie ‘porta’ zijn voorzien. De omstandigheid van de dubbele gracht buitenom gaat terug naar een oud gegeven. Van Deventer geeft op zijn plattegrond rond bijna de helft van de kern een eveneens dubbele gracht te zien. Vanaf Mariënhof loopt, eerst naar het westen en later rechtsom buigend naar het noorden, min of meer evenwijdig met de latere Zuidsingel en Westsingel, een extra gracht. Ook deze twee waterlopen zijn door een singel van elkaar gescheiden. Na het klooster van de Franciscanen, het latere Observantenklooster, zet dit grachtje koers naar de Koppelpoort en zet daarmee het St.-Pietersgasthuis op een eiland. Bij archeologische onderzoekingen is het eerste gedeelte van dit grachtje verschillende keren teruggevonden. Op dezelfde kaart zijn in de kern het Stadhuis, de St.-Joriskerk met daarachter de Latijnse School, de kapel van het HeiligeGeestgasthuis en de Onze-Lieve-Vrouwekerk met de toren aangeduid. In de vijftiende-eeuwse uitleg zijn dat het Convent
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
van St.-Aegten, het St.-Nicolaasweeshuis, de St.-Rochuskapel, St.-Jan, het St.-Agnietenklooster, St.-Barbara, Mariënhof, het klooster van de Franciscanen en het St.-Pietersgasthuis. Deze gebouwen komen ook voor op de hoofdkaart zonder de toegevoegde benamingen. De Rochuskapel wordt, als beeldmerk zonder verdere bedoelingen, met de lange zijde evenwijdig aan de tegenwoordige Pothstraat gesitueerd. Een gegeven dat álle volgende kaartenmakers, tót Slits, zouden overnemen. Op de hoofdkaart is langs de straten in rode kleur bebouwing gesuggereerd, zonder ook maar enige detaillering. Maar dat behoorde dan ook niet tot het wensenpakket van zijn opdrachtgever. Buiten de muren zijn de molens en de boerenhoeven te vinden. Bij vergelijking met een moderne kaart valt op dat veel van de straten en pleinen die Van Deventer tekende in tracé nog steeds bestaan. Van de circa zeventig binnenstadsstraten hebben vijf en vijftig nog exact dezelfde plaats. Het stedelijke patroon is nagenoeg onveranderd gebleven. Dat geldt ook voor het straatje dat vanuit de Bloemendalsestraat in oostelijke richting gaat. Aan het einde daarvan tekent Van Deventer op de bijkaart een heuse galg.3 Een ‘doodlopend’ straatje als een executieplaats van de zestiende eeuw! Op de kaarten is de ontwikkeling van de stad leesbaar. De vroegere kern, met de eerder gegraven Korte- en Langegracht, de oude weg die de oostelijke, de zuidelijke en de westelijke streken met elkaar verbond: vanaf de Kamp, door de Langestraat en bij de huidige Varkensmarkt de splitsing naar het zuiden en het westen. Het verloop van de vroegere stadsmuur is rond de appelvormige kern gemakkelijk te volgen. De vijftiende-eeuwse uitleg daaromheen met zijn kloosters en moestuinen is eveneens in een aantal segmenten duidelijk herkenbaar. Voor het reconstrueren van de groei van de feitelijke kern, een reeks van ontwikkelingen vanaf de stichting van de eerste nederzetting naar het moment waarop deze stadsrechten verwierf, is het aantal bouwstenen vooralsnog onvoldoende. Op den duur zullen het de archeologen zijn die de laatste puzzelstukken vinden, en op hun plaats leggen.
______________________ 2 Voor het niet weergeven van de voorpoort is vooralsnog geen goede verklaring. Van de Utrechtsepoort, de Slijkpoort en de Kamperbuitenpoort heeft van Deventer meer werk gemaakt. De situatie bij de Koppelpoort is, door de combinatie van waterpoort/landpoort anders. Mogelijk heeft hij, naar zijn inzicht, willen volstaan met het globale ‘beeldteken’ voor stadspoort. Op de bijkaart voegt hij de notitie ‘porta’ toe. Misverstanden zijn dus niet mogelijk. 3 J.-M.A.W. Morel, ‘De stadsplattegronden van Amersfoort’, in: Flehite, Historisch jaarboek voor Amersfoort en omstreken 2004, pag. 95-96.
31
A M E R S F O O R T V A N K A A R T N A A R K A A R T 1 5 6 0 -18 8 8
3
2 4 1
Kaart van Van Braun en Hogenberg – 1588
32
A M E R S F O O R T
Uitsnede kaart van Van Braun en Hogenberg – 1588
33
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
A M E R S F O O R T V A N K A A R T N A A R K A A R T 1 5 6 0 -18 8 8
K A A R T VA N B R A U N E N H O G E N B E R G, 15 8 8 Frans Hogenberg maakte in Keulen samen met Georg Braun vanaf 1572 een reeks kaarten en afbeeldingen van steden over de gehele wereld. Deze werden gepubliceerd in de atlas ‘Civitates orbis terrarum’. De kaarten kwamen ook los in de handel. In 1588 kwam daarvan het vierde deel uit, waarin Amersfoort is afgebeeld. Vrijwel zeker ontstond de kaart door een nauwkeurige vergroting met een factor twee van de plattegrond van Van Deventer, waarvoor Braun en Hogenberg gebruik hebben kunnen maken van de minuutkaart van Van Deventer.4 Wat betreft de uitwendige vorm en het verloop van de straten en de grachten is hij dus net zo accuraat als de Van Deventerkaart. Stedenbouwkundig lopen de kaartenmakers redelijk in de pas met Van Deventer. Hier en daar zijn wat betreft de plaats en het aantal van de bruggen enkele verschillen op te merken. De plattegrond heeft een afmeting van 35 cm x 37 cm, met inbegrip van een gezicht op de stad dat aan de onderzijde is toegevoegd. Op de achterkant van de oudste uitgave is een tekst gedrukt, waaruit blijkt dat abt Michael ab Isselt de opdrachtgever was en dat de goudsmid Gijsbert Cloeting, met de nog niet ingevulde plattegrond als uitgangspunt, de gebouwen heeft ingetekend. De notaris en priester Jacob van Hees zorgde voor een beschrijving. Later werd de kaart van Braun en Hogenberg meermalen opnieuw gedrukt, voor de laatste keer in 1641. Van de omgeving is op de kaart weinig te zien. De Eem stroomt vanaf de Koppelpoort naar het noordwesten. Van enige bedrijvigheid langs de Eemhaven, die er in die tijd sinds lang was, is niets te bespeuren. Linksboven is temidden van geboomte de kapel van Isselt weergegeven. De realiteit is, wat betreft de plaatsing, enig geweld aangedaan. In werkelijkheid stond het gebouwtje veel verder naar het noordwesten, ruim twee kilometer! Ab Isselt stelde er blijkbaar prijs op ‘zijn’ kapel toch op de kaart te krijgen. De gekromde ‘Oude Eem’ onderging eenzelfde reductie. Deze ontmoette de tegenwoordige Eem, het gevolg van een vergraving in de Middeleeuwen, op een punt dat veel verder van de stad was gelegen. Rechtsboven op de kaart is het Leprozenhuis getekend, evenzeer te dicht bij de stad. Het Leprozenhuis stond aan de Hogeweg, ongeveer op de plaats van de tegenwoordige kruising met de
Ringweg Kruiskamp/ Randenbroek. Het verloop van de wegen en de beken volgt redelijk de kaart van Van Deventer. De stadsverdediging is conform hetzelfde voorbeeld. Rond de gehele stad zijn de twee grachten zichtbaar, gescheiden door de singel. De buitenpoorten zijn als indrukwekkende gebouwen weergegeven, waarbij alleen de Andriespoort opnieuw als een enkelvoudig poortgebouw is weergegeven. Op de andere poorten heeft de tekenaar het hierboven al benoemde volledige programma toegepast, dit geldt vooral voor de Kamperbuitenpoort rechtsboven. Braun en Hogenberg geven de stadsmuur nog te zien in zijn oorspronkelijke opzet, mét nog de reeksen gemetselde bogen onder de weergang, en zónder de dijk grond die er vanaf 1561 aan de stadszijde tegenaan werd geworpen. Het aantal muurtorens klopt bijna met die op de bijkaart van Van Deventer. Ook het deel van de tweede gracht met het ‘cingel’ rond een gedeelte van de kern is in overeenstemming met Van Deventer, hij loopt vanaf Mariënhof tot aan de Koppelpoort. Van de Kamperbinnenpoort is de voorpoort, die er nog steeds staat, pregnant in beeld. De Bloemendalsebinnenpoort is een stuk bescheidener. De tekenaar heeft voor zover het de gebouwen en de overige stoffering betreft enige registers opengetrokken. Gaf Van Deventer op zijn hoofdkaart, naast de karakteristieke oriëntatiepunten, de overige gebouwen in abstractie weer, Cloetinge tekent de kerken, kloosters en huizen afzonderlijk. Hij laat ook zien, in het bijzonder in de uitleg, dat het aantal boerenbedrijven groot was. In die zone rond de kern zijn meer dan dertig hooibergen te zien. De gebieden tussen de Pothstraat en de Kamp en het Koestraatgebied(!) spannen de kroon. De kloosters hebben nog hun ommuring en hun eigen moestuinen en boomgaarden. Vanaf 1579, het jaar van de Hervorming, zouden deze goederen worden geseculariseerd. De gebouwen zijn zeker niet waarheidsgetrouw weergegeven, ook de meest belangrijke niet. De Onze-Lieve-Vrouwetoren heeft vanaf de zuidkant stellig nooit een doorgang gehad. Deze bevond zich langs de oostkant, tussen de toren en kerk door. En ook de rondboogvensters horen niet echt bij een door-en-door gotisch gebouw.
4 Zie Morel, pag. 98-101.
34
A M E R S F O O R T
Onze-LieveVrouwetoren met kerk. Abusievelijk is aan de zuidkant van de toren een doorgang getekend.
