10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
HOMEPAGE
EMRO Nederland
Agriton.com
Agri Mest Rapport Landbouw Universiteit Wageningen
door dr. ir. M.G.M. Bruggenwert Vakgroep Bodemkunde en Plantevoeding Landbouwuniversiteit Wageningen Wageningen
Landbouwuniversiteit
Wageningen
ERVARINGEN VAN AGRARISCHE ONDERNEMERS MET HET AGRITONPROCEDE
Op verzoek van de de heer van de Ham van de firma Agriton heeft ondergetekende ervaringen geinventariseerd die agrarische ondernemers hebben opgedaan met het zgn Agriton-procede. Het procede is erop gericht de kwaliteit van drijfmest te verbeteren. Eind maart begin april heeft ondergetekende 19 veeteelt bedrijven bezocht. Dit rapport geeft een verslag van de bevindingen. www.agriton.nl/luw2.html
1/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
Wageningen, 6 juni 1994.
dr. ir. M.G.M. Bruggenwert Vakgroep Bodemkunde en Plantevoeding Landbouwuniversiteit Wageningen Wageningen
INHOUD
1. Inleiding 2. Informatie verstrekt door deelnemers aan de proef Bedrijf nr 1 P. ten Berge, Noordwolde Bedrijf nr 2 J. Santing, Ravenswoud Bedrijf nr 3 R. Haitsma, Appelscha Bedrijf nr 4 R.C. Attema, Donkerbroek Bedrijf nr 5 G.H. Mulder, Donkerbroek Bedrijf nr 6 D. Ringersma, Jubbega Bedrijf nr 7 J. Bruinsma, Ter Idzard Bedrijf nr 8 C. Veninga, Haskerdijken Bedrijf nr 9 J.C. Dam, Gersloot Bedrijf nr 10 A. Terschure, Oosterzee Bedrijf nr 11 S. Boersma, Eesterga Bedrijf nr 12 H. de Jong, Warns Bedrijf nr 13 G.R. Wielinga, Koudum Bedrijf nr 14 B. van der Wei, Hommerts Bedrijf nr 15 U. Folkertsma, Workum Bedrijf nr 16 W. Attema, Ferwoude Bedrijf nr 17 H. Klijnstra, Kubaard Bedrijf nr 18 C.J.J. Manshanden, Wiewert Bedrijf nr 19 B. Galema, Grou 3. Resultaat van enige chemische metingen www.agriton.nl/luw2.html
pag.3 "4 "4 "5 "6 "7 "8 "9 " 10 " 11 " 12 " 13 " 14 " 15 " 16 " 17 " 18 " 19 " 20 " 21 " 22 " 23 2/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
4. Samenvatting en conclusies
" 26
INLEIDING. Inhoudsopgave Afgelopen winter/voorjaar heeft de firma Agriton uit Noordwolde bij 21 veeteelt bedrijven in Friesland een proef uitgevoerd, gericht op het verbeteren van de drijfmest. Bij deze proef werd het Agritonprocede toegepast waarbij per bedrijf op dagbasis 100 gram Agriton-klei (gesuspendeerd in 10 liter water) over de roosters in de stal werd verspreid. Op verzoek van de heer van de Ham van de firma Agriton heeft dr. ir. M.G.M. Bruggenwert van de vakgroep Bodemkunde en Plantevoeding van de Landbouwuniversiteit Wageningen eind maart begin april aan 19 van de 21 bedrijven een bezoek gebracht teneinde de ervaringen van de agrarische ondernemers te inventariseren. Twee bedrijven liggen ten Noorden van de lijn Franeker-Leeuwarden en zijn vanwege de beschikbare tijd niet bezocht. Een bedrijf werkt nog maar zeer kort met het systeem en is daarom wel bezocht maar nog niet geenqueteerd. Bij het inventariseren van de ervaringen is niet gewerkt met een vragenformulier. In pargraaf 2 van dit rapport worden de ervaringen van de agrarische ondernemers per bedrijf (in de volgorde waarin zij zijn bezocht) weergegeven. In zeer beperkte mate is aandacht besteed aan de vraag of er een relatie is tussen de ervaringen van de agrarische ondernemers enerzijds en chemische eigenschappen van de mest anderzijds. Daartoe werden op de bedrijven monsters van de mest genomen waarvan ter plaatse danwel op het laboratorium de pH, de redoxpotentiaal en in veel gevallen ook het electrisch geleidingsvermogen werden gemeten. De resultaten hiervan worden in pargraaf 3 gegeven en besproken. In pargraaf 4 volgt een samenvattende bespreking van de resultaten.
