Algemene Handleiding LCMS Plot Versie 1.4
Versie: 1.4 Datum: maart 2011 RefNR: TG-PM4-0001 © 2011 IE Beheer B.V.
Algemene handleiding Plotter 1.4
Inhoudsopgave Versie beheer ..................................................................................................................................4 Introductie .......................................................................................................................................5 1.0 Indeling Startscherm..................................................................................................................6 1.1 Lagen opbouw .......................................................................................................................7 2.0 Bestand .....................................................................................................................................9 2.1 Tekening ................................................................................................................................9 2.2 Instellingen.............................................................................................................................9 2.2.1 Kaart instellingen ...........................................................................................................10 2.2.2.Plattegrond instellingen .................................................................................................11 2.3 Help .....................................................................................................................................12 2.4 Over LCMS Plot ...................................................................................................................12 3.0 Het activiteit beeld ...................................................................................................................13 3.1 Deelname aan een bestaande activiteit ...............................................................................13 3.2 Starten van een nieuwe activiteit (beeld)..............................................................................14 3.3 Beschrijving van de Ribbon functie Activiteit ........................................................................17 3.3.1 Activiteit .........................................................................................................................17 3.3.2 Kaart..............................................................................................................................18 3.3.3 Beheer...........................................................................................................................20 3.4 Koppeling LCMS Plot en LCMS Tekst..................................................................................20 4.0 Beeld .......................................................................................................................................21 4.1 Zoomen ...............................................................................................................................21 4.2. Venster ...............................................................................................................................22 4.3 Panelen ...............................................................................................................................25 5.0. Meten .....................................................................................................................................26 6.0. Tekenen .................................................................................................................................30 6.1. Handeling............................................................................................................................30 6.2. Klembord ............................................................................................................................30 6.3 Muismodus ..........................................................................................................................32 6.4 Invoegen ..............................................................................................................................33 6.5 Tekenen...............................................................................................................................41 6.6. Vormen ...............................................................................................................................42 6.7. Bewerken poly-lijn ...............................................................................................................42 7.0. Opmaak..................................................................................................................................43 8.0. Publiceren ..............................................................................................................................44 9.0. Attributen ................................................................................................................................45
Pagina 2 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
10.0. Preparatieve gegevens. ........................................................................................................46 11.0. Snelkoppelingen ...................................................................................................................50 12.0. Zoeken postcode of straatnaam ...........................................................................................56 13.0. De windroos .........................................................................................................................57
Pagina 3 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Versie beheer Titel
Versie Revisie nr
Datum
Auteur
Reviewer
LCMS Plot Manual
1
TG-PM1-0001 oktober 2010
LCMS Plot Manual
2
TG-PM2-0001 december 2010 T. Gaasbeek, Han Dataport BENELUX
LCMS Plot Manual
1.4
TG-PM3-0001 maart 2011
T. Gaasbeek, Han Dataport BENELUX
F.E.R. de Grave, project Netcentrisch Werken
LCMS Plot Manual
1.4
TG-PM4-0001 april 2011
P. Peterse, Han Dataport BENELUX
K. Klaver, project Netcentrisch Werken
T. Gaasbeek, Han Dataport BENELUX
Pagina 4 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Introductie LCMS Plot geeft plotters de mogelijkheid om het grafische beeld van een activiteit (ramp of evenement) met andere plotters en informatiemanagers te delen. Zo kan de grafische communicatie tussen het COPI en het OT, of tussen het OT en een betrokken Kolom zoals de politie on-line via symbolen op kaarten en tekeningen plaatsvinden. Uiteraard kunnen meerder kolommen en teams zich aanmelden en meetekenen. Om er voor te zorgen dat de onderlinge communicatie in goede banen geleid wordt is het systeem voorzien van een lagenmanager. Hierdoor treedt geen overload op aan zichtbare data. Het kaartmateriaal dat dient als ondergrond voor het grafische activiteit beeld bestaat uit de TOP10 kaarten, Andes kaarten en Luchtfoto‟s. Er wordt enerzijds voorzien in een koppeling met de tekstuele component van LCMS. Veranderingen in GRIP niveau en van de titel van een activiteit worden direct doorgegeven en zichtbaar gemaakt, tekstuele veranderingen in de verschillende activiteit velden worden door een symbool “updated” kenbaar gemaakt. Anderzijds wordt het grafische beeld in een Viewer gepubliceerd zodat geautoriseerde gebruikers veranderingen van het (dynamische) beeld in een web-browser kunnen volgen . Plotters kunnen door middel van een commando (delen van) de situatie publiceren. De onderverdeling van de te publiceren grafische data geschiedt weer op basis van de lagen manager. Dit handboek is in een aantal “blokken”verdeeld. Deze blokken zijn worden voor een deel door zogenaamde ribbons gerepresenteerd. De ribbon is een interface gebaseerd op functie verdelingen in tabbladen in plaatse van in dropdown menu‟s. Hieronder een opsomming met een summiere beschrijving.
Bestand; de normale bestand gerelateerde functies zoals inlezen en wegschrijven.
Activiteit; functies ten behoeve van het managen van de grafische activiteit beelden, zoals het aankoppelen aan een activiteit en het afkoppelen daarvan.
Beeld; management van het grafische beeld op de lokale computer, zoals zoomen en pannen.
