Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner
Mei 2006 Redacteur(en): HDPO/PM/PO/PK
2005
Inhoudsopgave
Pagina
1 1.1 1.2
Emotionele en sociale aspecten Verdriet en rouw Omgeving
5 5 5
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
Overlijden in het buitenland Contactpersoon Wat doet het ministerie bij overlijden van een ambtenaar op een post Eerste contact Begrafenis of crematie in Nederland Overlijdensakte Huisbezoek
6 6 6 7 7 7 7
3
Overlijden in Nederland
9
4
Financiële afwikkeling door het ministerie
10
5 5.1 5.2 5.3 5.4
Financiële regelingen DBZ Voorzieningenstelsel Salaris Overlijden door een ongeval Schoolkosten en kinderopvang
11 11 11 12 12
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5
Pensioen Overlijden voor of na het 65ste levensjaar Wezenpensioen Hertrouwen Echtscheiding Uitkering Anw
13 13 13 13 14 14
7
Erfrecht
15
8 8.1 8.2
Belastingen Aangifte inkomstenbelasting en premieheffing Aangifte successierecht
17 17 18
9 9.1 9.2
Verzekeringen Uitvaartverzekering Levensverzekering, overlijdensrisicoverzekering
19 19 19
10 10.1 10.2 10.3
Huisvesting Op de post In Nederland Verhuizing
20 20 20 20
11 11.1 11.2
Onderwijs Partner Kinderen
21 21 21
12 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5
Nabestaande is foreign-born partner Erfrecht en de buitenlandse partner Verblijfsvergunning Nederland Pensioen Pensioenrechten en buitenland Uitkeringen en het buitenland
22 22 22 22 22 23
13 13.1 13.2 13.3
Telefoonnummers en adressen BZ-afdelingen Overige BZ gerelateerd Extern
24 24 24 24
14
Informatie en literatuur
28
15
Bijlage DBZ-V
29
16
Annex bij Besluit uitkeringen ongevallen
30
17
Bijlage RDBZ
32
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
Inleiding Behalve met het verwerken van de emotionele schok, die het overlijden van een geliefde partner brengt, krijgt de nabestaande te maken met veel zaken die moeten worden geregeld. Omdat die dan ook nog tegelijkertijd aan de orde komen, bestaat de mogelijkheid dat bepaalde zaken niet of niet goed worden afgehandeld. Steeds meer wordt in regelgeving rekening gehouden met de persoonlijke omgeving van de werknemers. De Wet arbeid en zorg heeft hieraan een extra impuls gegeven. Een overlijden in het buitenland geeft nog meer zorgen en praktische problemen. De voor u liggende brochure is bedoeld als een introductie en wegwijzer, waarin de voornaamste vragen en te regelen zaken rond het overlijden van de ambtenaar ter sprake komen, maar kan niet meer dan een globaal inzicht geven. Van alle relevante artikelen en regelingen die hier worden vermeld zijn de volledige teksten als bijlage bij deze brochure gevoegd. Zij staan ook op het BZ-intranet onder
/ . De van rijkswege geldende vergoedingen zijn vastgelegd in verschillende wetten, koninklijke besluiten en andere formele regelingen. Een beknopt overzicht is opgenomen in de brochure rechtspositie en huisregels. Deze is ook te vinden op het BZ-intranet. Voor informatie over pensioenen, nalatenschap, erfrecht en belastingen en verzekeringen, wordt verwezen naar folders of websites van notarissen, pensioenfonds ABP, Belastingdienst, Sociale Verzekeringsbank en verzekeringsmaatschappijen. Als het overlijden plaatsvindt in samenhang met een evacuatie of met omstandigheden die leiden tot een evacuatie is het aan te raden ook de evacuatiebrochure te raadplegen. Deze staat op het BZnet, maar is ook verkrijgbaar via het bureau Partners en Kinderen, de ambassade of de personeelsbalie. N.B. Ondanks een zorgvuldige voorbereiding kunnen onvolkomenheden in deze tekst niet worden uitgesloten. Ook kan bepaalde informatie verouderd blijken. Wanneer u dit opmerkt of als u andere aanmerkingen of suggesties hebt, wordt u vriendelijk verzocht de opstellers van deze brochure hiervan op de hoogte te stellen. Aan deze brochuretekst kunnen geen rechten worden ontleend. HDPO/PM/PO/PK November 2005
4
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
1
Emotionele en sociale aspecten 1.1
Verdriet en rouw
Als uw partner overlijdt, kunt u als nabestaande te maken krijgen met een scala aan gevoelens die zich op verschillende momenten kunnen voordoen. Vaak kan daarbij ook sprake zijn van lichamelijke klachten. Familie en vrienden kunnen bij de verwerking van uw verlies een grote steun zijn. Sommige mensen zullen wellicht steun of hulp willen zoeken bij anderen die hetzelfde hebben meegemaakt. Daarnaast kan ook altijd een beroep worden gedaan op mensen die beroepshalve kunnen helpen, zoals een geestelijke of pastoraal werker, of een maatschappelijk werker van het ministerie. U hebt de mogelijkheid om met een medewerker van het bureau Partners en Kinderen contact op te nemen. Desgewenst kunt u in overleg met deze medewerker verder gespecialiseerde hulpverleners raadplegen. Achterin de brochure is een lijst opgenomen van verschillende instanties en hulporganisaties. 1.2
Omgeving
Wanneer iemand wordt geconfronteerd met een persoonlijk verlies schieten de formele regels vaak te kort. Het is voor de omgeving vaak moeilijk om objectieve criteria aan te geven voor de omgang met de betrokkenen. In een organisatie waarbinnen ruimte is voor persoonlijke belangstelling voor het dagelijks leven van elkaar, zullen emoties eerder een plaats kunnen krijgen. Ook de organisatie maakt immers deel uit van die persoonlijke omgeving van de nabestaanden. Dit geldt ook voor uw eventuele eigen werkgever, die u met begrip en aandacht zal willen ondersteunen bij het rouwproces. Of u contact wilt met uw omgeving en zo ja, hoeveel, wanneer en met wie, bepaalt u vooral zelf. Dat geldt ook voor het contact met de werkgever van uw overleden partner, het ministerie van Buitenlandse Zaken. In alle gevallen zal een contactpersoon van dit ministerie u benaderen, eventueel via een familielid, vriend of collega die u zelf hebt aangewezen als aanspreekpunt. In de volgende hoofdstukken wordt u geïnformeerd over wat u hierbij kunt verwachten.
5
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
2
Overlijden in het buitenland In deze paragraaf wordt ingegaan op een aantal zaken die van belang zijn: wat kunt u doen om problemen in geval van overlijden te beperken en wat doet het ministerie voor u? 2.1
Contactpersoon
Het is altijd raadzaam voor u vertrekt een contactpersoon in Nederland aan te stellen. Daarnaast kunt u een lijst maken met gegevens, die aan de naaste familie in Nederland wordt overhandigd en die slechts mag worden geopend in geval van overlijden. Bij gescheiden huishouding is het van belang dat de achterblijvende partner deze gegevens zelf bij de hand heeft. Wat wordt opgenomen in de lijst? - De persoonsgegevens waaronder ook de paspoortnummer(s); - Een kopie van de identiteitskaart(en) en het adres van de Nederlandse vertegenwoordiging in het land van plaatsing met het telefoonnummer en een contactpersoon; - De medische gegevens; - De plaats waar documenten liggen die van belang zijn voor de afhandeling van een overlijden (testament, de naam van de executeur-testamentair, de verzekeringspapieren, waar en welke safeloketten, de gegevens van de notaris die uw zaken behartigt, de bankrekeningen enz.); De namen en adressen van mensen waarvan men vindt dat die zo spoedig mogelijk van het overlijden in kennis moeten worden gesteld. 2.2
Wat doet het ministerie bij overlijden van een ambtenaar op een post
(DBZ Voorzieningenstelsel art. 31, zie bijlage) Als de nabestaanden hulp nodig hebben bij het afwikkelen van de formaliteiten die met het overlijden verband houden, komen bepaalde kosten voor rekening van het ministerie. Het gaat dan om kosten van: - Het vervoer van het stoffelijk overschot, inbegrepen de kosten van afleggen, bekisten, bewaring en vrijgifte van het stoffelijk overschot. - Reiskosten naar deze bestemming, ook voor op de standplaats of elders verblijf houdende gezinsleden. - In geval van een begrafenis of crematie ter plaatse, de reiskosten van overkomst van niet op de standplaats verblijvende gezinsleden en bloedverwanten van de eerste en tweede graad. - In geval de begrafenis of crematie niet in Nederland maar elders plaatsvindt, geldt als maximumvergoeding de kosten verbonden aan transport naar Nederland.
