Contract betreffende de coördinatie van kwaliteit en patiëntveiligheid
tussen de ondergetekenden,
enerzijds de Belgische Staat, vertegenwoordigd door Christiaan Decoster, Directeur-generaal van het Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen, Eurostation II, Victor Hortaplein 40 bus 10, 1060 Brussel, hierna de ‘Opdrachtgever’ genoemd,
en
anderzijds, het
vertegenwoordigd door, hierna de ‘contractant’ genoemd.
Gelet op artikel 56,§4 van het Koninklijk Besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststellingen en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen
wordt overeengekomen wat volgt:
Artikel 1: Voorwaarden voor de toekenning van het budget Als tegenprestatie voor de financiering van de coördinatie van de kwaliteit en de patiëntveiligheid verbindt het ziekenhuis zich door de ondertekening van dit contract tot de ontwikkeling van een kwaliteits-en patiëntveiligheidssysteem zoals omschreven in de bijlagen.
Alle toegevoegde bijlagen maken integraal en expliciet deel uit van het voorliggende contract.
Artikel 2: Vorm en timing van de gevraagde rapportage De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (FOD VVVL) zal een document ontwikkelen en ter beschikking stellen zodat de ziekenhuizen kunnen beantwoorden aan de vereisten zoals omschreven in de bijlagen. De volledige rapportage moet uiterlijk tegen 31 december van het betrokken jaar overgemaakt zijn aan de FOD VVVL.
Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’
Artikel 3: Validatie van de rapportage door de ziekenhuisdirectie Het hele rapport wordt besproken in het Directiecomité en voorgesteld aan de Raad van Beheer en de Medische Raad. De rapportage wordt tevens ter ondertekening voorgelegd aan het directiecomité, de voorzitter van de Medische Raad en de voorzitter van de Raad van Beheer. Door de rapportage te bespreken en te ondertekenen verklaart het ziekenhuis dat de nodige toelichting werd gegeven over het in te dienen rapport en bekrachtigt de instelling het initiatief en zijn engagement ten aanzien van het kwaliteitsbeleid en de patiëntveiligheid.
Om de financiering van het contract te krijgen, moeten alle inhoudelijke bepalingen, zoals omschreven in de bijlagen, worden vervuld door het ziekenhuis.
Artikel 4: Duur van het contract De uitvoeringstermijn van dit contract bedraagt 12 maanden, van 1 januari 2013 tot 31 december 2013.
Het contract kan stilzwijgend worden verlengd voor een periode van 12 maanden op voorwaarde dat: 1.
de financiële middelen, bestemd voor de financiering, ter beschikking zijn;
2.
de doelstellingen, gedefinieerd in de artikels 1 en 3 en in de bijlagen, bereikt zijn;
3.
de contractant formeel akkoord gaat om de vastgelegde doelstellingen jaarlijks uit te voeren volgens de jaarlijkse bijlagen die door de FOD VVVL worden voorgesteld.
Indien aan de hoger vermelde voorwaarden niet is tegemoet gekomen, kan eenzijdig een einde aan het huidige contract worden gemaakt met aangetekend schrijven en een vooropzeg van tenminste één maand.
Artikel 5: Financiering De financiering van het voorliggende contract is bepaald volgens de regels van artikel 56, §4 van het Koninklijk Besluit van 25 april 2002 betreffende de vaststellingen en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, te weten, •
een bedrag van € 6.800.000 (index 1 juli 2007) verdeeld onder de ziekenhuizen die op vrijwillige basis een overeenkomst sluiten met de Directeur-generaal van het Directoraatgeneraal ‘Organisatie van de Gezondheidszorgvoorzieningen’ van de FOD VVVL.
•
Onderdeel B4 van de betrokken ziekenhuizen wordt verhoogd met een forfaitair bedrag (X) dat als volgt wordt berekend: X: A*B/C waarbij: A = beschikbaar budget van € 6.800.000; B = aantal erkende bedden van het betrokken ziekenhuis; 2 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
C = totaal aantal erkende bedden van de betrokken ziekenhuizen.
Indien nodig wordt X op minimum € 10.000 gebracht.
Voor de vaststelling van het aantal bedden wordt rekening gehouden met het aantal erkende bedden, zoals dit bij de FOD VVVL op het ogenblik van de berekening gekend is.
Artikel 6: Sancties In geval van het niet of gedeeltelijk naleven van de doelstellingen en de missies beschreven in artikel 1, of indien de rapportage niet beantwoordt aan de voorwaarden zoals beschreven in artikel 3, behoudt de Staat zich het recht om het toegekende bedrag geheel of gedeeltelijk terug te vorderen.
De beslissing om het toegekende bedrag, of een deel ervan, terug te vorderen zal genomen worden door de FOD VVVL. Deze beslissing zal schriftelijk aan de contractant meegedeeld worden. De bedragen zullen via het onderdeel C2 van het budget van financiële middelen teruggevorderd worden.
Artikel 7: Bescherming van de gegevens De contractant dient de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en haar uitvoeringsbesluit van 13 februari 2001 te respecteren, onder meer art. 16, §4 van de wet: ‘Om de veiligheid van de persoonsgegevens te waarborgen moeten de verantwoordelijke van de verwerking, en in voorkomend geval zijn vertegenwoordiger in België, alsmede de verwerker, de gepaste technische en organisatorische maatregelen treffen die nodig zijn voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen toevallige of ongeoorloofde vernietiging, tegen toevallig verlies, evenals tegen de wijziging van of de toegang tot, en iedere andere niet toegelaten verwerking van persoonsgegevens. Deze maatregelen moeten een passend beveiligingsniveau verzekeren, rekening houdend, enerzijds, met de stand van de techniek ter zake en de kosten voor het toepassen van de maatregelen, anderzijds, met de aard van de te beveiligen gegevens en de potentiële risico’s’.
Voor de toepassing van de Wet van 30 juni 1994 houdende de omzetting in het Belgisch recht van de Europese richtlijn van 14 mei 1991 betreffende de rechtsbescherming van de computerprogramma’s en de wet van 30 juni 1994 betreffende de auteursrechten en aanverwante rechten, wordt de contractant beschouwd als auteur van de programma’s, de onderzoeksresultaten en de software.
3 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
Artikel 8: Betwisting Elk geschil dat uit de uitvoering van dit contract mocht ontstaan, behoort tot de bevoegdheid van de Brusselse rechtbanken.
Opgemaakt te Brussel in twee exemplaren op:
CHRISTIAAN DECOSTER DIRECTEUR-GENERAAL
ALGEMEEN DIRECTEUR
4 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
BIJLAGE 1 bij het contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid’ 1 januari 2013 - 31 december 2013
INLEIDING
Een eerste meerjarenplan werd ontwikkeld in 2008 en op basis van dit plan werden de jaarlijkse contracten ingevuld, gebaseerd op 3 pijlers: structuur, proces en resultaat (cf. triade van Donabedian).
In de loop van 2010 werd gestart met de conceptuele ontwikkeling van een tweede meerjarenplan dat einde 2012 werd gefinaliseerd. De inhoud van dit tweede meerjarenplan is een consequente verderzetting van wat werd opgestart tijdens de afgelopen jaren, rekening houdend met belangrijke resultaten van de ziekenhuisrapportages van de afgelopen jaren en de actuele ontwikkelingen in het ziekenhuislandschap en de gezondheidszorg als geheel. Ook dit meerjarenplan werd gefaseerd uitgewerkt door middel van jaarlijkse contracten waarvoor ziekenhuizen een bijkomende financiering ontvangen.