2. INFORMATIE VERSTREKT DOOR DE DEELNEMERS AAN DE PROEF. Inhoudsopgave BEDRIJF NR 1. Inhoudsopgave P. ten Berge; www.agriton.nl/luw2.html
3/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
Oosterseveldweg 4; 8391 MA Noordwolde. Melkveebedrijf; 45 stuks melkvee plus jongvee; grupstal.
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE. Volgt procede van Agriton vanaf september 1993. Per dag wordt 100 gram klei, gesuspendeerd in 10 liter water, in de stal gedistribueerd.
ERVARING: Stank zeer sterk verminderd: In de grup is de stank al weg; Ook geen stank bij overpompen naar silo. Mest is beduidend homogener: Koek op mest in silo is dunner geworden; c.q. verdwenen. Overpompen naar silo gaat gemakkelijker: voorheen moest water worden toegevoegd bij het overpompen, thans is dit niet meer nodig. Voorheen was mest zwart, thans groen (opmerking van mv. ten Berge: "mest lijkt te veranderen in spinazie a la creme"
EVALUATIE DOOR TEN BERGE: De opbrengst zijn de kosten waard. Ten Berge gaat door met het Agriton-procede.
BEDRIJF NR 2. Inhoudsopgave J. Santing. Bokslootseweg 9; 6427 RL; Ravenswoud (Fr.) Melkveebedrijf: 90 stuks melk- en jongvee.
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Volgt procede van Agriton vanaf november 1993. Vanaf september mest in lege kelder gedaan en in novenber is die mest aangerijkt met Agriton-klei. Daarna procede van Agriton gevolgd waarbij kleine variatie is doorgevoerd: dagelijks wordt een derde van de stal behandeld. Dus eens per drie dagen wordt klei op dezelfde plaats aangebracht. www.agriton.nl/luw2.html
4/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
ERVARINGEN: Stank is verminderd; Mest is veel homogener, en wel in die mate dat mixen overbodig is.
EVALUATIE DOOR SANTING: Energie besparing weegt ruimschoots op tegen de kosten. Santing wil graag doorgaan met het Agriton-procede. Santing verwacht positief resultaat op gras. Maar ook als dat neutraal uitpakt wil hij graag doorgaan.
BEDRIJF NR 3. Inhoudsopgave R.Haitsma Bruggelaan 62 8426 BH; Appelscha. Melkveebedrijf; 75 stuks melk- plus jongvee.
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Sinds oktober 1993 mest verzameld in de kelder. Deze mest is begin december aangerijkt met Agritonklei. Daarna is Agriton-procede toegepast met dien verstande dat eenmaal per week klei op dezelfde plaats in de stal is aangebracht.
ERVARINGEN: Stank is verminderd: Mest met sleepvoet op bevroren grond laten uitlopen en geen last van stank gehad. Haitsma meent dat een vaste koek die op 1 december al aanwezig was, niet dunner is, geworden door de toevoeging van de klei. Echter tijdens het bezoek wordt dit nader gecontroleerd en daarbij constateert Haitsma geen koekvorming.
EVALUATIE DOOR HAITSMA: De kosten zijn de moeite waard, alleen al vanwege de stank vermindering. Dit laatste is voor Haitsma van extra belang vanwege de ligging van zijn bedrijf in de bebouwde kom. Haitsma gaat komend jaar door met het Agriton procede. www.agriton.nl/luw2.html
5/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
BEDRIJF NR. 4. Inhoudsopgave R.C.Attema. 't West 3 8435 VL Donkerbroek Melkveebedrijf: 75 stuks melk- en jongvee.
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Past Agriton-procede toe vanaf half novenber 1993. Heeft half november de reeds aanwezige mest aangerijkt met Agriton-klei. Daarna het Agriton-procede toegepast: per dag 100 gram klei, gesuspendeerd in 10 liter water, in de stal gedistribueerd.
