1
ALGEMENE GEGEVENS: Hondenopleidingscentrum Both (H.O.C. Both) Heistraat 62 A 5161 GH Sprang-Capelle telefoonnummer mobiel telefoonnummer
0416-278426 06-22066457
bankrekening nummer ING Bank
66 56 75 305
Kamer van koophandel nummer. 18045861 Aangesloten bij Federatie Hondensport Nederland (F.H.N.) Trainingslokatie Vier Heultjes te Sprang-Capelle
TRAININGEN: Puppy-cursus Cursus Gehoorzame huishond 1 Cursus Gehoorzame huishond 2 Individuele gedragsbegeleiding Cursus Behendigheid beginners (Agility) Behendigheid voor gevorderden Cursus Treibball beginners Cursus Treibball gevorderden
2
HONDENOPLEIDINGSCENTRUM
INLEIDING Hondenopleidingscentrum Both heeft zich toegelegd op de opvoeding en gedragstherapie van honden. Wanneer u het gedrag van uw hond begrijpt, zult u daarmee beter weten om te gaan. We hebben als doelstelling baas en hond zoveel te leren dat er een goede verstandhouding tussen beide ontstaat. U kunt dan met uw hond gaan wandelen zonder over straat getrokken te worden. U kunt met de hond gaan winkelen zonder meteen de WA-verzekering te moeten inschakelen. Kortom u krijgt een welopgevoede hond, waarmee u overal kunt verschijnen.
Doel van de cursusmap De cursusmap dient ter ondersteuning van de cursus. Hierin wordt een beeld gegeven van het karakter en gedrag van een hond. Door deze goed door te lezen zult u de praktijklessen ook beter begrijpen. In deze cursusmap wordt de hond vaak aangeduid met hij of hem. Dit heeft niets om het lijf, maar komt omdat zowel ‘hond’ als ‘pup’ mannelijke woorden zijn. Dus; voor teven geldt hetzelfde als voor reuen.
Vragen? Wanneer u een vraag heeft stel deze dan ook! Domme vragen bestaan niet!!!!!!!!.
Vanuit mijn kant zeg ik u toe dat ik mij volledig inzet, u te helpen om van uw hond een gehoorzame huishond te maken. Wel moet u zich daarbij realiseren dat alleen het volgen van de lessen weinig zin heeft, maar dat u altijd consequent blijft en dat u dagelijks een aantal minuten zult moeten oefenen.
Corrianne Both.
3
HONDENOPLEIDINGSCENTRUM
CURSUS INFORMATIE HUISREGELS Om het èèn en ander goed te laten verlopen dient u zich aan de volgende regels te houden. Laat de hond goed uit voor u naar de les komt. Laat de hond netjes naast u lopen en nergens plassen of poepen als u naar het trainingsveld komt. Mocht er toch een ongelukje gebeuren dan ruimt u dit gewoon zelf even op. De emmer, een schop of een plastic zakje kunt u op het oefenterrein vinden. Houdt uw hond altijd aangelijnd, alleen met toestemming van de instructeur kunt u uw hond los laten. Laat uw hond nergens gaten graven.
Let op: Er bevindt zich geen toilet op het terrein. Denk eraan gemakkelijk zittende kleding en stevig schoeisel aan te trekken, dus geen lange wapperende jas of hoge punt hakken. Neem een speeltje mee waarop uw hond helemaal verzot is. Het is de bedoeling dat het speeltje alleen tijdens het oefenen gebruikt wordt. Daarnaast kunt u als beloning ook wat brokjes meebrengen. Breng een goed humeur mee (dit voor de instructeur en uw hond). Mocht u een keer verhinderd zijn, dan zou ik het op prijs stellen dat u mij dat laat weten. Als u dit telefonisch doet zal ik wel weer niet aanwezig zijn, maar spreek dan even de telefoonbeantwoorder in, of bel via de mobiele telefoon.
