SCHOOLPLAN 2015 – 2019
ALGEMENE SCHOOL OOST, STICHTING ABBO KARDINAAL DE JONGLAAN 10 4624 ES BERGEN OP ZOOM 0164 236436 WWW.SCHOOLOOST.NL,
[email protected]
Indeling schoolplan 2015-2019 Inleiding Doel schoolplan Samenhang in het schoolplan Totstandkoming Samenhang met andere documenten Vaststelling 1. Uitgangspunten bestuur 1.1. Inleiding, Stichting ABBO 1.2. De visie 1.3. Strategische keuzes 2. De opdracht van onze school 2.1. Inleiding 2.2. Onze missie 2.3. Onze visie 2.4. Interne en externe analyse. 2.5. Strategische keuzes en missie en visie 2.6. Consequenties voor de meerjarenplanning 3. Onderwijskundige vormgeving 3.1. Inleiding 3.2. Wettelijke opdracht van het onderwijs 3.2.1. Ononderbroken ontwikkeling 3.2.2. Brede ontwikkeling 3.2.3. Multiculturele samenleving 3.3. Kerndoelen 3.4. Kinderen met extra onderwijsbehoeften 3.5. Onderwijs aan langdurig zieke kinderen 4. Personeelsbeleid 4.1. Inleiding 4.2. Personeelsbeleid in samenhang met onderwijskundig beleid
2 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
5. Kwaliteitszorg 5.1. Inleiding 5.2. Voorwaarden voor onze kwaliteitszorg 5.3. De inrichting van onze kwaliteitszorg 5.3.1 evaluatie en verbetering in relatie tot kwaliteitszorg 5.3.2 verantwoording en dialoog in relatie tot kwaliteitszorg 5.4. schoolplancylus 6. Meerjarenplanning 6.1. Inleiding 6.2. Veranderingsonderwerpen 6.3. Sponsoring
3 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
INLEIDING Doel schoolplan Dit schoolplan is het beleidsdocument, waarin we aangeven welke keuzes we voor de schoolplanperiode 2015-2019 op deze school hebben gemaakt. Het is opgesteld binnen de kaders van het strategisch beleidsplan van ons bestuur. Dit beleid is kort samengevat in hoofdstuk 1. Op basis daarvan zijn de specifieke doelen voor onze school bepaald, rekening houdend met de huidige stand van zaken van het onderwijs en de omgevingsfactoren, die van invloed zijn op het functioneren van de school. Het schoolplan geeft aan bestuur, team en ouders duidelijkheid over wat we willen bereiken met het onderwijs op deze school en hoe we dat dagelijks vorm zullen geven.
Samenhang in het schoolplan Dit plan bestaat uit verschillende onderdelen. Het spreekt voor zich dat die een grote mate van samenhang vertonen. Op basis van het strategisch beleid van het bestuur formuleren wij in hoofdstuk 2 de missie en visie van de onze school. Om samenhang te waarborgen en ons niet te verliezen in details hebben we daaruit voortvloeiend een beperkt aantal strategische keuzes gemaakt. Het personeelsbeleid op onze school heeft direct verband met het onderwijskundig beleid. In het Integraal personeels beleidsplan wordt dit beleid uitvoerig beschreven. In dit verband geven we in hoofdstuk 4 aan welke personele consequenties verbonden zijn aan de plannen voor de periode 2015-2019. Ontwikkelen en bewaken van de in dit plan beschreven kwaliteit van het onderwijs is een belangrijke opdracht van de school. In het betreffende hoofdstuk 5 beschrijven we de cyclische werkwijze die we hanteren om dit te realiseren. Alle geplande veranderingen worden kort samengevat in hoofdstuk 6: de meerjarenplanning. Deze meerjarenplanning en de ontwikkelingen in de loop van de tijd zijn richtinggevend voor gedetailleerde actieplannen en plannen van aanpak, die jaarlijks opgesteld worden. Uitvoering vindt plaats nadat het bestuur het plan heeft geaccordeerd heeft en zorg kan dragen voor de benodigde faciliteiten. 4 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Totstandkoming Op basis van de beschrijvingen in het voorgaande schoolplan, de plannen van aanpak van de afgelopen vier schooljaren en informatie over nieuwe en/of op handen zijde ontwikkelingen is dit schoolplan geschreven. Binnen de vorige schoolplanperiode zijn veel ontwikkelingen bottom-up ingezet. Vervolgens werd er waar nodig sturing gegeven vanuit het MT. Daarmee is door het team de richting aangegeven waarin de school zich heeft ontwikkeld. Voor de komende schoolplanperiode heerst sterk de behoefte bij het team en MT om op dezelfde manier te werk te gaan. Voor dit schoolplan zijn gegevens verzameld, die duidelijk maakten, welke positie de school aan het eind van de vorige schoolplanperiode innam op de verschillende beleidsterreinen. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende gegevens: De evaluatie van het schoolplan 2011-2015 van de school, dat is opgesteld in 2011. De meest recente inspectierapporten. Tevredenheidsmetingen van ouders, leerlingen en medewerkers. De jaarlijkse evaluaties van de plannen van aanpak. Analyse van de leerresultaten op basis van methodeonafhankelijke toetsen. Omgevingsanalyse, die aangeeft hoe de school gewaardeerd wordt in de wijk en de samenwerking met de daar aanwezige instanties en instellingen. De analyse van deze gegevens, afgezet tegen de geformuleerde missie en visie heeft geresulteerd in een aantal strategische keuzes, die naar het oordeel van het team leidend en richtinggevend zijn voor de beoogde concrete doelen. Het schoolteam stelt zich onder leiding van de directie verantwoordelijk voor de uitvoering van dit schoolplan in de komende vier jaar. Het bevoegd gezag stelt zich door middel van de akkoordverklaring verantwoordelijk voor het ondersteunen en bewaken van hetgeen in het schoolplan is beschreven. Het bevoegd gezag stelt zich garant voor het gericht inzetten van middelen voor het ondersteunen van dit schoolplan. De directie stelt het schoolbestuur jaarlijks op de hoogte van de bereikte doelen door middel van een managementcontract en monitoringsgesprekken.
5 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Samenhang met andere documenten De schoolgidsen in de periode 2015-2019 worden samengesteld op basis van de inhouden van het schoolplan. In dit schoolplan verwijzen we naar de volgende documenten, die aanwezig zijn op onze school: Merkwaarden School Oost Afsprakenboek deel A t/m D Strategisch beleidsplan St. ABBO Kwaliteitsbeleid St. ABBO Integraal personeelsbeleidsplan Schoolgids en jaarkalender School ondersteuningsprofiel School ondersteuningsplan Ondersteuningsplan samenwerkingsverband Cultuurbeleidsplan Beleidsplan Eureka, meer- en hoogbegaafdheidsonderwijs Notitie schakelklassen Beleidsplan sociale media Spelend leren en stappenplan Stage beleidsplan Doorgaande ontwikkellijnen 1 en 2 Beleidsplan ouderbetrokkenheid Doelstellingen BiologiePlusOnderwijs Tevredenheidsonderzoeken onder ouders en leraren voorjaar 2014 RI&E 2014 en Quickscan welzijn personeel
6 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
7 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
UITGANGSPUNTEN BESTUUR 1.1. Inleiding Ter voorbereiding op de schoolplanperiode 2015-2019 heeft het bestuur volgens een vooraf vastgesteld traject de strategische keuzes op bestuursniveau bepaald voor de komende schoolplanperiode. Deze keuzes zijn kader stellend voor de op te stellen schoolplannen van de afzonderlijke scholen. Toch dienen ze voldoende ruimte te geven om als school eigen specifieke invullingen te geven afgestemd op bijzondere omstandigheden of op vormgeving van een specifiek concept. Alvorens het strategisch beleid definitief vast te stellen is hierover uitvoerig overlegd met het directieberaad en hebben teams de gelegenheid gehad adviezen uit te brengen. De MR heeft instemming verleend aan dit strategisch beleidsplan voor de periode 20152019. Stichting ABBO De missie van stichting ABBO is: “Laat uw kind bijzonder zijn”. De scholen van ABBO zijn opgericht door ouders en kennen elk een eigen onderwijsconcept. Met toekomstgericht, creatief en vernieuwend onderwijs haalt elke school het meest bijzondere naar boven in ieder kind. Het strategisch beleidsplan is gebaseerd op bovenstaande missie en bedoeld om richting geven aan het onderwijs op de ABBO-scholen. Hiertoe is een overkoepelende visie op onderwijs geformuleerd waarmee de verbinding wordt gelegd tussen de zes ABBOscholen. Deze visie is te herleiden naar het Finse model dat wij hebben leren kennen tijdens onze studiereis naar Rovaniemi in maart 2013. Daarnaast omvat de visie de vijf kernwaarden van ABBO: open, eigen, samenwerken, verantwoordelijk en innovatief. Op schoolniveau heeft een vertaling plaats gevonden van deze vijf kernwaarden zodat er aansluiting is met de unieke onderwijsconcepten van iedere ABBO-school. De visie dient vervolgens weer als kapstok voor het beleid op zes terreinen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Financiën Huisvesting Personeel Kwaliteit Leerlingenzorg PR & communicatie
8 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Het strategisch beleidsplan is gekoppeld aan de meerjarenbegroting zodat de besteding van de beschikbare middelen in lijn is met de doelstellingen op de bovengenoemde beleidsterreinen. Om ervoor te zorgen dat dit een levend beleidsdocument blijft worden de doelstellingen jaarlijks geactualiseerd. Dat biedt ruimte om de prioriteiten (opnieuw) vast te stellen en zo nodig de planning aan te passen. Het is de bedoeling dat het stichtingsbeleid en de bijbehorende kenwaarden zichtbaar zijn in het dagelijks handelen op de scholen. Het realiseren van de kernwaarden moet ertoe leiden dat de missie van stichting ABBO daadwerkelijk wordt volbracht. Dit betekent dat de resultaten zichtbaar moeten zijn op het niveau van de groep en de individuele leerling. Hiervoor is het van belang dat er een verbinding tot stand komt tussen dit strategisch beleidsplan en de afzonderlijke schoolplannen. Er wordt op twee manieren gestuurd op het realiseren van de doelstellingen uit dit strategische beleidsplan: Verdere versterking van de grip op de organisatie (in control blijven) Verdere profilering van de ABBO-scholen (in positie komen ) In dit strategisch beleidsplan wordt daarom achtereenvolgens aandacht besteed aan de visie op onderwijs en de omgevingsfactoren. Daarna komen de zes afzonderlijke beleidsterreinen aan de orde. Hierbij wordt per beleidsterrein aangegeven wat de doelstellingen zijn voor 2015. In de afsluiting wordt een overkoepelende samenvatting gegeven van de inhoud van dit plan. 1.2. De visie Visie op onderwijs ABBO laat uw kind bijzonder zijn. Vanuit deze missie is het de overtuiging van alle ABBOscholen dat onderwijs méér moet bieden dan goede resultaten op het gebied van taal en rekenen. Natuurlijk moeten we voldoen aan de eisen die de onderwijsinspectie stelt, maar het onderwijs op de ABBO-scholen moet vooral een bijdrage leveren aan de brede ontwikkeling van kinderen zodat al hun talenten en mogelijkheden tot bloei komen. Op die manier worden zij het beste voorbereid op hun toekomstige rol in de samenleving. Dit doen wij door het aanbieden van “twenty-first century skills”. Op onze scholen worden de leerlingen opgeleid tot creatieve denkers, onderzoekende en ondernemende mensen die kunnen samenwerken en verbinden. Dit sluit goed aan bij het Finse model dat wij hebben leren kennen tijdens onze studiereis in maart 2013.
9 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Net zoals in Finland is er in het onderwijs op de ABBO-scholen veel aandacht voor de creatieve vakken, samenwerken, zelfstandig leren, onderzoeksvaardigheden en het stimuleren van eigen initiatief. Hiermee willen wij onze leerlingen toerusten met een breed pakket aan kennis en vaardigheden zodat zij als sterke en zelfbewuste jongeren de stap kunnen zetten naar het vervolgonderwijs. Dit doen wij samen met ouders. Juist omdat onze scholen door ouders zijn opgericht, vinden wij het educatief partnerschap tussen school en ouders van groot belang. Wij zijn ervan overtuigd dat dit ertoe leidt dat we het meest bijzondere uit ieder kind naar boven kunnen halen.
1.3. Strategische keuzes Analyse van: evaluatie van het voorgaande strategisch plan, door de scholen verstrekte gegevens, rapportages van externen, etc. leverde een overzicht op van de sterktes, zwaktes kansen en bedreigingen van de hele organisatie op. Deze gegevens werden gebruikt bij het bepalen van de strategische keuzes. Criterium bij de keuzes zijn de doelen, die het bestuur in de komende beleidsperiode wil realiseren. Hierna volgt een opsomming van deze strategische keuzes met per keuze een toelichting.
1. Financiën In control:
De sturing op de financiën wordt verder geprofessionaliseerd door: de maandelijkse monitoring van de leerlingenaantallen en de uitgaven op school- en stichtingsniveau. het werken met jaarcontracten op stichtings- en schoolniveau waarin resultaatafspraken worden gemaakt tussen het bestuur en de algemene directie en de algemene directie en de schooldirecteuren.
In positie:
De innovatie en onderwijsontwikkeling worden gestimuleerd door: de continuering van de nieuwe initiatieven die in 2013 zijn gestart; het verder verstevigen van de bestaande samenwerking met maatschappelijke partners om daarmee de verdere ontwikkeling van onze organisatie mogelijk te maken; open te staan voor mogelijke nieuwe initiatieven die aansluiten bij de visie op Abbo-niveau.
10 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
2. Huisvesting In control:
Het gebouwenbestand wordt op peil gehouden worden door: het hoogst noodzakelijke onderhoud uit te voeren; afspraken te maken met de gemeente over een redelijke overgangssituatie in het kader van de doordecentralisatie.
In positie:
In het kader van duurzaamheid wordt op iedere ABBO-school gezocht naar mogelijkheden om energiebesparende maatregelen te treffen.
3. Personeel In control:
We zorgen ervoor dat: dat de afspraken uit de Cao PO op de juiste manier worden verwerkt in het personeelsbeleid van de stichting;
In positie:
We blijven investeren in de kwaliteiten van onze medewerkers door: het bevorderen van mobiliteit tussen de scholen onderling; het bevorderen van onderlinge kennisdeling door samenwerking tussen de scholen; de verschillende talenten en interesses van de medewerkers in beeld te brengen en te onderzoeken hoe deze ingezet kunnen worden in het primaire proces.
4. Kwaliteit In control:
Iedere ABBO-school draagt zorg voor: de periodieke monitoring en analyse van de opbrengsten in het kader van de inspectienormen; resultaten die voldoen aan de inspectienormen; de tevredenheid van ouders, leerlingen, medewerkers en samenwerkingspartners wordt periodiek gemeten en als input gebruikt voor de schoolplannen en de verdere beleidsontwikkeling van de stichting.
11 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
In positie:
Om de kwaliteit van de ABBO-scholen verder te verbeteren en duidelijk in beeld te brengen wordt: onze kwaliteitszorg op heldere en aansprekende wijze in beeld gebracht voor onze (toekomstige) ouders; een verdiepingsslag gemaakt in het gebruik van de leerlingvolgsystemen; blijvend geïnvesteerd in nieuwe onderwijsconcepten en onderwijsontwikkeling zoals het Finse model, het hoogbegaafdheidsonderwijs, de verrijkingsklassen en de integrale kindcentra zodat het aanbod op de ABBOscholen verdiept en verbreed wordt.
5. Leerlingenzorg In control:
Er wordt op iedere school zorggedragen voor: een actueel zorgplan, groepsplannen en groeidocumenten voor leerlingen die meer nodig hebben dan basisondersteuning; er wordt geïnvesteerd in de opleiding van (toekomstige) intern begeleiders zodat er op iedere ABBO-school een deskundige intern begeleider aanwezig is; een preventieve en efficiënte leerlingenzorg met behulp van de VLC.
In positie:
We werken toe naar inclusief onderwijs door: het stoppen met verwijzen naar het speciaal (basis)onderwijs; voor diepte ondersteuning; het voorzien in de ondersteuningsbehoefte van onze leerlingen aan de hand van maatwerkoplossingen die in overleg met de ouders worden vorm gegeven.