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
De toren van de St.-Joris was in die tijd al in de zuidbeuk van de kerk opgenomen en stak toen al door het dak heen, net als nu. Voor de weergave van het gros van de overige gebouwen, zoals het stadhuis aan de Hof (het ‘Raethuis’), de Latijnse School, waarvan de vorm doet denken aan de Plompetoren, die op de kaart nauwelijks herkenbaar is, mag men zich geen enkele illusie maken. Ook de ring van muurhuizen komt, met uitzondering van het meest zuidelijke segment, bij Braun en Hogenberg als weinig imposant naar voren. Het gezicht op de stad, onder de kaart, laat ‘AMORFORTIA’ vanuit het noordwesten zien. Uiterst links is de Kamperbuitenpoort zichtbaar. Aan de rechterkant is het de Utrechtsepoort die het beeld afsluit. Treffend is het grote aantal torenspitsen van poorten, kloosterkapellen, de kerken en het ‘Raethuis'. Vergeleken met de kaart, zijn er ook verschillen op te merken. Van de dubbele gracht lijkt geen sprake meer te zijn, duidelijk in afwijking met de plattegrond daarboven. Het gezicht toont dus een latere situatie, ná het dempen/overkluizen van de binnenste buitengracht. De Eemhaven vóór de Koppelpoort stelt nog weinig voor, duidelijke kaden ontbreken. Van de Koppelpoort zelf is het balkenschot voor de helft neergelaten. Het ontbrekende torenspitsje zou pas twee honderd jaar later terugkeren. Voor het eerst zijn de arkeltorentjes op de muur tussen de muurtorens aangegeven. De laatste zijn overigens niet allemaal gelijk. Bovendien komen ze niet overeen met die op de kaart. Sommige hebben een cirkelvormige plattegrond, andere een rechthoekige. Ook de torenspitsen en daken zijn niet allemaal hetzelfde. Wanneer men het stedelijke landschap achter de muur betreedt komt men meer afwijkingen tegen. Van links naar rechts is, na het St.-Jansconvent, de Kamperbinnenpoort zichtbaar, met spitsen die ruim boven de bebouwing uitsteken.
Van de St.-Joriskerk heeft de tekenaar maar iets gemaakt. De gelijkenis met het gebouw zoals het er nu nog steeds uitziet is ver te zoeken. Achter de kerk is de toenmalige Latijnse School te zien, met zelfs een torentje.
35
A M E R S F O O R T V A N K A A R T N A A R K A A R T 1 5 6 0 -18 8 8
De Kamperbuitenpoort is, te oordelen naar de kaart, nog geheel in de middeleeuwse staat. Van de aanaarding van de stadsmuren, die de bogen aan het oog zouden onttrekken en waarmee men toch tientallen jaren eerder was begonnen, is nog niets te zien.
Observantenklooster waarvan de secularisatie in 1579 plaatsvond. De vroegere kloostertuin werd ingericht tot ondermeer schuttersdoelen. Ongeveer gelijktijdig met het drukken van de kaart van Braun en Hogenberg werd de kapel afgebroken.
In tegenstelling met de kaart is op het prospect de Plompetoren wél goed herkenbaar. De St.-Joriskerk is er geloofwaardiger op geworden, duidelijk een hallenkerk. Daar direct onder laat de tekenaar een reeks herkenbare ‘echte’ muurhuizen tevoorschijn komen, die op de kaart nauwelijks zijn te vinden. De Bloemendalsebinnenpoort is, terecht, in diezelfde lijn opgenomen. Ook het stadhuis met zijn dakruiter krijgt de nodige aandacht. In de stad is een enkel gotisch huis zichtbaar, met een in steen gemetselde façade. Daar vlak in de buurt staat een gevel die kennelijk in hout is opgetrokken. Een prominente plaats wordt ingenomen door de Onze-LieveVrouwetoren met de kerk. Op de vorm van de toren is het nodige af te dingen. De naar boven smaller wordende derde geleding heeft in werkelijkheid de vorm van een achtzijdig prisma en ook de bekroning is anders. Gotische spitsbogen in plaats van de getekende rondbogen zijn door de graveur, wederom, niet opgemerkt. Aan de voet van de toren staat een wel héél nietig kapelletje van het St. Pietersgasthuis. De kapel van het Observantenklooster toont een forse kap met een dakruiter.
Op de achtergrond is het torentje van Oud Leusden zichtbaar, verbonden met het toen nog bestaande kerkje. De molens zijn alle van het oudst bekende type: de standerdmolen. Het gezicht op de stad geeft een goede indruk van de setting van Amersfoort in het landschap, met op de voorgrond de Koppelpoort en de Eem en op de achtergrond de Utrechtse Heuvelrug. In 1671 zou Matthias Withoos bij het schilderen van zijn Gezicht op Amersfoort, gebruik maken van, zeer waarschijnlijk, juist deze stadsplattegrond en dit stadsgezicht van Braun en Hogenberg.
36
A M E R S F O O R T
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
Adriaen Anthonisz van Alkmaer maakte in 1592, ter verbetering van de stadsverdediging, een tweetal ontwerpen. Het onderste plan werd uitgevoerd.
Plan A met vijf bolwerken. Universiteits Bibliotheek Leiden
Plan B met drie bolwerken. Nationaal Archief ’s-Gravenhage
37
A M E R S F O O R T V A N K A A R T N A A R K A A R T 1 5 6 0 -18 8 8
3
2
1
4
Kaart van Janssonius – vóór 1649 gemaakt, in 1657 voor het eerst uitgegeven. Deze kaart betreft een latere heruitgave van Frederick de Wit (zie pag. 39), waarbij schaalstok, pasroos en adres zijn toegevoegd. 38
A M E R S F O O R T
DE ZEVENTIENDE EEUW Ook in de zeventiende eeuw werden kaarten gemaakt en uitgegeven. Die van Joan Blaeu dateert van 1649, gevolgd door de plattegrond van Johannes Janssonius. Aan het einde van de eeuw koopt Frederick de Wit de etsplaten van Janssonius en worden de kaarten in de daarop volgende jaren enkele keren opnieuw uitgegeven. Zo op het oog verschillen de 17de-eeuwse uitgaven weinig van elkaar. Curieus is dat de kaart van Janssonius, hoewel later uitgegeven dan die van Blaeu, enkele vroegere situaties in de stedelijke ontwikkeling te zien geeft. De overeenkomsten van beide kaarten zijn echter zó opvallend dat een stevige relatie niet valt te ontkennen. Door die gelijkenis, in opzet en detail, moet worden aangenomen dat Blaeu in 1649 al heeft kunnen beschikken over de conceptkaart van zijn concurrent Janssonius, voordat deze laatste in 1657 officieel werd uitgegeven.
KAART VAN JANSSONIUS Het ligt voor de hand, de weergave van de oudere situatie in aanmerking nemende, de kaart van Janssonius als uitgangspunt te nemen. Vervolgens zullen de verschillen met de plattegrond van Blaeu aan de orde komen. Janssonius heeft kennis kunnen nemen, zelfs kunnen beschikken over de plattegrond van Braun en Hogenberg. Deze was immers, anders dan Van Deventer, openbaar geworden door de verschenen drukken. Hij hoefde dus niet helemaal van begin af aan de kaart op te zetten. Opvallend is overigens dat de vorm van Amersfoort, vergeleken met de voorgangers en vergeleken met onze topografische kaarten, minder overtuigend overkomt. Op de onderlinge verhoudingen van de segmenten is plaats voor twijfel. De afmetingen van de beschikbare plaat hebben de graveur blijkbaar parten gespeeld. Aan de bovenkant had hij beslist wat meer ruimte kunnen gebruiken. Aan de onderzijde heeft hij het probleem opgelost door de vorm van de stad eenvoudig iets af te platten. Van de omgeving is minder te zien dan op de vorige kaarten. Buiten de Koppelpoort staan langs de kade, de latere Grote Koppel, nog slechts een paar pakhuizen. In de Eemhaven liggen enkele schepen en de vroegere ‘oude’ Eem is rechts daarvan zichtbaar. Buiten de poort liggen hemden en lakens te bleken. Vanaf de Koppelpoort naar het oosten is de buitengracht enkelvoudig geworden. De binnenste gracht is, zo te zien, gedempt. Gedeeltelijk de plannen van vestingbouwer Adriaen van Alckmaar honorerend, heeft de stad inmiddels aan de noord- en de oostkant de verdedigingswerken aangepast. De Kamperbuitenpoort is voorzien van een geducht aardwerk. Binnen de stadsmuur is op
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
de hoek van de straat Achter de Kamp op een rondeel een stel kanonnen geplaatst. Met de klok mee, ná Monnikendam, is pas weer een karig restant van de binnenste buitengracht te zien, om te eindigen tegen het Davidsbolwerk. Naast de al genoemde aardwerken zijn op de kaart rond de Bloemendalsebuitenpoort, tegenover Monnikendam en even ten noorden van de Utrechtsepoort andere bolwerken gemaakt. Wat Janssonius weergeeft, strookt overigens niet met de suggesties die door Van Alckmaer werden gedaan. Het aan de binnenzijde aanaarden van de stadsmuur is bij Janssonius een feit geworden. Dit werk werd zo'n kleine honderd jaar tevoren (1565) uitgevoerd. Maar of deze klus volledig werd geklaard, kan worden betwijfeld. De bekende tekening van Roghman van de Koppelpoort, die overigens als weinig geloofwaardig overkomt, laat namelijk over meer dan honderd meter een reeks bogen zien, waarbij van enige aanaarding niets valt te bespeuren. Mogelijk had Roghman de beschikking over de plattegrond van Braun en Hogenberg. Hoe het ook zij, Janssonius geeft de aanaarding wél duidelijk weer, compleet met op- en afritten om de muur en de borstwering te kunnen bereiken. Ook de eenpersoons wachttorentjes zijn, wanneer het de tekenaar zo uitkwam, zichtbaar. Deze zouden vanaf 1633 afgebroken worden. De poorten komen niet bijzonder overtuigend over. Afgezien van de Kamperbuitenpoort doen de andere door hun bescheidenheid niet direct denken aan krijgshaftige hoofdmomenten in een stedelijke verdediging. De Hof is wederom weergegeven als het geografische zwaartepunt van de kaart. Het stadhuis is met zijn drie panden en het klokkentorentje duidelijk te herkennen. Ook de St.-Joriskerk is in overeenstemming met de werkelijkheid: de toren is geheel ingebouwd, het zuidportaal is waarheidsgetrouw en de boterbeurs met de zuiltjes van 1608 staat aan de kant van het plein. De openbare Appelmarkt heeft intussen de bekende driehoekige vorm gekregen, zonder de binnenbebouwing die bij Van Deventer en Braun en Hogenberg nog was te zien. De Krommestraat heeft aan de noordkant het nog naar rechts wijkende verloop, richting Havik, en laat zien dat de straat in die tijd nog steeds ‘krom’ was. Weinig later zou de omgeving ingrijpend worden veranderd. Ook het gedeelte binnengracht is nog open, met langs de oever een rij bomen, van St.-Aegten tot voorbij de Bloemendalsestraat. Ook de Bloemendalsebinnenpoort, mogelijk een restant, staat er nog. De muurhuizen zijn, zij het als stereotypen, herkenbaar. Aan het stratenpatroon van het zuidoostelijke segment van de 39
A M E R S F O O R T V A N K A A R T N A A R K A A R T 1 5 6 0 -18 8 8
oude kern is sinds Braun en Hogenberg weinig veranderd. De Heilige Geestkapel beheerst de omgeving van de vismarkt. In het uiterste zuiden van de kern, ongeveer in de tuinen van de tegenwoordige muziekschool, zijn drie horizontale elementen te zien. Het zijn houten stellages van een raamplaats van de lakenindustrie, op het terrein van de vroegere ‘Rode-toren-doelen’. Opvallend is dat de Onze-Lieve-Vrouwetoren en de kapel elk zijn eigen oriëntatie heeft, de toren naar de gracht en de kapel naar de Onze Lievevrouwestraat. Dit gegeven kon in 1986 door de Amersfoortse stadsarcheologen worden bevestigd. Ook op deze kaart is de Onze-LieveVrouwetoren met de kapel met veel aandacht voor het detail weergegeven. De passage tussen de toren en de kerk door is duidelijk te zien. De aanbouwen aan de zuidzijde, met inbegrip van het zuider transept, zullen in werkelijkheid bescheidener zijn geweest. Ook de afscheiding van het kerkhof is zichtbaar.