In overleg met de Federale Strategische Werkgroep Patiëntveiligheid werd beslist om de jaarlijkse federale contracten maximaal te laten aansluiten bij de actuele ontwikkelingen binnen de ziekenhuizen. Deze aanpak biedt de mogelijkheid om dit te doen. Het tweede meerjarenplan start op 1 januari 2013, loopt af op 31 december 2017 en omvat vijf jaarlijkse contracten.
De drie pijlers: structuur, proces en resultaat blijven behouden maar worden ingevuld per thema. Jaarlijks wordt gewerkt aan generieke thema’s en aan specifieke thema’s. De generieke thema’s zijn uniform voor alle ziekenhuistypes, de specifieke thema’s worden ingevuld per type ziekenhuis.
De generieke thema’s zijn: 1.
veiligheidsmanagement
2.
leiderschap
3.
communicatie
4.
patiënt en familie empowerment
De specifieke thema’s zijn: 1.
hoog risico medicatie
2.
identitovigilantie
3.
transmurale zorg 5 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
De generieke thema’s bouwen deels verder op de activiteiten van de vorige jaren (zoals veiligheidsmanagement) maar tevens worden nieuwe onderwerpen expliciet(er) naar voor geschoven (zoals leiderschap, communicatie en patiënt en familie empowerment). Voor deze generieke thema’s worden, per thema, enkele verwachtingen geformuleerd die ziekenhuizen in de loop van de komende jaren dienen te concretiseren. Over de geformuleerde verwachtingen zal jaarlijks een stand van zaken worden opgevraagd. Voor de specifieke thema’s worden drie strategische objectieven en 12 criteria geformuleerd.
De FOD Volksgezondheid voorziet tevens in een ondersteuningsplan, zowel voor de specifieke als voor de generieke thema’s.
Over het tweede meerjarenplan is een begeleidende nota ontwikkeld waarin de verwachtingen voor de komende jaren voor de generieke thema’s en de strategische objectieven en criteria voor de specifieke thema’s, worden verduidelijkt. Deze nota is als bijlage aan dit contract toegevoegd en is ook terug te vinden op www.patient-safety.be.
Een expliciete betrokkenheid van alle directies en de hoofdgeneesheer blijft essentieel en moet worden versterkt om een succesvolle uitvoering van het contract te garanderen. Belangrijk hierbij is ook een adequate, regelmatige en tijdige communicatie met alle betrokken actoren en partijen, zoals bijvoorbeeld de Medische Raad maar ook de medische en verpleegkundige diensthoofden.
Hierna wordt de inhoud van het contract 2013 verder gespecificeerd.
6 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
I.
INHOUDELIJKE VEREISTEN VOOR CONTRACTJAAR 2013
De inhoudelijke vereisten voor contractjaar 2013 worden hieronder verduidelijkt, zowel voor de generieke als voor de specifieke thema’s.
Voor veiligheidsmanagement verbindt het ziekenhuis zich in contractjaar 2013 tot: •
voor minstens drie relevante knelpunten die in contractjaar 2012 op basis van een zelfevaluatie van het VMS en die multidisciplinair werden bepaald en bekrachtigd door de ziekenhuisdirectie, concrete verbeteracties te ontwikkelen en hiervoor een stappenplan te maken;
•
te verduidelijken dat de volgende drie geïntegreerd zijn in het stappenplan; • criterium 1: proactief de risico’s van hoog risico medicatie in kaart brengen zodanig dat deze beheerst en beheerd zijn
• criterium 9: een systeem voor alle patiëntidentificatieprocessen zodanig ontwikkelen en toepassen dat bij elk onderdeel van het zorgproces de identitovigilantie gewaarborgd is
•
criterium 13: een medicatiehistoriek systematisch in kaart brengen en beoordelen voor de door het ziekenhuis gekozen patiëntengroep zodanig dat bij geplande opnames de patiënt zijn medicatie volgens het medicatieplan krijgt toegediend.
• te rapporteren over de hierboven genoemde criteria 1, 9 en 13
Voor leiderschap verbindt het ziekenhuis zich in contractjaar 2013 om te starten met de uitvoering van de volgende drie criteria: •
criterium 2: de kennis over hoog risico medicatie bij alle zorgverleners verhogen zodanig dat ze deze medicatie gepast toedienen
•
criterium 10: een systeem van veiligheidsrondes voor alle patiëntidentificatieprocessen zodanig organiseren dat: o
algemeen en klinisch leidinggevenden systematisch en gestructureerd hieraan deelnemen
o
•
de richtlijnen over identitovigilantie toegepast zijn
criterium 14: de 6 dimensies van het Chronic Care Model zodanig gebruiken in de visie over transmurale zorg dat patiëntgerichte zorg gegarandeerd is.
7 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
• te rapporteren over de hierboven genoemde criteria 2, 10 en 14.
Voor communicatie verbindt het ziekenhuis zich in contractjaar 2013 om te starten met de uitvoering van de volgende drie criteria: •
criterium 3: de kennis en richtlijnen m.b.t. hoog risico medicatie zodanig communiceren dat deze medicatie gepast wordt toegediend
•
criterium 11: in multidisciplinair verband communiceren over de resultaten van het meeten opvolgingssysteem zodanig dat bij elk patiëntidentificatieproces het toepassen van de richtlijnen over identitovigilantie verbetert
•
criterium 15: de visie over transmurale zorg zodanig communiceren dat deze gekend is bij alle betrokken actoren.
• te rapporteren over de hierboven genoemde criteria 3, 11 en 15.
Voor patiënt en familie empowerment verbindt het ziekenhuis zich in contractjaar 2013 om te starten met de uitvoering van de volgende drie criteria: •
criterium 4: rekening houdend met hun behoeften en mogelijkheden, de patiënt en zijn familie zodanig informeren bij het gebruik van hoog risico medicatie dat hij/zij:
•
o
actief bijdraagt
o
in alle omstandigheden autonoom en gepast kan handelen
criterium 12: rekening houdend met hun behoeften en mogelijkheden, de patiënt en zijn familie zodanig inzetten bij patiëntidentificatieprocessen dat de patiënt actief betrokken is bij zijn eigen veiligheid
•
criterium 16: rekening houdend met de behoeften en mogelijkheden van de patiënt en zijn familie, het medicatieontslagplan zodanig verduidelijken de patiënt zijn medicatiegebruik autonoom beheert.
• te rapporteren over de hierboven genoemde criteria 4, 12 en 16.
Voor hoog risico medicatie en identitovigilantie wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om: •
een zelfevaluatie uit te voeren m.b.t. hoog risico medicatie en identitovigilantie Ziekenhuizen kunnen hiervoor gebruik maken van een vragenlijst die door de FOD ter beschikking wordt gesteld. Deze vragenlijst is gebaseerd op de thema’s van het EFQM-model en werd gevalideerd door de respectievelijke thematische werkgroepen. 8 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
•
te rapporteren over drie relevante knelpunten per specifiek thema die op basis van de uitgevoerde zelfevaluaties multidisciplinair werden bepaald en die werden bekrachtigd door de ziekenhuisdirectie. Ziekenhuizen die al een zelfevaluatie uitgevoerd hebben in het kader van accreditatie of de voorbereiding daarop rapporteren eveneens over de gekozen knelpunten.