12 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
6. PR & communicatie In control:
Aan de hand van de kernwaarden: wordt gewerkt aan een professionele presentatie van onze communicatie uitingen; houden wij toezicht op de wijze waarop door derden over de stichting wordt gecommuniceerd en proberen wij deze boodschap zoveel mogelijk positief te beïnvloeden door zorg te dragen voor de juiste informatie over de opbrengsten van ons onderwijs.
In positie:
Op basis van onze kernwaarden: dragen wij onze visie op onderwijs actief uit en proberen daarbij zoveel mogelijk gerichte media aandacht te genereren; maken wij gebruik van mogelijkheden om onszelf op strategische plaatsen in de stad te profileren.
Afsluiting Het beleid voor de komende vier jaar zal net als in de voorgaande jaren gericht zijn op het in control blijven en het in positie komen. In dit plan zijn de doelstellingen voor 2015 benoemd die hier een bijdrage aan moeten leveren. Hiermee moet het mogelijk zijn om het goede onderwijs dat op de ABBO-scholen wordt gegeven dat ten doel heeft om de brede ontwikkeling van kinderen te stimuleren de aandacht te geven die het verdient. Het is de bedoeling dat dit strategisch beleidsplan hier richting aan geeft. Niet op papier, maar in de praktijk door de juiste inzet van middelen en menskracht. Op die manier moet het mogelijk zijn om een financieel gezonde organisatie neer te zetten die voorop loopt als het om onderwijskundige ontwikkelingen en innovatie gaat.
13 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
1. DE OPDRACHT VAN ONZE SCHOOL 2.1. Inleiding Dit hoofdstuk is dragend voor ons werk in de komende schoolplanperiode. We verantwoorden hier vanuit welke opvattingen het onderwijs verzorgd wordt. Deze opvattingen zijn gebaseerd op de visie van het schoolteam en de conclusies, die we als schoolteam getrokken hebben uit de verzamelde gegevens, de informatie over nieuwe en te verwachten ontwikkelingen. Dit alles binnen de kaders van het door het bestuur vastgesteld strategisch beleid. (zie hoofdstuk1). 2.2 Onze missie NATUURLIJK! Sfeer, samenwerking en resultaat. De bovenstaande uitspraak ligt zo voor de hand, klinkt zo gewoon. Natuurlijk wil elke school goede resultaten leveren en zorgen voor een goede sfeer. Toch vinden wij dat we ons absoluut onderscheiden met deze uitspraak. Met NATUURLIJK benadrukken we ons onderscheidende groene karakter van ons onderwijs en onze groene schoolpleinen en daarnaast verwoord het de natuurlijke wijze waarop we invulling geven aan de woorden ‘sfeer, samenwerking en resultaat’. Sfeer, Samenwerking en Resultaat staan bewust in deze volgorde omdat het één eerst optimaal moet zijn voor het volgende een kans krijgt. Een bijzondere sfeer en uitstekende samenwerking zowel binnen de school als met alle partners en externen, dragen bij aan optimale resultaten. Dit steeds in het belang van elk individueel kind. Tijdens intakegesprekken met nieuwe ouders wordt altijd even stilgestaan bij onze missie NATUURLIJK, Sfeer, Samenwerking en Resultaat! Vaak vertellen ouders aan het einde van de intake, nadat we de hele school samen zijn doorgelopen, dat ze werkelijk ervaren dat er een bijzondere sfeer heerst. NATUURLIJK, Sfeer, Samenwerking en Resultaat zijn voor ons hoofdingrediënten voor een fijne basisschooltijd voor uw kind.
Onze merkwaarden zijn zichtbaar in onze merkboom en zijn door ons vertaald in concreet gedrag richting leerlingen, ouders, collega’s en externen. ABBO haalt het meest bijzondere van uw kind naar boven! ABBO levert unieke onderwijskwaliteiten door het meest bijzondere van uw kind naar boven te halen. ABBO kinderen zijn wereldwijs en klaar voor de uitdagingen van de toekomst. 14 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
natuurlijk
eenheid door diversiteit
samen sterk
verantwoordelijk voor... *3
open*1
eigen... -wijs, -zinnig, -tijds*2
*1 Open (laagdrempelig, welkom, oprecht) *2 Eigen... -wijs, -zinnig, -tijds (in harmonie met respect voor het individu) *3 Verantwoordelijk voor... (ontwikkeling, kwaliteit, resultaat) 15 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
2.3. Onze visie In onze visie geven we aan hoe we ons onderwijs willen vormgeven. De beschreven uitgangspunten beschouwen we als kwaliteitscriteria waaraan we ons onderwijs in de komende periode willen toetsen. De school kent een ambitieus en stimulerend klimaat. De schoolleiding en de leraren creëren een stimulerend en ambitieus pedagogisch klimaat. Er zijn duidelijke regels en een voorspelbaar en betrouwbaar positief klimaat waarin afspraken nagekomen worden. Schoolleiding en leraren kennen een focus op persoonlijke ontwikkeling en leren, waarin alle leerlingen gezien worden en zich betrokken voelen bij de schoolgemeenschap. Het schoolklimaat is ondersteunend voor de cognitieve en sociale ontwikkeling. Wat; instrumenten, systemen, beleidsplannen e.d. NATUURLIJK! SFEER, SAMENWERKING EN RESULTAAT. Vanuit bovenstaande pay-off is te zien dat we het schoolklimaat van groot belang achten als ondersteuning, basis voor cognitieve en sociale ontwikkeling. Elke leerkracht, medewerker, ouder zal onderschrijven dat de goede sfeer en samenwerking cruciaal zijn om tot resultaat te kunnen komen. We slagen er al jaren in om de populatie van de school gemengd te houden. Een afspiegeling van de voedingsgebieden van de school. Daarbij vinden we het een must dat we alle leerlingen geven wat nodig is om zich optimaal breed te kunnen ontwikkelen. Sinds het inspectiebezoek in 2009 hebben we aanbod ontwikkeld voor kinderen die de Nederlandse taal niet spreken tot en met onderwijs aan meer- en hoogbegaafde kinderen die de capaciteit hebben om een leerjaar over te slaan.
Waar; vastgelegd in… Samenvatting tevredenheidsonderzoek team. Samenvatting tevredenheidsonderzoek ouders. Tevredenheidsonderzoek algemene inleiding ouders aan het woord. Tevredenheidsonderzoek ‘ouders van leerlingen van ABBO-scholen aan het woord’. Tevredenheidsonderzoek ‘ouders en medewerkers van ABBO-scholen aan het woord’. Tevredenheidsonderzoek stappenplan terugkoppeling uitkomsten. Voorbeelden dossier LVS sociaalemotioneel. Op school aanwezig. Overzicht zij-uitstroom en zijinstroom 2013-2014. Op school aanwezig.
16 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Borging van beleid vindt plaats in het afsprakenboek. In de school heerst een cultuur van urgentiebesef voelen, draagvalk zoeken, autonomie, expertise bij de leerkracht, ruimte voor experimenten, duidelijke afspraken en afspraken nakomen. Uit het tevredenheidsonderzoek blijkt dat 78% van de ouders zonder twijfel wederom School Oost voor hun kinderen zou kiezen. 2% gaat naar een andere school en 20% wil nadenken over weer School Oost. Scores in het ouder tevredenheidsonderzoek zijn hoog tov de ander scholen binnen ons bestuur. Onze school kent weinig tot geen zijuitstroom van ouders die niet tevreden zijn en een hoge zijinstroom vanuit andere scholen. Veelal omdat het kind elders niet gedijt. Voor elke leerling is een zogenaamd Leerlingvolgsysteem sociaalemotioneel aangemaakt. Dit is een digitaal groeidocument waarin vanaf inschrijving alle sociale en/of emotionele (privé)zaken worden bijgehouden. Dit overzicht wordt ook gebruikt om aan het begin van een schooljaar de leerlingen door te spreken met de nieuwe groepsleerkracht.
17 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
2.4. Interne en externe analyse In 2014 heeft een uitvoerig ouder- en leerkracht tevredenheidsonderzoek plaatsgevonden. De belangrijk uitkomsten zijn in een reflectiedocument op schoolniveau vastgelegd. Daarbij is aangegeven wat geborgd dient te worden voor de komende vier jaar en waar nog ontwikkelkansen liggen. Hieronder worden de belangrijkste kansen benoemd. De punten die geborgd moeten worden zijn per aspect terug te vinden in het reflectiedocument. Dit zijn de karakteristieken van de school die ouders aan elkaar doorgeven als ambassadeur van de school op het moment dat men de school aanbeveelt. Vervolgens verder bouwen vanuit de kracht, de basis die er ligt. De golfbewegingen in het onderwijs laten te vaak zien dat er enorm ingezet wordt op nieuwe doelstellingen en dat na het behalen van de nieuwe doelstellingen vervolgens blijkt dat eerder goed scorende aspecten vervaagd, afgevlakt zijn. Blijven vernieuwen, verbeteren vanuit de sterke basis. Er is de afgelopen 5 jaar door directie en team sterk ingezet op ouders tot ambassadeur van de school maken. Steeds verplaatsen in de ouder. Elke vraag, opmerking serieus nemen. Elk kind veiligheid bieden, zoeken naar ontwikkelmogelijkheden voor elk kind. Zorgen dat elk kind iedere dag enthousiast thuiskomt. Dit blijkt te werken. (slechts 2% zegt niet meer voor de school te kiezen) De mond op mondreclame is goed. Bij ouders, maar ook bij instanties waarmee de school te maken heeft en gemeente. De visie ‘NATUURLIJK, sfeer, samenwerking en resultaat, leeft, wordt uitgedragen waar mogelijk. Media wordt benut om de visie uit te dragen.
Ouders vragen om meer digitale mogelijkheden voor communicatie. Aanmelden, ziekmelden, verlof aanvragen via website of app. Wekelijkse nieuwsbrief en ander berichten via mail. Vanuit samenwerking met Edux en BASbureau moet dit redelijk eenvoudig dit schooljaar uitgewerkt kunnen worden. Veiligheid van het schoolplein van de dependance vraagt direct aandacht. Omheining is slecht, mogelijkheid tot weglopen van peuters/kleuters. Uitwerking is afhankelijk van keuzes in meerjarenonderhoudsplan en vergoeding gemeente. Huiswerkbegeleiding na school voor leerlingen vanaf groep 3. Samenwerking aangaan met bv. Pabostudenten die ouders deze mogelijkheid aanbieden. Ouderbetrokkenheid/ouderverantwoordelijkheid vergroten. Gebruik maken van afstudeeropdrachten vanuit de kweekvijver. Vergroten contact mr-ouders met hun achterban. Uitwerken in samenwerking met mr en gmr. Tevredenheid over de mate waarin ouders worden geïnformeerd over extra ondersteuning en extra uitdaging kan verder worden vergroot. Bekijken welke communicatiemiddelen hiervoor het meest geschikt zijn. 18
Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
De positieve uitslagen over leidinggevende en personeelsbeleid en aandachtspunten op gebied van werkdruk en belastende factoren in het werk, vanuit de RI&E 2014 komen overeen met de uitslagen in het tevredenheidsonderzoek. Ook hier geldt dat borging belangrijk is, zonder dat dit leidt tot stagnatie van noodzakelijke verbeteringen of vernieuwingen. Door team en directie is er de afgelopen jaren gestuurd op autonomie van de leerkracht, eigenaarschap (Finland) en bottum-up inzetten van ontwikkelingen. Dit betekent echter niet dat er geen sturing is geweest vanuit MT en directie. Ook in de kweekvijver hebben deze aspecten ruim aandacht gekregen. Huidige karakteristieken van de school ( o.a. NME, Engels, musicals) zijn ook in een ver verleden altijd bottum-up ontstaan en vervolgens gefaciliteerd door de directie. Bovenstaande geldt voor veel onderdelen waarop hoog wordt gescoord. Bij het aangaan van langdurige samenwerking is het noodzakelijk om dit bovenschools op bdo/bestuursniveau te regelen. Een belangrijke uitdaging is om een weg te vinden in de huidige structuur van de organisatie waarin het nodig is om bovenschools lijnen uit te zetten, keuzes te maken en besluiten te nemen. En vervolgens toe te werken aan eigenaarschap op de werkvloer. Meer zichtbaarheid gewenst van de algemeen directeur op de werkvloer. Inmiddels is 1 ½ dag schoolbezoek gepland. Ook informele aanwezigheid op de werkvloer kan bijdragen aan een verhoogde toegankelijkheid en bereikbaarheid. Verhogen van de competenties van leerkrachten ivm leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften. Mogelijkheden benutten van expertise aanwezig op andere scholen binnen ABBO. Interne scholing organiseren.(co-teaching naar behoefte) Meer gebruik maken van kennis, mogelijkheden die ouders kunnen bieden. Denk aan bijvoorbeeld technieklessen. Niet noodzakelijk ouders van eigen school, maar uitwisseling binnen ABBO. Rust op de werkvloer. Niet dit schooljaar nog meer nieuw aanbod invoeren op de scholen. Voortaan betere spreiding van activiteiten gedurende een schooljaar. (Afspraak is inmiddels in bdo voor 2014-2015 gemaakt.) Eerst zorgen voor goede implementatie, breng vanuit bdo eigenaarschap van alle ABBO vernieuwingen naar de leerkrachten. Bouwen aan verankering in de toekomst. Vergroten van betrokkenheid door ouders bij de vorderingen van hun kind en ondersteuning van ouders aan (buiten)schoolse activiteiten. Hierbij nagaan welke kweekvijverafstudeeronderwerpen mogelijkheden bieden. Bij het aangaan van samenwerking op ABBO niveau is het noodzakelijk om dit op bdo niveau te regelen. Voor bereiken van draagvlak in bdo te bespreken welke inhoudelijke en procesmatige informatie hiervoor naar de teams moet. Hierin is verbetering mogelijk. (Denk o.a. aan toneelproject Jac Danst). Geef teams tijdig een rol in het proces. Eigenaarschap zorgt voor commitment en verankering in de toekomst. 19 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
In het tevredenheidsonderzoek wordt de score 7,8 van het team van School Oost als ‘laagst’ benoemd op gebied ‘samenwerkingsverbanden’. Daarentegen is er steeds zeer ruime opkomst en hoge betrokkenheid geweest van het team bij onderwerpen zoals; War Child, de kweekvijver, studiereis Finland, het merkwaardentraject, kick-off CKB de Maagd, CIOS. Veelvuldig benutten van mogelijkheden Samen in de Regio. Na elke bdo vergadering gaat de directeur het team inlichten middels een nieuwsbrief over de belangrijkste ontwikkelingen (waarover gecommuniceerd kan worden) om o.a. de afstand bdo/werkvloer te verkleinen. Door deze gegevens met elkaar te combineren en af te zetten tegen wat we op onze school willen realiseren zijn uit een veelheid van mogelijkheden de volgende strategische keuzes gemaakt voor de komende jaren:
2.5. Strategische keuzes en missie en visie In de vorige schoolplanperiode van 2011-2014 zijn alle strategische keuzes voortgekomen uit de missie NATUURLIJK! Sfeer, samenwerking en resultaat. De missie heeft inhoud gekregen voor elke betrokkenen binnen onze Brede School. Op 16 april 2015 heeft een inspectiebezoek plaatsgevonden vanuit de pilot tranche III van de onderwijsinspectie. Als rode draad gedurende het hele onderzoek bij alle standaarden en bijbehorende portretten, is ook de missie gehanteerd. Het oordeel van de onderwijsinspectie geeft duidelijk weer welke strategische keuzes gerealiseerd zijn binnen de visie/missie. Ook wordt aangegeven waar nog kansen liggen voor de komende jaren, deze nieuwe schoolplanperiode van 2015-2019. Algemene school Oost heeft haar kwaliteit op orde en de inspectie handhaaft het basisarrangement. Het succes van de leerlingen is voor de school leidend voor het handelen. Vanuit haar visie werkt de school voortdurend aan de optimalisering en ontwikkeling daarvan. • De school haalt voldoende eindresultaten in de kernvakken. • De school biedt ruim de mogelijkheid om de leerlingen ook vaardigheden in meer brede zin bij te brengen. Dit sluit aan bij wat de leerlingen ook graag willen. • De school kan zich goed verantwoorden over het leren van de leerlingen. • De leraren geven goed les. De lessen spreken de leerlingen aan en de leraren weten hun leerlingen te stimuleren om te leren. De leraren sluiten daarbij goed aan op wat de leerlingen nodig hebben. 20 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
• De school kent een veilig en prettig schoolklimaat. De school meet regelmatig of leerlingen zich veilig voelen en handelt adequaat bij problemen op dit gebied. • De rust, prettige sfeer en de activiteiten die de school organiseert, maken dat leerlingen en leraren het naar hun zin hebben op de school. • De school heeft een ambitieus schoolklimaat waarin leerlingen worden ondersteund en gestimuleerd in hun leren. • De school besteedt veel aandacht aan sociale vaardigheden van leerlingen en dat is terug te zien in de manier waarop leerlingen en leraren met elkaar omgaan. • De school kent een professionele kwaliteitscultuur. De lat ligt hoog en de school is steeds op zoek naar het realiseren van haar opdracht en naar verdere ontwikkeling. • De directie stuurt de kwaliteitszorg goed aan. De leraren handelen vanuit een gezamenlijke visie en dragen bij aan de kwaliteitsverbetering. 1. samenvatting van de belangrijkste oordelen Hieronder staan de kwaliteitsoordelen op de standaarden per kwaliteitsgebied en een toelichting daarop. De score geeft aan in welke mate de betreffende standaard is gerealiseerd. Legenda: zeer zwak zwak voldoende goed niet te beoordelen Algemene school Oost kan laten zien dat haar cognitieve eindresultaten voldoende zijn. In de afgelopen drie schooljaren scoren de leerlingen volgens verwachting. De school geeft aan trots te zijn op haar uitstroom. De leerlingenpopulatie kent een brede onderwijsbehoefte en de school slaagt erin de leerlingen meer dan de basis mee te geven. Het vormt nu een uitdaging voor de school om ook de resultaten op andere vakgebieden dan alleen lezen rekenen en wiskunde in beeld te gaan brengen. Aanknopingspunten zijn al te vinden in de wijze waarop leerlingen in het laatste leerjaar reflecteren op hun schoolloopbaan. Algemene school Oost heeft haar visie stevig verankerd in het onderwijsleerproces. Continue evaluatie en ruimte voor leraren om het onderwijsproces steeds verder te ontwikkelen, dragen ertoe bij dat alle onderdelen van het onderwijsleerproces als 'goed' zijn te kwalificeren.
