oktober < november < december 2008
�
België-Belgique P.B. 8500 Kortrijk 3/5355
AL FISCA
T ATTES
r ng voo i n o l e ft! als b iële gi c n a n uw fi
Verschijnt driemaandelijks - Jaargang 14, nummer 4 - oktober/november/december 2008 Afgiftekantoor 8500 Kortrijk Mail / P408061 Afzender: Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw, Doorniksewijk 168, 8500 Kortrijk Tel. 056 30 72 72 - fax 056 25 70 84 - e-mail:
[email protected] - website: www.pzwvl.be
Inhoud
pag.
Voorwoord: spiritualiteit
3
Omnia vincit amor
4-5
Palliatieve eenheid Ten Oever viert tien jaar werking De essentie van palliatieve zorg
6 7-11
Spiritualiteit
12-14
Een studente getuigt
15-16
Gezocht: vrijwilligers palliatieve zorg
17
Boekbespreking De buitenkant van Meneer Jules Website palliatieve zorg Zuid-West-Vlaanderen Van harte dank
18-19 20 21-22
De erkenning om fiscale attesten uit te reiken is een feit!!!
23
Colofon
24
2
< VOORWOORD > Joost Vermeersch
Voorzitter Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw
SPIRITUALITEIT Ben pas terug van het symposium naar aanleiding van het tienjarige bestaan van de palliatieve eenheid Ten Oever. Het belangrijkste thema van de avond: spiritualiteit. Meteen hetzelfde als nu in ons tijdschrift. Spiritualiteit, dat zo moeilijk te vatten begrip ... Het “vermogen om een innerlijke ruimte te creëren waar men met zichzelf in contact kan komen”, vertelt het woordenboek me ... maar wat weten we nu meer na deze definitie? De verschillende sprekers brachten het onderwerp treffend. Is het niet typisch voor allen die begaan zijn met palliatieve zorg dat we voortdurend op zoek zijn naar nieuwe definities van spiritualiteit? Waarschijnlijk omdat we er telkens opnieuw mee in contact komen bij onze zorg voor terminale patiënten en hun naasten? En waarom toch moeten we een ‘spontaan aanvoelen’ altijd weer willen ‘verwoorden’? Of is dit op zich ook al een spirituele vraag? Proficiat aan Ten Oever met dit mooie jubileum. Zij zijn in deze tien jaar zeker gegroeid tot belangrijke steunpijler én uithangbord van de palliatieve zorg in de regio. Tijdens het symposium werd terecht de rol van dokter Peter Bohyn (ons al te vroeg ontvallen) en Patrick Laevens benadrukt. Ook de rol van alle medewerkers: verpleegkundigen, logistieke medewerkers, vrijwilligers ... is onbetaalbaar. Steven Coucke, die Patrick als hoofdverpleegkundige van de eenheid opvolgde, leidde die avond alles in goede banen. Dokter André Boel mocht het geheel afronden op zijn typische spirituele manier. Chairos Vriendenkring Palliatieve Zorg was zoals altijd bereid tot een bijdrage aan dit symposium, waarvoor dank. In deze politiek moeilijke communautaire en financiële tijden toch nog graag deze uitsmijter die ik las in Artsenkrant: “De zorg voor mensen aan het levenseinde is een barometer voor de beschaving en de budgetten voor palliatieve zorg schieten in ons land nog steeds te kort” (studiedienst Onafhankelijk Ziekenfonds in AK n° 1936 d.d. 2 september 2008).
3
< OMNIA VINCIT AMOR
SYMPOSIUM TER GELEGENHEID VAN TIEN JAAR TEN OEVER > Ann Derycke
Verpleegkundige palliatieve eenheid Ten Oever
De palliatieve eenheid Ten Oever vierde op 11 september 2008 haar tienjarige bestaan met een feestelijk symposium. Ann Derycke, verpleegkundige op de eenheid sinds de start, leidde de avond in: “Op 1 september 1998 kreeg de palliatieve eenheid Ten Oever zijn levensadem ingeblazen. Het fusieproject werd gedragen door het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw en door de twee toenmalige Kortrijkse ziekenhuizen: CAZK en het OLV-Hospitaal. De herinnering aan de geestdrift waarmee we die eerste september van start gingen, blijft iets onuitwisbaars. Maar een enthousiaste beginnersmind moet gevoed worden om zich verder te kunnen ontplooien. En dàt hebben heel wat mensen helpen realiseren: de directie, het Netwerk, Chairos, de vrijwilligersploeg, het supportteam, de teamcoaches en de mensen van de verschillende disciplines die doorheen dit decennium deel hebben uitgemaakt van het team. Ik wil vanavond ook graag eer betuigen aan enkele bijzondere mensen zonder wie Ten Oever nooit geworden zou zijn wat het nu is. Dat zijn onder andere de collega’s-verpleegkundigen die al vóór de oprichting van Ten Oever werkzaam waren in de palliatieve teams van de Kortrijkse ziekenhuizen. We konden rekenen op hun ervaring en kennis bij het implementeren van de palliatieve basisprincipes in de dagelijkse zorg. Dokter Bohyn was nog een nieuwe en jonge arts binnen het OLV-Hospitaal toen hij in 1998 medisch diensthoofd werd van de Eenheid. Met inzet en deskundigheid inzake symptoomcontrole hielp hij talloze patiënten. In het team was hij met zijn goedlachse vriendelijkheid een graag geziene figuur. Veel te vroeg sloeg het noodlot toe en werd hij in 2006 onttrokken aan zijn gezin en aan Ten Oever. Van 1998 tot eind 2007 was Patrick Laevens hoofdverpleegkundige en coördinator van de Eenheid. Dat was zijn officiële titel. Maar om te beschrijven wat hij voor Ten Oever betekend heeft, volstaan geen titels uit een organogram. Gedurende tien jaar was hij voor ons vooral een gids, een gids in het leren horen en zien van datgene waar een zieke nood aan heeft, een gids in het herkennen van vaak verborgen ‘totale’ pijn, een gids in het scheppen van ruimte voor spirituele arbeid. Samen met mijn collega’s kan ik voor u getuigen dat de titel voor dit symposium Omnia vincit amor in wezen ook het legaat van Patrick aan Ten Oever is geweest. In het verderzetten van dát werk ligt voor het huidige team onder leiding van dokter Boel en Steven Coucke wellicht de grootste uitdaging.
