Alles over studiefinanciering voor studenten en afgestudeerden
IB-Groep komt u tegemoet De IB-Groep komt je tegemoet
Inleiding Studeren kost geld. Met studiefinanciering is het mogelijk om de opleiding of studie van je keuze te volgen. Wil je studiefinanciering aanvragen, ontvang je al studiefinanciering of moet je een studieschuld terugbetalen? Dan heb je te maken met de Informatie Beheer Groep, kort gezegd: IB-Groep. Want de IB-Groep voert de Wet op de studiefinanciering uit voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Wat is studiefinanciering? Hoeveel geld kun je krijgen? Hoe kun je het aanvragen? In dit boekje Alles over studiefinanciering vind je antwoord op deze vragen. Ook vind je informatie over de OV-studentenkaart, lenen bij de IB-Groep, het wijzigen of stoppen van je studiefinanciering en over het terugbetalen van je studieschuld. Kortom: dit boekje biedt je veel informatie over studiefinanciering. Toch kan het zijn dat je het antwoord op jouw vraag niet kunt vinden. Kijk dan op www.ib-groep.nl. Op de site van de IB-Groep vind je namelijk nog meer informatie over alle regelingen die de IB-Groep uitvoert. Bovendien kun je je op de site aanmelden voor Mijn-Groep, het digitale loket van de IB-Groep. Met Mijn IB-Groep kun je online je studiefinanciering aanvragen, bekijken en wijzigen. Snel en makkelijk.
COLOFON Uitgave: Informatie Beheer Groep Postbus 50103 9702 GC Groningen www.ib-groep.nl Fotografie: Roelof Bos Dit boekje is zuiver informatief. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend. December 2008
5
Inhoud 1
2
3
Studiefinanciering: wat is het? 9
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11
Wat is studiefinanciering? 10 Basisbeurs 10 Aanvullende beurs 10 OV-studentenkaart 12 Lening 12 Collegegeldkrediet (voor hbo en universiteit) 13 Als je een kind verzorgt 14 Voorwaarden 15 Prestatiebeurs 16 Omzetting prestatiebeurs 18 Bedragen 18
OV-studentenkaart 21
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
OV-studentenkaart 22 OV-chipkaart 23 Presteren voor je kaart 23 Afhalen van je kaart 23 Je kaart inleveren 24 Wisselen van kaartsoort 26 Problemen met je OV-studentenkaart 26 OV-studentenkaart en buitenland 28
Mijn IB-Groep 31 3.1 3.2 3.3 3.4
Waarom Mijn IB-Groep? 32 DigiD 32 Hoe werkt het? 33 Digitale berichten 33
6
4
5
6 7 8 9
Studiefinanciering aanvragen 35 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Wanneer en hoe aanvragen? 36 Toeslag aanvragen 36 Geld tussen twee studies aanvragen 36 Aanvragen studiefinanciering voor een buitenlandse opleiding 37 Aanvragen collegegeldkrediet voor EU/EER-studenten 38
Bijverdienen 41
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Bijverdiengrens 42 Wat telt mee? 42 Wat telt niet mee? 43 Als je te veel bijverdient 44 Wat moet je terugbetalen? 44
Studiefinanciering in het buitenland 47
6.1 6.2 6.3 6.4
Tijdelijk naar het buitenland 48 Volledige mbo-opleiding in het buitenland 48 Volledige studie aan hbo of universiteit in het buitenland 49 Studieresultaten in het buitenland 50
Studiefinanciering voor niet-Nederlanders 53
7.1 Geen Nederlander en ook geen burger van de Europese Unie? 54 7.2 Geen Nederlander maar wel een burger van de Europese Unie? 55
Studiefinanciering voor Antillianen en Arubanen 57
8.1 Aanvragen studiefinanciering 58 8.2 Als je studiefinanciering ontvangt 59 8.3 Studieschuld aflossen 59
Uitzonderingen 63 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
Stoppen voor 1 februari 64 Problemen met je ouders 64 Inkomen ouders gedaald 65 Prestatiebeurs bij handicap of ziekte 66 Collegegeldkrediet voor EU/EER-studenten 67
7
10 11 12
13
Studiefinanciering wijzigen 69
10.1 Wijzigingen doorgeven 70
Studiefinanciering stopzetten 73
11.1 Stoppen met je opleiding 74 11.2 Stopzetten wegens bijverdienen 74 11.3 Diploma behaald 74
Lenen en terugbetalen 77 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7
Studieschuld aflossen 78 Rentepercentage 79 Betaalwijze tijdens aflosfase 79 Extra aflossen 80 Schuld OV-studentenkaart betalen 80 Te veel studiefinanciering ontvangen 81 Kwijtschelden schuld 82
Studiefinanciering: controles 85
13.1 Waarom controleert de IB-Groep? 86 13.2 Welke controles? 86
14
Bezwaar & Beroep of klachten 89
15
Over de IB-Groep 97 15.1 Wat doet de IB-Groep? 98 15.2 Heb je vragen? 99 15.3 Contact 100
14.1 14.2 14.3 14.4
Bezwaar indienen 90 In beroep gaan 92 Voorlopige voorziening 93 Klachten over de dienstverlening 94
A-Z Index 102
8
1
9
Studiefinanciering: wat is het? Als je een mbo-opleiding volgt en ouder dan 18 bent of als je studeert aan hbo of universiteit, kun je meestal studiefinanciering krijgen. Dat is zo geregeld in de Wet studiefinanciering (WSF 2000).
10 1.1 Wat is studiefinanciering? Studiefinanciering bestaat uit: • basisbeurs • aanvullende beurs • OV-studentenkaart • lening • collegegeldkrediet (alleen hoger onderwijs). Studenten in het mbo (alleen niveau 3 en 4), in het hbo én aan de universiteit vallen onder de prestatiebeurs. Dat betekent dat je op tijd een diploma moet behalen, anders moet je de basisbeurs, de aanvullende beurs en de OV-studentenkaart terugbetalen. De prestatiebeurs geldt niet voor mbo-studenten die niveau 1 of 2 doen en voor mbo-studenten die vóór 1 augustus 2005 al studiefinanciering voor een mbo-opleiding kregen.
1.2 Basisbeurs Iedereen die recht heeft op studiefinanciering, krijgt een basisbeurs. Voor de meeste studenten is de basisbeurs een onderdeel van de prestatiebeurs. Lees meer over de prestatiebeurs op pagina 16. Als je uitwonend bent, is je basisbeurs hoger dan wanneer je bij je ouders woont. Dat is logisch, want je hebt dan ook te maken met meer kosten. Verzorg jij (als student) een kind voor wie je aanspraak kunt maken op kinderbijslag? Dan kun je misschien een toeslag op je basisbeurs krijgen. Meer hierover vind je op pagina 14.
1.3 Aanvullende beurs Naast de basisbeurs kun je een aanvullende beurs aanvragen. Net als de basisbeurs is de aanvullende beurs voor de meeste studenten een onderdeel van de prestatiebeurs. Op pagina 16 kun je meer lezen over de prestatiebeurs. Hoe werkt het?
De aanvullende beurs is afhankelijk van het inkomen van je ouders. Als je een aanvullende beurs hebt aangevraagd, dan stuurt de IB-Groep jou twee formulieren Opgave oudergegevens. De formulieren zijn bestemd voor je ouders: een voor je vader en een voor je moeder. Op die formulieren moeten je ouders hun burgerservicenummer (BSN) invullen. De IB-Groep vraagt dan de inkomensgegevens van je ouders op bij de
11 Belastingdienst. Voor de aanvullende beurs van 2009 kijkt de IB-Groep naar het inkomen van 2007. Je ouders kunnen met het rekenprogramma ‘Ouderbijdrage’ op www.ib-groep.nl zelf hun ouderbijdrage uitrekenen. Voor je aanvullende beurs wordt gekeken naar de gegevens van je natuurlijke vader en moeder. Dit zijn de vader en moeder die bij de burgerlijke stand als jouw ouders geregistreerd staan. Ook een adoptiefouder geldt als natuurlijke ouder. Een pleeg- of stiefouder geldt niet als natuurlijke ouder.
Of je in aanmerking komt voor een aanvullende beurs, hangt niet alleen af van het inkomen van je ouders maar ook van: • de eventuele studieschuld die je ouders nog terugbetalen • het aantal broers en zussen dat ook een aanvullende beurs ontvangt • het aantal andere schoolgaande broers en zussen in het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs dat geen studiefinanciering ontvangt. Ouderbijdrage
Nadat wij de formulieren van je ouders binnen hebben en nadat wij hun inkomensgegevens van de Belastingdienst hebben gekregen, krijgen je ouders een bericht. Op dat bericht staat het bedrag dat zij op grond van hun inkomen kunnen bijdragen aan jouw studie. Je ouders zijn niet verplicht deze ouderbijdrage aan jou te betalen. De ouderbijdrage kun je niet als aanvullende beurs krijgen, maar wel als lening. Je ouders krijgen geen informatie over de hoogte van jouw aanvullende beurs. Jij krijgt geen informatie over het inkomen van je ouders. Je krijgt wel een bericht over je aanvullende beurs. Inkomen gedaald?
Is het inkomen van je ouders na 2007 gedaald? Dan kunnen zij de IB-Groep verzoeken om van een ander inkomensjaar uit te gaan. Meer informatie hierover vind je op pagina 65. Buitenlands inkomen
Als je ouders op het formulier Opgeven oudergegevens hebben aangegeven dat ze inkomen buiten Nederland ontvangen, krijgen ze twee formulieren Ontbrekende oudergegevens met vragen over hun inkomen. Deze formulieren moeten je ouders met bewijsstukken terugsturen. Ieder jaar krijgen je ouders nieuwe formulieren toegestuurd. Je ouders kunnen jou ook machtigen om de formulieren in te vullen. Wil je meer weten hierover? Lees dan de folder Ouders met een buitenlands inkomen. Hebben je ouders inkomen op de Nederlandse Antillen of Aruba? Dan kunnen zij gebruikmaken van een automatische gegevensuitwisseling tussen de IB-Groep en de
12 Arubaanse of Antilliaanse Belastingdienst. Hiervoor moeten je ouders de Arubaanse of Antilliaanse Belastingdienst machtigen met een formulier van de IB-Groep (een ‘Verklaring inkomstenbelasting voor belastingplichtigen op Aruba of de Nederlandse Antillen’, verkrijgbaar bij de Belastingdienst).
1.4 OV-studentenkaart De OV-studentenkaart is een onderdeel van je studiefinanciering. Je hebt recht op de OV-studentenkaart zolang je recht hebt op studiefinanciering. De kaart is geldig in trein, bus, metro en tram. Je kunt kiezen tussen een week- of weekendkaart. De OV-studentenkaart valt voor de meeste studenten onder de prestatiebeurs, net zoals de basisbeurs en de aanvullende beurs. Meer informatie over de prestatiebeurs vind je op pagina 16. Meer informatie over de OV-studentenkaart vind je in hoofdstuk 2.
1.5 Lening Je kunt bovenop je basisbeurs en aanvullende beurs een lening afsluiten bij de IB-Groep. Je kunt het maximale bedrag aanvragen, maar je kunt ook minder lenen. Maar voordat je gaat lenen: bedenk dat je de lening altijd moet terugbetalen. Een lening: • staat los van je studieresultaten • hoef je pas na je studie terug te betalen.
Over de lening betaal je rente. In 2009 is dit 3,58 procent op jaarbasis. Wil je meer informatie over het terugbetalen van je lening na je studie, lees dan hoofdstuk 12. Leenfase
Als je geen recht meer hebt op de prestatiebeurs, maar nog wel als voltijdstudent staat ingeschreven bij je opleiding, kun je nog drie jaar lenen. We noemen deze periode ook wel de leenfase. In de leenfase mag je in 2009 per maand maximaal € 832,43 lenen. Minder lenen mag natuurlijk ook. Je kunt er ook voor kiezen om nul euro te lenen in de leenfase, je hebt dan een nullening. Je hebt dan wél recht op de OV-studentenkaart. Hoeveel schuld bouw je op?
In Mijn IB-Groep kun je precies zien hoe hoog je schuld is. Bovendien kun je daar het bedrag van je lening wijzigen of doorgeven dat je je lening wilt stopzetten.
13 Op www.ib-groep.nl vind je handige rekenprogramma’s waarmee je kunt uitrekenen hoe hoog je schuld is na afloop van je opleiding. Op de berichten die je van de IB-Groep ontvangt kun je ook zien hoe hoog je schuld is. Rente
De IB-Groep berekent rente over het bedrag dat je leent. Voor 2009 is de rente 3,58 procent op jaarbasis. De rente gaat lopen vanaf de maand die volgt op de maand waarin je de lening (of prestatiebeurs) op je rekening krijgt. Zolang je een opleiding volgt en recht hebt op studiefinanciering, wordt het rentepercentage elk kalenderjaar door de overheid vastgesteld. Zodra je geen opleiding meer volgt, wordt het rentepercentage steeds voor vijf jaar vastgesteld. Deze rentepercentages vind je op www.ib-groep.nl.
1.6 Collegegeldkrediet (voor hbo en universiteit) Volg je een opleiding aan hbo of universiteit? Dan kun je naast de ‘gewone’ lening ook een lening aanvragen voor het betalen van je collegegeld. Deze lening wordt ‘collegegeldkrediet’ genoemd en is een onderdeel van de studiefinanciering. Je kunt het gelijk met je prestatiebeurs en eventuele lening aanvragen. Het collegegeldkrediet wordt per maand uitbetaald. Na je studie betaal je het geleende bedrag terug onder dezelfde voorwaarden als het terugbetalen van een studieschuld. Hoeveel collegegeldkrediet?
Je kunt een collegegeldkrediet aanvragen voor het wettelijk collegegeld of voor het instellingscollegegeld. Heb je recht op studiefinanciering, sta je ingeschreven bij een door de overheid bekostigde opleiding en ben je jonger dan 30 jaar? Dan betaal je wettelijk collegegeld (voor het studiejaar 2008-2009 is dit € 1.565,- en voor 2009-2010 € 1.597,-). Anders moet je het instellingscollegegeld betalen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij particuliere of buitenlandse opleidingen, of als je ouder bent dan 30 jaar. De hoogte van het instellingscollegegeld wordt per opleiding vastgesteld door de onderwijsinstelling. Je mag altijd de hoogte van het wettelijk collegegeld lenen. Wil je meer collegegeldkrediet? Dat kan alleen als je méér dan het wettelijk collegegeld moet betalen. Bovendien geldt dan dat je maximaal vijf keer het bedrag aan wettelijk collegegeld als collegegeldkrediet kunt aanvragen.
14 1.7 Als je een kind verzorgt Studeer je en verzorg je (alleen of met een partner) een kind? Dan kun je bovenop je basisbeurs een toeslag krijgen. De toeslag is voor de meeste studenten een onderdeel van de prestatiebeurs. Er zijn twee toeslagen: de éénoudertoeslag en de partnertoeslag. Éénoudertoeslag
Je kunt de éénoudertoeslag aanvragen als je studiefinanciering ontvangt en zonder partner een kind jonger dan 18 jaar verzorgt. Je moet voor dit kind aanspraak kunnen maken op kinderbijslag. In 2009 bedraagt de éénoudertoeslag € 435,10 per maand. Heb je geen recht meer op de prestatiebeurs en kun je alleen nog maar lenen? In dat geval kun je de éénoudertoeslag ook lenen. Partnertoeslag
Je kunt de partnertoeslag aanvragen als je studiefinanciering ontvangt en samen met een partner een kind jonger dan 12 jaar verzorgt. Jij of je partner moet voor dit kind wel aanspraak kunnen maken op kinderbijslag. Het inkomen van je partner mag over 2009 niet hoger zijn dan € 8.317,86. Het gaat dan om het verzamelinkomen of belastbaar loon. Als je partner studeert en daarvoor studiefinanciering ontvangt of recht heeft op studiefinanciering, heb je geen recht op de partnertoeslag. Een partner is iemand: • met wie je getrouwd bent of met wie je een geregistreerd partnerschap bent aangegaan en van wie je niet duurzaam gescheiden leeft óf • met wie je op hetzelfde adres woont en met wie je duurzaam een gezamenlijke huishouding voert, maar met wie je niet getrouwd bent of een geregistreerd partnerschap bent aangegaan. Ouders worden niet als partner beschouwd. Een broer of zus wel wanneer je met hem of haar op een ander adres woont dan dat van je ouders. Is je partner geen Nederlander en ook niet afkomstig uit een EU/EER land of Zwitserland, dan moet hij of zij rechtmatig in Nederland verblijven. Dat betekent dat hij of zij een geldige verblijfsvergunning moet hebben of een bewijs van de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND) dat hij of zij in afwachting van een vergunning rechtmatig in Nederland mag verblijven. In 2009 bedraagt de partnertoeslag € 543,73 per maand. Heb je geen recht meer op de prestatiebeurs en kun je alleen nog lenen? Dan kun je de partnertoeslag ook lenen.