Meten; de meetfuncties
Tekenen; hierin worden de tekendelen zoals symbolen, rechthoeken, lijnen etc. gemanaged. Acties zijn onder andere: tekenen, kopiëren, verwijderen.
Opmaak; de verschillende te kiezen lijnstijlen, tekstfonts en opvulstijlen.
Publiceren; mogelijkheden om geplotte informatie naar de viewer te exporteren
Een ander blok dat uitgebreid beschreven wordt zijn de snelkoppelingen. Verder wordt er in separate hoofdstukken aandacht geschonken aan het behandelen van tekstuele gegevens, preparatieve gegevens, zoekmogelijkheden in externe databanken en het inlezen van gegevens uit het programma Gasmal.
Pagina 5 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
1.0 Indeling Startscherm
Kaart ondergrond
Kaart
Lagen manager
Figuur 1 Overzicht startscherm
Windroos
Symbolen tabs
Symbolen paneel
Activiteiten in LCMS Tekst
WMS Lagen
Pagina 6 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
1.1 Lagen opbouw Het programma beschikt over een lagenstructuur:
Figuur 2 lagenstructuur
In het venster Functionele Lagen wordt (d.m.v. een cursieve en vette weergegeven tekst) getoond in welke laag de gebruiker zich bevindt:
Figuur 3 lagenmanager
Pagina 7 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
LET OP: Beheer: Niet in de laag “KAART” werken! Hier kan men geen enkel symbool selecteren, zodat men in dat geval al het werk weer kwijt raakt!
Wijs onderdeel aan om te bewerken. Hiermee kan de gebruiker naar objecten springen zonder exact te weten in welke laag het object zich bevindt. LET OP: Terug gaan naar de eigen laag om te tekenen.
Teken een laag hoger
niet gebruiken buiten beheer
Teken in de bovenste laag
niet gebruiken buiten beheer
Met de rechter muistoets in het venster "Lagen” klikken geeft een aantal functies: Bovenop Omhoog Omlaag Onderop Toon alle
Toon ook de lagen dieper dan niveau twee
Transparantie LET OP: Is een lokale instelling, wordt niet mee gepubliceerd naar de viewer Tekenen
Selecteert een actuele laag, deze wordt vet en schuin weergegeven.
Pagina 8 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
2.0 Bestand Bestanden en kaarten die lokaal zijn opgeslagen kunnen worden ingelezen, bewerkt en weer opgeslagen worden. Ook kunnen deze preparatieve grafische gegevens aan een activiteit beeld gehangen worden. Denk aan plattegronden of geprepareerde kaarten.. Formaat: DXF, TLD, HPGL en praktisch alle vigerende pixelformaten.
2.1 Tekening
Figuur 4 RIBBON: Bestand
Nieuw: Openen: Opslaan. Afdrukken
Openen van een nieuw venster waarin getekend kan worden. Openen van een grafisch bestand. Lokaal Wegschrijven van het (bewerkte) bestand Standaard printfunctie..
2.2 Instellingen Hoewel de meeste benodigde instellingen op de server worden gezet is het toch nodig om een aantal daarvan lokaal te kunnen beïnvloeden. Zo kunnen de gebruikers anticiperen op lokale netwerk instellingen en firewall regels. De functie van deze instellingen worden aan beheerders meegedeeld.
Pagina 9 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
2.2.1 Kaart instellingen
Figuur 5 Instellingen (Alleen ten behoeve van Beheer)
Pagina 10 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
2.2.2.Plattegrond instellingen Een ingelezen kaart of een tekening kan op schaal gezet worden. De schaal wordt gerelateerd aan het papierformaat. Deze kan rechtsonder worden gezet. Zie hoofdstuk 0.
Figuur 6 Kiezen papierformaat
Figuur 7 Kiezen schaal
Het is hiermee tevens mogelijk om niet geo-gerefereerde kaarten te voorzien van een georeferentie. Daartoe moet er ten minste één afmeting bekend zijn. Deze afmeting wordt op de kaart gemeten en voorzien van de werkelijke lengte. Dus stel, in Plot gemeten 0.81657 M is in werkelijkheid 12000 M.
Pagina 11 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Hierna wordt automatisch de schaal vastgesteld. Uiteraard kunnen ten behoeve van de leesbaarheid de symbolen en de aanwezige teksten meegeschaald worden. Daartoe kan de optie (wel/niet) meeschalen worden geactiveerd (zie figuur 7). Met andere Plot functies wordt de werkelijke oorsprong bepaald. (Zie verschuiven)
Figuur 8 Georefereren van een tekening
Figuur 9 Vastleggen oorsprong
2.3 Help
Bij het klikken op deze knop
wordt deze manual geopend.
2.4 Over LCMS Plot Algemene status informatie over LCMS Plot.
Pagina 12 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
3.0 Het activiteit beeld Starten van LCMS Plot vindt plaats door in Tekst op het driehoekje naast “Activiteiten” te klikken. De gebruiker moet binnen LCMS tekst wel geautoriseerd zijn om deze optie te krijgen. Hierna LCMS Plot selecteren.
Figuur 10 Starten Plot
3.1 Deelname aan een bestaande activiteit Bij het openen van LCMS Plot verschijnt er rechtsmidden een lijst van de eerste twintig in LCMS Tekst zichtbare activiteiten.