PUPPY-CURSUS Met deze cursus hoop ik u een beter inzicht te geven hoe u een positieve rol kunt spelen in het vormen van het karakter van het puppy. Hoe u dat wollig baaltje kunt leren te gehoorzamen. Ik probeer u "hondsgedrag" aan te leren zoals consequent gedrag. Veel discipline en veel genegenheid maken een vrolijke, actieve en gehoorzame hond. Deze cursus vormt de basis voor de opvoeding van de pup. Zo leert u de pup onder andere: netjes meelopen aan de lijn; zitten; liggen; hier komen; commando “los”; staan. Een hond is een gewoontedier, dus zult u naast het volgen van de lessen iedere dag even moeten oefenen met de pup. Een paar minuten is al voldoende. Oefen niet wanneer de pup slaap heeft, pas gegeten heeft of erg hongerig is. Deze cursus bestaat uit 10 lessen van elk 50-60 minuten en wordt afgesloten met een certificaat van deelname als er tenminste 7 lessen gevolgd zijn.
4
HONDENOPLEIDINGSCENTRUM
GEHOORZAME HUISHOND 1 Met deze cursus hoop ik een beter inzicht te geven hoe u een positieve rol kunt spelen in het vormen van het karakter van de hond. Hoe u eventueel probleemgedrag om kunt buigen naar gewenst gedrag. Ik probeer u “hondsgedrag” aan te leren zoals consequent gedrag. Veel discipline en veel genegenheid maken een vrolijke, actieve en gehoorzame hond. Deze cursus vormt de basis voor een gehoorzame huishond. Zo leert u de hond onder andere: aangelijnd volgen; zitten; liggen; lig en blijf (1 minuut); zit en wacht; staan en betasten; en natuurlijk het allerbelangrijkste, hier komen. Een hond is een gewoontedier, dus moet u natuurlijk naast het volgen van de lessen iedere dag even thuis oefenen, al is het maar 10 minuten. Op deze manier kunt u van het goede gedrag een gewoonte maken. Deze cursus bestaat uit 12 lessen van elk 50-60 minuten. Na 12 lessen wordt de cursus afgesloten met een examen. Als het examen voldoende is wordt een certificaat van deelname met goed gevolg uitgereikt. Als het examen onvoldoende is of als niet aan het examen is deelgenomen, wordt een certificaat van deelname uitgereikt. Wel dienen dan tenminste 8 lessen gevolgd te zijn.
GEHOORZAME HUISHOND 2 Deze cursus is het vervolg op de cursus Gehoorzame huishond 1. Het is de bedoeling dat het geleerde in de eerste cursus geperfectioneerd gaat worden en aangevuld wordt met een aantal nieuwe oefeningen. Zo leert u de hond onder andere: los volgen (zonder lijn); los zitten; los liggen; los staan; lig en blijf (3 minuten); de terugplaats oefening, bestaande uit voorkomen, aan de voet komen en het terugsturen rechts volgen; en perfectioneert u: het aangelijnd volgen; aangelijnd zitten; aangelijnd liggen; aangelijnd staan; zit en wacht; Bij deze cursus geldt hetzelfde als bij de vorige, naast het volgen van de lessen dient u iedere dag even thuis oefenen, al is het maar 10 minuten. Deze cursus bestaat uit 12 lessen van elk 50 minuten. Na 12 lessen wordt de cursus afgesloten met een examen. Als het examen voldoende is wordt een certificaat van deelname met goed gevolg uitgereikt. Als het examen onvoldoende is of als niet aan het examen is deelgenomen, wordt een certificaat van deelname uitgereikt. Wel dienen dan tenminste 8 lessen gevolgd te zijn.