15 1.8 Voorwaarden voor studiefinanciering Om studiefinanciering te krijgen, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen. Lees hieronder waaraan je moet voldoen als je studiefinanciering wilt aanvragen voor een opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs of het hoger onderwijs (hbo of universiteit). Je recht op studiefinanciering is ook afhankelijk van hoeveel je naast je studie bijverdient. Lees daarom hoofdstuk 3 over bijverdienen. Heb je niet de Nederlandse nationaliteit, dan kun je soms toch in aanmerking komen voor studiefinanciering. Lees voor meer informatie hoofdstuk 7 of raadpleeg het nationaliteitenschema op www.ib-groep.nl. Voorwaarden voor het middelbaar beroeponderwijs (mbo)
Je hebt recht op studiefinanciering voor het middelbaar beroepsonderwijs als je aan de volgende voorwaarden voldoet: • je bent 18 jaar of ouder, maar jonger dan 30 als je aan de opleiding begint • je volgt een voltijds beroepsopleidende leerweg van minimaal een jaar in het beroepsonderwijs: - niveau 1 assistentenopleiding - niveau 2 basisberoepsopleiding - niveau 3 vakopleiding - niveau 4 middenkaderopleiding of specialistenopleiding • je hebt de Nederlandse nationaliteit. Voorwaarden voor hbo of universiteit
Je hebt recht op studiefinanciering voor het hoger onderwijs als je aan de volgende voorwaarden voldoet: • je bent jonger dan 30 jaar als je aan de opleiding begint • je volgt een voltijdse of duale opleiding in het hoger onderwijs • je hebt de Nederlandse nationaliteit.
16 1.9 Prestatiebeurs Zoals de naam al zegt, moet je presteren voor de prestatiebeurs. De prestatiebeurs bestaat uit: • de basisbeurs • de aanvullende beurs • de OV-studentenkaart. PRESTATIEBEURS
BASISBEURS + OV-STUDENTENKAART
AANVULLENDE BEURS
LENING (naar keuze) COLLEGEGELDKREDIET (NAAR KEUZE)
De prestatiebeurs krijg je eerst in de vorm van een lening. Haal je binnen tien jaar je diploma dan wordt je prestatiebeurs omgezet in een gift. Anders moet je de prestatiebeurs terugbetalen. Een uitzondering is de aanvullende beurs in de eerste twaalf maanden: deze is een gift. Diplomatermijn
De termijn van tien jaar gaat in op het moment dat je voor het eerst de prestatiebeurs ontvangt. We noemen deze termijn de diplomatermijn. Je moet je recht op studiefinanciering overigens wel opnemen binnen tien jaar nadat je voor het eerst studiefinanciering hebt ontvangen. Doe je dat niet, dan heb je na deze tien jaar geen recht meer op studiefinanciering, ook al heb je nog geen vier jaar prestatiebeurs of drie jaar lening verbruikt. Je studiefinanciering stopt automatisch als je 34 jaar wordt of na tien jaar nadat je voor het eerst studiefinanciering hebt ontvangen. Middelbaar beroepsonderwijs (mbo)
Als je een opleiding gaat volgen op niveau 3 of 4 ontvang je de eerste vier jaar een prestatiebeurs. Je ontvangt deze prestatiebeurs eerst als een lening. Dat geldt niet voor de aanvullende beurs in de eerste twaalf maanden: deze is een gift. Als je binnen tien jaar (de diplomatermijn) je diploma haalt op minstens niveau 3 of 4, hoef je de basisbeurs, eventuele aanvullende beurs en de (vergoeding voor de) OV-studentenkaart niet terug te betalen. Haal je geen diploma, dan moet je de prestatiebeurs wel terugbetalen. De diplomatermijn voor het mbo gaat van start met ingang van de maand waarin je voor het eerst prestatiebeurs voor het mbo toegekend krijgt.
17 De prestatiebeurs geldt niet voor • mbo-studenten die vóór 1 augustus 2005 al studiefinanciering kregen • mbo-studenten die een beroepsopleiding op niveau 1 of 2 volgen. Als je niet onder de prestatiebeurs valt, zijn de basisbeurs, de aanvullende beurs en de OV-studentenkaart altijd een gift. Daarnaast kun je nog een bedrag lenen. Deze lening moet je wel altijd terugbetalen.
Specialistenopleiding Ga je na je vak- of middenkaderopleiding een specialistenopleiding van één of twee jaar volgen? Dan krijg je hiervoor (maximaal) twee jaar extra prestatiebeurs. Haal je een diploma voor de specialistenopleiding, dan worden deze twee jaar prestatiebeurs omgezet in een gift.
Dubbele inschrijving mbo Als je bij je mbo-opleiding staat ingeschreven voor een opleiding op niveau 1 of 2 en tegelijkertijd ook voor niveau 3 of 4, dan ontvang je op grond van de hogere opleiding studiefinanciering; je ontvangt dus een prestatiebeurs. Dit geldt ook wanneer je tegelijkertijd staat ingeschreven aan een opleiding op niveau 3 of 4 én aan een hogere beroepsopleiding of universiteit. Je krijgt dan een prestatiebeurs voor het hoger onderwijs.
Geen recht meer Wil je een opleiding op niveau 1 en 2 volgen nadat je al 48 maanden prestatiebeurs hebt ontvangen voor niveau 3 of 4? Dan krijg je geen studiefinanciering meer.
Na mbo naar hbo Ga je na het mbo naar het hbo? Je hebt dan voor het mbo en het hbo apart een diplomatermijn. Je diplomatermijn voor het hbo begint op het moment dat je voor het eerst recht hebt op de prestatiebeurs voor het hbo. Hbo of universiteit
Als je gaat studeren aan een universiteit of hogeschool krijg je studiefinanciering voor de duur van je studie plus drie jaar. Dat betekent dat je voor een vierjarige studie in totaal maximaal zeven jaar studiefinanciering krijgt. De eerste vier jaar ontvang je een prestatiebeurs. De laatste drie jaar kun je alleen nog lenen. Volg je een langere studie, dan is de cursusduur langer en kun je dus langer een prestatiebeurs ontvangen. Voor geneeskunde (een zesjarige studie) ontvang je bijvoorbeeld in totaal maximaal negen jaar studiefinanciering: zes jaar prestatiebeurs plus drie jaar lening. In sommige situaties krijg je extra prestatiebeurs. Meer informatie hierover vind je op www.ib-groep.nl.
18 Lerarenopleiding Heb je een opleiding in het hoger onderwijs afgerond met een diploma en ga je daarna een lerarenopleiding doen? Je kunt dan in aanmerking komen voor een jaar extra prestatiebeurs. Meer informatie over de voorwaarden vind je op www.ib-groep.nl.
Geen recht meer Wil je een mbo-opleiding volgen nadat je al 48 maanden prestatiebeurs hebt ontvangen voor een opleiding aan hbo of universiteit? Dan krijg je geen studiefinanciering meer. de feiten op een rijtje
• De prestatiebeurs is in eerste instantie een lening. • Heb je binnen tien jaar je diploma gehaald? Dan wordt de prestatiebeurs een gift. • Heb je je diploma niet (op tijd) gehaald? Dan moet je de prestatiebeurs én de OV-studentenkaart (met rente) terugbetalen. • Leen je extra, bovenop je (prestatie)beurs? Dit moet je altijd terugbetalen. • Een collegegeldkrediet moet je altijd terugbetalen na je studie. • Als je leent bij de IB-Groep, moet je ook rente betalen.
1.10 Omzetting prestatiebeurs Het aantal jaren prestatiebeurs dat na het behalen van je diploma wordt omgezet in een gift, is afhankelijk van de waarde van je diploma. Als je binnen de diplomatermijn een diploma haalt voor een vierjarige studie (een studie van 240 studiepunten) dan zetten we vier jaar prestatiebeurs om in een gift. Heb je een diploma behaald voor een driejarige studie (180 studiepunten), dan zetten we drie jaar prestatiebeurs om in een gift. In de maand januari nadat we je diploma geregistreerd hebben, krijg je van ons een bericht waarin staat welk deel van je prestatiebeurs is omgezet in een gift. Let op: In sommige gevallen bepalen we bij een buitenlandse opleiding pas op basis van het behaalde diploma hoeveel van de toegekende prestatiebeurs we omzetten in een gift. Meer hierover kun je lezen op pagina 50.
1.11 Bedragen In de tabellen hiernaast kun je zien hoeveel je kunt krijgen. Alle genoemde bedragen zijn maximaal.
19 middelbaar Beroepsonderwijs Maandbedragen januari t/m juli 2009. studiefinanciering
thuiswonend
Basisbeurs Aanvullende beurs Lenen
uitwonend
73,56 299,82 160,22
240,02 319,27 160,22
Maandbedragen augustus t/m december 2009. studiefinanciering
thuiswonend
Basisbeurs Aanvullende beurs Lenen
uitwonend
73,56 301,49 160,22
240,02 320,94 160,22
hoger onderwijs Maandbedragen januari t/m augustus 2009. Studiefinanciering
thuiswonend
Basisbeurs Aanvullende beurs Lenen Collegegeldkrediet Wettelijk collegegeld Instellingscollegegeld
uitwonend
93,29 211,99 284,19 130,42 Wettelijk collegegeld 652,10 Instellingscollegegeld
259,76 231,43 284,19 130,42 652,10
Maandbedragen september t/m december 2009. Studiefinanciering
thuiswonend
Basisbeurs Aanvullende beurs Lenen Collegegeldkrediet Wettelijk collegegeld Instellingscollegegeld
uitwonend
93,29 211,99 284,19 133,08 Wettelijk collegegeld 665,40 Instellingscollegegeld
259,76 231,43 284,19 133,08 665,40
20
2
21
OV-studentenkaart Onderdeel van je studiefinanciering is de OVstudentenkaart. Je hebt recht op de OV-studentenkaart zolang je recht hebt op studiefinanciering. De kaart is geldig in trein, bus, metro en tram. Je kunt kiezen tussen een week- en een weekendkaart.
22 2.1 OV-studentenkaart Heb je recht op studiefinanciering? Dan heb je ook recht op een OV-studentenkaart. De IB-Groep stuurt je automatisch een afhaalbericht toe. Hierop staat waar en wanneer je de kaart kunt afhalen. Je kunt kiezen tussen een weekkaart en een weekendkaart. Je hoeft pas te kiezen op het postkantoor.
Weekkaart:
• vrij reizen van maandag 04.00 uur tot zaterdag 04.00 uur (behalve op feestdagen en van 16 juli 04.00 uur tot 16 augustus 04.00 uur) • korting van zaterdag 04.00 uur tot maandag 04.00 uur • korting op feestdagen van 04.00 uur tot 04.00 uur de volgende dag • korting van 16 juli 04.00 uur tot 16 augustus 04.00 uur. Weekendkaart:
• vrij reizen van vrijdag 12.00 uur tot maandag 04.00 uur • vrij reizen op feestdagen van 04.00 uur tot 04.00 uur de volgende dag • vrij reizen vanaf 12.00 uur op donderdag 9 april, woensdag 29 april, maandag 4 mei en woensdag 20 mei • korting op maandag vanaf 04.00 uur en op overige werkdagen vanaf 09.00 uur tot 04.00 de volgende dag (vrijdag 12.00 uur). Korting:
• 40 procent korting op alle binnenlandse treinreizen, Interliner en Q-liner • 40 procent ‘meereiskorting’ op alle binnenlandse treinreizen voor maximaal drie personen die met je meereizen op hetzelfde traject, in dezelfde trein en in dezelfde klasse (door de week na 09.00 uur, in het weekend, op feestdagen en in juli en augustus de hele dag) • goedkoper reizen met de roze strippenkaart voor de bus, metro of tram. Voor bepaalde treinen en bussen kan een toeslag gelden. Feestdagen in 2009:
1 januari (Nieuwjaarsdag), 10 april (Goede Vrijdag), 13 april (Tweede Paasdag), 30 april (Koninginnedag), 5 mei (Bevrijdingsdag), 21 mei (Hemelvaartsdag), 1 juni (Tweede Pinksterdag), 25 en 26 december (Eerste en Tweede Kerstdag).
23 2.2 OV-chipkaart De OV-chipkaart gaat op termijn alle treinkaartjes, strippenkaarten, abonnementen én de OV-studentenkaart vervangen. De OV-chipkaart wordt stap voor stap ingevoerd, het eerst in de regio Rotterdam. Wanneer de OV-chipkaart in heel Nederland wordt ingevoerd, is nu nog niet bekend. Heb je vragen over de invoering van de OV-chipkaart? Kijk dan op www.ov-chipkaart.nl. Voor de Studenten OV-chipkaart moet je een extra pasfoto inleveren op het postkantoor. Als je een extra foto hebt ingeleverd, krijg je de Studenten OV-chipkaart vanzelf thuisgestuurd. Je hoeft maar één keer een extra pasfoto in te leveren. Weet je niet meer of je een tweede pasfoto hebt ingeleverd? Controleer dit dan op www.studentenreisbewijs.nl. Voor het inleveren van je Studenten OV-chipkaart gelden andere regels dan voor het inleveren van de OV-studentenkaart. Kijk hiervoor op www.studentenreisbewijs.nl. Op deze site vind je ook meer algemene informatie over de Studenten OV-chipkaart.
2.3 Presteren voor je kaart Heb je recht op studiefinanciering voor een opleiding in het hoger onderwijs of val je onder de prestatiebeurs voor het beroepsonderwijs? Dan valt je OV-studentenkaart onder de prestatienorm. Dit betekent dat je binnen tien jaar je diploma moet hebben behaald. Lukt dit, dan is de kaart over alle jaren een gift. Lukt dit niet, dan moet je ervoor betalen: in 2009 is dat € 80,25 per maand plus rente voor de maanden dat je de OVstudentenkaart in je bezit had. Ook als je een OV-vergoeding, een compensatiebedrag of schadevergoeding ontvangt, moet je aan de prestatienorm voldoen. Als je vermoedt dat je de prestatienorm niet gaat halen, kun je er voor kiezen om je kaart niet af te halen. Als je de prestatienorm tóch haalt, kun je achteraf geen vergoeding krijgen.
2.4 Afhalen van je kaart Je kunt je OV-studentenkaart alleen zélf afhalen op het postkantoor in de buurt van het adres waarop je staat ingeschreven bij de Gemeentelijke Basisadministratie. De kaart kan niet naar een ander adres worden gestuurd. Op je afhaalbericht kun je zien waar je kaart klaarligt. Dit kun je ook bekijken op Mijn IB-Groep.
24 Als je de kaart afhaalt, neem dan mee: • de afhaalpas of het kaartnummer • één goed gelijkende, officiële pasfoto (in kleur of zwart-wit) van 3 x 4 cm • alleen als je dat nog niet eerder gedaan hebt: nog één officiële pasfoto van 3 x 4 cm voor de Studenten OV-chipkaart • een geldig legitimatiebewijs (paspoort, Nederlands rijbewijs, Europese identiteitskaart, of voor niet-Nederlanders: officiële reis- en verblijfsdocumenten). Controleer bij het afhalen of de naam, voorletters en geboortedatum op de OVstudentenkaart overeenkomen met de gegevens op je legitimatiebewijs. Zo niet, neem dan contact op met de IB-Groep. Wanneer niet afhalen
Haal de OV-studentenkaart niet op als: • je de opleiding inmiddels hebt beëindigd • je de opleiding waarvoor je studiefinanciering hebt aangevraagd niet gaat doen • je een vergoeding hebt aangevraagd in plaats van de kaart, omdat je in het buitenland studeert of stage loopt. Je kaart blijft op het postkantoor liggen tot 31 december 2009. Heb je vóór die datum weer recht op studiefinanciering (of geen recht meer op de vergoeding), dan kun je de kaart vanaf vijf werkdagen voordat je recht ingaat, afhalen. Haal je de kaart eerder af, dan kost het je € 68,- per halve kalendermaand (of een deel ervan).
2.5 Je kaart inleveren In de volgende situaties heb je geen recht meer op een OV-studentenkaart: • Je stopt met je studie. • Je hebt je maximale studiefinancieringsrechten verbruikt. • Je gaat een nieuwe studie doen waarvoor je geen recht hebt op studiefinanciering. • Je hebt je studiefinanciering stopgezet omdat je te veel hebt bijverdiend. Kijk voor meer informatie en de bijverdiengrens in hoofdstuk 3. Uiterste inleverdata 2009:
6 februari, 6 maart, 7 april, 8 mei, 8 juni, 7 juli, 7 augustus, 7 september, 7 oktober, 6 november, 7 december.
25 Je moet de kaart ook inleveren als: • je van kaartsoort wisselt • je een OV-vergoeding krijgt in plaats van een OV-studentenkaart vanwege studie of stage in het buitenland. Je hoeft de kaart níet in te leveren als je wel recht hebt op studiefinanciering en • je niet krijgt uitbetaald omdat een schuld wordt verrekend • je in de ‘leenfase’ zit, maar de lening niet krijgt uitbetaald. Houd zelf in de gaten dat je de kaart op tijd inlevert. De IB-Groep bericht je hier niet over. Je bent op tijd als je de kaart inlevert vóór of uiterlijk op de vijfde werkdag van de eerste maand waarin je geen recht meer hebt op studiefinanciering. Je kunt de kaart uitsluitend inleveren op een servicekantoor van de IB-Groep of op een postkantoor (herkenbaar aan het OV-studentenkaartlogo). Iemand anders mag voor jou de kaart ook inleveren. Je ontvangt een inleverbewijs dat je vijf jaar moet bewaren omdat het als bewijsstuk kan worden opgevraagd. Te laat ingeleverd?