Figuur 11 Beschikbare Activiteiten
Pagina 13 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Aanklikken van de lopende activiteit zorgt ervoor dat de kaart geladen wordt met de symbolen en tekenonderdelen als die er reeds door andere plotters en informatiemanagers opgezet zijn. Door middel van een draaiend wereldbolletje wordt de activiteit weergegeven waarvan het totaalbeeld op de kaart wordt afgebeeld.
Figuur 12 Gekoppelde activiteit
3.2 Starten van een nieuwe activiteit (beeld) Als er nog geen grafisch totaalbeeld is samengesteld kan de gebruiker een eerste totaalbeeld samenstellen. Ook hier wordt in het menu rechtsonder de lopende activiteit geselecteerd. Er verschijnt nu een venster. De gebruiker kan de activiteit van een wachtwoord voorzien dat uiteraard bij de andere plotters bekend moet zijn en er kan een registratiebestand worden aangemaakt waarin de log gegevens van alle handelingen binnen LCMS Plot worden opgeslagen. Na klikken op “Verbinden” verschijnt de kaart, maar nu zonder gegevens. Tevens komt er een nieuw menu:
Figuur 13 Openen van nieuw grafisch beeld
Pagina 14 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Figuur 14 Status van het grafisch beeld
De gewenste instellingen kunnen worden gekozen en via “OK”geactiveerd. Nu kunnen alle betrokken plotters en informatie managers zich aanmelden en samen het gedeelde totaalbeeld samenstellen. LET OP: linksboven het Plot venster staat ook een notificatie bij welke activiteit de getoonde kaart hoort.
Figuur 15 Verbonden activiteit :
Figuur 16 Geen verbonden activiteit
Als de verbinding verbroken wordt, bijvoorbeeld door slechte UMTS verbindingen kan de kaart losgekoppeld raken van de activiteit.
Pagina 15 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Er zijn, als de verbinding weer hersteld is, twee mogelijkheden om door te gaan: a. Wanneer de gebruiker niet lokaal heeft doorgewerkt. Rechtsmidden aanklikken van de lopende activiteit is voldoende om de kaart weer te verbinden. b. Wanneer de gebruiker lokaal wijzigingen heeft aangebracht Rechtsmidden aanklikken van de lopende activiteit.
Nu laadt het systeem het actuele totaalbeeld van de server bij het lokaal veranderde totaalbeeld Nieuw gedeeld beeld
Lokaal
Figuur 17 Synchroniseren van het Actueel totaalbeeld
De gebruiker kan nu de lokale wijzigingen in het actuele beeld kopiëren. Onder het tabblad “Activiteit”wordt een knop “Synchroniseer”actief als in de off-line kaart items worden geselecteerd. Na klikken op “Synchroniseer worden deze geselecteerde items in de activiteit gekopieerd. LET OP: Het is mogelijk om de kaart handmatig te koppelen. Als er een activiteit geladen is, klikken op: Activiteit Meetekenen. Hierna verschijnt weer het menu “Tekening Verbinden”.
Pagina 16 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
3.3 Beschrijving van de Ribbon functie Activiteit
Figuur 18 RIBBON: Activiteit
3.3.1 Activiteit Verbinden/Verlaten Met behulp van de functie “Verbinden” kan een plotter zich ook aanmelden bij een grafisch beeld van een activiteit die niet in de activiteitenlijst staat. Dit kan een mono-disciplinair dan wel een vertrouwelijk beeld zijn. Ook is het mogelijk om zelf een eigen beeld aan te maken dat ook niet gekoppeld hoeft te zijn met een tekstueel beeld.
Figuur 19 Verbinden met een willekeurig grafisch beeld
Met “Verlaten” wordt het huidige actieve beeld verlaten.
Pagina 17 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Verkenner
Figuur 20 Status deelnemers en verbonden kaarten in een activiteit
Na het activeren van deze functie kan de gebruiker de status van het huidige activiteit beeld bekijken. De deelnemers en de verbonden kaarten zijn weergegeven. 3.3.2 Kaart Meetekenen In principe kunnen meerdere bijvoorbeeld preparatieve kaarten aan een activiteiten beeld gekoppeld worden. Er zijn een aantal opties mogelijk, bepaalde tekeningen of kaarten kunnen zelfs “alleen lezen” voor andere gebruikers in het beeld worden getoond.
Figuur 21 Status van het grafisch beeld
Pagina 18 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Zoom als Als er meerdere gebruikers in het gedeelde beeld aangemeld zijn, is het mogelijk om het beeld in het zoombereik van een andere gebruiker te bekijken. Na klikken op de naam springt men in het activiteitbeeld naar de locatie waar de andere gebruiker zich bevindt. Tevens wordt de zoom factor aangepast.
Figuur 22 Aanpassen Zoomfactor
Sluiten Als er meerdere tekeningen en/of kaarten in een activiteit beeld gedeeld worden, kan met deze functie een kaart of tekening van het beeld losgekoppeld worden. Markering Als een activiteit is aangemaakt dan kan de gebruiker (lokaal) een logboek van de activiteit bijhouden. Dit logboek wordt aangemaakt als het vakje voor “Activiteit registreren” wordt aangevinkt. Hierna moet een directory gekozen worden waar de activiteitgegevens worden opgeslagen. Een markering is een tekst waarop binnen het logboek naartoe gesprongen kan worden.