5
HONDENOPLEIDINGSCENTRUM
GEDRAG VAN DE HOND Uw hond is een wolf Vele eeuwen geleden is de mens er in geslaagd de oerhond, de wolf, de oorspronkelijke voorvader van onze huishond, te temmen. De wolven fungeerden als vuilnismannen van de rondtrekkende volksstammen. Hun aanwezigheid schrikte wilde dieren af. De warmte en het gemakkelijk te vinden achtergebleven voedsel waren voor de wolven reden genoeg om in de buurt van de mensen te blijven. Zo ontstond uiteindelijk de hond, gefokt voor verschillende taken zoals veehoeders, jachthonden, waakhonden, sledehonden en gezelschapshonden. Al zijn nu de eigenschappen zoals schuwheid weggefokt, toch is de taal van de wolf nog steeds de moedertaal van onze huishond. Alle sociale omgangsregels zijn nog steeds geldig. Het is van belang dat u zich dat realiseert, want juist hierdoor past de hond prima in onze samenleving. U bent de superieure hond met drie koppen Onderzoek heeft uitgewezen dat de hond ons als soortgenoot ziet. Honden likken elkaar. U kunt dit ook: likken met uw handen doormiddel van strelen en bijten doormiddel van knijpen. Uw handen hebben dus dezelfde mogelijkheid als de kop van de hond. Vandaar dat de hond u ziet als een superieure hond met drie koppen. U moet een hond dan ook niet slaan, honden slaan elkaar immers ook niet. U dient de hond te straffen door hem in zijn nekvel te knijpen. (Dit doen we ook met de slipketting). Het gezin is zijn roedel Wolven leven in een roedel. De roedel wordt geleid door een consequente roedelleider. Zijn gedrag is bepalend of er wordt gejaagd, geslapen, gevlucht of gevochten. De roedel let op zijn gedrag, niet andersom, dat zou teveel van zijn energie eisen, hij heeft het al druk genoeg met zijn verantwoordelijkheid. De aandacht van de roedelleden is onvoorwaardelijk voor de roedelleider. Hij hoeft niet steeds achterom te kijken of de rest volgt, hun veiligheid hangt immers af van de roedel en dus van hem. De hond ziet ons gezin als roedel. En omdat hij recht heeft op een roedelleider zullen wij deze taak moet vervullen. De hond is geen democraat maar heeft duidelijk behoefte aan een consequente leiding. Is er geen duidelijke leiding dan zal de hond deze op zich nemen, met alle nare gevolgen van dien. Dus moeten wij er voor zorgen dat de hond de laagste rang in de roedel krijgt. Alle gezinsleden komen in rangorde boven de hond. Dat uw hond onderaan de roedel staat wil niet zeggen dat u niet van uw hond mag houden of hem regelmatig een knuffel geeft. Maar wil wel zeggen dat u als roedelleider als eerste eet, als eerste de deur uit gaat, bepaalt wanneer er gespeeld gaat worden enz. Opvoeden van uw pup Tot de leeftijd van acht weken krijgt de pup veel vrijheid van de roedel. Toch krijgt de pup van de moeder de betekenis van nee geleerd. Wanneer hij zijn moeder pijn doet dan grauwt zij hem toe, zij hapt dicht bij de snuit van de pup, maar bijt niet. Bij de acht weken begint de moeder een strengere discipline toe te passen. Zij speelt veel met ze voor een goede sociale ontwikkeling. Zo worden er onder andere jachtspelletjes gedaan. Toch stelt de moeder ook duidelijke verboden in en let zij er zeer nauwgezet op dat die consequent worden nageleefd. Bij overtreding wordt de pup krachtig in het nek- of rugvel gepakt en de moeder laat pas los als de pup zich overgeeft, door zich, onder flink gepiep, op de rug te werpen. De straf wordt door de overtreder goed begrepen. Toch zal de pup nog vaker proberen waar zijn grenzen liggen. Als de moeder hierin duidelijk consequent blijft, zal de bestrafte vriendschappelijk naar de moeder lopen en haar door likken, mondstoten en pootjes geven zijn eerbied bewijzen. Het is alsof de pup wil zeggen “jij weet duidelijk wat je wil, in jou kan ik vertrouwen hebben”.