6
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
2.3
Eerste contact
Een contactpersoon van het ministerie neemt contact met u op. Daarbij wordt gevraagd om de volgende informatie: - Wanneer en waar is de begrafenis /crematie (adres + telefoonnummer)? - Wordt de advertentie van familie en ministerie en ambassade in dezelfde krant geplaatst? - Uw wensen voor eventuele krans, bloemstuk, wel of geen lint. - Aanwezigheid van collega’s bij de rouwplachtigheid - Wat is het correspondentieadres? Daarnaast wordt u de mogelijkheid geboden, indien u dat wenst, uw persoonlijke vragen en zorgen te bespreken met een medewerker van het bureau Partners en Kinderen. Deze kan u desgewenst doorverwijzen naar verdere maatschappelijke dienstverlening. 2.4
Begrafenis of crematie in Nederland
Indien de betrokkene overleden is op de post en in Nederland wordt begraven of gecremeerd, zorgt een medewerker van het ministerie in samenwerking met de begrafenisondernemer in Nederland voor vervoer vanaf Schiphol naar de plaats van begrafenis of crematie. Het ministerie houdt ook contact met de uitvaartondernemer van de familie. De familie wordt door BZ geïnformeerd zodra bekend is met welk vliegtuig het stoffelijk overschot op Schiphol aankomt. Opvang op Schiphol van meereizende familie wordt zo nodig en indien gewenst, geregeld. In geval van een overlijden door verbranding zijn nadere gegevens nodig in verband met een 'laissez passer'. Uw contactpersoon zal u daarover informeren. Het gaat onder meer om de volgende zaken: - gegevens ouders (naam, voornamen, geboortedatum + plaats) - gebitsgegevens van de overledene - mogelijk ook uw gegevens - adres waar stoffelijk overschot naar toe gaat (in Nederland). 2.5
Overlijdensakte
De post zal de originele (gelegaliseerde) overlijdensakte opsturen naar het ministerie. Een medewerker op het ministerie informeert het ABP. Bij een overlijden binnen Nederland gebeurt dat door de gemeente Het BZ-blad publiceert een mededeling van het overlijden. 2.6
Huisbezoek
Zodra dat mogelijk is vindt een huisbezoek plaats van de financiële afdeling HDPO/FR. Dit bezoek betreft zaken van administratieve en financiële aard en zal plaatsvinden in overleg met u. Als u daar prijs op stelt kunt u ervoor zorgen dat iemand uit uw vertrouwde omgeving hierbij aanwezig is. Vanaf hoofdstuk 4 wordt 7
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
in algemene termen ingegaan op een aantal zaken die tijdens zo'n gesprek aan de orde kunnen komen.
8
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
3
Overlijden in Nederland In het geval een op het departement werkzame ambtenaar komt te overlijden, wordt een aantal zaken op dezelfde wijze geregeld als in de andere hoofdstukken beschreven. Een contactpersoon van HDPO houdt contact met de familie over de wensen van de nabestaanden voor de begrafenis en eventuele advertenties. Eveneens zal een huisbezoek plaatsvinden waarbij alle financiële zaken besproken worden. Als u behoefte heeft aan nazorg of advies op het gebied van rouwverwerking kunt u daarvoor op elk moment terecht bij de medewerker van het bureau voor Partners en Kinderen of desgewenst een gespecialiseerde hulpverlener.
9
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
4
Financiële afwikkeling door het ministerie In dit hoofdstuk wordt kort uiteengezet hoe het ministerie u informeert. De desbetreffende regelingen vindt u verderop in de brochure. Huisbezoek Er wordt een afspraak gemaakt voor een huisbezoek van de afdeling HDPO/FR/AZ in verband met administratieve en financiële afwikkeling. Daarbij wordt de nabestaanden verzocht de volgende documenten van de overleden ambtenaar gereed te houden: - verlofkaart - diplomatiek(e) paspoort(en) - toegangspasje BZ - eventuele NS of HTM vervoerbewijzen - USB-stick (in verband met. opgeslagen vertrouwelijke informatie) - laptop werkgever - telefoon werkgever. De medewerker zal u vragen of de ziektekostenverzekering al werd ingelicht. Daarnaast geeft hij/zij uitleg over de regelingen en een financieel overzicht. Het gaat daarbij om: - pensioen en nabestaandenpensioen - salaris en verrekening van vakantie-uren - aanspraken inzake het DBZ Voorzieningenstelsel - eventuele schulden of vorderingen - mogelijke werkgeversbijdrage kinderopvang - levensloopregeling/spaarloon. Het ministerie zal er verder voor zorgdragen dat: - alle BZ verenigingen/stichtingen worden stopgezet - het bureau wordt leeggeruimd (door betreffende afdeling) - de persoonlijke eigendommen bij u worden bezorgd. Als u dat wenst worden u de folders van het pensioenfonds ABP en SVB overhandigd. Na afloop van het bezoek ontvangt u een brief, waarin het besprokene nog wordt verwoord met daarbij een overzicht van de financiële situatie.
10
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
5
Financiële regelingen In dit hoofdstuk worden de verschillende regelingen behandeld, die te maken hebben met salaris, uitkering (bij ongevallen), AOW en pensioen. Deze zijn gebaseerd op ministeriële regelgeving, neergelegd in: - DBZ Voorzieningenstelsel (vergoedingen in verband met plaatsing buitenland) - RDBZ artikel 108 tot en met 113 (zie bijlage) - Besluit uitkering ongevallen (zie bijlage) In de regelingen die gelden bij overlijden wordt onder weduwe en weduwnaar ook begrepen de achtergebleven geregistreerde partner of de achtergebleven levenspartner. Voorwaarde is dat een notarieel samenlevingscontract is opgemaakt. Tegelijkertijd kan slechts één persoon als levenspartner dan wel weduwe of weduwnaar worden aangemerkt. Bij het pensioen daarentegen kunnen ex-partners veelal wel rechten doen gelden). U leest daarover verderop in de brochure. 5.1
DBZ Voorzieningenstelsel
Bij overlijden van de ambtenaar ontvangen de nabestaanden op grond van artikel 111 en 112. RDBZ de volgende vergoedingen uit het DBZ Voorzieningenstelsel. Indien het overlijden tijdens een plaatsing op een post in het buitenland plaatsvindt - gebruik van de dienstwoning gedurende de maand van overlijden en de daarop volgende drie maanden; - maximaal drie maanden doorbetaling van vergoedingen uit het DBZ Voorzieningenstelsel die verband houden met het verblijf op de post. Indien het overlijden plaatsvindt tijdens plaatsing op het departement na plaatsing op een post, of indien de nabestaanden na het overlijden van de ambtenaar naar Nederland verhuizen, ontvangen zij de verschillende vergoedingen uit het DBZ Voorzieningenstelsel voor zolang de bijzondere kosten doorlopen met een maximum van zes jaar. U kunt hierover tijdens het in vorig hoofdstuk beschreven huisbezoek door de financiële afdeling nadere uitleg vragen. 5.2
Salaris
De normale bezoldiging vervalt op het moment van overlijden, evenals de rechten op andere vergoedingen. Aan de nabestaanden wordt dan een bedrag ineens gelijk aan drie keer het bruto maandsalaris uitbetaald en bepaalde toelagen plus vakantieuitkering over drie maanden. Deze uitkering bij overlijden is belastingvrij. Ook kan de nabestaande de geldswaarde ontvangen van niet genoten vakantie-uren, tot een maximum over twee jaar. Dit bedrag is wel fiscaal belast.
