e e all Nieuwsbrief van Alleato, Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Utrecht • nummer 2 • december 2008
Kleur in Actie krijgt landelijke uitrol
Allochtone mantelzorger op de kaart Allochtone mantelzorgers een steun in de rug geven. Zorginstellingen en belangenbehartigende organisaties wakker schudden omdat het hoog tijd is om de brug te slaan naar deze groeiende groep. Dat beoogt ‘Kleur in Actie’, een project dat onder regie van Alleato gedurende drie jaar wordt uitgevoerd in Amersfoort.
inhoud Vanuit Alleato
2
Actueel
3
Zeist in beeld
4
Kleinschalig wonen
6
Maatschappelijke stage
7
Door Marc Engberts
In oktober 2008 publiceerde het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) Portretten van Mantelzorgers. ‘Wie is de mantelzorger en waarom is zij (of hij) bereid soms jarenlang op onbaatzuchtige wijze hulp te verlenen?’, aldus de uitgangsvraag van deze publicatie. Opvallend gemis: tussen de zeventien portretten bevindt zich geen enkele allochtoon. Opvallend, want tot de groep mantelzorgers in Nederland, inmiddels zo’n miljoen mensen, behoort een groeiende groep allochtonen, met hun specifieke zorg en vragen.
Aandacht
De blinde vlek in het SCP-rapport onderstreept de noodzaak van het driejarige project Kleur in Actie, dat Alleato begin 2008 in de gemeente Amersfoort is gestart. Doel van
dit project is, kort gezegd, om de allochtone mantelzorger op de kaart te zetten. Zorginstellingen en organisaties die op enige wijze ondersteuning bieden aan mantelzorgers, moeten ervan doordrongen raken dat ze hun aanbod ook moeten gaan richten op de groeiende groep Turkse en Marokkaanse mantelzorgers. En andersom: Turkse en Marokkaanse mantelzorgers moeten de weg leren vinden naar bestaande hulpstructuren, én naar de zorginstelingen in het algemeen. Bij ‘hulpstructuren’ gaat het bijvoorbeeld om respijtzorg: tijdelijke, vervangende zorg door een professional, die mantelzorgers even lucht geeft. Of om het aanbod van de lokale steunpunten mantelzorg: informatie en advies, lotgenotencontact, emotionele ondersteuning, en themabijeenkomsten.
KiA-voorlichters (vlnr) Ali Hasnaoui, Saliha El Atrouss en Emine Asci in gesprek met Irma Jansen, coördinator Kortdurende Hulp en Steunpunt Mantelzorg (Ravelijn).
De urgentie van betere mantelzorgondersteuning voor allochtonen is hoog. De eerste generatie Turken en Marokkanen vergrijst snel. Velen worden hulpbehoevend en zijn in toenemende mate aangewezen op intensieve ondersteuning van hun naasten. Vanuit de traditie zorgen kinderen vaak vanzelfsprekend voor de ouder die dat nodig heeft, maar dat is niet altijd lang vol te houden. Ook Turkse en Marokkaanse mantelzorgers zullen de weg naar de ondersteuning moeten leren vinden.
Taai
In het halve jaar dat KiA loopt, is gebleken dat allochtone mantelzorgers die het hulpaanbod wel weten te vinden, vaak worden afgeschrikt. Het blijkt lastig om de hulpvraag goed te formuleren. Als men gebruik wil maken van het aanbod van de zorg stuit met op hoge drempels. Tel daarbij op dat veel allochtonen het niet gewend zijn om hun kwetsbare positie naar buiten te tonen,
Bert Spiertz
Veel allochtonen weten niet hoe ze hun hulpvraag moeten formuleren. dan valt te begrijpen dat velen afhaken. Veel werk aan de winkel dus. Het goede nieuws is dat KiA geen eenjarig project is, maar, dankzij financiering van het ministerie van VROM, de provincie Utrecht en de gemeente Amersfoort drie jaar tijd krijgt om structureel iets neer te zetten in het Amersfoortse. Samen met zijn lokale partners is Alleato inmiddels aan de slag met een in-
1
tegrale aanpak langs drie sporen: bonding, bridging en linking (zie kader). De kracht van het project is dat de vele initiatieven die er in Amersfoort zijn aan elkaar verbonden worden. KiA is een voorbeeldproject dat na afloop een landelijke uitrol krijgt.
voor velen een groot obstakel, zeker voor ouderen van de eerste generatie.’ Kleur in Actie is vooral een bewustwordingsproject, dat belang en noodzaak van diversiteit in de zorg op de agenda zet. De voortgang komt op 5 februari 2009 voor
het voetlicht tijdens een grote provinciale bijeenkomst die Alleato organiseert, samen met Axion, Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Flevoland. Meer informatie: zie achterop (blz 8).