GEVOELIGE PERIODEN IN EEN HONDELEVEN 6
HONDENOPLEIDINGSCENTRUM
Fase van de pasgeborene 0 - 3 weken In deze periode wordt 90% van de tijd besteed aan slapen en de rest van de tijd wordt besteed aan eten. Het jonggeborene heeft een primitieve smaakzin, maar vertrouwt op zijn zintuig om te voelen en is gevoelig voor koude. Op de dertiende dag gaan de oogjes open, maar het echte zien ontstaat pas ronde de 18e dag. Inprentingsperiode 3 - 12 weken De inprentingsfase is een blauwdruk voor het leven. Als de jonge hond voor het eerst het nest verlaat doet hij een aantal indrukken op. Deze indrukken zijn bepalend voor de rest van zijn leven. Zo leert hij wat soortgenoten zijn en wat geen soortgenoten zijn. Als de hond tijdens deze periode geen andere honden ziet dan zal hij op latere leeftijd andere honden ook niet als soortgenoten herkennen en met gestoord gedrag reageren (bijvoorbeeld agressief, enorm angstig). Ditzelfde geldt ook voor ontmoeting van mensen (week 5 en 6), andere dieren, de bus, de trein, het verkeer enz. (7e week). Wanneer hiermee geen kennis is gemaakt, kan er later zeer angstig op gereageerd worden. De direkte verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de fokker. U ziet dus dat het belangrijk is een pup te kopen bij een goede fokker. U hoeft niet de gehele dag met een jonge hond door de stad te lopen. Korte indrukken zijn voldoende. Als er tijdens de inprenting iets fout is gegaan kan dit op latere leeftijd niet meer hersteld worden!! De socialiseringsperiode 8 - 12 weken In deze fase leert de hond communiceren met de wereld. Tijdens het spel met andere honden leert hij het spel kennen. Wanneer het spel hem te grof wordt, zal hij zich op de rug gooien, waarbij hij zijn kwetsbare delen, zoals zijn buikje en keel, blootgeeft. Bij andere honden zal dan de bijtrem ofwel het ridderlijkheidsinstinct, optreden. Ook diverse signalen en ruimtelijke gegevens van de wereld om hem heen leert hij nu kennen. Wat is een kuil, wat gebeurt er als ik in het water loop. Voor de begeleider van de hond is het belangrijk om de hond te beschermen voor al te negatieve ervaringen omdat het anders een angstige schuwe hond kan worden. Negatieve ervaringen zijn niet erg, mits ze maar niet shockerend worden. Juist het aaien, troostend toespreken bevestigt de angst. Niet doen dus. Voorbeeld. Kwispelend en enthousiast loopt de hond naast u op de stoep. Onverwacht rent een kind voorbij en gaat hierbij op een pootje van de hond staan. Uw pup kermt van ellende en maakt zich klein van schrik. Wanneer u nu de hond optilt, hem vol liefde en troostend toe spreekt bevestigt u de schrik; rennende kinderen zijn doodeng. Wat had u nu wel moeten doen? Als de pup schrikt en zich overgeeft, spreekt u hem toe op een kordate, vrolijke toon van: niets aan de hand, het is alweer voorbij. Eventueel maakt u een stoeipartijtje met hem. Daarna gewoon weer doorlopen alsof er niets gebeurd is. Zeker niet troosten of knuffelen, want dan beloont u zijn schrikgedrag! En wanneer u dat doet dan beloont u het verkeerde gedrag. U bent voor de pup de roedelleider, dus gedraagt u zich ook zo. Alles wat uw hond positief leert tussen de 3e en de 12e week is bepalend voor zijn mogelijkheden in de toekomst. Maar ook: alles wat u nalaat of onjuist toepast. De rangorde periode 12 - 16 weken In deze fase wordt via stoeispelletjes en uitdagend gedrag bepaald welke plaats binnen de roedel bereikt gaat worden. Stoeispelletjes zijn dus rangorde spelletjes. U hoeft niet altijd te winnen, want het is goed voor de hond zijn zelfvertrouwen wanneer hij ook eens wint. Maar u wint in ieder geval het laatste spel. Dit betekent bijvoorbeeld bij het stoeien met een lap of balletje, dat u bij het laatste spel de bal/lap houdt en even niet teruggeeft aan de hond.
VORMING VAN HET KARAKTER 7
HONDENOPLEIDINGSCENTRUM
Het karakter van de hond wordt gevormd door factoren als erfelijke aanleg, opgedane ervaring, het milieu en de eigenaar. Erfelijke aanleg Het karakter van de ouder dieren bepaalt mede een stuk karakter van de hond. Bijvoorbeeld het waken en verdedigen bij honden zoals de Dobermann en Rottweiler of het hoeden van vee zoals de Border Collie. Ervaring in gevoelige perioden Hoe is de inprentings-, socialiserings- en rangordeperiode verlopen. Bij een pup kunnen we de laatste twee genoemde perioden nog beïnvloeden, bij een volwassen hond niet meer. Milieu Dit is de omgeving welke continue van invloed is op de hond, u dus. Welke prikkels en leersituaties worden de hond aangeboden. Inzicht, geduld en stabiliteit van de eigenaar Inzicht van de eigenaar; weet hij/zij hoe je met honden om moet gaan. Geduld; train de hond tijdens het aanleren c.q. afleren met veel geduld. Verwacht niet dat de hond het meteen begrijpt. Stabiliteit; is de eigenaar consequent en rustig, zeker van zichzelf en niet meteen over zijn/haar toeren wanneer iets niet lukt. Aan het inzicht, geduld en stabiliteit, zal met name, tijdens de puppy-cursus veel aandacht besteed worden.