Figuur 23 Markeringen
Hierdoor kan men tijdens de evaluatie de belangrijkste gebeurtenissen snel tonen.
Pagina 19 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
3.3.3 Beheer De knoppen “Verbindingen”en “Beheren” zijn bedoeld voor systeembeheerders in Plot.
3.4 Koppeling LCMS Plot en LCMS Tekst Wijzigingen in LCMS Tekst worden in LCMS Plot gesignaleerd voor de activiteit waar de tekening aan gekoppeld is. Grip niveau en wijziging van de naam van de activiteit worden direct zichtbaar in Plot. Wijzigingen in de tekst worden door middel van weergegeven.
Pagina 20 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
4.0 Beeld Zowel de positie van de getoonde kaart(en) binnen LCMS Plot als de Viewport op de actieve kaart van het activiteitbeeld worden bepaald door instellingen in de ribbon “Beeld“
Figuur 24 RIBBON: Beeld
4.1 Zoomen Er wordt meermalen gesproken van een Viewport. Hier de definitie: een Viewport definieert het kaartgebied dat op het scherm moet worden weergegeven Zoom in/ zoom uit Inzoomen wordt geactiveerd door met de linkermuistoets een plaats op de kaart aan te klikken. Daarna het tweede punt aanklikken, hiermee is het ingezoomde gebied gedefinieerd. Uitzoomen gaat direct zonder aanklikken met een vooraf ingestelde factor. Zoom naar Regio Bij het opstarten van LCMS Plot bevat de Viewport de regio van het inlogprofiel. Na een aantal zoom manipulaties kan de gebruiker weer naar de begintoestand gaan door op de “Zoom naar Regio” knop te klikken waarna de eerste View weer verschijnt. Alles in beeld Na klikken op de knop zijn alle teken onderdelen zichtbaar. Dus plaatjes, lijnen gebieden etc. Zijn er tekendelen buiten de eigen regio geplaatst, dan bevat de Viewport dus ook informatie buiten de inlog regio. Vorige zoomniveau/Opnieuw zoomen Deze functies fungeren als “Vorige/ Volgende” knoppen voor de verschillende zoom niveaus. Zie bijvoorbeeld vooruit/achteruit bladeren bij een internet browser.
Figuur 25 Vorige/volgende
Pagina 21 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
4.2. Venster Verversen Op sommige computers kan het voorkomen dat een deel van de kaart of de tekenonderdelen niet correct opgebouwd worden. Met verversen wordt het beeld nogmaals opgebouwd zodat de ontbrekende tekenonderdelen wel zichtbaar worden. LET OP: Als de tekenonderdelen niet ingeladen zijn is er natuurlijk geen verschil. Verversen helpt alleen als een beeldscherm refresh. De resultaten zijn dus niet altijd conform de wens van de gebruiker. Kloon Venster Een kaart kan gekloond worden. Hierdoor staat het beeld van de activiteit twee maal op het scherm. De kijk modii van beide views zijn onafhankelijk van elkaar in te stellen, maar de tekendelen (content) zijn op beide viewports identiek.
Figuur 26 Gekloond venster in andere view mode
Pagina 22 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Wissel venster Het is altijd mogelijk om het gedeelde beeld weer om te zetten naar een volledig beeld van een van de viewports. Dit gebeurt via “Wissel venster”. Het op te bouwen venster wordt gekozen en als enige getoond.
Figuur 27 Wisselen venster
Rangschikken Er zijn een aantal situaties mogelijk waarbij meerdere kaarten en tekeningen op het scherm afgebeeld worden. Bijvoorbeeld na het inlezen van een vectorkaart, de kaart klonen en “Rangschikken” krijgt men het onderstaande beeld op het scherm. Met “Rangschikken” en “Wissel venster“ kunnen de vensters gemanaged worden.
Figuur 28 Rangschikken vensters
Pagina 23 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Modus
Figuur 29 Weergave Modus
Met deze instellingen kunnen een aantal Weergave mogelijkheden worden gekozen. In het algemeen is het raadzaam om alleen de functie “Lijndiktes correct weergeven” te gebruiken en de andere mogelijkheden op de standaard instelling te laten staan. Als een gebruiker zeer ver inzoomt, kan het raadzaam zijn om de gekozen lijn dikte (even) op nul te zetten. Hiermee wordt dan het zicht op de Viewport verbeterd:
Figuur 30 Aanpassen lijndiktes
Pagina 24 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
4.3 Panelen
Figuur 31 Panelen: Extra functies
De functies onder “Panelen zijn alleen te gebruiken door beheerders. Het is raadzaam om de standaard instellingen te laten staan.
Pagina 25 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
5.0. Meten
Figuur 32 RIBBON: Meten
Meten Op de kaart kan gemeten worden. Bij het meten worden de instructies en de (tussen)resultaten in de resultatenbalk linksboven getoond.
Bij de meerpuntsmeting kan het laatste punt telkens worden verwijderd door erop te klikken. Afbreken van de meting gebeurt met ESC, afsluiten van de meting gebeurt met ENTER.