•
te rapporteren over de criteria gekoppeld aan de strategische objectieven.
Voor transmurale zorg werd al in 2011 een afzonderlijke vragenlijst1 ontwikkeld. In 2013 wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om voor transmurale zorg: •
minstens één verbeteractie per dimensie van het Chronic Care Model uit contractjaar 2012 procesmatig te verbeteren;
•
te beginnen met het ontwikkelen van een visie en communicatieplan voor transmurale zorg waarbij de 6 dimensies van het Chronic Care Model het uitgangspunt vormen.
Het is aan te bevelen dat het Comité voor Patiëntveiligheid of een gelijkwaardige structuur instaat voor de coördinatie, opvolging en voorbereiding van alle activiteiten die hierboven worden vermeld.
1 De 61-item vragenlijst ter ondersteuning bij de ontwikkeling en evaluatie van een transmuraal zorgproject is gebaseerd op het Chronic Care Model van Wagner et al., 1989.
9 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
II.
RAPPORTAGE VOOR CONTRACTJAAR 2013
Over alle elementen zoals beschreven in I. dient te worden gerapporteerd.
Gedurende de volledige looptijd van het tweede meerjarenplan (2013-2017) zal de cel kwaliteit en patiëntveiligheid enkele belangrijke elementen voor de generieke en specifieke thema’s bevragen om na te gaan welke evoluties zich op dit vlak voordoen en om te detecteren of eventueel bijkomende initiatieven ter ondersteuning moeten worden genomen. Een concrete omschrijving van deze elementen is terug te vinden in de begeleidende nota van het meerjarenplan dat aan dit contract is toegevoegd.
Om aan de rapportage van contractjaar 2013 te voldoen, dient gebruik gemaakt te worden van een door de FOD aangereikt rapportage-instrument.
10 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
BIJLAGE 2 bij het contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid’ 1 januari 2013 - 31 december 2013 BEGELEIDENDE NOTA BIJ HET MEERJARENPLAN 2013-2017
11 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
Contract ‘Coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid’
BEGELEIDENDE NOTA MEERJARENPLAN 2013-2017 JANUARI 2013
12 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
INHOUD
I.
VISIE VAN DE FOD VOLKSGEZONDHEID
14
II.
ALGEMEEN KADER
17
III.
GENERIEKE THEMA’S
19
III.1. Wat wordt gevraagd voor veiligheidsmanagement? III.2. Wat wordt gevraagd voor leiderschap? III.3. Wat wordt gevraagd voor communicatie? III.4. Wat wordt gevraagd voor patiënt en familie empowerment?
19 20 21 21
SPECIFIEKE THEMA’S
23
IV.1. Definitie, strategische objectieven en criteria voor de specifieke thema’s IV.2. Wat wordt gevraagd in 2013? IV.3. Wat wordt gevraagd in 2014? IV.4. Wat wordt gevraagd vanaf 2015?
23 32 32 33
V.
WERKGROEPEN
34
VI.
DANKWOORD
37
IV.
13 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
I. VISIE VAN DE FOD VOLKSGEZONDHEID Om de coördinatie van de kwaliteit en patiëntveiligheid in Belgische ziekenhuizen progressief te bevorderen en te ondersteunen werd sinds juli 2007 een bijkomende financiering goedgekeurd in het onderdeel B4 van het budget van de financiële middelen. Een eerste meerjarenplan werd ontwikkeld in 2008 en op basis van dit plan werden de jaarlijkse contracten ingevuld, gebaseerd op 3 pijlers: structuur, proces en resultaat (cf. triade van Donabedian). Dit eerste meerjarenplan werd ontwikkeld om een duidelijk kader met objectieven op langere termijn te bekomen en dit zowel voor de ziekenhuizen als voor de FOD Volksgezondheid. Daarnaast zijn kwaliteit en patiëntveiligheid thema’s die, door hun complexiteit, een gefaseerde en planmatige aanpak vragen. In de loop van 2010 werd gestart met de conceptuele ontwikkeling van een tweede meerjarenplan dat einde 2012 werd gefinaliseerd. De inhoud van dit tweede meerjarenplan is een consequente verderzetting van wat werd opgestart tijdens de afgelopen jaren, rekening houdend met belangrijke resultaten van de ziekenhuisrapportages van de afgelopen jaren en de actuele ontwikkelingen in het ziekenhuislandschap en de gezondheidszorg als geheel. Ook dit meerjarenplan werd gefaseerd uitgewerkt door middel van jaarlijkse contracten waarvoor ziekenhuizen een bijkomende financiering ontvangen. Voor het operationaliseren van het meerjarenplan heeft de FOD zich laten inspireren door een model van outputmanagement zoals beschreven in het boek ‘Leidinggeven zonder bevelen’ van Filip Vandendriessche en Jef Clement (2006)2. Via dit model wordt inzicht verkregen in de factoren die een belangrijke rol spelen bij het invoeren van veranderingen. Cruciaal inzicht hierbij is dat een oplossing aan kracht wint wanneer ze niet alleen een doel dient maar ook een maatschappelijk aanvaard probleem oplost. De slaagkans van een operationeel plan zoals dat van de FOD is aanzienlijk groter wanneer het uitgaat van doelen en niet van oplossingen. Om veranderingen op een duurzame manier door te voeren worden vier niveaus onderscheiden (figuur 1).
1. het probleem; 2. het te bereiken doel; 3. de criteria waaraan de oplossing moet voldoen; 4. de oplossing.
2
F. Vandendriessche, J. Clement, 2006. Leidinggeven zonder bevelen. De Outputmanager. Een praktijkboek over leidinggeven vanuit visie. Uitgeverij Lannoo, nv, Tielt en Scriptum Uitgeverij, Schiedam.
