Bezoekadres Ebbehout 31 1507 EA Zaandam
AM B.V. C. Claus Postbus 4052 3502 HB Utrecht
Betreft: Omgevingsvergunning (definitief besluit tweede fase) Geachte heer Claus, Op 9 november 2015 hebben wij uw aanvraag voor een omgevingsvergunning tweede fase ontvangen. Wij hebben besloten de omgevingsvergunning te verlenen. De omgevingsvergunning eerste fase is verleend op 27 januari 2016 en gepubliceerd op 28 januari 2016. Met betrekking tot de verlening van de omgevingsvergunning tweede fase is er geen aanleiding aanwezig om de omgevingsvergunning eerste fase te wijzigen.
Postbus 209 1500 EE Zaandam www.odnzkg.nl
Kenmerk 156505 Uw kenmerk OLO 1866263 Bijlage(n) 18 stuks Datum 29 februari 2016
Besluit Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 2.1, 2.2, paragraaf 2.3 en 3.3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de omgevingsvergunning tweede fase te verlenen voor het realiseren van 28 grondgebonden woningen op de locatie Kruisweg 855-859 te Hoofddorp. De tweede fase betreft het bouwen van 28 grondgebonden woningen met bijbehorende bergingen en erfafscheidingen, het aanleggen cq. veranderen van fiets- en voetpaden en het maken cq. veranderen van uitwegen. De aanvraag is geregistreerd onder nummer 156505. De omgevingsvergunning tweede fase wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. De omgevingsvergunning tweede fase wordt verleend voor de volgende activiteiten: bouwen van een bouwwerk (artikel 2.1, lid 1, sub a Wabo) uitvoeren van een werk (artikel 2.1, lid 1, sub b Wabo) weg aanleggen (artikel 2.2, lid 1, sub d Wabo) uitweg maken (artikel 2.2, lid 1, sub e Wabo) De in het bouwplan aangegeven opties ‘dakkapellen’ maken onderdeel uit van de omgevingsvergunning tweede fase voor bouwnummers 02, 10, 13, 17, 21 en 25, zoals aangegeven in het overzicht bouwnummers gekozen opties dakkapellen d.d. 17 december 2015. De opties ‘dakkapellen’ voor de overige bouwnummers maken geen onderdeel uit van de omgevingsvergunning tweede fase.
Risico’s beperken, leefbaarheid vergroten.
1|8
De in het bouwplan aangegeven opties ‘achteruitbouwen’, gesitueerd aan de achtergevel van de woningen, maken geen onderdeel uit van de omgevingsvergunning tweede fase. Als oorspronkelijk hoofdgebouw wordt gedefinieerd de woning zonder optie ‘achteruitbouw’. De aanvraag voor de omgevingsvergunning tweede fase is ook ingediend voor de activiteit ‘bouwen van een bouwkeet’. Dit onderdeel is buiten behandeling gelaten, omdat op grond van bijlage 2, artikel 2, twintigste lid van het Besluit omgevingsrecht (Bor) een bouwkeet mag worden geplaatst, zonder dat daarvoor een omgevingsvergunning benodigd is voor de activiteiten ‘bouwen van een bouwwerk’ en ‘planologisch strijdig gebruik’. Procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.3 van de Wabo (uitgebreide voorbereidingsprocedure). De uitgebreide procedure is van toepassing, omdat in de aanvraag eerste fase (kenmerk 52878) een activiteit aanwezig is, die genoemd wordt in artikel 3.10 van de Wabo en voor de aanvraag eerste fase een verklaring van geen bedenkingen is vereist volgens artikel 2.27 van de Wabo. Tevens is de aanvraag getoetst aan het Bor en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Gebleken is dat uw aanvraag voldoet en daarom verlenen wij u de gevraagde omgevingsvergunning. Volledigheid en opschorting procedure Wij hebben de aanvraag aan de hand van het Bor en de Mor getoetst op volledigheid. Hieruit is gebleken dat een aantal gegevens ontbrak. Per brief van 11 december 2015 hebben wij gevraagd om de ontbrekende gegevens en daarbij aangegeven dat de wettelijke proceduretermijn wordt opgeschort met maximaal vier weken. Op 21 december 2015 hebben wij de gevraagde gegevens ontvangen. Wij hebben besloten uw aanvraag in behandeling te nemen omdat wij van oordeel zijn dat