De resultaten worden getoond in de eenheden rechtsonder. In dit geval M(eter) De gekozen eenheid kan veranderd worden door te klikken op de M (meters)
Figuur 33 Veranderen eenheden
Pagina 26 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Analyse Na het selecteren van bepaalde gebieden kan de gebruiker analyse gegevens opvragen. De resultaten worden gegenereerd in een Excel document. Dus meerdere programma‟s kunnen deze documenten openen. LET OP: Op dit moment kunnen alleen landelijke CBS gegevens over de bewoners van geselecteerde gebieden worden geraadpleegd.
Figuur 34 Analyse gegevens
LET OP: Risico objecten zijn alleen op bepaalde lokale systemen voorhanden. LET OP: Locaties van WAS Palen zijn alleen op bepaalde lokale systemen voorhanden.
Voorbeeld: Inwoners in het oranje gebied. Klikken op symbool achter “Bekijk CBS bewoners data in spreadsheet”
Pagina 27 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Figuur 35 Vaststellen aantallen bewoners via CBS gegevens
Pagina 28 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Door op de Excel tab Samenvatting te klikken wordt het volgende zichtbaar:
Figuur 36 Resultaten Analyse CBS gegevens
Pagina 29 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
6.0. Tekenen
Figuur 37 RIBBON: Tekenen
Zowel bij het tekenen als het (ver)plaatsen van symbolen en plaatjes kan de gebruiker op meerdere manieren een positie bepalen. Met een muisklik of door het ingeven van coördinaten. Het standaard gebruikte coördinaten systeem is het Rijksdriehoekstelsel met het nulpunt bij Parijs. (La Celle-Saint-Cyr) Absolute coördinaten worden met hoofdletters X, Y ingegeven. Deze zijn gerefereerd aan het nulpunt van de kaart. Een punt geven door middel van een kleine x, y geeft de plaats ten opzichte van de laatste cursor positie. Deze cursor positie wordt op de kaart aangegeven door een rechthoekje.
6.1. Handeling Ongedaan maken/Opnieuw uitvoeren/Afbreken Deze functies fungeren als “Vorige/ Volgende” knoppen voor de verschillende handelingen. Zie bijvoorbeeld vooruit/achteruit bladeren bij een internet browser.
6.2. Klembord Knippen/Kopiëren
Plakken
Een selectie van grafische objecten (zie bijvoorbeeld 6.3 Selecteren) kan verplaatst dan wel gekopieerd worden. Bij zowel het knippen als het kopiëren wordt een referentiepunt gevraagd, dat na aanklikken van “Plakken”, op de kaart gezet kan worden. Het neerzetten kan handmatig plaatsvinden, het kan ook door het opgeven van een X en Y coördinaat in de opdrachtregel..
Pagina 30 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Kopieer tekening
Plakken
Het scherm van een activiteit beeld kan in zijn geheel gekopieerd worden. Na aanklikken van de functie wordt het (pixel)beeld in het klembord gezet. Hierna kan het klembord weer in een andere kaart geplakt worden. Het neerzetten kan handmatig plaatsvinden, het kan ook door het opgeven van een X en Y coördinaat in de opdrachtregel LET OP: Na het gebruik van een (Kopieer/Plakken) functie moet deze afgebroken worden. Dit kan door gebruik te maken van de afbreekfunctie uit de ribbon:
Of:
Een derde manier is het gebruiken van de <ESC> toets op het toetenbord.
Pagina 31 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
6.3 Muismodus Selecteren
Verschuiven/GUM/Verwijderen
Na het kiezen van “Selectie” en het aanwijzen van de gewenste selectie verschijnt een sub venster in de Ribbon.
Figuur 38 Selectie scherm
Verwijderen
Behoeft geen verder commentaar
Verplaatsen
Combinatie van knippen, plakken
Verplaatsen vanuit het midden Item als Verplaatsen; referentie punt in het midden Draaien
Het systeem vraagt eerst om een rotatiepunt of een hoek. Daarna om een rotatiehoek of een rotatiepunt.
Draaien vanuit het midden
Geeft de mogelijkheid om dynamisch om het midden van de selectie te roteren.
LET OP: Het is niet mogelijk om een selectie waarin een cirkel (boog) of ellips is opgenomen, te draaien. Grootte aanpassen
Vergroten of verkleinen van de selectie met de mogelijkheid om tekst en symbolen mee te schalen. Na klikken op OK vraagt LCMS Plot om een referentie punt ten opzicht waarvan de verschaling plaats vindt. De afstand tot dat punt wordt dan ook met die verschalingsfactor vermenigvuldigd.
Figuur 39 Vergroten/verkleinen
Grootte aanpassen vanuit het midden. Geeft de mogelijkheid om de selectie dynamisch vanuit het midden te vergroten dan wel te verkleinen. Pagina 32 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Naar voorgrond/Naar achtergrond
In een aantal gevallen is het niet mogelijk om een selectie te maken omdat er een grafisch object voor ligt. Dit kan bijvoorbeeld een plaatje zijn, of een getekend oppervlak. Na selectie kan het voorliggende object dan tijdelijk dan wel definitief achter de andere objecten geplaatst worden.
Voorbeeld invloedcirkels van WAS-palen (sirenes)
Figuur 40 Objecten met inzetprocedures en C2000 dekking achter invloedcirkel
Spiegelen.
Figuur 41 Objecten met inzetprocedures en C2000 dekking voor invloedcirkel
Bij het spiegelen vaagt LCMS Plot om een referentiepunt of een hoek van de spiegel-lijn. Daarna om een hoek van de spiegel-lijn of een referentiepunt.