21 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
2. Toelichting op de oordelen. Kwaliteitsoordelen op de tien onderzochte standaarden Onderwijsresultaten 1.1 Cognitieve eindresultaten
voldoende
Onderwijsproces 2.1 Aanbod 2.2 Zicht op ontwikkeling 2.3 Didactisch handelen 2.4 Ondersteuning
goed goed goed goed
De school biedt de leerlingen een ruim en eigentijds aanbod, waarbij de behoeften en optimale ontwikkeling in brede zin van de leerlingen steeds leidend is. Er is op school kwalitatief goede aandacht voor natuur– en milieueducatie, waarbij op het schoolplein praktijklesplaatsen zijn gerealiseerd. De Algemene school Oost is dan ook gecertificeerd met een Biologie Plus certificaat. Ook bewegingsonderwijs en kunst en cultuur hebben een plaats in het aanbod. Leraren hebben in samenwerking met experts leerlijnen gerealiseerd om de kwaliteit hiervan te waarborgen. Verder zijn ook de Eurekaklas en de taalklas voorbeelden van de wijze waarop de school inspeelt op de onderwijsbehoeften van de leerlingen en hoe dit in het aanbod zichtbaar is. De leerlingen met wie is gesproken, geven aan dat ze veel leren. Ze vertellen ook dat de leraren goed lesgeven. De leraren houden prima zicht op de ontwikkeling van hun leerlingen met behulp van toetsen, observaties, leerlingenwerk, specifieke diagnostische signaleringen, gesprekken en (zelf-)rapportages. Vanuit duidelijke afspraken en protocollen en intensieve professionele gesprekken brengt de school de ontwikkeling van de leerlingen breder in beeld dan alleen de kernvakken. Hierbij valt op dat leerlingen en ouders aangeven dat leraren snel en diepgaand leerbehoeften signaleren. De leraren gebruiken de informatie van de toetsen en hun observaties om het onderwijs af te stemmen op het niveau en de ontwikkeling van de leerlingen, om hiaten of voorsprongen te signaleren en om te bepalen welke leerlingen extra ondersteuning, begeleiding of externe zorg nodig hebben. De leraren doorlopen daarbij systematisch de cyclus van 'evalueren, analyseren, doelen stellen en aanpak bepalen'. De leraren zijn bij de dagelijkse uitvoering van het onderwijs vooral gespitst op de effecten van hun handelen voor de leerlingen en hebben daarbij een hoge ambitie.
22 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Dit is dagelijks onderwerp van professionele gesprekken tussen leraren onderling met het oog op de vormgeving van het onderwijs en het didactisch handelen in de groepen. Zo wordt dagelijks aan optimalisering van het onderwijsleerproces gewerkt en worden ook verbeteringen en ontwikkelingen voor de langere termijn uitgewerkt en geïmplementeerd. Recent voorbeeld is de integratie van een woordenschat werkwijze in het bestaande aanbod, waarbij ook de instructievormen in de groep geheel wordt aangepast om een optimaal effect te sorteren. Voor leerlingen die dat nodig hebben, is er extra ondersteuning. Deze ondersteuning is gericht op een ononderbroken ontwikkeling. Verder evalueren de leraren samen met de intern begeleiders regelmatig of de extra ondersteuning het gewenste effect heeft of eventueel moet worden bijgesteld. Schoolklimaat en veiligheid 3.1 Schoolklimaat 3.2 Veiligheid
goed goed
Er is sprake van een stimulerend pedagogisch klimaat en de leraren en de directie geven aan trots te zijn op de sfeer op school. Ook in dit opzicht is de school ambitieus. Veel kansen worden gezien en aangepakt om leerlingen op diverse manieren te stimuleren om te leren. Daarbij is duidelijke communicatie met ouders en leerlingen en de daarbij behorende gedeelde verantwoordelijkheid een rode draad binnen de school. De school heeft een positief stimulerend schoolklimaat hoog in het vaandel. Alle leraren dragen dit voor elk kind en door de gehele school uit, op basis van positieve, opbouwende en duidelijke richtlijnen. Een accent op de sociale vaardigheden behoort tot de dagelijkse schoolpraktijk. Verder gaat de school ook regelmatig na hoe het staat met de veiligheidsbeleving van de leerlingen. Om de twee jaar wordt een vragenlijst bij de leerlingen en de leraren afgenomen. Uit de laatste meting kwam naar voren dat de leerlingen zich veilig voelen. De ouders met wie is gesproken bevestigen dat en geven aan dat hun kinderen graag naar school gaan. Algemene school Oost handelt op basis van een duidelijke visie en heeft een structuur die laat zien dat de school als geheel 'in control' is van haar onderwijs en van processen die daarin van belang zijn. Hiervoor bestaat een breed draagvlak en de schoolleiding en de leraren werken samen om aan hun ambities vorm te geven. De lat ligt hoog: de school is steeds op zoek naar het realiseren van haar opdracht en naar verdere ontwikkeling. Leraren krijgen daarbij veel professionele ruimte en vertrouwen om ontwikkelingen uit te werken en te implementeren. Daartoe worden gestructureerde plannen van aanpak uitgewerkt en inhouden degelijk onderzocht. Implementatie volgt op planmatige wijze en ook hoe de school vervolgens eenmaal geïmplementeerde ontwikkelingen vasthoudt is exemplarisch. 23 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Voor de leraren is de drijvende kracht bij het inzetten van ontwikkelingen vooral het resultaat in brede zin, dat zij voor de leerlingen willen behalen. Dit levert een gemeenschappelijk gedragen cultuur op die is gericht op een cyclische, probleemoplossende aanpak. Resultaten en aspecten van het onderwijsleerproces worden regelmatig geëvalueerd met behulp van intern en extern onderzoek. Verbeteringen sluiten aan bij de evaluaties en er is sprake van een planmatige aanpak, die adequaat door de schoolleiding wordt aangestuurd. Kwaliteitszorg en ambitie 4.1 Evaluatie en verbetering 4.2 Kwaliteitscultuur 4.3 Verantwoording en dialoog
goed goed goed
Een voorbeeld van evaluatie en kwaliteitszorg is de wijze waarop de school het didactisch handelen bewaakt. Met op de ambitieuze doelen van de school afgestemde kijkwijzers en follow-up, in beoordelingsgesprekken en waar nodig met coaching, bewaakt de school dat het didactisch handelen binnen de school voldoet aan de vereisten. Ook de periodieke evaluatie van de effecten van het eigen handelen op de leerlingen, zijn goede aanknopingspunten voor leraren om hun handelen steeds te optimaliseren. Een verdere stap voor de school kan zijn om, naast de evaluatie van het didactisch handelen via het systeem van kwaliteitszorg, het beeld op schoolniveau ook in kaart te brengen aan de hand van de gegevens uit de gesprekkencyclus. In algemene zin kan het een stap zijn voor de school om haar evaluaties te voorzien van eigen oordelen over de bereikte kwaliteit. Vanuit de visie is samenwerking met het oog op de kwaliteit vanzelfsprekend. Ouders met wie is gesproken geven dit aan. Zij, de leerlingen, maar ook andere samenwerkingspartners worden gehoord. Dit betekent anderzijds ook dat er eigenaarschap en gedeelde verantwoordelijkheid voor resultaten wordt gevraagd. De school legt transparant verantwoording af over haar resultaten. Met andere belanghebbenden dan ouders en bestuur onderhoudt de school een cyclische werkwijze waarbij resultaten van de samenwerking worden geëvalueerd en bijgesteld. De inspectie concludeert dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.
24 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
2.6. Consequenties voor de meerjarenplanning In onderstaande reacties is helder terug te zien waar nog ontwikkelkansen liggen om te realiseren in de komende schoolplanperiode. Reactie van het bestuur; Het bestuur van Stichting ABBO heeft met genoegen kennis genomen van de bevindingen van de Onderwijsinspectie zoals deze in dit rapport beschreven zijn. De school heeft niet alleen een basisarrangement maar toont zelfs aan op alle essentiële onderdelen goed te zijn! Dit is een compliment waard aan de directie en het gehele team. Bovendien is het streven van de school om te zoeken naar een nog hoger kwaliteitsnveau, een “hogere divisie”, en daarmee grensverleggend te willen zijn. Het nieuwe inspectiekader, de zgn. spiegel en dialoog opzet, ervaart het bestuur van Stichting ABBO als een versterkend middel om de school op een hoger professioneel niveau werkzaam te laten zijn. Door deze opzet wordt sterk ingezet op zelfsturing en zelfstandigheid om zodoende werkprocessen t.b.v. kwaliteit nog beter in te zetten. Ook dat sociale componenten meer in de beoordeling een plaats krijgen ervaart het bestuur als positief. Opvolging naar aanleiding van de bevindingen De bevindingen in het rapport leiden voor stichting ABBO tot de volgende actiepunten: De introductie en constructie van de zgn. maatjesstructuur voor zowel directies als IBers, waardoor intervisie en afstemming mogelijk wordt. Iedere directeur en iedere IBer heeft een sparringpartner om samen voor te bereiden, te klankborden en te overleggen. De algemeen directeur van stichting ABBO hanteert de bovenschoolse Cito registratiemodule als instrument en houdt met behulp hiervan twee keer per jaar n.a.v. de tussenresultaten gesprekken over leeropbrengsten met iedere school van de stichting. In het gesprek wat de algemeen directeur en de bovenschools IB-er voeren met de directeur en interne begeleider van de school staan de volgende onderwerpen centraal: Leeropbrengsten, zowel tussen- als eindresultaten. Verbeterplannen n.a.v. tussen- en eindresultaten met een PDCA-cyclus als daar aanleiding toe is. Inzicht in leerlingen, die door de inspectie van onderwijs buiten beschouwing worden gelaten bij de leeropbrengsten. Inzicht in leerlingen, die geen ondersteuning krijgen vanuit het samenwerkingsverband. Wat is opvallend? Zowel positief als verbeterpunt. Risico analyse en zelfreflectie.
25 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
De introductie van de interne audits. Stichting ABBO introduceert interne audits, waarbij een auditteam alle scholen bezoekt. Wie • Bovenschools IB-er • Directeur • IB-er Wat • Indicatoren onderwijsinspectie en de KPI Waarom We doen onderzoek naar de kwaliteit van de scholen waar we kritische vragen stellen, opbrengsten delen, zowel positief als negatief. Wanneer • 1x per jaar • Start november 2015 Welke wijze • Een schoolbezoek door het auditteam met aanwezigheid van de IB-er en de directeur van de eigen school. • Gesprek Waar • Op de betreffende school Reactie van de directie; Wij zijn ontzettend trots op de resultaten van het onderzoek. De afgelopen zes jaar hebben we zeer bewuste keuzes gemaakt en gewerkt aan het realiseren van optimale ontwikkelkansen voor elk kind. De uitkomsten van het onderzoek laten zien dat we dit op de juiste manier hebben gedaan. We vinden het zeer belangrijk om alle goede ontwikkelingen die we de afgelopen jaren in gang hebben gezet te borgen. Daarbij zijn we echter niet star. We blijven bij alle aspecten die het onderwijs op School Oost bijzonder maken schaven aan verbetering. Zoeken naar de meest optimale leeromgeving voor kinderen. Steeds vanuit de overal zichtbare en voelbare visie; ‘NATUURLIJK! sfeer, samenwerking en resultaat’. Het oordeel van de inspectie laat zien dat we goed grip hebben op het zelf beoordelen van onze kwaliteit op de kernvakken. Er ligt een uitdaging om ook zelf het verdere brede onderwijsaanbod te gaan beoordelen. De resultaten die we bij leerlingen boeken op andere gebieden dan de ‘vakgebieden’. Aanknopingspunten worden door de inspectie al gezien in de wijze waarop leerlingen in het laatste leerjaar reflecteren op hun schoolloopbaan. Op gebieden zoals werken met tablets, gebruik van social media, ontwikkelen van 21st Century Skills maken we de komende jaren doordachte keuzes. In samenwerking met de andere ABBO scholen zoeken we naar kansen om door middel van bijvoorbeeld audits van elkaar te leren en kwaliteitsslagen te maken.
26 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Als Brede School Oost gaan we de komende tijd stappen ondernemen om te komen tot een (I)KC. Hierdoor ontstaat er een nog beter doorgaande lijn van 0 tot 12 jaar. Hierbij ontstaan mogelijkheden om personeel vanuit basisonderwijs en kinderopvang optimaal in te zetten binnen alle ontwikkelingsgebieden van kinderen van 0 tot 12 jaar. Zaken zoals een doordachte dagindeling met leer- en ontspanningsmomenten of verder invulling van het 7 tot 7 concept worden op mogelijkheden en kansen bekeken.
27 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
3. ONDERWIJSKUNDIGE VORMGEVING 3.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe het onderwijs op de school vorm gegeven wordt. In de beschrijving van dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt, hoe invulling gegeven wordt aan de wettelijke opdracht van het onderwijs rekening houdend met de missie van de school en hetgeen in de komende schoolplanperiode gerealiseerd wordt gezien de visie. Beide zijn beschreven in het vorige hoofdstuk. Een goede pedagogische benadering zorgt voor een veilige basis om leren en ontwikkelen mogelijk te maken. Omgangsvormen, respect voor anderen, burgerschap, samenwerking enz. zijn wezenlijke aspecten van ons onderwijs. 3.2. Wettelijke opdracht van het onderwijs In de wet op het primair onderwijs staat beschreven aan welke eisen het onderwijs moet voldoen. Ook de wet Passend Onderwijs stelt eisen aan de inrichting van ons onderwijs. In de hierna volgende paragrafen wordt aangegeven op welke wijze wij invulling geven aan deze wettelijke eisen. 3.2.1. Ononderbroken ontwikkeling Artikel 8 lid 1 van de wpo geeft aan: Het onderwijs wordt zodanig ingericht, dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 3.2.2. Brede ontwikkeling Artikel 8 lid 2 wpo geeft aan: Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. (brede ontwikkeling).