14 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
Figuur 1: Vier niveaus om een probleem op te lossen
In people management termen zijn de niveaus 1 tot en met 3 het werkgebied van de manager. Niveau 4 is het domein van de medewerker die aldus zijn expertise en zijn ervaring kan aanwenden om zelf oplossingen te bedenken. Indien de manager het probleem, het doel en de criteria duidelijk heeft gesteld kan de medewerker in alle vrijheid zijn eigen oplossingen uitwerken. Als dit model van outputmanagement toegepast wordt op het meerjarenplan kwaliteit en patiëntveiligheid dan kan gesteld worden dat ‘probleem’, ‘doel’ en ‘criteria’ behoren tot de verantwoordelijkheid van het ziekenhuismanagement en de FOD en dat de ‘oplossing’ in handen ligt van de ziekenhuismedewerker omdat die als geen ander het werkveld kent. Om de oplossing te bereiken, kan de ziekenhuismedewerker indien nodig rekenen op de steun van het ziekenhuismanagement en de FOD (ondersteuningsplan). De FOD heeft criteria geformuleerd (niveau 3) en wil hiermee richtinggevend zijn op outputvlak en tegelijk maximaal een beroep doen op de autonomie van elke zorginstelling. Ter illustratie wordt verwezen naar de criteria m.b.t. het centraal meldportaal voor incidenten en bijna-incidenten zoals die voor het eerst werden gecommuniceerd in 2009 en geactualiseerd in 2012. Ziekenhuizen dien(d)en rekening te houden met de geformuleerde criteria maar waren en zijn vrij in de manier waarop dit centraal meldportaal ontwikkeld en geïmplementeerd wordt. De werkwijze in het tweede meerjarenplan is vergelijkbaar. Dit meerjarenplan werd ontwikkeld door de medewerkers van de cel kwaliteit en patiëntveiligheid van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu met nauwe betrokkenheid en inbreng van de Federale Strategische Werkgroep Patiëntveiligheid, de Werkgroep Auto-Evaluatie, het Netwerk van Medisch Farmaceutische Comités, de 15 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
Stuurgroep Safe Surgery, het Federaal Platform voor Ziekenhuishygiëne, de Werkgroepen Transmurale Zorg, Identitovigilantie en de Netwerken van psychiatrische en Sp-ziekenhuizen. Ook met externe partners zoals de Federale Raad voor de Kwaliteit van de Verpleegkundige Activiteit (FRKVA), het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) en het Begeleidingscomité Hemovigilantie werd overleg en afstemming georganiseerd. Tenslotte werd dit meerjarenplan voorgesteld aan het kabinet van Minister Onkelinx, de Gemeenschappen en Regio’s, de koepelorganisaties, de ziekenhuisdirecties, de hoofdgeneesheren, de verpleegkundigen en tijdens verschillende overlegfora met kwaliteitscoördinatoren en medewerkers patiëntveiligheid.
16 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
II. ALGEMEEN KADER In overleg met de Federale Strategische Werkgroep Patiëntveiligheid werd beslist om de jaarlijkse federale contracten maximaal te laten aansluiten bij de actuele ontwikkelingen binnen de ziekenhuizen. Daarom is er gekozen voor thema’s die gevraagd worden in het kader van ziekenhuisaccreditering. Hoewel de FOD Volksgezondheid zelf geen initiatieven zal nemen in het kader van accreditering (dit valt immers buiten haar bevoegdheid) willen we wel deze evolutie ondersteunen. Enkele ziekenhuizen hebben al een accrediteringscertificaat behaald, andere ziekenhuizen bevinden zich in een voorbereidingstraject voor accreditatie en nog andere ziekenhuizen overwegen momenteel deze piste. Door het meerjarenplan te enten op de accrediteringsvereisten worden ziekenhuizen bijkomend ondersteund, niet alleen via de jaarlijkse contractfinanciering maar ook via de ondersteunende activiteiten die de cel kwaliteit en patiëntveiligheid, in samenwerking met relevante partners, jaarlijks organiseert. Ziekenhuizen die nog niet denken aan accreditatie maar kwaliteitsvolle zorg wel voorop stellen kunnen via het meerjarenplan gemotiveerd worden om toch een accrediteringstraject aan te vatten. Het tweede meerjarenplan start op 1 januari 2013 en loopt af op 31 december 2017 en omvat vijf jaarlijkse contracten. De drie pijlers: structuur, proces en resultaat blijven behouden maar worden ingevuld per thema. Jaarlijks wordt gewerkt aan generieke thema’s en aan specifieke thema’s. De generieke thema’s zijn uniform voor alle ziekenhuistypes, de specifieke thema’s worden ingevuld per type ziekenhuis.
De generieke thema’s zijn: 5. veiligheidsmanagement 6. leiderschap 7. communicatie 8. patiënt en familie empowerment De specifieke thema’s zijn: 4. hoog risico medicatie 5. ‘Safe Surgery’ (enkel voor de acute ziekenhuizen) 6. identitovigilantie 7. transmurale zorg
De generieke thema’s bouwen deels verder op de activiteiten van de vorige jaren (zoals veiligheidsmanagement) maar tevens worden nieuwe onderwerpen expliciet(er) naar voor geschoven (zoals leiderschap, communicatie en patiënt en familie empowerment). Voor deze generieke thema’s worden, per thema, enkele verwachtingen geformuleerd die ziekenhuizen in de loop van de komende jaren dienen te concretiseren. Over de geformuleerde verwachtingen zal jaarlijks een stand van zaken worden opgevraagd. Voor de specifieke thema’s worden strategische objectieven en criteria geformuleerd volgens het type ziekenhuis. Acute ziekenhuizen 4 strategische doelstellingen 16 criteria
Psychiatrische en Sp-ziekenhuizen 3 strategische doelstellingen 12 criteria 17
Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
De objectieven en criteria zijn enerzijds bedoeld om de impact van het meerjarenplan na te gaan, anderzijds wordt hiermee ook een streefdoel voor 2017 en de na te streven ambitie geformuleerd. De criteria zullen jaarlijks expliciet worden bevraagd. De basis voor de activiteiten tot 2017 in het kader van de specifieke thema’s wordt gelegd in 2013, het eerste contractjaar in het tweede meerjarenplan. Aan de ziekenhuizen wordt gevraagd een zelfevaluatie te doen voor de thema’s hoog risico medicatie, ‘Safe Surgery’ en identitovigilantie met de bedoeling een zo volledig mogelijk beeld te krijgen over deze thema’s en om doelgerichte, ziekenhuisspecifieke verbeteracties te kunnen opstarten en te implementeren tegen 2017. Voor transmurale zorg werd door de meeste ziekenhuizen al in 2011 een SWOT-analyse uitgevoerd van een zelf gekozen transmuraal proces. Het uitvoeren van zelfevaluaties is ook cruciaal in de eerste fase van een accrediteringstraject. Ziekenhuizen die al een zelfevaluatie uitgevoerd hebben in het kader van accreditatie of de voorbereiding daarop dienen dit in het kader van het contract niet opnieuw te doen. Er wordt wel gevraagd erover te rapporteren (zie verder punt IV.)
18 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
III. GENERIEKE THEMA’S De generieke thema’s zijn uniform voor alle ziekenhuistypes en gaan over: 1. veiligheidsmanagement 2. leiderschap 3. communicatie 4. patiënt en familie empowerment In onderstaande matrix (figuur 2) wordt duidelijk hoe de generieke thema’s geïntegreerd zijn in de specifieke thema’s. Bijvoorbeeld, het generieke thema ‘veiligheidsmanagement’ is systematisch geïncludeerd in de criteria voor de specifieke thema’s (criterium 1, 5, 9 en 13).
Figuur 2: verband tussen generieke en specifieke thema’s
SO = Strategische Objectief
Hierna wordt ingegaan op wat van de ziekenhuizen tegen 2017 wordt gevraagd voor de generieke thema’s.