ERVARlNGEN: Stank is zeer sterk verminderd; * aggressiviteit is weg. Homogeniteit van de mest is sterk verbeterd: * Attema citeert de loonwerker welke gezegd heeft: 'jullie hoeven niet meer te mixen" Vergeleken met voorheen vormen zich op de mest in de silo meer gasbellen.
EVALUATIE DOOR ATTEMA: Attema wil doorgaan met het Agriton procede. Hij is benieuwd hoe het gras zal reageren en of er een effect verwacht mag worden op de mineralen balans.
BEDRIJF NR 5. Inhoudsopgave G.H. Mulder Tjabbekamp 4 8435 VS Dorkenbroek.
www.agriton.nl/luw2.html
6/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
Bedrijf met 30 - 35 stuks zoogkoeien en meststieren. Biologisch bedrijf (geen brokken voer, wel mais). Vanwege inrichting van de stal geen last van stank.
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE:
Mulder begint half november 1993 met het Agriton procede. Aan de mest in de kelder wordt klei toegevoegd om het klei-gehalte op peil te brengen. Er was toen een zeer stevig koek op de klei. Vanaf half november elke dag 100 gram klei toegevoegd. Er is niet gemixed.
ERVARINGEN: Thans is in de stal geen yermindering van stank; vanwege stalconstructie was er voorheen ook al geen stank. Bij uitrijden vast te stellen of er verschil in stank is. Koek is duidelijk dunner geworden. "Dit is belangrijk, het spaart energie en tijd en je krijgt meer mest uit de put. Vervolgens heb je geen koek bij de start van de volgende mestopslag".
EVALUATIE DOOR MULDER: Op basis van de huidige ervaring is Mulder van plan door te gaan.
BEDRIJF NR. 6. Inhoudsopgave D.Ringersma. Frederikswijk 5 8411 ZK, Jubbega. Melkveebedrijf; 75 stuks melk- plus jongvee.
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Ongeveer half januari 1994 is de aanwezige mest aangerijkt met Agriton-klei. Daarna Agriton-procede toegepast, dwz per dag 100 gram klei gesuspendeerd in 10 liter water in de stal gedistribueerd.
www.agriton.nl/luw2.html
7/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
ERVARING: Stank is duidelijk minder. * Minder scherpe lucht; * Mw Ringersma heeft veel minder irritatie aan de ogen. Probleem was dikke koek vorming bij jongvee stal. Door de constuctie van de stalkelder was deze koek moeilijk kapot te krijgen: er moest een sleepmixer aan te pas komen. Thans heeft dit probleem zich in belangrijke mate opgelost: sleepmixer is overbodig; door regelmatig korte tijd te mixen komen grote delen van de koek los. Kleur van de mest is groener geworden. Bij uitrijden onderscheidt deze kleur zich van de donkere kleur van de mest van de bedrijven uit de buurt.
EVALUATIE DOOR RINGERSMA: Wil graag doorgaan met het Agriton-procede.
BEDRIJF NR. 7. Inhoudsopgave J. Bruinsma Idzardserweg 102 Ter Idzard, 8476 ER Melkveebedrijf: 75 stuks melk- en jongvee.
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Half november 1993 is de aanwezige mest aangerijkt met Agriton-klei welke door de mest is gemengd. Daarna elke dag ruim 100 gram klei, gesuspendeerd in 10 liter water, in de stal gedistribueerd. ERVARING: Thans nog weinig effect: Er was bij aanvang van de proef al een dikke koek van 25 - 30 cm met daaronder een waterige massa van 40 – 50 cm. Wel veel belletjes op de mest, en de koek lijkt soepeler te worden. Stal had altijd al een laag geur niveau.
EVALUATIE DOOR DHR BRUINSMA: Verdere ervaringen eerst afwachten alvorens te besluiten door te gaan. www.agriton.nl/luw2.html
8/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
BEDRIJF NR 8. Inhoudsopgave C.Veninga V. Sminiaweg 6 Haskerdijken, 8468 MD Melkveebedrijf: 55 stuks melk- en jongvee
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Half december 1993 is de aanwezige mest in kelder aangerijkt met Agriton-klei. Daarna elke dag 100 gram klei in 10 liter water op de stal gedistribueerd. Mest gaat elke 14 dagen van mestkelder naar open silo.
