Uitkomst stelling-3 Veel topsportclubs en betaald voetbalorganisaties in Limburg hebben de grootste moeite om het hoofd boven water te houden, met als gevaar dat ze hun niveau niet meer kunnen handhaven en minder of geen geld meer investeren in talentontwikkeling. Overheid en bedrijfsleven in Limburg zouden daarom alleen nog moeten investeren in topsportclubs die fuseren of gaan samenwerken binnen een omniclub, om zo te waarborgen dat talenten zich in hun eigen omgeving in Limburg kunnen blijven ontwikkelen tot topsporter. Uitslag 46.3% Mee eens 26.4% Niet mee eens 16.0% Het is een maatschappelijke taak voor overheid om te investeren in topsport 11.3% Overheid zou per definitie niet moeten investeren in topsport Een greep uit de reacties Eens met de stelling Fusie onvermijdelijk, maar verspreiden over Limburg Fusie en samenwerking is soms onvermijdelijk. Het bundelen van krachten maakt je alleen maar sterker. Zeker in Limburg, waar heel veel kleine clubs proberen het hoofd boven water te houden, ondanks alles. Fuseren is de enige optie om als club gezond te blijven. Je kunt betere trainers aantrekken en de (top)sporters beter faciliteren. Alleen onder uitdrukkelijke voorwaarden dat er wordt gefuseerd met andere BVO’s en de amateurclubs hierin meegaan. Zorg ervoor dat niet alles zich afspeelt in Sportzone Limburg, maar betrek ook de regio Venlo en Weert hierbij zodat de vlag de lading (Sportzone Limburg) dekt. Laat overheid en bedrijfsleven zich ook betrokken voelen bij de diverse RTC’s. Jeugdopleidingen Het nog besteedbare overheidsgeld dient te worden gecentraliseerd naar gedegen centrale jeugdopleidingen ter ontwikkeling van talenten die elkaar kunnen motiveren. Er zou minimaal samenwerking moeten komen bij talentontwikkeling. Dus niet meer elke club zijn eigen opleiding, dat is veel te duur. De concurrentie wordt hierdoor groter tussen de talenten, waardoor het toptalent zich nog beter ontwikkelt. De overheid kan door middel van bijdragen hierin stimuleren. Iedere club zou hiervan moeten kunnen profiteren. Investeren van overheid in (top)sport De taak/bijdrage/investering van de overheid in topsport is met name in faciliterende en stimulerende zin. Investeren in sport moet, maar in topsport alleen als dat gezond en verantwoord wordt uitgeoefend en qua kosten niet buitensporig wordt. Bijvoorbeeld voetbal als topsport verloedert steeds meer op en rond het veld. Topsport als stimulatie voor breedtesport, maar wel eerlijk verdeeld over de sporten
Topsport kan in alle facetten van de maatschappij bijdragen aan het verwezenlijken van dromen door in een simpele vorm te tonen dat met doorzettingsvermogen, het blijven geloven in jezelf en het leren en tonen omgaan met tegenstellingen (bijna) alles mogelijk is. Uiteraard dient de ondersteuning wel in alle redelijkheid te geschieden. Efficiency is daarbij ook een sleutelwoord, want een euro kan maar één keer worden uitgegeven. Topsport is ook een motor voor de breedtesport. Jeugd heeft idolen nodig om voor sport te kiezen. Bovendien biedt topsport vermaak voor jong en oud en de regio kan trots zijn op de resultaten. Er is in het verleden al te veel geld in de voetbalclubs gestopt. Terwijl er ook andere sporten zijn die in verhouding minder geld hebben gekregen en die met minder geld meer voor hun leden kunnen betekenen. Geld overheid naar talentontwikkeling Overheid zou vooral geld moeten steken in talentontwikkeling. Het heet niet voor niets BETAALD voetbal, dat zou zijn eigen broek moeten kunnen ophouden en anders heeft het geen bestaansrecht (niet als BVO in ieder geval). Voor veel andere sporten geldt dat niet, daar zijn de inkomsten een stuk lager en is overheidssteun onontbeerlijk. Niet eens met de stelling Breedtesport en maatschappelijke belangen voorop, bedrijven hierin betrekken Talentontwikkeling tot topsporter is niet de voornaamste taak van een sportclub. Een club moet zich richten op de breedtesport en maatschappelijke belangen, zoals stimuleren van sport en bewegen voor verschillende lokale populaties: kinderen, ouderen, sociaal-economische achterstandswijken, mensen met overgewicht. Hierin kunnen zij bedrijven betrekken. Ze moeten bedrijven ook iets kunnen bieden, zoals bedrijfssport/competitie, clinics, etc. Pas dan maak je het interessant voor een bedrijf. Ongelukkig is dat in deze stelling amateur topsport en betaald