Lever je de OV-studentenkaart te laat in, dan kost je dat € 68,- per halve kalendermaand (of een deel ervan). Die halve maand gaat in na de vijfde werkdag van de eerste kalendermaand waarin je geen recht meer hebt op studiefinanciering. Lever je de kaart in na de vijftiende, dan moet je € 136,- betalen. Voor elke volgende halve kalendermaand, gerekend vanaf de eerste en de zestiende dag van de maand, wordt de schuld € 68,- hoger. Op pagina 81 kun je meer lezen over het terugbetalen van de OV-schuld. Toch niet studeren?
Als je je kaart hebt afgehaald vóór je recht op studiefinanciering ingaat en je besluit alsnog niet te gaan studeren, lever je kaart dan in vóór de eerste dag van de maand dat je studiefinanciering zou ingaan. Doe je dit niet, dan kost dat € 68,- per halve maand (of een deel ervan) dat je de kaart onterecht in je bezit hebt. Rond de jaarwisseling
Let vooral goed op rond de jaarwisseling. Heb je vanaf 1 januari geen recht meer op studiefinanciering en heb je je nieuwe kaart al wel opgehaald? Zorg er dan voor dat je de nieuwe kaart vóór 1 januari weer inlevert.
26 2.6 Wisselen van kaartsoort Wil je wisselen van week- naar weekendkaart of andersom? Ga naar het postkantoor en vul daar het formulier Wijzigingen OV-studentenkaart in. Neem je correspondentienummer mee, want dat heb je nodig. Wisselen kost € 13,61. Binnen tien werkdagen ligt de wisselkaart klaar op het postkantoor. Je kunt alleen van kaart wisselen als: • je in het kaartjaar (januari tot en met december) nog niet eerder hebt gewisseld • je de kaart gedurende het kaartjaar niet bent kwijtgeraakt • je gedurende het kaartjaar geen vervangende kaart hebt aangevraagd • je de kaartwissel aanvraagt in de periode van 1 september tot en met 30 april. Vraag je op 1 mei of daarna een andere kaart aan, dan gaat je wisselkaart op 1 september in. Haal je de aangevraagde wisselkaart niet af, dan blijft die tot 31 december op het postkantoor liggen. De wisselkaart kun je later alsnog afhalen met je afhaalbericht. Heb je het afhaalbericht niet meer? Kijk dan in Mijn IB-Groep wat je kaartnummer is en op welk postkantoor je OV-studentenkaart klaarligt.
2.7 Problemen met je OV-studentenkaart Kaart kwijt of gestolen?
Als je OV-studentenkaart is gestolen of als je hem kwijt bent, ga dan naar een postkantoor herkenbaar aan het OV-studentenkaartlogo. Neem je correspondentienummer mee, want dat heb je nodig. • Vul op het postkantoor het formulier Wijzigingen OV-studentenkaart in. • Ga met het formulier naar het politiebureau om er een stempel op te laten zetten. Let op: in sommige gemeenten heeft de politie deze taak overgedragen aan de gemeente. Je moet in dat geval naar de gemeente om een stempel te halen. Is je OVstudentenkaart gestolen, dan kun je ook een kopie van het proces-verbaal waarin de OV-studentenkaart wordt genoemd, bij het formulier voegen. Je hoeft dan geen stempel meer te halen. • Lever het formulier in op het postkantoor. Je betaalt € 31,76 en binnen tien werkdagen ligt de nieuwe kaart klaar op het postkantoor.
27 Let op: een als verloren of gestolen opgegeven kaart wordt als ongeldig geregistreerd. Vind je de kaart later terug en ga je er mee reizen, dan reis je met een ongeldig reisdocument en krijg je bij controle een boete van het OV-bedrijf. Kaart kwijt en einde studiefinanciering?
Als je geen recht meer hebt op studiefinanciering dan moet je de OV-studentenkaart inleveren. Ben je op dat moment je kaart kwijt of is deze gestolen? Voorkom dan een schuld door onterecht bezit van de OV-studentenkaart door een datum van inlevering te laten registreren. Dit doe je op de volgende manier: • Ga vóór het verstrijken van vijf werkdagen in de eerste maand zonder studiefinanciering naar een postkantoor met een OV-studentenkaartlogo. Neem je correspondentienummer mee, want dat heb je nodig. Vul op het postkantoor. het formulier Wijzigingen OV-studentenkaart in. • Ga met het formulier naar het politiebureau om er een stempel op te laten zetten. Let op: in sommige gemeenten heeft de politie deze taak overgedragen aan de gemeente. Je moet in dat geval naar de gemeente om een stempel te halen. Is je OVstudentenkaart gestolen, dan kun je ook een kopie van het proces-verbaal waarin de OV-studentenkaart wordt genoemd, bij het formulier voegen. Je hoeft dan geen stempel meer te halen. • Lever het formulier in op het postkantoor en betaal € 18,15. De datum van betaling wordt beschouwd als de datum van inlevering. Kaart beschadigd?
Een beschadigde OV-studentenkaart is als vervoersbewijs niet meer geldig. Je kunt daarom een vervangende kaart aanvragen. Dat regel je als volgt: ga met de beschadigde kaart naar het postkantoor en vul daar het formulier Wijzigingen OV-studentenkaart in (het formulier kun je daar krijgen). Neem je correspondentienummer mee, want dat heb je nodig. Het postkantoor stuurt het formulier samen met de beschadigde kaart naar de IB-Groep. Je moet € 31,76 betalen. Binnen tien werkdagen na de betaling ligt je nieuwe kaart op het postkantoor. Kaart voldoet niet?
Als je met het openbaar vervoer niet op tijd op school of op je stageadres kunt komen, kun je in bepaalde gevallen een vergoeding krijgen. Naast je vergoeding houd je gewoon je OV-studentenkaart. Je kunt de vergoeding aanvragen met het formulier Hardheidsclausule OV-studentenkaart. Stuur dit formulier met de gevraagde bewijsstukken op binnen twee maanden nadat de problemen zich voor het eerst voordoen.
28 Let op: je hebt geen recht op een vergoeding als je vrijwillig afziet van het gebruik van de OV-studentenkaart.
In de volgende gevallen kun je een vergoeding krijgen naast je OV-studentenkaart: • Te laat op school of niet meer naar huis Kun je ‘s ochtends niet op tijd met het openbaar vervoer op school of universiteit komen? Of kun je na het laatste lesuur niet meer met het openbaar vervoer naar huis? Dan kun je in 2009 een vergoeding van € 80,25 per maand ontvangen. Om voor dit bedrag in aanmerking te kunnen komen: - moeten de problemen zich minstens twaalf dagen per maand voordoen - moet je bij je ouders wonen. • Te laat op het stageadres of niet meer naar huis Kun je ‘s ochtends niet op tijd met het openbaar vervoer op je stageadres komen? Of kun je na een stagedag niet meer met het openbaar vervoer naar huis? Dan kun je in 2009 € 80,25 per maand ontvangen. Om voor dit bedrag in aanmerking te kunnen komen: - moeten de problemen zich minstens twaalf dagen per maand voordoen - moet de stage een verplicht onderdeel zijn van je opleiding. • Extra kosten voor veerpont Soms moet je per veerpont reizen om op school of universiteit te komen. Als je dat meer dan € 22,69 per maand kost, worden deze kosten vergoed. Kaart vergeten?
Ben je de kaart vergeten en word je gecontroleerd? Dan moet je de ritprijs plus een boete betalen. Alleen bij de NS geldt dat je een bezwaarschrift kunt indienen als je achteraf kunt aantonen dat je wél in het bezit bent van een geldige OV-studentenkaart. Zo’n bezwaar zal maximaal één keer per jaar gehonoreerd worden.
2.8 OV-studentenkaart en buitenland Als je studiefinanciering ontvangt voor een buitenlandse opleiding of als je tijdelijk naar het buitenland gaat voor studie of stage, kun je een vergoeding aanvragen voor je OV-studentenkaart. Tijdelijk in het buitenland
Als je ingeschreven blijft staan bij een Nederlandse opleiding, maar tijdelijk in het buitenland naar school gaat of stage loopt, dan kun je kiezen voor een OV-vergoeding in plaats van je OV-studentenkaart. In 2009 bedraagt de vergoeding € 80,25 per
29 maand. Vraag de vergoeding twee maanden voor de ingangsdatum van je verblijf in het buitenland aan met het formulier OV-vergoeding buitenland. Dit formulier kun je downloaden van www.ib-groep.nl. Als je de vergoeding ontvangt, zorg er dan voor dat je de OV-studentenkaart op tijd inlevert. Dit moet uiterlijk op de vijfde werkdag van de eerste maand waarvoor je de vergoeding krijgt. Volledige buitenlandse opleiding
Als je alleen ingeschreven staat bij een buitenlandse opleiding krijg je standaard de OV-vergoeding. In 2009 bedraagt de vergoeding € 80,25 per maand. Als je toch liever een OV-studentenkaart wilt, dan gebruik je daarvoor het formulier OV-studentenkaart buitenland. Dit formulier kun je downloaden van www.ib-groep.nl. Stuur het formulier minimaal twee maanden voor de ingangsdatum van je OV-studentenkaart in. Als je een OV-studentenkaart wilt in plaats van een vergoeding, dan moet je die ieder jaar opnieuw aanvragen. Doe je dit niet, dan krijg je vanaf januari van het volgende jaar automatisch een vergoeding.
30
3
31
Mijn IB-Groep Wil je studiefinanciering aanvragen? Wil je weten wanneer je beurs is uitbetaald? Of wil je een wijziging doorgeven? Met Mijn IB-Groep regel je het online. Mijn IB-Groep is het digitale loket van de IB-Groep: snel en makkelijk.
32 3.1 Waarom Mijn IB-Groep? Met Mijn IB-Groep kun je online: • studiefinanciering aanvragen • kijken waar je OV-studentenkaart klaarligt • je eigen studiegegevens controleren • kijken of je geld is overgemaakt • de hoogte van je prestatiebeurs of lening wijzigen • wijzigingen snel en veilig doorgeven: je adres, je woonsituatie, je rekeningnummer, je opleidingsgegevens • berichten van de IB-Groep bekijken • bekijken hoe hoog je (eventuele) studieschuld is. Mijn IB-Groep is iedere dag beschikbaar van 07.00 tot 00.00 uur. Uiteraard waarborgen wij je privacy. Mijn IB-Groep is veilig en betrouwbaar.
3.2 DigiD Om in te loggen op Mijn IB-Groep heb je een DigiD met sms-functie nodig. DigiD (spreek uit: die-gie-dee) staat voor Digitale Identiteit. Het is een gemeenschappelijk systeem waarmee de overheid op internet je identiteit kan vaststellen. Met DigiD kun je met één inlogcode bij elektronische diensten van steeds meer overheidsinstellingen terecht. Om in te loggen op Mijn IB-Groep heb je een DigiD met sms-functie (niveau midden) nodig. Als je de DigiD hebt aangevraagd, krijg je van DigiD een brief met daarin je gebruikersnaam en wachtwoord. Met deze gegevens kun je inloggen op Mijn IB-Groep. DigiD in het buitenland
DigiD maakt gebruik van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Bij het aanvragen van je gebruikersnaam stuurt DigiD je een persoonlijke activeringscode op het huisadres (zoals je bekend bent bij de GBA). Het versturen van de activeringscode naar dit adres is onderdeel van de beveiliging van DigiD. Woon je in het buitenland, dan zijn jouw gegevens niet opgenomen in de GBA. Je kunt daarom geen DigiD inlogcode aanvragen als je in het buitenland woont. DigiD onderzoekt momenteel of het mogelijk is voor Nederlanders die in het buitenland wonen, een DigiD aan te vragen. Woon je in het buitenland en wil je iets aanvragen of wijzigen bij de IB-Groep? Gebruik dan één van onze formulieren. Je kunt de formulieren downloaden van www.ib-groep.nl of bestellen via de IB-Groep Infolijn. (050) 599 77 55.
33 3.3 Hoe werkt het? Mijn IB-Groep is een systeem waarin je je gegevens kunt bekijken en wijzigen. Gegevens die je kunt wijzigen, kun je herkennen aan de “W” die erachter staat, de wijzigingsknop. Als je iets wilt wijzigen, klik je op de “W” en dan wijst het zich vanzelf. Helaas kun je op dit moment nog niet alle wijzigingen digitaal doorgeven. • Wijzigt er iets in je partner- of éénoudertoeslag, dan moet je dit met het Formulier voor éénoudertoeslag en partnertoeslag doorgeven. • Wil je een wijziging met terugwerkende kracht doorgeven, dan moet je dat doen met het formulier Wijzigingen student.
3.4 Digitale berichten Je kunt ervoor kiezen om de berichten van de IB-Groep niet meer per post te krijgen, maar alleen nog digitaal. De berichten worden dan in Mijn IB-Groep voor je klaargezet op het tabblad ‘Post’. Heel veilig, omdat je eerst moet inloggen met je DigiD. Op deze manier bewaar je al je berichten van de IB-Groep handig bij elkaar. Zodra er een nieuw bericht voor je klaar staat, krijg je een e-mail van de IB-Groep. Er zit wel een tijdslimiet aan het bewaren van de berichten. Berichten worden maximaal twee jaar bewaard. Tip: sla je digitale berichten op je computer op.
34
4
35
Studiefinanciering aanvragen Wil je studiefinanciering aanvragen, doe dit dan ten minste drie maanden voor de ingangsdatum. Je regelt je aanvraag snel en makkelijk via Mijn IB-Groep.
36 4.1 Wanneer en hoe aanvragen? Vraag minimaal drie maanden vóór de ingangsdatum studiefinanciering aan. Dit is van belang om er voor te zorgen dat je OV-studentenkaart op tijd klaarligt. Voor verstreken maanden is geen studiefinanciering meer mogelijk. Kom je van de Nederlandse Antillen of Aruba? Lees dan ook de informatie in hoofdstuk 8. Mijn IB-Groep
Het aanvragen van studiefinanciering is eenvoudig. Je regelt dit snel en makkelijk via Mijn IB-Groep. Om in te loggen op Mijn IB-Groep heb je een DigiD met sms-functie nodig. Kijk voor meer informatie over Mijn IB-Groep in hoofdstuk 3. Formulier
Kun of wil je geen gebruik maken van Mijn IB-Groep, dan kun je studiefinanciering aanvragen met een formulier. De IB-Groep verwerkt een formulier minder snel dan een online aanvraag. Studiefinanciering voor het mbo vraag je aan met het formulier Aanvraag studiefinanciering middelbaar beroepsonderwijs. Studiefinanciering voor hbo en universiteit vraag je aan met het formulier Aanvraag studiefinanciering hoger onderwijs. Formulieren kun je downloaden van www.ib-groep.nl of bestellen via de IB-Groep Infolijn (050) 599 77 55.
4.2 Toeslag aanvragen Ben je student en verzorg je een kind? Dan kun je daarvoor een toeslag aanvragen. Dat regel je met het Formulier voor éénoudertoeslag en partnertoeslag. Op pagina 14 vind je de voorwaarden voor de éénouder- en partnertoeslag. Je kunt het formulier downloaden van www.ib-groep.nl. Voor het aanvragen van de toeslag én voor het wijzigen van de toeslag hebben we één formulier. Je kunt dit formulier bijvoorbeeld ook gebruiken als je een éénoudertoeslag hebt en wilt doorgeven dat je een partner hebt.
4.3 Geld tussen twee studies aanvragen Sta je ingeschreven voor een studie in het middelbaar beroepsonderwijs en ga je na een korte onderbreking een andere studie doen in het middelbaar beroepsonderwijs of in het hoger onderwijs? En heb je voor je nieuwe studie ook recht op studiefinanciering? Dan kun je in de periode tussen je laatste studieactiviteit en je nieuwe studie studiefi-
37 nanciering krijgen. Dat noemen we een overbrugging. Je kunt maximaal vier maanden overbruggen. Als je aaneengesloten recht houdt op studiefinanciering, kun je ook je OV-studentenkaart blijven gebruiken. Let op: je moet je nieuwe opleiding uiterlijk op de inschrijfdatum doorgeven aan de IB-Groep. Ben je bijvoorbeeld op 30 juni klaar met je opleiding en sta je vanaf 1 september ingeschreven bij je nieuwe opleiding? Dan moet je dit uiterlijk op 1 september doorgeven aan de IB-Groep. Je kunt je nieuwe opleiding snel en makkelijk doorgeven via Mijn IB-Groep.