6.4 Invoegen Gasmal Het is mogelijk om met het Gasmal programma van TNO een gasmal te genereren. Als deze gegevens binnen het gasmalprogramma zijn opgeslagen en met de knop “Inzien”weer op het scherm getoond worden, kan de inhoud van het formulier naar het klembord worden gekopieerd en in LCMS Plot worden ingelezen.
Pagina 33 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Figuur 42 Gasmal invoerscherm
Na klikken op “Naar Klembord” en binnen LCMS Plot op “Gasmal” komt het volgende venster
Figuur 43 Importeren Gasmal gegevens
Klikken op “Importeer vanaf klembord”en “Plaatsen” situeert de pluim op de juiste coördinaten, met de juiste hoek en met de juiste chemische en fysische gegevens.
Pagina 34 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Deze gegevens kan de gebruiker inzien door na selectie van de pluim nogmaals te klikken of met de rechter muis toets op attributen te klikken. Nogmaals klikken:
Figuur 44 Gasmal gegevens uit Gasmal
Pagina 35 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Rechtermuis klik en attributen kiezen:
Figuur 45 Gasmal gegevens
Pagina 36 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Klikken op vraagtekens achter Rapport geeft een rapportage van de ingevulde gegevens bij het genereren van de mal:
Figuur 46 Gasmal gegevens in rapport
LET OP: Als er in het Gasmal programma een pluim is geselecteerd, en op het klembord is gezet, wordt bij het exporteren naar Plot geen X, Y informatie meegenomen. Dus eerst “OK” klikken en dan “Inzien”. LET OP: Als er bij de dataoverdracht gegevens missen, bijvoorbeeld de X, Y coördinaten, dan worden de bekende gegevens in LCMS Plot ingevuld en kan de gebruiker de ontbrekende gegevens nog aanvullen. Dus de pluim wordt dan niet automatisch geplaatst. LET OP: Bovenstaande gegevens hoeven niet te kloppen.
Pagina 37 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Vuurhaard Met dit symbool wordt de snelheid van een bosbrand als functie van de windsnelheid weergegeven.
Figuur 47 Afbeelding: Vuurhaard dialoog
De windsnelheid wordt in m/sec gegeven, de windrichting in graden. Deze gegevens zijn op dit moment nog niet gekoppeld aan de wendroos. Noorderwind = 0 graden. Elke kleur vertegenwoordigt een uur in de tijd. Rood na één uur, bruin na twee uur enz.
Figuur 48 Afbeelding: Weergave van de vuurhaard
Na selecteren van het symbool en klikken met rechtermuis knop, kan het symbool zowel in grootte als richting gewijzigd worden. De locatie kan op de bekend wijze worden gewijzigd.
Pagina 38 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Symbool of Tekening Het invoegen van een Symbool of tekening via deze functie vindt plaats via een selectie vanuit het besturingssysteem.
Figuur 49 Selecteren van een opgeslagen Symbool
Na selectie hangt het symbool aan de cursor en kan geplaatst worden.
Pagina 39 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Afbeelding Het invoegen van een afbeelding via deze functie vindt plaats via een selectie vanuit het besturingssysteem
Figuur 50 Selecteren van een opgeslagen Afbeelding
Bij het invoegen wordt standaard de lengte/breedte verhouding van de afbeelding vastgehouden. Door te klikken en vervolgens tijdens het plaatsen, met de muis te slepen kunnen de dimensies veranderd worden.
Figuur 51 Vaststellen grootte van een afbeelding
Het tweede te plaatsen punt bevindt zich tijdens het plaatsen dus linksonder. LET OP: Bij sommige computers kan de gebruiker niet bladeren boven “Bureaublad”. Dit is op te lossen door de bestandsnaam, in te vullen: “C:\dirnaam\bestandsnaam” of “C:\dirnaam\” en dan kiezen.
Pagina 40 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
6.5 Tekenen
Figuur 52 Basis Tekenonderdelen
Er kan getekend worden met behulp van de basis tekenonderdelen:
a. b. c. d. e. f. g. h. i. j.
lijn Cirkel Rechthoek Polygoon (gesloten veelhoek) Tekst Schets Pijl Poly-lijn Curve Boog
Afmetingen kunnen worden gegeven rechtsboven in het invoerveld of door middel van de muis op de kaart. Standaard wordt de afstand gerekend in Meters, maar dit is in te stellen door dubbelklik op M rechts onderin en kiezen van een andere eenheid.
Punten kunnen door de muis worden aangegeven, door X en Y coördinaten, of het ingeven van relatieve offset coördinaten ten opzichte van het laatst ingegeven punt. Coördinaten worden gegeven door hoofdletter X en hoofdletter Y, relatieve posities door kleine x en kleine y. Schetsen wordt gedaan door de muis tijdens het bewegen ingedrukt te houden. Bij de vorming van vlakken met behulp van polygonen (ketting van lijnstukken) wordt de ketting door de invoer van „Enter‟ gesloten en wordt het vlak afgebeeld.
Pagina 41 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
6.6. Vormen Cursor verplaatsen
Het kan nodig zijn om te tekenen of een symbool te plaatsen met een offset ten opzichte van een bekend punt. Dus bijvoorbeeld 100m links van punt XX. Daartoe kan men de cursor op dat punt zetten (rechthoekje) en vervolgens met x,y coördinaten (in dit voorbeeld x -100,y 0) de gewenste actie uitvoeren.
