Afstudeerverslag Laag configuratie module
Peter Vlug 27 april 2007 Afstudeeropdracht in het kader van de studie ACE System Manager aan het CAD College te Nijmegen.
Auteur Opleiding Opleidinginstuut Plaats Begeleidend docent Afstudeerdatum
: : : : : :
Peter Vlug ACE System Manager TEC Cad College Nijmegen Dhr. Ir. Ronald Boeklagen 27 April 2007
Voorwoord. Geachte lezer, Voor u ligt mijn verslag waarmee ik examen doe voor het HBO traject ACE System Manager. Het onderwerp voor dit verslag is tot stand gekomen doordat we bij Inbo vaak te horen kregen dat de te kiezen lagen binnen Autocad \ DeltaPi een te groot aanbod is en dat de gebruiker er niet meer mee uit de voeten kunnen. Door onderzoek te doen naar de structuur binnen Autocad en in DeltaPi heb ik nog meer inzicht gekregen DeltaPi, en de nieuwe mogelijkheden binnen Autocad. Hoogachtend, Peter Vlug.
Inhoudsopgave. Hoofdstuk
Titel
Voorwoord
1
1.0 1.1 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Inleiding Opleiding
3 3
Inbo Adviseurs Stedenbouwkundigen en Architecten. Bureau De visie van Inbo Eigendomsstructuur Organisatie Adviseurs Ruimte & Vastgoed Stedenbouwkundigen & Landschapsarchitecten Adviseurs Bouw Architecten Organigram
3 3 3 4 4 4 5 5 6 7
3.0
Omschrijving functie applicatiebeheerder
8
4.0 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
DeltaPi huidige situatie 9 Projectomgeving 9 Lagenstructuur 10 Lagen afsprakenstelsel 10 Lagen opbouw 11 Lagen maken met DeltaPi 13
5.0 5.1 5.2 5.3
Probleemstelling Doelstelling Opties Conclusie optie’s
15 15 15 18
6.0 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
Laag configuratie module Onderzoek menustructuur DeltaPi Werking laagconfiguratie module Stroomschema laagconfiguratie module Programma code laagconfiguratie module Interface laagconfiguratie module Creëren menubestanden Installatie laagconfiguratie module
19 19 20 20 21 22 23 23
Nawoord
24
Bladnummer
1.0 ���������� Inleiding. Ik ben Peter Vlug geboren in 1966 te Zeist. Ik ben gehuwd met Esther en we hebben samen drie kinderen Ian en Kimberly 10 jaar oud en de jongste telg Lynette 5 jaar oud. Ik ben woonachtig in Soesterberg en woon met veel plezier in dit groene dorp in het midden van het land. Mijn hobby’s zijn; ik noem het liever interessegebieden, lezen over de Tweede wereld oorlog, klussen in huis, sterrenkunde en ruimtevaart, het spelen van First Person Shooters zowel alleen als in een gezelschap van meerdere medespelers.
1.1
Opleidingen.
Na de basisschool ben ik naar de Lagere Technische School gegaan en heb voor de richting bouwkunde gekozen. Na de Lagere Technische School ben ik doorgestroomd naar de Middelbare Technische School tevens de richting Bouwkunde. De opleidingen heb ik natuurlijk met een goed gevolg afgerond. Na de Middelbare Technische School moest is nog een jaar mijn dienstplicht vervullen in het Nederlandse leger, daar heb ik bij het genie onderdeel 105 vouwbrug compagnie mijn diensttijd vervult.
2.0 Inbo Adviseurs Stedenbouwkundigen en Architecten. Tijdens mijn studie aan de Middelbare Technische School ben ik in mijn stage jaar in aanraking gekomen met Inbo Adviseurs Stedenbouwkundigen en Architecten. Na mijn diensttijd ben ik bij Inbo aan het werk gegaan.
2.1
Bureau.
Inbo is een onafhankelijk en toonaangevend bureau op het gebied van ruimtelijk beleid, vastgoedadvies, stedenbouw, architectuur en bouwmeesterschap. Wij leveren mooie, duurzame en inspirerende oplossingen voor uiteenlopende advies-, onderzoek- en ontwerpopgaven. Ons werkgebied strekt zich uit over heel Nederland en daarbuiten. Adviseurs, stedenbouwkundigen, architecten en bouwkundigen werken hecht samen in een open en creatieve werksfeer. Door de multidisciplinaire wisselwerking tussen professionals, elk gedreven in het eigen vak, groeit de integrale meerwaarde van ons werk. Inbo stimuleert de vakinhoudelijke groei binnen en buiten ons bureau in de vorm van eigen onderzoeks- en ontwikkelings-trajecten.
2.2
De Visie van Inbo.
Samenhang. Wanneer je goed om je heen kijkt, zie je dat mensen hun oriëntatie op de wereld aan het wijzigen zijn. Ze zijn op zoek naar een nieuwe werkelijkheid tussen de krachtenvelden van globalisatie en individualisatie. Als de wereld van iedereen is, is hij misschien van niemand meer. Kunnen wij ons dan nog verbonden voelen? Als wij volledig op onszelf staan, met wie kunnen we dan delen? Wij zijn overtuigd dat we ons allemaal verbonden willen weten met onze omgeving. Of dit nu is bij de school van onze kinderen, bij de zin van ons werk of bij de zorg voor een oudere bij ons in de buurt. We zijn in onze ogen in onze samenleving weer op zoek naar de plek waar onze voordeur staat. Op zoek naar plaatsen waar we ons thuis voelen. De grenzen daarvan liggen óók voorbij de muren van ons huis. In ons beroepsleven betekent dit dat wij willen werken aan de toekomst, aan de betekenis en aan de identiteit van ruimte en gebouwen. Wij richten ons op samenhang in plaats van op individualiteit. Wij streven naar in de tijd houdbaar werk, dat goed op zijn plek staat en de mensen past die er zullen leven: dierbare ruimte.
Wij zien overeenkomsten in hoe wij dit doen: Over de grenzen van een opgave heenkijken, niet aan planontwikkeling, maar aan gebiedsontwikkeling doen. Vanuit culturele verantwoordelijkheid werken en nieuwe verbeelding geven. Mensen en partijen zorgvuldig in de totstandkoming van het werk betrekken en dus verantwoordelijkheid in het proces nemen.Dat zijn de kenmerken van het Inbo van nu.
2.3
Eigendomsstructuur:
Inbo is van de eigen medewerkers. Alle activiteiten, projecten, bezittingen en arbeidscontracten zitten in Inbo B.V. Inbo Holding bezit de aandelen van Inbo BV. Inbo Holding heeft twee aandeelhouders: 1. B.V. Participatie Inbo 60% 2. Inbo Partners Holding B.V. 40% De aandelen van deze aandeelhouders zijn gecertificeerd. Dat houdt in dat het stemrecht is ondergebracht in een stichting en dat de financiële resultaten gaan naar de certificaathouders. Medewerkers die langer dan een jaar werken bij Inbo kunnen certificaten van BV Participatie Inbo kopen. Partners daarnaast ook certificaten van Inbo Partners Holding. Inbo medewerkers besturen de stichtingen die het stemrecht hebben.
2.4
Organisatie.
Inbo kent op dit moment circa 350 medewerkers, die samen werken vanuit zelfstandige groepen in Amersfoort, Amsterdam, Drachten, Eindhoven, Rijswijk, Rotterdam en ons hoofdkantoor op het landgoed Geerestein in Woudenberg. Door het werken in zelfstandige groepen verbindt Inbo de kracht van de persoonlijke benadering met de kracht van een groot bureau. Vanuit alle vestigingen bieden wij onze opdrachtgevers het volledige scala aan dienstverlening als adviseurs, stedenbouwkundigen en architecten. In Woudenberg kennen wij vier gespecialiseerde vakgroepen: Inbo Adviseurs Ruimte & Vastgoed, Inbo Stedenbouwkundigen & Landschapsarchitecten, Inbo Architecten en Inbo Adviseurs Bouw Woudenberg. Centraal bevindt zich ook Inbo Diensten waarin de ondersteunende activiteiten zijn ondergebracht: personele en financiële administratie, ICT, publiciteit en facilitaire zaken. De groepen in Amsterdam, Drachten, Eindhoven, Rijswijk en Rotterdam zijn architecten groepen. Samen met de architecten groep van Woudenberg resulteert dit in zes architectengroepen. De groep in Amersfoort is een adviseurs groep en samen met de adviseurs groep uit Woudenberg zijn er dus twee adviseurs groepen.
2.5
Adviseurs Ruimte & Vastgoed.
Gebieds- en vastgoedontwikkeling: dat is wat de afdeling ruimte & vastgoed boeit en bindt. De uitdaging is het tot stand brengen van inspirerende, bindende en haalbare visies en deze te vertalen naar concrete resultaten. Zij onderscheiden zich daarin doordat zij zowel inhoudelijk als procesmatig inzetbaar zijn. De combinatie van vakkennis en managementervaring stelt onze adviseurs in staat om ambitie en realisme direct met elkaar te verbinden. De 30 professionals zijn actief in: - markt- en conceptontwikkeling; - strategie en beleid; - proces- en projectmanagement; - plan- en bouweconomie. Ze zijn daarin creatief en resultaatgericht, waarbij teamwerk, betrokkenheid en een pragmatische insteek voorop staan. Voorbeelden van onze werkvelden zijn de herontwikkeling van gebouwen en gebieden met woningen, winkels en kantoren, de herstructurering van bedrijventerreinen, de ontwikkeling van projecten met een zorg/welzijnscomponent en de realisatie van multifunctionele centra.