4.4 A anvragen studiefinanciering voor een buitenlandse opleiding Studiefinanciering voor een opleiding in het buitenland kun je (nog) niet via Mijn IB-Groep aanvragen. Je vraagt studiefinanciering aan met het formulier Aanvraag studiefinanciering buitenland hoger onderwijs of met het formulier Aanvraag studiefinanciering buitenland beroepsonderwijs. Je kunt deze formulieren downloaden van www.ib-groep.nl. Het is belangrijk dat je de aanvraag minstens drie maanden van tevoren opstuurt naar de IB-Groep. OV-vergoeding of OV-studentenkaart
Als je studiefinanciering voor een buitenlandse opleiding aanvraagt, krijg je automatisch een vergoeding voor je OV-studentenkaart. Wil je toch liever de OVstudentenkaart, dan moet je dit apart aanvragen. Je kunt de kaart aanvragen met het formulier OV-studentenkaart buitenland. Je moet dan elk kalenderjaar opnieuw de OV-studentenkaart aanvragen. Iemand machtigen
Vanuit het buitenland kan het lastig zijn om zelf je zaken met de IB-Groep te regelen. Daarom is het handig wanneer je iemand hebt die in Nederland jouw studiefinancieringszaken behartigt. Je kunt zelf bepalen wie dat is. Op het aanvraagformulier kun je meteen iemand machtigen. Je kunt ook later een machtigingsformulier invullen. Mijn IB-Groep
Je kunt je ook aanmelden voor Mijn IB-Groep. Met Mijn IB-Groep, het digitale loket van de IB-Groep, kun je online je eigen gegevens bekijken en wijzigen. Dat is handig als je in het buitenland studeert. Met je DigiD en een persoonlijke toegangscode via je mobieltje (je hebt hiervoor wel een Nederlands mobiel nummer nodig) en je wachtwoord heb je dan toegang tot de gegevens over je opleiding, studiefinanciering, OV-studentenkaart
38 of OV-vergoeding. Je kunt informatie opvragen wanneer het jou uitkomt tussen 7 uur ’s ochtends en middernacht. Je kunt je DigiD via www.ib-groep.nl aanvragen. Doe dat wel vóórdat je naar het buitenland gaat. Je kunt je gebruikersnaam namelijk niet vanuit het buitenland aanvragen.
4.5 A anvragen collegegeldkrediet voor EU/EERstudenten Kom je uit de EU/EER en heb je geen recht op volledige studiefinanciering? Dan kun je een collegegeldkrediet aanvragen. Om een collegegeldkrediet voor EU/EER-studenten aan te vragen moet je het formulier Aanvraag collegegeldkrediet voor studenten uit EU/EER-landen invullen en samen met de gevraagde bewijsstukken opsturen naar de IB-Groep. Je kunt het aanvraagformulier downloaden van www.ib-groep.nl. In de toelichting van het formulier kun je precies lezen welke bewijsstukken je mee moet sturen. Lees meer over deze regeling op pagina 67. Vraag op tijd aan: binnen vier maanden na de ingangsdatum van je opleiding. Wil je bijvoorbeeld vanaf 1 september 2009 een collegegeldkrediet? Vraag dan aan vóór 31 januari 2010. Vraag je bijvoorbeeld pas in februari 2010 aan, dan kun je collegegeldkrediet krijgen per 1 oktober 2009. Opleiding beëindigen
Als je stopt met je school of opleiding in Nederland, geef dit dan schriftelijk door aan de IB-Groep. Het adres is: Informatie Beheer Groep, Collegegeldkrediet EU/EER, Postbus 50021, 9702 BA, Groningen. Het collegegeldkrediet is bedoeld voor een volledig studiejaar. Je krijgt het collegegeldkrediet maandelijks uitbetaald. Stop je met je opleiding en laat je je eerder uitschrijven, dan wordt ook je toekenning collegegeldkrediet hierop aangepast. Hierover ontvang je dan bericht.
39 Naar het mbo?
Ben je op de eerste dag van het schooljaar (1 augustus) 18 jaar of ouder? Dan moet je lesgeld betalen en een Onderwijskaart inleveren bij je school. Kijk op www.ib-groep.nl voor meer informatie. Naar hbo of universiteit?
Ga je voor het eerst naar een hogeschool of universiteit? Dan moet je je ook aanmelden voor de studie van jouw keuze. Je aanmelding regel je via www.studielink.nl. Meld je aan voor Mijn IB-Groep
Met Mijn IB-Groep regel je online alles wat met je studiefinanciering te maken heeft. Snel en makkelijk. Om in te loggen op Mijn IB-Groep heb je een DigiD met sms-functie nodig. Checklist studiefinanciering aanvragen:
• vraag een DigiD gebruikersnaam aan • log met je DigiD in op Mijn IB-Groep • regel je studiefinanciering via Mijn IB-Groep (minstens drie maanden van tevoren).
40
5
41
Bijverdienen Als je studiefinanciering krijgt, mag je elk jaar een bedrag bijverdienen zonder dat je studiefinanciering daardoor in gevaar komt. In 2009 is dit bedrag € 13.215,83. Het gaat om het verzamelinkomen of belastbaar loon.
42 5.1 Bijverdiengrens In 2009 mag je € 13.215,83 bijverdienen naast je studiefinanciering. Ook als je een ‘nullening’ hebt, maak je gebruik van je recht op studiefinanciering en moet je je aan de bijverdiengrens houden. Het gaat om je verzamelinkomen of belastbaar loon. Zolang je onder dit bedrag blijft, is er niks aan de hand. Lees in dit hoofdstuk wat je moet doen als je wél boven de bijverdiengrens uitkomt. Let op: 2008 was het eerste jaar waarin de bijverdiengrens betrekking had op het verzamelinkomen of belastbaar loon. Toen was het bedrag € 12.916,17. Om de bijverdiengrens in de gaten te houden moet je dus niet meer kijken naar het netto inkomen. In dit hoofdstuk is aangegeven waar je wél op moet letten.
5.2 Wat telt mee? Als je aangifte doet bij de Belastingdienst
Als je over 2009 aangifte doet bij de Belastingdienst, dan kijkt de IB-Groep naar het verzamelinkomen zoals dat straks op de definitieve aanslag staat vermeld. Deze aanslag zul je van de Belastingdienst ontvangen. Inkomsten waarover je geen aangifte hoeft te doen, tellen niet mee voor de bijverdienregeling. Als je geen aangifte doet bij de Belastingdienst
Als je geen aangifte doet bij de Belastingdienst gaat de IB-Groep uit van het belastbaar loon over 2009. Dit bedrag staat op je jaaropgave(s) die je krijgt van de werkgever(s) of uitkerende instantie(s). Meerdere inkomsten
Heb je meerdere werkgevers of uitkeringen, dan tel je de bedragen bij elkaar op. Het belastbaar loon kun je ook vinden op je loon- of uitkeringsstrookjes. Je kunt aan de hand daarvan regelmatig de bijverdiengrens in de gaten houden. Op deze strookjes staat vaak een cumulatief belastbaar loon. Soms worden er andere woorden gebruikt voor het belastbaar loon, bijvoorbeeld loon voor de loonheffing, fiscaal loon of kortweg loon. Je moet niet uitgaan van het sv-loon (loon sociale verzekeringen). Eigen bedrijf
De IB-Groep berekent voor studenten die een eigen bedrijf hebben een maandbedrag
43 door de winst uit onderneming, de negatieve persoonsgebonden aftrekposten, de persoonsgebonden aftrek, het belastbaar inkomen uit box 2 (aanmerkelijk belang) en het belastbaar inkomen uit box 3 (voordeel uit sparen en beleggen) door twaalf te delen. Heb je als student een bijbaan of een eigen bedrijf en ontvang je geen studiefinanciering aan het begin of einde van 2009? Dan telt het inkomen dat je in die periode hebt verdiend niet mee. Je moet wel kunnen aantonen dat je de inkomsten aan het begin of het einde van het jaar hebt genoten. Let op: onderbreek je gedurende het jaar je studiefinanciering, dan tellen de inkomsten over het hele jaar wel gewoon mee.
5.3 Wat telt niet mee? Sommige inkomsten die voor de belastingaangifte wél van belang zijn, tellen voor de bijverdienregeling niet mee. De IB-Groep brengt de volgende inkomsten geheel of gedeeltelijk in mindering op je verzamelinkomen of belastbaar inkomen: • Een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. • Een uitkering op grond van de Toeslagenwet. • Een uitkering in het kader van de Algemene nabestaandenwet. Voor elke maand dat je dit ontvangt telt een bedrag van € 299,82 (januari tot en met juli) of € 301,49 (augustus tot en met december) niet mee. • Inkomsten die je aantoonbaar ontvangen hebt in een periode waarin je geen studiefinanciering ontvangt en/of een OV-studentenkaart hebt. Deze periode kan uitsluitend aan het begin van 2009 (vanaf januari) zijn of aan het einde van het jaar (tot en met december). Onderbreek je gedurende het jaar je studiefinanciering, dan tellen de inkomsten wél gewoon mee. Je kunt ook nog inkomsten hebben die niet onder het verzamelinkomen of belastbaar loon vallen. Deze inkomsten laten wij ook buiten beschouwing. Voorbeelden daarvan: • je studiefinanciering • uitkering op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) • kinderbijslag voor je kinderen • huurtoeslag • zorgtoeslag • loterijprijzen • alimentatie voor jouw kinderen of van jouw ouder(s) • eenmalige studiebeurs van een (particulier) studiefonds.
44 Twijfel je of bepaalde inkomsten onder het verzamelinkomen vallen? Neem dan contact op met de BelastingTelefoon (0800) 0543. De medewerkers van de IB-Groep kunnen je daar niet over adviseren.
5.4 als je te veel bijverdient Als je in 2009 met je inkomsten onder de € 13.215,83 blijft, hoef je niets te doen. Verdien je naast je studiefinanciering meer dan de bijverdiengrens, dan moet je je studiefinanciering tijdelijk stopzetten en je OV-studentenkaart inleveren vóór het moment dat je inkomsten boven de € 13.215,83 uitkomen. Per 1 januari 2010 kun je dan weer studiefinanciering aanvragen. Dit doe je snel en makkelijk via Mijn IB-Groep. Voorbeeld: in de maand november ga je met je bijverdiensten over de bijverdiengrens heen. Je moet je studiefinanciering dan per 1 november stopzetten én je moet je OVstudentenkaart uiterlijk de vijfde werkdag van november inleveren op een postkantoor. Kom je er pas in 2010 achter dat je in 2009 te veel hebt bijverdiend? Je kunt nog tot 1 juli 2010 je studiefinanciering met terugwerkende kracht stopzetten. Heb je in 2008 te veel bijverdiend? Je kunt dan nog tot 1 juli 2009 je studiefinanciering met terugwerkende kracht stopzetten. Zet je je studiefinanciering met terugwerkende kracht stop, dan moet je de te veel ontvangen studiefinanciering terugbetalen. Voor iedere maand dat je onterecht de OV-studentenkaart in je bezit had, moet je € 136,- betalen (€ 68,- per halve kalendermaand). Wanneer je niet vóór 1 juli 2010 je studiefinanciering stopzet, moet je in de meeste gevallen méér terugbetalen. Er gelden dan namelijk andere regels. Lees wat je dan moet terugbetalen in de volgende paragraaf. Word of ben je in 2009 dertig jaar en verdien je te veel bij? Neem dan contact op met de IB-Groep vóór je je studiefinanciering stopzet. Want vanaf de maand na je dertigste verjaardag kun je niet meer opnieuw studiefinanciering aanvragen.
45 5.5 Wat moet je terugbetalen? De IB-Groep controleert achteraf je inkomsten bij de Belastingdienst. Als blijkt dat je meer verdiend hebt dan de bijverdiengrens terwijl je je studiefinanciering niet hebt stopgezet, moet je een bedrag terugbetalen. Dit bedrag bestaat uit drie delen: • Het bedrag dat je in 2009 bijverdiend hebt boven de grens van € 13.215,83. Als je bijvoorbeeld € 14.215,83 aan inkomsten hebt gehad, moet je € 1000,- terugbetalen. Het bedrag dat je moet terugbetalen is nooit hoger dan het bedrag dat aan jou in dat kalenderjaar aan basisbeurs en aanvullende beurs is toegekend. • Een bedrag van € 80,25 voor iedere maand dat je de OV-studentenkaart in je bezit had. Ook als je een vergoeding voor je OV-studentenkaart hebt gehad, moet je € 80,25 per maand terugbetalen. Als je de kaart niet hebt opgehaald én geen gebruik hebt gemaakt van een vergoeding, hoef je hiervoor ook niets terug te betalen. • Een bedrag aan rente. Deze rente wordt berekend over het bedrag dat je te veel hebt bijverdiend en over het bedrag dat je voor de OV-studentenkaart moet terugbetalen. De renteberekening start de maand nadat je van de IB-Groep een bericht hebt gekregen over de hoogte van de vordering.
46
6
47
Studiefinanciering in het buitenland Je kunt niet alleen studiefinanciering krijgen voor opleidingen in Nederland, maar ook voor opleidingen in het buitenland. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als voor studiefinanciering in Nederland, maar ook een aantal aanvullende voorwaarden.
48 6.1 Tijdelijk naar het buitenland Wanneer je tijdelijk studeert of stage loopt in het buitenland, moet je aan twee voorwaarden voldoen om je studiefinanciering te behouden: • je blijft als voltijdstudent ingeschreven staan bij een Nederlandse opleiding • je studie of stage in het buitenland is onderdeel van je Nederlandse opleiding. Voldoe je aan deze twee voorwaarden, dan loopt je studiefinanciering gewoon door. Voor je OV-studentenkaart kun je een vergoeding aanvragen, zie ook pagina 28.
6.2 Volledige mbo-opleiding in het buitenland Je kunt een aantal voltijdse mbo-opleidingen in het beroepsonderwijs volledig in het buitenland volgen met recht op Nederlandse studiefinanciering. Het gaat dan om opleidingen in Duitsland en Vlaanderen en om de Nederlandstalige opleidingen in het gewest Brussel. Daarnaast zijn er enkele unieke mbo-opleidingen binnen de EU/EER die niet in Nederland worden gegeven, maar die je toch met studiefinanciering in het buitenland kunt volgen. Een voorbeeld van zo’n opleiding is de opleiding tot vioolbouwer. Om in aanmerking te komen voor Nederlandse studiefinanciering moet je wel een voltijdse opleiding volgen die vergelijkbaar is met de Nederlandse beroepsopleidende leerweg. De mbo-opleidingen waarvan bekend is dat er recht bestaat op studiefinanciering, kun je vinden op www.ib-groep.nl. Komt de opleiding die je wilt volgen niet in deze lijst voor, stuur dan tóch een volledig ingevuld aanvraagformulier naar de IB-Groep. Wij kunnen dan voor je uitzoeken of je voor die opleiding misschien toch studiefinanciering kunt krijgen. In hoofdstuk 4 kun je lezen hoe je studiefinanciering kunt aanvragen. Voor je OV-studentenkaart kun je een vergoeding aanvragen, zie ook pagina 28.
Opleiding op niveau 1 of 2 Doe je een volledige opleiding op niveau 1 of 2 in het buitenland? Dan is je studiefinanciering voor maximaal vier jaar een gift die bestaat uit de basisbeurs, de OVstudentenkaart (of OV-vergoeding buitenland) en eventueel de aanvullende beurs. Je studiefinanciering hoef je dus na je studie niet terug te betalen. Daarnaast kun je ook nog een bedrag lenen bij de IB-Groep. Na je studie hoef je alleen het bedrag dat je geleend hebt terug te betalen. Doe je langer dan vier jaar over je opleiding in het buitenland? Zolang je nog voltijd naar school gaat, kun je nog maximaal drie jaar geld lenen bij de IB-Groep. In 2009 is dat maximaal € 832,43 per maand. Als je een opleiding op niveau 1 of 2 doet, moet je binnen drie maanden na aanvang van
49 elk studiejaar een gewaarmerkte kopie van je inschrijvingsbewijs opsturen. Bovendien moet je binnen drie maanden na afronding van het studiejaar een gewaarmerkte kopie van je cijferlijst opsturen. Laat daarvoor de kopieën ondertekenen en stempelen door een daartoe bevoegde persoon van de onderwijsinstelling.
Opleiding op niveau 3 of 4 Als je in het buitenland een volledige opleiding volgt op niveau 3 of 4, heb je recht op vier jaar studiefinanciering in de vorm van een prestatiebeurs. Eventueel al eerder ontvangen prestatiebeurs voor een beroepsopleiding op niveau 3 of 4 in Nederland moet je daarbij wel meerekenen. Aansluitend kun je nog maximaal drie jaar lenen.