4
En dat brengt mij bij de eigenlijke inleiding op deze avond: liefde die alles overwint. Voelen dat we tot het laatste toe in staat zijn te beminnen en bemind te worden, ook wanneer alles zo zinloos lijkt. Ligt daarin niet de kern van de spirituele behoefte in iedere mens? Vaak tast een zieke of een stervende af of er openheid is voor zijn spirituele pijn. De vragen worden zelden direct uitgesproken, maar ze zijn er. Hoe zie jij mij? Wie ben ik nog? Waar is het mij nu nog om te doen? Hij zoekt niet zozeer een antwoord dan wel nabijheid en luisterbereidheid van mensen die hem de kans geven zich te openen voor het diepere in zichzelf, voor die spirituele arbeid waardoor hij misschien de rode draad in zijn leven kan vinden of terugvinden. Ik geloof niet dat we het spirituele lijden dat met het stervensproces gepaard gaat, kunnen voorkomen. Wat we wel kunnen doen, is ervoor zorgen dat dit lijden niet in eenzaamheid en verlatenheid wordt geleden, we kunnen het omringen met menselijkheid. Daarom ben ik ervan overtuigd dat ieder die in de zorg staat voor zieken, ouderen, stervenden én hun familie, ook een stukje spirituele zorg op zich kan en moet nemen. Het vraagt alleen vertrouwen, vertrouwen in ons vermogen om intens nabij te zijn, aandachtig, in nederigheid en met mededogen: omnia vincit amor.” Bronvermelding: de Hennezel, M. en Leloup J.Y. (1998). De kunst van het sterven. Wat religieuze tradities en humanistische spiritualiteit ons leren over doodgaan (Vertaald door A. Van Lamsweerde). Haarlem: Becht (L’art de mourir, 1997). ISBN 9789023009795
5
< PALLIATIEVE EENHEID TEN OEVER VIERT 10 JAAR WERKING > Kris Lemiegre
Verpleegkundige palliatieve eenheid Ten Oever
De palliatieve eenheid Ten Oever werd opgericht op 1 september 1998. Het was een initiatief van de toenmalige Kortrijkse ziekenhuizen en het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw. Een enthousiaste verpleegkundige equipe, onder leiding van Patrick Laevens, aangevuld met een psychologe, een kinesiste, een sociaal werker, logistieke medewerkers en vrijwilligers bouwden onder de deskundige leiding van dokter Peter Bohyn, arts-anesthesist van het OLV-Hospitaal, een palliatieve werking uit op een verpleegeenheid met tien bedden. Deze verpleegeenheid was korte tijd gehuisvest in een zijvleugel op de tweede verdieping van het OLV-Hospitaal, maar verhuisde dan naar de huidige locatie, de benedenverdieping van een apart gebouw achteraan de campus Onze-Lieve-Vrouw van AZ Groeninge. De bedoeling van de eenheid was én is een geëigende zorg te verlenen aan mensen die ongeneeslijk ziek zijn, voor wie geen enkele curatieve (genezende) behandeling nog zinvol is. Wij gaan ervan uit dat mensen in een dergelijke situatie het best thuis worden begeleid. Praktisch is dit niet altijd haalbaar: de zorgproblematiek kan te complex zijn, er is te weinig mantelzorg, de draagkracht van de familie is overschreden ... De palliatieve eenheid wil dan een thuisvervangende rol opnemen: het is de bedoeling dat zowel de patiënt als de familie in Ten Oever thuis kunnen komen. Wij proberen ons zo goed mogelijk aan te passen aan de gewoontes van de patiënt. Familie wordt beschouwd als een partner in de zorg. We proberen om dat wat nog van het leven van de patiënt rest, zo zinvol mogelijk in te vullen. Het huiselijke karakter van onze zorg sluit geenszins een gedegen medische en verpleegkundige benadering uit: een adequate pijn- en symptoomcontrole wordt gewaarborgd door een team van professionelen. In oktober 2006 overleed onze arts dokter Peter Bohyn. Sindsdien neemt dokter André Boel de medische leiding op zich. Er waren ondertussen ook andere personeelswissels. Zo gaf hoofdverpleegkundige Patrick Laevens op 1 januari 2008 de fakkel door aan Steven Coucke. Het blijft voor ons team een uitdaging om dagelijks in de laatste levensfase oog, oor en handen te hebben voor lichamelijke, sociale en spirituele noden van de patiënt en zijn omgeving.
6
< DE ESSENTIE VAN PALLIATIEVE ZORG > Marc Desmet S.J.
Medisch coördinator van de palliatieve eenheid Virga Jesseziekenhuis Hasselt
Het parfum van de palliatieve zorg: essence de soins palliatifs Wat is de essentie van palliatieve zorg werd me een tijdje geleden gevraagd. Ja, wat is de essentie van iets? De verschillende betekenissen van het Franse essence, volgens de Petit Robert, boden me een mooie opstap. Vooreerst betekent essence ‘de intieme aard van de dingen’. De essentie gaat over iets intiems maar ook ondoorgrondelijks. Is dat niet de ervaring van elke palliatieve zorgverlener? Ten tweede verwijst essence naar ‘de geurige, vluchtige substantie die door sommige planten verspreid wordt en die onder de vorm van een vloeistof geëxtraheerd kan worden’, bijvoorbeeld essence de lavande. De essentie heeft dus iets van een parfum: duidelijk aanwezig, toch moeilijk te vatten. Essence is tenslotte ook goed bekend als benzine: de ‘heel vluchtige, geurige, ontvlambare vloeistof gebruikt als brandstof en als oplosmiddel’. De essentie raken geeft energie en lost ook zaken op. Kortom, de essentie gaat over iets intiems, is als een parfum en geeft energie. Maar kan je de essentie vatten? Volgens de Wikipedia-encyclopedie verwijst essentie naar ‘datgene wat je overhoudt wanneer de randzaken worden weggedacht’. Je kan die randzaken dan wel wegdenken, maar je kan ze in de praktijk niet wegdoen. Als je die randzaken wegdoet, hou je eigenlijk niets over. De essentie verschijnt nooit als zodanig. Ze is vluchtig zoals het woord essence uitdrukt. Essence de ... soins palliatifs: de essentie blijft vluchtig als een parfum. Je kan ze als het ware wel ruiken, maar niet zien, horen, betasten. De essentie is als een geur. Misschien is de uitdrukking ‘gestorven in een geur van heiligheid’ hier niet helemaal naast de zaak maar essentieel.
