v
Gemeente jj Bergen op Zoom
Datum raadsvergadering
: 29 september 2004
Nummer
: SMD/04/35
Onderwerp
: Kadernota Brede School in Bergen op Zoom
Aan de gemeenteraad,
Voorstel In te stemmen met de volgende uitgangspunten voor het beleid voor 2004 en verder, zoals opgenomen in hoofdstuk 7 van de Kadernota Brede School: 1) De gemeente streeft ernaar dat in een Brede Schoof, naast de gebruikelijke onderwijsactiviteiten, minimaal de volgende functionaliteiten ondergebracht zouden moeten worden: -peuterspeelzaalwerk, -naschoolse activiteiten gericht op kinderen en hun opvoeders met het oog op het verminderen van achterstanden, -spreekuur consultatie-arts, JGZ, Thuiszorg, -activiteiten in het kader van de jeugdhulpverleningAzorg en -kinderopvang: zowel dag- als buitenschoolse opvang. 2)
De gemeente vervult ten aanzien van de Brede School de rol van regisseur en deels facilitator.
3)
Afhankelijk van de keuze waarop de scholen invulling willen geven aan de "Brede School" zullen zij hier eigen middelen voor in moeten zetten.
inleiding In het raads- en collegeprogramma 2002-2006 wordt door het gemeentebestuur onder meer prioriteit gegeven aan "het brengen van samenhang in voorzieningen voorkinderen en jeugdigen, met de school als kern". Bijgevoegde kadernota Brede School geeft de beleidsuitgangspunten aan voor de komende jaren alsmede de rol en verantwoordelijkheden die van de gemeente en instellingen verwacht worden.
Financiële overwegingen en dekking Gelet op het feit dat de invulling van de Brede School afhankelijk is van de instelling zélf en de gemeente als regisseur en deels facilitator wordt geen uitzetting van middelen verwacht. Er wordt voor gekozen om de voorwaarden voor de subsidieverlening aan de in aanmerking te nemen activiteiten te wijzigen, in die zin dat de uitvoering van de activiteiten in de Brede School dient plaats te vinden.
-2-
Bijlagen De volgende bijlage, als onderdeel van dit raadsvoorstel, is bijgevoegd: Kadernota Brede School Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
:
Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De secretaris,
Mr. P.B.J.M. Thomassen.
Dhr>RAC.M. van der Velden.
Gemeente ê Bergen op Zoom
De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 6 juli 2004, nr. SMD/04/35; gelet op het feit dat zowel gemeente als instellingen in het primair en voortgezet onderwijs een eigen rol en verantwoordelijkheid hebben op het gebied van een samenhangend netwerk van toegankelijke en goede voorzieningen voor kinderen, jongeren en gezin; BESLUIT: In te stemmen met de volgende uitgangspunten voor het beleid voor 2004 en verder, zoals opgenomen in hoofdstuk 7 van de Kadernota Brede School: 1) De gemeente streeft ernaar dat in een Brede School, naast de gebruikelijke onderwijsactiviteiten, minimaal de volgende functionaliteiten ondergebracht zouden moeten worden: -peuterspeelzaalwerk, -naschoolse activiteiten gericht op kinderen en hun opvoeders met het oog op het verminderen van achterstanden, -spreekuur consultatie-arts, JGZ, Thuiszorg, -activiteiten in het kader van de jeugdhulpverlening/-zorg en -kinderopvang: zowel dag- als buitenschoolse opvang. 2)
De gemeente vervult ten aanzien van de Brede School de rol van regisseur en deels facilitator.