2.6
Stedenbouwkundigen & Landschapsarchitecten.
2.7
Adviseurs Bouw.
Inbo Stedenbouwkundigen & Landschapsarchitecten is een groep stedenbouwkundigen en landschapsarchitecten welke aan een breed en interessant palet van ruimtelijke opgaven werkt. Het bureauprofiel wordt gekenmerkt door een integrale benadering van de stedenbouw, waarbij een sterk conceptuele insteek uitgangspunt is. In de benadering van de opgave gaan zij uit van een sterke relatie tussen stedenbouw, landschap en de uitwerking in de zin van architectonische typologieën. Binnen de groep zijn dan ook kerndisciplines vertegenwoordigd op het gebied van stedenbouwkundig ontwerp, landschapsarchitectuur, architectuur en stedenbouwkundig advies. Passend bij de opgave wordt een projectteam samengesteld.
Inbo Adviseurs Bouw Amersfoort en Woudenberg werken aan klein- en grootschalige projecten in de utiliteitsbouw en ook in de woningbouw. Zij denken integraal en interdisciplinair in het ontwerpproces. Dat betekent dat zij begrip hebben voor de andere partners in het bouwproces met behoud van eigen verantwoordelijkheid. Ze werken aan de meest optimale oplossingen, die haalbaar en maakbaar zijn met behoud van de esthetische uitgangspunten. Werkzaamheden: Tekenwerk. Het werk bestaat in hoofdzaak uit het beheersen en het uitwerken naar een hoger detailniveau van de ontwerpen van de diverse binnenlandse en buitenlandse architecten. Dit betekent dat zij vaak gedurende de ontwerpfasen de architecten bijstaan met adviezen in regelgeving, materialisering en coördinatie om zo te komen tot een goed bouwproces. Daarnaast verzorgen zij de bouwaanvraag met de bijbehorende bouwbesluitberekeningen en het tekenwerk voor de bouwvoorbereidingsfase en de bouwuitvoeringsfase. Advies. Voor diverse projecten worden zij gevraagd een advies te geven over een bouwplan. Dit kan inhouden dat wij een toets maken (quick scan) over een bouwplan met betrekking tot regelgeving of lay-out. Kan een plattegrond efficiënter ingedeeld worden en voldoet een plan aan alle geldende bouwregelgeving. Zij zijn ook betrokken bij adviseringen over aanbestedingen en logistieke uitvoering van bouwplannen om de bouwtijd en de bouwplaatskosten te berekenen. Bestekken en regelgeving. Zij schrijven voor onze opdrachtgevers bestekken (beschrijvingen en voorwaarden), V & G plannen in de ontwerpfasen en maken bouwbesluittoetsen. Management. Naast het tekenwerk en het advieswerk worden zij vaak gevraagd om projectmanagement en bouwmanagement (directievoering) te verzorgen van bouwprojecten. De projectleiders verzorgen deze taken vanuit de inhoudelijke kennis van projecten.
2.8
Architecten.
Zij werken aan uiteenlopende opdrachten op elk gebied en met een diversiteit in architectuur. De samenhang van in het werk ligt dieper: in visie, houding, werkwijze en vakmanschap. Visie Zij nemen voor elke opgave de ruimte om in het beginstadium na te denken over de essentie van de vraagstelling. Zij willen zichtbaar maken dat het concept betekenis geeft aan de plek. En dat vanuit het gebruik van het gebouw deze meerwaarde voelbaar wordt. Houding Uit hun houding spreekt betrokkenheid om met inzet van onze creativiteit aansprekende ideeën te leveren. Zij willen niet beperkt streven naar esthetisch succes op korte termijn, maar naar in de tijd houdbare projecten die goed op hun plek staan en de mensen passen. En die door zorgvuldig materiaalgebruik de tijd aankunnen en aan karakter en schoonheid winnen. Werkwijze Onze werkwijze is gericht op samenwerken. In het totstandkomen van de projecten werken zij intensief samen met opdrachtgevers en de andere betrokkenen, waarbij zij hun verantwoordelijkheid in het proces van ontwikkeling, voorbereiding en realisatie waar maken. Vakmanschap Het streven naar architectonische en ruimtelijke kwaliteit pakken zij standvastig en gedreven aan met het vakmanschap. Aan de resultaten van ons werk kunt u aflezen hoezeer wij op elk niveau vakwerk willen afleveren.
2.9 Organigram Inbo Adviseurs Stedenbouwkundigen en Architecten
Woudenberg
Drachten
Woudenberg
Rotterdam
Rijswijk
Eindhoven
Amersfoort
Manager: Ruud Steenmeijer
Adviseurs Bouw
Amsterdam
Architecten R.G.Nagtegaal bestuurder
Diensten Woudenberg
Inbo B.V. 350 medewerkers 300 Fte
100%
Inbo Holding B.V.
Applicatiebeheer
Systeembeheer
Repro
Servicedesk
60%
Stedenbouwkundigen & Landschapsarchitecten
Systeembeheerders: Rene Bijl Gabriele Moia Marijke Barnhoorn Roelo de Kruijf
Applicatiebeheerders: Erik Datema Jeroen van Tol Peter Vlug Vacature 1e Lijns Applicatiebeheerder
Servicedesk: Paula de Gier Ritesh Jagesar
B.V. Participatie Inbo
ICT
Facilitaire Zaken
Personele Zaken
Public Relations & Communicatie
Financiele Administratie
Bestuurs Secetrariaat
40%
Inbo Partners Holding B.V.
Adviseurs Ruimte & Vastgoed
3.0 Omschrijving functie applicatiebeheerder. Ik ben sinds 1989 werkzaam bij Inbo Adviseurs Stedenbouwkundigen en Architecten. Ik ben begonnen in de functie tekenaar, daarna eerste tekenaar met de toevoeging leadoperator en uiteindelijk uitgegroeid naar projectleider. Toen ik leadoperator was van een architectengroep hield ik me bezig met de toenmalige hardware en software van de afdeling. Het installeren van programmatuur werd gedaan vanuit Ict. Ict bestond toen uit een manager met een aantal systeembeheerders. Doordat er binnen Inbo steeds meer vraag kwam naar ook directe ondersteuning op applicatiegebied werd Ict uitgebreid met een applicatiebeheerder die de communicatie verzorgde tussen gebruiker en systeembeheerders. In 1999 was er een tweede applicatiebeheerder nodig, dit heeft mij doen besluiten om de overstap te maken naar Ict. De eerste applicatiebeheerder die al bij Ict zat, heeft zijn dienstverband per 1 januari 2000 beëindigd. Ik ben per 1 januari 2000 bij Ict gekomen in de functie van applicatie beheerder. In de tweede helft van 2000 is er een tweede applicatiebeheerder bij gekomen. Momenteel bestaat de Ict afdeling uit één Ict manager, drie applicatiebeheerders, vier systeembeheerders en twee servicedesk medewerkers. Alle architecten en adviseurs groepen van Inbo werken met Autocad en de bouwkundige applicatie DeltaPi. Inbo Adviseurs Ruimte & Vastgoed werkt in principe alleen met Autocad om toegestuurde tekeningen te kunnen raadplegen en af te drukken. Inbo Stedenbouwkundigen & Landschapsarchitecten werken niet met Autocad maar met Microstation en Powerdraft. Als applicatiebeheerder ben ik verantwoordelijk voor alle cad problematiek en regelgevingsapplicaties bij Inbo. Cad applicaties die bij Inbo in gebruik zijn: Autodesk Autocad 150 netwerk licenties Autodesk Viz 10 netwerk licenties DeltaPi-systems DeltaPi 125 netwerk licenties Google SketchUp 15 netwerk licenties Bentley Microstation 5 netwerk licenties Bentley Powerdraft 3 netwerk licenties Nemetschek Vectorworks 7 stand alone licenties Transoft Solutions Autoturn 1 netwerk licentie McNeel Rhinoceros 1 stand alone licentie De werkzaamheden als cad applicatiebeheerder: • Uitzoeken en maken van installatie procedure van cad en regelgevingssoftware. Met deze procedures gaan de systeembeheerders een unattended installatiepakket maken en uitrollen over de werkstations binnen Inbo. •
Functionele uitdagingen en vraagstukken oplossen met betrekking tot vragen van gebruikers over Autocad, DeltaPi, Viz, SketchUp, Microstation, Vectorworks en de diverse regelgevingsapplicaties.
•
Licentie beheer van de cad applicaties. Van de Autodesk producten en Google SketchUp maak ik met lijndiagrammen gebruiksoverzichten. Deze geven weer wat het maximale gebruik is per dag en week.