6.7. Bewerken poly-lijn Na selectie van een poly-lijn of een schets lijn kan via het activeren van de rechtermuistoets de optie : Bewerk poly-lijn gekozen worden. De poly-lijn kan overal met de muis worden opgepakt. Hierna kan dat punt worden versleept. Het editen beperkt zich niet alleen tot het verslepen van hoekpunten, ook punten tussen de hoekpunten kunnen worden versleept.
Figuur 53 Poly-lijn bewerken
De lijn die gebroken moet worden aanklikken en het breekpunt verslepen.
Pagina 42 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
7.0. Opmaak Alle getekende elementen hebben, standaard, bepaalde kenmerken.
Figuur 54 RIBBON: Opmaak
Deze kenmerken kunnen worden ingesteld voordat het betreffende element type wordt getekend, of naderhand nog veranderd. De beheerders van de regio‟s kunnen zelf instellingen toevoegen. Hier wordt niet verder op ingegaan.
Pagina 43 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
8.0. Publiceren De geautoriseerde plotters kunnen de (tussen)resultaten van de gezamenlijke opbouw van het grafisch totaalbeeld in de LCMS Viewer publiceren
Figuur 55 RIBBON: Publiceren
Figuur 56 Publicatie Filter
Publiceren kan per laag, een selectie van meerdere lagen of alle lagen. Het resultaat is te zien door in de betreffende activiteit bij LCMS Tekst op “Viewer” onder het Totaalbeeld te klikken.
Pagina 44 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
9.0. Attributen
Figuur 57 RIBBON: Attributen
Attributen zijn tekstuele gegevens die aan de verschillende grafische objecten en lagen kunnen worden toegewezen. Na selectie van een grafisch object verschijnt de ribbon “Attributen” De standaard set wordt hieronder weergegeven.
Na selectie van een grafisch object kunnen de juiste attributen worden ingevuld en aan het object worden toegekend.
Figuur 58 Layout attribuut “Info”
Pagina 45 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
10.0. Preparatieve gegevens. In LCMS Plot kunnen preparatieve gegevens van verschillende bronnen en aard worden ingelezen. -
LCMS kaarten. LCMS Symbolen LCMS tekeningen Extern kaart materiaal Externe tekeningen WMS lagen
In LCMS Plot kunnen preparatieve kaarten worden aangemaakt. Deze kaarten kunnen lokaal worden weggeschreven of op de centrale databank opgeslagen zodat iedereen ze kan gebruiken. Bij het ophalen uit de databank worden ze eerst lokaal als .tld bestand op het filesysteem gezet. Hierna kunnen ze als bestand worden ingelezen, zie hoofdstuk 2.1. Het aanmaken van kaarten met preparatieve data erop kan met de gewone teken en kopieer functies van LCMS Plot gedaan worden. Preparatieve kaarten kunnen ook als laag ingelezen worden. Hiertoe moeten ze, zie hoofdstuk 6.4, als symbool worden ingelezen. LCMS Plot vraagt om een referentiepunt; dit is X0, Y0, het nulpunt van de kaart waarop de gegevens worden ingelezen. LET OP: Bij het wegschrijven worden alleen de preparatieve gegevens weggeschreven en niet de ondergrond. Dus is de kaartlaag in elke geo-gerefereerde kaart te gebruiken. Het nulpunt van deze kaart moet uiteraard overeenkomen met het nulpunt van de kaart die gebruikt is om de preparatieve gegevens aan te maken anders worden ze op de verkeerde locatie gezet. De gebruiker van LCMS Plot kan ook plattegronden en bouwkundige tekeningen inlezen, bewerken en aan een activiteit toevoegen. Dit kan weer als een bestand of als als kaartlaag, bijvoorbeeld een plattegrond die op de juiste grootte is gezet. Voor vectortekeningen betekent dit dat de maten op de gekozen schaal correct moet zijn. LET OP: De coördinaten van het referentie punt hoeven dan niet tijdens het inlezen X0, Y0. te zijn. Het nulpunt van de tekening moet dan handmatig op de juiste X,Y coördinaat worden gezet. Externe kaarten en tekeningen, bijvoorbeeld op DXF formaat worden identiek behandeld als de eigen .tld bestanden.
Pagina 46 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Nieuwe WMS lagen kunnen worden ingelezen via de rechtermuistoets op het menu “Geografische lagen” en de functie “ Beheren”
Figuur 59 Layout “Geografische Lagen”
Hierna de nieuwe WMS URL toevoegen.
Figuur 60 Toevoegen van een WMS URL
Na het activeren van de URL kunnen lagen zichtbaar gemaakt worden, door de rechthoekjes voor de lagen aan te vinken. Met de rechtermuistoets en de functie “Transparantie” kunnen lagen meer of minder zichtbaar gemaakt worden.
Pagina 47 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Figuur 61 WMS Lagen
Om attributen van de WMS objecten in te lezen kan met de rechtermuis gekozen worden.
Figuur 62 WMS Informatie selecteren
Pagina 48 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Nu wordt het WMS symbooltje, in dit geval een groen rechthoekje of een groen driehoekje, aangeklikt en de WMS attributen van het betreffende symbool worden getoond. De gegevens blijven binnen LCMS Plot beschikbaar, ook na het verbreken van de WMS verbinding.