de aanvraag alsmede de latere aanvulling daarop voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling. Overwegingen Bij het opstellen van het besluit hebben wij overwogen dat: Bouwen van een bouwwerk • het op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub a van de Wabo verboden is zonder omgevingsvergunning een bouwwerk te bouwen; • ten behoeve van het project woningen worden gerealiseerd met bergingen en erfafscheidingen; • het bouwplan niet voldoet aan het ter plaatse geldende bestemmingsplan ‘Hoofddorp Oost’ en heeft daarin de bestemmingen ‘Kantoor’ en ‘Groen’; • het bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan ‘Hoofddorp Oost’, omdat het bouwplan gesitueerd is binnen de bestemmingen ‘Kantoor’ en ‘Groen’ en geen woningen met bergingen en erfafscheidingen toegestaan zijn binnen deze bestemmingen; • in de omgevingsvergunning eerste fase de activiteit ‘planologisch strijdig gebruik’ aanwezig is, gericht op de hiervoor genoemde strijdigheden; • deze strijdigheden passen binnen de aanvraag voor de omgevingsvergunning eerste fase;
156505 | 29 februari 2016
2|8
•
•
• •
• •
op grond van artikel 2.5 van de Wabo een aanvraag voor een omgevingsvergunning eerste fase en een aanvraag voor een omgevingsvergunning tweede fase gezamenlijk één omgevingsvergunning gaan vormen; wij uw aanvraag voor de omgevingsvergunning tweede fase voor de activiteit ‘bouwen van een bouwwerk’ daarom niet op grond van artikel 2.10, tweede lid van de Wabo hoeven aan te merken als aanvraag omgevingsvergunning voor de activiteit ‘planologisch strijdig gebruik’, daar deze activiteit onderdeel is van de omgevingsvergunning eerste fase; het bouwplan voldoet aan redelijke eisen van welstand, gezien het advies van de welstandscommissie d.d. 23 december 2015; aannemelijk is gemaakt dat het bouwplan voldoet aan de relevante voorschriften van het Bouwbesluit 2012 met inachtneming van nader te stellen voorwaarden en de voorschriften behorende bij deze omgevingsvergunning, waarbij wordt opgemerkt dat de constructieve veiligheid alleen is getoetst op hoofdlijn van de draagconstructie (artikel 2.7 Mor); aannemelijk is gemaakt dat voldaan wordt aan de bouwverordening van de gemeente Haarlemmermeer; er geen weigeringsgrond is als genoemd in artikel 2.10, eerste lid, sub a tot en met e en tweede lid van de Wabo.
Uitvoeren van werk • het op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub b van de Wabo verboden is zonder omgevingsvergunning een werk uit te voeren, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden uit te voeren in gevallen waarbij dat bij een bestemmingsplan geregeld is; • ten behoeve van het project onder andere grondbewerkingen worden uitgevoerd, voorwerpen in de bodem worden gedreven (funderingsplan) en wegen of paden worden aangelegd; • de hiervoor genoemde werkzaamheden gelegen zijn binnen de ter plaatse geldende bestemmingsplannen ‘Hoofddorp Oost’ en ‘Hoofddorp Centrum’ en daarin de gebiedsaanduiding (dubbelbestemming) ‘Leiding – Water’ hebben; • binnen deze gebiedsaanduiding (van toepassing voor beide bestemmingsplannen) het verboden is om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werk de hiervoor genoemde werkzaamheden uit te voeren; • dit in verband met de veiligheid van de binnen de gebiedsaanduiding ‘Leiding – Water’ gelegen waterleiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook; • de veiligheid van de waterleiding en van de bijbehorende belemmeringenstrook met inachtneming van nader te stellen voorschriften behorende bij deze omgevingsvergunning niet in het geding is met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden, gezien het advies van de netwerkbeheerder d.d. 18 december 2015 en aanvullend advies d.d. 27 januari 2016; • er geen weigeringsgrond is als genoemd in artikel 2.11 van de Wabo.