11
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
Eventuele schulden of vorderingen in relatie tot het ministerie worden daarbij verrekend. 5.3
Overlijden door een ongeval
Indien een ambtenaar van BZ als gevolg van een dienstreis of in uitoefening van zijn functie op een post komt te overlijden, voorziet het ´Besluit uitkering ongevallen´ in een uitkering van € 56.875. Ingeval van molest wordt de uitkering verhoogd met € 56.875. Deze bedragen zijn netto. Het uit te keren bedrag bij overlijden als gevolg van molest kan onder meer worden aangewend voor situaties waarin een levensverzekering (bijv. bij spaarhypotheek of overlijdensrisicoverzekering bij andere hypotheken) niet uitbetaalt in verband met de molestclausule. Als het verzekerde bedrag van de levensverzekering hoger is dan het totaal aan uitkeringen waaraan op grond van het Besluit uitkering ongevallen aanspraak bestaat, kan een aanvullende uitkering worden toegekend, rekening houdend met mogelijke andere uitkeringen waarop u recht zou kunnen hebben.
Voor de volledige tekst en voorwaarden wordt verwezen naar het annex bij het Besluit uitkering ongevallen op de Personeelssite van het BZ-intranet. Een kopie daarvan is in deze brochure opgenomen als bijlage. 5.4
Schoolkosten en kinderopvang
Kinderen Na het overlijden van de ambtenaar vervalt van rechtswege de aansprakelijkheid van de werkgever en zal op grond van artikel 112 RDBZ vergoeding voor internationaal onderwijs tot ten hoogste zes jaar doorlopen. Kinderopvang Na het overlijden van de ambtenaar vervalt van rechtswege de aansprakelijkheid van de werkgever en zal op grond van artikel 8, negende lid, van de Regeling werkgeversbijdrage kinderopvang rijkspersoneel de voorlopige werkgeversbijdrage worden stopgezet. Het is raadzaam contact op te nemen met de Belastingdienst over een mogelijke bijdrage in de kosten kinderopvang.
12
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
6
Pensioen Bij het overlijden van uw partner, heeft u recht op een nabestaandenpensioen. Hiervoor zijn rechten opgebouwd door de ambtenaar tijdens diens dienstjaren bij het ministerie of eerder bij een andere overheidsdienst. De pensioenverzekeraar van de overheid is het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP). Nadere informatie over dit onderwerp vindt u op de website www.abp.nl. Uw (gezamenlijke) kinderen tot 21 jaar, voor zover zij geen partner hebben, hebben recht op een wezenpensioen. Bij een niet-huwelijkse relatie of een geregistreerd partnerschap is de partner degene die is aangemeld bij het ABP en door het ABP als partner is aangemerkt. Als uw partner voor het overlijden met flexibel pensioen is gegaan, ontvangt u via het ABP een overlijdensuitkering ter grootte van één maand flexibel pensioen.
6.1
Overlijden voor of na het 65ste levensjaar
Bij een overlijden voordat de ambtenaar 65 is geworden, ontvangt de nabestaande 5/7 van het ouderdomspensioen waarop de overledene recht of uitzicht had. Bij een overlijden nadat de ambtenaar 65 is geworden, is dat 5/14. (Dit is vastgelegd in het pensioenakkoord van 2003 tussen de overheid en de samenwerkende centrales van overheidspersoneel.) Partnerplusregeling Tot 1 januari 2004 opgebouwde rechten blijven van kracht. In de loop van 2004 hebben alle ambtenaren de mogelijkheid gekregen om de opbouw ook na die datum te verhogen tot 5/7, tegen betaling van een aan het inkomen gerelateerde premie, de 'Partnerplusregeling'. Gedurende de tijd dat de partner bij de ambtenaar op de post verblijft wordt deze aanvullende premie op aanvraag door het ministerie vergoed.
6.2
Wezenpensioen
Het halfwezenpensioen (als één ouder is overleden) bedraagt 1/7 van het ouderdomspensioen. Voor volle wezen geldt een pensioen van 2/7 van het ouderdomspensioen. Het gezamenlijke bedrag van de wezenpensioenen in verband met hetzelfde overlijden bedraagt nooit meer dan 5/7 van het ouderdomspensioen.
6.3
Hertrouwen
Als u besluit te hertrouwen, of (weer) te gaan samenwonen wordt het partnerpensioen herberekend. Dit kan leiden tot een lager pensioen. U kunt hierover advies inwinnen bij het ABP.
13
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
6.4
Echtscheiding
Na een echtscheiding, een ontbinding na scheiding van tafel en bed of een ontbinding van een geregistreerd partnerschap kan ook sprake zijn van recht op pensioen. Mits één van de partners het ABP over de scheiding informeert, is het ABP verplicht de betaling van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk of het partnerschap is opgebouwd, te verdelen. Bij een scheiding kunnen de ambtenaar en de gewezen partner ook overeenkomen dat deze laatste een eigen recht op bijzonder ouderdomspensioen verkrijgt. Dit recht gaat dan ten koste van het pensioen van de ambtenaar. Wilt u meer weten hierover en over het 'bijzonder partner pensioen', dan wordt geadviseerd contact op te nemen met het pensioenfonds ABP. Er bestaat een brochure over echtscheiding. Dit is een uitgave van HDPO en verkrijgbaar via HDPO/PM/PO/PK.
6.5
Uitkering Anw
De nabestaandenuitkering Anw is een financiële ondersteuning van de overheid na het overlijden van een partner of ouders. De sociale verzekeringsbank (SVB) voert de Anw namens de overheid uit. Als nabestaande komt u in aanmerking voor een uitkering als u: Jonger bent dan 65 jaar en voldoet aan één van de volgende criteria: - u bent geboren voor 1950, of - u verzorgt een kind jonger dan 18 jaar, of - u bent voor tenminste 45% arbeidsongeschikt Meer informatie vindt u op de website van de SVB: www.svb.nl.
14
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
7
Erfrecht Nederlands erfrecht Het Nederlands erfrecht blijft van toepassing bij overlijden tijdens een plaatsing in het buitenland. Naar Nederlandse i.p.r.-maatstaven verliest een diplomaat door uitzending niet de rechtsband met Nederland. De uitzending is immers tijdelijk, voor enkele jaren. Het wordt anders wanneer men zich metterwoon in het buitenland vestigt, en daar bijvoorbeeld na tien jaar overlijdt. Overigens kan een uitdrukkelijke keuze voor een bepaald rechtstelsel in een testament worden vastgelegd. Behoort er onroerend goed tot de nalatenschap, dan wordt de afwikkeling van dat gedeelte bepaald door het recht van het land waar dat onroerend goed is gelegen. Als uw partner niets in een testament heeft vastgelegd, regelt het Burgerlijk Wetboek wie de erfgenamen zijn. Ook regelt het Burgerlijk Wetboek hoe de nalatenschap over de erfgenamen wordt verdeeld. Het Nederlandse erfrecht zal van toepassing zijn. Indien u (ongehuwd) samenwonend was of kinderen heeft, is het goed mogelijk dat uw partner een testament heeft opgesteld. Een testament moet altijd worden vastgelegd bij een notaris; niet uitgesloten moet worden geacht dat dit in het buitenland heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld op de post bij een ambtenaar die deze specifieke consulaire bevoegdheid toekomt. Voor wie meer informatie zoekt over dit onderwerp, zijn de websites www.notaris.nl en www.notarisinfo.nl nuttig. Een notaris kan na overlijden navraag doen bij het Centraal Testamenten Register te Den Haag of bij een Nederlandse notaris een testament is opgemaakt. Bij bekendheid van een in het buitenland opgesteld testament is het raadzaam hiervan melding te doen bij de notaris die de verklaring van erfrecht (of verklaring van executele aan de executeur testamentair) afgeeft. Deze verklaring is bijvoorbeeld nodig om als erfgenaam te kunnen beschikken over de op naam van de erflater staande bank- of girorekeningen, de toegang tot een safeloket of tot het verkrijgen van uitkeringen van een levensverzekeringsmaatschappij. Het is goed mogelijk dat de erflater een codicil heeft opgesteld. Een codicil is een handgeschreven verklaring waarin bepaalde zaken zijn geregeld, bijvoorbeeld de begrafenis, de crematie en eventuele orgaandonatie. In een codicil kunnen ook bepaalde roerende zaken worden vermaakt (legaten). Geld en onroerende zaken kunnen niet door middel van een codicil worden toegewezen. Het codicil moet geheel eigenhandig geschreven zijn, ondertekend zijn en van een datum voorzien zijn.