Figuur 63 Voorbeeld WMS Informatie
Pagina 49 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
11.0. Snelkoppelingen LCMS Plot kent een een aantal snelkoppellingen: -
Linksboven:
Figuur 64 Snelkoppelingen
-
Rechtermuistoets: Geen selectie op de kaart actief:
Figuur 65 Functies rechtermuistoets
De Functie “Toon lijnen als Labels is identiek aan “Lijndikten correct weergeven”uit hoofdstuk 0.
Pagina 50 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Selectie actief op de kaart:
Figuur 66 Selectie snelkoppeling
-
Klikken op
-
Klikken op
laat de selectie om zijn zwaartepunt draaien
biedt de mogelijkheid om de selectie groter/kleiner te maken
Pagina 51 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
-
Klikken op
toont onderstaand snelkoppelingsmenu
Eigenschappen. De items hieronder zijn afhankelijk van het geselecteerde grafische element. Voorbeeld 1:
Gevulde rechthoek
Figuur 67 Aanpassen eigenschappen “Vulling”
Pagina 52 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Voorbeeld 2
Tekst
Figuur 68 Aanpassen eigenschappen “Tekst”
Voorbeeld 3: Symbool
Figuur 69 Eigenschappen Symbool
Pagina 53 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Het referentiepunt slaat op de positie van het plaatje binnen het coördinaten systeem van het symbool.
Vergrendelen maakt het geselecteerde object “alleen lezen”. Dit wordt weergegeven met een slotje. “Toon attributen” is identiek aan dubbelklikken op een object. De toegewezen attributen worden getoond.
LET OP: Een selectie met een cirkel(boog) erin is niet te roteren
LET OP: Transparantie aangepast met deze snelkoppeling wordt niet in de Viewer weergegeven.
Pagina 54 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
Toetsaanslagen (Toetscombinaties) Hier volgt een overzicht van de beschikbare combinaties van toetsaanslagen waarmee u de applicatie ook bepaalde opdrachten kunt geven. 'Ctrl' + 'N'
Een nieuw bestand/een nieuwe tekening maken.
'Ctrl' + 'O'
Een bestand/een tekening openen.
'Ctrl' + 'S'
Het actieve bestand/de actieve tekening bewaren.
'Ctrl' + 'J'
Een nieuwe conferentie beginnen of een bestaande betreden.
'Esc'
Het actieve commando afbreken.
'Ctrl' + 'Z'
Het laatste commando/de laatste commando's opeenvolgend ongedaan maken.
'Ctrl' + 'Shift' + 'Z'
Het ongedaan maken ongedaan maken.
'Ctrl' + 'X'
Het geselecteerde object/de geselecteerde objecten knippen.
'Ctrl' + 'C'
Het geselecteerde object/de geselecteerde objecten kopiëren.
'Ctrl' + 'V'
Een kopie van het object/de objecten op het klembord in de tekening plaatsen.
'Delete'
Het geselecteerde object/de geselecteerde objecten verwijderen.
'Ctrl' + 'A'
Alle objecten selecteren.
'Ctrl' + 'D'
Niets selecteren.
'Ctrl' + 'F'
Het geselecteerde object/de geselecteerde objecten naar voren brengen.
'Ctrl' + 'B'
Het geselecteerde object/de geselecteerde objecten naar achteren brengen.
'Ctrl' + 'T'
Het onderdeel 'TOP' activeren.
'Ctrl' + '1', '2', ...
Een van de geopende tekeningen voor plaatsen.
'Ctrl' + rechter muistoets
Pan-en.
'Shift' + rechter muistoets
Zoom-en.
'Ctrl' + omhoog/ rechts/...
Kleine stappen pan-en in de gekozen richting.
'Shift' + omhoog/ rechts/...
Grote stappen pan-en in de gekozen richting.
'Ctrl' + een rand van een venster Het vergroten of verkleinen van een venster met behoud van de verhouding tussen hoogte en breedte. 'Alt' + de onderstreepte letters in de menu's Geeft u toegang tot bijna alle commando's op de menu's met behulp van het toetsenbord. De overige commando's kunt u selecteren met de toetsen 'omhoog', 'rechts', 'omlaag' en 'links'.
Pagina 55 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
12.0. Zoeken postcode of straatnaam Het is mogelijk om op postcode of op straatnaam (adres) te zoeken. Na het klikken op en invullen van het adres of postcode springt LCMS Plot automatisch naar de gewenste locatie.
Figuur 70 Zoeken op adres
In het zoekschermpje kan een gebruiker een postcode gedeeltelijk invullen en klikken op daarna definitief te selecteren.
Figuur 71 Zoeken op postcode
Pagina 56 van 57
Algemene handleiding Plotter 1.4
13.0. De windroos De windroos links onderin geeft de (belangrijkste) windrichting aan. Deze richting is aan te passen door op het symbooltje rechts bovenin te klikken.
Figuur 72 Draaien van de windroos
De richting van een geplaatste gasmal kan mede beïnvloed worden. (Toepassen op alle geplaatste gasmallen). LET OP: Noorderwind is 0 graden. Oostenwind is 90 graden Zuidenwind is 180 graden Westenwind is 270 graden
Pagina 57 van 57