•
Een drie daagse DeltaPi opleiding geven aan nieuwe medewerkers. Organiseren en geven van een update training voor bestaande DeltaPi gebruikers, opgesplitst in ontwerpers en tekenaars.
•
Bijwonen van overlegorganen zoals Ontwerpersoverleg, Tekenaarsoverleg, Leadoperatoroverleg, KennisKringRegelgeving en Ict on Tour.
•
Functioneel beheer van de Intranet site van KennisKringRegelgeving op basis van Microsoft Sharepoint.
•
Ontwikkelingen in de bouw op het automatisering gebied nauwlettend in de gaten houden, met de nadruk op Cad.
4.0 DeltaPi huidige situatie. Binnen Inbo wordt gebruik gemaakt van de bouwkundige applicatie DeltaPi. DeltaPi is nederlandstalig en wordt gemaakt door DeltaPi-systems. DeltaPi is in de loop der jaren in de praktijk ontstaan. In dialoog met tekenaars is er een werkmethodiek ontstaan, die dankzij de aanpasbaarheid van Autocad steeds meer in de software kon worden vastgelegd. Door de gebruikers van DeltaPi wordt voortdurend op bruikbaarheid getoetst. Door specifieke eisen en wensen van gebruikers ontstaat er een programma waarvan de basisfuncties overeenkomen met het algemene Autocadpakket maar met veel werkmethodische en bouwkundige aanvullingen. Deze aanvullingen hebben ook te maken met afspraken die worden gemaakt met andere disciplines over uitwisselbaarheid van de tekeningen. Tekeningen gemaakt met DeltaPi voldoen aan de normen van de GB-afsprakenstelsels. De tekeningen zijn geheel DWG compatible. DeltaPi bestaat uit een aantal basisprincipes, waarbij een groot aantal hulpfuncties is gemaakt. Deze basisprincipes zijn: • De wijze waarop de tekening wordt gestart en opgezet, in combinatie met project tekeningenlijstbeheer en plot automatisering. • De wijze waarop met projectbibliotheken wordt gewerkt: opbouw, bewaking, beveiliging • De uitbreidbaarheid en het beheer van de bureaubibliotheek. • De lagenstructuur en de bijbehorende commando’s. • De bouwdeelroutines, 2D gebouwmodel • De 3D ontwerpfuncties, 3D gebouwmodel Er zijn binnen DeltaPi verschillende niveaus te onderscheiden: A Algemene computerbesturing, Windows:het kan worden gezien als de omgeving waarbinnen DeltaPi met Autocad draait. Hiermee heeft men te maken als DeltaPi wordt opgestart, als er buiten DeltaPi om bestands beheer wordt gepleegd of als er naast DeltaPi nog andere programma’s moeten draaien. B cad-algemeen. Interne commando’s van Autocad. Deze commando’s zijn Engelstalig. C Autocad commando’s die enigszins gewijzigd of aangevuld zijn en die dus anders werken dan in standaard Autocad. D DeltaPi commando’s die alleen binnen het menu werken. Hoewel het onderscheid tussen niveau B, C en D voor tekenaars niet erg belangrijk is, kan het geen kwaad basis Autocad commando’s te leren onderscheiden van de aanvullingen. Meestal zal het zo zijn dat de standaard Autocad-commando’s Engelstalig zijn, terwijl de DeltaPi aanvullingen Nederlandse woorden of afkortingen zijn. In het algemeen geldt dat de commando’s het best via de toolbars of afkortingen zijn aan te roepen, dit werkt het snelst en DeltaPi krijgt hierdoor de gelegenheid bepaalde instellingen te testen of te verzetten (bijvoorbeeld laag, kleur en blockcodering): de tekenaar hoeft dit dan niet zelf te doen, maar moet wel weten dat dit op de achtergrond plaatsvindt.
4.1
Projectomgeving.
De projectomgeving is voor DeltaPi heel belangrijk. Hieraan wordt de projectbibliotheek en de project administratie gekoppeld. Het project is door middel van het projectprofiel ook bepalend voor de inhoud van het tekenwerk. Hierbij gelden de volgende basis-uitgangspunten: • Een folder met een of meer tekeningen is voor DeltaPi een project. Als een tekening wordt opgestart zal DeltaPi altijd kijken of er een geschikte projectomgeving bestaat. Als die niet bestaat wordt die gecreeerd. • Aan een project hangt altijd een project administratie: de tekeningenlijst • Aan een project hangt altijd een projectbibliotheek. • Een project wordt gedefinieerd door een unieke projectcode: deze wordt samengesteld uit projectnummer, fase en volgnummer. De projectbibliotheek bevat projectgebonden onderdelen als blocks. Deze bibliotheek wordt in de loop van het project opgebouwd en beheerd door alle tekenaars tegelijkertijd. Het is dus een belangrijk communicatiemiddel. Elk bibliotheek onderdeel kan worden gepromoveerd tot een bureau block wat weggeschreven wordt in een hoofdbibliotheek. De tekeningenlijst bevat de administratieve gegevens van het project, van de tekeningen en van de wijzigingen. Die gegevens worden gebruikt om de stempels te vullen en om de plotadministratie van de juiste gegevens te voorzien, en kan op elk moment uitgedraaid worden naar bijvoorbeeld een Excel sheet. Tekenaars vullen hun stempel in via de DeltaPi tekeningenlijst: deze bevat dus altijd de actuele en juiste tekening gegevens.
Het handmatig aanpassen van de stempels via autocadcommando’s is niet wenselijk en wordt ook afgeraden. Als men na een handmatige aanpassing weer via DeltaPi tekeninglijst functie aanpassingen maakt worden deze handmatige aanpassingen weer overschreven met de gegevens zoals deze in de tekeninglijst database van het project staan. Het projectprofiel bepaalt met welke instellingen er in het project wordt gewerkt. Deze instellingen bepalen onder andere het uiterlijk van de tekening, de stempels, de bibliotheken en de plotmogelijkheden. Met een profiel kan bepaald worden, welke arceringen er gebruikt worden, laagkleuren oftewel pendikte en welke tekststijlen er voor teksten en maatvoeringen gebruikt worden. Dit alles valt en staat met het tekenen op de juiste lagen, wordt dit niet gedaan dan kan er nog zo’n mooi profiel gebruikt worden maar dan zal de tekening niet het juiste uiterlijk krijgen. De profielen bij Inbo zijn gemaakt door Applicatiebeheer. Profielen die wij gebruiken zijn: • Standaard profiel; hierin zijn de meeste instellingen verwerkt zoals bouwkundige arceringen, laagkleuren en lijntype per schaal, standaard inbotekststijl. • Groepsprofielen; hierin staan de groepsstempels en beschikbare groeps printer en plotters. • Toepassingsprofielen; denk hierbij aan verkoopinstellingen en ontwerpersinstellingen als zwart arceren, of een grijstint arcering met daaroverheen een bouwkundige arcering, afwijkende tekststijlen waar een opdrachtgever om gevraagd heeft. Een profiel is een krachtig instrument waardoor je een tekening niet hoeft aan te passen maar door deze met een ander profiel te plotten en af te drukken, en de tekening er heel anders uit kunt laten zien. De profielinstellingen werken door blocken en zelfs Xreffen heen, waardoor het hergebruik van tekeningen enorm toeneemt. Dit integenstelling tot Autocad waar je per tekening bepaalt hoe je uiterlijk van je tekening eruit komt te zien.
4.2
Lagenstructuur.
Het is mogelijk de tekening te splitsen in een groot aantal ‘transparantjes’ die over elkaar kunnen worden gelegd en afzonderlijk zichtbaar of onzichtbaar kunnen worden gemaakt. Dit zijn de Autocad lagen of in het engels layers. Er ligt altijd één laag boven, dit is de actieve laag of werklaag. De tekencommando’s werken altijd op de actieve laag, als er bijvoorbeeld een lijn wordt getekend zal deze op de actieve laag komen. De edit commando’s werken op alle zichtbare lagen; om bijvoorbeeld een element te wissen hoeft dit niet op de actieve laag getekend te zijn. De lagen waar wij mee werken zijn onderverdeeld via de bouwonderdeel- en materiaalcodering van de Nederlandse Sfb en volgen het GB-afsprakenstelsel. Elke bouwdiscipline heeft zijn eigen lagen. Begrip van de lagenstructuur is onmisbaar voor het goed tekenen. Elementen op het scherm hebben een kleur. Deze kleur wordt ontleend aan de laag waarop dit element is getekend, tenzij het element een eigen kleur is gegeven: een actieve kleur. De kleuren kunnen tijdens het plotten of printen worden vertaald naar pendikte of grijstinten. Met kleuren kan dus in hoge mate het uiterlijk van een plot worden gestuurd. Elke laag heeft een kleur. Een tekenelement kan ook een kleur hebben, doch als ze ‘neutraal’ getekend zijn (kleurloos) dan zullen ze de kleur van de laag aannemen, waarop ze getekend zijn: deze neutrale kleur wordt BYLAYER genoemd. Voor lijntypes geldt hetzelfde: als een element het neutrale lijntype BYLAYER heeft zal dit element het lijntype van de laag aannemen. Elementen die een actieve kleur of lijntype hebben trekken zich wat deze eigenschappen betreft niets aan van de laag waarop ze getekend zijn. De werkmethodiek van DeltaPi gaat uit van neutrale elementen: kleuren en lijntypes worden bij voorkeur door de lagen gestuurd. Het is daardoor eenvoudig om later alle elementen op een bepaalde laag bijvoorbeeld een andere kleur te geven, namelijk door de kleur van de laag te veranderen. Als er een nieuwe laag in de tekening wordt aangemaakt zal hiervoor naar een kleur worden gevraagd tenzij de kleur voor deze specifieke laag in deze schaal is vastgelegd in onze bureaustandaard. Elke nieuwe laag krijgt standaard het lijntype Continuous, een doorgetrokken lijn, tenzij een ander type is vastgelegd in onze bureaustandaard. Zowel kleureigenschappen als lijntype-eigenschappen van een laag zijn eenvoudig te wijzigen.
