Document met verzameling van ideeën, visies, dromen of noodzakelijke onderwerpen die in de beleidsperiode 2013 -2018 bij de brandweerorganisatie Noord-Limburg geïmplementeerd / aangepakt / besproken zouden kunnen /moeten worden. Vanuit dit ontwerp zal de PreZoneraad de beleidslijnen kunnen uitzetten. Uiteraard staat de technische commissie open voor andere voorstellen of nieuwe ideeën. De tekst heeft alleen maar als doelstelling de leden van de PreZoneraad te helpen in de beeldvorming van wat er mogelijk zou kunnen zijn en wat vanuit brandweeroogpunt wenselijk geacht wordt. Algemeen beleid: Bewustmaking van zowel publiek als politiek van de grote meerwaarde (veiligheid , maatschappelijk, logistiek en ondersteuning, … ) van de brandweerorganisatie in onze maatschappij (niet alleen op vlak van repressie ) als hulporganisatie, waarin de troeven van kennis en kunde, competenties, grote flexibiliteit en performant reactievermogen gebruikt worden. Deze “nieuwe” missie en visie, gecentraliseerd rond het thema integrale veiligheid, moet duidelijk en helder gecommuniceerd worden, vooral extern maar zeker ook intern in de eigen organisatie. De brandweerzone dient naar een organisatie te evolueren waar minimale beschikbaarheden niet alleen gedurende bepaalde daguren, maar ook op de weekenddagen gegarandeerd moeten zijn en waar ook ‘s nachts het aantal snel inzetbare krachten voldoende hoog is (sensibilisatie, verplichtingen, wachtdiensten, brandweerwoningen, uitbreiden permanenties , …. ). Zo zal getracht worden in alle posten van de zone gedurende kritische uren een permanentie te verzekeren zodat binnen de 2 min een volledig bemand eerste voertuig gegarandeerd wordt en onmiddellijk kan vertrekken. De maximale uitruktijden voor ganse grondgebied dienen in functie van de gekende en in kaart gebrachte risico’s te worden vastgesteld. Ontwikkelen van meetsystemen en werken met kritische kengetallen binnen de brandweerzone . Deze data dienen gelogd, gemonsterd en geëvalueerd en in het te voeren beleid gebruikt als beslissingscrteria (beschikbaarheden, opkomsttijden, interventietijden, lokalisatie van branden, in kaart brengen van risico’s, ….). Onderzoeken op welke vlakken en in welke domeinen er kan samengewerkt worden met andere zones om het schaalvoordeel te laten spelen, om de organisatie te verbeteren ,om het rendement te verhogen en de kostprijswaar mogelijk te reduceren. De organisatie zal, buiten de basis van beroepskrachten in het kader van de uit te voeren opdrachten en taken , vooral gebaseerd zijn op oproepbaren. Er zal getracht worden diverse minderheden aan te spreken alsook om meer vrouwen aan te werven binnen onze brandweerorganisatie. De veiligheid van de brandweermanschappen zal permanent bewaakt worden en deel uitmaken van interne te voeren verbeteringsprocessen. De wisselwerking, verstandhouding en samenwerking tussen beroeps en vrijwilliger, over de verschillende posten heen, dient een permanent werkpunt te zijn. Opstellen van een ambitieus doch uitvoerbaar opleidingsplan dat stapsgewijs het kennis en kunde niveau van de operationele en administratieve krachten zal optrekken. Dit opleidingsplan is de vertaling van een opleidingsbeleid op leest van de individuele medewerker (op maat van zijn positie in de organisatie en met maximale aandacht voor elk individu) en afgestemd op de noden van de dienst en de gekozen specialisaties met als doel up-to-date te blijven met nieuwe werkwijzen/materialen/… in de brandweerwereld. Dit plan legt vast welke oefeningen en opleidingen jaarlijks minimaal door elke lid gevolgd dienen te worden, doch put ook alle mogelijkheden uit om deze leden te faciliteren. Voldoende
kwalitatieve lesgevers dienen beschikbaar te zijn en moderne technologieën dienen zowel van lesgever als lid van de dienst ter beschikking te staan. Waar mogelijk moeten de vrijwilligers binnen onze structuren maximaal gefaciliteerd worden. Binnen en buiten de zone expertise in de materie van gevaarlijke stoffen opbouwen en onderhouden en actief participeren in het op te richten AGS-netwerk. Het ontwikkelen van meetploegen en uitbouwen van een kennisniveau om ondersteuning te kunnen geven bij milieu-incidenten. In werk stellen van een zonale paging en uitbouw centrale meldkamervoorzieningen. Een zonale dispatching uitbouwen, waarbij kennis, kunde en alert reageren centraal staan, waar interventiedossier en noodplannen ter beschikking staan en constant geactualiseerd worden en waar een centraal gevoerd informatiebeleid (Uniforme verwerking van interventiegegevens in interventiedossiers en uitwerking van een systeem om deze gegevens up to date te houden) haar hoofdkwartier heeft. Dit alles voor maximale ondersteuning van de mensen op het terrein (Sensibilisatie van het personeel op gebied van belang van kennis en gebruik van interventiedossiers en het uitwerken van een geïntegreerd beleid in het gebruik van deze dossiers tijdens dagelijkse werkzaamheden, oefeningen, opleidingen, … ) Moderne en betrouwbare oproepsysteem zullen de geautomatiseerde aansturing van oproepen op basis van uniforme operationele werkwijzen ondersteunen (GIS, Track& Trace, … ).