Voorlichters
In KiA is een belangrijke rol weggelegd voor de speciale KiA-voorlichters die in Amersfoort worden ingezet. Zij geven voorlichting aan mantelzorgers én aan Turkse en Marokkaanse ouderen van de eerste generatie. ‘Die eerste generatie heeft echt een informatieachterstand’, zegt Emine Asci, een van de elf KiA-voorlichters in Amersfoort. ‘Neem het zorgloket. Veel ouderen weten niet eens dat dat bestaat, laat staan dat ze weten waarvoor ze er terecht kunnen. Maar ook met andere voorzieningen is men slecht bekend. Zo heeft het steunpunt mantelzorg van Ravelijn in Amersfoort veel te bieden. Wij gaan dat breder bekend maken.’ Asci ziet nóg een belangrijke rol voor de voorlichters: ‘Wij kunnen de voorzieningen nuttige adviezen geven. Zo zou het zorgloket een stuk laagdrempeliger worden als er een tweetalige medewerker aan het loket zat. De taal blijft
Integrale aanpak langs drie sporen Bonding, bridging en linking. Langs deze sporen krijgt het project KiA gedurende drie jaar invulling in Amersfoort. Bonding draait om het informeren en bespreekbaar maken van mantelzorg in allochtone families, gemeenschappen en migrantenzelforganisaties. Getrainde voorlichters organiseren daartoe tientallen bijeenkomsten, op verschillende plaatsen in Amersfoort, en in de eigen taal. Bridging betreft het uitwisselen van kennis en ervaring bij verschillende belangenorganisaties. Migranten(zelf)organisaties en belangenorganisaties van patiënten, cliënten, gehandicapten en vrijwilligerswerk worden met elkaar in contact gebracht. Er ontstaan nieuwe samenwerkingsrelaties en de organisaties worden aangemoedigd om samen nieuwe activiteiten op te zetten rondom de problematiek van allochtone mantelzorgers. Linking draait om het vergroten van de diversiteit in de zorginstellingen zodat ze beter kunnen inspelen op de veranderende behoeften en wensen van allochtone mantelzorgers. Daartoe worden duurzame contacten gelegd tussen zorgvoorzieningen en allochtone netwerken en belangenbehartigende organisaties. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan een kleurrijk personeelsbestand, waarbij er specifiek aandacht is voor de in-, door- en uitstroom.
eato vanuit All Uit de beklaagdenbank!
Marc Engberts
Je zult in deze tijden maar een Marokkaanse afkomst hebben! Als je in de trein zit, is er een reële kans dat je geconfronteerd wordt met een krantenkop die een verband legt tussen Marokkanen en criminaliteit. Om de haverklap is het raak. Er gebeurt iets waar Marokkanen bij betrokken zijn en een hele bevolkingsgroep wordt in de beklaagdenbank gezet. Lang niet iedereen realiseert zich wat dat voor impact kan hebben, zeker op jongeren die in de puberteit zitten, en niet altijd stevig in hun schoenen staan. Het is, zacht gezegd, schadelijk voor hun zelfvertrouwen. Alleato maakt zich al lange tijd hard voor een genuanceerde beeldvorming en het aanpakken van vooroordelen. Onze promotieteams allochtone jongeren in Utrecht en Amersfoort zijn daarvan een goed voorbeeld. Met ons project InZicht werken we aan een betere verstandhouding tussen de Marokkaanse gemeenschap en maatschappelijke instellingen. Binnen de provincie Utrecht dragen we bij aan betere mogelijkheden voor burgers om klachten over discriminatie te melden. Maar er is meer nodig en dat kunnen wij niet alleen. Ik roep maatschappelijke organisaties, media, politiek, maar ook individuele burgers op zich hard te maken voor een genuanceerde beeldvorming. Ga in dialoog en spreek vooroordelen tegen! Wijs erop dat er, naast die kleine groep die de discussie bepaalt, zo velen zijn die het tegen de verdrukking in goed doen en op wie we trots kunnen zijn. Toon de goede voorbeelden en maak duidelijk dat nooit een hele bevolkingsgroep de dupe mag worden van het gedrag van een kleine groep die zich misdraagt. Alleato trekt hierin graag samen met u op en zal in de discussie de komende tijd zeker zijn gezicht laten zien! Güler van der Wekken manager Wijken, burgerschap, diversiteit
2
actueel Aftrap pilot maatschappelijke stages Passende stageplaatsen realiseren voor 2400 leerlingen. Dat is de doelstelling van een pilot die scholen en maatschappelijke organisaties uit De Bilt, Zeist, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede dit schooljaar uitvoeren. Op 25 november was de aftrap in Zeist. In 2011 moeten alle leerlingen in het voortgezet onderwijs 72 uur buiten schooltijd een maatschappelijke stage lopen. Scholieren maken zo praktisch kennis met de samenleving en doen ervaring op met vrijwilligerswerk. Voor maatschappelijke organisaties zijn de stages een uitgelezen kans om jongeren te leren kennen en als vrijwilliger aan zich te binden. Op veel plaatsen in Nederland bereiden scholen zich voor. In De Bilt, Zeist, Utrechtse Heuvelrug en Wijk bij Duurstede hebben dertien scholen voor voortgezet onderwijs en drie steunpunten vrijwilligerswerk de handen ineen geslagen: zij voeren samen een pilot uit. Alleato leidt het project. Het ministerie van OCenW faciliteert het met extra middelen. Ook elders in het land worden pilots door het ministerie mogelijk gemaakt. De deelnemende partijen willen uitvinden hoe je voldoende, geschikte stageplaatsen realiseert, en hoe de begeleiding het beste vorm kan krijgen. Ook zoeken ze naar effectieve bovenlokale samenwerking. Een goede afstemming is cruciaal. Neem leerlingen die in Zeist wonen, maar naar school gaan in De Bilt. Voor de school in De Bilt is het dan belangrijk om ook stageplekken in Zeist te regelen. Daarbij is de hulp van ondersteunende instanties uit Zeist onmisbaar. Omdat duizenden leerlingen een stageplek moeten vinden, is regionale coördinatie noodzakelijk. Voor meer informatie: Alleato, Hans van Bruinessen, (030) 231 38 33.