Wat betreft het gros van de woonhuizen moet worden vastgesteld dat van een afzonderlijke weergave geen sprake is. Janssonius hanteert een uniform beeld en tekent een eenvormig patroon van daken. Op de kaden van de Korte- en de Langegracht staan mechanieken, zogenoemde putstoelen, om grachtwater naar boven te halen, onder andere voor de vele bierbrouwerijen. In het Havik liggen enkele bootjes, deze zijn ook in het water van het Spui te zien. Het kunnen onmogelijk grote schepen zijn geweest. Er waren toen al onbeweegbare stenen bruggen (Koppelpoort, Spui en Havik). Deze lieten boten van enige omvang niet toe.
De kaart van Janssonius laat zien dat er in die tijd een houten brug was, de zogenoemde Langebrug, die de Breestraat verbond met de kop van het Spui. De hoogte doet vermoeden dat de vorm en de constructie waren aangepast aan het bereikbaar houden van de Westsingel en het water langs St.-Aegten, dat in die tijd nog niet was gedempt.
St.-Aegten, in die tijd hadden de gebouwen al een industriële bestemming, toont een omsloten hof aan de achterzijde. Langs de 15de-eeuwse uitleg, vanaf deze plek met de klok mee, komt men het straatje ‘Achter toude Weeshuys’ tegen, de vroegere locatie van het Begijnhof en later het Burgerweeshuis. Het gebied ten westen van de Bloemendalsestraat is tegenwoordig niet meer te herkennen. De veranderingen in de jaren 40
A M E R S F O O R T
dertig van de vorige eeuw en de bouw van de Flint brachten aan de oostzijde eveneens drastische ingrepen met zich mee. Het lijkt er op dat het terrein van de Armen-de-Poth vanaf de Pothstraat doorliep tot aan de stadswal. Een bescheiden doorgang verbond de hof met een ordelijke boomgaard op het achterterrein. Met het gebouw uiterst rechts is mogelijk het pesthuis bedoeld.
V A N
K A A R T
N A A R
Ook in de zuidoostelijke segmenten hebben St.-Jan, St.-Agnes, St.-Barbara en Mariënhof, dat in die tijd het Burgerweeshuis herbergde, op de kaart van Janssonius nog steeds hun claustrale beslotenheid. De 17de-eeuwse voorganger van het latere Huis met de paarse ruiten is al wel zichtbaar. Aan de westkant heeft de kapel van het Observantenklooster plaats gemaakt voor de Stadsdoelen. Met enige goede wil zijn de schietbanen te herkennen. Ook het nabijgelegen St.-Pietersgasthuis is ruim voorzien van boomgaarden en ligt niet langer op een eiland. Het Hellegrachtje, dat bij Braun en Hogenberg nog was te zien, is intussen gedempt dan wel overkluisd. De uitleg rond de kern is nog steeds het gebied waar veel boerderijen voorkomen, te oordelen naar de hooibergen. Vlakbij de ontmoeting van de Conickstraat met de wal is op een binnenaardwerk de St.-Annamolen te zien. En even buiten de Utrechtsepoort, op de kaart links, een van de molens die daar stonden.
Aan het einde van de Coninckstraat staat de St.-Annamolen op een niveau dat gelijk is aan de opgeworpen aanaarding. De oprit is duidelijk zichtbaar. Aangrenzend is de boomgaard van de Armen de Poth.
K A A R T
Deze 17de-eeuwse kaart toont dat in het tegenwoordige Koestraatgebied het boerenbedrijf het beeld bepaalde.
41
A M E R S F O O R T V A N K A A R T N A A R K A A R T 1 5 6 0 -18 8 8
2 1
3
Kaart van Blaeu – 1649 42
A M E R S F O O R T
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
KAART VAN BLAEU, 1649 Zoals gezegd heeft Blaeu vermoedelijk de hand weten te leggen op een afdruk van de kaart van Janssonius (pagina 38). Na deze te hebben overgetrokken en opnieuw in een eigen koperplaat te hebben gestoken, waarbij hij de kaart op enkele punten aanpaste aan de veranderingen in de stad, kon hij met zijn eigen productie beginnen. Copyright bestond nog niet zodat men van het werk van anderen ongestraft kopieën kon maken. Toch mag men niet al te licht aanzien tegen deze manier van werken. Het maken, zelfs van een evenbeeld, vergde tijd, vakmanschap en zorgvuldigheid. Het resultaat dat Blaeu hiermee behaalde kan de kritiek ruimschoots doorstaan. De gelijkenis is zo groot dat, de echte aanpassingen niet meegerekend, alleen door goed te kijken de verschillen tussen de beide kaarten zijn te zien. Blaeu is overigens met een enkele blik te onderscheiden van Janssonius. De laatste heeft rechtsonder een cartouche, omgeven door zogenoemd kwabornament, met alleen vruchten. Blaeu heeft ongeveer dezelfde onderhoek, maar dan aangevuld met enkele dieren, twee putti en een oude man die met manden bezig is. Ook op de kaart van Blaeu is de omgeving rond de stad maar met weinig ruimte bemeten. Aan de oostkant is iets meer van de Hogeweg te zien. Dat geldt ook voor de tuinen en boomgaarden daar ten zuiden van. Het verloop van de beken oogt hetzelfde. Blaeu had ook de gelegenheid twee bastions toe te voegen, één voor de Slijkpoort, de andere daar ten oosten van. Of de weergegeven bolwerken er wel echt allemaal zijn geweest is de vraag, zoals eerder werd opgemerkt. Die aan het einde van de Bloemendalsestraat en het Davidsbolwerk bestaan nog steeds. Die rond de vroegere Kamperbuitenpoort geeft evenmin redenen tot twijfel. En het aardwerk ten westen van de Utrechtsepoort werd geschilderd door Withoos. Maar van de drie bastions aan de zuidkant, één voor de Slijkpoort, één nabij Monnikendam en één tussen deze beide poorten, is in de belijning van de percelen op het eerste kadastrale plan van 1824 niets te vinden. Zij stroken bovendien niet met de plannen van Van Alckmaer. Hebben zowel Janssonius als Blaeu de verwachting gehad dat deze bolwerken er zouden komen? De bebouwing langs de Eemhaven heeft zich uitgebreid. De stadsgrachten buiten de muren en de wallen zijn identiek. Binnen de oude kern zijn rond de Hof ook nauwelijks verschillen te zien. Wel is van het zuidportaal van de Joriskerk een wat wonderlijke ronde toren gemaakt, compleet met een reeks kantelen. Blaeu had wellicht iets beter naar zijn voorbeeld moeten kijken en dat geldt evenzeer voor de Plompetoren.
Opvallend is het grote aantal bruggen dat de Zuidsingel verbindt met de achtertuinen van de Muurhuizen op die plek. De zes stuks stonden ook al op Janssonius. Zij zijn in de loop van de tijd verdwenen. De rond getekende Plompetoren is in deze stedelijke context een vreemd geval.
De bebouwing aan het noordelijke uiteinde van de Krommestraat is verdwenen en een wat onbeholpen weergegeven brug in het verlengde van de straat zorgt voor een verbinding met de noordelijke kade van het Havik. Ook is een nieuwe verbinding tussen het Havik en het Spui aangelegd, de ‘Nieuwe Weg’. Langs St.-Aegten is het water inmiddels gedempt en ‘t Zand is beplant met een aanvullende bomenreeks. De kaart van Blaeu geeft in dit gedeelte van de stad in grote lijnen de stedenbouwkundige structuur weer zoals die nog steeds bestaat. Aan de verkaveling ten oosten van de Nieuwe Weg is te zien dat de verbrede straat de bebouwing op die plek als het ware heeft afgesneden. De huidige parcellering met de scherpe hoeken is daarvan het resultaat. 43
A M E R S F O O R T V A N K A A R T N A A R K A A R T 1 5 6 0 -18 8 8
Op dit punt van de stad heeft een aantal veranderingen zich intussen voltrokken. De Nieuweweg is een feit en vormt de beëindiging van de Westsingel. Het water langs St.-Aegten is gedempt en er is een laan met bomen ontstaan. Dat is sindsdien niet meer veranderd. De aanduiding ‘Observanten’ staat abusievelijk bij het St. Pietersgasthuis.
Tinnenburg, Amersfoorts bekendste muurhuis, is niet aangegeven. De plaats toont een onbebouwd erf. Daartegenover, aan de andere kant van de singel, is wél de voorganger van het Huis met de paarse ruiten te zien, dat gebouwd werd in 1643.
Door de plattegronden van Janssonius en Blaeu met elkaar te vergelijken, blijkt dat de laatste zijn kaart op weinig ingrijpende manier heeft aangepast. Langs de weg van ‘t Zand naar de wal, oostelijk van St.-Aegten, is meer bebouwing gekomen, ten koste van het vroegere boerenerf. Blaeu tekent verder aan het begin van het Spui aan de noordkant van het water een gebouwtje dat kennelijk het onderkomen voor de sluiswachter is. De sluizen zelf bevonden zich in die tijd blijkbaar dichter bij de brug dan nu het geval is. Het zij herhaald, in 1694 werd de etsplaat van Janssonius gekocht door Frederick de Wit. Deze voegde in 1706 enkele dingen toe, zoals zijn naam, maar liet het kaartgedeelte nagenoeg onveranderd. 44
A M E R S F O O R T
V A N
K A A R T
4 2
1
3
Kopie van het kadastrale minuutplan van Slits – 1824 – Noordelijk deel. Het zuidelijk deel is ook door Slits in kaart gebracht. Echter, de kwaliteit van deze kaart is helaas voor drukwerk onvoldoende. 45
N A A R
K A A R T
A M E R S F O O R T V A N K A A R T N A A R K A A R T 1 5 6 0 -18 8 8
DE NEGENTIENDE EEUW Aan het begin van de negentiende eeuw ging men, vooruitlopend op de totstandkoming van het kadaster, gebieden opnieuw in kaart brengen. Onderliggende gedachte was het bijeenbrengen van betrouwbare gegevens die de heffing van een uniforme grondbelasting mogelijk zou maken. Daarbij maakte men gebruik van driehoeksmeting, waarbij een systeem van nauwkeurig gemeten driehoeken kon zorgen voor een sluitend netwerk. Deze metingen leidden tot de minuutplans.