ERVARING: Voorheen geen last van stank, nu ook niet. Bij uitrijden niet op verschil in stank gelet. Mest wordt homogener en vloeibaarder. * Dit is vooral goed te merken bij de mest van pinken die hebben dikke mest. Deze mest wordt duidelijk vloeibaarder. * In de open silo trad voorheen sterke ontmenging op en er vormde zich een zeer dikke sterke koek. Thans is de mest homogener, er is nog slechts op een gedeelte van het mest oppervlak een (dunne) koek aanwezig.
EVALUATIE DOOR VENINGA: Veninga wil doorgaan met het Agriton-procede.
BEDRIJF NR 9. Inhoudsopgave J.D.Dam Tijnjeweg 35 8457 EL, Gersloot. www.agriton.nl/luw2.html
9/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
Melkveebedrijf: 70 stuks melk- en jongvee.
TOEPASSING VAN AGRITON-PROCEDE Begin januari 1994 begonnen met het procede. In eerste periode 200 gram klei per dag gegeven (gesuspendeerd in 10 liter water). Thans wordt 3 maal per week 200 gram klei gegeven.
ERVARING: Stank zeer sterk verminderd: * scherpe lucht is verminderd/verdwenen. Mest is veel homogener geworden: * Drijfmest was voorheen zeer heterogeen: zeer dikke fase naast zeer dunne fase. Thans is de mest veel homogener; zou nog beter kunnen, maar er is reeds en duidelijke verbetering. In de silo trad voorheen zeer sterke ontmenging op, thans prachtig homogeen. Bij het uitrijden verdeelt de mest zich zonder te mixen mooi homogeen over het veld, voorheen moest je daarvoor intensief mixen.
EVALUATIE DOOR DHR DAM: Wil op basis van de huidige ervaring doorgaan. Vooral het homogener worden van de mest is een buitengewoon dankbaar effect van het Agriton-procede.
BEDRIJF NR. 10. Inhoudsopgave A. Terschure Herenweg 5 Oosterzee, 8536 TM Mestveebedrijf: 25 moederdieren en 15 stuks jongvee. Het vee krijgt geen krachtvoer en produceert zeer dikke mest.
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Vanaf begin januari wordt dagelijks 100 gram klei, gesuspendeerd in 10 liter water, via de roosters in de stal aan de mest toegevoegd. www.agriton.nl/luw2.html
10/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
ERVARING: Kleur van de mest is groener geworden. De geur is minder scherp vergeleken met vroeger. Op de mest bevinden zich veel meer belletjes dan voorheen. Mest wordt vloeibaarder: * Onder de roosters in de stal bevond zich voorheen op de mest een zeer dikke koek. Deze lijkt wel doorgesneden op de plaatsen waar door het rooster klei is gegooid. * Voorheen duurde het mixen 2 - 3 uren om de mest in de stal goed los te krijgen, thans is vijf minuten voldoende. Na het uitrijden is het positieve effect op het gaas eerder merkbaar dan voorheen.
EVALUATIE VAN DHR. TERSCHURE: Terschure wil doorgaan met het Agriton-procede.
BEDRIJF NR 11. Inhoudsopgave S. Boerssma Straatweg 2 8534 WC, Eesterga. Melkveebedrijf. 55 stuks melkvee en 40 stuks jongvee.
TOEPASSING AGRITON PROCEDE: Begin 1994 januari begonnen. Put bevatte toen geen mest. In de put wordt een buis met Agriton-kleimineralen aangebracht.
ERVARING: Minder stank: * Bij uitrijden (begin februari, bovengronds, maar mest niet hoger opgespoten dan 0.50 m) weinig tot geen stank; buurvrouw hangt rustig de was uit hetgeen voorheen tijdens uitrijden niet mogelijk was. * Stalklimaat is verbeterd. Mest is homogener: mixen niet nodig. Na uitrijden gras sneller groen: reeds na 4-5 dagen.
EVALUATIE VAN DHR. BOERSMA: www.agriton.nl/luw2.html
11/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
Boersma is zeer enthousiast over dit procede en wil ermee doorgaan.