Uitwisseling tussen basisscholen stad en dorp Kinderen van basisschool St. Jozef uit het dorp Achterveld bezochten op 6 november leeftijdsgenoten van De Kinderhof in Amersfoort. Ze voetbalden, spraken over de islam, en wisselden ervaringen uit over pesten. Onder begeleiding van hun leerkracht gaven twee kinderen in de gymzaal demonstraties in boks- en trapbewegingen voor zelfverdediging. Andere leerlingen vertelden over hun godsdienst, als onderdeel van een les over de islam. Tijdens de ontmoeting bleken de circa zeventig leerlingen van beide scholen het de hele ochtend goed met elkaar te kunnen vinden. Volgend voorjaar krijgt het project een vervolg, want dan komen de Amersfoorters van de Kinderhof naar Achterveld voor een tegenbezoek. De uitwisseling is een initiatief van Alleato.
Eut van Berkum
Voor meer informatie: Jasper Veldhuis, adviseur Alleato, (030) 231 38 33.
InnovatieProject MENS De Bilt Ervoor zorgen dat bewoners voorzieningen en, indien nodig, ondersteuning krijgen waardoor zij zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen vertrouwde omgeving kunnen blijven wonen. En ook: stimuleren dat ze actief mee blijven doen met de samenleving. Dat beoogt het project Mens de Bilt, dat wordt uitgevoerd in twee pilotwijken van de gemeente De Bilt: De Bilt West en Maartensdijk. In de afgelopen twee jaar is een infrastructuur op wijkniveau gerealiseerd, met wijkservicecentra als laagdrempelige en toegankelijke plek voor informatie, advies, ondersteuning en activiteiten voor alle burgers. Als onderdeel van het project is onlangs een bewonerszelfonderzoek uitgevoerd. Zeventien vrijwilligers hielden interviews met hun wijkgenoten. Ze werden bevraagd op hun ervaringen en wensen met wonen, welzijn en zorg in de wijk. Er zijn 140 interviews afgenomen. Begin volgend jaar worden de bevindingen uit de interviews teruggekoppeld in een wijkconferentie aan alle bewoners van Maartensdijk en De Bilt West. Zo mogelijk wordt het voorzieningenaanbod aangepast op de wensen van bewoners. Vele partijen werken samen in het innovatieproject. Ze hebben een convenant afgesloten om deze pilot tot een succes te brengen. De gemeente De Bilt heeft de regierol en zorgt zoveel mogelijk voor de voorwaarden. Afhankelijk van het succes van dit pilotproject komt er een uitrol van de infrastructuur in de overige wijken van De Bilt. De gemeenteraad De Bilt besluit in het voorjaar 2009 of deze uitbreiding haalbaar is. Alleato is een van de partijen die ondersteunt bij de realisering van een aantal onderdelen van het project. Voor meer informatie: Monique Postma, senior adviseur Alleato, (030) 239 20 65.
3
c ie v a n u it d e p r o v in Nieuwe kansen voor de Vogelwijk in Zeist
‘Uiteindelijk moeten de bewoners het zelf doen’ Op veel plekken in de provincie worden oude wijken opnieuw opgebouwd. Hoe zorgen gemeenten ervoor dat bewoners zich betrokken voelen bij hun nieuwe wijk? Samenleving-wethouder Albert van Kuijk over zijn missie om de sociale cohesie in de Zeister Vogelwijk te versterken. Door Patrick Pouw
De Vogelwijk in Zeist. Het is geen Vogelaarwijk, maar de wijk kampte de afgelopen jaren wel degelijk met een aantal grootstedelijke problemen: jongerenoverlast, verloedering en criminaliteit. De Vogelwijk gleed af, en het werd tijd om in te grijpen. Oorspronkelijk, eind jaren vijftig, waren de goedkope portiekflats zeer gewild, zegt PvdA-wethouder Samenleving Albert van Kuijk. ‘Maar juist die lage huren zorgden in de loop der jaren ook voor een toestroom van huishoudens met lage inkomens. De bevolkingssamenstelling werd steeds eenzijdiger, het aantal allochtonen in de wijk groeide naar ongeveer 70 procent, en na
vijftig jaar bewoning moest er echt wat gebeuren met de verouderde flats. Woningcorporatie De Kombinatie, de eigenaar van de woningen, maakte een simpele rekensom. De afgelopen jaren is veel aan de woningen geknutseld. Op een gegeven moment houdt het dan gewoon op. Sloop kan dan beter zijn dan telkens weer te moeten opknappen.’ Een grote meerderheid van de bewoners heeft zich uiteindelijk uitgesproken voor sloop en nieuwbouw in de wijk. De 198 sociale huurflats die de Vogelwijk van oudsher vormden, worden vervangen door 237 nieuwe woningen. Naast honderd sociale huurwoningen worden er in de nieuwe Vogelwijk
Bert Spiertz
Wethouder Van Kuijk in gesprek met de heer Bashir (rechts), in de Vogelwijk.