III.1. Wat wordt gevraagd voor veiligheidsmanagement? In 2013 wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om voor veiligheidsmanagement: •
voor minstens drie relevante knelpunten die in contractjaar 2012 op basis van een zelfevaluatie van het VMS en die multidisciplinair werden bepaald en bekrachtigd door de ziekenhuisdirectie, concrete verbeteracties te ontwikkelen en hiervoor een stappenplan te maken; In dit stappenplan wordt concreet omschreven hoe de verbeteracties vanaf 2015 worden geïmplementeerd en procesmatig opgevolgd. Ziekenhuizen dienen, per verbeteractie, minimaal te rapporteren over de zelf geformuleerde jaarobjectieven, meetbare indicatoren, streefwaarden, meetfrequentie, meetniveau en 19 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
dienen te specificeren aan wie over de resultaten van metingen wordt gecommuniceerd en hoe de resultaten worden voorgesteld aan de betrokken zorgverleners. •
te verduidelijken dat de 4 criteria die gekoppeld aan elk strategisch objectief geïntegreerd zijn in het stappenplan;
•
te rapporteren over de 4 criteria gekoppeld aan elk strategisch objectief
Vanaf 2014 (tot 2017) veiligheidsmanagement:
wordt
aan
de
ziekenhuizen
gevraagd
om
voor
•
het stappenplan met de gekozen verbeteracties op een procesmatige manier (PDCA) uit te voeren;
•
te rapporteren over de zelf geformuleerde jaarobjectieven, meetbare indicatoren, streefwaarden, meetfrequentie, meetniveau en dienen te specificeren aan wie over de resultaten van metingen wordt gecommuniceerd en hoe de resultaten worden voorgesteld aan de betrokken zorgverleners;
•
te rapporteren over de 4 criteria gekoppeld aan elk strategisch objectief
In 2015 wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om voor veiligheidsmanagement: •
een derde patiëntveiligheidscultuurmeting uit te voeren.
Gedurende de volledige looptijd van het tweede meerjarenplan (2013-2017) zal de cel kwaliteit en patiëntveiligheid enkele belangrijke elementen voor veiligheidsmanagementsysteem bevragen om na te gaan welke evoluties zich op dit vlak voordoen en om te detecteren of eventueel bijkomende initiatieven ter ondersteuning moeten worden genomen. De bevraagde thema’s gaan over: • het al/niet gebruik maken van een (geactualiseerd) kwaliteits-en patiëntveiligheidsplan; • de mate waarin veilig kan gemeld worden; • het ontwikkelde meld-en leersysteem voor incidenten en bijna-incidenten waarbij gestreefd wordt naar één centraal meldportaal waarin alle incidenttypes kunnen worden gemeld (cf. pdf-nota van 12 november 2012 m.b.t. centraal meldportaal voor incidenten en bijnaincidenten); • de mate waarin patiënten een melding kunnen maken van onveilige situaties, bijnaincidenten en incidenten; • de mate waarin retrospectieve en proactieve incidentanalyses worden uitgevoerd; • de mate waarin incidenten en bijna-incidenten worden geclassificeerd in de WHOtaxonomie; • de mate waarin verbeteracties naar aanleiding van incidentanalyses procesmatig worden opgevolgd en besproken met de betrokken zorgverleners en de directie.
III.2. Wat wordt gevraagd voor leiderschap? Gedurende de volledige looptijd van het tweede meerjarenplan (2013-2017): •
wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om jaarlijks te rapporteren over de 4 criteria gekoppeld aan elk strategisch objectief
•
zal de cel kwaliteit en patiëntveiligheid enkele elementen bevragen die cruciaal zijn voor leiderschap om na te gaan of eventueel bijkomende initiatieven ter ondersteuning moeten worden genomen en voor welke doelgroepen. De bevraagde thema’s gaan over: 20 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
•
• • • • •
de mate waarin het intern auditsysteem wordt gebruikt als een sturingsinstrument voor het management om na te gaan in hoeverre in de instelling afwijkingen bestaan tussen de objectieven en de realiteit; de mate waarin interne audits en de resultaten ervan worden gebruikt om verbetermaatregelen te nemen; de mate waarin klinisch leiderschap wordt versterkt; de mate waarin geborgd wordt dat alle medemedewerkers op alle niveaus verantwoordelijkheid opnemen voor kwaliteitsvolle en veilige zorg; de mate waarin (ver)nieuw(d)e processen systematisch proactief geëvalueerd op mogelijke patiëntveiligheidsrisico’s; de mate waarin stappen worden gezet om te komen tot een enterprise risk managementsysteem, een beheersplan met alle risico’s waarmee een ziekenhuis kan worden geconfronteerd.
III.3. Wat wordt gevraagd voor communicatie? Gedurende de volledige looptijd van het tweede meerjarenplan (2013-2017): •
wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om jaarlijks te rapporteren over de 4 criteria gekoppeld aan elk strategisch objectief
•
zal de cel kwaliteit en patiëntveiligheid enkele elementen bevragen die belangrijk zijn voor communicatie en om na te gaan of eventueel bijkomende initiatieven ter ondersteuning moeten worden genomen en voor welke doelgroepen. De bevraagde thema’s gaan over: • een crisiscommunicatieplan; • een plan van aanpak bij een ernstig incident (ook t.a.v. de patiënt), • een plan van aanpak voor de second victim;
III.4. Wat wordt gevraagd voor patiënt en familie empowerment? Gedurende de volledige looptijd van het tweede meerjarenplan (2013-2017) •
wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om jaarlijks te rapporteren over de 4 criteria gekoppeld aan elk strategisch objectief
•
zal de cel kwaliteit en patiëntveiligheid enkele elementen bevragen die belangrijk zijn voor patiënt en familie empowerment en om na te gaan of eventueel bijkomende initiatieven ter ondersteuning moeten worden genomen en voor welke doelgroepen. De bevraagde thema’s gaan over: • het responsabiliseren van patiënten over de eigen rol in het individueel zorgtraject; • het geven van educatie, aangepast aan de noden en de behoeften van de patiënt; • de mogelijkheid voor patiënten om in de eigen taal kunnen communiceren met de zorgverstrekkers; • het stimuleren van patiënten, mantelzorgers en familie om alert te zijn op veiligheidsrisico’s; • het samenwerken van ziekenhuizen met patiëntenorganisaties en met organisaties van mantelzorgers/familieleden. • een (periodieke) vertegenwoordiging en/of structurele communicatie van en met patiënten of patiëntenverenigingen in de raden van bestuur; • het betrekken van patiënten of patiëntenverenigingen bij zorgprocessen (cf. klinische paden in het kader van PDCA)
21 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
Hierna wordt verder ingegaan op de specifieke thema’s en wordt achtereenvolgens ingegaan op de definitie van elk thema, de strategische objectieven en de criteria voor het meerjarenplan 2013-2017. Definities, strategische objectieven en criteria werden gevalideerd door de respectievelijke overlegstructuren of thematische werkgroepen. Tenslotte wordt geëxpliciteerd wat van de ziekenhuizen jaarlijks wordt verwacht en waarover ziekenhuizen jaarlijks dienen te rapporteren in het kader van de contracten.
22 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
IV. SPECIFIEKE THEMA’S In tegenstelling tot de generieke thema’s worden de specifieke thema’s ingevuld per type ziekenhuis. De specifieke thema’s zijn: 1. hoog risico medicatie 2. ‘Safe Surgery’ 3. identitovigilantie 4. transmurale zorg Per specifiek thema worden 4 criteria geformuleerd, telkens gerelateerd aan de generieke thema’s (figuur 3). Bijvoorbeeld, voor het specifieke thema ‘hoog risico medicatie’ wordt een criterium voor elk generiek thema bepaald (criterium 1, 2, 3 en 4).