156505 | 29 februari 2016
3|8
Weg aanleggen • het op grond van artikel 2.2, eerste lid, sub d van de Wabo verboden is zonder omgevingsvergunning een weg aan te leggen of verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg, voor zover daarvoor tevens een verbod geldt als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, sub b van de Wabo; • ten behoeve van het project onder andere wegen worden aangelegd en/of gewijzigd; • voor een gedeelte van de hiervoor genoemde wegen ook een omgevingsvergunningsplicht geldt op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub b van de Wabo; • het op grond van artikel 2:11 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2014 (APV) van de gemeente Haarlemmermeer verboden is zonder omgevingsvergunning een weg aan te leggen, aard of breedte van de wegverharding te veranderen en anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg; • de gebiedsbeheerder van de gemeente Haarlemmermeer geen bezwaar heeft met betrekking tot de hiervoor genoemde aan te leggen wegen cq. verandering aan te brengen in de bestaande wegen, gezien het advies d.d. 26 november 2015; • in de APV geen weigeringsgronden zijn opgenomen; • er geen weigeringsgrond is als genoemd in artikel 2.18 van de Wabo. Uitweg maken • het op grond van artikel 2.2, eerste lid, sub e van de Wabo verboden is zonder omgevingsvergunning een uitweg te maken, te hebben of te veranderen of het gebruik daarvan te veranderen; • ten behoeve van het project onder andere twee uitwegen worden gemaakt en (het gebruik van) de bestaande uitweg wordt veranderd; • het op grond van artikel 2:12 van de APV verboden is zonder omgevingsvergunning een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg; • de omgevingsvergunning moet worden geweigerd indien: - daardoor het verkeer op de weg in gevaar kan worden gebracht; - een veilig en doelmatig gebruik van de weg in het geding kan komen; - dat zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats; - zonder noodzaak het openbaar groen daardoor op onaanvaardbare wijze wordt aangetast; - er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen; - indien het in strijd is met het geldende bestemmingsplan; • de cluster beheer en onderhoud van de gemeente Haarlemmermeer geen bezwaar heeft met betrekking tot de hiervoor genoemde te maken uitwegen cq. te veranderen uitweg, gezien het advies d.d. 7 december 2015; • in het advies aangegeven is dat de uit te voeren activiteit in overeenstemming met de bepalingen van de APV is; • de activiteit niet in strijd is met de ter plaatsende bestemmingsplannen ‘Hoofddorp Oost’ en ‘Hoofddorp Centrum’;
156505 | 29 februari 2016
4|8
•
er geen weigeringsgrond is als genoemd in artikel 2.18 van de Wabo en artikel 2:12 van de APV.
Gelet op bovenstaande zijn wij van oordeel dat de gevraagde omgevingsvergunning voor de vier onderdelen kan worden verleend. Nog in te dienen gegevens De omgevingsvergunning wordt verleend onder voorbehoud van het goedkeuren van de volgende gegevens, welke uiterlijk drie weken voor aanvang van de betreffende werkzaamheden moeten worden ingediend: constructieve berekeningen, tekeningen en rapporten met betrekking tot de sterkte, stabiliteit en uiterste grenstoestand van het bouwwerk (artikel 2.7 Mor); gegevens en bescheiden met betrekking tot de sterkte van de glazen vloerafscheidingen tegen stootbelasting. U wordt per email nader geïnformeerd over de wijze van indienen van constructieve gegevens. Er mag pas met de betreffende werkzaamheden worden gestart wanneer deze gegevens zijn goedgekeurd. Terinzagelegging en inwerkingtreding Een omgevingsvergunning waar de uitgebreide procedure voor gevolgd moet worden, wordt voorbereid volgens de Uniforme openbare voorbereidingsprocedure (UOV) van afdeling 3.4 van Algemene wet bestuursrecht. Vanaf 16 januari 2016 tot 27 februari 2016 heeft een ontwerp van dit besluit ter inzage gelegen en is een ieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt. Het definitief besluit is wat betreft besluitvorming ongewijzigd opgesteld ten opzichte van het ontwerpbesluit. Alleen de voorwaarde met betrekking tot het nader indienen van bescheiden met betrekking tot het verplaatsen van het fietspad langs de Kruisweg in relatie tot de hoofdtransportwaterleiding is gewijzigd in voorschriften, naar aanleiding van gegevens die tijdens de terinzagelegging van het ontwerpbesluit zijn ingediend. In beginsel treedt een beschikking, waarbij de uitgebreide voorbereidingsprocedure is gevolgd, in werking zes weken en één dag na publicatie van het besluit, tenzij een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend. Omdat deze beschikking echter een omgevingsvergunning tweede fase betreft met toepassing van artikel 2.5 van de Wabo, zijn de volgende bepalingen aanvullend van kracht met betrekking tot de inwerkingtreding: Op grond van artikel 2.5, achtste lid van de Wabo worden beschikkingen waarbij positief is beslist op de aanvragen met betrekking tot de eerste en tweede fase, als deze in werking zijn getreden, tezamen aangemerkt als een omgevingsvergunning. Op grond van artikel 6.3, eerste lid van de Wabo treden de beschikkingen met betrekking tot de eerste en tweede fase op dezelfde dag in werking. Deze dag is de laatste van de dagen waarop de beschikkingen, met toepassing van artikel 6.1 van de Wabo, elk afzonderlijk in werking zouden treden.
