Ahoy, kapitein! Stefanie Dahle GEGEVENS BOEK: ISBN 978 90 5924 434 4 € 13,99 Uitgeverij Bakermat Suggesties: Emy Geyskens Vanaf 3 jaar Thema’s: moed, humor, piratenschool
KORTE INHOUD: Wat is dat nu? Met een oorverdovend ROEEMM heeft een echt luchtschip zich in Milla’s lievelingspalmboom vast gevaren! Hebben dit schip en zijn bemanning soms dringend een kapitein nodig? Dan is Piraat Milla daar toch de geknipte persoon voor! Maar eerst moet ze haar scheepvaartbrevet nog halen. En voor de proef heeft de piratenaanvoerder drie verschrikkelijk moeilijke opdrachten voor Milla bedacht. Zal ze deze opdrachten wel allemaal goed kunnen uitvoeren?
VOOR HET VOORLEZEN Piraten in de klas! - Zorg ervoor dat wanneer de kinderen binnenkomen in de klas, je een fles duidelijk in het zicht hebt staan (bv. in het midden van de leeshoek of op de toontafel of …) In deze fles zit een briefje. Wat staat er op dit briefje? Van wie zou dit zijn? … Je roept de kinderen bij elkaar en samen lezen jullie wat er op dit briefje in de fles staat. (Een voorbeeld:) Hallo lieve kinderen Mijn naam is Milla. Ik ben een piraat. Piraten beleven normaal gezien stoere avonturen. Maar ik verveel mij vaak… Ik vind het saai op mijn eiland. Ik zou erg graag kapitein worden van een schip! Kennen jullie dat? Een kapitein van een schip? Maar… van niet zomaar een schip, hoor. Nee, ik wil géén kapitein worden van een schip op het water, maar van een schip in de lucht. Van een luchtschip! Maar om een kapitein van een luchtschip te kunnen worden, moet ik drie opdrachten uitvoeren. En die zijn SUPER-mega-SUPER-moeilijk! Willen jullie me helpen? Veel liefs Milla - Je bespreekt met de kinderen wat er op het briefje staat. Van wie is het briefje? Wat vertelt Milla ons? Wat wil ze worden? Wat moet ze daarvoor doen? … - In het briefje zit ook een schatkaart. Een kaart van je klas! Daarop staat waar het boekje van Milla verstopt is. Kunnen de kinderen het boekje vinden in de klas? Tip: Je kunt ook een schatkist in de klas zetten in plaats van een fles. Dan kun je het boekje van Milla er ook meteen bij instoppen en er dan uit voorlezen. Tip: Voorzie piratenattributen in de klas (of laat ze meebrengen) zodat de kinderen zich ook kunnen verkleden voor het voorleesmoment.
HET VOORLEESMOMENT Alle hens aan dek! - Wanneer je begint met lezen, maken alle klaspiraten (de kinderen zijn verkleed) het stilletjes … - Bekijk de cover en benoem al enkele personages: Milla (is het piratenmeisje), Koko (de papegaai) en Bommel (de hond). Herhaal deze namen enkele malen, want er komen tamelijk wat personages voor in het verhaal. - Wat zien de kinderen nog op de cover? Wat komt er in de verte aan? (Een luchtschip) ... - Je leest het verhaal voor. Wanneer Kareltje en Milla naar de top van de Sabelberg klimmen, vraag je nog even aan de kinderen of ze nog weten wat zij daar precies moeten doen? (Milla is geen echte kapitein want ze heeft geen scheepsvaartbrevet en daarom wil ze naar de piraten op de Sabelberg. Zij kunnen haar een scheepvaartbrevet geven. Dan kan ze kapitein van het luchtschip worden.) Tip: Licht moeilijke woorden kort toe door er een synoniem voor te geven. - Wanneer Milla de drie opdrachten heeft gekregen, herhaal je deze ook nog even met de kinderen (voorkeur: je laat ze herhalen door de kinderen zelf). - Wanneer Milla haar brevet krijgt, laat je de kinderen ontdekken dat ze nu kapitein van het luchtschip kan blijven – de drie opdrachten zijn namelijk goed uitgevoerd! - Laat de kinderen aan het einde zwaaien naar het wegvliegende luchtschip, terwijl je je boek sluit.