Figuur 3: verband tussen specifieke en generieke thema’s
SO = Strategische Objectief
IV.1.
Definitie, strategische objectieven en criteria voor de specifieke thema’s
IV.1.1. Hoog risico medicatie Voor hoog risico medicatie werd nauw samengewerkt met het Netwerk Medisch Farmaceutische Comités.
23 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
IV.1.1.1.
Definitie van hoog risico medicatie
Hoog risico medicatie zijn geneesmiddelen waarbij er sprake is van een verhoogd risico op het veroorzaken van ernstige tot zeer ernstige schade bij de patiënt bij verkeerdelijk gebruik. Incidenten met hoog risico medicatie komen niet vaker voor dan met andere medicatie maar vanwege het hoge risico voor de patiënt zijn er specifieke voorzorgsmaatregelen vereist om incorrect gebruik te voorkomen. Voorzorgsmaatregelen kunnen genomen worden op niveau van het voorschrift, de distributie, de bewaring, de toediening en de therapeutische opvolging345. Onder hoog risico medicatie vallen onder andere de volgende categorieën van geneesmiddelen·: anticoagulantia, insuline, narcotica, sedatieven, geconcentreerde elektrolyten, cytostatica.
IV.1.1.2.
Strategisch objectief tegen 2017 voor hoog risico medicatie
Hoog risico medicatie is een prioritair aandachtspunt in het kwaliteits-en patiëntveiligheidsbeleid van de instelling waarbinnen alle betrokken actoren hun verantwoordelijkheid opnemen, inclusief de patiënt en zijn familie.
IV.1.1.3.
Criteria voor hoog risico medicatie
In figuur 4 worden de criteria voor hoog risico medicatie geëxpliciteerd. Per criterium worden tevens relevante actoren opgelijst die een belangrijke en specifieke verantwoordelijkheid hebben in hoog risico medicatie. Afhankelijk van ziekenhuiseigen structuren, kunnen ook andere actoren van belang zijn.
3
Accrediteringsnormen Joint Commission International voor ziekenhuizen, 2010, 4de editie Joint Commission International 4 Institute for Safe Medication Practices, www.ismp.org 5 Arrêté du 6 avril 2011 relatif au management de la qualité de la prise en charge médicamenteuse et aux médicaments dans les établissements de santé www.legifrance.gouv.fr/jopdf//jopdf/2011/0416/joe_20110416_0014.pdf
24 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
Figuur 4: Criteria en verantwoordelijke actoren voor hoog risico medicatie
25 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
IV.1.2. ‘Safe Surgery’ (enkel voor acute ziekenhuizen) Voor ‘Safe Surgery’ werd nauw samengewerkt met de stuurgroep ‘Safe Surgery’.
IV.1.2.1.
Definitie van ‘Safe Surgery’
‘Safe Surgery’ kan omschreven worden als het waarborgen van de uitvoering van heelkundige ingrepen en invasieve onderzoeken6 bij zowel klassieke als daghospitalisaties op de juiste locatie, met de juiste procedure en bij de juiste patiënt 7 door middel van8: • het verbeteren van veiligheidscultuur en teamwork • het verhogen van patiëntenbetrokkenheid • het gebruiken van een checklist • het verbeteren van de communicatie tussen zorgverleners • het gebruiken van eenduidige standaarden en procedures • het voorkomen van postoperatieve infecties
IV.1.2.2.
Strategisch objectief tegen 2017 voor ‘Safe Surgery’
‘Safe Surgery’ is een prioritair aandachtspunt in het kwaliteits-en patiëntveiligheidsbeleid van de acute instelling waarbinnen alle betrokken actoren hun verantwoordelijkheid opnemen en waarbij innovatieve instrumenten en methodes worden geïmplementeerd om een ‘Safe Surgery’ te garanderen.
IV.1.2.3.
Criteria voor ‘Safe Surgery’
In figuur 5 worden de criteria voor ‘Safe Surgery’ geëxpliciteerd. Per criterium worden tevens relevante actoren opgelijst die een belangrijke en specifieke verantwoordelijkheid hebben in ‘Safe Surgery’. Afhankelijk van ziekenhuiseigen structuren, kunnen ook andere actoren van belang zijn.
6
bijvoorbeeld: endoscopieën, katheterisaties,… Accreditatienormen Joint Commission International voor ziekenhuizen, 4de editie, 2010 Joint Commission International 8 Gebaseerd op de definitie van de WHO-campagne Safe Surgery, Saves Lives 7
26 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
Figuur 5: Criteria en verantwoordelijke actoren voor ‘Safe Surgery’
27 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
IV.1.3. Identitovigilantie Voor identitovigilantie werd nauw samengewerkt met de Werkgroep Identitovigilantie.
IV.1.3.1.
Definitie van identitovigilantie
Met identitovigilantie wordt bedoeld: het volgen van een beleid betreffende het bewaken en het voorkomen van fouten en risico’s gerelateerd aan patiëntidentificatie9. Het gaat over patiëntidentificatieprocessen: • bij het toedienen van medicatie; • bij transfer van patiënten; • bij chirurgische ingrepen, inclusief invasieve onderzoeken zoals endoscopieën en katheterisaties; • bij het toedienen van bloed of bloedproducten; • bij afname van bloed en ander monsters voor klinisch onderzoek; • bij het gebruik van medische materialen en implantaten; • bij (onrustwekkende) verdwijningen van patiënten; • bij andere behandelingen of procedures.
IV.1.3.2.
Strategisch objectief tegen 2017 voor identitovigilantie
Identitovigilantie is een prioritair aandachtspunt in het kwaliteits-en patiëntveiligheidsbeleid van de instelling dat zichtbaar wordt gemaakt door een beleid over het bewaken en voorkomen van fouten en risico’s gerelateerd aan alle mogelijke patiëntidentificatieprocessen.
IV.1.3.3.
Criteria voor identitovigilantie
In figuur 6 worden de criteria voor identitovigilantie geëxpliciteerd. Per criterium worden tevens relevante actoren opgelijst die een belangrijke en specifieke verantwoordelijkheid hebben in identitovigilantie. Afhankelijk van ziekenhuiseigen structuren, kunnen ook andere actoren van belang zijn.
9
Guide pratique de l’identitovigilance, 2010. Collège national de biochimie des hôpitaux. www.has-sante.fr 28 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
Figuur 6: Criteria en verantwoordelijke actoren voor identitovigilantie
29 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
IV.1.4. Transmurale zorg Voor het bepalen van de inhoud m.b.t. transmurale zorg werd nauw samengewerkt met de Werkgroep Transmurale Zorg.
IV.1.4.4.
Definitie van transmurale zorg
Transmurale zorg wordt gedefinieerd als: ‘vormen van zorg die, op de behoefte van de patiënt, verleend worden op basis van afspraken over samenwerking, afstemming en regie tussen generalistische en specialistische zorgverleners, waarbij sprake is van een gemeenschappelijk gedragen verantwoordelijkheid met expliciete deelverantwoordelijkheden’ 10.
IV.1.4.2 Strategisch objectief tegen 2017 voor transmurale zorg
Transmurale zorg is een prioritair aandachtspunt binnen het kwaliteits-en patiëntveiligheidsbeleid van de instelling waarbij integratie en continuïteit van de zorg bevorderd wordt met het oog op de realisatie van een meer patiëntgerichte zorg.