voetbal worden gecombineerd. Het zijn twee aparte fenomenen. Betaald voetbal is toch primair publieksvermaak en moet zijn eigen broek ophouden. Zij zullen zelf ook moeten beoordelen of fusie hun betaalde organisatie helpt. Amateur topsport is een ander verhaal. Hier gaat het om het individu, veel meer dan om het publieksbelang. En elk individu vraagt om maatwerk. Het hebben van een aantal centrale topsportvoorzieningen kan daarbij helpen. Topsport en talentontwikkeling ontstaan pas na een bepaalde ontwikkeling van atleten die een goede basis hebben op het gebied van beweging. Overheid moet veel meer investeren in deze basis, bijvoorbeeld vakleerkrachten bewegingsonderwijs. Andere opmerkingen Traditie, achterban, eigenheid, dat zijn woorden die bij een club horen. Bij eventuele fusies verlies je dit en zal een club nooit van het volk zijn. Clubs verliezen zo hun eigen verantwoordelijkheid en identiteit. Is dit een stelling die richting FC Limburg moet gaan? Waarom moet er per se worden gefuseerd om geld te besparen en beter te worden? Wat als er in het verleden al eens is gefuseerd? Fuseren om geld te krijgen, dan schiet je het doel voorbij! Niet met publieke middelen topsportverenigingen ondersteunen.
Wel investeren in breedtesport (waar topsport uiteraard ook voordeel van heeft), maar niet in topsport. Je kunt het in mijn optiek niet verkopen dat je bijvoorbeeld 40% moet bezuinigen op huishoudelijke hulp en anderzijds een voetbalclub met spelers die meerdere keren modaal verdienen geld gaat toestoppen. BVO’s mogen ook gebruik maken van faciliteiten topsport Ter bevordering van de talentontwikkeling en opleiding (niet selectie) dient de overheid ervoor te zorgen dat ook BVO’s gebruik zouden moeten mogen maken van faciliteiten op het vlak van topsport. Dat is bij andere takken van sport ook zo. Overigens alleen op voorwaarde dat een jeugdopleiding kwalitatief op sportief vlak en op vlak van organisatie en financiën (ook de transparantie) goed is gewaarborgd. Nu moet een BVO het allemaal maar alleen zien te rooien, waarvan de jeugd uiteindelijk de dupe wordt. Investeren in faciliteiten en (financiële) middelen opleidingscentrums/talentontwikkeling Om een lange termijn visie vast te stellen, zal er zowel bestuurlijke als financiële continuïteit gegarandeerd moeten worden om structureel mee te blijven doen in de top. Aangezien de commerciële bedrijven zich lostrekken van sportsponsoring in deze moeilijke tijd zal er door de provincie gericht geïnvesteerd moeten worden in faciliteiten en (financiële) middelen om zodoende de toekomstbestendige opleidingscentra in de provincie Limburg te waarborgen. Vaak wordt een fusie als noodoplossing gezien, aangezien bovenstaande lange termijn visie niet meer behaald kan worden. Fuseren is geen oplossing om de problemen te omzeilen. Een omniclub geeft niet per definitie garantie dat er wordt geïnvesteerd in talentontwikkeling. Ik denk dat het zaak is om per club waarin geïnvesteerd wordt na te gaan of er aan talentontwikkeling wordt gedaan. Overheid moet investeren in topsport voor sportparticipatie in de regio Ik zie investeren in de topsport iets voor de overheid, omdat dit aantoonbaar bijdraagt aan de sportparticipatie in de regio. Resultaten binnen de topsport leiden tot extra instroom van breedtesporters. Bedrijfsleven kan hier ook een goede rol in spelen, maar verenigingen moeten zelf ook zorgen dat hier een wisselwerking plaatsvindt. Bedrijven moeten hier ook iets van terugzien. De overheid zou daar een belangrijke rol in kunnen spelen door de samenwerking tussen bedrijven en verenigingen te stimuleren. Ik denk dat de overheid verspreid moet investeren in alle clubs, want sommige talenten functioneren minder in een andere omgeving. Overheid zou per definitie niet moeten investeren in topsport Geen overheidstaak om topsportclubs te financieren Om de basis voor amateursport en talentontwikkeling te leggen, zou een overheid moeten bijdragen om de randvoorwaarden te creëren. Als het op pure topsport aankomt, moet de overheid dat overlaten aan de markt zelf. Het is geen overheidstaak om topsportclubs in stand te houden. In topsport (met name voetbal) gaat heel veel geld om. Middelen/inkomsten die topclubs wellicht ook beter kunnen besteden aan andere zaken dan buitenproportionele salarissen. Dit is eerder een kwestie van betere keuzes maken.