4
ook koopwoningen gebouwd. ‘Daarmee hopen we dat ook de bevolkingssamenstelling gevarieerder wordt’, zegt Van Kuijk. ‘Het is heel spannend om te zien of dat mixen straks werkt, en wat het betekent voor de sociale cohesie in de wijk.’
Speelgoed
Van Kuijk roemt een aantal projecten en individuen die zich de afgelopen jaren al sterk maakten voor de Vogelwijk. ‘Er gebeurt veel in Zeist-West. Saestum, de voetbalvereniging, probeert wijkbewoners echt te betrekken bij sport. Een school als De Koppel zet zich in om bijvoorbeeld allochtone ouders
te betrekken bij het onderwijs aan hun kinderen. Stichting Fatima, een allochtone vrouwenvereniging, organiseert cursussen Nederlands en computerlessen voor de achterban. En dan zijn er mensen als meneer Bashir - door mij altijd ‘de burgemeester van de Vogelwijk’ genoemd - die een heel goede invloed op de wijk heeft gehad met onder andere zijn ‘Speelblik’. Hij opent een paar keer per week zijn container met speelgoed, waarmee buurtkinderen kunnen spelen. Mensen als meneer Bashir doen soms geruisloos hun werk, en we vergeten ze daarom soms bijna, maar ze zijn er gelukkig wel. Participerende burgers zijn kwartiermakers: zij kunnen de toon zetten.’ Toch is het aantal mensen dat zich echt inzette voor de wijk jammer genoeg betrekkelijk klein, stelt Van Kuijk. ‘Een klein deel
toegankelijk te maken. Ons bewoners-kansenonderzoek is dan ook een activerend, pro-actief onderzoek. We vragen aan individuen wat ze graag willen én wat ze daar zelf aan kunnen bijdragen. Daarmee maak je mensen zelf verantwoordelijk. Dat is heel belangrijk. Het onderzoek is bijvoorbeeld ook niet anoniem. We gaan later terug naar de wijkbewoners die we gesproken hebben. Dan zeggen we letterlijk: u wilde dit, en nu kunt u daar ook echt iets aan doen.’ Daarbij is het essentieel om wijkbewoners op de juiste manier aan te spreken, benadrukt de Alleato-adviseur. ‘Mensen willen wel degelijk hun wijk opbouwen. Of ze dat ook doen, hangt vooral af van de manier waarop je ze vraagt mee te helpen. Door de vraagstelling dicht bij henzelf en hun motivatie te houden, bereik je het meest. Het
‘Mensen raken vaak pas écht betrokken als het over hun eigen straatje gaat.’ deed goed mee, onder meer in de strijd tegen de jongerenoverlast en het rondslingerende huisvuil. Als mensen lopen te mopperen en te klagen, dan mag je ook verwachten dat ze zelf wat willen doen. Maar dat valt soms nog niet mee. Je kunt niet alleen maar naar de gemeente kijken. Zorg dat je als burger ook zelf initiatief neemt.’
heeft weinig zin om te zeggen: ‘Wij willen de wijkcohesie verbeteren, wat is daarbij úw bijdrage?’ Zinvoller is het om ze bijvoorbeeld naar hun hobby’s te vragen. Antwoorden ze dat ze van voetbal houden, dan kun je ze vervolgens vragen om actief te worden bij de voetbalvereniging in de wijk.’