IV.1.4.3.
Criteria voor transmurale zorg
In figuur 7 worden de criteria voor transmurale zorg geëxpliciteerd. Per criterium worden tevens relevante actoren opgelijst die een belangrijke en specifieke verantwoordelijkheid hebben in transmurale zorg. Afhankelijk van ziekenhuiseigen structuren, kunnen ook andere actoren van belang zijn.
10
National Council for Health Care (NRV) and the Council of Hospital Facilities (CvZ), 1995.
30 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
Figuur 7: Criteria en verantwoordelijke actoren voor transmurale zorg
31 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
IV.2.
Wat wordt gevraagd in 2013?
Voor hoog risico medicatie, ‘Safe Surgery’ en identitovigilantie wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om: •
een zelfevaluatie uit te voeren m.b.t. hoog risico medicatie, ‘Safe Surgery’ (acute ziekenhuizen) en identitovigilantie; Ziekenhuizen kunnen hiervoor gebruik maken van een vragenlijst die door de FOD ter beschikking wordt gesteld. Deze vragenlijst is gebaseerd op de thema’s van het EFQM-model en werd gevalideerd door de respectievelijke thematische werkgroepen.
•
te rapporteren over drie relevante knelpunten per specifiek thema die op basis van de uitgevoerde zelfevaluaties multidisciplinair werden bepaald en die werden bekrachtigd door de ziekenhuisdirectie. Acute ziekenhuizen rapporteren over 9 knelpunten: drie over hoog risico medicatie, drie over ‘Safe Surgery’ en 3 over identitovigilantie. Psychiatrische en Spziekenhuizen rapporteren over 6 knelpunten: drie over hoog risico medicatie en drie over identitovigilantie; Geaccrediteerde ziekenhuizen of ziekenhuizen die in een voorbereidingstraject zitten en/of al een zelfevaluatie m.b.t. specifieke thema’s hebben uitgevoerd, rapporteren eveneens over de gekozen knelpunten.
•
te rapporteren over de criteria gekoppeld aan de strategische objectieven van de FOD Volksgezondheid.
Voor transmurale zorg werd al in 2011 een afzonderlijke vragenlijst11 ontwikkeld. In 2013 wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om voor transmurale zorg: •
minstens één verbeteractie per dimensie van het Chronic Care Model uit contractjaar 2012 procesmatig te verbeteren;
•
te beginnen met het ontwikkelen van een visie en communicatieplan voor transmurale zorg waarbij de 6 dimensies van het Chronic Care Model het uitgangspunt vormen.
IV.3.
Wat wordt gevraagd in 2014?
Voor hoog risico medicatie, ‘Safe Surgery’ en identitovigilantie wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om: •
op basis van de negen (acute ziekenhuizen) of zes (psychiatrische en Sp-ziekenhuizen) relevante knelpunten uit contractjaar 2013 concrete verbeteracties te ontwikkelen en hiervoor een stappenplan te maken; In dit stappenplan wordt concreet omschreven hoe de verbeteracties vanaf 2015 worden geïmplementeerd en procesmatig opgevolgd. Ziekenhuizen dienen, per verbeteractie, minimaal te rapporteren over de zelf geformuleerde jaarobjectieven, meetbare indicatoren, streefwaarden, meetfrequentie, meetniveau en dienen te specificeren aan wie over de resultaten van metingen wordt gecommuniceerd en hoe de resultaten worden voorgesteld aan de betrokken zorgverleners.
11
De 61-item vragenlijst ter ondersteuning bij de ontwikkeling en evaluatie van een transmuraal zorgproject is gebaseerd op het Chronic Care Model van Wagner et al., 1989. 32 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
•
te rapporteren over de criteria gekoppeld aan de strategische objectieven van de FOD Volksgezondheid.
Voor transmurale zorg wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om: •
minstens één verbeteractie per dimensie van het Chronic Care Model uit contractjaar 2013 procesmatig te verbeteren;
•
verder te werken aan het ontwikkelen van een visie en communicatieplan voor transmurale zorg waarbij de 6 dimensies van het Chronic Care Model het uitgangspunt vormen;
•
een proces te definiëren voor het gebruik van een medicatiehistoriek voor de door het ziekenhuis gekozen patiëntgroep in het kader van een geplande opname;
•
een proces te definiëren voor het gebruik van een medicatieontslagplan voor patiënten en hun families.
IV.4.
Wat wordt gevraagd vanaf 2015?
Voor hoog risico medicatie, ‘Safe Surgery’ en identitovigilantie wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om: •
het stappenplan met de gekozen verbeteracties op een procesmatige manier (PDCA) uit te voeren;
•
te rapporteren over de zelf geformuleerde jaarobjectieven, meetbare indicatoren, streefwaarden, meetfrequentie, meetniveau en dienen te specificeren aan wie over de resultaten van metingen wordt gecommuniceerd en hoe de resultaten worden voorgesteld aan de betrokken zorgverleners;
•
te rapporteren over de criteria gekoppeld aan de strategische objectieven van de FOD Volksgezondheid.
Voor transmurale zorg wordt aan de ziekenhuizen gevraagd om: •
minstens één verbeteractie per dimensie van het Chronic Care Model uit contractjaar 2014 (en verder) procesmatig te verbeteren;
•
verder te werken aan het ontwikkelen van een visie en communicatieplan voor transmurale zorg waarbij de 6 dimensies van het Chronic Care Model het uitgangspunt vormen;
•
te rapporteren over de processen ‘medicatiehistoriek’, en ‘medicatieontslagplan’ en meer bepaald over de zelf geformuleerde jaarobjectieven, meetbare indicatoren, streefwaarden, meetfrequentie, meetniveau en te specificeren aan wie over de resultaten van metingen wordt gecommuniceerd en hoe de resultaten worden voorgesteld aan de betrokken zorgverleners.