Aan het begin van de begraafplaats op het Davidsbolwerk zijn de twee gebouwtjes getekend die pas halverwege de vorige eeuw verdwenen.
HET KADASTRALE MINUUTPLAN VA N S L I T S – 1 8 2 4 Het kadastrale minuutplan van Amersfoort dateert van de periode 1822-1824. Het werd gemaakt door de landmeter Adam Slits, die werkzaam was bij het kadaster. Naar de opvattingen van die tijd, een torenspits als ‘nulpunt’ te nemen, snijden de lijnen van het coördinatenstelsel elkaar in het hart van de Onze-Lieve-Vrouwetoren. Als belijning wordt de buitenste walkant van de stadsgracht aangehouden. Daardoor ontbreekt het gebied buiten de stad geheel. Omdat de kaart alleen de perceelsgrenzen aangeeft, waarbij de opstallen door middel van een slingerend pijltje aan het niet bebouwde gedeelte zijn gekoppeld, mist men de schijnduidelijkheid van de vroegere vogelvluchten. Vooral van de buitenpoorten is daardoor minder gemakkelijk een indruk te krijgen. De monumentale voorpoort van de Koppelpoort is intussen verdwenen. De doorgang, die bekend stond als de ‘Kleine Koppelpoort’ is wel te zien, evenals één van de trapopgangen naar de wal. Aan de Bloemendalsebuitenpoort is het accijnshuis gekomen, dat er nog steeds staat. Er is ook een serie hooibergen te zien, gezien de brandbaarheid, veilig buiten de muren. De St.-Annamolen is er niet meer, deze werd in 1754 afgebroken. Het bastion aan de oostkant met de restanten van de Kamperbuitenpoort geeft niet veel duidelijkheid. Verder passeert men langs de muur, links en rechts van de Koningspoort, een aantal muurtorens. Aan de zuidzijde ontbreken er enkele en aan de westkant zijn ze allemaal weg. Zij verdwenen gelijktijdig met de stadsmuur, toen zij ten offer vielen aan de ‘wandelingen’ die Van Lunteren ontwierp, die overigens pas in 1829 met het werk kon beginnen. Omtrent de overige drie nog niet genoemde poorten deelt Slits weinig mede. Monnikendam is sinds 1824 weinig veranderd. Alleen de bovenzijde van het poortgebouwtje is verdwenen ten behoeve van het wandelpad in het plantsoen.
Slits tekent aan de noordkant van de stad hooibergen, een reeks die onderbroken wordt door de Koningspoort. Na 1650 moesten ze uit de binnenstad verdwijnen. Omstreeks 1930 ging ook langs de buitenkant van de muur de laatste hooiberg verloren door brand.
In de noordwesthoek van de Hof staat het stadhuis. De verkaveling rond het plein is tot op de dag van vandaag nauwelijks veranderd. Ook de St.-Joriskerk is bijvoorbeeld dezelfde gebleven. De Muurhuizen toont een groot aantal ‘echte’ muurhuizen, fors en breed, en met de lange zijde langs de straat. Het blijkt dat het muurhuis Rommelenburg in de tuin langs de singel een fraaie theekoepel heeft gehad.
46
A M E R S F O O R T
2
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
3
Dwars door de tuinen achter St.-Aegten loopt het stroompje dat omstreeks 1640 werd gegraven. Deze moest het mechaniek van een lakenfabriek aandrijven die, ongeveer gelijktijdig, achter de bebouwing van het Grote Spui werd gevestigd. Vanaf de singel liep een overkluisde waterloop in de richting van het huis ’t Zand 41, vond zijn weg dwars door de kelder om vervolgens door een opening in de achtergevel in noordelijke richting het fabriekje te bereiken.
Onder andere door de grootte van de belastingaanslag, zoals deze in de Blaffert tot uiting komt, is het grote erf met de gebouwen te herkennen als ‘’t Stadskinderhuijs van ouds gent. den Boomgaard’. Verder woonden er in het blok tussen het Lieve Vrouwekerkhof en de Paternostersteeg ondermeer een kuiper, een bombasijdewerker en een grutter.
Ook op andere plaatsen zijn deze gebouwtjes, zij het kleiner, te zien. Theekoepels zijn ook te zien dichter bij de Kamperbinnenpoort, ook aan de Weverssingel, en ook langs de tuinen van de tegenwoordige panden Muurhuizen 5 en 7, langs de Zuidsingel. Langs het water van de Weverssingel is er nog één bewaard gebleven. De kadastrale kaart van 1824 laat zien, door de richting en de smalle verkaveling van de percelen, dat straten zoals de Langestraat, de Utrechtse- en de Slijkstraat (Arnhemsestraat), de Krommestraat en de Bloemendalsestraat typisch behoorden tot de straten van neringdoenden die het van publiek moesten hebben. Iedere ondernemer wilde immers wel ‘in het gelid’ staan om zaken aan de passanten te kunnen leveren. Anderzijds geeft de richting van de percelen links en rechts van het Spui aan dat deze voorziening zonder dralen dwars
door een bestaande verkaveling heen werd gebroken. Het lijkt erop dat direct oostelijk van de St.-Aegtenkapel de Oude Eem heeft gelopen. De verkavelinglijn achter de panden aan de Nieuweweg sluit daar redelijk op aan, evenals het zogenoemde Papenlaantje in de richting van de wal, door de tuin van de panden aan ‘t Zand. Men komt uiteindelijk terecht bij de stadsgracht en, het water overstekend, in de bedding van de Oude Eem. Even ten oosten is als staande rechthoek de R.K.Kerk St.Franciscus Xaverius van 1816 te zien. De tegenwoordige Boldershof heeft volledig een fijnschalige bebouwing.
47
A M E R S F O O R T V A N K A A R T N A A R K A A R T 1 5 6 0 -18 8 8
Op het terrein van de Poth, met nog maar een zeer gering aantal huisjes, is het pesthuis op te merken. De St.-Rochuskapel is met het koor naar de Pothstraat gericht. In het zuidoostelijke kaartsegment is de kapel van het St.-Jansklooster te vinden en langs de tegenwoordige Herenstraat staat de Agnietenkapel. Ook in het Koestraatgebied staan veel kleine huisjes. Dat is ook het geval met het stadsdeel waar nu het Sint Jorisplein is gelegen, een dicht bebouwde plek met bescheiden woninkjes. In de tijd dat Slits Amersfoort in kaart bracht was in het voormalige Observantenklooster nog juist het ‘Werkhuis tot wering der bedelarij’ ondergebracht. De grillige contouren van het St.-Pieters- en Bloklandsgasthuis, even ten noorden van het werkhuis, laten zich gemakkelijk van de kaart aflezen. De sluizen van het Spui zijn intussen wat opgeschoven in de richting van de Koppelpoort. Door het werk van de vroege kaartenmakers te vergelijken met de secure metingen van Slits is de bewondering, vooral voor Van Deventer, alleen maar toegenomen.
De langgerekte kavel die loopt van de Bloemendalsestraat naar de wal heeft de bestemming van touwslagerij. Dit gegeven wordt bevestigd door de Blaffert van het Huisgeld. Dat is een belastingkohier van 1755, later regelmatig gewijzigd, waarin het perceel de ‘Lijndraajerije van Hendrik Lienderman’s Erven’ wordt genoemd.
Adam Slits 1782-1858 MAX CRAMER Over de landmeter die de eerste kadastrale plattegrond van Amersfoort heeft vervaardigd, is weinig bekend. Het vergde dan ook enig onderzoek om meer gegevens over hem te verzamelen. Het spoor leidt naar Noord-Brabant.1 In Beek en Donk werd op 28 augustus 1782 een Adam(us) Thoma Slits gedoopt, die op 28 januari 1810 trouwt met Francina van der Poel, geboren te
Bakel. Zij krijgen vijf kinderen.2 Bij het huwelijk van de oudste zoon Martinus op 16 augustus 1848 wordt in de akte vermeld dat zowel de bruidegom als zijn vader landmeter van beroep zijn. Deze Adam Slits overlijdt op 4 september 1858 te Aarle-Rixtel. Nader onderzoek is nog nodig om met zekerheid te kunnen stellen dat wij hier met ‘onze’ Adam Slits te maken hebben.Wel bekend is dat de maker van de Amersfoortse plattegrond in november 1806 ‘bij verponding’ was aangesteld en vervolgens bij het Kadaster de functie van ‘landmeter der eerste klasse’ bezat. In 1822 kreeg hij de 48
opdracht Amersfoort in kaart te brengen. Daarnaast maakte hij kadasterkaarten van Utrecht (1821-1822) en Zeist (1826/27 en 1832)3. ________________________ 1 Zie voor een genealogisch overzicht van de familie Slits: www.boerdonk.com en home.filternet.nl/~pslits/genealogie_slits.htm 2 Martinus (7-7-1811); Lucia (21-9-1812); Albertus Johannes (4-8-1814), Anna Maria (29-10-1816) en Franciscus Petrus (18-9-1824). 3 Marijke Donkersloot-de Vrij, Repertorium van Nederlandse kaartmakers 1500-1900, Utrecht 2003 (digitale versie, zie Slits, Adam); http://www.maphist.nl/Repertorium_van_ Nederlandse_kaartmakers.pdf.
A M E R S F O O R T
P L AT T E G R O N D VA N T H O M K I N S , 1 8 4 6 Met de kadastrale kaart van Slits van 1824 als uitgangspunt verscheen in 1846 de ‘Plattegrond der Stad Amersfoort', en wel in een fraai gedrukte uitvoering. Hoewel de oude stad een centrale plaats inneemt, krijgen ook de wegen, beken en landerijen in de naaste omgeving veel aandacht. Vanaf de Koppelpoort en de Eemhaven stroomt de rivier naar het noordwesten. Op de oever staat de vroegere korenschuur, de Spijker. De Grote Koppel heeft tot aan dat punt een vrijwel aaneengesloten bebouwing. De molen ‘De Rijzende Zon’ is niet te vinden, deze werd in 1763 afgebroken. Wel is langs de Hooglandseweg de korenmolen ‘Bloemendal buiten’ te zien. Opvallend in dit segment is de weelderige tuin van Graaf Schimmelpenninck.
De tuin van Graaf Schimmelpenninck toont het wezen van de Engelse landschapsstijl in de best denkbare vorm, met slingerpaden, grillige perken en vijvers die hierop aansloten. Aan de zuidkant was instroom mogelijk. Het water kwam terecht in de Oude Eem die, ingekort, bij de Spijker in de Eem terecht kwam. 5
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
In de waterpartijen zijn destijds stellig onderdelen van de Oude Eem opgenomen. De als ‘Liendersche Weg’ aangegeven weg was al te zien op Van Deventer en heet nu Kruiskamp. Het ‘Voetpad naar Hoeflaken’ is bewaard gebleven in het tegenwoordige Zeevaarderspad. Ook is uiterst rechts een gedeelte van de Grebbelinie te zien, met het Lazarushuis aan de ‘Straatweg op Hoevelaken'. Aan de meanderende Flierbeek was het in 1879 afgebroken Hoogerhuis gelegen.5 Ten zuidoosten van de stad bevinden zich verschillende in de Blaffert genoemde blekerijen, die op de kaart niet als zodanig zijn te herkennen. Aan de zuidwestkant staan nog twee molens, een ‘koornmolen’ en een runmolen voor het malen van eikenschors.