BEDRIJF NR. 12 Inhoudsopgave H. de Jong 't Sou 59 8721 EV, Warns Melkveebedrijf: 60 stuks melkvee en 40 stuks jongvee.
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Half december 1993 begonnen door de reeds aanwezige mest aan te rijken met klei. Daarna eenmaal per week 1 kg klei, gesuspendeerd in 10 liter water, in de stal gedistribueerd.
ERVARING: Minder stank bij mixen. Mest is homogener dan voorheen: mixen lijkt eenvoudiger te gaan
EVALUATIE DOOR DHR DE JONG: De Jong wil doorgaan met het procede.
BEDRIJF NR 13. Inhoudsopgave G.K.Wielinga Butenskar 6 8723 LZ Koudum. Melkveebedrijf: 30 melkkoeien en 20 stuks jongvee.
www.agriton.nl/luw2.html
12/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE Half december 1993 mest in silo en put aangerijkt met Agriton-klei. Daarna per dag 100 gram klei, gesuspendeerd in 10 liter water, gedistribueerd in de stal.
ERVARING: Sterke afname van de stank. homogenere mest: bij aanvang van proef was de silo al half vol met mest, en was er een dikke koek die al jaren aanwezig was. Thans is een flink deel van de koek vcrdwenen, er is nog een restant van de koek over.
EVALUATIE DOOR DHR WIELINGA: De huidige ervaring is reden om door te gaan met het Agriton-procede.
BEDRIJF NR 14 Inhoudsopgave B. van der Wei Krimwei nr 14 8622 XZ, Hommerts Melkveebedrijf: 70 melkkoeien en 50 stuks jongvee. TOEPASSING AGRlTON-PROCEDE: Begin februari 1994 gestart met het procede: per dag 100 gram Agriton-klei, gesuspendeerd in 10 liter water, in de stal gedistribueerd. Bij aanvang is de reeds aanwezige mest (600 m3 ) niet aangerijkt met Agriton-klei. ERVARING: Kleur van de mest verandert van bruin naar groen. Er komen belletjes op de mest die er voorheen niet of minder waren. De koek op de mest komt in beweging. Stank is verminderd. EVALUATIE DOOR DE HEREN VAN DER WEI: Toepassen van het procede kost niet te veel werk, en het is niet duur. Op grond van de huidige positieve ervaring gaat dhr. van der Wei door met het Agriton-procede. www.agriton.nl/luw2.html
13/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
BEDRIJF NR 15. Inhoudsopgave U. Folkertsma Brouwersdiek 22A 8711 HB Workum Meikveebedrijf: 55 melkkoeien en 45 stuks jongvee.
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Begin januari 1994 is de reeds aanwezige mest aangerijkt met Agriton-klei en gemixed. Daarna dagelijks 100 gram klei, gesuspendeerd in 10 liter water, in de stal gedistribueerd. ERVARING: Negatief punt: "elke dag de klei te moeten geven kost extra werk (lachje)". Mest blijft homogener, ontmengt minder: "Vroeger trok je dunne mest onder de koek door; nu laat alles prima los, zelfs al zit de put vol het begint erop te lijken dat het echt werkt" Durft risico van niet mixen nog niet te nemen. Bij monstername geen koek op de mest. Bij het mixen minder stank: scherpe lucht niet meer aanwezig, "kennelijk zijn er een paar stoffen niet meer". EVALUATIE DOOR DHR FOLKERTSMA: Is enthousiast geworden door bezoek bij ten Berge in Noordwolde. Daar werd het Agritonprocede al langer toegepast. Je rook er bij het mixen weinig. Bij Folkertsina thuis rook het toen "wel 10 maal sterker".
BEDRIJF NR 16. Inhoudsopgave W.Attema Doniaburen 2 8761 PF, Ferwoude. Melkveebedrijf: 100 stuks melk- en jongvee.
www.agriton.nl/luw2.html
14/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Begin januari 1994 is de reeds aanwezige mest met Agriton-klei aangerijkt. Daarna dagelijks 100 gram klei, gesuspendeerd in 10 liter water in de stal gedistribueerd. ERVARING: Stank is niet veel minder. Mixen gaat veel makkelijker dan voorheen: nu in 1 - 2 uren klaar met mixen. Voorheen nam dit de hele dag in beslag en moest bovendien vaker worden gemixed dan thans. Minder koek vorming dan voorheen.