Kansen
Frits van Ginkel, bestuursadviseur Wonen van De Kombinatie, heeft de basis gelegd voor het onderzoek. ‘Wij willen graag van bewoners weten hoe ze mee willen doen, wat hun talenten zijn. En we willen, ook heel belangrijk, mensen bewust maken van hun talenten. Dat talent moet je proberen los te weken. Maar dan moet je wel wat te bieden hebben, want anders lukt het niet. De Vogelwijk zal qua bewonerssamenstelling over enkele jaren sterk veranderd zijn. Daar willen we nu al op voorsorteren. Wij willen als corporatie graag faciliteren en investeren om bewoners de mogelijkheid te bieden de Vogelwijk weer op de kaart te zetten. En daar kunnen ze zelf actief aan meewerken.’ Bewoners zijn te lang alleen gezien als consumenten, stelt Van Wanrooy. ‘Terwijl ze natuurlijk ook producenten zijn: ze hebben wel degelijk een verantwoordelijkheid om wat te doen aan de leefbaarheid van de wijk waarin ze wonen. Door consequent in te haken op de kracht van bewoners voorkóm je ook problemen omdat je preventief te werk gaat. Dat betekent niet dat het allemaal vanzelf gaat. Bij de uitvoering moeten wijkbewoners wel gecoached worden. Er
Dat is ook de instelling van Alleato, zegt Pascal van Wanrooy, adviseur bij deze organisatie. In opdracht van de Zeister woningcorporatie De Kombinatie, voert hij op dit moment een bewoners-kansenonderzoek uit in de Vogelwijk. In dat onderzoek, waarvoor Alleato spreekt met buurtbewoners, sleutelfiguren en stakeholders in de wijk, worden de wensen en mogelijkheden van wijkbewoners op sociaal-maatschappelijk gebied geïnventariseerd. Juist dat laatste is waardevol om in kaart te brengen, benadrukt Van Wanrooy. ‘Wat een bewoner kán, is net zo belangrijk als wat die bewoner wil. Ons bewoners-kansenonderzoek gaat daarom nadrukkelijk niet uit van de instelling “u vraagt, wij draaien”. Wij vragen bewoners wat ze zélf kunnen en willen betekenen voor de wijk waarin ze wonen. Wij gaan uit van kansen, niet van problemen – zonder overigens die problemen te ontkennen.’ Daarmee is het bewoners-kansenonderzoek een typisch voorbeeld van de capaciteitsgerichte manier van werken van Alleato, zegt Van Wanrooy. ‘We proberen sociaal kapitaal
Talenten
zijn, in veel gevallen, allerlei drempels die ze moeten overwinnen: sociale vaardigheden, zelfvertrouwen en de omgang met verschillende culturen.’
Samenspraak
In de focus op gezamenlijkheid hebben Alleato en de gemeente Zeist elkaar gevonden. Van Kuijk: ‘Ook wij zijn de inspraak voorbij: we willen samenspraak. Wij geloven in interactieve planvorming, natuurlijk binnen bepaalde randvoorwaarden.’ Bij dergelijke processen zijn betrokken en gemotiveerde sociale partners onontbeerlijk, erkent de wethouder. ‘Bewonersverenigingen, het opbouwwerk, de kerken, het wijkgericht werk: je hebt ze allemaal keihard nodig om ingangen te krijgen, en om mensen te bereiken. Gelukkig beseft woningcorporatie De Kombinatie dat ook zij een belangrijke maatschappelijke taak heeft bij de herstructurering van een wijk.’ Dat is van oudsher zo gegroeid, zegt Van Ginkel. ‘We willen behalve een goede woning ook een prettige woonomgeving bieden. We stimuleren betrokkenheid, maar we verwachten ook dat mensen kansen oppakken. Dat gebeurt ook, bijvoorbeeld met het wijkgerichte werken, waarmee we in Zeist, samen met woningcorporaties, de gemeente, politie en het welzijnswerk goede resultaten bereiken.’ Op die manier ontstaan mooie verbanden, zegt Van Wanrooy. Ook Van Kuijk heeft goede hoop voor de toekomst van de Vogelwijk. Toch waakt hij voor te hoge verwachtingen. ‘Mensen raken vaak pas écht betrokken als het over hun eigen straatje gaat: het moet echt heel dicht bij huis komen. Dat zag je bij de sloop, en dat zie je waarschijnlijk ook straks. De wil om te participeren hangt erg af van wat er voor je deur gebeurt. We moeten wat dat betreft ook reëel zijn. Een deel van de bewoners heeft genoeg aan zichzelf, en geen behoefte om zich in te zetten voor de wijk - hoe jammer dat ook is, want je hebt iedereen keihard nodig. De gemeente kan vooral in voorwaardelijke zin ondersteunen, door bijvoorbeeld speelvoorzieningen neer te zetten en de werkloosheid tegen te gaan. Maar uiteindelijk moeten de bewoners het zelf doen. Ze mogen ons best aanspreken, maar als er goede voorzieningen voor huisvuil zijn, dan hebben ze geen enkel excuus huisvuil vanaf de flat naar beneden te gooien.’
Voor achtergrondinformatie over Zeist: kijk op www.kentranet.nl/gemeenten/29
5
partners Stimulans voor kleinschalige wooninitiatieven
regels opgelegd, hier niet. Het fijne van deze woongroep is dat je als gelijke wordt behandeld en met elkaar kunt overleggen. Zonder de begeleiding zou ik het niet kunnen.’