28 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
3.2.3. Multiculturele samenleving Artikel 8 lid 3 wpo geeft aan: Het onderwijs: a. gaat er mede van uit dat leerlingen opgroeien in een pluriforme samenleving, b. is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, en c. is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat daarbij op structurele en herkenbare wijze aandacht wordt besteed aan het bestrijden van achterstanden in het bijzonder in de beheersing van de Nederlandse taal. Op onze school geven we op onderstaande manier vorm aan de hierboven genoemde drie gebieden binnen deze wettelijke opdracht. De leraren volgen en analyseren de ontwikkeling van alle leerlingen met als doel het onderwijs voor hen vorm te geven. De leraren verzamelen voortdurend systematische informatie over de ontwikkeling van hun leerlingen. Zij gaan regelmatig na in welke mate de leerlingen profiteren van het geboden onderwijs en hoe de ontwikkeling van leerlingen verloopt ten opzichte van henzelf en van leeftijdgenoten. Wanneer leerlingen niet genoeg lijken te profiteren gaat de school na waar de ontwikkeling stagneert en wat mogelijke verklaringen hiervoor zijn. De leraren gebruiken al deze informatie vervolgens om het onderwijs af te stemmen op de onderwijsbehoeften van zowel groepen leerlingen als individuele leerlingen. Ze gebruiken daarbij een cyclische aanpak. Wat; instrumenten, systemen, beleidsplannen e.d. We werken met gestructureerde observaties, methode gebonden en landelijk genormeerde toetsen voor groep 1 t/m 8. De procedures voor gebruik van de instrumenten is vastgelegd in het zgn. afsprakenboek. Voor gebruik van CITO LOVS, B 49 toetsprotocol, D 22 berekening rapportcijfers. Op vooraf geplande momenten worden toetsen afgenomen. Voor CITO LOVS ligt er de toetskalender.
Waar; vastgelegd in… Afsprakenboek B 49 toetsprotocol. D 22 berekening rapportcijfers. B 5 leerlingvolgsysteem. B 28 leerlingenoverdracht. B 55 groepsoverzicht en groepsplannen. C 10 aanpak PRAVOO. Toetskalender; zie bijlage 1.1. Format klassenbespreking 1 / 2 leeg en ingevuld.
29 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Voor methode gebonden toetsen ligt er de planning vanuit de handleidingen bij de diverse methodes. Analyse van methode gebonden toetsen gebeurt dmv software behorende bij de methodes. Analyse van methode onafhankelijke toetsen gebeurt dmv bijbehorende analyse instrumenten. Middels een cyclische aanpak wordt gewerkt met groepsoverzichten en groepsplannen. Verzamelde data wordt hierin verwerkt om het onderwijs op groeps- en/of individueel niveau af te stemmen. Handelwijze is vastgelegd in afsprakenboek B 5 Leerlingvolgsysteem, B 28 leerlingenoverdracht en B 55 groepsoverzichten en groepsplannen. Voor de groepen 1 en 2 wordt de ontwikkeling van de leerlingen vanaf dit schooljaar gevolgd middels PRAVOO. Groepsbesprekingen zijn een onderdeel van de cyclische aanpak. Er worden verschillende formats gebruikt voor 1 / 2 en 3 t/m 8
Format klassenbespreking 3 t/m 8 leeg en ingevuld groep 6.
30 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Het aanbod bereidt de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. De leraren bieden een breed, eigentijds en op de kerndoelen gebaseerd aanbod. Binnen de kaders van de wet maken zij keuzes in het aanbod, waardoor zij deze afstemmen op de onderwijsbehoeften die kenmerkend zijn voor de leerlingenpopulatie. De school heeft bovendien een aanbod voor de referentieniveaus taal en rekenen dat past bij het niveau van alle leerlingen. De leraren hanteren leermiddelen die afgestemd zijn op de ontwikkelingsfase van de leerlingen. Het aanbod sluit aan op het niveau van de leerlingen bij binnenkomst van de school en bereidt hen voor op het aanbod bij de start van het vervolgonderwijs. Daar tussenin verdelen de leraren de leerinhouden evenwichtig en in samenhang over de leerjaren heen. Het aanbod draagt bij aan de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Wat; instrumenten, systemen, beWaar; vastgelegd in… leidsplannen e.d. Afsprakenboek Breed en eigentijds aanbod waarbij B 22 stappenplan methodekeuze. meer dan minimaal voldaan wordt aan de kerndoelen. Voor dit aanbod wor Deel D de vakgebieden. den moderne, bewust gekozen me D1.5 LOGO 3000. thodes gebruikt die passen bij de visie B 21 aanmelding kleuter/overdracht. van de school en de behoeften van de voorschool leerlingenpopulatie. Afspraken over D 25 Piramide gebruik methodes en doorlopende B 48 Aanname beleid. leerlijnen van voorschool t/m groep 8 Beleidsplan plusklas Eureka. zijn vastgelegd in ons zgn. afspraken Notitie schakelklassen en evaluatie boek Deel D de vakgebieden. 2013-2014. Vanaf voorschool (peuterspeelzaal en Beleidsplan kweekvijver Sociale Media kinderdagverblijf) en groep 1 en 2 B 6 ICT en B 6.1 verantwoord omgaan wordt LOGO 3000 gebruikt. met sociale media. Doorlopende leerlijnen vanuit de CultuurBeleidsplanOost. voorschool psz/kdv bij Piramide en LOGO 3000. Doorlopende leerlijnen alle vakgebieden, zie afsprakenboek D. de vakgebieden. Voor meer- en hoogbegaafde leerlingen van groep 1 t/m 8 wordt een speciaal aanbod gegeven binnen de plusklas Eureka. Voor kinderen met een beperkte taalontwikkeling en lage woordenschat is er tutoring in groep 1 en 2. 31 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Voor leerlingen in groep 4 en 5 zijn er schakelklassen voor al het taal- en leesonderwijs. Op gebied van sociale media worden de kinderen en hun ouders van groep 6 t/m 8 voorbereid op de samenleving door de leergang Sociale Media van BasBuro Voor de brede ontwikkeling op gebied van cultuur wordt gewerkt vanuit het beleidsplan cultuur. Hierbij wordt samengewerkt met CKB de Maagd. Vanaf groep 1 structureel muziekonderwijs, vanaf groep 5 bespelen alle leerlingen een instrument middels het Leerorkest.
Leerlingen die dat nodig hebben ontvangen extra aanbod, en ondersteuning. De school heeft voor leerlingen met bijzondere ondersteuningsbehoeften interventies gepland. Deze interventies zijn gericht op het (ontwikkelings)perspectief van de leerling. Voor de leerlingen die structureel een onderwijsaanbod krijgen op een ander niveau dan de leeftijdsgroep of extra bekostigd worden vanuit het samenwerkingsverband, stelt de school een (ontwikkelings)perspectief op. De school evalueert regelmatig of de extra ondersteuning het gewenste effect heeft en stelt de interventies zo nodig bij.
Wat; instrumenten, systemen, beleidsplannen e.d. Warme overdracht vanuit elke psz. en kdv. in Bergen op Zoom; er is beleid op aanname van leerlingen, aanmelding van kleuters en overdracht vanuit de voorschool. Voor de gehele school ligt er een samenhangend geheel van aanpak en instrumenten om cognitieve, lichamelijke- en sociaal-emotionele zorg te verlenen middels gericht aanbod en ondersteuning. Tutoring in de groepen 1 en 2. Groepslogopedie. Schakelklassen groepen 4 en 5;
Waar; vastgelegd in… Afsprakenboek; A 23.2 werkwijze GGD en A 23.3 werkwijze Integrale Vroeghulp. B 48 aannamebeleid; zie bijlage 2.1. B 21 aanmelding kleuter/overdracht voorschool; zie bijlage 2.1. B 4 zorgbreedte en A 27 zorgplan 2014-2015. B 5 leerlingvolgsysteem; zie bijlage 2.2. D 23 voorgangslijstbespreking. B 37 school video interactie begeleiding. B 43 zorg voor jeugd. 32
Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Voor leerlingen die structureel een ander onderwijsniveau krijgen dan de leeftijdsgroep is een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Voor leerlingen die extra bekostiging ontvangen REC 2 is door Auris een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Voor overige REC’s, 3 en 4 loopt extra bekostiging (voorheen zgn. rugzakgelden) vanuit het samenwerkingsverband (ook bekostiging voor andere speciale arrangementen.) Hiervoor worden groeidocumenten ingevuld. Voor ondersteuning op motorisch gebied is MRT opgezet. Inzake Passend Onderwijs is vanuit aansturing van samenwerkingsverband Branbantse Wal een SchoolOndersteuningsPlan ingevuld. Hierin wordt onze huidige situatie betreffende ondersteuningsmogelijkheden beschreven. Stroomschema’s geven sturing aan de zorgplicht binnen passend onderwijs. ‘Zorgplicht als de leerling al op school zit”, ‘Zorgplicht aanmelding reguliere po school’, Zorgplicht aanmelding sbo of vso school’.
B 44 bureau jeugdzorg, SMW en GJG. B 50 pestprotocol. B 51 sociale probleemsituaties. B 57 protocol ontwikkelingsperspectief. B 59 protocol kindermishandeling. B 60 protocol echtscheiding. B 63 externe en individuele logopedie en interne logopedie. B 64 MRT. SOP; SchoolOndersteuningsPlan. Format groeidocument.
Stroomschema zorgplicht als de leerling al op school zit. Stroomschema zorgplicht aanmelding reguliere po school. Stroomschema zorgplicht aanmelding sbo of vso school.
33 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
3.3. Kerndoelen en referentieniveaus Artikel 9 lid 5 wpo geeft aan: Ten aanzien van de onderwijsactiviteiten, genoemd in het eerste tot en met vierde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur kerndoelen vastgesteld. En in artikel 9 lid 6: Voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. Aanvullend op de kerndoelen geven de referentieniveaus Rekenen en Taal een specifiekere beschrijving van de onderwijsinhoud. Zij bieden daarmee heldere en concrete doelen die leraren kunnen hanteren en op basis waarvan zij de voortgang van hun leerlingen kunnen evalueren. Hierna volgt een beschrijving van de leerstofgebieden waarvoor kerndoelen geformuleerd zijn en hoe deze op onze school aan de orde komen. Besluit vernieuwde kerndoelen WPO,geldend op 10-06-2015.
Nederlands Karakteristiek Taalonderwijs is van belang omdat de rol van taal bij het verwerven van inhouden en vaardigheden in alle leergebieden (en de transfer daartussen) evident is. Het onderwijs in Nederlands als tweede taal heeft dat besef de laatste jaren sterk doen groeien. Taalonderwijs is dus van belang voor het succes dat kinderen in het onderwijs zullen hebben en voor de plaats die ze in de maatschappij zullen innemen. Daarnaast heeft taal een sociale functie. Kinderen dienen hun taalvaardigheid te ontwikkelen, omdat ze die nu en straks in de maatschappij hard nodig hebben. Dat houdt onder meer in dat het onderwijs waar mogelijk uitgaat van communicatieve situaties: levensechte en boeiende leesteksten, gesprekken over onderwerpen die kinderen bezig houden, een echte correspondentie met kinderen van andere scholen. Taalverwerving en -onderwijs verlopen als het ware in cirkels: het gaat vaak om dezelfde inhouden, maar de complexiteit en de mate van beheersing nemen toe. Anders gezegd: het onderwijs in Nederlandse taal is er op gericht dat kinderen in de beheersing van deze taal in en buiten school steeds competenter taalgebruikers worden. Die competenties zijn te typeren in vier trefwoorden: kopiëren, beschrijven, structureren en beoordelen. 34
Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Die zijn niet zonder meer tot formuleringen in kerndoelen te verwerken, omdat het vaak gaat om een combinatie van competenties. Met «kopiëren» wordt bedoeld: zo letterlijk mogelijk een handeling nadoen (overschrijven van het bord bijvoorbeeld). «Beschrijven» is op eigen wijze (in eigen woorden) toepassen van een vaardigheid. Dat kan inhouden: verslag uitbrengen, informatie geven of vragen. «Structureren» houdt in: op eigen manieren ordening aanbrengen. «Beoordelen» is reflectie op mogelijkheden, evalueren. In het aanbod neemt de schriftelijke taalvaardigheid een belangrijke plaats in. «Geletterdheid» veronderstelt meer dan alleen de techniek van lezen en schrijven. Ook inzicht in de maatschappelijke functie ervan en een positieve attitude maken er deel van uit. Deze ontwikkeling begint eigenlijk al voor de basisschool, bij voorlezen en vertellen in het gezin, en wordt verder ontwikkeld in alle groepen. Ook al is de ontwikkeling van de schriftelijke taalvaardigheid van belang, de ontwikkeling van de mondelinge taalvaardigheid verdient blijvende aandacht. Uitbreiding van de woordenschat, aandacht voor taal en denken, toepassen van luisterstrategieën, voorlezen en vertellen: het zijn activiteiten die de mondelinge taalvaardigheid verder ontwikkelen, maar daarnaast voorwaardelijk zijn voor het schriftelijk domein. Beschouwing van taal en taalgebruik geeft kinderen «gereedschappen» om over taal te praten en na te denken. Traditioneel ging het hierbij om grammatica, soms ook om de beschouwing van interessante taalverschijnselen. Tegenwoordig denkt men hierbij vooral aan inzicht in eigen en andermans taalgebruikstrategieën, zodat een kind leert deze steeds bewuster en doelgerichter in te zetten. Naast aandacht voor taal als systeem is er ook reflectie op taalgebruik. Taalbeschouwing dient geen op zichzelf staand onderdeel te vormen, maar geïntegreerd te worden met (onderdelen uit) de overige domeinen. Het zal duidelijk zijn dat onderwijs in Nederlands als tweede taal vaak een wat ander karakter heeft dan Nederlands als eerste taal: de beginsituatie van de leerlingen is anders, de didactiek verschilt, het aanbod is soms anders gefaseerd, er ligt meer nadruk op woordenschatuitbreiding. Maar voor alle leerlingen gelden in feite dezelfde doelen en hetzelfde aanbod.
35 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Veel van oorsprong autochtone kinderen die in achterstandssituaties opgroeien zijn ook gebaat bij didactische inzichten die door ervaring met onderwijs aan allochtone kinderen scherper zijn geworden. Eén van die inzichten is, dat taal in alle vakken een cruciale rol speelt bij het verwerven van kennis en vaardigheden in die «andere vakken». Kerndoelen Mondeling taalonderwijs 1. De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. 2. De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. 3. De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. Schriftelijk taalonderwijs 4. De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen. 5. De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. 6. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale. 7. De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. 8. De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. 36 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
9. De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. Taalbeschouwing, waaronder strategieën 10. De leerlingen leren bij de doelen onder «mondeling taalonderwijs» en «schriftelijk taalonderwijs» strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen. 11. De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen
regels voor het spellen van werkwoorden; regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden; regels voor het gebruik van leestekens.
12. De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder «woordenschat» vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken.
Methode, gebruik in groepen, Piramide LOGO 3000 Werkbladen kleuters Taal Actief Met woorden in de weer Veilig Leren Lezen Nieuwsbegrip XL Timboektoe+Bavi-lezen Pennenstreken Schrijftaal
wijze waarop wij de methode hanteren; (voorschool +1 en 2) D 25 Piramide. (voorschool +1 en 2) D 1.5 LOGO 3000. (1 en 2) D 30 (4 t/m 8) D 1.1 Taal. (1 t/m 8) D 1.4 Protocol woordenschat. (groep 3) D 2 Lezen. (4 t/m 8) D 2 Lezen. (4 t/m 8) D 2 Lezen. (groep 3) D 9 Schrijven, schriftgebruik (4 t/m 8) D 9 Schrijven, schriftgebruik
37 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Engels Karakteristiek Beheersing van de Engelse taal wordt voor iedereen steeds belangrijker door de toenemende internationalisering, groeiende mobiliteit en de uitbreidende mogelijkheden om te communiceren via nieuwe media. De plaats van Engels in het basisonderwijs wordt gefundeerd door Europees beleid en door het uitgangspunt dat een redelijke beheersing van die taal bereikt wordt wanneer er vroeg met het onderwijs in Engels begonnen wordt. Het doel van Engels is om een eerste basis te leggen om te kunnen communiceren met moedertaalsprekers of anderen die buiten de school Engels spreken. Die eerste aanzet wordt later, in de periode van de basisvorming, verder ontwikkeld. In de basisschool wordt het onderwijs in de Engelse taal waar mogelijk in samenhang gebracht met inhouden van andere vakken. Bijvoorbeeld met inhouden in de orientatie op jezelf en de wereld. Het gaat dan om eenvoudige alledaagse onderwerpen als «woonomgeving», «vrije tijd en hobby’s», «het lichaam», «het weer». In het basisonderwijs gaat het bij het onderwijs in de Engelse taal vooral om mondelinge communicatie en om het lezen van eenvoudige teksten. Het schrijven beperkt zich tot het kennismaken met de schrijfwijze van een beperkt aantal vaak voorkomende Engelse woorden. Voorts leren kinderen om woordbetekenissen en schrijfwijzen van woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek.