EVALUATIE DOOR DHR. ATTEMA: Heeft geen spijt met het Agriton-proeede te zijn begonnen; wil ermee doorgaan. Hoopt straks de mestzak te kunnen gebruiken. Thans vormt zich in de mestzak een zwarte, slijmerige mest die moeilijk is te verwerken.
BEDRIJF NR.17 Inhoudsopgave H.Klijnstra Gaest 4 8732 EK, Kubaard. Melkveebedrijf: 80 melkkoeien en 55 stuks jongvee.
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Begin januari 1994 is de reeds aanwezige mest aangerijkt met Agriton-klei. Daarna elke dag 100 gram klei, gesuspendeerd in 10 her water, in de stal gedistribueerd.
ERVARIN:G Stank vermindering niet opgemerkt. Nooit voel last van stank gehad; mixen bij veel wind. Mest is veel homogener: mixen gaat veel makkelijker. Voorheen ging het mixen zeer moeilijk: mest moest door opspuiten van dunne gier gemengd worden.
www.agriton.nl/luw2.html
15/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
EVALUATIE DOOR DHR KLIJNSTRA: In 10 jaren niet goed kunnen mixen. De huidige verbetering is voldoende reden om door te gaan met het Agriton-procede.
BEDRIJF NR 18. Inhoudsopgave C.J.J. Manshanden Swaenwert 68 8637 HN, Wiewert Melkveebedrijf: 100 stuks melk. en jongvee.
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Ongeveer half februari 1994 begonnen met het procede.
ERVARING: De heer Manshanden heeft nog niet gelet op effecten.
EVALUATIE DOOR DHR MANSHANDEN: Ivm de korte periode dat het systeem wordt toegepast, wordt thans nog geen evaluatie gegeven.
BEDRIJF NR 19. Inhoudsopgave B.Galema Reinerswei 7 9001 ZL, Grou. Melkvee bedrijf: 70 melkkoeien en 50 stuks jongvee.
www.agriton.nl/luw2.html
16/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
TOEPASSING AGRITON-PROCEDE: Rond 20 december 1994 begonnen met het Agriton-procede. Tweemaal per week wordt 300 gram klei, gesuspendeerd in 10 liter water, in de stal gedistribueerd.
ERVARING: Iets minder stank. Mest wordt homogener, maar het moet nog beter worden: Er zijn 3 putten waarvan zich er twee goed laten mixen. Voorheen ging het mixen in deze putten ook niet slecht. De derde put (2 m diep, terwijl de overige putten 1.5 m diep zijn) is dit jaar voor het eerst in gebruik. In deze derde put is mixen een probleem. Bij het nemen van een monster uit deze derde put blijkt bij nadere beschouwing de mest homogeen te zijn.
EVALUATIE DOOR DHR GALEMA: Galema wil voorlopig doorgaan.
3. RESULTAAT VAN ENIGE CHEMISCHE METINGEN Inhoudsopgave Het bezoek aan de bedrijven waarbij de ervaring van de ondernemers werd geinventariseerd werd tevens benut om een mestmonster te nemen waaraan enige chemische metingen werden verricht. Het doel hiervan was om na te gaan of de ervaring van de ondernemers gekoppeld kon worden aan enige snel te meten chemische eigenschappen. Als eigenschappen zijn genomen de pH, de redoxpotentiaal en het eletrisch geleidingsvermogen. Deze eigenschappen zijn niet alleen snel te meten maar zouden bovendien mogelijk een indicatie kunnen geven voor het oxidatie-reductie evenwicht en de mineralisatie in de mest. Het is bekend dat de chemische eigenschappen van mest in sterke mate worden beinvloed door de gehele bedrijfsvoering (zoals type voer, mestopslag en ouderdom van de mest). Ook bij deze analyses blijkt dat zoals tabel 1 laat zien, de gemeten chemische eigenschappen sterk van bedrijf tot bedrijf varieren. Er moet dan ook worden geconcludeerd dat de in tabel 1 gegeven chemische eigenschappen geen indicatie geven voor de algemene ervaringen van de ondernemers dat oiv het Agriton-procede de stank vermindert en de mest homogener wordt. Enige metingen verricht aan monsters van mest welke niet volgens het Agriton-procede zijn behandeld, zijn in overeenstemming met deze conclusie: de resultaten van tabel 2 (betreft onbehandelde mest) komen overeen met resultaten van tabel 1 (behandelde mest). De overduidelijke ervaringen van de ondernemers vormen een sterke prikkel voor verder onderzoek naar de chemische effecten van het Agriton-procede op de mest. www.agriton.nl/luw2.html
17/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
TABEL 1. Analyse resultaten van mest behandeld volgens Agriton-procede.