SSH bereid was mee te werken en woonruimte beschikbaar stelde, kwam het project in een stroomversnelling. Binnen twee jaar was de woonvorm gerealiseerd. Harry van Haarlem: ‘Het is allemaal heel snel gegaan, ja. Van doorslaggevende betekenis was de medewerking van woningcorporatie SSH. De woningen moesten voldoen aan speciale eisen. Onze kinderen zijn heel prikkelgevoelig, ze kunnen zich snel overvallen voelen door plotseling licht of geluid. Daarom moesten de appartementen geluidsarm zijn. De tussenwanden hebben extra geluidsisolatie en ook de ramen zijn van extra dik glas. Verder was een gemeenschappelijke ruimte noodzakelijk. Anders blijven ze maar in hun appartement zitten en komen ze er niet meer uit. Een van de doelstellingen van deze woonvorm is tenslotte dat de jongeren dingen samen doen.’
Initiatief van ouders
Bergen werk
‘Hier blijf ik nog heel lang wonen’ Zelfstandig wonen is belangrijk, ook voor jongeren met een stoornis in het autistisch spectrum. Daarom nam een aantal daadkrachtige ouders het initiatief een kleinschalige woonvorm op te zetten voor hun kinderen. Alleato ondersteunde hen in dit proces. Door Leonie van den Schoor
Taco van Haarlem (21) woont sinds september in de Clophaemer, een kleinschalige woonvorm voor jongeren met een autistische stoornis. Hij is erg blij met zijn nieuwe woonruimte. ‘Mijn kamer is groot en niet gehorig. Ik kan harde muziek draaien, zelfs tot laat in de avond. Hier kan ik eindelijk de dingen doen die ik wil doen.’ Taco is een van de negen jongeren die de eerste etage van een nieuw studentencomplex in de Utrechtse wijk Overvecht bewonen. Elke bewoner heeft een ruime eenkamerwoning met keukenblok en badkamer. Ook is er een gezamenlijke ruimte waar ze samen kunnen koken, tv kijken of een spelletje spelen. Overdag zijn er begeleiders aanwezig om de jongeren te helpen, bijvoorbeeld met hun dagbesteding. Taco is tevreden met die ondersteuning. ‘De begeleiders zijn echt in je geïnteresseerd en proberen je te begrijpen. In andere woongroepen krijg je vaak
De Clophaemer is een initiatief van een aantal ouders van jongeren met een autistische stoornis en een normale tot hoge begaafdheid. Harry van Haarlem, vader van Taco: ‘Je wil toch dat je kind op eigen benen kan staan. Met begeleiding als dat nodig is.’ Ruim vier jaar geleden startte hij bij hem thuis een oudergroep voor mensen die met dezelfde vraag zaten: waar gaat mijn kind straks wonen? De oudergroep leidde een sluimerend bestaan, totdat Harry op een expertmeeting over speciale woonvormen in contact kwam met Alleato. Alleato bood de oudergroep ondersteuning aan bij het opzetten van het woonproject. Toen ook studentenhuisvester
Eut van Berkum
Taco van Haarlem: ‘Het fijne van deze woongroep is dat je als gelijke wordt behandeld en met elkaar kunt overleggen.’
6
Voor de realisering van dit project heeft de oudergroep bergen werk verzet. Allereerst heeft ze een stichting in het leven geroepen: de Grasboom. Vervolgens zijn er taken verdeeld over de ouders. De een hield zich bezig met financiering, de ander met de bouw, een derde met de zorg en een vierde met juridische zaken. Harry van Haarlem: ‘Het gaat erom ouders enthousiast te maken en allemaal een eigen taak te geven. Dan voelen ze zich eigenaar van het project. Dat is het allerbelangrijkste om het te laten slagen.’ Stichting de Grasboom heeft veel steun gehad aan de samenwerking met Alleato. Alleato had een coördinerende rol, maakte een stappenplan en hield zich vooral bezig met subsidies, financiën en de bouw. ‘Janneke van Kuijzen van Alleato heeft veel voor ons uitgezocht. Zij weet veel en heeft de juiste contacten bij gemeente en provincie. Daar hebben we veel plezier van gehad.’ Aan de zorgkant kreeg de oudergroep ondersteuning van MEE, een instelling voor advies, ondersteuning en informatie aan mensen met een beperking. Zij hielpen bij de herindicatie van de jongeren en bij het zoeken naar een zorgaanbieder die voor de juiste begeleiding kon zorgen. Dat is Reinaerde geworden, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Voor Reinaerde zijn de jongeren van de Clophaemer een nieuwe doelgroep.