Kerndoelen 13. De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten. 14. De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal. 15. De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen.
38 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
16. De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek.
Methode, gebruik in groepen, Cookie and Friends Hocus en Lotus Happy House Happy Street Classroom English Just do it Anglia
wijze waarop wij de methode hanteren; (1 en 2) D 10 Engels/Anglia (1 en 2) D 10 Engels/Anglia (3 en 4) D 10 Engels/Anglia (5, 6 en 7) D 10 Engels/Anglia gebruik bij genoemde methodes (8) D 10 Engels/Anglia (6 t/m 8) D 10 Engels/Anglia
Rekenen/wiskunde Karakteristiek In de loop van het basisonderwijs verwerven kinderen zich – in de context van voor hen betekenisvolle situaties – geleidelijk vertrouwdheid met getallen, maten, vormen, structuren en de daarbij passende relaties en bewerkingen. Ze leren «wiskundetaal» gebruiken en worden «wiskundig geletterd» en gecijferd. De wiskundetaal betreft onder andere reken-wiskundige en meetkundige zegswijzen, formele en informele notaties, schematische voorstellingen, tabellen, grafieken en opdrachten voor de rekenmachine. «Wiskundig geletterd» en gecijferd betreft onder andere samenhangend inzicht in getallen, maatinzicht en ruimtelijk inzicht, een repertoire van parate kennis, belangrijke referentiegetallen en -maten, karakteristieke voorbeelden en toepassingen en routine in rekenen, meten en meetkunde. Meetkunde betreft ruimtelijke oriëntatie, het beschrijven van verschijnselen in de werkelijkheid en het redeneren op basis van ruimtelijk voorstellingsvermogen in twee en drie dimensies. De onderwerpen waaraan kinderen hun «wiskundige geletterdheid» ontwikkelen zijn van verschillende herkomst: het leven van alledag, andere vormingsgebieden en de wiskunde zelf.
39 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Bij de selectie en aanbieding van de onderwerpen wordt rekening gehouden met wat kinderen al weten en kunnen, met hun verdere vorming, hun belangstelling en de actualiteit, zodat kinderen zich uitgedaagd voelen tot wiskundige activiteit en zodat ze op eigen niveau, met plezier en voldoening, zelfstandig en in de groep uit eigen vermogen wiskunde doen: wiskundige vragen stellen en problemen formuleren en oplossen. In de reken-wiskundeles leren kinderen een probleem wiskundig op te lossen en een oplossing in wiskundetaal aan anderen uit te leggen. Ze leren met respect voor ieders denkwijze wiskundige kritiek te geven en te krijgen. Het uitleggen, formuleren en noteren en het elkaar kritiseren leren kinderen als specifiek wiskundige werkwijze te gebruiken om alleen en samen met anderen het denken te ordenen, te onderbouwen en fouten te voorkomen. Kerndoelen Wiskundig inzicht en handelen 23. De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken. 24. De leerlingen leren praktische en formele reken-wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. 25. De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van rekenwiskundeproblemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen. Getallen en bewerkingen 26. De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. 27. De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn. 28. De leerlingen leren schattend tellen en rekenen. 29. De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 30. De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures.
40 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
31. De leerlingen leren de rekenmachine met inzicht te gebruiken. Meten en meetkunde 32. De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. 33. De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur.
Methode,
gebruik in groepen,
wijze waarop wij de methode hanteren;
Werkbladen en ontwikkeling materiaal (1 en 2) Reken Zeker (3 t/m 8) Maatwerk (3 t/m 8) Speurwerk (3 t/m 8)
Oriëntatie op jezelf en de wereld
D 30 D 3 Rekenen D 3 Rekenen D 3 Rekenen
Karakteristiek In dit leergebied oriënteren leerlingen zich op zichzelf, op hoe mensen met elkaar omgaan, hoe ze problemen oplossen en hoe ze zin en betekenis geven aan hun bestaan. Leerlingen oriënteren zich op de natuurlijke omgeving en op verschijnselen die zich daarin voordoen. Leerlingen oriënteren zich ook op de wereld, dichtbij, veraf, toen en nu en maken daarbij gebruik van cultureel erfgoed. Kinderen zijn nieuwsgierig. Ze zijn voortdurend op zoek om zichzelf en de wereld te leren kennen en te verkennen. Die ontwikkelingsbehoefte is een aangrijpingspunt voor dit leergebied. Tegelijk stelt de samenleving waarin kinderen opgroeien haar eisen. Kinderen vervullen nu en straks taken en rollen, waarop ze via onderwijs worden voorbereid. Het gaat om rollen als consument, als verkeersdeelnemer, als burger in een democratische rechtstaat. Kennis over en inzicht in belangrijke waarden en normen, en weten hoe daarnaar te handelen, zijn voorwaarden voor samenleven. Respect en tolerantie zijn er verschijningsvormen van. 41 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Bij het leren kennen van de wijze waarop mensen hun omgeving inrichten spelen economische, politieke, culturele, technische en sociale aspecten een belangrijke rol. Het gaat daarbij om datgene wat van belang is voor betekenisverlening aan het bestaan, om duurzame ontwikkeling, om (voedsel)veiligheid en gezondheid en om technische verworvenheden. Bij het oriënteren op de natuur gaat het om jezelf, om dieren en planten en natuurverschijnselen. Bij de oriëntatie op de wereld gaat het om de vorming van een wereldbeeld in ruimte en tijd. Leerlingen ontwikkelen een geografisch wereldbeeld aan de hand van gebieden en met behulp van kaartvaardigheden. Ze ontwikkelen een historisch wereldbeeld. Dat betekent dat ze kennis hebben van historische verschijnselen in delen van de wereld en van chronologie. Leerlingen leren hun wereldbeeld (over henzelf en de wereld), aan de hand van actuele onderwerpen, voortdurend «bij de tijd» te brengen. Waar mogelijk worden onderwijsinhouden over mensen, de natuur en de wereld in samenhang aangeboden. Dit komt het «begrijpen» door leerlingen ten goede en draagt voorts bij aan vermindering van de overladenheid van het onderwijsprogramma. Ook inhouden uit andere leergebieden worden betrokken op de «oriëntatie op jezelf en de wereld». Te denken valt aan het lezen en maken van teksten (begrijpend lezen), het meten en het verwerken van informatie in onder andere tabellen, tijdlijn en grafieken (rekenen/wiskunde) en het gebruik van beelden en beeldend materiaal (kunstzinnige oriëntatie). Onderwijs is er immers vooral op gericht om leerlingen zicht te geven op betekenis en samenhang.
Kerndoelen Mens en samenleving 34. De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. 35. De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument. 36. De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en hun rol als burger.
42 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
37. De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen. 38. De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit. 39. De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Natuur en techniek 40. De leerlingen leren in de eigen omgeving veel voorkomende planten en dieren onderscheiden en benoemen en leren hoe ze functioneren in hun leefomgeving. 41. De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen. 42. De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige verschijnselen, zoals licht, geluid, electriciteit, kracht, magnetisme en temperatuur. 43. De leerlingen leren hoe je weer en klimaat kunt beschrijven met behulp van temperatuur, neerslag en wind. 44. De leerlingen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materiaalgebruik. 45. De leerlingen leren oplossingen voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren. 46. De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon leidt tot natuurverschijnselen zoals seizoenen en dag-/nachtritme.
43 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Ruimte 47. De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen- en buitenland, vanuit de perspectieven landschap, wonen, werken, bestuur, verkeer, recreatie, welvaart, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika. 48. Kinderen leren over de maatregelen die in Nederland genomen worden/werden om bewoning van door water bedreigde gebieden mogelijk te maken. 49. De leerlingen leren over de mondiale ruimtelijke spreiding van bevolkingsconcentraties en godsdiensten, van klimaten, energiebronnen en van natuurlandschappen zoals vulkanen, woestijnen, tropische regenwouden, hooggebergten en rivieren. 50. De leerlingen leren omgaan met kaart en atlas, beheersen de basistopografie van Nederland, Europa en de rest van de wereld en ontwikkelen een eigentijds geografisch wereldbeeld. Tijd 51. De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen, zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed, en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren. 52. De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken. 53. De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die aan de hand van voorbeelden verbinden met de wereldgeschiedenis.
44 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Methode,
gebruik in groepen,
wijze waarop wij de methode hanteren;
De Blauwe Planeet (4 t/m 8) De Blauwe Planeet (4 t/m 8) Leefwereld (1 t/m 8) Techniektorens (1 t/m 8) Koppeling bomenpaden aan biologielessen D 21 ?? (4 t/m 8) Wijzer door het verkeer (1 t/m 8) SOEMO kaarten (1 t/m 8)
Burgerschap en integratie (1 t/m 8) Bevordering gezond gedrag (1 t/m 8) Educatief uitje (1 t/m 8)
Kunstzinnige oriëntatie
D 4 Aardrijkskunde D 5 Topografie D 6 Biologie D 29 Techniek D 7 Geschiedenis D 8 Verkeer B 34 SOEMO/afspraak van de week D 27 D 17 D 31
Karakteristiek Door middel van een kunstzinnige oriëntatie maken kinderen kennis met kunstzinnige en culturele aspecten in hun leefwereld. Het gaat bij dit domein om kennismaking met dié aspecten van cultureel erfgoed waarmee mensen in de loop van de tijd vorm en betekenis hebben gegeven aan hun bestaan. Het gaat bij kunstzinnige oriëntatie ook om het verwerven van enige kennis van de hedendaagse kunstzinnige en culturele diversiteit. Dit vindt zowel op school plaats, als via regelmatige interactie met de (buiten)wereld. Kinderen leren zich aan de hand van kunstzinnige oriëntatie open te stellen: ze kijken naar schilderijen en beelden, ze luisteren naar muziek, ze genieten van taal en beweging. Kunstzinnige oriëntatie is er ook op gericht bij te dragen aan de waardering van leerlingen voor culturele en kunstzinnige uitingen in hun leefomgeving. Ze leren daarnaast zichzelf te uiten met aan het kunstzinnige domein ontleende middelen:
ze leren de beeldende mogelijkheden van diverse materialen onderzoeken, aan de hand van de aspecten kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie; ze maken tekeningen en ruimtelijke werkstukken; ze leren liedjes en leren ritme-instrumenten te gebruiken als ondersteuning bij het zingen; ze spelen en bewegen. 45
Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Waar mogelijk worden daarbij onderwerpen gebruikt die samenhangen met die uit andere leergebieden. Het onderwijs wordt daardoor meer samenhangend en mede daardoor betekenisvoller voor leerlingen. Maar voorop staat natuurlijk de authentieke bijdrage van kunstzinnige oriëntatie aan de ontwikkeling van kinderen. Kerndoelen 54. De leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. 55. De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren. 56. De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed. Methode,
gebruik in groepen,
Leerlijn muziek (5 t/m 8)) Het leerorkest (1 t/m 6) Maken is de kunst (1 t/m 8) Maken is de kunst (1 t/m 8) Dramatische expressie (1 t/m 8)
Bewegingsonderwijs
wijze waarop wij de methode hanteren; D 12 Muziek CKB De Maagd D 13 Tekenen D 14 Handvaardigheid D 16 Dramatische expressie en CultuurbeleidsplanOost
Karakteristiek Kinderen bewegen veel en graag. Dat zien we bijvoorbeeld op het schoolplein tijdens het buitenspelen van de kleuters. Het behouden van die actieve leefstijl is een belangrijke doelstelling van dit leergebied. Om dat doel te bereiken leren kinderen in het bewegingsonderwijs deelnemen aan een breed scala van bewegingsactiviteiten, zodat ze een ruim «bewegingsrepertoire» opbouwen. Dat repertoire bevat motorische aspecten, maar ook sociale vaardigheden.
46 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Leerlingen leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren in aansprekende bewegingssituaties. Het gaat daarbij om bewegingsvormen als balanceren, springen, klimmen, schommelen, duikelen, hardlopen en bewegen op muziek. En om spelvormen als tikspelen, doelspelen, spelactiviteiten waarbij het gaat om mikken en jongleren en stoeispelen. Vanuit dit aanbod zullen kinderen zich ook kunnen oriënteren op de buitenschoolse bewegings- en sportcultuur en de meer seizoengebonden bewegingsactiviteiten. De meeste bewegings- en sportactiviteiten worden gezamenlijk ondernomen en dus is het nodig om te leren afspreken wat de regels zijn, hoe die na te leven en wie welke rol speelt. Verder hoort daarbij elkaar helpen, op veiligheid letten, elkaars mogelijkheden respecteren en eigen mogelijkheden verkennen. Het is eigen aan «bewegen» dat er plezier aan te beleven valt. Dat plezier is van groot belang voor een blijvende deelname aan bewegingsactiviteiten. Kerndoelen 57. De leerlingen leren op een verantwoorde manier deelnemen aan de omringende bewegingscultuur en leren de hoofdbeginselen van de belangrijkste bewegings- en spelvormen ervaren en uitvoeren. 58. De leerlingen leren samen met anderen op een respectvolle manier aan bewegingsactiviteiten deelnemen, afspraken maken over het reguleren daarvan, de eigen bewegingsmogelijkheden inschatten en daarmee bij activiteiten rekening houden. Methode,
gebruik in groepen,
Piramide Leerlijn lichamelijke oefening
wijze waarop wij de methode hanteren; (1 en 2) (3 t/m 8)
Ontwikkellijn PRAVOO D 11 Lichamelijke oefening en beleidsplan samenwerking CIOS.
47 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
3.4. Kinderen met extra ondersteuningsbehoeften. Artikel 8 wpo geeft aan: Ten aanzien van leerlingen die extra ondersteuning behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoeften van de leerling. En verder: De scholen voorzien in een voortgangsregistratie omtrent de ontwikkeling van leerlingen die extra ondersteuning behoeven. In ons schoolondersteuningsprofiel hebben wij in kaart gebracht wat wij aan mogelijkheden, grenzen en ambities hebben ten aanzien van de ondersteuning van leerlingen met extra onderwijsbehoeften. Elke leerling is echter uniek, dus zullen we altijd per leerling nagaan welke onderwijsbehoeften de leerling heeft en of en hoe wij daar aan kunnen voldoen. Indien nodig kunnen wij voor extra ondersteuning een beroep doen op het samenwerkingsverband passend onderwijs in onze regio. In het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband staat beschreven welke ondersteuning alle scholen zelf moeten bieden (basisondersteuning) en voor welke ondersteuning, onder welke voorwaarden, we bij het samenwerkingsverband terecht kunnen. Alvorens we hulp van buitenaf inroepen gaan we aan de slag binnen onze eigen mogelijkheden. Omdat wij vinden dat elk kind bijzonder is, werken de ABBO-scholen zoveel mogelijk toe naar inclusief onderwijs. Dat betekent dat wij ieder kind onderwijs willen bieden, ook kinderen met een extra ondersteuningsbehoefte die in aanmerking komen voor speciaal onderwijs. In overleg met ouders, leerkrachten en trajectbegeleiders van het samenwerkingsverband bekijken wij op welke wijze de school invulling kan geven aan het onderwijsaanbod dat de leerling nodig heeft. In alle gevallen is daarbij sprake van maatwerk. Daarbij zullen wij nadrukkelijk aangeven wat wel en niet kan. Op basis hiervan geven wij de ouders de keuze om gebruik te maken van het maatwerkarrangement van de school of de keuze te maken voor plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs.
48 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Leerlingen die dat nodig hebben ontvangen extra aanbod en ondersteuning. De school heeft voor leerlingen met bijzondere ondersteuningsbehoeften interventies gepland. Deze interventies zijn gericht op het (ontwikkelings)perspectief van de leerling. Voor de leerlingen die structureel een onderwijsaanbod krijgen op een ander niveau dan de leeftijdsgroep of extra bekostigd worden vanuit het samenwerkingsverband, stelt de school een (ontwikkelings)perspectief op. De school evalueert regelmatig of de extra ondersteuning het gewenste effect heeft en stelt de interventies zo nodig bij.