15
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
Voor notariële vragen kunt u zich overigens wenden tot de Notaristelefoon, 0900 – 346 93 93 (bereikbaar op werkdagen tussen 9.00 en 14.00 uur).
16
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
8
Belastingen Hieronder wordt ingegaan op een aantal belastingtechnische aspecten als gevolg van overlijden, te weten de aangifte inkomstenbelasting en premieheffing en de aangifte successierecht, en ook op enkele erfrechtelijke aspecten. 8.1
Aangifte inkomstenbelasting en premieheffing
Door het overlijden zal de aangifte voor de inkomstenbelasting en premieheffing (een P- of een E-biljet) veranderen. Als de erflater in voorgaande jaren aangifte deed, dan zullen de erfgenamen, of anders de benoemde executeur testamentair, ongeveer een maand na het overlijden van de erflater een F-biljet ontvangen voor het jaar van overlijden. Stuurt de Belastingdienst niet automatisch een F-biljet toe, dan zijn de erfgenamen of de executeur testamentair doorgaans gehouden een Fbiljet aan te vragen. In het F-biljet kunnen de in een P- of E-biljet gedane opgaven worden gedaan gedurende de periode 1 januari tot het tijdstip van overlijden. In de belastingwetgeving is een aantal specifieke bepalingen opgenomen betreffende overlijden. Eén daarvan is de eenmalige uitkering bij overlijden van BZ als werkgever (drie maanden salarisdoorbetaling). Deze overlijdensuitkering is belastingvrij (zie hoofdstuk 5.2). Fiscale partners kunnen in de aangifte inkomstenbelasting kiezen voor vrije toerekening van gemeenschappelijke inkomstenbestanddelen en aftrekposten, mits ze gedurende het gehele kalenderjaar elkaars fiscale partner zijn. In het overlijdensjaar kunnen fiscale partners echter ook opteren voor deze vrije toerekeningsmogelijkheid; het F-biljet kent hiertoe een optiemogelijkheid wat een tariefvoordeel zou kunnen opleveren. Als hiervoor wordt gekozen dienen de vermogensbestanddelen in box 3 (voordeel uit sparen en beleggen) te worden meegenomen naar de waarde op 31 december. Dit betekent vrijwel altijd dat uitstel voor het indienen van de aangifte dient te worden gevraagd. Ter voorkoming van misverstanden wordt opgemerkt dat de vrije toerekeningsmogelijkheid uitsluitend relevant is voor de berekening van de verschuldigde inkomstenbelasting en op geen enkele wijze de erfrechtelijke positie op de werkelijke overlijdensdatum verandert. Overige deelgerechtigden dienen dan ook onverkort zelf hun aandeel in de nalatenschap te vermelden in box 3 van hun eigen aangifte inkomstenbelasting en premieheffing. Samenvoeging van inkomstenbestanddelen en aftrekposten kan onder andere fiscaal interessant zijn voor het (negatieve) eigenwoningsaldo en voor buitengewone uitgaven, zoals de uitgaven wegens chronische ziekte en wegens overlijden. Redelijke kosten die verband houden met het overlijden zijn aftrekbaar. De rekeningen -voor zaken als begrafenis of crematie, kaarten, bloemen, koffie17
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
moet u dus goed bewaren. Het is raadzaam te allen tijde een berekening te (laten) maken of vrije toerekening voordelig uitpakt. 8.2
Aangifte successierecht
In Nederland is successierecht verschuldigd door de erfgenaam over hetgeen krachtens erfrecht is verkregen van iemand die ten tijde van overlijden in Nederland woonde. Een uitgezonden ambtenaar en de niet duurzaam gescheiden van hem levende echtgenoot en de eigen kinderen en stiefkinderen die jonger dan 27 jaar zijn en in belangrijke mate door hem worden onderhouden, worden bij wijze van fictie geacht in Nederland te wonen voor de toepassing van de Nederlandse successiewetgeving (en de Nederlandse inkomstenbelasting). Met de wegwijzer 'Erven' van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl) kunt u zien tot welk bedrag u belastingvrij kunt erven. Voorzover de nalatenschap het vrijgestelde bedrag overtreft, betaalt u successierecht. In de wegwijzer 'Erven' vindt u ook welke tariefgroep op u van toepassing is en welke percentages over uw erfenis worden geheven. Gewoonlijk zo’n vier maanden na het overlijden stuurt de Belastingdienst een 'Aangifte recht van successie' naar de erfgenamen, als er vermoedelijk recht van successie moet worden betaald. De termijn voor het doen van de aangifte eindigt niet eerder dan acht maanden na het overlijden. Desgewenst kan uitstel van de indieningstermijn worden verzocht. Een verleend uitstel verlengt tevens de termijnen voor het opleggen van de aanslag en eventuele navorderingsaanslagen. Hebt u vragen over belastingaangelegenheden, dan is het aan te raden contact op te nemen met de Belastingdienst. Wanneer het om een grotere nalatenschap gaat kan het verstandig zijn een deskundige in te schakelen voor de indiening van de aangifte. Soms kan een notaris de aangifte invullen. Desgewenst kan een belastingconsulent hiervoor zorgdragen.
18
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
9
Verzekeringen Hieronder komen die verzekeringen ter sprake die van belang zijn rond een overlijden. Enkele adressen van verzekeringsmaatschappijen vindt u achter in de brochure. Raadpleeg het internet voor een breder aanbod. - Het is van belang bij het afsluiten van de verzekering vooraf te informeren naar dekking en voorwaarden. - Het is verstandig alle verzekeringen die zijn afgesloten op een lijst te hebben. - Veel verzekeringen vragen een lagere premie wanneer de partner is overleden. Daarom moet u de verzekeringsmaatschappijen altijd van het overlijden van uw partner op de hoogte brengen. Dit geldt zeker als u wellicht recht heeft op een uitkering. Bijvoorbeeld als er een begrafenisverzekering was afgesloten, of als er een levensverzekering liep. Voor het krijgen van een uitkering moet meestal de polis, een kopie van de overlijdensakte en het bewijs van de laatste premiebetaling worden ingeleverd.