7
De essentie en de nabijheid van de dood De essentie van palliatieve zorg heeft m.i. iets te maken met de nabijheid van de dood, met het levenseinde, met haar nabije onafwendbaarheid. Palliatieve zorg heeft iets van een kroniek van een aangekondigde dood. Dat lijkt misschien heel evident, maar recente discussies over het vervangen van de term palliatieve zorg door supportieve zorg wijzen erop dat dit niet het geval is. Die discussie trekt de aandacht op het feit dat palliatieve zorg niet gelijk te stellen is met terminale zorg en dat mensen vanaf het begin van een zware, levensbedreigende ziekte een totale aanpak verdienen. Natuurlijk dat de kennis, vaardigheid, attitude van de palliatieve zorgexpert met zijn onmiddellijke aandacht voor het psychosociale en het spirituele een meerwaarde kunnen betekenen voor de chronische of supportieve zorg. Toch brengt de concrete nabijheid van het mogelijke sterven binnen enkele maanden, weken, dagen - de levensbedreigende situatie - een andere dynamiek teweeg, een andere intensiteit. Hoe anders verklaren dat familieleden na de dood zo sterk geraakt blijken te zijn door vooral die laatste fase? Hoe anders de ‘onrechtvaardigheid’ verstaan dat bij het overlijden vooral palliatieve zorgverleners bedankt worden door de familie en soms veel minder de zorgverleners die voordien jarenlang hebben ingestaan voor behandeling en zorg van de zieke? Zegt dit enkel iets over een te kort geheugen of ook over het raken van de essentie in die laatste periode? Kortom, de dood is nog altijd wat men hoort meetrillen in het woord palliatief. Daar komt de palliatieve zorgexpert in meer bekende wateren, daar komt hij in een andere zeelucht, in een ander parfum terecht. Het is alsof hij aan de einder de eindeloze zee ruikt. We moeten dus opletten voor een subtiele, heel begrijpelijke vorm van vlucht voor het delicate thema van de dood, die schuilt in het vervangen van de term palliatieve zorg door supportieve zorg. Uitbreiding van de palliatieve zorg zonder de essentie te verliezen De vraag is dus: indien palliatieve zorg zich al uitbreidt, moet dit dan vooral gebeuren – om zo te zeggen – in de lengte of in de breedte? In de lengte: naar chronische zorg tijdens het hele verloop van een ongeneeslijke ziekte. In de breedte: naar het eindstadium van andere aandoeningen dan kanker en ALS (een gevreesde zenuw- en spierziekte) die van in den beginne tot de hospicecare behoorden. Wij (teamleden van palliatieve eenheden of hospices, supportteams in ziekenhuizen en woonzorgcentra, palliatieve thuiszorgondersteuningsequipes, netwerken palliatieve zorg, vrijwilligers van palliatieve diensten) zijn niet noodzakelijk bekend met het heel langdurig verloop van aandoeningen, al kan een of ander aspect van de palliatieve zorg dienstig zijn, en al kan een palliatieve zorgarts tegelijk een ander specialisme uitoefenen en beheersen. Neem nu pijnbehandeling, toch een van de coryfeeën van de palliatieve zorg. Hoewel een palliatieve zorgexpert vaak heel ervaren is in palliatieve pijnproblemen bij het levenseinde, toch is zijn kennis voor een chronisch en soms ongeneeslijk probleem als zeg maar chronische rug- of hoofdpijn minder relevant en zal bijvoorbeeld fysiotherapie en het aspect van het leren leven met een bepaald probleem belangrijker zijn. Het gaat er eerder om symptoomhantering dan symptoomvermindering. Naarmate het sterven nadert, heeft de palliatieve expertise meer te bieden, bijvoorbeeld in verband met vocht- en voedingsproblemen bij dementerenden, terminaal beleid voor allerlei nietkankerziekten, opvang van familie en vrienden voor en na sterven. Persoonlijk denk ik dus eerder aan een uitbreiding in de breedte dan in de lengte, maar ook aan een uitbreiding in de diepte en daarmee raken we aan het spirituele. In feite gaat het hier niet om een uitbreiding maar om een her-inner-ing. Hoort spiritualiteit immers niet tot de essentie van palliatieve zorg?
8
L’essence de vie - de essentie, het spirituele en de dood Het spirituele is per definitie het ‘onvatbare’, het ‘meer’. Net zoals voor het concept palliatieve zorg zijn er steeds discussies geweest over Wat is dat nu toch, die spirituele dimensie, die fameuze vierde dimensie van de palliatieve zorg, naast het fysieke, psychologische en sociale? Net zoals er verschillende symbolische voorstellingen van palliatieve zorg bestaan, zo heeft men verschillende voorstellingen van de spirituele dimensie gemaakt: vier cirkels die elkaar gedeeltelijk overlappen, of een fysico-psycho-sociale vlakke driehoek die tot een piramidevolume wordt door de spirituele dimensie, of de zolder of de kelder van een huis ... Palliatieve zorg en het spirituele delen dus een moeilijk vast te stellen aard. Ik val schijnbaar in herhaling: het spirituele hoort tot de essentie van de palliatieve zorg, omdat die zorg de dood weer heeft toegelaten in de moderne geneeskunde, dat hoort toch tot zijn essentie. De dood is dat onvatbare eindpunt, de limiet en het transitiepunt van het stervensproces en roept iets ongrijpbaars, iets letterlijk onvoorstelbaars op. Het is dat punt waar iets essentieels van de levende mens, l’essence de vie, het levenselixir, onttrokken wordt aan het lichaam. Daardoor is de dood een eminent spiritueel gebeuren. Artsen stellen de dood vast, maar deze vaststelling zegt niets over de betekenis van de dood en de vele vragen, de aard van de kloof, de leegte of de volheid die ze nalaat. De lijkgeur is niet gelijk te stellen met de geur van de essence de vie. De dood heeft iets schrikwekkends en tegelijk fascinerends en dat is wat verbonden wordt met het religieuze fenomeen, met het heilige (Tremendum ac fascinosum, Rudolf Otto): de dood stoot af en trekt aan. Voor een stuk weerspiegelt zich dat in de wens van het ene familielid om niet bij het moment van de dood aanwezig te zijn terwijl het andere familielid er zeker bij wil zijn. De dood is in de moderne geneeskunde datgene waartegen men strijdt en wat men veraf houdt, op technisch vlak maar ook op communicatief vlak. De dood is datgene waarover overigens geen informatie bestaat - wel over het proces naar de dood, zelfs over vlakbij de dood (near death experience) - maar over de dood zelf bestaat geen informatie, noch voor de informatiezoekers, noch voor de informatievermijders. Wij kunnen de dood toelaten, wij kunnen de dood zacht en mild maken en waardig - wat dit ook moge betekenen - wij kunnen de dood toedienen of uitlokken, maar daarmee weten we nog niet wat de dood is. En toch hoort de dood onmiskenbaar bij de essentie van palliatieve zorg. Het palliatieve denken laat de dood toe voor zover ze medisch-technische pogingen om de dood weg te duwen stopzet, wanneer deze niet meer als zinvol worden ervaren, om zich te concentreren op het comfort van de patiënt. Het palliatieve denken laat ook de dood toe als mogelijkheid in het gesprek. Het resultaat is niet zelden dat er leven ontstaat: soms onder de vorm van langer overleven, want paradoxaal genoeg zien we niet zelden dat palliatieve patiënten langer overleven dankzij de aangepaste zorg en doordat ze niet meer belast worden door zware behandelingen. Soms ontstaat meer leven onder de vorm van zinvoller, blijer leven: essence de vie. Als palliatieve zorgarts ben ik veel bezig met het sterven, met het lijden dat dit teweegbrengt bij mensen. Soms ben ik aanwezig bij de dood, het einde van het stervensproces. Toch stel ik vast dat ik eigenlijk weinig nadenk over de dood, al cirkel ik er dagelijks rond.