Behoefte
Tot voor kort was er voor jongeren met een autistische stoornis en een normale tot hoge begaafdheid geen mogelijk-
veld vanuit het
Brochure
Om het toekomstige woonprojecten makkelijker te maken, gaat Alleato een brochure schrijven specifiek voor deze doelgroep. Wat
‘De animo voor dit soort woonvormen is groot.’ komt er allemaal bij kijken als je een woonvorm voor jongeren met een autistische stoornis wilt opzetten? Welke stappen moet je ondernemen? Waar moet je in de tijdsplanning op letten? Janneke van Kuijzen: ‘Ten eerste moeten de initiatiefnemers een stichting of vereniging vormen, zodat ze subsidies kunnen aanvragen en fondsen kunnen werven. De financiën moet je op orde hebben. Een andere hobbel is het vinden van een goede zorgaanbieder die geschikte begeleiders kan leveren. Verder moet er bijtijds worden gestart met het herindiceren van de bewoners door het CIZ. Dat is een heel traject waar maanden overheen kunnen gaan. En natuurlijk heb je een goede locatie en huisvester nodig, daarmee staat of valt het project. Een belangrijk onderdeel is het vaststellen van het bouwkundig Programma van Eisen, waarin specifieke aanpassingen voor een geluids- en prikkelarme omgeving worden opgenomen. Al met al vergt het hele traject veel inzet van de ouders. Zonder die inzet red je het niet.’ Aan Taco is die inzet welbesteed. Na vele omzwervingen langs verschillende woongroepen heeft hij het in de Clophaemer nu eindelijk naar zijn zin. ‘Dit voelt echt aan als mijn eigen huis. Ik denk dat ik hier nog heel lang zal blijven wonen.’ Meer informatie: Janneke van Kuijzen (030) 239 20 50 of Babette Scheelen (030) 239 20 47
‘We zijn het avontuur aangegaan, en niet tot onze spijt!’ Marc Engberts
heid om zelfstandig te wonen. Meestal kwamen ze terecht in een instelling voor jongeren met een verstandelijke beperking of de GGZ, niet de plek waar ze echt thuishoren. Voor autistische jongeren met een normale intelligentie was er echter niets. Een woonvoorziening als de Clophaemer blijkt daarom in een grote behoefte te voorzien. De vraag ernaar is groot. Stichting de Grasboom heeft nog twee andere woonprojecten op stapel staan. In Utrecht zullen in mei 2009 dertien jongeren een zelfstandige woonruimte kunnen betrekken. De animo hiervoor is zo groot dat er, net zoals bij de Clophaemer, een wachtlijst is. Het derde project van de Grasboom is nog in de beginfase: in Amersfoort is de stichting op zoek naar een geschikte locatie. Alleato is ook nog betrokken bij een vierde woonproject in Veenendaal, een inititatief van Stichting EF5. Daar zullen negen tot twaalf jongeren een onderkomen vinden in de nieuw te bouwen wijk Veenendaal-Oost. Ook elders in het land beginnen woonvormen voor autistische jongeren te ontstaan. De ondersteuning voor de Clophaemer werd gefinancierd door het programma ‘Wel Thuis!’ van de provincie Utrecht. Ook de gemeente Utrecht en diverse fondsen droeg bij. De Clophaemer is een pilotproject van de provincie Utrecht. ‘Het bijzondere aan deze woonvorm is dat wonen en zorg financieel gescheiden zijn’, zegt Janneke van Kuijzen van Alleato. ‘De jongeren huren zelfstandig een woonruimte van SSH, de begeleiding wordt gefinancierd vanuit het persoongebonden budget (PGB). Dat is een wezenlijk verschil met wonen in een instelling. Daar worden bewoners geïndiceerd voor wonen en zorg tegelijk.’
Maatschappelijke stage bij Bartiméus Ruim twee jaar werkt Bartiméus Doorn - in het kader van de maatschappelijke stages - samen met scholieren. Inmiddels hebben al bijna tweehonderd scholieren hun bijdrage geleverd aan onze instelling, die zich inzet voor de kwaliteit van leven van mensen die blind zijn of slechtziend en een verstandelijke beperking hebben. Vier jaar geleden zijn maatschappelijk stagiaires begonnen op onze boerderij in Langbroek; ze wieden er bijvoorbeeld onkruid of bakken pannenkoeken voor onze cliënten. Sinds twee jaar leveren scholieren hun bijdrage binnen onze vestiging in Doorn. Ze werken in de soos achter de bar en serveren limonade en chips. Of ze ondersteunen bij activiteiten van de bewoners van Bartiméus. Ze trekken met cliënten op: praten met ze of maken samen een wandeling. Voordat wij met scholieren gingen werken, hoorden we nogal eens: ‘Pas op, het is heel moeilijk om met die leeftijdsgroep, leerlingen van twaalf tot zestien, goede afspraken te maken.’ Of: ‘Kijk uit, want op tijd komen is voor deze jongeren een probleem.’ Toch zijn we het avontuur aangegaan, en niet tot onze spijt! De jongeren die bij ons komen, blijken zeer gemotiveerd. Het is fantastisch om te zien hoe ze hun bijdrage leveren aan de samenleving, ervaring opdoen met vrijwilligerswerk, en ook nog eens mensenkennis opdoen door het contact met onze cliënten. Met de jongeren halen we een stukje maatschappij naar binnen. Onze cliënten beleven veel plezier aan het contact met de scholieren. Onze positieve ervaring kan andere organisaties misschien inspireren om ook mee te doen aan de maatschappelijke stages. Mijn belangrijkste advies: zorg dat je altijd een helder aanspreekpunt hebt voor de leerlingen, de school en de ouders. Het liefste één gezicht bij wie de betrokkenen kunnen aankloppen. Het is een van de belangrijkste voorwaarden om maatschappelijke stages een succes te laten worden. En als organisatie de vruchten te plukken van de positieve bijdrage die scholieren kunnen leveren. Hiltje Keller, Cultureel werker Bartiméus Lees op blz 3 meer over de maatschappelijke stages en de rol daarbij van Alleato.