Wat; instrumenten, systemen, beleidsplannen e.d. Warme overdracht vanuit elke psz. en kdv. in Bergen op Zoom; er is beleid op aanname van leerlingen, aanmelding van kleuters en overdracht vanuit de voorschool. Voor de gehele school ligt er een samenhangend geheel van aanpak en instrumenten om cognitieve, lichamelijke- en sociaal-emotionele zorg te verlenen middels gericht aanbod en ondersteuning. Tutoring in de groepen 1 en 2. Groepslogopedie. Schakelklassen groepen 4 en 5; Voor leerlingen die structureel een ander onderwijsniveau krijgen dan de leeftijdsgroep is een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Voor leerlingen die extra bekostiging ontvangen REC 2 is door Auris een ontwikkelingsperspectief opgesteld. Voor overige REC’s, 3 en 4 loopt extra bekostiging middels zgn. rugzakgelden of bekostiging vanuit arrangementen samenwerkingsverband. Hiervoor worden groeidocumenten ingevuld. Voor ondersteuning op motorisch gebied is MRT opgezet.
Waar; vastgelegd in… Afsprakenboek; A 23.2 werkwijze GGD en A 23.3 werkwijze Integrale Vroeghulp. B 48 aannamebeleid; zie bijlage 2.1. B 21 aanmelding kleuter/overdracht voorschool; zie bijlage 2.1. B 4 zorgbreedte en A 27 zorgplan 2014-2015. B 5 leerlingvolgsysteem; zie bijlage 2.2. D 23 voorgangslijstbespreking. B 37 school video interactie begeleiding. B 43 zorg voor jeugd. B 44 bureau jeugdzorg, SMW en GJG. B 50 pestprotocol. B 51 sociale probleemsituaties. B 57 protocol ontwikkelingsperspectief. B 59 protocol kindermishandeling. B 60 protocol echtscheiding. B 63 externe en individuele logopedie en interne logopedie. B 64 MRT. SOP; SchoolOndersteuningsPlan. Format groeidocument.
49 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Inzake Passend Onderwijs is vanuit aansturing van samenwerkingsverband Branbantse Wal een SchoolOndersteuningsPlan ingevuld. Hierin wordt onze huidige situatie betreffende ondersteuningsmogelijkheden beschreven. Stroomschema’s geven sturing aan de zorgplicht binnen passend onderwijs. ‘Zorgplicht als de leerling al op school zit”, ‘Zorgplicht aanmelding reguliere po school’, Zorgplicht aanmelding sbo of vso school’.
Stroomschema zorgplicht als de leerling al op school zit. Stroomschema zorgplicht aanmelding reguliere po school. Stroomschema zorgplicht aanmelding sbo of vso school.
3.5. Onderwijs aan langdurig zieke kinderen Artikel 9a wpo gaat over: ondersteuning bij het onderwijs aan zieke leerlingen 1. Bij het geven van onderwijs aan een leerling die is opgenomen in een ziekenhuis of die in verband met ziekte thuis verblijft, kan het bevoegd gezag van een school worden ondersteund. 2. De ondersteuning bedoeld in het eerste lid wordt verzorgd door: a. een educatieve voorziening (……) bij een academisch ziekenhuis of b. een schoolbegeleidingsdienst als bedoeld in artikel 179, indien de leerling is opgenomen in een ziekenhuis niet zijnde een academisch ziekenhuis dan wel indien de leerling in verband met ziekte thuis verblijft. Sinds 1 augustus 1999 zijn basisscholen zelf verantwoordelijk voor het onderwijs aan langdurig zieke kinderen. Een uitzondering hierop zijn kinderen die in een academisch ziekenhuis worden behandeld. Het gaat om die kinderen die gedurende langere tijd in een ziekenhuis zijn opgenomen of langdurig ziek thuis zijn. Voor kortdurende ziekmeldingen kunnen de bestaande schoolafspraken worden gehandhaafd. Het is van groot belang, dat de school tijdens het ziek zijn contacten organiseert met het zieke kind. Het is natuurlijk belangrijk ervoor te zorgen dat het leerproces zo goed mogelijk doorloopt. Nog belangrijker is het gevoel van het zieke kind “erbij te blijven horen”. Dat kan op allerlei manieren plaatsvinden. Het zieke kind kan worden bezocht door de groepsleerkracht(en) en medeleerlingen en/of op bepaalde tijden volgens afspraak de school bezoeken. Als dit om medische redenen niet mogelijk is, kan er gebruik gemaakt worden van bv. video-opnamen in de klas en/of thuis, telefonisch contact met klasgenootjes en evt. contact met behulp van e-mail en webcam. 50 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Het spreekt vanzelf, dat brieven, kaartjes en tekeningen een belangrijke rol spelen in het onderhouden van het contact tussen school en het zieke kind. Per situatie wordt bekeken wat de mogelijkheden van zijn. Veel hangt af van de medische behandeling en de draagkracht van kind, ouders en school. De school kan deze activiteiten natuurlijk alleen in goed overleg met de ouders van het zieke kind uitvoeren. We realiseren ons, dat de ouders van een langdurig ziek kind een moeilijke periode doormaken en dat er op verschillende gebieden veel van hen wordt gevraagd. Volgens de wet: Ondersteuning aan zieke leerlingen, kan de school een beroep doen op de schoolbegeleidingsdienst. De procedure, die wij binnen onze school volgen om in zo’n geval beslissingen te kunnen nemen staat beschreven in afsprakenboek B 4.1 onderwijsondersteuning zieke leerlingen. We handelen hierbij volgen de richtlijnen van Ziezon; landelijk netwerk ziek zijn & onderwijs.
51 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
4. PERSONEELSBELEID 4.1. Inleiding De zorg voor personeel is cruciaal voor de kwaliteit van het onderwijs. De medewerkers vormen het grootste kapitaal van de stichting. Zij staan in dagelijks contact met ouders en leerlingen en zijn het gezicht van onze organisatie. Daarom is het van belang dat zij in hun dagelijks handelen vanuit de vijf kernwaarden van Stichting ABBO opereren. Deze vijf kernwaarden zullen daarom terug moeten komen in alle onderdelen van ons personeelsbeleid. De komende jaren zullen we daarom alle instrumenten hierop scannen en waar nodig aanpassen. Dat geldt niet alleen voor de medewerkers die bij ons in vaste dienst zijn maar ook voor de medewerkers die in de als stagiaires of als vrijwilliger bij ons werkzaam zijn. Vanuit de kernwaarde innovatief is het in ieder geval van belang om blijvend te investeren in de ontwikkeling van onze medewerkers. Hoewel het nascholingsbudget in 2015 beperkt is, moet de komende jaren toch worden ingezet op de verdere versterking van de didactische en pedagogische vaardigheden van individuele medewerkers en teams. Dit is nodig om het passend onderwijs op een verantwoorde wijze in te kunnen voeren. Dat betekent dat binnen een beperkt budget gezocht moet worden naar mogelijkheden om de gewenste ontwikkeling te faciliteren. Dit kan bijvoorbeeld door de bestaande kennis binnen de stichting beter te benutten in combinatie met de beperkte inzet van externe opleiders. Verder is 2013 een eigen ABBO-kweekvijver ingericht. Dit traject is in 2014 afgerond en was bedoeld voor medewerkers die de ambitie hebben om in de toekomst een functie binnen de schoolleiding of de leerlingenzorg te vervullen. Zo kunnen de vrijvallende functies als gevolg van het natuurlijk verloop intern worden opgevuld. Dit is van belang om de formatie in evenwicht te houden met de leerlingenaantallen en maakt de organisatie bovendien minder kwetsbaar. In 2014 zijn reeds een aantal deelnemers uit de kweekvijver doorgestroomd naar een directiefunctie binnen onze scholen. Ook willen wij naar aanleiding van onze studiereis naar Finland zoeken naar mogelijkheden om de talenten van medewerkers nog beter te gaan benutten. In Finland worden leerkrachten ingezet op basis van specifieke interesses en kwaliteiten. Een leerkracht die bijvoorbeeld heel goed is in de creatieve vakken verzorgt deze lessen in meerdere groepen. Deze specialisatie leidt tot een vakleerkracht die daarnaast ook in staat is om het reguliere onderwijs in een groep te verzorgen. Dit is een interessante combinatie die voor een “win-win” situatie voor alle partijen (school, collega’s en leerlingen) zorgt. 52 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Daarom zijn wij vanaf 2014 de specifieke talenten en interesses van onze medewerkers in beeld gaan brengen om te bekijken of het mogelijk is om de kwaliteiten beter te gaan benutten in de formatie van de scholen. Verder willen wij ook gaan inzetten op kennisdeling tussen de zes scholen. Mede als gevolg van de mobiliteit van de afgelopen twee jaar, de start van de kweekvijver en de bovenschoolse samenwerking in de leerlingenzorg is de onderlinge kennisdeling op natuurlijke wijze bevorderd. Dit willen wij graag vasthouden en verder versterken. Om die reden zullen wij de mobiliteit de komende jaren in stand proberen te houden, ook als dit niet nodig is om formatieve redenen. Het is gezond om eens in de zoveel tijd van werkplek te wisselen. Op die manier worden onze medewerkers geprikkeld om bestaande routines los te laten en te reflecteren op de eigen werkwijze. Hiermee ontstaat ook een de mogelijkheid om vanuit een positieve grondhouding een bijdrage te leveren aan een ander team en de kennis en vaardigheden die op een andere ABBO-school zijn opgedaan, in te zetten om de organisatie als geheel op een hoger niveau te tillen. Naast scholing is het functionerings- en beoordelingsbeleid een belangrijke basis om te sturen op de gewenste ontwikkeling van medewerkers. In 2012 is een functionerings- en beoordelingsbeleid vastgesteld. In 2014 is met het grootste deel van de medewerkers een beoordelingsgesprek gevoerd. Op basis hiervan kan de ontwikkelingsbehoefte van medewerkers gefaciliteerd worden. Daarnaast is een adequaat functionerings- en beoordelingsbeleid nodig om te kunnen sturen op medewerkers die onvoldoende functioneren. Binnen het onderwijs is het niet zo gebruikelijk om afscheid te nemen van medewerkers die niet functioneren. Toch is het noodzakelijk om hierin een kentering aan te brengen omdat de kwaliteit van het onderwijs van doorslaggevend belang is voor het bestaansrecht van de stichting. Het handelen van de medewerkers is immers bepalend voor de ontwikkelingskansen van iedere leerling en het beeld van de ABBO-scholen naar buiten toe. In het kader van de beoordelingsgesprekken is ook zorg gedragen voor het voldoen aan het aantal LB-functies dat we binnen onze organisatie moeten hebben. Hiertoe zijn alle deelnemers aan het kweekvijvertraject in een LB-functie benoemd. Aanvullend hieraan zijn op basis van de beoordelingsgesprekken ook nog LB-functies ingevuld. Tevens is met de invoering van het nieuwe functiebouwwerk ook de mogelijkheid ontstaan leerkrachten in de LC-functie te benoemen. Hiermee is binnen onze organisatie voldoende carrièreperspectief voor de medewerkers gecreëerd.
53 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Verder is het als gevolg van de reorganisatie van belang om aandacht te hebben voor een efficiënte inzet van alle medewerkers binnen de stichting. Hiertoe is in 2013 het taakbeleid herzien. De aanhoudende krimp leidt ertoe dat de efficiency van onze organisatie nog verder vergroot moet worden. Hiertoe zijn in 2014 stichtingsbrede afspraken gemaakt over de berekening van de werktijdfactoren en het aantal in te zetten fte per groep. Deze zullen in 2015 herzien worden op basis van de verplichtingen vanuit de nieuwe Cao PO. Omdat het ondanks de bestaande vacaturestop op bepaalde momenten nodig kan zijn om over “extra handen” te beschikken, zal gezocht moeten worden naar samenwerking met andere partijen. Een logische samenwerkingspartner op dit gebied is Stichting Mamaloe. De medewerkers van de buitenschoolse opvang kunnen op flexibele basis ingezet worden om de continuïteit van onze organisatie te garanderen. Dit is van toepassing op het moment dat een groep te groot dreigt te worden of bij een leerling die gedurende bepaalde momenten van de dag individuele begeleiding nodig heeft. Hierbij worden afspraken gemaakt worden op uurbasis waardoor de vaste formatie van onze organisatie gelijk blijft en we toch kunnen meebewegen met de onderwijsbehoefte en de instroom van nieuwe leerlingen. Dit levert tevens een bijdrage aan de versterking van de doorgaande leerlijnen en de inhoudelijke samenwerking tussen de beide organisaties.
4.2. Personeelsbeleid in samenhang met onderwijskundig beleid In deze paragraaf noemen we de belangrijkste aandachtspunten van personeelsbeleid voor de komende vier jaar. Deze beleidsonderdelen hangen nauw samen met de voornemens op onderwijskundig gebied. In relatie met het onderwijskundig beleid zijn op het gebied van personeelsbeleid de volgende beleidsvoornemens van belang: -
Taakbeleid; de basis voor het taakbeleid vormt de nieuwe cao met daarin opgenomen de 40 urige werkweek. Voor elk werknemer wordt in kaart gebracht wat de normjaartaak is. Daarbinnen worden de lesgevende uren berekend. Daarover ontvangt ieder een opslag van 40% voor zogenaamd voor- en nawerk. In overeenstemming met de werktijdfactor worden uren duurzame inzetbaarheid en professionaliseringsuren berekend. Het restant uren wat vervolgens over blijft betreffen de taakuren. Deze dienen ingezet te worden om de schooltaken uit te voeren. Hier stopt het rekenen. Aan de schooltaken worden géén uren verbonden. Alle schooltaken zijn volgens een bepaalde zwaarte van de taak ingedeeld in vier categorieën. Op basis van samen verantwoordelijkheid dragen voor alle schooltaken in het belang van de gehele organisatie kiest ieder zijn deel van de taken, passend bij het aantal taakuren wat resteert uit de berekening. 54
Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
-
Het taakbeleid wordt in overleg met het team en MR voor een bepaalde periode vastgesteld. Voor vaststelling wordt kritisch naar alle taken gekeken en wordt aangegeven hoeveel personen voor een taak nodig zijn.
-
Formatie; binnen de kaders van het bestuursbeleid wordt de formatieruimte voor de school optimaal benut. Bij invulling van formatie voor een schooljaar wordt steeds in overleg gezocht naar de juiste persoon op de juiste plaats. De directeur voert de formatiegesprekken en bepaalt welke werkzaamheden door personeelsleden worden opgepakt. Voorafgaand geeft ieder teamlid drie voorkeuren op. Getracht wordt om vanuit de voorkeuren te gaan werken. Mocht een andere plaats binnen de organisatie nodig zijn dan is hierover altijd overleg met betrokkenen. In het belang van de organisatie wordt steeds gezocht naar talent inzetten op de juiste plaats. In het bovenschools personeelsbeleid is beschreven hoe mobiliteit tussen scholen kan plaatsvinden. Indien mobiliteit aan de orde is wordt ook bovenstaande aanpak voor nieuwe teamleden gehanteerd.
-
Nascholing; Op schoolniveau wordt er jaarlijks bekeken welke ruimte er is voor individuele scholing. Bij individuele scholing wordt steeds het individuele belang naast het belang voor de organisatie afgewogen. De keuze voor teamscholing hangt samen met de ontwikkelingen op schoolniveau. Er kan gekozen worden voor scholing betreffende het gehele team of scholing per bouwgroep.
-
Persoonlijk ontwikkelingsplan; Naast de regeling functionerings- en beoordelingsgesprekken vinden er op schoolniveau ook klassen bezoeken plaats waar aan de hand van een format breed naar het leerkrachthandelen wordt gekeken. Ook klassenbezoeken gericht op een specifiek aspect bv. Woordenschatonderwijs worden gepland. Filmopnamen kunnen daarbij ook worden toegepast. Voortvloeiend uit de uren professionalisering binnen de onderwijscao 2015 geeft iedere leerkracht per schooljaar aan hoe die uren worden ingezet.
-
Begeleiding nieuwe leerkrachten; bij nieuwe leerkrachten wordt altijd gezorgd dat er samenwerking is met een ervaren leerkracht. Dit kan in de vorm van een duo baan of als parallelleerkracht. In de formatie wordt hieraan vorm gegeven. Daarnaast kan de nieuwe leerkracht, zowel beginnende leerkracht als ervaren leerkracht van elders gecoached worden. Een leerkracht binnen de school heeft gespecialiseerde coachingscursussen gevolgd. Middels gesprekken en reflectie formats wordt ondersteuning gepland. Het tijdsbestek waarin dit nodig is wordt onderling afgesproken.
55 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Stichting ABBO wil een moderne en professionele werkgever zijn. Daarbij hoort een goed functionerings- en beoordelingsbeleid. Hiertoe zijn vier formats opgesteld: voor de directeuren; voor de adjuncten; voor de intern begeleiders; voor de leerkrachten.