9.1
Uitvaartverzekering
Het afsluiten van een uitvaart- of begrafenisverzekering is uw eigen verantwoordelijkheid. Er bestaan twee soorten. Sommige verzekeringen keren de nabestaanden een bedrag uit waarvan zij de begrafeniskosten kunnen betalen. U moet dan wel alles zelf nog regelen. Een andere optie is een verzekering die de hele uitvaart voor u regelt. Verzekerden kunnen hun wensen daarover vooraf vast laten leggen. 9.2
Levensverzekering, overlijdensrisicoverzekering
Ook voor het afsluiten van een levensverzekering bent u zelf verantwoordelijk. Soms is een levensverzekering noodzakelijk voor de hypotheekakte. De uitkering is dan bedoeld om de hypotheekschuld ineens te kunnen aflossen, als de kostwinner komt te overlijden. Er is een keuze uit verschillende vormen: - Gelijkblijvende verzekering - Lineair dalende verzekering - Verzekering tegen leeftijdsafhankelijke premie - Annuitair dalende verzekering
19
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
10
Huisvesting 10.1 Op de post RDBZ, artikel 111. Gedurende de kalendermaand van het overlijden en de volgende drie kalendermaanden behouden de achterblijvende gezinsleden het gebruik van de dienstwoning. Daarvan kan worden afgeweken als daarvoor dwingende redenen zijn. In dat geval wordt naar billijkheid een schadevergoeding vastgesteld. U kunt te allen tijde een beroep doen op de contactpersoon en HBV op de post voor ondersteuning om u op de verhuizing voor te bereiden. 10.2 In Nederland Als u bij terugkeer in Nederland niet over een eigen woning kunt beschikken, kunt u informatie en advies vragen bij het bureau Partners en Kinderen voor ondersteuning bij het zoeken naar geschikte woonruimte. Het ministerie heeft echter geen speciale relaties of voorrangsregelingen. In bijzondere gevallen is het mogelijk via de gemeente in aanmerking te komen voor een urgentieverklaring. Er zijn veel instanties waar u zich toe kunt richten voor woonruimte bemiddeling (appartementen en kamerverhuur). In de bijlage worden er een paar genoemd. Eigen woning Bij een hypotheekakte is soms ook een levensverzekering afgesloten. De uitkering bij overlijden zal in de regel de achterblijvende partner in staat stellen in het huis te (blijven) wonen. 10.3 Verhuizing De nabestaande kan de boedel in zijn geheel voor rijksrekening naar Nederland (of elders) laten overbrengen, met in achtneming van het maximum volume behorende bij de functie van de overleden ambtenaar eventueel verhoogd met een gezinsdeel. In geval de boedel niet naar Nederland maar naar elders wordt verhuisd geldt als maximumvergoeding de kosten verbonden aan transport naar Nederland.
20
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
11
Onderwijs In dit hoofdstuk wordt behandeld voor welke zaken u zich op dit gebied kunt wenden tot het ministerie. Voor algemene informatie over onderwijs en beroepskeuze, adressen van Nederlandse onderwijsinstellingen wordt verwezen naar het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. www.minocw.nl. 11.1 Partner Tot vier jaar na het overlijden van de ambtenaar kunt u een beroep doen op het studiefonds voor partners. Dit fonds is vooral bedoeld om uw kansen op de arbeidsmarkt in Nederland te bevorderen. Als u prijs stelt op een oriënterend gesprek over onderwijs en beroepskeuze, zal een van de medewerkers van het bureau Partners en Kinderen u graag te woord staan. 11.2 Kinderen Inschrijving op een school in Nederland De onderwijsdeskundige van het bureau Partners en Kinderen zal u, als u daar prijs op stelt, adviseren en bijstaan in contacten met de scholen van uw keuze. Zo kan zij bijvoorbeeld bemiddelen voor een inschrijving gedurende het schooljaar of bij wachtlijsten. Ook kan zij u informeren over andere schoolsystemen en mogelijke aansluitingsproblemen.
21
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
12
Nabestaande is foreign-born partner Een aparte positie nemen de partners van buitenlandse afkomst in. Temeer als zij nooit eerder in Nederland woonden. De post zal hun de bijstand verlenen die zij nodig hebben bij het verrichten van de noodzakelijke administratieve handelingen in Nederland. Hierbij kan te allen tijde een beroep worden gedaan op het bureau Partners en Kinderen, dat mogelijk een oplossing kan bieden bij problemen. 12.1 Erfrecht en de buitenlandse partner Afhankelijk van eventuele huwelijkse voorwaarden, het erf- en belastingrecht van het land van herkomst, en het al dan niet bezitten van goederen buiten Nederland, wordt aangeraden contact op te nemen met het consulaat van het land van herkomst en de belastingdienst van beide landen en desgewenst met een belastingdeskundige. 12.2 Verblijfsvergunning Nederland Als u zich blijvend in Nederland wilt vestigen, wordt gekeken of u eerder recht had op een verblijfsvergunning en of u nog aan de geldende voorwaarden daarvoor voldoet. Voor het verlengen van een verblijfsvergunning bent u zelf verantwoordelijk, maar u kunt steeds een beroep doen op het bureau Partners en Kinderen voor advisering en ondersteuning. De postwegwijzer Den Haag gaat verder op deze materie in en de IND-website www.inburgering.nl geeft de meest actuele en volledige informatie. De ambassade zal in overleg met het bureau Partners en Kinderen de nodige ondersteuning bieden. Bent u tot Nederlander genaturaliseerd, dan staat het u volledig vrij zich hier te vestigen. Als u een buitenlandse huwelijksakte bezit moet deze worden ingeschreven bij de gemeente waar u zich wilt vestigen. Dit kan een lange procedure zijn. Voor huwelijksaktes uit een EU-lidstaat bestaat deze voorwaarde niet. 12.3 Pensioen Het pensioenreglement maakt geen onderscheid naar de nationaliteit van de partner voor wie pensioenrechten zijn opgebouwd door de ambtenaar. De nietNederlandse partner is, tijdens plaatsing in het buitenland, net als de Nederlandse partner, meeverzekerd. Het pensioenoverzicht van het ABP vermeldt de partner als meeverzekerde. 12.4 Pensioenrechten en buitenland Het (nabestaanden)pensioen waarop uw partner voor u rechten heeft opgebouwd bij het ABP, komt u toe, onafhankelijk waar u zich vestigt. 22
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
12.5 Uitkeringen en het buitenland Voor het 'exporteren' van algemene wettelijke uitkeringen (zoals AOW en Anw) bestaan regelingen die u bij de uitkeringsinstanties kunt opvragen. De mogelijkheid voor het 'exporteren' van uitkeringen hangt af van verdragen tussen Nederland en het land van vestiging.