4.3
Lagen Afsprakenstelsel.
De in de pulldown menu’s verwerkte lagenstructuur is gebaseerd op het GB-CAS versie 2. DeltaPi maakt hier veelvuldig gebruik van, de DeltaPi werkmethodiek is gebaseerd op correct lagengebruik. Elke bouwdiscipline heeft zijn eigen lagen, die meestal onderverdeeld zijn in materialen. Het is van groot belang goed met de lagen om te gaan; een te grote gedetailleerdheid levert weinig op en kost veel tijd, een te magere gedetailleerdheid kost ook veel tijd omdat sommige routines die van deze detaillering gebruik maken niet gebruikt kunnen worden en de tekening niet optimaal gefilterd kan worden.
10
In het algemeen gelden de volgende regels: Van tevoren wordt bepaald welke diepgang per fase en per project gebruikt wordt en men moet zorgen dat iedereen zich hieraan houdt. We gebruiken niet meer lageninformatie dan bekend kan zijn: liever tekenen op de ‘21----’ laag (algemeen buitenwand) dan op de ‘21FG2-’ laag (buitenwand baksteen) als de keuze voor baksteen nog niet is gemaakt. Tijdens het werken gaan we ervan uit dat als het materiaal bekend is men ook op de juiste bouwdeel en materiaallaag tekent. Dit heeft als voordeel dat: • Automatisch gearceerd kan worden. • De tekening hierop gefilterd kan worden wat de overzichtelijkheid ten goede komt. • Routines die de gedetailleerde lagenstructuur gebruiken benut kunnen worden. • De tekeningen later eenvoudiger via Bouwaanvraagtekening naar Uitvoeringstekening opgewerkt kunnen worden. Bij het tekenen is er de keus tussen “dikke” en “dunne” lijnen; de dikke lijnen vormen bijvoorbeeld de omtrek van een muur bij een doorsnede, de dunne lijnen bijvoorbeeld de aanzichtlijnen. De dikke en dunne lijnen staan elk op een aparte laag. Door aan de lagen een andere kleur toe te kennen kan een verschil in pendikte bepaald worden. Ook zijn er aparte lagen voor arcering, teksten en maatvoering: dit zijn sublagen van de bouwdeel laag. De schakeling tussen deze sublagen gaat automatisch. Elke nieuwe tekening begint vrijwel leeg: alle in de tekening gebruikte lagen worden aangemaakt op het moment dat ze voor de eerste keer worden geactiveerd. De kleur van de Omschrijvende (L) laag is specifiek, de overige teken onderdeellagen (Info, Arcering, Teksten enz.) kunnen een standaard kleur krijgen, die als bureauinstelling is ingegeven. De kleur van de omschrijvende laag wordt tijdens het aanmaken van de laag aan de gebruiker gevraagd, tenzij de kleur voor deze laag als profielinstelling is vastgelegd. We streven ernaar om de meeste gebruikte lagen in onze bureaustandaard vast te leggen in hun kleur. Deze instelling bekijkt ook met welke schaal gewerkt wordt. Dus een laag kan bij een schaal van 1:100 een andere kleur hebben als in een 1:50 tekening; want als het voor elke schaal dezelfde kleur krijgt zal op de afdruk van de ene tekening de pendikte te dik zijn en op een andere tekening de pendikte weer te dun zijn.
4.4
Lagen opbouw.
AL21FG2-_BAKSTEEN 1e 2e 3e en 4e 5e t/m 7e 8e 9e vanaf 10e
karakter: karakter: karakter: karakter: karakter: karakter: karakter:
Discipline Tekensoort Bouwonderdeel Materiaal Status Scheidingsteken Omschrijving
Discipline.
In DeltaPi worden de volgende disciplines gebruikt: A Architectuur C Construktie D Detailinrichting E Elektra F Facility Management I Interieur T Terrein W Werktuigkunde De letter bepaalt de informatie: de tekenaar is voor die discipline verantwoordelijk. Voor bouwkundig tekenwerk worden uitsluitende de A(Architectuur) lagen gebruikt. Het tekenen op andere discpline lagen is niet toegestaan. Als naar een andere discipline moet worden geschakeld kan dat via de optie ‘Disciplines’ in het pulldown menu Algemeen. Elke (discipline gebonden) lagennaam begint met de discipline letter. In principe worden architectuur- en bouwkundige tekeningen uitsluitend in de A discipline getekend.
11
Tekensoort.
Per item in de lagen pulldown menu’s, bijvoorbeeld “AL21----_BUITENWAND” zijn er acht verschillende sublagen, herkenbaar aan het 2e karakter: L Omschrijvend: dat wil zeggen een dikke omtreklijn: de hoofd informatie. I Info aanvullend: dat wil zeggen aanvullende dunne lijnen zoals aanzichtlijnen. A Arcering. M Maatvoering. T Teksten. B Block-attributen: teksten die bij blocks horen. C Cosmetica, bijvoorbeeld schaduw in gevels, draairichting van kozijnen. Z Een speciale rekenlaag voor DeltaPi Tijdens het tekenen zal de lagenschakeling tussen de tekensoorten geautomatiseerd verlopen. Bij de tekencommando’s zal echter wel aangegeven moeten worden of het ‘dikke’ of ‘dunne’ lijnen betreft: hierbij moet worden gedacht aan bijvoorbeeld het verschil tussen de doorsnede lijnen van een muur (DIK) en de aanzichtlijnen (DUN). In de toolbars is de splitsing TEKEN DIK en TEKEN DUN aangebracht: Er kan direct worden gekozen uit DIK (Omschrijvend, L) en DUN (Info, I). Men moet er echter altijd zelf voor zorgen dat op de goede bouwonderdeel- en materiaallaag wordt gewerkt. Het overschakelen naar de goede tekensoort laag doet DeltaPi zelf. Als men op AL21----_BUITENWAND werkt en men gaat maatvoeren, dan zal automatisch naar de algemene laag AM1$A---_ALGEMEEN worden gesprongen of naar de materiaallaag AM21----_BUITENWAND, afhankelijk van een schakelaar in do opzetroutine van DeltaPi. De bouwdeelroutines; het tekenen van muren, kozijnen, trappen, daken enz. voeren de lagenschakeling geheel automatisch uit. Er wordt in principe altijd in de kleur en het lijntype BYLAYER getekend, zodat de elementen kleur en lijntype overnemen van de laag waarop ze staan. Hierdoor zijn ze eenvoudig groepsgewijs te wijzigen. Als het nodig is sommige elementen toch een actieve kleur of lijntype te geven, kan dit altijd achteraf met Eigenschap, Properties, CHANGE of CHPROP gedaan worden. Tijdens de DeltaPi cursus die ik geef wordt dit tensterkste afgeraden, want als je elementen handmatig van een andere kleur voorziet dan kan je de algemene functie voor tekening verschaling niet meer goed gebruiken. Lijntypes daarin tegen mogen gewoon veranderd worden want hiermee geef je een bepaalde bedoeling aan zoals dat er een element onder of boven je zichtsveld zit. Denk hierbij aan balken die langs een plafond lopen of een borstwering onder een vensterbank.
Bouwonderdeel.
Hier wordt de standaard Nl-Sfb codering toegepast.
NL-Sfb codering.
Opbouw van de NL-Sfb codering De Sfb code, bijvoorbeeld Sfb 21Fg2-, bestaat uit drie delen: • Een getal, • Een hoofdletter, • Een combinatie van een kleine letter en een cijfer.
Met het eerste deel van de Sfb code wordt verwezen naar het bouwdeel, de plaats waar het product in het gebouw of het terrein zit. Bijvoorbeeld funderingsconstructies of buitenwand; Met het tweede deel wordt verwezen naar de vorm of functie van het product, zoals baanvormige (dak)bedekking, isolatie of beplanting; Met het derde deel wordt aangegeven waar het product van gemaakt is, bijvoorbeeld van marmer, linoleum of beton.