8
HONDENOPLEIDINGSCENTRUM
HET LEERPROCES De beloning is de basis van uw opvoeding Algemeen Het leerproces bij een hond kunnen we eigenlijk heel kort als volgt omschrijven. Een hond herhaalt het gedrag wat een lustgevoel oproept (beloning) en vermijdt het gedrag wat een onlustgevoel oproept (bestraffen). Een hond kent de begrippen goed en slecht gedrag absoluut niet. Wel kent hij dingen die hij prettig vindt en andere dingen die hij onprettig vindt. De prettige dingen roepen bij de hond lustgevoelens op en daardoor wil hij ermee doorgaan of ze herhalen. De onaangename dingen wekken duidelijke onlust gevoelens op. Deze zullen vermeden worden. Voor goed gedrag belonen we onze hond, wat neerkomt op het stimuleren van zijn lustgevoelens. Wanneer de hond zich slecht gedraagt corrigeren we hem daarvoor door het gebruik van onlustgevoelens. Stimuleren van lustgevoelens Voor goed gedrag belonen we de hond. Het duidelijkst en eenvoudigst gebeurt dit door de hond te prijzen met de stem. Met een hogere en tevreden stem zegt u ‘braaaaf’ tegen uw hond. Het gaat hier vooral om de klank en de toonhoogte. Brommend braaf zeggen heeft natuurlijk geen effect. In het begin en als de hond bij u is laat u het ‘braaaaf’ vergezeld gaan van een lekkere aai of knuffel. Het belonen van goed gedrag moet op het juiste moment plaatsvinden. Dat wil zeggen direct na het vertonen van het goede gedrag. Als u te lang wacht zal de hond geen verband meer leggen tussen het vertoonde gedrag en uw beloning. Een hond heeft namelijk geen tijdsbesef. Probeer het lustgevoel zoveel mogelijk van uzelf te laten komen (lief, braaf, aai of klopje). Natuurlijk kunt u voor bepaalde moeilijke leerprocessen wel een hondekoekje gebruiken. Toch is het veel beter wanneer een hond gedrag herhaalt voor uw beloning en niet voor het koekje. Dit zou namelijk een voorwaarde kunnen worden (de hond doet het alleen voor een koekje). Gebruiken van onlustgevoelens Het straffen van een hond is in feite het opwekken van onlustgevoelens. Net zoals we een hond voor goed gedrag belonen, zullen we hem bij verkeerd gedrag duidelijk moeten maken dat dit niet getolereerd wordt. De hond zal bij het straffen het verband moeten kunnen leggen tussen het door hem getoonde gedrag en de straf die daar op volgt. Met andere woorden: een hond moet direct gestraft worden voor zijn foutieve daad en niet pas later. Een hond heeft geen tijdsbesef en kan een foute daad niet in zijn geheugen oproepen. Voor een hond telt alleen het huidige moment, het nu. Wanneer u denkt dat uw hond het best wel begrijpt omdat hij zijn oren helemaal plat legt als u hem na vijf minuten nog straft, heeft u het mis. De hond legt zijn oren plat omdat hij wel begrijpt dat u boos op hem bent, maar niet snapt waarom. Maar het feit dat u boos op hem bent maakt hem onderdanig, u bent namelijk roedelleider. De hond kan niet het juiste verband leggen tussen zijn foute gedrag van vijf minuten geleden en uw gedrag na die vijf minuten. Door de hond langere tijd na zijn foutieve daad te straffen, zou u alleen de relatie verslechteren. U vertoont op dat moment, als roedelleider, gestoord gedrag. Onlustgevoelens: indirecte associatie Een op heterdaad betrapte hond kunnen we bestraffen door op een boze toon, een scherp uitgesproken, ‘NEE’ of ‘FOEI’. De hond ervaart dan een onlustgevoel. Dit onlustgevoel wordt echter door u gecreëerd en niet door de gedraging op zich. Hij associeert het onlustgevoel indirect met het gedrag. Het is dus niet zeker of de hond het gedrag zal vermijden als u niet in de buurt bent. Dit is ook niet altijd nodig. Een hond die niet lang mag door blaffen nadat de bel is gegaan corrigeert u op deze manier. Hij laat het blaffen dan voor u. Blaffen op zich is dan niet onprettig, maar pas nadat u bijvoorbeeld ‘stil’ heeft gezegd. Onlustgevoelens: directe associatie