23
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
13
Telefoonnummers en adressen 13.1 BZ-afdelingen Het bureau Partners en Kinderen HDPO/PM/PO/PK E-mail: [email protected] Tel.: 070-348 7231 / 5616 Achmea Arbo (voorheen AMG / bedrijfsarts) E-mail: [email protected] Tel.: 070-318 1816 of 070-348 4558 Personeelsbalie van de Hoofd Directie Personeel en Organisatie 10e etage Tel.: 070-348 5666 Het Bureau Financiële Regelingen Vergoedingen Buitenland HDPO/FR/VB E-mail: [email protected] Tel.: 070-348 7201 Het Bureau Personeels- en salarisadministratie HDPO/RR/SA E-mail: [email protected] Tel.: 070-348 7360 13.2 Overige BZ gerelateerd Stichting Partners en Gezinsleden E-mail: [email protected] Internet: www.buzapartners.nl Tel.: 070-3485469, b.g.g.: 070-326 8676 of 070-324 2131 13.3 Extern Algemeen alarmnummer Nederland (politie, brandweer, ambulance), 112 Gemeente Den Haag Spui 70 2511BT ’s-Gravenhage 070-353 2000 www.denhaag.nl
24
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
Uitkeringen, sociale verzekeringen en wetgeving: ZZW Informatiecentrum (voorheen Voorlichtingscentrum sociale verzekering): postbus 19260 3501 Utrecht www.zzw.nl Sociale Verzekeringsbank (regelingen met een sociaal karakter o.a. kinderbijslag) Hoofdkantoor Postbus 1100 1180 BH Amstelveen E-mail: [email protected], website: www.svb.nl UWV (uitkering bij terugkeer of werken in Nederland): postbus 74765 1070 BT Amsterdam www.uwv.nl Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Tel.: 070-333 4444 www.minszw.nl Ministerie van VWS Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Tel.: 070-340 7911 www.minvws.nl Belastingdienst Informatie via belastingkantoor of het postkantoor www.belastingdienst.nl ABP Pensioenen Postbus 12910, 6401 JS Heerlen klantenservice Tel.: 045-579 6265 Internet: www.abp.nl Kinderen
25
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen heeft een website voor terugkerende expatkinderen met info o.a. over voortgezet onderwijs. www.minocw.nl Tel.: 079-323 2323
De Stichting Internationaal Onderwijs informeert over scholen en instituten met internationaal onderwijs. Internet: www.sio.nl Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland E-mail: [email protected], internet: www.stichtingnob.nl Tel.: 070-300 1050 Stichting de Vliegende Hollander ondersteunt en begeleidt jongeren bij terugkomst in Nederland E-mail: [email protected] Tel.: 070-386 6811 Nazorg en maatschappelijke begeleiding en bijzondere informatie Landelijke Stichting Rouwbegeleiding LSR Postbus 13189 3507 LD Utrecht Informatie- en advieslijn: 030-276 15 00 (09.00-12.00) www.verliesverwerken.nl VTZ, Vrijwilligers Palliatieve zorg Nederland www.vtz-nederland.nl Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde Postbus 75331 1070 AH Amsterdam Tel.: 0900-6060 606 www.nvve.nl Landelijk Platform voor Nabestaanden na Zelfdoding Zuiderzeestraatweg 199 3849 AE Hierden Tel.: 0341-451 841 www.essenburg.nl Humanitas postbus 71 1000 AB Amsterdam 26
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
Tel.: 020-523 1100 www.humanitas.nl Stichting bezinning Orgaandonatie informatie via e-mail: [email protected] Vervoer - Auto verhuur: www.alamo.nl, www.avis.nl, www.budget.nl, www.hertz.nl, www.europa.nl - Openbaar vervoer: www.openbaarvervoer.nl, dit is een website waarop al het Nederlandse openbaar vervoer wordt beschreven - Voor treinvervoer www.ns.nl - Voor informatie over Schiphol: www.schiphol.nl Woonruimte N.V.M. Nederlandse Vereniging van Makelaars Postbus 222 3430 DC Nieuwegein Tel.: 030-608 5185, fax: 030-603 4003 www.nvm.nl (algemene informatie) of: www.funda.nl (zoeken) Tijdelijke huisvesting regio Den Haag Expat-rent, Mw. E. de Muinck-Keizer (070) 324 7821, e-mail: [email protected] Algemene wooninfo binnen de regio Haaglanden Tel.: 070-365 8544 E-mail: [email protected] Overige particuliere woonsites: www.huizen.org en www.houseonline.org Engelstalige informatie: www.vidomes.nl www.verhuur-woningen.nl
27
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
14
Informatie en literatuur Overlijden in het buitenland Brochure uitgegeven door DPC/CM, Via internet: www.minbuza.nl/reizenenlanden/ Postwegwijzer Den Haag Brochure uitgegeven door het Bureau Partners en Kinderen Verkrijgbaar via dit bureau en BZ-net of internet: www.minbuza.nl/ Overplaatsingsbrochure Brochure uitgegeven door het Bureau Partners en Kinderen Verkrijgbaar via dit bureau en BZ-net of internet: www.minbuza.nl/ Brochure Nabestaanden pensioen (ABP) ABP Pensioenen, Postbus 4806, 6401 JL Heerlen klantenservice tel. 045-5796265, internet: www.abp.nl Informatie over de ANW-uitkering (SVB) Afd. Wetscommunicatie, Postbus 1100, 1180 BH Amstelveen internet: www.svb.org Informatie over successierechten (Belastingdienst) Folder bij het postkantoor of www.belastingdienst.nl Gids na overlijden (LSR) Te bestellen door € 15,- over te maken op gironummer 4616384 t.n.v. LSR Utrecht, onder vermelding van naam en adres. Gids bij een overlijden Koenraad Pauwels (België), Lannoo 1996, ISBN 90 209 2975 5
28
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
15
Bijlage DBZ-V Bron: BZ-Intranet, versie januari 2005 Pad: HBBZ Nederlands / Personeel / DBZV / Bijlagen DBZ Voorzieningenstelsel (DBZV). Op het BZ-net de laatste versie van dit document. Artikel 31 Overlijden Ingeval betrokkene of een tot zijn huishouding behorend gezinslid komt te overlijden komen de volgende kosten, zo mogelijk rechtstreeks, voor rekening van het rijk: a. indien de nabestaanden hulp behoeven bij het afwikkelen van met het overlijden verband houdende formaliteiten: de reiskosten van overkomst van een bijstandverlenende derde; en b. de kosten van: 1o het vervoer van het stoffelijk overschot naar elders, tot ten hoogste de kosten van vervoer naar Nederland, inclusief de kosten van afleggen, bekisten, bewaring en vrijgifte, alsmede de reiskosten naar deze bestemming v.v. tot ten hoogste de reiskosten naar Nederland v.v., van op de standplaats of elders verblijf houdende gezinsleden, voor zover ten behoeve van deze gezinsleden op grond van deze regeling een vergoeding is toegekend; of 2o in geval van begrafenis of crematie ter plaatse, de reiskosten van overkomst van niet op de standplaats verblijvende gezinsleden en bloed- en aanverwanten in de eerste en tweede graad tot ten hoogste de kosten, bedoeld ten 1o. c. ter zake van de reiskosten zijn de bepalingen welke gelden voor dienstreizen naar het buitenland van overeenkomstige toepassing.
29
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
16
Annex bij Besluit uitkeringen ongevallen bron: BZ-Intranet, versie maart 2005 pad: organisatie/personeel/persoonlijke regelingen/salaris Op het BZ-net de laatste versie van dit document. Uitkeringen bij overlijden of blijvende invaliditeit verbandhoudende met een dienstreis of plaatsing op een post (Besluit uitkeringen ongevallen) (vastgesteld bij besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken d.d. 17 februari 1999, nr. HDBZ/AB-111/99 en gewijzigd bij besluit d.d. 24 januari 2001, nr. HDPO/BO/AR-53/01; inwerkingtreding 1.1.1998, en bij het verzamelwijzigingsbesluit d.d. 19 juni 2002 nr. HDPO/RR/AR-503/02) Algemeen a In dit besluit wordt aangegeven in welke gevallen aan ambtenaren of hun nabestaanden een uitkering kan worden toegekend in verband met overlijden of blijvende invaliditeit als gevolg van een dienstreis of plaatsing op een post in het buitenland. b De uitkeringen worden uitsluitend toegekend in geval van overlijden of blijvende invaliditeit, veroorzaakt door een van buiten komend onheil (ongeval, tropische infectieziekte e.d.), voorzover samenhang bestaat met de uitoefening van de dienst. c De uitkeringen zijn: 1o inclusief eventuele uitkeringen op grond van door of op kosten van de dienst vergoede verzekeringen, zoals die gelden voor de door het Ministerie van Buitenlandse Zaken gecontracteerde reisorganisatie geboekte dienstreizen, en 2o exclusief eventuele uitkeringen op grond van door de ambtenaar zelf gesloten verzekeringen, anders dan bedoeld onder 1o. d Toegekende uitkeringen worden uitbetaald aan de ambtenaar, of, bij diens overlijden, aan degenen bedoeld in artikel 108, tweede lid, van het RDBZ. e De uitkeringen worden voor de toepassing van de loonheffing gebruteerd. f Voor de toepassing van dit besluit is bevoegd gezag de Hoofddirecteur Personeel en organisatie. In verband met een dienstreis Bij blijvende invaliditeit of overlijden als gevolg van een dienstreis, ondernomen vanuit het departement of vanuit een post, worden de volgende bedragen toegekend: a. - bij blijvende invaliditeit: maximaal € 113.750; - bij overlijden: € 56.875; b. In geval van molest worden de onder a genoemde bedragen verhoogd met € 56.875. 30