De Sfb codering is in de jaren vijftig in Zweden ontwikkeld voor classificatie van gebouwdelen ten behoeve van kostencalculaties en bestekomschrijvingen. Sfb staat voor Samarbestkommittén för Byggnadsfragor, wat ‘samenwerkingsscomité voor bouwvraagstukken’ betekent. Sinds 1977 is er een Nederlandse Sfb commissie, die een indelingstabel voor de Nederlandse bouwsector heeft ontwikkeld onder de naam NL-Sfb.
12
Eigenschappen van de Sfb codering
Voor de Sfb codering is het niet nodig dat alle elementen waaruit de code is opgebouwd zijn ingevuld: ge prefabriceerde betonnen elementen hebben bijvoorbeeld Sfb code --Gf2. G staat in deze code voor ‘constructies van prefabonderdelen voor onder- of bovenbouw’, f2 staat voor ‘betonsteen’. De Sfb codering is geen unieke codering: een houten buitendeur en een houten buitenkozijn hebben beide Sfb code 31Xh2; ook PVC en PE-leidingen hebben beide dezelfde Sfb code. Omgekeerd hoort bij een Sfb code een aantal producten. Zo staat 66X-- bijvoorbeeld voor liften, goederenheffers, roltrappen, rollenbanen.
Beperkingen van de Sfb codering: • Bij de codering van een product dat op meerdere plaatsen kan worden toegepast ontstaat een conflict. Een geprofileerde staalplaat die toepasbaar is voor gevels en voor daken kan (afhankelijk van de plaats waar deze wordt toegepast) gecodeerd worden met 42Rh2 of 47Rh2. • Producten die uit twee duidelijk te onderscheiden materialen zijn opgebouwd, zijn niet goed Sfb te coderen. Een combinatiekozijn met hout aan de binnenzijde en een aluminiumprofiel buiten zou bij- voorbeeld Sfb code 31Hi0-n6 kunnen krijgen, maar bij het materiaalgedeelte mag maar één naam wor den ingevuld. • DeltaPi maakt bij het maken van de laag gebruikt van alleen hoofdletters dus de combinatie van hoofd met kleine letters wordt omgezet naar alleen hoofdletters.
Materiaal.
Ook hier wordt de standaard NL-Sfb code toegepast. Status. Er zijn 6 status mogelijkheden: - Neutraal (default) N Nieuwbouw T Tijdelijke voorzieningen B Bestaand S te Slopen I Informatie Als naar een andere status moet worden geschakeld kan dat via de optie Status in het pulldown menu Algemeen.
Omschrijving.
Korte omschrijving van de laag. Met de bouwdeelroutines kunnen elementen worden getekend die bouwdelen representeren in een 2D vorm. Het accent ligt hierbij op het tekenen van de bouwkundige plattegrond. Voor sommige elementen, zoals kozijnen, is het nodig voor diverse oriëntaties (plattegrond, doorsnede of aanzicht) een ander block aan te maken. Er worden dan verschillende verschijningsvormen in de vorm van blocks aangemaakt voor hetzelfde element. Deze blocks vormen samen een ‘samengesteld block’. Er is altijd sprake van een scheiding in 2D en 3D: deze scheiding wordt via de lagenstructuur geregeld. Alle 3D representaties staan op de Z-lagen: de rekenlagen met een Z als tweede karakter. De schakeling tussen 2D en 3D gebeurt door de opties 2D en 2D + 3D in de Lagencommando’s in het pulldown menu Lagencomm.
4.5
Lagen maken met DeltaPi
Het kiezen van een laag gaat op een relatief eenvoudige manier: 1 Uit het pulldownmenu kiest men de juiste laag, de keuze is als eerste op bouwdeel en daarna op materiaal keuze. 2 Als de laag benoemd is in de bureaustandaard wordt de kleur automatisch bepaald, zoniet dan wordt er om een kleur gevraagd.
13
Schermafbeelding van de keuze van een laag in dit geval de laag AL21G---_PREFABBETON. Als de keuze gemaakt is verschijnt er op de commandoregel de volgende melding: Command: nieuwe LAAG AL21G---_PREFABBETON met kleur 4 gemaakt. De kleur van de laag wordt bepaald door het materiaal van de laag en de schaal van de tekening. Mocht men nu een laag kiezen die niet benoemd is in de bureauinstellingen dan verschijnt voor het maken van de laag het volgende dialoogvenster:
Dialoogvenster DeltaPi Kleurkeuze.
14
5.0 Probleemstelling. Doordat gebruikers van DeltaPi in meerdere disipline’s werken zijn door het luisteren van DeltaPi-systems naar hun gebruikers de pulldown menu’s van de lagen uitgegroeid tot een zeer grote diversiteit in te kiezen lagen. Of men nu aan een ontwerpopgave, bouwkundige tekening of aan bouwbesluittekeningen werkt, de te kiezen lagen zijn in alle gevallen hetzelfde. Dit betekent dat de gebruiker uit de te kiezen lagen de juiste moet kiezen. In het geval van een constructieve bouwmuur van gestort beton kan de keuze duidelijk zijn maar in gevallen van meerdere mogelijkheden wordt de keuze al een stuk moeilijker. Tevens heeft DeltaPi-systems in sommige gevallen de keuze lastiger gemaakt, bijv. bij buitenwanden van baksteen is er niet één keuze mogelijk maar zelfs zeven. Mocht men nu met een project bezig zijn waar maar één of twee verschillende soorten baksteen nodig zijn dan is een keuze van zeven verschillende bakstenen een beetje te veel van het goed��� e. Daarnaast zijn er ook veel lagen die niet of nauwelijks gebruikt worden, denk aan de installatie technische lagen. De meeste meldingen die ik krijg met betrekking tot de lagen in DeltaPi zijn; dat er teveel keuze is in de pulldownmenu’s van DeltaPi. De Inbo gebruikers zien door de bomen het bos niet meer.
5.1
Doelstelling.
De DeltaPi gebruikers de mogelijkheid geven een laagconfiguratie te kiezen die bij hun werkzaamheden van dat moment past. De keuze die ze kunnen maken is gebaseerd op het soort werk waar we ons bij Inbo mee bezig houden. Mogelijke configuraties zijn: • Ontwerper. • Stedenbouw. • Woningbouw. • Utiliteitsbouw. • Retail. • Bouwbesluit. Binnen het programma moet ook een uitleg aanwezig zijn welke lagen er zijn en, wat de kleur (pendikte) en arcering van de laag is. Hiermee kan in één oog opslag duidelijk worden hoe het uiterlijk van de tekeningen eruit komt te zien.
5.2
Opties.
De volgende opties kunnen aan de doelstellingen voldoen: 1. DeltaPi-systems verzoeken dat ze binnen hun programma een gebruikers lageninstelling verwezenlijken. 2. Template bestanden met alle benodigde lagen per configuratie. 3. DeltaPi pulldown menu’s aanpassen dmv het verwijderen van overbodige lagen. 4. DeltaPi pulldown menu’s vervangen door eigen samengestelde menu’s.
Optie 1: DeltaPi-systems verzoeken dat ze binnen hun programma een gebruikers lageninstelling verwezenlijken.
Inbo heeft al diverse keren te kennen gegeven dat de hoeveelheid lagen niet een verduidelijking maar eerder een verwarrende uitwerking heeft. Onze wens is als bedrijf meer invloed te krijgen op de inhoud van de pulldown menu’s. Binnen DeltaPi kunnen wij verschillende onderdelen als de bureau instellingen, laagkleuren, welke arceringen, stempels, bibliotheken en plotadminstratie aanpassen naar onze eigen instellingen en wensen. Maar de pulldown menu’s van de lagen kunnen wij moeilijk bijkomen, en als je deze al wilt aanpassen dan moet je bij elke tussentijdse aanpassing van DeltaPi weer kijken welke lagen erbij zijn gekomen. Bij DeltaPi-systems zijn ze zich terdegen bewust dat de gebruikers met de hoeveelheid lagen in de knop komen. Zij zijn nog zoekende naar de juiste weg voor de lagen en hun pulldown menu’s. Ik vermoed dat zij daar in de toekomst zeker uitkomen met een voor ons wenselijke uitkomst. Tot die tijd zullen we zelf actie moeten nemen om de hoeveelheid lagen in te dammen.
15
Optie 2: Template bestanden met alle benodigde lagen per configuratie.
Bij het starten van een tekening een keuze maken voor een template bestand met daarin de voor de configuratie. beschikbare lagen. Binnen DeltaPi wordt geen gebruik gemaakt van template bestanden behoudens een geheel lege tekening. Bij het opstarten van een tekening weet men nog niet welke lagen men werkelijk gaat gebruiken vandaar de keuze van DeltaPi-systems voor pulldown menu’s. Op het moment dat er voor een bepaald bouwonderdeel een specifiek materiaal nodig is wordt deze gekozen uit beschikbare pulldown menu. Als men voor een configuratie gelijk alle beschikbare lagen ter beschikking heeft kan dit betekenen dat men een al te lange lijst krijgt in de lagen toolbar van Autocad waardoor vergissingen bij de keuze kunnen ontstaan. Voorbeeld lagen toolbar in Autocad bij de configuratie Bouwbesluit:
In de bovenstaande lijst is te zien dat er veel keuze mogelijkheden zijn en dat alle lagen in de lijst staan. Nu is de bouwbesluit configuratie één van de kleinste configuraties. In Autocad 2007 is het mogelijk om groeperingen in de layer properties manager te maken. Zie onderstaand voorbeeld van de gebruiksfuncties:
16
Deze groepering kan dan weergegeven worden in de lagen toolbar van Autocad. Men moet dus eerst in de layer properties manager de juiste groepering kiezen en deze dan via apply doorgeven aan de lagen toolbar van Autocad, dit kan alleen als apply to layer toolbars optie aan staat. In de onderstaande afbeelding is de groepering gebruiksfuncties te zien in de layer toolbar.