Het middeleeuwse Lazarushuis, vanwege het gevaar voor besmetting een flink eind buiten de stad gelegen, werd gesticht in het begin van de vijftiende eeuw. Na een brand in 1858 werd de kapel afgebroken zodat hij voor de laatste keer op de stadskaart van Thomkins voorkomt.
Museum Flehite bewaart enkele uit het huis afkomstige schilderingen.
49
1
3
50
2
Plattegrond van Thomkins – 1846 51
A M E R S F O O R T V A N K A A R T N A A R K A A R T 1 5 6 0 -18 8 8
Aan de straatweg naar Utrecht is de R.K.begraafplaats gekomen, met in de nabijheid een tolhek. Eenzelfde exemplaar is te vinden aan het begin van de Straatweg naar Soest, tegenwoordig de ontmoeting van de Stationsweg en de Snouckaertlaan. Deze vindt overigens, veel verder weg, zijn voortzetting in de Peter van den Breemerweg. De ‘Oude Zoesterweg’ heet tegenwoordig Puntenburgerlaan, genoemd naar het buiten, nog juist op de kaart links. Ten behoeve van het garnizoen is ten westen van de stad een exercitieveld ingericht. Het buitenverblijf Berg en Dal, ooit een boerenhofstede, moet in de tijd van Thomkins een belangwekkend geheel zijn geweest. Dit te oordelen naar de grote tuin, de waterpartijen en de toegang tot de Eem. Er is zelfs nog iets te zien van een eigen aanlegsteiger. Tegenover de Spijker is een oliemolen zichtbaar. Langs de linkeroever van de Eem liep het jaagpad voor de trekschuit. Van muren rond de stad is op de kaart niets meer te bespeuren. Alleen de Koppelpoort en Monnikendam zijn als markante onderdelen blijven bestaan. Op een enkel deel na is de ommuring in de decennia vóór het drukken van de kaart door de tuinarchitecten Van Lunterten en Zocher herschapen in een groene zoom met slingerpaden, glooiingen en boomgroepen. In de stad is aan de Hof het vroegere stadhuis verdwenen, het werd in 1823 afgebroken. Op de kaart zijn de contouren nog wel aangegeven. Voor het overige verschilt de kaart van Thomkins maar weinig van de kadastrale kaart van 1824. Behulpzaam is de lijst met de namen van de kerken en gebouwen die in die tijd als belangrijk werden gezien. Buiten deze objecten zijn het de stalgebouwen van de Bereden Wapens aan de Beestenmarkt en de sociëteit Amicitia die in de tussenliggende periode aan het stadsbeeld werden toegevoegd.
Tussen de Langestraat en het straatje Achter de Heilige Geest werd in 1837, wellicht op de funderingen van de Heilige Geestkapel en het Heilige Geestgasthuis, de Lutherse Kerk gebouwd. Sinds 1988 is de plaats van de vishal, na ruim een eeuw op het Lieve Vrouwekerkhof te hebben gestaan, weer in overeenstemming met de kaart van 1846.
52
A M E R S F O O R T
3
1 2
Kaart van Van Vooren en Wagemaker – 1888 53
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
A M E R S F O O R T V A N K A A R T N A A R K A A R T 1 5 6 0 -18 8 8
P L AT T E G R O N D VA N VA N V O O R E N EN WAGEMAKER, 1888 Tegen het einde van de negentiende eeuw was Amersfoort zover dat er van de stad een nieuwe kaart moest komen. De plattegrond is niet georiënteerd. De pijl naar het noorden wijst schuin naar rechts. De reden van dit afwijken van wat gebruikelijk is heeft wellicht te maken met het kazerneterrein aan de Leusderweg, dat er blijkbaar ook nog op moest.
De plantsoengordel rond de oude stad is niet veranderd. Er is een ‘Openbare school 1e soort voor Meisjes’ gekomen aan het plantsoen bij de Grote Haag. Voor Amicitia is de plek voor de muziektent aangegeven, en even verderop aan het begin van de Utrechtsestraat het politiebureau en het telegraafbureau.
Een enkele blik op de plattegrond van I.van Vooren en P. Wagemaker maakt duidelijk dat er redenen waren voor iets nieuws. Amersfoort was in de periode na Thomkins aangesloten op het net van verschillende spoorwegmaatschappijen. Deze ruimtelijke ingrepen tonen dat de trajecten vanuit het westen naar het oosten en het zuiden niet zonder gevolgen waren. De baanvakken doorsneden de bestaande percelen en het wegenstelsel, en de spoorlijn steekt bij de Koppelpoort de Eemhaven over. Verder is aan de zuidoostkant, op de kaart rechtsonder, te zien dat de Prins Willem III kazerne er in 1888 al stond, evenals het Militair Hospitaal aan de straatweg naar Hoevelaken, tegenwoordig de Hogeweg. Linksonder is een nog blanco terrein aangegeven waar de Juliana van Stolbergkazerne aan de ‘Leusdenscheweg’ zou komen. De tuin van Schimmelpenninck wordt niet meer, zoals dat ook met de andere tuinen het geval is, als zodanig ingevuld, wel nog met het fragment Oude Eem. De molen aan de Hooglandscheweg is er niet meer en dat geldt ook voor de molens aan de zuidwestkant, die er op Thomkins nog wel waren. Aan de rechterkant van de kaart tekenen zich de plattegronden van de ronde gashouders af. Aan de Slijkpoortweg, de huidige Arnhemseweg, is meer bebouwing gekomen en aan de Beekstraat staat een blokje eenvoudige huisjes, ook aan de Soesterstraatweg. Linksboven op de kaart is nog juist de Israëlitische begraafplaats te vinden. In de scherpe hoek tussen deze weg en de ‘Oude Soesterweg’ is op het spoorwegemplacement de karakteristieke vorm van een locomotievenremise te zien. Nabij dit knooppunt van spoorlijnen heeft, als bevestiging van een traditie, de ‘Amersfoortsche Beiersche Bierbrouwerij’ een plaats gevonden, en wel aan de tegenwoordige Brouwersstraat. Aan de Eem staat nog steeds een oliemolen. Daar ten westen van kwam de woonbuurt ‘Het Sasje’. Aan de overzijde van het water, even na de Spijker, begon toen het grondgebied van Hoogland.
De Plompetoren met de naastgelegen panden aan de oostzijde hadden in de tijd van Van Vooren en Wagemaker als bestemming ‘Huis van Bewaring'. Het karakteristieke bruggetje over de singel van tegenwoordig was er nog niet. Dat kwam pas na de restauratie van de toren in 1942, toen deze in het voorbijgaan in een poortgebouw werd veranderd.
De binnenstad lijkt bij vergelijking met Thomkins het meest onveranderd. Aan de Hof zijn de sporen van het stadhuis definitief uitgewist. De Elleboogkerk is vergroot in de richting van de Breestraat. Er zijn in de stad meer scholen gekomen, zoals aan de Hellestraat en in de Muurhuizen.
54
A M E R S F O O R T
2
De oorsprong van het St.-Elisabeth’s Gasthuis ligt in de Muurhuizen, en wel op het perceel, op de kaart aangeduid met nummer 29. Tot 1907 zou dat de belangrijkste vestiging van het ziekenhuis blijven. In dit deel van de plattegrond laten de brede kavels en de forse panden zich gemakkelijk herkennen als ‘echte’ muurhuizen.
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
3
Het gebied rond de Appelmarkt en de Kerkstraat was tot voor enkele tientallen jaren nog geheel in overeenstemming met Van Vooren en Wagemaker. Vooral de nieuwe vestiging van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek had grote invloed op het stadsbeeld. De monumentale panden van het ‘Seminarie der Oudbisschoppelijke Klerezie’ bleven behouden. Het eigentijdse ontwerp voor de nieuwbouw kreeg reacties van diverse aard.
Het renvooi op de rechter onderhoek zorgt, ook op de kaart van Van Vooren en Wagemaker, voor verduidelijkingen. Opvallend is nog de vermelding van de ‘Badinrichting’ aan de noordoostkant langs de Beek. Met de kapellen van het St.-Jans-klooster en het klooster van St.-Agnes is het gedaan.
NASCHRIFT Uit de verschillende Amersfoortse kaarten, vanaf halverwege de zestiende eeuw tot het einde van de negentiende eeuw, is veel duidelijk geworden. Het samenstel van grachten, pleinen, straten en stegen is voor een bijzonder groot deel bewaard gebleven. Zozeer dat thans, zelfs met alleen de Van Deventerkaart in de hand, de weg door het centrum moeiteloos gevonden kan worden. Met recht is dan ook aan de gehele binnenstad van Amersfoort, als eerste aanwijzing met die term, de kwalificatie ‘Beschermd Stadsgezicht’ gegeven. De plattegrond van de kern werd gezien als één monumentaal geheel! Verder blijkt uit de kaarten dat de Amersfoorters met inbegrip van hun nering meer dan driehonderd jaar hebben ‘gepast’
binnen de muren, en later binnen de plantsoengordel. Betrokkenheid en burgerzin, binnen de lijnen van een betrekkelijk gering oppervlak, zullen ook in die eeuwen hebben behoord tot datgene wat een stad tot een stad maakt. Geraadpleegd werden: – J.-M.A.W. Morel: De stadsplattegronden van Amersfoort, in: Flehite, Historisch jaarboek voor Amersfoort en omstreken 2004, blzn. 82-126, Amersfoort 2004 – Dr. J.A. Brongers: Historische Encyclopedie van Amersfoort, Amersfoort 1998. W.J.van Hoorn gaf waardevolle inlichtingen. 55
SCHIERMONNIKOOG
Het net van de rijksdriehoeksmetingen in Nederland.