Frequentie
Gespreksleider
Regeling functioneringsgesprekken Deze worden in principe éénmaal per drie jaar gehouden. Indien sprake is van slecht functioneren dan wel bijzondere omstandigheden kan deze frequentie door de schooldirectie worden verhoogd. Bij de invoering van deze regeling zal éénmalig gewerkt worden met een tweejarige cyclus. Uiterlijk in 2014 heeft iedere medewerker binnen ABBO een functionerings- en beoordelingsgesprek gehad. De directeur of de plaatsvervangend directeur zal jaarlijks met 1/3 (éénderde) van alle leerkrachten een functioneringsgesprek voeren. De tijdelijk benoemde werknemers komen het eerst aan de beurt. Het functioneringsgesprek wordt minimaal 6 maanden later gevolgd door een beoordelingsgesprek. Het beoordelingsgesprek wordt altijd door de directeur gevoerd. De directeur zal één maal gedurende 3 jaar een functioneringsgesprek houden met de intern begeleider. Dit gesprek wordt minimaal 6 maanden later gevolgd door een beoordelingsgesprek waarbij dit gesprek uiterlijk binnen de termijn van 3 jaar plaats dient te hebben gehad. De directeur zal één maal gedurende 3 jaar een functioneringsgesprek houden met de adjunct. Dit gesprek wordt minimaal 6 maanden later gevolgd door een beoordelingsgesprek waarbij dit gesprek uiterlijk binnen de termijn van 3 jaar plaats dient te hebben gehad. De algemeen directeur zal één maal gedurende 3 jaar een functioneringsgesprek houden met de schooldirecteur. Dit gesprek wordt minimaal 6 maanden later gevolgd door een beoordelingsgesprek waarbij dit gesprek uiterlijk binnen de termijn van 3 jaar plaats dient te hebben gehad. 56
Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Inhoud
Het functioneringsgesprek is bedoeld om de wederzijdse ervaringen met het functioneren van de werknemer te delen. Tevens is het bedoeld om ontwikkelafspraken vast te leggen. De onderwerpen die in de format voor de beoordelingsgesprekken zijn vastgelegd dienen hierbij als uitgangspunt zonder dat er een score aan toe wordt gekend. In het beoordelingsgesprek wordt aan de hand van scores aangegeven hoe de werknemer zijn taken binnen de schoolorganisatie uitvoert. Hierbij zal de werknemer tevens moeten laten zien dat hij heeft gewerkt aan zijn ontwikkelafspraken. Bijvoorbeeld aan de hand van een video-opname of na een consultatie door de directeur.Aan het eind van het gesprek dienen de ontwikkelingseisen voor de komende 3 jaar duidelijk te zijn (o.a. op het gebied van scholing – teamwork – persoonlijke bijdrage aan de school).
Verslag
Het verslag van het functioneringsgesprek wordt gemaakt door de beoordeelde en aangevuld met opmerkingen van de gespreksleider. Het verslag dient binnen een week door de werknemer opgesteld te zijn. Het verslag van het beoordelingsgesprek wordt gemaakt door de directeur, de beoordeelde kan dar zijn zienswijze aan toevoegen. Een kopie van het verslag wordt bewaard in het bekwaamheidsdossier in een afgesloten archiefkast in de directiekamer.
57 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
5. KWALITEITSZORG 5.1. Inleiding Kwaliteitszorg is de basis van waaruit we het onderwijs op onze school vormgeven. In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze wij onze kwaliteit bewaken, borgen en verbeteren. Eerst geven we aan welke aspecten deel uitmaken van onze zorg voor kwaliteit. Vervolgens wordt uiteengezet op welke wijze we ervoor te zorgen dat al deze aspecten in onderlinge samenhang een compleet en evenwichtig kwaliteitssysteem vormen. 5.2. Voorwaarden van onze kwaliteitszorg Onze kwaliteitszorg baseren we op het INK-model. In dit model (aangepast voor het onderwijs), is een onderverdeling gemaakt in organisatie (leiding, personeelsbeleid, doelen en strategie, middelen en processen) en resultaten (waardering personeel, ouders/leerlingen, personeel en leeropbrengsten). Door systematisch na te gaan of de gewenste effecten en resultaten gehaald worden, wordt het mogelijk het beleid waar nodig bij te sturen. In die zin maken we gebruik gemaakt van de plan-do-check-act cyclus. In het INK-model kort weergegeven door leren en verbeteren. PersoneelsWaardering beleid personeel Management Doelen en Waardering LeerLeiderschap van strategie ouders/leerl. opbrengsten processen Inzet Waardering middelen omgeving
Organisatie
Leren en verbeteren
Resultaten
De directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het hierna beschreven kwaliteitszorgsysteem. De werkzaamheden zijn onder andere: het systematisch doorlopen van de kwaliteitscyclus bij de activiteiten m.b.t kwaliteitszorg het vastleggen van taken en het bewaken van de samenhang; het vastleggen en bewaken van teamafspraken; het creëren van draagvlak. 58 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
het bevorderen van professionele kennis en vaardigheden bij de leraren het organiseren van een op kwaliteitsverbetering gerichte samenwerking (w.o. het systematisch geven van feedback). Voor de leerkrachten geldt, dat zij betrokken zijn op en zich medeverantwoordelijk weten voor de kwaliteit van het onderwijs op de school als geheel. Dit vanuit de opvatting, dat ontwikkelend onderwijs slechts mogelijk is, als er sprake is van een professionele cultuur. Kenmerkend daarvoor zijn: ontwikkelend vakmanschap; betrokkenheid; eigenaarschap; verantwoordelijkheid, niet alleen voor de eigen taak, maar voor het onderwijs op de school als totaliteit; bereidheid tot reflecteren op eigen handelen. Onze school maakt zijn maatschappelijke taak waar door goede contacten te onderhouden met voor ons onderwijs relevante collega scholen, instanties, verenigingen en overige organisaties. Over de activiteiten, die we in dit kader doen en de effecten, die dat ons inziens oplevert leggen we verantwoording af naar de betreffende instanties en ons bestuur en de ouders. Het voorgaande schetst het kader en de sfeer van waaruit wij kwaliteitszorg vorm geven.
5.3. De inrichting van onze kwaliteitszorg De gehele kwaliteitscultuur binnen de school is op de onderstaande wijze vorm gegeven. De school kent een professionele kwaliteitscultuur en functioneert transparant en integer. Het beleid van de school om haar visie op de onderwijskwaliteit en ambities te realiseren is breed gedragen. Er is een grote bereidheid om gezamenlijk het onderwijs te verbeteren. Het bestuur en de schoolleiding vertonen onderwijskundig leiderschap en kwaliteitsbewustzijn. Er wordt gehandeld vanuit een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling. De schoolleiding en de leraren werken gezamenlijk aan een voortdurende verbetering van hun professionaliteit. Leraren en andere betrokkenen bij de school werken resultaatgericht, zijn aanspreekbaar op gemaakte afspraken en zijn zich bewust van de effecten van hun handelen op de onderwijskwaliteit en op de ontwikkeling van de leerlingen. De school werkt vanuit een transparante en integere cultuur waarin sprake is van zichtbaar zorgvuldig handelen. Wat; instrumenten, systemen, beleidsplannen e.d. De basis voor een professionele kwaliteitscultuur vormen het strategisch beleidsplan van ST ABBO 2014-2018 en het document kwaliteitszorg op de ABBO scholen.
Waar; vastgelegd in…
Strategisch beleidsplan St ABBO. Kwaliteitszorg op de ABBO scholen. Kwaliteitszorg op de ABBO scholen, kwaliteitskaarten 2a t/m 2f. Managementcontract directeur School Oost. 59 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Daarbinnen worden door de directeur Plan van aanpak projectgroepen onderwijsin het managementcontract jaarafverbetering; spraken voor School Oost opgesteld. Deze worden twee keer per jaar tij Engels dens een monitoringsgesprek met het Gedrag bestuur besproken. Verkeer Binnen de school zijn projectgroepen Taal-spraak met onderwijsvernieuwing belast. Zij Woordenschat maken aan het begin van het school Logopedie jaar een plan van aanpak en evalueren Natuur- en MilieuEducatie dit in opdracht van de directie in janu ICT ari en in juni. Cultuur Verantwoordelijkheidsverdeling is zichtbaar in het functieboek van St Afstudeerprojecten kweekvijvertraject; ABBO met daarin functiebeschrijvin Ouderbetrokkenheid gen volgens FUWA systematiek. Social Media In 2013-2014 is bovenschools een Spelend leren en stappenplan tweejarig kweekvijvertraject gestart. Stagebeleidsplan Vanuit School Oost hebben hieraan Doorgaande ontwikkellijnen 1 en 2 vijf! Personen deelgenomen. Bij hun afstudeeropdracht hebben zij gekeken Scoringslijsten doorgaande ontwikkelwat kwaliteitsontwikkeling toegelijnen 1 en 2 Brede School Oost. voegd kon worden aan het profiel van Document coaching beginnende leerSchool Oost. Daarnaast zijn de onderkracht met ingevuld. voorbereidingswerpen mogelijk ook van toegevoegde formulier en verslaglegging coaching. waarde voor de andere scholen. Format functioneringsgesprek Oost. Naast bovenschoolse professionalise Format beoordelingsgesprek. ring is er op schoolniveau ruimte voor Regeling functionerings- en beoordeindividuele scholingsmogelijkheden lingsgesprekken St. ABBO. waarbij het belang van het individu en Kijkwijzer klassenbezoek. het belang voor de organisatie meespelen. Per medewerker is de scholing in ieders persoonlijk dossier volledig in kaart gebracht en wordt jaarlijks geupdate. Voor nieuwe (jonge) leerkrachten vindt er coaching plaats. Een leerkracht heeft opleidingen als coach gevolgd en vervult deze taak.
60 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Cyclisch vinden er vanuit personeelsbeleid met alle medewerkers gesprekken plaats. 2011-2012 klassenbezoeken/kijkwijzer, 2012-2013 functioneringsgesprekken, 2013-2014 beoordelingsgesprekken met voorafgaand bij iedere medewerker twee klassenbezoeken. Regeling functionerings- en beoordelingsgesprekken St. ABBO.
Rapportage aan: Bevoegd gezag, medezeggenschapsraad, team en betrokken instanties. Te gebruiken bij: evaluatie, opstellen en bijstellen van het schoolontwikkelingsplan en het jaarlijkse actieplan de plannen van aanpak van die zich bezig houden met onderwijs ontwikkelingen.
5.3.1 evaluatie en verbetering in relatie tot kwaliteitszorg. De school heeft vanuit haar maatschappelijke opdracht ambities en doelen geformuleerd, evalueert regelmatig de realisatie en verbetert op basis daarvan systematisch haar onderwijs. De school weet, rekening houdend met haar maatschappelijke opdracht en kenmerken van de leerlingenpopulatie, waarin zij zich wil onderscheiden, c.q. profileren, en heeft daaruit toetsbare doelen afgeleid voor de korte en middellange termijn. De kwaliteitszorg heeft in elk geval betrekking op de resultaten, het onderwijsproces waaronder het aanbod, het schoolklimaat en de veiligheid. De schoolleiding en de leraren beoordelen systematisch maatregelen en instrumenten om te waarborgen dat het personeel zijn bekwaamheid heeft en onderhoudt. De school betrekt onafhankelijke deskundigen en belanghebbenden bij deze beoordeling en analyseert de relatie van de resultaten met de financiële voorzieningen en wettelijke vereisten. De evaluaties leiden tot toegankelijke managementinformatie. Waar nodig voert de school planmatig verbeteringen door die voldoende ambitieus zijn en aansluiten bij de evaluaties.
61 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Wat; instrumenten, systemen, beleidsplannen e.d. Vanuit de grote hoeveelheid input vanuit het tevredenheidsonderzoek afgenomen in 2014 zijn de belangrijkste verbeter/ontwikkelpunten en zaken ter borging benoemd in twee formats. Binnen de cyclus M en E toetsen CITO vinden groepsbesprekingen plaats. Dit gebeurd aan de hand van vooraf gestelde vragen aan de groepsleerkrachten. De formats met gerichte vragen ontwikkelen zich, worden naar een hoger niveau gebracht. In het document Kwaliteitszorg St. ABBO zijn de cyclische processen beschreven op gebied van algemene kwaliteitszorg, het primaire proces en de bedrijfsvoering. Middels de gesprekkencyclus, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken wordt op individueel niveau gewerkt aan verbetering. Vanaf 2007 t/m 2013 is structureel, volgens strakke planning gewerkt met Kwaliteit In Kaart. Alle kaarten zijn vastgesteld, gescoord en audits zijn afgenomen. Met het stopzetten van het digtale programma KiK door Edux is vervolg van KIK onmogelijk geworden. Op bovenschoolsniveau is toen een nieuw kwaliteitskader vastgesteld.
Waar; vastgelegd in… Samenvatting tevredenheidsonderzoek team; zie bijlage 3.1. Samenvatting tevredenheidsonderzoek ouders; zie bijlage 3.1. Overzicht KIK Edux, oude stijl.
62 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
5.3.2 verantwoording en dialoog in relatie tot kwaliteitszorg. De school legt toegankelijk en betrouwbaar verantwoording af over ambities, doelen en resultaten en voert daarover actief een dialoog met haar omgeving. De school betrekt interne en externe belanghebbenden bij de ontwikkeling van haar beleid, bespreekt regelmatig haar ambities en welke resultaten ze behaalt. Ze vraagt van deze belanghebbenden een actieve bijdrage in het realiseren van haar ambities en doelen en spreekt hen daarop aan. Daarnaast staat de school open voor wensen en voorstellen van interne en externe belanghebbenden en verwerkt deze. De school verantwoordt zich over de resultaten op een voor de belanghebbenden toegankelijke en heldere wijze. Wat; instrumenten, systemen, beleidsplannen e.d. Met de invoering van Passend Onderwijs is ons beleid beïnvloed door de input hierover door het Samenwerkingsverband Brabantse Wal. In de voorafgaande jaren hebben we de wens uitgesproken om te streven naar inclusief onderwijs. Op individueel niveau bekijken we wat daarin mogelijk is. Binnen de school is de overstap gemaakt van ‘live’ consultaties naar de VLC (virtual Learning Community) Binnen deze groep hebben ib-ers van ST. ABBO, directeur samenwerkingsverband, algemeen directeur St. ABBO, consultatiegevers/orhtopedagogen Edux, CJG en trajectbegeleider SWV zitting. Deze VLC is altijd beschikbaar om expertise te delen, zorgen te bespreken voordat er een probleem ontstaat, een bijdrage te leveren aan onze ambities op gebied van passend/inclusief onderwijs, de vormgeving daarvan op groepsniveau en oplossend mee te sturen op individueel niveau.
Waar; vastgelegd in… www.swvbrabantsewal.nl www.scholenopdekaart.nl Merkwaarden School Oost. Doelen 2013-2014 met bereikte resultaten. Op school aanwezig. Doelen 2014-2015. Op school aanwezig. Managementcontract directeur School Oost; zie bijlage 4.2.
63 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Voor het invullen van groepsplannen en scholing op gebied van ‘groepsdruk’ is expertise ingekocht bij Basalt. Voor ontwikkeling van goed woordenschatonderwijs is intensieve samenwerking opgezet met Auris. Samenwerking met REC 2,3 en 4 scholen. Aanbod, ambities, resultaten zijn toegankelijk in Vensters PO het School Oost venster is volledig ingevuld en toegankelijk. Merkwaarden van de School zijn opgesteld in samenwerking met Edux; Ankerwaarden; OPEN, EIGEN-wijs, zinnig, tijds. Aspiratiewaarden; -SAMEN STERK, VERANTWOORDELIJK VOOR…ontwikkeling, kwaliteit, resultaat. Unieke waarde; NATUURLIJK! Actuele website, wekelijkse nieuwsbrief digitaal, naar behoefte ook (nog) op papier. Face-book en SchoolApp. Jaarlijks wordt in de schoolgids verantwoording afgelegd aan ouders over eerder gestelde doelen en bereikte resultaten. Nieuw opgezette doelen/speerpunten worden ook opgenomen in de schoolgids. Goed functionerende, betrokken GMR en MR waarbij openheid is over alle beschikbare informatie. Jaarlijks aan het begin van het schooljaar groepsinformatieavonden waarbij we jaarlijks liefst alle ouders ontvangen. Twee weken in oktober/november zijn ouders welkom om vrij (met inschrijving) binnen te lopen om een reguliere les in de groep van hun kind(eren) te volgen.