9
Is het omdat de dood een dagelijkse gezel is, omdat de dood gewoon is in mijn beroep, als iets wat er ook mag zijn, als een ongenode maar onvermijdelijke gast die toch soms verlossing biedt. “Vervloekt en onbegrepen zijt Gij en gezegend om onze zuster, de dood van het lichaam” zingt Franciscus in zijn Zonnelied. Is het omdat we er in deze tijd en cultuur zo weinig beelden en woorden voor hebben, dat we liever of enkel spreken van het hiernumaals dan van een mogelijk hiernamaals: dood is dood, punt? “Het hiernamaals is als een museumzaal met bordje Tijdelijk gesloten wegens werken”, zoals Rik Torfs zegt. Toch hoort het tot de essentie van de palliatieve zorg om niet alleen het stervens- en lijdensproces maar ook de dood voor ogen te houden. Hoort het niet tot de essentie, nu in de zin van brandstof, dat palliatieve zorgverleners soms getuigen zijn van hoop in het aanschijn van de dood en dat de daar ervaren zin hen als het ware ben-zin-e geeft? Zin als ben-zin-e van de palliatieve zorg Het spirituele hoort tot de essentie van de palliatieve zorg, omdat ze de zin-/onzinvraag expliciet gereïntroduceerd heeft in de gezondheidszorg, niet alleen de vraag naar de zin of onzin van medische behandelingen, maar ook de vraag naar de zin of onzin van het lijden en van het voorbije leven. Pijn- en symptoomcontrole, palliatieve radiotherapie of chemo, meticuleuze nursing met tijd en oog voor detail, verwennen, luisteren, rituelen: dit alles creëert ‘enkel’ een ruimte waarin ‘iets’ kan binnenstromen dat in de moderne geneeskunde en zorg nauwelijks nog plaats kreeg. Het zocht en vond er weliswaar zijn plaats, maar werd vaak niet benoemd en daardoor bestond het toch minder als het ware: er was een leegte in plaats van een ruimte. Palliatieve zorg probeert ruimte te maken voor het spirituele daar waar de geneeskunde dat principieel niet deed (in de praktijk soms wel afhankelijk van de beoefenaar). De afwezigheid van die geestelijke ademruimte versmacht mensen vaak geestelijk. Palliatieve zorg maakt ruimte voor datgene wat de mens het meest typeert: het existentiële, het spirituele. Wat ons onderscheidt van de dieren, is dat inderdaad niet dat wij ons - overigens nutteloos, maar daarom niet zinloos - zinvragen stellen? Met andere woorden, palliatieve zorg doet meer dan comfort creëren. Door dat comfort heen creëert ze ook – en veel essentiëler - ruimte voor zin. Dat betekent ook: ruimte voor geestelijk lijden, typisch menselijk. Palliatieve zorg heeft het spirituele lijden weer onder de aandacht gebracht, meer zelfs: het spirituele lijden van de mens van deze tijd . Dit spirituele lijden is bijvoorbeeld essentieel in de hele euthanasiekwestie. De redenen waarom mensen euthanasie vragen, zijn immers hoofdzakelijk een spirituele kwestie: ze zien niet meer de zin in van verder leven in een situatie van fysieke (over)belasting; ze willen niet meer afhankelijk zijn, niet meer tot last. Een majeure spirituele uitdaging voor onze maatschappij is overigens dan ook om te leren dat het tot last zijn van de anderen hoort bij het leven. Indien het waar is dat het spirituele de mens karakteriseert en dat het spirituele de essentie van palliatieve zorg betreft dan kunnen we ook concluderen dat de essentie van de palliatieve zorg de mens is: de mens als meer dan een ziekte, meer dan biochemische processen, meer dan inkomstenbron, meer dan ‘een seksuele overgedragen aandoening met een heel slechte prognose’, zoals het leven in medische milieus wel eens ironisch wordt genoemd.
10
De persoon van de zorgverlener in de professionalisering: essentieel Indien het waar is dat het spirituele essentieel is voor de mens en de palliatieve zorg, moet de spirituele aandacht en zorg dan niet meer uitgewerkt worden? Wat te denken dus van de professionele, academische aandacht voor spirituele zorg? Zo zien we technische middelen in verband met spirituele zorg ontstaan: een spirituele checklist zoals die in een universitaire palliatieve eenheid ontwikkeld en toegepast wordt volgens bepaalde spanningsvelden: ik en de ander, doen en laten ten aanzien van het naderende levenseinde, vasthouden en loslaten van het geleefde leven, vergeten en vergeven, weten en geloven ten aanzien van wat na de dood komt. Je kan ook werken met vaste vragen als: Noem je deze persoon spiritueel of religieus? Hoe belangrijk is spiritualiteit of religie voor de persoon? Wat is zijn of haar institutionele band? Welke rituelen zijn belangrijk voor deze persoon? Tenslotte, welke rol kan ik hier als zorgverlener spelen? We zien ook hoe het omgaan met spirituele noden geprofessionaliseerd wordt door te spreken van spirituele interventies als daar zijn: observeren en signaleren, begeleiden, informeren en adviseren, coördineren en bespreken. Algemene zorgtermen worden hier dus ook toegepast op spirituele zorg. Tenslotte is er professionele aandacht mogelijk voor rituelen en liturgie. Er zijn klassieke rituelen zoals de ziekenzalving of de ziekenzegening en het citeren van Koranteksten. In de palliatieve wereld zijn ook nieuwe, originele rituelen ontstaan, zoals het bemoedigingsmoment, waarin de overledenen die over een bepaalde periode in een palliatieve dienst overleden zijn, systematisch herdacht worden in aanwezigheid van team- en familieleden volgens een door professionelen en vrijwilligers zelf ontworpen ritueel stramien. De aandacht kan ook breder gaan naar de ritualiteit van medische interventies als sondevoeding, parenterale voeding (voeding via infuustherapie) en zelfs euthanasie: de aandacht voor de symbolische, rituele betekenis van deze handelingen zal ons inzicht geven in waarom mensen hiervoor kiezen. Wat te denken van deze professionalisering van de spirituele zorg? De professionele aandacht voor dit essentiële aspect van palliatieve zorg is ongetwijfeld positief. Je krijgt het gevoel dat je concreet kan werken aan dit centrale maar onwennige aspect. Toch mag men niet vergeten: de essentie, het spirituele, ontsnapt ons altijd weer als een parfum! Het spirituele onttrekt zich aan onze interventies, tools en rituelen, maar presenteert zich des te meer door onze persoon heen. De persoon van de zorgverlener is in mijn ogen de belangrijkste tool, het belangrijkste spirituele instrument. De persoon kan een huis zijn waar de ander bij thuiskomt, hij kan een resonantiekast zijn waarin de diepere bezorgdheden van de zieke merkbaar meetrillen. Op dezelfde wijze kan een team een belangrijk spiritueel instrument zijn voor zover het een gemeenschap vormt waarin lijden en dood anders worden. Dat alles kan ... in de mate dat zorgverleners zelf al doortrokken zijn van de essence, het parfum van leven, lijden en dood. Dat is essentieel. Denk ik. Verschenen in Dood als gezel: Besef van eindigheid. Tijdschrift voor Geestelijk Leven, jaargang 14, nr. 4, juli-augustus 2008.