156505 | 29 februari 2016
5|8
De omgevingsvergunning eerste fase is bij ons bekend onder nummer 52878 (OLO-nummer 1866249).
Hoogachtend, Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, namens deze, de directeur van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor deze, de heer M.H. Dusseldorp Teammanager Vergunningverlening a.i. Portefeuille branches A Dit document is digitaal vastgesteld. Een fysieke of ingescande handtekening is daarom niet nodig. Meer informatie: http://www.odnzkg.nl/contact/digitale-werkwijze/
Bijlagen aanvraagformulier (inclusief activiteitenblad ‘Uitvoeren van werk’) situatietekening technisch ontwerp (met aanduiding van bouwnummers), 151002-DOTEK-02, d.d. 16 oktober 2015 tekening dwarsdoorsneden wegen, 151002-DO-TEK-03, d.d. 16 oktober 2015 set tekeningen (plattegronden, aanzichten, doorsneden) (101 bladen), kenmerk 06041, B-100 t/m B-446a, d.d. 14 oktober 2015 set detailtekeningen (132 bladen), kenmerk 06041, D.0 t/m D-248, d.d. 14 oktober 2015 gevelaanzichttekening hekwerken, B-404, d.d. 17 december 2015 traptekening (set tekeningen 23 bladen), B-800 e.v., d.d. 8 juli 2015 rapport ‘Onderzoek geluidwering gevels en luchtverversing’, kenmerk 20141489-06, d.d. 18 december 2015 rapport ‘Bouwbesluit-berekeningen’, d.d. 15 december 2015 rapport ‘Onderzoek Wet geluidhinder’, kenmerk 20141489-04, d.d. 24 juni 2015 overzicht bouwnummers gekozen opties dakkapellen bouwnummers 2, 10, 13, 17, 21, 25, d.d. 17 december 2015 kleur- en materiaalstaat type A, B en D, d.d. 28 oktober 2015 kleur- en materiaalstaat type C, d.d. 28 oktober 2015 technische informatie kant en klaarhaag bouwnummers 1, 12, 19, 28 rapport ‘Toelichting op de constructieve uitgangspunten’, kenmerk 15002, d.d. 6 oktober 2015 tekening constructieschema woningtype A, B, D, kenmerk 15002, S-01, d.d. 29 oktober 2015 tekening constructieschema woningtype C, kenmerk 15002, S402, d.d. 29 oktober 2015 rapport ‘Zettingsanalyse tpv waterleiding’, kenmerk Me01JT11336, d.d. 22 januari 2016
156505 | 29 februari 2016
6|8
VOORSCHRIFTEN De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning tweede fase voor het realiseren van 28 grondgebonden woningen op de locatie Kruisweg 855-859 te Hoofddorp, zaaknummer 156505. Het (ver)bouwen van een bouwwerk • Op het bouwterrein moet de omgevingsvergunning aanwezig zijn. Indien van toepassing dienen eveneens aanwezig te zijn, de andere toestemmingen en het bouwveiligheidsplan. Op verzoek moeten deze stukken aan het bouwtoezicht ter inzage worden gegeven (artikel 1.23 Bouwbesluit 2012). Via de mail wordt u nader geïnformeerd over de te volgen werkwijze voor de starten gereedmeldingen. • Het bevoegd gezag wordt ten minste twee werkdagen voor de feitelijke aanvang van de volgende werkzaamheden in kennis gesteld: de aanvang van de werkzaamheden, met inbegrip van ontgravingswerkzaamheden; de aanvang van het storten van beton. Met de werkzaamheden mag niet worden begonnen voordat, voor zover nodig, door of namens het bevoegd gezag: de rooilijnen of bebouwingsgrenzen op het bouwterrein zijn uitgezet, en het straatpeil is uitgezet. • Het bouwwerk mag pas in gebruik worden genomen of gegeven nadat de toezichthouder van de beëindiging van de werkzaamheden in kennis is gesteld. • Voor het bouwen moeten de nodige veiligheidsmaatregelen worden genomen ten behoeve van de weg, de