9
HONDENOPLEIDINGSCENTRUM
Vaak werken directe associaties veel beter en duurzamer. Het gedrag op zich wordt dan als onprettig ervaren en niet indirect via uw bestraffing. Twee voorbeelden. Een hond die aan zijn mand knaagt kunt u boos bestraffen met uw stem. Wanneer u nu merkt dat hij doorgaat wanneer u er niet bent kunt u de knaagplekken insmeren met aluin of sambal. Gegarandeerd dat de hond nu niet meer aan de mand knaagt, knagen aan de mand is afschuwelijk! Bij een indirecte associatie blijft de mand lekker maar uw bestraffing is niet fijn. Bij een directe associatie is de mand op zich niet lekker. Een hond die telkens door de heg kruipt kunt u met uw stem bestraffen (indirecte associatie). U kunt ook echter afspreken dat iemand achter de heg gaat staan en dat deze, zodra de hond er door kruipt hem flink laat schrikken (directe associatie) door hem bijvoorbeeld flink nat te spuiten. Door de heg kruipen is doodeng! Zoals u ziet vraagt het wel wat vindingrijkheid maar het leerproces verloopt echter wel veel sneller. Nog even dit Vooral mannen hebben vaak moeite met ‘braaaaf’ tegen hun hond te zeggen! Met het geven van onlustgevoel, het corrigeren, hebben vrouwen vaak moeite. Vooral op dit punt laten we merken dat we “mensen” zijn en geen honden. U zult echter merken dat het belangrijk is voor het leerproces dat u toch probeert “honds” te denken en te handelen.
10
HONDENOPLEIDINGSCENTRUM
OPVOEDING VAN DE PUP Zindelijk maken van de pup Een jonge pup moet over het algemeen na iedere maaltijd, na iedere slaapje of na een tijdje spelen een plasje doen. Als we de pup iedere keer onmiddellijk na de maaltijd, het slaapje of stoeipartijtje even buiten zetten en er op letten dat hij zijn behoefte doet en dit onmiddellijk prijzen met woorden als ‘braaave’ hond, zal hij na verloop van tijd dit kunstje door krijgen en zelf komen waarschuwen als hij naar buiten moet. Hou er rekening mee dat een hond tot de leeftijd van een half jaar tot een jaar, afhankelijk van de hond, zijn behoefte niet kan ophouden. U moet dus goed letten op de tekens die de hond geeft en niet denken ik laat hem over 10 minuten wel buiten, want dan is het meestal te laat en de pup kan er niets aan doen. Wordt dan dus ook niet boos. Bij het zindelijk maken moeten we aantal regels in acht nemen: Slaan helpt niet. Let goed op en probeer uw pup voor te zijn. Toon hem waar het wel mag. Wees zeer royaal met uw lof wanneer hij zijn behoefte buiten doet. Na een slaapje, na het eten en na een spelletje eerst even de hond buiten laten. Nooit een pup zonder toezicht buiten laten en zeker niet op straat. Wanneer u hem onderbreekt in zijn voorbereidingen en hem naar buiten brengt, oefen dan geduld tot de behoefte gedaan is, anders is alle moeite voor niets geweest. Trainen van de pup Allereerst dient bij de training voorop te staan dat uw pup plezier heeft in de oefeningen. Tijdens de eerste maanden mag er niet teveel druk op de pup uitgeoefend worden. Wanneer u dit wel doet haalt u het speelse en onderzoekende uit de pup. Leer dus de pup spelenderwijs de oefeningen. Oefen vaak, maar wel heel kort, 3 maal vijf minuten is beter dan 1 maal èèn kwartier. In de cursus Gehoorzame Huishond zullen commando’s verder uitgewerkt worden. Er wordt dan eerst een basis van aandacht gelegd, waarna we de commando’s kunnen eisen. Het leerproces verloopt dan veel sneller. Uw hond moet hiervoor minimaal 16 weken oud zijn.