3)
Afhankelijk van de keuze waarop de scholen invulling willen geven aan de "Brede School" zullen zij hier eigen middelen voor in moeten zetten.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van
De griffier,
FP. de Vos
Kadernota
BREDE School
Bergen op Zoom, juli 2004
INHOUDSOPGAVE
Pagina
1
Kademota Brede School
3
2
Lokaal Sociaal Beleid
4
3
Brede School 3.1 Inleiding 3.2 Redenen voor invoering Brede Scholen 3.3 Voorzieningenaanbod 3.4 Partners 3.5 Financiering van de Brede School 3.6 De rol van de Rijksoverheid 3.7 Toekomstige ontwikkelingen
5 5 5 5 5 6 6 6
4
Situatie Bergen op Zoom
7
5
De Brede School in Bergen op Zoom
9
6
Rol van de gemeente
10
7
Beleidsstandpunten
11
8
Planning
12
:
:
1
Kadernota Brede School
In deze kademota wordt het beleid voor de komende jaren op het gebied van de Brede School vastgelegd. De opbouw van deze nota is als volgt. Allereerst wordt de relatie gelegd met het Lokaal Sociaal Beleid en de daarin verwoorde doelstellingen. Daarna volgt een korte inleiding in het concept "Brede School", de ontwikkeling hiervan, ervaringen elders en de rol die de verschillende overheden hierin spelen. Vervolgens wordt de situatie in Bergen op Zoom beschreven. Inmiddels is er een aantal projecten gestart waarbij door enkele onderwijsinstellingen activiteiten zijn gestart waarvan gesteld kan worden dat deze invulling geven aan de Brede School. De rol die de gemeente Bergen op Zoom in dit kader wenst te vervullen komt daarna aan bod. Afhankelijk van die rol betekent dit dat van de gemeente een bijdrage wordt verwacht Deze nota zal de basis vormen voor discussie met de instellingen waarna in de definitieve versie de beleidsstandpunten voor de komende jaren worden opgenomen.
2
Lokaal Sociaal Beleid
In de nota Lokaal Sociaal Beleid(LSB), zoals door de raad vastgesteld in zijn vergadering van juni 2003, heeft de gemeenteraad de volgende doelstelling geformuleerd. De gemeente Bergen op Zoom wil -uitgaande van de zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid van de burger -het wonen, werken, leren en recreeren voor alle burgers in een sfeer van welbevinden en veiligheid bevorderen door: • de sociale samenhang te versterken; • maatschappelijke participatie te bevorderen en : • achterstanden te bestrijden en te voorkomen. Met de nota LSB is tevens Het Kompas geïntroduceerd waarbij een indeling is gemaakt in 4 cirkels, die van binnen naar buiten de volgende indeling kent: • het primaire leefverband: de manier waarop een individu woont en leeft, al dan niet in gezinsverband; • buurt en wijk: het wonen, de leefbaarheid en veiligheid van de woonomgeving; • maatschappelijke participatie: hoe neemt de burger deel aan de maatschappij en • een vangnet voor zorg: dit aspect is slechts dan aan de orde wanneer een burger ondersteuning nodig heeft op bepaalde onderdelen van zijn leven. De voor deze Kademota Brede School van belang zijnde cirkel heeft voornamelijk betrekking op "Participatie". Immers, een Brede School kan, naast het bieden van onderwijs, ook onderdak bieden aan activiteiten die een bijdrage leveren aan het verhogen van de participatie van de burger van Bergen op Zoom. Afhankelijk van het gekozen concept kan ook doorwerking plaatsvinden naar de cirkels "Wijk en buurt" en "Vangnet/zorg".
Brede School Deze paragraaf beschrijft de ontwikkeling van de Brede Scholen in Nederland, de verantwoordelijkheid van de verschillende overheden daarin alsmede het bijdragen aan de totstandkoming van Brede Scholen. 3.1
Inleiding
Een Brede School is een samenhangend netwerk van toegankelijke en goede voorzieningen voor kinderen, jongeren en gezin, met de school als middelpunt. Inhoudelijke samenwerking tussen scholen en andere instellingen is hét kenmerk van brede scholen. Hoe die samenwerking vorm krijgt, met welke instellingen een school samenwerkt en met welk doel, is afhankelijk van lokale behoeften en omstandigheden. Brede Scholen zijn er dus in vele soorten en maten. Ze zijn ook overal te vinden; de meeste staan nog in achterstandswijken in stedelijke gebieden, maar in sociaaleconomisch sterke wijken en op het platteland komen ook steeds vaker Brede Scholen voor. De meeste Brede Scholen zijn basisscholen. In het voortgezet onderwijs zijn er inmiddels ruim 100. 3.2
Redenen voor invoering Brede Scholen