6.3 Volledige studie aan hbo of universiteit in het buitenland Je hebt recht op studiefinanciering als je een volledige studie volgt in het buitenland aan een hogeschool of universiteit van dezelfde kwaliteit als de vergelijkbare opleiding in Nederland, waar ook recht op studiefinanciering voor bestaat. Volg je een opleiding in het buitenland waar in Nederland geen recht op studiefinanciering voor bestaat, dan kun je in het buitenland ook geen studiefinanciering ontvangen voor die opleiding. De voorwaarden die nu gelden om voor studiefinanciering in Nederland in aanmerking te komen, zoals leeftijd en nationaliteit, gelden ook als je studiefinanciering aanvraagt voor een opleiding in het buitenland. De bijverdiengrens (zie hoofdstuk 3) geldt ook voor studiefinanciering in het buitenland. Daarnaast gelden er nog enkele extra voorwaarden:
Drie jaar in Nederland Je moet gedurende ten minste drie jaar legaal in Nederland hebben gewoond in de zes jaar die voorafgaan aan het moment dat je studiefinanciering in het buitenland moet ingaan. Er bestaat een uitzondering voor: • studenten wiens ouders voor een Nederlandse overheidsorganisatie in het buitenland werken of hebben gewerkt • studenten die al vóór 1 september 2007 in het buitenland studeerden • studenten die in de grensstreek (gaan) studeren. Meer informatie vind je op www.ib-groep.nl.
50 Geen andere studietoelage Als je voor een studie in het buitenland een studietoelage van een buitenlandse overheid ontvangt, bestaat er geen recht op Nederlandse studiefinanciering. Je moet dus kiezen: óf studiefinanciering uit Nederland óf een studietoelage van het land waar je studeert. Allebei is niet mogelijk.
Kwaliteit buitenlandse opleiding Ten slotte moeten de opleidingen in het buitenland, waarvoor recht op Nederlandse studiefinanciering bestaat, van voldoende kwaliteit zijn. Er is een speciale instantie, de Nuffic, die voor de IB-Groep toetst of de buitenlandse opleiding die jij wilt volgen, voldoet aan het Nederlandse niveau voor hoger onderwijs. De Nuffic heeft op verzoek van de IB-Groep lijsten opgesteld met opleidingen in het Verenigd Koninkrijk en Duitsland die het meest door Nederlandse studenten gevolgd worden en waarvoor recht op Nederlandse studiefinanciering bestaat. Deze lijsten staan op www.ib-groep.nl. Je kunt ook studiefinanciering aanvragen bij de IB-Groep voor een opleiding die niet op de lijst voorkomt. De IB-Groep zal zodra jouw aanvraag binnen is, de Nuffic vragen om te onderzoeken of de opleiding van voldoende kwaliteit en niveau is. Als de Nuffic de opleiding positief heeft beoordeeld dan heb je recht op prestatiebeurs, een lening én een collegegeldkrediet, zoals dit ook zou gelden voor een vergelijkbare opleiding in Nederland. In de meeste gevallen heb je dan vier jaar recht op een prestatiebeurs. Als de opleiding in het buitenland echter vijf jaar duurt, maar de vergelijkbare Nederlandse variant duurt vier jaar, dan krijg je toch maar vier jaar prestatiebeurs. Op pagina 37 kun je lezen hoe je studiefinanciering kunt aanvragen voor een opleiding in het buitenland. Wil je weten wat je bij andere overheidsorganisaties moet regelen? Kijk dan op www.vertreknaarhetbuitenland.overheid.nl.
6.4 Studieresultaten in het buitenland Volg je een buitenlandse opleiding in het hoger onderwijs of een beroepsopleiding op niveau 3 of 4? Je basisbeurs, de aanvullende beurs en de OV-studentenkaart of de OV-vergoeding buitenland vormen dan net als bij een Nederlandse opleiding samen de prestatiebeurs. Je ontvangt de prestatiebeurs eerst als een lening. Uitgezonderd de aanvullende beurs in de eerste twaalf maanden: deze is een gift. Als je binnen tien jaar je diploma haalt (diplomatermijn), hoef je de basisbeurs, eventuele aanvullende
51 beurs en de vergoeding voor de OV-studentenkaart niet terug te betalen. Dat je in het buitenland studeert, verandert daar niets aan. Het buitenlandse diploma moet dan wel dezelfde waarde hebben als het Nederlandse diploma van een vergelijkbare opleiding. Er zijn landen, zoals Groot-Brittannië, die een onderwijssysteem hebben dat geen onderscheid maakt tussen hbo en universitaire studies. Dan moet achteraf de waarde van je diploma worden beoordeeld door de Nuffic. In sommige gevallen kan dit betekenen dat je prestatiebeurs slechts gedeeltelijk of zelfs niét wordt omgezet in een gift, omdat het diploma niet overeenkomstig is met een diploma van een vergelijkbare opleiding in Nederland.
52
7
53
Studiefinanciering voor niet-Nederlanders Eén van de algemene voorwaarden om in aanmerking te komen voor studiefinanciering is dat je de Nederlandse nationaliteit bezit. Heb je niet de Nederlandse nationaliteit, maar woon je wel in Nederland? Dan kun je in een aantal gevallen toch studiefinanciering krijgen.
54 7.1 Geen Nederlander en ook geen burger van de Europese Unie? Als je een verblijfsdocument Type II Regulier onbepaalde tijd, Type III Asiel bepaalde tijd of Type IV Asiel onbepaalde tijd hebt, kun je in aanmerking komen voor studiefinanciering. Heb je een verblijfsvergunning type I Regulier bepaalde tijd? Je hebt dan alleen recht op studiefinanciering als de reden of beperking die vermeld staat op je verblijfsvergunning één van de volgende is: • (verruimde) gezinshereniging en gezinsvorming bij een Nederlander of een houder van een verblijfsvergunning type I of II • het uitoefenen van het gezinsleven conform artikel 8 EVRM bij een Nederlander of een houder van een verblijfsvergunning type I of II • verblijf ter adoptie of als pleegkind • alleenstaande minderjarige vreemdeling • wedertoelating • vreemdeling in wiens verblijf wegens bijzondere, schrijnende omstandigheden wordt berust • vreemdeling die buiten zijn schuld niet uit Nederland kan vertrekken • verblijf in verband met de vervolging van mensenhandel (B9) • speciale regeling 2007 (Pardonregeling) • tijdsverloop in asielprocedure • verblijf op grond van ministeriële beschikking of ministerieel besluit. Heb je een verblijfsvergunning type I Regulier bepaalde tijd met de vermelding ‘voortgezet verblijf’? Dan geeft deze vergunning recht op studiefinanciering als deze vergunning is verstrekt omdat je voorafgaand aan deze vergunning een vergunning had met één van de hierboven genoemde beperkingen. Let op: verblijf je in Nederland met een vergunning voor studie, dan heb je geen recht op studiefinanciering.
Heb je nog geen verblijfsdocument dan is het toch verstandig om alvast studiefinanciering aan te vragen. Je aanvraag wordt dan in eerste instantie afgewezen. Op het moment dat de IND aan jou een verblijfsvergunning verstrekt, stuur je een kopie daarvan, samen met het formulier Wijzigingen student naar de IB-Groep. Je aanvraag wordt dan opnieuw beoordeeld.
55 In het ‘nationaliteitenschema’ op onze site kun je deze informatie én meer lezen. Deze informatie kan je ook lezen in het Engels onder ‘international visitors’. Daar staat bovendien een Engelstalige versie van het nationaliteitenschema: de ‘nationality chart’.
7.2 Geen Nederlander maar wel een burger van de Europese Unie? Heb je de nationaliteit van een EU-, EER-land of Zwitserland én woon je al vijf jaar of langer ononderbroken in Nederland? Dan heb je recht op studiefinanciering. Het is voldoende als je met je aanvraag een kopie van je verblijfsdocument ‘Duurzaam verblijf Burgers van de Unie’ meestuurt of een kopie van je paspoort met een zogenaamd historisch adressenoverzicht van je gemeente. Woon je nog geen vijf jaar in Nederland? Als je zelf in Nederland werkt of als je ouder of partner in Nederland werkt kan je eventueel ook studiefinanciering krijgen. Werk je zelf? Je moet in Nederland werken op grond van een officieel arbeidscontract én je moet in ieder geval iedere maand 32 uur werken. Is je ouder ook een burger van de Europese Unie en geen Nederlander dan heb je recht op studiefinanciering als deze ouder op grond van een arbeidscontract in Nederland 32 uur per maand werkt. Ben je getrouwd of geregistreerd partner en is je partner een burger van de Europese Unie, geen Nederlander en werkzaam in Nederland op grond van een arbeidscontract voor in ieder geval 32 uur per maand? Ook dan heb je recht op studiefinanciering. Ben je zelf, je ouder of je partner een zelfstandig ondernemer of freelancer in Nederland? Jij (je ouder of je partner) moet dan kunnen bewijzen dat je officieel werkt als zelfstandig ondernemer of freelancer én dat je 32 uur per maand werkt. In het ‘nationaliteitenschema’ op onze site kun je deze informatie én meer lezen. Deze informatie kan je ook lezen in het Engels onder ‘international visitors’. Daar staat bovendien een Engelstalige versie van het nationaliteitenschema: de ‘nationality chart’. Heb je wel de nationaliteit van een EU-, EER-land of Zwitserland, maar voldoe je niet aan de voorwaarden om voor je studie in Nederland studiefinanciering te kunnen krijgen? Je kunt dan wel een vergoeding van het lesgeld krijgen, als je lesgeld moet betalen voor je opleiding. Als je collegegeld moet betalen dan kun je collegegeldkrediet aanvragen. Het formulier om een vergoeding van het lesgeld aan te vragen of om het collegegeldkrediet aan te vragen, vind je op onze site. Meer informatie over het collegegeldkrediet voor EU/ EER-studenten vind je op pagina 67.
56
8
57
Studiefinanciering voor Antillianen en Arubanen Je woont op de Nederlandse Antillen of op Aruba en je wilt in Nederland gaan studeren. Maar hoe zit het eigenlijk met het aanvragen van studiefinanciering en de OV-studentenkaart? In dit hoofdstuk lees je meer over de mogelijkheden.
58 8.1 Aanvragen studiefinanciering Kom je van de Nederlandse Antillen of Aruba, dan kun je Nederlandse studiefinanciering aanvragen. Hoe studiefinanciering er precies uitziet, lees je in hoofdstuk 1. Je moet de studiefinanciering op tijd aanvragen. Studiefinanciering vraag je aan met het formulier Aanvragen studiefinanciering. Dit formulier kun je downloaden van www.ib-groep.nl of bestellen bij de IB-Groep Infolijn +31 50 599 77 55. Doe dit ruim van tevoren (minstens drie maanden), dan weet je zeker dat je je geld en je OV-studentenkaart op tijd hebt. Het aanvragen van studiefinanciering gaat voor studenten van de Nederlandse Antillen en Aruba iets anders dan voor Nederlandse studenten. Om voor studiefinanciering in aanmerking te komen moet je namelijk een Nederlands burgerservicenummer hebben. Dit nummer krijg je pas als je in Nederland bent. Omdat het wel belangrijk is om je studiefinanciering ruim van tevoren aan te vragen ontvang je, als je van de Nederlandse Antillen of Aruba komt, van de IB-Groep de eerste paar maanden studiefinanciering zonder burgerservicenummer. Burgerservicenummer aanvragen
Je moet direct bij aankomst in Nederland je inschrijven bij de gemeente waar je gaat wonen. Je krijgt dan ook een burgerservicenummer. Geef het adres waar je je bij de gemeente hebt ingeschreven én je burgerservicenummer zo snel mogelijk door aan de IB-Groep, in ieder geval binnen drie maanden. Voor het doorgeven van je burgerservicenummer sturen we je een formulier toe. Let op: als je dit formulier niet op tijd terugstuurt, dan trekken we je aanvraag in. Je moet de tot dan toe ontvangen studiefinanciering in dat geval terugbetalen. Zelf regelen of laten regelen
Je kunt er voor kiezen je studiefinanciering zelf te regelen, maar je kunt je ook laten vertegenwoordigen door een instantie, bijvoorbeeld de Stichting Studiefinanciering Curaçao. Die instantie regelt dan jouw zaken bij de IB-Groep. Zij ontvangen dan al jouw post van de IB-Groep en zij maken aan jou de studiefinanciering over die zij van ons ontvangen. Terugbetalen van de studieschuld regelen zij níet voor je.
8.2 Als je studiefinanciering ontvangt Ouderformulieren opsturen
Als je een aanvullende beurs aanvraagt, stuurt de IB-Groep je twee formulieren Opgave oudergegevens. Vertegenwoordigt de Stichting Studiefinanciering Curaçao jouw zaken
59 bij de IB-Groep, dan sturen zij deze twee ouderformulieren door naar jou. Deze formulieren moet je laten invullen door je ouders. De hoogte van je aanvullende beurs is namelijk afhankelijk van hun inkomen. inkomen opgeven
Omdat je ouders elk jaar hun inkomen moeten opgeven, kunnen zij gebruikmaken van een automatische gegevensuitwisseling tussen de IB-Groep en de Arubaanse of Antilliaanse Belastingdienst. Hiervoor moeten je ouders de Arubaanse of Antilliaanse Belastingdienst machtigen met een formulier van de IB-Groep (een ‘Verklaring inkomstenbelasting voor belastingplichtigen op Aruba of de Nederlandse Antillen’, verkrijgbaar bij de Belastingdienst). Bovendien moeten je ouders op tijd aangifte hebben gedaan bij de Arubaanse of Antilliaanse Belastingdienst. inkomen is nodig
Zonder de inkomensgegevens van je ouders kan de IB-Groep je aanvullende beurs niet berekenen. Dit heeft tot gevolg dat de aanvullende beurs als een lening wordt uitbetaald. Deze lening moet je na je opleiding volledig terugbetalen, met rente. Zorg er dus voor dat je de ouderformulieren terugstuurt én dat de IB-Groep over de inkomensgegevens van je ouders kan beschikken.
8.3 Studieschuld aflossen Als je geld leent tijdens je studie of als je prestatiebeurs niet is omgezet in een gift, dan heb je een studieschuld. Je moet deze studieschuld aflossen. Lees meer over het terugbetalen van je studieschuld in hoofdstuk 12. Problemen met terugbetalen
Ga je na afloop van je studie weer op de Nederlandse Antillen of Aruba wonen? Inwoners van de Nederlandse Antillen en Aruba hebben vaak meer moeite met het terugbetalen van de studieschuld dan voorheen. Dit komt vooral doordat het inkomen op Nederlandse Antillen en Aruba wordt uitbetaald in een andere valuta dan de euro. De IB-Groep berekent de te betalen maandbedragen wél in euro’s. Door de ongunstige wisselkoers wordt het maandbedrag voor inwoners van de Nederlandse Antillen en Aruba relatief hoger dan die voor debiteuren die hun inkomen ontvangen in euro’s. Je kunt een verlaging van het maandbedrag aanvragen.
60 Verlagen maandbedrag
Woon je in Nederland? Op pagina 78 kun je lezen wat je kunt doen als het vastgestelde maandbedrag te hoog is. Woon je op de Antillen? Speciaal voor inwoners van de Nederlandse Antillen en Aruba heeft de IB-Groep het formulier Verlagen maandbedrag voor inwoners van de Nederlandse Antillen en Aruba ontworpen. Met dit formulier geef je de IB-Groep toestemming om je inkomen bij de Belastingdienst op de Nederlandse Antillen/Aruba op te vragen. Voor berekening kijken we naar het inkomen van twee jaar geleden; voor 2009 vragen we dus de inkomensgegevens van 2007 op. Het gaat om je verzamelinkomen of belastbaar loon zoals dat door de Belastingdienst is vastgesteld. Voor de definitieve berekening van je draagkracht kijken we dus niet naar het besteedbare inkomen.
Inkomen partner Het inkomen van je partner telt in principe mee bij de berekening van het maandbedrag. Je kunt ervoor kiezen het inkomen van je partner niet mee te laten tellen. Voor elke maand dat je het inkomen van je partner niet laat meetellen, wordt de aflosfase met een maand verlengd. Voorbeeld: je laat het inkomen van je partner twaalf maanden niet meetellen. De aflosfase van je schuld wordt dan met twaalf maanden verlengd. In plaats van in vijftien jaar moet je dan in zestien jaar je schuld aflossen.
Inkomen gedaald Als je inkomen na 2007 is gedaald, kunnen we bij de berekening van je draagkracht uitgaan van het inkomen van 2008 of 2009. Hiervoor moet je een verzoek doen. Dit heet ‘verlegging van het peiljaar’. Meer informatie en het formulier vind je op www.ib-groep.nl.
61
62
9
63
Uitzonderingen Wil je stoppen met je studie vóór 1 februari, heb je problemen met je ouders, is het inkomen van je ouders gedaald of lukt het je niet om op tijd af te studeren? Lees dan dit hoofdstuk.
64 9.1 Stoppen voor 1 februari Zet je vóór 1 februari in het eerste jaar dat je een prestatiebeurs ontvangt je studiefinanciering stop, dan hoef je de basisbeurs, aanvullende beurs en OV-studentenkaart niet terug te betalen. Je mag vanaf 1 februari tot het einde van dat studiejaar niet opnieuw een prestatiebeurs aanvragen. De tot februari ontvangen maanden tellen als verbruikte maanden studiefinanciering. Je kunt één keer gebruikmaken van deze regeling. Stop je voor 1 februari?