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
In verband met plaatsing op een post a Bij invaliditeit of overlijden worden, voorzover deze een gevolg zijn van risico's en omstandigheden die samenhangen met de plaatsing op een bepaalde post, welke omstandigheden zich in geval van plaatsing in Nederland niet of in beduidend mindere mate voordoen, de volgende bedragen toegekend: 1o - bij overlijden van . de ambtenaar: € 56.875; . de partner van de ambtenaar, bedoeld in artikel 1, eerste lid onder e, van het DBZ Voorzieningenstelsel, indien verblijvend bij de ambtenaar op de post: € 56.875; . een afhankelijk kind, bedoeld in artikel 1, eerste lid onder l, indien verblijvend bij de ambtenaar op de post: € 14.375; 2o - bij blijvende invaliditeit, tot ten hoogste de volgende bedragen: . de ambtenaar: € 113.750 . de partner, bedoeld onder 1 o: € 113.750 . een kind, bedoeld onder 1o: € 56.875. o 3 - in geval van molest worden de onder a met betrekking tot de ambtenaar genoemde bedragen verhoogd met € 56.875. b Voor de toepassing van het onder a gestelde wordt: 1o Onder 'verblijf op de post' mede gerekend een gezinsherenigings- of overplaatsingsreis, bedoeld in de artikelen 48, 56 en 61 van het DBZ Voorzieningenstelsel; 2o Onder risico's en omstandigheden in het bijzonder gedoeld op de veiligheidssituatie, de gezondheidssituatie (luchtverontreiniging, tropische infectieziekten, medische voorzieningen), natuurrampen en molest. Bijzonderheden a De hoogte van een bij blijvende invaliditeit toe te kennen bedrag is afhankelijk van de mate van invaliditeit, en wordt, met inachtneming van het genoemde maximale bedrag, bepaald overeenkomstig de criteria welke ingevolge de polisvoorwaarden gelden voor de door het Ministerie van Buitenlandse Zaken gecontracteerde reisorganisatie geboekte reizen. b Er is sprake van molest, indien de gebeurtenis, op grond waarvan aanspraak bestaat op een uitkering ingevolge dit besluit, normaliter onverzekerbaar is. c Het uit te keren bedrag bij overlijden als gevolg van molest kan ondermeer worden aangewend voor situaties waarin een levensverzekering (bijv. bij spaarhypotheek of overlijdensrisicoverzekering bij andere hypotheken) niet tot uitbetaling komt in verband met de molestclausule. d Indien het verzekerde bedrag betreffende de in onderdeel c bedoelde levensverzekering hoger is dan het totaal aan uitkeringen waaraan op grond van dit besluit aanspraak bestaat, kan voor het meerdere naar redelijkheid en billijkheid een aanvullende uitkering worden toegekend, rekening houdend met uitkeringen die uit andere hoofde zijn of kunnen worden verkregen. 31
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
17
Bijlage RDBZ Hoofdstuk XIV, art. 108-113 Bron: BZ- intranet, versie januari 2005 pad: HBBZ Nederlands / Personeel / RDBZ / Bijlagen RDBZ Op het BZ-net de laatste versie van dit document. Artikel 2. Begripsbepaling 1. Waar in dit reglement sprake is van gezinsleden, worden daaronder verstaan: a. de huwelijkspartner van betrokkene, b. de minderjarige kinderen, adoptief- of stiefkinderen van de betrokkene welke ten laste van betrokkene komen, c. door Onze Minister als gezinslid beschouwde andere minderjarige kinderen, adoptief- of stiefkinderen of pleegkinderen van betrokkene of van diens huwelijkspartner, alsmede d. door Onze Minister als gezinslid beschouwde meerderjarige studerende of invalide kinderen, adoptief-, stief- of pleegkinderen van betrokkene of van diens huwelijkspartner. 2. In dit reglement wordt onder huwelijkspartner mede verstaan de geregistreerde partner alsmede de levenspartner met wie de niet-gehuwde ambtenaar samenwoont en - met het oogmerk duurzaam samen te leven - een gemeenschappelijke huishouding voert op basis van een notarieel verleden samenlevingscontract bevattende de wederzijdse rechten en verplichtingen ter zake van die samenwoning en gemeenschappelijke huishouding. Onder weduwe en weduwnaar wordt mede begrepen de achtergebleven geregistreerde partner alsmede de achtergebleven levenspartner. Tegelijkertijd kan slechts één persoon als levenspartner dan wel weduwe of weduwnaar worden aangemerkt. Onze Minister kan verlangen dat een schriftelijke verklaring van een notaris wordt overgelegd waaruit blijkt dat een samenlevingscontract als bedoeld in de eerste volzin is gesloten. 3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld op grond waarvan een tijdelijke voorziening kan worden getroffen voor de toepassing van dit reglement, indien de vertegenwoordiging van het Koninkrijk in het buitenland waar de betrokken ambtenaar is geplaatst geen notariële bevoegdheid heeft en niet de mogelijkheid bestaat een samenlevingscontract notarieel in het desbetreffende land te doen opmaken.
32
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
Artikel 108. Uitkering na overlijden ambtenaar 1. De bezoldiging van de ambtenaar wordt niet langer uitbetaald dan tot en met de dag van overlijden. Artikel 41b, eerste lid, wordt voorts overeenkomstig toegepast. 2. Met inachtneming van het vijfde lid wordt zo spoedig mogelijk na het overlijden aan de weduwe of weduwnaar, van wie de overleden ambtenaar niet duurzaam gescheiden leefde, een bedrag uitgekeerd gelijk aan de bezoldiging over een tijdvak van drie maanden. Als maatstaf bij de berekening van het in de eerste volzin bedoelde bedrag geldt, behoudens het hierna bepaalde, de bezoldiging, welke de ambtenaar op de dag van het overlijden genoot of, indien hij op die dag aanspraak maakt op een uitkering op grond van de Ziektewet, de Werkloosheidswet of de Wet op de arbeidsongeschiktheids-verzekering dan wel een bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in hoofdstuk X, zou hebben genoten indien hij op die dag arbeidsgeschikt zou zijn geweest. De uitkering wordt vermeerderd met een bedrag gelijk aan drie maal dat van de vakantie-uitkering over een maand berekend op de voet van het BBRA 1984, naar de bezoldiging die de ambtenaar in de maand van het overlijden zou hebben genoten. Indien de ambtenaar in het genot was van een toelage als bedoeld in artikel 17 dan wel artikel 18a van het BBRA 1984, wordt het gedeelte van de in de eerste volzin bedoelde uitkering dat betrekking heeft op bovenbedoelde toelagen gesteld op het bedrag dat de overleden ambtenaar in de drie kalendermaanden voorafgaand aan de dag van het overlijden aan zodanige toelagen is toegekend. Bij ontstentenis van een weduwe of weduwnaar, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige kinderen. Onder kinderen in de zin van dit artikel worden mede verstaan natuurlijke kinderen en kinderen waarover de overledene de pleegouderlijke zorg droeg. Onder pleegouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook zodanige kinderen dan geschiedt de uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van de bezoldiging van de ambtenaar. 3. Indien de overledene geen betrekkingen als bedoeld in het tweede lid nalaat, kan het daarbedoelde bedrag geheel of ten dele worden uitgekeerd voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en van de lijkbezorging, indien de nalatenschap van de overledene voor de betaling van die kosten ontoereikend is. 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt, indien de ambtenaar op de dag van het overlijden wegens ziekte of ongeval verhinderd was zijn dienst te verrichten, onder bezoldiging verstaan hetgeen daaronder voor de toepassing van hoofdstuk X wordt verstaan. 5. Indien de ambtenaar voor zijn overlijden te veel vakantie heeft genoten, vindt artikel 41b, tweede lid, overeenkomstige toepassing. Het aldus verschuldigde bedrag en de reeds voor zijn overlijden aan de ambtenaar uitbetaalde bezoldiging 33
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
over een na zijn overlijden gelegen tijdvak worden in mindering gebracht op het eventueel aan de nagelaten betrekkingen of rechtverkrijgenden van de ambtenaar verschuldigde bedrag wegens nog niet vergolden aanspraken van de ambtenaar, en bij gebreke hiervan of indien en voor zover dit bedrag daarvoor niet toereikend is, op de uitkering bedoeld in het tweede lid. 6. Op het bedrag, bedoeld in het tweede lid, wordt in mindering gebracht een uitkering op grond van artikel 35 van de Ziektewet of artikel 53 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en naar aard en strekking daarmee overeenkomende uitkeringen, indien deze uitkeringen worden uitgekeerd. Alleen uitkeringen die voortvloeien uit de dienstbetrekking bij Onze Minister worden in mindering gebracht.