Volgens de berichten zal er in de komende Autocad versie 2008 functionaliteit zijn om in de layer toolbar ook de keuze te maken voor de groeperingen. Nadelen van optie 2: • In de template bestanden staan alleen de beschikbare lagen van de configuratie. Bouwkundige tekeningen bevatten meerdere diciplines en de tekenaar moet dus ook meerdere lagen configuraties tot zijn of haar beschikking hebben. • Als een tekening gepurged is zijn er lagen die niet gebruikt waren verwijderd uit de tekening. Purge is een functie die alle niet gebruikte objecten verwijdert uit de tekening. Dit kunnen lagen, tekst en maatvoerings- stijlen, lijntypen blocken of materialen zijn. Heeft men dan later een laag nodig die niet meer in de tekening aanwezig is dan moet men via de functie Design Center de laag uit een andere tekening overhalen. Of men moet de laag zelf aanmaken. Wat weer kan resulteren in foutieve laagnamen doordat men type fouten maakt • Het werken met template bestanden is relatief statisch terwijl bouwkundigen een dynamische omgeving willen hebben, zodat men kan wisselen van de ene configuratie naar de andere configuratie.
Optie 3: DeltaPi pulldown menu’s aanpassen dmv het verwijderen van overbodige lagen.
Door middel van VBA de DeltaPi menu’s aanpassen naar een situatie die bij een gekozen configuratie past. Ik heb een aantal gebruikers bij Inbo gevraagd wat er in bepaalde configuraties aanwezig moet zijn. Zij hebben van mij een lagen overzicht van alle DeltaPi en Inbo eigen gemaakte pulldown menu’s gekregen. Deze hebben zij bekeken en daarbij aangegeven welke lagen niet en welke wel aanwezig moeten zijn voor de configuratie waar ik ze voor had uitgekozen. In de meeste gevallen werden lagen opgegeven die verwijderd moesten worden maar men had ook wensen voor extra lagen. Bijvoorbeeld bij Retail wilde men extra inrichtingslagen, de stedenbouwkundigen wilde meer lagen die bij hun werkzaamheden passen. DeltaPi heeft voor stedenbouwkundigen wel een aantal lagen maar deze zijn lang niet toereikend. Daarnaast wordt er bij Inbo het meeste stedenbouwkundige tekenwerk met Microstation uitgewerkt en niet met Autocad. De architectuur opdrachten die Inbo nu verwerft zijn niet alleen het ontwerpen van gebouwen maar ook het stedenbouwkundige totaal plan waarin de gebouwen geplaatst worden. Waardoor de wens tot stedenbouwkundig tekenwerk in Autocad toeneemt. Het aanpassen van de pulldownmenu’s van DeltaPi kan met VBA door een functie te maken die overbodige lagen gaat verwijderen en toevoegen. Hierbij moet er een interface (dialoog) komen met een aantal te kiezen configuraties. Bij een bepaalde keuze worden dan lagen uit de pulldown verwijderd en toegevoegd. Ook dit is een statische manier van werken want er wordt van een begin situatie uitgegaan en daarna worden er lagen verwijderd en toegevoegd. Wil men tussentijds wisselen van configuratie dan moet men Autocad met DeltaPi afsluiten en weer opstarten om de begin situatie weer te krijgen. Of het programma moet zorgen dat de beginsistuatie weer wordt neergezet voordat de andere configuratie geplaatst wordt. De beginsituatie is het menu wat DeltaPi bij de installatie plaatst. DeltaPi heeft een hoge frequentie van tussentijdse bugfixen. In een bugfix kunnen er ook aanpassingen zijn gedaan aan de pulldown menu’s van de lagen. Mocht dit het geval zijn dan zal het programma dat ik maak de verkeerde lagen kunnen verwijderen. Dus voordat er een nieuwe versie geïnstalleerd wordt voor de gebruikers moet ik gaan testen of men het menu heeft aangepast. Tevens moet ik kijken of en welke lagen er toegevoegd zijn zodat ik de beslissing kan nemen of die lagen wel of niet opgenomen worden in de verschillende configuratie’s. Beheerstechnisch is dit een arbeidsintensieve taak en daarom niet wenselijk.
17
Voordelen van optie 3: • De DeltaPi menustructuur blijft gehandhaafd waardoor er voor de gebruiker in principe niets verandert. Nadelen van optie 3: • Bij tussentijdse wijzigingen van DeltaPi moet er gekeken worden naar de aanpassingen die door DeltaPi-systems gedaan zijn mbt de lagen. Hierdoor zullen er aanpassingen gedaan moeten worden in het programma. • Relafief veel regels code in VBA voor het verwijderen en toevoegen van de lagen.
Optie 4: DeltaPi pulldown menu’s vervangen door eigen samengestelde menu’s.
Door middel van een interface met verschillende configuraties de DeltaPi pulldownmenu’s vervangen door eigen samengestelde pulldownmenu’s. Ook deze optie heeft net als optie drie het voordeel dat de Deltapistructuur gehandhaafd blijft zodat er voor het uiterlijk naar de gebruiker niets verandert. Dit betekent wel dat ik moet gaan onderzoeken hoe de structuur van het DeltaPi menu gemaakt is. DeltaPi heeft standaard de mogelijkheid om van discipline te wijzigen van bijvoorbeeld Architectuur naar Constructie. Er worden dan geheel andere lagen getoond die dan door constructeurs gebruikt kunnen worden. Aangezien wij alleen met de discipline Architectuur werken, wordt deze optie niet gebruikt. Het grote voordeel van optie vier is dat je als bedrijf zelf in de hand hebt welke lagen er getoond gaan worden. De configuratie die ik ontvangen heb van de geselecteerde gebruikers dienen als goede leidraad voor de toe te passen configuratie. In die configuratie hebben zij aangegeven welke lagen wel en niet getoond moeten worden en niet te vergeten welke lagen zij daar nog bij zouden willen zien. Het voordeel met eigengemaakte menu’s is dat als er een laag bij of af moet dat alleen één menu aangepast wordt en niet zoals in optie drie in de VBA code een aanpassing gedaan moet worden. Dit maakt het beheerstechnisch ook makkelijker want de aanpassing aan een menu kan ook gedaan worden door iemand die wel weet hoe menu’s gemaakt worden en totaal geen VBA kennis hoeft te hebben. De optie heeft als nadeel dat de structuur van het programma goed beschreven moet zijn als er meerdere personen aanpassingen gaan doen. Het onderzoeken van de DeltaPi menu structuur met betrekking tot de werking van het schakelen van de disciplines is een éénmalige actie.
5.3 Conclusie Optie’s Optie 1: Deze optie is eigenlijk geen optie want het is te afwachtend en DeltaPi heeft nog niet aangegeven wanneer zij dit gaan verwezenlijken in hun programma. Terwijl we bij Inbo willen dat dit op korte termijn gaat veranderen. Optie 2: Deze optie is te statisch omdat we snel willen wisselen tussen meerdere configuratie’s. De optie is aardig als je alleen in een Autocad omgeving werkt waar je niet de beschikking hebt over zoiets als de pulldownmenu’s van DeltaPi. Optie 3: Deze optie is relatief bewerkelijk gezien de hoeveelheid lagen die verwijderd en toegevoegd moet worden. Bij wijzigingen van DeltaPi moet je het menu van DeltaPi doorlopen om de verschillen boven tafel te krijgen, en deze in de VBA code verwerken. De herkenbaarheid van de pulldownmenu’s is een pluspunt want deze verandert niet voor de gebruikers. Optie 4: Deze optie heeft als groot pluspunt dat je als bedrijf van het begin af aan zelf invloed hebt op de getoonde lagen en dat wijzigingen in Deltapi geen invloed hebben op het programma. De beheertechnisch kant van het programma geeft hogere mate van flexibiliteit doordat onderdelen door een niet VBA deskundige gedaan kunnen worden. Ook hier blijft de herkenbaarheid van de pulldownmenu’s een pluspunt. Grote veranderingen in interface en werking van het programma wekken de grootste weerstand op bij gebruikers. Optie 4 is de optie die ik kies voor mijn programma: Laag Configuratie Module.
18
6.0 Laag configuratie module. Het programma dat ik ga maken heet Laag configuratie module. In het programma is het alleen mogelijk om keuze te maken tussen verschillende laag configuraties, te kiezen voor uitleg die ontsloten wordt door PDF bestanden en het vroegtijdig afsluiten van het programma zonder dat er iets verandert. Zoals al aangegeven in de beschrijving van optie vier moet er onderzocht worden hoe de pulldownmenustructuur van DeltaPi in elkaar steekt.