64 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Verantwoording intern van directeur naar bestuur middels managementcontract. 2x per jaar ‘open school’ voor iedere belangstellende. Samenwerking met maatschappelijke partners als SDW, Samen in de Regio en Tante Louise Vivensis.
5.4 Schoolplancyclus Voor het samenstellen van het schoolplan hanteren wij de volgende werkwijze: We starten met een nauwgezette bepaling van hoe de stand van zaken met betrekking tot alle beleidsaspecten van de school is. Een aantal onderdelen die bij deze zogenaamde positionering gebruikt worden, zijn onderdeel van een kortere cyclus, dan de schoolplancyclus, die 4 jaar beslaat. Waar dat het geval is geven we dat aan. Voor de positionering gebruiken we de volgende middelen, werkwijzen: Analyse van de leerlingenpopulatie Ieder jaar stellen we vast welke leerlingen per leerjaar speciale onderwijsbehoeften hebben. Het gaat daarbij om: rekenen voor kleuters, rekenen, spelling, leestechniek, woordenschat, taal voor kleuters, rugzak/arrangement, aanvraag arrangement, lezen, begrijpend lezen, motoriek, huiswerkbegeleiding, Eureka, tutoring/schakelklas, interne RT, externe RT, consulatie en andere bijzonderheden, b.v. logopedie, dyslexie, therapie, maatschappelijke hulpverlening. De intern begeleiders en leerkrachten passen dit overzicht twee keer per jaar aan. De overzichten worden per groep gemaakt en zijn voor iedere medewerker binnen het interne netwerk te openen. Rapportage; aan het team. Te gebruiken bij; evaluatie en opstellen van het jaarlijks actieplan en de plannen van aanpak.
65 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Overzicht van de positie in de wijk/regio De directeur maakt een overzicht van de positie van de school in onze wijk. Daarin komen de volgende aspecten aan de orde: - overheidsbeleid en samenwerkingsverband (eens per twee jaar); - tevredenheid en verwachtingen van ouders (elke twee jaar wordt bij de ouders de tevredenheid bepaald met behulp van een vragenlijst. - Kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkeling van de leerlingenpopulatie ook in relatie met de ontwikkeling op de collega-scholen (eens per 4 jaar) - een SWOT-analyse (eens per vier jaar) met MT team en MR - Zicht op contacten met instellingen, verenigingen, collega scholen. We gaan continue na wat deze contacten voor effecten hebben binnen de school en hoe de betreffende instellingen de contacten waarderen. Op basis daarvan bepalen we op welke wijze het contact voortgezet wordt. Rapportage aan; bevoegd gezag, medezeggenschapsraad, team en betrokken instanties. Te gebruiken bij; evaluatie, opstellen en bijstellen van het jaarlijks actieplan en de plannen van aanpak. Het bepalen van de doelen van de school Eens in de vier jaar stelt het team, op initiatief van de directeur, doelen voor het onderwijs vast (op basis van de analyse van de uitgangspositie). Deze doelen worden vastgelegd in de missie en visie. Bij de beschrijving komen de volgende onderdelen aan de orde: - Te bereiken doelen op het gebied van onderwijs en leren. - De te bereiken leeropbrengsten Deze worden ieder jaar vastgesteld (tussen- en eindresultaten; rekening houdend met onze populatie) volgens de geldende normering van de onderwijsinspectie en daaraan gekoppelde schoolambities. - Te bereiken doelen op gebied van school-specifieke aspecten. Het gaat hier om doelen waarmee we ons willen profileren. Rapportage aan; bevoegd gezag, medezeggenschapsraad en team. Te gebruiken bij; jaarlijkse analyse van de huidige situatie (wat is er van de doelen al gerealiseerd en wat moet nog worden nagestreefd)
66 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Analyse van de huidige situatie aan de hand van de doelstellingen Jaarlijks wordt middels de evaluatie van het jaarplan en de plannen van aanpak bepaald of de daarin genoemde doelstellingen zijn gerealiseerd. Eens per 4 jaar gaat de directeur na in hoeverre de schooldoelstellingen uit het schoolplan zijn gerealiseerd. (Schooljaar 2018-2019. ) Daarbij worden de volgende instrumenten ingezet: Voor doelen op het gebied van onderwijs en leren en schoolspecifieke aspecten: De in te zetten instrumenten zijn afhankelijk van de gekozen doelen. Het kan gaan om: - Klassenbezoeken - Functionerings- en beoordelingsgesprekken - Interviews met ouders - Interviews met kinderen - Interviews met leraren - Een enquête en/of schooldiagnose-instrument Voor doelen op het gebied van te bereiken leerresultaten - Een overzicht van toetsinstrumenten en observatie/registratie instrumenten is opgenomen in afsprakenboek B5. De directeur neemt het initiatief voor de uitvoering van de analyse. Daartoe wordt jaarlijks, in overleg met het team, een plan van aanpak gemaakt. Rapportage aan; het bevoegd gezag, de medezeggenschapsraad, het team. Te gebruiken bij; het actieplan en de bijstelling van het meerjarenplan Evaluatie schoolplan Zie hoofdstuk 2. In het vierde uitvoeringsjaar, 2018-2019, wordt de balans opgemaakt van de resultaten van de afgelopen schoolplanperiode. Naast de eigen gegevens wordt ook gebruik gemaakt van de gegevens van de inspectierapporten om inhoudelijk vast te stellen waar de school zich ten aanzien van onderwijskundige ontwikkeling op dit moment bevindt. Op basis van deze informatie en met gebruik maken van de inzichten en ideeën van de leerkrachten worden missie en visie van de school waar nodig geactualiseerd en bijgesteld en worden strategische doelen geformuleerd voor de nieuwe schoolplanperiode. Deze visie en de daarop gebaseerde strategische doelen vormen de basis voor de verdere invulling van het schoolplan. Gezien de formele status van dit document wordt dit vastgesteld door MR en bestuur van de school. Ouders worden jaarlijks middels de schoolgids gedurende deze schoolplanperiode op de hoogte gesteld van de hoofdlijnen van beleid, zoals dat vastgesteld is in het schoolplan.
67 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Jaarplancyclus Systematische evaluatie van beoogde beleidsresultaten en de kwaliteit van onderwijs en leren De directeur stelt jaarlijks een evaluatieplan op (als onderdeel van het actieplan) voor evaluatie van de beleidsdoelen. Hierin zijn opgenomen de evaluaties van de plannen van aanpak. Evaluatie van de leerresultaten zijn tevens een vast onderdeel van dit plan. De evaluatie van de beleidsresultaten die m.b.v. het jaarlijkse actieplan worden nagestreefd gebeurt aan de hand van de volgende instrumenten (afhankelijk van de aard van het na te streven resultaat): - Klassenbezoeken om na te gaan in hoeverre beleidsvoornemens en schooldoelstellingen worden gerealiseerd. Daarnaast vinden klassenbezoeken plaats in het kader van het geven van feedback op het onderwijsgedrag. - Functionerings- en beoordelingsgesprekken waarin ook is de leeropbrengsten van de betreffende groep aan de orde komen. - Evaluatie van het lopende managementcontract en monitoringsgesprekken op twee vaste momenten in het jaar. - Gesprekken met ouders, leerlingen en leden van het bevoegd gezag. - Evaluaties (bijvoorbeeld d.m.v. korte vragenlijstjes) van oudercontacten en ouderavonden. - Toetsinstrumenten om leerresultaten vast te stellen (Zie afsprakenboek deel B). Rapportage aan; bevoegd gezag, medezeggenschapsraad en team Te gebruiken bij; opstellen actieplan en bijstellen en/of opstellen schoolontwikkelingsplan Het jaarlijks opstellen van het scholingsplan. Het scholingsbeleid sluit aan op de schoolontwikkeling zoals die is omschreven in het schoolontwikkelingsplan. Daarnaast blijft er in het scholingsbudget ruimte voor persoonlijke ontwikkeling van leraren op basis van de afspraken in de persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s). Deze zijn opgenomen in het persoonlijk taakbeleidsoverzicht.
68 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
6. MEERJARENPLANNING 6.1. Inleiding In dit hoofdstuk starten we met een overzicht van de veranderingsonderwerpen in de komende schoolplanperiode. Daarbij wordt in grote lijnen aangegeven welke resultaten we ten aanzien van deze onderwerpen in de komende 4 jaren nastreven. Op basis van dit meerjarenplan wordt jaarlijks een gedetailleerd actieplan/plan van aanpak opgesteld. Bij de opstelling wordt steeds rekening gehouden met de resultaten van het voorgaande schooljaar.
6.2. Veranderingsonderwerpen Veranderingsonderwerp 1: KIVA Vanaf schooljaar 2015-2016 wordt gestart met invoering van het anti-pestprogramma KIVA. KIVA komt in de plaats van de inmiddels tien jaar oude SOEMO kaarten. Het implementatietraject duurt twee schooljaren. Daarna is KIVA een vast onderdeel van het curriculum. Een deel van kosten voor het tweejarig invoeringstraject worden vergoed vanuit subsidie van Gezonde Scholen. De werkgroep gedragsspecialisme stelt jaarlijks een gedetailleerd plan van aanpak op met daarin beschreven; de huidige situatie, gewenste situatie, indicatoren (concreet meetbaar doel), acties, tijdpad en wie. Tevens wordt in januari en juni van ieder schooljaar een evaluatie opgesteld.
69 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Veranderingsonderwerp 2: LOGO 3000 Vanaf schooljaar 2015-2016 zijn we in samenwerking met de voorscholen gestart met het werken met LOGO 3000 in de groepen 1 en 2. De volgende schooljaren binnen deze schoolplanperiode wordt deze werkwijze verder verfijnd. Inmiddels is LOGO 3000 een vast onderdeel van het curriculum. Binnen LOGO 3000 vinden uitbreidingen plaats. LOGO 3000 digitaal; hiermee kunne gezinnen op kosten van de school middels inloggegevens thuis gebruik maken van consolideringsspelletjes om de woorden van de aangeboden clusters verder te oefenen. Oudermodule Het Ei van Columbus; het Ei van Columbus verbindt activiteiten rond woordenschat op de voor- en vroegschool met activiteiten rond woordenschat- en taalontwikkeling van ouders. De onderbouwcoördinator stelt samen met het onderbouwteam en de voorschool jaarlijks een gedetailleerd plan van aanpak op met daarin beschreven; de huidige situatie, gewenste situatie, indicatoren (concreet meetbaar doel), acties, tijdpad en wie. Tevens wordt in januari en juni van ieder schooljaar een evaluatie opgesteld.
Veranderingsonderwerp 3: Gebarencursus Nederlands met Gebaren Voor kinderen met taalontwikkelingsstoornissen (TOS) is het van toegevoegde waarde dat leerkrachten gesproken taal kunnen ondersteunen met gebaren. Door het gesproken Nederlands te ondersteunen met gebaren, neemt het taalbegrip bij kinderen toe en verbetert de taalproductie. De cursus bestaat uit een aantal onderdelen die in schooljaar 2015-2016 worden afgerond. De werkgroep taal en woordenschat stelt jaarlijks een gedetailleerd plan van aanpak op met daarin beschreven; de huidige situatie, gewenste situatie, indicatoren (concreet meetbaar doel), acties, tijdpad en wie. Tevens wordt in januari en juni van ieder schooljaar een evaluatie opgesteld.
70 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Veranderingsonderwerp 4: Piramidetraining leerkrachten groepen 1 en 2. Het gaat om een noodzakelijk scholingstraject voor leerkrachten in de groepen 1 en 2 die deze nog niet hebben gevolgd. Deze training kan gegeven worden door een medewerker van onze samenwerkingspartner van Kinderopvang Mamaloe. Zij is trainingsbevoegd. De scholingsdata worden door de onderbouwcoördinator aan het begin van het schooljaar 2015-2016 in de bouwvergadering vastgesteld.
Veranderingsonderwerp 5: Integraal KindCentrum De harmonisatie op de kinderopvang maakt het mogelijk om verder stappen te maken richting een IKC. In 2015-2016 worden vanuit het uitgangspunt Brede School Oost met alles onder een dak voor kinderen van 0 tot 12 jaar van 7 tot 7 de volgende stappen te zetten om te komen tot een IKC. Peuterspeelzaal en kinderdagverblijf worden kinderopvang. Gedacht wordt ook aan het verder uitbreiden van de diensten van die organisatie. Het aantrekken van andere IKC ondersteunende organisaties binnen de gebouwen. Zaken zoals het anders omgaan met les- en ontspanningstijden wordt hierin meegenomen. Brainstormen met ouders, MR, team, partners wordt gepland. Elders goede voorbeelden van een IKC bezoeken.
Veranderingsonderwerp 6: Samenwerking ABBO met REC 2. SOM, ABBO en Auris op weg naar inclusief onderwijs. We hebben de wens om zover mogelijk te komen tot inclusief onderwijs. Bij REC 2 willen we zoeken naar mogelijkheden om ook kinderen met een intensief arrangement, die volgens wet- en regelgeving automatisch op een REC 2 school worden geplaatst binnen het reguliere onderwijs op onze school te houden en ze daar alle ondersteuning te geven om zich optimaal te ontwikkelen. Een bovenschoolse werkgroep waaraan ook deelnemers van SOM en REC 2 stippelt een tweejarig traject uit om geschetste doelstelling te bereiken.
71 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Veranderingsonderwerp 7: Kwaliteitszorg. Met ingang van schooljaar 2015-2016 starten we met kwaliteitszorg zoals vastgelegd in het kwaliteitsdocument van St. ABBO. Daarnaast gaan we de oude KIK kaarten omzetten naar een vorm die gebruikt kan worden voor onze school los van het online systeem dat hier voorheen voor nodig was.
Veranderingsonderwerp 8: Ouderbetrokkenheid. In schooljaar 2014-2015 is er een beleidsplan ouderbetrokkenheid en ouderverantwoordelijkheid ontwikkeld. Bewust is toen gekozen om in dat schooljaar niet te starten met implementatie. Aan het begin van deze schoolplanperiode wordt dit opgepakt. De komende vier schooljaren wordt stapsgewijs gewerkt aan het vergroten van ouderbetrokkenheid en ouderverantwoordelijkheid bij opvoeding en ontwikkeling van hun kind(eren). Voor St. ABBO heeft een teamlid zitting in de werkgroep ‘onderwijsachterstanden’ van de gemeente Bergen op Zoom. Ook hier is ouderbetrokkenheid een agendaonderwerp.
Binnen de organisatie zijn een aantal werkgroepen jaarlijks bezig met onderwijsontwikkeling, onderwijsverbetering en onderwijsvernieuwing. Zij stellen jaarlijks een gedetailleerd plan van aanpak op met daarin beschreven; de huidige situatie, gewenste situatie, indicatoren (concreet meetbaar doel), acties, tijdpad en wie. Tevens wordt in januari en juni van ieder schooljaar een evaluatie opgesteld. Bij de start van deze schoolplanperiode gaat het om de volgende werkgroepen.
Natuur- en MilieuEducatie Verkeer/BVL Cultuur Taal en o.a. woordenschat aanbod Engels Gedragsspecialisme ICT
72 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
Op grond van het voorgaande zullen jaarlijks gedetailleerde actieplannen of plannen van aanpak opgesteld worden waarin opgenomen zijn: - Doelen en tussendoelen; - Acties om deze doelen te realiseren; - Verantwoordelijke persoon binnen de school voor de uitvoering; - Welke externe ondersteuning gewenst is; - In welke periode van het schooljaar de acties uitgevoerd worden; - Welke financiële middelen door de school ingezet moeten worden om de verandering uit te voeren; - Vaste evaluatiemomenten.
6.4 Sponsoring Alle scholen zijn verplicht om in hun schoolplan aan te geven welk beleid ze voeren met betrekking tot sponsoring. Onze school onderschrijft dit convenant en beschouwt het als bijlage bij dit schoolplan. De drie belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: - Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsering moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen. - Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen - Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. - De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. Tevens zijn de volgende principes van kracht: - Nieuwe sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen; - Bedrijven mogen alleen met scholen samenwerken vanuit een maatschappelijke betrokkenheid; - De samenwerking tussen scholen en bedrijven mag geen nadelige invloed hebben op de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van leerlingen; - De kernactiviteiten van de school mogen niet afhankelijk worden van sponsoring. 73 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.
74 Schoolplan Algemene School Oost, Stichting ABBO 2015/2019.