Wel in topsport investeren, niet in BVO. BVO is een bedrijf. Een bedrijf dat niet functioneert, gaat failliet. Bij voldoende draagvlak en minder ego's en andere grootverdieners is een overheid niet nodig! Overheid moet investeren in clubs/breedtesport/talentontwikkeling Overheid moet in eerste instantie investeren in de breedtesport, zodat een ieder die dat wil in zijn of haar regio kan sporten op loop- of fietsafstand. Scholen moeten gefaciliteerd worden om talenten te laten sporten. Degenen die talent hebben en een topsportcarrière kunnen en willen hebben, moeten daar de mogelijkheid voor krijgen. Talent- en topsportlocaties centraal aanbieden met alle faciliteiten Topsportlocaties zouden gecentraliseerd moeten worden - zoals bijvoorbeeld Papendal - waar alle sporten centraal worden aangeboden en waar dan ook alle benodigde faciliteiten aanwezig zijn: van zwembad tot fitnessapparatuur tot catering en overnachting. Waar ook medische begeleiding is. Deze locaties zouden zichzelf kunnen bedruipen als je aan de sporter een soort van abonnement zou vragen. Voor bedrijven moet het aantrekkelijker worden om te investeren in sporters d.m.v. extra aftrekposten bijvoorbeeld. Het is een maatschappelijke taak voor overheid om te investeren in topsport Overheid en bedrijfsleven moeten blijven investeren in topsport Talentontwikkeling bij sport of andere disciplines is een taak van overheid en bedrijfsleven. Het is een manier om sport en Nederland op de kaart te zetten. De overheid zou moeten (blijven) investeren in topsport, maar niet in die takken van sport die als bedrijfstak gelden zoals het (prof)voetbal, wielrennen, tennis, golf e.d. Daar gaan gigantische bedragen in om en ontvangen sporters een salaris dan wel een enorm prijzengeld. Die dienen hun broek zelf op te houden en worden sowieso al behoorlijk (facilitair) ondersteund door de overheid. Denk maar eens aan politie-inzet bij wedstrijden. De overheid zou daarom meer moeten denken aan sporten zoals handbal, korfbal, badminton e.d. Bij voorkeur in zogenaamde sportieve omgevingen waarbij een aantal takken van sport verenigd is. Mogelijkheden scheppen om topsportniveau te bedrijven. Wederdienst voor overheidssubsidies De overheid mag van de betreffende (gesubsidieerde) topsportverenigingen wel een wederdienst vragen, zoals het organiseren en uitvoeren van sportkennismakingslessen op basisscholen, clinics en demotrainingen bij de sportclubs in de regio, activiteiten in de wijk waarin de club is gevestigd, e.d. Zo snijdt het mes aan twee kanten. En voor wat hoort tenslotte ook wat... Ondersteunen talentontwikkeling mede een taak van de overheid Ondersteunen van talentontwikkelingen (opleiding tot toppers) is mede een taak van de overheid. Het gaat niet om topsporters te ondersteunen die een hoge vergoeding hiervoor krijgen. Denk hierbij aan voetbal, wielrennen, enz. Talenten dienen meer kansen te krijgen om een hoger niveau te bereiken en door te stromen (nationaal en/of internationaal). Een voorbeeld is handbal en volleybal in Limburg. Beide sporten zijn thans mede toonaangevend
in Nederland. Om dit te handhaven, is extra financiële ondersteuning nodig. Voor topsport is meer nodig dan alleen de clubtrainingen. Extra training en begeleiding is nodig. Talentontwikkeling is mede een taak van de overheid om dit te ondersteunen. Sporters die een vergoeding ontvangen (betaald voetbal), kunnen zelf investeren in hun verdere ontwikkeling. Voor de sporten zoals atletiek, handbal en volleybal zou extra ondersteuning nodig zijn om een hoger niveau te kunnen bereiken. Clubs willen wel investeren, maar hebben niet voldoende financiële middelen om dit te bieden.