7
achtero
p
Bijeenkomst over diversiteit en zorg
Is uw zorginstelling toegankelijk voor alle groepen in de samenleving? Weet u hoe u ook niet-westerse allochtonen kunt bereiken? Wilt u ideeën opdoen om ook uw instelling of beleid voor te bereiden op de toekomst? Deze vragen staan centraal op 5 februari. Het is de tweede bijeenkomst in een reeks van negen bijeenkomsten voor Utrecht en Flevoland over de thema’s van de gemeenschappelijke integratieagenda (www.forum.nl/integratieagenda.) Tijdens de eerste bijeenkomst, op 29 september in Flevoland, stond het thema ‘emancipatie’ centraal. Er volgen nog bijeenkomsten over inburgering, onderwijs, werk, wonen, actief burgerschap, sociale integratie en veiligheid. De organisatie is in handen van Alleato en Axion in samenwerking met FORUM. De bijeenkomsten vinden afwisselend in Flevoland en Utrecht plaats. De bijeenkomst op 5 februari is van 10.00-13.00 uur (inclusief lunch) in het Provinciehuis Utrecht. Deelname is gratis. Aanmelden kan bij door uw naam, organisatie, adres en e-mailadres op te geven o.v.v. aanmelding Diversiteit en Zorg via het e-mailadres:
[email protected]. Of meld u telefonisch aan: (030) 239 20 69.
Bert Spiertz
Annet Meeuws, tijdens de conferentie Integraal Emanciperen, op 29 september
Marc Engberts
‘Diversiteit en zorg’ staat centraal op een bijeenkomst op 5 februari 2009 in het Provinciehuis van Utrecht.
Gedeputeerde bezoekt Alleato Op 19 november bracht Marjan Haak een werkbezoek aan Alleato. De nieuwe gedeputeerde nam onder andere een rapport in ontvangst over Wmo-loketten in de provincie Utrecht. ‘Als ik dit had geweten toen ik wethouder was van Woerden of De Bilt, dan had ik er zeker werk van gemaakt en gekeken of we het aanbod van Alleato in konden zetten in de gemeente.’ Dat zei Marjan Haak, de nieuwe gedeputeerde van zorg, jeugd, onderwijs en bestuurlijke organisatie op woensdag 19 november tijdens haar werkbezoek aan Alleato. Haak riep Alleato op het eigen werk nog beter voor het voetlicht te brengen, niet in de laatste plaats bij wethouders van gemeenten. De gedeputeerde meldde aan het einde van het bezoek dat ze een mooi totaalbeeld had gekregen van het werk van Alleato. ‘De concurrentie heeft jullie scherp gemaakt’, citeerde ze met instemming een uitspraak die Alleato-directeur Lineke Maat eerder op de ochtend had gedaan. Haak kreeg een gevarieerd programma voorgeschoteld. Naast een audiovisuele impressie van Nieuw Politiek Talent en van een uitwisseling tussen scholen, in het kader van School in de Wereld, gaf Lineke Maat een presentatie over de ontwikkeling van Alleato. Diverse projecten passeerden vervolgens de revue, van ‘Vinden en Verbinden’ tot de ‘Quickscan bereik bijzondere doelgroepen’. Monique Postma, senior adviseur, overhandigde de gedeputeerde een gloednieuw rapport dat de stand van zaken opmaakt bij Wmo-loketten in de provincie Utrecht.
colofon Bemuurde Weerd Westzijde 4 • 3513 BH Utrecht t 030 231 38 33 • f 030 232 87 77
[email protected] • www.alleato.nl
Alleato is een adviesbureau voor sociale vraagstukken in de provincie Utrecht. Wij brengen overheden, instellingen en burgers bij elkaar en ondersteunen hen bij het benutten van hun kwaliteiten. Alleato heeft krachtige netwerken en brengt nieuwe inzichten in praktijk. Alleato verbindt, versterkt en vernieuwt
8
Jaargang 2, nummer 2, december 2008 Allee is een uitgave van Alleato, adviesbureau voor sociale vraagstukken. Allee informeert over activiteiten en projecten van Alleato en zijn partners. Het blad verschijnt twee keer per jaar en wordt gratis verspreid onder relaties van Alleato. Redactie: Marc Engberts, Inger Luijten Aan dit nummer werkten mee: Eut van Berkum, Rita van den Heuvel, Hiltje Keller, Patrick Pouw, Leonie van den Schoor, Bert Spiertz, Güler van der Wekken. Vormgeving: Suggestie en illusie Druk: USP Redactie-adres: Bemuurde Weerd Westzijde 4, 3513 BH Utrecht, (030) 239 20 58,
[email protected] Website: www.alleato.nl Abonnementen zijn gratis en kunnen per e-mail worden aangevraagd en opgezegd. Mail
[email protected] Overname van artikelen en illustraties is alleen toegestaan met bronvermelding en na toestemming van de redactie.