Brede Scholen spelen in op diverse ontwikkelingen in de samenleving, variërend van een groeiende behoefte aan dagarrangementen tot en met de roep om meer kansen voor kinderen in achterstandswijken en meer veiligheid in de wijk. Het doel kan dus nogal verschillen. Toch blijkt dat een drietal doelen voor ongeveer alle Brede Scholen geldt: -de ontwikkelingskansen van kinderen vergroten, -een doorgaande ontwikkelingslijn realiseren en -een sluitend netwerk rond het kind creëren. Een veilige omgeving en het ontwikkelen van sociale competentie zijn veelgenoemde doelstellingen in het voortgezet onderwijs. Andere doelen die gemeenten noemen zijn onderwijsachterstandenbestrijding, integraal werken en multifunctioneel bouwen (meerdere voorzieningen onder één dak). Het vergroten van de deelname en betrokkenheid van ouders is ook een populaire doelstelling, evenals de 'wijkfunctie'; het betrekken van de wijk bij de school. Een kwart van de gemeenten voorziet, in antwoord op de vraag van tweeverdieners, vooral in buitenschoolse opvang. 3.3
Voorzieningenaanbod
Het aanbod van een Brede School kan per school verschillen, afhankelijk van de lokale behoeften. Mogelijke invullingen van de brede school zijn voorschoolse voorzieningen voor 2- tot 4-jarigen, schoolmaatschappelijk werk, buitenschoolse opvang voor 4- tot 12-jarigen, een verlengde schooldag met bijvoorbeeld sportieve en kunsteducatieve activiteiten en tienerprojecten. Het aanbod kan zich ook richten op activiteiten voor ouders zoals opvoedingsondersteuning, inburgeringscursussen en een ouderkamer. Uiteraard zijn er verschillen tussen de brede school voor primair onderwijs en die voor het voortgezet onderwijs. In het voortgezet onderwijs richt het aanbod zich meer op thema's als veiligheid en voortijdig schoolverlaten. Ook sport- en cultuurinstellingen zijn belangrijke partners in het voortgezet onderwijs. De activiteiten zijn vooral gericht op leerlingen in de eerste twee leerjaren van het vmbo. 3.4
Partners
De gangmakers van Brede Scholen kwamen aanvankelijk uit diverse hoeken en geledingen van de maatschappij. Inmiddels lijkt de rolverdeling, zeker voor het basisonderwijs, uitgekristalliseerd. De gemeente voert de regie, bewaakt de voortgang en draagt zorg voor de evaluatie van processen en opbrengsten. Schoolleiders en directies van instellingen (zorg- en welzijnsinstellingen, en dergelijke) zijn de belangrijkste spelers in het veld; vanuit hun eigen kerntaken vullen zij elkaar aan. De directies zorgen met hun medewerkers voor de concrete invulling van Brede Scholen en de uitvoering van activiteiten.
In het rapport 'De Brede School in het voortgezet onderwijs' van het Ministerie van OC en W wordt de ontwikkeling van Brede Scholen in het voortgezet onderwijs nog als een kwetsbaar proces getypeerd. Het ontbreekt in organisatorisch en financieel opzicht nog aan de nodige randvoorwaarden. In die zin is er een forse uitdaging voor met name de lokale overheid om die randvoorwaarden te realiseren. 3.5
Financiering van de Brede School
Er zijn op lokaal niveau tal van budgetten die gemeenten voor de Brede School kunnen inzetten. De belangrijkste zijn de eigen gemeentelijke reserves en de beschikbare middelen voor onderwijshuisvesting. Ook worden de budgetten van deelnemende organisaties gebruikt (bijvoorbeeld van welzijn, jeugdzorg, sport). Daarnaast benutten gemeenten budgetten van verschillende beleidslijnen^ onder andere van de stimuleringsmaatregel kinderopvang en het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid1 (GOA) waarin de regeling voor- en vroegschoolse educatie (WE) is opgenomen. Gemeenten ervaren de financiering van de Brede School als knelpunt bij de ontwikkeling van de Brede School; knelpunt is het ontschotten en koppelen van de financiële stromen2. Afhankelijk van de keuze waarop de scholen invulling willen geven aan de "Brede School" zullen zij hier eigen middelen voor in moeten zetten. 3.6
De rol van de Rijksoverheid
Het rijk (de ministeries van OCW en VWS) wil alle ruimte geven aan lokale initiatieven en besluitvorming. Daar passen geen landelijke regels bij. Wei ondersteunt en faciliteert het rijk de ontwikkeling van Brede Scholen. Bijvoorbeeld door te zorgen dat er informatie over de Brede School beschikbaar is en dat betrokkenen ervaringen kunnen uitwisselen. Om meer te weten over hoe Brede Scholen zich ontwikkelen en wat daarbij succes- en faalfactoren zijn, laat het rijk verschillende onderzoeken uitvoeren. Zo verschijnt elk jaar een 'Jaarbericht Brede Scholen'. Ook helpt het rijk gemeenten bij de evaluatie van Brede Scholen. 3.7
Toekomstige ontwikkelingen
Vanuit de Rijksoverheid zijn, met het oog op de realisering van één of meerdere Brede Scholen in Bergen op Zoom, de volgende ontwikkelingen van belang. Met ingang van 1 januari 2005 worden de middelen, die de gemeente van het ministerie ontvangt in het kader van het onderhoud en aanpassing van de huisvesting van het voortgezet onderwijs, overgeheveld naar de scholen (lump-sum-bekostiging). Naar verwachting zal hetzelfde gaan gelden voor het primair onderwijs maar dan met ingang van 1 januari 2006. De eigen middelen van de gemeente Bergen op Zoom zijn vooralsnog beperkt tot de middelen in het kader van ISV.