Preventie: De visie rond preventie is erop gericht om de burger nog beter van dienst te zijn en de aandacht van uitbaters/bedrijven constant op veiligheid te richten. Hiertoe is het eveneens noodzakelijk om de zelfredzaamheid en de bewustwording van de bevolking aanzienlijk te verhogen. Waarbij er tevens bijzondere aandacht aan de kinderen en jeugd geschonken wordt. We verstaan hieronder proactief het thema brandveiligheid aanbieden als educatief onderdeel van het lespakket aan alle scholen. Maximale sensibilisering van onze burgers met promotie van het veiligheidsdenken is een constante opdracht van de preventiedienst. Een veiligheidscultuur waarbij brandveilig samenleven centraal staat dient gemeengoed te worden bij de Noord-Limburgse burgers. Het voeren van een gericht en gecentraliseerd preventiebeleid waarbij gedogen zal vermeden worden en inbreuken tegen de wetgeving zullen aangepakt worden. Het preventiebeleid wordt gebouwd op de pijlers van adviseren, controleren, informeren en sensibiliseren. Het preventiegebeuren dient daarom op een andere manier naar de gemeenschap vertaald te worden (brandpreventie als ondersteunend en in functie van de veiligheid van zowel burger als bedrijf, waar deze veiligheid permanent en helder dient gecommuniceerd te worden) Kennis en expertise op vlak van preventie en wetgeving dienen verder ontwikkeld en verworven te worden, waarbij preventie naast en geïntegreerd in het interventiegebeuren, zeker een aparte bestaffing zal kunnen gebruiken. Het gevoerde preventiebeleid is pro-actief en de preventieopdrachten worden centraal opgevolgd. Binnen de brandweerorganisatie kennis en expertise opbouwen om brandoorzaak en verloop van brandstichtingen beter te leren lezen en herkennen Gebruik maken van preventieloketten (Uitbouw van een preventieloket voor burgers en professionelen en betere triage van preventievragen) evenals als preventiedienst zelf naar de burger toestappen..
Mogelijks te realiseren doelstellingen : 1. Aantal “werkende” rookdetectoren naar hoogste van het land brengen 2. Aantal doden en gewonden bij brand naar het laagste van het land brengen 3. Didactisch onderbouwde Lessenreeksen in scholen verzorgen , ipv louter gastheer voor klassen te zijn 4. Meewerken aan de Ontwikkeling van een opleidingsdorp over brand en brandveiligheid en verhoogde zelfredzaamheid voor kinderen/jeugd in Limburg De preventiedienst zal pro-actief en op basis van vast te stellen criteria risicopunten aftoetsen in de regio,dit in samenwerking met de lokale veiligheidscellen waaraan vanuit de zone grondige ondersteuning zal gegeven worden. In samenwerking met deze veiligheidscellen zullen de rampenplanning verder ontwikkeld en geactualiseerd worden. Het leidmotief zal integrale veiligheid van de te beschermen bevolking zijn, waarbij in overleg met andere disciplines gerichte acties naar alle doelgroepen en zeker naar de meest kwetsbaren in onze maatschappij zullen gevoerd worden In samenwerking met veiligheidscellen zal de rampenplanning verder ontwikkeld en geactualiseerd worden. Het leidmotief zal integrale veiligheid van de te beschermen bevolking zijn, waarbij in overleg met andere disciplines gerichte acties naar alle doelgroepen en zeker naar de meest kwetsbaren in onze maatschappij zullen gevoerd worden waarbij de jeugd en haar leefwereld ( festivals, fuiven, … ) zeker niet over het hoofd wordt gezien. Een duidelijk beleid en bijhorende procedures rond evenementen ontwikkelen. Een zonale werkgroep rond evenementen opstarten waarin alle vertegenwoordigers van de disciplines betrokken worden, inclusief het bestuurlijke niveau en de ambtenaren noodplanning, waar evenementen besproken worden en waar er gedefinieerd wordt in functie van de grootte en type evenement aan welke minimale vereisten de organisatoren zich moeten houden. Vanuit deze werkgroep wordt het risico van evenementen ingeschat en bepaald of: 1. -een BNIP moet worden opgesteld 2. -een PRIMA moet worden ingevuld 3. -coördinatievergaderingen dienen plaats te vinden 4. -een multidisciplinair CP OPS dient te worden opgesteld 5. -… Al deze acties worden gecoördineerd door de zonale coördinator van de werkgroep die ook instaat voor een correcte verslaggeving. Ondersteuning van bedrijven bij het opstellen van een interventiedossier en het uitwerken van interne noodplannen. Materieel: De brandweer zal voorzien worden van moderne en betrouwbare uitrusting, afgestemd op de noden en risico’s van deze specifieke regio. Hiervoor dient uitvoering gegeven te worden aan de zonaal gemaakte afspraken en opgestelde meerjarenplannen, zowel op het vlak van voertuigen, uitrusting, persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen,… Deze meerjarenplannen zullen periodiek geëvalueerd worden en zijn gebaseerd op wetgeving en risico-analyses. De aankopen zullen centraal gestuurd worden en aankooptrajecten dienen maximaal begeleid te worden van goedkeuring tot ingebruikname. Gerichte ondersteuning en gepaste administratieve opvolging en inventarisatie dienen in een te volgen trajectvorm te worden gegoten.