11
< SPIRITUALITEIT > Jo Verhalle
Voorzitter werkgroep spirituele zorg Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw Deze tekst werd geschreven door de leden van de werkgroep spirituele zorg van het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw met de bedoeling om hulpverleners aandachtig te maken voor het spirituele aspect in de zorgverlening en hen inzichten te geven om de spirituele zorg concreet te maken. (Leden van de werkgroep: Lieven Accou, Freddy Beels, Katrien Callens, Donaat Dumon, Patrick Laevens, Jo Verhalle) Inleiding Omgaan met spiritualiteit begint door stil te staan bij jezelf, jezelf te zien in wie en wat je bent om van hieruit het contact en engagement met de ander aan te gaan. De eigenlijke betekenis van het woord spiritualiteit komt van het Latijnse woord spiritus en het betekent ‘blazen van de wind, ademhaling of adem’. Het betekent ook ‘geest, inspiratie, bezieling’. Vanuit deze verschillende betekenissen is het begrip spiritualiteit ontstaan. Vanaf de jaren zestig verschijnt spiritualiteit in vrijwel alle talen en levensbeschouwingen als het overkoepelende begrip voor alles wat verband houdt met geestelijk leven. Spiritualiteit verwijst naar de individuele ervaringen en belevingen die mee vorm kunnen geven aan de zin en de betekenis van het leven. Spiritualiteit is een persoonlijk gegeven: wat zijn mijn waarden, hoe zie ik mezelf ten opzichte van de ander, hoe ga ik om met grote veranderingen, ziekte en verlies ... in mijn leven? Het duidt op een dynamiek in iedere mens om met levenservaringen op een zinvolle manier om te gaan. Spiritualiteit geeft aanleiding tot een soort kracht die wordt ervaren en waarvan men niet weet waar deze vandaan komt. Het is als een kracht waarop men drijft. Wat wordt bedoeld met spiritualiteit? Los van elke religie gaat het om een menselijke beleving, omdat spiritualiteit eigen is aan elke mens. Spiritualiteit kan beschouwd worden als het totale zingevingskader waarvan iemand gebruik maakt in de zoektocht naar zin en richting in het leven. Het leven krijgt zin door de betekenis die eraan gegeven wordt: het is op zoek gaan naar zin, zoeken naar verbinding tussen wat moeilijk of niet te verbinden is en toch samenhoort. Er bestaat een hele reeks van tegenstellingen die elkaar betekenis geven. Zonder de nacht is er geen dag, zonder warmte is er geen kou en omgekeerd. Deze tegenstellingen horen bij elkaar en zijn met elkaar verbonden zonder strijd, omdat ze elkaar nodig hebben. Zo verhouden zich ook haat en liefde, leven en dood. Het kan gaan om hevige emoties van zowel diepe vreugde als diep verdriet. Het zingevingskader is dus voortdurend in beweging en de continue evolutie speelt zich grotendeels af op onbewust niveau. Wanneer de levensmogelijkheden afnemen, treedt het naderende sterven op de voorgrond.
12
In het aanschijn van de dood wordt anders gekeken naar het leven. Bij ziekte, aftakeling, verlies komen intense emoties als angst, pijn en eenzaamheid naar boven. Existentiële vragen dienen zich haast onvermijdelijk aan: wie ben ik eigenlijk, waarom overkomt mij dit, hoe kan ik hiermee omgaan ... Er wordt teruggeblikt naar het verleden en een balans opgemaakt. Er komen emoties naar boven, wensen, verlangens naar wat onvervuld is gebleven. Spirituele pijn In de palliatieve zorg wordt gewerkt met het holistische concept van totale pijn, dit wil zeggen dat de patiënt méér is dan zijn ziekte en de daarbijhorende symptomen. De patiënt wordt als ‘totale’ mens gezien. In die totale pijn zijn verschillende vormen te onderscheiden, die elk naar verschillende domeinen of dimensies verwijzen. Zo is er sprake van lichamelijke, emotionele en relationele pijn. Spirituele pijn kan niet losgekoppeld worden van de andere vormen. Hier kan het beeld gebruikt worden van een taart waarbij het spirituele aspect de gist in het deeg is en niet de kers die boven op de taart ligt. De gist kan er niet uitgenomen worden, maar bepaalt het hele karakter van de taart. Het spirituele aspect kan gezien worden als de integrerende component die het fysieke, het emotionele en sociale met elkaar verbindt. Spirituele pijn treedt op wanneer mensen geconfronteerd worden met zinvragen waarop zij geen antwoord vinden. Meestal komen die zinvragen naar boven in crisismomenten en grijpen aan in hart en ziel. Een verstoring van het vertrouwde wordt ervaren als verraden en verlaten worden. Denk aan een ernstige ziekte bij jezelf of bij iemand die je nabij is. Jouw bestaan, de existentie, wordt aangetast. Spirituele pijn wordt ook existentiële pijn genoemd: de pijn aan het zijn. Het is pijn die te groot is voor woorden. De taal die in het dagdagelijkse leven gebruikt wordt, is ontoereikend om het gevoel dat we ervaren te omschrijven. Daarom is spirituele pijn zo moeilijk bespreekbaar. Spirituele pijn vraagt - in tegenstelling tot lichamelijke pijn - niet altijd om opgelost te worden, maar gewoon om er te mogen zijn en benoemd te worden. Ze wil uit de taboesfeer worden gehaald en uitgesproken. Spirituele zorg Spirituele zorg wil tegemoetkomen aan de spirituele pijn van de zorgvrager. Omgaan met existentiële pijn is moeilijk. Spirituele pijn kan moeilijk verwoord worden en we moeten accepteren dat er geen pasklare oplossingen voor zijn. Deze zorg is vaak gekoppeld aan een verlangen tot heel-maken, verlangen naar waardebevestiging, een verlangen naar vergiffenis geven en krijgen. Het naar boven kunnen brengen van wat iemand in zijn diepste oriënteert en beweegt, is vaak de belangrijkste vorm van hulp die we kunnen geven bij spiritueel lijden. ‘Er zijn’ is hier de basishouding. De hulpverlener Personen, die dicht bij de dood staan, stellen vaak grote levensvragen naar zin en betekenis. Als hulpverlener ontmoet men de gekwetste, lijdende mens. Wanneer de hulpverlener die mens toelaat om zijn gekwetste gevoelens te uiten en hierbij ook echt aanwezig blijft, kan dit een blijvende verlichting voor de patiënt betekenen. Door de confrontatie met de kwetsbaarheid en vergankelijkheid aan te gaan, kan dieper in het spirituele gebied worden doorgedrongen. Die confrontatie betreft zowel de hulpverlener als hulpvrager.