1
Vanaf 1 augustus 2006 gaan de -gekorte- GOA-middelen rechtstreeks naar de scholen. Zoals het er nu voorstaat blijven de middelen in het kader van de WE bij de gemeenten. 2 Met ingang van 1 januari 2005 biedt de nieuwe Wet Inburgering wellicht mogelijkheden voor de groep opvoedingsondersteuners.
4
Situatie Bergen op Zoom
In de gemeente is de afgelopen jaren een aantal projecten gestart waarbij voorzichtig een eerste aanzet is gegeven aan invulling van het Brede-Schooi-concept. Hierna zullen de verschillende projecten in het kort worden beschreven, te weten de naschoolse activiteiten van basisschool De Grebbe(a), de totstandkoming van de multifunctionele accommodatie in De Schans(b) alsmede -in het kader van ISV- de ontwikkeling om te komen tot een Brede School in 't Fort/Zeekant(c) en Nieuw-Borgvliet/Langeweg(d)3.
a. Basisschool De Grebbe organiseert al een.aantal jaren activiteiten die door haar zelf zijn omschreven in het plan Brede School De Grebbe en welke op projectbasis vanuit de gemeente gesubsidieerd werden (tot het einde van het schooljaar 2003/2004). De activiteiten alsmede de instellingen die deze verzorgen, hebben betrekking op: -cultuur (CKB), computerlessen (vrijwilligers) en sport, -buitenschoolse opvang (KDV Ukkepuk), -themamiddagen voorouders in het kader van opvoeden (GGD), -taallessen en opvoedingsondersteuning voor allochtone ouders (inburgering oudkomers), -woordenschat programma voor groep 4 en 5 (school), -huiswerkbegeleiding voor groep 7 en 8 (Traverse), -Reggio Emilia onderwijsprogramma: Atelier in de school (CKB), -WE (Piramide alsmede in het kader van Reggio Emilia), -opstap- en overstapproject (Traverse). b. In De Schans wordt momenteel een multifunctionele accommodatie ontwikkeld waarin 2 scholen gevestigd zullen worden, te weten de Sint Jozefschool en een dependance van De Rode Schouw. Daarnaast komen er een peuterspeelzaal, een kinderopvang en een sportzaal. Met de bouw wordt in maart 2004 gestart en oplevering zal waarschijnlijk eind 2004 plaatsvinden. Het bouwheerschap ligt bij de Louis Porquin Stichting die dan ook volledig voor de bouw verantwoordelijk is. Over de verdere invulling van het gebouw is nog niets bekend. Financiering vindt plaats vanuit het huisvestingsbudget. d. Als fysiek project is opgenomen de uitbreiding/herontwikkeling van schoolaccommodatie en VOGG. Hiertoe is er een viertal opties ontwikkeld: I Herontwikkeling en uitbreiding op de huidige locatie II Verbetering/herontwikkeling op de huidige locatie. Dependance in de wijk III Geheel nieuw schoolgebouw in de wijk (Augustapolder). Herbestemming van de bestaande schoollocatie IV Herontwikkeling in relatie met Driemaster Maaslaan. De stand van zaken is dat -momenteel- de keuze neigt naar optie II. Ten aanzien van de beschikbaarheid en inzet van gemeentelijke middelen is derhalve nog geen voorstel gedaan.
c2. Als sociaal-maatschappelijk project is de ontwikkeling van een Brede School annex steunpuntfunctie opgenomen.