11
HONDENOPLEIDINGSCENTRUM
REGELS VOOR DE OPVOEDING VAN DE PUP ALGEMEEN Stel tevoren met het gezin de leefregels vast, zoals wel of niet op de bank. Leer de pup dat geluid altijd een betekenis heeft, zoals bijv. NEE. U bent de baas, sta niet toe dat de pup wegloopt of ergens achter kruipt, terwijl u hem roept. Gebruik bepaalde speeltjes altijd voor het gezamenlijke spel. Geef de pup een vaste plaats in huis, maak deze leuk voor hem. Stuur hem nooit als straf naar zijn plaats. Als u hem een speeltje geeft, let er op dat dit niet op een gebruiksvoorwerp lijkt. De pup ziet geen verschil tussen een oude en een nieuwe theedoek. Als u het eten van de pup klaarmaakt, laat hem dan netjes gaan zitten. Wanneer de pup na 10 minuten nog niet gegeten heeft neemt u de bak weg en zet deze na ongeveer 2 uur weer terug. Het niet eten negeren, zeker niet gaan voeren. Angstig gedrag negeren, niet stil blijven staan of de pup optillen. Dit bevestigt het angstig gedrag, gewoon vrolijk praten en doen of er niets aan de hand is. De pup leert constant, dus geef geen commando als u het resultaat niet af kunt dwingen. De pup leert dan namelijk dat hij, ook niet naar u kan luisteren. Dwing commando’s rustig af door middel van stemverheffing, rukje aan de riem of hem met uw handen in de juiste positie brengen. Belonen met hoge stem, dit bevordert het leerproces. Straffen met lage stem en eventueel in zijn nekvel knijpen. Als de pup ergens in ligt te bijten, zeg met een lage stem FOEI en geef hem iets waar hij wel op mag bijten. Spelen van pups is een rangorde spelletje, dus zorg dat u het laatste spelletje wint. Een pup is gauw afgeleid dus oefen met hem in een rustige omgeving. Als de pup wegloopt van u, maak u klein en lok hem naar u toe. Ga er vooral niet achteraan, de pup maakt daar en spelletje van. Als de pup in overtreding is geweest zonder dat u hem op heterdaad heeft kunnen betrappen negeer hem dan. Laat kinderen niet stoeien met de pup. Deemoedsplasjes mogen niet bestraft worden, negeer de pup en haal hem later weer aan. Bijten is ook als pup niet toegestaan, u zou dit dan later ook goed moeten keuren.
12
HONDENOPLEIDINGSCENTRUM
Regels die voor een volwassen hond gelden, gelden ook voor uw pup.
TIPS Gebruik binnen het gezin dezelfde korte commando’s , bijv. zit, af, blijf, foei. Wat de hond niet mag, mag hij nooit. Hij mag altijd op de bank liggen ook wanneer hij vies binnenkomt, of hij mag nooit op de bank. Wat u nooit moet tolereren: 1. het negeren of grommen bij het commando “los”; 2. grommen wanneer hij in zijn mand ligt; 3. trekken aan de lijn; 4. opdringerig aandacht vragen (bijv. tegen u opspringen); 5. uitvallen naar andere honden; 6. uitvallen naar vreemden; 7. niet mogen borstelen; 8. door blaffen bij de deurbel; 9. te hardhandig spelen. Straf nooit in woede. Beloning of straf steeds onmiddellijk toedienen, anders missen ze het doel. Schreeuwen helpt niet, uw hond is niet doof. Het gehoor van een hond is 17 keer beter dan dat van een mens. Zorg dat de straf in verhouding staat tot de ernst van de overtreding en met het karakter van uw hond. Laat kleine kinderen nooit alleen met de hond. Het kind begrijpt niet dat de vingertjes in de ogen van de hond steken niet leuk is.
13