UITHUYZERMEDEN
AMELAND BRANDARIS
HORNHUIZEN KOLLUM GRONINGEN
SEXBIERUM
FINSTERWOLDE
LEEUWARDEN
EIERLAND
URETERP OLDEBOORN GIETEN WORKUM
BOSCHBERG
HUISDUINEN
WIJKEL
BEILEN
WESTERLAND
SLEEN
STEENWIJK RUINEN SCHOORL
ENKHUIZEN
URK KAMPEN UELSEN LEMELERBERG
MONNINKENDAM BREDERODE
OLDENZAAL HARDERWIJK NAARDEN
HARIKERBERG
VELUWE
MIJDRECHT BERKHEIDE
ZUTPHEN
AMERSFOORT UTRECHT
MONSTER
IMBOSCH WINTERSWIJK
GOUDA RHENEN
HETTENHEUVEL
ROTTERDAM DORDRECHT
GORINCHEM FLIERENBERG
GOEDEREEDE
ZALTBOMMEL MIDDELHARNIS
OSS
WESTERSCHOUWE OOSTERHOUT
ZIEKIKZEE OUDGASTEL WESTKAPELLE
KLOETINGE
BERGEN OP ZOOM
BEEK
VENRAY
OIRSCHOT
MIDDELBURG HINSBECK
HOOGSTRATEN
LUIKGESTEL NEDERWEERT
HULST AARDENBURG
KLIFSBERG ASSENEDE
PEER
UBACHSBERG TONGEREN
56
C O R
V A N
D E N
B R A B E R
punt Als meest centrale stad in Nederland, bovendien met een hoge toren, was Amersfoort de aangewezen plaats om te dienen als het uitgangspunt voor het landelijke net van de officiële Rijksdriehoeksmeting. Deze reeks van metingen, waarbij torens als oriëntatiepunten een belangrijke rol speelden, had een lange geschiedenis en werd als eerste fase pas in 1929 beëindigd. Driehoeksmetingen dateren uit de 17de eeuw, maar pas in het begin van de 19de eeuw vond in ons land deze manier van karteren een ruime toepassing. Zij werd in die tijd aangewend om topografische en militaire kaarten te maken. De metingen hadden, naar het oordeel van de daartoe ingestelde Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing, toch niet de gewenste nauwkeurigheid. Daarom werd in 1885 besloten tot het opnieuw uitvoeren van driehoeksmetingen. Deze vonden plaats in de periode tussen 1888 en 1904. De voorlopige publicatie verscheen in 1909. Het verfijnen, door het uitvoeren van secundaire metingen en, daarmee, het verdichten van het systeem, gebeurde in de periode daarna. In 1929 kon dit ‘eerste ordenet’ worden afgesloten. Overigens, nieuwe meettechnieken, zoals onder andere de introductie van GPS, maken het tegenwoordig mogelijk, eerst nu, een optimale zuiverheid van het systeem te bereiken. Het aantal meetpunten, waarmee als het ware een netwerk van driehoeken over ons land werd gelegd, bedraagt ongeveer 6000. Het kadaster stelde ook twee coördinatieassen in. De ene is exact
oost-west gericht (de X-as), de andere noord-zuid (de Y-as). Deze assen werden aanvankelijk zo gekozen dat ze elkaar sneden in het hart van de stang waarom de windvaan van de Amersfoortse Onze-Lieve-Vrouwetoren draait. Jarenlang heeft dit kruispunt van lijnen dienst gedaan als de plaats van waaruit landmeters en cartografen de juiste situering van hun objecten bepaalden en uitdrukten in coördinaten. Later werd, om redenen van praktische aard, besloten om dit 0-punt buiten onze landsgrenzen te leggen. Hierdoor bevinden alle objecten zich in het ‘eerste kwadrant’. Kadastraal wordt de toren echter, ook nu nog, aangeduid als ‘de oorsprong’. In de zomer van 1996, het jaar waarin de voorlopig laatste restauratie gereed kwam, werd, ter gelegenheid van het 175jarig bestaan van het kadaster, in de toren op de begane grond een markering van het oorspronkelijke nul-punt aangebracht. In het vloerluik is een met glas bezette opening gezaagd, waardoor een satellietfoto van Nederland zichtbaar is. De plek waar de X- en de Y-as elkaar kruisen wordt vanaf het gewelf aangelicht door een loodrecht naar beneden gerichte laserstraal. Dit komt overeen met de plaats waar Amersfoort is gelegen. Ook buiten de toren zijn de X- en de Y-as zichtbaar gemaakt. In de bestrating rond de toren zijn namelijk metalen lijnen aangebracht die de assen nog eens in beeld brengen, als voortzetting van wat binnen is te zien.
57
A M E R S F O O R T, M O D E R N E S TA D S P L AT T E G R O N D E N
1
Topografische kaart – 1890
58
M
A
X
C
R
A
M
E
R
AMERSFOORT s t a dsp l a t t e g ron d e n Tussen 1809 en 1823 verschijnt de landsdekkende ‘Groote Kaart van de Bataafsche Republiek', vervaardigd door C.R.T. Kraayenhof op een merkwaardige schaal van 1:115.200. Deze kaart wordt algemeen gezien als voorloper van de topografische kaarten, zoals wij die ook nu nog kennen. Vanaf 1843 wordt Nederland door de ‘officieren der Generalen Staf’ opnieuw verkend en tussen 1850 en 1864 verschijnt in 62 bladen de in zwart-wit uitgevoerde ‘Topographische en Militaire Kaart van het Koninkrijk der Nederlanden op de schaal 1:50.000'. Deze kaarten, ook wel stafkaarten genoemd, worden gemaakt in opdracht van het Ministerie van Oorlog. Deze serie kenmerkt zich door een fraaie vormgeving. Deze kaarten werden vanaf 1865 ook voor de verkoop beschikbaar gesteld.
UITBREIDINGSPLANNEN Tot aan het einde van de 19de eeuw breiden de steden zich vrij willekeurig uit. Hieraan komt door in inwerkingtreding van de Woningwet in 1901 een einde. Steden met meer dan 10.000 inwoners, Amersfoort kent dan een bevolkingsaantal van 20.000, zijn verplicht een uitbreidingsplan op te stellen. Vaak zijn deze plannen voorzien van een uitgebreide toelichting, waardoor extra informatie over de stadsontwikkeling beschikbaar komt. Om de tien jaar moeten deze plannen worden herzien. Een analyse van deze kaarten geeft dan ook goed inzicht in de opeenvolgende visies op de stadsuitbreiding. Zodra het uitbreidingsplan is vastgesteld, volgt een nadere uitwerking per wijk in de vorm van bestemmingsplannen.
Direct na verschijning van deze serie ontstaat in militaire kringen behoefte aan een uitgave in kleur. Vanaf 1884 is heel Nederland op 710 bladen in kaart gebracht. Deze ‘Chromo-topographische Kaart des Rijks’ wordt ook wel met de term ‘Bonnebladen’ aangeduid, omdat bij de vervaardiging gebruik gemaakt werd van een projectiemethode, die door de Franse ingenieur Rigobert Bonne (1727-1795) was uitgevonden. De schaal van deze kaarten is 1:25.000, waarmee een zeer nauwkeurig beeld van de aangetroffen situatie kan worden gegeven met onder andere het reliëf, de wegen en waterlopen, de bebouwing en de natuurlijke grenzen. Daarnaast wordt in kleur de terreingesteldheid aangegeven: paars voor heide, donkergroen voor bos, lichtgroen voor gras, geel voor zand, blauw voor water en rood voor bebouwing. Van Amersfoort, liggend op kaartblad 428 zijn kaarten uit onder andere 1890, 1905, 1920, 1927, 1951, 1962 en 1981 beschikbaar, waardoor een nauwkeurig overzicht ontstaat van de groei van de stad. Aan de hand van deze topografische kaarten is in 1986 de ontwikkelingsgeschiedenis van de Amersfoortse wijken beschreven in het Cahier Historische Wijkanalyse. Nog steeds worden deze kaarten door monumentenzorg bij de beschrijving van de ontwikkelingsgeschiedenis van de stad regelmatig ter hand genomen.
Op de topografische kaart uit 1890 is de oorspronkelijke verkaveling van het Bergkwartier nog duidelijk zichtbaar. De nieuwe straten in het villapark, vlak bij het station (zie pag. 60) volgen de oorspronkelijke perceelgrenzen.
59
A M E R S F O O R T, M O D E R N E S TA D S P L AT T E G R O N D E N
Topografische kaart – 1905
60
A M E R S F O O R T
Topografische kaart – 1920
61
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
A M E R S F O O R T, M O D E R N E S TA D S P L AT T E G R O N D E N
Topografische kaart – 1930
62
A M E R S F O O R T
Topografische kaart – 1952
63
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
A M E R S F O O R T, M O D E R N E S TA D S P L AT T E G R O N D E N
Topografische kaart – 1962
64
A M E R S F O O R T
Topografische kaart – 1980
65
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
A M E R S F O O R T, M O D E R N E S TA D S P L AT T E G R O N D E N
1
66
A M E R S F O O R T
V A N
K A A R T
U I T B R E I D I N G S P L A N 19 0 6 In Amersfoort krijgt stadsarchitect Willem Hendrik Kam (1844-1925) van het gemeentebestuur opdracht een dergelijk plan op te stellen. Op 31 juli 1906 wordt het plan door de gemeenteraad vastgesteld. Op de kaart maakt Kam onderscheid tussen bebouwde en onbebouwde percelen, plantsoenen en wegen. Over functies wordt nog niet gesproken, waardoor dit plan eerder als stratenplan moet worden beschouwd. De bestaande bebouwing, inclusief de gehele binnenstad, is met een kruisvormige arcering aangeduid. Nieuwe bouwblokken zijn met een diagonale arcering aangegeven. In het lanenpatroon op de Berg is het plan voor de villawijk uit 1900 van de tuinarchitecten Smits en Schulz uit Naarden vrijwel letterlijk overgenomen. Alleen voor het gebied tussen de Barchman Wuytierslaan en de Prins Frederiklaan heeft Kam een nieuw wegenplan ontworpen, dat bestaat uit haaks op elkaar staande lanen. De huidige opzet voor de noordzijde van het Leusderkwartier is in hoofdlijnen al herkenbaar. Alleen het terrein ten westen van de spoorlijn zal met de bouw van een woningbouwcomplex omstreeks 1915 een nieuwe invulling krijgen. Zelfs over Park Randenbroek wordt een nieuw wegenstelsel aangelegd. Aan de noordoostzijde wordt tussen binnenstad en Liniedijk een nieuwe wijk gepland, met ook daar loodrecht op elkaar staande wegen. Het Soesterkwartier behoort dan nog grotendeels tot het grondgebied van Hoogland, waardoor daar nauwelijks uitbreidingsmogelijkheden zijn, met uitzondering van het industriegebied ten noorden van de gasfabriek.
Vooral de indeling van het gebied tussen de spoorlijn en de Heiligenbergerweg is opmerkelijk. Hier ontwerpt Kam een plantsoen met de kenmerken van de Engelse landschapstijl met daarbinnen een slingerende waterpartij. Dit markante element is nooit uitgevoerd.