Geef dit dan direct aan ons door, via Mijn IB-Groep. Stop je met je mbo-opleiding? Dan moet je een verzoek indienen om je prestatiebeurs om te laten zetten in een gift. Gebruik hiervoor het formulier Verzoek toepassing 1 februariregeling voor studenten in het middelbaar beroepsonderwijs. Je kunt dit formulier downloaden van www.ib-groep. nl. Stop je met een hbo- of universitaire opleiding, dan gaat de omzetting automatisch. Wanneer bericht
Ben je gestopt voor 1 februari in je eerste jaar? Je krijgt een jaar later het bericht waarop staat dat je de studiefinanciering die je tot 1 februari hebt ontvangen niet hoeft terug te betalen.
9.2 Problemen met je ouders Het inkomen van je ouders is nodig voor de berekening van de aanvullende beurs. Je ouders moeten hiervoor het formulier Opgave Oudergegevens invullen en terugsturen. Met de gegevens op dit formulier vraagt de IB-Groep bij de Belastingdienst het inkomen op. Soms willen of kunnen ouders niet meewerken aan het terugsturen van het formulier Opgave Oudergegevens. Je kunt dan een beroep doen op de regeling ‘weigerachtige ouders’. Er zijn dan twee mogelijkheden. Je kunt de IB-Groep vragen om: • het inkomen van je ouder(s) op te vragen • het inkomen van je ouder(s) buiten beschouwing te laten bij het berekenen van de aanvullende beurs. Onder ouders wordt in dit geval verstaan: natuurlijke ouders of adoptiefouders. Pleegof stiefouders vallen hier niet onder. Inkomen opvragen
Je kunt de IB-Groep vragen om het inkomen van je ouder(s) op te vragen. Dit kan ook als je niet weet waar je vader of moeder woont. Als je ouder in Nederland, op Aruba of de Nederlandse Antillen woont, vragen wij het inkomen op bij de Belastingdienst. Woont
65 hij of zij in een ander land, dan vragen we het inkomen rechtstreeks bij hem of haar op. Je kunt ons vragen om het inkomen van je ouder(s) te achterhalen met het formulier Verzoek inkomen ouders opvragen/inkomen ouders buiten beschouwing laten. Je kunt dit formulier downloaden van www.ib-groep.nl. Hoewel dit een eenvoudige procedure is, kan het wel langere tijd duren voor we de juiste gegevens hebben. Inkomen buiten beschouwing laten
Meestal is het praktischer om het inkomen van je vader of moeder op te laten vragen door de IB-Groep. Maar je kunt ons ook vragen om het inkomen van je ouder(s) helemaal niet mee te tellen bij de berekening van de aanvullende beurs. Dit noemen we ‘buiten beschouwing laten’. Je kunt het formulier Verzoek inkomen ouders opvragen/ inkomen ouders buiten beschouwing laten van www.ib-groep.nl downloaden of ophalen bij een van onze servicekantoren. Als we je verzoek toekennen, dan laten we het inkomen van je vader of moeder buiten beschouwing vanaf de eerste dag van de maand na de maand waarin je het formulier en de bewijsstukken hebt opgestuurd. Als je wilt dat we van een eerdere datum uitgaan, dan kun je hier in een begeleidende brief om vragen. In de volgende vijf situaties kun je ons vragen om het inkomen van je vader of moeder buiten beschouwing te laten: • geen contact sinds je twaalfde • niet-financieel conflict met je vader of moeder • ontzetting of ontheffing • niet erkend • alimentatie oninbaar. Wil je meer informatie over deze regeling, ga dan eens langs bij een van onze servicekantoren. De adressen en openingstijden vind je op www.ib-groep.nl.
9.3 Inkomen ouders gedaald Bij het berekenen van de hoogte van de aanvullende beurs van 2009 kijkt de IB-Groep naar het inkomen dat je ouders in 2007 hadden. Het inkomensjaar waar we vanuit gaan ligt normaal gesproken twee jaar vóór het jaar waarvoor je studiefinanciering aanvraagt. We noemen dit inkomensjaar ‘het peiljaar’. Is het inkomen van je ouders na dat jaar sterk achteruitgegaan, dan kunnen zij ‘verlegging peiljaar’ aanvragen. De IB-Groep neemt dan een ander inkomensjaar als uitgangspunt bij de berekening van de aanvullende beurs. Dit kan betekenen dat je een (hogere) aanvullende beurs krijgt.
66 Voorwaarden
Er zijn enkele voorwaarden voor verlegging van het peiljaar: • Het inkomen van je ouders moet na het ‘normale’ peiljaar met ten minste 15 procent zijn gedaald. Bovendien moet deze daling naar verwachting minstens drie jaar duren. • Als de vermindering van het inkomen van je ouders een normale inkomensschommeling is, dan kunnen zij geen verlegging peiljaar aanvragen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een freelancer die in een bepaald jaar minder opdrachten heeft gekregen. Aanvragen
Je ouders kunnen een verlegging van het peiljaar aanvragen met het formulier Verzoek om verlegging peiljaar. Ze kunnen het formulier downloaden van www.ib-groep.nl. Op het formulier staat welke bewijsstukken moeten worden meegestuurd met de aanvraag.
9.4 Prestatiebeurs bij handicap of ziekte Soms lukt het niet om op tijd af te studeren. De IB-Groep houdt daar in een aantal gevallen rekening mee. Medische omstandigheid
Loop je door medische omstandigheden studievertraging op en kun je daardoor je opleiding niet binnen de cursusduur afronden? Dan kun je twaalf maanden verlenging van de prestatiebeurs aanvragen. Diplomatermijn
Lukt het je door tijdelijke medische of niet-medische bijzondere omstandigheden niet om binnen tien jaar een afsluitend diploma te behalen? Dan kun je een verlenging van de diplomatermijn aanvragen. Geen diploma
Lukt het je door een structurele bijzondere omstandigheid (medisch of niet-medisch) niet meer om je diploma te behalen? Dan kun je de IB-Groep verzoeken je prestatiebeurs om te zetten in een gift. Wajong
Word je tijdens de diplomatermijn voor 80 procent of meer arbeidsongeschikt en kun je aanspraak maken op een Wajong-uitkering? Dan kun je de IB-Groep verzoeken om je prestatiebeurs om te zetten in een gift.
67 Nieuwe studiefinanciering
Raak je tijdens je studie gehandicapt, wordt je handicap erger of word je chronisch ziek? En moet je daardoor je opleiding beëindigen? Dan kun je de IB-Groep verzoeken om nieuwe studiefinanciering voor een passender opleiding. Als je denkt voor één van deze regelingen in aanmerking te komen, neem dan contact op met je decaan. Je kunt alleen gebruikmaken van deze regeling als je decaan het verzoek ondersteunt. De decaan moet de ‘Verklaring onderwijsinstelling’ op het formulier Verzoek voorziening prestatiebeurs bij arbeidsongeschiktheid of bijzondere omstandigheden invullen. Op het formulier staat welke bewijsstukken je moet meesturen met je verzoek.
9.5 Collegegeldkrediet voor EU/EER-studenten EU/EER-studenten die geen recht hebben op volledige studiefinanciering kunnen voor een opleiding in het hoger onderwijs in Nederland wél aanspraak maken op een deel van de studiefinanciering, namelijk op het collegegeldkrediet. Collegegeldkrediet is een lening speciaal bestemd voor het betalen van het collegegeld, die per maand wordt uitbetaald. Na je studie betaal je het geleende bedrag terug. In 4.5 kun je lezen hoe je het collegegeldkrediet kunt aanvragen. Let op: het collegegeldkrediet is een vorm van studiefinanciering. De maanden dat je gebruik hebt gemaakt van een collegegeldkrediet, tellen mee als verbruikte studiefinancieringsmaanden. Mocht je later tóch aanspraak kunnen maken op studiefinanciering (bijvoorbeeld omdat je langer dan vijf jaar in Nederland verblijft), dan worden de maanden dat je collegegeldkrediet hebt ontvangen in mindering gebracht op je recht op studiefinanciering.
Je kunt een collegegeldkrediet aanvragen als je: • de nationaliteit hebt van een land uit de EU/EER (België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië of Zweden) • de Zwitserse nationaliteit hebt • een opleiding in Nederland volgt waarvoor recht bestaat op studiefinanciering • het collegegeld in Nederland betaalt • op grond van de nationaliteitsregels niet in aanmerking komt voor volledige studie financiering.
68
10
69
Studiefinanciering wijzigen Verandert er iets in je situatie? Wijzigingen moet je zelf aan de IB-Groep doorgeven. Dit doe je in de meeste gevallen snel en makkelijk via Mijn IB-Groep.
70 10.1 Wijzigingen doorgeven Een wijziging in je gegevens geef je snel en makkelijk door via Mijn IB-Groep. Om in te loggen op Mijn IB-Groep heb je een DigiD met sms-functie nodig. Woon je in het buitenland en heb je geen DigiD? Of geef je liever je wijziging door met een formulier? Download dan het formulier Wijzigingen student van www.ib-groep.nl. De IB-Groep verwerkt een formulier minder snel dan een online wijziging. Je moet wijzigingen op tijd doorgeven aan de IB-Groep. Dat betekent in de meeste gevallen dat je de wijziging uiterlijk op de ingangsdatum moet doorgeven. Hieronder kun je lezen wanneer je welke wijziging moet doorgeven. Nieuw adres en/of woonsituatie doorgeven
Ben je verhuisd en wil je je nieuwe adres aan de IB-Groep doorgeven? Dan moet je in de maand waarin je verhuist de wijziging doorgeven. Voorbeeld: je woont per 1 november niet meer bij je ouders. Je hebt de maand november de tijd om je nieuwe adres en nieuwe woonsituatie door te geven aan de IB-Groep. Woon je per 2 november niet meer bij je ouders? Dan heb je per 1 december recht op de beurs voor uitwonenden. Je hebt de maand december de tijd om je nieuwe adres en nieuwe woonsituatie aan de IB-Groep door te geven. Let op: je moet je binnen vijf dagen na je verhuizing bij de gemeente inschrijven op je nieuwe adres. De IB-Groep controleert elke maand of je ingeschreven staat op het adres dat je aan ons hebt doorgegeven. Nieuwe opleiding doorgeven
Een nieuwe opleiding moet je uiterlijk op de ingangsdatum doorgeven. Begin je bijvoorbeeld op 1 september met je nieuwe opleiding? Dan moet je de wijziging uiterlijk op 1 september aan de IB-Groep doorgeven. Geef je je nieuwe opleiding later door, dan heb je pas recht op studiefinanciering met ingang van de maand volgend op de datum waarop je je nieuwe opleiding doorgeeft. Bedrag lening wijzigen
Wil je een lening aanvragen of wil je je lening verhogen of verlagen? Deze wijziging moet je uiterlijk op de eerste dag van de maand doorgeven. Wil je bijvoorbeeld per 1 mei € 100,- lenen? Dan moet je dat uiterlijk op 1 mei doorgeven aan de IB-Groep. Geef je pas na 1 mei door dat je wilt lenen, dan gaat je lening per 1 juni in.
71 Rekeningnummer wijzigen
Wil je zeker weten dat de eerstvolgende betaling naar het nieuwe rekeningnummer gaat? Dan moet je de wijziging ten minste drie weken voor de betaaldatum doorgeven via Mijn IB-Groep. De betaaldata vind je op www.ib-groep.nl. Toeslag wijzigen
Heb je een éénoudertoeslag of een partnertoeslag en wijzigt er iets in je situatie? Dan kun je deze wijziging doorgeven met het Formulier voor éénoudertoeslag en partnertoeslag. Trouwen/samenwonen
Ga je trouwen of samenwonen? Dit heeft meestal geen gevolgen voor je studiefinanciering. Je hoeft dit dan ook niet aan de IB-Groep door te geven. Verandert je adres of word je uitwonend doordat je gaat trouwen of samenwonen, dan moet je dit wel doorgeven. Ontvang je een éénoudertoeslag? Dan moet je wél doorgeven dat je gaat trouwen of samenwonen. Je kunt dit doorgeven met het Formulier voor éénoudertoeslag en partnertoeslag.
72
11
73
Studiefinanciering stopzetten Soms wil je je studiefinanciering stopzetten omdat je stopt met je opleiding. Of omdat je je diploma hebt behaald. Het kan ook zijn dat je je studiefinanciering stopzet omdat je te veel bijverdient. Lees in dit hoofdstuk hoe je het stopzetten regelt.
74 11.1 Stoppen met je opleiding Ga je stoppen met je opleiding? Dan moet je dat doorgeven aan de IB-Groep. Zo voorkom je dat je studiefinanciering ten onrechte wordt uitbetaald. Vergeet niet op tijd je OV-studentenkaart in te leveren. Je zet je studiefinanciering snel en makkelijk stop via Mijn IB-Groep. Checklist studiefinanciering beëindigen:
• geef de einddatum door via Mijn IB-Groep • lever je OV-studentenkaart op tijd in
11.2 Stopzetten wegens bijverdienen Verdien je naast je studiefinanciering meer dan de bijverdiengrens, dan moet je je studiefinanciering stopzetten. Doe dit vóór het moment dat je inkomsten boven de bijverdiengrens uitkomen en lever je OV-studentenkaart tijdig in. Per 1 januari van het volgende jaar kun je dan weer studiefinanciering aanvragen. Dit doe je snel en makkelijk via Mijn IB-Groep. Voorbeeld: je komt in de maand november over de bijverdiengrens heen. Je moet je studiefinanciering per 1 november stopzetten en je moet je OV-studentenkaart uiterlijk de vijfde werkdag van november inleveren. Per 1 januari kun je weer studiefinanciering aanvragen. Kom je er pas in 2010 achter dat je in 2009 te veel hebt bijverdiend? Je kunt nog tot 1 juli 2010 je studiefinanciering met terugwerkende kracht stopzetten. Heb je in 2008 te veel bijverdiend? Je kunt dan nog tot 1 juli 2009 je studiefinanciering met terugwerkende kracht stopzetten. Let op: word of ben je in 2009 dertig jaar en verdien je te veel bij? Neem dan contact op met de IB-Groep vóór je je studiefinanciering stopzet. Want vanaf de maand na je dertigste verjaardag kun je geen studiefinanciering meer aanvragen.
75 11.3 Diploma behaald Als je klaar bent met je opleiding, moet je de einddatum doorgeven aan de IB-Groep. De IB-Groep zet dan jouw studiefinanciering stop. De snelste en makkelijkste manier om dit door te geven is online via Mijn IB-Groep. Aan het einde van het jaar krijgt de IB-Groep van jouw onderwijsinstelling door of, en wanneer je jouw diploma hebt behaald. Hierover sturen we jou in januari een bericht. Let op: vergeet niet op tijd je OV-studentenkaart in te leveren. Diploma behaald in het buitenland
Heb je een diploma behaald in het buitenland? Dan moet je zelf de einddatum van je opleiding doorgeven aan de IB-Groep. Dit kun je doen via Mijn IB-Groep of met het formulier Wijzigingen student. Lees hieronder wat je nog meer moet doen.
Buitenlands mbo-diploma niveau 1 of 2 Je hoeft alleen de einddatum van je opleiding door te geven aan de IB-Groep.
Buitenlands mbo-diploma niveau 3 of 4 Heb je in het buitenland een diploma behaald voor een mbo-opleiding op niveau 3 of 4? Je moet dan zélf een gewaarmerkte kopie van je diploma opsturen. Laat daarvoor de kopie ondertekenen en stempelen door een daartoe bevoegd persoon van de onderwijsinstelling. Stuur de gewaarmerkte kopie uiterlijk binnen drie maanden na afloop van de diplomatermijn naar de IB-Groep.
Buitenlands diploma van hbo of universiteit Heb je een diploma behaald voor een hbo- of universitaire opleiding in het buitenland, dan moet je zélf een gewaarmerkte kopie van je diploma en je cijferlijst naar de IB-Groep sturen. Laat daarvoor de kopieën ondertekenen en stempelen door een daartoe bevoegd persoon van de onderwijsinstelling. Stuur de gewaarmerkte kopieën uiterlijk binnen drie maanden na afloop van de diplomatermijn naar de IB-Groep. Opnieuw studeren?
Ga je opnieuw studeren? Geef dan zo snel mogelijk je nieuwe opleiding door aan de IB-Groep. Dit doe je snel en makkelijk via Mijn IB-Groep. Let op: na je dertigste kan dit niet meer en ook niet als het langer dan tien jaar geleden is dat je voor het eerst studie financiering aanvroeg.
76
12
77
Lenen en terug betalen Je kunt tijdens je studie geld lenen. Hierdoor ontstaat een schuld. Na je studie moet je deze schuld weer terugbetalen. Je kunt ook andere schulden hebben bij de IB-Groep, bijvoorbeeld omdat je je OV-studentenkaart te laat hebt ingeleverd of omdat je te veel studiefinanciering hebt ontvangen. Ook die schulden moet je terugbetalen.