3
De volgende ISV-wijk wordt Gageldonk-West waarin basisschool De Grebbe is gevestigd.
Doelstellingen4 voor dit project zijn: -bieden van extra ruimte; waarbij de school (i.c. de Verrekijker) de mogelijkheid krijgt om alle groepen op de hoofdlocatie onder te brengen, evenals mogelijke toekomstige groei van het leerlingenaantal op te vangen, -fysieke koppeling van functies: de kracht van de Brede School wordt gevormd door een combinatie van functies en voorzieningen die zich in eikaars nabijheid bevinden. Afhankelijk van de inhoudelijke uitwerking dient aan deze functies ruimte te worden geboden, -permanente huisvesting peuterspeelzaal; deze voorziening dient ook in de Brede School te worden ondergebracht waarbij de huidige huisvesting komt te vervallen, -opstellen van een inhoudelijk plan; hoewel ruimte en huisvesting bepalende randvoorwaarden zijn, dienen de partners van de Brede School een inhoudelijk activiteitenplan op te stellen waarbij op te nemen functies en voorzieningen afgebakend worden.
1
Ontleend aan Projectenboek Sociale Vernieuwing: Wijkontwikkelingsplan Nieuw-Borgvliet/Langeweg, deel 3: Projectenboek.
5
De Brede School in Bergen op Zoom
In het raads- en collegeprogramma 2002-2006 wordt door het gemeentebestuur onder meer prioriteit gegeven aan "het brengen van samenhang in voorzieningen voorkinderen en jeugdigen, met de school als kern". Uitgaande van deze doelstelling streeft de gemeente ernaar dat in een Brede School, naast de gebruikelijke onderwijsactiviteiten, minimaal de volgende functionaliteiten ondergebracht moeten worden: -peuterspeelzaalwerk, -naschoolse activiteiten gericht op kinderen en hun opvoeders met het oog op het verminderen van achterstanden, -spreekuur consultatie-arts, JGZ, Thuiszorg, -activiteiten in het kader van de jeugdhulpverlening/-zorg en -kinderopvang: zowel dag- als buitenschoolse opvang. In het kader van Scriem is het zo dat er in 5 wijken buurtnetwerken zijn opgericht waarbij, via het richten op de kinderen, gefocust wordt op de opvoeders. De Brede School zal zich echter niet moeten beperken tot het primair onderwijs. Ook het voortgezet onderwijs zal het belang van een dergelijk concept onder ogen moeten zien aangezien de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs voor de jongere ook een belangrijke stap in zijn of haar ontwikkeling is. Inmiddels is in Bergen op Zoom vanuit het voortgezet onderwijs aangegeven dat er interesse bestaat om een Brede School te ontwikkelen. In de kademota Jeugdbeleid staat een aantal specifieke doelstellingen vermeld waar de Brede School een wezenlijke bijdrage aan kan leveren. De locatie van de Brede School in de gemeente is afhankelijk van de behoeften van de wijk of buurt waar men een Brede School wenst op te richten. Daarbij is het echter niet zo dat een voorwaarde voor een Brede School is dat deze de activiteiten op één locatie uitvoert. Hoewel, zoals eerder aangegeven, de Brede School niet bestaat kan er wel een aantal concepten worden onderscheiden, uitgesplitst naar doelgroep (leerlingen van verschillende leeftijden, hun ouders en/of wijkbewoners); en daarbij behorende functionaliteiten. Concreet betekent dit het volgende:
Voorschoolse opvang (peuters) Opvang algemeen
Activiteiten Verlengde Schooldag
SchoolMaatschappelijk werk
Speel activiteiten Sport
Oudercursussen (taal & participatie)
Kunstweb?