13
Het spirituele lijden van de ander confronteert de hulpverlener met zijn eigen spirituele denkkader. De spirituele achtergrond van de hulpverlener bepaalt vaak welke specifieke accenten gelegd worden en welke thema’s op de voorgrond gehaald worden bij de patiënt. In deze spirituele zoektocht wordt tijd gemaakt om te zoeken naar dingen die voedend zijn voor de ziel. De houding van de hulpverlener Een spirituele houding is een attitude. Het is een houding van vertrouwen in het diepe zijn van de mens, in datgene wat overstijgend is. Het empatische gesprek is méér dan stilletjes luisteren; het is ‘iets’ toevoegen aan wat je te horen of te zien krijgt. Als het ware horen wat niet gezegd wordt en vanuit je eigenheid als hulpverlener zin-geven, zonder invulling te geven. In onze huidige maatschappij, waarin levensomstandigheden gestuurd/bijgestuurd kunnen worden, is het erg moeilijk om neutrale hulpverlener te zijn. Door opvoedings- en omgevingsfactoren heeft iedere hulpverlener zijn eigen waardenormering. De hulpverlener zit voortdurend op de grenslijn: waar ligt mijn opdracht (wat is mijn taak vanuit mijn organisatie?), hoe ga ik om met ethische vragen en welke zijn mijn waarden en normen? Het is een voortdurend aftasten wat hier en nu de meest gepaste zorg is. Leven en sterven worden gedreven door ervaringen die er bezieling aan geven. Wie en wat je bent, krijgt almaar meer vorm naarmate je de zelfbeleving hierin kan toelaten. Een spirituele zoektocht brengt verruiming van het ervaringsgebied en doet eerdere afbakeningen herzien. Dit is een voortdurend verdergaande beweging. Wat iemand bezielt, kan en hoeft niet levenslang hetzelfde te zijn. Ook hier is het terecht zich af te vragen welke de meest gepaste zorg en houding is naar zichzelf. Als hulpverlener is het belangrijk om zicht te krijgen op het eigen zingevingskader en de onderliggende actoren. Het is essentieel te beseffen dat het eigen kader nooit dat van de ander kan zijn. Slot De vraag van de zieke is niet zozeer “Ga ik sterven?”, dan wel “Kan ik dit delen met iemand?” De momenten van gedeelde onmacht scheppen een intieme band tussen de zieke en de hulpverlener. Het maakt een authentieke ontmoeting tussen twee gelijkwaardige personen mogelijk. Een ontmoeting in de onmacht rond de dood kan rijkdom geven. Voor de hulpverlener is omgaan met spiritualiteit nooit een beloning voor eigen inspanningen, maar eerder een antwoord op eigen machteloosheid en openheid. Geraadpleegde literatuur:
Cornette, K., Dit is geen leven meer. Enkele verduidelijkingen rond de notie spirituele pijn. Leysen, M. (2007). Tijd voor de ziel. Tielt: Lannoo. Leget, C. (2007, derde druk). Ruimte om te sterven: Een weg voor zieken, naasten en zorgverleners. Tielt: Lannoo. Spiritualiteit ...? In Tijdschrift voor Gestalttherapie, jaargang 11, nr. 11, 2004. Spirituele pijn. In Antenne, jaargang 12, nr. 4, dec 1994. Spirituele pijn en spirituele zorg in de palliatieve context, tekst opgemaakt door Van Maele C. in het kader van de cursus palliatieve zorg georganiseerd door de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen.
14
< EEN STUDENTE GETUIGT > Kathleen Verhelst
Studente sociale verpleegkunde Katho Kortrijk Tijdens het tweede jaar verpleegkunde mocht ik stage doen op de sociale dienst van een ziekenhuis. Daar kwam ik voor het eerst in contact met mensen die aan kanker leden en palliatief waren. Door de gesprekken, die ik daar kon meevolgen en voeren, leerde ik veel van de mensen. Ik luisterde graag naar hun levensverhalen, hun levenservaringen ... Dit was ook mijn motivatie om verder te gaan in de palliatieve sector. Dit jaar kreeg ik de kans om bijna drie maanden stage te doen in het Netwerk Palliatieve Zorg ZuidWest-Vlaanderen vzw. Mevrouw Van Bellingen stelde voor dat ik ook een week op de palliatieve eenheid Ten Oever en in het palliatief supportteam van AZ Groeninge stage zou lopen om het drieluik palliatieve zorg thuis, in een ziekenhuis en op een eenheid én de samenwerking tussen deze diensten te leren kennen. De eerste week startte ik op de palliatieve eenheid Ten Oever. Ik kwam er eigenlijk op stage met het idee dat de sfeer er heel sereen zou zijn en dat ik me ook zo zou moeten gedragen, waardoor de aanwezige, weliswaar respectvolle, fijne en aangename humor me sterk opviel. De hele stageperiode heb ik de humor ervaren als een aangename ontlading voor soms zware momenten. Voor ik naar het Netwerk kwam, was mij verteld dat de machteloosheid die ik zou ervaren groter zou zijn in de thuiszorg dan op een eenheid. Waar de omgeving op een eenheid aangepast wordt aan de zieke, beslist de patiënt thuis zelf wat hij al dan niet verandert aan zijn omgeving of aan de symptoomcontrole. Voor ik met de stage startte, was ik ervan overtuigd dat de bedoeling van palliatieve thuiszorg was om de mensen thuis te laten blijven op een zo perfect mogelijke manier. Ik ervoer dan ook snel de machteloosheid vanuit de les dat mensen hun eigen leven dirigeren, zelfs al betekent dit dat ze niet in (volgens mijn normen) optimale omstandigheden leven. Ik ondervond dus aan den lijve dat het spreekwoord ‘als je leven een muziekstuk was, ben en blijf jij de enige dirigent’ bij de basis hoort binnen palliatieve zorg, hoe moeilijk het ook is om mijn eigen beeld over wat optimale omstandigheden zijn, opzij te zetten en bepaalde keuzes van de zieke te accepteren en respecteren. Dit is dan ook voor mij de mooiste levensles die ik heb meegekregen. Tijdens mijn stage mocht ik heel emotionele, open en moeilijke momenten meemaken die soms heel aangrijpend en confronterend waren. Dit is dan misschien ook het geschikte moment om alle gezinnen te bedanken die mij als stagiair hebben toegelaten in hun situatie en hun thuis, die me hebben toegelaten hun verdriet en pijn, hun afscheid en hun liefde en steun voor elkaar te ervaren.
15
Graag bedank ik ook het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw, de palliatieve eenheid Ten Oever en het palliatief supportteam van AZ Groeninge. Ik wil ze danken voor de vele levenslessen die ik heb gekregen, voor het feit dat ik getuige mocht zijn van situaties waarin mensen naar elkaar toegroeien, waarin ze afscheid nemen van elkaar, waarin ze geliefden verliezen en hoe mensen elkaar hierbij liefdevol ondersteunen. Hartelijk dank voor de meest boeiende en leerrijke stage waarin ik zaken heb geleerd over het leven, over relaties tussen mensen en families, over mezelf ... die ik mijn hele leven mee zal nemen!