Artikel 109. Uitkering na overlijden gewezen ambtenaar Na het overlijden van de gewezen ambtenaar, die op de dag van zijn overlijden op grond van de artikelen 54a en 55 in het genot was van doorbetaling van zijn laatstelijk genoten bezoldiging, wordt aan de in artikel 108 bedoelde personen en met overeenkomstige toepassing van dat artikel een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de bezoldiging welke de gewezen ambtenaar op de dag van zijn overlijden genoot, berekend over een tijdvak van drie maanden. Op deze uitkering wordt in mindering gebracht het bedrag van de uitkering op grond van artikel 35 van de Ziektewet, artikel 53 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de artikelen 6 en 11 van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk en naar aard en strekking daarmee overeenkomende uitkeringen, indien deze uitkeringen worden uitgekeerd. Alleen uitkeringen die voortvloeien uit de dienstbetrekking bij Onze Minister worden in mindering gebracht. Artikel 110.
Hoger nabestaandenpensioen indien overlijden veroorzaakt is
door de dienst 1. Indien het overlijden van de ambtenaar is veroorzaakt door een dienstongeval of een door het verrichten van zijn arbeid opgelopen beroepsziekte, wordt aan degene die in verband met dit overlijden krachtens het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP een nabestaandenpensioen geniet, een uitkering toegekend ten bedrage van 18 % van het resultaat van de vermenigvuldiging van: a. indien het gaat om de partner, bedoeld in artikel 7.1 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, vijf zevende deel van 1,75 % van de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 6.2 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP en de pensioengeldige diensttijd, bedoeld in hoofdstuk 5 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP;
34
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
b. indien het gaat om de wees, bedoeld in artikel 7.7, eerste lid, aanhef, onderdeel a, van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, een zevende deel van 1,75 % van de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 6.2 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, en de pensioengeldige diensttijd, bedoeld in hoofdstuk 5 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP; c. indien het gaat om de wees, bedoeld in artikel 7.7, eerste lid, aanhef, onderdeel b, van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, twee zevende deel van 1,75 % van de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 6.2 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, en de pensioengeldige diensttijd, bedoeld in hoofdstuk 5 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP. Indien de weduwe of weduwnaar een samenlevingscontract sluit dan wel een geregistreerd partnerschap aangaat, eindigt de uitkering met ingang van de maand volgende op de datum van het sluiten van het samenlevingscontract dan wel het aangaan van het geregistreerd partnerschap. 2. De uitkering eindigt met ingang van de dag waarop de overledene de leeftijd van 65 jaar zou hebben bereikt, dan wel, indien de partner, bedoeld in artikel 7.1 van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP, aan wie een pensioen werd toegekend, hertrouwt, met ingang van de maand volgende op de datum van het hertrouwen. 3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de gewezen ambtenaar ten aanzien van wie artikel 54a, derde lid, toepassing heeft gevonden, indien zijn overlijden het rechtstreeks gevolg is van de arbeidsongeschiktheid, bedoeld in dat artikel.
Artikel 111.
Gebruik dienstwoning door achterblijvende gezinsleden
1. Gedurende de kalendermaand van het overlijden en de volgende drie kalendermaanden behouden de achterblijvende gezinsleden het gebruik van de dienstwoning, waarin zij met de ambtenaar woonden. Daarvan kan worden afgeweken als Onze Minister dat in het belang van de dienst noodzakelijk acht. Alsdan wordt naar billijkheid een schadevergoeding gegeven. 2. Bij vrijwillig verlaten van de dienstwoning binnen de termijn gedurende welke de woning nog mag worden gebruikt, kan een vergoeding worden gegeven. De eerste volzin is niet van toepassing op een buiten Nederland gelegen woning. 3. Indien door de ambtenaar voor het gebruik van de dienstwoning een vergoeding verschuldigd was, voldoen de achtergebleven gezinsleden deze over de tijd, gedurende welke zij het gebruik van die woning behouden.
35
Als de ambtenaar komt te overlijden Informatie voor de partner |
Artikel 112. Overige financiële voorzieningen bij overlijden 1. Indien de ambtenaar ten tijde van diens overlijden een tegemoetkoming genoot in de zin van artikel 36, eerste lid, wordt deze gedurende ten hoogste drie maanden, of zoveel langer als aantoonbaar onvermijdelijk blijkt, doorbetaald ten behoeve van de nagelaten gezinsleden, voor zover deze tegemoetkoming verband houdt met hun verblijf buiten Nederland. 2. Indien de ambtenaar overlijdt gedurende het tijdvak waarover aan hem de in het vierde lid van artikel 36 genoemde tegemoetkoming is toegekend, worden de in dat lid bedoelde regels toegepast ten behoeve van de nagelaten gezinsleden, voor zolang de bijzondere kosten te hunnen aanzien doorlopen. De hoogte van de vergoeding wordt dan berekend als ware de ambtenaar niet overleden. 3. Indien de ambtenaar overlijdt gedurende een plaatsing buiten Nederland en de nagelaten gezinsleden verkiezen naar Nederland terug te keren, gelden de in het vierde lid van artikel 36 bedoelde regels eveneens voor zolang de bijzondere kosten te hunnen aanzien doorlopen. Voor de berekening van de hoogte en de duur van de in die regels voorziene tegemoetkoming in de bijzondere kosten wordt de toepassing van de regels dan geacht te zijn ingegaan op de dag, volgende op de dag waarop de ambtenaar is overleden. Is na diens overlijden met toepassing van artikel 108, zesde lid, de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 36, eerste lid, doorbetaald, dan wordt over dat tijdvak de eerstgenoemde tegemoetkoming geacht voor de laatstgenoemde in de plaats te zijn getreden.
Artikel 113. Vermissing van de ambtenaar 1. Bij vermissing van de ambtenaar vinden, behoudens het bepaalde in het tweede lid, de bepalingen van de artikelen 108 tot en met 112 overeenkomstige toepassing. De ambtenaar wordt daarbij geacht te zijn overleden op een door Onze Minister te bepalen dag. 2. Het tweede lid van artikel 108 vindt geen toepassing indien gegronde vermoedens bestaan, dat de vermissing het gevolg is van ongeoorloofde afwezigheid. 3. Indien blijkt dat de als vermist beschouwde ambtenaar in leven is, kan ter beoordeling van Onze Minister, de bezoldiging alsnog worden uitbetaald, tenzij gegronde vermoedens bestaan, dat de vermissing het gevolg was van ongeoorloofde afwezigheid. 4. Indien uit hoofde van de vermissing van de ambtenaar pensioen of enige andere uitkering, voortvloeiende uit zijn ambtelijke rechtspositieregeling, is toegekend over het tijdvak waarover naar het oordeel van Onze Minister aanspraak bestaat op bezoldiging, wordt die bezoldiging verminderd met de over dat tijdvak aldus uitbetaalde bedragen. 5. De bezoldiging, waarop de ambtenaar ingevolge het derde en het vierde lid aanspraak heeft, kan aan anderen dan de ambtenaar worden uitbetaald. 36