Muziekschool
Consultatiebureau Jeugdgezondheidszorg
L
Schoolarts
Wijkpost Politie
Mediatheek
Bibliotheek
6
Rol van de gemeente
Zodra door de gemeente de functionaliteiten ten aanzien van de invulling van een Brede School geformuleerd zijn, dient de gemeente zich tevens uit te spreken over de rol die zij bij de totstandkoming cq. instandhouding van een Brede School wenst te vervullen. Uitgangspunt van de gemeente is dat de betrokken onderwijsinstellingen en maatschappelijke organisaties verantwoordelijk zijn voor het realiseren van een Brede School, In het algemeen kunnen de volgende rollen, dan wel combinaties hiervan, worden onderscheiden: -regisseur5, -facilitator, -financier en : -uitvoerder. Gelet op het gestelde in het raads- en colleaeproqramma alsmede het hierboven geformuleerde uitgangspunt is voor de gemeente de rol van regisseur en deels facilitator weggelegd. Ten aanzien van de regisseursrol zal de gemeente er vooral zorg voor moeten dragen dat partijen met elkaar in gesprek komen, ze te overtuigen van het nut, de kansen en de noodzaak van het tot stand komen van een Brede School. Dit kan zij bevorderen door een stimuleringsregeling in te stellen waarbij een incentive wordt toegekend zodra sprake is van een structurele invulling van de door de gemeente gewenste minimale activiteiten. Gelet op het feit dat de gemeentelijke middelen nauwelijks voorhanden zijn is de meest reële optie om de activiteiten waarbij de gemeente subsidie verleent, de voorwaarden aan de subsidieverlening te wijzigen, in die zin dat de uitvoering van de activiteiten in de Brede School dient plaats te vinden. Wat betreft de keuze van de locatie van een Brede School, hier kan de gemeente, zeker in het kader van ISV, wel in sturen doch blijft afhankelijk van de uiteindelijke keuze van de instellingen. Zij kan daarnaast trachten de instellingen te beïnvloeden de activiteiten te concentreren in die wijken en buurten waar de gemeente van mening is dat bijgedragen wordt aan het opheffen van achterstanden en/of bijdragen aan maatschappelijke participatie. Voor het overige zal de gemeente zich niet actief met de uitvoering moeten bezig houden, wel is voor haar een taak weggelegd in het kader van het volgen van maatschappelijke ontwikkelingen.
5
"Bij regie is sprake van verleiden (onderhandelen, overleggen en overtuigen), en niet van opleggen en afdwingen. Van dit laatste is eerder sprake bij sturing en management, termen met een meer directieve uitstraling". ("Ruimte voor regie", Handreiking voor ketenregie in het openbaar bestuur, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2003, p. 9). Door Pieter Winsemius zijn, in het kader van het vervullen van de regiefunctie, de uitdrukkingen "worst, preek en zweep" geïntroduceerd.
10
7
Beleidsstandpunten
In deze paragraaf worden de in deze nota geformuleerde beleidsstandpunten opgesomd. Deze standpunten geven het kader weer voor de periode 2004-2006: 1)
De gemeente streeft ernaar dat in een Brede School, naast de gebruikelijke onderwijsactiviteiten, minimaal de volgende functionaliteiten ondergebracht zouden moeten worden: -peuterspeelzaalwerk, -naschoolse activiteiten gericht op kinderen en hun opvoeders met het oog op het verminderen van achterstanden, -spreekuur consultatie-arts, JGZ, Thuiszorg, -activiteiten in het kader van de jeugdhulpverlening/-zorg en -kinderopvang: zowel dag- als buitenschoolse opvang.
2)
De gemeente vervult ten aanzien van de Brede School de rol van regisseur en deels facilitator.
3)
Afhankelijk van de keuze waarop de scholen invulling willen geven aan de "Brede School" zullen zij hier eigen middelen voor in moeten zetten.
Daarnaast wordt in september 2004 gestart met de evaluatie van de al in Bergen op Zoom bestaande initiatieven waarvan de resultaten betrokken worden bij het Brede-School-beleid vanaf het schooljaar 2005-2006.
11
8
Planning
-in september 2004 een evaluatie van de verschillende Brede-School-initiatieven in Bergen op Zoom; -Kadernota in september 2004 in de raad -4e kwartaal 2004/1e kwartaal 2005 afspraken maken met scholen zodat in het schooljaar 2005/2006 gestart kan worden
12