Bedrijf Monster uit Nr
PH
Redox potentiaal In mV
Elektrisch geleidings vermogen In mS/cm
Zoutgeh. (benadering) In eq/l4
1.
Silo
7.32
399
17.6
0.18
2.
Kelder
6.87
389
22.6
0.23
3.
Kelder
7.40
309
20.9
0.21
4.
Silo
7.22
411
4.7
0.21
5.
Kelder
6.82
339
26.5
0.05
6.
Kelder
7.21
393
18.2
0.26
7.
Kelder (?)
6.83
372
35.5
0.18
8.
Silo (open)
7.23
460
35.2
0.35
9.
Silo
7.35
450
33.3
0.35
10.
Kelder
7.24
n.g.1)
23.9
0.33
11.
Kelder2)
7.75
430
33.3
0.23
12.
Kelder
6.98
403
23.4
0.33
13.
Silo (achter)
7.52
430
n.g.1)
0.23
14.
Silo3)
7.69
425
"
5)
15.
Kelder
7.42
420
"
"
16.
Kelder
6.85
360
"
"
17.
Kelder
7.05
368
"
"
18.
6)
19.
Kelder
7.34
374
"
"
1) n.g betekent niet gemeten 2) Mest is ivm opslag problemen sterk vermengd met mest van naburig bedrijf. 3) De silo bevatte al 600 m3 mest voordat het Agritonprocede begon. 4) Berekend op basis van gemeten electrisch geleidingsvermogen. Globale relatie is: electrisch geleidingsvermogen in mS/cm gedeeld www.agriton.nl/luw2.html
18/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
door honderd is ruwweg gelijk aan de zoutconcentratie in eq/l. 5) Het zoutgehalte is niet berekend omdat het electrisch geleidingsvermogen niet is gemeten. 6) Geen monster genomen: men werkt nog maar zeer kort met Agritonprocede TABEL 2. Analyse van enige mestmonsters die niet met het Agriton procede zijn behandeld.
Bedrijf Nr.
Monster uit
PH
Redox Elektrisch Zoutgeh. potentiaal geleidings (benadering) vermogen In mV In mS/cm In eq/l
A1)
Kelder
7.40
416
25.6
0.26
B2)
Kelder
7.39
360
48.6
0.49
C3)
Silo
7.60
420
6)
6)
D4)
Kelder
7.29
305
6)
6)
95)
Silo (open)
6.99
330
9.9
0.10
127)
Gier (oud)
7.14
416
29.9
0.30
1) Bedrijf A: M.ten Wolde 't West 30; 8435 VN Donkerbroek (buurman van R.C. Attema, bedrijf nr 4 dat werkt met Agritonprocede). 2) Bedrijf B: van v.d. Meer Hoitebuorren 16A, Nyemirdum. v.d. Meer had zich destijds wel aangemeld om deel te nemen aan de proef met het Agritonprocede maar heeft dit door een vergissing van Agriton niet kunnen realiseren. 3) Bedrijf C: M.P. van der Hoek, Krimwei 7. (Buurman van Van der Wei, bedrijf nr 14 dat wel werkt met het Agritonprocede). 4) Bedrijf D: M. Galema, Beslingadijk 7, 9039 XC, Friens. 5) Bedrijf 9: Bedrijf van L.C. Dam dat wel met Agritonprocede werkt (zie bedrijf nr 9 in voorgaande tekst. De resultaten vermeld in deze tabel nr.2 hebben echter betrekking op mest uit een open silo waarin zich mest bevindt uit de periode oktober december 1993, Deze mest is niet behandeld volgens het Agritonprocede. 6) Electrisch geleidingsvermogen niet gemeten en zoutconcentratie niet berekend. 7) Bedrijf nr. 12 van H. de jong. H. de Jong werkt wel met het Agriton procede (zie voorgaande tekst). De resultaten vermeld in deze tabel nr.2 hebben echter betrekking op gier uit de periode sept.dec. en is niet bewerkt volgen het Agritonprocede. 4. SAMENVATTING EN CONCLUSIES. www.agriton.nl/luw2.html
19/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
Inhoudsopgave 1. Opzet van de proef: De firma Agriton heeft in de winter 19931994 in overleg met 21 veeteeltbedrijven een proef genomen met het Agritonprocede. Volgens dit procede wordt gemiddeld per dag 100 gram Agritonklei (gemodificeerd kleimineraal), gesuspendeerd in 10 liter water, in de stal gedistribueerd.