6.1
Onderzoek menustructuur DeltaPi.
DeltaPi heeft de volgende pulldown menu’s:
Na het pulldown menu Groepen staan de Autocad menu’s File, Format, Tools, Window, Help en Express. In het menu Algemeen staan algemene lagen die in elk project nodig zijn zoals hulplagen, stempel, stramien, renvooi etc. Naast lagen staan er in dit menu ook nog functies voor het schakelen van disciplines en de status van lagen. In het Pulldownmenu Ontwerp staan Algemene Bouwdeel lagen als onderbouw, bovenbouw, gebouwafbouw etc. De pulldownmenu’s A10-lagen, A20-lagen, A30-lagen en A40-lagen zijn materiaal lagen en het voorbeeld hieronder laat zien dat er veel keuze mogelijkheden zijn.
De Pulldownmenu Lagencomm en groepen zijn menu’s waarmee men lagen kan schakelen in hun verschijningsvorm zoals Aan, Uit, Bevroren, Ontdooit, Beveiligd en Onbeveiligd.
Menustructuur DeltaPi.
De pulldown menu’s Algemeen en Ontwerp zitten in het DPI170.Cui bestand. Dit bestand is het Basismenu van DeltaPi en daar zitten niet alleen pulldownmenu’s in maar alle toolbars, functies etc. De pulldownmenu’s voor de A lagen (discipline architectuur) zitten in een partieelmenu A.Cui bestand. Voor de overige disciplines zijn verschillende cui bestanden aanwezig. Van DeltaPi staat er niets in het Algemene Acad.Cui bestand. Met het schakelen van de Disciplines treedt het volgende op: De beginstand is Architectuur en men schakelt naar bijvoorbeeld Constructie. De A10-lagen t/m A40-lagen worden vervangen door K10-lagen t/m K40-lagen met daarin specifieke constructieve lagen. De lagen in de Pulldown menu Algemeen en Ontwerp beginnen niet meer met een A maar met een K. Op de achtergrond is het A.cui menu ontladen en het K.cui bestand geladen. De verandering in het pulldown menu Algemeen en Ontwerp wordt een nivo dieper geregeld in het programma bestand (ARX) van DeltaPi wat in C++ geprogrammeerd is. Als je geen C++ voor handen hebt kan je er niet bij komen. Tevens is ook het programma beveiligd omdat dat het hart is van programma DeltaPi.
19
6.2
Werking laag configuratie module.
Voor de module die ik wil maken gebruik ik het schakelen van de disciplines van DeltaPi. Het is wel zo dat ik natuurlijk alleen in de discipline van architectuur wil blijven. De werking van het schakelen van de disciplines is zo dat als er gekozen wordt voor dezelfde discipline als waar men in werkt, het commando niet wordt uitgevoerd. Dit komt omdat het menu wordt geladen met dezelfde naam als dat er al geladen is en dat kan niet binnen Autocad. Dus de schakeling die ik in mijn programma verwerk is dat er eerst geschakeld wordt naar een andere discipline en daarna weer geschakeld wordt naar de architectuur discipline. Op de achtergrond wordt het menubestand overschreven met het gekozen laag configuratie menubestand en daarna wordt de schakeling uitgevoerd. In het programma is ook een uitleg aanwezig. Deze uitleg geeft de gebruiker inzicht in welke lagen er in een module zitten en hoe deze lagen worden weergegeven. De weergave is opgesplitst in de meeste gebruikte schalen; 1:100, 1:50, 1:20 en 1:5. Van elke laagconfiguratie kan men een pdf raadplegen.
6.3
Stroomschema laag configuratie module. Start LCM
Laagconfiguraties
Keuze tabblad
Info
Uitleg
Keuze laagconfiguratie
Keuze Uitleg
Kopieeractie A.Cui bestand
Openen PDF bestand
Unload A.Cui Load K.cui
Info
Afsluiten keuze tabblad
Afsluiten keuze tabblad
Unload K.Cui Load A.cui (Nieuwe versie)
Einde
20
6.4
Programma code laag configuratie module.
Lisp routine:
In het commando voor het schakelen van de discipline maakt DeltaPi gebruik van een lisp routine. Deze lisproutine wordt in DeltaPi aangesproken in het algemeen pulldown menu. Het lisp commando voor het schakelen naar de architectuur discipline ziet er als volgt uit: (disp_schak “A”). Omdat je niet rechtstreeks lisproutines in VBA kunt aanspreken is dit DeltaPi commando verwerkt in een lisproutines die ik gemaakt heb. lisproutine LCM.lsp: (Defun C:Inbo_A () (disc_schak “A”)) Schakeling naar de architectuur discipline. (Defun C:Inbo_K () (disc_schak “K”)) Schakeling naar de constructie discipline.
De lisproutine moet geladen zijn als je gebruik wilt maken van de laagconfiguratiemodule. Autocad heeft het bestand ACADDOC.LSP. Via dit bestand kunnen lisp routines automatisch bij het opstarten van Autocad worden geladen. Dit bestand staat lokaal op elk werkstation. Deltapi heeft ook een voorziening om via een lisp bestand BURO.LSP automatisch lisp routine’s te laden bij het starten van Autocad/Deltapi. Het bestand BURO.LSP staat in de programmatuurmap van DeltaPi. Aangezien DeltaPi via het netwerk werkt hoef je dus maar op één plaats de lisproutine LCM.LSP toe te voegen en vanaf dat moment wordt het door alle gebruikers van Autocad/DeltaPi bij het opstarten gebruikt.
Keuze ontwerp configuratie:
Private Sub cmdOntwerp_Click() Commando knop. Const OverwriteExisting = True Altijd overschrijven van bestaande bestanden. Set objFSO = CreateObject(“Scripting.FileSystemObject”) Hier wordt het bestandobject gemaakt. objFSO.CopyFile “F:\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\ONT\A.cui”, “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Program\R17.0\”, OverwriteExisting Bestandobject en actie kopieren van een bronmap naar een doelmap. ThisDrawing.SendCommand “inbo_k” & vbCr Lisp commando voor het schakelen van het architectuur discipline naar constructie discipline. ThisDrawing.SendCommand “inbo_a” & vbCr Lisp commando voor het schakelen van het constructie discipline weer naar architectuur discipline. Me.hide Afsluiten laagconfiguratiemodule. End Sub
Keuze voor uitleg bouwbesluit configuratie: Private Sub cmdPDFbb_Click() Dim BBPdf BBPdf wordt gedeclareed voor verder gebruik in de private sub. BBPdf = Shell(“C:\Program Files\Adobe\Acrobat 7.0\Reader\AcroRd32.exe F:\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\Pdf\BB.Pdf”, 1) Shell commando voor het opstarten van de Acrobat PDF reader en het openen van het specifieke PDF bestand. End Sub
Opstarten laag configuratie module:
Het opstarten van de laagconfiguratie module wordt door middel van commando op een eigen gemaakte Inbo toolpalettes gedaan. De macro voor het opstarten: ^C^C-vbarun;”F:/DeltaPi/V50/Inbo/LCM/LCM.dvb!mdlLCM.toonLCM”
21
6.5
Interface laag configuratie module.
Keuze tabblad laagconfiguratie.
Keuze tabblad Uitleg.
Keuze tabblad info.
22
Inbo toolpalette.
6.6
Creëren menubestanden.
6.7
Installatie laag configuratie module.
De menubestanden die voor de verschillende configuraties gemaakt zijn, zijn op basis van het menubestand van DeltaPi gemaakt. DeltaPi 5.1 die wij binnen Inbo gebruiken is gemaakt voor de Autocad versie 2002 t/m 2007. De menubestanden die van DeltaPi voorhanden zijn, zijn het MNU bestand van Autocad 2002 en het CUI bestand wat bij Autocad 2007 hoort. Het bewerken van de MNU bestanden door middel van een éénvoudige tekstverwerker is makkelijker dan het bewerken van het CUI bestand wat je via Autocad moet bewerken. Als een configuratie klaar is kun je van een MNU bestand in Autocad 2007 er een CUI bestand van maken door het MNU bestand met het commando cuiload te openen. Autocad 2007 maakt er dan een CUI bestand van. Voor de laagconfiguratie module is vereist dat men beschikt over Autocad 2007 en DeltaPi 5.1. Bij Inbo wordt Autocad lokaal geïnstalleerd op elk werkstation. DeltaPi is op een netwerklokatie geïnstalleerd. Op aangegeven werkstations wordt een DeltaPi bestandsmap program geplaatst op de lokatie: C:\program files\DeltaPi_netwerk\V50\Program Deze DeltaPi program bestandsmap wordt tijdens het inloggen gesynchroniseerd met de netwerk lokatie die geplaatst is op F:\DeltaPi\v50\program De laagconfiguratie module wordt geplaatst in de map F:\DeltaPi\v50\inbo\LCM Aangezien ik het beheer over de cad applicaties bij Inbo verzorg, is er geen installatie nodig door middel van een CD of diskette. De bestanden dienen in de juiste bestandslokaties geplaatst te worden en de laagconfiguratie is klaar voor het gebruik. De laag configuratie module is gemaakt voor toepassing bij Inbo. Omwille van testen, programmeren, beschrijven en demonstreren buiten het Inbo domein staat op mijn laptop een lokale versie van Autocad 2007, thuiswerkversie van DeltaPi 5.1 en een lokaal gesitueerde laag configuratie module.