67
N A A R
K A A R T
A M E R S F O O R T, M O D E R N E S TA D S P L AT T E G R O N D E N
1
Uitbreidingsplan – 1920
68
A M E R S F O O R T
U I T B R E I D I N G S P L A N 19 2 0 Vanaf 1918 werkt ir. Cornelis Gerrit Beltman (1880-1952) in opdracht van het gemeentebestuur aan een nieuw uitbreidingsplan, dat op 24 februari 1920 door de gemeenteraad wordt vastgesteld. In tegenstelling tot het plan van zijn voorganger, geeft Beltman meer inzicht in de aard van de bebouwing. Op de kaart staan in verschillende kleuren de ruimten die gereserveerd zijn voor onder andere open, halfopen en gesloten bebouwing, voor industrie, handelswijken en tuindersgronden. In feite krijgt iedere wijk nu zijn eigen bevolkingsgroep; arbeiders in het Soesterkwartier, het noordelijk deel van het Leusderkwartier en de nieuwe wijken ten oosten van de binnenstad; de welgestelde villabewoners in het Bergkwartier, de middenstand in het Leusderkwartier en de industrie in de omgeving van het spoor en de Eem. Ook plantsoenen staan op de kaart aangegeven. De uitvoerige toelichting vormt een waardevolle aanvulling op het kaartbeeld. Op de kaart is de bestaande bebouwing, in rood goed herkenbaar. In de nieuwe wijken is nu ook de plaats voor de openbare gebouwen, zoals scholen e.d. aangegeven. Het Bergkwartier is nader ingevuld, waarbij het strakke patroon van Kam is
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
losgelaten en meer aansluiting bij de Engelse landschapsstijl wordt gezocht. De plaats voor de Frisiawoningen, gebouwd in 1922, staat in grote lijnen aangeduid, maar pas bij de latere uitwerking worden de Pierson- en Schaepmanlaan in het stedenbouwkundig weefsel opgenomen. Het stratenpatroon aan de zuidzijde is strakker van vorm. Park Randenbroek is nu als groengebied aangeduid, terwijl de zuidzijde van de Hogeweg voor tuindersgronden is bestemd. Voor het eerst is aan de noordoostzijde bebouwing buiten de Liniedijk opgenomen. Om dit mogelijk te maken is ruimte voor een nieuw afwateringskanaal gereserveerd, dat met de aanleg van het Valleikanaal pas in 1937 zou worden gerealiseerd. Inmiddels heeft Hoogland grond aan Amersfoort afgestaan, waardoor het Soesterkwartier zich naar het westen kan uitbreiden. Drie stervormige wijken, waarvan er slechts één is gerealiseerd, sluiten aan bij de in die tijd gangbare tuinstadgedachte (zie afbeelding). Wat verder opvalt is het enorme aantal rotondes ('rondpoints') en plantsoenen, die in de uitbreidingswijken zijn opgenomen. Slechts een klein deel zal uiteindelijk worden uitgevoerd.
Detail Soesterkwartier
69
A M E R S F O O R T, M O D E R N E S TA D S P L AT T E G R O N D E N
U I T B R E I D I N G S P L A N 19 3 7 Direct bij zijn aanstelling in 1929 krijgt stadsarchitect ir. Christinus Bonifacius Van der Tak (1900-1977) opdracht een hoofdopzet voor een nieuw uitbreidingsplan te maken. Dit was een belangrijke en tijdrovende taak, zodat hij vanaf 1933 de term ‘stadsontwikkeling’ op het briefpapier van zijn dienst toevoegt. Hij berekent dat Amersfoort in 1980 ongeveer 90.000 inwoners zal tellen. In 1937 is de definitieve ‘Hoofdopzet Uitbreidingsplan Amersfoort’ gereed. In navolging van zijn Hilversumse collega W.M. Dudok typeert hij dit plan als ‘beëindigingsplan'. Op deze wijze wordt de stedelijke ontwikkeling geheel afgerond en worden de groengebieden binnen de stad verbonden met de rond de stad gelegen natuurgebieden. De twee belangrijkste onderdelen van het plan zijn: – het Soesterkwartier dat door twee tunnels onder het spoor wordt verbonden met de binnenstad en – de zogenoemde ‘gordelwegen’ die rond de stad worden geprojecteerd, waarbij op de kaart, aan de zuidzijde, een verbinding met het rijkswegennet is gedacht. Hierlangs situeert Van der Tak ‘verspreide’ villabebouwing. Tot slot projecteert hij aan de oostzijde een afwateringskanaal, dat vlak tegen de Liniedijk is gelegen. Hiermee kunnen ook aan de oostzijde nieuwe wijken verrijzen. Hierdoor kan de historische binnenstad weer het eigenlijke ‘hart’ van de stad worden; de eerste aanzet van de naoorlogse ‘bloembladtheorie’ is hiermee gegeven.
Tunnels verbinden het Soesterkwartier met de binnenstad.
In het Bergkwartier is ruimte voor nieuwe villa’s en landhuizen.
Het Soesterkwartier wordt in het westen uitgebreid. Ook is er plaats voor een grote vijver.
70
A M E R S F O O R T
In het Bergkwartier is ruimte voor ‘villa's en landhuizen naar behoefte'(zie detail 2) waarbij hij onder andere het gebied Bokkeduinen van ‘open-bebouwing’ (villa's) wil voorzien. In het Leusderkwartier en Randenbroek is plaats voor 150 en 700 ‘kleine’ en 200 ‘grotere middenstandswoningen'. Aan de noordoostzijde blijft de stad binnen de grenzen van de Liniedijk. Daar is ruimte voor 120 kleine middenstandswoningen in het zuiden en ruim 1050 arbeiderswoningen in het noorden.
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
Het Soesterkwartier kan in het westen ruimte bieden aan circa 1100 arbeiderswoningen. Een forse groengordel scheidt de woonwijk van het industrie- en bedrijventerrein. Ook ontwerpt Van der Tak een grote recreatievijver (zie detail3). Op de kaart staan tot slot met cijfers en letters de plaatsen voor ‘geprojecteerde openbare of semi-openbare gebouwen’ aangegeven. Ten noorden van de ‘vakkenstructuur’ van de Utrechtseweg is zelfs ruimte voor een ‘zweefvliegschool’ gereserveerd.
3
1
2
71
A M E R S F O O R T, M O D E R N E S TA D S P L AT T E G R O N D E N
72
A M E R S F O O R T
U I T B R E I D I N G S P L A N 19 5 7 Uit een onderzoek door het Nederlands Economisch Instituut uit 1949 blijkt, dat de stad binnen twintig jaar 100.000 inwoners zal tellen. Deze verwachtingen waren overigens te optimistisch, want pas in 1991 zou Amersfoort deze magische grens bereiken. Maar niettemin is midden jaren vijftig een nieuw uitbreidingsplan nodig om de vraag te kunnen beantwoorden waar deze te verwachten groei moest plaatsvinden. Stadsarchitect David Zuiderhoek (1911-1999) en stedenbouwkundig medewerker Arie-Hendrik Rooimans (1915) krijgen opdracht een zogenoemd Plan in Hoofdzaak op te stellen in aansluiting op het al door hen ontwikkelde Kernplan uit 1950. In navolging van zijn voorganger Van der Tak wil Zuiderhoek op grond van de zogenoemde ‘bloembladtheorie’ de binnenstad weer het hart van Amersfoort maken, door de nieuwe wijken als bloembladeren aan de oostzijde te ontwerpen. Door de aanleg van het Valleikanaal (1937) was dit mogelijk geworden, omdat de afwatering van dit vaak natte gebied hiermee sterk was verbeterd.
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
De radiaalwegen werden zoveel mogelijk op de Onze-LieveVrouwetoren georiënteerd. Om een goede verkeersafwikkeling mogelijk te maken werd bovendien aan de zuidzijde van de binnenstad een rondweg (binnenring) geprojecteerd, die via een tunnel met het Soesterkwartier werd verbonden. De aanleg van deze ‘Stadsring’ zou vanwege het dempen van de Beek veel weerstand oproepen. Aan de zuidwestzijde van de stad werden slechts enkele uitbreidingen gepland. Nadat de gemeenteraad in 1956 de plannen had vastgesteld, verleende de provincie in 1957 goedkeuring aan de plannen.
In de nieuwe wijken Koppel, Kruiskamp, Liendert, Randenbroek, Dorrestein en Schuilenburg werd voldoende ruimte gereserveerd voor arbeiderswoningen. Deze nieuwe wijken werden door een omvangrijke groenstructuur met elkaar verbonden. Dit gold ook voor een ringweg, die de nieuwe wijken moest ontsluiten. Uitbreidingsplan Kruiskamp
Uitbreidingsplan Randenbroek
Uitbreidingsplan Koppel
73
A M E R S F O O R T, M O D E R N E S TA D S P L AT T E G R O N D E N
19 8 4 – K AT T E N B R O E K Aan het eind van de jaren zestig was vrijwel alle voor stadsuitbreiding beschikbare grond volgebouwd. In 1973 werd, ondanks heftige protesten, Hoogland door Amersfoort geannexeerd. Op deze wijze kreeg Amersfoort opnieuw de ruimte verder te groeien. Op 12 december 1979 besloot de Amersfoortse gemeenteraad de status van ‘groeistad’ aan te vragen, die 1981 door het rijk werd verleend. De opdracht luidde om binnen tien jaar tenminste 15.000 woningen te bouwen.
van de wijk. De basis werd gevonden in het thema ‘reizen en thuis zijn'. De speciaal voor deze wijk geselecteerde architecten zagen kans dit motto op heel verschillende wijzen vorm te geven, waardoor een grote variatie één van de kenmerken werd, dit in tegenstelling tot de ‘saaiheid’ van de meer eenvormige uitbreidingswijken uit de jaren zeventig. Met Kattenbroek prijkte Amersfoort opnieuw op de landelijke kaart.
In 1983 werd de eerste ‘groeistad-woning’ in SchothorstNoord opgeleverd. Na Schothorst-Noord, volgden Zielhorst, Kattenbroek, Nieuwland en – als sluitstuk – Vathorst. Vooral de bouw van Kattenbroek is in Nederland, en zelfs daarbuiten, met grote belangstelling gevolgd. De eerste tekeningen van de nieuwe wijk, ontworpen door de stedenbouwkundige Ashok Bhalotra, leken meer op kunstwerken van de Russische kunstenaar Wassily Kandinsky. Met grote verbeelding werd gezocht naar een goede invulling
Basisstructuur voor Kattenbroek door Ashok Bhalotra, 29 mei 1988.
Ontwerp voor Stadspark Schothorst (Dienst Stadsontwikkeling Gemeente Amersfoort). Dit gebied vormt het centrale park voor de inwoners van Amersfoort-Noord én de bestaande stad. De basis is gelegd in het structuurplan van Amersfoort-Noord (1983). Het park werd tussen 1989 en 1994 in fasen gerealiseerd.