weggebruikers en naburige bouwwerken en hun gebruikers (artikel 8.2 Bouwbesluit 2012). • Glazen vloerafscheidingen dienen te voldoen aan artikel 2.3, tweede lid van het Bouwbesluit 2012. • Met betrekking tot de voorschriften genoemd in afdeling 3.1 van het Bouwbesluit 2012, dienen de in paragraaf 4.3 van het rapport ‘Onderzoek geluidwering gevels en luchtverversing, kenmerk 20141489-06, d.d. 18 december 2015’ aangegeven cq. voorgeschreven geluidwerende voorzieningen (beglazing, kozijnen, beglazingswijze, kozijnaansluitingen, kierdichtingen, ventilatievoorzieningen, opbouw gevels, opbouw hellende daken en dakkapellen) te worden toegepast in de betreffende uitwendige scheidingsconstructies (gevels en/of daken). • De voorziening voor het afnemen van energie dient te voldoen aan de voorschriften genoemd in afdeling 6.2 van het Bouwbesluit 2012. • De watervoorziening dient te voldoen aan de voorschriften genoemd in afdeling 6.3 van het Bouwbesluit 2012.
156505 | 29 februari 2016
7|8
Uitvoeren van werk •
•
•
•
•
•
Bij de aanleg cq. verandering van wegen, fietspaden en voetpaden mogen geen zettingen optreden ter plaatse van de waterleiding. Indien nodig zullen maatregelen getroffen moeten worden om deze zettingen te voorkomen (bijvoorbeeld lichtophoogmateriaal). De netwerkbeheerder van de waterleiding (PWN) wordt voor de feitelijke aanvang van werkzaamheden nabij de waterleiding in kennis gesteld. Deze melding kunt u richten aan Q. Rijnbeek van de PWN (tel. 06 22235239). De fundering van het bestaande fiets- en voetpad langs de Kruisweg moet gebruikt worden voor de nieuwe parallelweg, waarbij de opbouw van de grond niet wordt gewijzigd om zodoende te bewerkstelligen dat de grond boven de waterleiding alleen te maken krijgt met zetting als gevolg van verkeersbelasting. Tijdens werkzaamheden met betrekking tot het aanleggen van de grondleiding van hemelwater en/of afvalwater moet de bovengrond op de waterleiding ruim worden verwijderd tot op de leiding, zodat de druk wordt verlaagd. Onder de waterleiding mag een sleufbekisting worden toegepast, zodat er niet met ‘veilige’ taluds gewerkt hoeft te worden. Tijdens het aanbrengen van de grondleiding van hemelwater en/of afvalwater, moet een drainageleiding worden aangelegd om door middel van rondpompen met water de fundering (zand) rond, onder en op de waterleiding te verdichten. Met betrekking tot de hiervoor beschreven uit te voeren werkzaamheden, moeten er verdichtingsmetingen worden gedaan onder en naast de waterleiding om de verdichtingsgraad te meten.
Overige toestemmingen, meldingen en voorzieningen: • Deze omgevingsvergunning is slechts verleend voor de activiteiten die genoemd zijn in het besluit. Mogelijk heeft u nog andere toestemmingen nodig voordat u start met uw project. Denkt u daarbij aan het volgende: - als bij slopen van een bouwwerk meer dan 10 m3 sloopafval vrijkomt, of als het bouwwerk asbest bevat is een sloopmelding nodig als bedoeld in Bouwbesluit 2012; - als er bemaling moet gaan plaatsvinden bij een bouw (bronbemaling) waarbij u meer dan 1 m3 grondwater/uur onttrekt dan moet u dat op grond van de Waterwet melden bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. In sommige gevallen heeft u zelfs een vergunning nodig. Ook voor het lozen van grondwater geldt in veel gevallen een meldingplicht.
156505 | 29 februari 2016
8|8