33 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
V. WERKGROEPEN Leden van de Federale Strategische Werkgroep Patiëntveiligheid • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Dr. Xavier de Béthune, Landsbond Christelijke Mutualiteiten Dhr. Johan De Greef, PZ Sancta Maria Mevr. Marie Delgaudine, CHU de Liège Mevr. Vera De Troyer, ICURO Dhr. Mark Etienne, GZA Dhr. Bart Goossens, Broeders van Liefde Dr. Margareta Haelterman, FOD Volksgezondheid Dhr. Christophe Happe, Centre Hospitalier Jean Titeca Prof. Dr. Francis Heller, CH Jolimont-Lobbes, Président Réseau des CMP Dr. Johan Hellings, ICURO Dhr. Bernard Herman, Centre Neurologique William Lennox Mevr. Laure Istas, FOD Volksgezondheid Mevr. Agnès Jacquerye, FOD Volksgezondheid Prof. Dr. Bruno Krug, CHU Mont-Godinne Dr. Marius Laurent, FOD Volksgezondheid Dhr. Ludo Meyers, Jessaziekenhuis Dhr. Thijs Nelis, Jessaziekenhuis Dhr. Peter Osten, Belgisch Zee-instituut voor Orthopedie Mevr. Hilde Peleman, FOD Volksgezondheid Prof. Apr. Hugo Robays, UZ Gent Prof. Anne Simon, Cliniques universitaires Saint-Luc/UCL Dr. Jean-Paul Sion, AZ Monica Apr. Annemie Somers, UZ Gent Dr. Luc Van Looy, GZA
Leden van de werkgroep ‘Auto-Evaluatie’ • • • • • • • • • • • • • • •
Dr. Xavier de Béthune, Landsbond Christelijke Mutualiteiten Dhr. Erik De Schepper Dr. Margareta Haelterman, FOD Volksgezondheid Dhr. Christophe Happe, Centre Hospitalier Jean Titeca Mevr. Agnès Jacquerye, FOD Volksgezondheid Mevr. Dominique Loroy, Mouvement Wallon de la Qualité Dhr. Ludo Meyers, Jessaziekenhuis Mevr. Katrien Moors, Jessaziekenhuis Dhr. Peter Osten, Belgisch Zee-instituut voor Orthopedie Mevr. Hilde Peleman, FOD Volksgezondheid Mevr. Tilly Postelmans, NIAZ Mevr. Charlotte Proesmans, Mouvement Wallon de la Qualité Dr. Jacques Rutten, AZ Turnhout Dhr. Alexis Willems, Bbest Mevr. Nathalie Zandecki, CHU Charleroi
34 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
Leden van het Netwerk Medisch Farmaceutische Comités • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Dr. Raoul Degives, CH du Bois de l’Abbaye et de Hesbaye Apr. Martine Dhoore, UZ Gent – Netwerk MFC Prof. Dr. Alain Dupont, UZ Brussel Apr. Christine Ernes, CH du Bois de l’Abbaye et de Hesbaye Apr. Emanuelle Gay, Agence des médicaments et des produits de santé Dhr. Christophe Happe, Centre Hospitalier Jean Titeca Prof. Apr. Jean-Daniel Hecq, Cliniques universitaires de Montgodinne Apr. Bénédicte Lambaux, Cliniques Universitaires St Luc, Bruxelles Prof. Dr. Katelijne Nys, UZ Leuven Prof. Apr Hugo Robays, UZ Gent Apr. Annemie Somers, UZ Gent Prof. Apr. Anne Spinewine, Cliniques universitaires de Montgodinne Apr. Isabelle Spriet, UZ Leuven Prof. Apr. Stéphane Steurbaut, UZ Brussel Apr. Marnik Stragier, Ziekenhuis Oost-Limburg Apr. Jo Swartenbroekx, UZ Antwerpen Prof. Apr. Paul Tulkens, Université Catholique de Louvain Dr. Mark Van de Casteele, Riziv Dr. Michel Vandenbroucke, AZ St Maarten Mechelen Mevr. Irène Vanden Bremt, FOD Volksgezondheid Prof. Apr. Ludo Willems, UZ Leuven Prof. Apr. Léon Wilmotte, Cliniques Universitaires St Luc, Bruxelles Apr. Sandrine Wustefeld, Clinique St Jean, Bruxelles
Leden van de Stuurgroep ‘Safe Surgery’ • • • • • • • • •
Dr. Donald Claeys, AZ Maria Middelares Dr. Jean-Luc Demeere, Clinique Saint-Jean Prof. Dr. Rika De Ramaecker, CHU Saint-Pierre Dhr. Erik De Schepper Mevr. Stéphanie Maquoi, FOD Volksgezondheid Prof. Dr. Luc Michel, CHU Mont-Godinne Prof. Dr. Jan Poelart, UZ Brussel Mevr. Monique Van Hiel, Imelda ziekenhuis Dhr. Olivier Willième, EpiCURA site Hornu
Leden van de werkgroep ‘Identitovigilantie’ • • • • • • • • • • • •
Dr. Bernard Bassleer, CHU de Liège Mevr. Carine De Leeuw, Centre Hospitalier Jean Titeca Dr. Margareta Haelterman, FOD Volksgezondheid Mevr. Véronique Hélin, CHU Brugmann Dhr. Bernard Herman, Centre Neurologique William Lennox Mevr. Agnès Jacquerye, FOD Volksgezondheid Dr. Marius Laurent, FOD Volksgezondheid Dhr. Philippe Maes, Valida Dhr. Peter Osten, Belgisch Zee-instituut voor Orthopedie Mevr. Hilde Peleman, FOD Volksgezondheid Dhr. David Van Goethem, APZ Sint-Lucas Dhr. Rinaldo Vereecken, PC Jan Baptist
35 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
Leden van de Werkgroep Transmurale Zorg • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Dhr. Daan Aeyels, Huis voor Gezondheid, Brussel Dr. Bernard Bassleer, CHU de Liège Dr. Borgermans Liesbeth, VUB Prof. Dr. Bruno Krug, CHU Mont-Godinne Mevr. Liesbeth Lemmens, Vlaams patiëntenplatform Drs. Yannick Marchal, Coördinator Huis voor Chronische Zorg en zorgtrajectpromotor Lokaal Multidisciplinair Netwerk Sint-Truiden, Borgloon en omgeving Dhr. Pol Matthys, FOD Volksgezondheid Mevr. Ingrid Nolis, Zorgnet Vlaanderen Dhr. Peter Osten, Belgisch Zee-instituut voor Orthopedie Prof. dr. Jan Peers, UZ Leuven, zelfstandige Dhr. Gert Peeters, UZ Leuven, Katholieke Universiteit Leuven Mevr. Muriel Quinet, FOD Volksgezondheid DG2 Prof. Dr. Roy Remmen, Universiteit Antwerpen Dr. Kris Van Haecht, CZV, Katholieke Universiteit Leuven Dhr. Jos Vrancken, HealthConnect Prof. Dr. Bert Vrijhoef, Universiteit Tilburg / Maastricht, NL Mevr. Ilse Weeghmans, Vlaams patiëntenplatform Prof. Dr. Hub Wollersheim, Universiteit Nijmegen, NL
36 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen
VI. DANKWOORD Aan de ontwikkeling van het tweede meerjarenplan ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid’ is een lange voorbereidingstijd voorafgegaan. Er werd samengewerkt met externe experten en voorbereidende versies van het meerjarenplan werden teruggekoppeld met tal van actoren. Het QS-team wenst daarom uitdrukkelijk te bedanken: • De Federale Strategische Werkgroep Patiëntveiligheid, • de Werkgroep Auto-Evaluatie, • het Netwerk van Medisch Farmaceutische Comités, • de Stuurgroep Safe Surgery, • de Werkgroep Transmurale Zorg, • de Werkgroep Identitovigilantie, • de netwerken van psychiatrische en Sp-ziekenhuizen. • de Federale Raad voor de Kwaliteit van de Verpleegkundige Activiteit (FRKVA), • het kabinet van Minister Onkelinx, • de Gemeenschappen, • de Gewesten, • de koepelorganisaties, • de ziekenhuisdirecties, • de hoofdgeneesheren, • de verpleegkundigen, • de kwaliteitscoördinatoren en medewerkers patiëntveiligheid. Een bijzonder woord van dank aan Dhr. Erik De Schepper (Elite Fishing), Dhr. Patrick Corstiaans (Kerteza) en Dhr. Johan Ceuppens (Key-Consult).
37 Contract ‘coördinatie kwaliteit en patiëntveiligheid 2013’ – psychiatrische ziekenhuizen