2. lnventarisatie van de ervaringen: Eind maart begin april zijn de ervaringen van 18 van de 21 ondernemers geinventariseerd (twee bedrijven zijn vanwege de beperkte tijd niet bezocht; een bedrijf werkt nog maar zeer kort met het systeem). Hun voornaamste ervaringen zijn als volgt samen te vatten: a. Op 13 van de 18 bedrijven is de ervaring dat de stank van de mest aanzienlijk is verminderd: scherpe stank is verdwenen; de mest ruikt nog wel maar niet meer onaangenaam. Veel agrariers wijzen met nadruk op de positieve effecten hiervan. Op de overige bedrijven had men voor de behandeling ook al geen last van stank. b. Op 16 van de 18 bedrijven heeft men de ervaring dat de mest veel homogener wordt en blijft. Koekvorming wordt tegengegaan en bestaande koeken (gevormd voordat met de proef werd begonnen) zijn op veel bedrijven geleidelijk aan dunner geworden of geheel verdwenen. Gevolg: de benodigde tijd voor het mixen wordt aanzienlijk gereduceerd. c. Op een aantal bedrijven neemt men een verandering van de kleur van de mest waar: de mest wordt lichter van kleur.
3. De evaluatie van de proef door de agrarische ondernemers kan als volgt worden samengevat: Het overgrote deel van de bezochte bedrijven (16 van de 18) wil zeker doorgaan met het Agritonprocede. Zij vinden de stankvermindering een groot voordeel maar zeker ook het economisch nut dat het gevolg is van de verbetering van de homogeniteit van de mest: minder tijd en energie nodig voor mixen. Twee ondernemenrs willen verdere ervaringen afwachten alvorens te besluiten door te gaan. 4. Objectiviteit van de agrarische ondernemers: Ofschoon het niet tot dit rapport behoort om de objectiviteit te bespreken van de ondernemers betreffende het weergeven van hun ervaringen, worden hier toch twee positieve elementen genoemd. a. Aangezien de bedrijven over de gehele zuidelijke helft van Friesland verspreid liggen, lijkt het waarschijnlijk dat de meeste agrariers onafhankelijk van elkaar hun ervaringen hebben geevalueerd. b. Zoals door de ondernemers herhaaldelijk werd opgemerkt, hebben zij slechts relatief geringe bedragen geinvesteerd in de proef. Daarbij was bovendien de afspraak: 'niet tevreden, geld terug'.
5. Wetenschappelijke beIangstelling: De proef trekt ook wetenschappelijke belangstelling. Daarom zijn bij de bezochte bedrijven monsters van de mest genomen. Hieraan zijn enige chemische metingen verricht: zuurgraad, redox potentiaal en geleidingsvermogen. De door de agrariers waargenomen verbetering van de mest zijn vermoedelijk niet expliciet gekoppeld aan de gevonden waarden van deze onderzochte chemische karakteristieken. Aanbevolen wordt om het onderzoek uit te breiden. Het is interessant na te gaan wat het effect is van het Agritonprocede op de samenstelling van de mest en het effect van deze mest op de groei van gewassen. Daarnaast zou het effect kunnen worden nagegaan op de samenstelling van het gas dat emitteert.
www.agriton.nl/luw2.html
20/21
10/9/13
AGRI - MEST RAPPORT Landbouw Universiteit Wageningen
Wageningen juni 1994.
HOMEPAGE
www.agriton.nl/luw2.html
EMRO Nederland
Agriton.com
21/21