rbij blijvenErbij blijvenErbij blijvenErbij blijvenErbij blijv Misschien is dat wel het allermoeilijkste voor mensen in ontmoetingen met mensen die lijden: erbij blijven. Er niet weglopen, maar blijven. Machteloos wellicht, maar blijven! Hoogstens kunnen luisteren, soms zonder een touw te kunnen vastknopen aan wat je hoort omdat de ander in verwarring is, maar blijven. Soms niets horen dan een schreeuw, misschien vloeken, en dan geen aandrang tot vermaan, maar blijven luisteren. Soms luisteren naar alleen maar wanhopige stilte, terwijl je als moderne mens daar het meest bang voor bent, voor stilte, en toch blijven. Niets, helemaal niets meer kunnen dan blijven, zelfs als je weggejaagd wordt, op bereikbare afstand beschikbaar blijven. Zodat wie lijdt, nooit helemaal alleen is … Ds. P.B. Suurmond
16
HT C O Z E G
Vrijwilligerswerk is je vrije tijd willen geven om mensen te begeleiden
LIGERS VRIJWIL E ZORG V E I T A I L PAL
is meegaan in hun wereld van vreugde en pijn van arbeid en vrije tijd van interesse en leeg-zijn
Vrijwilligers zijn vaak een onmisbare schakel in de palliatieve zorg. Zij bieden aanwezigheid bij palliatieve patiënten vooral bij ontbrekende of overbelaste mantelzorgers. Er zijn, luisteren, steun geven, rust brengen, samen een wandeling maken, de krant voorlezen, foto’s bekijken ... er zijn voor de patiënt en zijn familie, dat is de belangrijkste opdracht van een vrijwilliger. Een specifieke vooropleiding is niet nodig. Wij zoeken vooral mensen met een grote luisterbereidheid en een warm hart, die getuigen van een open en respectvolle houding en die emotioneel stevig in hun schoenen staan. Heb je wat vrije tijd en wil je die graag zinvol besteden door je in te zetten voor zwaar zieke mensen? Dan is vrijwilligerswerk in de palliatieve zorg misschien iets voor jou! Als je graag meer informatie wilt of je hebt interesse om vrijwilliger te worden, neem dan tijdens de kantooruren contact op met het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw op het nummer 056 30 72 72 en vraag naar mevr. Van Bellingen (coördinator) of mevr. Vanhauwaert (psycholoog). Er is ook een informatiebrochure verkrijgbaar, via een mailtje naar
[email protected] of op de site www.pzwvl.be.
17
is willen samenzijn met mensen op elk moment waar het onuitsprekelijke ter sprake komt vrijwillige inzet is altijd opnieuw proberen waarden voor te leven waaraan de mens zich kan optrekken is zichzelf totaal geven zonder rekening te houden met tijd of geld alleen maar zich inzetten met de maat van de liefde die mateloos is het is totaal openstaan in eenvoud en goedheid en een beslistheid die denkt met het hart en aanvoelt met het verstand vrijwillige inzet is veel geven om weinig te krijgen tenzij vriendschap, vreugde, pijn en de grote kans om meer en meer gewoon ‘mens’ te zijn.
< BOEKBESPREKING DE BUITENKANT VAN MENEER JULES > Leen Blomme
Vrijwilliger palliatieve zorg thuis en thuisvervangende zorgsettings In haar novelle De buitenkant van Meneer Jules vertelt Diane Broeckhoven over de dagelijkse rituelen van een bejaard echtpaar. Op een dag zet Jules gewoontegetrouw koffie en leest daarna de krant. Als zijn vrouw, Alice, even later uit bed komt, treft ze haar man levenloos op de sofa aan. De schok voor de oude dame is zo groot dat ze het overlijden van haar man eerst verdringt. Ze doet alsof de dood geen bezit van hem heeft genomen en praat tegen hem zoals altijd. Stilaan dringt de realiteit tot haar door. Het koude lichaam van haar echtgenoot bevestigt wat ze eigenlijk al wist. Als David, de autistische buurjongen, door omstandigheden een halfuurtje eerder dan gewoonlijk met haar man wil komen schaken, heeft Alice een probleem. Ze wil extra tijd om rustig afscheid van Jules te kunnen nemen en daarenboven wil ze hem nog een en ander vertellen. Daarom verzint ze een leugen voor de buurvrouw en is ze bereid met David te dammen. De jongen, die zelf verankerd zit in zijn dagelijkse gewoonten, pikt haar voorstel om te dammen in plaats van te schaken niet en begint het schaakspel zonder tegenspeler. Als de jongen even naar zijn zogezegd grieperige schaakpartner gaat kijken, merkt hij dat meneer Jules dood is. Wanneer zijn moeder David komt halen, speelt hij het spel van Alice mee en doet alsof meneer Jules ziek is. Als beiden weg zijn, begint Alice tegen haar man over een pijnlijke gebeurtenis van vroeger die ze sindsdien in haar getrouwde leven met zich meedraagt. Ze denkt ook terug aan een triestige herinnering uit hun wittebroodsweek, een geheim dat ze van dan af met Jules gedeeld heeft. Wat later op de dag vraagt de buurvrouw Alice opnieuw op David te passen. Hij maakt pannenkoeken klaar en na de maaltijd wast de jongen af. Ondertussen moet Alice van hem bij haar man gaan zitten. Bij het zien van Jules’ blauwverkleurde handen gaan Alices gedachten meteen naar haar vader en naar een belevenis uit haar kindertijd. Ondertussen is David moe geworden en vlijt hij zich naast meneer Jules neer, waar hij in slaap valt. Zijn moeder laat weten dat ze in die barre weersomstandigheden niet haar huis komt en zo krijgt David Alices bed. Als de jongen slaapt, gaat de bejaarde vrouw ook op bed liggen. De volgende morgen lijkt als twee druppels water op de vorige. Alleen heeft David nu koffie gezet ...
18
De buitenkant van Meneer Jules is zeker een boekje dat jong en oud kan bekoren. Het thema dood wordt uit de taboesfeer gehaald. Diane Broeckhoven laat aanvoelen hoe sereen een afscheid van een geliefde thuis kan gebeuren. In plaats van familie, buren, vrienden te verwittigen, besluit Alice nog een dag te zwijgen. Zo heeft ze tijd om met haar overleden man over zaken uit het verleden in het reine te komen. Diane Broeckhoven slaagt er als geen ander in om op een eenvoudige manier een pakkend tafereel, dat zich in één dag afspeelt, weer te geven. De opmerkzaamheid, eigen aan de journalistiek, komt haar in dit indringende verhaal over afscheid nemen van een geliefde goed van pas. Doordat ze zo gevoelsgericht schrijft, kan je dit boek een psychologisch verhaal noemen. Het boekje met de bijzondere en spitsvondige titel De buitenkant van Meneer Jules telt amper 78 pagina’s en leest als een trein. Toch slaagt de schrijfster er in die korte tijdsspanne in het hele verhaal af te maken. Vreemd genoeg eindigt het verhaal zoals het begonnen is. Alleen neemt de autistische jongen de taak van Jules over ... Voor dit literaire juweeltje is er heel wat internationale belangstelling. Ondertussen is het bij ons aan de derde Nederlandstalige druk toe. In Vlaanderen werd de novelle als monoloog op de planken gezet, in Dresden komt er een theaterproductie en binnenkort verschijnt er een Duits-Zwitserse speelfilm over in de bioscoop. Reden genoeg dus voor de boekenwurmen om hun leeshonger te verzadigen! Broeckhoven, D. (2005) De Buitenkant van Meneer Jules. Antwerpen: Areopagus. ISBN 978 90 8564 064 4
19
PALLIATIEVE ZORG ZUID-WEST-VLAANDEREN HEEFT NU OOK ZIJN STEK OP HET INTERNET!
www.pzwvl.be Voortaan kan u voor informatie over palliatieve zorg in de regio Zuid-West-Vlaanderen terecht op www.pzwvl.be. U vindt er informatie over: − palliatieve zorg in de verschillende zorgsettings (thuis, in de woonzorgcentra, in het ziekenhuis, op de palliatieve eenheid ...) − vrijwilligerswerk palliatieve zorg georganiseerd door het Netwerk − een adressenbestand met verscheidene adressen waar men terecht kan voor palliatieve zorgverlening − een agenda met een overzicht van de activiteiten van het Netwerk: vergaderingen, opleidingen, overlegmomenten ... − een overzicht van het documentatiecentrum van het Netwerk − een overzicht van het opleidingsaanbod palliatieve zorg in West-Vlaanderen − ... De website is een initiatief van de vier netwerken palliatieve zorg van West-Vlaanderen en wordt mee gerealiseerd door de financiële steun van de Provincie West-Vlaanderen.