De drie opdrachten Welke drie opdrachten moest Milla ook al weer uitvoeren? Speel de opdrachten en de uitvoering ervan even na in de klas. • Voorzie een knuffel van een draak met een ketting om zijn nek. Hoe kan Milla de ketting te pakken krijgen? (Door mosselsoep aan te bieden – Kareltje geeft het monster mosselsoep) Laat de kinderen deze scene spelen met de knuffel. • Voorzie enkele speelgoedjes die voor muisjes kunnen doorgaan (bv. Sokken opgerold tot een bolletje, een bolletje wol...) Hoe kregen Milla en haar vrienden de muizen weg? (De buidelrat liet een scheetje! Dan zullen de kinderen dit ook even moeten doen ...)
• De laatste opdracht werd maar op het nippertje uitgevoerd! De vogel, de jan-van-gent, wilde niet dansen. Hoe is het toch nog gelukt? (De papegaai was lief voor de jan-van-gent en ze werden een beetje verliefd!) Zorg voor een knuffeltje van een vogeltje en laat de kinderen deze knuffelen. Of ze mogen ook hun buur even een knuffel geven, of een zoentje gooien of ... En dan moeten de kinderen, als laatste opdracht, zelf ook even dansen!
NA HET VOORLEZEN Uit volle borst! - De kinderen zingen nu uit volle borst stoere piratenliedjes! Ze kunnen er vast ook een piratendans op bedenken. Voor deze liedjes kun je je baseren op reeds gekende liedjes, zoals ‘Alle eendjes zwemmen in het water’. Dit vorm je om tot ‘Alle piraten zwemmen in het water!’. In het liedje van Piet Piraat verander je ‘Piet’ in ‘Milla’. Liedjes als ‘Varen varen over de baren’ en ‘Al die willen te kaap ’ren varen, moeten mannen met baarden zijn!’ zijn zeker ook geschikt. Voor volgende opdrachten is een grotere ruimte (zoals de turnzaal) het meest geschikt. - Je laat de kinderen in een lange rij (of twee/meerdere aparte rijen) op de grond zitten. Ze vormen zo samen een piratenschip. Zing samen het liedje ‘Van voor naar achter, van links naar rechts’ (dit liedje heet: ‘Nederlandse Amerikaan’) of laat dit beluisteren. De kinderen bewegen mee alsof ze op zee varen! - Zorg voor wit en blauw crêpepapier. Laat de kinderen er stroken uitscheuren. Zij vormen nu samen de wolken waarop het luchtschip van Milla zal varen. Laat hen vrij in de ruimte bewegen (op muziek) en wapperen met hun papierstroken.
De rijmpiraat - Vertel de kinderen dat er op de Sabelberg ook een rijmpiraat woont. Hij houdt niet van avontuur en hij houdt niet van reizen of vechten. Hij houdt wel van … (Wie kan het al raden?) RIJMEN! - Je vraagt aan de kinderen wie er nog van rijmen houdt en wie kan vertellen wat rijmen is. - Je kunt tal van rijmspelletjes spelen met de kinderen. • Zo kun je de schatkist of fles van tijdens de introductie er weer bijnemen. Stop er enkele woordstroken in. Laat een kind er eentje uitvissen. Kan hij/zij zelf rijmen? Wie kan er helpen? …
• Probeer ook zinnen te maken die rijmen op elkaar… Milla vindt het eiland saai Koko heet haar … (papegaai) (Er is nooit veel lawaai.) Enzovoorts …
• Maak witte en blauwe woordstroken (met tekening erbij wanneer de kinderen nog niet kunnen lezen). Welke stroken horen bij elkaar? (Schip – lip / hond – mond …)