78 12.1 Studieschuld aflossen Wanneer terugbetalen
De terugbetalingsperiode begint op 1 januari volgend op de einddatum van je opleiding of het einde recht op studiefinanciering. Deze periode begint met een zogenaamde aanloopfase van twee jaar: je hoeft nog niet terug te betalen, maar het mag wel. Er wordt in de aanloopfase rente berekend, waardoor je schuld groeit. Na de aanloopfase start de aflosfase van meestal (maximaal) vijftien jaar, waarin je je schuld moet terugbetalen. Ook tijdens de aflosfase wordt er rente berekend. einde studie in 2008
aanloopfase
Aflosfase
1 januari 2009 t/m 2010
vanaf 1 januari 2011
geen aflossingsverplichting, terugbetalen mag wel
je moet terugbetalen
Voorbeeld: je hebt tot 31 augustus 2008 recht op studiefinanciering. Op 1 januari 2009 begint voor jou de aanloopfase. Tijdens de aanloopfase mag je wel terugbetalen, maar het hoeft niet. Het kan voordelig voor je zijn om alvast te beginnen met terugbetalen, omdat je dan minder rente hoeft te betalen. Twee jaar later, op 1 januari 2011, begint voor jou de aflosfase. Vanaf dat moment ben je verplicht om het voor jouw vastgestelde maandbedrag te betalen. Terugbetalen in het kort
• de aflosfase van je lening duurt in principe vijftien jaar • het maandbedrag hangt af van de hoogte van je schuld en de rente. Maandbedrag te hoog?
Om het maandbedrag vast te stellen delen we je totale schuld door 180 maanden (vijftien jaar). De uitkomst is je maandbedrag, met een minimum van € 45,41 per maand. Als je moeite hebt om het vastgestelde maandbedrag te betalen, kun je een verzoek indienen om je maandbedrag te verlagen. De IB-Groep berekent dan op grond van je inkomen van twee jaar geleden hoeveel je zou kunnen terugbetalen. De IB-Groep berekent het maandbedrag steeds voor een kalenderjaar. Voorbeeld: voor de berekening van het maandbedrag van 2009 kijken we naar je inkomen over 2007.
79 Berekenen lager maandbedrag
Om je maandbedrag voor 2009 te berekenen, gaan we uit van je verzamelinkomen of belastbaar loon over 2007. Het verzamelinkomen of belastbaar loon wordt door de Belastingdienst vastgesteld. Voor de definitieve berekening van je draagkracht kijken we dus niet naar je besteedbare inkomen. Komt uit de berekening naar voren dat je méér zou kunnen betalen dan je vastgestelde maandbedrag? Dan blijft het maandbedrag hetzelfde. Je maandbedrag wordt nooit hoger. Je kunt een verzoek indienen om je maandbedrag te verlagen met het formulier Verzoek verlagen maandbedrag studieschuld. Inkomen partner telt mee
Het inkomen van je partner telt in principe mee bij het verlagen van je maandbedrag. Je kunt ervoor kiezen om het inkomen van je partner buiten beschouwing laten. Voor elke maand dat je het inkomen van je partner niet laat meetellen, wordt de aflosfase dan met eveneens een maand verlengd. Lager inkomen na 2007?
Als je inkomen na 2007 is gedaald, kunnen we bij het berekenen van je maandbedrag uitgaan van het inkomen over 2008 of 2009. Je moet hier zelf om verzoeken. Je kunt dit op het formulier Verzoek verlagen maandbedrag studieschuld aangeven. Heb je een minimuminkomen? De IB-Groep heeft een speciale regeling voor terugbetalers met een minimuminkomen. Meer informatie hierover vind je op www.ib-groep.nl.
12.2 Rentepercentage De IB-Groep berekent rente over het bedrag dat je leent en over je studieschuld. Voor 2009 is de rente 3,58 procent op jaarbasis. De rente gaat lopen vanaf de maand die volgt op de maand waarin je de lening (of prestatiebeurs) op je rekening krijgt. Zolang je een opleiding volgt en recht hebt op studiefinanciering, wordt het rentepercentage elk kalenderjaar door de overheid vastgesteld. Zodra je geen opleiding meer volgt, wordt het rentepercentage steeds voor vijf jaar vastgesteld. Deze rentepercentages vind je op www.ib-groep.nl.
80 12.3 Betaalwijze tijdens aflosfase Als je verplicht bent om terug te betalen (je zit in de aflosfase) kun je op twee manieren terugbetalen: via automatische incasso en per acceptgiro. Automatische incasso
Met € 9,24 korting per jaar (= € 0,77 per maand) is betalen via automatische incasso het voordeligst. Via Mijn IB-Groep kun je meteen je automatische incasso regelen. Kun je niet inloggen op Mijn IB-Groep, gebruik dan het formulier Wijzigingen debiteur. Wij schrijven het bedrag elke maand rond de 25e van je rekening af. Ben je het niet eens met een afschrijving, dan kun je via je bank het bedrag binnen dertig dagen laten terugboeken. Wanneer automatisch afschrijven een keer niet lukt, ontvang je voor die maand (=achterstallige termijn) een acceptgiro. Dit is een herinnering. Betaal je de acceptgiro niet op tijd, dan ontvang je een laatste aanmaning. Met deze aanmaning wordt het te betalen bedrag verhoogd met € 9,- administratiekosten. Betaal op tijd, want anders kost het je extra geld. Als je een aanmaning niet betaalt, schakelen we namelijk een deurwaarder in. Maandelijkse acceptgiro
Als je niet voor automatische incasso kiest, krijg je elke maand rond de 10e een acceptgiro. Als je vergeet om vóór de vervaldatum te betalen, krijg je een herinnering. Betaal je de acceptgiro niet op tijd, dan ontvang je een laatste aanmaning. Betaal op tijd, want anders kost het je extra. Als je een aanmaning niet betaalt, schakelen we namelijk een deurwaarder in.
12.4 Extra aflossen Extra aflossen mag altijd. Tijdens je studie, tijdens de aanloopfase én als je al verplicht aan het aflossen bent (in de aflosfase). Alvast gaan aflossen is voordelig, omdat je dan minder rente betaalt. De rente over je lening loopt namelijk altijd door. hoe aflossen
Je kunt geld overmaken op bankrekening Rabobank 19.23.21.900 ten name van de Informatie Beheer Groep, Groningen. Vermeld je correspondentienummer, gevolgd door: /LEN (= lening).
81 Als je extra aflost tijdens de aanloopfase, dan wordt de looptijd van de aflosfase verkort. Extra aflossingen tijdens de aanloopfase hebben geen invloed op de hoogte van je maandbedrag. Als je extra aflost tijdens de aflosfase, dan kun je verzoeken om een herberekening van het maandbedrag. Als je een aanzienlijke aflossing hebt gedaan, kan je maandbedrag hierdoor lager worden. Heb je een groot bedrag overgemaakt en wil je dat de IB-Groep je maandbedrag opnieuw berekent? Je kunt het verzoek tot herberekening indienen met het formulier Wijzigingen debiteur.
12.5 Schuld OV-studentenkaart betalen In sommige situaties kan er een schuld door onterecht bezit van de OV-studentenkaart ontstaan terwijl je nog studiefinanciering ontvangt. Dit is bijvoorbeeld het geval als je een OV-vergoeding aanvraagt maar je kaart niet of te laat inlevert, of als je de geldige OV-studentenkaart na je buitenlandse stage te vroeg weer ophaalt op het postkantoor. Zolang je nog studiefinanciering ontvangt, verrekent de IB-Groep deze schuld met de uitbetaling. Dit gebeurt in 2009 met een maximum van € 144,28 per maand. Kunnen we de OV-schuld niet (meer) met je studiefinanciering verrekenen, dan krijg je een acceptgiro. Je kunt het bedrag dan in één keer met de acceptgiro betalen óf je vraagt een betalingsregeling aan met het formulier dat je bij de acceptgiro krijgt. Het is voordeliger als je het bedrag in één keer betaalt, omdat je dan geen rente hoeft te betalen. Kun je het bedrag niet in één keer betalen, vraag dan vóór de vervaldatum de betalingsregeling aan (de vervaldatum staat op de acceptgiro). Als je gebruik maakt van de betalingsregeling, wordt er wel rente over het bedrag berekend. Doe je niets, dan wordt de schuld overgedragen aan een deurwaarder. Vanaf dat moment is het niet meer mogelijk om bij de IB-Groep een betalingsregeling aan te vragen.
12.6 Te veel studiefinanciering ontvangen De IB-Groep controleert vaak achteraf of je aan alle voorwaarden hebt voldaan. Hieruit kan blijken dat je te veel studiefinanciering hebt ontvangen: er ontstaat dan een schuld. Zolang je nog studiefinanciering ontvangt, verrekent de IB-Groep deze schuld met je studiefinanciering. Dit gebeurt in 2009 met een maximum van € 144,28 per maand. Hierop is een uitzondering: als je te veel collegekrediet hebt ontvangen, geldt het maximumbedrag niet.
82 Kunnen we de schuld niet (meer) met je studiefinanciering verrekenen, dan krijg je een acceptgiro. Je kunt het bedrag dan in één keer met de acceptgiro betalen. Dat is het voordeligst omdat er dan geen rente berekend wordt. Betaal je de acceptgiro niet voor de vervaldatum, dan wordt de schuld omgezet in een rentedragende lening. Er wordt dan rente berekend vanaf de eerste dag van de maand waarin de vervaldatum van de acceptgiro ligt. Wanneer je deze lening moet terugbetalen, is afhankelijk van het jaar waarin je de opleiding hebt afgerond of waarin je recht op studiefinanciering is vervallen. Lees meer hierover op pagina 78.
12.7 Kwijtschelden schuld Kwijtschelden schuld
In uitzonderlijke situaties kan de IB-Groep het restant van een schuld kwijtschelden na het verstrijken van de aflosfase van vijftien jaar. Dit gebeurt als je tot het einde van de aflosfase aan de volgende voorwaarden voldoet: • het verlaagde maandbedrag (berekend op grond van je inkomen) is tot het einde van de aflosfase lager dan het maandbedrag dat berekend zou zijn zonder dat met je inkomen rekening gehouden wordt én • het inkomen van je partner telt steeds mee bij de berekening van het verlaagde maandbedrag. Als je bij de verlaging van het maandbedrag het inkomen van je partner buiten beschouwing hebt gelaten, geldt de periode van vijftien jaar niet. Dan wordt deze periode (de aflosfase) steeds verlengd met het aantal maanden dat het inkomen van je partner buiten beschouwing is gelaten.
Achterstallige schulden worden niet kwijtgescholden Het deel van een schuld dat achterstallig is door te laat of onvolledig betalen wordt na vijftien jaar niet kwijtgescholden. Kwijtschelden aanvullende beurs
Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk dat je aanvullende beurs geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden wordt. De eerste twaalf maanden is de aanvullende beurs altijd een gift. De kwijtschelding geldt voor de aanvullende beurs die is uitbetaald over maand dertien en verder. Door de aanvullende beurs ook na het eerste jaar kwijt te schelden, zullen studenten mét en studenten zonder aanvullende beurs bij onvoldoende prestaties dezelfde studieschuld hebben. Dat is de achterliggende gedachte van deze kwijtscheldingsregeling. Of de aanvullende beurs daadwerkelijk kwijtgeschol-
83 den kan worden, is afhankelijk van je inkomen en dat van je eventuele partner. Je krijgt automatisch een informatiepakket als je aan alle voorwaarden voldoet. Lees meer over deze regeling op www.ib-groep.nl. Kwijtschelden wegens overlijden
Als je zou komen te overlijden, gaat je schuld bij de IB-Groep teniet. Je schuld wordt dan dus niet verhaald op je partner, kinderen of familie. Dit geldt voor alle soorten schulden die ingevorderd worden door de IB-Groep.
84
13
85
Studiefinanciering: controles De IB-Groep controleert je gegevens, zodat je krijgt waar je recht op hebt. We controleren bijvoorbeeld bij welke opleiding je staat ingeschreven, waar je woont en hoeveel je bijverdient in een kalenderjaar. Deze controles zijn in de wet geregeld.
86 13.1 Waarom controleert de IB-Groep? Je krijgt waar je recht op hebt
De IB-Groep zorgt ervoor dat iedereen krijgt waar hij recht op heeft. Niet meer en niet minder. Daarom controleert de IB-Groep jouw gegevens. Het uitwisselen van gegevens met andere instanties gebeurt volgens de wet. Op deze manier komt het overheidsgeld, dat de IB-Groep beheert en uitbetaalt, terecht bij degene voor wie het is bedoeld. Natuurlijk controleert de IB-Groep alleen de gegevens als ze op jou van toepassing zijn. Bovendien gebruikt en beveiligt de IB-Groep jouw gegevens zorgvuldig volgens de Wet bescherming persoonsgegevens. Let op: stuur controleformulieren altijd terug, anders loop je het risico dat je de studie financiering moet terugbetalen.
13.2 Welke controles De IB-Groep controleert altijd of je aan de voorwaarden voor studiefinanciering voldoet, zoals nationaliteit en leeftijd. Daarnaast controleren we of je de juiste gegevens hebt doorgegeven. Controle woonsituatie
Heb je studiefinanciering voor ‘uitwonend’ aangevraagd, dan gaat de IB-Groep na of je daar ook recht op hebt. De IB-Groep vergelijkt adresbestanden en stelt vast of je wel of niet bij je ouders woont. Komt jouw adres overeen met dat van je ouders of kan de IB-Groep niet over de benodigde adresgegevens beschikken? Dan stuurt de IB-Groep je een brief met de vraag of je alsnog, met bewijsstukken, aannemelijk wilt maken dat je niet bij je ouders woonde gedurende de gecontroleerde periode. Een verklaring van jezelf of van je ouders is geen geldig bewijsstuk. Controle woonadres
De IB-Groep controleert elke maand of je staat ingeschreven bij de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) op het woonadres dat je hebt doorgegeven. Komen de adressen niet overeen? Dan heb je een maand de tijd om dit te herstellen. Herstel je dit niet (tijdig), dan heeft dit gevolgen voor de hoogte van je studiefinanciering. Inschrijvingscontrole
De IB-Groep controleert maandelijks of je staat ingeschreven bij de opleiding waarvoor
87 je studiefinanciering hebt aangevraagd. Dit geldt ook als je studiefinanciering ontvangt voor een buitenlandse opleiding. Komen de gegevens niet overeen? Dan moet je dit herstellen. Bijverdiencontrole
De IB-Groep controleert achteraf je inkomsten bij de Belastingdienst. Als blijkt dat je meer verdiend hebt dan de bijverdiengrens moet je een bedrag terugbetalen. Controle inkomen partner
Als je een partnertoeslag hebt aangevraagd, dan controleert de IB-Groep het inkomen van je partner bij de Belastingdienst. Blijkt dat het inkomen van je partner te hoog is? Dan moet je de partnertoeslag terugbetalen. Privacy
Het uitwisselen van gegevens met andere instanties gebeurt volgens de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
88
14
89
Bezwaar & Beroep of klachten Soms gaat er iets mis. Ben je het niet eens met een beslissing van de IB-Groep? Dan kun je bezwaar maken. Heb je een klacht over een medewerker? Dan kun je een klacht indienen.
90 14.1 Bezwaar indienen De IB-Groep beheert miljoenen gegevens. We proberen op basis van die gegevens juiste beslissingen te nemen over onder andere studiefinanciering. Maar natuurlijk kan het voorkomen, dat je het niet eens bent met zo’n beslissing. Neem dan eerst contact op met de IB-Groep. Een medewerker kan je dan uitleggen waarom een bepaalde beslissing zo is genomen. Soms kan het probleem worden opgelost door bijvoorbeeld het doorgeven van een wijziging in je eigen gegevens. Blijf je het oneens met een beslissing, dan kun je binnen de daarvoor gestelde termijn een bezwaarschrift indienen. Vaak is het niet nodig om een bezwaarschrift in te dienen, maar kan je probleem anders worden opgelost. In de meeste gevallen is het al genoeg dat je een wijziging doorgeeft.
Wie kan bezwaar maken?
In het algemeen geldt dat de belanghebbende bezwaar mag maken. De belanghebbende is degene die rechtstreeks door de beslissing in zijn belang wordt getroffen. Meestal is dat ook degene aan wie de beslissing is gericht. Je kunt dus zelf bezwaar maken tegen een beslissing over je studiefinanciering. Heb je een aanvullende beurs aangevraagd, dan worden de inkomensgegevens van je ouders gebruikt om de hoogte ervan te bepalen. Zijn de inkomensgegevens niet juist, dan kunnen je ouders daartegen bezwaar maken. Jij kunt zelf geen bezwaar maken tegen de inkomensgegevens van je ouders. Je kunt ook iemand machtigen om bezwaar voor je te maken. Iemand machtigen doe je schriftelijk, op www.ib-groep.nl kun je hiervoor een voorbeeldmachtiging downloaden. Wanneer bezwaar maken?
Het bezwaar moet je binnen zes weken na de verzenddatum van het bericht indienen. De verzenddatum staat op het bericht vermeld. Als je het bezwaarschrift niet tijdig opstuurt, dan is het bezwaarschrift niet-ontvankelijk. Dit betekent dat de IB-Groep jouw bezwaarschrift niet inhoudelijk beoordeelt. De datum van de poststempel op je bezwaarschrift bepaalt de datum van indiening. Stuur je je bezwaarschrift per fax in, dan is het moment waarop de fax door de IB-Groep wordt ontvangen bepalend.