74
A M E R S F O O R T
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
2003 – MONUMENTENKAART Voor het nieuwe bestemmingsplan Bergkwartier heeft Bureau Monumentenzorg een digitale monumentenkaart gemaakt, waarop alle monumentale panden en objecten staan weergegeven. Inmiddels is deze kaart voor de gehele stad gereed. Vanzelfsprekend zijn in de twee door het rijk beschermde stadsgezichten, te weten de historische Binnenstad en het villapark Bergkwartier, de meeste monumenten te vinden. Daarnaast zijn er beeldbepalende en waardevolle panden die de rijks- en gemeentelijke monumenten ondersteunen. De digitale monumentenkaart wordt als uitgangspunt gebruikt bij het opzetten van een digitaal monumentenbeheersysteem, dat naar verwachting in 2010 zal zijn afgerond.
Detail binnenstad Rijksmonument Gemeentelijk monument Waardevol pand *** Waardevol pand ** Waardevol pand *
Monumentenkaart Binnenstad – 2008
75
M
A
X
C
R
A
M
E
R
LANDGOEDEREN, PARKEN EN TUINEN Naast plattegronden die de gehele stad nauwkeurig weergeven, zijn er van oudsher ook veel kaarten gemaakt van landgoederen, parken, begraafplaatsen en tuinen. Deze kaarten zijn eveneens van betekenis, omdat zij het beeld van de stadsplattegronden prachtig aanvullen, doordat zij op een kleiner gebied betrekking hebben, dat vaak met grote nauwkeurigheid wordt vastgelegd. Van het landgoed Randenbroek, gelegen aan de Heiligenbergerbeek, zijn veel tekeningen bewaard gebleven. De oudste dateert uit dezelfde tijd dat Jacob van Deventer de eerste stadsplattegrond van Amersfoort maakt. Daarna volgen in de 17de eeuw tekeningen van het landgoed, waarin de geometrische aanleg van de tuin opvalt. In het begin van de 19de eeuw zijn er kaarten bewaard gebleven, waaruit valt op te maken, dat in deze tijd het park in Engelse landschapsstijl is veranderd. Ook het landgoed Nimmerdor heeft eenzelfde ontwikkeling ondergaan. De eerste schets toont de geometrische aanleg die de jonker Everard Meyster voor ogen stond. Later zijn er tekeningen, die de 19de-eeuwse transformatie van het park met kenmerken van de Engelse landschapsstijl weergeven. Aan het eind van de
Kaart van het goed Randenbroek in opdracht van Jan Beren, leenhouder van 1559 tot 1569, gemaakt door Pieter Coenenz in 1562, 44 x 32 cm.
76
A M E R S F O O R T
19de eeuw is zelfs een restauratietekening bewaard gebleven voor het herstel van Dool-om-Berg, een ander landgoed van Everard Meyster in de stad. Helaas is deze tuin niet bewaard gebleven. Begraafplaatsen zijn door de (tuin)architecten eveneens nauwkeurig op kaart vastgelegd. Vanzelfsprekend is de aandacht daarbij allereerst gericht op de hoofdstructuur, maar ook de graven worden vaak stuk voor stuk weergegeven.
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
de nieuwe bewoners een indruk te geven van de royale, groene opzet van de wijk. Een ontwerptekening van een tuin bij een grote villa toont bovendien aan, dat de Engelse landschapsstijl niet bij de grenzen van het perceel ophoudt, maar ook in de particuliere tuin met kracht wordt voortgezet. Hiermee werd bereikt dat de villa’s als beeldbepalende en solitaire objecten, goed zichtbaar vanaf de openbare weg, in de groenstructuur zijn opgenomen.
In het geval van het Bergkwarties is een fraai vormgegeven plattegrond in de verkoopbrochure opgenomen met als doel
Een van de twee identieke kaarten van Randenbroek met de verdeling van het bezit tussen Nicolaas Heerman en Willem Bosschaert. 1674, 61 x 115,cm Archief Eemland/Huisarchief Randenbroek 77
L A N D G O E D E R E N – P A R K E N – T U I N E N
Kaart van een deel van het goed Randenbroek, namelijk het parkachtige deel waarin het huis Randenbroek is gelegen. Circa 1680, 39 x 32 cm. Archief
Plattegrond van huis Randenbroek met het voorplein en de siertuin. Het linker gedeelte van het huis is nog niet voltooid. Circa 1680, 28,5 x 20,5 cm.
Eemland/Huisarchief Randenbroek
Archief Eemland/Huisarchief Randenbroek
78
A M E R S F O O R T
V A N
K A A R T
N A A R
Kaart van Randenbroek met daarin opgenomen een gevelaanzicht van het huis Randenbroek, door Hendrik van Lunteren, 1814, 66 x 180,5 cm Archief Eemland/Huisarchief Randenbroek
Parkontwerp in Engelse landschapsstijl voor Randenbroek, door Hendrik van Lunteren, 1814, 58,5 x 86 cm Archief Eemland/Huisarchief Randenbroek
Parkontwerp in Engelse landschapsstijl voor Randenbroek, door Hendrik van Lunteren. 1814, 32 x 44 cm Archief Eemland/Huisarchief Randenbroek
79
K A A R T
L A N D G O E D E R E N – P A R K E N – T U I N E N
Tuinontwerp van het landgoed Nimmerdor door Everard Meyster circa 1655 uit het toneelstuk dat handelt over de bouw van het Amsterdamse stadhuis van Jacob van Campen ‘Eerste deel der Goden landspel om Amersfoort, van ‘t nieuw stadhuys binnen Amsterdam’, 1655. Het boekje is op groen papier en met groene inkt uitgegeven.
Plattegrond van Nimmerdor met tuin in Engelse landschapsstijl en bebouwing, gemaakt door Van Pestel. 1835, 70 x 70 cm. Archief Eemland/Museum Flehite
Uittreksel uit het kadastraleplan van de gemeente Amersfoort, sectie B, uit 1911 waarop het landgoed Nimmerdor – met de kenmerkende slingerende waterpartijen, staat weergegeven. De maker was C.J.D van Eck, 1911. Archief Waterschap en Eem, coll .Heemraadschap van de Rivier de Eem, beken en aankleve van dien.
80
A M E R S F O O R T
V A N
K A A R T
N A A R
Restauratieplan van het oorspronkelijk 17de-eeuwse tuinontwerp van Everard Meijster voor Dool-om-Berg door tuinarchitect H.F. Hartogh Heys van Zouteveen, circa 1900, 70 x 85 cm. Archief Eemland/Museum Flehite
Parkaanleg landgoed Schothorst door S.A. van Lunteren, 1876. Archief Eemland/Huisarchief Schothorst
Plattegrond van Berg en Dal aan de linkeroever van de Eem. Ca. 1850, 50 x 70 cm. Archief Eemland/Museum Flehite
81
K A A R T
L A N D G O E D E R E N – P A R K E N – T U I N E N
Plattegrond van de Algemene Begraafplaats aan het Achter Davidshof door stadsarchitect W.H. Kam, circa 1885. Archief Eemland
Algemene Begraafplaats, Soesterweg 187. De begraafplaats werd in 1895 ontworpen door de Amersfoortse tuinarchitect H.F.Hartogh Heys van Zouteveem, in de zogenoemde ‘gemengde stijl’. Coll. Landbouw Universiteit Wageningen
Algemene Begraafplaats ‘Rusthof’, Dodeweg, Leusden. Het eerste plan voor de begraafplaats werd in 1927 gemaakt door tuinarchititect H.C. Poortman. Twee jaar later maakte stadsarchitect C.B. van de Tak het definitieve ontwerp.
82
A M E R S F O O R T
Ontwerp voor het villapark Bergkwartier door tuinarchitect H.F. Hartogh Heys van Zouteveen, 1899. Dit plan is niet uitgevoerd.
V A N
K A A R T
N A A R
K A A R T
Ontwerp voor tuinaanleg op het Bergkwartier voor Jhr. Martens door H.F. Heys van Zouteveen, circa 1899. Opvallend is dat de Engelse landschapsstijl, met de gebogen lanen, ook op particulier grondgebied wordt voortgezet.
Coll. landbouw Universiteit Wageningen
Coll. Landbouw universiteit Wageningen
Ontwerp voor het villapark Bergkwartier uit 1900 door de tuinarchitecten Smits en Schulz uit Naarden. Dit plan is in grote lijnen uitgevoerd. Coll. Bureau Monumentenzorg Amersfoort
83
L ogement de Gaaper
, in het centrum van Amersfoort, staat voor goede service en persoonlijke sfeer. Élke gast is voor ons een ‘VIP’. Ons personeel doet er alles aan doen om uw wensen te beantwoorden. Reserveren bij een restaurant, kaartje boeken voor het theater, rondvaart door de binnenstad, u vraagt het maar! Special tarief voor zakelijke gast hotel Logement de Gaaper is ook zeer geschikt voor zakelijke gasten. Iedere kamer heeft een werkplek en internetaansluiting (ADSL). Voor zakelijke gasten is er een gereduceerd (single use) tarief.
Alleen voor VIP’s... want bij de Gaaper is élke gast VIP...
Modern comfort De kamers (1/2/3-persoons) zijn modern en comfortabel: AC, boxspring bedden, tv, minibar, telefoon. In alle kamers geldt een rookverbod. Bij mooi weer kunt u op het terras ontbijten. Ook voor koffie of lunch Geniet van een kopje koffie met gebak of kies uit ons assortiment tosti’s, panini’s en sandwiches. ’s Zomers staat ons terras tot zonsondergang voor u open.
Kamers bekijken? Reserveren? Bezoek www.degaaper.nl Logement de Gaaper Hof 39 3811 CK Amersfoort Telefoon 033-453 1795 info @degaaper.nl
Voormalig ROB-complex Muurhuizen/Kerkstraat
_____________ __________________________________
Stadsherstel koopt, restaureert en beheert monumenten en beeldbepalende panden. Zij verhuurt haar bezit als woonhuis, winkels, atelier, horecagelegenheid of met een bijzondere functie. Op deze manier blijft dit cultureel erfgoed deel uitmaken van ons leven.
_____________ __________________________________
Met de verhuizing van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed naar de nieuwbouw aan het Smallepad, is de huidige huisvesting aan de Muurhuizen/Kerkstraat leeg gekomen. Sinds medio juni 2009 is Stadsherstel Amersfoort de nieuwe eigenaar van dit voormalige kantoor van de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). Tot dit opvallende complex behoort het typerende hoofdgebouw (een zeldzaam voorbeeld van Hollands Structuralisme, 1988), ontworpen door architect Abel Cahen. Een tweetal (woon)gebouwen en
een voormalige kapel van het voormalige seminarie van de Oud-Katholieke Kerk completeren het ensemble. Stadsherstel ontwikkelt plannen voor woningbouw (huur) in de beide seminariegebouwen. Voor het hoofdgebouw zoekt Stadsherstel bij voorkeur huurders, die gelieerd zijn aan het behoud van cultureel erfgoed. Onlangs heeft Stadsherstel zelf daarin haar intrek genomen.
Postbus 842 3800 AV Amersfoort Bezoekadres: Muurhuizen 102
Telefoon 033 - 460 5020 Fax 033 - 460 5039
[email protected] www.stadsherstelamersfoort.nl