23
Nawoord. Met de laagconfiguatie module hoop ik dat er veel irritatie weggenomen wordt voor de Inbo gebruikers die verdrinken in de grote keuze van lagen binnen Deltapi. Daarnaast wordt het voor de Inbo gebruikers inzichtelijker welke kleuren en arceringen er gebruikt worden bij specifieke schalen en keuze van profielen. Ik verwacht nog zeker opmerkingen en aanvullingen als de laag configuratie zijn intrede zal doen binnen Inbo. Toekomstige veranderingen zijn dus ook niet uitgesloten, hierdoor zal het programma zeker uitgroeien tot een zeer gewaardeerd stuk gereedschap.
Dankbetuiging.
Inbo wil ik bedanken voor het geven van de middelen en mogelijkheden voor het volgen van het HBO traject ACE system manager. Ict manager Ruud Steenmeijer voor zijn redactionele opmerkingen op het verslag. Andre Lubbers van Deltapi-systems die mijn neus in de juiste richting zette voor het integreren van de laag configuratie module binnen DeltaPi. De leadoperators van Inbo voor de input voor de verschillende configuratie. Ronald Boeklagen en Leoni Bergsma voor het begeleiden en laten zien van de mogelijkheden binnen Autocad en VBA. Niet te vergeten mijn vrouw en kinderen die mij de tijd gunde om in allerust te kunnen studeren en werken aan de afstudeeropdracht.
Bronvermelding.
Boek Autocad 2007 computer ondersteund ontwerpen van Ronald Boeklagen. Helpfile van DeltaPi 5.1 Diverse internet sites als: www.cadcollege.com www.Inbo.com www.deltapi.nl
Gebruikte programmatuur. Autocad 2007 DeltaPi 5.1 Microsoft Visio 2002 Adobe Photoshop CS2 Adobe Indesign CS2 Adobe Acrobat 6 SnagIt 8
24
Bijlage 1 Programma code van de lokale versie van de laag configuratie module:
Private Sub cmdOntwerp_Click() ‘commando knop Const OverwriteExisting = True ‘altijd bestand overschrijven Set Set objFSO = CreateObject(“Scripting.FileSystemObject”) ‘bestandsobject wordt gemaakt objFSO.CopyFile “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\ONT\A.cui”, “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Program\R17.0\”, OverwriteExisting ‘bestandsobject en actie kopieren van bronmap naar doelmap ThisDrawing.SendCommand “inbo_k” & vbCr ‘aanroepen lisp commando voor het schakelen naar de konstructie discipline ThisDrawing.SendCommand “inbo_a” & vbCr ‘aanroepen lisp commando voor het schakelen naar de architectuur discipline Me.hide ‘afsluiten End Sub Private Sub cmdStedenbow_Click() Const OverwriteExisting = True Set objFSO = CreateObject(“Scripting.FileSystemObject”) objFSO.CopyFile “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\ST\A.cui”, “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Program\R17.0\”, OverwriteExisting ThisDrawing.SendCommand “inbo_k” & vbCr ThisDrawing.SendCommand “inbo_a” & vbCr Me.hide End Sub Private Sub cmdBouwbesluit_Click() Const OverwriteExisting = True Set objFSO = CreateObject(“Scripting.FileSystemObject”) objFSO.CopyFile “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\BB\A.cui”, “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Program\R17.0\”, OverwriteExisting ThisDrawing.SendCommand “inbo_k” & vbCr ThisDrawing.SendCommand “inbo_a” & vbCr Me.hide End Sub Private Sub cmdRetail_Click() Const OverwriteExisting = True Set objFSO = CreateObject(“Scripting.FileSystemObject”) objFSO.CopyFile “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\RT\A.cui”, “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Program\R17.0\”, OverwriteExisting ThisDrawing.SendCommand “inbo_k” & vbCr ThisDrawing.SendCommand “inbo_a” & vbCr Me.hide End Sub Private Sub cmdDeltaPi_Click() Const OverwriteExisting = True Set objFSO = CreateObject(“Scripting.FileSystemObject”) objFSO.CopyFile “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\DPI\A.cui”, “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Program\R17.0\”, OverwriteExisting ThisDrawing.SendCommand “inbo_k” & vbCr ThisDrawing.SendCommand “inbo_a” & vbCr Me.hide End Sub Private Sub cmdWoningbouwgroot_Click() Const OverwriteExisting = True Set objFSO = CreateObject(“Scripting.FileSystemObject”) objFSO.CopyFile “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\WBG\A.cui”, “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Program\R17.0\”, OverwriteExisting ThisDrawing.SendCommand “inbo_k” & vbCr ThisDrawing.SendCommand “inbo_a” & vbCr Me.hide End Sub Private Sub cmdWoningbouwklein_Click() Const OverwriteExisting = True Set objFSO = CreateObject(“Scripting.FileSystemObject”) objFSO.CopyFile “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\WBK\A.cui”, “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Program\R17.0\”, OverwriteExisting ThisDrawing.SendCommand “inbo_k” & vbCr ThisDrawing.SendCommand “inbo_a” & vbCr Me.hide End Sub Private Sub cmdDetaillerenWB_Click() Const OverwriteExisting = True Set objFSO = CreateObject(“Scripting.FileSystemObject”) objFSO.CopyFile “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\DWB\A.cui”, “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Program\R17.0\”, OverwriteExisting ThisDrawing.SendCommand “inbo_k” & vbCr ThisDrawing.SendCommand “inbo_a” & vbCr Me.hide End Sub
25
Private Sub cmdUtiliteitsbouw_Click() Const OverwriteExisting = True Set objFSO = CreateObject(“Scripting.FileSystemObject”) objFSO.CopyFile “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\UB\A.cui”, “C:\Program Files\DeltaPi\V50\Program\R17.0\”, OverwriteExisting ThisDrawing.SendCommand “inbo_k” & vbCr ThisDrawing.SendCommand “inbo_a” & vbCr Me.hide End Sub Private Sub Sub cmdAfsluiten_Click() ‘afsluitenknop op tabblad configuraties Me.hide End Sub Private Sub cmdPDFont_Click() Dim ONTWPdf ‘decleratie voor verder gebuik in private sub ONTWPdf = Shell(“C:\Program Files\Adobe\Acrobat 7.0\Reader\AcroRd32.exe C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\Pdf\ONTW.Pdf”, 1) ‘shell commando voor het opstarten van acrobat pdf reader en het openenen van een specifiek bestand End Sub Private Sub cmdPDFst_Click() Dim STPdf STPdf = Shell(“C:\Program Files\Adobe\Acrobat 7.0\Reader\AcroRd32.exe C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\Pdf\ST.Pdf”, 1) End Sub Private Sub cmdPDFbb_Click() Dim BBPdf BBPdf = Shell(“C:\Program Files\Adobe\Acrobat 7.0\Reader\AcroRd32.exe C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\Pdf\BB.Pdf”, 1) End Sub Private Sub cmdPDFrt_Click() Dim RTPdf RTPdf = Shell(“C:\Program Files\Adobe\Reader 7.0\Reader\AcroRd32.exe C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\Pdf\RT.Pdf”, 1) End Sub Private Sub cmdPdfDpi_Click() Dim DpiPdf DpiPdf = Shell(“C:\Program Files\Adobe\Acrobat 7.0\Reader\AcroRd32.exe C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\Pdf\Dpi.Pdf”, 1) End Sub Private Sub cmdPDFwbg_Click() Dim WBGPdf WBGPdf = Shell(“C:\Program Files\Adobe\Acrobat 7.0\Reader\AcroRd32.exe C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\Pdf\WBG.Pdf”, 1) End Sub Private Sub cmdPDFwbk_Click() Dim WBKPdf WBKPdf = Shell(“C:\Program Files\Adobe\Acrobat 7.0\Reader\AcroRd32.exe C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\Pdf\WBK.Pdf”, 1) End Sub Private Sub cmdPDFdwb_Click() Dim DWBPdf DWBPdf = Shell(“C:\Program Files\Adobe\Acrobat 7.0\Reader\AcroRd32.exe C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\Pdf\DWB.Pdf”, 1) End Sub Private Sub cmdPDFub_Click() Dim UBPdf UBPdf = Shell(“C:\Program Files\Adobe\Acrobat 7.0\Reader\AcroRd32.exe C:\Program Files\DeltaPi\V50\Inbo\LCM\Pdf\UB.Pdf”, 1) End Sub Private Sub cmdAfsluiten1_Click() ‘afsluitenknop op tabblad uitleg Me.hide End Sub Private Sub cmdAfsluiten2_Click() ‘afsluitenknop op tabblad info Me.hide End Sub
26