91 Waartegen bezwaar maken?
Als je het niet eens bent met een besluit van de IB-Groep, kun je bezwaar maken. Een besluit is een schriftelijke beslissing waarbij toekenning, afwijzing, herziening en/of terugvordering van studiefinanciering plaatsvindt. De IB-Groep verstrekt deze besluiten meestal in de vorm van berichten. Je kunt geen bezwaar maken tegen aanmaningen, dwangbevelen en acceptgiro’s. Als je een aanvraag, verzoek of wijziging hebt ingediend waarvoor geen aanvullende informatie nodig is, moet je binnen zes weken een reactie krijgen. Heb je na zes weken nog geen reactie in de vorm van een schriftelijke beslissing gekregen, dan kun je ook daartegen bezwaar maken. Geen opschortende werking
Als je een bezwaar indient, schort dat de werking van het besluit waartegen je bezwaar maakt niet op. Je krijgt dus geen uitstel van betaling. Kom je tijdens de behandeling van je bezwaarschrift in grote financiële problemen, dan kun je vragen om een voorlopige voorziening (zie pagina 93). Hoe maak je bezwaar?
Je moet een bezwaarschrift altijd schriftelijk indienen. Je kunt het bezwaarschrift niet per e-mail naar de IB-Groep sturen. Het bezwaarschrift moet in ieder geval bevatten: • de datum • je naam, adres en telefoonnummer • je e-mailadres • je burgerservicenummer of je correspondentienummer • de beslissing waartegen je bezwaar maakt • je handtekening • kopie beslissing of beschrijving inhoud van de beslissing waarmee je het niet eens bent • kopie aanvraag, wijziging of verzoek als je geen besluit hebt ontvangen • redenen van bezwaar Stuur je bezwaarschrift naar: Informatie Beheer Groep, Afdeling Bezwaar en Beroep, Postbus 50081, 9702 EA Groningen.
92 Wat gebeurt er met je bezwaarschrift?
Als je bezwaar maakt, bekijkt een medewerker van de IB-Groep de beslissing opnieuw. Dit is een andere medewerker dan de medewerker die de beslissing genomen heeft.
Wat kan de IB-Groep besluiten? Er zijn drie mogelijkheden: • Je krijgt helemaal of gedeeltelijk gelijk. Je krijgt een nieuw bericht of een nieuwe brief van de IB-Groep met daarin de nieuwe beslissing. De nieuwe beslissing is in jouw voordeel. • Je krijgt geen gelijk. Er verandert niets aan de eerder genomen beslissing. • De IB-Groep besluit om je bezwaar niet te behandelen. Bijvoorbeeld omdat je bezwaar te laat was of omdat je geen redenen voor bezwaar hebt genoemd.
14.2 In beroep gaan Als je het niet eens bent met de beslissing op je bezwaarschrift of als de IB-Groep niet binnen zes weken een beslissing op je bezwaarschrift heeft genomen, dan kun je bij de arrondissementsrechtbank een beroepschrift indienen. Als je beroep aantekent, blijft de oorspronkelijke beslissing van kracht. Dat betekent dat als je een schuld hebt, je deze nog steeds moet terugbetalen. Wanneer je hierdoor in grote financiële problemen komt, kun je bij de rechtbank een voorlopige voorziening aanvragen. In principe kan alleen de belanghebbende beroep aantekenen of een voorlopige voorziening aanvragen. Alleen als je iemand machtigt, kan deze gemachtigde persoon voor jou beroep aantekenen. Het beroepschrift
In beroep gaan kan alleen schriftelijk. Je moet je beroepschrift richten aan de rechtbank waaronder jouw woonplaats valt. Je hebt tot zes weken na de verzending van de beslissing op het bezwaarschrift de tijd om in beroep te gaan. Zorg er dus voor dat je het beroepschrift op tijd opstuurt en stuur ook een kopie mee van de beslissing waartegen jouw beroepschrift zich richt. Vermeld in een beroepschrift altijd de volgende gegevens: • volledige naam en voorletters • adres
93 • correspondentienummer of burgerservicenummer • de datum waarop je het bezwaar- of beroepschrift opstuurt • de beslissing waartegen het bezwaar- of beroepschrift zich richt • waarom je het niet eens bent met de beslissing • handtekening Griffierecht
In beroep gaan bij een zaak over studiefinanciering kost griffierecht. De griffier van de rechtbank stuurt je hierover bericht. Als je in het gelijk wordt gesteld, kun je het griffierecht terugkrijgen. Als dit het geval is, staat dit in de beslissing op het beroepschrift. Hoe gaat het verder?
Je krijgt van de rechtbank altijd een ontvangstbevestiging. Vervolgens vraagt de rechtbank de IB-Groep om op het beroepschrift te reageren met een verweerschrift. Hiervan krijg je een kopie waarop je kunt reageren. In de regel wordt een beroepszaak tijdens een openbare zitting behandeld. Als je hiervoor opgeroepen wordt, ben je wettelijk verplicht op de zitting te verschijnen. Een advocaat of gemachtigde mag altijd mee. Ook als je niet wordt opgeroepen kun je de zitting bijwonen. Als je het niet eens bent met de uitspraak van de rechtbank kun je daarna eventueel nog in hoger beroep gaan. Hoe dat moet, staat in de uitspraak die je van de rechtbank toegestuurd krijgt.
14.3 Voorlopige voorziening Als je een bezwaarschrift indient of beroep aantekent, blijft in eerste instantie de oorspronkelijke beslissing van kracht. Dat betekent dat als je een schuld hebt, je deze nog steeds moet terugbetalen. Wanneer je hierdoor in grote financiële problemen komt, kun je bij de arrondissementsrechtbank een voorlopige voorziening aanvragen. Je kunt dan vragen om toekenning van een bepaald bedrag of om het niet vorderen van een schuld voor de duur van de bezwaar- of beroepsprocedure. Voor een verzoek om voorlopige voorziening ben je griffierecht verschuldigd. Je kunt het verzoek indienen bij de rechtbank waaronder je woonplaats valt. De rechtbank stuurt jou bericht over de betaling. Als je naast het verzoek om een voorlopige voorziening ook een beroepschrift hebt ingediend, moet je twee keer griffierecht betalen. Als je verzoek wordt gehonoreerd, dan staat in de uitspraak van de rechtbank vermeld of je het betaalde griffierecht kunt terugkrijgen.
94 Een voorlopige voorziening aanvragen kan alleen schriftelijk. Vermeld bij een verzoek om een voorlopige voorziening altijd de volgende gegevens: • volledige naam en voorletters • adres • geboortedatum • correspondentienummer of burgerservicenummer • de datum waarop je het verzoekschrift opstuurt • waarom je een voorlopige voorziening aanvraagt • vermeld daarnaast nog als er een beroepschrift is ingediend, het nummer van de beroepszaak bij de rechtbank.
14.4 Klachten over de dienstverlening Als je het niet eens bent met de manier waarop je door een medewerker bent behandeld of de manier waarop de IB-Groep haar werk doet, kun je hierover een klacht indienen. Een klacht kan dus gaan over het gedrag van een medewerker van de IB-Groep. Maar je kunt ook een klacht indienen als je vindt dat je bijvoorbeeld veel te lang op een antwoord hebt moet wachten. Heb je een klacht over de dienstverlening van de IB-Groep of een medewerker? Dan kun je een brief sturen naar: Klachtenfunctionaris IB-Groep Antwoordnummer 392 9700 VB Groningen. Tip: Vermeld in de brief je telefoonnummer. Dan kunnen we makkelijk contact met je opnemen. Klachtafhandeling
We behandelen je klacht binnen vier weken. Wat er gebeurt na ontvangst van je klacht: • de klachtenfunctionaris registreert je klacht en stuurt je een ontvangstbevestiging of neemt telefonisch contact met je op • de klacht wordt onderzocht • de klachtenfunctionaris stelt je telefonisch of schriftelijk op de hoogte van de oplossing • de oplossing wordt geregistreerd.
95 Een hoorzitting
Een hoorzitting is een onderdeel van de klachtenprocedure. Dit kan ook telefonisch. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt en je wordt binnen twee weken op de hoogte gesteld van de uitkomst. Ben je niet tevreden met de uitkomst, dan kun je binnen één jaar de Nationale ombudsman vragen je klacht te onderzoeken. Nationale ombudsman
Je kunt alleen een klacht indienen bij de Nationale ombudsman als je eerst de interne klachtenprocedure van de IB-Groep hebt doorlopen. De ombudsman probeert klachten bij voorkeur op te lossen via de interventiemethode: hij onderzoekt telefonisch of er snel een oplossing gevonden kan worden. Lukt dat niet, dan start hij een schriftelijk onderzoek. Uiteindelijk schrijft de ombudsman een rapport met een eindoordeel en eventuele aanbevelingen. Servicenormen IB-Groep op www.ib-groep.nl
De Informatie Beheer Groep verbetert voortdurend de kwaliteit van haar dienstverlening. We hebben daarom een aantal normen geformuleerd. Normen waar je de IB-Groep aan kunt houden. Je vindt ze op www.ib-groep.nl.
96
15
97
Over de IB-Groep Dit boekje gaat alleen maar over studiefinanciering. Maar de IB-Groep doet meer dan alleen studiefinanciering. In dit hoofdstuk lees je wat de IB-Groep nog meer doet en hoe je ons kunt bereiken.
98 15.1 Wat doet de IB-Groep? Berekenen & betalen studiefinanciering
De IB-Groep beoordeelt jouw recht op studiefinanciering en berekent de hoogte ervan. Dat gebeurt volgens wettelijke criteria. Elke maand betaalt de IB-Groep de studiefinanciering uit aan studenten in het mbo, hbo en aan de universiteit. Innen lesgeld
Mbo-studenten van 18 jaar en ouder moeten lesgeld betalen. De IB-Groep regelt de inning van het lesgeld en zorgt ervoor dat het geld uiteindelijk weer bij de scholen terechtkomt. Innen lening en collegegeldkrediet
Studenten die tijdens hun studie geld hebben geleend, moeten dit weer terugbetalen aan de IB-Groep. De IB-Groep regelt dit. Loting
Voor sommige opleidingen komen meer aanmeldingen binnen dan er plaatsen zijn. Dan moet je loten om een plaats te krijgen. De IB-Groep regelt deze loting. Kijk voor meer informatie over de loting op www.ib-groep.nl. Andere regelingen
De IB-Groep regelt niet alleen de studiefinanciering voor mbo, hbo en universiteit, maar ook andere financiële regelingen die met onderwijs te maken hebben:
Tegemoetkoming ouders Ouders met kinderen onder de 18 jaar die een opleiding in het voortgezet onderwijs of middelbaar beroepsonderwijs (mbo) volgen, kunnen een tegemoetkoming ouders aanvragen bij de IB-Groep.
Tegemoetkoming scholieren Scholieren van 18 jaar en ouder die een opleiding in het voortgezet onderwijs volgen, kunnen een tegemoetkoming scholieren aanvragen.
Tegemoetkoming leraren Studenten, zij-instromers en contractanten die een Pabo-opleiding of een lerarenopleiding in het hoger onderwijs volgen en geen recht (meer) hebben op studiefinanciering, kunnen een tegemoetkoming leraren aanvragen bij de IB-Groep.
99 Tegemoetkoming deeltijders Scholieren die in deeltijd een vmbo-opleiding theoretische leerweg, havo- of vwo-opleiding in het voortgezet onderwijs of een vavo-opleiding volgen, kunnen bij de IB-Groep een tegemoetkoming deeltijders aanvragen.
Lerarenbeurs Leraren die een opleiding willen volgen, kunnen een lerarenbeurs aanvragen bij de IB-Groep. De opleiding moet wel een verbreding of verdieping van hun kennis en vaardigheden opleveren. Meer informatie over deze regelingen vind je op www.ib-groep.nl. Diploma kwijt
Als je je diploma, certificaat of cijferlijst bent kwijtgeraakt, bijvoorbeeld als gevolg van diefstal of brand, dan kun je bij de IB-Groep een ‘ Verklaring afgelegd examen’ aanvragen. Dit is een document dat het originele diploma, certificaat of de cijferlijst vervangt. Het document wordt afgegeven namens de minister van OCW. Diploma erkenning
Stel, je wilt naar het buitenland voor werk of studie. Dan is het belangrijk om precies te weten wat je Nederlandse diploma of opleiding waard is. En omgekeerd is het belangrijk te weten waarmee je je buitenlandse diploma kunt vergelijken. De IB-Groep kan je hierbij helpen. Meer informatie over de mogelijkheden staan op www.ib-groep.nl. Examens organiseren
De IB-Groep zorgt ervoor dat middelbare scholieren het centraal examen kunnen afleggen én dat staatsexamens worden gehouden. Op www.ib-groep.nl vind je meer informatie hierover. Inburgeren
De IB-Groep verzorgt de inburgeringsexamens en verstrekt hiervoor leningen en vergoedingen aan inburgeraars. Meer informatie hierover vind je op www.inburgeren.nl.
100 15.2 Heb je vragen? Misschien heb je na het lezen van dit boekje nog vragen. Kijk dan eens op de internetsite van de IB-Groep of stuur een e-mail. Je kunt ons ook bereiken via de IB-Groep Infolijn. Wil je liever persoonlijk aan de balie geholpen worden, dan kun je een van onze servicekantoren bezoeken. De adressen en openingstijden vind je op onze internetsite. In de brochurereeks ‘Studiefinanciering’ kun je brochures en folders downloaden van de IB-Groepsite over de onderwerpen: • Aanmelden en prestatiebeurs hoger onderwijs • Bijverdienen • Lenen • Niet-Nederlanders • Ouderbijdrage • Ouders met een buitenlands inkomen • OV-studentenkaart • Problemen met je ouders • Studeren in het buitenland (hoger onderwijs) • Studiefinanciering beroepsonderwijs • Studiefinanciering voor een mbo-opleiding in het buitenland • Studiefinanciering voor studenten van Aruba en de Nederlandse Antillen
15.3 Contactgegevens Internet en e-mail
www.ib-groep.nl IB-Groep Infolijn
(050) 599 77 55 open van 9.00-17.00 uur Servicekantoren
Kijk voor de adressen en openingstijden op www.ib-groep.nl. Mijn IB-Groep: snel en makkelijk
101
102
A-Z index A
D
I
Aanloopfase 78 Aanvullende beurs 10 Aanvragen 35 Aanmelden 39 Adreswijziging 70 Afhaalbericht 22 Aflosfase 78 Aflossen 78,80 Antillen/Aruba 57
DigiD 32 Digitale berichten 33 Diplomatermijn 16 Diploma gehaald 75 Draagkracht 78 Dubbele inschrijving 17
In beroep 92 Inkomen ouders 10, 65 Inkomen gedaald 65, 79 Inleveren OV-kaart 24 Inschrijvingscontrole 86 Instellingscollegegeld 13
E
K
Eénoudertoeslag 14 EU/EER 67, 55
Kinderen 14 Klachten 94 Klantenservice 100 Kwijtschelden 82
B Basisbeurs 10 Bedragen 19 Beroep 92 Beroepsopleiding 16 Betaalwijze 80 Bezwaar 90 Bijverdienen 41, 74 Bijverdiencontrole 87 Buitenland 47 Buitenlands inkomen 11
F
C
H
Collegegeldkrediet 13 Contactgegevens 100 Controles 85 Controle woonadres 86
Handicap 66 Hardheidsclausule 64 Hoger onderwijs 17
1 Februariregeling 64 Folders 100
G Geld tussen twee studies 36 Gift 17, 18
L Leeftijd 15 Leenfase 12 Lenen 12 Lerarenopleiding 18 Lesgeld 39
M Mijn IB-Groep 31
103
N
S
V
Nationaliteit 53 Nullening 12
Samenwonen 71 Servicenormen 95 Schuld OV-kaart 81 SSC 58 Stage in het buitenland 48 Stopzetten 73 Studiefinanciering 10 Studievertraging 66 Specialistenopleiding 17
Verblijfsvergunning 54 Verhuizen 70 Verlagen maandbedrag 78 Verlegging peiljaar 65, 79 Verlenging diplomatermijn 66 Verlenging prestatiebeurs 66 Voorlopige voorziening 93 Voorwaarden 15 Voorziening prestatiebeurs 66
O Omzetten prestatiebeurs 18, 66 Ouders 11 Ouderbijdrage 21 OV-chipkaart 23 OV-studentenkaart 21 OV-schuld 81 OV-vergoeding 27, 28 Overbrugging 36 Overlijden 83
P
Partner 14 Partnertoeslag 14 Prestatiebeurs 16 Privacy 87 Problemen met je ouders 64
T Terugbetalen 77 Te veel studiefinanciering ontvangen 81 Thuiswonend 10, 70 Trouwen 71 Toeslag 14
U
W Wajong 66 Weekkaart 22 Weekendkaart 22 Wettelijk collegegeld 13 Wijzigen 69 Wisselen kaartsoort 26 Woonsituatie 10, 70, 86
Uitwonend 10, 70
Z
Ziek 66
R Rekeningnummer 71 Rente 13, 79
2617-KS-001
IB-Groep komt u tegemoet