De huisvesting van de brandweer zal zorgvuldig onderhouden worden en waar nodig verder uitgebouwd. Er dienen bijkomende investeringen gedaan te worden op het vlak van energiebesparing, ergonomie en veiligheid. Er dient onderzocht te worden in welke mate de brandweer zelf huisvesting voor de leden van de dienst kan voorzien teneinde de reactietijden in te korten en beschikbaarheden te verhogen.
Administratie: Een aparte administratieve vleugel binnen de zonale brandweer die in brede zin administratieve ondersteuning biedt aan de dienst en tevens de functie van receptie en onthaal op zich neemt, dient opgericht te worden. Binnen deze vleugel zal eveneens de opvolging van financiën (facturatie, bestellingen, …), verzekeringen en opvolging BApolissen, personeel en preventiebureel gebeuren. Het personeelsbeleid dient transparant te zijn en maximaal naar vereenvoudigde modaliteiten te streven. Bovendien dient er een deontologische code op maat van de brandweer uitgeschreven te worden. Het voeren van een positief beleid rond evaluatie- en functioneringsgesprekken, zowel voor beroepskrachten als vrijwillige brandweermannen. Een zonale poule met brandweerpersoneel voorzien dat kan ingeschakeld worden in de verschillende korpsen om zo ziektes, verloven, loopbaanonderbrekingen, projecten, … op te vangen. ICT: Het informaticabeleid dient modern te zijn en maximaal ondersteuning te bieden aan het uitgebreide takenpakket van de brandweerzone. Alle informatie dient centraal beheerd, maximaal geïntegreerd en aangepast te worden aan het te voeren beleid. Zowel leden van de organisatie als burgers moeten maximaal alle nodige en belangrijke informatie die met hun veiligheid, werking op optreden te maken heeft op een makkelijke manier kunnen bereiken. Nieuwe media en ontwikkelingen zullen hier deel van uitmaken. Dienstverlening Ziekenwagen: Een aparte (onafhankelijke) organisatie rond het ziekenwagengebeuren opzetten, waar er echter een nauwe verbondenheid met de brandweerdiensten en haar medewerkers kan blijven bestaan. Deze al dan niet aparte structuur verenigt de ambulancediensten van de zone Noord-Limburg en heeft een eigen structuur en eigenheid op vlak van verloning, personeelsbeleid, begroting, … . De noodzaak om permanenties met vaste standplaats uit te bouwen dient onderzocht te worden en de redundantie van het netwerk dient voldoende garanties op een snelle en kwaliteitsvolle hulpverlening op elk moment van de dag te bieden aan de bevolking die op haar beurt ook initiatieven krijgt aangeboden om de ziekenwagendiensten beter leren kennen. De burger onze ziekenwagendiensten en dringende medische hulpverlening beter leren kennen.
Zorg voor slachtoffers, familieleden en hulpverleners: Het uitbouwen van een zonale structuur van FiST antennes en debriefers die kunnen zorg dragen voor een aangepaste preventie, aanpak en nazorg van de restletsels van emotioneel schokkende of traumatiserende ervaringen. Het verder uitbouwen van de psychosociale zorg, in samenwerking met de diensten van de politionele slachtofferzorg , de gemeentediensten en de ziekenhuizen, bij uitzonderlijke interventies of collectieve urgenties. Het verder investeren in nieuwe evidence-based ondersteuningsmethoden om de burger bij te staan na uitzonderlijke deprimerende of schokkende gebeurtenissen: psycho-fysiologische stabilisatie van zwaargewonde slachtoffers (eekhoornmethode), faciliteren van contacten (op vraag) tussen familieleden van overleden slachtoffers en hulpverleners.