20
Van harte dank! Dank aan Markant Markant netwerk voor ondernemende vrouwen regio Kortrijk organiseert traditiegetrouw een benefietdag in Maelstede te Kuurne voor alle leden en geïnteresseerden. Jarenlang hebben we bloemendemonstraties gegeven in het Concertgebouw en nu voor de vierde maal een dagvullend programma met een aangepast thema. Dit jaar was het ‘Markant Smaakt’. Een waaier van degustatiemogelijkheden en workshops werden aan de genodigden voorgesteld door de kok Kirsten Elvinger. Markant is fier op dit initiatief. Onze leden zijn trouw aan ons netwerk en brengen hun vrienden en kennissen mee naar deze boeiende dag, waar ontmoeting, gezelligheid, vriendschap een rode draad zijn. Nadien evalueren we de hele activiteit en rest ons nog enkel onze gelden en giften uit te delen aan diverse projecten. Deze worden zorgvuldig bekeken, besproken en gecheckt. We zijn onze aanwezigen dankbaar omdat we heel wat initiatieven kunnen steunen. We mogen ook iedere editie rekenen op een resem sponsors, zodat we de opbrengst van onze kaartenverkoop volledig aan onze projecten kunnen besteden. In het verleden hebben we al een paar keer de werking van het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-WestVlaanderen vzw gesteund. De leden van onze werkgroep hebben heel wat respect voor het Netwerk en de inzet van de vele vrijwilligers. Daarom besloten we dit jaar weer een geldelijke steun te geven aan dit mooie project. In naam van de werkgroep wensen wij het Netwerk veel succes toe. We hopen dat heel wat mensen in hun ziekzijn steun vinden bij jullie. Met Markant staan we pal achter het team van vrijwilligers. Vriendelijke groeten in naam van de werkgroep Graag Gedaan regio Kortrijk Katrien Dousy, voorzitter
21
Dank aan Ladies Circle Ladies Circle is als vrouwelijke serviceclub ontstaan in Bournemouth, Engeland, in 1930. Wereldwijd maken tweeëntwintig landen deel uit van Ladies Circle International, met een totaal ledenaantal van ongeveer 15 000. LC België werd opgericht in 1968 en heeft ongeveer 550 leden. Ladies Circle 28 Roeselare bestaat sinds 1990. De doelstellingen van Ladies Circle zijn het bevorderen van vriendschap en begrip tussen haar leden door een betere kennis van elkaar, het aanmoedigen van verantwoordelijkheidszin, door haar leden te stimuleren tot het verrichten van sociale, humanitaire en culturele activiteiten en het bevorderen van de uitstraling van de Belgische vereniging overal in de wereld. Ladies Circle Roeselare streeft ernaar om zoveel mogelijk mensen in nood uit voornamelijk eigen streek te helpen. De club organiseert hiervoor jaarlijks een feest, waarbij ze altijd een beroep kan doen op de belangeloze inzet van alle leden en de gulle bijdrage van de vele sponsors. Het optreden van Kate Ryan was vorig jaar een groot succes waardoor er verschillende organisaties, waaronder het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw, financieel een duwtje in de rug konden krijgen. Ladies Circle Roeselare wenst de medewerkers van Palliatieve Zorg nog heel veel succes met hun verdere werkzaamheden! Vele groeten van alle leden van LC Roeselare 28
Dank aan Eandis De medewerkers van de afdeling Personeels- en Intern Beheer van Eandis behaalden het objectief van 2.160 dagen werken zonder arbeidsongeval en de dienst kreeg hiervoor een premie. Er werd beslist de gelden te schenken aan organisaties die palliatieve zorg verstrekken. Zowel Coda uit de Noorderkempen als het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw mochten op 24 juni 2008 een cheque in ontvangst nemen. Dank aan iedereen van de afdeling Personeels- en Intern Beheer!
Dank aan Lions Club Kortrijk Mercurius Lions Club Kortrijk Mercurius organiseert jaarlijks een fundraisingactiviteit waarvan de opbrengst wordt geschonken aan een goed doel. Voor de werking 2007-2008 lanceerde Lions Club Kortrijk Mercurius een oproep aan verscheidene organisaties om projecten in te dienen. Ook het Netwerk kreeg hiervoor een uitnodiging en ontving zo een financiële ondersteuning voor zijn werking. Van harte dank aan alle leden van Lions Mercurius Kortrijk!
22
AL FISCA
T ATTES
oor ning v t! o l e b s al gif nciële a n fi uw
De erkenning om fiscale attesten uit te reiken is een feit!!! Eind september 2008 kreeg het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw eindelijk het goede nieuws dat de aanvraag, om fiscale attesten te mogen uitschrijven, is goedgekeurd. Zoals u weet, is de financiering door de overheid van de netwerken palliatieve zorg en van de vrijwilligers jammer genoeg niet toereikend om de kosten te dekken en is het Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw net zoals de andere netwerken palliatieve zorg in Vlaanderen afhankelijk van de goodwill van velen. We hopen dan ook oprecht dat u onze werking blijft steunen. Wij zijn er u alvast erg dankbaar voor! Indien u palliatieve zorg in Zuid-West-Vlaanderen wilt steunen en in aanmerking wilt komen voor een fiscaal attest, dan kan u uw gift overmaken op rekeningnummer 776-5921784-31 met de mededeling ‘gift 2008 + naam en voornaam’. Elke gift van minimum 30 euro (of de som van minimum 30 euro op jaarbasis) komt in aanmerking voor een fiscaal attest. In het voorjaar 2009 bezorgen wij u dat.
23
Redactie: Leen Blomme, Linda Demuynck, Kate Vrielynck Eindredactie: Rosemie Van Bellingen Verantwoordelijke uitgever: Joost Vermeersch Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw, Doorniksewijk 168, 8500 Kortrijk Grafische vormgeving: druk Hautekiet, Gullegem Met de financiële steun van Chairos Vriendenkring Palliatieve Zorg vzw en Lions Club Kortrijk Mercurius
Secretariaat: Netwerk Palliatieve Zorg Zuid-West-Vlaanderen vzw, Doorniksewijk 168, 8500 Kortrijk Tel. 056 30 72 72 Fax 056 25 70 84 E-mail
[email protected] Website www.pzwvl.be De redactie behoudt zich het recht om ingezonden teksten aan te passen en eventueel in te korten in het belang van het tijdschrift. De redactie kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van externe bijdragen. Gehele of gedeeltelijke reproductie van artikels is toegelaten mits vermelding van de bron.